Parkstad Limburg Bijlage bij Stedebouw & Ruimtelijke Ordening 2005/3
Colofon
inhoudsopgave 3
Deze publicatie is tot stand gekomen in opdracht van het Vitruvianum, Centrum voor Architectuur in de Euregio Maas-Rijn te Heerlen en verschijnt als supplement bij S&RO 3/2005. De publicatie vormt de afsluiting van de manifestatie ’Ontwerpen aan Parkstad Limburg’, georganiseerd door het Vitruvianum, Centrum voor Architectuur in de Euregio Maas-Rijn in samenwerking met het Nirov, die naast het injecteren van inspirerende voorbeelden, inzichten, plannen en gedachten, als doel had een eye-opener en inspiratiebron te zijn voor de verdere ontwikkelingen in deze regio en het op te stellen regionaal structuurplan. Zie voor nadere informatie en de deelnemers aan de manifestatie: www.oapl.org, www.vitruvianum.nl bijlage bij Stedebouw & Ruimtelijke Ordening – 2005/3
Parkstad Limburg |
Druk Grafisch Bedrijf Tuijtel Hardinxveld-Giessendam
Kwalitatieve herontwikkeling | Stadsranden als drager van nieuwe identiteit Bernd Borghoff
10
Heroriëntatie en ruimtelijke kwaliteit |
Aan deze uitgave is uiterste zorg besteed: voor onvolledige of onjuiste informatie aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Bij de keuze van het beeldmateriaal is zoveel mogelijk getracht de daarop berustende auteurs- en publiciteitsrechten te honoreren, de bron te vermelden en de bij de uitgever bekend zijnde rechthebbenden te informeren. Voor verbetering en onjuistheden houdt de redactie zich aanbevolen.
Naar een logische regionale infrastructuur Wim van den Bergh
14
Zacharia's visioen | Vormgeven aan een nieuw soort stedelijkheid Klaas Kerkstra
17
Inspiratie voor regionale identiteit | Ontwerpen aan Parkstad Limburg Andrea Croé
24
fotografie omslag Muzikant van harmonie orkest in Zuid Limburg, Hollandse Hoogte/Marcel van den Bergh
Wensbeelden en dagelijkse realiteit | Interviews met drie professionals uit de praktijk Anne Luijten
28
Uitgever Nirov – Den Haag
Grafische vormgeving L5 concept design management Rotterdam
Verlaten idylle? | Cor Wagenaar
8
Redactioneel
Redactie Andrea Croé, Vitruvianum Paul Peters, Vitruvianum Anne Luijten, Fieldtrip Denise Vrolijk, Nirov/eindredacteur S&RO
Redactioneel Denise Vrolijk en Andrea Croé
4
Parkstad Limburg
Parkstad Limburg, de voormalige mijnregio in Zuid Limburg, is een
De bestuurlijke eenheid van Parkstad Limburg wordt door iedere
ruimtelijke lappendeken. Een stedelijk gebied met veel verschillende
gemeente echter nog anders uitgelegd. Vooralsnog is de gezamen-
kernen gescheiden door een netwerk van groene ruimtes en voor-
lijke identiteit niet meer dan een optelsom van zeven individuele
malige industriecomplexen die tot woonwijk of bedrijventerrein zijn
visies, daadkracht lijkt veelal te ontbreken. In dit supplement bij
getransformeerd. Van de oude mijnbouw die de regio haar betekenis
S&RO 3/2005 staat het spanningsveld tussen de wens naar bestuur-
gaf is tegenwoordig nog maar weinig terug te vinden. Zeven jaar
lijke eenheid, gezamenlijke identiteit en de dagelijkse werkelijkheid
geleden hebben Heerlen en omliggende gemeenten (Brunssum,
centraal. Cor Wagenaar laat zien welke kwaliteiten het zuidoostelijk
Kerkrade, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal) de
deel van Limburg kent en hoe de vitaliteit uit de tijden van de mijn-
krachten gebundeld om de regio op termijn te voorzien van een
bouw ten onder dreigt te gaan. Wim van den Bergh stelt dat ver-
nieuwe identiteit. Het postindustriële imago van werkloosheid en
keerskundige maatregelen in Parkstad Limburg vooral op het lokale
drugoverlast moest plaatsmaken voor een positieve benadering.
schaalniveau hebben geleid tot een grote mate van desoriëntatie.
Door gebruik te maken van de aanwezige kwaliteiten, door Parkstad
Bernd Borghoff ziet de stadsranden, de restruimtes tussen de afzon-
Limburg ook echt te positioneren en organiseren als één stad.
derlijke kernen in Parkstad Limburg, als hét aanknopingspunt om de ruimtelijke lappendeken van een gezamenlijke identiteit te voorzien.
Out of the box | KAN-voorzitter Jaap Modder over toekomststrategieën voor Parkstad Limburg Anne Luijten
Wonen Industrie Toekomstige industrie Water Parkstad Bos/natuur Wonen buiten Parkstad Werken Autoweg Ontsluitingswegen Stadsautoweg Spoor Rijksgrens Rivieren/beken Parkstadgrenzen
Betrokkenen bij de manifestatie ‘Ontwerpen aan Parkstad Limburg’: Externe adviseurs: Cor Wagenaar (architectuurhistoricus, Rotterdam), Jan Houwen (provincie Limburg), Ton van Mastrigt (stadsbouwmeester Heerlen), Martin van den Borst (bureau Ruimte en Vorm, Eindhoven), Bernd Borghoff (Architekturfabrik, Aken), Niek Bisscheroux (Architect, Maastricht), Marinke Steenhuis (architectuurhistoricus), John van Veelen (Taken Landschapsplanning, Roermond), Ron Stapel (toenmalig hoofd sector leefomgeving, Parkstad Limburg,), Michiel Sluijsmans (toenmalig projectleider woonmilieus, Parkstad Limburg). Klankbordgroep: Dieudonné Akkermans (toenmalig wethouder gemeente Brunssum), Frans Hol (wethouder gemeente Heerlen), Frans Krasovec (wethouder gemeente Kerkrade), Elly Fransen-Muijtjens (wethouder gemeente Voerendaal), R. Palmen (wethouder gemeente Simpelveld), H. Ubachs (wethouder gemeente Onderbanken), Wiel Heinrichs (wethouder gemeente Landgraaf), Eduard Prickartz (wethouder stadsontwikkeling Heerlen), Hans Laudy (woningcorporatie Weller, Heerlen), Jacques Vincken (woningcorporatie Hestia Groep, Landgraaf), Ron Stapel (hoofd sector Leefomgeving Parkstad Limburg), Tjibbe van der Valk (beleidsmedewerker Regio, Parkstad Limburg), Michiel Sluijsmans (toenmalig projectleider woonmilieus, Parkstad Limburg), René Seijben (projectleider Euregio, Parkstad Limburg), Jan Houwen (beleidsmedewerker Ruimtelijk Beleid, Provincie Limburg), Lambert Tijssen (medewerker Ruimtelijk Beleid, Provincie Limburg), Ton van Mastrigt (stadsbouwmeester Heerlen), Kees Werkhoven (afdelingshoofd stedelijke ontwikkeling Heerlen)
Een lastige opgave in een gebied dat door vergrijzing en de uittocht
En volgens Klaas Kerkstra zouden we een voorbeeld moeten nemen
van hoogopgeleide jongeren te maken heeft met een snel afnemend
aan de oude stad Jeruzalem, om het marketingconcept Parkstad ook
bevolkingsaantal. Parkstad Limburg is daarmee de eerste regio in
daadwerkelijk uit te werken tot een nieuw soort stedelijkheid.
Nederland die behoefte heeft aan een nieuw scenario voor de ruim-
Tot een stad met de kwaliteiten van een park. De thema’s mobiliteit,
telijke ontwikkeling. Een scenario dat weet om te gaan met krimp.
infrastructuur, stadsranden (-poorten) en krimp staan centraal bij
Voortbouwen op bestaande kwaliteiten stelt de planners, ontwer-
de (ontwerp)oplossingen die vijfenvijftig studenten van tien hoge-
pers en bestuurders voor een complexe opgave: die kwaliteiten zijn
scholen hebben bedacht.
tegelijkertijd de sterkte én zwakte van de regio. Zo kent de historisch gegroeide nederzettingenstructuur geen heldere ruimtelijke op-
Naast alle plannenmakerij en analyses van aanwezige kwaliteiten
bouw. En dreigen de overgangen tussen stad en land dicht te slibben
biedt dit supplement ook ruimte aan de geluiden vanuit de praktijk.
met bebouwing. Bovendien: hoe ontwerp je een gezamenlijke identi-
Anne Luijten sprak met Dieudonné Akkermans (voormalig lid
teit voor een krimpende regio en wat betekent dit voor de (aanleg
Dagelijks Bestuur Parkstad Limburg), Kees Werkhoven (afdelings-
van nieuwe) infrastructuur? Breidt het stedelijk gebied verder uit tot
hoofd stadsontwikkeling en projectleider regionaal structuurplan) en
een amorf stadslandschap en gaat dit ten koste van het groen?
Hans Laudy (voorzitter van het Regionaal Orgaan Woningcorporaties)
Of moeten er grenzen aan de groei worden gesteld? En hoe ontwik-
over hun beeld van Parkstad Limburg. Jaap Modder, voorzitter van
kelt de regio zich op sociaal en economisch gebied? Sinds de sluiting
het regionale samenwerkingsverband in de KAN-regio, tenslotte
van de mijnen, zo’n veertig jaar geleden, is de economische basis
geeft enkele aanbevelingen voor de organisatie van het proces dat
onder dit gedeelte van Zuid Limburg weggevallen, een nieuwe basis
moet leiden tot samenwerking op het hogere schaalniveau. Zodat
is nog niet gevonden. Daardoor blijft Parkstad Limburg achter bij
Parkstad Limburg als nieuwe stad, als regio, daadwerkelijk op de
omliggende gebieden. Wil Parkstad Limburg zich als regio profileren,
kaart gezet kan worden. Om dat voor elkaar te krijgen zijn visionaire
dan moeten er nog belangrijke ruimtelijke, sociale, economische en
leiders nodig, mensen die de ontwikkeling van de regio ook daadwer-
bestuurlijke keuzes gemaakt worden.
kelijk op het schaalniveau van de regio tot stand kunnen brengen. |
Denise Vrolijk en Andrea Croé Respectievelijk eindredacteur S&RO en hoofd Vitruvianum, Centrum voor Architectuur in de Euregio Maas-Rijn vrolijk@nirov.nl a.croe@heerlen.nl
Van oudsher kent Parkstad Limburg een grote mate van vitaliteit en welvaart. De mijnbouw die inmiddels compleet uit het streekbeeld is verdwenen was hier verantwoordelijk voor. Die vitaliteit dreigt nu ten onder te gaan. De regio heeft te maken met steeds hogere werkloosheidscijfers, leegloop van dorpen en steden en een strikte scheiding tussen rood en groen. Cor Wagenaar legt uit hoe dit proces in zijn werk is gegaan en hoe de bestuurlijke en landschappelijke barrières die zich door de jaren heen hebben gevormd opgeheven kunnen worden. Bestuurlijke daadkracht is hierbij van groot belang.
Wisseling van de ploeg bij 1 Staatsmijn Hendrik te Brunssum Foto: Cas Oorthuys Nederlands Fotomuseum, Rotterdam
Verlaten idylle?
4
Cor Wagenaar
‘Parkstad Limburg’ is de fraaie naam voor
stadhuis ondenkbaar. Bioscopen, villa’s,
die het raamwerk van de streek overtreffen,
Architectuurhistoricus wagenaar-mens@wxs.nl
één van Nederlands mooiste landstreken:
scholen en de befaamde apotheek van Jos
en die steden en landschappen maakt, had
het zuidoosten van Limburg. De plattelands-
Klijnen completteren het beeld van Heerlen
in Zuidoost Limburg de gedaante van de
idylle is er compleet, de steden en dorpen
als welvarende, modern gezinde regionale
mijnbouw. Ze kwam in de jaren tien en
die overal verspreid liggen doen nauwelijks
hoofdstad. De bloeiperiode van de streek lag
vertrok in de jaren zestig. Wat overbleef is
afbreuk aan de bekoring van het glooiende
in de jaren twintig en dertig. De ene na de
een bloeiend verenigingsleven.
landschap. Zuidoost Limburg heeft voor wie
andere mijn werd geopend, in de nabijheid
van boven de grote rivieren komt iets
ervan verschenen mijnbouwkolonies voor de
Krimp
exotisch. Terwijl de argeloze bezoeker zich
arbeidersbevolking. Die trok van heinde en
Soms verscholen, soms overduidelijk in het
vergaapt aan het landschap, ervaren de be-
verre naar Limburg: Italianen, Polen, men-
landschap aanwezig, liggen de woonkolonies
woners een andere werkelijkheid. Parkstad is
sen van allerlei nationaliteiten vestigden
van de vroegere mijnarbeiders, de dorpen
meer dan het lijkt. Het is een streek waar de
zich in de mijnstreek. Overal deed de plaat-
die door hun komst opbloeiden en de kleine
geschiedenis diepe sporen naliet – alvorens
selijke religieuze en politieke elite haar best
steden. Van de koortsachtige activiteit waar-
voorgoed de hielen te lichten. De geschiede-
om de nieuwkomers op te nemen. Het ver-
aan ze hun groei dankten is niets meer te
nis is er getekend door de komst van de
enigingsleven, vaak opgebouwd rond de
bespeuren, wat overheerst is de stilte van
mijnen. Toen de Eerste Wereldoorlog het
parochie, bloeide.
