Nummer 1
Zes visies op Rotterdam Kasper van ‘t Hoff ‘‘Ik adem, ik eet en ik fotografeer’’
Image © Geeke van Dijck
2
3
5 EYEOPENERS Dit wisten wij nog niet voordat we deze LOOK lazen...
1 2 3 4 5
4
Dat Rotterdam op zo veel verschillende wijze te bekijken en beleven is. blz. 14 De toekomst van de (digitale) spiegel reflex camera veranderd een stuk sneller dan gedacht. Blz. 30 voor uitleg en mening van een van onze journalisten. Hoe moeilijk het soms kan zijn wanneer je kleurenblind bent. Huidskleuren kunnen dan opeens wel heel interessant worden, help! blz. 36 voor tips van een kleurenblinde fotograaf. Waarbij fotografen meestal als einzelg채nger worden gezien, werkt het duo op blz. 28 heel mooi samen. Heel interessant om eens een kijkje te hebben in een andere werkwijze. Pff we worden wel weer even met de neus op de feiten gedrukt door het dagboek op blz. 33 Wat is het leven van een student fotografie af en toe toch druk.
Editorial
Het begin Rennend, puffend, steunend en kreunend vliegen mijn collega en ik de trappen van het pand op. Het is zeven uur. Zij had haar laatste artikel al moeten inleveren. Ik heb per ongeluk alle verkeerde foto’s afgeleverd. Met nog een uur tot de deadline lijkt het of er iedere keer maar weer extra traptreden bijkomen. Oneindig lang, de weg naar het einde van een nieuw begin. Tot het begint te duizelen, een rare sensatie bekruipt me tot ik met een boink op de grond val. Ik lig naast mijn bed op de grond en heb net de zoveelste nachtmerrie achter de rug. Een nieuw tijdschrift is natuurlijk ontzettend spannend en daar hoort de nodige, niet zo gezonde spanning, ook bij. Als ik later die dag met mijn collega samen zit om deze editorial te schrijven, kom ik er achter dat ik gelukkig niet de enige ben met zulk soort dromen. Tijdens het schrijven van deze editorial zijn we met de laatste puntjes op de i bezig en dat vinden we een mooi moment om samen eens te bespreken waar het ook al weer allemaal mee begon. Na het nodige gekeutel kwamen wij met de andere redactieleden een aantal maanden geleden op de naam en het concept LOOK, in hoofdletters héél belangrijk, uit. Laten we beginnen met dat LOOK niet staat voor de Nederlandstalige look als in knoflook, maar wordt uitgesproken op de Engelse manier, loek. LOOK staat niet alleen symbool voor een eigen ‘look’, maar ook voor een andere blik vanuit een fotografisch oogpunt. Wij, Annika Derksen en Geeke van Dijck, hebben samen met nog vier andere redactieleden, Evely Duis, Manon Gillet, Hans Warreyn en Sanne Wevers, enorm hard gewerkt om dit eerste nummer voor jullie lezers tot een succes te maken. Met terugkijkende blik zijn we, geleerd door een van onze interviews (blz. 08 ), niet alleen trots op de uiteindelijke uitkomst, maar ook op het proces zelf en de samenwerking. Onder het genot van de heerlijke zon, de weggevallen stress en een buitengewoon smakelijk drankje zijn wij dan ook van plan om de uitgave van ons eerste nummer van LOOK te vieren. Met de hoop dat jullie lezers er net zo van kunnen genieten als wij.
5
O H IN D U INFORMATIEF 30 De voorspelde dood van de optische zoeker
36 Kleurenblind
ER
DA
M
LIFESTYLE 12 Een klik, maakt nog geen fotograaf 33 Een week in het leven van Annika
& fotograaf, kan dit?
16
An n
Ev ely
ik
M D an ui on s G ee G k i l e let H va an n s D Sa W ijc nn a k e W rrey n ev er s
TT RO
26
22
20
18
24
aD
er ks
en
INTERVIEWS 08 Kasper van ‘t Hoff Ik adem, ik eet en ik fotografeer.
28 Schellekens & Cleijsen Serieus met een lach.
38 Munira Saleh Visagiste
6
COLOFON Hoofdredactie Annika Derksen, Evely Duis, Manon Gillet, Geeke van Dijck, Hans Warreyn, Sanne Wevers. Creative directors Annika Derksen, Evely Duis, Manon Gillet, Geeke van Dijck, Hans Warreyn, Sanne Wevers. Eindredactie Annika Derksen, Manon Gillet, Hans Warreyn, Sanne Wevers. Artdirection en Vormgeving Evely Duis, Geeke van Dijck Redactieadres Victor Rousseaulaan 75, 1190 Brussel Email info@lookmagazine.be Coverfoto Sanne Wevers Aan dit nummer hielpen mee Anouschka Asveesta, Marion Bonnema, Jason Broekhuizen, Yori Cleijsen, Shurendrich Curial, Laressa Dee, Dennis de Pijper, Hilde De Poortere, Peter-Jan de Werk, Anja Derksen, Lieke Derksen, Sjaak Derksen, Shanate Drisi, Frans Duis, Mia Duis - van de Voort, Olivier Gillet, Isabelle Hauzeur, Ayla Klein Gunnewiek, Elisavieta Marycheva, Alex Pander, Nana Pijnenbrug, Munira Saleh, Jantien Schellekens, Asma Syed, Stefan Talen, Frank van Dijck, Romy van Rijs, Kasper van ’t Hoff, Jan Warreyn, Bjorn Weinreder, Hans Wevers, Lucy Wevers - Frumau Druk Drukkerij van den Herik Uitgever LOOK MAGAZINE
7
INTERVIEW
8
Ik adem, ik eet en ik fotografeer
Kasper van ’t Hoff
Tekst en fotografie: Geeke van Dijck
Het Klokgebouw, een markant herkenningspunt voor de reiziger die de stad vanuit het noorden binnentreint. Met meer dan 100 creatieve ondernemers in het pand draait het klokgebouw op volle toeren op Strijp-S in Eindhoven. Eenmaal binnen overweldigt het pand met zijn grootte. Met één van de grote oude liften die in het pand zitten word ik naar de 5de verdieping gebracht, waar - na even wachten bij een van de tussendeuren - Kasper van ’t Hoff komt mij zelf op halen. Aan het einde van de gang zit zijn studio. In het studiodeel valt veel daglicht binnen. Een mooie ruime keuken en een boekenkast vol. Na klein nieuwsgierig kijkje rond zijn werkplek gaan we aan tafel zitten. Hij zet nog even koffie en dan kan het gesprek beginnen. Wat zou hij vinden van de drie beelden en fotografen die ik graag met hem wil bespreken? Maar eerst: wie is Kasper van ’t Hoff eigenlijk? “Kasper is Kasper.” Inmiddels van zekere leeftijd, 52 weet hij me te vertellen. Vader van drie prachtige kinderen, heeft een fantastische vrouw. Geboren in Hilversum, opgegroeid in Tilburg en uiteindelijk is hij aan Sint Joost gaan studeren in Breda. Daar woonde hij dan ook in zijn studententijd. Zijn stage liep hij dan weer in Antwerpen bij Pawel Czermak, een modefotograaf. Na zijn studie ging hij in Rotterdam aan de slag. Eerst als freelancer, later bij studio koenders, waar hij acht jaar heeft mogen werken. Hier kwam hij voor het eerst in aanraking met Foodfotografie. Na die jaren bij Coenders begon hij samen met een compagnon een eigen studio in Tilburg. Nog eens zeven jaar later sloeg zijn compagnon een andere richting in en niet veel later
