BK6ON5
Femke Lokhorst 4284917
M4H Landschapsarchitect rol LA: Frits van Loon
groep 5: Lidija Poth 10.11.2017
LOADING DON’T WAIT...
2
VOORWOORD In dit verslag bespreek ik mijn ervaring van de afgelopen 10 weken als landschapsarchitect in ‘The Management Game‘, BK6ON5. Ik heb deze rol niet als eerste keuze gehad, maar heb ontdekt dat ik het werkelijk niet beter had kunnen treffen. De landschapsarchitect is één van de weinige ontwerpers in de groep. Ik heb dan ook door het vervullen van de rol als landschapsarchitect geleerd van mezelf dat ik echt een ontwerper ben en dat hier ook ligt waar ik graag mee verder wil gaan. Daarnaast heb ik me niet eerder gerealiseerd dat het de landschapsarchitect is die zich ontfermd over openbare ruimte en daarmee denkt aan leefbaarheid en functioneren van de plek door de schalen heen. Daarmee vind ik het de belangrijkste actor in de groep! BK6ON5 heb ik het leukste vak in de hele bachelor gevonden. Het heeft me de ruimte gegeven om met visie en ambitie een ontwerp te maken dat het plangebied van nu klaar maakt voor de context van de toekomst en dat zo accuraat mogelijk door samen te werken in een integraal projectteam van actoren met verschillende invalshoeken en belangen.
3
INHOUD voorwoord...........................................................3 inhoudsopgave..................................................4 groepsresultaat..................................................5 1. Inleiding............................................................8 2. Fase: Initiatief..................................................9 3. Fase: Definitie................................................11 4. Fase: Verkenning..........................................14 5. Fase: Onderhandeling................................16 6. Fase: Uitwerking...........................................22 7. Conclusies......................................................24 Referentielijst......................................................25 Epiloog.................................................................26 Bijlagen................................................................27
4
GROEPSRESULTAAT Oplossing : visie
Voor 42 jaar was de Haven van Rotterdam de wereldwijde koploper, dankzij Nederlandse ambitie en innovaties in het water, energie en transport. Nu is ze deze titel kwijt. Dit zorgt ervoor dat de haven op zoek moet naar een nieuwe invulling en identiteit De energietransitie heeft een grote impact op de toekomst van de haven. Dit biedt ruimte om de haven te herleven. [Her] We zoeken bedrijven die werken met waarde terugwinning, levensduurverlenging, product-dienstsystemen, deelplatforms en circulaire input. Dit vormt een circulair kenniscluster wat zal dienen als ontwikkelings- en verspreidingsplaats. [Leef] Van werkgebied naar een prettige woon-, werk- en verblijfsomgeving. Werken, wonen en verblijven worden gecombineerd in een natuurlijk gebied met een hoge belevingswaarde. Het doel hiervan is inkomensstress, te kort
aan groen en te veel verharding te drukken. Daarnaast maken we ons klaar voor het transport van de toekomst. [Haven] Die ruimte biedt ook een kans om de havenkades zo veel mogelijk terug te geven aan de rivier in de vorm een getijdenpark, want de natuur is het meest circulaire dat we kennen. Met de nieuwe inhoudelijke en landschappelijke invulling van het gebied, is M4H een koploper. Door het afstemmen van ingrepen en opbrengsten ontstaat een onafhankelijk haalbare fasering. De gerenommeerde wereldhaven, heruitgevonden. Gericht op de toekomst en haar uitdagingen, vervult zij wereldwijd een voorbeeldrol.
5
Afb. 1: eindbeeld, eigen afbeelding
6
We zoeken bedrijven die producten:
GROEPSRESULTAAT Oplossing : uitwerking
Onze groep heeft met ons ontwerp de prijs gewonnen voor de beste havenontwikkeling. We scoorde daarmee in de boordeling door de jury hoog op de volgende punten: - integraal ontwerp - multidisciplinair proces - inspirerend ontwerp
Her-
M4H als circulair kenniscluster, wereldwijd bekend als koploper op het gebied van circulaire kennis, kunde en producten.
Leef
Van werkgebied naar prettige woon-, werk- en verblijfsomgeving. Werken en wonen worden gecombineerd in een leefbaarder gebied, zowel binnen het gebied als in haar context
Haven
De gerenommeerde wereldhaven, heruitgevonden. Gericht op de toekomst en haar uitdagingen, vervult zij wereldwijd een voorbeeldrol
Het sluiten van de keten In M4H werken bedrijven die producten: P1
P2
A
G1
A
Langer heel houden Levensduurverlenging
Up-/recyclen Waardeterugwinning
Als dienst aanbieden Product-dienstsystemen
Deelbaar maken Deelplatforms
Toevoegen Circulaire input
G2
Netwerken Door de aanleg van een grootschalig smartgrid gaat M4H zuinig om met energie en profiteert het van water- en groenstructuur.
Afb. 2, Coen de Vries (EZ)
Bereikbaar Duurzame vormen van transport worden gestimuleerd in het gebied zoals aankomst per tram of pond, door het gebied met een leenfiets, zelfrijdende auto of te voet over aantrekkelijke paden, bijvoorbeeld over de groensingel dwars door de marconitorens die ook nog marconiplein overkruist! Iets te beleven Een groot getijdenpark met veel openbare functies voorziet gebruikers van recreatieve- en belevingswaarde. Een graffititour maakt het gebied in fase 1 al aantrekkelijk om te bezoeken. Wonen en werken In M4H komt wonen en werken samen. De haven wordt een thuis. Gebruikers Als gebruikers kijken we niet alleen naar bewoners, maar ook naar bezoekers en werkenden uit de omgeving.
Afb. 3, Guusje Enneking (PL)
Toekomstige haven De haven haar kades worden gedeeltelijk weer oevers, teruggegeven aan de natuur. Op veel plekken zijn monumenten bewaard gebleven ter herinnering van de identiteit die het gebied ooit droeg. Koploper: inhoudelijk en landschappelijk Andere havens in de wereld kunnen een voorbeeld nemen aan de herontwikkeling van M4H door in de i-catcher langs te komen, een podium voor circulaire kennis, kunde en innovatie.
Afb. 4, eigen afbeelding
7
1.
Inleiding In een groep van 9 rolllen van verschillende disciplines werkte we samen aan het herontwerpen van Merwe-Vierhavens. In dit hoofdstuk bespreek ik de taakomschrijving van mijn rol in de groep. Doelen Als landschapsarchitect maak ik een ontwerp voor de onbebouwde ruimte. Dit ontwerp zal een antwoord zijn op de sociaal-maatschappelijke en ruimtelijke (dat wil zeggen: kwalitatieve, zowel functionele als esthetische) behoefte van de ontwerpopgave met een nadruk op leefbaarheid, continuïteit en integraliteit. Voordat zo een ontwerp tot stand kan komen is het belangrijk om het gebied waarin dit gebeurt te begrijpen, niet alleen inhoudelijk (de processen en bijbehorende objecten en elementen in relatie tot elkaar), maar ook de relatie die het gebied heeft ten opzichte van gebieden van grotere schaal. In essentie komt dit samen in de doelstelling om een hoge belevingswaarde van landschappelijke kwaliteiten te realiseren, gebruikmakend van middelen die andere actoren in de groep hebben om dit mogelijk te maken. Middelen Zowel ruimtelijk als literatuur onderzoek is een belangrijk middel om tot een ontwerp te komen. Daarnaast is het ontwerp zelf voor mij een middel om gewenste doelen voor de toekomst (de circulaire economie, biodiversiteit en het positieve gedrag van gebruikers tegenover de verduurzaming) te bereiken. Tenslotte is een heel belangrijk middel een goede samenwerking met de andere rollen in de projectgroep die kWunnen bijdragen door voor een gemeenschappelijk doel te strijden. Daarom is het weer belangrijk om mijn visie te onderbouwen met goed onderzoek, aantrekkelijke ontwerpbeelden en goed geformuleerde uitgangspunten. Relaties De grenzen van het ontwerp van de landschapsarchitect worden bepaald door raakvlakken met de disciplines van projectleider, vastgoedontwikkeling, vervoersplanologie, regionale plannen, economische zaken, vastgoedgebruiker en milieu- en stedenbouwkundig advies.
We leven in een tijd die vraagt om duurzame, circulaire ontwerpen die in meer manieren dan één aangrijpen op het streven naar de schadevrije stad. Om zo iets te bereiken wilde ik graag nauw samenwerken met de milieuadviseur, die veel kennis heeft over wet- en regelgeving omtrent het creëren van een gezonde leefomgeving en het gemeenschappelijke doel kent om de stad te vergroenen. Ook kunnen water- en groennetwerken helpen om een neutraal energienetwerk te genereren. De regionaal planoloog is daar bij uitstek een belangrijke schakel in om de doelen van het gebied te verbinden met grootschaligere doelen in de regio. Met de ruimtelijk planner kan ik samenwerken om een esthetisch ontwerp te maken dat de belevingswaarde waarde, de productiviteit van gebruikers en de tevredenheid van de gebruikers verhoogt. De vervoersplanoloog zal redelijk botsen met landschappelijke wensen, daarom moet er samen gedacht worden om de stad nog zo groen mogelijk te houden en tegelijk een goede infrastructuur te ontwikkelen. Een goede insteek zou zijn om te zoeken naar implementatietechnieken van nieuwe vormen van duurzame mobiliteit. Met scherpe visies zullen de projectleider en vastgoedontwikkelaar verleid moeten worden met visionaire plannen. Om wel realistisch te blijven is het daarom niet onbelangrijk om met de econoom samen te werken en ook economische ontwikkelingswaarde te vinden in het bekleden van de stad met een natuurlijk groenkarakter. Ten slotte zijn de vastgoedgebruikers voor ieder besluit een belangrijk uitgangspunt aangezien we immers voor hen de leefomgeving creëren die hopelijk een bron van inspiratie zal zijn voor andere stedelijke ontwikkeling over de wereld. Hoe die samenwerking is verlopen wordt nader op ingegaan in hoofdstuk 5.
M4H
Afb. 5, Guusje Enneking (PL)
Mijn hoofdvraag luidt als volgt: Op welke manier moet het stedelijk landschap worden ingericht zodat de stad weer onderdeel gaat maken van een natuurlijke levenscyclus?
M4H als circulair kenniscluster, wereldwijd bekend als koploper op
8
2.
Fase: Initiatief In de eerste weken van het vak was er alleen rolbegeleiding. Deze tijd gebruikten we bij Landschap om een uitgebreide analyse te doen van het gebied en haar ligging in de context. Samen met een andere Landschapsarchitect analyseerde ik vanuit de loep van processen. Dit wil zeggen: het metabolisme van het gebied, de processen die nodig zijn om het gebied te laten zijn zoals het is. Hier was ik erg tevreden mee, aangezien ik wil onderzoeken hoe we een circulaire stad maken. Om daar te komen is het niet alleen van belang het gebied anders in te richten, maar ook om in te spelen op de werking van deze processen. Deze analyse is vervolgens ook voor de rest van mijn werk een referentiekader geweest. Context Om het ontwerpvraagstuk met een goed ontwerp te kunnen beantwoorden heb ik me eerst verdiept in relevante beleidsstukken en gebiedsstrategie documenten. Dit zette een goed kader voor verder onderzoek. Vooral het document “ontwikkel mee in M4H“ hielp erg om grip te krijgen op het karakter van Merwe-Vierhaven. Eerder al ben ik langsgeweest in het gebied op de Rotterdamse Havendagen en heb ik een kijkje genomen in de Keilewerd. ‘De proeftuin‘ van de nieuwe maak-industrie aldus (Ontwikkel mee in M4H, 2014). De maak-industrie lijkt mij een inleiding voor de haven in transitie. Er wordt gevraagd naar een woon-werk gebied. De maak-industrie zal daarbij een cruciale rol kunnen spelen om het gebied leven in te blazen zodat er gewerkt kan worden. Daarnaast is het een kans om het gebied circulair te maken, wanneer er een focus komt op locale productie. Al helemaal op de manier waarop dat wordt gedaan in de Keilewerf, met een focus op up/re-cycling,levensduurverlenging en het modulair maken van producten. In RDM is eenzelfde beweging al sterker op gang (Ontwikkel mee in M4H, 2014). Ook werd uit het document de kracht van de ligging duidelijk, dicht bij het centrum en goed verbonden met allerlei kennisinstituten.