het landschap. Dat landschap is verlaten,
internationale handelsverkeer lamlegde
Tot in de jaren zestig leverden Limburgse
een historische restruimte. Nog steeds wo-
stond het neutrale Nederland voor de taak
kolen een belangrijke bijdrage aan de
nen en werken er mensen, maar het worden
letterlijk zoveel als mogelijk was uit eigen
Nederlandse economie. Toen bleek
er allengs minder. De vergrijzing slaat toe,
bodem te halen. Limburg bleek rijk aan
Nederland op een gasbel te leven. Gas is
kansrijke bevolkingsgroepen trekken weg, de
steenkool, reden voor een door de staat
schoon, althans minder verontreinigend dan
hoger opgeleiden als eersten. Vreemd is het
georganiseerde campagne om die te exploi-
steenkolen, en om het uit de grond te halen
dan ook niet dat het opleidingsniveau daalt,
teren. Dat leidde echter tot spanningen tus-
zijn geen mijnen nodig. Het gas bracht
de werkloosheid groot is, en het gevoel om
sen de lokale bevolking en ‘vreemdelingen’
Groningen dan ook niet de economische
zich heengrijpt letterlijk en figuurlijk het voe-
van elders die, vaak onder supervisie van
boom die de kolen in Limburg wel genereer-
teneind van Nederland te zijn. Het contrast
‘Hollandse’ ingenieurs, begonnen met de
den. Met die kolen was het nu gedaan. In de
met de bloeiperiode van de mijnbouw kan
ontwikkeling van de mijnbouw. Het lijkt
jaren zestig viel het besluit de mijnen te
nauwelijks groter zijn. Het is deze – voor de
nauwelijks overdreven om in deze spannin-
sluiten. De historische motor achter de
toevallige zich in het landschap verlusti-
gen een rode draad te zien, die in de ontwik-
ontwikkeling van de regio werd ontmanteld,
gende bezoeker – onzichtbare realiteit die de
keling van de streek tot op de dag van
inmiddels zijn de meeste sporen van de mijn-
arcadische idylle voor de bewoners van deze
vandaag te herkennen is.
bouw uitgewist. Van de compensatiegelden
regio wreed verstoort. De mijnstreek is
die de regering in het vooruitzicht stelde is
Nederlands meest uitgesproken voorbeeld
Welvaart
maar weinig in de regio blijven hangen, en
van een ‘krimpende stad’: een stad die on-
De mijnbouw bracht echter welvaart, die
wanneer men destijds meende dat die
voldoende economische impulsen ontwikkelt
zich vooral in Heerlen nog op elke straathoek
nieuwe, met de mijnbouw vergelijkbare
om de aftocht van steeds meer bewoners te-
manifesteert. Zonder de economische impuls
impulsen aan de ontwikkeling van de streek
gen te gaan. Krimp is van alle tijden, maar
van de mijnen zijn gebouwen als Peutz’ glas-
zouden geven, deze verwachting is niet uit-
sinds de dramatische leegloop van steden en
paleis, het schitterende glazen warenhuis op
gekomen. De grote geschiedenis, die wordt
dorpen in de voormalige DDR de noodlottige
de markt, en zijn aan Plecnik herinnerende
voortbewogen door belangen en motieven
consequenties ervan duidelijk maakt is het
1
Zilverzandwinning in Heerlen 2 Foto: Cas Oorthuys Nederlands Fotomuseum, Rotterdam
Parkstad Limburg Verlaten idylle? 2
meer dan ooit een schrikbeeld. Heel de maat-
richtte op het in kaart brengen van de poten-
de regio) en globalisering. De komst van de
de stad, daaromheen de woonwijken met
conflict tussen de zelfregulatie in eigen kring
gemeentegrenzen niets aantrekt. Ook in
schappelijke vooruitgang is immers geba-
ties van de streek en de wensen van de
mijnen introduceerde dit conflict, sindsdien
alleen voorzieningen die in de alledaagse
(subsidiariteit) en moderniteit (in de
Parkstad is het aloude conflict tussen de
seerd op groei. Wat te doen als die er niet
afzonderlijke gemeenten. Aldus werd
is het één van de karakteristieke dragers van
behoeften voorzien, en industriegebieden in
gedaante van gedurfde, vooruitziende plan-
particularistische belangen van de gemeen-
meer is? Planmatige inkrimping is het parool
Parkstad synoniem voor een tamelijk on-
de identiteit van de regio. De parochie-
de periferie, is langzamerhand verdwenen.
nen) nog altijd een grote rol. Om hierin te
ten en het algemene belang van de regio
in Oost Duitsland. Als aan krimp dan niet te
zichtbare bestuurlijke constellatie. Het uit-
gedachte versus de moderne stadswijk,
Shopping malls, kantoren en industriegebie-
voorzien werd de intentionele stad tot spre-
moeilijk op te lossen.
ontkomen is, laat het dan in ieder geval vol-
gangspunt was tweeledig: de sociaal-econo-
traditioneel versus modern bouwen, het
den aan de snelweg, woongebieden waar er
ken gebracht in kleine commissies met
gens vooropgezet plan verlopen. Dit scenario
mische, culturele en fysieke karaktertrekken
instandhouden van gemeentelijke autono-
plaats voor is geven een heel ander beeld,
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven,
Het wordt, paradoxaal genoeg, versterkt
vindt men in Zuidoost Limburg te zwart.
van de regio, en het geheel aan wensen en
mie versus het inrichten van efficiënte
dat wel is aangeduid met de modieuze term
woningcorporaties en andere instellingen die
door zekere politieke (overigens niet politiek-
Revitalisatie luidt hier het devies, een streven
voorstellingen van de bewoners. Deze men-
moderne bestuurslagen, achterdocht versus
‘netwerkstad’. Geeft de traditionele functie-
samen het algemeen belang vertegenwoor-
ideologische) tendensen, die het bestuur
dat werd samengevat in het wervende begrip
tale regio werd soms aangeduid met de term
optimisme (men kan ook zeggen: gezond
scheiding aanleiding tot dagelijkse verkeers-
digden. Ondertussen had de provincie het
dichter bij de burger beogen te brengen en
‘Parkstad’. Parkstad is, zoals we zullen zien,
‘intentionele’ stad, het onderzoek naar deze
relativeringsvermogen versus ongefundeerd
ritmes met een zekere logica – ’s-ochtends
initiatief voor een Provinciaal Omgevingsplan
dat streven vertalen in een pleidooi voor een
heel veel en tegelijk ook erg weinig.
intentionele stad werd gestructureerd en
utopisme), het zijn kenmerken voor de
vanuit het wonen naar de stad of naar de
genomen, en daarmee waren de beide pijlers
sterkere gemeentelijke autonomie. De gro-
deels uitgevoerd door het Maastrichtse
streek, die niet alleen in de mentaliteit maar
industrieterreinen, ’s-avonds weer terug – in
waarop Parkstad rust: een analyse van de
tere betrokkenheid van de burger bij de
Parkstad
International Centre for Integrative Studies.
ook in het fysieke beeld van Parkstad steeds
de netwerkstad lijkt alle logica zoek. Een
bestaande ruimtelijk-economische basis-
plaatselijke politiek lijkt niet gebaat bij lo-
De regio rond Heerlen komt de eer toe de
De combinatie van de concrete, tastbare
weer opvallen. Als één ding zeker lijkt, dan is
gevolg is een zekere mate van ruimtelijke
gegevens en de intentionele stad, voor zover
kale bestuurders die aanhaken op het regio-
positieve uitstraling van het begrip Parkstad
werkelijkheid van Zuidoost Limburg en de
het wel dat elke poging van bovenaf ideaal-
anarchie waarbij de kern ofwel in een decor
mogelijk gegeven. Restte het zoeken naar
nale in plaats van het plaatselijke belang, en
snel te hebben ingezien: het verenigt park
intentionele stad zou materiaal moeten aan-
plannen op te leggen gedoemd is te falen.
voor funshoppen verandert (Maastricht,
een effectief planningsmechanisme om op
omgekeerd lijkt het persoonlijke (electorale)
en stad, groen en rood, en vermijdt de zo
dragen voor een ruimtelijke visie voor de
Het tot klaarheid brengen van de intentio-
Groningen), ofwel in een anoniem rest-
basis hiervan tot een programma, en uitein-
belang van lokale bestuurders het best
vaak als negatief gebrandmerkte associaties
toekomstige ontwikkeling.
nele stad, van wat de bewoners van de
gebied (Tilburg, Assen). Tot op zekere hoogte
delijk een regionale structuurvisie te komen.
gediend door een beleid dat inzet op het
met de Randstedelijke grootstad. Bovendien
3 Mijnindustrie in Kerkrade Bron: Parkstad Limburg
3
6
Parkstad Limburg Verlaten idylle?
streek zelf willen, moet dat voorkomen. Het
levert dat een stedenbouwkundig tabula
Hier doemden alle problemen op die de
versterken van de plaatselijke in plaats van
lijkt de term bij uitstek geschikt om de losse
Dat voor deze op het eerste gezicht tamelijk
resultaat, echter, is een verzameling vaak in
rasa op dat wacht op een complete ruimte-
ontwikkeling van de regionale planning in
de regionale belangen – ook als het beharti-
suburbane verstedelijking in de regio van
omslachtige strategie werd gekozen lijkt
wervende slogans verpakte wensen, die
lijke herstructurering die alleen op regionale
Nederland zo vaak frustreerden.
gen van die laatste een beter resultaat be-
een positieve lading te voorzien. Parkstad
even bevreemdend als de gewaarwording
onder andere in het rapport met de toepas-
schaal zin kan hebben. De kern is immers
werd dan ook gekozen als wervend uithang-
dat deze zo aantrekkelijke, ontspannen
selijke titel ‘Op hete kolen’ uitmondden en
niet langer de magneet en het dominerende
De meest efficiënte planperspectieven ont-
woordelijkheden van de politici behoort op
bord van het initiatief op zoek te gaan naar
ogende regio zichzelf in crisis waant.
de indruk wekken alsof de intentionele stad
zwaartepunt, maar wordt steeds meer een
stijgen allang het niveau van de individuele
elk terrein het optimale resultaat voor hun
een door alle gemeenten gezamenlijk gedra-
Parkstad oogt als een solide bouwwerk dat
meer intentie dan werkelijkheid is.
monocultuur die alleen met de voorzienin-
gemeente. Dat is zelfs al het geval op een
kiezers na te streven. Zelfs wanneer die re-
gen vorm van regionale planning. Geheel in
hier en daar weliswaar in verval is, maar nog
gen erbuiten functioneren kan. Parkstad is
heel praktisch, pragmatisch niveau. Het aan-
sultaten meer indirect zijn, en voortvloeien
de geest van de jaren negentig zou deze
jaren vooruit kan. Parkstad Limburg is in
Netwerkstad
uiterst actueel, het brengt de volgens som-
leggen van één groot industrieterrein,
uit in gezamenlijk overleg gerealiseerde pro-
planning een open karakter krijgen. In plaats
werkelijkheid echter een allesbehalve solide
Wat Parkstad zo fascinerend maakt is,
migen laatst overgebleven vitale stedelijke
bijvoorbeeld, in plaats van verschillende klei-
jecten die niet in de eigen gemeente maar in
van traditionele regionale planvormen –
constellatie, maar eerder een op verschil-
behalve het landschap en de talloze sociaal-
structuren in stelling tegen het schrikbeeld
nere, kan voor de hele regio van belang zijn.
streekverband gerealiseerd zijn. Wat staat de
waarbij de gemeenten een deel van hun
lende fasen van haar ontwikkeling bevroren
economische problemen die daarmee zo
van krimp, dat zich nergens in Nederland
Centrale voorzieningen – beveiliging,
bestuurders nu te doen om het moeras
bevoegdheden aan een bovengemeentelijk
conflict tussen subsidiariteit (het zoveel
merkwaardig in tegenspraak lijken, ook de
nadrukkelijker manifesteert dan hier.
horeca, enzovoort – kunnen een betrekkelijk
droog te leggen waarin het Parkstad proces
orgaan zouden moeten overdragen – werd
mogelijk in eigen kring regelen van zoveel
moderniteit ervan. Krimp wordt een even
grootschalig industriegebied tot een trekker
zo vaak ten onder dreigde te gaan?
een overlegstructuur bedacht die zich vooral
mogelijk zaken, indachtig de ‘eigenheid’ van
vanzelfsprekende realiteit als de omstandig-
Barrières
maken, ook voor bedrijven op ongunstige lo-
heid dat kinderen het tegenwoordig vaak
Geschiedenis is geen natuurlijk proces en de
caties in binnenstedelijke gebieden. Zij zijn
De toekomst
slechter hebben dan hun ouders – twee feno-
koers die ze volgt is zelden rechtlijnig.
gemakkelijk over de streep te trekken om
Hoe gaat het verder met Parkstad Limburg?
menen die lijken samen te hangen. Hoewel
Ze ontstaat door het maken van keuzes uit
zich op een goed geoutilleerd industriepark
Wat gebeurt er, bijvoorbeeld, als alle rem-
Parkstad bedoeld is om de krimp een halt toe
verschillende toekomstmogelijkheden.
te vestigen. Daar staat tegenover dat de ves-
men op bouwen en ontwikkelen worden los-
te roepen, hangt die als een zwaard van
Elk kruispunt is eenmalig, geen enkel per-
tigingsplaats voor een dergelijk groot gecen-
gelaten, het rode scenario in de overtref-
Damocles boven de regio. Krimp heeft de
spectief keert ongewijzigd terug, geen enkel
traliseerd park normaal gesproken binnen
fende trap? Hoe gaat Zuidoost Limburg eruit
toekomst. Daar staat tegenover dat ook de
historisch experiment laat zich herhalen.
