Wenkend Perspectief - Kleinschalig Wonen

Page 1

Wenkend perspectief

Kleinschalig wonen



Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 3

Inhoudsopgave

Het verhaal van Paula

4

Voorwoord

7

1. Inleiding

8

2. Maatschappelijk belang van de transitie naar kleinschalig wonen

10

3. Samen staan voor kleinschalige woonvormen in de wijk

16

4. Van verblijf naar wonen

18

5. Programma van eisen en ruimtelijke uitwerking

20

6. Hoe kan het ook anders?

23

Bronnen Bijlage I Samenwerken in het (virtuele) netwerk Bijlage II ZZG zorggroep netwerk wenkende perspectieven Bijlage III Demografische gegevens m.b.t. ontwikkeling dementie in het werkgebied van ZZG zorggroep Bijlage IV Uitgangspunten en criteria bij locaties voor PG kleinschalig wonen Bijlage V Randvoorwaarden en uitgangspunten voor PvE beschermd kleinschalig wonen Bijlage VI Plattegronden gebouw en woning

24 25 26 27 28 29 31


4 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

Paula

Kort na het overlijden van haar man werd duidelijk dat Paula leed aan de ziekte van Alzheimer. Thuis ging het niet meer; te gevaarlijk, te verdrietig en niks was nog leuk. Paula wilde liever niet verhuizen; alleen de gedachte al maakte haar bang en onzeker. Haar moeder was de laatste jaren van haar leven opgenomen geweest in een zorginstelling. Het gebrek aan privacy was Paula altijd bijgebleven. Paula kreeg momenteel professionele ondersteuning vanuit de ketenzorg dementie van ZZG zorggroep. In een gesprek met Paula, de kinderen en de dementieconsulent is besproken wat Paula nodig had om de stap naar verhuizen toch te kunnen maken, want in haar huidige huis blijven, was geen optie meer. Paula wilde wel weer een nieuw ‘thuis’ vinden met voldoende privacy, wonen en leven zoals ze gewend was en in contact kunnen blijven met de mensen die ze graag om haar heen had. Met dit lijstje op zak gingen Paula en haar kinderen op bezoek bij een woonvorm van ZZG zorggroep.

Het viel mee! Er was voor Paula een eigen appartement beschikbaar met een aparte slaapkamer en eigen sanitair. Het zag er ook niet uit als een instelling: geen lange gangen, maar wonen aan een pleintje. Op dat plein was van alles te zien en te beleven: een volière, een leestafel, buurtkamers met een kookeiland en een grote keukentafel en verschillende zithoekjes. Rust en levendigheid wisselden elkaar af. Jonge stemmen in de tuin van de tuingroep die hulp had van leerlingen van de agrarische school, er was een yogaclub, een tekenclub en ze mocht zelf weten hoe laat ze ’s ochtends opstond en ‘s avonds naar bed ging. De poes mocht ook mee als ze hier kwam wonen. Ze kon gewoon in haar eigen appartement visite ontvangen en als ze daar wilde eten was het goed, maar ze was ook van harte welkom in de buurtkamer.

Paula is inmiddels verhuisd en huurt haar eigen appartement. De kinderen blijven een belangrijke rol spelen in de zorg en ondersteuning van Paula. De oudste dochter doet de was en als familie betekenen ze ook wat bij de sociale activiteiten van Paula. Als gezin komen ze al jaren iedere maand bij elkaar om te kaarten. Dat kunnen ze hier blijven doen en regelmatig doen ook andere bewoners een spelletje mee. Paula blijft ook nog gewoon lid van haar koor en gaat op zondag, samen met haar zus, naar haar eigen kerk. Zo blijft ze, met ondersteuning van haar kinderen, zelf de regie houden. Ze heeft haar eigen appartement voor de privacy, waarop ze zo is gesteld en haar eigen meubels, waardoor ze zich thuis voelt, maar dit alles binnen een veilige woonomgeving. De professionele zorg en ondersteuning door ZZG zorggroep is hierbij ondersteunend en sluit aan bij de persoonlijke behoefte van Paula. In de directe omgeving zijn er mensen, activiteiten en prikkels om ergens aan deel te nemen, maar ook voldoende mogelijkheden om zich terug te trekken als daar behoefte aan is. Door deze woonvorm en de professionele ondersteuning en verzorging kan Paula zijn wie ze is.


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 5


6 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 7

Voorwoord

Het verhaal van Paula geeft een beeld van hoe nieuwe woon- en zorgvormen er uit kunnen zien. Paula kan haar leven voortzetten op de manier die ze gewend was en de bestaande sociale verbanden spelen een belangrijke rol in het leven en de ondersteuning van Paula. ZZG zorggroep vindt het haar maatschappelijke verantwoordelijkheid samen met haar stakeholders (bijlage I) mede invulling te geven aan de innovaties en transities op het gebied van wonen en zorg die nodig zijn om aan de nieuwe en grote maatschappelijke opgaven te voldoen. De transitie van het verblijf in zorginstellingen naar wonen in de samenleving vraagt een compleet andere aanpak. Om aan de maatschappelijke opgave van mensgerichte, economisch houdbare en maatschappelijk ingebedde zorg te kunnen voldoen, zijn nieuwe woonzorgconcepten nodig en moeten oude werkwijzen losgelaten worden.

Een nieuwe wijze van samenwerken tussen stakeholders is van belang om sociale innovaties en nieuwe voorzieningen en diensten tot stand te brengen. Gezamenlijke ambities en het bundelen van expertise tussen alle partijen is dan noodzakelijk om de maatschappelijke opgaven ook in de praktijk ten uitvoer te brengen. ZZG zorggroep wil de benodigde expertise van alle partijen optimaal benutten en vanuit gezamenlijke waarden, rollen en verantwoordelijkheden wenkende perspectieven tot stand brengen. Dit wenkend perspectief voor kleinschalig wonen is een eerste opzet vanuit ZZG zorggroep en dient als inspiratiebron gezien te worden. De stakeholders (bijlage I) worden uitgenodigd samen met ZZG het woon- en zorgconcept voor kleinschalig wonen verder te ontwikkelen. Dit zal gedaan worden door het inbrengen van het wenkend perspectief in een (virtueel) netwerk (bijlage II) en daarnaast door het beleggen van bijeenkomsten met de betrokken partijen.

