1|2013 • € 6,25 www.wandelmagazine.nu
Tijdschrift voor wandelaars
Joods Catalonië Griekenland: Athos (alleen voor mannen!) Portugal Visserspad De blauwe ogen van de Eifel Schotland leger dan leeg
Europa BP
Carolina de Bie over Flórina, Griekenland: ‘een smeltkroes van culturen, eerder Balkan dan ‘doorsnee-Grieks’
Inhoud 14
Thema: Europa
22
6
6
18 Spanje Op
zoek naar Joodse sporen in Catalonië
10 14 18
Duitsland
Vulkaaneifelpad Duitsland De
blauwe ogen van de Eifel
Schotland
Leger dan leeg
2 Op lemen voeten 1-2013
22
Noord-Griekenland en Athos
Een verkenning
26
Roemenië Hoogtepunten
van de Făgăraș
30
Wandelen
34
op zijn
Taiwanees Turkije
Saint Paul Trail
Coverfoto: Alentejo Portugal. Foto: Jan Erik Burger
Knoflook proeven
30
48 En verder 38 Brazilië, Op het dak van Rio de Janeiro 42 Duitsland, Eilandvrees op Hooge 44 Töddenweg, Op mars met Clemens en August 46 Brugge, Historium 48 Alentejo Portugal, GR Rota Vicentina en Casa Brancas
Rubrieken
Nu Europa op instorten lijkt de staan, is het hoog tijd om de cultuurverschillen binnen ons continent te proeven. In 1492 trachten de Katholieke koningen Ferdinand en Isabella het verdeelde Spanje te verenigen onder één geloof, het enige ware natuurlijk. Wie geloofde in een andere god (of toch dezelfde?), had de keuze tussen bekering of verdrijving. Het programma Joods Catalonië tracht een brug te slaan tussen het eind van de vijftiende eeuw en het tolerante heden. Komt het oppoetsen van Joodse sporen in Catalonië voort uit oprechte historische belangstelling, spijt over verwerpelijke dwalingen, het verlangen naar betere tijden of het zoeken naar toeristische niche-markten? Het massale bezoek van Joodse en andere pelgrims aan historische Joodse plekken is niet voorzien, maar wordt in deze sombere tijden dankbaar aanvaard. Inmiddels produceert Catalonië in topwijnstreek Priorat ook heerlijke koosjere wijn. In Portugal slaat het wandelen na jaren echt aan. Het Visserspad aan de kust van Alentejo is een mooie combinatie van maatschappelijke initiatieven en zakelijk inzicht. De uitbaters van quintas en casas verenigden zich in de club Casas Brancas, die niet alleen gezamenlijk hun huizen promoot, maar ook twee mooie en goed bewegwijzerde paden creëerde. In het Roemeense Făgăraș loopt het georganiseerde toerisme nog achter. Hier moet je improviseren om te overleven. Maar je krijgt er wat voor terug. “De met gentianen gevulde weiden rondom Podragu maken al gauw plaats voor de door wind en sneeuw gemangelde dennenstruiken. De kruidige geur van hars vult de lucht en tientallen zwaluwen fladderen luid kwetterend om ons heen, zich badend in het felle zonlicht.” Laat uw zon de Europese Unie verlichten. Leve de knooflooklanden. Jan Erik Burger
3 Column Jan Erik Burger 4 Onderweg, nieuws voor wandelaars 52 Boeken 51 Natuurparken in Europa. Het Nationale Park Cabo de Gata 54 Wat zien ik? Wat en waar zijn endemische soorten? 55 In het volgende nummer. Colofon
1-2013 Op lemen voeten 3
Onderweg Nieuws voor wandelaars Eeuwige lente in Rwanda
Sponsorloop Nepal Het vermarkten van het wandelen werkt niet alleen door naar professionalisering. Met wandelen kan ook voor liefdadigheid geld geworven worden. Als u iemand geld vraagt voor een mooie wandelvakantie in Nepal is de kans groot dat uw verzoek wordt geweigerd. Zegt u echter dat u ‘op de voetsporen van Boeddha’ gaat
lopen om geld in te zamelen voor de minderbedeelden in Nepal, dan maakt u meer kans op een gewillig oor. Als u dan bovendien kan vertellen dat tijdens de tocht geëxperimenteerd zal worden met ovens op zonne-energie om zo houtkap tegen te gaan dan zal men u vast niets meer weigeren. www.vajra.nl
Op de voetsporen van Boeddha
© Maarten Olthof
Afrika is minder ‘in the picture’ als wandelcontinent. Europa is dichterbij en daar is nog van alles ontdekken. Afrika roept vooral associaties op met woestijnen en hitte. In sommige gebieden mag dat zo zijn, in andere is het goed toeven en wandelen. In Rwanda is het altijd tussen de 19 en 25 graden dankzij zijn hoge ligging. En als er regen valt is het vochtiger maar niet kouder. Droge maanden zijn januari en juni tot midden september. Neem bijvoorbeeld de Congo-Nijl route, 227 km lang, verdeelt in tien etappes langs het Kivu-meer. Van het vulkaanpark waar nog gorilla’s in het wild leven door het tropisch regenwoud met spectaculaire panorama’s over het Kivu-meer, naar de bronnen van de Nijl.
