1 minute read

De troeven van onze maakindustrie versterken met een gepast industrieel beleid

Next Article
Beleidsorganen

Beleidsorganen

De globalisering heeft ervoor gezorgd dat de omvang van de maakindustrie in België en in West-Europa gekrompen is. Maar er zijn anno 2023 toch nog zo’n 1.600 textiel-, hout- en meubelbedrijven actief in België. Zij hebben bewezen dat ze crisissen kunnen doorstaan. Sommige zijn zelfs uitgegroeid tot wereldspelers. Natuurlijk vallen er tegelijk af en toe nog slachtoffers: de lat om hier succesvol te zijn in industriële productie ligt immers zeer hoog. Dat is de paradox van de industrie: in totaliteit krimpen de sectoren in de industrie, maar tegelijk waren er nog nooit zoveel succesvolle productiebedrijven.

Verschillende factoren verklaren dit succes: hoge en constante kwaliteit, specialisatie, excellentie in productie, innovatie en productontwikkeling en duurzaamheid, maar ook bv. nieuwe businessmodellen (bv. leasing i.p.v. directe verkoop). Een gepast industrieel beleid moet de troeven van onze maakindustrie in haar geheel versterken. Dit beleid moet gebaseerd zijn op drie pijlers: verdiepen van de Interne Markt, aanmoedigen van innovatie en O&O, en vrijhandelsakkoorden die een win-win opleveren, dus ook méér exportkansen creëren voor onze Europese bedrijven. Zo’n gepast industriebeleid moet zowel op Europees, Belgisch als regionaal niveau worden gevoerd.

Besluit

De beleidsmakers spreken vaak en graag over ‘het einde van de globalisering’ en het terugkeren van productie naar Europa of alleszins dichter bij huis (near-shoring en re-shoring). Maar diezelfde overheden zijn niet consequent en kopen deze producten niet bij ons, maar blijven zich bevoorraden in het goedkope buitenland (bv. mondmaskers uit China). Erger, door de opeenvolgende crisissen is gebleken dat re- of near-shoring vaak niet mogelijk is. Integendeel, de energiecrisis, die vooral een Europese crisis is, en de eruit voortvloeiende competitiviteitscrisis zorgen ervoor dat de productie van vooral grote bedrijven net méér buiten West-Europa zal gebeuren, en dat daarnaast meer bedrijven aan sourcing zullen doen in landen met substantieel lagere productiekosten zoals energie en arbeid. Diverse enquêtes van Fedustria bevestigen deze vaststellingen. Nochtans is onze industrie niet kansloos: ze heeft vele troeven, maar blijft kwetsbaar. Een gepast beleid ten aanzien van de industrie, zowel Europees, nationaal als regionaal, moet het antwoord zijn van de bewindslui.

This article is from: