(\r~"\'))
HEP ARA TIEHANDBOEK No. 621
DEEL III A- TYPEN Aile typen vanaf 1963
0; REVISIES
0)
o
CITROツ。:N~ CITROテ起 NEDERLAND 8.V. STADIONPLEIN 22-30 AMSTERDAM TEL.: 020-731181
GEBRUIK VAN HET REPARATIEHANDBOEK
UITVOERING
am het gebruik van het reparatiehandboek te vergemakkelijken, hebben wij het totaal aan handelingen verdeeld over vijf del
en, welke elk bestemd zijn voor een bepaalde afdeling van de werkplaats of
een gespecialiseerde reparatie-inrichting. Dee
I I behandelt: DE GEGEVENS - AFSTELLINGEN - CONTROLES Dit deel mag in geen enkele werkplaats ontbreken, daar het onmisbaar is voor het uitvoeren van afstellingen of het verhelpen van storingen.
Deel " behandelt:
- HET UITBOUWEN EN INBOUWEN van hoofdcomponenten, onderdeelgroepen en onderdelen. 1/--"\
Deel I I I behandelt:
- DE REVISIE van hoofdcomponenten, onderdeelgroepen en onderdelen. DeeliV behandelt de werkzaamheden aan: - ELEKTRISCHE INSTALLATIE - VERWARMING - VENTI
LA
TIE
Deel V behandelt de werkzaamheden aan de CARROSSERIE. Elk van deze del
en is afzonderlijk verkrijgbaar, zodat voor elke afdeling van de werkplaats het
benodigde aantal exemplaren kan worden besteld. De vijf delen zijn in een groene Fibrex ringband gebonden, waardoor aanvullingen gemakkelijk
kunnen worden ingevoegd, terwijl men bij het uitvoeren van een bepaalde handeling de betreffende bladen kan verwijderen.
(-~ \"-_../.
SAMENSTELLING
Elk deel van het reparatiehandboek omvat:
Een inhoudsopgave van de handelingen welke in het betreffende deelzijn beschreven. De handelingen, welke in numerieke volgorde zijn opgenomen.
Een lijst met aile gereedschappen, welke bij de omschrijving van de werkzaamheden worden genoemd en tevens de werktekeningen aan de hand waarvan de speciale gereedschappen, die niet in de handel verkrijgbaar zijn, zelf kunnen worden vervaardigd.
o --
A III 1
HANDELINGEN
De volgorde van de handelingen is zo opgesteld, dat het werk op de me
est efficiente wijze zo goed
mogelijk kan worden uitgevoerd. De handelingnummers zijn als voigt samengesteld: a) Aanduiding van de wagen: "A" b) Een groep van drie cijfers welke het onderdeel hoofdcomponent aanduidt c) Een cijfercode voor de aard van de handeling.
De cijfers 000 welke de technische gegevens van de wagens aangeven. De cijfers 00 welke de technische gegevens van het hoofdcomponent aangeven. Het cijfer 0 dat de controles en afstellingen aangeeft.
De cijfers 1,4, 7 welke de vervanging (uitbouwen en inbouwen) aangeven. De cijfers 2, 5, 8 welke het verwijderen en monteren van toebehoren aangeven. De cijfers 3, 6, 9 welke de revisies aangeven. De zwarte vlakjes op de bladranden corresponderen met de genummerde driehoeken in de
inhoudsopgave; op deze wijze kan de betreffende handeling snel worden opgezocht.
GEREEDSCHAP
Het speciaal gereedschap wordt in de tekst aangegeven door een nummer gevolgd door de letter T. Deze gereedschappen zijn verkrijgbaar bij: - CitroĂŤn Nederland b.v., afd. Onderdelen, Stadionplein 22-30, Amsterdam, tel. 020 - 731181.
Gereedschappen welke zelf moeten worden vervaardigd, worden aangeduid met een nummer, voorafgegaan door de letters MR.
De werktekeningen van deze gereedschappen zijn in numerieke volgorde achterin elk deel van het reparatiehandboek opgenomen.
AANTREKKOPPELS
De aantrekkoppels worden uitgedrukt in: - Meterkilogram (mkg)
N.B.: wanneer bij een aantrekkoppel ook het woord "momentsleutel" wordt vermeld, MOET BESLIST een momentsleutel worden gebruikt.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Voor aile inlichtingen die betrekking hebben op storingen of reparaties aan deze wagens, gelieve u zich te wenden tot onze Technische Dienst, Stadionplein 22-30, Amsterdam, tel. 020 - 731181.
Voor aile inlichtingen die betrekking hebben op gereedschappen of reparatiemethoden gelieve u zich eveneens tot onze Technische Dienst te wenden.
o A III
INHOUDSOPGAVE
DEEL III VAN REPARATIEHANDBOEK 621 A typen vanaf 1963 (beha/ve AM/6 en AM/B)
Hand. nummer
OMSCHRIJVING
ALGEMEEN
A.02
Werkzaamheden aan de rem
A. 03
Voorgeschreven produkten
men
MOTOR - CARBURATIE - ONTSTEKING
A. 100-5
Revisie van de motor Motor in- en uitelkaar nemen
A. 111-5
Montage van een Heli-coil
A.112-3
Revisie van een cil inderkop Revisie van een carburator
A. 100-3
A. 142-3
KOPPELING C)
z
A.312-3
:; ..
Revisie van het koppelingsmechaniek: niet moge/ijk; deze revisie wordt niet behande/d.
:J '"
Z
.... '7
N '" '"
VERSNELLlNGSBAK
W
oQ)
az
i ..
A. 330-3 A. 334-3
Revisie van een versnell ingsbak Revisie van een schakelhefboom
cc
c) AANDRIJFASSEN
A. 372-3
Revisie van een aandrijfas: niet moge/ijk, wordt niet behande/d.
VOORAS
A.410-3
Revisie van een vooras - De- en montage van een vooras
- Vervangen van een draagarmaanslag - Controle van een draagarm (buiten de wagen)
ACHTERAS
o
A.422-3
Revisie van een achteras - De- en montage van een achteras - Vervangen van een aanslag
- Controle van een draagarm (buiten de wagen)
- Vervangen van de wieltapeinden
INHOUDSOPGAVE
DEEL III VAN REPARATIEHANDBOEK 621 A typen vanaf 1963 (beha/ve AM/6 en AM/B)
Hand. nummer
OMSCHRIJVING
VE RING
A. 434-3
Revisie van een veerpot
STUURINRICHTING A. 442-3
Revisie van een stuurinrichting
REMMEN
A. 453-3
Revisie van de hydraulische delen van de njmmen:
- Revisie van een hoofdremcilinder (aile typen m.u.v. een hoofdremcilinder met centrale voeding met k/ep) - Revisie van een hoofdremcilinder met centrale voeding met klep - Revisie van een wielremcilinder (met cupjes)
C)
z
- Revisie van een wielremcilinder (met 0 ringen)
:; ..
A. 453-6
:J '" Z
Revisie van een voorremunit
....
": N '" '"
GEREEDSCHAP
W
oQ)
az
i ..
Lijst met speciaal gereedschap Werktekeningen van zelf te vervaardigen gereedschap.
cc
w a:
c\
,
o ._-
A 111-3/0
HANDELING NO. A. 02: Werkzaamheden aan de remmen
Hand. A. 02
1. VOORZORGEN A. Wagens ultgerust met rondom trommelremmen.
GEBRUIK REMVLOEISTOF DIE VOLDOET AAN DE NORM SAE J 1703
Gebruik uitsluitend pakkingen, rubbers en slangen geschikt voor speciale synthetische remvloeistof. Reinig de delen met spiritus of desnoods met hydraulische vloeistof van dezelfde kwaliteit als die welke voor de remmen wordt gebruikt. B. Wagens ultgerust met schijfremmen voor: GESRUIK MINERALE HYDRAULISCHE VLOEISTOF (LHM) IN HET REMSYSTEEM VAN WAGENS UITGERUST MET SCHIJFREMMEN VOOR. Gebruik uitsluitend pakkingen, rubbers en slangen geschikt voor minerale.hydraulische vloeistof LHM. Reinig ze met benzine gevolgd door drogen met perslucht.
Ga voor het aansluiten van een leiding als voigt te werk:
TT OĂ’.5
a
b
Dompel de pakkingring "a" .in remvloeistof en schuif de ring over het uiteinde van de leiding.
Schuif de ring zover op de leiding dat de laatste er over een afstand "b" uitsteekt. C)
z
:; ..
Let er bij het op zijn plaats brengen van de leiding op, deze zuiver centrisch, zonder forceren, in de boring te
:J '"
Z
....
schuiven (het uiteinde met de kleine diameter "b" moet
:z N '"
in de boring met kleine diameter "c" centreren).
'"
W
oQ) az ..
Draai de wartelmoer met de hand aan.
i
Zet de wartelmoer slechts matig vast, daar te vast aan-
cc
w a:
draaien vervorming van de leidingen en lekkage tengevolge heeft.
(~)'-
N.S.: - Aantrekkoppels:
Leidingdiameter = 3,5 mm Leidingdiameter = 4,5 mm
0,8 - 0,9 mkg
De constructie van de verschillende pakkingen waarborgt bij een toenemende druk een betere afdichting. De mate van afdichting kan niet worden vergroot door de leidingwartels vaster aan te trek ken.
2. NA HET WERK UIT TE VOEREN CONTROLES
o A II -5/0
Na aile werkzaamheden aan de componenten of het remsysteem te hebben uitgevoerd, controleert u de afdichting van de leidingaansluitingen.
HANDELING NO. A. 03: Voorgeschreven produkten
Hand. A. 03
VOORNAAMSTE VOORGESCHREVEN PRODUKTEN
I. LlJMEN
ONDERGROND
TE PLAKKEN MA TERIAAL
Gelakte staalplaat
Kunstleer Rubber Sierstrip
Vinyl
HANDELSWIJZE
Insmeren ondergrond Insmeren materiaal
Vi It
Vilt
OPLOSMIDDEL
Neopreen REST-AGRAF Réf. Choisyprène TEROSON
Benzine F
Insmeren ondergrond
Synthetische rubberlijm MINNESOTA Réf. EC 1236 Acrylo-nitriet MIPLACOL
Insmeren ondergrond . Orogen
Aanbrengen Glad maken
Karton
(voorbeelden)
Réf. Térokal 2444
Insmeren materiaal
Stof
AANBEVOLEN
Orogen Aanbrengen Glad maken
Orogen Aanbrengen Glad maken
Gelakte staalplaat
LlJMSOORT
c:
z
Trichloorethaan 111
Trichloorethaan 111
Réf. HS 3688 S.E R.
Benzine F
ONFROY Réf. 306 Natuurlijke rubberlijm BOSTIK Réf. 1313
:; .. :: '"
z
---
Aluminium
:7 '"
(onderzetruit)
'"
Voorbereiden lijm Voorbereiden oppervlak
w
Insmeren beide oppervlakken
i
Druk aanbrengen
:.
oQ) oz ..
Eposy TEROSON Réf. Térokal COLFIX Réf. Maticol
Lauw water voor
Spécial COMET Réf. Kit-verre/métal
Super clean
Néopreen COLFIX Réf. 550 MINNESOTA Réf. EC 1099
Benzine F
polymerisatie
cc
w a:
o
Spiegel
Glas
Voorbereiden van het oppervlak Aanbrengen Drukken
Rilsan (rail)
Insmeren ondergrond Insmeren materiaal
Orogen Aanbrengen Drukken Klégécel '
Trichloorethaan 111
Insmeren ondergrond
Neopreen BOSTIK
Trichloorethaan 111
Insmeren materiaal
Réf. 1400
Oplosmiddel S
3 tot 8min. drogen Aanbrengen
MINNESOTA Réf. EC. 1099
Drukken
Polyester
o A/I-7
Polyurethaan schuim
Insmeren ondergrond Orogen Aanbrengen Glad maken
Neopreen COLFIX
Benzine F
Réf. 180
Trichloorethaan 111
MINNESOTA Réf. Spray Pavilion 77
2 HANDELING NO. A. 03: Voorgeschreven produkten
II. SCHOONMAAKPRODUKTEN GEBRUIK
PRODUKT
BIJZONDERHEDEN
LEVERANCIERS
Reinigen hydraulische
TOTAL
Hydraurinçage
Produkt voor compleet reinigen Produkt gedurende 1000 km in systeem laten
TOTAL C.F.R.
leidingen LHM systeem
Koud ontvetten
MAGNET 6
Onoplosbaar in water
MAGNUS
Sneldrogend Laat het produkt werken (onver-
OIL & GREASE REMOVER
PROTOLAN 3 D
MULLER ET CIE.
dund of verdund met een oplosmiddel) vervolgens met veel water afspoelen volgens met veel water afspoelen
Ets. N. BREGER Ets. RAVICOLOR
Gelatineachtige vloeistof bestemd
MAGNUS
Onverdund toepassen en ver-
RA VITOL X
Pakkingvlakreinigen
MAGSTRIP
voor het reinigen van vloeibare niet metal
SUPER CLEAN
en pakkingen
Droogreiniger te gebruiken alvo-
Viba
Den Haag
rens Loctite produkten aan te Loctite
aan te wenden
Carburateur reinigen
Carburateur-cleaner Onverdund te gebruiken
reinigen
P.D.R.
Twee verpakkingen:
SOFRALUS-BARDAHL AGIR
- spuitbus
Carbuclin
- vloeistof
REDEX-FRANCE
III. AFDICHTPASTA'S GEBRUIK
PRODUKT
BIJZONDERHEDEN
LEVERANCIERS
Afdichting van pakking-
PROTO-JOINT
Bestand tegen mechanische weerstand en aardolieprodukten
JEAN-BRASSANT
Reinigen met spiritus
CEFILAC Département Joint Curty
Bestand tegen koolwaterstoffen
SEBIS
vlakken, bouten, tapeinden CURTYLON en moeren LOWAC
FRENETANCH
Borgen en afdichten van sChroif-
Loctite 542
draad van delen die demontabel moeten bliiven
FRENBLOC
Borgen en afdichten van tapeinden,
Loctite 270
bouten, moeren met max. doel-
FORMETANCH
Afdichting aansluitstukken en
Loctite 572
pakkingvlakken
FORMAJOINT
Afdichting pakkingvlakken als vervanging van de traditionele pakking
Loctite 549
Afdichting portierrubbersr voorruitrubbers
'-
matigheid
SILICOMET zwart
Viba
Den Haag
o Alii-I
Hand. A. 03
HANDELING NO. A. 03: Voorgeschreven produkten
AFDICHTPASTAS (vervolg) GEBRUIK
PRODUKTEN
BIJZONDERHEDEN
Afdichten van
DEVCON F
Op alumíniumbasis
LEVERANCIERS
poreuse carters METALIT
Van Gelder
Rotterdam
Op lichtmetaalbasis
METOLUX A
SILASTIC 733 R.T.X' Blijft soepel na drogen
DOW CORNING S.AR.L. Ets. BARTHELEMY
!
Afdichten van de
Hittebestendige lijmkit
verwarmingsbuizen van
Réf. 1500
het inlaathuís
(COLLAFEU)
IV. KRUIPOLl~N GEBRUIK
PRODUKTEN
BIJZONDERHEDEN
LEVERANCIERS
Geoxydeerde onderdelen
KRUIPOLIE
Spuitbus
MOL YDAL
KRUIPOLIE EMO
Spuitbus of reservoir van 5 liter
SOFRALUS-BARDAHL
C)
z
:; .. :J '"
Z
~ :z N '" '"
V. VETTEN EN SMEERMIDDELEN
W
o m oz ..
i~
w a:
GEBRUIK
PRODUKTEN
Smeren van de silentblocs S.I. 33 RHONEPOULENC
BIJZONDERHEDEN
LEVERANCIERS
Siliconenvet
LAMBERT-RIVIERE
van de draagarmen
o
33 vet (medium)
Smeren van de aandrijfassen
Voor meerder doeleinden, met hoge kleefkracht
MOL YDAL
MOL YKOTE
E.P. vet met hoge kleefkracht
DOW CORNING S.A.R.L.
LONGTERM 2
en bestand tegen water
TOTAL MUL TIS MS
"Multipurpose" vet
TOTAL C.F.R:
Plastic rubber
REDEX-SILICONE
Spuitbus
REDEX-FRANCE
Onderdelen die onder zware omstandigheden
HI-LUB-HTC
Smeermiddel in spuitbus, COMET bestand tegen zoet- en zout Département D.AV.A. water, bij hoge temperatuur en druk
NO-BIND
Smeermiddel dat vastzitten tegengaat en bestand is tegen hoge temperatuur
aandrijfassen
1 495 vet
moeten werken
Bougiedraad smeermiddel
o
DOW CORNING S.A.R.L.
CEFILAC Département joint Curty
3
o
HANDELING No. A. 100-3: Revisie van een motor
Hand. A. 100-3
REVISIE VAN EEN MOTOR
Demontage. r-
oIi.. 1. Demonteer de toebehoren van de motor: (zie betr_ Hand.)
Plaats de motor op de steun MR. 630-4/4 en demonteer: de wisselstroomdynamo (vaor een aantal typen)
de ventilateur, de carburateur met voetpakking, het in- en uitlaatspruitstuk,
de luchttunnel met de beplating, het carterventiel, de benzinepomp,
de dynamo met het anker (op de typen die ermee zijn uitgerust), de drukgroep en de koppelingsplaat.
or-N ..
a.
2. Verwijder de oliekoeler: V erwijder:
de bout op het carter,
de twee aansluitnippels (4) of de twee bouten (9), de oliekoeler en de twee vulstukken (1).
C)
z
:; .. :J '"
Z
.. ..
3. Verwijder het filter (indien aanwezig) (sleutel
'? N '" '"
oQ)
1683-T). Verwijder: de twee bouten (10) van de filtersteun,
..
- de filtersteun met a-ring.
W
az
i
cc
w II
4. Verwijder de leiding (6) of de leidingen (7) van de cilinderkoppen: Verwijder:
Ă-\
~~)
de aansluitnippel (5) op het carter (indien van
toepassing), de aansluitnippels (2) op de cilinderkoppen, de band (3) en de banden (8) (indien van toepassing).
5. Verwijder de stroomverdeler:
Verwijder de twee bevestigingsbouten. Verwijder het huis met het deksel en de dekplaat.
o~ N
0-
AII-!!
2 HANDELING No. A 100-3: R'!visip. van een motor
6. Demonteer het vliegwiel:
Verwijder het naaldlager (of de bronzen bus) met de
~ keerring uit de boring van de krukas. Gebruik de
~ trekker 1671-T.
Verwijder de bouten (1) en het vliegwiel.
(Deze bouten moeten na iedere demontage worden vervangen ).
7. Verwijder de kleppendeksels.
8. Verwijder de cilinderkoppen en de cilnders: Verwijder de drie cilinderkoppen. Verwijder: de cilinderkoppen, - de stoterstangen, - de cilinders. 00-
BELANGRIJK: Ais de cilinders opnieuw gebruik worden moeten deze tezamen met hun zuigers worden gemerkt.
r-.
9. Verwljder de cllnderkoptapeinden: (indien nodig) Gebruik voor het uitdraaien van de tapeinden apparaat 2410- Ten plaats dit aan de voet van de tapeinden
om te voorkomen dat deze torderen.
10. Verwljder:
- de vier bevestigingsmoeren (2) van de carterhelften
- de stop of het manocontact. 11. Plaats de motor zoals de foto aangeeft op de rechter carterhelft.
12. Verwijder de linker carterhelft: Verwijder: de bouten (5) en verwijder het oliepompdeksel
met zijn O-ring (indien van toepassing), de bouten (6) van de oliezeef,
-. -.
N
6
de bouten (7) en de moer (4), waarmee de carterhelften worden gecentreerd. Plaats de zuigers in het B.D.P. en verwijder het linker carterhelft. Verwijder de twee stoters.
13. Verwijder de krukas: Verwijder: de oliezeef (8) of de zeef met filter (indien van toepassing) ,
de nokkenas met de oliepomp, de krukas met zuigers en drijfstangen en de voorste en achterste oliekeerringen.
(Let op dat de zuigers niet worden beschadigd) 0.. de twee stoters van de rechter carterhelft. -0 0-
r-.
14. Verwijder de rechter carterhelft van de steun MR. 630-43/4. AIII-12
HANDELING NO. A. 100-3: Revisie van een motor
Hand. A. 100-3
9237
3
15. Verwljder de toebehoren van de carterhelften: a) Verwijder:
- de plug of het manoeontaet op de linker earterhelft, - de aftapplug en de ontlastklep (koperen pak-
king) op de reehter earterhelft, - de veer, de afstelringen en de kogel of de veer
en de plunjer (indien van toepassing). b) Verwijder zo nodig de twee bevestigingsbouten (1)
van het anti-emulsieseherm (2) en verwljder het
seherm.
4243
Ă~.
16. Demonteer de zuigers van de drlJfstangen: a) Motoren tot oktober 1966: Wanneer de zuigers
opnieuw moeten worden gebruikt. moeten aeze op een temperatuur van 60° C worden gebraeht C)
door ze in een oliebad te dompelen of in een oven
:; ..
te verhitten alvorens tot verwijderen van de zui-
'"
gerpen kan worden overgegaan.
z
:J
Z
....
b) Motoren van na oktober 1966: De zuigerpen is vrij
'7
N '"
in de zuiger gemonteerd. Voor demontage is
'"
geen verhitting nodig.
W
o Q) oz .. ::
MR.630-23/8
ou
MR.630-23/16
cc
w a:
Verwijder:
- de zuigerpen eire/ips,
(\ ~
4248
- de zuigerpennen (merk elke pen met bijbehorende
zuiger) met de trekker:
- MR. 630-23/8 (425 en 435 cm3 motoren) - MR. 630-23/6 (602 cm3 motoren).
17. Verwijder de zulgerpenbussen ult de drijfstangen (indien nodig) OPMERKING: Deze handeling is moeilijk en wordt ontraden. Het kan beter gesehieden bij een gespeeialiseerd bedrijf. Gebruik trekker MR. 630-23/9.
MR.630-23/9
o ,
AIII-13
4 HANDELING No. A. 100-3: Revisie van een motor
18. Verwijder de toebehoren van de cilinderkoppen (zie betr. Hand.): 4789
Verwijder: de brilrubbers, de tuimelaars met assen, de klepveren, de kleppen.
19. Verwijder de toebehoren van de nokkenas:
2
a) Aan de achterzijde. Verwijder:
het huis (1) van de pomp, het tandwiel (2) van de pomp, het buitenwiel (3).
b) Aan de voorzijde. Verwijder: de borgring (5), PL.226
- de vulring (4).
Verwijder de nok en de vervroegingsgewichten zonder
op de veren te drukken.
20. Reinig de onderdelen:
BELANGRIJKE OPMERKINGEN:
i. Voor de afdichting van de voorste en achterste lagers van de krukas zijn deze van de fabriek uit
voorzien van een microkeerring ter plaatse van de keerring. Beschadig -nimmer het loopvlak
5
door dit te polijsten. Hierdoor kan de keerring gaan lekken.
II. Dompel de oliekoeler gedurende ca. een uur in een cellulose oplossing om deze te reinigen. 9248
Laat de koeler uitlekken en blaas deze daarna schoon met samengeperste lucht. In all~ geval-
len waarbij een lager is uitgelopen moet de koeler en de oliezeef vervangen worden. III. Wagens vanaf november 1970: Verwijder de stop (6) van het smeeroliekanaal.
6
o
Hand. A. 100.3
HANDELING No. A. 100-3: Revisie van een motor
5
VOORBEREIDING ~
12060
12059
21. Maak de cilinderkoppen gereed: (Zie betr. Handeling) a) Slijp zonodig de kleppen en de klepzittingen.
b) Zip de kleppen in.
c) Monteer kleppen en klepveren. d) Monteer de tuimelaars met hun assen.
e) Monteer de brilrubbers op de stoterstanggeleiderbuizen.
BELANGRIJk: Vanaf december 1972 hebben de brilrubbers geen
centreerlip in het carter en de plaatsing hangt van het motortype af (zie fotÇ)). Dit type pakking kan
niet in oudere motoren worden aangebracht. Rlcht blJ de M 28 en M 28/1 motoren (602 cm3) de vlakke gedeelten "a" naar boven.
4250
Rlcht blJ de A 79/1 motoren (435 cm3) de vlakke gedeelten "b" naar beneden.
d C)
z
22. Maak het drijfstangoog gereed:
:; ..
:J
::
z..
Monteer de bussen indien nodig in de drijfstangen.
.. '7
N '" '" w
OPMERKING: Deze handeling is moeilijk en kan slechts geschieden in een gespecialiseerd bedrijf.
0Q)
az
i ..
cc
w a:
C
()
De door de afdeling Onderdelen verkochte bussen zijn aan een zijde over een afstand van 0,05 mm afgeschuind. Sluit de gaten "c" in de bus af met vet of met talk. Monteer de tevoren gereedgemaakte bus (trekker MR. 630-23/9) zo dat het hart van de gaten "c" in de bus
4248
loodrecht staat op het hart van de drijfstang. R~im de bus op. Gebruik bij gebrek aan een caliber een nieuwe zuiger-
pen om de boring te controleren. Deze handeling moet met de grootste zorg gebeuren. De boring moet worden gebracht op + 0,011 20,005 + 0,006 mm.
Blaas met samengeperste lucht in de boring "d" om het vet en het slijpsel te ver,:ijderen. Reinig de boring van de bus.
o AlII-IS
6 HANDELING NO. A. 100-3: Revisie van een motor
23. Motoren met klassieke olieschraapveren: 4226
a a) Monteer de zulgers op de drljverstangen:
De cilinders worden tezamen met zuigers, zuigerpennen en borgveren geleverd. Verwisse/ deze de/en nooit. Olie de zuigerpennen. Monteer een borgveer op elke zuiger. Plaats de zuigers op de drijfstangen: een pij/ "a" geeft de montagerichting aan (naar de voorzijde van de motor). Plaats de zuigerpennen (van te voren ingeolied). Plaats de 2e borgveer op elke zuiger.
A.12.S0a
1
b) Monteer de zulgerveren: De drle zulgerveren zljn blj het slot gemerkt met de letter "H" of met de aanduldlng TOP of HAUT - de nsam van de leverancler "NOVA". Deze aanduiding moet naar de bovenzijde van de zuiger gericht worden.
Monteer in de volgorde: - de verchroomde tapveer (1) - de compressieveer (2) - de schraapveer (3)
Verdeel de zuigerveerslotopeningen over een
hoek van 1210째.
Verkeerd gemonteerde zuigerveren veroorzaken een hoog olieverbruik. De slotopening kan worden gecontroleer'd door
de zuigerveer in de zuiger te plaatsen.
Ais een gebruikte zuiger opnieuw wordt gemonteerd en de zuigerveren slechts worden ver-
vangen, controleer dan of de veer vrij in de groef kan draaien. Zuiver de groef zonodig op met een stukje van een gebruikte zuigerveer waarvan het slot geslepen is.
Is de slotopening daarentegen te groot, dan kan de zuiger niet meer worden gebruikt.
o AIII-
Hand. A. 100.3
HANDELING No. A. 100.3: Revisie van een motor
7
24. Motoren uitgerust met U-FlEX olieschraapveren: 10612
OPMERKING: Vanaf ÂĄuni 1972 is een aantal 602 m3 motoren (3 cv) uitgerust met U-FLEX olieschraapveren. In onbelaste toestand heeft de U-FLEX veer een grotere diameter dan die van de zuiger.
Monteer de zuigers in de cilinders: Monteer een borgveer op de zuigerpen (pijlzijde). Monteer de veren op de zuiger onder inachtneming van de voorschriften van par. 23b. Olie zuiger en cilinder in. Schuif de zuiger in het onderste gedeelte van de cHin-
der met behulp van de bus 3010.T.
25. Maak de nokkenas gereed:
~"\
a. Controleer de nokkenas op slingering. Controleer of het einde van de as aan de kant van
de stroomverdeler precies rond draait. Wanneer dit
niet het geval is zullen de contactpuntopeningen niet steeds gelijk zijn. De nokkenas moet dan worden vervangen.