Met dit wenkend perspectief wordt beoogd: - Een bijdrage te leveren aan mensgerichte, economisch houdbare en maatschappelijk ingebedde zorg. - Nieuwe concepten te ontwikkelen op basis van gemeenschappelijke ambities, innovaties en nieuwe (wetenschappelijke) inzichten. - Een domeinoverstijgende samenwerking met partijen tot stand te brengen die in staat zijn tot nieuwe concepten te komen en deze ook tot uitvoer te brengen. - Duurzame waarde(n) tot stand te brengen voor cliĂŤnten, organisaties en maatschappij.


8 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

1. Inleiding

In de afgelopen decennia heeft het bouwen van instituten, waaronder grote verpleeg- en verzorgingshuizen met kleine (soms meerbeds)kamers, als oplossing gediend om kwetsbare mensen op hoge leeftijd en mensen met een beperking te huisvesten. De meeste van deze instituten voldoen niet meer aan de huidige wensen van mensen met een zorg- en ondersteuningsvraag en aan de eisen van deze tijd. Daardoor is er op dit moment sprake van een brede kentering in de visie op wonen en zorg. De toenemende vergrijzing en daardoor de forse groei van het aantal mensen met een chronische aandoening (waaronder dementie) is een maatschappelijk vraagstuk. Ook het aantal eenpersoonshuishoudens van mensen boven de 75 is fors toegenomen. Daarnaast wordt vanuit de overheid een financiĂŤle scheiding tussen wonen en zorg verder doorgevoerd en staat het budget voor zorg en ondersteuning (AWBZ en WMO) fors onder druk. Naast het oplossen van de groeiende vraag is er ook de noodzaak te komen tot nieuwe maatschappelijke en economisch houdbare voorzieningen op het gebied van wonen en zorg.

ZZG zorggroep staat voor een samenleving waarin mensen in hun eigen sociale verbanden kunnen blijven leven, ongeacht hun leeftijd of beperkingen. ZZG zorggroep wil dit bereiken door het realiseren van een financiĂŤle scheiding tussen wonen en zorg en het tot stand brengen van innovatieve woon- en zorgvormen die aansluiten bij de wijk of buurt en bij de diversiteit van de burgers. Deze nieuwe woon- en zorgconcepten bieden een veilige woning en een geschikte woonomgeving. Waar mogelijk wordt technologie ingezet zodat mensen zoveel mogelijk hun eigen regie kunnen blijven behouden. ZZG zorggroep kan dit niet alleen realiseren en wil dit in samenwerking met haar stakeholders tot stand brengen. Door de financiĂŤle scheiding van wonen en zorg krijgen woningcorporaties een belangrijke rol bij de ontwikkeling van woonvormen voor mensen met dementie.

In dit wenkend perspectief zijn de ambities beschreven en is een eerste ruimtelijke uitwerking gemaakt van woonvormen voor mensen met dementie die tot nu toe aangewezen zijn op een verpleeghuis. Samenwerking met betrokken woningcorporaties is nodig om gezamenlijk nieuwe (beschermde) woonvormen te realiseren. Gezien de snel groeiende doelgroep is het tevens een urgente opgave. Het wenkend perspectief begint met een toelichting op het maatschappelijk belang, de noodzaak tot samenwerking en de belangrijkste basiswaarden voor het ontwikkelen van beschermde kleinschalige woonvormen. In de verschillende bijlagen is naast een demografische onderbouwing en de ruimtelijke uitwerking van de woonvormen ook een lijst met bronen literatuurverwijzingen opgenomen.


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 9


10 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

2. Maatschappelijk belang van de transitie naar kleinschalig wonen

De opvattingen vanuit de maatschappij ten aanzien van wonen en zorg verandert met de tijd mee. De vanzelfsprekendheid dat mensen met een aandoening, waaronder dementie, naar een geĂŻnstitutionaliseerde vorm van huisvesting gaan, neemt sterk af. Daarvoor in de plaats wordt als uitgangspunt steeds meer gezien dat de klant, zijn zelfstandigheid en eigen regie centraal dienen te staan. Dit vraagt om andere woonen zorgconcepten. Grootschalige traditionele verpleeghuizen sluiten niet aan op de behoeften van mensen met dementie en hun verwanten. Onderzoeksresultaten (bronnen zie bijlage) geven aan dat kleinschalig wonen in zijn algemeenheid beter aansluit bij die behoeften en dat vertaalt zich in minder vrijheidsbeperkende maatregelen en kalmerende middelen. De zorgbelasting wordt door betrokken families minder zwaar ervaren in kleinschalige woonvormen dan in traditionele huizen. Binnen het huidige kleinschalig wonen zijn momenteel veel varianten. De meest gangbare variant is het groepswonen van zes tot acht bewoners in een cluster van zit- en slaapkamers met een gemeenschappelijke huiskamer. Bij deze woonvorm

is het streven gezamenlijk een huishouden te voeren. Daarnaast zijn er varianten van kleinschalige zorg op verpleegafdelingen in verzorgingshuizen (de voormalige meerzorgafdeling) tot (particuliere) zorgvilla’s en zorgboerderijen. ZZG zorggroep wil met dit wenkend perspectief vanuit de ervaringen tot nu toe en vanuit de maatschappelijke ontwikkelingen, de visie op het kleinschalig wonen voor mensen met dementie aanscherpen en zo veel mogelijk vertalen naar concrete uitwerkingen. ZZG zorggroep wil met het wenkend perspectief mede inhoud geven aan de maatschappelijke opgave tot: - mensgerichte zorg; - economisch houdbare zorg; - maatschappelijk ingebedde zorg.


