Filmcollege 5 Mubii Japan

Page 1

Klassiekers 2

De meest westerse regisseur?

De films van Akira Kurosawa

Filmcollege Mūbii Japan #5 Ivo Smits (Universiteit Leiden) EYE filmmuseum Amsterdam 2 november 2015 Film poster ‘Rashōmon’


Kurosawa Akira (1910-1998)

• • • • • •

1951~: Kurosawa als Japanse film; ‘gatekeepers’ visueel: vernieuwer thematisch: auteurisme en “humanisme” Kurosawa en/vs. Hollywood: Kurosawa als “westers” Kurosawa als a-typisch De Kurosawa-held: character revelation [humanisme]



‘Gatekeepers’ • internationale filmfestivals In Nederland, m.n.: • IFFR (International Film Festival Rotterdam) -- vanaf m.n. jaren ’80 steeds meer focus op Azië. • Filmmuseum Amsterdam • [ CAMERA JAPAN Festival (2006~) ] • [ Deshima Film Festival (2005-2006) ]


‘Gatekeepers’ • festivals en distributeurs (o.a. via Frankrijk) • > filmhuizen in Nederland – (Den Haag bv. Kijkhuis [Noordeinde], tot 1981), Haags Filmhuis (vanaf 1981)

• gevolg: lange tijd was 'art house' cinema een belangrijk selectiemechanisme


‘Gatekeepers’ en de canon na canonisering studioregisseurs jaren ’50: • New Wave regisseurs (Ōshima Nagisa, Imamura Shōhei), • ATG (Art Theatre Guild; o.a. Terayama Shūji [wiens toneelstukken ook al in het Mickery theater in Amsterdam te zien waren])

• Japan = avant-garde • Japan = auteurscinema


1951: Kurosawa als ‘bom’ in Westerse filmwereld

Fragment (3’33): Kurosawa Akira : Rashomon (Rashōmon, 1950)



Fragment (2’59): Alex Cox: Kurosawa: The Last Emperor (1999)


vernieuwer: telelens, meerdere camera’s

Fragment (2’35): Kurosawa Akira : Seven Samurai (Shichinin no samurai , 1954)


vernieuwer [vormgeving]: Throne of Blood (Kumonosujō) • bewerking Shakespeare’s Macbeth • geen introspectie maar vooral gedrag en beeldtaal • nihilistisch • niet kabuki maar nō-theater als vorm: het ‘verkeerde’ referentiekader voor historisch drama (jidaigeki) nō-masker voor rol hannya (“jaloerse=krankzinnige vrouw”)



Kanze Nōgakudō (Shibuya, Tokyo)

Het nō-toneel


Fragment (2’33): Kurosawa Akira : Throne of Blood (Kumonosujō , 1957)


“Auteurisme” en “nationaal karakter” “auteurisme” (Eng. auteurism): de benadering van films als het werk van één man (en heel soms één vrouw) met grote artistieke kwaliteiten. • Het overstijgen van tijd en plaats (de universele kracht van hun films), een persoonlijke visie op de wereld, en consistentie op artistiek-inhoudelijk niveau: dat waren de criteria om een groot filmmaker te herkennen. • Hun werk kon bestudeerd worden en juist hun werk leende zich bij uitstek om het nationaal karakter van de cultuur van hun herkomst te analyseren.


Humanisme • humanisme als ideale code van auteurisme (=‘Westers’) • “humanisme” is een diffuus begrip • in Japan: slaat eigenlijk op “medemenselijkheid”: > het belang van mensen en hun vrijheid (bezetting VS) • “humanisme” bij Kurosawa: idealen van individualisme en “economische democratie” • Kurosawa: vermenging van ‘westerse’ en ‘oosterse’ waarden > “humanisme” en individu (mét verantwoordelijkheid) & groeiende uitgesproken affiniteit met samurai-klasse