PL.226 b) Plaats:
de vervroegi ngsgewichten (1),
C)
z
de nok (2),
:J '"
de vulring (3),
Z
..
de borgring (4).
:: ..
.. '7
N '" '"
26. Maak de oliepomp gereed:
W
oQ) az ..
i
a) Controleer de lengtespeling van de oliepomp met
behulp van een rij (A) en een set voelers (B). Deze speling van maximaal 0,10 mm zijn.
cc
w a:
C)
b) Controleer of de pasvlakken van het pomphuis
geen krassen vertonen (aan carter- en dekselzijde). c) Plaats de papieren pakking (indien van toepassing
op het pasvlak (motorcarterzijde).
Plak het IĂľ,iet enkele druppels vet vast.
4
3
BELANGRIJK: De papieren pakking wordt
2
"droog" gemonteerd.
4251
o A
A 111-17
B
8 HANDELING No. A. 100.3: Revisie van een motor
27. Plaats het huis (1) van oliepomp op de nokkenas. 4793 1
2
Plaats de tevoren met olie ingesmeerde tandwielen (2) en (3).
28. Vervang de starterkrans:
Hak de starterkransdoor met een beitel. Reinig het draagvlak van de krans.
Verwarm de starterkrans met een lasbrander over de 3 gi:hele omtrek tot een temperatuur van 200-250OC (strogeel) .
Plaats de starterkrans op het vliegwiel met de onbe-
werkte zijde van de tanden naar de koppeling gekeerd.
(De bewerkte en geharde zijde moet zich steeds aan startmotorzijde bevinden.)
Controleer de slingering van de starterkrans (maximaal
0,3mm).
29. Zuiver het vliegwiel op:
Voer deze handeling bij voorkeur uit op een draaibank met behulp van een slijpsteen. 4344
a
b
Deze handeling kan met een beitel geschieden als het oppervlak zorgvuldigwordt gepolijst. N.B.: Neem, wanneer het oppervlak "b" wordt opge-
zuiverd, evenveel van het vlak "a" af. Deze twee handelingen moeten worden uitgevoerd
--1 ,,~--j
zonder het vliegwiel uit de draaibank te nemen, zodat men zeker is dat de beide vlakken evenwijdig staan ten
opzichte van elkaar.
Gebruik de stempels: MR. 630-35/9 voor 425 en 435 cm3 motoren MR. 630-35/19 voor 602 cm3 motoren.
o AlII,
HANDELING No. A. 100.3: Revisie van een motor
Hand. A. 100-3
9
30. Maak de stroomverdeler gereed: (zie betr. Handeling)
PL.386 Controleer de staat van de contactpunten en vervang
ze zonodig.
31. Maak de carterhelften gereed: a) Motoren uitgerust met een kogelontlastklep:
Vervang zonodig de zitting van de ontlastklep: 1) Verwijder de zitting: Ruim de boring van de zitting op tot ø 6 mm (spoed 100). Vervaardig enkele, gangen met een tap no. 2.)
Verwijder de zitting met een bout A ø 6 mm x 50 mm voorzien van een ring ø 6 x 20 en ~en moer.
n
2) Monteer de nieuwe zitting met de stempel MR. 630-31 /90.
b) Controleer de tapgaten van de carterhelften:
C)
Ais een tapgat beschadigd is, is het mogelijk de
..:;
carterhelften opnieuw te gebruiken door er een
z
:J '" Z
HELICOI L in te draaien (zie betr. Hand.).
.. ..
Hierdoor kunnen de originele tapeinden en bevestigingsbouten weer worden gebruikt. De montage
'7
N '" '"
W
o Q)
az ..
:: cc
w a:
o
PL.388
van Helicoils is toegestaan op de volgende plaatsen: Bevestiging van de benzinepomp, de carterontluch-
ting, de stroomverdeler, de pluggen aan de zijkant, de aftapplug en de oliedrukplug, de voorste motorsteunen, de pomp en de oliezeef, de bevestigingstapeinden van de carterhelften en van motor/versnellingsbak.
OPMERKING: Wanneer de bevestigingstapeinden van motor en versnellingsbak moeten worden verwijderd,
moet hun positie worden vastgelegd, daar ze verschillend zijn van lengte.
Q AIII-19
10 HANDELING NO. A. 100-3: Revisie van een motor
4070
c) Monteer zonodig de tapeinden van motor/versnel. lingsbak. Deze tapeinden zijn aan een zijde voorzien van draadeinde van 15 mm lengte dat in het
motorcarter moet worden geschroefd. d) Reinig de stop
pen (2) met tri wanneer deze sporen
van lekkage vertonen. Breng aan de omtrek een produkt aan zoals ME-
TAUT na ze opnieuw te hebben schoongemaakt met een oplosmiddel dat bij het produkt wordt geleverd. Tracht nimmer de afdichting te verbeteren door ze te verwijderen. e) Monteer indien aanwezig, het anti-emulsie scherm (4) en bevestig dit met de boutjes (3).
MONT AGE
4241
32. Controleer of de centreerpennen (1) geplaatst zijn.
2
De voorste centreerpen van het nokkenaslager van
de motoren ultgerust met een ultwendlg olleflter, dlent eveneens als zittng voor kogel van het bypass klepje van het smeerclrcult. Plaats de rechter carterhelft op de steun MR. 630-43/4
Zorg ervoor dat de pakkingvlakken van de carterhelften onbeschadigd en geheel schoon zijn. Olie de draagvlakken van de krukaslagers (oliekan). Plaats het achterste lager op de kruktap. Plaats de krukas en merk de plaats van de groet "a"
op de lagers. Zij moeten zich op de plaats van het pakkingvlak "b" bevinden.
Controleer ot de pennen in de gaten van de voorste en achterste lagers zijn gt.vallen.
9237
4069
a
Alii
Hand. A. 100-3
HANDELING NO. A. 100-3: Revisie van een motor
4797
i 1
33. Monteer de nokkenas: Olie de draagvlakken van de nokkenaslagers (oliekan). รก) Plaats de nokkenas met de oliepomp in de rechter
carterhelft en laat de merktekens (a) op de tandwielen samenvallen.
Controleer of het voorste lager goed in de borgpen valt.
b) Breng de pomp op zijn plaats. OPMERKINGEN: 4528
4530
b
i. Oliepomphuis met papieren pakking.
Let op de juiste ligging van de pakking tussen pomphuis en motorcarter. De pakking moet droog
worden gemonteerd. II. 01iepomp zonder papieren pakking. Smeer het pasvlak van het pomphuis op het carter in met Masti-joint HD 37. Draai de gaten "b" van het oliepomphuis tegenover de tapgaten in de carterhelft en laat het olie-
toevoergat "c" en het pomphuis samenvallen met het gat "d" in het carter.
C)
z
:; .. :J '"
Z
.... '7
N '" '"
W
o Q)
az
i ..
cc
34. Monteer de ollezeef (model zonde.r filter): 4798
OPMERKING: Het is niet mogelijk een O-ring aan te brengen wanneer de daarvoor bestemde groef niet aanwezig is.
w
ex
o
a) Oliezeef zonder O-ring.
Smeer de bevestigingsbeugel in met vloeibare pakking. b) Oliezeef met O-ring (1). .
De afdichting van de beugel wordt door deze pakking verzorgd, die na elke demontage moet worden vervangen.
c) Plaats de oliezeef (2) met het olietoevoergat gekeerd naar de bodem van het carter (geen Masti-
joint gebruiken). d) Breng de bevestigingsbout aan (kartelring).
o AII-21
12 HANDELING NO. A. 100-3: Revisie van een motor 34 A. Monleer de ollezeef (met ingebouwd oliefiter): 7471
Vervang dit filter bij elke motor demontage, a) Monteer de O-ring (3) langa de ieefbeugel (ver-
vang de ring bij elke demontage).
b) Breng de zeef in de carterhelft aan. let de bout (2) van de beugel vast (veerring):
c) Smeer de draad van de bevestigingsbout (1) van de zeeflip in met LOCTITE GX 01459 01 A.
Controleer of de pijpsteun VBn de beugel goed is aangebracht in de boring van het carter en of er een kleine speling is tussen zeefbodem en de
middelste rib van de carterbodem. Verdraai zonödig de zeef iets, voorzover de aan-
wezige speling tussen gaten en bevestigings-
bout dit toelaten. d) let de bevestigingsbout (1) van de lip vast met
1 kgm.
35. Monleer de linker carlerhelft:
4241
Breng Loctite formétanch (572) aan op de montagevlakken van de carterhelften.
Breng slechts op de helft van de breedte van het pakkingvlak (aan de buitenzijde) Loctite san; de Loctite mag niet tussen de lagers en het carler kruipen. he 1ft op de rechter. Draai de Plaats de linker carter bevestigingsmoeren op de tapeinden van de lagers (vulring). Draai de tweede bout (6) (kartelring) voor bevestiging
van de oliezeef in; niet vastzetten. Let bij de montage van de carterhelften op de bewerkte gedeelten (steunvlak oliepomp, krukaslagers). De vlakken mogen niet verder uitsteken dan 0,05 mm. Draai de bouten (7) en (8) in (vulring onder de moer).
7
let de bouten vast met 1,9 kgm.
De bout (7) is een pasbout om de carterhelften te centreren.
6
let de moer (5) vast met 1,9 kgm (vulring). ~ let de twee bevestigingsbouten van de oliezeef vast! \ met 0,5 kgm (kartelríng).\_,/
36. Monteer het deksel van de ollepomp: 9234
.9
10
Breng voor montage een laag vloeíbare pakking aan
op het binnenoppervlak van het deksel van de pomp (deksel zander O-ring).
Deze laag moet dun zijn om te voorkomen dat de
vloeibare pakking na het vastzetten in de pomp
dringt. Monteer het deksel en zet de bouten vast met 1,3 tal 1,5 mkg.
Monteer de O-ring (9) op het oliepompdeksel (10)
\.,ii.~;,
~"V;'(~ ...
(indien van toepassing) (vervang de pakking bij elke
demontage).
'~';.;'C;...;.;i..d..d.....:".'-' ') ,.-.,.,:"." '~'" :.-' ,; ,
...-.
o
Hand. A. 100-3
HANDELING NO. A. 100-3: Revisie van een motor
4253
13
37. Verwijder de motor van de steun MA. 630-43/4 en plaats de motor zoals aangegeven in de figuur.
let de moeren (2) van de tcH~ejt.n van de lagers vast met 4,5 mkg (vulring).
38. Monteer de keerrlngen:
Vervang de keertlngen na ledere demontage. Mon-
teer de keerrlngen noolt voordat de carterhelften aan elkaar bevestlgd zljn, hlerdoor kunnen de keerrlngen In elkaar gedrukt worden en lekkage veroor-
zaken.
.~/
a) Monteer de achterste oliekeerring:
Smeer de boring en de buitenomtrek van de keerring in met vet (vet met een hoog smeltpunt). Plaats de keerring met referentienummer en de
naam .van de fabrikant naar de motor gericht. Gebruik voor montage van de keerring de vol-
C)
z
:; ..
gende apparaten: - MA. 630-34/25 (A 53 - A 79/0 en A 79/1 motoren)
:J '"
Z
.. ..
4252
'7
N '" '"
W
o Q) az ..
i
cc
w
- 3004- T (M 4 motor) - 3007- T bis (M 28 en M 28/1 motor) (Smeer de binnenste konus van het apparaat in met motorolie). De kraag van de keerring moet tegen het carter aanliggen in de groet.
a:
o
b) Monteer de voorste keerring: Smeer de boring en het buitenoppervlak van de keerring in met vet (vet met een hoog smeltpunt).
Plaats de keerring met het referentienummer en de naam van de fabrikant naar de motor gericht.
Breng de keerring (1) op z'n plaats met behulp van een pijp (buitendiameter 45 mm, binnendiameter 31 mm, lengte 100 mm).
De keerring moet maximaal 0,5 mm binnen het buitenvlak van het carter val/en.
Let erop dat de opgezuiverde lip van de keerring
tijdens montage niet wordt beschadigd. dit kan olielekkage in de hand werken.
o '---..
AI/-23
14 HANDELING No. A. 100.3: Revisie van een motor
39. Monteer het toplager in de krukas: 4254
A. Monteer het naaldlager: Smeer ca. 3 9 vet in het naaldlager.
Gebruik uitsluitend silicum-houdend vet (G.S. 1.160). a) Plaats het naaldlager (1).
De zijde met het referentienummer en de naam
van de fabrikant naar buiten, het naaldlager moet 5 mm binnen het buitenvlak val/en. Gebruik de stempel MR 630-31/46 voor het bepalen van de juiste plaats. b) Plaats de keerring (2).
A.11.1
De zijde met het ferentienummer en de naam van de fabrikant naar het lager gekeerd.
De keerring moet tegen het lager aanliggen. B. Monteer het zelfsmerende lager:
Leg dit lager gedurende een uur in motorolie SAE 20 op kamertemperatuur. Laat het daarna uitlekken. 1
a) Plaats het zelfsmerende lager (3); dit moet 5 mm binnen het buitenvlak val/en.
2
Gebruik het stempel 3052-T bis voor het bepalen van de juiste plaats.
Verwijder na montage van het lager het stempel met behulp van de centrale bout (bij a). b) Plaats de keerring (4).
BELANGRIJK:
3
(~ \",~
Deze keerring (dikte 4 mm) is anders dan de keerring (2) (dikte 3 mm) welke wordt ge-
4
bruikt tezamen met het naaldlager. De montage is eveneens anders. Plaats de keerring (4) met het referentienummer en de naam van de fabrikant naar buiten gekeerd.
4293
a
o A 111-
Hand. A. 100-3
HANDELING No. A. 100-3: Revisie van een motor
A.ll.2
ir~ ~ ~J
40. Monteer de cllnderkoptapeinden:
1\
II /,'
Ii
15
a
Het kortste draadeinde (a) moet in het carter worden
gemonteerd.
Het kortste tapeind moet in het onderste gedeelte komen(apparaat 2410- T).
Monteer het apparaat op de plaats van het tapeind om verbuiging van het tapeind te voorkomen.
4799
Monteer: - de carterstop (pakkingring),
- de plug (1) of het manocontact (koperen ring). Zet de plug vast met 3 mkg. 41 . Monteer de ontlastklep:
10 \,. .)
Smeer de onderdelen in (motoroliig) ",n plaats: a) Motor uitgerust met een kogelklep - de afstelringen en de veer in de dop,
- de kogel.
Zet de dop vast met 4 tot 4,5 kgm.
b) Motor uitgerust met een plunjerklep C)
z
de plunjer (5), het uieinde (b) naar buiten ge-
:; ..
4792
:J '" Z
..
..
richt, de veer (4), de dop (2) met koperen pakking (3). Zet deze vast met 4,5 kgm.
'7
'" '" '"
w
oQ)
az ..
i
42. Monteer de oliefiltersteun (indien van toepassing):
cc
w
cc
Monteer de O-ring (6) op de steun (7) van het fiterelement. Monteer de twee bevestigingsbouten (8) van de steun
o
(koperen ring onder onderste bout - borgring onder de
bovenste bout).
Monteer het filter (9). Voig voor het vastzetten de
4
3
2
b
5
aanwijzingen van de fabrikant.
43. Monteer de klepstoters: Olie de klepstoters voor de montage.
9236
8 OPMERKING: Wanneer tussen de steunvlakken van de brilrubbers op het carter een "B" is ingeslagen, is de klepstoterdiameter 24,2 mm.
o A 111- 25
6
l)
9
16 HANDELING No. A. 100-3: Revisie van een motor
44. Monteer de cilinders (Motoren uitgerust met het gebruikelijke type zuigerveren);
4063 a) Olie de zuigers met de oliekan, plaats de slotope-
ning van de drie zuigerveren onder een hoek van
1200 t.O.V. elkaar.
b) Plaats de zuigerveerklemband A op de zuiger: - 425 cm3 motor band 1654- T - 435 cm3 motor band 3063- T
- 602 cm3 motor band 3002-T of MR. 630-65/7.
c) Olie de bijbehorende cilinder, monteer deze zon-
der verdraaien en let op de .uitsparingen in de koel-
ribben.
d) Verwijder de klemband en druk de cilinder tegen het carter.
Voe~ dezelfde handeling uit voor de 2e cilinder.
44A. Monteer zuigers en cilinders op de motor (Motoren uitgerust met V-Flex zuigerveren);
Olie de drijfstangkop Monteer zuiger en cilinder op de drijfstang met de 10625
pijl op de zuiger naar de voorzijde van de motor gericht. Breng zonodig met de stempel 1699-T de zuigerpen op zijn plaats. Monteer de twee zuigerpen-borgveren.
Voltooi het aanbrengen van de cilinder.
45. Monteer de cilnderkoppen: a) Draai de .stelbouten van de kleptuimelaars los.
(\ '~
b) Controleer en olie de kogels van de klepstoterstangen. Deze mogen geen bramen, noch beschadigingen, noch slijtagesporen vertonen. c) Plaats de stoterstangen in de geleidepijpen (de ver-
koperde kogel aan de zijde van de tuimelaars).
o A III
HANDELING No. A. 100-3: Revisie van een motor
Hand. A. 100.3
17
d) Plaats de cilinderkoppen:
.10ff?
Plaats de drie bevestigingsmoeren (1) (koperen
ring onder de bovenste moeren, stalen ring onder de onderste moer).
Draai de onderste moer zover in tot de cilinderkop
tegen de cilinder en de cilinder tegen het carter aanligt.
Leid de geleidepijpen (3) zo dat de kragen van de afdichtrubber (4) op de juiste wijze in de boringen van het ca'ter komen.
Draai de bovenste moeren (1) aan. Draai de drie bevestigingsmoeren voorlopig van de
cilinderkop vast met 1 kgm.
46. Monteer het vliegwiel:
.\./\/i
Vervang de bevestigingsbouten na iedere demontage,
'-.
zet de bouten vast met 4 tot 5 kgm en houd daarbij
J?Ă ~
het vliegwiel tegen met behulp van een schroevedraaier.
Controleer of het geheel vrij kan draaien.
47. Monteer de stroomverdeler: a) Controleer en stel de centrifugaalvervroeging af. Controleer de nokverdraaiing t.O.V. de nokken-
as m.b.v. de gradenboog 1692-T.
Schuif de naald geheel op de nok en zet de klemschroef matig vast. Verdraai het vliegwiel tot de naald tegenover
o
de merkstreep ,,0" staat.
399 i
Draai de naald zonder forceren van rechts naar links. Aan het einde van de slag moet de naald zich bevinden:
In de zone "AlB" en "AlP" voor de M 79/0 motor. In de zone "AlP" voor A 79/1 - M28/1 en
M28 motoren.
Wanneer de naald zich buiten de bijbehorende zones bevindt moet de uitslag van de gewichtjes worden af-
gesteld door de aanslagen (5) en (6) te verbuigen.
o A III 25
18 HANDELING No. A. 100-3: Revisie van een motor
b) Monteer de stroomverdeler:
4260
Plaats de dekplaat (2) (smeer een weinig vet op het drukvlak van de stroomverdeler). Plaats het huis (6). Draai de bevestigingsbouten (5) in (vulring). c) Stel de contactpuntafstand af.
Draai het vi iegwiel tot de nok( 1) het contactha. mertje geheel heeft gelicht.
Stel op dit moment de contactpuntafstand af op 0,4 mm (set voelerlinten).
Draai het vliegwiel vervolgens zover dat de tweede nok het contacthamertje geheel heeft gelicht.
Controleer de contactpuntafstand opnieuw.
Wanneer er een afwijking is van meer dan 0,05 mm draai dan de nok om.
Ais het verschil blijft is één der nokken bescha-
digd. De nok moet dan worden vervangen, nadat de nokkenas is gecontroleerd (zie par. 25 van deze Handeling).
. d) Monteer het deksel (3) met pakking (4). Zet de bevestigingsbouten vast. 4801
48. Stel het ontstekingstijdstip af: a) Steek een pen M R 630-51/15 met een diameter
van 6 mm ø in het daartoe bestemde gat aan de lin. .,1..1\
ker zijde van de motor. 0
b) Draai de motor rond totdat de pen in het gat van
6
het vliegwiel valt. De motor staat nu op het tijdstip van ontsteken.
3
o A III
HANDELING No. A. 100-3: Revisie van een motor
Hand. A. 100-~
19
c) Sluit de positieve accupool (6 of 12 Volt) met
4804
hiermee in serie een controlelampje (6 of 12 Volt) aan op de aansluiting (1) van de stroomverdeler. Verbind de negatieve accupool met de massa van
de motor. d) Draai de centrifugaalgewichten met de hand in de
ruststand (terugdraaien). e) Draai de twee bevestigingsbouten van de stroom-
verdeler los. loek door aan het huis te draaien het juiste punt waarbij de contactpunten beginnen te lichten: de "lamp dooft precies op het moment van
openen van de contactpunten. f) let de bevestigingsbouten van de stroomverdeler
vast.
n
g) Verwijder de pen uit het vliegwiel. h) Draai de motor (aan het vliegwiel) in de norma
Ie
draairichting tot de lamp gaat branden.
Houd op met draaien precies op het moment waarop de lamp opnieuw uitgaat (de motor is dan één maal rond geweest).
z
:; ..
De stelpen moet nu in het gat van het vliegwiel passen. Wanneer het gat voorbij de pen is, staat de ontsteking
:J '" Z
te laat: de ontsteking van deze cilinder moet dan wor-
....
den gesteld.
C)
'7
N '" '"
De vervroeging mag nooit minder bedragen dan:
W
oQ)
12° (A53, A79/0 - A79/1 - M4 motoren) 8° (M28/1 - M28 motoren).
az ..
i
cc
w a:
o
Er mag niet meer dan 3° (een tand en een tandholte
van de starterkans) verschil ziin tussen het onstekingsPL.324
tijdstip van de ene en de andere cilinder. Vervang zonodig de nok.
Verwijder de pen, de controlelamp en de accu.
49. Monteer de smeerolieleidingen op de cilnderkoppen:
a) Motoren uitgerust met het eerste type oliekoeler: Monteer de smeerolieleiding (2) op de cilinder-
kop (met tussenvoeging van de dubbele pakking (4) op de cilinderkopaansluiting). let de bouten van de leidingklemmen (3) op
de voorste cilinderkoptapeinden vast, met tussenvoeging van de beschermingsbus.
o ",'--
A 111- 27
20 HANDELING No. A. 100-3: Revisie van een motor
b) Motoren uitgerust met een oliekoeler van het 40Q6
BANJOBOUT op het carter
op cilinderkop
tweede model: Verwlssel de nlppelbouten nlet: - de nlppelboul op het carter Is voorzlen van een
enkel gat met een diameter van 2 mm - de nlppelbout op ledere cllnderkop Is voorzlen
van twee gaten met een dIameter van 0,7 mm.
I gat
. 2 gaten
0,7
Reinig deze bouten zargvuldig door deze schoon tê blazèèn met gecomprimeerde druk.
mm
Plaats de leiding zander deze te buigen.
Draai met de hand de nippelbout in het carter en vervolgens de nippelbouten in de cilinderkoppen. Plaats een dubbele koperen pakkingring op elke nippelbout. let de nippelbouten vast met 1,2-1,3 kgm.
PL.324
let de bout van de leidingklem (11) vast (met de
beschermingsbus op de leidng).
50. Monteer de oliekoeler: a) Oliekoeler eerste model:
Monteer de oliekoeler met pakkingen (4) en de bouten (5).
Breng de bouten (5) in de smeerleidingen op de kop aan. Plaats de pakkingen (3) en zet de
bouten vast met 2,7-3kgm. Borg ze met een ijzerdraad (6) gestoken door
het in de kop geboorde gat en draai dit om de leiding.
Mon!eer de bevestigingsbout (1), met tussenvoeging van de tussenstukken tussen motorcar- ()-
ter en oliekoeler (plaate ring onder boutkop en .'-
moed. let de bout (1) vast. let de draaibare nippels (2) vast met 1,2 tot 1,3 kgm. b) Oliekoeler tweede model: 1. Monteer, indien van toepassing, de bescherm-
9246
plaat. 2. Monteer een leidingrubber op beide leidingen van de oliekoeler.
N.B.: De leidingrubbers moeten na elke demontage worden vervangen. De leiding moet 2 mm uit het rubber steken.
3. Breng de koeler op z'n plaats en centreer daarbij de leidingen in hun boringen. Draai met de hand de nippelbouten (10) in. let deze bouten vast met 1-1,4 kgm.
4. Plaats de bout (7) op het carter. Plaats twee
vulstukjes (8) tussen de steunen van de koeler en het carter (vulring onder boutkop, vulrin9 0,
en kartelring onder de moer).
let de bout (7) vast.
A 111-:
HANDELING NO. A. 100-3: Revisie van een motor
Hand. A. 100-3
21
51. Monteer de toebehoren van de motor (zie betreffende Handeling) 4112
Monteer:
- de dynamo met het anker (op de typen die ermee zijn uitgerust), - de benzinepomp, de luchttunnel en de cilinderkopbeplating. het in- en uitlaatspruitstuk, de carburateur, het carterventiel, de ventilateur met de poelie van de wisselstroom-
dynamo,
de wisselstroomdynamo (op de typen die ermee zijn uitgerust). Span de riem.
.l-
52. Zet de cllnderkoppen deflnltlef vast:
\. )
De cllnderkoppen mogen slechts deflnltlef worden
aangehaald wanneer de sprultstukken gemonteerd en vastgezet zljn.
Zet de drie moeren (1) vast met 2-2,~ mkg. C)
z
Houd de volgende volgorde aan:
:J
- bovenste, voorste moer, - bovenste, achterste moer, - onderste moer.
:; ..
'"
Z
.... '7
N '" '"
oWQ) az ..
i
cc
w
a:
o
53. Stel de klepspellng af:
..
4278
Deze afstelling moet gebeuren bij koude motor.
Stel een klep van een cilinder af wanneer de overeenkomstige klep van de tegenoverliggende cilinder geheel geopend staat. Inlaat: 0,20 mm Ultlaat: 0,20 mm 54. Monteer de kleppendeksels:
Controleer of er zich geen oneffenheden op de pakkingsvlakken bevinden. Lijm de pakking op het kleppendeksel (Bostik 1400
of Minnesota F 19).
8ij een aantal motoren zljn de kleppendeksels gemerkt met een Ingeslagen letter "0". Dit merkteken moet naar boven worden geplaatst. Zet de moeren matigvast met 0,5-0,7 mkg.
o A 111- 29
811 verkeerde montage van de kleppendeksels, een
foutleve montage van de pakklng en een toutlet aanhalen van de moer kan aile motorolle verloren gaan.
22 HANDEUNG No. A. 100-3: Revisie van een motor
55. Monteer tie koppeling: a) centrifugaalkoppeling:
Monteer de kroon met centrifugaalgewichtjes. let de bouten vast met 9-14 kgm.
b) normale koppeling:
4259
Controleer de koppelingsplaat: de voeringen moeten droog en zonder oliesporen zijn; de klinknagels moeten onder het voeringoppervlak liggen.
Controleer of dekoppelingsplaat vrij over de priseas kan schuiven.
Controleer of de drukvlakken, op de drukgroep en op het vliegwiel evenals de drukvlakken van het
drukgroephuis en van het drukgroephuis op het
vliegwiel schoon zijn.
Monteer de koppeling op het vliegwiel: Centreer
de koppelingsplaat met behulp van een centreerpen 1713-T (voor koppelingsplaten met spiebanen) of MR 630-31/10 (voor koppelingsplaten met vertanding).
Controleer tijdens het aandraaien van de bouten (1) of de centreerpen vrij kan schu iven.
let de bouten vast met 1-1,3 kgm. Verwijder het
stempel.
56. Verwijder de motor van de steun M R 3053-50.
57. Plaats de twee centreerbusjes op de bevestigingstapeinden van motor en versnellingsbak.
G o
OPMERKINGEN: Voer na demontage van de motor onderstaande handelingen uit:
1e Breng de olie op peil (TOTAL GTS 20W50).
2e Controleer de oliedruk.