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 11


12 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

Mensgerichte zorg Mensgerichte zorg gaat verder dan rechtmatig en vaktechnisch verantwoorde zorg: de kern zit in het zien van de mens, en niet alleen in de aandoening(en) of in de problemen die er zijn. De totale aandacht voor de mens en dit mens in zijn hele wezen, geeft de daadwerkelijke betekenis aan de zorg. Bij de invulling van deze zogenaamde mensgerichte zorg wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de zelf- en samenredzaamheid van mensen. Er wordt eerst gekeken naar de eigen regie; wat iemand zelf kan en wil en wat eventuele familie en vrienden kunnen betekenen. De geboden zorg richt zich op de ondersteuning daar waar nodig en niet meer op het overnemen van het totaal. De cliënt–professionalrelatie is de menselijke brug waarlangs de zorg vorm krijgt. Naast een goede plek om te wonen wordt er ook gestreefd naar een prettige werkomgeving. Zowel het wonen als het op maat bieden van een integraal pakket van service, dienstverlening, ontmoeten, zorg en behandeling zijn er op gericht zoveel mogelijk de eigen regie te behouden passend bij de levensstijl van de cliënt.

Het kleinschalig wonen is ontstaan vanuit deze visie op zorg en begeleiding. Dit betekent dat de uitvoering van het dagelijks werk vraagt om andere normen en waarden. ‘U kunt het niet meer zelf en ik neem het van u over’ past niet meer in dit concept. Bij het kleinschalig wonen is het uitgangspunt: ’u leidt uw leven zoals u dat wilt en waar nodig ondersteun ik u daarbij’. De ondersteuning en zorg van de medewerkers is dus niet meer gericht op overnemen, maar in de eerste plaats op behouden van wat er nog mogelijk is en daarna te onderzoeken waar ondersteuning gewenst en nodig is. Deze ondersteuning kan dus ook door familie en/of mantelzorgers, vrijwilligers, maatschappelijk stagiaires en anderen worden geboden. De professionele zorgmedewerker ziet toe op de kwaliteit en staat garant voor de continuïteit en de coördinatie van het geheel. Dit vraagt om een andere werkwijze. Deze verandering wordt ingegeven door het woonconcept, maar zal ook noodzakelijk zijn vanwege de betaalbaarheid.


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 13

Joost

Economisch houdbare zorg De betaalbaarheid van de zorg staat onder forse druk: zowel de AWBZ- als de WMO-budgetten dienen ingekrompen te worden. Nederland betaalt het meest van alle Europese landen voor langdurige zorg. In omringende landen worden veel meer de verantwoordelijkheid en keuze bij de mensen zelf neergelegd. De private bijdragen voor de kosten van gezondheidszorg in de vorm van eigen bijdragen, eigen risico en aanvullende verzekeringen zijn in Nederland lager dan in andere Europese landen. Politiek en maatschappelijk zien we dat er gezocht wordt de zorg ook in de toekomst economisch houdbaar te laten blijven. Zo lang mogelijk zelfstandig wonen (scheiden van wonen en zorg), het daadwerkelijk neerleggen, ook in financiĂŤle zin, van de regie bij de burger en het toepassen van innovaties in de thuiszorg zijn noodzakelijk om de zorg zowel vanuit burgerperspectief alsook vanuit economisch perspectief ook in de toekomst houdbaar te laten blijven.

De prijs van goede zorg drukt zich niet alleen uit in geld, maar ook in waarde. De verschillende betrokkenen kunnen met het inrichten van nieuwe sociale netwerken ook nieuwe maatschappelijke waarden tot stand brengen. Denk hierbij aan mensen die op zoek zijn naar zinvolle activiteiten, leer- en stageplaatsen, re-integratie-ervaring, burenhulp en andere vormen. De benodigde ondersteuning wordt niet meer vanzelfsprekend door de zorgmedewerkers verleend, maar in afstemming met en ter ondersteuning van het bestaand of nieuw in te richten eigen sociale netwerk van de cliĂŤnt.

Joost is 87 jaar en woont alleen. Al jaren gebruikt hij medicijnen voor zijn suikerziekte en daarmee heeft hij het goed onder controle. De laatste tijd wordt hij wat vergeetachtig en vergeet steeds vaker zijn medicijnen in te nemen of hij neemt ze dubbel in. Dit heeft al een aantal keren tot een totaal ontregelde suikerspiegel geleid met alle gevolgen van dien. Zo is hij al een keer gevallen omdat hij zo duizelig was. Joost wil in zijn eigen huis blijven wonen en niet verhuizen naar een woon-zorgcomplex, want hij heeft een goed contact met zijn buren die hem ook in de gaten houden. Zij hebben de wijkverpleegkundige erbij gevraagd om te onderzoeken hoe ze er nu voor kunnen zorgen dat Joost op tijd zijn medicijnen inneemt. Middels Medido Connect (een opslagkluisje voor medicijnen) geeft een medicijndispenser de gebruiker een signaal wanneer het tijd is om de medicatie in te nemen en opent automatisch de verpakking voor het medicijn dat op dat tijdstip moet worden ingenomen.


14 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

Maatschappelijk ingebedde zorg Het aantal mensen met dementie en andere doelgroepen, die ook zijn aangewezen op een beschermde woonvorm in (bij voorkeur) hun eigen woonomgeving, groeit. Denk aan mensen met een intensieve somatische zorgvraag of mensen met een verstandelijke beperking. In bijlage III is een overzicht toegevoegd met cijfers over de groei van mensen met dementie in het werkgebied van ZZG zorggroep. Het kunnen blijven wonen van deze doelgroep in de eigen gekozen sociale omgeving betekent dan ook een forse opgave op het gebied van wonen en zorg, zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin. De wijk-/gebiedsgerichte aanpak die hiervoor noodzakelijk is, moet domeinoverstijgend zijn op inhoudelijk, beleidsmatig en bestuurlijk niveau. Burgers, maatschappelijke organisaties en de (lokale) overheden hebben daarmee een gezamenlijke verantwoordelijkheid condities en samenwerkingsverbanden tot stand te brengen die zorg dragen voor maatschappelijk ingebedde zorg. De kleinschalige woonvoorzieningen in de wijk hebben een bredere functie voor de wijk: bewoners met dementie kunnen daarvan ook gebruik maken onder andere door deelname aan de sociale en/of andere