Rick Eggink
www.rdb.rw
Wandelen als product
www.wandeltrainersdag.nl www.loopjevrij.nu
4 Op lemen voeten 1-2013
Stiltetoerisme op onthaastingsplekken In onze hectische samenleving is er steeds meer behoefte aan bezinning en onthaasten in stilte. Stiltemomenten, die vroeger op een natuurlijke manier een plaats hadden in ons leven, moeten we nu opzoeken en bewust inbouwen. Naast belangstelling voor spiritualiteit is er ook een toename van de interesse voor het historisch erfgoed. De combinatie van deze beide interesses biedt nieuwe economische kansen in de vorm van “stiltetoerisme”. De Grensregio Vlaanderen – Nederland is rijk aan historisch erfgoed zoals kloosters, kerken, abdijen, kapellen en kruisen evenals historische tuinen en landschapsparken, begraafplaatsen en kloosterdomeinen. Het project wil alle historisch waardevolle onthaastingsplekken in Vlaams Brabant, Belgisch Limburg en Nederlands Limburg in kaart brengen en toegankelijk maken. www.onthaasten.eu
© J. Geraedts
© wandeltrainingsdag
Vroeger was wandelen je ene been voor de ander zetten in de frisse buitenlucht. Dat deed je gewoon voor je plezier. In deze tijden van commercialisering en professionalisering kan er ook geld aan verdiend worden, dus wordt er een product van gemaakt. Op het sportcomplex van de universiteit van Nijmegen wordt op 9 maart een ‘wandeltrainersdag’ georganiseerd voor het ‘kader’ dat bij de wandelsport betrokken is. In ruim 40 theorie- en praktijksessies wordt men op de hoogte gebracht van wat er allemaal is op dit gebied: van wandelbootcamp, Qigong, smovey-walking tot Chi-walking. Als Theo Thijssen nog geleefd zou hebben dan had hij ongetwijfeld een cursus georganiseerd om mensen de ‘zwem badpas’ te leren.