3e Stel het stationaire toerental at.
o A III - 30
HANDELING No. A. 100-5: Demontage en montage van een motor (voor vervangen of revisie)
Hand. A. 100-5
DEMONTAGE EN MONTAGE VAN EEN MOTOR (voor vervangen of revisie) 4500
DEMONTAGE
1. Tap de motor en kleppendeksels af. 2. Plaats de motor op een werkbank.
3. Verwijder:
de ventilator (gereedschap 3006-T bis of 3006-T), de dynamo (trekker 2205-T voor het verwijderen
van het anker (1)), de dynamosnaar, de benzinepomp met tussenstuk en bedieningsstang,
n
de carterontluchting en de dynamosnaarspanner, de bougies,
-~
de in- en uitlaatspruitstukken met carburateur, de koeltunnel,
de cil inder koelluchtbeplating,
de voorste motorsteunen, het manocontact (indien van toepassing), de koppeling,
PL 11
het vliegwiel, de bevestigingstapeinden van motor6versnellings-
bak met centreerbusjes, de oliekoeler en de ontsteking (al/een bij revisie).
OPMERKING: Ruilmotoren "Echange Standard" worden geleverd met ontsteking, oliekoeler en oliepeilstok. 4. Reinig de onderdelen.
o
MONTAGE 5. Monteer de benzinepomp:
Olie de bedieningsstang en controleer of deze vrij loopt in de boring.
4045
Draai de motor met de hand totdat de stang in de laatste stand staat. Monteer het vulstuk (2) (de pakkingsvlakken moeten schoon zijn). Controleer of het uiteinde van de stang minimaal 1,2
mm buiten het buitenste vlak van de pakking uitsteekt. Zonodig de dikte van de pakking aanpassen om deze
maat te verkrijgen.
Vul de ruimte waarin zich de hefboom van de benzinepomp bevindt met TOTAL MUL TIS vet. Breng de ~an- en afvoerslangen op de pomp aan. Monteer de pomp en zet de bouten vast (borgring).
o A III 31
2 HANDELING No. A. 100.5: Demontage en montage van een motor (voor vervangen of revisie)
6. Montecr het vliegwiel: 4n~ let de bevestigingsbouten vast met 4-4,5 kgm (mo-
mentsleuteI2471-T). Na elke demontage moeten deze bouten worden vervangen. Monteer de kroon met centrifugaalgewichtjes (indien van toepassing). 7. Monteer de voorste motorsteunen.
let de bouten (7) vast (veerring). 8. Monteer de koeltunnel:
a) Monteer de afdichtplaat (1) (indien van toepassing).
b) Monteer de oliekoeler (indien van toepassing) met nieuwe leidingrubbers. c) Monteer de koeltunnel (3).
Monteer de steunen tussen de silentblocs (6) en de koeltunnel.
let de moeren (5) matig vast (de stand van de silentblocs wordt bepaald bij montage op de wa-
~70? gen).
d) Bevestig de afdichtplaat (1) (indien van toepas-
sing).
e) Monteer de cilinder koelluchtbeplating (8) of (9). 9. Monteer de dynamo:
8
(indien van toepassing)
Monteer indien nodig de oliekoeler en de ontsteking
4
(nieuwe leidingrubbers).
10. Stel de ontsteking af (indien nodig). 11. Monteer het geheel van spruitstukken met carbura-
5
teur: Monteer de pakkingen op de cilinderkoppen. OPMERKING: Op motoren met een lichtmetalen olie-
koeler zijn de in- en uitlaatpakkingen verschillend. 0 Na elke demontage moeten de pakkingen worden ver- . vangen. Breng de buizen op de tapeinden aan.
PL 709
let de bouten en moeren vast met 1,5 kgm (borgring).
12. Monteer het carterventiel:
Monteer de Klingerit pakking tussen pijp en carter. Breng tussen de rechter bout de bevestigingsklem van
de dynamosnaarspanner aan. let de bouten vast (borgring).
13. Mont~er de bougies (sleuteI1601-T).
14. Monteer het manocontact (indien van toepassing) (nieuwe koperen pakking). let het vast met 2-2,5
kgm. 15. Monteer de bevestigingstapeinden voor motor/versnellingsbak en de centreerbusjes. )
o A III
HANDELING No. A. 100.5: Demontage en montage van een motor (voor vervangen of revisie)
Hand. A. 100-5
3
16. Monteer de drukgroep:
~~"Q (auto's van normale koppeling) Monteer de koppelingsplaat en de drukgroep. Centreer de plaat met de stempel 1713-T. let de bouten vast met 1-1,4 kgm (veerrring).
17. Monteer de wisselstroomdynamo (indien van toepassing): a) Monteer de dynamo en leg de snaar om de poelie voor het ventilatiehuis wordt aangebracht.
b) Monteer het ventilatiehuis (3). c) Monteer de snaarspanner (4) van de dynamo.
18. Sluit de draad (2) van de ontsteking aan (aile gevallen).
o
OPMERKING: De dynamodraden (1) (aan krukasuiteinde) worden verbonden na montage van de motor in de wagen.
19. Monteer de ventilator:
OPMERKING: De ventilator wordt eerst aangebracht na montage van de motor in de wagen. Hierdoor kan de plaats van de motorsteunen op de koeltunnel worden vastgesteld. let de bouten op de dwarsbalk vast met 6 kgm (borg-
ring onder kop). let de moeren op de koeltunnel vast met 2-2,5 kgm
(sluit -en borgring). "7ni
Monteer de ventilator en zet de zuigers op het onstekingstijdstip. Leg de snaar in de poelie (indien van toepassing) en
3
o
4
bevestig de ventilator op de krukas. Verdraai de ventilator zodanig dat de slinger horizon-
taal in de slingerklauw kan worden aangebracht. let de bout (5) vast met 5 kgm (veerring).
20. Span de dynamosnaar (indien van toepassing).
21. Monteer het beschermgaas voor de ventilator (indien van toepassing).
22. Vul het motorcarter: (TOTAL GT / 20W40 of GTS 20W50.
o "-
Alii 33/0
o
o
HANDELING No. A. 111-5: Montage van een Helicoil
Hand. A. '111.5
1
MONTAGE VAN EEN HELICOIL
TT 0(1. Een Helicoil is schroefvormig gewonden, ruitvormige gewalste draad van roestvrij staal. Een Helicoil mag op de volgende plaatsen in een motorcar-
ter worden gemonteerd, om een beschadigde schroefdraad te herstellen:
o Diameter Omschrijving
Hoeveelheid
te tappen gat
o
voor te boren gat
Lengte v.d. Helicoil
2
5 spoed 0,75
5 + 0,25 0
13,4
10
Bevestiging benzinepomp
2
7 spoed 1 ,00
7 + 0,25
11,5
7
7 spoed 1 ,00
7 + 0,25 0
15
7 spoed 1 ,00
7 + 0,25
18,5
14*
0
Bevestiging ontsteking
2
Bevestiging oliepomp
6
Bevestiging olievulpijp
2
Assemblagegat carterhelften
2
Assemblagegat versnellingsbak carter
4
1 0 spoed 1 ,50
10+0,35
21,8
15*
4
1 0 spoed 1 ,50
10 + 0,35
26,8
20
1
12 spoed 1,75
12+0,45
19,9
12
1
12 spoed 1 ,50
12 + 0,35 0
18,8
12
2
16 spoed 1 ,50
16 + 0,35
13,8
8
1
16 spoed 1 ,50
16+0,35
16,3
12
Oliedrukplug
tot aan april 1965 Oliedrukplug vanaf april 196!j
Zijdelingse geP1aatste pluggen
Aftapplug OPMERKING: De met een * gemerkte Helicoils bevinden zich in de koffer HEll
leverancier worden besteld.
A III 35
Min. diepte
Bevestiging oliezeef
Bevestiging voorste motorsteunen
o
Diameter voor te boren gat
0
0
0
0
a
0
10,5*
COIL 2467-T. De andere moeten bij de
2 HANDELING No. A. 111-5: Montage van een helicoil
MONTAGE
PI I\ni 1. Boor het gat:
De diameter van het voor te boren gat moet gelijk zijn
aan de diameter van de oorspronkelijke schroefdraad.
De minimum diepte van het gat moet overeenkomen met de basislengte van de Helicoil, vermeerderd met 4,5 maal de spoed van de schroefdraad (zie tabel biz. 1) .
2. Tap de draad in het carter:
Deze handeling wordt uitgevoerd met een speciale Helicoil tap, die geleverd wordt in de koffer 2467-T.
2467 - T
Het getapte gat goed reinigen.
TT 00-1
3. Monteer de Helicoil: BELANGRIJKE OPMERKING:
De Helicoil ingeen geval smeren bij het aanbrengen. a) Gebruik het universeel gereedschap A. Controleer
of de pen B en de kegel C overeenkomen met de
gegevens van de te monteren schroefdraad.
b) Breng de Hel ยกcoil (1) in de kamer van het gereed-
a
schap A aan. Schuif het op het uiteinde van de pen B en plaats de meenemer "a" van de schroefdraad in de gleuf "b" van de pen.
c) Duw de pen naar voren tot deze tegen de eerste winding van de kegel ligt. PL. 602
A
c
a
Draai vervolgens, zander duwen, tot het uiteinde
(\.
V
van de pen iets buiten de kegel uitsteeekt.
B
o A III :
HANDELING No. A. 111-5: Montage van een helicoil
Hand. A. 111-5
3
d) Plaats het gereedschap A op het getapte gat. pi . AO"
e) Draai de Helicoil in het getapte gat, ZONDER TE DUWEN, am beschadiging van één of meer gangen te voorkomen.
f) Stop, wanneer de laatste gang uit het gereedschap tevoorsch iin komt. g) Trek het huis van het gereeschap omhoog, zodat
het oppervlak van het onderdeel, maar niet çie pen, vrij.komt.-
h) Breng de laatste gang op zijn plaats door aan de slinger te draaien; het uiteinde "a" moet % tot 'h gang onder het oppervlak van het onderdeel komen te I iggen.
o
LET OP: Bij het aanbrengen van een Helicoil nooit in tegengestelde richting draaien (losdraaien). i) Verwijder het gereedschap.
4. Breek de meenemer af:
TT 00.7
In geval dat het gat aan het uiteinde vrij moet zijn, moet de meenemer worden weggenomen.
Gebruik hiervoor het montagegereedschap:
I
Plaats het uiteinde van de pen op de meenemer en geef een korte slag op de kop van de pen om de meenemer te breken.
o
5. Het verwijderen van een Helicoil:
Wanneer om een of andere reden (beschadidin9 of ver-
keerde montage) de Helicoil moet worden verwiiderd
/
moet hiervoor gebruik worden gemaakt van de speciale trekker D die meegeleverd wordt met de koffer
2467-T.
Met dit gereedschap kunnen Hel ¡coils van verschillende afmetingen worden verwiiderd.
D Draai de Helicoil los en druk daarbij stevig op de trekker.
Zuiver het gat zonodig op alvorens de tweede Helicoil te plaatsen.
o A III 37/0
o
o
HANDELING No. A. 112-3: Revisie van een cilinderkop
Hand. A 112-3
REVISIE VAN EEN ClliNDERKOP
DEMONTAGE
4077
1. Verwijder de toebehoren van de cilinderkop:
1
Verwijder: de rubber pakkingen (1), de cups (2), de veren (3), de drukringen (4).
2. Verwijder de tuimelaarassen:
a) Verwijder de bevestigi~gsbouten (10) (gebruik zonodig sleuteI1677-T).
o
b) Verwijder:
de drukringen (9),
de veerringen (8) of de veren (oud type cilinderkop),
4076
de tuimelaars (7), de vulstukken (6).
5 C)
z
__6
:: -' :J ;; Z ---
.J 7
'7
N '" '"
UJ
o(D oZ
I.,
--
T
UJ
c:
o
10
0-8 0-9
10
3. Plaats de cllnderkop In de bankgchroel (~.ยกt~Lln 3001- i bls) Draaj de aanslagbout met de hand in tot deze tegen de kleppen aanligt.
Bij gebruik van gereeoschap 4024- T is de steun njet nodjg bij het verwijderen van de kleppen. 4. Verwijder de kleppen:
a) Plaats de assen en. zet deze vast met behulp van de
bouten en moeren.
Druk de veren in met behulp van gereedschap
3084-T en gebruik daarbij de ruimelaaras als steun. 4005 b) Verwijder:
de halve spieen (17), de cups (16),
de veren (13) en (14), de centreercups (12), de klepafdichtringen (15).
c) Neem de cil inderkop van de steun. Verwijder: de kleppen (11), - de tuimelaarassen (5).
11
o '-
A III - 31
12
13
15 16 17
2 HANDELING No. A 112-3: Revisie van een cilinderkop
MONT AGE
A i 1.4 5. Zuiver de kleppen op:
Gebruik een kleppensl ijpapparaat. a) De klepzittinghoek bedraagt:
- Inlaat: 120°
_ Uitlaat: 90° b) Ronde de rand bij "a" en "b" af met een straal van 0,5 mm.
b 6. Zuiver de klepzetels op:
Gebruik de volgende slijpstenen: a) voor he! draagvlak:
steen van 120"
voor de bovenste correctiehoek:
,r"'" i ì
steen van 150" voor de onderste correctiehoek:
'''oj
steen van 90" b) voor het draagvlak:
steen van 900 voor de bovenste correctiehoek:
150'
steen van 1500 voor de onderste correctiehoek:
steen van 60°
7. Schuur de kleppen:
Gebruik het kleppenschuurapparaat 1615-T. De groot-
ste diameter van het klepzeteldraagvlak moet gelijk zijn aan de grootste diameter van de klep en de breed-
te van het draagvlak moet zijn: 1,45 mm maximaal voor de inlaat en 1,80 mm maximaal voor de uitlaat.
KopØ
Steel ø (mm) onder kop
Lengte (mm)
39
8 - 0,025 . - 0,040
90,8 :t 0,25
900
32
8 5 . 0,035
88,65 :t 0,25
Inlaat
1200
39
8 - 0,005 - 0,035
89 57 + 0,45
(435 cm3)
Uitlaat
900
34
8 5 . 0,020
88 18 + 0,45
M4
Inlaat
1200
39
8 . 0,025
88,8 :t 0,25
(602 cm3 1968)
Uitlaat
900
34
8 5 - 0,035
86,5 :t 0,25
M 28/1-M 28
Inlaat
1200
40
8 - 0,020
88 5 + 0,45
(602 cm3 1968)
Uitlaat
900
34
8 5 . 0,035
86 95 + 0,45
MOTOREN
Kleppen
Klephoek
A 53-A 79/0
Inlaat
1200
(425 cm3)
Uitlaat
A 79/1
mm
, .0,050
o
' - 0,25
-
, .0,050
.0,040
, - 0,050
.0,035
, .0,050
' .0,25
' - 0,25
o
. .0,25
A 111-:
'oland. A. 112-3
HANDELING No. A. 112-3: Revisie van een cilinderkop
3
8. Reinig de cilinderkoppen zorgvuldig opdat geen spoor
van slijppasta in de kanalen en boringen achterblijft. Blaas ze door met perslucht, evenals de smeeroliekanalen. Controleer of ze niet verstopt zijn.
Dompel de cilinderkoppen gedurende ca. 1 uur in een bad met een celluloseverdunner ¡ndien dit wel het ge-
val is. Opnieuw droogblazen.
9. Meet de klepveerspanningen:
Lengte
Veren
onbelast
Lengte betast
Belasting
Lengte belast
Belasting in kg.
in kg.
Motoren
o
buiten binnen
38 mm
24mm
38 à 42
september 1963
28mm
14,5 mm
7,4 à 8,3
vanaf september 1963
buiten binnen
38,6 mm 28,a mm
24,4 mm 15 mm
47,3 à 48,3
Veren
Lengte belast
Belasting in kg.
A 79/1
Bu iten
31,4 mm
M 28/1
Binnen
24,4 mm
A53 A 79/0
tot aan
18à21
31 mm 21,5 mm
3,6 à 4,4
31,7 mm 22,3 mm
21,2 à 24,6
Lengte belast
Belasting
Windings
in kg
richting
28 :t 1 ,5
24,15 mm
42,5:t 2
rechts
12:tl
17,15 mm
25 :t 1,5
links
9 à 10
3,7à4,7
M4
Motoren
M28
o
10. Monteer de kleppen: 4003
a) Olie de klepstelen en de draagvlakken met een
oliekan. Plaats de kleppen. b)
Bevestig de cilinderkop op de steun 30010T bis en
bevestig de tuimelaarassen.
Draai de bout met de hand in tot deze in aanraking komt met de kleppen. c) Plaats de afdichtringen:
VSIT 2
réf. FLOQUET
Plaats een montagekapje van plastic over het einde van de klepsteel. Schuif de afdichtring over het kapje.
Druk de afdichtring tegen de klepgeleider.
Gebruik de tang VSIT2 ref. Floquet am de af. dichtringen geheel op hun plaats te brengen.
o A III 41
4 HANDElING No. A. 112-3: Revisie van een cilinderkop
d) Pleats:
1("7f
centreercups, de veren, de cups.
~3 . 2
T
~4 0-5
Druk de veren samen met behukp van de veerspanner 3084oT. Plaats de halve spieen.
Verwijder de cilinderkop uit de steun.
11. Monteer de tuimelaars:
6
Verwijder de tuimelaarassen.
Plaats op de as (1): een drukring (5),
4nn 7
een veerring (4) (nieuwe cilinderkop) of een veer
(oude cilinderkop), de tuimelaar (3). het vulstuk (2).
8 Plaats de zover klaargemaakte as op de cilinderkop en
9
zet de bout (6) vast (sleuteI1677oT).
10 Voer hetzelfde uit met de tweede as.
12. Plaats op de geleidepijpen:
de drukringen (10), de veren (9), de cups (8), de dubbele pakking (7.
OPMERKING: l? nSQ
i? ()i'n
Vanaf december 1912 hebben de brilrubbers geen cen-
o
treerlip meer in het carter en hun plaatsing is afhanke.
lijk van het motortype. Dit type prilrubber kan niet worden gemonteerd in een carter van voor die datum. M28 en M28/1 (602 cm3 ) motoren:
Richt de vlakke kanten "a" naar boven A19/1 (435 cm3 ) motor: Richt de vlakke kanten "b" naar beneden. '
o A III
HANDELING NO. A. 142-3: Werkzaamheden aan de carburator
Hand. A. 142-3
--
REVISIE VAN EEN CARBURATOR
De "exploded vieuw" van de carburator laat de onderdelen zien dje door Ald. Onderdelen worden geleverd.
DEMONT AGE
Voorkom demontage van bepaalde onderdelen zoals kleppen en bedieningshelbomen.
o
Reinig de onderdelen met benzine (of een cellulose verdunner bij sterke verontreinigjng). Droog de kanalen en sproeiers met perslucht, nimmer ijzerdraad gebruiken.
Controleer: - de vlotternaald,
- het uiteinde van de stationaire mengselschroef en het overeenkomende gaatje in de vlotterkamer (de mengselschroel moet gemakkelijk met de hand kunnen worden aangedraaid), C)
z
- de vlotter,
:: ;;
- de membraan van de acceleratiepomp.
:: .. Z --'7
N '" '"
Wagens uitgerust met centrifugaafkoppefing:
UJ
o(D o
De plunjer van de gasklepvertrager moet vrij in de cilinder kunnen bewegen: desgewenst licht opzuiveren met schuur-
I
papier no. 600
Z
--
.,UJ
c:
o
Vervang de defecte onderdelen.
MONT AGE
Smeer de klepassen licht in.
Controleer de afdichting van de vlotternaald en van de klep van de gasklepvertrager-plunjer (centrifugaalkoppefing).
o A 111- 33
2 HANDELING NO. A. 142-3: Werkzaamheden aan de carburators
CARBURATOR 28 CBI
A 14-16
I ~~. 'll~'l ....
- ""'I\lljll~I\\ _.~
P .. iIDlL ~
~
-\
:-. ,
o
, , 4JY
o
Hand. No. A. 142-3 3
HANDELING NO. A. 142-3: Werkzaamheden aan de carburators
CARBURATOR 30 PCIS A. 14-17
(猫 .. it tI tj\i ~
o ~
,
~ tt
. ...~--~... o-
. --~ . . I
C)
z
:: -'
:J
;; Z --'7
"
N '" '"
UJ
o(D oZ --
I
.,UJ
~Q if (G
..- ~;~.. ":~ /J
.~
ipe
o A 111- 35
i
.. C)
c:
o
r'O
路 ~t'-''' i' in (p 路 fY
. ,.
. ,....
~
4
HANDELING NO . A. 142-3..Werkzaamheden aan de carburators
CARBURATOR 32 PCIS A. 14-18
~l-
d
~~ l- , \,---~/)
...
CC(t
o A III
HANDELING NO. A. 142-3: Werkzaamheden aan de carburators
5
I-land. Á. 142-3
CARBURATOR 34 PCIS
ti, :0
,
A. 14-19
, ~ ~ 0°0
~ - :~~ ~0
('
z
:: .. :J ;; Z
~e/
--'7
N '" '"
UJ
o (D o
zq:
i .,
w c:
0)
o A 111- 37
~.~tJ
-- !
6 HANDELING NO. A. 142-3: Werkzaamheden aan de carburators
CARBURATOR 40 PCIS A. 14-20
~--
I
i (-~\,
,,--j
4
.....-..(~
o A
11-
Hand. A. 142-3 7
HANDELING NO A.. 143-3' . Werkzaamhedende aancarburators
CARBURA TOR 26/35 CSIC A. 14-21
i
o
Q)
a'
~
C)
z
:: -'
:: ;;
z--
~ffW
-'7
N '" '"
UJ
o(D o Z
I.,
-UJ
c:
'" ...~I \) " ~
~~ .ø ,. c:
Oi
,p -- o~ "0
o ,~ ..
A/I-39/Q
o
o
Hand. nr. A 300 - Oa: Controle van de uitlijning van motor/
Hand. A 300 - Oa
versne I I i ngsbak CONTROLE VAN DE U ITL I IN I NG VAN MOTOR/VERSNELL I NGSBAK DEMONTAGE
1. Verwijder de motor (zie hand. A 100-4) 2. Maak de motor gereed: Ve rw i j de r - de drukgroep en de friktieplaat (aI-
I een norma I e koppe 1 i ng) - het vI iegwiel - de boug i es
3. Maak de versne1 I in sbak ereed: centrifugaal koppel ing - Verwijder de borg en draai de moer (1)
105 (1 inkse schroefdraad) Ondersteun de prise-as tijdens het 105-
.0 ~~
draaien van de moer (1) - Verwijder de trommel (2) met de drukgroep. (normale en centrifugaa1koppe-
ling) . - Verwi jder het druk lager.
CONTROLE
4. Controleer de boringen van de centreer-
bussen: verwijder de centreerbussen ~i t het motorblok con~roleer de boringen
"bll van de centreerbussen in het motorcarter en vooral in het friktยกecarter. Als de boringen niet volledig ci1indrisch zijn moet het beschadigde crrter worden
vervangen. 5. Controle van het drukvlak van het motor-
o
ca r te r Verwijder de tapeinden (geef de juiste montage plaats aan). Plaats het controle apparaat OUT 30 4054 - T met het onderdee 1 A van de 5 teun 5602 - T of 2041 - T en de meetklok 2437 - T.
Draa i de krukas rond en meet de hoog te van
de vier ogen "all van het motorca rter: De onderl inge afwijking mag niet meer dan 0,10 mm bedragen.
Het ca rter kan worden ger i cht door de opgen met behulp van een hamer binnen de toleranties te tikken. Verwijder het contro1e gereedschap.
o
Hand. A. 300-0a: Controle van de uitlijning van motor/versnellingsbak 6. Controleer het drukvlak van het friktiecarter.
I
Monteer het gereedschap op de mof van het druk1 ager .
Draa i het control egereedschap rond en houd daarbij tegen de geleidemof aangedrukt (~...~'~ )
en vergel ijk de hoogte van de vier ogen lie".
.,~.....;.i~':''''::
De onderlinge afwijking mag niet meer clan 0,10 mm bedragen.
Eventuee 1 kunnen de Ilorenl' met behu I p van een
..
hamer binnen de toleranties worden gebracht.
Verwijder het controle gereedschap.
7. Maak de motor gereed.
Monteer: het vl iegwiel: aanhaalkoppel: 4 Ă 4,5 daNm
- de frictieplaat en de drukgroep
- de boug i es .
8. Maak de versne 11 i ngsbak gereed: Monteer: - het druklager en de centrifugaalkoppeling
schroefdraad 0
moer (1) vas tzetten met 3 - 4 mdaN - Ii nkse
9. Monteer de motor.
o
HANDELING No. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
Hand. A. 330-3
REVISIE VAN EEN VERSNELLINGSBAK
DEMONTAGE
3768 1. .Verwijder de olie. 2. Plaats de versnellingsbak op een steun MR 630-43/3.
3. Verwljder de remtrommels of de remunlts met de remschljven: Noteer de hoeveelheid stelringen tussen versnellingsbak en remunit (schijfremmen). Verwijder de bevestigingsbouten (1) of moeren.
Verwijder de remtrommels ,of de schijven.
o
4. Verwijder de wielremcilinders:
Verwijder de remteidingen. Draai de remschoenen geheel uit door de stelnokken te verdraaien.
Verwijder de bevestigingsbouten van de wielremcilinders en verwijder de cil inders. C)
z
:: -'
5. Verwijder de remschoenen:
:J ;; Z --
a) Draai de stelnokken zo dat de remschoenen geheel
-'7
naar binnen staan.
;;
'"
'"
UJ
o(D
3566
Verwijder de veerschoteltjes (2) door deze een
o Z
kwart slag te verdraaien t.O.V. de pennetjes met
.,UJ
behulp van de tang (gereedschap 3556oT).
o
Verwijder de pennetjes en de veertjes.
--
I
c:
b) Verwijder de meoren (3) van excentrieken en verwijder de ringen en de stelexcentrieken.
3
c) Verwijder dÂŁ remschoenen: verwijder de rem-
schoenen van de ankerbouten en kantel de achterste remschoen naar boven. Haak de trekveer los alsmede de handremkabel van
de hefboom.
o .. .
A 111- 4'
2 HANDELING No. A 330-3: Revisie van een versnellingsbak
PlJ32
6. Verwijder de remankerplaten:
a) Verwijder de zes bevestigingsmoeren (1).
b) Verwijder de ankerplaat met het aslager. OPMERKING:
Ais de versnell ingsbak voor een revisie wordt gedemonteerd zonder dat onderstaande delen worden vero
vangen: het versnell ingsbakcarter,
het kroonwiel/pignon, de differentieellagers, de aandrijfaslagers,
merk dan de stelringen (deze bevinden zich tussen de differentieellagers en de naven) met de bijbehorende Pl .111
naaf. Dit voorkomt dat de tandspeling opnieuw moet worden afgesteld.
7. Verwijder de deksels:
Verwijder: a) het bovenste deksel (2) (eerste montage), het bo-
venste deksel (6) met het handle voor bediening
van de schakelvorken (tweede montage). N.B. De veer van de vergrendelingskogel van de
schakelas van de 2e en 3e versnelling bevindt zich bij "a" in het bovenste deksel (6).
b) De schakelvorkbediening (3) door de handle naar
links te houden (bak voorzien van een schakel-
duim (4)). c) Het achterste deksel (5).
d) De stelringen (8) (jndien van toepassing). 3685
a
OPMERKING: Merk de stelringen (8) wanneer het
o
achterste deksel (5) en het achterste priseaslager
(7) opnieuw worden gebruikt.
7
8
A 111- 4
Hand. A. 330-3
HANDEUNG No. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
3
8. Verwijder het druklager en de frictievork: PL i 13 a) Versnellingsbak met koolring
Verwijder de borgbout (2) van de frictievork. Drijf de as (5) uit. Verwijder: de twee ringen (1),
de vork (3) met koolring (4). de veer. b) Versnellngsbak met kogeldruklager
Verwijder de veer (6). Verwijder het druklager (7). Verwijder de borgbout (10) van de frictievorkas. Verwijder de as (9) via een der openingen "a'.'