activiteiten binnen het kleinschalig wonen. Vooral voor alleenstaande ouderen uit de wijk met beginnende dementie of als ondersteuning van de mantelzorg kan dit een belangrijke voorziening zijn. Het streven is dat men hierdoor (langer) zelfstandig in de eigen woning en wijk kan blijven wonen. De maatschappelijke opgaven van mensgerichte, economisch houdbare en maatschappelijk ingebedde zorg vormen dan ook de fundamenten van het wenkend perspectief. Deze pijlers zijn, samen met de later genoemde kernwaarden en de ruimtelijke vertaling van het kleinschalig wonen, de belangrijkste elementen voor dit wenkend perspectief. Samengevoegd zal dit met de inbreng van de stakeholders moeten leiden tot nieuwe streefbeelden voor de samenleving, de participerende organisaties en de betrokken medewerkers en families.


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 15


16 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

3. Samen staan voor kleinschalige woonvormen in de wijk

Met de komst van de nieuwe en grote maatschappelijke opgaven op het gebied van wonen en zorg voor mensen met dementie en het verdwijnen van de traditionele zorginstellingen, ontstaat er voor vele partijen een nieuwe opdracht. Zoals eerder aangegeven is deze opgave domeinoverstijgend, zowel op inhoud, beleid als besturing. ZZG zorggroep wil samen met alle partijen aan deze wijk-/gebiedsgerichte aanpak een bijdrage leveren door: - uit te gaan van de behoeften en regie van de burgers in de wijk; - het versterken van het oplossend vermogen bij de mensen thuis door ketenzorg, casemanagement (procesbegeleiding) en technologische innovaties toe te passen in de thuiszorg; - gezamenlijk invulling te geven aan noodzakelijke wijkinfrastructuur op het gebied van zowel de voorzieningen (wonen, zorg en sociale infrastructuur) als op het gebied van de samenwerking. De samenwerking moet leiden tot meer diversiteit en mogelijkheden voor sociale activiteiten dan ieder voor zich kan bieden.

Het samen staan in de wijk dient als eerst te leiden tot een betere ondersteuning en ontlasting van het cliĂŤntsysteem (familie, mantelzorg, e.d.). Onderzoek van Alzheimer Nederland wijst uit dat momenteel 70% van de mensen met dementie nog thuis woont, maar dat 83% van de mantelzorgers overbelast is. Het beoogde resultaat van samen staan in de wijk is het (wijkgericht) ontwikkelen en implementeren van waardegestuurde zorg. Met waardegestuurde zorg wordt bedoeld: een mensgerichte aanpak, met een geschikte woning in de eigen wijk met diensten en zorg en voldoende sociale infrastructuur. Door integrale samenwerking is en blijft dit ook betaalbaar. Hiermee wordt de omslag van het verblijven in een zorginstelling naar het wonen in de samenleving gemaakt. Om dit te realiseren zullen de stakeholders in het netwerk een gezamenlijke agenda moeten hebben om deze maatschappelijke opgave goed aan te kunnen pakken en op te lossen met innovatieve en betaalbare woonconcepten voor mensen met dementie.


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 17

René en Maria

René de Jong woont zijn hele leven al in dezelfde wijk. Hij heeft daar samen met zijn vrouw Maria een bakkerij gehad. Toen ze met de VUT gingen, hebben ze eerst een cruise gemaakt en daarna raakten hun dagen gevuld met de kleinkinderen, de voetbalclub, de activiteiten voor de buurtvereniging en als het zomer was lange fietstochten. Nu is René 83 jaar en heeft de ziekte van Alzheimer. Afgelopen jaren werd voor Maria geleidelijk aan duidelijk dat het niet goed ging met haar man. Op de fiets wist hij de weg soms niet meer, hij leek geen energie meer te hebben voor de activiteiten van de buurtvereniging en naar de voetbalclub ging hij steeds minder. Toen hij de namen van de kleinkinderen door elkaar ging halen, zijn ze samen naar de dokter gegaan en werd de diagnose gesteld. Eigenlijk kan Maria hem niet meer lang alleen laten en heeft ze heel veel vragen over hoe het verder moet. De huisarts heeft Maria en René in contact gebracht met de dementieconsulent van ZZG zorggroep. Samen brengen ze alle vragen in kaart en zoeken ze naar passende antwoorden.

Een paar weken later… René gaat inmiddels een aantal dagdelen naar de dagbesteding binnen de kleinschalige woonvorm die twee jaar geleden in de wijk is gebouwd. Hij bakt daar regelmatig koekjes voor alle bezoekers en men noemt hem weer de bakker, dat is vertrouwd voor René en het geeft hem een goed gevoel. In die tijd kan Maria haar eigen dingen doen of uitrusten. Ze heeft samen met haar zus weer een kleine cruise geboekt, want René kan ook logeren in de kleinschalige woonvorm. Soms is Maria erg moe, maar ze weet dat ze kan terugvallen voor advies en ondersteuning op de dementieconsulent en de medewerkers van het team kleinschalig wonen. Dat is fijn want die kennen haar man inmiddels ook goed en weten daardoor vaak precies wat ze bedoelt. Sinds René daar ook af en toe logeert, weet ze dat ze af en toe een tijd kan uitrusten. De dementieconsulent komt regelmatig bij het echtpaar thuis langs om te kijken hoe het gaat en of er nog nieuwe vragen zijn en zorgt daarna weer voor de afstemming met alle betrokkenen. Maria wil niets liever dan samen blijven wonen met haar man en gelukkig houdt ze dat op deze manier nog wel vol. Door het contact en de ondersteuning vanuit het kleinschalig wonen weet ze dat René ook ergens terecht kan als er onverwacht iets gebeurt of als het thuis echt niet meer kan. Dat geeft haar rust.