EHS gebied (bos of weidevogel)
Westland
Natura 2000 gebied (duinen)
Haven
EHS verbinding
M4H
Voorgestelde nieuwe EHS verbindingen
Afb. 6, eigen afbeelding
Afb. 7, eigen afbeelding
EHS
Groen Vanuit de (na bezoek opgedane) veronderstelling dat het gebied te veel verharding kent, werd het belangrijk om dit te kunnen onderbouwen met een analsye. Op grote schaal is te zien dat het gebied echt een versteend gat is, net als veel industriële haventerreinen. Deze analyse is te vinden in de bijlage. Deze conclusie heeft er toe geleid op zoek te gaan naar referentieprojecten waar dit soort “gaten“ als kans benut worden in een nieuwe groenstructuur, hier ga ik op in in hoofdstuk 5. De analyse op afbeeldingen 7 en 8 zijn van het gebied zelf en laten zien dat er een aanwezige groenstructuur is die slecht aan elkaar verbonden is. Afbeelding 7 toont de bomen in het gebied en laat zien dat er voor vogels en insecten harde barrieres (plaatsen waar bomen grote afstand onderling kennen) zijn om naar of van het water te verplaatsen. In het onderzoek van de WUR (Rapport WUR diensten van natuur, 2014) komt naar voren dat een gebied een hoge biodiversiteit kent als het goed verbonden is met ecosystemen in nabije omgeving, Hoe deze barrières getrotseerd zullen worden kom ik op terug in het volgende hoofdstuk en in de uitwerking, hoofdstuk 6. Afbeelding 6 toont de Ecologische HoofdStructuur (Provincie Zuid-Holland, 2017). Op deze analysekaart zijn al logische nieuw aan te brengen EHS routes aangestippeld die ik heb gevonden door de morfologie van de stadstructuur er onder te analyseren. Deze analyse is te vinden in de bijlage. Deze tekening leidde er vervolgens toe dat ik tot een belangrijk uitgangspunt voor het uiteindelijk ontwerp ben gekomen, namelijk het realiseren van een getijdenpark, en is daarom doorontwikkeld in vervolgtekeningen. In het volgende hoofdstuk ga ik hier verder op in. Ten slotte kon er een waardevolle conclusie getrokken worden uit de analyse van het grondgebruik (te zien in de bijlage), namelijk er een groot gebrek is aan een recreatiegebied in de buurt voor de wijken om M4H heen! Dit werd later ook bevestigd door onderzoek van de vastgoedgebruiker. 80% van de omwonenden heeft behoefte aan meer groen om in te verblijven.
Afb. 8, eigen afbeelding
9
2.
Fase: Initiatief
Afb. 9, eigen afbeelding
Bodem Bij het analyseren van het gebied kwam al snel naar voren dat er veel grond gesaneerd dient te worden voordat het gebied ontwikkeld kan worden. Hier heeft de Milieuadviseur zich voornamelijk mee bezig gehouden. In de bijlage is een door haar gemaakte kaart te vinden met risico’s in het gebied zoals de te saneren grond. Verder is de oorspronkelijke bodemsamenstelling rivierklei waar zand op is gestort om kades aan te leggen (Laar, Jaarsveld and Klaassen, 2012), die ,voor zover ik weet uit eigen observatie, afgedekt zijn met betonplaten en op sommige plaatsen met bakstenen bestrating of asfalt. Deze analyse heb ik gebruikt om verder te onderbouwen waarom de beste landschappelijke invulling voor het gebied de vorm krijgt van een getijdenpark. Energie en warmte De huidige electriciteitsvoorziening komt, zoals gebruikelijk, vanuit hoogspanningsmasten naar de gebruiker toe. Deze energie wordt geleverd vanuit het landelijk net, maar er wordt maar weinig energie in het havengebied opgewekt. Daarnaast is er heel veel onbenutte restwarmte beschikbaar in de omstreken van het gebied, maar nog geen netwerk om deze goed te kunnen transporteren. Wel zijn er plannen voor de aanleg hiervan (Sijmons et al., 2014). Deze conclusies leidde er onder andere toe dat onze groep de energietransitie als context is gaan zien voor de haventransitie die we in M4H gaan ontwikkelen. In hoofdstuk 3 ga ik verder in op de methode en argumenten waarmee ik de groep hiertoe heb bewogen.
Afb. 14, Susanne van de Pol
Waterafvoer - Riolering
Afb. 10, eigen afbeelding
Afb. 11, Susanne van de Pol
Waterafvoer - Regenwater
Afb. 12, Susanne van de Pol
Water In de analyse van het water ben ik ingegaan op de ecologische functie ervan voor mens en natuur, dat wil zeggen ten behoeve van processen: waterberging, water voor gebruik, natuurlijke sponsfunctie van het gebied, water voor bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit en waterveiligheid. Later, in zowel hoofdstuk 3 als 5, zal ook de potentiële recreatieve en kwalitatieve waarde van water in het gebied van pas komen. Een goede analyse van deze potentie in voorbeeld projecten of op andere plekken aan de Nieuwe Maas, had in deze fase veel kunnen opleveren. Uiteindelijk beperkte de onderbouwing van de implementatie van water in het gebied zich voornamelijk op het gebruik hiervan. In het huidige gebied is geen sprake van waterberging of gebruik van het regenwater, grondwater of water uit de rivier. Op afbeelding 9 is te zien dat er heel veel verharding is in het gebied zelf en in de omgeving, dit is schadelijk voor de natuurlijke sponsfunctie van de stad. Weer een belangrijke conclusie om te beargumenteren waarom er een grote noodzaak is naar meer groen. Het regenwater dat er valt wordt in M4H bijna volledig opgevangen in de riolering, zie afbeelding 11 en 12, en draagt dus nauwelijks bij aan vruchtbare grond en biodiversiteit. Het gebied ligt buitendijks, zie afbeelding 10. Waterveiligheid wordt gewaarbord door de hoge kades die het gebied van de rivier scheiden, te zien op afbeelding 13. Een echte relatie met het water, zowel met mens als met natuur, is dus geen sprake van. In de bijlage is nog een analyse te vinden van de Milieuadviseur waar als probleem wordt aangewezen dat het gebied niet aflopend is en er daarom een overstromingsgevaar ontstaat. Genoeg reden om te concluderen dat het gebied, ecologisch gezien, defect is en enkel kunstmatig in stand gehouden wordt door menselijke ingrepen als hoge muren en afwateringsbuizen! In de bijlage is nog een analyse te vinden waarbij de stenige kades van de Nieuwe Maas vergeleken worden met kades van de Lek en de Ijssel waar de overgangen zachter zijn door drassige oevers. Later, in hoofdstuk 5 zal ook nog een vergelijking worden getrokken met de uiterwaarde van de Nederrijn. Deze vergelijkingen waren allemaal heel waardevol in de onderhandelingsfase ter illustratie van mijn standpunten! Toekomst Naast analyses van de huidige situaties, is het van groot belang om ook te analyseren naar wat voor toekomst we toe bewegen, aangezien dit een procesmatige ontwerpopgave is voor een plan dat op een lange termijn gerealiseerd dient te worden en daarmee flexibel beoogt te zijn om in te kunnen spelen op verschillende scenario’s. Na de initiatief fase heb ik besloten om eerder te zoeken naar een oplossing die misschien duur en complex is, Afb. 13, Be maar wel inspirerend en kansrijk. Hierop wordt uitgebreider ingegaan in hoofdstuk 4. Tot slot waren enkele andere analyses van veel minder invloed op het verdere verloop van het ontwerptraject. Deze zijn dan ook niet opgenomen in de bijlage, op twee na. De analyse van de wegen heb ik nog pogen te gebruiken in onderhandeling met de vervoersplanoloog om één van de drukke wegen die het gebied scheiden van omliggend gebied te verwijderen. Hier was op een gegeven moment wel een plan voor, maar deze is niet door gegaan aangezien het probleem dat we probeerde op te lossen ook een minder ingrijpende ingrepen mogelijk waren. De andere analyse is die van landelijke fietsroutes. Deze was van groot belang om de Regionaal Planoloog overstag te krijgen voor het vergroenen van de gehele rivierkade. Hier kom ik op terug in hoofdstuk 5.
10
3.
Fase: Definitie
SWOT ANALYSE
STRENGHTS
WEAKNESSES
Vanaf de definitiefase heb ik zowel gewerkt in groepsverband als individueel en in samenwerking met enkele rollen. Mij leek het van belang vanuit mijn rol om zo snel mogelijk met standpunten, onderbouwing en visie te komen, zodat deze een grote kans hebben om op integrale basis verweven te worden met doelstellingen van andere rollen. We begonnen onze samenwerking door het maken van een SWOT analyse , te zien in afbeelding 14. Hierin heb ik aangegeven dat ik de energietransitie zie als een kans voor nieuwe ontwikkeling in de haven, hoe ik hier op ben gekomen kom ik op terug in hoofdstuk 4. De rivierligging zag ik als zowel een SO als een ST, omdat er zowel een overstromingsgevaar is als een kans om de kwaliteit van het water te benutten. In deze zelfde week kwamen er Landschapsarchitecten langs van Rotterdam en Schiedam en zij lieten ook blijken dat zeker het versterken van de relatie tussen stad en rivier een verbeterpunt aan het gebied zou zijn. Ook kwam vanuit hen de wens naar voren om niet met een genrieke bril de twee steden als één te beschouwen in M4H. Dit is ook een punt dat ik meegenomen heb tot in het eindontwerp, namelijk door een type woonwijk met specifieke, passende identiteit aan Schiedam toe te kennen en deze organisch te verbinden met Rotterdam.
Groepsgenoten noemde net als ik de kwaliteit van de duurzame tijdsgeest en drive voor een circulaire economie die al aanwezig is op plekken als de Keilewerf en Sugu, die we beide met de hele groep hebben bezocht. Van deze bezoeken ben ik tot het idee gekomen dat deze mensen een plek en een podium nodig hebben. Een podium zou een soort Nieuw Instituut achtig kenniscentrum kunnen zijn, waar zij vindingen en ideeën kunnen presentaren om een zo groot mogelijke schaal van invloed te bereiken. Tegelijk heeft het een Iconisch karakter nodig om een kans van slaging te hebben, een plek om als bestemming te hebben, dat uit zichzelf al mensen trekt. Een goed voorbeeld is het Eye in Amsterdam (afbeelding 16). Een plek zou kunnen aansluiten bij de ideeën van de Stedenbouwkundige, waarmee ik een (DEEL I) studie van het westergasfabriekpark (afbeelding 17) in Amsterdam, heb gedaan, omdat we beide hadden ervaren dat deze goed werkt. De oude elementen die hij graag wil behouden T H R E AT S OPPORTUNITIES kunnen veel sfeer geven aan zo een park. De conclusie die we trokken is dat het succes berust op het feit dat er veel zitplaatsen zijn, veel beschutting en er veel te doen is in de om- Huidige woningen gelegen aan de randen van het gebied - Rivierligging geving en daardoor een plek is om tussentijds te verblijven. Dit werd ook bevestigd toen ik - Historisch in context (oude gebieden er om heen) en op zich zelf - Schiedam + Rotterdam (+ kruisbestuiving - generieke bril) stuitte op het project van architect Jan Gehl ‘cities for people‘ (Gehl, 2017), dat me inspireerde (haven) - Verkeer - Duurzame tijdsgeest - Ver voer van gevaarlijke stoffen via de Nieuwe Maas tot de realisatie dat Landschapsarchitecten goed het menselijke karakter van een ontwerp - Lokale circulaire economie - Nieuwe spelers al actief, geen aansluiting omliggende wijken moeten bewaken. Mensen willen elkaar kunnen ontmoeten, maar ook ontwijken in de open- Rivierligging - Haven: energietransitie bare ruimte, ze willen graag ergens kunnen zitten waar niemand ze ziet, of waar juist iedereen - Rotterdam: hoog investeringsklimaat ze ziet en bovenal verlangen ze een plek waar ze herinneringen kunnen maken. - Goede bereikbaarheid met (vracht)auto Het verkeer is ook iets dat ik noemde bij de SWOT analyse, omdat het gebied een gevoelige - Goed bereikbaar via water - Nabijheid kennisinstituten (ver volgonder wijs) schakel is voor grootschalige verkeersdruk wanneer er een derde stadsbrug komt. Met de - Verbeterde financiële positie gemeente groep besloten we om het gebied zo te ontwerpen, dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor gebruikers van het gebied. Een flinke uitdaging, waar we redelijk goed uitgekomen zijn. Ik had zelf liever gezien dat we de auto’s meer zouden weren, niet alleen in het gebied zelf, maar ook de wegen die het afschijden om harde grenzen met omgeving te vervagen. - Bedrijven aanwezig met gevaarlijke stoffen / havenbedrijven - Basis en middelbaar onder wij aanwezig rondom het gebied -
Winkelvoorziening beperkt Geïsoleerd door dijken Hoge verkeersdruk in de buurt Infrastructuur en netwerkstad: OV matig geregeld Ecologisch/economisch: consumerings-maastschappij Harde rivierkades Veel onbepaalde openbare ruimte
-
OV wel aan randen gebied Leegstaande gebouwen Arbeidsreser ve met passende skills Macro-economie, rente laag Ruig gebied
-
Bodemverontreiniging Veel verharding Dijken (ver voerskundige barrière voor het gebied) Marconiplein is onoverzichtelijk, druk en onveilig Gebied is levensgevaarlijk voor langzaam verkeer Ontbreken grote speler / bedrijf (katalysator) Arbeidsreser ve zonder passende skills Veel verharding Overstromingsgevaar
Afb. 14, Guusje Enneking (PL) Landschapsarchitect Stedenbouwkundig adviseur Ver voersplanoloog Vastgoedgebruiker
Afb. 16, Eye Amsterdam (hertum, 2012)
Vastgoedontwikkelaar Economische zaken Milieu adviseur Regionaal planoloog
Afb. 17, Westergasfabriek (Swart, n.d.)
