De crisis van 1929
was je eigenlijk in ĂŠĂŠn klap een stuk armer geworden. Mensen gingen
Oorzaken
failliet, ze waren helemaal blut.
Voor Amerikanen uit de jaren ’20 was
Sommige mensen hebben op die dag
het heel normaal om spaargeld niet op
zelfs zelfmoord gepleegd, omdat ze
de bank te zetten maar te beleggen in
het helemaal niet meer zagen zitten.
aandelen. Beleggen was erg populair, en omdat de Amerikaanse economie in de lift zat kon er snel geld worden verdiend. Zelfs mensen met een kleine beurs belegden in aandelen. Vaak werd er dan geld geleend van de bank, om daar vervolgens aandelen van te kopen. Helaas had het bezit van aandelen ook nadelen. Zolang een bedrijf winst maakte kon je veel geld krijgen voor je aandelen, maar wanneer de winst daalde zou je minder geld krijgen voor je aandelen. Aandelen werden daardoor minder gewild en dus minder waard. Beleggen was dus niet zonder risico, het kon erg misgaan. En dat gebeurde in oktober 1929. Amerika De crisis begon in oktober 1929 met het instorten van de aandelenbeurs in de Verenigde Staten van Amerika. Donderdag 24 oktober 1929 was de ergste dag, het ging helemaal mis. Deze dag wordt daarom ook wel Zwarte Donderdag (Black Thursday) genoemd. Black Thursday Op deze donderdag in 1929 wilde iedereen zijn aandelen kwijt. Want die aandelen waren helemaal niks meer waard. Als je dus veel aandelen had,
Amerikaanse werklozen in de rij voor gratis koffie
In andere landen ging het daarna ook slecht met de economie, vooral in Duitsland. Een oorzaak voor de crisis die in Duitsland meespeelde was de grote schuld die zij moesten betalen na de Eerste Wereldoorlog. In het Verdrag van Versailles werd Duitsland als enige verantwoordelijk gesteld voor de schade die in de Eerste Wereldoorlog was aangericht. Hierdoor moest Duitsland tientallen miljarden goudmark betalen, verdeeld over ongeveer 45 jaar. Door deze herstelbetalingen had Duitsland niet veel geld. Daarom is dit een oorzaak voor de crisis in Duitsland. Maar het ging ook mis in Nederland. In 1930 waren er in Nederland ongeveer 100.000 mensen zonder werk. In 1936 waren dat er 480.000. Het was voor het eerst dat er zoveel werkloosheid in
Nederland was en dat het zo lang
bouwen, het Amsterdamse bos
duurde.
aanleggen en veel kanalen graven. Het was zwaar werk voor de werklozen. Ze
Steun
waren verplicht om mee te doen, maar
De Nederlandse regering probeerde de
kregen daarvoor een laag loon en ze
werklozen te helpen. Mensen die geen
mochten maar één keer in de twee
werk hadden kregen een beetje geld,
weken naar huis.
'steun' werd dit genoemd. Met dit geld kon de werkloze eten kopen en de
Zuinig
huur van zijn huis betalen. Voor
Hendrik Colijn was in die tijd minister-
uitgaan, sport of kleren hadden ze
president van ons land. Colijn wilde
geen geld. De regering wilde
dat Nederland heel zuinig was, want
voorkomen dat een werkloze er
de gulden mocht niet minder waard
stiekem een baantje bijnam. Een
worden. Zijn regering wilde dus niet te
‘zwart’ baantje werd dat genoemd.
veel geld uitgeven. Maar daar waren
Daarom moesten ze één of twee keer
de socialisten, die niet in de regering
per dag naar een stempellokaal. Daar
zaten, het niet mee eens. Zij vonden
kregen ze een stempel in een boekje.
dat de regering beter haar best moest
Als je aan het eind van de week alle
doen om werklozen aan een baan te
stempels had, kreeg je een uitkering
helpen. Het lukte de regering niet om
van de regering. Vaak moesten ze
de crisis op te lossen. Daardoor
urenlang wachten in een lange rij voor
gingen veel Nederlanders twijfelen aan
het lokaal. De werklozen schaamden
onze democratie. Volgens hen was er
zich hiervoor. Het was een
daardoor geen eenheid binnen de
vernedering, want iedereen kon zien
regering en bleef het probleem
dat je werkloos was. Dat was ook zo
bestaan.
met het fietsplaatje. Dit was een andere maatregel van de regering om
Einde van de crisis
de werklozen te steunen. Die hoefden
Vanaf 1936 steeg in Amerika de
namelijk geen fietsbelasting te
handel weer. Dit kwam doordat de
betalen. Maar dan kreeg je wel een
Amerikaanse regering besloten had
gaatje in het plaatje van de
om de dollar te devalueren. Dit
fietsbelasting dat voor op je fiets zat.
betekende dat de dollar veel minder
Zodat iedereen weer kon zien dat je
waard was dan eerst. Hierdoor werden
werkloos was.
ook de producten goedkoper. Mensen konden weer meer producten kopen.
Werkverschaffing
De handel steeg en de economie
Om de werkloosheid te verminderen,
groeide weer. Dit had gevolgen voor
bedacht de regering grote projecten
Nederland. Ook hier ging het
die veel werk opleverden. Zo liet de
langzaam weer beter. De crisis was
regering in die tijd de Afsluitdijk
voorbij.