18 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

4. Van verblijf naar wonen

Mensen met dementie verschillen net als ieder ander van elkaar. Ze zijn een afspiegeling van de maatschappij zoals iedere andere willekeurige groep. Persoonlijke interesses en opvattingen, sociale en culturele achtergronden en levensovertuigingen vormen dan ook de basis van de levenswijze, ook als zelfstandig thuis wonen niet meer mogelijk is. Het wonen voor mensen met dementie moet daarom in de eerste plaats diversiteit bieden die aansluit bij verschillende levensstijlen. Invulling geven aan de individuele behoeften is van belang om zo lang mogelijk een eigen identiteit te kunnen behouden. ZZG zorggroep wil zowel bij het tot stand komen van dit wenkend perspectief als bij het concreet opstellen, uitwerken en uitvoeren van plannen zich laten leiden door de volgende inzichten en uitgangspunten: - waardegestuurde zorg; - duurzaam samenwerken; - gebruik maken van nieuwe en elkaars inzichten en ervaringen.

Waardegestuurde zorg ZZG zorggroep is van mening dat mensen met dementie ondanks (toenemende) beperkingen een zo normaal mogelijk leven moeten kunnen leven dat recht doet aan de persoonlijke behoeften. ZZG zorggroep sluit zich aan bij de kernwaarden die Alzheimer Nederland voor het kleinschalig wonen heeft opgesteld en heeft deze verder uitgewerkt. Het gaat hierbij om de volgende waarden: - Eigen regie: ik kan de dingen doen die voor mij belangrijk zijn, in een tempo dat bij mij past. - Privacy: ik kan me terugtrekken, als ik daar behoefte aan heb. - Je thuis voelen: mijn woning is ingericht volgens mijn leefstijl en ik kan er visite ontvangen. - Healing environment: mijn woonomgeving geeft mij stimulerende prikkels en is ingericht vanuit algemeen welbevinden, waardoor ik me prettig voel. - Sociale veiligheid: ik voel me veilig omdat ik kan vertrouwen op anderen, waaronder de medewerkers die mij serieus nemen en met respect behandelen. - Veilige woonomgeving: mijn woonomgeving is zodanig ingericht dat ik me veilig en vrij kan bewegen en geen onverwachte onveilige situaties hoef te verwachten.

- Sociale omgeving: activiteiten waaraan ik gehecht ben, bijvoorbeeld zingen in mijn koor, blijven onderdeel van mijn sociale omgeving. - Betekenis geven/zingeving: ik kan de dingen doen, die voor mij zin en nut hebben en dat geeft mij het gevoel dat ik er nog toe doe. - Professionele ondersteuning: de zorg en behandeling sluiten aan op mijn individuele zorgvraag. Deze kernwaarden worden voor het kleinschalig wonen ruimtelijk vertaald in de woning en woonomgeving, de betrokkenheid van familie en verwanten, het nog bestaande eigen sociale netwerk en in het dagelijks handelen van zorgmedewerkers. Per ontwikkeling wordt onderzocht hoe het kleinschalig wonen het best kan aansluiten bij de leefstijl van de bewoners en sociale en culturele kenmerken van de wijk.


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 19

Duurzaam samenwerken Zoals in het vorige hoofdstuk aangegeven ontstaat er voor vele partijen een andere opgave waarin samenwerken noodzakelijk is om deze opdracht succesvol uit te kunnen voeren. Bouwprojecten kennen vaak een lange voorbereidingstijd en een lange exploitatie. Duurzaam samenwerken is daarom noodzakelijk om een maximale waardecreatie tot stand te brengen. ZZG zorggroep gaat in deze samenwerking uit van de volgende uitgangspunten: - samenwerking vanuit gelijkwaardigheid, waarin optimaal gebruik wordt gemaakt van ieders professionaliteit, expertise en ervaringen; - samenwerking met als doel het creëren van meerwaarde voor de gezamenlijke klant, de samenwerkende organisaties en de wijk/maatschappij; - samenwerking waarin gestuurd wordt op het ontwikkelen van (de noodzakelijke) innovaties.

Het samenwerken zal in het teken staan van het tot stand te brengen van een transitie, waarin we met elkaar vanuit nieuwe perspectieven moeten zoeken naar andere wegen en oplossingen. In de samenwerking vraagt dit dat partijen ook afstand kunnen nemen van onze huidige ideeën, denkbeelden, rollen en belangen. Transities vragen een actieve betrokkenheid van alle partijen en een domeinoverstijgende aanpak. Lange-termijn visies zullen worden uitgewerkt in concrete stappen. Tevens vraagt dit moed om te durven experimenteren op verschillende thema’s van het wenkend perspectief en daarnaast de eigen organisaties op verschillende niveaus te betrekken om het in de praktijk ook tot een echt succes te maken. De uitdaging om op deze manier te gaan samenwerken is groot en het perspectief om dat te gaan doen is niet alleen uitdagend maar heeft ook een grote maatschappelijke waarde.

Gebruik maken van nieuwe en elkaars inzichten en ervaringen. In de te ontwikkelen concepten moet er niet alleen ruimte zijn om gebruik te maken van en open te staan voor elkaars ideeën en ervaringen, maar dient ook optimaal gebruik gemaakt te worden van (wetenschappelijk bewezen) concepten van andere organisaties. Deze zijn al of kunnen nog onderbouwd worden met een klanttevredenheidsonderzoek en bestaande en nieuwe inzichten ten aanzien van architectuur, healing environment, duurzaam bouwen en opvattingen vanuit de sociale en gezondheidswetenschappen. Vanuit deze denkwijze en waarden kan een vertaling plaats vinden naar nieuwe concepten. De nieuwe concepten vormen weer input voor het programma van eisen en de ruimtelijke uitwerking zodat het concreet handvatten biedt bij nieuwe (bouw)projecten.