Cl \.j
in het frictiecarter.
Verwijder de veer (8). de trillingsdempers (14) en de vork (11).
3921
9. Verwijder het frictiecarter en het differentieel:
Verwijder de bouten (12) en moeren (13). Verwijder het frictiecarter en houd daarbij het differentieel tegen.
(!
z
:: ..
:J ;; Z ---
OPMERKING: Merk de konische linker en rechter differentieellagerkooien.
"1
N
(Q
" W o '" o
Z --
1:
.,
w
10. Verwijder de schakelvorken:
c:
o
a) Draai de bevestigingsbouten (16) van de vork op
de as los (sleutel 1677oT).
Verwijder de drie assen (15) langs de achterzijde door ze een halve slag te verdraaien am ze te ont-
grendelen. Dicht de gaten af am te voorkomen dat de vergrendelkogels van de schakelvorken eruit vliegen.
12
10
11
b) Verwijder:
9
de vork van de le versnelling en de achteruit, 3690
- de vork van de 2e en 3e versnelling.
15 c) Verwijder de kogels en vervolgens de veertjes.
-
o 16
4 HANDELING No. A. 330.3: Revisie van een versnellingsbak
PI Ii,
11. Verwijder de primaire as: a) Schakel twee versnellingen in. b) Tik met behulp van een beitel het omgeslagen me-
taal van de moer (3) weg en verwijder de splitpen
van de moer (1) (indien van toepassing).
Verwijder de moeren (1) (rechtse draad) en (3) (linkse draad).
c) Verwijder het kilometerteller-aandrijftandwiel, het
tussenstuk, en de yerende ring (indien van toepassing: zie foto hiernaast)
2
OPMERKINGEN:
1. Vanaf oktober 1966 is het konische tussenstuk, het telleraandrijfwiel en de moer vervangen door een tellerwiel (4) die tegelijk een moer is, geborgd dòor omgeslagen metaal.
Het achteruittandwiel is gemonteerd op uitwendige vertanding i.p.v. inwendig.
3
2. (Wagens vanaf januari 1971):
32 i 3
De priseas is gewijzigd: De groef va
or de borgveer van het naaldlager en
het gat voor het verwijderen van de borgveer zijn
vervallen. - Montage van een monobloc naaldlager. d) Tik het lager (2) naar de achterzijde van de ver-
snellingsbak door met behulp van een koperen stempel tegen het reductietandwiel te tikken. e) Verwijder dit tandwiel en het vulstuk. f) Schakel de vierde versnelling in. Verwijder de pri-
maire as en de tandwielen via de binnenzijde van
de versnellingsbak. 0 Houd het monobloc naaldlager op de prlse-as m.b.v. I/cht gebogen IJzerdraad gestoken door het gat "a" van de schakelmof 2e-3e versnellng.
g) Verwijder de vork van de vierde versnelling. 9810
12. Verwijder het pignon a) Verwijder (indien van toepassing) de beugel (6)
met de vier vulstukken.
b) Tik het pignon (5) naar de voorzijde van het carter door met behulp van een koperen stempel op het uiteinde te tikken.
c) Verwijder het pignon en laat daarbij de ondergroep op de bodem van het carter rusten.
o A 111-.
Hand. A. 330-3
HANDELING No. A. 330-3: Revisie van een versnellngsbak
5
13. Verwijder de priseas en de tussengroep:
Verwijder de houder (2) van het prise.aslager.
a) Verwijder de priseas naar de differentieelzijde wanneer deze een kleinere diameter heeft dan die van het lager.
b) Wanneer de diameter grater is dan die van het lager:
Verwijder de circlips (1). Verwijder de priseas naar de binnenzijde van
het carter.
Tik zonodig tegen de buitenkooi van het lager met behulp van een pijp. c) Verwijder de tussengroep.
o
d) Verwijder het achterste pignonaslager met behulp
van een pijp (buitendiameter 51 mm, binnen-
diameter 43 mm, lengte 290 mm) door de binnenzijde van de versnellingsbak.
OPMERKING: Houd rekening met de montage van de stelringen wanneer pignonas, lagers en car. ter opnieuw worden gebruikt (versnellngsbak met handle aan achterzijde van het carter).
14. Verwijder het achteruittandwiel:
Verwijder de holle borgpen. Gebruik een klemtang A na een gewone splitpen van 4 mm in de holle borgpen te hebben gestoken. Verwijder de as en verwijder het tandwiel.
o
o A 11147
15. Verwijder de aftap- en de vulplug.
6 HANDEUNG No. A. 330-3: Revisie van een versnellngsbak
16. Verwijder het differentieel:
3
2
'" '"
4
a) Verwijder de binnenkooien van de konische lagers (trekker (A) 1750-T), met schalen 1735-T en ring 1743-T of een universeeltrekker 2405-T).
5
--.
0.
b) Verwijder de bouten (7)
Verwijder het kroonwiel (6) uit het huis (1), Verwijder het planeetwiel (5) (aan de kant van
het kroonwiel) . Tik de as (8) uit. c) Verwijder:
de twee satellieten (4) met de stelringen (9), het tweede planeetwiel (3),
de fiberring (2).
..'"
10
a
12
11
13
_J. 0.
17. Verwijder de onderdelen van de priseas:
Verwijder het borgmateriaal van de moer (10) met behulp van een drevel. Verwijder de moer (10) (Iinkse draad)
Verwijder het lager (15) en handel daartoe als voigt: Monteer de borgveer (11) Plaats het tandwiel (zie nevenstaande afb.), de
borgveer tegen de plaat 3151-T of MR 630.27/8, Verwijder de borgveer (11) Verwijder het vertragingsveertje (12).
15
. 14
0-
'"
3151-T OU MR.630 -27/8
N
--
0.
Vervang het vertragingsveertje na iedere demontage.
Verwijder de circlips (14) voor de afstelling van het naaldlager (13) met behulp van een pen van 2 mm via het gat "a". Verwijder het naaldlager en de vulring (indien van toepassing) .
18. Verwijder de onderdelen van de pignon-as en van de tussengroep:
o
a) Versnellngsbak met tussengroef met vaste lagerring. Verwijder:
de vaste lagerring (22), de borgring (20),
het lager (21) m.b.v. een pijp, zonodig met de pers,
16
00
'"
17
het vertragingsveertje (17) van het reductie-
tandwiel.
-0.
Vervang het vertragingsveertje na elke demontage.
Verwijder de lagers (18) en (19) van de tussengroep.
21
20
19
~
o
18 A III 4f
HANDEUNG No. A. 330-3: Revisie van een versnellngsbak
3 4
377'
2
t~ ~6 5
7~ 8
--
Hand. A. 330-3
b) Versnellingsbak met tussengroep met naaldlager:
Verwijder het taatslager (8) en de drukringen (1).
Verwijder het naaldlager of de twee halve naaldlagers.
Verwijder het vertragingsveertje (3) van het reduc. tietandwiel (4). Vervang het vertragingsveertje na iedere demontage.
Verwijder het naaldlager (7) uit de boring van de
\
tussengroep. Verwijder de stelring (5) van het pignon (indien van toepassing).
36째5
,f\i
9
10
t 1
12/3
\_--/
14
OPMERKING: Indien tijdens de revisie noch het carter, noch kroonwiel/pignon, noch het reductietandwiel wordt vervangen, bewaar dan de stelring ten einde te voorkomen dat de afstand van het pignon opnieuw moet worden afgesteld.
19. Verwijder de onderdelen van de primaire as: Verwijder: de schakelmof (9) van de le en achteruit, de schakelmof (10) van de 2e. en 3e versnelling,
. ...,. . . '. ~." ,..'.,.~.~--
A 33-6
het losdraaiende tandwiel (12) van de 2e versnel. ling,
het vertragingsveertje (11) van hetlosdraaiende tandwiel van de 2e versnelling.
20. Verwijder de onderdelen van de remankerplaten:
15 Klem de differentieelas-flesn (18) in een bankschroef die voorzien is van klemplaten. Verwijder de differentieelasmoer (20) na met een drevel het omgeslagen metaal te hebben weggeslagen.
o
Pers de differentieelas uit het lagerhuis en laat daarbij
de ankerplaat (16) op de twee bekken rusten. Verwijder de ankerplaat van het lagerhuis (18). a) Wagens met een versnellingsbak met versnellingshandle op het bovendeksel:
Klem het lagerhuis (18) in een bankschroef.
Verwijder de moer (17) met behulp van een kettingsleutel of met een riemsleutel. Verwijder: het gesloten lager (19). de
bus
(21),
de keerri ng (15).
o 17 A "I 49
7
16
8 HANDELING No. A. 330-3: Revisie van een versnellngsbak
b) Watens met een versnellingsbak met versnellings-
1709
handle op het achterdeksel: Verwijder met een drevel het omgeslagen metaal
van de ringmoer en verwijder deze (sleutel 1926. T).
Verwijder het lager met een bronzen drevel. Verwijder de keerring van de naaf. Verwijder zonodig de oliekeerring van de naaf.
21. Verwijder de onderdelen van de wielremcilinders: (Zie betr. Handeling).
22. Verwijder de onderdelen van het achterste deksel: Verwijder de borgbout (indien van toepassing). Verwijder de meenemer van de tellerkabel en het tandwiel (2). de stuiting (3) (indien van toepassing). de
schakelduim (4) (indien van toepassing).
Verwijder zonodig het tandwiel van de plastic steun.
2 PL 251
4.
23. Verwijder de onderdelen van het frictiecarter: (eerste montage) Verwijder: de oliekeerring (centrifugaalkoppeling) - of het lager (normale koppeling).
24. Reinig de onderdelen.
3
VOORBEREIDING
25. Maak het frictiecarter gereed:
2 a) Eerste montage:
3771
o
Monteer de oliekeerring met een stempel MR 630-32/14 (centrifugaalkoppeling). Monteer het lager (normale koppeling).
b) Tweede montage: Contra
leer of de binnenste boring bij "a" van de
naaf van de druklagersteun niet is beschadigd.
(Sporen van de turbinekeerring van de priseas).
o A III 5(
HANDEUNG No. A. 330-3: Revisie van een versnellngsbak
Hand. A. 330-3
9
26. Maak de schakelvorkhefboom gereed: PL 251
Smeer de kogel van de schakelvorkhefboom in
(TOTAL MUL TIS).
N.B.: Zie, voor eventuele revisie van de hefboom betr. Handeling.
5 3 27. Maak het achterste deksel gereed:
a) Oud type versnellingsbak:
Monteer: de stuitring (5), - het ingeoliede tandwiel (4).
Monteer de meenemer (2) voor de tellerkabel met
!O
beugel (3); zet de bout vast (veerring).
OPMERKING: de gleuf waarin de kabelspie wordt gemonteerd moet evenwijdig zijn met de as van de versnellingsbak en naar beneden gekeerd.
Indien van toepassing: 3774
6
8
7
Monteer de schakelduim (1): het platte vlak aan de tegenovergestelde zijde van de tellerkabelmee-
nemer.
b) Nieuw type versnellingsbak: Smeer het tandwiel (6) van de teller in met olie. Plaats het cupje (7) op het uiteinde van de plastic
steun (8), z贸 dat de nokjes "c" in de uitsparingen
"b" vallen. Plaats het tandwiel in de steun.
o
Monteer het tandwiel met de steun in het achterste deksel.
Zet de borgbout vast. c
28. Maak de wielremcilinders gereed. (Zie betr. Handeling).
o A II I 51
10 HANDELING No. A. 330-3: Revisie van een versne/lngsbak
A )".I¡ 1
29. Maak de remankerplaten gereed: a) Monteer de stelnokken zonodíg. Klem de pennen
zo dat de nok kan draaien met een koppel van 1 2,5 kgm. Gebruik een tas MR. 630.62/13 en de roUen Mr.
630-62/11.
b) Wagens met een versne/lngsbak met versnellngs. handle op het bovendeksel.
4
Monteer: De tevoren ingeolie oliekeerring (1) met de lip naar binnen gekeerd. Het tussenstuk (4) in de boring van de ring (van buitenaf inbrengen).
Het dichte lager (3).
De ringmoer (2). Vastzetten met een kettingsleutel met 6 tot 7,5 kgm en sla de kraag am bij "a". De remankerplaat op het lagerhuis.
c) Wagens met versnellingsbak met versnellngshandle
a
op het achterdeksel.
Monteer: de remankerplaat (5) op het lagerhuis (6),
de oliekeerring in het lagerhuis met behulp van
2
een pijp (Ø 72/Ø 60 x 60 mm). Leg het afvoer-
slangetje (9) in de as van het olieafvoergat, de tevoren ingeoliede oliekeerring met de lip naar binnen gekeerd, het (ingeoliede) lager (8). ,
pi 89
de ringmoer (7) en zet deze vast met 10 tot 14 kgm (sleutel 1926-T) en sla het metaal van de moer am in de gefraisde groef "a" van het huis.
d) Monteer de differentieelas in het huis.
o
Plaats de ankerplaat op het huis.
o A III 112
Hand. A. 330-3
HANDELING No. A. 330-3: Revisie van een versnellngsbak
11
Druk met een pers de differentieelas in het lager en OJ OJ X)
laat daarbij het huis rusten op een pijp (A) (binnendia-
meter 26 mm, buitendiameter 34 mm, lengte 150
N
A
mm). Zet de moer (1) vast met 10 - 12 kgm.
Sia het materiaal van de moer am in de gefraise groef van de as.
Monteer de handremkabel. Zet de bevestigingsbout van de buitenkabel vast (veerring).
30. Maak de primaire as gereed: OPMERKINGEN:
le) Vanaf april 1966 tot aan oktober 1966 is de "7
primaire as voorzien van een enkelvoudig achterste
N
"M
lager en een afstandsbus van 7 mm tussen dit lager
(~l ~j
en het reductie tandwiel.
2) Vanaf oktober 1966 is de afstandbus weggelaten en is de ยก-aaf van het reductietandwiel 7 mm langer.
Het reductietandwiel is gemonteerd op spiebanen met uitwendige in plaats van inwendige vertan-
ding. Het konische tussenstuk, de tellerkabelmeenemer
en moer zijii vervangen door een moer die gelijkertijd dienst doet als tellerkabelmeenemer, geborgd
door omgeslagen materiaal. Het is mogelijk am deze wijziging oak aan te brengen in de oudere versnellingsbak, onder voorwaarde dat eveneens de volgende onderdelen worden
vervangen: de prima
ire as,
het reductietandwiel, het kogellager,
o
de tellerkabelmeenemer.
b
a) Plaats het vertragingsveertje (2) op het losdraaien-
de tandwiel van de tweede versnelling.
LET OP: Het tandwiel is voorzien van een gat "a" ten behoeve van de plaats van het veertje. Het omgezette deel moet in het gat vallen.
"7
.. CL
b) Plaats achtereenvolgens op de primaire as: het los. draaiende tandwiel van de 2e versnelling (5). het
3
afstandsbusje (3), het reductietandwiel (4). Druk het reductietandwiel tegen de kraag op de as. Contra
leer of het losdraaiende tandwiel van de 2e
vrij draait met een speling van 0,05 . 0,35 mm, vervang zonodig de afstandsbus (3).
. c) Plaats de verbrede spiebanen "b" van het losdraaiende tandwiel van de 2e versnelling (5) tegen. over de "c" van de as.
o M
N
OJ
"'
A III 53
12 HANDELING No. A. 330-3: Revisie van een versnellngsbak
1f,Qj
a
d) Monteer op de primaire as: de schakelmof van de 2e en 3e versnelling (1),
3
de kraag "a" naar de zijde van het losdraaiende
tandwiel van de 2e versnelling (3), de verbrede spiebanen "d" van de synchrokonen tegenover
die "b" van de as. Schuif de schakelmof (1) op de vertanding van het tandwiel van de 2e versnelling. de schakelmof (2) van de le versnelling en de achteruit (de tanden naar achter) door de tan-
den zover mogelijk te schuiven in de verbrede
spiebaneb "c" van de 2e en 3e versnell ing (1).
OPLETTEN: De schakelmoffen moeten met de grootste zorg worden gereinigd om te voorkomen dat de konussen blijven kleven. controleer of de
konussen vrij kunnen draaien.
N.B.: De primaire as en de schakelmof (1) van de 2e.3e worden tezamen door de Afdeling Onderdepi .173
len verkocht. Als ĂŠĂŠn van deze onderdelen is beschadigd moeten
2
beide onderdelen tegelijkertijd worden vervangen. 31. Maak de pignonas gereed: a) Versnellingsbak met tussengroep met vaste ring:
- Monteer het lager (5) op de as (4) met de pers.
3
OPMERKING: Vanaf oktober 1963 is het rollager gewijzigd: breedte 16 i.p.v. 18 mm. Het pignon, de vaste ring
en de voorste bus van de tussengroep zijn eveneens
d
gewijzigd.
Dit kroonwiel en pignon kan worden gemonteerd
in een oudere versnellingsbak onder voorwaarde 0 dat eveneens de vaste ring en de voorste bus worden aangebracht.
Pl.609-610 4
6
Om beschadiging van het draagvlak van de voorste bus te voorkomen moet de borgveer op de volgen. de wijze worden aangebracht: Plaats de borgveer (6) en drie strips A verdeeld
over 1200 (dikte 0,3 mm, breedte 5 mm, lengte 100 mm). Plaats een buis B met een inwendige ø =
26 mm tegen de veer. Draai het geheel am en klem
de buis in een bankschroef. Tik met een houten hamer op het uiteinde van de pignonas totdat de veer in de groef zit. Men kan am tijd te winnen oak gebruik maken van de bus MR. 630-31/34.
o A III 5.
HANDELING No. A. 330-3: Revisie van een versnellngsbakHand. A. 330-3
pi JAR
2
4 5
3
Hand. A. 330-3
13
Monteer de vaste ring (7). ingesmeerd met vet. Laat de vlakke kanten van de as (1) en de ring samenva II en.
Keer de afgeschuinde rand naar het lager (2) (indien van toepassing). Monteer het vertraginsveertje (4), op het reductie. tandwiel (5).
Monteer op de as (1): de tussengroep (3) voorzien van twee bussen (6), - het reductietandwiel (5).
Houd het reductietandwiel tegen de kraag van de as gedrukt.
7
o
6
controleer of de tussengroep vrij kan draaien. De zijdelirrgse speling moet in het geval van het 3772
8 9 10
\\
12
11
if
oude kroonwiel/pigrron 0,05 tot 0,35 mm bedragen Oagerbreedte 18 mm) en 0,45 tot 1 mm bij het nieuwe kroonwiel/pignon, (Iagerbreedte 6 mm). Vervang zonodig de ring (7). Verwijder na deze controle: het reductietandwiel (5). - de tussengroep (3) met de bronzen bussen.
b) Versnellngsbak met tussengroep met naaldlager: Monteer het vertragingsveertje op het reductietandwiel (12).
Bepaal de dikte van de drukringen van de taats. Plaats op de as (13): een drukring (8) van een bepaalde dikte, een drukring van gelijke dikte als het taats, lager (9) bijvoorbeeld 2 mm.
o
de tussengroep (11), 3697
het reductietandwiel (12).
Houd het reductietandwiel (12) tegen de kraag van de as (13) gedrukt. Kies tussen de door de afdeling
Onderdelen verkochte ringen een ring van ZO째 danige dikte dat er een speling blijft van 0,10 . 0,20 mm tussen het reductietandwiel en. het uiteinde van de tussengroep "a".
Verwijder het reductietandwiel (12). de tussengroep (11) en de drukring van 2 mm.
Monteer achtereenvolgens: de tevoren gebruikte drukring (8), het taatslager (9).
a
de drukring (10) van de gevonden dikte.
Smeer deze drie onderdelen in met vet zodat ze
o A III 55
kleven aan de borgveer van het voorste pignonas' lager (14).
14 HANDEUNG No. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
32. Maak de priseas gereed: a)
Monteer het naaldlagerhulsje. Plaats het (tevoren met vet Ăngesmeerde) naaldla-
ger in de boring van de as.
Monteer (zonodig) de borgveer (2) in de binnenste groef van de as (zie OPMERKING § 11 zelfde Handeling).
2
b) Monteer het vertragingsveertje (4). c)
M ""
Monteer het lager (5) met behulp van een pers. Zet de moer (3) vast (Iinkse draad) en borg deze door het materiaal van de moer in de gefraisde groef in
Lr
de as te slaan.
4
3
33. Maak het differentieel gereed. a)
Plaats in het satellietenhuis (6) een satelliet (7). een drukring (8) en de as (11).
b) Plaats het kroonwiel (10) met een planeetwiel (9).
Zet de bouten geheel vast en controleer of het planeetwiel kan draaien. Er mag geen zwaar punt zijn; bij het punt waar de minste speling is moet een speling van 0,10 mm gehandhaafd blijven. Aanhaalspanning van de bevestigingsbouten van N
M ""
Lr
het kroonwiel moet 7-8 kgm zijn (momentsleutel 2471.T).
a
Kies tussen de door de afdeling Onderdelen ver-
6
7
8
kochte ringen een ring van zodanige dikte dat deze
9
speling wordt verkregen. Verwijder het kroonwiel met het planeetwiel, verwijder de satelliet en de drukring. Houd deze onderdelen bij elkaar. c)
Voer de zelfde handeling uit voor de andere satel. liet.
0
d) Verwijder het kroonwiel (10).
Verwijder de satelliet met de bijbehorende druk. ring. Laat de onderdelen niet door elkaar geraken. '"
0""
e)
10
0.
Plaats in het satellietenhuis het tweede planeetwiel
(12) met de drukring. Monteer de satellietas en be
ide stel satellieten met de drukringen.
Kies tussen de door de afdeling Onderdelen gee-
12
verde drukringen een ring van zodanige dikte dat
de kleinste speling minstens 0,10 mm bedraagt zander dat de tandwielen met een zwaar punt
draaien.
o 00 o '"
0.
A III e
- _~F' HANDELING No. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
Hand. A. 330.3
15
f) Monteer nu definitief het planeetwiel met de bijbehorende drukring, de satellieten met de drukringen, de as, het andere planeetwiel en het kroonwiel, welke tevoren ingesmeerd zijn met olie. Zet de bouten vast met 7-8 kgm.
(Er hoeft geen borg onder de bouten te worden geplaatst) .
g) Monteer de konische rollagers met de pers met behulp van een pijp (buitendiameter 36 mm, binnendiameter 45 mm, lengte 40 mm). 34. Maak het tandwiel van de achteruit gereed. controleer de taatsen. Controleer de taatsen.
OPMERKING: Wil men cle reparatie goed uitvoeren dan verdient het aanbeveling, wanneer de taatsen zijn
o
beschadigd, het complete tandwiel te vervangen.
MONTAGE.
35. Plaats de versnellingsbak op een steun (MR. 630.43/3). 36. Monteer het omkeertandwiel van de achteruit: C)
z
:: -'
Smeer de as in met olie.
:J
;; Z
---
Schuif de as in de verdikking van het carter: plaats het
'7
gat voor de holle borgpen ongeveer verticaal, het gat aan de voorkant.
N '" '"
UJ
o(D o
Monteer het tandwiel van de achteruit,de ingrijpingszijde naar de voorkant van de versnellingsbak gericht.
Z
I
--
.,UJ
3772
c:
o
3
4
Schuif de as in de versnellingsbak en bepaal de plaats:
druk de borgpen (1) onder in de voorste steun. 37. Monteer de priseas (alleen wanneer de ø van de vertan-
ding grater is dan die van het lager): a) Maak de tussengroef voorzien van de twee bronzen
bussen, de twee naaldlagers of het voorste naaldla-
ger (indien van toepassing) gereed. Smeer tevoren de boringen van de tussengroep en de bussen in.
Breng de schakelmof van de 4e (3) op de tussengroep (2). Plaats het reductietandwiel in de vertanding van de
schakelmof. Plaats het geheel op de bodem van de versnellingsbak.
o A 111- 45
16 HANDEUNG No. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
3708
b) Breng de priseas via de binnenkant van de versnellingsbak aan. Breng deze op zijn plaats met behulp van een bronzen stempel of met een pijp A (binnendiameter 33 mm, buitendiameter 40 mm, lengte 250 mm). c) Plaats de borgveer van het lager.
Monteer de houderfles en zet de bouten vast met 2,5 kgm.
38. Monleer hel plgnon: a) Plaats de tevoren met vet ingesmeerde halve naaldlagers op het pignon.
A Conlroleer: - of de vaate ring, die een platte kanl heeft, goed op hel pig
non Is aangebrachl
- of hel laalslager en de Iwee drukrlngen goed bll/ven kleven op de borgveer van hel voorsle lager.
3707
MR.630-32/7
b) Breng het pignon in de tussengroep en in de spiebanen van het reductietandwiel. Plaats het voorste lager in de boring.
Druk het tandwiel op zijn plaats met behulp van de bout van gereedschap 3152-T. Laat dit gereedschap op zijn plaats. c) Monteer een stelring voor de pignon-diepte van een bepaalde dikte op het uiteinde van het pignon. Laat deze rusten tegen het reductietandwiel. (ver-
snellingsbak met versnellingshendel op bovendek- 0 set)
d) Monteer het achterste lager met behulp van de stempel MR. 630-32/7.
o A 111-.'
Hand. A. 330.3
HANDELING No. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
17
e) Houd het reductietandwiel tegen met het apparaat
3720 MR. 630-64/4.
Zet de moer (1 ) vast met 7 -8 kgm.
Verwijder de drukbout 3152-T en het apparaat MR.
630.64/4.
f) Monteer de flens (3) met de vier tussenringen (2) (versnellingsbak met versnellingshendel ap bavendeksel).
MR.630-64/4 g) Monteer het achterste deksel en zet dit met slechts vier bouten vast (versnellingsbak met versnellings-
hendel op het achterdeksel). 1
39. Stel de pignondiepte af.
o
PL. 115
N.B.: Deze afstelling is zeer belangrijk. Een juiste af. stelling van het draagvlak van de tandflanken verzekert
een geruisloos werkende kroonwiel/pignon met een grote levensduur.
Er is op de afgedraaide voorzijde van het pignon een afstand in millimeters en honderdste millimeter gegra-
veerd. Deze afstand geeft de afstand aan die na de montage moet zijn ingesteld tussen het hart van het differen-
t9
z
:: .. :J ;; Z
---
tieel en de afgedraaide zijde van het pignon.
3
Deze afstand is voor ieder kroonwiel/pignon verschillend. De pignondiepte moet worden afgesteld met behulp van het afstelapparaat 2045-T dat is voorzien van de
'7
N '" '"
UJ
o(D oZ
meetklok 2437-T.
I
--
.,UJ
PL. 149
c:
Op dit apparaat is de afstand tussen het hart van de opgezuiverde draagvlakken en de nokken 48 mm.
2045- T
o
BELANGRIJKE OPMERKING:
De meting mag nlet geschleden ultgaande van het 2437- T
pakklngvlak van het carter daar de fabrlekstolerantie tussen dlt vlak en de hartlljn van de dlfferen-
tleellagers dlkwljls tlenden milimeters bedraagt. a) Plaats het afstelapparaat op een vlakplaat en de grote wijzer op nuL.
Noteer de stand van de wijzers van de meetklok. B.v.: kleine wijzer op 6, grote wijzer op nul.
o A 111- 47
18 HANDEUNG NO. A. 330-3: Revisie van een versnellngsbak
b) Versnellingsbak met versnellingshendel op boven-
deksel. Meet de pignonafstand op. Handel daartoe als voigt:
1 e) Plaats het afstelapparaat op de plaats van het differentieel; draai het afstelapparaat met de gekartelde pen tot de grote wijzer van de meetklok van draai-
richting verandert. 3721
Noteer precies op dat moment de stand van de wijzers.
Bijv.: kleine wijzer tussen 5 en 6, grote wijzer op 49.
2e) Zet de wijzers in de stand van de meting in (par. a) (bijv. kleine wijzer op 6) door de stift van de meetklok 'omhoog te trek
ken.
3e) Laat de stift van de meetklok nu langzaam terugkomen en tel het aantal slagen en gedeelten van slagen die door de grote wijzer worden geschreven
tot het moment dat de stift op het afgedraaide vlak van het pignon rust.