verhuisde Kasper met zijn studio naar het Klokgebouw - de plek waar we nu zitten. ‘’Ik heb het nooit geweten maar ik heb het altijd gedaan.’’ Dit is zijn antwoord op de vraag wanneer hij wist dat hij fotograaf wilde worden. Hij fotografeerde namelijk altijd al. Toen hij een jaar of zeven was, liep hij altijd al met een Kodak cameraatje rond. Zijn vader had een fotowinkel, waar de jonge Kasper veel hielp. Zijn vader leerde hem naast de techniek van de fotografie ook het afdrukken in de doka. “Mijn vader was misschien niet de beste fotograaf, maar technisch in de doka was hij heel goed. De tonaliteiten zaten echt zo mooi in zijn beelden.” Een van de beelden van zijn vader heeft hij nog goed op zijn netvlies geprent: een prachtig sneeuwlandschap. Zijn vader is ergens wel een grote bron van inspiratie en een soort voorbeeld geweest. Zou hij nog meer voorbeelden hebben was een van mijn vragen. En dan houdt deze man niet meer op met praten. Al de mensen wiens werk hij waardeert komen aan bod. “Namen als Richard Avedon, Irving Penn, Helmut Newton, hun werk is tijdloos. Ik heb hun boeken, voor wat voor inspiratie dan ook, ik blader ze graag nog steeds door.” Daar heeft hij gelijk in, alle studenten kunst & fotografie leren nog steeds over deze mensen. Ook waren er voorbeelden specifiek uit zijn tijd, zoals Boudewijn Neuteboom, een Nederlandse fotograaf. Hij werkte voor Nederlands mooiste glossy Avenue weet Kasper te vertellen. “Niet alleen mooie mode reportages, deze man deed alles. Niet dat hij overal even goed in was, maar ergens vind ik dat je als fotograaf alles moet kunnen vanuit een bepaalde basiskwaliteit.’’ 9
Een van de fotografen die ik graag met hem wil bespreken is Jimmy Kets. [1] Iemand die wij in onze opleiding al gezien hebben op tentoonstellingen en met een manier van beelden maken met een zekere terughoudendheid. Kasper kent hem niet, maar bij zien van dit beeld zegt hij dat hij deze man gaat bekijken. “Dit is wel werk dat me fascineert. Ik hou van de vervreemding. Van die mooie kijkplaten, er zit een verhaal in. Ergens lijkt het wel of je dit soort beelden alleen maar in België kan fotograferen, in Nederland zou je dit nooit vinden. Jammer misschien dat de auto’s daar staan. Want het is zo’n verstillend beeld, ik word er lichtelijk door afgeleid.,maar verder vind ik dit wel fotografie pur sang.” De volgende bijzondere fotograaf die ik graag met hem bespreek is Annie Leibovitz.[2] Mede doordat deze vrouw in veel lessen om verschillende redenen besproken wordt. “Hoe krijg je het voor elkaar om deze mensen (John Lennon en Yoko Ono) zo te fotograferen? Werk van Leibovitz ken ik wel”, zegt Kasper, “Ik heb zelfs meerdere boeken van haar in mijn kasten staan, heel fascinerend. Ook haar werkwijze spreekt me aan. Werken met passie en liefde voor alles en iedereen om je heen. Wat ik van deze foto vind, dat vind ik trouwens van al haar werk, is dat het ongelofelijk knap is hoe ver zij mensen krijgt, maar wel bij hen ware persoonlijheid blijft. John Lennon zie ik persoonlijk zo liggen met Yoko Ono, ook als Leibovitz er niet zou zijn geweest met haar camera. Het zegt iets over hun relatie, maar ook iets over Leibovitz’ manier van kijken. Je ziet dat zij ook ergens veel gekeken heeft naar Penn en Avedon. Hun foto’s zijn foto’s die mij boeien. Ik vind het vooral zo mooi omdat het zo kwetsbaar is, zo in een foetus houding. Dit is niet bedacht maar dit is ontstaan, naar mijn idee. Dit kan je bijna niet verzinnen, dit gebeurt. Dit zijn beelden die ik prachtig vind.” Het laatste beeld waar we samen naar kijken is van Anton Corbijn. [3] Dit wilde ik graag bespreken om Corbijn’s bijzondere manier van compositie maken. Ook in dit specifieke beeld doet Corbijn dit weer. “Ik vind het mooi. Dit is werk wat iedere fotograaf moet kennen. Hij heeft een eigengereidheid, ik vind het vooral mooi om te zien hoe die man werkt. In zijn totaliteit, hij is groot een beetje slungelig, terughoudend, daardoor beetje onhandig. Daardoor komt hij zeker niet bedreigend over en zo geven 10
1. Jimmy Kets
2. Annie Leibovitz
Tips van Kasper: Een beeld kan meer of minder interessant zijn als je het twee weken later nog eens bekijkt. Lees de krant, lees een boek. Je moet voelen wat er in de wereld gebeurt, waardoor je mensen begrijpt. Als fotograaf moet je alles in ieder geval proberen. Packshots zijn misschien het minst sexy, maar het is wel heel sexy als je naar twee dagen packshots schieten kunt zeggen dat je daar een maand lang je boterham van verdient. Je houdt van al je beelden, maar kill your darlings. Jij komt binnen, niet de camera. Toon oprecht interesse.
3. Anton Corbijn mensen zich graag bloot. Hij speelt met de gouden regels die we allemaal kennen qua compositie. Hij kan ook, net zoals bij dit beeld, heel goed snel denken. Dat zal hij waarschijnlijk in zijn begin jaren geleerd hebben toen hij voor het blad OOR werkte. Het resultaat zie je nu in zijn beelden. De compositie van dit beeld past ook bij het onderwerp: “Hij kiest ervoor om Armstrong zo voor die boom te zetten, in mijn beleving is die boom de Mont Ventoux. Maar alles klopt in zijn beelden, de techniek, zelfs de receptuur van de ontwikkelaar. Het enige in zijn fotografie waar je niet om heen kan is dat er altijd een bekende kop op staat. Desondanks blijft het wel heel knap. Ook daarom spreekt mij zijn serie zelfportretten zo aan. Hij heeft zo’n mooi eigen handschrift. Het is niet perfect met korrel en kleine foutjes - maar met het organische van analoge fotografie, dat vind ik prachtig.” Vervolgens weidt hij verder uit over analoge fotografie. “De beperkingen van de analoge fotografie zijn ook wel goed voor de creativiteit. Hier doe ik het mee, dat zou je opdracht wel ten goede kunnen komen. Zo kun je binnen dit kader creatief zijn. Met digitale fotografie heb je zo veel dat je kunt doen. Als je alle mogelijkheden hebt, word het beeld niet
perse beter. En ik hou van het organische, ik denk gewoon omdat ik de geur mis van de Doka. De nostalgie, maar misschien ook wel die foutjes.” “Een beeld dat je nu prachtig vind, hoef je over 10 jaar niet nog steeds mooi te vinden. Allerlei beelden en fotografen gaan in je zitten en dan word je jezelf. Al die invloeden vormen dan uit eindelijk jouw eigen handschrift. Daarom is de geschiedenis zo belangrijk en moet je de klassiekers kennen. Respect hebben voor hun beelden en ze in die tijd kunnen plaatsen.” Als we het nog verder hebben over mensen waar je respect voor moet hebben noemt Kasper nog oorlogsfotografen zoals Robert Capa. Maar ook de recente winnaar van de World Press Photo Mads Nissen. “Als je dan naar dat moment kijkt, dat beeld van die Russische homo mannen, terwijl ik hier wat zit te pruttelen met een broodje. Daar heb ik diep respect voor, word ik geëmotioneerd van en ben ik zelfs een beetje jaloers op. Die man gebruikt dezelfde spulletjes als ik. Dit zijn foto’s die er echt toe doen. Dit verandert de wereld en je kijk er op.” “Zo’n drie of vier keer in een fotografenleven maak je iets dat er
echt toe doet. In mijn geval wasdat net voordat mijn vader overleed. Van de dag dat mijn moeder belde dat het echt niet goed ging tot het moment dat ze hem uitgestrooid hebben, heb ik gefotografeerd. Dat was op dat moment mijn manier om hier mee om te gaan. Er zijn drie boeken van gemaakt voor mijn zussen en mijn moeder. Ik weet van mijn moeder dat ze er soms nog wel eens in kijkt, maar hoe vaak ze het echt pakt doet er niet toe. Het feit dat ze het heeft is genoeg.” Al vertellend komt hij terug op een van de begin vragen. Namelijk op welk beeld Kasper het meest trots is. Zo als hij ons eerder al weet te vertellen, Kasper is Kasper. Dus ook dit antwoord is echt typisch hem. “Ik ben trots op mijn werkwijze: samen met een mooi team mensen om me heen prachtige dingen maken.” En daar mag hij terecht trots op zijn.