20 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

5. Programma van eisen en ruimtelijke uitwerking

Het programma van eisen (PvE) en de ruimtelijke vertaling van de genoemde kernwaarden en inzichten kent in dit hoofdstuk (en in de bijlagen) een eerste uitwerking op hoofdlijnen. In bijlage IV zijn de uitgangspunten en criteria voor de locaties genoemd en in bijlage V is een eerste opzet gemaakt voor het PvE. Hieronder volgen een korte beschrijving en beelden van de eigen woning, de algemene ruimten, de huiskamers en de buitenruimte. Per onderdeel zijn de belangrijke uitgangspunten in dit hoofdstuk benoemd en uitgebeeld. In bijlage VI is een plattegrond te vinden van het gebouw en de woning.

De eigen woning: wordt ingericht vanuit de kernwaarden eigen regie, eigen sociale context en privacy. Anders dan bij het groepswonen heeft men hier niet een zit-slaapkamer en gedeeld sanitair, maar een zelfstandig (klein) appartement. Dit is van belang om de eigenheid en herkenbaarheid te vergroten. Het appartement kan ingericht worden met eigen meubels, het bed staat in de aparte slaapkamer en het sanitair is voor eigen gebruik. De bewoner kan zich in het appartement terugtrekken en bezoek ontvangen en is omringd door dat wat dierbaar is en waarmee de eigenheid wordt vertegenwoordigd.

Het woonconcept voor kleinschalig wonen is een combinatie van het eigen appartement, met ruimtelijk gezien, een directe relatie met de algemene ruimten. Het gezamenlijke van het kleinschalig wonen komt tot uiting in de inrichting van de binnenruimte en de buitenruimte. De appartementen liggen niet aan een gang: de binnenruimte en de ‘verkeersruimte’ zijn vorm gegeven als een leefruimte met verschillende sferen; het is als het ware een plein of de brink van een dorp of een straatje. Aan het plein liggen ook de verschillende ‘buurtkamers’ met een huiselijke sfeer.

De algemene ruimten: zijn gebaseerd op alle kernwaarden. Vanuit het keukenraam kijkt de bewoner uit op de algemene ruimte, het zogenoemde plein. Bij het verlaten van het appartement komt de bewoner ook op dit plein uit. Het is een veilige comfortabele omgeving met verschillende sferen en belevingen, zoals een plek om individueel of met een paar mensen te zitten, een leestafel, een volière en andere invullingen. De bewoner kan zich vrij bewegen over het plein en kan zo op zoek naar een plek waar hij of zij zich qua sfeer op dat moment het best thuis voelt.

De buurtkamer: hier zijn vooral de kernwaarden veilige woonomgeving en healing environment van belang. Aan het plein liggen twee buurtkamers voor maximaal 15 bewoners. Evenals de algemene ruimten zijn ook de buurtkamers gericht op ontmoeten en zij zorgen tevens voor een dagstructuur (dagindeling). Medewerkers zorgen voor de structuur en professionele ondersteuning. Familie, verwanten en vrijwilligers ondersteunen de verschillende activiteiten op een manier die past bij de individuele bewoner (of een groepje bewoners met dezelfde behoeften en belangstelling) en voelen zich ook thuis, betrokken, erkend en gerespecteerd. Buitenruimten: vanuit de kernwaarden veilige woonomgeving en healing environment is de bijbehorende buitenruimte veilig ingericht en toegankelijk. De principes genoemd bij de invulling van de algemene ruimten zijn ook uitgangspunt bij de inrichting van de buitenruimte, zodat ook buiten de bewoner een plek kan zoeken waar hij of zij op dat moment behoefte aan heeft. Door het kleinschalig wonen vorm en inhoud te geven vanuit deze uitwerking wil ZZG zorggroep voor nu en de toekomst aansluiten bij de verschillende behoeften en wensen van mensen met dementie en hun naasten.


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 21


22 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 23

6. Hoe kan het ook anders?

Na het lezen van dit wenkend perspectief hopen wij dat u samen met ons er van overtuigd bent dat er een grote maatschappelijke behoefte is met een nieuw perspectief te komen voor het wonen voor mensen met dementie. Het vraagt van alle betrokken partijen inspanningen en vooral samenwerking om met elkaar tot een gezamenlijk perspectief te komen. Een perspectief dat niet alleen betekenisgevend is en ons als partijen verbindt, maar ook daadwerkelijk zorgt voor nieuwe, haalbare en bij de maatschappelijke behoeften aansluitende vormen van kleinschalig wonen voor mensen met dementie. Samenwerking zorgt ervoor dat we de droom werkelijkheid kunnen laten worden. Vanuit een nieuwe visie op wonen en zorg voor mensen met dementie moet er overstijgend gedacht en gehandeld worden naar de inhoud, het beleid en de besturing. Dit is nodig om met elkaar het gezamenlijke wenkende perspectief ook daadwerkelijk waar te maken. Als betrokken partijen zullen we allemaal onze eigen, bestaande opvattingen kritisch moeten bekijken en aanvullen met inzichten van de samenwerkende partijen. We zullen ons daarbij open en lerend moeten opstellen om met elkaar op ontdekkingsreis te gaan en een waardevolle en duurzame samenwerking te realiseren. Als programma Innovatie Wonen en Zorg dagen we u uit met ons mee te gaan op deze ontdekkingsreis. Hoe lang deze reis duurt en welke vraagstukken we onderweg tegen gaan komen, weten we niet. Wat we wel weten, is dat we geen tijd te verliezen hebben en we vandaag nog moeten vertrekken. Gaat u mee?