Vergelijk de stand van de meetklok met de in par. 1 genoteerde stand. Bijv.: de grate wijzer is 0,51 slagen verdraaid, d.w.z.
dat de punt van de meetklok 0,51 mm voorbij de stand is die deze had op het moment dat het afstelapparaat 2045-T op de vlakplaat stond (zie par. a). De pignondiepte is dan: 48.00+0,51 mm=48,51 mm. De in het afgedraaide vlak van het pignon gegraveerde
afstand is bij 49,50. Het pignon moet dus 49,5048,51=0,99 mm van de hartlijn van het differentieel worden verwijderd.
De dikte van de tussen lager en carter te plaatsen stel- 0 ringen moet in het hierboven gegeven voorbeeld 1 mm bedragen, daar afdeling Onderdelen stelringen verkoopt die oplopen met 0,05 mm. c) Versnellingsbak met versnellingshendel op achter-
deksel. 6a te werk zoals hierboven beschreven. Houd re-
kening met de dikte van de stelring (gemonteerd in
ยง 38 alinea c) en kies een stelring van die dikte, dat de pignondiepte overeenkomt met de in het pignon gegraveerde waarde.
o A 111-4
HANDELING NO. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
Hand. A. 330-3
19
d) Verwijder (indien van toepassing) de lagerflens en de vier vulringen of het achterdeksel. 3720
Plaats het blokkeerap;Jaraat MR. 630.64/4. Verwijder de pignonmoer.
Verwijder het achterste lager met twee lichters. BESCHADIG HET PAKKINGSVLAK NIET
MR.630-64/4
Verwijder het blokkeerapparaat MR. 630-64/4.
Monteer (indien van toepassing) de hiervoor vastgestelde stelringen tussen lagersteunvlak en (tarter of tussen
reductietandwiel en lager.
e) Monteer het achterste lager met behulp van het
'0
stempel MR. 630.32/7 en blokkeer het pignon met
behulp van de aanslagbout 3152-T. 3707
MR.630-32/7
Plaats het blokkeerapparaat MR. 630.64/4 en zet de moer (1) vast met 7 = 8,5 kgm. Verwijder de apparaten 3152-T en MR. 630-64/4.
CI
Z
:: -'
=0
f) Monteer het achterste deksel en zit dit vast met
;;
Z ---
slechts vier bouten.
'7
N '" '"
UJ
o (D o
g) controleer de pignondiepte opnieuw op dezelfde
Z
manier.
--
I
.,
LU
c:
h) Verwijder (indien van toepassing) het achterste
o
deksel. Borg de moer (voorkom schokken loodrecht op de as teneinde beschadiging van het lager
te vermijden). PL. 145
2 1
o A 111- 49
20 HANDELING NO. A 3~O-J: Rpvi.~in van pen versnellngsbak
40. Monteer de prise- en primaire as:
a) De vertanding van de priseas heeft een grotere uitwendige vertanding dan de lagerdiameter:
Monteer de priseas:
Plaats de schakelvork van de 4e (1) in de groef van de schakelmof, richt de kop van de bevestigings-
bout naar de linkerzijde van de versnellingsbak. controleer of de schakelmof in aangrijping is met het reductietandwiel. 1
Plaats de prima
ire as met schakelmoffen en het
losdraaiende tandwiel van de 2e in het versnellings-
bakcarter. ""
(" r("
Schuif het uiteinde van de as in het naaldlager van
de priseas en schuif de schakelmof in de vertanding van de 3e versnelling.
Plaats het vulstuk (2), het reductietandwiel (3).
(-"\
'",)
b) De vertanding van de priseas heeft een kleinere uitwendige diameter dan die van het lager: Plaats de schakelvork (1) van de 4e versnelling in de groef van de schakelmof, richt de kop van de
bevestigingsbout daarbij naar de linker zijde van de versnellingsbak.
Monteer de primaire as met tandwielen in de bak. Monteer de priseas met de vertanding in aangrijping met de schakelmof van de 2e en 3e versnel-
ling (maak gebruik van een pijp steunend op de buitenring van het lager (6) (pijpmaten Ă˜52/Ă˜46 x 300 mm).
c) Monteer het achterste lager (5) (stempel MR. 0 630-32/7) .
d) Monteer de worm (4) van de kilometertelleraan. r00 N
..
drijving die tegelijkertijd moer of elastische ring
vormt, het tussenstuk en de worm (indien van toepassing).
a.
e) Schakel twee versnell ingen in en zet de moer vast met 7-9 kgm. Borg de moer door het materiaal te stuiken.
(" N ("
o A 111-
Hand. A. 330-3
HANDELING NO. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
21
.. PL _ 151
/
41. Monteer de schakelvorkassen:
A. Versnellngsbak met versnellingshendel op het achterdeksel: Plaats de schakelvorken van de 2e en 3e versnelling en
de le versnelling en de achteruit in de groeven van hun schakelmoffen (de koppen van de bevestigingsbouten naar links).
Monteer de veren (6) in de gaten "a". Plaats de baladeuras van de 4e versnelling, tevoren ingesmeerd en voorzien van de borgveer; smeer de kogel
(7) in en leg deze op de veer. ..
Dicht het asgat aan bekzijde met de vingers af.
VERROUILLAGE ARRIERE
o
Comprimeer veer met kogel met een stift van Ă˜5 mm.
1 2 3
Breng de as aan na deze een kwart slag te hebben laten maken om vergrendeling te voorkomen en schuif de as in de schakelvork totdat de "vrijstand" is bereikt.
4
7
5
Verdraai de as weer een kwart slag tot in de normale stand. Breng de as (3) aan van de 1 e versnell ing en de achter-
uit.
Smeer de kogel (4) in, leg deze op zijn veer en ga
6
voorts op overeenkomstige wijze te werk. Ai, _1:
Monteer de as (2) van de 2e en 3e versnelling:
VERROUILLAGE AVANT
Smeer de as in en breng deze aan (verdraai deze % slag).
8 9 10
Smeer de kogel (5) in en leg deze op zijn veer. Dicht het asgat aan bekzijde af.
o
comprimeer veer en kogel met een stift van Ă˜5 mm. Breng de as aan en schuif deze in de vork.
11
Draai de as terug in de normale stand. (As niet geheel aanbrengen.) Monteer de veer (11). Monteer de vergrendelkogels (8) en (10) en de kogel (9) op de veer (11) (kogels tevoren insmeren met vet).
comprimeer veer (11) en kogel (9) en voltooi het aanbrengen van de baladeuras van de 2e en 3e versnelling tot in de vrijstand.
o A III 63
22 HANDEUNG NO. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
B. Versnellingsbak met versnellngshendel op boven-
deksel: A. 33-7
4
Monteer de schakelvorken van de 2e, 3e en van de achteruit in de groeven van de betreffende schakel-
mof, richt de bevestigingsboutkoppen naar links. Plaats de veertjes (10 en 6) van de grendelkogels voor
de schakelassen van de 4e, 1 e en achteruit. 11
Smeer de drie assen in metolie.
5
10
Schuif de schakelas van de 4e in het carter (het uitein.
6
de met de uitsparingen voor de grendelkogels naar vo-
ren), en vervolgens in de schakelvork, echter nag niet
in de voorste boring van het carter. Plaats de met vet ingesmeerde kogels (7) en (9). Schuif VERROUILLAGE
de as van de 2e, 3e (8) in het carter en vervolgens in de
york, het uiteinde met de uitsparingen voor de kogels
naar voren gericht.
\
'\,"---~\i 1/---'"
Schuif de as in de voorste boring van het carter en
richt de uitsparingen zoals in de tekeningen en in neto is aangegeven. Plaats de tevorer1 met vet ingesmeerde kogel (3). Plaats de as in de vrijstand. venstaande fa
Schuif de as (4) van de le/achteruit in het carter en 3737
vervolgens in de schakelvork, het uiteinde met de uitsparingen voor de grendelkogels naar voren gericht. Plaats de tevoren met vet ingesmeerde kogel (5) op het
4
veertje (6). Druk de kogel en de veer met een pen van 5 mm ø in en schuif de as van de 1 e/achteru it verder in voorste
boring en richt de uitsparingen zoals op de foto is aangegeven.
Plaats de tevoren met vet ingesmeerde kogel (11) op 0
8
de veer (10). Druk de kogel met de veer in met behulp van een pen van 5 mm ø en schu if de as (1) van de 4e
verder.
Zet de schakelassen van de 4e en de 1 e/achteruit in de vrijstand.
o A III 64
Hand. A. 330-3
HANDELING NO. A. 330.3: Revisie van een versnellingsbak
23
42. Monteer het achterdeksel: N
IS
-c.
a) Versnelingsbak met versnellingshendel op het ach-
'ยก 2437- T
terdeksel:
J~_l.
. d'''r';/~~-~_'. '.-';"
ร .._ .~.)k.,' "?/~:"""
~ :,'
,~:"id /:L).\
7 ~j:" J.. ~ i
. '~?~;'~',::.1;.~ I'I:'~"'~~~/
1754-1
a) controleer of de kraag van het lager van de prima
ire as goed tegen het carter aanl ยกgt.
b) Meet het uitsteken van het lager (1) op (Iineaal 1754.T met meetklok 2437.T).
c) Meet de diepte op van het lagerhuis in het deksel (2). Het versch il tussen beide metingen vermeerderd met 0,05 mm geeft de dikte aan van de stelringen die moeten worden aangebracht tussen het bovenste lager en het deksel.
10
M IS
-c.
Smeer het pakkingvlak in met CURTYLON.
Houdt de stelringen met vet op hun plaats.
Monteer het achterdeksel en zet de bouten vast.
d) Monteer de dop (3) of de bout op de rechter voorzijde van de bak.
Monteer de plaatjes (4) ingesmeerd met cURTYLON wanneer het carter werd vervangen.
C)
z
:; ..
:J
;; Z
---
OPMERKING: Deze plaatjes komen niet voor op de carters van spuitgietwerk.
'7
N '" '"
UJ
o(D
b) Versnellingsbak met versnellingshendel op boven-
o
deksel:
Z
I.,
-UJ
c:
Controleer of de pakkingvlakken van carter en deksel geen putten of krassen vertonen.
o
Smeer ze in met CU RTY LON pasta.
Zet de bouten vast met 1,5 tot 2 kgm.
43. Stel de schakelvorken af: a) Stel de schakelvork van de 2e/3e af:
"-
M
--
Zet de schakelas in de vrijstand.
c.
OPMERKING: Bij versnellingsbak met de versnellingshendel op het bovendeksel is de handeling vereenvou-
digd, door gebruik van het gereedschap MR. 630-64/2 die de vergrendelveer en kogel van de baladeuras voor
de 2e en 3e versnelling op zijn plaats houdt.
o IS IS ""
A 111- 51
24 HANDEUNG NO. A. 330.3: Revisie van een versnellngsbak
3732
1786 - T
Plaats het stelcaliber 1786.T = 1,8 mm op het ver-
tragingsveertje van de nokken van de priseas. Verschuif de vork zodanig dat ~e schakelmof van
de 2e/3etegen het afstelcal iber I igt, zodat tussen het einde van de schakelmof van de 2e en 3e ver.
snelling en de vertanding van de priseas 1,8 mm speling wordt verkregen. Zet in deze stand de bevestigingsbout van de scha-
kelvork vast (sleutel 1677. T).
Verwijder het caliber.
b) Stel de schakelvork van de 1e achteruitversnelling at: Het Is van het grootsle belang dat de schakelmof voor de 2e en 3e versnellng goed afgesleld
staal, alvorens aan deze handellr1g Ie beglnnen. A. 33.8 a
controleer of de schakelvorkas in de vrijstand staat. Verscl:uif de vork van de 1 e/achteruit (2) zodanig dat de schakelmof in het midden van de slag op de
mof van de 2e/3e (1) komt, d.w.z. de achterzijde "a" van de mof van de le/achteruit in lijn met het uiteinde van het achterste opgezuiverde gedeelte "b" van de schakelmof van de 2e/3e.
Zet de bevestigingsbout van de schakelvork vast (sleutel 1677. T).
c) Stel de schakelvork van de 4e versnelling af:
controleer of de schakelvorkassen van de 1 e/ach. teruit en de 4e in de vrijstand staan. Plaats het
afstelcaliber op de vertragingsveer van het reductietandwief. Gebruik het caliber 1785-T met een dikte van 1,50 mm voor de wagens: AZ tot aan febr. 1970.
AZU tot aan jan. 1972. 0 DVANE (AVA) van aug. 1967 tot aan maart 1968.
Gebruik voor de overige wagens kaliber 3153T dik 2,70 mm. Verschuif de vork zodanig dat de schakelmof van
3731
de 4e tegen het stelcaliber aanligt en de juiste speling wordt bereikt (zie hiervoor) tussen einde scha-
kelvork van de 4e versnelling en de vertanding ~an het reductietandwiel.
Zet de bevestigingsbout van de schakelvork van de
4e vast.
Verwijder het afstelcal ยกber. leer vervolgens of aile versnell ingen goed ingeschakeld kunnen worden. Verwijder het gereedschap MR. 630.64/21.
d) Contra
e) Monteer het bovendeksef. Let op de vergrendel-
veer van de baladeuras van de 2e en 3e versnelling (versnellngsbak met versnellngshendelop boven- .0,
deksel).
A 111- 52
Hand. A. 330-3
HANDEUNG NO. A. 330-3: RevisĂe van een versnellingsbak
25
44. Monteer het differentieel: PL. 157
Smeer de lagers in met 01 ie. Plaats de buitenste lager-
kooien op het lager.
Plaats het differentieel in de halve boringen van het carter.
Het kroonwlel vall over het hart van de aftapplug "a".
Monteer het frictiecarter en controleer tijdens het vastzetten dat de drukvlakken van de differentieelas.
flenzen of het versnellingsbakcarter en het frictiecarter
a
in een I ijn I iggen.
OPMERKING: Ais het carter, noch het kroonwiel, noch de lagers zijn vervangen is het niet nodig de la-
:~ \,-~J
gerspeling af te stellen, mits de bij de demontage gevonden afstelringen weer op dezelfde plaats worden gemonteerd. 3775
Monteer het linker lagerhuis met de remankerplaats en de twee pakkingen tussen huis en carter. Zet de moeren vast met 3,8-4,2 kgm.
c.
Z
:: ..
:J ;; Z ---
45. Stel de lagerspeling at.
'7
(; '" '"
UJ
oCD o
a) Plaats de versnellingsbak met de steun in de bankschroef zoals nevenstaand is aangegeven.
Z
I., --
UJ
c:
o
b) controleer of het differentieel tegen het linker huis aanligt en of de buitenkooien over de lagers
vallen door met een pijp (A) (buitendiameter
71,5 mm, binnendiameter 58 mm, lengte 150 mm) I icht tegen de buitenkooi van het rechter lager te
tikken. c) Plaats een lineaal 1754-T voorzien van de meet-
klok 2437-T met verlengstuk 2443.T op de rand van het lagerhuis zoals aangegeven op de foto hier. naast, de punt van de meetklok op de flens. Zet de 0 tegenover de grate wijzer en noteer de
plaats van de kleine wijzer. Bijvoorbeeld: Kleine wijzer tussen 7 en 8, grate wijzer op O.
Voer deze meting uit op verschillende punten: tolerantie 0,05 mm. Neem het gemiddelde.
o A 111.53
26 HANDELING NO. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
d) Plaats zonder aan de meetklok te komen de line-
aal 1754- T op het drukvlak van het lagerhu is op het carter zodat de punt van de meetklok rust op
de buitenkooi van het lager. (Controleer of de punt niet in de groeven van de
ingeslagen aanduiding valt, hierdoor is de aflezing onjuist.) Noteer de stand die de wijzers innemen en over-
tuigt u zich of deze stand nagenoeg gelijk blijft (:!0,02 mm) wanneer metingen worden verricht op PL.443
2437 - T
drie plaatsen onder een hoek van ca. 1200. Is dit niet het gevĂ l dan zijn de differentieellagers
niet goed gemonteerd in het linker lagerhuis, controleer de montage (zie onder b).
Voer de meting opnieuw uit. Bijvoorbeeld: kleine wijzer tussen 4 en 6, grate
wijzer op 54.
e) Laat de wijzers weer terugkomen in de stand bij c
door aan de stift te trekken. Laat de stift nu langzaam zakken en tel het aantal slagen tot de stand bij c waar de stift weer op de buitenkooi rust. Controleer of deze stand inderdaad is bereikt. Bijvoorbeeld: de grote wijzer is 1,46 slagen verdraaid. Kies tussen de door de afdeling Onderdelen verkochte stelringen tot deze dikte verkregen wordt.
Controleer deze dikte. Bewaar deze stelringen tot de montage.
o
o A 111- 5
Hand. A. 330-3
HANDELING NO. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
27
46. Stel de tandspeling af: a) Plaats de versnellingsbak met de steun vertikaal.
Verwijder: het linker lagerhuis,
de twee papieren pakkingen,
het frictiecarter.
b) Bevestig het differentieel met twee beugels MR. 630-64/13. Plaats aan de linker kant een papieren pakking (zander stelring) .
Monteer het linker lagerhuis (2) en zet dit vast.
Plaats aan de rechter kant: aile in par. 45 gevonden stelringen tegen de buitenkooi van het rechter lager, een papieren pakking,
(j \~
het rechter lagerhuis (1) en zet dit vast met twee moeren.
Controleer of het differentieel zander zware punten kan draaien.
c) Plaats de meetklok 2437-T op een in plaats van de rechter bovenste bevestigingsbout van het frictiecarter gemonteerd tapeind en gebruik alleen het
MR.630-64/13
afstelbare gedeelte van de meetklok steun 2041- T.
Stel de meetklok zadanig in dat de punt loodrecht aan de omtrek van het kroonwiel op een tandflank staat. De waarde van de tandspeling mag"tussen 0,14 en
o
0,18 mm liggen (versnellingsbak met versnellingshendel op bovendekse/); 0,13 en 0,23 mm (versne/lngsbak met versne/lngshendel op achterdekse/).
d) Meet de speling op vier tanden die ca. 900 t.O.V.
elkaar liggen (houd het pignon met de hand tegen) en neem het gemiddelde van de vier metingen.
Het verschil tussen twee metingen mag niet meer dan 0,1 mm bedragen. Wanneer dit niet het geval is, is het kroonwiel krom en moet worden vervangen, 贸f er bevindt zich een voor-
werp tussen kroonwiel en differentieelhuis. Bijvoorbeeld: gemeten uitslag: 0,77 mm.
o A III 69
28 HANDELING NO. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
e) Bepaal de dikte van de stelringen van die aan de 3714
rechter kant welke aan de linker kant moeten worden geplaatst.
OPMERKING: Verplaatsing van een stelring van 0,1 mm geeft een verandering van de tandspeling van ca. 0,07 mm.
Bijvoorbeeld: gemeten tandspeling 0,77 mm minimaal toegestane
speling 0,14 mm
verschil 0,63 mm
de dikte van de te verplaatsen stelringen is in dat geval:
0,63 x 0,1 = 0 90
007 ,mm ,
Draai de beugels MR. 630-54/13 los.
Verwijder de linker en rechter lagerhuizen.
Neem de stelringen met een dikte zoals bovenstaand is bepaald (in het gekozen voorbeeld 0,90 mm) en plaats
1,",'",
MR.630-64/13
deze onder het linker lagerhuis. Monteer de huizen opnieuw. 3212
let de beugels vast.
Meet opnieuw de tandspeling en wijzig zonodig de speling door één of meer stelingen te verplaatsen.
Verwijder:
de meetklok 2437-T en de steun 2041-T, de twee lagerhuizen (noteer de stelringen; beschadig de pakkingen niet),
de twee beugels MR. 630-64/13. d) Smeer de pakkingvlakken van het frictiecarter in met vloeibare CURTYLON. Monteer het carter en
zet de moeren vast met 3,5-4,5 mkg en de bouten 0 met 1,5 tot 2 mkg. Controleer tijdens het aandraaien of de flenzen
van de lagerhuizen en van het frictiecarter in één lijn liggen. P L ' 412
47. Monteer de frictievork: a) Versnellingsbak met koolring:
1 e) Centreer de vork: Monteer de frictievork í2). Plaats de ring 3102-T op de spiebanen van de
priseas.
Laat de vork zodanig kantelen dat de twee koolringsteunen tegen het konische gedeelte van de
ring 3102-T liggen. Meet met een set voelermaten de speling "j" aan weerswijzen van de vork op. Plaats zodanig stelringen dat aan weerszijden van
de vork een speling overblijft van 0,03 tot 0,4 mm. 0, Verwijder de ring 3102-T, de vork en de as.
A III 70
Hand. A. 330-3
HANDEUNG NO. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
29
2e) Monteer de vork.
Pl. 113
Monteer de koolring (4) in de vork (1). Breng de veer (2) aan.
Breng de vork met de koolring aaq. Monteer de ingeoliede as (5) met de hiervoor vast-
gestelde stelringen (6) (of de tussenstukken bij het oud type carter), terwijl de veer wordt samenge-
drukt. Breng de borgbout (3) aan. b) Versnellngsbak met kogeldruklager:
n~j/
Plaats de trillingsdempers (13) in de windingen van de veer (9) met de kragen naar elkaar gericht.
Smeer de as (10) in met olie.
Houd de vork (11) en de veer (9) op zijn plaats. 3921
Breng de as (10) door de openingen "a" in de veer, in de vork en de lagers. let de as op zijn plaats en zet de bout (12) vast
(kartelring).
Monteer het druklager (8) op de steun.
Plaats de grendelveer (7) van het druklager op de vork.
48. Monteer de lagerhuizen en de remankerplaten:
o
Plak de stelringen met vet tegen de buitenkooien van de differentieellagers.
Monteer de voorste geleidepunten op de remankerpla-
ten. 12
11
Monteer de lagerhuizen met de bijbehorende pakkingen.
10 3723
LET OP: Plaats de lagerhuizen zodanig dat de lekgaten "b" naar beneden gericht staan. let de bevestigingsmoeren vast (kartelringen) met 3,8
tot 4,2 kgm.
o A III 71
30 HANDELING NO. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
49. Monteer de remsegmenten: 3566 a) Haak de trekveer in de remsegmenten, de langste
3556'-T
haak aan het segment met de hefboom voor de
handrem. b) Plaats de remsegmenten en haak de handremkabel
aan de hefboom.
c) Smeer de excentrische stelnokken (1) licht in met olie en breng deze op hun plaats.
Monteer de vulringen en de moeren (2). let deze voorlopig vast.
d) Monteer de geleidepennetjes, de drukveertjes en de cupjes (3). let deze vast met behulp van gereed-
schap (3556- T).
Controleer of de segmenten vrij kunnen bewegen.
50. Monteer de wielremcilinders:
3
2
1
Draai de remsegmenten geheel uit door aan de stelnokken te draaien. Plaats de wielremcilinders. Draai de bevestigingsbout
in (borgring); het vastzetten geschiedt pas tijdens de centrering van de remsegmenten. Draai de stelnokken weer terug. PL. 440
51. Centreer de remsegmenten: (gereedschap 3570- T).
52. Monteer de remtrommels: ' Draai de trommel zonodig uit met gereedschap 2188-
o
T, MR. 630-35/7 of MR. 630-35/11 (afhankelijk van de uitvoering). let de bouten vast met 4,5 kgm of de moeren met
2,5 kgm.
53. Stel de remstelnokken af:
Verdraai de stelnok met behulp van de sleutel 2126-T (of een sleutel van 14 mm) in de nevenstaand aangegeven richting geheel tot het segment tegen de remtrommel aankomt.
Draai de nok nu enigszins terug om de rem te lossen en draai opnieuw het segment aan tot deze licht schuurt tegen de trommel. (BeĂŠĂŻndig de afstelling naoit door het remsegment te-
rug te draaien.) Voer dezelfde handeling uit voor het andere segment.
o A III i
Hand. A. 330-3
HANDELING NO. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
31
54. Monteer (jndien van toepassing) de versnellingshendel op het achterdeksel. PL 131
Vul de holte van het carter (2) met vet (TOTAL MUL-
TIS). Breng de hendel naar links gebogen aan met het oog op de schakelduim (indien van toepassing). let de ~ier bevestigingsbouten (3) vast (veerring)
Controleer de werking van de hendel.
55. Monteer het bovendeksel: a) Versnellngsbak met versnellngshende/ op achterdekse/:
Monteer een kurkpakking met CURTYLON op het deksel (1).
let de bouten vast (veerring).
o
b) Versnellingsbak met versnellingshende/ ap het bo-
3690
a
vendekse/:
Controleer of de baladeurassen in de vrijstand staan. Smeer de pakkingvlakken van het deksel in met CURTYLON pasta. Plaats het veertje van de grendelkogel (5) van de schakelvorkas van de 2r/3e versnelling.
~
Monteer het versnellingsbakdeksel zodanig dat het
:: --
uiteinde van de bedieningshefboom van de scha-
"Z ""
2e/3e valt.
z
=0
kelassen in de uitsparing "a" van de schakelvorkas
'"
Draai de bevestigingsbouten in het deksel, behalve de bouten (4), (6) en (7). Zet de bouten matig
o!D
vast.
'? '"
"w o
Z
"i
0. w
56. Monteer de remleidingen:
((
o
PL.441
a) Versnellingsbak met versne/lingshende/ op het ach-
terdekse/: Monteer de rechter verbindingsleiding (9), met steun (10) en met tussenvoeging van een koperen
pakking aan weerzijden van de aansluitbout (8), zet deze bout matig vast.
Monteer de linker verbindingsleiding (12).
Verbinding linker en rechter leiding provisorisch
d.m.v. het aansluitstuk (11) met een koperen pakking.
o A qi- 55
32 HANDELING NO. A. 330-3: Revisie van een versnel/ingsbak
Bevestig de rechter verbindingsleiding op het bo-
vendeksel met het tussenstuk; zet de bout vast
(platte en veerring). let de aansluitbout vast op de wielremcilinders.
3770
OPMERKING: Het aansluitstuk (11) wordt vastgezet tijdens het aanbrengen van de versnellingsbak in de wagen.
b) Versnellingsbak met versnellngshende/ op het bovendekse/:
De aanslultnlppels worden door leldlngrubbers afgedlcht. Deze rubbers moeten na ledere demontage worden vervangen.
Gebrulk nooll groen gemerkte leldlngrubbers. Deze worden snel vernleld door de remvloelstof die voor dlt type auto wordt gebrulkt.
Bij montage moet het rubber "a" 2 mm binnen het uiteinde van de leiding vallen.
Centreer de leiding in de boring door ze recht in het gat te steken. , Contra
TT. 00-5
a
b
leer of het uiteinde van de leiding bij "b" in de
kleinere boring valt.
Draai de nippel met de hand in en zet deze matig vast met 0,6-0,8 kgm.
Sluit voorlopig aan: de linker (4) en de rechter leiding (1) aan de wiel-
remcilinders, het T-stuk (5) aan de leidingen.
Bevestig het T-stuk aan het carter met behulp van de 0 beugel (2) (vulstuk, vulring, kartelring). let nu de nippelbouten vast.
Monteer de steun (3). let de bout vast (vulstuk, kartelring) .
57. Monteer de olievuldop provisorisch met een metalen afdichting,
Monteer de aftapplug met een metalen afdichtring en zet de plug vast met 3,5 - 4,5 mkg.
o A 111- 51
HANDELING NO. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
Hand. A. 330-3
33
MONTAGE VAN REMSCHIJVEN EN REMUNITS
58. Montage van remschljven:
Monteer de schijven, Bevestig ze met de drie bouten (1) met onderlegringen (2) (dikte = 10 mm),
2
0. '" 0.
a
let de bouten vast met 4,5 tot 5 mkg,
MR.630-52/34 59. Controleer de sllngerlng van de schllven: - Gebruik de steun MR. 630-52/34, voorzien van de
meetklok 2437- T (met verlengstuk 2443- T).
- Bevestig de steun en de buis (A) op het versnellingsbakcarter met een bevestigingsbout van de remunit (zie afb.).