Meer zien van Kasper van ‘t Hoff Kijk dan op de website: www.shootby.nl 11
Een klik, maakt “Je hoeft toch alleen maar op de knop te drukken?” Hoe mensen op fotografen reageren en de misvattingen over het vak en de kunst Een foto is in deze tijd van mobieltjes, Instagram, Facebook en andere social media zo gemaakt. Met letterlijk één druk op de knop stuurt ieder persoon zijn of haar foto de wijde wereld in. Maar of deze kiekjes nou te
vergelijken zijn met het werk dat de echte fotografen, de vakmensen, afleveren? Nee, eigenlijk totaal niet. Al denken veel van deze kiekjesmakers dat fotografie hetzelfde omvat als bijvoorbeeld de foto van je gezonde salade bij de Subway die je Instagram opgooit. Alles voor de likes natuurlijk. De meeste mensen weten niet hoe veel werk en energie fotografen in hun beelden stoppen. Ze denken dat het makkelijk is om fotograaf te zijn en hebben vrij luchtige ideeën over het vak. Dat is voor de mensen die professioneel, en op een totaal ander niveau, met fotografie bezig zijn af en toe frustrerend. Want het gaat om meer dan de likes natuurlijk. Iedereen kan foto’s maken! Of...? Zomaar wat willekeurige uitspraken die wij als fotografen in spé net iets te vaak moeten aanhoren: “Met zo’n camera kan ik het ook! Je hoeft alleen maar op de knop te drukken.” Laat maar eens zien dan, zouden wij zeggen. Waar veel mensen niet aan denken is dat er meer bij het maken van een goede foto komt kijken dan de camera op je onderwerp richten en klikken. Lichtinval, witbalans, een goed perspectief en scherpte zijn nog maar een paar van de essentiële dingen waar je aan moet denken bij het schieten van een foto die méér heeft dan de kiekjes die iedereen met zijn telefoon kan maken. Wanner je dan uiteindelijk die mooie foto hebt gemaakt en er blijkt iets niet helemaal te kloppen, dan denken veel mensen dat elk foutje
12
nog geen fotograaf! te herstellen is met de ‘magie’ van Photoshop. “Je kunt me toch wel Photoshoppen, dat lost het vast wel op!”. Tuurlijk kunnen wij dat, maar het kost wel ontzettend veel tijd. Wij houden er bovendien erg van om mensen niet te veel te bewerken met Photoshop. Het is voor ons als fotograaf mooier om modellen op een neutrale en meer naturel manier te fotograferen. Als je een foto heel erg bewerkt bestaat de kans dat het er allemaal erg nep uit gaat zien op het eind. En dan schiet je het doel voorbij: Doormiddel van je vaardigheden met de camera een mooi beeld neer zetten.
veranderd in een avondje werk, ongewild of niet. Dus laat die organisator van dat leuke partijtje gewoon iemand anders inhuren voor puur de foto’s. Dan kan die fotograaf ook echt bezig met zijn werk en kan jij genieten van je avond. Zoals ook de bedoelding is. Uiteindelijk is fotografie een kunst. Je creëert een beeld, doormiddel van je geleerde vaardigheden en ervaring. Dat is en blijft een totaal ander iets dan met je telefoontje die salade Instagram op slingeren. Alles voor de likes.
Werk en hobby. Fotograferen is creeëren “Wat leuk dat je op mijn feestje komt. Zou je dan jouw camera mee willen nemen om wat foto’s te maken?”. Als fotograaf krijg je vaak ongewild de verantwoordelijk een partijtje te documenteren en het iedereen naar de zin te maken met herinneringen die zijn vastgelegd op de gevoelige plaat. Het beste wat je dan kan zeggen is: “Regel alsjeblieft iemand anders, als je wilt dat ik gewoon als vriend op je feestje te gast ben”. Je neemt je werk normaliter niet mee naar iets privé zoals een feestje. En dat is hoe professionele fotografen tegen het schieten van plaatjes aankijken: werk. Door je opleiding, inzicht en ervaring zal je elke foto die je neemt benaderen als iets professioneels, omdat je de standaard voor jezelf hoog legt. Gevolg is dat je leuke feestje
Tekst en fotografie: Geeke van Dijck Sanne Wevers 13 13
14
Rotterdam Havenstad van Nederland en van 16 tot 20 maart het thuis van de eerstejaars fotografie studenten van Narafi te Brussel.
Als onderdeel van hun opleiding vertoefden zij een week in de bekende kubuswoningen aldaar met de opdracht deze gehele periode foto’s te maken betreffende een zelfgekozen onderwerp.
Dit leverde zeer uiteenlopende, elk op hun eigen manier, prachtige resultaten op. De komende pagina’s worden gewijd aan een selectie foto’s van enkele studenten.
15
ROTTERDAM
Annika Derksen
In de week van 16 tot 20 maart waren de verkiezingen van de provinciale staten en het waterschap in Nederland. Altijd weer een hele happening en een zeer belangrijke en uitermate spannende afsluiting van maanden vol voorbereiding en promotie voor politiek betrokken personen. Eén van hen is Peter-Jan de Werk. Hij is politiek actief en vervult een belangrijke rol tijdens de verkiezingsperiodes en daarbuiten in Rotterdam. In deze stad woont hij al jaren sinds hij zijn geliefde Zeeland vaarwel had gezegd. Niet alleen speelt hij buiten de schermen een belangrijke rol, hij is ook verkiesbaar voor het Waterschap voor de partij Water Natuurlijk. Daarnaast is hij bij de provinciale verkiezingen de campagneleider in Rotterdam voor Groen Links. In deze bewuste week heb ik Peter-Jan gevolgd tijdens zijn activiteiten, om zodoende een reeks te creëren over hem persoonlijk. Ik heb daarbij gewaakt dat de politieke bezigheden niet de overhand zouden krijgen, maar dat zijn leven an sich ook in de spotlight werd gezet. De momenten tussendoor die, ondanks dat het zijn ‘vrije tijd’ is, toch in teken staan van de verkiezingen, maar ook zijn rustmomenten en manieren om te ontspannen heb ik getracht vast te leggen. Voor mij was het belangrijk dat deze reeks de sfeer van het moment weergeeft en daardoor een eigen verhaal vertelt. Ik ben daarom ten alle tijden alert gebleven en heb vaak snel moeten reageren op gebeurtenissen. De hele week heb ik mijzelf als ware vastgelijmd aan Peter-Jan en heb ik mij als een vlieg op de muur gedragen om hem te observeren en te fotograferen. In het kort, deze reeks vormt een subjectieve interpretatie van een belangrijke spraakmakende week in het leven van Peter-Jan de Werk.
16
17
ROTTERDAM
Evely Duis
Mijn serie in Rotterdam ging over een rode draad. In deze serie heb ik model fotografie gecombineerd met reportage. Steeds hetzelfde model in de foto’s was de rode draad in de serie maar ook in de reportage zit wat verborgen. Een letterlijke rode draad maar ook de letters ‘draad.’ Typische locaties in Rotterdam heb ik uitgekozen voor de foto’s. De Erasmusbrug, centraal station, Museum Museum Boijmans Van Beuningen, de kubus woningen, markthal en het dakpark. Iedere keer een totaal andere look. Hierbij was de model een cameleon in de locaties. Van casual tot opgedost en van grafisch tot kleurrijk. Bij de reportage speelde het toeval een grote rol. Behalve dat het een spannende compositie moet zijn was het ook afwachten of er personen in het kader kwamen. Alle seriebeelden hebben een eigen stijl gekregen. Doordat ze wel op de zelfde manier gefotografeerd zijn geeft het een geheel. De samenwerking met de visagiste en het model was erg goed verlopen. We vulde elkaar goed aan. Wat het een geslaagd project maakt!
18
19
ROTTERDAM
Manon Gillet
Rotterdam wou ik op een indirecte wijze voorstellen. Om dit uit te voeren besloot ik om enkel met reflecties, in het water en in de gebouwen, te werken. Om de reflecties in de hand te houden heb ik gebruik gemaakt van een polarisatiefilter, zonder deze zou mijn werk een heel stuk moeilijker zijn geweest. De reportageweek in Rotterdam heeft in mijn geval verschillende reeksen opgeleverd. Waarvan ik een selectie van beelden afkomstig van 3 verschillende reeksen heb gekozen voor in LOOK. De eerste reeks bestaat uit een aantal reflecties van bruggen in gebouwen. De tweede reeks is drukker. Hierbij zijn 2 elementen aanwezig, de reflectie en een deel van de binnenkant van de venster waarop werd gereflecteerd. Om een eenheid en al sinds een beetje rust in de reeks te plaatsen komt in elk beeld een geel, oranje tint tevoorschijn. De derde reeks zijn weerspiegelingen van gebouwen op het bewegend water.
20
21
ROTTERDAM
Geeke van Dijck
Rotterdam, voor mij is dit de stad van mijn oude neef, de muzikant. Via, via kom ik in aanraking met, voor mij, nieuwe, inspirerende muziek studenten. Nana Pijnenburg, 20 jaar oud, studente zang en songwriting aan Codarts maakt mij in het bijzonder ontzettend nieuwsgierig naar meer. Ik besluit haar een week lang te volgen. De eerste dag was voor mij nog een zoektocht om het juiste pad te vinden. Naarmate de week vorderde en hoe meer ik met mijn project bezig was, hoe meer ik mij bewust werd van het licht. Om zo de speciale momenten mooi te kunnen vast leggen. Nana werd zich ook steeds minder bewust van de camera, waardoor ik steeds meer bij de essentie kwam en de beelden onbevangen werden.