één gemeente valt. Terwijl die gemeente er
zien als het groende scenario werkelijkheid
ruimtelijke patronen die door de mijnbouw
Wie een afslag mist krijgt niet de kans het
de vruchten van plukt, hebben andere ge-
wordt? In plaats van onbeperkt bouwen of
in Parkstad zijn achtergelaten onmiskenbaar
opnieuw te proberen. Hoe ziet het veld van
meenten het nakijken – althans, zo lijkt het.
het conserveren en reconstrueren van het
toekomstwaarde bezitten. Stedenbouw en
mogelijkheden waarin Parkstad een weg
Dat kan voor naburige gemeenten al een re-
groen zou men ook kunnen kiezen voor het
ruimtelijke ordening zijn altijd tot op zekere
moet zien te vinden eruit? Wie is gerechtigd
den zijn om de inrichting van een regionaal
versterken van de culturele dimensie.
hoogte visionair: ze maken plaats, letterlijk,
deze keuzes te maken? Hoe staat het met de
park te frustreren en te opteren voor eigen,
Het zijn maar enkele van de vele richtingen
voor de maatschappij van morgen. Ongeacht
plan- en besluitvormingsprocessen? En: op
kleine terreinen. Hoewel, met andere woor-
waaruit Limburg te kiezen heeft. Tegenover
het realiteitsgehalte van sommige inschat-
welk niveau worden de zo noodzakelijke keu-
den, de meerwaarde van een groot regionaal
deze gewenste of gedroomde toekomstbeel-
tingen over de toekomst staat wel vast dat
zes gemaakt? Zo diffuus en op het eerste
industriepark onomstreden is en het alge-
den staat de alledaagse realiteit van de be-
ook hier een overwegende, en naar het zich
gezicht ongrijpbaar Parkstad, haar proble-
mene belang daarbij het meest gediend is,
ginnende krimp, die door de moeizame op-
laat aanzien steeds belangrijker, rol voor de
men, haar wensen en haar toekomst zijn, zo
dreigt dit altijd door de particuliere gemeen-
bouw van een adequaat planningsapparaat
regionale schaal is weggelegd. Dat hangt,
duidelijk zijn de barrières waarvoor de plan-
telijke belangen te worden gefrustreerd.
op regionale schaal allengs ernstiger vormen
paradoxaal genoeg, samen met de toe-
ners zich gesteld zagen. Zo bleek het moeilijk
Zelfs als de indirecte effecten van een cen-
dreigt aan te nemen. Als Parkstad echter iets
nemende patroonloosheid van het sociaal-
de intentionele stad, letterlijk, aan de praat
traal terrein in termen van, bijvoorbeeld,
duidelijk maakt, dan is het wel dat de regio
economisch proces. De traditionele scheiding
te krijgen. Kennelijk gaapte er een kloof tus-
werkgelegenheid veel positiever zijn.
voldoende landschappelijke en culturele aan-
tussen een city met kantoren en hoogwaar-
sen de probleemanalyse van bestuurders en
Behalve de industrie hebben ook recreatieve
knopingspunten heeft om zichzelf opnieuw
dige winkels, al dan niet opgesierd met de
planners enerzijds, en de bewoners ander-
voorzieningen, natuurlijke groene longen en
uit te vinden. Het wachten is slechts op
historische monumenten als identifyers van
zijds. Klaarblijkelijk speelde het aloude
woonparken een optimale maat die zich van
voldoende bestuurlijke vitaliteit. |
looft. De vraag is of het niet tot de verant-
Stadsranden worden meestal gezien als duidelijke grenzen tussen rood en groen, waar het landschap een restruimte vormt. Hoe zit dat in Parkstad Limburg, met zijn vele kleine kernen en grote groene ruimtes? Moeten de randen van die bebouwing zich ontwikkelen tot hypermoderne stedelijke uitbreidingen? Of moeten we vooral de landschappelijke structuur van Zuidoost Limburg koesteren? Bernd Borghoff pleit voor het laatste. Hij biedt een nieuwe kijk op het begrip ‘tussenland’ en denkt dat juist die randen ingezet kunnen worden voor een nieuwe, gezamenlijke identiteit van Parkstad Limburg.
Kwalitatieve herontwikkeling Stadsranden als drager van nieuwe identiteit Overgang van stedelijk naar 1 landelijk gebied Bron: Parkstad Limburg
Bernd Borghoff
Jarenlang zijn de randen van de stad bepaald door de topografie,
Voor Parkstad Limburg, met zijn policentrische structuur van
Stedenbouwkundige Architekturfabrik Aken, Universität Siegen borghoff@architekturfabrik-aachen.de
door de stadsmuren die vroeger in tijden van oorlog vooral dienden
duidelijk afleesbare oude dorpskernen van elkaar gescheiden door
als verdedigingslinie. Nadat de oude stadsmuren hun functie ver-
herkenbare groene linten, liggen hier nieuwe kansen voor het
loren en ook de topografische begrenzing door de opkomst van het
vormgeven van een nieuwe identiteit. Deze identiteit bestaat op
technologietijdperk kwam te vervallen, heeft de stad zich volgens
twee schaalniveaus: de lokale identiteit en een nieuwe gemeen-
een organisch proces ontwikkeld. De periferie van de stad is geleide-
schappelijke identiteit. De lokale identiteit wordt gevormd door de
lijk aan onderdeel van de stad zelf geworden. Daarnaast heeft de
historisch gegroeide structuur van afzonderlijke kernen, die vooral
komst van de auto het voor gezinnen uit de binnenstad een stuk
door de mijnbouw in deze streek hun betekenis hebben gekregen,
makkelijker gemaakt om de afstand tussen de stad en het platteland
zijn gegroeid en gespecialiseerd. De gemeenschappelijke identiteit
te overbruggen. En zijn de werkplekken aan de randen van de stad
van Parkstad Limburg ligt in de bijzondere stedenbouwkundige
beter bereikbaar geworden. Problematisch wordt de situatie echter
structuur. Parkstad Limburg kan zich ontwikkelen tot een nieuwe,
als steden niet meer groeien (‘krimpende steden’) of wanneer de
moderne stad op regionaal niveau die voorbouwt op de historische
stedelijke kernen zo dicht bij elkaar liggen dat hun randen in elkaar
structuren.
overlopen en de afzonderlijke kernen zich samenvoegen tot een niet te onderscheiden brei van bebouwingsvlakken. Het Ruhrgebied in
Het benutten van deze kansen is nog niet zo lang geaccepteerd als
Duitsland en ook het zuidoosten van Limburg (Parkstad Limburg) zijn
nieuw scenario. Als de groene linten tussen de bebouwingskernen
hier voorbeelden van. Het samenvoegen van snel groeiende steden,
ook daadwerkelijk groen blijven, dan blijft de identiteit van de oude
zoals in het geval van Buda en Pest tot Budapest, is voor Parkstad
dorpskernen en stadjes overeind. Het voortbestaan van de gespecia-
Limburg geen optie. Het gaat hier namelijk om een gebied dat acht
liseerde kernen blijft gewaarborgd en de bewoners kunnen profi-
keer groter is dan bijvoorbeeld Amsterdam. Het schaalniveau waarop
teren van de groene omgeving. Inmiddels zijn de kwaliteiten van
de problematiek zich in Parkstad Limburg voordoet is dus van een an-
die afzonderlijke kernen en van de groene randen rond die kernen al
dere orde. Bovendien vereist de krimpende stad een andere strategie.
door Monumentenzorg in kaart gebracht. Wat nog ontbreekt is het bewustzijn dat deze groene vlakken ieder een eigen kwaliteit bezit-
De betekenis en waardering van de stadsranden zijn afhankelijk van
ten en niet slechts als restruimtes geschikt voor nieuwe ontwikke-
demografische ontwikkelingen, zoals de bevolkingsafname in de
ling bestempeld kunnen worden. Om de kenmerkende structuur van
regio Parkstad Limburg laat zien. Jarenlang werden de randen van de
Parkstad Limburg te behouden is het noodzaak de (groene) linten die
stad als een restruimte gezien. Een gebied waar je niet verblijft,
waardevolle ‘rode’ ruimtes verbinden met waardevolle groene
maar waar je vooral doorheen gaat. Nu de auto de actieradius van
(buiten)ruimtes, niet vol te bouwen. In tegendeel, de groene ruim-
de stedelingen heeft vergroot en de rand van de stad niet langer als
tes moeten zo ontwikkeld worden dat zij niet door bouwpraktijken
verdedigingslinie gebruikt hoeft te worden, kunnen de kwaliteiten
aangetast kunnen worden. De uitblijvende groei van de afzonderlijke
van de vele groene ruimtes die in Parkstad Limburg tussen de
kernen maakt het ook mogelijk deze linten te ontwikkelen tot kwali-
bebouwde kernen te vinden zijn, benut worden. Bijvoorbeeld als
tatief hoogstaande randen, die voor zowel de groene als de ‘rode’
recreatieruimte voor het toenemend aantal ouderen in de regio,
ruimtes van meerwaarde kunnen zijn. Als markante begrenzing van
of als sportfaciliteit. Aandacht voor de groene kwaliteiten van die
het landschap bijvoorbeeld door de toepassing van landart projec-
stadsranden zal steeds belangrijker worden in de ontwikkeling
ten. En als een duidelijke stedenbouwkundige verschijningsvorm die
van stad en land.
extra betekenis geeft aan het begrip stadsrand. |
1
8
Parkstad Limburg Kwalitatieve herontwikkeling
Parkstad Limburg presenteert zichzelf als regio, een samenhangend geheel van zeven gemeenten. In de ruimtelijke werkelijkheid is van die samenhang nog maar weinig waar te nemen, vindt Wim van den Bergh. De voorstelling, het beeld dat door de bedenkers van de regio wordt voorgespiegeld komt nog niet overeen met de ruimtelijke realiteit. De gezamenlijkheid wordt onder andere gefrustreerd door een gebrekkige infrastructuur en een gebrek aan ruimtelijke identiteit. Daardoor kan de argeloze bezoeker zich moeilijk oriënteren. Wim van den Bergh signaleert enkele punten voor verbetering.
Heroriëntatie en ruimtelijke kwaliteit Naar een logische regionale infrastructuur
10
Wim van den Bergh
Wie een topografische kaart uit de late negentiende eeuw bekijkt,
de zogenoemde parochiewijken. Met daartussen een aantal groene
Architect Rheinisch-Westfälisch Technische Hochschule Aachen (RWTH Aken) wim@wimvandenbergh.nl
ziet dat het gebied dat tegenwoordig de regio Parkstad Limburg
aders die van buiten tot aan de kern doordringen. De hoofdverkeers-
vormt in die periode bestond uit een groot aantal kleine tot zeer
aders worden aangepast aan het toenemende verkeer en ze worden
kleine bebouwingskernen. Met elkaar verbonden door een netwerk
via een ruimtelijk afleesbare hiërarchie van lanen (via de groene
De kaarten en foto's bij dit artikel zijn van Wim van den Bergh
van wegen. Al deze kernen en kerntjes hebben gezien hun naam op
aders), hoofd- en nevenstraten gekoppeld aan de wijken.
de kaart een identiteit, net als de wegen die ze met elkaar verbinden. Heerlense straatnamen als Valkenburgerweg,
Verantwoordelijke architecten/stedenbouwkundigen als Jan Stuyt,
Schaesbergerweg, Sittarderweg of Weg naar Aken (pas later, nadat
Jos Cuypers en Jos Klijnen onderkennen en respecteren in die tijd nog
de bebouwing erlangs een ruimtelijk gesloten profiel gaat vormen,
de geomorfologische logica die de bestaande structuren hebben
omgedoopt in Akerstraat) vertelden de gebruikers uit die tijd nog
voortgebracht, en bouwen hierop verder. Zij zijn zich er nog van
wat ze ruimtelijk waren en waar ze naar toe voerden. De opbouw van
bewust hoe de verschillende schaalniveaus (die een ruimtelijk ont-
Parkstad Limburg vertoonde een logische structuur. Onder andere
werp beslaat) met elkaar in verband staan. Anders gezegd: zij wisten
omdat de bebouwingskernen, de wegen, hun plaats route en rich-
nog hoe ruimtelijke identiteiten en hiërarchieën worden opgebouwd
ting – en eigenlijk het overgrote deel van hun bestaansgrond – ontle-
en vooral ook hoe ze ruimtelijk worden vormgegeven als bebou-
nen aan de geomorfologische logica van het landschap. Die logica
wings-, verkeers- en oriëntatiestructuur. Eigenlijk zijn zij hiermee, als
bepaalde namelijk de strategische importantie van de plaatsen,
ontwerper en tevens vormgever, de grondleggers van de ruimtelijke
het verloop van de wegen en de kwaliteit van de gronden.
voorstelling en waarneming van Parkstad Limburg.