Wandelen in het spoor van de Watersnood
Drie QWD’s in Nedersaksen © Pieter Dhont
Nederland is een themawandelpad rijker. In 2008 werd in Zeeland het Bevrijdingspad gerealiseerd. Een wandelpad van 130 kilometer in het teken van de slag om de Schelde in 1944. Nu is het 154 kilometer lange Watersnoodpad op Schouwen-Duiveland ontwikkeld. De wandelroute is verdeeld in tien etappes variërend van zeven tot twintig kilometer. De route begint in Zierikzee en loopt via Capelle naar het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk en daarna via Nieuwerkerk en Oosterland naar Bruinisse. Vervolgens gaat het via Sirjansland, Dreischor, Noordgouwe, en Zonnemaire naar Brouwershaven en via Scharendijke, Renesse, BurghHaamstede en Westenschouwen over de Oosterscheldekering naar Neeltje Jans en weer terug naar Zierikzee. www.knblo.nl/brabant-zeeland.nl
Kwaliteit staat in Duitsland traditioneel hoog in het vaandel. Steeds meer wandelroutes worden verbeterd zodat zij in aanmerking komen voor het predicaat ‘Qualitätsweg Wanderbares Deutschland (QWD)’. De deelstaat Nedersaksen, grenzend aan Overijssel, Drenthe en Groningen, telt nu drie lange afstandswandelingen met dit predicaat. De ‘Heidschnuckenweg’ brengt u in 220 km langs heidevelden, riviertjes en beken afgewisseld door bossen, velden en weilanden. De ‘Harzer-Hexen-Stieg’ viert dit jaar al haar 10-jarig jubileum. Over een lengte van 97 km doorkruist deze route de Harz. Meer natuur tijdens één wandeling is bijna niet mogelijk. De ‘Weserbergland-Weg’ slingert zich 225 km lang langs burchten en kastelen, door historische stadjes, langs levend hoogveen en dwars door het Sollingerwald. www.vakantieland-nedersaksen.nl
Wandelroute De Brabantse Wal
© Claude Schilz
© Wandelnet
Mooiste Benelux wandelroute van 2013
Het streekpad De Brabantse Wal is een 112 km lange rondwandeling die begint en eindigt in de oude markiezenstad Bergen op Zoom. Het pad slingert langs de Brabantse Wal, een steilrand met een abrupte overgang van hoger gelegen zandgronden naar lager gelegen zeekleipolders tussen de Belgische grens in het zuiden tot aan Steenbergen in het noorden. De wandelaar komt door oude vestingstadjes, langs gezellige Brabantse dorpen en fraaie boerderijen. Via het grensplaatsje Putte en de uitgestrekte bossen rondom Woensdrecht eindigt de route weer in Bergen op Zoom. Hier kunt u ook eenvoudig overstappen op één van de andere zes Lange-Afstand-Wandelpaden die door Bergen op Zoom lopen. www.wandelnet.nl
De EscapArdenne Eisleck trail heeft een Europese normering gekregen en is een Leading Quality trail. Voor zo’n kwalificering komt wel wat kijken. Minstens 50% op onverharde paden, afwisseling van landschappen, goede bewegwijzering en een goede gidsje met kaart. Tenslotte moet de wandeling in beide richtingen gemarkeerd zijn. Het pad over 104 km van Kautenbach in het Groothertogdom Luxemburg naar La Roche-en-Ardenne in Belgisch Luxemburg is verdeeld in vijf etappes en kan eventueel aangevuld worden met zes lus wandelingen. www.trekkings.be, www.wandelwiki.be
1-2013 Op lemen voeten 5
Europa
Tekst en foto’s Jan Erik Burger
Spanje
Op zoek naar Joodse sporen in Catalonië Als het gaat over Joods erfgoed, dan zijn Spanje en Catalonië niet de eerste streken die je te binnen willen schieten. De verdrijving - dan wel gedwongen bekering - van Joden en moslims na 1492 gooit hogere ogen. De Joden weken uit naar Portugal en Oost-Europa. Wat drijft Catalonië om zo nadrukkelijk een Joods Catalonië te promoten? Op Lemen voeten ging op zoek. Intellectueel en materieel erfgoed Laten voorop stellen: het aantal monumenten en materiële overblijfselen is relatief bescheiden in Catalonië, maar het intellectueel erfgoed overweldigend. Naar alle waarschijnlijkheid arriveerden de Joden in de Vroege Middeleeuwen in Catalonië. Dat waren er naar schatting tussen de tien en twaalf duizend, vier tot zeven procent van de toenmalige Catalaanse bevolking. Vergeleken met grote gemeenschappen als Barcelona met meer dan vier duizend mensen en Girona (ongeveer duizend) kent Besalú een kleine gemeenschap met tussen 6 Op lemen voeten 1-2013