22
23
ROTTERDAM
Hans Warreyn
Kerken. Verschillende kerken. Vooral veel kerken‌ en gebedshuizen. Maar waarom Kerken? In Rotterdam is er veelgebouwd en heropgebouwd de voorbije honderd jaar, en dat geldt zeker ook voor kerken. Daarbij is er door de verscheidenheid aan culturen die de havenstad Rotterdam rijk is ook de bijbehorende verscheidenheid aan kerken. Mooi? Lelijk? Dat is interpretatie. Ze staan er wel, maar eigenlijk let niemand er meer op. Maar ze verdienen op zijn minst een tweede blik, of zelfs een tweede leven. Kerken dus: slechts een kleine selectie uit het veelvoud dat Rotterdam rijk is.
24
25
ROTTERDAM
Sanne Wevers
Rotterdam, een confronterende stad. Ik kom zelf uit Nederland en wilde eerst in Rotterdam gaan studeren. Dat heb ik niet gedaan, een keuze die ook met de stad zelf te maken had. ‘Wat moet ik met deze stad’ spookte na de bekendwording door mijn hoofd. Vanuit die gedachte ben ik gaan zoeken naar wat ik wilde vertellen mét Rotterdam, maar ook vooral dóór Rotterdam. De keuze viel op je groot en klein voelen in de stad. Ik fotografeer graag fashion. Het leek me een mooie uitdaging om deze liefde te combineren met het idee dat ik al had. Ik koos voor de tinten wit, zwart en grijs: sombere kleuren die het onzekere karakter en sfeer benadrukken. Maandag had ik mijn eerste fotoshoot. Ik probeerde de emotie ‘onzeker’ als thema te gebruiken, in combinatie met de kubuswoningen. Toen ik eenmaal de beelden had getoond aan mijn begeleider Jurgen, kwamen we tot de conclusie dat ik de emoties moest weglaten en dat ik mij volledig mocht gaan richten op fashion en portretten. Jurgen verwachtte van mij dat ik van tien modellen drie goede beelden zou aanleveren. Een hele uitdaging, in een heel korte tijd. Mijn mening over Rotterdam is bijgedraaid: Ik heb de kubuswoningen zelfs een aantal keer mijn ‘thuis’ genoemd. Ik heb ontzettend veel geleerd en ben trots op mijzelf en het eindresultaat.
26
27
INTERVIEW
Serieus met een lach
Jantien Schellekens Yori Cleijsen Tekst en fotografie: Evely Duis
In hoeverre heeft jullie studie je voorbereid op het beroep van fotograaf? “Op de studie is er te weinig aandacht besteed aan het runnen van een bedrijf en wat er bij komt kijken, zoals factureren en offertes maken. Bij de opdrachten was het ook veel zelf uitzoeken. Bij de stages daarentegen hebben we wel veel geleerd over de fotografie zelf en de bedrijfskant van een fotograaf.” Tegenwoordig wordt er vaak gezegd dat fotografie een uitstervend beroep is. Zijn jullie het daar mee eens? “Wij merken zelf bij ons bedrijf dat bewegend beeld meer in trek is dan alleen stilstaand beeld. Film speelt een grote rol en is 60/70% van onze opdrachten. Je kunt ermee in een korte tijd veel laten zien. Klanten willen soms ook een combinatie van fotografie en film.”
28
Jantien en Yori hebben samen het fotografie bedrijf Schellekens & Cleijsen opgericht. Het nog jonge duo heeft zich gevestigd in de Noord-Brabantse stad Tilburg. Beide zijn ze afgestudeerd aan Koning willem I college, waar ze elkaar ook hebben leren kennen.
Hoe hebben jullie de stap gezet om meteen een eigen bedrijf te starten? “Na de opleiding hebben we ons meteen ingeschreven bij de kamer van koophandel. We zijn begonnen met een startersbeurs. Hierbij waren we voor een jaar in dienst bij een fotograaf. Uiteindelijk werkte we twee dagen voor ons zelf en drie dagen voor die fotograaf. In die tijd hebben we gericht reclame gemaakt voor ons bedrijf. Het is begonnen met onze eigen kring, in de tijd dat we studeerden hebben we al veel particuliere fotografie gedaan om zo al een netwerk op te bouwen. Waar we dus later zakelijke opdrachten uit konden halen. Ook hebben we wat grote ondernemers uit onze dorpen gecontacteerd waardoor uiteindelijk de bal is gaan rollen. Nu adverteren we niet om klanten te winnen maar om in the picture te blijven. Ook doen we soms gratis klussen om ons bedrijf te laten zien.”
Wat maakt jullie anders? “In Brabant zijn de fotografen die zich richten op dezelfde doelgroep mannen rond de 40 en 50 jaar. Zij richten zich ook meer op de technische kant. Zelf proberen we ons te onderscheiden met een meer vrouwelijke aanpak, details, sfeer, emotie. Vaak krijgen we te horen dat we de sfeer mooi hebben vastgelegd, hoe het ook echt daar was, bijvoorbeeld bij een bruiloft. We houden ook van persoonlijk contact met de klant. We vallen op omdat we twee jonge meiden zijn, maar dit heeft ook nadelen. We worden vaak onderschat, ze denken dat we het zakenleven nog niet aankunnen. We proberen ons de komende tijd te focussen om ons bedrijf een zakelijkere look te geven, zodat we dat wereldje ook mee krijgen.” Hoe verloopt jullie samenwerking? “We zijn heel verschillend in karakter, Yori is socialer en beter in het praten bij klanten,
en Jantien is meer zakelijk en zorgt voor de juiste offertes en het sturen van belangrijke mailtjes. Hierdoor vullen we elkaar aan, we zijn eerlijk tegen elkaar en soms ook hard als het nodig is. Hierdoor halen we het onderste uit de kan en blijven we elkaar uitdagen.” “In ons vakgebied zijn we wel op gelijk niveau. Onze stijl is in de jaren naar elkaar toe gegroeid. Vanaf dag één was er een goede klik tussen ons en grapte we dat we een eigen toko gingen beginnen als we afgestudeerd waren. Dit doel hebben we voor ogen gehouden om te zijn waar we nu zijn.” Wat is jullie leukste ervaring en welk eindresultaat zijn jullie het meest trots? “Een hele leuke en spannende ervaring was de trip naar Spanje voor een bruiloft. Het onverwachte van het ene moment nog in Nederland en wat later al in Spanje voor je werk te staan.” “Ook op de typisch Tilburg Kalender ben ik erg trots”. Zegt Yori. Dit is een kalender die jaarlijks gemaakt wordt om geld in te zamelen voor het goede doel. Deze hebben ze dit jaar mogelijk gemaakt. “In een korte tijd hebben we dit allemaal moeten bedenken, regelen en uitvoeren. Een hele uitdaging was het, maar uiteindelijk met een mooi resultaat.” “Dat we eigenlijk in korte tijd al veel hebben kunnen bereiken en zo gegroeid zijn is wel iets waar we trots op mogen zijn. De kik die je voelt als je te horen krijgt dat je iets goed hebt gedaan en de klanten het ook nog leuk vinden om met ons samen te werken. Daar doen we het voor, ook geeft het kracht om verder te gaan.”
Als je helemaal “carte blanche” zou krijgen, wat zou je willen fotograferen? “Het liefst gewoon met een digitale spiegelreflex camera en voor film een blackmagic. Dan daarmee ene grote productie maken zoals voor Wehkamp (online warenhuis in Nederland). Wel gewoon een commerciële opdracht en niet arty farty, we hoeven geen geld te verdienen met een kunst foto. Maar het gene wat we wel leuk vinden, een grote productie met veel modellen veel styling en dan bijvoorbeeld voor een tijdschrift als de Linda of de Flair. Waarin we de fotografie en film kunnen combineren in onze eigen stijl, dat behalen we dan ook graag met daglicht of daglicht lampen. Niet met harde studio flitsen.” Wat is jullie grootste inspiratie? “We zijn vooral gefocust op wat we zelf willen bereiken. De inspiratie halen we dan van internet, bijvoorbeeld voor een bruiloft, of we halen inspiratie uit tijdschriften. We zijn hiermee wel echt op onszelf gericht, het zelf groeien en zelf bereiken wat we willen in plaats van naar andere te zitten kijken.” Jantien: “Vroeger op school had ik wel fotografen die mij inspireerde zoals Annie Leibovitz en Rodney Smith, alleen volg ik ze nu gewoon niet meer omdat je druk met je eigen doelen bezig bent.” Yori: We hebben wel een inspiratie map met beelden maar dit is niet van één fotograaf. We vergelijken ook de concurrenten en kijken wat we er goed en slecht aan vinden om onszelf zo weer te kunnen onderscheiden.” Wat zijn jullie plannen voor de komende jaren? “Onze plannen voor de komende jaren is vooral om te groeien, voor meer en grote klanten te kunnen werken. We doen nu ook
nog particulieren kinderfotografie maar willen dit minder gaan doen en vooral voor commerciële klanten gaan werken. Om zo enkele grote klussen te kunnen draaien en verder te kunnen doen wat we echt leuk vinden.” Is er nog iets wat niemand weet, maar wel over jullie zouden moeten weten? “Vaak krijgen we de vraag of we ook echt een stel zijn, dat is niet zo. Verder schatten ze ons verkeerd in met onze karakters. We proberen open kaart te spelen naar de buitenwereld en soms komt dat iets minder serieus over, hier gaan we de komende tijd ook nog wat aan werken. Het is hard werken maar dan ook veel lol maken tussendoor wanneer het kan.”