Oriëntatie en identiteit
Perceptie
De ruimtelijke identiteit en oriëntatie was in die tijd dan ook zó
De problemen ontstaan op het moment dat deze ruimtelijk percep-
vanzelfsprekend dat je er niet eens over hoefde na te denken. In het
tuele aspecten van identiteit, sequentie, hiërarchie en schaal-
centrum van zo’n bebouwingskerntje had je altijd zoiets als de
niveau, uit het oog worden verloren. Er zijn veel factoren op te
‘Dorpstraat’ die ergens ter plaatse van de ‘markt’ kruiste met de
noemen waarom het fout gaat. Denk bijvoorbeeld aan zoiets als
‘Kerkstraat’, beide met hun karakteristieke ruimtelijke profiel van
gemeentelijke herindeling waarbij de politiek (vanuit het denken in
gesloten bebouwing. Naar buiten toe gingen de profielen van deze
centralisering en groei) al snel de neiging heeft de kernen aan
(spreekwoordelijke) Dorp- en Kerkstraten over in de zogenaamde
elkaar vast te laten klonteren. Of denk aan de desoriëntatie die
straatwegen met opener wordende lintbebouwing, om vervolgens
optreedt als de ‘Dorpstraat’ door commercie en politiek tot ‘voet-
geleidelijk aan over te gaan in echte wegen die, via het open land-
gangerspromenade’ wordt verheven en het doorgaande verkeer
schap, de ene bebouwingskern met de andere verbonden. Aan het
plotseling via zijstraatjes wordt omgeleid. Nog erger wordt het op
begin van de twintigste eeuw krijgen al deze kernen en kerntjes een
het moment dat men zogenoemde verkeersregulerende en verkeers-
enorme groeistoot door de kolenmijnbouw en de daarmee gepaard
remmende maatregelen in de wijken introduceert. Wat eigenlijk
gaande industrialisering en bewonerstoename. De ‘bebouwingsklon-
betekent dat de ruimtelijke logica en identiteit van de verkeersstruc-
ters’ worden weliswaar groter, maar vloeien nog niet in elkaar over.
tuur gefrustreerd wordt, waardoor een totale desoriëntatie
Tussen de ‘rode’ bebouwingskernen blijft nog voldoende ‘groen’
ontstaat. Juist op plekken waar de bezoeker deze (onderbewuste)
over om het ‘rood’ als een eenheid te blijven identificeren.
ruimtelijke oriëntatie het meest nodig heeft, namelijk daar waar
Geomorfologische glooiingen spelen hierbij een belangrijke ruimte-
geen borden de weg wijzen. Op de hogere schaal- en hiërarchie-
lijk visuele rol. De ruimtelijke identiteit van de kernen en kerntjes
niveaus wordt de oriëntatie overgelaten aan de bewegwijzering van
blijft dus bestaan, alleen breiden ze geleidelijk aan uit met een soort
(ANWB) borden. Wat hierbij vergeten wordt, is dat de afleesbaar-
ring van nieuwe (ruimtelijk duidelijk herkenbare) eenheden:
heid van ruimtelijke identiteit en de daarmee verbonden hiërarchie
Parkstad Limburg Heroriëntatie en ruimtelijke kwaliteit
in de verkeersstructuur op het lagere (lokale) schaalniveau juist zo
voorstellingen van de ruimte (organisatieschema’s, kaarten en plat-
belangrijk is voor de oriëntatie. Een laan is qua ruimtelijke identiteit
tegronden) wordt vertaald. De syn-optische blik daarentegen is de
en hiërarchie iets anders dan een straat en een voorrangsweg is iets
samen-ziende, hoofdzakelijk horizontale blik die door vormgevers
anders dan een zijstraat. Als dit soort hiërarchische verschillen weg
(architecten, stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten) wordt
worden gehaald of gefrustreerd worden qua ruimtelijke leesbaar-
ingezet bij de enscenering en regie van de ruimte. Deze syn-optische
heid, dan is het natuurlijk niet vreemd dat desoriëntatie ontstaat.
blik is onlosmakelijk verbonden met de ruimtelijke waarneming van de gebruiker. De problemen ontstaan wanneer voorstelling en waar-
Verkeersregulerende maatregelen zijn prima, maar ze moeten wel
neming niet meer met elkaar stroken. Dat de voorstelling van de
overeenkomen met hetgeen de bezoeker van de architectonisch
ruimtelijke organisatie en diens cijfermatige functioneren, en de
stedenbouwkundige ruimte waarneemt. Ik heb het sterke vermoe-
daadwerkelijk waarneembare ruimtelijke eenheid en diens functione-
den (om niet te zeggen ik weet eigenlijk wel zeker) dat dit soort
ren in de realiteit, niet meer overeenkomen.
factoren symptomatisch is voor de vele desoriënterende situaties die
Infrastructuur als scheiding tussen stad en land Bron: Parkstad Limburg
12
de Parkstad Limburg gedurende de laatste jaren zelf heeft gecreëerd.
Oriëntatie en ruimtelijke kwaliteit
De slechte oriëntatie en het gebrek aan ruimtelijke identiteit mani-
Oriëntatie heeft in eerste instantie te maken met beweging en
festeert zich op verschillende schaalniveaus. Op meerdere niveaus
structuur en bij ruimtelijke identiteit gaat het meestal over de
zijn storingen tussen de oriëntatiestructuur (onze geordende voor-
perceptie van ruimte en massa als identificeerbare vorm of eenheid.
stelling van de ruimte) en de ruimtelijke structuur (onze daadwe-
Vaak wordt dit laatste vervolgens zeer eendimensionaal uitgedrukt
rkelijke waarneming van die ruimte) aan te wijzen. Een probleem
als de tegenstelling tussen groen en rood, onbebouwd en bebouwd,
dat binnen alle ruimtelijke disciplines, die bij de ontwikkeling van de
natuur en stad, waarbij té gemakkelijk voorbij wordt gegaan aan de
stad betrokken zijn, meestal ontstaat door een te grote ontkoppeling
verschillende schaalniveaus en de daarmee verbonden hiërarchieën
van (de tweedimensionale) planning en (de driedimensionale) ruim-
waarop ruimtelijke identificeerbaarheid plaatsvindt. Ontwerpen aan
telijke regie/enscenering. Anders uitgedrukt: we hebben hier ont-
Parkstad Limburg zou daarom hand in hand moeten gaan met het
werptechnisch vermoedelijk te maken met een ontkoppeling van
‘vormgeven van’, het is namelijk van het grootste belang dat de
de pan-optische blik en de syn-optische blik. De eerste is de
voorstelling die de naam Parkstad Limburg in de hoofden van
al-ziende, hoofdzakelijk verticale blik van boven die door ruimtelijke
mensen probeert op te roepen ook daadwerkelijk overeenstemt met
planners en verkeerskundigen meestal in strategisch gestructureerde
de ervaringen die zij opdoen bij het ruimtelijk waarnemen ervan. |
Parkstad Limburg Heroriëntatie en ruimtelijke kwaliteit
Verkeersregulerende maatregelen zijn prima, maar ze moeten wel overeenkomen met hetgeen de bezoeker van de architectonisch stedenbouwkundige ruimte waarneemt
Stadspark – Parkstad. Dat klinkt goed. Een simpele inversie van woorden, waardoor de gevoelswaarde van het begrip park gaat afstralen op de stad. Een prima merknaam dus. Maar wat zit er achter? Is er een verband tussen het product en het merk waaronder het zich presenteert? En zo ja, wat zegt de term Parkstad dan over de stad in het algemeen en Parkstad Limburg in het bijzonder? Is het een stad met veel parken, of een stad in een parkachtige omgeving, of allebei? Klaas Kerkstra ging op onderzoek.
Zacharia’s visioen Vormgeven aan een nieuw soort stedelijkheid Klaas Kerkstra
De term Parkstad lijkt in ieder geval iets te
eiland in een rurale, groene omgeving
ontwikkeling, zullen we nog een stap verder
Landschapsarchitect Wageningen Universiteit Klaas.Kerkstra@wur.nl
willen zeggen over de relatie tussen be-
bestaat nauwelijks meer. Ondanks verwoede
moeten gaan dan Tummers en Tummers.
bouwde en onbebouwde ruimte, tussen stad
beleidspogingen om de stad in toom te hou-
De ordening van stad en land niet meer be-
en land, rood en groen. Een stad met de
den. De traditionele stad wordt opgeslokt
grijpen als een nevenschikking – hier het
kwaliteiten van een park, dat wil zeggen:
door een grootschalige, netwerkachtige
land, daar de stad – maar eerder als een
groen, relatief grootschalig, fraai aangelegd,
verstedelijking, waarin naast de bebouwing,
superpositie. Een opeenstapeling van, naar
ruimte biedend aan de natuur en aan mense-
de verbindende infrastructuur een cruciale
hun aard verschillende patronen. Zo opgevat
lijke activiteiten in de openlucht. Het beeld
rol speelt. Tengevolge van deze ontwikkeling
gaat het niet in de eerste plaats om de
dat hiermee wordt opgeroepen staat op ge-
verschuift ook de positie van het landelijk
begrenzing van de onderdelen van de ruimte
spannen voet met het traditionele beeld van
gebied. Van een groen continuüm met een
ten opzichte van elkaar, maar om de interne
de stad als een duidelijk begrensd centrum
voornamelijk agrarische functie, naar goene
structuur van de lagen en de manier waarop
van activiteit en bebouwing. Afgescheiden
fragmenten of eilanden in een stedelijke
deze in de ruimte tot expressie komen.
van en in tegenstelling tot het platteland.
omgeving, die ook niet-agrarische functies,
Afstemming van de structuur van de stad op
Parkstad, dat doet niet onmiddellijk denken
zoals recreatie en natuurbeheer moeten
de gegeven landschappelijke ondergrond –
aan een met rode contouren vastgelegde,
vervullen. Inversie dus, maar daarmee is
de natuurlijke gesteldheid en het historische
compacte stad. In tegendeel, de term sugge-
natuurlijk nog niets gezegd over de wense-
occupatiepatroon – kan bijdragen aan de
reert een nauwe ruimtelijke en functionele
lijkheid van die ontwikkeling, of over de
ontwikkeling van een gebiedsspecifieke ste-
vervlechting van stad en land, een nieuw
manier waarop de nieuwe stedelijkheid kan
delijke ordening, waaraan de stad mede zijn
soort stedelijkheid, die wel geïnspireerd lijkt
worden vormgegeven.
identiteit kan ontlenen.
In zijn visioen zag hij een jongeman met een
Wie de hedendaagse topografische kaart ver-
Vertaald naar de Parkstad Limburg betekent
meetlint in zijn hand. Een stedenbouwkun-
gelijkt met die van zo’n honderd jaar geleden
deze benadering, dat er naar gestreefd zou
dige, klaarblijkelijk betrokken bij de herbouw
zal wellicht tot de conclusie komen dat zich
moeten worden om de karakteristieke ken-
van Jeruzalem na de Babylonische balling-
een ramp voltrekt. Een stedelijke explosie,
merken van het Limburgse heuvelland in de
schap. Van een engel krijgt deze jongeman
die zich manifesteert in een ordeloze huizen-
Parkstad te versterken. Dit betreft in de eer-
de opdracht dat ‘Jeruzalem een open stad zal
zee, afgewisseld met de overblijfselen van
ste plaats de geomorfologie. Het patroon
blijven, niet ommuurd, vanwege het grote
een uitgekleed en versnipperd landschap.
van hooggelegen terrasresten en lösspla-
aantal mensen en dieren dat er zal wonen.’
Geen wenkend perspectief, maar een betreu-
teaus en laaggelegen natte en droge dalen.
Meer dan twee millennia na dato lijkt dit
renswaardig verlies van ecologische rijkdom,
De geomorfologie en de daarmee samenhan-
Jeruzalem steeds meer in de ruimtelijke wer-
ruimtelijke samenhang en identiteit. Toch is
gende bodemkundige en hydrologische
kelijkheid tot leven te komen. Sinds de indu-
er geen weg terug, niet alleen vanwege de
eigenschappen vormen de permanente basis
striële revolutie is de verhouding tussen stad
omvang van de stedelijke bevolking, maar
van het gebied. Deze is bepalend voor het
en land immers aan drastische veranderin-
vooral ook vanwege de toenemende ruimte-
ecologische potentieel, en is tot de industriële
gen onderhevig. Tummers en Tummers1
consumptie per hoofd van de bevolking.
revolutie ook in hoge mate bepalend
spreken in dit verband van een inversie, een
De hedendaagse stad groeit buitenwaarts,
geweest voor het patroon van nederzettin-
omkering van de verhoudingen. De stadswal-
heeft vele randen, maar geen definitieve
gen. Sindsdien is de geomorfologie min of
len hebben hun functie verloren en zijn
begrenzing. Tegelijkertijd neemt de interne
meer overwoekerd door de stad. Met name
gesloopt. Sindsdien lijkt de expansie van de
dichtheid af en de hoeveelheid groen toe.
de regeneratie van het dalenstelsel zou een
stad onstuitbaar. De stad als bebouwd, rood
Om werkelijk grip te krijgen op deze
belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de
De kaarten bij dit artikel zijn van Klaas Kerkstra
door de oudtestamentische profeet Zacharia.
14
Parkstad Limburg Zacharia's visioen
Wat is de (nieuwe) identiteit van Parkstad Limburg? Dat was de centrale vraag waarmee vijfenvijftig studenten van tien hogescholen uit binnen en buitenland in ontwerpateliers aan de slag zijn gegaan. Zij gingen op zoek naar de krachten en eigenzinnigheid van deze regio en stelden zichzelf de vraag: hoe zijn deze krachten te gebruiken en ontwikkelen tot een nieuw regionaal profiel? Dit beeldessay geeft een overzicht van hun bevindingen. De (ontwerp)oplossingen kunnen gezien worden als inspiratie voor verdere ontwikkeling van de regio Parkstad Limburg en als denkoefening voor het regionale structuurplan.
Inspiratie voor regionale identiteit
Essentieel is dat de Parkstad meer is dan een knap gekozen marketingconcept voor de samenwerkende gemeenten
Ontwerpen aan Parkstad Limburg
ontwikkeling van de Parkstad. De dalen zijn
De toekomst van Parkstad Limburg ligt in de gezamenlijkheid van
onmisbaar voor een duurzaam waterbeheer,
een nieuwe regio. Bestuurlijke, bureaucratische en fysieke grenzen
een belangrijke factor in de ecologische
vormen al jaren barrières in het stedelijk landschap. Ontwerpen aan
diversiteit, en de dragers van een groot aan-
de nieuwe regio Parkstad Limburg moet daarom gebeuren op boven-
tal cultuurhistorische objecten, zoals kaste-
gemeentelijk schaalniveau. Nieuw elan, nieuwe ideeën komen tot
len en watermolens, die typerend zijn voor
stand als bestaande grenzen worden losgelaten. Te kijken naar be-
het Zuid Limburgse heuvelland. Het dalen-
staande kwaliteiten, zoals de samenhang die er in de regio al is waar
patroon zou de basis kunnen vormen van
te nemen en oplossingen voor exemplarische gebieden te bedenken.
een multifunctioneel stelsel van groene
Een ontwerpopgave die los staat van bestuurlijke, bureaucratische
voorzieningen, dat de stad geleedt en ver-
voorwaarden en eisen. De uitkomsten van de ontwerpateliers zijn
bindt met het land en dat, indien voldoende
dan ook geen ‘echte’ plannen maar belichten symptomen, krachten
krachtig ontwikkeld, de Parkstad een eigen
en potenties, schetsen scenario’s en zijn soms provocerende state-
gezicht kan geven.
ments die belangrijke discussiegrondslagen vormen en als een bij-
Andrea Croé Hoofd Vitruvianum, Centrum voor Architectuur in de Euregio Maas-Rijn a.croe@heerlen.nl
zondere bouwsteen en inspiratiebron voor het regionaal structuurKarakteristiek voor Parkstad is ook de poli-
plan kunnen fungeren.
centrische opbouw van het stedelijke weefsel. Geen samenhangend geheel met een
Daarbij is gekeken naar algemene thema’s in de ruimtelijke orde-
duidelijke overall structuur, maar eerder een
ning, die een grote rol spelen in het gebied: oriëntatie, landelijkheid
aan elkaar groeiende dorpenzwerm, ont-
versus stedelijkheid, infrastructuur en stadspoorten. Maar ook actuele
staan uit preindustriële (agrarische) neder-
onderwerpen en uitdagingen komen als een soort rode draad in de
zettingen en mijnkolonies. Deze situatie kan
ontwerpen naar voren. Met nadrukkelijke aandacht voor enkele
Deelnemende opleidingen
natuurlijk als een probleem worden opgevat,
specifieke uitdagingen. Eén daarvan is het ontwerpen aan ‘krimp’.
