Een sprankelende aanbestedingscultuur “Hoe maken we van Europese Aan bestedingen een sprankelend geheel, dat werkelijk kansen biedt aan architecten en opdrachtge vers?” Met deze vraag opende Rijks bouwmeester Liesbeth van der Pol op 4 december in Amersfoort de Europese Aanbestedingendag . De bijeenkomst was georganiseerd naar aanleiding van de beroering die afgelopen zomer ontstond over de Nederlandse aanbestedingspraktijk. De in grote aantallen aanwezige architecten en projectontwikkelaars, maar ook publieke opdrachtgevers, bevestigden de reeds in de media geuite klachten. Lokale overheden stellen bij Europese Aanbestedingen onnodig hoge eisen aan potentiële opdrachtnemers. Daarnaast zijn de procedures onduidelijk en ingewikkeld. Hierdoor is het voor de meeste architectenbureaus vrijwel onmoge-
lijk geworden een overheidsopdracht in hun portfolio te krijgen. Dit leidt tot een verschraling van het archi tectuurklimaat in ons land. De aanwezigen waren eensgezind over wat er zou moeten gebeuren:
vereenvoudiging van de procedures, meer ruimte voor overleg tussen opdrachtgever en architect tijdens de aanbesteding, selectie naar com petenties in plaats van omzeteisen en referenties en beoordeling van
De renovatie van het Ministerie van Financiën is Europees aanbesteed. Het ontwerp is gemaakt door Meyer en Van Schooten Architecten en wordt binnenkort opgeleverd. Render Cees van Giessen /
CIIID
de inzendingen door een vakjury. Kortom, flinke aanpassingen in de aanbestedingsprocedures zijn noodzakelijk. Om dit te bereiken, moeten de opdrachtgevers een mentaliteitsverandering doormaken. Lokale overheden missen in veel gevallen de nodige expertise voor goed opdrachtgeverschap. Ze zoe ken zekerheid en kwaliteit door het stellen van extreem hoge eisen. Deze wijze van selecteren geeft ech ter geen goed beeld van wat archi tecten hebben te bieden. Door hun risicomijdende opstelling doen opdrachtgevers zichzelf tekort. Er bestaat behoefte aan kennisover dracht en richtlijnen. Veel architec ten zien een oplossing in een lande lijk steunpunt. Volgens de meesten ligt hiervan de verantwoordelijkheid bij de rijksoverheid. Van der Pol deed een oproep aan de organise rende partijen, BNA , NEPROM , VNG en Architectuur Lokaal, om met haar in overleg te gaan.
Onderwerp van discussie bleef de mate van vrijblijvendheid van zo’n steunpunt. Er bestaan al aanbevelin gen voor het opstellen van een Euro pese Aanbesteding, maar de lokale overheden gebruiken deze vrijwel nooit. Verplichtstelling lijkt daarom onvermijdelijk om het succes van het steunpunt te garanderen. sommigen vreesden echter dat een verplichte controle de procedure ingewikkelder zal maken, terwijl de oproep van de dag juist vereenvoudiging was. De vraag is of een Europese Aanbe stedingsautoriteit de oplossing is om de gewenste sprankeling tot stand te brengen, of dat deze onbedoeld juist meer complexiteit en frustratie veroorzaakt. Evelien Pieters Begin 2009 publiceren het Atelier Rijks bouwmeester en de TU Delft de resulta ten van een onderzoek naar de Neder landse praktijk van de Europese Aanbestedingen. Daarin worden ook de bevindingen van deze dag opgenomen. de Architect, januari 2009 9