de honderd en honderdvijftig zielen. Desondanks is deze ‘aljama’ een van de belangrijkste in de Middeleeuwen. Ook Tortosa aan de Ebro speelde een prominente rol. De slag om de Ebro Door de voormalige Joodse wijk van Tortosa is een wandeling uitgezet. We beginnen aan de rivier de Ebro, bron van leven, zoals op de kademuren aan de overzijde geschreven staat. Tortosa heeft veel aan zijn strategische ligging te danken, zegen, maar ook loden last. Midden in de rivier richt een machtige naald zich ten hemel. “A las
Combattantes que halleron Gloria en la Batalla del Ebro” (aan de strijders die zegevierden in de Slag om de Ebro). Niet voor niets is de tekst in het Spaans geteld en niet in het Catalaans. Het gaat hier immers om de Oberwinnaars in de Burgeroorlog (1936-1939), de Nationalisten van generaal Franco. Het Ebrodal was het decor van de zwaarste slag uit de Spaanse burgeroorlog. In de strenge winter van 1937-’38 aan het einde van de lange veldslag om de stad Teruel waren de republikeinen gedwongen zich steeds verder terug te trekken. Eerst in de onherbergzame Maestrazgo, vervolgens aan de overkant van de rivier de Ebro. In zinderend hete julimaand van 1938 vond de laatste grote tegenaanval van de republikeinen plaats. Meer dan 100.000 soldaten probeerden tussen Tortosa en Mora opnieuw de Ebro over te steken. De slag duurde tot november en eiste de levens van 70.000 republikeinen en 35.000 nationalisten. De luchtsteun door Duitsland en Italië waarover de nationalisten beschikten bleek de doorslaggevende factor. De oorlog zou nog een jaar duren, maar het tij was defini-
Tortosa, zicht op de Ebro met het overwinningsmonument
tief gekeerd. Veel water is er door de Ebro gestroomd in het langdurig debat over het wel of niet slopen van het Franquistische monument. Het zou het uitwissen van de bloedige geschiedenis betekenen. Uiteindelijk is (voorlopig?) besloten het te laten staan. Er waren immers combattantes aan beide zijden, die hun eer (gloria) behaalden Het oude centrum van Tortosa werd tijdens de slag om de Ebro grotendeels met de grond gelijk gemaakt. Ondanks de verwoesting zijn er rond de kasteelheuvel waardevolle gebouwen overgebleven, zoals de 15de eeuwse gotische kathedraal en het aanpalende bisschoppelijk paleis. De citadel is tegenwoordig een luxe Parador. Van het Joodse leven zijn na al die eeuwen van verwoestingen verbazend genoeg betrekkelijk veel sporen te vinden. Je moet het wel willen zien, bijvoorbeeld in het patroon van nauwe stegen en staten in de Joodse wijk, maar ook aan de deuren van sommige huizen. Huizen waar gelovige Joden wonen, zijn de herkennen aan een schuin blokje ‘mezoeza’ op manshoogte naast de voor-
deur. In deze mezoeza zit een tekst uit het Oude Testament op een rolletje perkament. Voor ze de woning binnengaan, tikken Joden dit aan. Op verschillende huizen in Tortosa (maar ook in de andere beschreven plaatsen) zijn de sporen van de mezoezas te zien. Koosjere wijn
Koosjere wijn Tussen de Ebro en het excellente wijngebied Priorat rijden we door glooiende heuvels en langs uitgebreide akkerbouwgebieden. Eerst ligt er hier en daar een wijngaard, langzaam neemt hun aantal toe. Na ruim een uur rijden en dwalen gaan we een zijdal in. Hier ligt de wijnbouwcoöperatie Capçanes, waar ook koosjere wijn gemaakt wordt. Het verschil met ‘gewone’ wijn is niet groot, zeker niet in smaak, maar de Joodse spijswetten worden strikt in acht genomen. Een vriendelijke jongeman, het hoofd bedekt met een keppeltje, controleert of de Joodse spijswetten op de juiste wijze in acht genomen worden. Dat luistert nauw, maar daar staat dan ook een prima opbrengst tegenover. De Flor del Primavera ‘lentebloesem’ die ik later mag proeven, laat ik mij prima smaken. Barcelona Een van de bekendste landmarks van Barcelona is de heuvel Montjuïc, een oude Joodse begraafplaats, nu een geliefd park waar onder andere het Miròmuseum 1-2013 Op lemen voeten 7