Meer zien van Schellekens & Cleijsen fotografie en film? Kijk dan op hun website: www.schellekens-cleijsen.nl
29
De voorspelde dood van de optische zoeker Tekst en fotografie: Hans Warreyn
Als fotograaf kijk je veel naar beelden, maar nog vaker naar de werkelijkheid. Vaak beeld je bij een eerste blik al in hoe een beeld er uit zou zien met je favoriete brandpuntsafstand, of beeld je je bij een blik door de zoeker al in hoe de finale afdruk eruit zou zien. Maar in de meeste gevallen gebeurd dit in het brein van de fotograaf, die met zijn ogen de wereld aanschouwt. Of je nu de gelukkige eigenaar van een Leica bent, die door een meetzoeker kijkt, of de vermoedelijk evenzeer gelukkige fotograaf met een al dan niet digitale reflexcamera die door het prisma en de spiegel de wereld observeert alvorens af te drukken, er is een direct oogcontact met de wereld. De gemaakte foto is dan een afbeelding van die wereld. Maar de manier waarop je als fotograaf de wereld ziet staat op het punt te veranderen: in plaats van direct door een optische zoeker te kijken ben ik van mening dat we over enkele jaren allemaal naar een elektronische afbeelding kijken. Eigenlijk kijken we dan al een stap verder in het proces van wereld naar afbeelding, en dit verandert de blik van de fotograaf ingrijpend. Nu bestaan de zogenoemde mirrorless camera’s al langer. Hierbij is de optische zoeker vervangen door een elektronische (eigenlijk een klein beeldschermpje), en is de spiegel volledig weggelaten. De meeste professionele camera’s en veel zogenoemde amateur modellen zijn nog altijd reflexcamera’s, met spiegel dus. Maar het ziet er naar uit dat er een grotere ommekeer staat aan te komen, waarbij de optische zoeker ten hoogste als nicheproduct zal blijven bestaan. Eigenlijk is de optische zoeker eigenlijk niet meer zo geschikt voor een van zijn hoofdtaken: het scherpstellen. Wat tot voor kort nog scherp was, blijkt met de nieuwste generatie sensoren van 36 of zelfs 50 Megapixel helemaal niet zo scherp meer te zijn. Waar vroeger de “onscherpte” (technisch diffusiecirkel genoemd, maar dat leidt ons te ver) nog binnen de maat van een grote pixel lag, is bij zo’n megapixel-monster van een sensor elk klein beetje onscherpte al te zien. Als gevolg moet je eigenlijk in live view modus scherpstellen om zeker te zijn, want het oog van de meesten onder ons kan dit niet meer door de optische zoeker. Maar niet alleen het oog is het probleem, ook de precisie waarmee de camera in elkaar gezet wordt wordt een probleem. De autofocus sensor ziet namelijk ook een beeld dat door de spiegel van de reflexcamera wordt gereflecteerd. Als die spiegel nu een heel klein beetje te hoog of te laag staat, dan is het beeld ook niet scherp meer. Maar een heel klein beetje te hoog of te laag staat de spiegel altijd, dit wordt assemblage-tolerantie genoemd. Zo’n 30
beetje tolerantie is eigen aan het assembleren van onderdelen, die elk ook een heel klein beetje onnauwkeurigheid hebben. Het totaal van die onnauwkeurigheden moet klein genoeg zijn, zodat de spiegel juist genoeg op zijn plaats zit om de autofocus precies genoeg te laten werken. Maar ook die toleranties moeten dus steeds kleiner worden om een scherp beeld te krijgen bij een camera met hoge resolutie sensor. En als je zo’n camera koopt, dan wil je zeker wel een scherp beeld! Maar als het door de optische zoeker niet lukt, en ook met de autofocus moeilijker (lees duurder om te maken) wordt, hoe krijgen we dan een scherp beeld? De oplossing zit in de eerder vernoemde live view modus, gecombineerd met de technische ontwikkelingen van de mirrorless camera’s die niet alleen meer bij amateurs zo populair zijn tegenwoordig. In live view (en bij een mirrorless camera dus ook), kijk je direct naar het beeld dat de sensor produceert, dus niet via een spiegel. Dat betekent dat je kunt inzoomen om te kijken of het beeld wel echt scherp is - de oplossing voor het scherpstellen via de zoeker. Maar het betekent ook dat er
aan de calibratie en accuraatheid van de assemblage zodat de autofocus sensor voldoende precies is, ofwel wordt het focussen op de sensor zelf gedaan. In het eerste geval moet de fotograaf omschakelen naar live-view om precies scherp te stellen, in het tweede geval is er enkel live-view. In beide gevallen doet de optische zoeker niet meer mee. Een handige bijkomstigheid is dat als de spiegel en de aparte autofocus sensor wegvallen, en ook de assemblage-calibratie van, dat de prijs van de camera een stuk lager wordt. Ook de lichtmeter zou in dat geval gewoon wegvallen. Het licht wordt dan gemeten over het hele sensorbeeld, zelfs nauwkeuriger dan een lichtmeter kan zijn. De meerkost van een elektronische zoeker is lager dan da prijs van de componenten die wegvallen. Dus voor de consument: lagere prijs en/of voor de producent meet winst. Waar zou de spiegel dan wel nog voor moeten dienen? Voor de high-end autofocus systemen die nu bijvoorbeeld op een Nikon D4s of een Canon 1Dx zitten zal de spiegel nog wel langere tijd nodig zijn, maar dat zijn vandaag ook al niet meer de camera’s die de hoogste resolutie leveren. Dus voor alle camera’s waar resolutie of prijs het belangrijkste kenmerk zijn (alles behalve die 1Dx en D4s) is de spiegel eigenlijk alleen nog nodig voor de optische zoeker, waar we toch niet zoveel meer aan hebben. geen precieze calibratie van een autofocus sensor en spiegel nodig is, want het licht valt direct op de sensor. Dus je meet op precies dezelfde plaats als het beeld scherp moet zijn: de sensor. Maar autofocus werkt toch niet zo goed in live-view? Ook hier is een oplossing voor in de maak. Er zijn twee soorten autofocus systemen: Fase-detectie systemen zitten in alle SLRs en DSLRs. Ze zijn snel en precies. In live-view werd tot voor kort echter contrast-detectie toegepast. In theorie is dit ook zeer precies, maar het is trager. Het voordeel is dat je hiervoor geen bijkomende sensors nodig hebt: de autoficus wordt berekend uit het beeld van de sensor. Maar wat is nu de oplossing? Als je op een sensor enkele pixels vervangt door kleine autofocussensoren, dan wordt fase-detectie ook mogelijk op de sensor zelf. Dit wordt al toegepast door meerdere camera-makers, zoals Sony, Olympus of Fuji. En zo krijg je de snelle autofocus die we van reflexcamera’s gewoon zijn ook in live view of met mirakels camera’s. Zo zijn er dus twee oplossingen om camera’s te produceren die via autofocus scherpe beelden maken met hoge resolutie sensoren. Ofwel moet er bijkomende aandacht besteed worden
Er zijn dus technische voordelen, maar vooral productietechnische voordelen aan het weglaten van de spiegel. En als producenten iets goedkoper en beter kunnen produceren, dan is er weinig reden over om dat niet te doen, vrees ik. Over enkele jaren is de sensor-autofocus technologie op het zelfde niveau als de aparte sensoren van vandaag, en dan is het over en uit met de spiegel en de optische zoeker. En de fotograaf? die zal zich moeten aanpassen, of zich wenden tot de nicheproducten die hopelijk nog zullen overleven. Het grootste “slachtoffer” in heel deze evolutie is van de fotograaf. Want in tegenstelling tot de werkelijkheid, die doorheen het prisma en de optische zoeker geobserveerd wordt, bekijken we dan al een afbeelding van die werkelijkheid. En dan is de uiteindelijke foto het eindresultaat van een afbeelding van een afbeelding. Disclaimer: De auteur gebruikt zelf een Sony SLT-A77 met elektronische zoeker, waar hij afwisselend zeer tevreden en zeer gefrustreerd over is. 31
Een week in het leven van Als student maak je natuurlijk ontzettend veel fantastische, soms hachelijke, avonturen mee. Bij deze een klein weekoverzicht van een eerstejaars studente fotografie aan Narafi te Brussel. Tekst: Annika Derksen