- Verdraai de schijf: de slingering mag niet groter
zijn dan 0,20 mm. '
o
- Kies zonodig uit de zes mogelijke montagestanaen die uit welke de kleinste afwijking te zien geeft.
"-.
Wanneer deze nog buiten de toleranties valt moet
de schijf worden vervangen. '" in in
N
60. Monteer de remunlts: (9
Z
- Breng de remunit aan (opgebouwd volgens ยง 28) voorzien van de stelring (7) (gemerkt bij derton-
:J
.. ;. z~
==
tage),
~ '7
Breng de bout (6) aan maar draai deze niet vast (sluitring onder kop aan rechterzijde, en steun (5)
N
to '"
UJ
o iD o
aan linkerzijde).
Z
i ~
- Kantel de unit om deze over de schijf te kunnen aanbrengen (verwijder desgewenst het rubber dat de handremblokken op hun plaats houdt).
a: a:
UJ
o
- Verwijder de moer (4), de bout (3) en breng deze unit op zijn plaats aan.
- Breng de bout (3) aan en controleer daarbij of de stelring (7) wel gemonteerd is. - let de bouten (3) en (6) vast met 4,5 tot 5 mkg.
61. Controleer de stand van de units t.o.v. de schllven:
- Maak een merkteken "aa" op de omtrek van de schljl midden tussen twee vlakken. - Verdraal de schljl zodanlg dat dlt merkteken te zlen is blj het gat "c" In de remunlt. Het merkteken moet op 0,50 mm nauwkeurig gelijk-
unithelften, .
M
val/en met het scheidingsvlak "bb" van de twee rem-
in in
o A 111- 57
I:,"
62. Monteer de hoofdremblokken.
34 HANDELING NO. A. 330-3: Revisie van een versnellingsbak
63. Stel de stand van de handremblokjes af:
Controleer of de excentrieken (3) staan ioals hier-
naast wordt getoond (stand uitsparing "a" t.ov de hetboom (1),
- Laat een blokje m.b,v, zijn excentriek slepen en be-
paal het punt waarbij de slingering maximaal is, Stel het excentriek op dit punt zodanig at dat er een speling ontstaat van 0,10 mm tussen de hiel "b" van de hefboom (1) en het blokje.
- Stel het andere remblokjes op dezeltde wijze at.
5523 64. Monteer de verblndlngsleldlng (6):
(----~\,
De atdichting van de aansluitingen (4) wordt verze- ~' kerd met een leidingrubber (7),
Gebrulk voor dlt type auto ultslultend groen gemerkte rubbers. Elk ander rubber wordt dlrekt aan-
getast door de mlnerale LHM vloelstof die voor men wordt gebrulkt. deze rem Deze rubbers moeten na elke demontage worden
vervangen. TT ,00-5
4
7, Bij montage moet dit rubber 2 mm van hat leidingeinde teruggeschoven zijn,
Breng de leiding centrisch en volgens de hartlijn in de boring aan,
o
Let erop dat het leidinguiteinde goed in de kleine
boring "c" geschoven wordt. Draai de wartel met de hand vast: 0,8 - 0,9 mkg. Deze aanhaalspanning is voldoende voor een goede
afdichting. Te krachtig aandraaien veroorzaakt lek-
6
kage. 5:;:;0
65. Breng de vuldop provisorisch aan (met metalen pak-
king), Verwijder de versnellingsbak van de steun.
o A Iii - 5
Hand. A. 334-3
HANDELING NO. A. 334-3: Revisie van een schakelhandel
REVISIE VAN EEN SCHAKELHANDEL
I. Versnellngsbak met handel op het achterste deksel
DEMONTAGE PI 1. Verwijder:
- de klem (1), - de stofhoes (2).
Druk de twee veren (6) en (11) in met behulp van een schroevedraaier; verwijder de twee nagels en vervolgens de veren (6) en (11), de zuigers (5) en de stelringen (7) ยกndien aanwezig.
2. Verwijder:
de drukveer (9), de schotel (8), het handel (10), de bout (4).
'0
3. Maak de onderdelen schoon.
MONTAG E 4. Plaats de borgbout (4) van het handel.
Sia de borg om. Monteer het handel (waarvan de kogel tevoren is ingevet ). PL, 164
Monteer: de schotel (8), de drukveer (9) (indrukken met een schroeve-
draaier) , de veren (6) en (11) in de zuigers (invetten).
o
OPMERKING: Bij de versnellingsbakken zonder schakelduim zijn de veren (6) en (11) verschillend: veer (6) rechts; draaddiam. 1,7 mm, aantal windin-
gen 9, veer (11) links: draaddiam. 1,3 mm, aantal windingen 12.
In dat geval is onderstaande afstelling niet van toepassing. 5. Stel de zuigers af:
Druk de zuigers tegen de steun (3) aan. Breng het handel (10) tegen een zuiger. Breng een voeler A aan tussen de andere zuiger en het
handel (de speling moet 0,6 mm bedragen); breng, wanneer dit niet het geval is, een stelring (7) van overeenkomstige dikte aan tussen de kraag van een zuiger en de steun (3), ten einde deze speling in te stellen.
6. Monteer de nagels (12) (controleer of de kop niet onder het pakkingsvlak van de steun uitkomt.
o A 11175
7. Monteer de stofhoes (2) en zet de klem (1) vast.
2 HANDELING NO. A. 334-3: Revisie van een schakelhandel
i i. Versnellingsbak met schakelhandel op het bovendeksel
DEMONTAGE
1. Verwijder de drie nagels (2), (6) en (8).
Boor de kraag van de nagel uit met behulp van een boor van 7 mm.
2. Verwijder: "'71 f'
de veergeleider (1), de schotel (5), de veer (7), - de veer van de kogel (4),
het schakelhandel, de schakelduim.
r' .~
i ĂŹ MONTAGE 3. Maak het deksel gereed.
a) Bevestig de veergeleider (1) met behulp van twee
7
bouten (7 x 100, lengte 20 mm) en twee "Nyl-
stop" moeren (platte ring).
BELANGRIJKE OPMERKING: Bij gebrek aan "Nylstop" moeren kunnen gewone moeren 7 x 100, een kartelring en een sluitring worden ge-
bruikt. Druk enkele draadgangen van de bout plat om de moer te borgen.
b) Smeer de boring van de kogel van het handel in met TOTAL MUL TIS.
Plaats de schakelduim.
4. Plaats:
o
het schakelhandel (3), waarvan de kogel is ingevet met TOTAL MUL TIS,
de veer (4) waarvan het uiteinde gestoken wordt in het gat van de geleider,
de veer van de kogel (7), de schotel (5). Bevestig deze met een bout van 7 x 100 mm ø, lengte 20 mm, een' sluitring en een "Nylstop" moer (zie opmerking par. 3).
o A III 7E
Hand. A. 410-3
HANDELING NO. A. 410-3: Revisie van een voaras
i. DEMONTAGE EN MONTAGE VAN EEN VOORBRUG
DEMONTAGE
P L 280
1. Plaats de as op een steun (steun MR. 530-4;:.'4).
2. Maak de spoorstangen los van de spoorstangkogels: Snijd het anti-rammelplaatje door en verwijder het om de trekker te kunnen aanbrengen. Verwijder de moeren. Verwijder de spoorstangen met behulp van de trekker 5302-T met stempel
1965-T.
3. Maak de linker spoorstang los van de fuseearm: (de rechter arm wordt verwijderd tijdens de demontage van de as). Verwijder de splitpen en de moer (sleutel MR. 630-
o
16/2). Verwijder de stofhoes.
PL.581
Verwijder de spoorstang door de platte kanten van de kogel te laten samenvallen met de gleuf van de houder.
4. Verwijder de achterste steun van het motor ยกvennel-
lingsbakaggregaat.
'Z :J -'
::
zc(;:
5. Verwijder de linker draagarm:
c(
'i
(de rechter draagarm wordt verwijderd tijdens de demontage van de as).
N '" '"
W
oOJ
Verwijder eventueel de stofkap, het beschermhuis en
o
Z
de wrijvingsschokbreker. Verwijder de splitpen en verwijder de afstelmoer vaii de lagers (sleutel 1833-T).
i c( 0.
w
ex
Verwijder de draagarm van de traverse door zonodig met een hamer aan de achterkant tegen de arm te tikken.
o
A.41-1
6. Verwijder de traagheldsschokbrekers (indien aanwezi9), 7. Verwijder de fusees:
Verwijder de borg van de onderste plug (5) van de fusee en verwijder deze met behulp van een schroeve-
draaier. Verwijder de expansiedop (met behulp van een drevel van 7 mm lj, lengte 200 mm). Verwijder de fuseepen (2) met een pers. Begin met een korte stempel van 16 mm lj, lengte 25
mm, en beeindig de handeling met een kraagstempel: kleine diameter 8 mm, lengte 20 mm, grote diameter 16 mm, lengte 150 mm. Verwijder de fusee met de wrijvingsring (4), de druk-
ringen (6) en de stofring (3).
o 5 A 111- 59
2 HANDELING NO. A. 410-3: Revisie van een vooras
8. Verwijder de binnenste lagers:
4880 Breng de klauw van de trekker 1829-Tbis achter de keerring aan een trek keerring en lager tesamen uit
(kogel van 49 mm cp).
OPMERKING: Het is mogelijk een trekker 1829-T om te bouwen tot 1829-Tbis (zie MR. 630-22/13).
9. Controleer (zonodig) de draagarm:
(zie hoofdstuk II).
10. Maak de fusees kaal:
1829-Tbis
11 054
a) Boor met een boortje van 4 mm cp de centerpunten
weg waarmee de ringmoer is geborgd. Verwijder de ringmoer met behulp van het middenstuk van de set 3301-T of 3321-T (zonder buitenste geleider) en de sleutel 3303-T of 3304-T.
(~\
\J
b) Verwijder de naaf uit de fusee met behulp van een
stempel MR. 630-31/39 en een pers.
c) Verwijder het lager uit de boring van de fusee indien nodig met behulp van een koperen doorslag. OPMERKING: Het komt voor dat de binnenring van het lager in de fusee blijft zitten. Trek deze ring er dan uit met de trekker 1813-T of met de
universeeltrekker 2405-T. d) Verwijder de keerringen uit de fusee en van de
ringmoer. . )/~,
e) Verwijder de fuseearm.
3301- T
ou
f) Verwijder de bovenste en onderste ringen. Gebruik een kraagstempel:
3321- T
kleine diameter 16 mm, lengte 30 mm, grate diameter 20 mm, lengte 120 mm. dR9R
g) Verwijder de smeernippèl.
i 1 O~?
o
o Alll-t
HANDELING NO. A. 410-3: Revisie van een vooras
Hand. A. 410-3
3
11. Maak de draagarmen kaal:
PL.262 Verwijder de buitenste ringen van de lagers uit de bo-
ring van de draagarmen door ze uit te drukken met een stempel met een scherp uiteinde A. Verwijder de stelbouten van de wieluitslag.
12. Verwijder en reviseer zonodig de stuurinrichting (zie overeenkomstige handeling).
13. Controleer (zonodig) de traverse: Plaats de draagvlakken van de binnenste lagers op twee gelijke wiggen op een vlakplaat. Controleer met behulp van een meetklok de draagvlak-
ken van de buitenste lagers door de traverse te draaien. De meetklok mag geen grotere excentriciteit te zien geven van maximaal 0,2 mm.
in \J
A. 41.6
14. Maak de onderdelen schoon.
1 , 25 Ă 1, /5 mm C)
z
:: -'
MONTAG E
1,25Ă 1,75mm
:: ::
Z ---
15. Maak de fusees gereed:
'? N '"
"
a) Druk met een pers en een kraagstempel
w
o CD o
kleine diameter 16 mm, lengte 30 mm,
Z
grate diameter 20 mm, lengte 120 mm,
i --
de bovenste (4) en onderste (5) ring in de fusee. N.B.: De ringen mogen niet gehoond worden na de montage.
ci w a:
3
o
b) Plaats de keerring (2) in de ringmoer (3), de lippen
van de keerring moeten naar het lager zijn gericht.
4
De keerring moet 1,25 tot 1,75 mm binnen de drukkraag van het lager vallen (stempel MR. 630-31/55) . i I
I
i
5
o A 111- 61
c) Plaats de keerring (1) in de boring van de naaf.
Deze keerring moet eveneens 1,25 tot 1,75 mm binnen de drukkraag van het lager vallen.
4 HANDELING NO. A. 410-3: Revisie van een vooras
d) Contraleer het lager. Zet de twee binnenste ringen
";
tegen elkaar met behulp van een bout en twee ringen. Controleer de spel ing van het lager.
""
~.
2
Smeer het lager (3) in met TOTAL MUL TIS-vet en
plaats dit in de boring van de fusee met behulp van
een stempel MR. 630-31/55, welke draagt op de buitenste loopring van het lager. e) let de ringmoer (4) vast met 35 tot 40 mkg
(schroefdraad en drukvlak ingevet).
Gebruik het middenstuk van de set 3301-T of 3321-T (zander buitenste geleider) en de sleutel
3303-T of 3304-T. Borg de ring met twee tegenover elkaar liggende centerpunten. f)
Monteer de fuseearm op de fusee. let de bouten (2) vast met 2 mkg en sla de borgen
om tegen een der vlakken van de bout.
o r-ì
g) Plaats de naaf (1) in het fuseelager met behulp van
een pers en een pijp die rust op de binnenring van het lager.
Pijp: buiten ø 44 mm, binnen ø 36 mm, lengte 200 mm.
16. Maak de draagarmen gereed:
De armen worden gemonteerd met S.K.F,- of TIMKEN-lagers. "" ""
a
1e Men mag nooit een S.K.F.-Iagerkooi monteren in een TIMKEN-Iager en omgekeerd omdat de konussen nlet overeenkomen. 2e Men mag op dezelfde as wel twee lagers van verschllend merk monteren.
o
Plaats de twee buitenste loopringen van het lager in de boring van de armen met behulp van een stempel met een scherp uiteinde A. Controleer of ze goed dragen
op hun drukvlak.
Schroef de stelbouten van de wieluitslag voorlopig in. .
N -0 N
o
--
0.,
A 111-
HANDELING NO. A. 410-3: Revisie van een vooras
Hand. A. 410-3
5
17. Monteer de fusees: A, 41-1
a) Maak een dummyfuseepen gereed met konisch uiteinde:
2
Diameter van de as 16,5 mm, Lengte 150 mm. b) Plaats in de stofring (3):
een drukring (4). de wrijvingsring (5), een andere drukring (4). c) Plaats de fusee op de arm.
Breng tussen de fusee en de arm aan de onderzijde
de stofring met de ringen aan. Breng alles op hun plaats met de dummy-as.
d) Meet de spel ing tussen de fusee en de arm bij "a"
o
4
met behulp van voelers. Deze speling moet 0,1 tot 0,4 mm bedragen. Kies tussen de door de afdel ing Onderdelen verkrijgbare
drukringen (4) een van de juiste dikte om deze speling te verkrijgen,
e) Maak de pen (2) zorgvuldig schoon. Voer de nodi-
ge controles uit. Olie de bovenste en onderste ringen van de fusee. Smeer de as in met talk en plaats
CJ
~ --
deze:
--
:J 0Z ---
Begin de montage met behulp van een koperen
'7
hamer en beeindig de montage met een pers.
N '" '"
UJ
oil
Rieht de galen (b) zoals op de albeelding hler-
o Z
--
I
6
7
ii
UJ
a:
naast is aangegeven. Het onderste gedeelte van de fuseepen moet zieh op een afstand "e" 7,10
tot 7,25 mm binnen het onderste gedeelte bevinden.
o
f) Vul het binnenste van de pen, de expansieplug (1)
en de onderste plug (7) met vet. Zet de plug (7) vast met een schroevedraaier. Sia
de kraag van deze plug op twee punten (d) op het fuseehuis. g) Plaats de expansieplug (1) en plet deze met een
hamer. Sia het metaal van de fusee op vier plaatsen om met een drevel om de plug te borgen. h) Monteer de smeernippel (6).
o A 111- 63
d
6 HANDELING NO. A. 410-3: Revisie van een vooras
18. Monteer de linker draagarm: Plaats de keerring (1) op het draagvlak van de traverse
N,
(zie afbeelding voor de montagerichting).
~
.;
Gebruik de pijp MR. 630-31/54.
Monteer de binnenste loopring van het binnenste lager op het draagvlak van de traverse (pijp MR. 630-
31/54) .
1
Smeer het binnenste en buitenste lager in met TOTAL MUL TIS-vet.
PlJats de arm met de buitenste loopringen van de lagers op de traverse en schuif het buitenste lager over
het draagvlak van de traverse (pijp MR. 630-31/54). Plaats de keerring op de lagermoer. Het vlakke gedeel-
te van de keerring moet naar het lager gekeerd zijn, doch 0,1 tot 0,5 mm binnen het drukvlak van de
/--
U
moer.
N.B.: De keerringen moeten na iedere ingreep worden
00 00
vervangen.
~
let de nokmoer vast met 5 mkg (sleutel 1833-T). De arm moet zonder zware punten draaien.
..
Breng de nok die het dichtst bij de splitpengaten ligt
tegenover dit gat door de moer verder te draaien. Plaats de splitpen en buig de poten in de boring van de trave rse.
MR.630-31-54
N.B.: De wrijvingsschokbrekers, afhankelijk van de uitvoering worden pas op de armen gemonteerd nadat de vooras is gemonteerd op het chassis en de wagen-
hoogte is afgesteld.
Op wagens tot september 1965, het Is mogelljk de montage van de wrljvingsschok-
o
brekers te wijzlgen door de papieren pakking te laten vervallen als een afdlchthoes en een klemband
worden gemonteerd en als tevens het oude huls ,贸oor een nieuw wordt vervangen.
"'--"~"""."~i 19. Monteer de rechter draagarm: Handel op gelijke wijze als bij de linker draagarm.
N.B.: Deze handeling behoeft niet te worden uitgevoerd als de carrosserie was verwijderd. C"
00 00
~
o AIII-(
Hand. A. 410-3
HANDELING NO. A. 410-3: Revisie van een vooras
r. i ~)'
7
20. Monteer de spoorstangen: a) Aan de zijde van de tandreep:
Plaats het anti-rammelplaatje (1). Ontvet de konussen van de spoorstangkogels en
die van de spoorstangen. Plaats d~ spoorstangen op de kogels. let de "Nylstop"-moeren vast met 4 mkg.
Om de "Nylstop" -moeren te kunnen vastdraaien moet de kogel worden tegengehouden zodat deze
niet meedraait wanneer het nylon van de moer in contact komt met de schroefdraad van de spoorstangkogel. Handel daartoe als voigt:
Plaats een afstandsstuk in de vorm van een vork (bijvoorbeeld een platte steeksleutel A) tussen de spoorstang en de moer.
o
let de moer vast zodat de konussen in elkaar vallen. Verwijder de sleutel en zet de "Nylstop" -moer
vast met 4 mkg.
N.S.: Gebruik geen gebruikte moeren.
b) Aan de kant van de fusee: Vul de boring van de kogel van de fuseearm met
TOTAL MUL TIS-vet.
Smeer de kogel en de zittingen. Plaats de veer (5) en de zitting (6).
Breng de kogel met de stofhoes (9) over de arm zodanig aan dat de platte kanten evenwijdig liggen aan de sleuf van de spoorstang (hierdoor past de
kogel eenvoudig in de sleuf).
Schuif de stofhoes over de arm en over het spoorstangeind. Monteer de zitting (7) van de kogel. Draai de stelmoer aan en zet deze (S) vast (sleutel MR. 63016/2).
o
Draai deze vervolgens 1/6 slag en monteer de split-
pen. N.B.: Wanneer de stelmof (3) was verwijderd draai deze dan evenver over het verstelbare einde (4) als op de spoorstang (2).
d1 = d2 :! 2,5 mm
A 4d. i a
2
3
---- -
o 1-
A III 83
tยง
d1
..
d2
B
8 HANDELING NO. A. 410-3: Revisie van een vooras
rri .. 11
21. Monteer de traagheidsschokbrekers: Monteer de traagheidsschokbreker met de vulplug naar boven. let de moeren (1) vast met 6 mkg en monteer de
splitpen (zonodig).
r~
22. Monteer de achterste motor/versnellingsbaksteun en
"I;
zet de bouten vast.
23. Verwijder de vooras van de steun MR. 630-42/4.
o II. VERVANGING VAN EEN UITSLAGBEGRENlER
PI )")
1 . Verwijder de draagarm.
2. Vervang de aanslag:
Verwijder de buitenste lagerloopring met behulp van een stempel met geplette voorzijde A. Verwijder de lasbramen van de oude aanslag en sl ijp deze schoon. Las de nieuwe aanslag en richt deze zoals hiernaast is aangegeven.
Gebruik een elektrisch lasapparaat en bescherm de 0 arm met nat asbest om de voorkomen dat de boring voor het lager vervormd.
h 4 L1
3. Monteer de buitenste loopring van het lager met behulp van een stempel met scherp uiteinde A. Contro-
leer of de ring goed aanligt op het drukvlak.
r=
f=='
4. Monteer de draagarm.
I
o A II I
Hand. A. 410-3
HANDELING NO. A. 410-3: Revisie van een vooras
9
II. CONTROLE VAN EEN LOSSE VOORDRAAGARM
A 1 i ,0;
MR.630-51/46
o d1
B
o 1. Maak de draagarm kaal.
Laat de stempel A scharnieren totdat de twee pennen geheel vlak liggen op de vlakplaat.
2. Controleer de draagarm:
Meet de afstand d1 tussen de punten aan één zijde en
de afstand d2 aan de andere kant. Plaats de arm op een controlemontage (M R. 630-
51/46).
Deze twee lengtes moeten op 10 mm nauwkeurig gelijk zijn. Vervang de arm wanneer dit niet zò is.
Plaats de pen B in de boring "c" van de fuseepen. Plaats de stempel A in de boring van de naaf.
o A III 85/0
3. Bouw de draagarm op.
o
o
o
Hand. A. 422-3
HANDELING NO. A. 422-3: Revisie van een achterdraagarm
i. DE- EN MONTAGE VAN EEN ACHTERDRAAGARM
DEMONTAGE
C'
0-
D 1. Verwijder de traagheidsschokbreker (eventueel).
2. Verwijder de naaf-trommel:
a) Doorboor met een boortje van 4 mm ø de center-
punten "a" voor het borgen van de dopmoer (1).
b) Verwijder de dopmoer: gebruik de set 3301-T of 3321-T met eindstuk 3303-T of 3304-T.
a
Bevestig de geleider C met drie wielmoeren. t",
D
o~
A
Plaats de dop 3303-T of 3304-T op de dopmoer en plaats vervolgens het eindstuk A. Draai de moer B aan zonder deze vast te zetten.
3321- T
ou
3301- T
Vergrendel het eindstuk A en de moer 8 met beB
c
hulp van een pen D.
Draai de dopmoer 10S van de naaf door het eindstuk Ate draaien. Gedurende deze handeling moet de remtrommel
worden geblokkeerd door de remsegmenten aan de stelnokken naar buiten te stellen of met behulp van gereedschap MR. 630-64/40. c) Verwijder met een beitel bij "b" het omgeslagen
metaal in de groef van de naaf.
o
Verwijder de moer (2), die het lager blokkeert.
d) Verwijder de trommel (trekker 3551-T of set 3301-T of de set 3321-T). Wanneer de remsegmenten naar buiten waren ge-
"1
""
steld voor het blokkeren van de trommel tijdens
--
de demontage van de dopmoer, moeten ze bij het verwijderen van de trammel weer worden terugge-
U"
(1,
steld. 3551- T
0, A 11187
2
HANDELING NO. A. 422-3: Revisie van een achterdraagarm
OPMERKING: Het kan voorkomen dat de binnenste loopring van "'
het lager op de naaf blijft zitten. Trek deze er dan af met behulp van de trekker
cc
1813-T of de universeeltrekker 2405-T.
3. Verwijder de as van de schokbreker.
4. Verwijder de remsegmenten: a)
Verwijder de cupjes van de drukveertjes. Gebruik het gereedschap 3556-T om de veertjes in te drukken. Draai de cupjes een kwartslag am ze te verwij-
deren. Verwijder de twee stangetjes. '"
c
4 5
b) Verwijder de veer met behulp van een tang.
N.B.: Vanaf september 1968: verwijder de veer (1) met behulp van een schroevedraaier. c)
0
Verwijder de moeren (3) van de ankerbouten.
d) Verwijder de sluitringen of de dubbele borg (2), de
remsegmenten en de excentrieken (6).
5. Verwijder de wielremcilinder (4).
6 6. Verwijder de stelnokken (5) (zonodig).
A 7. Controleer (zonodig) de draagarm:
(zie hoofdstuk 11.
8. Maak de draagarm kaal:
o
Verwijder de buitenste loopringen van de naaflagers
met behulp van een stempel met een scherp uiteinde. C'
'' N
9. Maak de naaf-trommel kaal:
ii
Verwijder: het lager, - de keerring (7).
10. Maak de wielremcilnder kaal: (zie overeenkomstige handeling).
o
, 7
A 11/ i
Hand. A. 422-3
HANDELING NO. A. 422-3: Revisie van een achterdraagarm
3
MONTAGE
PL.463 11. Maak de wielremcilinder gereed: (zie overeenkomstige handeling).
12. Vervan9 de wielbouten: (zie overeenkomstige handeling).
13. Maak de_naaf-trommel gereed: a) luiver op de draaibank het raakvlak van de rem-
segmenten op. Gebruik de stempel MR. 630-35/12 of MR. 630-35/17. De ovaliteit mag maximaal 0,1 mm bedragen (te contraleren met een micrameter). Draai niet meer dan 2 mm op de diameter uit, deze is oorsprankelijk 180 mm.
o
b) Plaats de keerring (1), de lip naar het lager ge-
keerd. Het vlak "b" van de keerring moet
1 +~,5 mm binnen de kraag "a" van het lager val-
A.45-2
MR.630-62/11
len zodat dit niet tegen de keerring kan aanliggen.
c) Controleer het lager. let de twee binnenste lagers
~
tegen elkaar met behulp van een bout en twee
:: --
ringen voor de contrale.
z
::
:; Z
.. ..
'? N
to
d) Monteer het lager: smeer dit met TOTAL MU L TIS-vet en plaats het in de boring van de naaf
'"
met behulp van een pers en een pijp die op de
o ro o
buitenste loopring draagt.
W
z..
i
cc
w a:
o
pijp met buitendiameter van 75,5 mm binnendiameter van 72 mm lengte van 100 mm.
14. Maak de draagarm en de ankerplaat gereed: Men mag nooll een S.K.F.-Iagerkooi In een TIMKEN
lagerrlng monteren en omgekeerd, de konussen komen nlet overeen. Men mag op dezelfde as twee lagers van verschll-
lend merk monteren. a) Plaats de buitenste loopringen in de boring van
de arm met behulp van een stempel met een
scherpe kant. Controleer of de ringen goed op hun drukvlak dragen. Houd de lagers bij hun bu itenste loopring.
b) Monteer de stelnokken en klem de assen. Gebruik de montage MR. 630-62/13 met de roller MR. 630-62/11.
o A 111- 65
15. Monteer de wielremcilinder (kartelring).
4 HANDELING NO. A. 422-3: Revisie van een achterdraagarm
16. Monteer de remsegmenten: 11 016
Smeer de stelexcentrieken (1) licht in en plaats deze in de remsegmenten.
De remvoeringen moeten droog en zonder olievlekken en in goede staat zijn. Vervang ze wanneer dit niet zo is.
Plaats de nokken in de laagste stand.
Plaats de remsegmenten op de ankerplaat.
Monteer aan de voorzijde het segment waarvan het losse deel naar boven is gericht.
/~\
i .~~I
11 013
Plaats de sluitringen of de borg (2) op de ankerbouten en draai voorlopig de moeren (5) vast. Monteer de
geleidestangetjes, de drukveertjes en de cupjes (3) en vergrendel de stangetjes met behulp van gereedschap 3556-T.
Controleer of de segmenten vrij kunnen scharnieren.