“Ik mag zijn wie ik ben� Alsof je een plek bereikt, om je heen kijkt en weet dat je thuis bent. Alsof je dit al kende voor je het zag. Er geweest was voor je er zou komen. Zo thuis (uit: Thuis, Kees Spiering)


24 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

Bronnen

Wetenschappelijke onderbouwing Dijkstra, Karin (2009) Understanding healing environments: effects of physical environmental stimuli on patients’ health and well-being. Trimbos instituut (2007) EMGO Instituut (VUmc) ‘Kleinschalig wonen voor ouderen met dementie: doen of laten?’ Universiteit van Maastricht (2011) Evaluatie van de invloed op bewoners, mantelzorgers en verzorgenden Literatuur VWS (2009) Nieuwe principes voor bottom-up zorg, mensenzorg een transitiebeweging Stichting Maat (2009) Planningskader Wonen, Welzijn en Zorg SEV (2009) Jeroen Singelenberg, Netty van Triest, Voorstudies Woonservicegebieden Principes Presente Zorg, Kracht van verbinding, werkconferentie Wijchen, 2011 De langdurige zorg vergeleken in Nederland en Duitsland, Raymond Gradus en Evert-Jan van Asselt, Wetenschappelijk Instituut CDA Internet bronnen Alzheimer Nederland Bureau voor Statistiek Centraal Planbureau

www.alzheimer-nederland.nl www.cbs.nl www.cpb.nl


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 25

Bijlage I Samenwerken in het (virtuele) netwerk

Â


26 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

Bijlage II ZZG zorggroep netwerk wenkende perspectieven

Drie hoofddoelen van het netwerk 1. Verbinden Niet alleen programmateam verbinden met alle netwerkleden, maar ook tot stand brengen van onderlinge verbindingen tussen de netwerkleden. Dit om het gemeenschappelijke belang te vergroten, onderling dezelfde taal te spreken en het tot stand brengen of verbeteren van nieuwe en bestaande relaties. 2. Kennis produceren Het netwerk is er niet alleen om mensen te verbinden, maar ook om een gezamenlijke visie met betrekking tot wonen en zorg op papier te krijgen in de vorm van wenkende perspectieven. Deze wenkende perspectieven beschouwt elke partij als leidend bij (bouw)projecten in de wijk. 3. Profileren ZZG zorggroep Door middel van het netwerk kan ZZG zorggroep laten zien dat ze innovatief bezig is. Dit is niet alleen goed voor het imago, maar wellicht ook voor andere samenwerkingstrajecten met leden uit het netwerk. Dit netwerk richt zich alleen op onderwerpen uit het jaarplan IWZ.

Scope netwerk Wenkende perspectieven produceren: - Kleinschalige woon- en zorgvormen. - Woon(service)zones. - Steunstructuren bij zelfstandig wonen. - Gecombineerde woon- en zorgvoorzieningen voor eigen cliënten en die van andere sectoren. Voortgang en invulling ZZG zorggroep bouwprojecten: - Meedenken oplossen vraagstukken. - Input wensen en behoeften doelgroepen. - Meedenken met innovaties zoals domotica en betrekken wijk. - In beeld brengen huidige en potentiële cliënten.


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 27

Bijlage III Demografische gegevens m.b.t. ontwikkeling dementie in het werkgebied van ZZG zorggroep


28 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

Bijlage IV Uitgangspunten en criteria bij locaties voor PG kleinschalig wonen

Grootte van de locatie De grootte van de locatie wordt mede bepaald door de minimale capaciteit. Hiervoor geldt minimaal 24 wooneenheden. In dit wenkend perspectief gaat het om: - Een omvang van 45m2 GBO per appartement, zie bijlage VI. - Sociale infrastructuur voor ontmoeten en dagbesteding binnen het wooncomplex, inclusief het voeren van een gezamenlijke huisvoering zoals huiskamers met de mogelijkheid om te koken, leiden tot ongeveer 30 m2 GBO dus samen de 75 m2 van een gewone sociale woning gemiddeld 75m2 GBO. - Eigen veilige buitenruimte bij voorkeur op de begane grond. De locatie en de relatie met de wijk en de voorzieningen - De locaties zijn goed bereikbaar met openbaar vervoer en beschikken over voldoende parkeermogelijkheden die ook voor mensen met een beperking geschikt zijn (voldoende ruimte om in- en uit te stappen). - Beschikbaarheid van voorzieningen en activiteiten in de wijk om voldoende deel te kunnen blijven uitmaken van de samenleving.

Diversiteit van klantgroepen - De opzet van de wooneenheden kan divers zijn: van zelfstandige wooneenheden voor diverse (ge誰ntegreerde) dienst-marktcombinaties tot en met groepswonen. Het concept moet daarbij aansluiten bij de doelgroep, leefstijl van de bewoners en sociale en culturele kenmerken van de wijk. Duurzaamheid en kwaliteit - De eisen m.b.t. tot duurzaamheid, healing environment (o.a. uitstraling gebouw en kwalitatieve buitenruimte en de belevingswaarde van de omgeving), voldoende veiligheid van gebouw, buitenruimte en de woonomgeving moeten op de locatie te realiseren zijn en zijn daarmee een belangrijk onderdeel van het kleinschalig wonen.


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 29

Bijlage V Randvoorwaarden en uitgangspunten voor PvE beschermd kleinschalig wonen

Vanuit de visie en missie, de principes van transitie en de kernwaarden zijn de onderstaande randvoorwaarden van belang bij het opstellen van een Programma van Eisen voor nieuwbouw of renovatie. Deze waarden en randvoorwaarden worden aan de voorkant van het bouwproces ingebracht en besproken met alle betrokkenen. Voor het PvE worden de kernwaarden als volgt vertaald. Eigen regie, privacy en thuis voelen - Appartement Iedere bewoner heeft een eigen appartement van minimaal 45 m2 gebruiksoppervlak. Binnen dit oppervlak is het mogelijk een zitkamer met een open keukenblok, slaapkamer, eigen sanitair, kleine interne berging en een halletje te realiseren. Het eigen appartement biedt voldoende mogelijkheid voor eigen meubilair c.q. persoonlijke eigendommen. In zijn algemeenheid houdt dit in een aantrekkelijke woning met prettige woonomgeving, die aan specifieke doelgroepen goed verhuurbaar is doordat prijs en kwaliteit met elkaar in overeenstemming zijn . Het appartement is bij het scheiden van wonen en zorg een sociale huurwoning en kan worden aangeboden als zelfstandige woning. In de huurprijs van het appartement kunnen eventueel een aantal meters van de algemene ruimte worden doorberekend (woningwaarderingsstelsel). - Plein De appartementen liggen niet aan een gang maar aan een plein. De binnenruimte is vorm gegeven als een pleintje met verschillende sferen. In deze ruimte zijn op verschillende plekken buurtkamers gecreëerd met een open karakter. In deze buurtkamers kan worden gekookt en samen worden gegeten. Tussen deze