11
3.
Fase: Definitie
Afb. 18, Luchtsingel Rotterdam (Stadsinitiatief Rotterdam, 2015)
Afb. 19, Highline New York (Highline New York, n.d.)
Ook heb ik geconcludeerd uit de bezoeken naar Sugu en de Keilewerf, dat bedrijven in deze maakindustrie ook aspiraties hebben om het gebied zelf een duurzamere uitstraling te geven, wat inspireert tot verder ontwikkelen van duurzame producten en diensten. Zo is er bij de keilewerf een enorm gewaardeerde voedseltuin en heeft de ondernemer die Sugu is begonnen een idee om met een groot kanon elke dag om 12 uur een zak met bloemzaden de lucht in te schieten. “Windmolens en zonnepanelen? Laat maar komen!” vond ook de eigenaar van de Keilewerf. “Mensen in de maakindustrie dromen ervan om zo onafhankelijk mogelijk te zijn van de grote industrie en willen graag weer lokaal produceren. In de haven hebben we de ruimte om dat te doen.”, aldus Bas. Uit onderzoek van de vastgoedgebruiker, vervoersplanoloog en regionaal planoloog kwam naar voren dat langzaam verkeer geen goede toegang tot het gebied heeft. Als Landschapsarchitect voel ik me ook geroepen om hier wat aan te doen. Het volgende is meer een uitwerking van deze WO, maar omdat het idee gelijk al te binnenkwam in de definitiefase en ook weer tot een nieuw risico leidde, bespreek ik het hier. Een inspirerende TED talk (TED,2014) stuurde me om in de richting te denken van een tweede luchtsingel. Deze vrouw is de architect die de renovatie van de highline heeft bedacht en hoe zij vertelde over haar project, klink het als het soort schakel dat M4H mist. Iets dat langzaam verkeer naar bijzondere plekken brengt. Daar wilde ik eerst meer onderzoek naar doen. Een echt rapport was niet te vinden, wel bleek dat het geliefd is door gebruikers, maar ook omdat het mensen trekt waardoor het interessant kan zijn voor bedrijven om in nabije omgeving te settelen (The High Line, 2017). Geschikt dus voor in een woon-werkklimaat. Daarnaast is het een kans voor het aanleggen van een groenverbinding over marconiplein middels een groenbrug! Mijn groep waarschuwde me hier voor het falen van de luchtsingel bij station Rotterdam, maar voor zover ik kon vinden vond ik geen negatief nieuws in studies van deze singel en is wat mensen ervan zeggen op internet voornamelijk dat hij nog nergens naartoe leidt. De singel had voor leven in het gebied moeten zorgen en dat zou gewoon een langzame ontwikkeling kunnen zijn. Wat ik zelf sterk vind aan de luchtsingel is de gebouwen die de route doorkruist die voor mij werken als gaten in een kijkdoos en mijn aandacht trekken om een kijkje te komen nemen. Hier begon het idee te dagen voor een luchtsingel door de marconitorens. In de uitwerking is te lezen hoe die ook in het plan wordt opgenomen!
Afb. 20, Keilewerf (Donders, 2016)
Dat er veel openbare ruimte is in het gebied, waar op het moment geen functie aan toe is gekend, is op het moment een factor die het gebied anoniem doet aanvoelen, maar kan in mijn optiek een grote kans zijn voor leven in het gebied. Daarom heb ik ook het standpunt ingenomen dat er zoveel mogelijk openbare ruimte moet komen, zodat niet alleen bewoners, maar ook mensen van buitenaf het gebied kunnen bezoeken en van haar verblijfskwaliteit kunnen genieten. Uit de wateranalyse heb ik geconcludeerd dat er veel kwaliteit aan het gebied toegevoegd kan worden als de harde kades tot zachtere grenzen worden gemaakt om kwaliteit van het water te benutten, om biodiversiteit, natuurlijke ecosystemen en bodemvruchtbaarheid te waarborgen, maar ook voor het creëeren van vooroevers, waardoor de dijken sterker staan tegen overstromingen (Rijkswaterstaat.nl, 2017). Na een nog wat nadere studie kwam ik ook op de ontdekking dat ze al bezig zijn om dit te doen op andere plekken aan de Nieuwe Maas (De rivier als getijdenpark, 2016). Er is daardoor een grote kans om dit in M4H door te zetten! Veel mensen uit de groep noemde tenslotte, net als ik, de havenbedrijven als WT, omdat zij wellicht star kunnen zijn omtreft verandering in het gebied, terwijl ze een belangrijke partij zijn met veel grondbezit op het moment. Hoe we hiermee om zijn gegaan is te lezen in hoofdstuk 5.
12
3.
Fase: Definitie
Afb. 21, eigen afbeelding
Uit de analyse van groen bleek ook dat het gebied ecologisch een hogere kans van slagen heeft als het verbonden is met andere groengebieden in de regio. De analyse van de EHS komt dus erg goed van pas! In afbeelding 24 is mijn eerse voorstel voor dit teruggeven van de havengebieden aan de rivier. Later in het ontwerpproces, ergens tegen het einde, kwam onze econoom er nog mee dat, als we er echt achter willen gaan staan, we net zo goed ook de havengebieden ten zuiden van de rivier mee kunnen nemen in deze visie! (afbeelding 25). Daar was ik het natuurlijke helemaal mee eens.
Afb. 23, eigen afbeelding EHS gebied (bos of weidevogel)
Westland
Natura 2000 gebied (duinen)
Haven
EHS verbinding
M4H
Voorgestelde nieuwe EHS verbindingen
Daarnaast heb ik uit eerdere analyse afgeleid dat het gebied weinig natuurlijke elementen bevat en daarnaast ook harde barrières kent die het moeilijk maken om nieuwe natuurlijke elementen in M4H te verbinden met aangelegen groen. Het is belangrijk dat het ontwerp hier een oplossing voor bied. In afbeelding 21 is mijn voorstel om een groenzone langs de rivierkade te leggen en in afbeelding 22 hoe dit vervolgens voortgezet zou moeten worden in naburig gebied. Deze insteek is ontstaan uit de motivatie om de havengebieden die buiten gebruik raken voor havenfuncties, zoveel mogelijk terug te geven aan de rivier. Het marconiplein vormt dan een knelpunt dat omgezet zou moeten worden tot knoop die genenuitwisseling tussen flora en fauna mogelijk maakt evenals langzaam, ecologisch verkeer. Dit geld ook voor verbinding met het dakpark en de groenstrook in de wijk ten Noorden van M4H dat wel een goede groenstructuur kent. Hierover meer in hoofdstuk 5.
Afb. 24, eigen afbeelding EHS gebied (bos of weidevogel)
Westland
Natura 2000 gebied (duinen)
Haven
EHS verbinding
M4H
Voorgestelde nieuwe EHS verbindingen
EHS
EHS
Land terug geven aan de rivier
De volgende bijeenkomst die we met de groep hadden was er een waarin we onze doelstellingen rol voor rol formuleerde. De mijne waren de volgende: - Een goede groenstructuur binnen het gebied, verbonden met de EHS erbuiten, met daarbij een focus op verbindingspunten ter plaats van: Marconiplein, het parkdak, de wijk ten noorden en het water (verzachte kades). - Zoveel mogelijk openbare ruimte - Een duurzame uitstraling: windmolens, gevel en dakgroen, circulair watersysteem, integrale oplossingen - Ontmoetingsplekken: een Eye catcher, ‘westergas‘ park - Goede bereikbaarheid middels een goede toegangspoort. Afb. 22, eigen afbeelding
Afb. 25, eigen afbeelding EHS gebied (bos of weidevogel)
Westland
Natura 2000 gebied (duinen)
Haven
EHS verbinding
M4H
Voorgestelde nieuwe EHS verbindingen
EHS gebied (bos of weidevogel) Land terug geven aan de rivier
EHS
Westland
Natura 2000 gebied (duinen)
Haven
EHS verbinding
M4H
Voorgestelde nieuwe EHS verbindingen Land terug geven aan de rivier
13
4.
Fase: Verkenning
Nu ontstaat natuurlijk de vraag. Al dat groen, hoe is daar in hemelsnaam plek voor en wat moet daar wel allemaal niet voor wijken? Dit hoofdstuk gaat over mijn persoonlijke visie als Landschapsarchitect op de opgave en over de verandernigen in de wereld die op het moment van belang zijn voor dit project. Visie: waar gaat het nu om Zoals eerder gezegd was mijn aspiratie om zo snel mogelijk een prikkelende visie op tafel te leggen, om vroegtijdig ideeën te integreren met die van de groep. In de eerste week van het project schreef ik het volgende: “Mijn eigen insteek is om te focussen op het metabolisme van de stad en de stad als voedseltuin voor haar inwoners. Zeker met de voedseltuin die nu op het M4H een sterk icoon is voor optimistische progressie naar een nieuwe vorm van stedelijke ontwikkeling, lijkt het me interessant om dit verder te analyseren, toetsen en te ontwikkelen. Een tweede focus is het behouden, maar vooral ook terugbrengen van een gezonde biodiversiteit om niet alleen de kruisbestuiving tussen kennis, innovatie en technologiën het gebied te laten versterken, maar daar ook natuurlijke processen een rol te laten spelen in de zoektocht naar een circulaire stad. Ten slotte is het ook belangrijk dat een groen karakter de gebruikers ondersteunt om een positieve houding tegenover duurzame ontwikkeling te laten hebben. Daarmee moet het ontwerp dus een bepaald gedrag uitlokken. Na de initiatief- en definitiefase ben ik wat teruggekomen op het prioriteit stellen van voedsel voor de inwoners, omdat ik mij realiseerde dat er veel programma gevraagd wordt in het gebied waarvan voedselvoorziening enkel een toevoeging kan zijn, maar zeker niet als enige belang heeft voor gebruikers.
V
ISIE
FEMKE LOKHORST LANDSCHAPSARCHITECT
Van dit punt heb ik toen gemaakt: Het integreren van netwerken in het gebied die leefbaarheid waarborgen. Dit is te onderbouwen door een boek dat ik recent heb gelezen (Steel, 2009) aan te halen waarin gezegd wordt dat het grootste probleem in duurzaam beheer van onze levensbronnen, niet alleen de schaal van productie, maar ook de distributie ervan is. Dit is bovendien beter aan te pakken dan de schaal van de behoefte van de stad (Steel, 2009). Ik denk dat dit niet alleen geld voor voedsel, maar ook voor andere dingen. Daarmee ben ik gaan nadenken wat een leefbare stad maakt en kwam ik op de volgende punten: - voedsel - groen - water - cultuur - energie: elektriciteit en warmte -luchtkwaliteit - kennis
Belangrijk hier is om uit te werken welke ruimtelijke consequenties elk van die netwerken dragen, hoe die zich verhouden tot de plek en hoe de netwerken in M4H ‘in touch‘ zijn met een netwerk op grote schaal. Mijn tweede visiepunt is ook terug te herleiden uit mijn eerste ambitie. Een circulaire stad waar zo min mogelijk de keten verlaat en daardoor zo zuinig mogelijk is in haar verbruik, met als einddoel dat de natuur minder schade ondervindt van de stad. Met dit punt had ik veel geluk, aangezien onze econoom zich graag verdiepte in modellen om geld te verdienen aan de circulaire economie. Hierover meer in hoofdstuk 5. Aan dit punt heb ik tenslotte nog toegevoegd dat een goede synergie tussen onderdelen bijdraagt aan het zuiniger maken van dit verbruik (Sanchez, 2015). Ook de eerder genoemde architect, Jan Geyl refereert in zijn boek ‘Cities for people‘ (Gehl and Rogers, 2013) naar het boek ‘life and death of american cities‘ waarin gepleit wordt voor het verspreiden van functies over de stad, omdat functies naast elkaar het gebied laten leven. Dit komt naar mijn observatie door synergie! In de natuur zie je continu hoe twee dingen elkaar positief kunnen beïnvloeden waardoor ze beter functioneren. Waarom kopiëren we dit niet in de stad? Niet één cluster van één functie, maar spreiding en diversiteit! Dat brengt me op het derde punt, het sociale aspect. In de eerste week schreef ik dat ik bepaald, duurzaam gedrag wilde uitlokken. Na veel met de groep te hebben gespard over circulaire economie en de succesfactoren daarvan kwamen we op het volgende. We waren het allemaal eens dat we mensen uit omliggend gebied, waar veel werkeloosheid heerst onder laagopgeleiden, willen betrekken in deze maakindustrie van circulaire bedrijven. Om weer lokaal te produceren of te repareren heb je immers praktische mensen nodig. Nu vroeg ik mij twee dingen af. Ten eerste stelde ik mezelf de vraag: hoe gaan deze mensen zelf geloven in de boodschap die wij willen uitdragen met dit gebied? Mijn eigen theorie luidt: mensen hebben een ‘sense of ownership‘ nodig om ergens aan te willen bijdragen. De tweede vraag die ik mij stelde was: wat kan ik als landschapsarchitect doen om dit te creëeren? Het antwoord daarop vond ik met het idee van de plek. Een plek in het gebied, waar iedereen zich onderdeel van voelt. Dit wil ik ruimtelijke invulling geven. Terugkijkend op de verkennende fase herinner ik veel chaos in mijn gedachten over de kant die ik precies op wilde met mijn ideeën, ik zat veel op het spoor, maar de feitelijke realisatie dat mijn achterliggende visie nog steeds dezelfde was en zich uitdrukte in het geïntegreerde geheel, synergie en de plek, kwam eigenlijk pas tijdens de uitwerking.