Hogeschool Zuyd Heerlen
maar ook als uitgangspunt voor een speci-
Parkstad Limburg is de eerste Nederlandse regio waar krimp een
Academie van Bouwkunst Maastricht
fieke ordening van relatief kleine stedelijke
groot probleem kan worden. De beroepsbevolking neemt af doordat
Landbouwuniversiteit Wageningen
eenheden in een parkachtige, groene con-
veel jongeren hun heil in de Randstad zoeken, het aantal ouderen
Academie van Stedenbouw, Logistiek en Mobiliteit Breda
text. Want, zoals een oudere vertaling het
neemt toe, dorpen en steden zullen eerder krimpen dan uitbreiden.
Rheinisch-Westfälisch Technische Hochschule Aachen
formuleert: ‘Jeruzalem zal dorpsgewijs
Hoe ontwerp je aan zo’n krimpende stad? Daarnaast zorgt ook de
Fachhochschule Aachen
gebouwd worden.’ Echter hoe het ideaal ook
aanleg van de geplande ringweg in het oosten van Parkstad Limburg
Universität Siegen
wordt geformuleerd, essentieel is dat de
voor ingrijpende verandering in het landschap. Zeker als die wordt
Provinciale Hogeschool Diepenbeek
Parkstad meer is dan een knap gekozen
aangelegd zonder rekening te houden met de bestaande kwaliteiten.
Technische Universiteit Eindhoven
marketingconcept voor de samenwerkende
De ringweg zou moeten zorgen voor een snelle, korte verbinding
Yildiz Technical University Istanbul
gemeenten. Een nieuw soort stedelijkheid,
tussen de verschillende gemeenten en de omliggende regio.
Coach workshop, Martin van den Borst Eindhoven
waarin stad en land, mens en natuur
Naast een sensibele inbedding van de ringweg in de omgeving
harmonisch kunnen samengaan. |
worden ook meer radicale alternatieven voorgesteld. Het ontbreken van landmarks in Parkstad Limburg, waaraan de regio ook een stuk van zijn ruimtelijke kwaliteit en identiteit kan ontlenen, kan met zo’n
Noten 1. Tummers en Tummers, Het Land in de Stad, 1997.
16
Parkstad Limburg Zacharia's visioen
sensibele inbedding van de ringweg gecompenseerd worden. |
Finding Entrances Het noorden van Parkstad Limburg fungeert als hét uithangbord voor de regio, daar bevindt zich namelijk de belangrijkste toegang tot Parkstad. Een autoweg, een spoorweg en een beek lopen samen door een smalle zone die omgeven is met groen. Het is dé entree van Parkstad die versterkt zal worden door de geplande aansluiting van de buitenring, die een kortere verbinding tussen de gemeenten zal bieden. Voorstel is om de route van de buitenring langs talrijke attracties te laten lopen, die overal in Parkstad te vinden zijn.
Ontwerpteam
Sander Tummers Wilco Meenhorst Jochen Caris Jochen Specht Ruth ByLoos Fabiom Amorosi Christian Meester Harrie Vranken Igor Saitov Anika Gruber
Break down fence Parkstad Boulevard
een adventureroute met een eigen profiel die de kwaliteiten van Parkstad op de kaart zet: karakteristieke landschappen met beken, parken en recreatiegebieden afgewisseld met stedelijkheid, kastelen en boerderijen. De ontwerpers stellen voor om deze belangrijke toegang, de aansluiting van de buitenringweg op de autosnelweg, dan ook van een duidelijk landmark te voorzien. De vermenging van natuur en bebouwing wordt als een grote kwaliteit gezien, maar continue rijst de vraag: is Parkstad Limburg een stad met parken of
In het westen van Parkstad Limburg grenzen het stedelijk gebied en
een park met stedelijke kernen? Om de toekomstige kwaliteit van
het landschap, het open heuvelland, dicht aan elkaar. Ze worden
het landschap te waarborgen is gekozen voor één groen en open
echter rigoureus gescheiden door twee autowegen (de A76 en de
landschap met zes compacte, verdichte, gelijkwaardige kernen die
N281) die Parkstad onder andere met Maastricht en Aken verbin-
zijn verbonden door een netwerk. De rest van het landschap moet
den. Deze wegen lopen vlak langs de stad en volgen in hoofdlijnen
onbebouwd blijven. Het netwerk en de eraan gekoppelde kernen
de ligging van een beschermde beekzone die er als een ontoeganke-
zijn opgedeeld in twee zones. De westelijke zone, aangesloten op
lijk niemandsland tussen ligt. De spaarzame dwarsverbindingen in
de bovenregionale infrastructuur, heeft een bovenregionaal voor-
de vorm van fly-overs maken de barrière tussen stad en land slecht
zieningen niveau. De oostelijke zone heeft door zijn aansluitingen
doordringbaar en het landschap blijft moeilijk bereikbaar.
op de regionale infrastructuur een regionaal voorzieningenniveau.
Het ontwerpteam werkt met de metafoor van een ‘voortuin’. De stad vormt het ‘huis’, de stadsautoweg (N281) is het ‘hek’, die de toegang naar het ‘terras’ (intermediaire zone) en de ‘tuin’ (landschap ten westen van de A79) bemoeilijkt. In de eerste plaats wordt voorgesteld de barrière van dubbele infrastructuur te doorbreken. De autoweg (N281) is omgevormd tot stadsboulevard met een snelheidslimiet die van honderd kilometer per uur wordt teruggebracht tot vijftig kilometer per uur. Dit heeft tot gevolg dat kruisingen gelijkvloers zullen worden en het landschap weer toegankelijk wordt. Om de overgang van landelijkheid naar stedelijkheid te thematiseren wordt de stadsrand verdicht en in contrast geplaatst met het landschap. Door het ‘hek’ te doorbreken en een binnenstedelijke boulevard te creëren, is de autoweg (N281) niet langer een verbinding van A naar B, maar vormt ook een nieuwe entree tot de westelijke zijde van Parkstad. De intermediaire beekzone (het niemandsland) maakt nu deel uit van de stad als een soort voortuin: een recreatieruimte toegankelijk voor bewoners en bezoekers.
18
Daardoor wordt de ringweg niet alleen een snelle verbinding, maar
Parkstad Limburg & | 00/2005 Inspiratie voor regionale identiteit
Ontwerpteam
Rolf Moors Thijs Kiekeboom Petra Delahaye Marc Dahmen Sarah Francois Thomas Mondorff Loek Cordewener Heri Broekroelofs Barbara Hoevenaars
Parkstad Necklace Ontwerpteam
Eva Gerards Anne Seghers Melina Vasen Olivier Hérail Els Keunen Müge Ozden Tim Harnischmacher Joost Kleinhaarhuis
Eén van de grootste en meest ingrijpende projecten die voor de toekomst gepland staan, is de aanleg van een buitenring aan de oostkant van Parkstad Limburg, waarbij het idee van een snelle, korte verbinding centraal staat. Tussen de verschillende kernen van het verstedelijkte gebied liggen bufferzones met agrarische functies. Planologische regelingen hebben deze zones in de loop der tijd beschermd tegen oprukkende verstedelijking. De nieuwe geplande ringweg heeft haar ligging bij voorkeur in deze bufferzones. Natuurgebieden moeten zo min mogelijk worden aangetast. Om de bedreiging voor de landschappelijke kwaliteit zo klein mogelijk te houden, stellen de ontwerpers voor de ringweg te zien als parelketting. Die bestaande elementen en nieuwe attracties koppelt, bijvoorbeeld door herinrichting en hergebruik van bestaande wegen. Voorstellen voor wegenprofielen met de aanleg van zoneringen, het landschap, groene bufferzone en de stad, zullen de geplande snelheid van honderd kilometer per uur niet haalbaar kunnen maken, maar zijn hét middel bij uitstek om het landschap en de aanwezige hoogteverschillen optimaal te ervaren. De groene zone tussen de
bijvoorbeeld een beeldentuin of volkstuinen. Om de verwevenheid
Inbetween space
van stad en landschap aan de ringweg te benadrukken worden
Dit gebied wordt gekenmerkt door een grote afgraving van het zeld-
ecoducten ingezet die de natuur verder de stad in trekken.
zame zilverzand, grote waterplassen, hoogteverschillen en een aan-
stad en de buitenring zou een gebied met een duidelijke identiteit moeten zijn. Vanaf deze weg moet de omgeving zijn verhaal vertellen. Nieuwe attractiepunten kunnen hier worden toegevoegd,
sluitend heidegebied. Oude landwegen, kleine gehuchten, een mijnsteenberg, tracés van gesloopte mijnsporen en de geplande nieuw aan te leggen ringweg bepalen de omgeving. De witte stranden, de grote waterplassen en hun relatie tot grote woongebieden vormen de belangrijkste uitdaging voor de toekomst. De huidige versnippering van Parkstad Limburg met een grote verscheidenheid aan natuur en bebouwing en de grote hoeveelheid stadsranden zijn tegelijk de kracht én zwakte van het gebied. De ontwerpers stellen voor deze versnippering verder door te voeren en het scenario van de ‘krimpende stad’ te gebruiken om nog grotere gaten in de bebouwing te laten vallen. Daardoor worden de groene inhammen in de stad nog explicieter en kunnen zelfs tot diep in de stad doordringen. Waardevolle elementen in het landschap, zoals historische hoeves of oude fabriekscomplexen van de ontgrondingmaatschappijen, maar ook hele woonbuurten, moeten gerespecteerd en geconserveerd worden en krijgen hun plek als losse objecten in het landschap. Deze komen als sculpturen in een parklandschap te staan en vormen een soort grootschalige beeldentuin. Ook nieuwe ingrepen zouden op deze manier een plek in het landschap moeten krijgen. Zo ontstaan eilanden in het landschap omgeven door groen. De groene zones worden ingericht als gebruiksgebieden voor de inwoners van Parkstad Limburg. Functies als biologische landbouw, cultuur- en natuurrecreatie en een evenemententerrein zijn mogelijke invullingen van het groengebied. Door een bewuste inrichting en invulling van het landschap met woon- en culturele objecten functioneert het gebied als een samenhangend organisme. Grotere vrijheid aan de stadsranden zorgt ervoor dat het gebied zich beter kan aanpassen aan veranderingen (zoals krimp) zonder afbreuk te doen aan duidelijke randvorming.
20
& | 00/2005 Parkstad Limburg Inspiratie voor regionale identiteit
Ontwerpteam
Bart van Berkel Burak Haznedar Jetske Bömer Katleen Raemen Maarten Huls Sebastian Filla Simone Riester Susanne Günther Wendy Foekema
The band Ontwerpteam
Leentje Sijsma Stijn van Gorp Steffen Sauer Ilja Swenters Hasan Alp Demir Sabine Schröder Johanna Bogdan Evelien Pieters
Dit gebied wordt gekenmerkt door de poli-
onderdeel van de toekomstige buitenring
kernen hun identiteit verliezen. De groene
centrische nederzettingenstructuur uit de
van Parkstad Limburg. Het stedelijk lint dat
zone kan een positieve stimulans voor
mijnbouwperiode. Op meer plaatsen in
van oost naar west door het gebied loopt is
gemeenschappelijke sociale activiteiten zijn.
Parkstad Limburg zijn de verschillende
gefragmenteerd. Door het lint meer te
kernen (buurt -, wijk- of stadsdeelcentra)
verstedelijken worden de fragmenten
door radiale assen met elkaar verbonden, zo
samengevoegd en wordt een duidelijke as
ook in dit gebied. Deze assen zijn gelegen op
gecreëerd, die de twee bebouwingskernen
een smalle rug in het landschap en hebben
verbindt en de scheiding tussen de weg en
een lintbebouwing met multifunctionele
de bebouwing probeert op te heffen. Het lint
bestemmingen. De twee bebouwde kernen
wordt als een belangrijk element gezien dat
zijn gescheiden door een groene zone waarin
de samenhang in de drie bebouwingskernen
de provinciale weg N299 loopt. Deze weg is
kan versterken. Zonder dat de afzonderlijke
Tramway De landsgrens van Duitsland en Nederland bevindt zich in dit gebied, met aan de ene zijde ‘Stadt Aachen’ en aan de andere kant Parkstad Limburg. Een typisch stukje Parkstad met twee kernen (Spekholzerheide/Terwinselen en het centrum van Kerkrade) die gescheiden worden door een landschap van beken en heuvels. In oost-west richting loopt het zogenaamde miljoenenlijntje (spoorlijn van Schin op Geul naar Kerkrade, in gebruik bij de ZLSM – Zuid Limburgsche Stoomtrein Maatschappij). Het grootste probleem vormt de toekomstige buitenring, die midden in het groene gebied is geprojecteerd. De ontwerpers gaan uit van optimalisering van mobiliteit op basis van openbaar vervoer. Na uitgebreid onderzoek naar bestaande spoorlijnen, tracés en aansluitingsmogelijkheden (zowel Euregionaal als regionaal) is een tramcircuit uitgewerkt, dat gebaseerd is op de bestaande infrastructuur en aansluit op andere openbare vervoersystemen, ook over de landsgrens heen. Basis van de lijn is een achtbaanvorming parcours dat stedelijke gebieden en groengebieden met elkaar verbindt. Dat daarbij de zin of onzin van de geplande buitenring ook nog aan de kaak gesteld wordt, is alleen maar een ondergeschikt randverschijnsel. Bovendien worden er voorstellen gedaan om het groen, dat op dit moment nog tamelijk karakterloos en moeilijk te ervaren is, meer identiteit te geven. Gedacht wordt aan verschillende programma’s zoals sportactiviteiten verspreid over het groen, een educatiecentrum voor milieu aan de rand van het groen en een congrescentrum op de plek van een oud industrieterrein.
22
Parkstad Limburg Inspiratie voor regionale identiteit
Ontwerpteam
Atilgan Algan Canan Dizdar Claire Dukers Els Maurissen Toan Lien Jean Menten Sven Schroijen Markus Seipold Burkhard Wicken, Robert Wild Kubra Yilmaz
Voor Parkstad Limburg worden op brede schaal strategieën ontwikkelt en ontwerpen gemaakt. Voor veel mensen is de regio echter gewoon de dagelijkse praktijk. De bestuurder van het regionale samenwerkingsverband beslist over uiteenlopende, regiobrede kwesties. De ruimtelijke planner werkt aan een regionaal structuurplan. En de voorzitter van het samenwerkingsverband van woningcorporaties houdt zich bezig met fysieke ingrepen zoals sloop en nieuwbouw. Anne Luijten in gesprek met drie professionals die ieder op hun eigen terrein vorm geven aan de dagelijkse praktijk van Parkstad Limburg.
Wensbeelden en dagelijkse realiteit Fieldtrip anne.luijten@fieldtrip.nl
bied van de zeven gemeenten loopt zo onduidelijk in elkaar over dat je als buitenstaander vaak niet eens weet waar je bent. Er is te veel
Kees Werkhoven is verheugd dat het regionale structuurplan goed van de grond
versnippering en te weinig profiel. Ten tweede moet het groen beter
lijkt te komen. Over belangrijke punten in het ruimtelijk beleid zullen de zeven
zichtbaar en beter toegankelijk worden. Dan is er de woningbouwop-
gemeenten een gezamenlijke visie ontwikkelen. Maar met een visie alleen kom
gave. De bevolking krimpt, we zullen moeten inzetten op kwaliteit
je er niet. Daarom ruimt Werkhoven ook veel tijd in om te praten met bestuur-
van woonmilieus en de vraag is: wat komt waar? Tenslotte de ver-
ders en andere betrokkenen. Om draagvlak te creëren voor proces en uitvoe-
keersstructuur. Om het huidige kruip-door-sluip-door en bijkomende
ring. ‘Het structuurplan mag geen Fremdkörper worden dat ineens op
verkeersoverlast te vermijden komen er een binnen- en een buiten-
de gemeenten wordt losgelaten.’
ring. De financiering daarvan moet nog door de gemeenteraden worden goedgekeurd, maar het traject van de binnenring is al vastge-
De opdracht van het algemeen bestuur van Parkstad Limburg aan
steld. Over het traject van de buitenring is nog discussie.’
het projectteam regionaal structuurplan was helder: zet een
Door deze kwesties loopt als een rode draad de kwestie van identiteit
gezamenlijke ruimtelijke koers uit voor de komende vijftien jaar en
van het gebied. Want Parkstad Limburg, wat betekent dat eigenlijk?
zorg voor een goede uitvoeringsstrategie. De noodzaak was evident:
Is dat park of stad? Voor Kees Werkhoven moet het park de drager
alleen in de gezamenlijkheid kun je werkelijk structureren, duidelijke
zijn van het stedelijk organisme. Het landschap moet als drager van
keuzes maken, samenhang en eenheid creëren. Nadenken over
het geheel beter zichtbaar worden. En als je het hebt over een kwes-
zoiets als identiteit. Kees Werkhoven: ‘We moesten af van het ieder-
tie als imago, dat is vooral niet iets wat je ergens op moet plakken.
voor-zich, dat leidt vooral tot bekvechten en weinig daadkracht.
Werkhoven zal dan ook niet snel aanhollen achter een hippe kreet
‘De rol van het bestuur is om te motiveren, te initiëren.’ En vooral:
Met de gezamenlijke koers die we nu gaan uitzetten geven we zelf
als ‘kenniseconomie’ of het oubollige ‘seniorenstad’. Hem gaat het
‘We moeten op zoek naar het gemeenschappelijke, dat wat we
invulling aan de uitwerking van het regionale streekplan.’
er juist om iets te benoemen wat echt is, wat echt bij de streek hoort
Bestuurlijke samenwerking is één van de belangrijkste punten als het gaat
delen.’Zo is er gezamenlijk in kaart gebracht wat er ‘in huis’ is aan
De eerste hobbel is genomen, er is overeenstemming over vorm
en wat verschillende bevolkingsgroepen aanspreekt. Het goede leef-
over oplossingen voor de problematiek waar Parkstad Limburg mee worstelt.
woonmilieus en wat daar aan verbeterd kan worden. Neergelegd in
en functie van het structuurplan. Het moet een kort, pakkend
klimaat bijvoorbeeld, dat je overal binnen vijf minuten in het groen
Voor alle plannen, projecten en visies voor de regio hangt het welslagen
het beleidskader ‘Lekker thuis in Parkstad Limburg’.
document worden, met een duidelijke communicatiestrategie.
bent. En de combinatie van grootstedelijkheid met een kleinschalige
uiteindelijk af van grensoverschrijdende afspraken tussen de gemeente-
En er is een structuurvisie opgesteld, in samenspraak met andere
Werkhoven: ‘Er ligt al een dik pakket aan studies en analyses, dat
ambiance. Ook hier weer het belang van gezamenlijkheid, een wij-
besturen. Dieudonné Akkermans, tot voor kort lid van het Dagelijks Bestuur
partijen, zoals het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.
hoeven we niet nog een keer over te doen. Die studies gaan we nu
gevoel: ‘We moeten elementen zoeken die als gezamenlijke drager
van Parkstad Limburg, ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet:
Aanbevelingen over de te nemen maatregelen, zoals ‘van introvert
in de eerste fase gebruiken om tot een ruwe versie te komen, een
dienen, maar waar toch voor ieder wat wils in zit. Het structuurplan
‘We werken hier vanuit een sterke traditie.’
naar extravert denken en doen’, neergelegd in het rapport ‘Op hete
houtskoolschets.’ De generalisten gaan aan de slag, samen met het
moet nu definitief het laatste restje stof van het mijnverleden
kolen’. En nu komt er dan een fysieke component van die structuur-
bureau Stipo uit Amsterdam dat het proces begeleidt. Iedere
wegblazen en ruimte geven aan een onderliggende traditie van
Samenwerking gaat voor Akkermans niet als eerste over structuur.
visie, het regionale structuurplan, waarin de ruimtelijke kaders
gemeente levert een stedenbouwkundige of planoloog, die samen-
samenwerking en pioniersmentaliteit.’
Die komt vanzelf wel met de inhoud. Kijken naar wat je inhoudelijk
worden vastgelegd, zodat er niet steeds opnieuw discussie over
werken aan de grove lijnen van het plan. Daarna volgt een verdie-
bindt is voor hem de allerbelangrijkste stelregel voor regionale
ontstaat. Het spanningsveld tussen park en stad, en hoe die twee
pingsslag, waarin de specialisten op punten als wonen, verkeer,
samenwerking. Wettelijke kaders kun je scheppen, en dat gebeurt
elkaar moeten versterken, zal daarin aan de orde komen. Maar ook
economie en groen de grove lijnen verder uitwerken. In het struc-
ook zeker, maar het hart en de ziel moeten ook mee. Anders gezegd:
de bevoegdheden moeten daarin nadrukkelijk worden geregeld.
tuurplan volgen tenslotte gebiedsgerichte uitwerkingen, worden de
‘In Parkstad Limburg is de samenwerking gebaseerd op begrip, visie
Akkermans: ‘Anders blijft het structuurplan een wassen neus.’
kaartjes getekend. Maar dat alles is maar een deel van het verhaal.
en spontaan meedenken.’ De Wet Gemeenschappelijke Regeling
Implementatie, daar draait het om.
Want iedere stap, iedere fase wordt afgesloten met sessies met de
Interviews met drie professionals uit de praktijk
Anne Luijten
Draagvlak voor gezamenlijkheid
Samenwerking verankerd in traditie
Plus-status (Wgr+) die nu in voorbereiding is, biedt kansen. De
Een mentaliteitsomslag in het bestuurlijk denken is volgens
wethouders Ruimtelijke Ordening en Economie en een ambtelijke
Wgr+ regeling is nieuw, omdat het rijk af wil van de zogenaamde
Akkermans echt niet nodig. Het denken over de samenwerking is er
kerngroep, om met elkaar te bespreken wat het nu allemaal
kadergebieden, zoals de grote steden en het KAN-gebied. Voor
al lang, en is geworteld in de tradities, die iedereen in de streek
concreet betekent. Waar liggen conflicten op de loer, hoe gaan
het bestuur van Parkstad Limburg betekent het dat ze meer
bindt. De sterke gemeenschappen, met een rijk verenigingsleven en
we daar mee om?
bevoegdheden krijgt, niet meer voor ieder besluit afhankelijk is van
met dezelfde sociaal-economische problematiek. In die gedeelde
de gang naar zeven gemeenteraden. ‘Het geeft ons meer slagkracht,
traditie ligt de wortel van de samenwerking, en daarbij hoort een
Die constante betrokkenheid en communicatie, dat is misschien nog
er is meer verdieping mogelijk. Nu nog zijn we altijd bezig met én
samenwerkingsverband dat aan die basis, die identiteit van de regio,
wel het belangrijkste van alles. Werkhoven wil dat het proces door
de inhoud én het benodigde draagvlak van de gemeenten. Vooral
raakt. Vanuit de gedeelde fysieke en sociale structuur wordt er
alle betrokkenen gedragen wordt, iedereen moet er voor gaan. Nu al
dat laatste kost erg veel energie.’ Ondertussen is er de afgelopen
gezocht naar samenwerking, naar oplossingen die park en stad aan
voert hij gesprekken met de wethouders, om te peilen hoe ze in het
zes, zeven jaar behoorlijk geïnvesteerd in het proces. Het bestuur
elkaar knopen en die bedreigingen een halt toeroepen. Zodoende
proces zitten, en wat ze belangrijke dingen vinden. Minstens zo
van Parkstad Limburg werkt als een ‘regio-parlementje’, aldus
gaat hij echt de ‘non-discussie’ over schaalvergroting en gemeente-
belangrijk als draagvlak is het overdragen van bevoegdheden.
Akkermans. Er is een kernagenda opgesteld, een beleidskader voor
lijke herindeling niet aan. ‘Wij zetten juist in op samenwerking.
Parallel aan het proces rondom de in voorbereiding zijnde Wgr+
zaken als bedrijventerreinen of infrastructuur, en voor al die zaken
Is elders dan gebleken dat grote gemeenten meer slagkracht hebben
status wordt gekeken welke bevoegdheden kunnen worden over-
op de kernagenda worden op die regionale schaal beslissingen
of beter zijn voor de burger? Dat gedoe met schaalvergroting was
gedragen van gemeenten aan Parkstad Limburg. Het structuurplan
genomen. Een kwestie van aanpakken, de handen uit de mouwen:
niet meer dan een modeverschijnsel.’
wordt daarbij het bindend ruimtelijk kader. De gemeenteraden zullen
Kees Werkhoven is afdelingshoofd bij de dienst Stadsontwikkeling Heerlen en projectleider van het regionaal structuurplan
Parkstad Limburg 1 Bron: Parkstad Limburg
vooraf de bevoegdheid van het vaststellen van het structuurplan aan Dieudonné Akkermans is burgemeester van Voerendaal en voormalig lid Dagelijks Bestuur Parkstad Limburg (portefeuille ruimtelijke ordening, verkeer en huisvesting)
Parkstad Limburg overdragen, zodat het niet aan het einde van het proces ineens blijft ‘hangen’ om een negatief raadsbesluit in één van de gemeenten. En wat de inhoudelijke kwesties betreft, die zijn volgens Werkhoven in ieder geval onderverdeeld in vier opgaven. ‘Allereerst moet er een heldere structuur komen. Het stedelijk ge1
24
Parkstad Limburg Wensbeelden en dagelijkse realitiet
Minder bouwen
meer plek voor bijvoorbeeld speelplaatsen. Want de jeugd, daar draait het tenslotte om. De mooie nieuwe huizen moeten de oude-
Als woningcorporatie is je macht maar beperkt, erkent Hans Laudy, voorzitter
ren verleiden om te verhuizen, zodat een doorstroming ontstaat die
van de gezamenlijke corporaties uit de regio: ‘Het gaat om de mensen, dan
uiteindelijk moet leiden tot het vrijkomen van starterswoningen,
pas komen de stenen.’ De problematiek waar Parkstad Limburg mee kampt is
zoals betaalbare appartementen, waar er volgens de corporaties in
voor een groot deel sociaal-economisch van aard, wil hij maar zeggen.
principe voldoende van zijn in de bestaande voorraad.