3
Monteer de veer (4) van de segmenten.
3556-T
OPMERKING:
2
Op de wagens vanaf september 1968 moet na iedere demontage de dubbele borgplaat vervangen worden van de moeren van de excentrieken die tevens de veer- 0
geleidervastk lemt. 4902
Deze veer wordt met de hand gemonteerd.
4 17. Centreer de remsegmenten:
Gebruik een apparaat 2113-T of 3555-T.
5
2113 -T ou
.3555-T
let de moeren (5) van de excentrieken vast en borg
ze.
o A 111- 66
HANDELING NO. A. 422-3: Revisie-van een achterdraagarm
Hand. A. 422-3
5
18. Monteer de trommel: a) c
a) Plaats de trommel op de naaf. Gebruik een pijp die
-
draagt op de binnenste loopring van het lager: pijp met binnendiameter 36,5 mm buitendiameter 44 mm lengte 200 mm
c
b) Monteer de moer (1). Deze moer moet na iedere demontage vervangen worden. let de moer vast met 35 tot 40 mkg (drukvlak en schroefdraad in-
gevet). Sia bij "a" de kraag van de moer in de graef van de naaf.
c) Vul de plaatijzeren dop van de dopmoer met TOTAL MUL TIS-vet. let de dopmoer vast. Gebruik de set 3301-T of
3321-T en het eindstuk 3303-T of 3304-T.
Plaats de geleider op de drie wielmoeren. Blokkeer de remtrommel door de remsegmenten naar buiten te stellen of gebruik gereedschap MR. 630-64/40.
~ 3321-1 ou
o
0: 3301-1
let de dopmoer vast met 35 tot 40 mkg (drukvlak
en schroefdraad ingevet) en borg deze met twee
centerpuntslagen. Stel de remsegmenten af. 19. Monteer de schokbrekerpen op de draagarm (indien nodig). let hem vast met 19 tot 21 mkg.
20. Monteer de traagheidschokbreker (zonodig). let de moeren vast met 6 mkg.
II. VERVANGING VAN EEN AANSLAG
A 1. Verwijder de draagarm.
(zie overeenkomstige handeling).
o
2. Vervang de aanslag:
Verwijder de bu iterrring van het lager met behulp van een stempel A met een scherp einde. Vijl en slijp de lasresten van de oude aanslag weg.
Las de nieuwe aanslag en plaats deze zoals is aangegeven. Gebruik een elektrisch lasapparaat en bescherm
'" -c '"
de draagarm met bevochtigd asbest om elke vervorming van de lagerboring te voorkomen.
~ CL
3. Monteer de buitenring van het lager met behulp van een stempel met een scherp uiteinde.
10
o A III 91
Contraleer of de ring goed aanligt op het drukvlak.
,.
6 HANDELING NO. A. 422-3: Revisie van een achterdraagarm
III. CONTROLE VAN EEN LOSSE ACHTERDRAAGARM
1. Maak de arm kaal (zie hoofdstuk I).
ten moet zich bevinden ain de kant van de fusee-
N.B.: Voor de controle van de arm is het niet noodzakelijk de stelnokken van de remsegmenten te verwijde-
pen of aan de kant van de schamieras van de arm.
ren.
4. Controleer de wielvlucht (zie fig. 2): 2. Bereid de controle voor:
Plaats de arm op een controlemal (montage MR. 63051/46) .
a) Plaats de pen B van de doom A loodrecht op de
lijn van de las van de arm.
Plaats de naaf in de boring van de plaat E en laat de
b) Neem met behulp van een taster de hoogte "h3" van een punt op; laat de doom een halve slag
plaat 贸p een vlakplaat rusten.
Plaats de stempel A in de boring van-e naaf. Ondersteurr de draagarmnaaf zodanig dat de plaat E
draaien en meet opnieuw de hoogte "h4" van het-
geheel vlak ligt.
zelfde punt op.
..
Het verschil tussen deze hoogten moet liggen tus-
3. Controleer de toespoor (zie fig. 1):
sen 0 en 3,5 mm.
a) Plaats de schuine pen B van de stempel A in het
vlak van de lassen van de draagarm.
b) Neem met behulp van een taster de hoogte "h 1 "
De kleinste van de twee hoogten moet zich altijd
van een punt op; laat de doom een halve slag
bevinden aan de kant van de kantelmeshouder.
o
draaien en neem de hoogte "h2" van hetzelfde punt op.
Wanneer dit niet het geval is moet de draagarm
Het verschil tussen deze hoogten moet liggen tussen 0 en 1,2 mm en de kleinste van de twee hoog-
worden vervangen.
A 47- ~
rIG,
.
h1
rIG,
o
h
/
/
MR.630-51/46
o A III ~
HANDELING NO. A. 422-3: Revisie van een achterdraagarm
Hand. A. 422-3
7
IV. VERVANGING VAN DE WIELBOUTEN
12529
De afdeling Onderdelen levert slechts de nieuwe wielbouten,
(Het nokje "a" voor het borgen van de bout tegen meedraaien is vervallen),
o
Voor het vervangen van de wielbouten behoeft de trommel nooit geheel losgenomen te worden van de naaf, Vervang slechts een wielbout tegelijkertijd. De trommel is door de fabriek uitgedraaid terwijl deze twee del
en aan elkaar bevestigd waren,
~
z
:J -'
:: ""
Z ---
12497
'?
N '" '"
W
o m o
z
Iii--
Nieuwe wielbout
-- '
a Vraegere wielbout Vervang de wielbouten:
w a:
o
o A 111- 67.0
Verwijder de wielbout uit het wiel en klem de nieuwe
wielbout met de pers en gebruik daarbij de tas A en de roller MR. 630-62/6,
o
o
o
HANDELING NO. A. 434-3: Revisie van een veerpot
Hand. A. 434-3
REVISIE VAN EEN VEERPOT A, 43,50
~ VOOR
o PL, 51
DEMONTAGE 1. Draai de kantelmesdrager (1) los van de voorste en
achterste trekstang. C)
z
:: .. ::
Verwijder:
:; Z
0( 0( '7
de stofhoes (2), het stelstuk (3). de twee stootrubbers (4).
\....-'
N '"
"W
oID
2. Merk met een kraspen de stand van de sluitplaat ten
o Z
i
0(
opzichte van de veerpot.
ci w a:
Slijp bij voorkeur met een slijpsteen de lasrups bij "b"
2
1
4
3
b
o
waarmee de sluitplaat op het huis is bevestigd, weg.
(Klem de pot, bij gebrek aan een slijpsteen, in een bankschroef en zaag de lasrups af.) 3. Verwijder:
PL. 576
voorste trekstang (5). voorste schotel (6), voorveer (7). veerschotel (8). 4. Verwijder: de achterste trekstang,
- veerschotel,
- achterveer.
Verwijder eventueel de vilten pakking en de bronzen bussen bij "a".
,~..-..~-
5. Maak de onderdelen schoon.
6. Maak de sluitplaten gereed:
o A 111- 69
5
6
7
8
Wanneer de bussen bij "a" vervangen worden, moeten ze gedurende ca. 24 uur ge誰mpregneerd worden in minerale olie.
2 HANDELING NO. A. 4343: Revisie van een veerpot
A
A
. AVANT Veerpotten gemonteerd op de typen AZ en AZU WAGENTYPE
Vrije lengte van de veren en
draad- ø (in mm)
Lengte van de trekstangen (in mm) VOOR ACHTER 644 623
VOOR 185 14,35
ACHTER 170 15,25
185 14,8
170 15,25
600
185 14,8
170 15,25
193 15,25
170
- 15,25
AlU vanaf 9/1972
193 15,25
Al (2CV4) Al (2CV6)
193 15,25
, Al vanaf 9/1962 tot 3/1963 AlU vanaf 6/1955 tot 3/1963
Al
AlU
vanaf 3/1963 tot 9/1965
Al vanaf 9/1965 tot 2/1970 AlU vanaf 9/1965 tot 9/1972
Lengte van de stelstukken (in mm) ACHTER
VOOR 191
173
644
173
173
600
642
173
182
600
642
173
182
170 15,25
593
611
109
109
189 15,25
593
632
109
109
Al (2CV4)
o
Al (2CV6) vanaf 2/1970 tot 10/1971 Al (2CV4) Al (2CV6)
vanaf 10/1971 tot 9/1972
vanaf 9/1972
Veerpotten gemonteerd opde typen DYANE - DYANE 4 - DYANE 6 AYA vanaf 8/1967 tot 3/1968
AYA 2 vanaf3/1968 tot 12/1968
185 14,8
170 15,25
600
642
173
182
193 15,25
170 15,25
600
642
173
182
193 15,25
170 15,25
593
632
173
182
225 192 17,15
238
642
618 600
197
197
17,95
AM tot 3/1969
192 17,15
205 17,95
623
623
197
197
AMB tot 6/1972
195 18,2
243
623
644
197
197
AM van 3/1969 tot 6/1972
160 18,2
222 18,65
575
611
197
197
AM vanaf 6/1972
160 18,2
222 18,65
575
611
197
197
AMB vanaf 6/1972
160 18,2
222 18,65
611
632
197
197
AYA 3 vanaf 1/1968 tot 10/1968 AYB vanaf 10/1968 tot 12/1968
AYA 2 '
A YB vanaf 12/1968 tot 9/1972 AYA
AYB vanaf 9/1972
o
Veerpotten gemonteerd op de typen AK
Aile typen AK van 9/1962 tot 5/1968 Aile typen AK vanaf 5/1968 Veerpotten gemonteerd op de typen AM
19
o A 111- 7(
HANDELING NO. A. 434-3: Revisie van een veerpot
Hand. A. 434-3
3
A, 43-50
~ -~
2
~!~I ~ ii
3
~I~L
-1
VOO R
11
o
OPMERKING: De veren zijn herkenbaar aan de draaddiameter en de wikkelrichting
Voorveer: wikkelrichting linksom Achterveer: wikkelrichting rechtsom Het voorste gedeelte van de veerpot is herkenbaar aan de ingeslagen letters A V.
ee
z
::
PL /576
-'
:J
:; Z
7. Maak de veren gereed:
--
-'( N
Daar de belastingproeven zeer zwaar zijn vereist de controle van de veren zeer gecompliceerd gereedschap;
'" '"
W
o
contra
aCD z
i --
0. w a:
leer daarom slechts de draaddiameter, de wik-
kelrichting en de vrije hoogte van de veer (zie tabel).
~"'~''~".
8. Controleer de veerpot:
o
Bevochtig de binnenzijde van de veerpot met uitsluitend ricinusolie.
9. Maak de veerschotels (1) gereed:
4
5
6
7 Drenk ze gedurende ca. 15 minuten in een bad van
ricinusolie op kamertemperatuur en laat ze uitdruipen.
10. Maak de trekstangen gereed:
Identificatie (zie tabel). ,Smeer de kogels met TOTAL MUL TIS-vet.
11. Monteer de veerpot: +, a) Plaats in het huis: de achterste veer (2), (wikkelrichting rechtsom),
de veerschotel (1) de achterste trekstang (3),
o
b) Plaats op de voorste trekstang (4):
de veerschotel (4),
de voorste veer (6), (wikkelrichting linksom), de voorste slu itplaat (5),
Schuif het geheel in het carter. A 111- 71
4 HANDELING NO. A. 434-3: Revisie van een veerpot
12. Las de voorste schotel vast:
PL,51 a) Plaats de bij de demontage gemaakte merktekens
.
tegenover elkaar.
AVANT
Controleer of de schotel loodrecht staat op het hart van de veerpot. b) Voer een ononderbroken vlambooglas uit, of, bij gebrek daaraan en, lassen met een lasbrander
'~
13. Bouw de veerpot op:
6
3 4 5
2
1
Plaats achtereenvolgens: a) Op de voorste trekstang: ae rubber aanslag (6), de moer (8), PL. 51
o
de stelmof (4) (zie tabel) met de moer (3). de stofhoes (2). het stelstuk/kantelmeshouder (1).
ARRIERE
It
b) Op de achterste trekstang: de rubber aanslag (12). de moer (11),
de stelmof (10) (zie tabel) (met de moer (9)). de stofhoes (8), het stelstuk/kantelmeshouder (7).
12
11
10 9
8
7
o
o A 111-7:
HANDELING NO. A. 442-3: Revisie van een stuurinrichting
REVIS
Hand. A. 442-3
IE VAN EEN STUURINRICHTING PL.
280
N.B.: Daar de stuurinrichting in de traverse is ondergebracht kan deze niet ter plaatse worden uitgebouwd.
Voor de revisie moet de komplete voortraverse/stuurinrichting worden verwijderd. (Zie overeenkomstige handeling).
DEMONTAGE
3502-T 1965"'T 1. Plaats de traverse/stuur op een steun (Steun MR. 630-
1
o
42/4). PL, 294
2. Neem de spoorstangen (1) los van de kogels (trekker 3502-T en stempel 1965-T).
C)
z
Zaag het anti-rammelplaatje door en verwijder dit om de trekker te kunnen plaatsen.
:J
.. :: ""
z.. ..
7'" '" '"
LU
3. Draai de moer (2) los en verwijder deze van de geleideveer van de tandreep (sleutel MR. 630-16/2).
om o z ..
iii
LU cc
o
Verwijder de veer en de geleider.
4. Verwijder plaat (3) en verwijder de schuifbare plaat
(5) en de stuurblokjes (4).
5. Verwijder de tandreep met de pijp uit de traverse.
o A 111-73
2 HANDELING NO. A. 442-3: Revisie van een stuurinrichting
6. Verwljder het rondsel
Bij de AMI 8 wordt het rondsel verwijderd bij demon-
tage van de astraverse, Verwijder de moer (1) waarmee het rondsel is geblok-
keerd. Verwijder zorgvuldig de borg als voigt: boor met een boor van 4 mm ø de centerpuntslagen "a" van de moer en verwijder de moer (sleutel 3503- T),
Verwijder het rondsel van het stuurhuis.
o
PL. 283
7. Tik het lager van het rondsel uit met een kraagstempel A via de binnenzijde van het stuurhuis,
Wagens uitgerust met een glijlager: Stempel:
- kleine diameter = 13 mm, lengte = 20 mm - grote diameter = 17 mm, lengte = 130 mm
PL. 285
Wagens uitgerust met een naaldlager: Stempel: - kleine diameter = 10mm, lengte 20 mm
o
- grote diameter = 15,5 mm, lengte 130 mm
o A 111- 7
HANDELING NO. A. 442-3: Revisie van een stuurinrichting
Hand. A. 442-3
3
PL, 289
8. Verwijder de splitpen (1) en draai de moer (2) voor de aanslag van de kogellos (sleutel MR. 630-16/2).
9. Plaats de stuurpijp (5) met de kogels in de stand zoals
hiernaast is aangegeven t.o.v. de kogelgeleider (3). Druk de zitting (9) terug met behulp van de kogel (4)
om deze uit de stuurpijp te verwijderen.
o
PL. 291
"z :J
10. Verwijder de stuurpijp van de geleider (3).
.. :: ;;
Z
.. .. 'ĂŞ
Verwijder:
N '" '"
W
oCD
de kogel (13),
o
z..
i
de zitting (12) van de kogel,
de tweede zitting (11),
0. w a:
de veer (6) en het afstandsstuk (10).
de derde kogelzitting (9). de vierde kogelzitting (8).
o
het afstandsstuk (7) van de stuurpijp.
,,~(" , :J _ ~r ~~.~ , ~
PL. 290
'C
3
Âż'.' " '.' ,',~'-,',- '::." - --,""-,-~ :~,,'"
~==~.: 11m! I~\\ 6 1 2 12 11 109 4 8 7
o A 111- 75
11. Maak de onderdeleii schoon.
4 HANDELING NO. A. 442-3: Revisie van een stuurinrichting
MONTAGE 290
PL.
" 2 ---=i-.lI...多1
A
~-,-=::: .ii\\ 13Tmr
3
Als de tandreep (2) opnieuw moet worden gebruikt, controleer dan of de kogelgeleider A goed geklemd zit en geen abnormale slijtage vertoont,
12. Vul de binnenkant van de kogelgeleider, de gaten in de
vier zittingen (5), (7), (9) en (10), de binnenkant van de veer (3), de binnenkant van de stuurpijp en de kogels met TOTAL MUL TIS-vet.
12 11 10 9 8 7 6 5 4 13. Breng in de stuurpijp (2) achtereenvolgens aan: het afstandsstuk (4), P L, 292
de eerste zitting (5), de tweede zitting (7),
o
de veer (3) en het afstandsstuk (8),
de derde zitting (9),
1
de kogel (13).
14. Plaats de aldus uitgeruste stuurpijp in de geleider (1)
6~
zoals hiernaast is aangegeven d.w.z.: de twee gaten "a" die het dichtst bij elkaar staan tegenover de tandreep.
Monteer de tweede kogel (6) en de vierde zitting (10).
o
P L. 289
15. Draai de aanslagmoer (1) en blokkeer deze (sleutel MR. 630-16/2) en draai hem weer 1/6 slag los.
Controleer of de kogels zonder spel ing en zonder zwaar te gaan kunnen bewegen.
Plaats de spl itpen door de moer en door de dichtstbijzijnde uitsparing, zorg dat de kop van de splitpen in de uitsparing valt.
Sia de poten van de splitpen plat op de stuurpijp zodat ze niet tegen de kogelgeleider aan kunnen komen.
o AIII-
HANDELING NO. A. 442-3: Revisie van een stuurinrichting
Hand. A. 442-3
5
16. Plaats het lager van het rondsel in het huis met behulp van een kraagstempel A.
ll 00
Gebruik het stempel dat ook bij de demontage dienst deed,
'"
.. CL
Het Is nlet mogelljk am een naeldleger te monteren in
een treverse voorzlen yen glljlegers (verschiiin dIameter).
a) Traverse met naaldlagers:
Breng het lager volgens nevenstaande tekening aan
en borg deze door stuiken van het metaal van de traverse bij "a" op drie gelijk verdeelde plaatsen (drevel van 3 mm). M
ll
b) Traverse met glijlager:
o ~
Plaats de expansieplug in het huis en sla deze plat
om hem te borgen. Vul het lager met TOTAL MUL TIS vet,
a CJ
17. Plaats de tandreep met de kogelgeleider die tevoren is ingevet met TOTAL MUL TIS vet in de traverse.
z
:: -'
:: :; Z
.. ..
18. Monteer het rondsel:
'i N '"
Smeer het lager van het rondsef in met TOTAL MUL-
"w o aJ
TIS vet alsmede de tan
oz ..
den van het rondsel. Smeer het
uiteinde van het rondsel in de taats in met gravietvet (type Belleville). Plaats het rondsel (3) in het huis (behalve bij AMI 8),
i
0. 0:
w
Draai de moer (1) met viltringen (2) aan en zet deze
o
vast met 10 tot 14 mkg (sfeutel 3503-T).
Borg de moer met twee centerpunten "a" tegenover elkaar.
''
00
'"
..
CL
19. Plaats de blokjes (6) over de staart van de kogels, Plaats de beweegbare plaat (7) die tevoren is ingevet. Monteer de schuif (5) van de beweegbare plaat. plaats de borgpen en de bouten (4).
let de bouten vast en controleer of de tandreep vrij door de traverse kan schuiven. Sia de borgpen om.
o A 111-77
6
''
0-
N
..
HANDELING NO. A. 442-3: Revisie van een stuurinrichting
20. Smeer de geleider (1) en plaats deze in zijn boring, Plaats de veer (2) en draai de moer (3) voorlopig aan (sleutel MR. 630-16/2),
0:
21. Monteer voorlopig de stuurpijp op het rondsel. 22. Draai het stuurwiel ea. tweeeneenhalve slag rond om de tandreep over zijn gehele slag te verplaatsen. Draai de moer (3) geleidelijk aan, zoek het zwaarste punt op, wanneer dat bestaat. Stel de druk van de taats (1) op dit punt at door de
moer (3) geleidelijk h'ยกrug te draaien. Het verplaatsen van de tandreep moet gaan zonder den voelt.
dat men de tan
N.S,: De moer (3) wordt niet geborgd (de druk van de ve~r is voldoende om te voorkomen dat deze lostrilt). Verwijder na de atstelling de stuurbuis, uu
(' uu
23. Monteerh't;rondsel (alleen AMI 8):
De ullelndellJkk' rrtage vlndt plaats na het aan-
o
brengen van de vo,ores !n de wagen.
a) Sreng een houten blok (A) (ongeveer 8 mm 'dik) in de as aan om de tandheugel op zijn plaats te hou-
den na verwijdering vanhet rondsel. b) Dieht met een rubber stop (4) het rondselgat at. 24. Monteer de spoorstangen: a) Plaats het anti-rammelplaatje (5).
b) Ontvet de konussen van de kogels en van de spoorstangogen. M
..
0:
Plaats de spoorstangen op de kogels. e) let de "Nylstop"-moeren (6) vast met 4 mkg.
Wanneer men niet besehikt over de steun MR. 630-42/4 kunnen de moeren pas worden vastgezet
na montage van de as, wanneer de auto op zijn
wielEm staat. 0 Verwijder het atstandsstuk en zet de "Nylstop-
moer vast met 4 mkg. 1e) Het is absoluut verboden een "Nylstop"-moer
te monteren op kogels met een splitpengat . (model/en tot mei 1965). hierdoor besehadigd
de nylon ring van de moer zodat deze zijn remwerking verliest. 2e) De "Nylstop"~moer kan meerdere malen wor-
den gebruikt als de nylon ring in goede staat
a M
..
verkeert; tijdens de montage moet hij zwaar draaien; hij mag niet met de hand aangedraaid kunnen worden,
0:
25. VerwlJder de vooras ull de steun.
o AIII-
Hand. A. 453-3
HANDELING NO. A. 453-3: Revisie van de hydraulische remorganen
i. REVISIE VAN EEN HOOFDREMCILINDER
(Aile typen, behalve hoofdremcilinders met centrale aanvoer via klep)
S'HĂŹS
0
'.~' '''-Ă!:;:~,
0
2
1
3
-~
\
It
4
5
\6
i
8
7
DEMONTAGE
PL, 522
OPMERKING: Voor het uitvoeren van deze handeling op wagens met een hoofdremcilinder op een hangend pedalenstel moet men het stel verwijderen zonder de hoofdremcilinder los te nemen van het pedalenstel.
-,.
''1ir.?).
o
1. Tap de olie af en verwijder het remvloeistofresenioir
(9).
9
2. Verwijder (afhankelijk van de uitvoering) de stofhoes
(10).
~ ~~
3. Verwijder de borg (2).
.tIO
4. Verwijder de splitpen en verwijder (afhankelijk van de
uitvoering) de pen van de drukstang (1). Verwijder de drukstang (1). 5. Verwijder:
8ll7 ~~.~ 6 5 4~3 (2
de aanslagring (3), de zuiger (5), .. de cup (6),
de veer (7), de klep (S),x.
Verwijder de cup (4) van de zuiger (5).
o A III 105
6. Maak de onderdelen schoon:
a) Maak aile onderdelen schoon met alcohoL. Ge-
bruik, bij gebrek hieraan, speciale zeer schone remvloeistof, ieder ander produkt uitgesloten.
2 HANDELING NO. A. 453-3: Revisie van de hydraulische remorganen
A. 45-5
o b) De boring van de hoofdremeilinder mag geen enkel
roestspoor noeh besehadigingen vertonen; wanneer
dat wel het geval is moet hij worden vervangen. PL 522
Controleer of de gaten "a", "b" en "e" niet zijn verstopt.
12 1
c) Bevoehtig aile onderdelen met remvloeistof voor
de montage.
11
2 MONTAGE
10
o
7. Sehuif in het huis van de hoofdremeilinder:
de klep (9), de veer (8),
de primaire cup (7), de zuiger (6) met de cup (5).
9~~~.~, 8 7 6 5 4
o
Plaats de aanslagring (4). Druk de veer in en plaats de borg (3).
8. Monteer de drukstang. Plaats de pen en de splitpen (afhankelijk van de uitvoering).
9. Monteer het remvloeistofreservoir (1) op de hoofdremeilinder. (Wagens met niet-hangend pedalenstel)
Plaats een koperen ring (10) tussen de hoofdremeilinder en het reservoir en de stalen ring (11) tussen de
nippelbout (12) en het reservoir.
10. Plaats (afhankelijk van de uitvoering) de stofhoes (2).
o A III 1
HANDELING NO. A. 453-3: Revisie van de hydraulische remorganen
Hand. A. 453.3
II. REVISIE VAN EEN HOOFDREMCILINDER MET CENTRALE AANVOER VIA KLEP '" '9
LI
~
0:
o
b
LI
c
""
2
De hoofdremclUnders van de wagens ultgerust met trommelremmen op de vier wlelen hebben een rest-
drukklep blj "a". DEMONTAGE (. z ::
1. Verwijder de borgpen van de zuiger:
..
:J
:; Z
Gebruik een boor van 3 mm ø.
--
--
Plaats de boor horizontaal in een banksehroef. Breng
'7
de hoofdremeilinder zodanig aan dat de boor in de
N '" '"
borgpen valt.
W
o in o
z
6
7
i
--
5
4
3
Draai de hoofdremeilinder nu kloksgewijs en trek hem ken.
tegelijkertijd terug om de pen uit te trek
Ii
w a:
2. Verwijder:
de zuiger (2),
o
i I
de klep (4) en de veer (5),
I:
de veer (6).
i I
I-I i I
I:
tjes.
4. Maak de onderdelen schoon en controleer ze:
i
'" '9
Maak de onderdelen schoon met alcohoL.
LI
~ 0:
3. Verwijder de cups (3) met behulp van koperen spate/-
6
5
4
3
Gebruik bij gebrek hieraan uitsluitend speciale zeer schone remolie. De boring van de hoofdremeilinder mag geen sporen van roest of besehadigingen vertonen; vervang hem als
dat wel het geval is. Controleer of de openingen "a", "b" en "e" van de
hoofdremcilinder niet zijn verstopt. Bevoehtig voor de montage aile onderdelen met remvloeistof.
o A 111- 79
~
N
, i!i,. .
'. .oil '.~ ~'''-"'
~
4 HANDELING NO. A. 453-3: Revisie van de hydraulische remorganen
MONTAGE
11126
5. Plaats de nieuwe cups (3) op de zuiger (2).
6. Sehuif de veer (6) met de klep (4) en zijn veer (5) en zuiger (2) in de eil inder (7).
De zuiger moet z贸 worden geplaatst dat de twee nokjes ..a" en "b" zieh in de symetrie-as bevinden van de
hoofdremei Ii nder. 7. Druk de veer in en houd de veer met de klep en de
zuiger tegen met behulp van het gereedsehap MR. 630. 73/1么.
8. Plaats een nieuwe borgpen (1) in de boring.
De gleuf "e" van de pen moet zieh in het hart van de
hoofdremeilinder bevinden en naar aehteren zijn ge.o rieht. 9. Druk de pen in de boring.
Verwijder het gereedsehap MR. 630-73/16.
Controleer of het geheel goed werkt. 11127
MR.630-73A6 6-::"...~w-~ -. .
T__ ---....,,.~L ..,~.~-",-',..,~..._':-, 11125
/ '
3
4 5
11 123
6
7
A II
Hand. A. 453-3
HANDELING NO. A. 453-3: Revisie van de hydraulische remorganen
5
III. REVISIE VAN EEN WIELREMCILINDER (met cups)
DEMONTAGE
1. V erwijder:
de stofkappen (1), de zuigers (2), de cups (3), de veer (6). PL. ? 46
2
o
3
4 5 6
))
3
2
Draai de ontluehtingssehroef (5) uit.
2. Maak de onderdelen schoon. Gebruik uitsluitend alco-
hol of zeer schone remvloeistof met uitsluiting van elk ander produkt. De eilinder mag geen enkel spoor van roest of besehadiging vertonen; vervang de eilinder eventueel.
MONTAGE
3. Bevoehtig de cilinder en de cups met speciale rem-
vloeistof.
0'
Plaats in de eilinder:
een zuiger (2) met een stofkap (1), een cup (3), de veer (6),
een cup (3), een zuiger (2) met een stofkap (1).