NETWERKEN
CIRCULAIRITEIT
DIVERSITEIT Afb. 26, eigen afbeelding
14
4.
Fase: Verkenning Even terug naar de inleiding van dit verslag, waar ik al eerder noemde naar wat voor ontwerpen we op het moment behoefte hebben: We leven in een tijd die vraagt om duurzame, circulaire ontwerpen die in meer manieren dan één aangrijpen op het streven naar de schadevrije stad.
De eerder besproken vraag naar meer groen in de stad is al besproken, daarom wil ik nu ingaan op een tweede netwerk dat in de wereld aan het veranderen is, namelijk de manier waarop we onszelf voorzien van brandstof. De Rotterdamse haven verdient op het moment voor 80% haar boterham met de olieindustrie. Dit is aan het veranderen. (Sijmons et al., 2014). Ook Rotterdam zal moeten geloven aan een energietransitie naar schone hernieuwbare energie. Afbeelding 28 is een afbeelding die ik heb gemaakt met informatie uit een case studie van Rotterdam uit het boek Energie en Landschap (Sijmons et al., 2014). Dit is Rotterdam in 2050. Er ligt dan een warmte- en een CO2 netwerk. Energie wordt gehaald uit windmolens die ingezet kunnen worden op plaatsen waar industrie de haven verlaat, maar ook op daken van bedrijven en in parken op de noordzee. Ook komt er een stuwmeer op de noordzee dat energie opwekt. De rest van de energie komt van zonnepanelen op kassen in het Westland waar nu al een teveel aan zonneenergie de kassen raakt. Het zal nog even duren voordat alle olieraffinaderijen hebben omgeschakeld naar bio-based industries (die plantafval uit het westland goed kunnen gebruiken!) en we zo ver zijn dat we warmte uit de bodem (zie analyse grondwarmte in de bijlage) kunnen benutten met geothermie. Daarom kunnen we tot die tijd energie halen uit restwarmte van bedrijven (zie analyse restwarmte in de bijlage) dat gedistribueerd kan worden middels hetzelfde warmtenetwerk. Daarbovenop kan er nog meer geput worden uit een koppeling van haven en westland. Op het moment wordt er veel CO2 geproduceert in de haven. Zolang er geproduceerd wordt zal er altijd uitstoot blijven. De kassen in het westland hebben een vraag naar CO2. Met een CO2 netwerk kan de haven antwoord geven op deze vraag en eigen overschot compenseren of zelfs neutraliseren. Welke ruimtelijke consequenties deze context heeft voor M4H kom ik op terug in hoofdstuk 5.
Afb. 28 , eigen afbeelding Warmtenetwerk
Westland
CO2 netwerk
Haven Warmtenetwerk
Geothermie
M4H
Biobased Industrieën Windturbines
CO2 netwerk Geothermie
Westland
2050 Haven M4H
Biobased Industrieën Windturbines Afb. 27, Susanne van der Pol (MA)
15
DIVERSITEIT
5.
Fase: Onderhandeling
In dit hoofdstuk zal ik eerst bespreken hoe ik mijn suggesties aan de groep heb voorgelegd en of dit iets op heeft geleverd. Dit is omdat ik van taciek ben geweest om snel met dingen te komen die ik kan laten zien, terwijl groepsgenoten nog langer in een enkel onderzoekende houding zijn gebleven. Daarna ga ik kort in op de samenwerking met iedere groepsgenoot, waar dat toe heeft geleid en welke obstakels ik tegenkwam.
3.
Visiepresentatie In de eerste week samen met de groep heb ik een presentatie geven waarin ik drie visies presenteerde op het gebied. Mijn uitgangspunt toen was om in elke visie dezelfde 3 punten terug te laten komen, maar telkens vanuit een ander perspectief naar het gebied te kijken. Daarbij heb ik 3 kaarten gemaakt te zien in afbeelding 29. In de bijlage is een uitgerbreide beschrijving te vinden van de consequenties die elk van de insteken hebben in het ontwikkelen. Ik denk dat dit voor mijzelf nuttig is geweest, om mijn eigen denkkader te verruimen, maar bij in de groep leek er niet veel aandacht te zijn voor het verschil tussen mijn kaarten. Zelf heb ik wel uit deze studie afgeleid dat de beste focus is om M4H te zien als onderdeel van beide steden waar de twee delen elkaar in sommige ambities samengaan en in sommige elementen een eigen identiteit dragen.
Afb. 30, eigen afbeelding
Het derde punt, ‘diversiteit‘, heb ik ingewijd door de groep te laten luisteren naar een gedicht van een havenarbeider die werkt in de Fruithaven en zichzelf een woordkunstenaar noemt (Mpunt. nl, 2017). Dit deed ik om aan te geven hoeveel ook de mensen in omgeving van het gebied voelen van de haven, dat ze er hun identiteit aan ontlenen en dat het dus belangrijk is dat zij een nieuwe plek vinden in de haventransformatie. Voordat ik dit deed, was er nog discussie over wel of niet een ‘gated community‘, iets dat de stedenbouwkundige, vastgoedontwikkelaar en vastgoedgebruiker toen wel zagen zitten, maar hierna gelukkig niemand meer. Het leidde tot een interessante discussie over inclusiviteit. Hier kom ik aan het einde van het hoofdstuk nog op terug. Ook de eerder genoemde TED talk heeft denk ik bijgedragen om groepsgenoten een beeld te laten vormen bij de verhoogde kwaliteit van een gebied met hoge belevingswaarde en toegankelijkheid.
CIRCULAIRITEIT
Visie 3: één groen havengebied verbindt Rotterdam en Schiedam tot een biodiverse, circulaire leefomgeving met M4H als overgangsgebied. Consequenties - Er moet heel goed nagedacht worden hoe het overlappende gebied ingericht wordt. - Grens tussen Rotterdam en Schiedam vervaagd. - Organisatorisch kan het een uitdaging zijn om toe te werken naar een gemeenschappelijk doel.
2.
Kansen - Kruisbestuiving tussen Rotterdamse en Schiedamse cultuur, kennis en kunde. - Organisatorisch is er qua beleid een even groot belang bij het herontwikkelen van het hele M4H gebied. - Een balans tussen focus vanuit de stedelijke hoofdstructuur om culturele en historische waarde te behouden en een focus vanuit het havengebied dat als geheel komt te functioneren.
De ideologie achter mijn visiepunten vond men wel interessant. Aangezien nog niemand anders visiepunten had geformuleerd en ze het eens waren met mijn argumenten, waren de punten snel aangenomen. Dit leek verdacht makkelijk te gaan. Voor elk van de visiepunten had ik een andere presentatiemethode gebruikt. Voor het punt ‘netwerken‘ kwam de onderbouwing voornamelijk uit eerder (in hoofdstuk 3 en 4) genoemde literatuur. Ik had kopieën rondgedeeld van het boek Energie en Landschap (Sijmons et al., 2014), waar Rotterdamse energiehuishouding als case-studie beschreven staat. Dit is een centraal standpunt geVisie 2: M4H Rotterdam en Schiedam zijn elk deel van een eigen bodiverse, circulaire leefomgeving. worden voor onze groepsvisie op het gebied. Later, in uitwerking, hebben we dit Twee stuken van dezelfde puzzel behorende tot een groter netwerk. ook laten terugkomen in een waternetwerk en groennetwerk. Consequenties Kansen - Er moet heel goed nagedacht worden - Door de focus vanuit de stadscentra te leggen Voor het punt ‘circulaire stad’ heb ik de groep aangeraden om het spel Block’hood hoe de twee netwerken op elkaar aangsluit de functionaliteit van M4H beter aan bij de esloten zijn. stedelijke hoofdstructuur van zowel Rotterdam te spelen. In dit spel, gemaakt door een architect, wordt inzichtelijk gemaakt wel- “cross border” Ecotopen moeten niet als Schiedam. verwaarloosd worden. - Organisatorisch is het gemakkelijker verantke interdependentie heerst tussen onderdelen in de stad. Hier waren groepsgen- M4H is niet één geheel. woordelijkheden verdelen. - Meer focus op al het omliggende gebied. oten heel enthousiast over! Enkele heb ik later nog een artikel (Sanchez, 2015) Welke zijn de input stromen van de synergie die de twee gebieden vormen en welke de output. toegestuurd met een meer diepgaande betekenis achter het spel. Ik denk dat Waar komen deze vandaan? deze methode vooral goed was om een zaadje te planten. Later is misschien wel hieruit gekomen dat ons hoofdthema “de circulaire economie“ is geworden! Zoals in het spel ‘Block’hood‘ van de architect Jose Sanchez waar je Visie 1: één groen havengebied verbindt RotterdamIk en Schiedam tot een biodiverse, leefo-twee belangrijke argumenten: het zuiniger maken van gaf voor deze circulaire punten mgeving. ons gebruik door bewuster om de te gaan de keten en het argument van Jan uitgedaagd wordt om heel stad met tot een synergetisch ecosysteem Consequenties Kansen - Er moet heel goed nagedacht worden - Door focus op de havens en de Nieuwe Maas Gehl (Gehl and Rogers, 2013) dat een stad behoefte heeft aan een diffuus en dihoe en waar de groen en waterstructuur is een goede verbinding tussen noord en zuid te waar van individuele systemen weer inputs zijn van het havengebied aansluit op omligeenmaken kans om bedrijvigheid in het outputs gebied te vers programma. Daar wil ik zelf nog aan toevoegen: een integraal programma. gend gebied. stimuleren dmv doorstroommogelijkheid voor
1.
voor andere. 1
-Organisatorisch kan het een uitdaging start-ups vanuit RDM naar het M4H terrein. zijn tot om een toe te werken naar een gemeen- De ecologische hoofdstructuur in het Visie 1: één groen havengebied verbindt Rotterdam en Schiedam biodiverse, circulaire leefoschappelijk doel. havengebied zal overal een zelfde ondergrond mgeving. - De1:stedelijke identiteit van Rotterdam en Rotterdam en en biotischetot factoren kennen aangezien hetleefoVisie één groen havengebied verbindt Schiedam een biodiverse, circulaire Schiedam zijn ondergeschikt in deze Consequenties allemaal deel uitmaakt van de rivierenbedding. Kansen mgeving. focus. op de havens en de Nieuwe Maas - Er moet heel goed nagedacht worden Kan het een gesloten systeem zijn? - Door focus hoe en waar de groen en waterstructuur Met het water van de havens als uitgangspunt Consequenties is een goede verbinding tussen noord en zuid1. Sanchez, J.- (2015) Kansen Block’hood - Developing an Architectural Simulation van het havengebied aansluit op omligis -erDoor kansfocus om woningen richtingen water te heel goedin nagedacht een kans- Er ommoet bedrijvigheid het gebiedworden te op de havens en de het Nieuwe Maas tens, G. Wurzer, T. Grasl, W. Lorenz and R. Schaffranek, Vienna, 89-97 gend gebied. oriënteren en daarmee esthetische, functiohoedmv en doorstroommogelijkheid waar de groen en waterstructuur stimuleren voor is een goede verbinding tussen noord en zuid -Organisatorisch kan het een uitdaging nele economische waarde teinbehalen. hetRDM havengebied aansluit op omligstart-upsvan vanuit naar het M4H terrein. eenenkans om bedrijvigheid het gebied te zijn om toe te werken naar een gemeen- stimuleren Kansen voor stadslandbouw: gend gebied. hoofdstructuur in het - De ecologische dmvontwikkeling doorstroommogelijkheid voor schappelijk doel. nabijheid -Organisatorisch hetondergrond een uitdaging havengebied zal overal eenkan zelfde start-upswater vanuit RDM naar het M4H terrein.
Afb. 31, eigen afbeelding
Afb. 29, eigen afbeelding
Video Game, edited by B. Mar-
16
5.
