Voorwoord van Etienne Berquin (originele versie) Ter inleiding wil ik er op wijzen, dat het geenszins in mijn bedoeling ligt een boekdeel te schrijven of een letterkundig werk op te bouwen. Wat mij bezielt bij de aanvang van deze beknopte levensbeschrijving uit mijn jeugd is het verlangen, dat nu, op reeds gevorderde ouderdom, meer dan ooit naar voren treedt, de herinnering te bewaren van feiten en gebeurtenissen die een diepe indruk hebben nagelaten. De oorlog van 1914-1918 heeft daartoe menige gelegenheid geboden. In deze verhalen zal ik trachten op korte en bondige wijze de belevenissen voor te brengen zoals ze uit mijn herinneringen opdagen. Ze neer te schrijven in de eenvoudige en voor ieder verstaanbare bewoordingen uit onze gesproken taal, die tenslotte de ware taal is van ons allen, van het Volk. Wat ik ook nog even wil aanstippen is dat, wijl de 'tijd' een abstract begrip is - waar slechts bij uitzondering enig belang werd aan gehecht - de mogelijkheid niet uitgesloten is dat deze uit het verleden opgerakelde memories zich niet steeds in de juiste volgorde daarin plaatsen. Etienne Berquin, 1964
Een avontuurlijke geest 6 februari 1914 was mijn verjaardag: ik werd 16. Mijn ouders woonden in Antwerpen en ik volgde daar mijn opleiding aan het hoger handelsinstituut Sint-Ignatius, toen gevestigd in de Korte Nieuwstraat. Ik was maar een middelmatige leerling. Geen uitblinker, tenzij in aardrijkskunde. Wanneer ik zo over een landkaart gebogen zat, kon ik uren besteden aan het bekijken van de oceanen en zeeĂŤn waarin grote stromen uitmonden. In mijn verbeelding volgde ik de loop van deze stromen door het vreemde verre land, langs wonderbare steden en wildernissen, tot aan de bron hoog in de bergen. Met spanning volgde ik de reizen van Jules Verne op de kaart, door de oerwouden, op en onder de zeeĂŤn, in de lucht, omheen de aardbol. In mijn geest ontwaakte dan een sterk verlangen naar die wonderbare plaatsen waarin de schrijver de helden van zijn verhalen deed leven. Ook ik wilde deze werelden bezoeken en avonturen beleven. Mijn grootste verlangen was de zee, de zee die mij die werelden zou leren kennen. Helaas, toen mijn ouders dit vernamen werd dat verlangen brutaal de kop ingedrukt. Niets kon hen van hun besluit afbrengen. Ik voelde mij miskend, onbegrepen, verloor de lust mijn studies nog voort te zetten en deelde mijn ontgoocheling mee aan een vriend, een paar jaren ouder dan ik, die zich aangetrokken voelde tot het militaire leven. Hij volgde reeds het legeronderricht in de Pupillenschool te Philippeville en zo gebeurde 5