4. Monteer de ontluehtingsschroef (5) met het kapje (4).
o A III 109
6 HANDELING NO. A. 453-3: Revisie van de hydraulische remorganen
IV. REVISIE VAN EEN WIELREMCILINDER (met O-ringen)
\.
PL 438
DEMONTAGE 1
1. Verwijder:
de ontluehtingssehroef (1), de stofkappen (2), de zuigers (4),
de borgveren (5) (afhankelijk van de uitvoering), de O-ringen (3) uit de zuigers (4).
2
4
3
f5
(Gebruik een koperen draad A waarvan het uiteinde
4
3
2
geplet is om de O-ringen te verwijderen.)
PL 534
o
2. Maak de onderdelen schoon. Gebruik uitsluitend alcohol of een speciale remvloeistof, elke andere vloeistof
heeft een snelle vernieling van de rubber delen tot gevolg.
De eilinder mag geen enkel spoor van roest of beschadiging vertonen; vervang de eilinder eventueel.
MONTAGE
A 3. Monteer: A _ 45-1
2
4
de borgveren (5) (indien aanwezig). Rieht de bek- 0
2
ken zodanig dat de toevoerleiding geheel vrij ligt (zie figuur hiernaast).
de O-ringen (3)op de zuigers (4), de zuiger (4) bevoehtigd met speciale remvloeistof, de stofkappen (2), de ontluehtingssehroef (1) met het kapje (6).
5
6
o AII1110
HANDELING NO. A. 453-6: Revisie van de hydraulische remorganen
Hand. A. 453-6
(Wagens uitgerust met schijfremmen)
~)
REVISIE VAN EEN VOORREMUNIT
2
o'"
3
5
DEMONTAGE
1
1. Kaal maken van de remunlt: Verwijder de remblokjes (3) van de handrem. Verwijder de bouten (2) en de excentrieken (4). Verwijder de hefbomen (5) en de veer (1). Verwijder de bout (6) en de twee remunithelften. Verwijder de vergrendelveer (8) van de remblokjes. Verwijder de anti-piep veer (10). OPMERKING: Verlies de stelringen (7) niet.
5
2. Kaalmaken van de remunltshelften: Verwijder de O-ring (12) en de leiding (11). Verwijder de zuiger (9) door perslucht door het leiding-
LI (j
gat (11) te blazen.
Verwijder de reehthoekige pakking (13) en de stofring (14).
o ~i.
3. Reinig de onderdelen met benzine. Droogblazen met
LI
perslucht. OPMERKING: De zuigers (9) mogen geen enkele kras of andere beschadiging vertonen. Vervang ze zonodig.
MONTAGE (. z ::..
4. Opbouwen van de remunlthelften: a) Smeer zuiger en boring in met lHM.
~ :;
z..
OPMERKING: Pakkingen na elke ingreep vervangen.
--
7'"
'" '" w
8
oin
oz ..
iIi
c -- 9
10
11
b) Monteer:
- de rechthoekige pakking (13) in de groef "a",
12
.
w a:
o
Schuif de zuiger (9) in de boring met het holle gedeelte "c" naar de buitenzijde gekeerd. Breng de leiding (11) en de O-ring (12) aan. Monteer de anti-piep veer (10).
OPMERKING: Monteer de uitsluitend "tweede montage" veren (met omgebogen voetje, zie afb.).
14-C :J
c) Monteer de vergrendelveer (8) van de hoofdrem-
13~~
5. Stel de remunlthelften samen: Zet ze tegen elkaar met het tweede veereinde (8). Breng de stelring(en) (7) en de bout (6) en moer aan.
blokjes.
~ b co
- de stofring (14) (twee lippen) in de groef "b".
8
6. Opbouwen van de remunlt:
Monteer na deze delen licht ingevet te hebben: - de hefbomen (5), - de excentrieken (4)
RESSORT
- de bouten (2) (zonder ze vast te zetten)
ANTI-BRUIT
- de veer (1). Stel de excentrieken (4) zodanig af dat de remblokjes (3) zoveel mogelijk speling krijgen. Monteer de hand-
~
remblokjes (3) en houd deze op hun plaats met een stuk rubber.
o
i e
montage
I' a-
Ll
I' A 111.81/0
montage
o
o
o
o
u
LlJST VAN SPECIALE GEREEDSCHAPPEN BEHOREND BIJ DEEL 3 VAN REPARATIEHANDBOEK 621
N.B.:De gereedsehappen die met een *) gemerkt zijn worden niet meer door FENWICK verkocht en moeten gemaakt worden
volgens de bijbehorende MR.
NUMMER MR.
OMSCHRIJVING
NUMMER VAN HET VERKOCHTE GEREEDSCHAP
ALGEMEEN
MR.
630-41/3
.................................. .
MR.
630-43/15
Motorsteun ............................................
MR.
630-43/4
Kriksteun .............................................
MOTOR
o
Voet voor motorsteun
Tapeinduitdraaier .......................................
................. . ................. . ................. .
Zuigerpentrekker (2CV) ..................................
MR.
Zuigerpentrekker (3CV) ..................................
MR. 630-23/6
Sleutel voor oliefilterelement ..............................
Trekker voor toplager ....................................
(. z :: ..
:J
:; Z
--
Zuigerpenbustrekker ............ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
MR.
Zuigerveermontagering (U-FLEX) ..........................
................. .
Stempel voor uitdraaien vliegwiel (2CV) ......................
MR.
630-35/9
oin
Stempel voor uitdraaien vliegwiel (3CV) ......................
MR.
630-35/19
I
Stempel voor montage van oliedrukontlastklepzetel .............
MR.
630-31/90
Roller voor zetel ontlastklep ...............................
MR. 630-31/91
Stempel voor aehterste lagerkeerring (48 mm ยกP) ................
MR.
oZ
00
0. w a:
o
Stempel voor achterste lagerkeerring (52,5 mm cp) ..............
Stempel voor aehterste lagerkeerring (56 mm ยกP) ................ Stempel voor montage van een top
lager ......................
Zuignap voor kleppenslijpen ............................... Controlepen voor het ontstekingstijdstip .....................
MR.
lager ............
Zuigerveermontagering (66 mm cp) .......................... Zuigerveermontagering (68,5 mm cp) .........................
Zuigerveermontagering (74 mm cp) .......................... Stempel voor de- en montage van de zuigerpennen .............. Apparaat voor eontrole van de eentrifugaalvervroeging ...........
Ventilatortrekker ....................................... Trekker voor dynamoanker (6 volts) ........................ Wielewaalsleutel (6 x 9) ..................................
Cilinderkopsteun ....................................... Klepveerliehter (vervangt 1613-T) ..........................
A III - 83
3010-T
*3007-T
3004-T 3007-Tbis
630-31/46
................. . ................. . ................. . ................. . ................. . ................. . ...............,.. . ................. . ................. . ................. . .................. . .................. .
Stempel voor montage van een zelfsmerend top
o
630-34/25
................. . ................. . MR.
2410-T
630-23/9
to '" '"
w
1671-T
630-23/8
'7
..
1683- T
630-51/15
3052-Tbis 1654- T
3063-T 3010-T 1 699- T 1692 - T
3006-Tbis 2205- T
1677-T
3001-Tbis
3084-T 1615- T
LlJST VAN SPECIAALGEREEDSCHAPPEN BEHOREND BIJ DEEL 3 VAN REPARATIEHANDBOEK 621
2
MRNUMMER
OMSCHRIJVING
NUMMER VAN G HET VERKOCHTE GEREEDSCHAP
KOPPELING . VERSNELLlNGSBAK
Stempel voor uitdraaien vliegwiel (3CV) ......................
MR. 630-35/9 MR. 630-35/19
Stempel voor centreren van friktieplaat (spiebanen) .............
MR.
Stempel voor uitdraaien vliegwiel (2CV) ......................
630-31/10
Trekke'r (ve~vangt 1750;T, 1736-T, 1743-T) ...................
.................. . MR. 630-43/3 .................. . .................. .
C-vormigblokje voor demontage nokkenaslager ................
MR.
Stempel voor montage oliekeerringbus priseas .................
MR.
Konus voor montage veer op pignonas .......................
MR.
Stempel voor eentreren van friktieplaat (vertanding) ............
Versnellingsbaksteun ...... .' . . . . . . . .. . . . . . . " . . . . . . . . . . . . . . Wielwaalsleutel (6 x 9)' ...................................
630-27/8 630-32/14 630-31/34
Drukbout voor montagepignonas ...........................
.................. .
Stempel voor montage aehterste versnellingsbaklager ............
MR.
ire groep ........................
MR.
Blokkeringapparaat secunda
Afstelapparaat pignon/kroonwiel ...........................
Meetklok .............................................. Meetkloksteun ......................................... Klem voor vergrendelveer 2e-3e ............................ Afstelkaliber sehakelvork 2e-3e (dikte=1,8 mm) ................
Afstelkaliber sehakelvork 4e (dikte= 1,5 mm) ................. Afstelkaliber sehakelvork 4e (dikte=2,7 mm) ..................
Verlengstuk voor meetklok 2437-T ......................... Houder voor differentieel .................................
Meetkloksteun ......................................... Centreerring voor friktievork ..............................
Afstelsleutel voorremnokken ..............................
1713-T
1677-T 2405-T
*3151-T
3152-T
630-32/7 630-64/4
.................. . .................. . .................. . M R. 630-64/21 .................. . .................. . .................. . .................. . 630-64/13 .................. . .................. . .................. .
o
2045- T
2437-T 1754-T of Tbis
1786-T 1785-T 3163-T 2433-T
MR.
2041-T (of 5602-T) 3102-T 2126-T
VOOR. en ACHTERBRUG Steun voor voor- of achterbrug .............................
MR. 630-42/4
Set voor demontage dopmoeren en ringmoeren ................
.................. . .................. . .............,.... .
Sleutel voor ringmoer en dopmoer ..........................
........ 1".....0"'...
Stempel voor montage voornaaf ............................
MR.
Stempel voor montage naaflagers en -keerringen ................
MR.
Stempels voor montage traverselagers ........................
MR.
Montage voor eontrole van een draagarm .....................
MR.
Gereedsehap voor blokkeren van een draagarm .................
MR. 630-64/40
Sleutel voor TIM
KEN draagarmlager ........................
Lagertrekker voor voor- of aehterbrug .......................
1833- T
1829-Tbis 3321-T of 3301-T 3303- T of 3304- T
o
630-31/39 630-31/55 630-31/54 630-51/46
Universeeltrekker (vervangt 1813-T) .........................
.................. .
Roller voor wielbouten ...................................
MR. 630-62/6
2405-T
STUURINRICHTING Spoorstangtrekker ...................................... Stempel voor 3502-Tbis .................................. Sleutel voor binnenste spoorstangkogelmoeren .................
Sleutel voor rondselmoer .................................
.................. . .................. . 630-16/2 .................. .
3502-Tbis 1695-T
MR.
3502-T
o A III.
3
LIJST VAN SPECIALE GEREEDSCHAPPEN BEHOREND BIJ DEEL 3 VAN REPARATIEHANDBOEK 621
Ui
MRNUMME R
OMSCHRIJVING
NUMMER VAN HET VERKOCHTE GEREEDSCHAP
REMMEN
.................. .
3551 - T
van de drukveertjes der remsegmenten .......................
...... I............
3556-T
Stempel voor uitdraaien voorremtrommels ....................
MR.
Aehtertrommeltrekker ...................................
Gereedschap voor de- en montage van de eupjes
o
. 2118- T
Stempel voor uitdraaien voorremtrommels ....................
MR.
630-35/7 630-36/11
Stempel voor uitdraaien achterremtrommels ..................
MR. 630-35/12
. 3553- T
Stempel voor uitdraaien aehterremtrommels ..................
MR. 630.35/17
. 2135- T
Roller voor klemmen van de remstelnokken ...................
MR.
Tas voor MR. 630-62/11 ...................... ...........
MR. 630-62/13
Centreerapparaat voor de voorremvoeringen ................... Centreerapparaat voor de aehterremvoeringen ................. Centreerapparaat veor de aehterremvoeringen .................
630-62/11
.................. . .................. . .................. .
3570-T 2113-T
3555-T
Gereedsehap voor tegenhouden van de plunjer van de hoofdremeilinder ..................................
MR.
630-73/16
(.
z
..:J :J :; Z 0( 0(
:7 '"
DIVERSEN HELICOIL-set .........................................
.................. .
2467-T
Handremsleutel ..............................................
.................... ...
2115- T
'D
:. w
oa: oz
0( 1:
Ii
w a:
01
o A 111- 85/0
\0
o
o
o
TEKENINGEN VAN NIET.VERKOCHT GEREEDSCHAP
1 Algemeen
u MR.
63.41/3
60
,70
300
8
I.
,i.'I i
40
I,II" 'I
i
o
c
Detail van de plaat A
~.
.
'"
"',
doorsnede XX'
"::
c:
o
~
10
15
x
8
i
I
I
i
o
,øL '~' -f--E ,-
0.8,5 ,1..
-(in)- -' .... '
'''iø'l
1"
70 I .
,. . ;~
-.. l~_..... I
I.L
.-. I~"',. -,'
-\' ., )(
A - Bevestigingsplaat, plaatstal van 8 mm dikte
B - Fiber blok volgens lengte
o A I" 115/0
C - getrokken rond, hoogte en diameter afhankelijk van de krik
- Bevestiging van de plaat door 4 bouten met verzonken kop 8 cp, 40 lang
,
u
o
o
o
2 ~otor 1
TEKENINGEN VAN NIET.VERKOCHT GEREEDSCHAP
u MR. 630-23/8
Koperen ring gelijmd op stalen ring Stalen ring 34 q" dikte 3 mm Afschuinen op 30° na
~~
bevestiging van de ring
~
1".38
- )Ø1SA
B
7
',, ,
7S
o
/': "'./
..I
A - Staten ring 27 q, x 8 - dik 3 B - Stalen pijp 21 q, x 30 of 21 x 27
'-
C - Staal C3 - overal - hoeken afronden
I D / /
D . Staal C3 8 )(125
~_ 20
J!---i~l----~~== -i---~--~_n -==~---~
MR. 630 - 23/9 o
..0.22-01 . ~
-Ø~' .I I
o
4
--
, .
/'
. / I
, -
l
2
Hoeken afronden
i
120
/
Ø=31
- Ø..26.5 -. i
~=1Q.x1.50
i
i I i
1ò4S:
ii
Gereedschapstaa I
37
c=
o A III 117
!
-.-=
-:_ _ !.. 2 moeren 10 q, x 1 ,50
i~
L i
Ø:29 _I
2 Motor 2
TEKENINGEN NIET-VERKOCHT GEREEDSCHAP
u H
/ rD
./
/
MR. 630-23/16
c
------
Tekening
..
iP 34
koper
,K
Gelijmd
Merk Aantal Materiaal Afmeting
1
J
G
.I
Gelast op de draadstang
A
l-
A
B
o
Ø.34 I ø.25-1
-II I I r
dik 3
i
Voor h~ bURiigen . 60:
B
gereedschapstaal
1
t
Na buigen
L ,..4°1
dikte 33ø Ø.34. 21 iP 34
7S
c
1
D
1
plat 25x3
L=30
E
1
staal
iP 8x1 ,25
G
1
pijp 21 x27 L=75
draadstand iP 8 x 1 ,25
L=225
L_nu~~~ ' ~: 5 30 12
~ 1S
f-'-- - I"~ ~I.
H
1
staal L=20
gereedsehap- iP 19 staal dikte & 7
2
staal iP 8x 1 ,25
:1-
20 6 kant 14 mm
,
Ø.14 -
--va: ~ __~.19~
--7
_ ._ . Ø.14.S
--
-- '1. r Ø.8 5
iII
r
Ij K
-
-
3
1
o
22S
-L.
J
Ø.10
Standaard moer
_~.8x12S sleutelw. gereedsehap- 14 mm
~
.-
r-
1
Standaard moer
o A III 11E
::
~
-..
bewerking overal
C 35 getrokken
.0.50--_.----
1,5 à 45.
.0= 21 8
o
106
Manuel 621-3
/)-ø=ttpCJ_~ 1i5
~-_._.--
0= 35
td5. ~.
1,så45°
,/
MR 630-35/9
o
t
t ~
~~:8x12S
steekeirkel 43
MOTOREN vanaf mei 1968
106
---1=-16
I
1 à 45:
2_xQ.S
lQ
steekcirkel 39
MOTOREN van voor mei 1968
1 à ~5~
Gereedschapstaal, gehard hardheid R90
Ø-6 I
Ø=22 -8,05
MR.630.3~9'
o
c
77
II
i:
'f
S'
!:
::
CD
c: ....
1! :r ia
o ~ ~
,,
.
w
~ '"
:E
gn
m :D m m
G)
--
,,:D on :E
m
c:
ñi --
Z Z
m
G)
Z Z
--
,,mm
,I\ ..
..
=
;;
f
e
o
d 3
drukstuk
hoek van
Versterkings-
Drukstuk
Versterkingshoek voor zijstuk
Zijstuk
e
2
Juk
b
a Voorste steun
Merk Aan- Omsehrijving tal
draad tappen
I
~
k~
c
_. . ____l_ i
J
MR. 630-4/3
'"
b
o
d
o
c'
o
Plaat dikte 5 mm
I
po
.
55
h
9
C~:
'V
):
o en n:r
m :u m m
Ci
--
:r
~ o n
:u
.( m
--
m
Z Z
m
Ci
Z Z
m ~ m
--
.&
w
1~
s'
!:
:s
::
~.
i
~ o
i-
2 ~otor 3
TEKENING NIET -VERKOCHT GEREEDSCHAP
o MR. 630.31 46
610.31 90
MR.
1 g~5~
ml
1ò"S'
, , ,
kl. -=11 . 80
(gekarteld) '120
/'./'./3';.
2S0
I i
0
Ø.8
I i
I i
10
~.s.. Ø..10
I
7 5tC.1
1
21,5
ø",8-8,1 Gereedsehap staal
1 à 45.
MR.630-"3I"
MR 630_31/91 ,
R.1o R.15
R_12
1 è ~5
o
,/'
/'
1
138 1~
250
J
q,10:l 0,05 op 20
Ø".8
voor centreerstift ø.7, '.1
I . 4! :lS
3
konus beandeld 90/100 kg scer-
pe hoek
-- I
~5 r -----:
¡'"
q, 4,8 gehard in de roller ./
o A III 119
19
9S
I
"-1
I
.1 i
gereedschapstaal
i~ 25 Plaatstaal10 mm dik
Deze steun moet op de voet worden
~!
gemonteerd
MR 630.43 15
4 Motor 2
TEKENINGEN NIET.VERKOCHT GEREEDSCHAP
u MR.
630-34/25
110
70
40
-46 2ò 45-
ø- 9
o
+0,025
=220 F
-moer
ring Ø=10
70
o 0=35
aanzieht volgens F
o A III 12(
TEKENINGEN NIET-VERKOCHT GEREEDSCHAP
o f
85
1
o
l
270
~ 60
l i ..15
u:.r Gereedschapstaal 60 x 12
MR.
630-51/15
r":1
_rk,6
o
65
136
107
248
-r"=6
94
o A 111121/0
- Zachtstalen draad -
- Uitgeslagen lengte 340 -
2 Motor 5
u
o
o
o
):
W
N
-..
bewerking overal
C 35 getrokken
----- ---
0.50
1,5 à 45'
0- 21 8
o
r-----
Manuel 621-3
106
//~0=a_PQ,S 1£5
=F1'5 --~~ ø: 35
._-----.
1,sà4S0
,/
MR 630-35/9
c
t
1à4 a
~
~~=8_x12S
steekeirkel 43
MOTOREN vanaf mei 1968
Ln
106
I
1---1=
16
I
ø 6
I
1 à 45:
2_x q,~
lQ
steekeirkel 39
MOTOREN van voor mei 1968
1 à 45~
Gereedsehapstaal, gehard hardheid R90
Ø=22 -8,05
MR.630.3~9'
o ;
O. -
'1
ie cr Do
='
!:
::
....
CD
S' ca C:
!!
o i: i:
"=
..
w
~ ."
o nen::
m :: m m
G)
--
,, o n::
::
m
C:
--
m
Z Z
m
G)
Z Z
-m ,,m
,I\ ..
..
~
o
drukstuk
f hoek van
Versterkings-
e Drukstuk
zijstuk
d 3 hoek voor
Versterkings-
Zijstuk
e
2
Juk
b
a Voorste steun
Merk Aan- Omschrijving tal
draad tappen
I
~
k65
o
_. . __._l_
J
MR.
630-4/3
'"
b
o
d
o
':, '
,,
! i i , i I , I I , I I ,
i ,
f' ,
0
Plaat dikte 5 mm
I
55
h
9
c
C:
~ ""
n::
m C tn
:: m
m
C)
~
no ::
'"
::
m
~
m
Z Z
m
C)
Z Z
'" m
~ m
,.
W
=-
i
..
5'
!:
ID
c: :: ~
~.
i
0
~.
i-
TEKENINGEN NIET.VERKOCHT GEREEDSCHAP
o
3 4 Koppling-Versnellngsbak 3
MR. 630-64/4 110
so
20
"
- -- 15 7.5
11
100
o 3S
20
MR.
r-
o
Gereedschapstaal
630.64/13
MR.
16.5lQS
~I r I-
-I
118
630-64/21
i
f
6
T-
ø.7, 5
-I 23 ;..
70
r "i ~ i
136, 5
9~
1 '~'~-l-~ o A II/ 125
2 del
r-
""i
, .. l
t 121,S
$ 20
2 Ø.7,5
T 20
en
gereedsehapstaa I
Materiaal: zaeht staal of ander hard materiaal
4 Kopllnl,V'n..I"..k 3 4
TEKENINGEN NIET-VERKOCHT GEREEOSCHAP
MR . 630-31/ 10
ü
MR. 630-31.34
~I
i
æ
++
oN
'9
~
I
-----~ I
(
i
gg, ~
~ 1-
++
of
N " 'S
Gereedschapstaal
. MR. 630-32/7
23x 3Oof24x 31\
'4 Gereedschapstaal behandeld op 90 kg
MR 630-32 /1~
i 1 i I 1 I I I I 1 I i I
Stalen pijp
~. ~ .
~
10
I i
~-'_-!~-
Ø.3..
I I
--
I I I 1 I I 1
o
i 1 I I
I¡
i :
-I i i¡ Ii :! I
150
i
I __ 10
-- r Ø, I
Gereedschapstaal
Gereedschapstaal
o A III .
3 4 Koppling-Versnelllngk 5
TEKENINGEN NIET VERKØCT GEREEDSCHAP
o MR. 630.21/8
cP = 80
--l---I
.0
=: 52,5
I
et°
Gereedschapstaal
o
o A III 127/0
o
o
o
o
7 8 Voor- e~ Achterbrug
TEKENINGEN NIET .VERKOCHT GEREEDSCHAP
o
MR 630_31/54
MR 630.31/39
:35_0.5 2 à 'S~ _0.1
- u Ø=70 ,- f'
1
i ! i !
----1----- i -= ---I i
i
20:
150
200
o
ii i.--=~~----i ' i i iI I,
50
o
~=22.s -0.2
f-_~=7~~
1 à 'S~
Gereedschapstaal
Gereedschapstaal
MR-630-31/55
MR 630-62 / 6
3 a 45°
o
"5'
100 QJ 25 130
150
Ó 30
i do!
o
(') ,12,2
Gereedschapstaal
A III 129
Gereedsehapstaal uiteinde gehard en ontlaten
2
Voor. en Achterbrug 7
TEKENINGEN NIET.VERKOCHT GEREEDSCHAP
8
o MR.630-""2/",
61
66
8
30
o
62
725
100
61
360
61,~ _ '1
驴f63
9'0
1.065
i
---'--
3 0
~'I =~ -1
= ---- = - -.--
J
1120
~ - ~r-
- -I - m J
1065
t ~- - ~
6S
:1- _ j
-~r
没
J'.,
~.'. Ii."'(' S~__rl! 651. ==== =~~ 661
. 150
j
67 \R=max. 5, 2 gaten yen 11
o A III
4 Yoo- en Achttrbrug 7 8
TEKENINGEN NIET.YERKOCHT GEREEDSCHAP
o MR.630_64/40
r = 80 (bij benadering)
r.67 69.3
--
i
.__._._._.--L._.__. ! .
//
./
~ i:
~!
80 .1000
rr . Materiaal: Plat 4O8
/I :" :"
1I Uitgeslagen lengte 1200
i
o
o A III 132
8
1
TEKENINGEN NIET-VERKOCHT GEREEDSCHAP
Voor- en Achterbrug
o MR 630_51/46
--,
_7!s:~-' --
F1/1F2 Max. afwijking 0,02 t.O.V. YY' Hoeken afschuinen overa!
S-20 r 0.7 spoed 1 -- -I
,
,'".
0.200
~E
0.190 165
Boring Øo
F1vw
2.79 ~Ö~
ø.0 I 0."6 ~0.3S'~025 vw
,~
y1ò"S'
y l' "S'
tp 1 en tp 2 concentrisch op 0,02 mm nauwkeurig F1/1F2 max. afwijking 0,02 mm t.O.V. XX' overal S
79 r--- - . 16.S
~ "5
100
1S0
40 (max. 005 mm uit het middn)
overal'.
B
o
~~---I ._.__. Ø.17_&o5
i
Ä- ~'--
A III 131
i ,
400 2 (max. 0,05 mm uit het midden)
overal.J
~ ~
10 Stuurinrichting
TEKENINGEN NIET-YERKOCHT GEREEDSCHAP
o MR.630.16/2
" .. L, " 8
/'
17
o
20
);: /'/"
/'
MR 360'\. A. 23,6
MR 36.2- A.20,3 MR 36.3 - A.21,6
o
01 A III 133/0
:///'/'
Gereeschøpsl Giilte B behandeld op 90 kg
o
o
o
o
11
TEKENINGEN NIET VERKOCHT GEREEDSCHAP
o
Remmen
MR. 630-35,'12
SKF-moer:KM12
Inslaan 3553-T
6 (zonder schroefdraad)
-0,10 Ø..7" -0,'5
.~o s2.oo
.£,30
4 i I ¡Ó,~O,2.oo
---
// ._.,-//
o 2.;' I4S.
3à4S. 30'
2.
o cc
z
:: ..
:J :; Z
i90
---
:z CO '" '"
w
o in o z-1: n:
MR.
w a:
o
630-35/17
-0.07
~. 72. _ 0,40
4.. "5. C35 koud getrokken S.
x II
)(
C35. i.
70
o A 111- 87
3
i 0
1
2
Remmen
11 TKENINGEN NIET VERKOCHT GEREEDSCHAP TEKENINGEN NIET VERKOCHT GEREEDSCHAP
o MP 630-6213
MR. 630-62 '11
150
25
o
15
35 At schuinde hoek
Gereedschapstaal. gehard en ontlaten
Gereedschapstaal, gehard en ontlaten
MR 630_52/34
MR 630_73/16
36
/
=
o
II I,
20
Getrokken gereedschapstaal ¡P 5 mm uitgeslagen lengte ca. 210
20 SO
--110
l. o
'-
./
lengte totaal - 120 -
Materiaal A Plat ijzer 20 x 6 B Stalen buis
ø--I niet belangrijk O. 1-
A 11-
11
TEKENINGEN NIET VERKOCHT GEREEDSCHAP
o
Remmen 3
MR. 630-35/7
hoeken ahchuinen
t/;. 30
A
o
cente aan elk uiteind beherme
Scher
'0 hOOk-m ..I
200
,~ Vlak F vlakken op 0,02 mm nauwkeurig, op een diameter van 110 iP iP 72 concentrisc met de as AB op 0,02 mm nauwkeurig op draaibank
MR. 630-35/11
o
--
- 0.01
F
i=115
ip = 81 - 0.02
Ă“.30
Hoek afschuinen
Center aan elk uiteinde beschermen
50
200
o
Vlak F vlakken op 0,02 mm nauwkeurig op 115 iP iP 81 concentrisc met as AS op 0,02 mm nauwkeurig op draaibank
AlII
137/0
J