Fase: Onderhandeling Visie voor het gebied vanuit rol:
Visie voor het gebied vanuit rol: DRIJVENDE STAD + REAGEER OP HET MILIEU + INNOVATIE
EILANDEN
+ EXPERIENCE + DOELGROEPEN VERDELEN
+ BUITENDIJKS
+ LUCHTBRUGGEN
DRIJVENDE STAD
EILANDEN
+ BUITENDIJKS
+ LUCHTBRUGGEN
+ REAGEER OP HET MILIEU + INNOVATIE
ALLE GEBOUWEN BEHOUDEN
+ BELANGRIJKE FUNCTIES + INDUSTRIELE UITSTRALING + DUURZAAMHEID
ALLE GEBOUWEN BEHOUDEN
+ BELANGRIJKE FUNCTIES + INDUSTRIELE UITSTRALING + DUURZAAMHEID
Afb. 32, Joren de Goede (SA)
+ EXPERIENCE + DOELGROEPEN VERDELEN
MERWEVIERHAVEN ALS GREEN BELT TUSSEN ROTTERDAM EN SCHIEDAM
GREEN BELT
MERWEVIERHAVEN ALS GREEN BELT TUSSEN ROTTERDAM EN SCHIEDAM
+ URBAN FARMING MERWEVIERHAVEN ALS GREEN BELT TUSSEN ROTTERDAM EN SCHIEDAM + GROENE LIJN (ALLEEN FIETSERS & VOETGANGERS + TREKPLEISTER VOOR OMWONENDE
GREEN BELT
+ URBAN FARMING MERWEVIERHAVEN ALS GREEN BELT TUSSEN ROTTERDAM EN SCHIEDAM + GROENE LIJN (ALLEEN FIETSERS & VOETGANGERS + TREKPLEISTER VOOR OMWONENDE
Vlekkenplan Onze projectleider besloot dat het een goed idee was als we allemaal onze knelpunten zouden aangeven in een kaart van het gebied, afbeelding 33. Dit was de week van de tussenpresentatie en ik werkte rustig door aan het ontwikkelen van de ruimtelijke ingrepen nodig om mijn visie te realiseren. Ik denk dat we dit in deze week allemaal te veel zelf hebben zitten doen, want toen we onze presentatie gaven waren onze knelpunten nog niet samengekomen in één kaart. Ook waren de Stedenbouwkundige en ik de enige met kaarten. Samen hadden we 4 scenario’s ontwikkeld om te zien hoe de groep hierop zou reageren. Dit was een leuke meeting waarin echt veel naar voren kwam over ieders belangen. Meer inhoudelijke informatie over deze scenario’s is te vinden in de bijlage. In afbeelding 34 en 35 is te zien hoe ik van een vlekkenplan waar sociale integratie en groenstructuur de belangrijkste drijfveren vormen ben gekomen tot een droomplan. Hier heb ik de gebouwen wat losjes geplaatst, aangezien ik nog geen idee had van aantallen of morfologie. Wel had ik enkele uitgangspunten meegenomen van de stedenbouwkundige, zoals zijn wens om zoveel mogelijk te behouden. In mijn kaart is de kade opgebroken in eilanden om zoveel mogelijk zachte kade te realisren, maar het wonen niet in de weg te zitten. Naar aanleiding van al deze mogeljike invullingen zijn we ons gaan afvragen of dat behouden niet heel veel goede ontwikkeling in de weg zou zitten. De vastgoedgebruiker en vastgoedontwikkelaar zijn toen gaan uitzoeken wat voor bedrijven er precies zitten, wat leidde tot een sloopkaart. Ondertussen maakte de Milieuadviseur een risicokaart (zie hoofdstuk 2), wat leidde tot een basis voor het ontwerpen van een fasering aan de hand van grondsanering en termijnen waarop bedrijven weg zouden kunnen. Onze econoom knoopte al die losse eindjes aan elkaar en bedacht het concept van de havencampus. Al deze producten zijn te vinden in de bijlage.
Afb. 33, eigen afbeeldign
Afb. 34, eigen afbeelding
Discussie Dit hele project lang hebben we met onze groep heel veel discussie gevoerd. De twee interessantse discussies gingen over gelijkheid en over problemen verplaatsen. Onze vastgoedgebruiker had onderzocht dat rijke en arme mensen naast elkaar laten wonen geen goed idee is. Ik twijfel nog steeds wel aan haar onderzoek en of ze niet met de eerste beste conclusie mee is gegaan die ze heeft gevonden. Het belangrijkste voor argument om iedereen in het gebied te laten wonen is het bewerkstelligen van de ‘sense of ownership‘, door iedereen een kans te geven. Het belanAfb. 35, eigen afbeelding grijkste tegenargument was dat je gelukkiger bent als je omringd bent door gelijken. De utieindelijke conclusie was om laagopgeleiden in het gebied te laten werken, maar niet meer sociale huur voor hen te realiseren in het gebied. De tweede discussie kwam op gang toen iemand bedacht dat de voor overlast zorgende bedrijven maar weg moesten gaan. Sommigen in de groep vonden dat wel genoeg argumenten, anderen (waaronder ik) zeiden dat we beter een oplossing konden vinden waarin deze bedrijven kunnen focussen op een nieuw export product. Aangezien dit niet helemaal mijn rol was in het project heb ik me er verder niet mee bemoeid, maar ik vind het wel jammer dat het niet meer verder uitgewerkt is. Ruimtelijke uitwerkingen In deze fase heb ik een heleboel voorzetten gedaan door verschillende ruimtelijke uitwerkingensprincipes voor te leggen of ontwerpen te maken. Ik denk dat dit goed heeft gewerkt, aangezien een heel aantal later terug zijn gekomen in de uitwerking. Op de volgende pagina ga ik hier op in. Daarnaast heb ik er in deze fase heel veel referenties bijgehaald. Ik heb bijvoorbeeld één dag gezeten om gewoon eens alles dat ik wilde realiseren te onderbouwen. Deze referenties benoem ik in elke rij met ingrepen als eerste. Waar de ingrepen uiteindelijk toe hebben geleid komt terug in de samenwerking met andere rollen die ik daarna benoem.
17
5.
Fase: Onderhandeling > Mensen willen betrokken zijn met wat er in hun stad gebeurt
Een boek van het PBL over slimme steden van de toekomst (Hajer et al., 2014)
App Om een platform te geven aan gebruikers van het gebied kwam ik met het idee om een app te maken voor het gebied. Ik vroeg me natuurlijk af of dit inderdaad landschapsarchitectuur kan zijn. Mijn argument ervoor was dat een augmented reality laag over de werkelijkheid ook een landschap genoemd kan worden. Het is een beleving van openbare ruimte. De functies van de app waren de volgende: - Overzicht van maakindustrie plekken om te bezoeken en de routes hoe daar te komen. - Mogelijkheid om dingen gratis aan te bieden of uit te lenen. De app toont de route naar de ophaallocatie. - Overzicht van evenementen die plaatsvinden in een gegeven tijdspanne. - Virtuele plekken die nog ontwikkeld gaan worden om mensen warm te maken voor de toekomst - Virtuele kunstwerken. De groep was heel enthousiast over dit idee. Uiteindelijk besloten we dat het heel leuk zou zijn om verder uit te werken als we tijd over zouden hebben. Die hadden we natuurlijk niet, maar vervolgvragen hadden we wel al opgesteld. Wie gebruikt zo’n app? Hoe zorgen we dat mensen het blijven gebruiken?
31 Gustoweg
Opnamedatum afbeelding: mei 2016
© 2017 Google
Nederland
Rotterdam, Zuid-Holland Google, Inc. Street View - mei 2016
Afbeeldingen ©2017 Google,DigitalGlobe,Aerodata International Surveys,Landsat / Copernicus,Data SIO, NOAA, U.S. Navy, NGA, GEBCO,Kaartgegevens ©2017 Google
Afb. 36, eigen afbeelding
Nederland
50 m
Benjamin Franklinstraat
36 Fortunaweg
Opnamedatum afbeelding: mei 2016
© 2017 Google
Nederland
Schiedam, Zuid-Holland Google, Inc. Street View - mei 2016
Opnamedatum afbeelding: jun. 2015
© 2017 Google
Nederland
Rotterdam, Zuid-Holland Google, Inc. Street View - jun. 2015
Graffititour Het idee van de graffititour was om het gebied al op korte termijn aantrekkelijk te maken voor bezoekers van buitenaf. Dit idee heeft het gered tot in de uitwerking. Ik heb het niet zelf uitgewerkt omdat ik krap zat met mijn tijd, maar de projectleider heeft dit voor me gedaan. Dit idee sloot ook goed aan op het belang van de vastgoedontwikkelaar en econoom om snel leven in het gebied te krijgen om het woon- en werkklimaat kwaliteit te geven.
Afb. 37, Guusje Enneking (PL)
Graffiti-tour
Graffiti-tour
18
5.
Fase: Onderhandeling > ‘Urban voids‘ kunnen gebruikt als groene zones, verbonden door groene ‘straten’ > Er is behoefte aan inrichting voor ecologisch vervoer > Middels ‘urban catalysts‘ kan duurzaam gedachtengoed verspreiden Een studie van een referentieproject in Philadelphia over groenstructuren in de stad getiteld “Urbain Voids“ (Ecosistemaurbano.com, 2017 Windeilanden & groendakenlandschap Rotterdam heeft veel ongebruikte daken (Sijmons et al., 2014) dit is een kans om dit soort ‘groene straten’ ook via een daklandschap te leggen en zo aan te laten komen in ons groene M4H gebied. De daken in omliggende omgeving vormen een voorportaal.
Marconiplein Om te illustreren wat een rot kruispunt marconiplein is voor de beleving en als toegang van het gebied maakte ik deze kaart waarin de groene lijn illustreert hoeveel rijbanen ik kruis als ik vanuit Delft het gebied in wil fietsen (6).
Gradient in fysieke grenzen Om geleidelijkere overgangen te krijgen waardoor groen zo min mogelijk onderbroken wordt moet de bebouwing met een gradiënt in hoogte veranderen, net het voorgebied van een bos.
Afb. 38, (Sijmons et al., 2014)
Afb. 39, eigen afbeelding
Afb. 40, eigen afbeelding
19
5.
Fase: Onderhandeling > Er moet een getijdenpark komen in M4H
Een afstudeerproject op M4H waarin een getijdenpark wordt aangewezen als beste invulling voor het gebied. (Vrooman, 2015)
Hitte-effect Een extra analyse versterkte mijn uitInventarisatiekaart gangspunt voor een getijdenpark
Hitte-eiland effect 2017
Kadestudie Ik heb verschillende opties bekekn om de kade meer begaanbaar te maken. We hebben met de groep voor 4 van deze typen gekozen om het gebied een dynamisch uiterlijk te geven. We hebben hoge kade met uitzicht, trappen naar het water een strand en de natuurlijk aflopende kade
Vogelgebied In een getijdenpark is op sommige plekken ondiep water wat veel vogels trekt. Hier kun je fijn wonen en openbare ruimte om het wonen heenplannen. Deze studie is niet precies gerealiseerd in het project. De rechterkade wel en de brug ook, maar onze vastgoedontwikkelaars zag geen woonvilla’s aan het water voor zich.
Afb. 43, eigen afbeelding
Afb. 44, eigen afbeelding
Inventarisatiekaart Verkoelen effect water en groen 2017 Afb. 41, Be
Afb. 42, Be
20
5.
Fase: Onderhandeling
Wat deed de rest ondetussen? Fase indeling, functies toekennen. welke restricties legde dit op mij? Verhaal twee kampen, ideaal vs realistisch. Haalbaar of utopich. Ondertussen werkte de rest aan een fase indeling van alle voorgestelde ingrepen en kende functies toe aan ieder stukje gebied. De volgende groepsbijeenkomst zat ik te kijken naar de kaart in afbeelding 46. Dit was onze fase 3 kaart, het eindresultaat dus. Dit kwam helemaal niet meer overeen met hoeveel visie we begonnen waren en waar bij mij afbeelding 45 toe had geleid. Er kwam daarna zelfs nog een discussie om toch iets aan het park te schaven! Na deze bijeenkomst voelde ik een hand op mijn schouder van de stedenbouwkundige. Hij zag het niet meer zitten. Dit was niet wat hij had gewild, hij had de kaart gemaakt, maar daarbij alleen maar rekening gehouden met anderen, lees: onze econoom en vastgoedontwikkelaar. We gingen samen eens denken over een meer utopische eindkaart die bij onze ideologie zou passen. Dit bracht onze projectleider in een lastige situatie, aangezien zij voelde alsof zij positie koos voor ons, team ideologisch, aangezien zij achter onze plannen stond. Vervolgens heb ik tot diep in de nacht gewerkt om een nieuwe kaart te maken, te zien in afbeelding 47. De volgende dag zouden we namelijk met de gemeente gaan zitten. Onze vastgoedontwikkelaar was niet aanwezig bij deze meeting, maar de econoom wel. Guusje, onze projecgleider probeerde Coen, de econoom nog voor te bereiden op ons nieuwe eindbeeld voordat we we de gemeente zouden zien, maar dit was niet
meer gelukt. De gemeente luisterde naar onze pitch, gepresenteerd door Guusje en naar de kwaliteit van de achterligende haalbaarheid van voorgestelde ingrepen, gepresenteerd door Coen. Ze vonden het allemaal leuk en aardig, maar ze wilden kaarten zien! Toen werd er een beetje naar mij gekeken, want iedereen van de groep had mijn kaart al gezien op dat moment en stond er achter, op Coen na. Ik heb dus maar die kaart gepresenteerd met een half oog lettend op de verbazing van Coen. De gemeente moest hier erg om lachen, maar zei dat onze kaart fantastisch aansloot bij de door ons gepresenteerde ideologie. De dag hierop moest ook onze vastgoedontwikkelaar nog even slikken, maar aangezien hij van zichzelf ook gelooft in verduuramen van de stad heeft hij samen met de econoom alles op alles gezet om dit plan haalbaar te maken en dat is ze ook gelukt! Dit is terug te lezen in de verslagen van Coen de Vries en Owen Elverding. Ik heb lang moeten wachten met het verder uitwerken van de kaart, omdat zij dachten dat zó veel groen echt niet te doen zou zijn. Een hele dag heb ik met Coen kosten lopen opschrijven. Omdat ik had gekozen voor een natuurlijk gebied zoals in de Wageningse uiterwaarde waren er heel weinig kosten voor onderhoud van het groen. Dat zorgde ervoor dat het in fase 3 heel haalbaar zou zijn, omdat het een investering is voor de toekomst. Verder heb ik verdedigd dat er beter een aantal grote gebouwen konden zijn die als het ware “landen“ in het groen met de argumenten dat dit voor de bedrijven beter is, omdat ze van elkaars kwaliteiten gebruik kunnen maken. Dit stelde de vastgoedontwikkelaar gerust. Zolang ze maar wel hun campus zouden krijgen, waren ze tevreden. Dit heb ik opgelost met een gradiënt van stedelijk, naar pleinen en parkjes op de campus naar weelderige natuur met bestrating waar onze zelfrijdende auto’s op kunnen om mensen naar werk te transporteren. Met onze milieuadviseur heb ik veel gesproken over energie en water. Omdat ik zoveel onderzoek had gedaan naar dit energienetwerk dat we wilden heb ik deze ook uitgewerkt, maar zij heeft zich bezig gehouden met het duurzame daklandschap en de waterbuffers. De vervoersplanoloog en ik hebben een lange sessie zitten tekenen aan marconiplein om oplossingen te vinden waarmee we langzaam vervoer en groen over het knooppunt kunnen sluizen. Lang was er de vraag of we daarvoor een weg zouden afsluiten. Uiteindelijk wilde zij dit niet. Ik denk niet dat ons plan daar veel onder geleden heeft. Met de groensingel ben ik heel tevreden! Al helemaal nu deze in fase 1 al aangelegd kan worden! Onze vastgoedgebruiker begon haar rol wat moeizaam, maar is later een hele sterke speler in ons team geworden! Van haar kreeg ik veel aanwijzingen bij het uitwerken van het park. De speeltuin was haar idee en samen verdedigde we het strand dat ik had bedacht en dat er veel zitplaatsen moesten komen in de openbare ruimte. Uit de samenwerking met onze regionaal planoloog had ik denk ik veel meer kunnen halen. Wel heeft hij mijn groenstructuur verhaal verdedigd door het aanwijzen van nationale fietsroutes en mijn i-catcher en park door mogelijk te krijgen subsidies aan te wijzen.