Kurosawa en/vs. Hollywood(“stilistisch”) Yojinbō

A Fistful of Dollars


Kurosawa altijd populair geweest in het Westen, en daarom ook wel “besmet” in Japan Kurosawa veel geïmiteerd/bewerkt door het Westen: • Seven Samurai (Shichinin no samurai) —> remake: John Sturges: The Magnificent Seven (1960) • Yōjinbō —> remake: Sergio Leone: A Fistful of Dollars / Per un pugno di dollari (1964), met Clint Eastwood —> remake: Walter Hill: Last Man Standing (1996), met Bruce Willis • Rashōmon —> remake: Martin Ritt: The Outrage (1964) • Runaway Train —> scenario Kurosawa: Andrei Konchalovsky: Runaway Train (1985)


Kurosawa & Hollywood • Kurosawa’s relatie tot Hollywood-‘auteurs’ als John Ford • de “grammatica” van de western • relatie landschap (symbolisch) en personages • Kurosawa als “meest westerse” van de Japanse regisseurs: als (vroege) Ozu-films gaan over “de verbroken beloften van Meiji” (dat Japan kon moderniseren zonder centrale tradities kwijt te raken), dan behandelt Kurosawa moderne/westerse idealen zoals het autonome individu in een filmstijl die in Japan ‘nieuw’ was (Prince, p. 25)


inspiratie: regisseur John Ford (1895-1973) • massa-scènes, filmen op locatie • personages in op zichzelf teruggeworpen oorden • Regisseur John Milius beschreef John Fords filmstijl in termen van het Japanse idee van het “conserveren van de lijn”, en voegde eraan toe dat Ford met een enkele “penseelstreken” kan doen waarvoor anderen er zes of zeven voor nodig hebben. (Richard Franklin, senses of cinema) • Vroeg in zijn carrière sprak Ford over wat hij de “onzichtbare techniek” noemde, om het publiek te laten vergeten dat het een film bekeek. • “It is for me in the spiritual that Ford expresses the greatest we can hope our art to be. It is his capacity to mythologise; to ennoble that which might otherwise go unnoticed.” (Franklin) • western —> chanbara


Fragment (1’44): John Ford: Stagecoach (1939)


Fragment (3’09): Kurosawa Akira : Yojimbo (Yōjinbō, 1961)


chanbara

• chanbara: “klingkletter”, zwaardgevechtfilms (“Sword Films”) • samurai en bushidō, “weg van de krijger” > chū, “trouw” • rōnin en ninkyōdō, “weg van nobel gedrag”, Robin Hood-instelling • Kurosawa tilde chanbara naar existentialistisch niveau


Kurosawa als a-typisch in Japanse context: Kurosawa’s producenten 1936 PCL (Photo Chemical Laboratories), wordt later Tōhō 1949-1959 afwisselend Shōchiku, Daiei en Tōhō 1959 Kurosawa Productions 1967-1969 Twentieth Century Fox 1969 yonki no kai (“de vier musketiers”): Kinoshita Keisuke, Ichikawa Kon, Kobayashi Masaki en Kurosawa Akira 1975 Mosfilm 1985 Franse en Japanse producenten 1990 Warner Brothers/Spielberg 1991 Shōchiku


Kurosawa als a-typisch in Japanse context: Kurosawa’s genres • maakt zowel hedendaags drama (gendaigeki) als historisch drama (jidaigeki)


maatschappijcommentaar • shakai-mono (“maatschappij-stukken”) • De gedachte dat een kunstenaar (ook) uitspraken moet doen over de positie van de mens in de maatschappij


Humanisme en character revelation: de Kurosawa-‘held’ • Kurosawa, toen hem gevraagd werd of hij een realist of een romanticus was, noemde zichzelf een sentimentalist. • “The education of the hero, a difficult progresssion toward spiritual enlightenment, would later become the theme of many of Kurosawa’s films.” (Audie Bock) • De vorm van de film is in essentie altijd dezelfde, want de films gaan allemaal over één ding: “In simplest terms, and shorn of all philosophy, his pictures are about character revelation.” [de ‘onthulling’ van de aard van het personage] (Donald Richie)


“Character revelation” • maatschappelijke thema’s: uiteindelijk over individuen • personages moeten uiteindelijk persoonlijke verantwoordelijkheid nemen • ze ‘groeien’ en tonen daarmee hun ware (goede, menselijke) aard • “humanisme”: de “onthulling” (revelation) van het autonome individu • geloof: de wereld is maakbaar (je moet je in elk geval daarvoor inspannen  hiertegen zetten latere filmmakers zich af


The End


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.