buurtkamers in zijn er volop mogelijkheden voor kleine individuele zitjes. Hierdoor kan iemand zich bewegen van het één naar het ander zonder steeds ‘drempels’ over te moeten. Een bewoner kan zo die plek vinden waar hij of zij zich qua sfeer het meest in thuis voelt op ieder moment van de dag. - Domotica Domotica wordt breed toepasbaar ingezet o.a. ten behoeve van de maximale persoonlijke bewegingsvrijheid, veiligheid, welzijn, zorg en dienstverlening. Veiligheid geldt niet alleen voor de cliënt zelf, maar ook voor de andere cliënten, mantelzorg en de medewerkers. - Toegankelijkheid De woningen en de woonomgeving zijn rolstoel toe- en doorgankelijk en geschikt voor het gebruik van verpleeghulpmiddelen zoals tilliften, douchestoelen en verrijdbare bedden. - Vloerverwarming In verband met een aangenaam klimaat en veiligheid (geen radiators met scherpe hoeken die bij vallen regelmatig tot ernstige blessures leiden). Iedere woning beschikt over een eigen thermostaat.


30 - Wenkend perspectief kleinschalig wonen

Healing environment - Daglicht en uitzicht Daglicht en uitzicht dienen in voldoende mate aanwezig in elke ruimte. Grote contrasten tussen licht en donker moeten vermeden worden. Er dient gemakkelijk naar buiten gekeken te kunnen worden (ook vanuit een zittende positie) zowel in appartementen als in de algemene ruimtes. De relatie tussen binnen en buiten is belangrijk, de buitenwereld moet als het ware ervaren kunnen worden. Niet alleen in het eigen appartement is een goede, ruim voldoende daglichttoetreding belangrijk, maar ook in alle andere leef- en verblijfsruimten. Er zijn dus geen leef- en verblijfsruimten die gedurende de dag met kunstlicht moeten worden verlicht1. - Akoestiek In algemene ruimten dient de geluidsoverlast vanuit drukke ruimtes beperkt te worden. - Kleuren en materiaalgebruik Variatie in kleuren en materialen per ruimte is van belang en dient herkenbaar te zijn in het kader van de functie en beleving. De kleuren zullen aansluiten bij de leefwereld van mensen met dementie: natuurlijke en warme materialen zoals hout, natuursteen e.d. - Buitenruimte De directe buitenruimte en tuin zijn voor de bewoners zelfstandig toegankelijk en de inrichting sluit aan bij de zintuiglijke beleving van de bewoners; herkenbaar met geur en kleur, dingen om te zien en te beleven. Tevens zijn er ook rustige hoekjes om te zitten en schaduwplekken, terras(sen), prieeltjes e.d. - IJkpunt inrichting Door een woonomgeving in te richten vanuit de invulling van het dagelijks (be)leven van de bewoners is de zorg en ondersteuning niet het ijkpunt voor de inrichting, maar vormen zij een natuurlijk element in die woonomgeving. 1 Bij gebruik van kunstmatig daglicht moet dit een zo natuurlijk mogelijk licht verspreiden, in de juiste hoeveelheid en rekening houdend met de werkverlichting (bij evt. wondverzorging etc.).

Veilige woonomgeving - Oriëntatie Er dient zorg gedragen te worden voor herkenningspunten in en rond het appartement. Het moet voorkomen worden dat er (doorgaande) deuren zijn waarvan niet duidelijk is wat er achter die deuren is. - Branduitgangen De uitgangen zijn voorzien van een elektrisch slot dat wordt geactiveerd door het brandalarm. Middels de inzet van domotica wordt dit doorgetrokken naar alle deuren. Professionele ondersteuning - Naast een goede plek om te wonen, wordt er ook gestreefd naar een prettige werkomgeving en een gastvrij verblijf voor familie. In de uitwerking van ieder programma van eisen zullen de ARBO-richtlijnen een vast onderdeel zijn. In zijn algemeenheid Deze woonvorm wordt in de eerste plaats gebouwd voor mensen met dementie, maar is (in de toekomst) ook geschikt voor andere doelgroepen, zoals mensen met een zware somatische aandoening of een combinatie van fysieke en psychiatrische problematiek. In de algemene ruimten kan ook (deels) dagbehandeling voor niet-bewoners worden geïntegreerd. Dit zal noodzakelijk zijn om een personeelstechnische exploitatie mogelijk te maken. Tevens kunnen hierdoor de meer kwetsbare wijkbewoners deelnemen aan (georganiseerde) activiteiten zoals gezamenlijk koffie drinken, recreatie, sociale contacten, etc. Voor klanten van de dagbehandeling kan het vanwege de ‘huiselijke’ uitstraling van de locatie laagdrempeliger zijn om aan te schuiven. Voor de bewoners in de wijk, met name voor echtparen waarvan één een intensieve zorgvraag heeft, kan dit van grote toegevoegde waarde zijn om een dergelijke voorziening in de directe nabijheid te hebben.


Wenkend perspectief kleinschalig wonen - 31

Bijlage VI Plattegronden gebouw en woning


Dit boekje is gemaakt in opdracht van het Programmateam Innovatie Wonen en Zorg, ZZG zorggroep, programmadirecteur Hans Vos illustraties: Clemens Pierik & Coen Koenders, FAME Architectuur & Stedenbouw getekende plattegrond: Marion Pieters, pi.unlimited grafisch ontwerp: Oene Sierksma, FAME Groep


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.