Afb. 45, eigen afbeelding
N
20/v
200 20
100
Afb. 46, eigen afbeelding Bus
Fase 1
Huidige bebouwing
Water
Fietsroute
Fase 2
Horeca/Foodhall
Waterplein
Groen
Fase 3
Startups
Strand
Ferro Dome
Woningen
Vervuilde grond Drijvende moestuinen Ecoduct
Huidige wegen Veerboot
Steiger schepen Woonboten
Moestuinen
Studentenwoningen (de Ceuvel)
Afb. 47, eigen afbeelding
21
6.
Fase: Uitwerking Nadat ons ‘team haalbaar’ had uitgevogeld hoe ons ambitieuze plan haalbaar gemaakt zou kunnen worden met een financiëringsplan en een fasering met onafhankelijk haalbare fasen, ben ik de tekening verder uit gaan werken. Dit terwijl de econoom en vastgoedontwikkelaar bleven zeggen dat er aan de kaart met zoveel groen als nu gepland staat nog wel geschaafd zou worden. Uiteindelijk viel dat alles mee. Mijn strategie achter het snel willen uitwerken, was dat ik de kracht van de tekening wilde gebruiken als overredingskracht. Ik ben zelf heel tevreden met hoe de kaart uiteindelijk is geworden. Ik denk dat het ontwerp voor het gebied onze circulaire visie beschrijft en het programma dat we erin realiseren beschrijft dat we willen inzetten op een sociale plaats waar gewoond, gewerkt en verblijft kan worden. Na afloop van de presentaties kregen we dan ook te horen van verschillende mensen dat ze zich geïnspireerd voelde. Een beter compliment kun je niet krijgen! Afb. 49, eigen afbeelding In dit verslag is niet de ruimte om alle uitwerkingen te besprekEr zijn veel argumenten voor de keuzes die we als groep gemaakt hebben. De belangrijkste vanuit mijn rol is en, daarom is een groot deel teriug te vinden in de bijlage. de overweging om voor een getijdenpark te kiezen. Deze argumenten waren van groot belang tijdens onze presentatie: - Een getijdenpark bevordert de natuurlijke sponsfunctie van de stad. Er kan regenwater in worden opgevangen en vervolgens worden vastgehouden en opgenomen. - Een getijdenpark dient de waterveiligheid door het creëeren van vooroevers die de dijkafbraak tegengaan. - Een getijdenpark maakt de stad aantrekkelijker. - Een getijdenpark zorgt voor biodiversiteit en ecosystemen. - De natuur is het meest circulaire dat we kennen! De reden dat het uiteindelijk meeviel hoe vol de havencampus gebouwd moest worden komt voort uit de overweging die ik samen met vastgoedontwikkelaar en stedenbouwkundige heb gemaakt dat het voordeliger is om meerdere bedrijven bij elkaar te zetten in een groot gebouw, waar ze van elkaars kwaliteiten gebruik kunnen maken, in plaats van elk los in een gebouw. Dit is precies de soort maakindustrie die we nu ook zien bij Sugu en de Keilewerf en daar heel goed werkt!
Afb. 48, eigen afbeelding
Veel dingen in de kaart zijn uitgewerkt in opdracht van of door input te krijgen van andere rollen. Zo is de speeltuin toegevoegd voor de vastgoedgebruiker, heeft de kenniscampus een stedelijker karakter gekregen met horeca voorzieningen in opdracht van de vastgoedontwikkelaar en de econoom, is het waterplein uitgewerkt ten behoeve van de milieuadviseur, de woonruimte in samenspraak met de stedenbouwkundige, de luchtsingel in overleg met de vevoersplanoloog en de keilehaven weer op verzoek van vastgoedontwikkelaar en econoom. Alles om de kwaliteiten die zij (en ik ook!) graag wilde laten zien van de door ons allen gekozen ontwerpingrepen.
22
6.
Fase: Uitwerking
Afb. 53, Joren de Goede (SA)
Op deze pagina staanMarconibrug wat mij betreft mijn grootste overwinningen Katoenveem Keilehaven Marconitorens ParkDak Start-Up in dit Afb. 50, 51, eigen afbeeldingen
Afb. 52, eigen afbeelding
project. De luchtsingel door de marconitorens die is opgenomen, om een toegangspoort tot het gebied te creëren voor langzaam verkeer, maar ook om groen een groenverbinding te maken over het moeilijke knooppunt marconiplein. Het getijdenpark waar natuurlijke oevers de natuur een rol geven in het gebied en dat ongelofelijk veel landschappelijke kwaliteit en belevingswaarde toevoegt aan het gebied. En tot slot natuurlijk de boot, die de icoon is geworden voor heel onze visie. Toepasseling benoemd, door onze regionaal planoloog, tot de i-catcher (innovation catcher). De functie de boot toegekend heeft gekregen is als podium voor kennis en kunde op het gebied van circulairiteit, duurzame energiewinning en natuur, die door de maakindustrie in dit innovatieve gebied wordt ontwikkeld. Er komt in ieder geval een bibliotheek in, omdat dit makkelijk te financiëren is met subsidies (aldus de regionaal planoloog), bovendien is een bibliotheek in essentie een deelcentrum van kennis! Ook komen er commerciële functies voor bezoekers van buitenaf om te bezoeken. Daarbuiten de boot iconisch! Hij staat voor de nieuwe haven door de identiteit en erfgoed van haar geschiedenis te symboliseren (oude olietanker, uit gebruik geraakt), maar ook voor onze circulaire visie door hergebruik van iets dat uit gebruik is geraak: een superlatief van waardeterugwinning! Natuurlijk heb ik bij de presentatie wel verteld dat de haalbaarheid van het realiseren van dit project niet de ambitie van onze i-catcher in de weg zit. Het kan prima een gebouw zijn met dezelfde functie en iconische waarde!
23
7.
Conclusies In dit hoofdstuk kom ik terug op de hoofdvraag: Op welke manier moet het stedelijk landschap worden ingericht zodat de stad weer onderdeel gaat maken van een natuurlijke levenscyclus? Om de vraag te kunnen beantwoorden moet ik hem een beetje herschrijven: Op welke manier kan uit gebruik geraakt havenlandschap worden ingericht zodat de stad weer onderdeel gaat maken van een natuurlijke levenscyclus? De landschappelijke oplossing die ik heb gevonden na literatuur, referentie en ontwerp onderzoeken is dat de meest kansrijke oplossing voor het M4H gebied is om een getijdenpark te maken. Argumenten hiervoor worden benoemd in hoofdstuk 6. Daarnaast is het idee van ‘de plek‘ voor iedereen van ongekende waarde omdat een stad niet circulair kan zijn als niet iedereen die in haar leeft bijdraagt aan de processen die haar circulair maken. Iedereen moet de plek zich dus eigen kunnen maken en er iets te doen hebben. Gelijk roept dit de vraag op of dit realistisch is. Ik denk niet dat dit zomaar voor elke stad te zeggen is. Wel valt er iets te zeggen voor steden met een groot havengebied dat in transitie is. Overal ter wereld zullen industriële havengebieden ruimte krijgen wanneer de beweging van fossiele brandstoffen af en richting meer locale productie doorzet. Deze ruimte bied kans voor de natuur, voor de overs om weer te worden wat zij ooit waren en voor de rivier om haar ecologische kwaliteit terug te vinden en zo weer samen kan bestaan met de mens in een relatie waarin synergie plaatsvindt. Omdat alle havens in de wereld aanpakken niet iets is dat wij in één keer kunnen doen met ons plan en programma, kiezen wij voor de aanpak waarbij wij een koploper zijn met deze vernieuwende havenontwikkeling. Daarom was het creëeren van een podium en een plek om te bezoeken zo belangrijk in ons ontwerp, zodat men van overal over de wereld met de zelfrijdende bus op hernieuwbare energie kan aankomen of per boot aan kan leggen bij de i-catcher van M4H om te leren hoe we de andere havens kunnen transformeren tot een leefbare, sociale plek waar gewoond en gewerkt wordt, door de bedenker van een oplossing om fijnstof voor iets nieuws in te kunnen zetten, maar ook door de monteur van de eerste circulaire auto. Een thuis in de haven, zoals het voor sommigen altijd al voelde, zoals voor de havenarbeiders van Rotterdam. De haven is van iedereen. Een vervolgstudie die ik nog zou willen doen richt zich op het integreren van meer van de in hoofdstuk 4 genoemde netwerken. Ik geloof zeker dat er meer uit het concept van synergie gehaald kan worden als er nog dichter wordt gekeken naar processen die plaatsvinden in de stad. Helaas was voor dat voor dit project te uitgebreid om nog aan bod te komen.
M4H
s
24
REFERTENTIELIJST De rivier als getijdenpark. (2016). [ebook] Rotterdam: gemeente Rotterdam. Available at: https://www.rotterdam.nl/wonen-leven/getijdenpark/Rivier-als-getijdenpark_groeidocument-2-kleiner-bestand.pdf [Accessed 10 Nov. 2017]. Donders, S. (2016). Rotterdamse Keileweg. [image] Available at: https://www.ad.nl/rotterdam/rotterdamse-keileweg-van-hoeren-naar-hipsters~a1df1806/ [Accessed 10 Nov. 2017]. Ecosistemaurbano.com. (2017). URBAN VOIDS PHILADELPHIA | ecosistema urbano . portfolio. [online] Available at: http://ecosistemaurbano.com/portfolio/ecological-reconfiguration-of-an-urban-center/urban-voids-philadelphia08-2/ [Accessed 10 Nov. 2017]. Gehl. (2017). Gehl — Making Cities for People. [online] Available at: http://gehlpeople.com/ [Accessed 10 Nov. 2017]. Gehl, J. and Rogers, L. (2013). Cities for People. Washington DC: Island Press. Hajer, M., Dassen, A., Ettema, C. and Righart, A. (2014). Smart about cities. Rotterdam: Nai010 Publishers. Hertum, J. (2012). Eye, Amsterdam. [image] Available at: http://en.wikipedia.org [Accessed 9 Nov. 2017]. Highline New York. (n.d.). [image] Available at: http://nycgovparks.org [Accessed 10 Nov. 2017]. Laar, P., Jaarsveld, M. and Klaassen, L. (2012). Historische atlas van Rotterdam. Nijmegen: Vantilt. Mpunt.nl. (2017). M. | Spoken word . Poetry. [online] Available at: http://www.mpunt.nl/nieuws/ [Accessed 10 Nov. 2017]. Ontwikkel mee in M4H. (2014). Rotterdam: Stadshavens Rotterdam, project team M4H. Provincie Zuid-Holland (2017). Natuurnetwerk Nederland (voorheen EHS). [image] Available at: https://www.zuid-holland.nl/overons/feiten-cijfers/interactieve/ [Accessed 9 Nov. 2017]. Rapport WUR diensten van natuur. (2014). [pdf] Wageningen: WOT Natuur & Milieu. Available at: http://www.wur.nl/nl/Expertises-Dienstverlening/Wettelijke-Onderzoekstaken/WOT-Natuur-en-Milieu/Publicaties-WOT-Natuur-Milieu/WOt-technical-reports/WOt-technical-reports-2014.htm [Accessed 9 Nov. 2017]. Rijkswaterstaat.nl. (2017). Nieuwe Maas en Nieuwe Waterweg: aanleg getijdenpark | Nieuwe Maas en Nieuwe Waterweg: aanleg getijdenpark | Rijkswaterstaat. [online] Available at: https://www.rijkswaterstaat.nl/ water/projectenoverzicht/nieuwe-maas-en-nieuwe-waterweg-aanleg-getijdenpark/index.aspx [Accessed 10 Nov. 2017]. Sanchez, J. (2015). BLOCK’HOOD – DEVELOPING AN ARCHITECTURAL SIMULATION VIDEO GAME. California: University of Southern California (USC). Sijmons, D., Hugtenburg, J., Feddes, F. and Hoorn, A. (2014). Landscape and energy. Rotterdam: Nai010 Publ. Stadsinitiatief Rotterdam (2015). Luchtsingel Rotterdam. [image] Available at: http://www.luchtsingel.org/locaties/brug/ [Accessed 10 Nov. 2017]. Steel, C. (2009). Hungry City. Vintage Publishing. Swart, S. (n.d.). Westergasfabriek. [image] Available at: http://uniquevenuesofamsterdam.com/westergasfabriek/ [Accessed 9 Nov. 2017]. TED (2014). How public spaces make cities work. [video] Available at: https://www.ted.com/talks/amanda_burden_how_public_spaces_make_cities_work [Accessed 9 Nov. 2017]. The High Line. (2017). The High Line | Friends of the High Line. [online] Available at: http://www.thehighline.org/ [Accessed 10 Nov. 2017]. Vrooman, S. (2015). Merwe-Vierhavens: De Rivier als Kwaliteit. [ebook] Delft. Available at: https://issuu.com/semvrooman/docs/merwe-vierhavens_semvrooman_digitaa [Accessed 10 Nov. 2017].