a k i n An
Maandag. Vandaag had ik een redelijk rustig dagje, enkel in de namiddag moest ik naar school om een beeld te maken voor het vak stilleven studio. Voor dit vak krijgen wij allerlei opdrachten: van een stilleven met frietvorkjes tot aan een campagne poster rondom een maatschappelijk thema. Dat laatst genoemde stond voor mij op de planning. Ik had een paar weken eerder al mijn moodboard gepresenteerd, wat gelukkig was goedgekeurd, had alle spulletjes op orde en had iemand geregeld wiens arm ik kon gebruiken. Bij het wakker worden voelde ik mij dan ook alleszins heerlijk relaxed en stond voor de verandering geen doodsangsten uit. Mijn gemoedstoestand daalde echter faliekant onder het nulpunt zodra ik mijn mobiel opende en las dat mijn assistent en arm model voor die dag te ziek was om te komen. Nadat mijn stressniveau weer tot een leefbaar niveau was gedaald besloot ik om allerlei mensen te vragen of zij misschien konden helpen. Zoals mogelijkerwijs te verwachten valt, was dat niet het geval. Stijf van een niet zo gezonde dosis zenuwen ging ik enkele uren later op weg naar school. In de tram kwam ik mijn reddende engel van die dag tegen in de vorm van een klasgenoot die ik nog niet eerder had benaderd. Zij had besloten de opdracht te laten varen door een gebrek aan inspiratie en zei dat ze mij kon helpen. Op school kwam het volgende obstakel, ik had iets bedacht rondom het onderwerp te kort aan donoren. Tegenover een arm van een mens wilde ik een arm van allerlei extra onderdelen van bijvoorbeeld een fiets in elkaar fabriceren. Nu was dit mij gelukt, echter woog het zo’n 80 kilo, oké heerlijk gezegd woog het vijf kilo, maar ook dat vind ik onmogelijk zwaar. Zo’n anderhalf uur lang heb ik mij dan ook verstopt achter twee enorme softboxen, die ik vast had geconfisqueerd voor later gebruik, tot het moment dat ik met veel geploeter mijn zelfgemaakte arm eindelijk goed had hangen. Al het harde werk en stress was gelukkig niet voor niets aangezien ik mijn foto daarna binnen een kwartier gemaakt had. Na het opruimen, wat qua tijd weer dichter in de buurt kwam van die van het opbouwen, kon ik met een gerust hart naar huis om mij weer druk te maken over andere schoolopdrachten. Dinsdag: Laat ik beginnen met te vertellen dat mijn huis op het laagste punt van Brussel staat en mijn school op het hoogste en dat het verschil daartussen vrij groot is. Als echte ‘Hollander’ trek ik mij hier natuurlijkerwijs niets van aan en stap ik bijna iedere dag tegen alle waarschuwingen in eigenwijs op mijn lieve fiets om mijzelf naar school te transporteren. Mijn reis verloopt niet altijd even voorspoedig, maar ik heb gelukkig nog nooit aan het zuurstof gemoeten bij aankomst op school. Nadat ik mijzelf deze bewuste dag even de tijd had gegund weer een temperatuur te krijgen dat wordt beschouwd als ‘normaal’, was het tijd om aan een dag vol theorielessen te beginnen. Gezien er geen benoemingswaardige gebeurtenissen hebben plaatsgevonden tijdens de eerste lessen zal ik gelijk overgaan naar de laatste les van die dag waar wij presentaties moesten houden. Ik zat in groep A, achteraf gezien misschien niet de beste beslissing, en moest dus als eerste met mijn groepje onze presentatie houden. Brave studenten dat wij zijn, hadden wij deze de avond daarvoor via Skype afgemaakt en in de pauze voor het moment van de waarheid maar eens teksten verdeeld en geoefend. Bij begin van de les waren wij dan ook vol goede moed voor de klas gaan staan om te beginnen, niet rekende houden met het geval ‘de beamer’. Met als gevolg dat wij vervolgens nog minstens twintig minuten de klas ons hebben laten aanschouwen, waar menigeen toch wel een moord voor zou doen. Op het hoogtepunt klonk er wat geratel en gereutel uit de beamer, nagevolgd door een
33
hard ‘poef ’ geluid wat dan weer werd opgevolgd door een grote pluim rook die uit de beamer kwam zetten. Jammer of gelukkig voor ons, het is maar hoe je het bekijkt, kwam de conciërge als snel met een extra beamer aanzetten die niet is ontploft. Is al onze moeite om de eerste beamer te saboteren toch voor niks geweest. Het kan niet altijd meezitten. Woensdag: Woensdag was een zeer belangrijke dag, niet alleen door de portretles die ik die ochtend had, maar omdat er een aantal van mijn lieve klasgenoten die avond bij mij kwam eten. Als echte student die net op zichzelf woont is mijn kot altijd extreem goed opgeruimd en schoongemaakt. De avond hiervoor heb ik dan ook totaal niet besteed deze taken, maar aan het kijken van een film. Ahum. Na de laatste dingetjes op orde te hebben gebracht was het tijd om te wachten tot iedereen kwam. Er zouden vijf anderen komen waaronder één man, die wij als vrouwen zonder al te veel moeite hadden overgehaald om voor ons te koken. Al snel kreeg ik een belletje van twee van de vijf dat zij waren gearriveerd. Bij mijn flat moet je als bewoner de deur van de ‘floor’ persoonlijk komen opendoen. Luxe als mijn gebouw is hebben wij twee liften die allebei naar beneden gingen en ook weer naar boven kwamen. Ik voelde het al aankomen en ja hoor, onze kok van de avond had zo veel spullen meegenomen dat hij en het meisje dat mee kwam niet samen in één lift paste. Nadat we waren uitgelachen heb ik ze naar mijn kot geleid en trots laten zien hoe mooi opgeruimd hij was, zoals altijd natuurlijk. Een ander meisje woont letterlijk twee deuren verder dus nadat zij ons op de gang had gehoord kwam zij ook naar mij toe. Onze kok begon vast met alle voorbereidingen en al snel sloten de twee overige meiden zich ook bij ons aan. Terwijl wij de kok zich in het zweet lieten werken, kwekte we er al vrolijk op los onder het genot van wat wijn en bier en niet geheel onbelangrijk kroepoek. Het eten liet gelukkig niet al te lang op zich wachten en al snel werd er een heel scala aan lekkere dingen aan ons gepresenteerd. Nadat we allemaal onze buiken rond hadden gegeten, was er nog net genoeg plek over voor een toetje. Het niveau van onze gesprekken bleef gedurende de avond gelukkig op een uitermate hoog intelligentie level en nadat ik iedereen gedag had gezegd viel ik dan ook afgepeigerd in een diepe slaap. Donderdag: Donderdag is een van die dagen die nog wel eens kan worden gekwalificeerd als ‘niet zo mijn dag’. ‘s Ochtends hebben we eerst een les beeldtechniek waar je moet zorgen dat je geen minuut te laat bent, anders wordt je zonder pardon zo buitengesloten van de les. Daarnaast als je niet de meest voordelige les van Photoshop hebt, kan het zijn dat je vijf tussen uren hebt, wat niet geheel populair is onder de studenten. In een van deze gevreesde tussenuren besloten mijn klasgenoot, Geeke, en ik om eens twee hoognodig bezoeken te brengen aan de bibliotheek en een museum voor schoolopdrachten. Nu wonen we beide nog niet bijzonder lang in Brussel en hebben we dankzij ons drukke bestaan ook nog geen tijd gehad om Brussel beter te ontdekken. Nadat we eerst op miraculeuze wijze zonder te verdwalen aankwamen bij de bibliotheek, moesten we ons daarna verschaffen naar de locatie van de tentoonstelling. Logischerwijs liet mijn internet, en dus onze routeplanner, ons in de steek en werden we gedwongen een andere oplossing te vinden. Dat werd de moderne manier van tegenwoordig, oftewel wifi van een nabijgelegen gebouw gebruiken. De reis liep verder redelijk volgens plan en zonder problemen tot we de plaats van bestemming bereikte. In plaats van een uitnodigend
34