Europa
Toeristen in Barcelona op zoek naar Joods verleden
staat. Tussen 1000 en 1400 was er In Barcelona een grote en steeds groeiende Joodse gemeenschap. Tot die gemeenschap hoorden uitmuntende artsen, schrijvers, wetenschappers en ambassadeurs, maar ook belastinginners en geldschieters aan alle rangen en standen. Als bekend zijn de laatste functies essentieel voor het functioneren van een werkende economie, maar maken ze de uitvoerders niet geliefd. In Barcelona waren niet de katholieke koningen Ferdinand en Isabella die de Joden verjoegen, maar de plunderingen en pogroms van 1391. Na dat jaar mochten Joden met een toelatingsbewijs zich slechts maximaal
Een smalle steeg in Joods Tortosa
Mikvah in Besalú
vijftien dagen in de stad ophouden. Toch zijn er in Barcelona nog sporen van Joods leven te vinden, onder andere in de Carrer Sant Domènec del Call in het toeristische hart van Barcelona. Hier stond de Sinagoga Major, de Grote Synagoge. Sporen van een Mikvah (ritueel badhuis) ontbreken, waarschijnlijk was een ruimte in de Banys Nous, de Nieuwe Baden, als zodanig bedoeld. Op de Placeta de Manuel Ribé biedt het Centre d’Interpretació del Call, dat een overzicht biedt van de geschiedenis van de Joodse wijk (Call). Met de opgedane kennis vinden we nauwlettend speurend restanten van mezoeza’s naast verschillende huisdeuren. Onderweg naar recente opgravingen treffen wij groepen Joodse toeristen, die aandachtig luisteren wat hun gids over de geschiedenis van de Joodse wijk te vertellen heeft. De recente ontdekkingen voeren ons ondergronds, waar tussen de fundamenten uitgegraven grote urnen (silo’s) voor levensmiddelen staan. Besalú Met zijn ligging aan de samenvloeiing van de rivieren Fluvià en Capellades is Besalú al sinds de Kelten en Iberiërs een strategische plaats van betekenis. Na het verscheiden van Wilfred de Harige in 902 tot de dood van Bernardo III in 1111 was Besalú het centrum van de welvarende provincie Garrotxa. Dat laat zich aflezen aan de prachtige romaanse gebouwen. Met zijn onregelmatig stratenpatroon, dat zich naadloos voegt naar de heuvelachtige ondergrond, ademt Besalú een middeleeuwse sfeer. Dat begint al met de entree over de prachtige romaanse brug over het water van de Fluvià, voor je de stad binnenkomt.
8 Op lemen voeten 1-2013
De Joodse gemeenschap in het graafschap Besalú zou zijn ontstaan in de 9e eeuw, maar er zijn geen documenten van hun aanwezigheid te vinden vóór de 13e eeuw. De oudste documenten dateren uit 1229. Vanaf dat moment worden talloze verwijzingen gevonden naar de Joden van Besalú, de synagoge, de burgemeesters en de Joodse functionarissen. De artsen van de Joodse gemeenschap genoten internationale bekendheid en de Aljama, de Joodse gemeenschap, was goed voor tussen de tien en vijftien procent van de stadsbevolking. De Joden hielden officiële posten in de stad en in de joodse wijk in het bijzonder zoals deurwaarders en secretarissen van de Aljama. Joodse achternamen uit Besalú kunnen nog steeds in Israël worden getraceerd: Balmanya, Mozes Besalú, Vides Durán en in het bijzonder Benvenis, Bonastruc Vital, Bonastruch Mercadell of Bonsenyor en Bonfill Bondia. Besalú heeft als uniek joodse erfgoed een gave Mikveh, een ritueel badhuis, uit de 12de eeuw. Op 4 oktober 1264 verleende Jaime I de Veroveraar de Joodse gemeenschap het recht om in Besalú een synagoge te bouwen. In oude documenten wordt de synagoge van Besalú synagoge steeds verbonden met de Plaça dels Jueus (Jodenplein). De synagoge werd in 2005 ontdekt naast de Mikveh. De joodse gemeenschap van Besalú groeide tot het midden van de 14e eeuw, ook door immigratie van Joden uit Al-Andalus en Frankrijk waar ze rond 1306 werden verdreven. De bevolking van de Joodse wijk werd in die tijd geschat op ongeveer 300 mensen. In 1342 veranderde er veel doordat in dit jaar koning Pedro IV het mogelijk maakte dat de Joden van Besalú het recht hadden op te treden als