25
EPILOOG BK6ON5 was voor mij het leukste project van heel de bachelor. Ik vond de opzet waarbij je deels in een multidisciplinaire groep werkte en deels in eigen discipline heel goed werken om grip te krijgen op de opgave. Hierdoor werkte we uiteindelijk als groep echt als een trein. Als één iemand met een constatering kwam, kon iemand vanuit een andere rol daar gelijk onderbouwing aan toevoegen met diens opgedane kennis en vaardigheden. Daarmee hebben we een project kunnen neerzetten dat geen van ons in zijn eentje ook maar bijna net zo goed had kunnen doen. Natuurlijk waren er ook mensen in de groep die wat minder goed in hun rol zaten en niet goed wisten wat ze moesten doen of traag op gang kwamen, maar bij onze groep denk ik dat dat het eindresultaat nauwelijks heeft geschaad. Ik zat in een groep met mensen die erg openstonden voor elkaars ideeën en waarmee ik de ambitie deelde om dit project zo goed te doen dat we zouden winnen! Missie geslaagd. Ook mijn rol als Landschapsarchitect is me heel goed bevallen. Veel meer dan gedacht eigenlijk. Landschap is in mijn mening de discipline waarmee het ontwerp van een gebied leven krijgt. Het bevindt zich zowel op het vlak van de overkoepelende processen en relaties met grotere schalen als op het detailniveau van elementen die net de ervaring van een gebied tot hoogwaardig kunnen maken. Dit is mij erg goed bevallen, omdat ik mijzelf ook zowel zie als conceptdenker als, als ontwerper van concrete ruimtelijke oplossingen. Sommige van de workshops waren heel waardevol. De pitch workshop was daarbij voor onze groep het belangrijkst denk ik. We zaten namelijk al een tijd met grote woorden in ons hoofd als “circulair kenniscluster“ en “koploper”, waarvan wij ondertussen zelf heel goed wisten wat we daarmee bedoelden, maar nog niet pakkend konden uitleggen wat dat precies betekent voor ons ontwerp. Door met iedereen samen een pitch te schrijven lukte dit wel en kwamen we zo ook een stap dichter bij het afkaderen van onze visie.
De workshop case gerelateerde informatie vond ik zelf niet veel meer toevoegen dan de serie met openingscolleges waar ook mensen van de gemeente hun belangen kwamen vertegenwoordigen. De geoinformatie workshop was een goede introductie tot Qgis, maar ging wel diep in op het programma en leerde ons helaas niet hoe je die kaarten dan ook mooi exporteert. Waarschijnlijk omdat het geen ontwerper was die het college gaf. Uiteindelijk heb ik Qgis ook opgegeven en heb ik OpenStreetMap data gebruikt met een Grasshopper plug-in. Over de peer reviews kan ik heel kort zijn. Ik denk echt dat deze noodzakelijk zijn. Een verbeterpunt voor het vak zou zijn om een manier te vinden waardoor docenten beter inzicht krijgen in wat een student toevoegt aan de groep. Soms vond ik het lastig communiceren naar mijn docenten wat mijn aandeel was in het groepsproces. Uit de peer reviews is dit wel beter naar voren gekomen denk ik, maar nog steeds niet in detail. Uiteindelijk heb ik het gevoel dat ik zo veel gedaan heb in dit vak dat zelfs dit verslag het niet kan overkoepelen! Ook omdat je telkens even wat tijd besteed aan het helpen van anderen met hun eigen rol, waar je ook weer van leert. Wat ik het moeilijkst vond van BK6ON5 was dan ook het schrijven van dit verslag. Het hele traject heeft zich in iedere fase weer als cyclisch proces voltrokken, waardoor het lastig was om de ontwikkelingen van gedachten, analyses, ontwerpstudies en uitwerkingen te categoriseren in 6 fasen. In iedere fase was er namelijk van elk van deze dingen sprake. Een cyclisch proces van telkens weer teruggrijpen naar de analyses om te kijken of je kunt onderbouwen wat je uit probeert te dragen met een ontwerpstudie of uitwerking, maar ook vooruit kijkt om te zien of een product je helpt om de richting in te gaan die je voor ogen hebt en je verhaal krachtiger maakt.
26
Bijlagen INHOUD Groepsposter Extra analyses bij hoofdstuk 2: Initiatieffase Extra producten bij hoofdstuk 5: Onderhandelingsfase Uitwerking van groepsproject bij hoofdstuk 6: Uitwerkingsfase
27
Milieu transitie Regenwater HelofytenďŹ lter Grijs water Afvalwater Kraanwater Afvalwaterzuivering Elektriciteit Meter smartgrid (per huishouden)
M4H
Doelgroepen Young potentials Studenten Hoger opgeleiden Hoger opgeleiden Hoger opgeleiden Startende creatieve entrepeneur Start Up bedrijven Gevorderde Start Up bedrijven Voorzieningen
Mobility
Infrastructuur Tram Watertaxi Fietsroute Bestemmingsverkeer campus
M4H als circulair kenniscluster, wereldwijd bekend als koploper op het gebied van circulaire kennis, kunde en producten.
Van werkgebied naar prettige woon-, werk- en verblijfsomgeving. Werken en wonen worden gecombineerd in een leefbaarder gebied, zowel binnen het gebied als in haar context
N
Speeltuin
FASE 1
De gerenommeerde wereldhaven, heruitgevonden. Gericht op de toekomst en haar uitdagingen, vervult zij wereldwijd een voorbeeldrol
UITKOPEN, SLOPEN, SANEREN & BOUWRIJP MAKEN
NIEUWBOUW & RENOVATIE
INFRASTRUCTUUR
Strand
Kenniscampus
Getijdenpark
FASE 2.0
2017
2025
Havencampus gebied
Galileistraat
Keilehaven
Keilehaven Katoenveem
Start-Up
Keileweg
Marconitorens
Brug Dakpark
Waterbus
Eye catcher
Waterplein
FASE 2.2
FASE 2.1
Luchtsingel
Keilehaven
FASE 3
2030
2035
2040
De Lek
Keileweg
Calvani
Lekhaven & Ijsselhaven
Fortuna
Havencampus
Calvani Fortuna
Galileistraat De Lek
Trambaan
Lekhaven, Ijsselhaven & De Lek Keileweg
Parkeergarage
Radiohaven, Nieuw Mathenesse & Marconistraat
Brug Fortuna Autonoom OV
Marconi brug Guusje Enneking Aaron Bislip Susanne van de Pol Owen Elverding Joren de Goede Femke Lokhorst Corianda Buteijn Marit Kooloos Coen de Vries
Projectleider Regionaal Planoloog Milieu-adviseur Vastgoedontwikkelaar Stedenbouwkundig adviseur Landschapsarchitect Vervoersplanoloog Vastgoedgebruiker Economische Zaken
BK6ON5 Groep 5
LANDSCHAPPELIJK
Vlonder route Kade Keilehaven
2045
Radiohaven, Nieuw Mathenesse & Marconistraat
Havencampus
Garage Park
Woonruimte
Aanleg park Havencampus
Groenstructuur nieuwe wijken Groenstructuur Fortuna
Kade kop Havencampus
2050
Inventarisatiekaart Groen
2.
Conclusie: Weinig groen in het plangebied.
% % % % %
Lage vegetatie
Struiken
Bomen
2.
Legenda
openstreetmap_points brtachtergrondkaartgrijs
250
0
250
500
750
1000 m
Inventarisatiekaart GROEN
2.
% % % % %
2.
2.
Legenda M4H EHS gebied (bos of weidevogel) Natura 2000 gebied (duinen) EHS verbinding Voorgestelde nieuwe EHS verbindingen
2. Conclusies: probleem
2.
2.
Inventarisatiekaart Hoogte kaart, getijden en overstromingsgevaar
2.
Conclusie: In het plangebied zijn de oevers voornamelijk strakke kades. Rivieropwaarts van de Nieuwe Maas, de Lek en de Hollandse IJssel zijn de overgangen veel zachter door drassigere oevers. (Link: De Maas, Rechts: De Lek)
2.
Probleem-analyse
primaire waterkering onverhard water kademuur glooiing kade -------------------------------------beschermde plantsoorten zeer zeldzaam zeldzaam vrij zeldzaam -------------------------------------externe veiligheid aardgasleiding risicozone monumenten bodemverontreiniging archeologie geurhinder
Legenda
Legenda
Ligging industrie en CO2 aardgas_buurt_bedrijven_2014
Ligging industrie en CO2 aardgas_buurt_bedrijven_2014
aardgas_buurt_woningen_2014
brtachtergrondkaartgrijs
2.
aardgas_buurt_woningen_2014
brtachtergrondkaartgrijs
2.5 250
0
250
500
750
0
2.5
Legenda
Legenda
Ligging industrie en CO2 aardgas_buurt_bedrijven_2014
Ligging industrie en CO2 aardgas_buurt_bedrijven_2014
aardgas_buurt_woningen_2014
aardgas_buurt_woningen_2014
brtachtergrondkaartgrijs
brtachtergrondkaartgrijs
2.5 250
0
250
500
750
5
7.5
10 km
5
7.5
10 km
1000 m
1000 m
0
2.5
Inventarisatiekaart potentiele aardwarmte
2.
Inventarisatiekaar Wegenkaart 1:25.000
2.
Inventarisatiekaart Wegenkaart 1:10.000
Inventarisatiekaart Wegenkaart 1:50.000
Inventarisatiekaart Fietsroutes
2.
Fietsroute stopt bij Euromast Park en slaat Lloydhaven en Merwevierhaven over.
5.
1.