Station Simpelveld 4
Toch gelooft Laudy er heilig in dat de corporaties hun steentje kunnen
Bron: Parkstad Limburg
bijdragen. Door minder in plaats van meer te bouwen bijvoorbeeld. En door
Een andere kans die op het bordje van de corporaties ligt, is het
te experimenteren met regelvrij bouwen en ‘excentrieke woonmilieus’. Maar
experimenteren met regelvrij bouwen, waardoor vernieuwende
dan moet wél iedereen meedoen, oftewel: ‘Laten we het H-woord nou eens
woningtypologieën kunnen worden gerealiseerd. Voor kunstenaars
bespreekbaar maken.’
bijvoorbeeld, zoals men in Almere doet. ‘Een excentriek woonmilieu’, zegt Laudy, ‘het trekt weer nieuwe doelgroepen aan.’ Hoewel men-
2 Parkstad Limburg Bron: Parkstad Limburg
3 Zicht op Klimmen Bron: Parkstad Limburg
4 Station Simpelveld Bron: Parkstad Limburg
Een optimistisch mens denkt niet in bedreigingen, maar in kansen.
sen uiteraard meer redenen nodig hebben om zich ergens te vesti-
Dat geldt ook voor de gezamenlijke corporaties die onlangs in een
gen. ‘Die woonmilieus moeten wel ergens in ingebed zijn, bijvoor-
woonmilieuvisie hun strategie voor de toekomst hebben neergelegd.
beeld in een sociaal-economische structuur van de kenniseconomie.’
De krimp en de vergrijzing zijn geaccepteerd en inzet van de nieuwe
Die kenniseconomie moet volgens Laudy dan ook naar Parkstad
koers. ‘Het is al heel wat,’ zegt Hans Laudy, ‘dat de stap naar
Limburg worden gehaald, bijvoorbeeld door aan te haken bij de
bewustzijn en acceptatie van de problemen is gezet.’ Tot voor kort
universiteiten van Aken, Luik, Hasselt en Maastricht.
ging het er in de regio namelijk heel anders aan toe. ‘Iedere
Helaas lijken de tijden er nog niet écht rijp voor, verzucht Laudy.
gemeente wilde groeien en bouwen, waardoor iedereen elkaar
Het grootste probleem ligt volgens hem dan ook in de bestuurlijke
beconcurreerde. De doodsteek voor de regio.’
cultuur die maar niet wil veranderen. ‘De opschaling van de gemeen-
De nieuwe koers zet in op senioren, maar naar een Suncity wil Laudy
tes blijft nogal achter, en dat vinden we erg jammer’, zegt hij gedeci-
absoluut niet. ‘Dat is een sterfhuisconstructie, de jeugd heeft nog
deerd. Het hele maatschappelijke middenveld is inmiddels gefuseerd
altijd de toekomst.’ De regio moet dus juist interessant worden en
en opgeschaald: zoals de ziekenhuizen, de scholen, de corporaties
blijven voor jongeren, maar paradoxaal genoeg doe je dat in dit ge-
en de zorgsector. ‘Maar de gemeentelijke autoriteiten blijven niet
val door juist voor senioren te bouwen. Maar om te beginnen moet
alleen lokaal doen, ze blijven ook lokaal denken.’ De leus van ‘regio-
er eerst gesloopt worden, en niet om zoals elders in het land er fors
naal denken – lokaal doen’ blijft in de praktijk vooral hangen op
méér woningen voor terug te kunnen bouwen, maar om ruimte te
lokaal doen, waardoor iedere slagvaardigheid ontbreekt. De corpora-
scheppen om bétere woningen terug te kunnen bouwen. Kwaliteit
ties moeten in iedere gemeente weer een apart traject starten, en
vóór kwantiteit, zoals ruime, levensloopbestendige woningen.
verkeren regelmatig in een spagaat: blijven we trouw aan onze
Met als doelgroep de senioren, bijvoorbeeld de ‘terugkeer-ouderen’
regionale lijn of moeten we loyaal zijn naar onze lokale wethouder?
die in de regio geboren en getogen zijn, maar verhuisd zijn en elders
Laudy is dan ook blij met de Wgr+ status voor Parkstad Limburg die
hun ‘wooncarrière’ hebben gemaakt.
in voorbereiding is, maar eigenlijk gaat dat hem nog niet ver
Voor hen is de groene omgeving aantrekkelijk, en die kan zelfs nog
genoeg. ‘Om veerkrachtiger en slagvaardiger te kunnen zijn en te
aantrekkelijker worden als er ‘rood’ verdwijnt. De kwaliteit van de
kiezen voor structurele oplossingen is absoluut een gemeentelijke
openbare ruimte staat dan ook nadrukkelijk op de agenda van de
herindeling nodig. Maar voorlopig mag zelfs dat beladen ‘H-woord’
corporaties. Door de verdunning van de woningvoorraad kan er nog
niet eens worden uitgesproken.’
Het is al heel wat dat de stap naar bewustzijn en acceptatie van de problemen is gezet
3
meer groen de stad in gebracht worden. Daar kan niet alleen genoegelijk gewandeld worden door de vitale oudere, maar er is dan ook
2
26
Zicht op Klimmen 3 Bron: Parkstad Limburg
Parkstad Limburg Wensbeelden en dagelijkse realitiet
Hans Laudy is voorzitter van het Regionaal Orgaan Woningcorporaties Parkstad Limburg
4
De weg naar een regionaal structuurplan voor Parkstad Limburg is lang en het proces nog niet geheel uitgekristalliseerd. In de dagelijkse praktijk wordt hard gewerkt, maar de samenwerking tussen de zeven gemeenten kan best een duwtje in de rug gebruiken. Anne Luijten vroeg Jaap Modder, voorzitter van het regionale samenwerkingsverband in de KAN-regio, naar zijn visie op de problematiek in Zuidoost Limburg. Is er een toekomst voor Parkstad Limburg en hoe is het proces dat moet leiden tot samenwerking op het hogere schaalniveau het best te organiseren?
Out of the box
KAN-voorzitter Jaap Modder over toekomststrategieën voor Parkstad Limburg Anne Luijten
Zijn betrokkenheid bij Parkstad Limburg
een vak, en maar al te vaak zie je dat ont-
de wereld van bestuur. Kijk maar naar de
Fieldtrip anne.luijten@fieldtrip.nl
dateert alweer van enige jaren terug, toen
werpers en visionairs veronderstellen dat be-
Rijksbouwmeester, die kan met zijn gezag
hij nog directeur van het Nirov was.
stuurders het wel even oppakken, terwijl het
aankloppen bij de verantwoordelijke minis-
Vitruvianum startte de manifestatie ‘Ontwer-
voor hen een soort Verweggistan is.’ Maar
ter en uitleggen hoe het zou moeten.’
pen aan Parkstad Limburg’ (OAPL) en zocht
ook besturen is een vak apart, en dat geldt
in het Nirov een landelijke partner.
zeker voor het samenwerken binnen betrek-
Modder is bang dat de gestarte planproces-
Inmiddels is Jaap Modder voorzitter van het
kelijk nieuwe schaalniveaus zoals een regio.
sen rondom het regionaal structuurplan
KAN, het regionale samenwerkingsverband
Wat dat betreft is het voor Parkstad Limburg
straks vooral een mooi boekje op zullen
van het Knooppunt Arnhem-Nijmegen.
tijd dat er wat gebeurt, en snel ook. ‘Als er
leveren. ‘Ik heb geen kritiek op de compe-
Met 700.000 inwoners een gebied met een
ergens een sense of urgency is, is het hier.
tenties die er zijn, maar het proces is te
schaal van ruim drie keer Parkstad Limburg.
De werkloosheid, het lage opleidingsniveau,
conformistisch, overal gebeurt het op deze
Tijdens de slotmanifestatie van OAPL was hij
2.000 mensen per jaar minder, de proble-
manier. Terwijl je het, gelet op de draconi-
er weer bij, dit keer om tijdens het debat als
men zijn sky-high. Daar komt dan ook nog
sche problemen die er in Parkstad Limburg
moderator op te treden. Een visie op de
één van bestuurlijke complexiteit bij, men
zijn, op een heel andere manier zou moeten
problematiek van Parkstad Limburg heeft hij
weet niet waar men het zou moeten zoeken
aanpakken dan elders. Begin gewoon eens
zeker, ook al vanuit zijn dagelijkse praktijk
en wat er zou moeten gebeuren. Het ont-
met het opstellen van een scenario 2015.
als regionaal bestuurder. Geen kant-en-klaar-
breekt aan gevoel voor de juiste touwtjes
Wat gebeurt er als je nu niets doet, als je
oplossingen, maar wel een duidelijke visie
en een gebrek aan oplossingen zelf.’
alle lijnen en trends over tien jaar doortrekt,
op de organisatie van het proces. Over
28
Parkstad Limburg Out of the box
welk beeld levert dat op? Twintigduizend
schaalniveaus en ‘out-of-the-box-denken’, en
‘Neem nu het regionale structuurplan dat
mensen minder, bijvoorbeeld. Spring over je
over het belang van radicale maatregelen:
gemaakt wordt, ik geloof niet dat dat de
eigen schaduw en kijk dan terug naar wat
‘Alle indicatoren staan op rood.’ Een oproep
wereld gaat veranderen. Ten eerste zou je
we nu zouden moeten doen om dat horror-
tot onalledaagse actie, van een man die
zo’n plan niet moeten beperken tot het
scenario te voorkomen.’ Parkstad Limburg
door collega’s nogal eens als ‘eigenzinnig’
fysieke vlak, maar er een echt plan voor de
zou bij die denkoefening een voorbeeld kun-
wordt omschreven.
regio van maken. Het zou dus ook over eco-
nen nemen aan andere regio’s of steden die
nomie moeten gaan, en over cultuur en
met leegloop en stagnatie werden gecon-
Sense of urgency
mobiliteit. Ten tweede moet je zo’n plan
fronteerd, en die met nieuwe oplossingen
Dat eigenzinnige, zegt Modder, komt ook
gebruiken als hefboom voor investeringen.
kwamen om dat tij te keren. Lelystad,
door de ‘dubbelrol’ die hij eigenlijk vervult.
Geen plan dat blijft steken nadat het is vast-
Emscher Park, Bilbao, Luik, ze bedachten
Hij is bestuurder, maar hij komt óók uit de
gesteld, maar belangen organiseren, inves-
allemaal dat ze iets moesten bieden dat
wereld van de planning, van de ruimtelijke
teringen koppelen aan projecten zodat je
anders dan anders is, iets unieks wat alleen
ordening, een ongebruikelijke combinatie.
uitvoering gegarandeerd is. En bovenal moet
zíj kunnen bieden. Zo bouwde Lelystad grote
Het zijn twee werelden die meestal elkaars
je het regionale plan gebruiken om je organi-
huurhuizen met grote tuinen en werkruim-
taal niet spreken, zoals hij ook maar weer er-
satie te veranderen, om eenheid in je
tes, en zorgde voor publiekstrekker
voer tijdens de slotmanifestatie van OAPL.
denken te creëren. Eén dienst Stedenbouw
Bataviastad. Emscher Park benoemde de
‘Tijdens zo’n bijeenkomst over ruimtelijke
en Planologie die voor de hele regio werkt
thema’s industrie, cultuur en landschap en
transformatieprocessen zie je toch dat
bijvoorbeeld, en benoem een regionale
nodigde vervolgens de markt uit om met
bestuurders weg blijven, of alleen even
bouwmeester. Iemand die een verbinding
voorstellen te komen. Jaap Modder: ‘Het is
binnenwippen. Ontwerpen en plannen is
kan maken tussen de wereld van ontwerp en
dat out-of-the-box-denken dat nu ook in
Parkstad Limburg moet gaan plaatsvinden,
Parkstad Limburg, maar dat op termijn grote
Aken, en hoe ga je dat organiseren.
om verder te komen met de regio.’
kansen heeft, en waar Parkstad Limburg als
Met andere woorden, kijk wel naar de
klein broertje zeker op aan moet haken.’
samenwerking met elkaar, maar kijk vervol-
Vijfde colonne
Maar als de schaalniveaus groter worden,
gens naar het benodigde schaalniveau waar
Hij wil zich wel wagen aan een paar moge-
wordt het dan ook niet steeds moeilijker om
de geformuleerde belangen moeten worden
lijke oplossingen voor de regio, maar wil
die samenwerking te organiseren? Het kost
ingebracht. In welke brievenbusjes droppen
eerst nog iets belangrijkers aan de orde
nu met zeven gemeenten immers al behoor-
we onze agenda’s?
stellen. Want waar moet je de oplossingen
lijk wat energie. ‘Mijn pleidooi is dan ook om
Er is al een groot aantal speeltafels in de
zoeken? Het is voor Modder nog maar de
niet al die energie in te zetten in de samen-
regio, een groot aantal samenwerkingen
vraag of de regio Parkstad Limburg wel de
werking met elkaar, maar om radicaal naar
waar je je verhaal kwijt kunt. Denk aan de
oplossingsruimte is die nodig is. ‘Bekijk
buiten te treden. Zet in op fractionele
Europese programma’s, of aan de samen-
Parkstad Limburg om te beginnen eens van-
samenwerking: kijk waar jouw agendapun-
werking tussen de Akense en Maastrichtse
uit een grotere ruimtelijk-economische con-
ten zijn op die hogere schaalniveaus en
Kamers van Koophandel. Maar fixeer je
stellatie. Op dat grotere schaalniveau zie je
bekijk vervolgens welke partijen je nodig
vooral niet op de onderlinge samenwerking,
ineens vijf luchthavens, met Aken en Luik
hebt om die belangen te organiseren. Als het
want zelfs als dat soepeltjes loopt, is je
aangesloten op de HSL. Je ziet het Ruhr-
bijvoorbeeld gaat om de externe bereikbaar-
missie nog niet geslaagd. Je moet hoe dan
gebied met zijn zes miljoen inwoners dat nu
heid van Parkstad Limburg in het grotere
ook naar buiten met je agendapunten.’
nog kampt met dezelfde problematiek als
systeem, denk dan aan een lightrail naar
Het selectief omgaan met agendapunten
Taptoe in Heerlen 1 Bron: Parkstad Limburg
1
voorkomt de beruchte bestuurlijke drukte bij
en Aken. Dezelfde truc uithalen als Almere
omgeving met supergoedkope, geweldige
dat boek wil hebben. Daarmee smeed je een-
gaan. Een tweede punt wat ik vaak tegen-
gaat afvragen wat de regio eigenlijk nog
het omgaan met al die verschillende schaal-
deed: open een dependance van een univer-
woonruimte vind je hier? De ruimte héb je,
heid, kun je dingen met elkaar verbinden.’