museum bleek het een doodnormaal huis met meerdere bellen te zijn. Niet goed wetende wat we moesten stonden we dan ook wat rond te dartelen. We hadden echter het geluk aan onze kant staan en net op het moment dat we eigenlijk weg wilde lopen hoorde we binnen gestommel en deden er twee mensen de deur open. Beleefd dat zij waren, hielden zij deze ook nog eens open voor ons om naar binnen te gaan. Eenmaal binnen werd alles er niet echt duidelijker op, behalve een trap waren er geen aanwijzingen waar heen te gaan. Totdat de schoonmaakster van de trap afliep, in ons beste Nederlands vroegen wij haar dan ook waar wij heen moesten, zij bleek echter alleen Frans te spreken en helaas behoort deze kunde niet tot onze specialiteit. Het enige wat ons wel duidelijk werd, mede dankzij haar gebarentaal, was dat ze ons iets met het getal twee probeerde duidelijk te maken. Na wat ‘merci’ gestameld te hebben besloten wij op goed geluk maar gewoon naar de tweede verdieping te lopen. Al bleek al snel dat dit misschien niet ons beste idee van de dag was. Waar de eerste verdieping goed belicht was, was de weg naar de tweede verdieping pikkedonker. Ons verstand hadden we blijkbaar nog op school laten liggen aangezien wij volhardend doorliepen naar de tweede verdieping. Eenmaal aangekomen, met behulp van het licht op onze mobiel, lette ons niks anders dan met hangende schouders toe te geven dat we waarschijnlijk twee trappen op hadden moeten lopen. Oftewel, naar de eerste verdieping hadden moeten gaan. Daar vonden we dan nog ons laatste obstakel van de dag: een gesloten deur, na er wat aan gerammeld te hebben kwam er iemand om deze te openen van binnen uit. Zowaar bleken we dan ook echt bij de tentoonstelling aangekomen te zijn. Ons avontuur werd beloond met de kleinste tentoonstelling die ik ooit heb gezien en na welgeteld vijf minuten stonden we dan ook weer buiten, klaar om terug naar school te gaan. Ditmaal zonder struggles. Vrijdag: Eens in de zoveel tijd hebben we les op vrijdag en deze keer was dat niet zo maar een les, we zouden een gastspreker hebben en wat voor een: Charlie de Keersmaecker. Ook al wil ik van niet, ik moet bekennen dat ik zelf nog niet eerder van hem had gehoord toen mijn docent hem een paar weken eerder introduceerde. Echter had zij gelijk al wat beelden laten zien van hem in de les en ik denk dat het welgeteld vijf seconden heeft geduurd om mij fan te maken. Man man man, wat een prachtige foto’s heeft hij. Smaken verschillen, maar zijn smaak is zeker iets dat ik ambieer om op een zeker moment ook zelf te kunnen maken. Het geluk was aan onze kant, want hij maakte niet alleen mooie beelden, alles wat ui zijn mond kwam vond ik persoonlijk ook nog eens uitermate inspirerend. Op een zeker moment verzuchte ik dan ook ‘ohh dat wil ik ook zo graag kunnen’ waar een van mijn klasgenoten zich volledig bij aansloot. Zij had echter niet in de gaten dat ik het op dat moment had over het feit dat het model waarvan wij een foto zagen, één wenkbrauw omhoog had en één naar beneden. Die kunst ben ik al jaren aan het beoefenen, maar helaas nog zonder resultaat. Na deze enorm inspirerende ochtend was het tijd om als de sodemieter onszelf en onze bagage naar de trein te begeven. Een gemiddelde reis Brussel - bestemming in Nederland is toch al vaak vijf uur, dus zijn we er nogal opgebrand om de trein niet te missen. Met onze dosis aan uithoudingsvermogen is het logischerwijs dan ook geen probleem wanneer wij met koffers van twintig kilo en rugzakken van bijna tien kilo een sprint moeten trekken om dit doel te behalen. We hadden vast en zeker nog genoeg adrenaline in ons lijf en voordat we het wisten stonden we zelfs te vroeg op het perron op de trein te wachten.
35
Kleurenblind en fotograaf, kan dit ?
Normaal zicht
Achromatopsie
Hoe kan men nu fotograaf worden en de goede kleuren in beeld brengen als men sommige kleuren geheel of deels niet ziet ? Wel, het is mogelijk ! Er bestaan sommige technieken om kleurenblinden te helpen zodat de ze juiste kleuren in beeld zouden brengen. Vooraleer deze technieken worden uitgedrukt is het belangrijk duidelijk uit te leggen wat kleurenblind zijn is. Kleurenblind verwijst zowel naar mensen die achromatopsie hebben en dus enkel in grijstinten zien, dan naar mensen met een kleurenzwakte, die sommige kleuren minder goed kunnen onderscheiden. Kleurenzwakte komt veel meer voor dan kleurenblindheid, zelf al wordt de zelfde term voor beiden gebruikt. Naast achromatopsie bestaan er meerdere vormen van kleurenblindheid. De twee meest voorkomende zijn deuteranomalie en protanomalie.Een derde vorm, die minder voorkomt, is tritanomalie.
Tekst: Manon Gillet
technieken en programma’s. Sommige van deze worden ook door niet kleurenblind fotografen gebruikt als controle middel. Twee zaken kunnen alle fotografen helpen om de kleuren meer juist te hebben. Het eerste is de scherm van de computer waarop je de beelden bewerkt goed te kalibreren, zo weet je zeker dat de kleuren die jouw scherm weergeeft de juiste kleuren zijn. Het tweede is je scherm te beschermen tegen inkomende licht. Deze kan ervoor zorgen dat je de kleuren net wat anders ziet dan wat ze eigenlijk zijn. Om de correcte witbalans te hebben bestaan er verschillende mogelijkheden. Eén ervan is het gebruik van een grijskaart. Eens je lichtopstelling klaar is maak je eerst een foto met de grijskaart aanwezig en dan kan in je bewerkingsprogramma
Deuteranomalie : kleurenzwakte voor groen doordat ze de middelgroot golflengte niet waarnemen Protanomalie : kleurenzwakte voor rood doordat ze de lange golflengten niet waarnemen
Deuteranomalie
Protanomalie
36
Tritanomalie
Tritanomalie : geen blauw en geen geel zien, doordat ze de korte golflengten niet waarnemen
Er bestaan veel verschillende tests om deze aandoening te ontdekken. De twee meest gebruikte zijn de Ishiharatest en de The City University test. De Ishiharatest dient enkel om rood en groen stoornissen te ontdekken. Hier wordt een schijf met gekleurde bolletjes voorgelegd en de patiënt moet zeggen welke cijfer er in het bolletjespatroon verborgen zit. Hier tegenover kan de The City Universit test alle kleurstoornissen ontdekken. De patiënt wordt een plaat met 5 cirkels getoond. Hij moet zeggen welke van de buitenste cirkels het meest overeenkomt met de middelste cirkel. Hoe kan je nu als kleurenblind fotograaf zeker zijn van de kleuren van je foto’s ? Het grootste probleem komt de kleurenblind fotografen tegen bij het bijsturen van de witbalans, andere fotografen kunnen meteen zien of hun witbalans goed staat. Hiervoor bestaan verschillende
de grijskaart als neutraal referentie kleur gebruiken. Een tweede is om de camera een foto van de grijskaart in de goede lichtomstandigheden als referentie te gebruiken voor de volgende foto’s. Het is wel belangrijk om dit telkens opnieuw te doen bij een verandering in de licht situatie. Een derde mogelijkheid is om met een expodisc te werken. Dit lijkt op een filter en wordt ook vooraan op het objectief geplaatst, vooraleer een foto te maken. Door je camera aan te geven dat je met een expodisc werkt zal hij de witbalans op de resultaat van de gemaakt foto afstemmen. De drie vorige technieken zijn goed als je een foto met neutrale kleuren hebt. Om meer accuraat andere kleuren te hebben zal je best een Color(checker) Passport gebruiken. Deze bestaat uit 2 of 3 plaatjes met vierkanten van verschillende kleuren.
Opnieuw maak je een foto met de Color Passport bij je hoofd onderwerp en in je bewerkingsprogramma kan je het profiel gebruiken om de kleuren te corrigeren. Anders kan je aan iemand vragen om je kleuren na te kijken wat niet altijd handig is of je kan ook beslissen om enkel in zwart-wit te fotograferen. Je moet zien het beste voor jou lukt. Kleurenblind zijn moet je dus echt niet tegenhouden om foto’s te maken! Sommige professionele fotografen zijn ook kleurenblind en dit heeft hen niet gestopt om er hun job van te maken.