Visie 1: één groen havengebied verbindt Rotterdam en Schiedam tot een biodiverse, circulaire leefomgeving. Consequenties Kansen - Er moet heel goed nagedacht worden - Door focus op de havens en de Nieuwe Maas hoe en waar de groen en waterstructuur is een goede verbinding tussen noord en zuid van het havengebied aansluit op omligeen kans om bedrijvigheid in het gebied te gend gebied. stimuleren dmv doorstroommogelijkheid voor -Organisatorisch kan het een uitdaging start-ups vanuit RDM naar het M4H terrein. zijn tot om een toe te werken naar een gemeen- De ecologische hoofdstructuur in het Visie 1: één groen havengebied verbindt Rotterdam en Schiedam biodiverse, circulaire leefoschappelijk doel. havengebied zal overal een zelfde ondergrond mgeving. - De1:stedelijke identiteit van Rotterdam en Rotterdam en en biotischetot factoren kennen aangezien hetleefoVisie één groen havengebied verbindt Schiedam een biodiverse, circulaire Schiedam zijn ondergeschikt in deze Consequenties allemaal deel uitmaakt van de rivierenbedding. Kansen mgeving. focus. op de havens en de Nieuwe Maas - Er moet heel goed nagedacht worden Kan het een gesloten systeem zijn? - Door focus hoe en waar de groen en waterstructuur - Met het water van de havens als uitgangspunt Consequenties is een goede verbinding tussen noord en zuid Kansen van het havengebied aansluit op omligis -erDoor kansfocus om woningen richtingen water te heel goedin nagedacht een kans- Er ommoet bedrijvigheid het gebiedworden te op de havens en de het Nieuwe Maas gend gebied. oriënteren en daarmee functiohoedmv en doorstroommogelijkheid waar de groen en waterstructuur stimuleren voor is een goede verbindingesthetische, tussen noord en zuid -Organisatorisch kan het een uitdaging nele economische waarde teinbehalen. hetRDM havengebied aansluit op omligstart-upsvan vanuit naar het M4H terrein. eenenkans om bedrijvigheid het gebied te zijn om toe te werken naar een gemeen- stimuleren Kansen voor stadslandbouw: gend gebied. hoofdstructuur in het - De ecologische dmvontwikkeling doorstroommogelijkheid voor schappelijk doel. nabijheid -Organisatorisch hetondergrond een uitdaging havengebied zal overal eenkan zelfde start-upswater vanuit RDM naar het M4H terrein. - De stedelijke identiteit van Rotterdam en - Kansen het ontwikkelen van een circulair zijn om toe te kennen werken naar een gemeenen biotische factoren aangezien het - De voor ecologische hoofdstructuur in het Schiedam zijn ondergeschikt in deze energiegrid voor heteen havengebied door doel. allemaal schappelijk deel uitmaakt van de rivierenbedding. havengebied zalheel overal zelfde ondergrond focus. winnen van restwarmte uit havenindustrie - Degesloten stedelijke identiteit van Rotterdam en Kan het een systeem zijn? en biotische factoren kennen aangezien het en/of het energieopwekking met gebruik van ondergeschikt in deze - Met hetSchiedam water van dezijn havens als uitgangspunt allemaal deel uitmaakt van de rivierenbedding. het water is er kansfocus. om woningen richtingen het water te Kan het zelf? een gesloten systeem zijn? oriënteren en daarmee esthetische, functio- Met het water van de havens als uitgangspunt nele en economische waarde te behalen. is er kans om woningen richtingen het water te
5.
2.
Visie 2: M4H Rotterdam en Schiedam zijn elk deel van een eigen bodiverse, circulaire leefomgeving. Twee stuken van dezelfde puzzel behorende tot een groter netwerk. Consequenties - Er moet heel goed nagedacht worden hoe de twee netwerken op elkaar aangesloten zijn. - “cross border” Ecotopen moeten niet verwaarloosd worden. - M4H is niet één geheel.
Kansen - Door de focus vanuit de stadscentra te leggen sluit de functionaliteit van M4H beter aan bij de stedelijke hoofdstructuur van zowel Rotterdam als Schiedam. - Organisatorisch is het gemakkelijker verantwoordelijkheden verdelen. - Meer focus op al het omliggende gebied. Welke zijn de input stromen van de synergie die de twee gebieden vormen en welke de output. Waar komen deze vandaan?
5.
3.
Visie 3: ĂŠĂŠn groen havengebied verbindt Rotterdam en Schiedam tot een biodiverse, circulaire leefomgeving met M4H als overgangsgebied. Consequenties - Er moet heel goed nagedacht worden hoe het overlappende gebied ingericht wordt. - Grens tussen Rotterdam en Schiedam vervaagd. - Organisatorisch kan het een uitdaging zijn om toe te werken naar een gemeenschappelijk doel.
Kansen - Kruisbestuiving tussen Rotterdamse en Schiedamse cultuur, kennis en kunde. - Organisatorisch is er qua beleid een even groot belang bij het herontwikkelen van het hele M4H gebied. - Een balans tussen focus vanuit de stedelijke hoofdstructuur om culturele en historische waarde te behouden en een focus vanuit het havengebied dat als geheel komt te functioneren.
5.
DRIJVENDE STAD
EILANDEN
+ BUITENDIJKS
+ LUCHTBRUGGEN
+ REAGEER OP HET MILIEU + INNOVATIE
+ EXPERIENCE + DOELGROEPEN VERDELEN
MERWEVIERHAVEN ALS GREEN BELT TUSSEN ROTTERDAM EN SCHIEDAM
ALLE GEBOUWEN BEHOUDEN
+ BELANGRIJKE FUNCTIES + INDUSTRIELE UITSTRALING + DUURZAAMHEID
GREEN BELT
+ URBAN FARMING MERWEVIERHAVEN ALS GREEN BELT TUSSEN ROTTERDAM EN SCHIEDAM + GROENE LIJN (ALLEEN FIETSERS & VOETGANGERS
+ TREKPLEISTER VOOR OMWONENDE
5.
Historische gebouwen
5. SLOOP
Sloopkaart
5.
Voorlopige faserng t.g.v. risicokaart
FASE
5. N
20/v
200 20
100
FASE 1
Huidige bebouwing
Monument/Zichtsbepalend
Huidige wegen
Studenten
Recreatie
Vlonderroute
Starters
Herbestemming
Prototype bedrijven
Starters & Studenten
Sanering met sloop
Brug
5.
FASE 2
N
20/v
200 20
100
Openbaar Vervoer
Fase 1
Woningen
Water
Moestuinen
Fietsroute
Fase 2
Foodhall
Waterplein
Groen
Huidige wegen
Fase 3
Startups
Strand
Vervuilde grond
Parkeergarages
Specialiteit
Maakindustrie
5.
FASE 3 N
20/v
200 20
100
Bus
Fase 1
Huidige bebouwing
Water
Moestuinen
Fietsroute
Fase 2
Horeca/Foodhall
Waterplein
Groen
Huidige wegen
Fase 3
Startups
Strand
Ferro Dome
Woningen
Vervuilde grond Drijvende moestuinen Ecoduct
Veerboot
Steiger schepen Woonboten Studentenwoningen (de Ceuvel)
Uitwerking Het plan uitgewerkt in detail, opgedeeld in een haalbare, onafhankelijke fasering
primaire waterkering
Probleem-analyse
onverhard water kademuur glooiing kade -------------------------------------beschermde plantsoorten zeer zeldzaam zeldzaam vrij zeldzaam -------------------------------------externe veiligheid aardgasleiding risicozone monumenten bodemverontreiniging archeologie geurhinder
Doelstellingen Overheidsactoren
N
Nationale ‘Key Players’: Ministeries van EZ, IenM, SZW, OCW en Rijkswaterstaat
P
Provincie Zuid-Holland
R
Metropoolregio Rotterdam-Den Haag
G
Gemeentes Rotterdam en Schiedam Gemeentelijke doelstellingen: Werkloosheid en laag opleidingsniveau aanpakken, Culturele identiteit behouden en versterken. Groen en recreatie op een wenselijk niveau voor bewoners brengen, Woningmarkt, Vervoer verbeteren, (int.) concurrentiepositie/aantrekkelijkheid, Adaptief Havenbedrijf
Nationaal
Provincie
Metropoolregio
Gemeentes
Groeiende (duurzame) ondernemerschap, Leefbaarheid, bereikbaarheid, duurzaamheid, gevarieerd kunst- en cultuuraanbod, economie en sociaal beleid. RWS: Dijken, Bereikbaarheid, Milieu, dijk - duurzaamheid, veiligheid, Bruggen en wegen
Bestendigheid en adaptatie voor de energietransitie, Landschap en Milieu, Aantrekkelijke fietsroutes (programma samen lekker fietsen), economische (kennis) transitie haven, Samenleving (probiblio subsidies)
Krachten van sterke gemeentes koppelen. De infrastructuur aanleggen (vooral middels vervoer; Netwerkstad) voor een groeiend economisch vestigingsklimaat (Agglomeratie)
Fase 1
UITKOPEN, SLOPEN, SANEREN & BOUWRIJP MAKEN
NIEUWBOUW & RENOVATIE
INFRASTRUCTUUR
FASE 1
FASE 2.0
2017
2025
Havencampus gebied
Galileistraat
Keilehaven
Keilehaven Katoenveem
Start-Up
Keileweg
Marconitorens
Brug Dakpark
Waterbus
Havencampus
Trambaan
Garage Park Marconi brug
LANDSCHAPPELIJK
Vlonder route Kade Keilehaven
Aanleg park Havencampus
Katoenveem
Keilehaven
Marconibrug
Marconitorens
ParkDak
Start-Up
Katoenveem
Keilehaven
Marconibrug
Marconitorens
ParkDak
Start-Up
Katoenveem
Keilehaven
Marconibrug
Marconitorens
ParkDak
Start-Up
Katoenveem
Keilehaven
Marconibrug
Marconitorens
ParkDak
Start-Up
Katoenveem
Keilehaven
Marconibrug
Marconitorens
ParkDak
Start-Up
Katoenveem
Keilehaven
Marconibrug
Marconitorens
ParkDak
Start-Up
Graffiti-tour
Graffiti-tour
Graffiti-tour
Katoenveem
Keilehaven
Marconibrug
Marconitorens
ParkDak
Start-Up
Fase 2.0
FASE 12.0
FASE 2.1
2017 2025
UITKOPEN, SLOPEN, SANEREN & BOUWRIJP MAKEN
NIEUWBOUW & RENOVATIE
2030
Havencampus Galileistraat gebied
De Lek
Keilehaven
Fortuna
Havencampus Katoenveem
Galileistraat
Keileweg
INFRASTRUCTUUR
De Lek
Brug Dakpark Trambaan Garage Park
Vlonder route
Aanleg park Havencampus LANDSCHAPPELIJK
Autonoom OV
2025
2035
Havencampus
Galileistraat
Trambaan
Zelfrijdend OV
Havencampus
Galileistraat
Trambaan
Zelfrijdend OV
Havencampus
Galileistraat
Trambaan
Zelfrijdend OV
Havencampus
Galileistraat
Trambaan
Zelfrijdend OV
Havencampus
Galileistraat
Trambaan
Zelfrijdend OV
Havencampus
Galileistraat
Trambaan
Zelfrijdend OV
Fase 2.1
2025
UITKOPEN, SLOPEN, SANEREN & BOUWRIJP MAKEN
NIEUWBOUW & RENOVATIE
INFRASTRUCTUUR
FASE 12.1
FASE 2.2
2017 2030
2035
Havencampus gebied Keileweg Keilehaven Havencampus
Fortuna Katoenveem
KeilewegKeileweg
Parkeergarage
Brug Dakpark
Brug Fortuna
Garage Park
LANDSCHAPPELIJK
Vlonder route Groenstructuur Fortuna
2025
2040
Fortuna
Havencampus
Keileweg / De Lek
Mobility Hub
Fortuna
Havencampus
Keileweg / De Lek
Mobility Hub
Fortuna
Havencampus
Keileweg / De Lek
Mobility Hub
Fortuna
Havencampus
Keileweg / De Lek
Mobility Hub
Fortuna
Haven Campus
Keileweg / De Lek
Mobility Hub
Fortuna
Haven Campus
Keileweg / De Lek
Mobility Hub
Fortuna
Haven Campus
Keileweg / De Lek
Mobility Hub
Fase 2.2
FASE 2.2 1
FASE 3
2017 2035
2030
UITKOPEN, SLOPEN, SANEREN & BOUWRIJP MAKEN
NIEUWBOUW & RENOVATIE
2040
Havencampus gebied Calvani Keilehaven
Calvani
Katoenveem Keileweg
INFRASTRUCTUUR
Brug Dakpark
Brug Fortuna
Garage Park
LANDSCHAPPELIJK
Vlonder route Kade kop Havencampus
2025
2045
Havencampus
Fietsbrug
Havencampus
Fietsbrug
Havencampus
Fietsbrug
Havencampus
Fietsbrug
Havencampus
Fietsbrug
Fase 3
FASE FASE 13 2017 2040
2035
UITKOPEN, SLOPEN, SANEREN & BOUWRIJP MAKEN
NIEUWBOUW & RENOVATIE
2045
Havencampus gebied Lekhaven & Ijsselhaven Keilehaven Radiohaven, Nieuw Mathenesse & Marconistraat
Katoenveem Lekhaven, Ijsselhaven & De Lek Keileweg Radiohaven, Nieuw Mathenesse & Marconistraat
INFRASTRUCTUUR
Brug Dakpark Garage Park
LANDSCHAPPELIJK
Vlonder route Groenstructuur nieuwe wijken
2025
2050
Wonen
Milieu
i-Catcher
Wonen
Milieu
i-Catcher
Wonen
Milieu
i-Catcher
Wonen
Milieu
i-Catcher
Wonen
Milieu
i-Catcher
Doelgroepen Young potentials (65 m² & dinkies 90 m²) Studenten (25 m²/27 m²) Hoger opgeleiden (dinkies 130 m²/90m²) Hoger opgeleiden (alleenstaand 90 m²) Hoger opgeleiden (gezin 150 m²) Startende creatieve entrepeneur (25 m²/27 m²) Start Up bedrijven Gevorderde Start Up bedrijven Voorzieningen
Infrastructuur Tram Watertaxi Fietsroute Bestemmingsverkeer campus
Geothermie
Milieu transitie
Energie Westland
Regenwater
Windeilanden
HelofytenďŹ lter Grijs water Afvalwater Kraanwater Afvalwaterzuivering
Infrastructuur Elektriciteit Tram Meter smartgrid (per huishouden) Watertaxi Fietsroute Bestemmingsverkeer campus