kom is dat de regiobesturen te weinig gevoel
bijdraagt? In ieder geval door steeds weer
niveaus. En het besef van een sense of
siteit of hogeschool.’
waarom dan niet de Aldi van de grotere regio
hebben voor de agenda’s van de gemeenten.
issues aan te pakken waar draagvlak voor is
worden? Besef goed dat méér park ook mín-
Varkenscyclus
Stel je daar meer voor open, het zijn ten-
bij de gemeenten. ‘Agenda-managment’
van het scenario 2015, is een eerste voor-
Weer het belang van een denkoefening:
der stad betekent. Iedereen schijnt te den-
Heeft Modder tenslotte vanuit zijn dagelijkse
slotte je aandeelhouders.’
dus, maar ook leiderschap speelt een grote
waarde om überhaupt tot de omslag in be-
‘Maak ook een trendbreukscenario, wat ge-
ken dat Parkstad Limburg langzamerhand
praktijk als voorzitter van het KAN nog tips
Als allerlaatste wil hij nog één ding kwijt,
rol.’ En daarmee zijn we weer bij het begin
stuurlijk denken en doen te komen. In die
beurt er bijvoorbeeld als de economie van
wel een echte stad wordt, maar met de hui-
en aanbevelingen waar Parkstad Limburg
iets dat hem mateloos intrigeert. ‘Regio’s
van het gesprek gekomen, bij de constate-
sense of urgency ligt het begin van een besef
het Ruhrgebied weer opleeft? Dan is het
dige cijfers en strategieën gaat dat niet ge-
haar voordeel mee kan doen? ‘Wat ik heel
lijken altijd onderhevig aan een varkens-
ring dat er nog steeds een grote kloof gaapt
van gezamenlijkheid, en daarmee is de
zaak om daarop aan te haken. De cohesie
beuren. Maar ondanks dat er aan ruimtelijke
sterk zie is dat regio’s vaak teveel willen
cyclus. Kijk naar Parkstad Limburg: vanuit
tussen de ruimtelijke wereld en de wereld
eerste stap gezet naar het ‘definitief uit je
van markten in Europa zet zich gewoon door.
kwaliteit de afgelopen twintig jaar wel het
oppakken. Ze zijn eigenlijk als bestuurlijke
een noodgedwongen samenwerkings-
van het bestuur. ‘In de Verenigde Staten
constructie maar een tussenlaag tussen
verband onder leiding van drie sterke
worden bestuurders gewoon gecoacht bij
gemeenten en provincies in, maar ze hebben
bestuurders een grote vlucht genomen en
ingewikkelde ruimtelijke opgaven. Daar doen
vaak de neiging om compleet te willen wor-
nu weer een beetje in een duikvlucht beland.
we in Nederland alleen maar lacherig over.
den. Ik zou zeggen, kies voor de belangrijk-
De bestuurders zijn vertrokken en nieuw
Maar waarom zou je leiderschap niet opti-
ste thema’s en zet daar op in. Het is beter
leiderschap heeft zich nog niet uitgekristalli-
maliseren? Er zijn genoeg plekken in
om je energie in te zetten je core business
seerd. Hoe kun je die heftige pieken en dalen
Nederland waar het leiderschap best een
zoals mobiliteit, economie en ruimtelijke
afvlakken, hoe kun je voorkomen dat er altijd
handje mag worden geholpen.’ |
ordening, dan om helemaal de breedte in te
weer downs aanbreken waarbij iedereen zich
urgency, bijvoorbeeld door de denkoefening
Het succes van regio’s is in toenemende mate afhankelijk van hun vermogen om strategische allianties te organiseren met maatschappelijke partijen
30
Parkstad Limburg Out of the box
stadhuis treden’. ‘Het is ongelofelijk moei-
Langzamerhand zal er weer massa ontstaan
één en ander verloren is gegaan, blijft het
lijk, en overheden schrikken vaak als je er
rondom Luik, Maastricht, Aken, het
een aantrekkelijk gebied. Het inzetten op de
marktpartijen bij wilt halen, maar je moet in
Ruhrgebied. Aansluiting zoeken is dus het
beter gesitueerde pensionado, zoals nu het
feite een soort vijfde colonne organiseren.
devies, door ten eerste de bereikbaarheid
plan is, zou trouwens inderdaad heel goed
Je moet marktpartijen en maatschappelijke
van Parkstad Limburg binnen de grotere
een onderdeel van je strategie kunnen zijn.
organisaties voor je kar spannen.
regio drastisch op te voeren.’ Hij heeft nog
Je haalt daarmee koopkracht naar de regio
Voortdurend kijken naar waar hebben wij
een onalledaags voorbeeld van een regio,
en het is goed voor de werkgelegenheid in
een agenda die matcht met de buitenwe-
die bij mensen altijd op de lachspieren
de dienstverlening.’
reld, hoe kunnen we die delen en daarmee
werkt, maar die het wél goed doet als regio.
onze zaak versterken? Als overheid moet je
‘Ik was laatst op werkbezoek in Jutland en
Blijft nog over de – altijd lastige – vraag naar
toe naar een governance-achtige praktijk,
zag dat tachtig procent van wat het regio-
identiteit. Juist in deze regio, waar de identi-
of Selbstverwaltung zoals dat zo mooi in het
nale bestuur daar deed in feite arbeidsmarkt-
teit voor een groot deel een behoudend
Duits heet. Het succes van regio’s is in
beleid is, door middel van scholing.
karakter heeft, is het wellicht extra moeilijk
toenemende mate afhankelijk van hun ver-
Voortdurend kijken naar: wat vraagt de
om het nieuwe, zoals de kenniseconomie,
mogen om strategische allianties te organi-
markt en hoe kunnen we daar op inspelen?
een plek te geven. De tradities die nog altijd
seren met maatschappelijke partijen.’
Er is een lokale dependance van de
hoog in het vaandel staan zoals de fanfare
Universiteit van Kopenhagen gekomen,
en het bloeiende verenigingsleven, lijken
Trendbreuk
daarmee hebben ze een plek veroverd in
niet bepaald vruchtbare voedingsbodems
Aan welke inhoudelijke agendapunten denkt
Kopenhagen en dáármee weer zicht op aller-
voor een nieuwe identiteit. Modder: ‘Het is
Modder, wat zouden in zijn optiek oplossin-
lei nieuwe processen. Van een vergeten uit-
inderdaad een nogal stationaire cultuur en
gen kunnen zijn voor de kaleidoscoop aan
hoek is het een redelijk succesvolle regio
dat maakt het extra ingewikkeld. Het is
problemen waar Parkstad Limburg mee
geworden die zichzelf op de kaart heeft gezet
lastig om de touwtjes te vinden die de zaak
kampt? ‘Het allereerste waar je aan moet
in belangrijke besliscentra.’
in beweging moeten zetten. Maar juist dat
werken is het scholingsniveau omhoog bren-
En dan de krimp. Als eerste regio van
noopt tot een radicalisering van denken en
gen. Overal in de westerse wereld zie je dat
Nederland lijkt voor Parkstad Limburg het
methode, je kunt hier niet putten uit het
de maakindustrie verdwijnt, naar China en
gevreesde krimpscenario werkelijkheid te
gebruikelijke bakje maatregelen die elders
andere lagelonenlanden. Maar wat blijkt,
worden. Het beleid is nu vooral defensief en
misschien wel werken. Het identiteitsverhaal
onder meer uit recent onderzoek van staats-
zet in op sloop en minder terugbouwen. Is
is overigens in Parkstad Limburg zelfs nóg
secretaris Van Gennip, dat het verlies aan
dat een goede strategie volgens Modder?
ingewikkelder geworden doordat praktisch
banen wordt opgevuld met een hoogwaar-
‘Er is een onderdeel van de bestaande voor-
het hele sociaal-culturele erfgoed uit de tijd
dige dienstverleningseconomie. Tenminste,
raad dat inderdaad zijn tijd gehad heeft.
van de mijnen is verdwenen. Indertijd is het
in de Randstad gebeurt dat, maar in
Maar waarom niet als algehele strategie de
goedbedoeld ‘netjes opgeruimd’, maar daar-
Parkstad Limburg zie je dat de industrie wel
kont tegen de krib gooien en agressief, tegen
mee is de geschiedenis weggevaagd en heeft
vertrekt, maar er daarentegen geen vervan-
de keer in, gaan bouwen? De krachten van
de regio geen logo’s meer. Wat je nu kunt
gende werkgelegenheid ontstaat.
de wereldeconomie zijn keihard en dwin-
doen is inspelen op de populaire cultuur.
Het gebrek aan arbeidsaanbod is hier debet
gend, accepteer maar gewoon dat die ken-
Maak een mooi boek en dan niet een intel-
aan, het scholingsniveau is te laag. Een stra-
niseconomie eraan komt. Waarom niet ge-
lectueel boek voor de Randstedelijke vak-
tegie zou kunnen zijn om aan te haken bij
woon zeggen: ok, de stedelijke kwaliteit vind
wereld, maar een boek met foto’s van alle
universiteiten in de buurt zoals Maastricht
je in Maastricht en de rust, de parkachtige
fanfarekorpsen, zodat iedereen in de regio
Taptoe in Heerlen 2 Bron: Parkstad Limburg
2
Wonen Zuid
werkt aan Parkstad Limburg
Als een van de grootste Limburgse corporaties is Wonen Zuid onder meer actief in drie van de zeven gemeenten, die samen Parkstad Limburg vormen: Brunssum, Kerkrade en Heerlen. Tijdens de slotmanifestatie van ‘Ontwerpen aan Parkstad Limburg’ is als een van de belangrijkste aanbevelingen uitgesproken dat er hard moet worden gewerkt aan de herstructurering van woonwijken. Juist op dat gebied is Wonen Zuid in Parkstad Limburg een van de voornaamste spelers met inmiddels aansprekende resultaten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het ministerie van VROM Wonen Zuid (regio Parkstad Limburg) in 2003 bij de top drie plaatste van de 25 best presterende corporaties in de GSB-steden.
Wijk Molenberg als voorbeeld Met renovatie, sloop en nieuwbouw werkt Wonen Zuid mee aan een betere samenhang in het stedelijk weefsel van Parkstad Limburg. Een alom geprezen voorbeeld is de wijk Molenberg, de grootste herstructureringsopgave van Heerlen Oost. Molenberg is een wijk waar ongeveer alle knelpunten van Heerlen samenkomen: er is een hoge werkeloosheid, er bestaat een sociale problematiek, het inkomensniveau is laag, het aantal mensen in de WAO is hoog, goed opgeleide jongeren trekken weg uit de wijk en er is sprake van een snelle vergrijzing. Wonen Zuid heeft hier bewust gekozen voor een versterking van de stedenbouwkundige structuur. Van de ruim 1200 woningen van Wonen Zuid in Molenberg wordt ongeveer de helft aangepakt.
Kwaliteit ook in sociale huursector Stedenbouw en architectuur kunnen en moeten in de visie van Wonen Zuid ook in de sociale woningmarkt van goede kwaliteit zijn. Het is niet voor niets dat Wonen Zuid voor de herstructurering van de wijk Molenberg Wiel Arets heeft gevraagd om de stedenbouwkundige opzet te maken. Een masterplan voor Treebeek is gemaakt door Mathieu Bruls. En bij de uitwerking van projecten wordt met vooraanstaande architecten gewerkt. Een goed voorbeeld is het project Pius in de wijk Molenberg. Op de plek van de inmiddels gesloopte Piuskerk werkt architect Theo Teeken samen met Buro Satijn in opdracht van Wonen Zuid en zorginstelling Sevagram aan het ontwerp van 40 seniorenwoningen in combinatie met 24 intramurale verpleegplaatsen voor ouderen. Het gebouw heeft een gezamenlijke entree en gemeenschappelijke voorzieningen en dat sluit weer goed aan bij de nieuwe concepten, die Wonen Zuid samen met anderen ontwikkelt.
5000. De Heerlense wijk Molenberg is voor Wonen Zuid op dit moment het enige grootschalige herstructureringsgebied in Parkstad Limburg. Maar Wonen Zuid is ook actief in Kerkrade en Brunssum. Nog niet zo lang geleden is een omvangrijke herstructurering in het centrum van Chèvremont (gemeente Kerkrade) afgerond. In een langdurig proces zijn honderden woningen gesloopt. Op de vrijgekomen terreinen zijn vooral seniorenwoningen gebouwd. En in Treebeek (gemeente Brunssum) is een langdurige renovatie van het woningbestand van Wonen Zuid nog maar net achter de rug.
Huurders als bondgenoten Het geeft allemaal aan dat corporaties belangrijke spelers zijn als het gaat om de vormgeving van het stedelijk gebied en om het aanbrengen van structuur in woningbouw, bedrijvigheid en groen. Door een inzicht in de trends en een gedegen kennis van de regionale markt is Wonen Zuid daarbij in staat om te anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Overigens zal het antwoord op die ontwikkelingen altijd in nauwe samenspraak met de huurders van Wonen Zuid worden gegeven. Huurders zijn de deskundigen bij uitstek als het in een straat of in een wijk gaat om thema’s als veiligheid, leefbaarheid en kwaliteit van de woningvoorraad. De vragen van de huurders (en vaak ook hun oplossingen voor knelpunten) zijn voor Wonen Zuid dan ook mede bepalend voor het beleid van de corporatie. Huurders waarderen dat met hoge cijfers bij peilingen naar de tevredenheid over de werkwijze van Wonen Zuid. In die zin ziet Wonen Zuid zijn huurders dan ook nadrukkelijk als meedenkende bondgenoten.
Projecten in Parkstad Limburg In totaal bezit Wonen Zuid 15.000 woningen in Midden- en Zuid-Limburg. In Parkstad Limburg bedraagt het aantal woningen ongeveer
Wonen Zuid regio Parkstad Limburg parkstad-limburg@wonen-zuid.nl www.wonen-zuid.nl