Ishiharatest
Bekende kleurenblinde fotografen:
Kilian Schönberger: www.kilianschoenberger.de Ruben Timman: www.nowords.nl Aaron Lavinsky: www.aaronlavinsky.com/singles
The City University test
Kilian Schönberger
Ruben Timman
Aaron Lavinsky 37
INTERVIEW
Munira Saleh Tekst en fotografie: Sanne Wevers
Hoe is visagie op uw pad gekomen? Toen ik 12 jaar was ging de wereld van make-up voor me open. Op vroege leeftijd was ik natuurlijk fan van rode lippen en golvend krullende haren. Op gegeven moment wordt je ouder en ga je een opleiding kiezen, omdat je een geschikte baan wilt vinden. De laatste opleiding die ik heb gedaan is Juridisch Medewerker, waarvan ik ook mijn diploma heb behaald. Helaas heb ik daar geen werk in gevonden. Toendertijd was ik niet zo bezig met make-up. Ik was meer bezig met studeren en het behalen van mijn diploma, met oog op een baan. Een leven vol rozengeur en maneschijn. Maar toen kwam de realiteit. Er wordt veel bezuinigd in Nederland en er is krapte op de arbeidsmarkt. Dus besloot ik een baan onder mijn niveau te nemen: bij een supermarkt als verkoopmedewerker. Op een normale doodgewone werkdag ging ik volledig opgemaakt naar mijn werk, ik had daar zin in. Een klant zei: “Wow je hebt jezelf echt mooi opgemaakt, ik zou je dikke 10 geven als ik docent was!”. Ik zei verlegen ‘dank u wel’. Toen ging de visagie wereld voor mij open. Ik heb mij toen ingeschreven bij de LOI voor een cursus Visagie. Mijn praktijkexamen heb ik uiteindelijk afgesloten met een 7, waarbij ik een model moest opmaken en mijn certificaat heb behaald. Was het altijd al een droom om visagist te worden? Vanaf mijn twaalfde ben ik al bezig met make-up en haren. Zelfs toen ik nog een kleuter was ging ik aan de haren van anderen kinderen zitten. Grappig maar waar. Ik hield ook veel van schmink. Elk meisje houdt van vrouwendingen. Wanneer je ouder wordt, verander je van doel. Je gaat kiezen vanuit de zekerheid die je kunt vinden. Destijds was dat een kantoorbaan. Later blijkt dan dat er economische crisis ontstaat, wat zorgt voor krimp op de arbeidsmarkt. Dan moet je bepaalde gestelde doelen gaan veranderen om toch verder te kunnen komen. Ik zeg altijd: ‘je moet niet ergens aan vastklampen, want wie weet kan dat op een negatieve manier veranderen.’ Heeft u een opleiding gevolgd om te komen waar u nu bent? Zo ja, welke? Zo nee, hoe bent u in de visagie wereld terecht gekomen? Nee, ik heb geen enkele opleiding gevolgd voor visagie. Ik heb een certificaat gehaald bij LOI. Ik ben in de visagie wereld terecht gekomen door veel te gaan netwerken, actief te zijn op forums en Facebook. Dat kan door elke dag iets posten wat met visagie te maken heeft, zoals tijdschriften die over visagie gaan. De foto’s die ze daarin gebruiken kan je posten en je kunt diezelfde foto’s gebruiken ter inspiratie voor je eigen bedachte stijl, of voor jouw eigen portfolio. Maar hierbij heb je wel een heel team nodig, zoals een styliste, fotograaf en eventueel haarstyliste. Jezelf blijven updaten en vernieuwen naar aanleiding van wat er allemaal in de wereld gebeurd. De nieuwste trends op het gebied van kleding, make-up en haar volgen is ook heel belangrijk. Uiteindelijk moet het hele totaalplaatje kloppen. Als bijvoorbeeld het haar niet klopt, zie je dat gelijk aan de foto, want mensen kijken naar het totaalplaatje. 38
Wees eerlijk naar jezelf, maar ook naar de anderen Hoeveel eigen inbreng heeft u in de styling en hoeveel komt van de fotograaf? Hoe werkt u het liefst? De fotograaf stuurt mij een moodboard of een foto ter inspiratie, Daarna maak ik qua make-up mijn eigen stijl en look die ik mooi vind passen bij het gezicht en stijl, haar en kleding van het model. De fotograaf laat in de tussentijd zien hoe de foto’s eruit zien en of er aanpassingen nodig zijn voor de make-up. Soms kan het zijn dat het teveel glimt of teveel blush zit. Dat soort dingen krijg je meestal te horen van een fotograaf, die daar oog voor heeft. Is het anders werken met mannelijke dan met vrouwelijke fotografen? Ja, ik vind van wel. Soms hoor je verhalen dat mannen zich niet kunnen inhouden tijdens een fotoshoot met een model. Dat vind ik zo erg. Ik vind dat je zakelijk moet zijn en je niet met privézaken moet bezighouden. Daarnaast is het ook een strafbaar feit wat je pleegt natuurlijk. Vaak zijn dat soort mensen ook niet goed met fotografie. Ik krijg vaak van die rare verhalen te horen op Facebook en dan denk ik van ‘grow up, be a real man’. Maar ja, dat kun je ook niet zeggen, want je moet professioneel zijn. Maar er zijn natuurlijk ook mannelijke topfotografen die goed werk leveren en die er voor de volle 100% voor gaan. Sommige vrouwelijke fotografen durven niet kritisch te zijn om waarschijnlijk het model of de mua niet te kwetsen. Maar ik vind het juist goed als zij to the point zijn, daar leer je weer van. Van een binnenvetter leer je ook niets. Wanneer jij geen feedback geeft aan anderen, zullen mensen nooit iets nieuws leren. Daarnaast is het ook verstandig om kritisch naar je eigen werk te kijken. Zie het als een wijze les en niet als een nare ervaring
Wat is het verschil tussen dagelijkse make-up en de visagie voor een fotoshoot? Dagelijkse make-up is eigenlijk zoveel mogelijk naturel. Dus lichte matte beige kleuren met eyeliner en mascara. Visagie voor een fotoshoot is dat je verschillende zichtbare looks maakt waarbij de make-up goed zichtbaar is. Bijvoorbeeld als je smokey eyes maakt, is het heel belangrijk dat je verschillende malen de oogschaduw op doet en goed moet blenden bij de ooghoeken van de ogen. Daarnaast zijn de wenkbrauwen en wimper extensions enorm belangrijk. Wanneer je dikke wimper extentions hebt, dan maakt dat ogen veel mooier. En het tekenen van wenkbrauwen met een oogpotlood en poeder geeft een mooi effect op de foto’s. Wanneer je te weinig of geen make up gebruikt bij een fotoshoot zal dit wegvallen en dat is heel jammer bij een shoot. Vaak krijg ik van modellen te horen ‘dit is wel extreem he’. En als het dan ook te extreem is zeg ik: ‘Geef het een kans. Als het niet mooi op de foto komt, kan je altijd veranderen van gedachte. Wanneer je de foto gaat zien, dan weet ik zeker dat je het prachtig zal gaan vinden.’ Wat vindt u zelf de mooiste of leukste look om aan te brengen? Ik houd van smokey eyes. Er zijn prachtige modellen die van die amandel-ogen hebben waarbij je alle kanten met make-up kan gaan. Smokey eyes is ideaal voor een fotoshoot en bij feestjes. Daarnaast kun je alle kanten opgaan met smokey eyes. Je kunt verschillende kleuren tinten gebruiken zoals groen, blauw, grijs, zwart en paars.
Laat de foto’s die je op dat moment maakt aan de visagist zien, zo kan zij kijken of de visagie goed is
Communiceer goed met zowel visagist als model. Zo voorkom je teleurstellingen van alle partijen. Heeft u nog speciale ambities/doelen voor de toekomst waar u graag naartoe zou willen werken? Waar kunnen we u in de toekomst tegen komen? Mijn doel is onafhankelijk te zijn: niet meer werken voor een leidinggevende die alleen maar zegt wat je moet doen. Ik wil de top bereiken als het gaat om visagie. Er staat veel op de planning: In maart ga ik een cursus volgen bij Mieke Petiet in Amsterdam voor visagie. Zij is een bekende visagiste, zowel nationaal als internationaal. Zij geeft opleidingen en cursussen voor visagie en hairstyling. Mieke Petiet heeft twee vestigingen: in Amsterdam en Middelburg. Ik doe mee aan de wedstrijd Pearl Event, waarbij ik een model met een gekleurde huid heb opgemaakt. Op 6 april krijgen wij de bekendmaking van de wedstrijd. Ik ben samen met mijn team bij de beste vier geëindigd bij de wedstrijd van Fashion Week in de Volkskrant. Dat is een mooie presentatie als je uit de honderden mensen bent gekozen. Wat mij tof lijk is de Harper’s Bazaar. Als het gaat om fashion en visagie is dit het beste magazine wat ik tot nu toe heb gelezen. In het begin kende ik dit magazine niet. Ik dacht dat Harper’s Bazaar zoiets als de big bazaar is. Hele rare vergelijking, dus ik dacht ik google het maar even eerst. Nederlanders kennen alleen de bekende bladen. Ik denk dat Harper’s Bazaar veel talent en competitie heeft om het magazine aantrekkelijk te maken voor de vrouwen en mannen door middel van veel publiciteit. Wie weet zullen jullie mij zien bij de colofon van Harper’s Bazaar. Meer zien van Munira Saleh Kijk dan op de website: www.facebook.com/la.moena.5
39
40