een onafhankelijke gemeenschap onafhankelijk van de aljama van Girona. Dit was de tijd van de grootste burgerlijke dynamiek in de stad. De Joodse wijken van Besalú in stonden in contact met alle Joden van Catalonië en zelfs met aljamas in de rest van Europa. De Zwarte Dood Dit tijdperk van welvaart en vooruitgang duurde slechts vijftig jaar. Op het eind van de Veertiende Eeuw heerste de Zwarte Dood (de pest) over Spanje. Er vielen veel slachtoffers, beduidend meer onder niet-Joden dan onder Joden. Waarschijnlijk speelde daarbij de betere hygiëne onder Joden (en Moren) en de verplichte rituele reiniging een belangrijke rol. Maar inzicht in de rol van hygiëne bij het voorkomen van besmettelijk ziekten kwam pas een half millenium later. Voor het ongrijpbare kwaad van de Zwarte Dood moest een zondenbok worden gevonden. De Joden met hun afwijkend gedrag en onbegrepen reinigingsrituelen waren een dankbaar slachtoffer. De pogroms van 1391 betekenden het begin van het einde. Sommige Joodse gemeenschappen overleefde de terreur en verwoestingen van de Joodse wijken, maar ze waren nooit meer in staat hun vroegere sta-
PRAKTISCHE INFORMATIE
Hoe er te komen? Op Barcelona vliegen veel budgetmaatschappijen. Wij vlogen met het Spaanse Vueling. De luchthaven beschikt over een treinstation. Girona en Tortosa zijn goed per trein en bus te bereiken, Besalù beschikt over goede busverbindingen. De tocht door het Ebrodal naar de Bodega Capçanes ondernamen we met een privé-auto. Accommodatie Tortosa en Girona beschikken over voldoende en gevarieerde overnachtinsgmogelijkheden. Tortosa heeft een Parador, een luxueus en toch betaalbaar hotel in de voormalige Citadel. Een aanrader.
Voormalig middeleeuw badhuis in Girona, nu Joods historisch museum
tus terug te krijgen. In Besalú zijn overigens geen sporen van de terreur van 1391 gevonden. Het aantal Joden inwoners is na dat jaar echter wel drastisch terug gelopen. Girona De historische kern van Girona ligt op de steile Caputxins heuvel, die hoog bo-
Kaarten en gidsen In toenemende mate vormt het internet een bron van betrouwbare informatie. Daar zijn ook e-boeken te downloaden, zoals het inzicht gevende JEWISH CATALONIA. A JOURNEY TO THE LANDS OF EDOM. Generalitat de Catalunya Departament d’Innovació. Universitats i Empresa. www.gencat.cat/diue/doc/ doc_28809671_1.pdf
ven de vlakte uitsteekt. Karakteristiek is het beeld van de ‘hangende’ huizen aan de rivier Onyar. Een van de mooiste pleinen van de stad is het Plein van de Onafhankelijkheid, een sfeervol plein met terrasjes en restaurants. De oorspronkelijke kathedraal van Girona, op dezelfde plek als de huidige, werd door de Moren in gebruik genomen als moskee. Nadat hun verdrijving werd de moskee volledig verbouwd. Het resultaat is één van de mooiste gotische kerken in Spanje. Een ander hoogtepunt van Girona zijn de originele Arabische badhuizen, die werden gebouwd in 1194. In een daarvan is het Joods Historisch Museum gehuisvest. In de twaalfde eeuw en dertiende eeuw kende Girona een bloeiende Joodse gemeenschap, met een belangrijke Kabbalistische school. De rabbijn van Girona uit de dertiende eeuw, Mosjé ben Nachman (Nachmanides) schopte het tot Groot-Rabbi van Catalonië. De Joodse wijk van Girona is één van de mooiste en grootste van Europa. Aan deze bloei kwam abrupt een einde in 1492, toen de Katholieke Koningen Ferdinand en Isabella de Joden het land uitdreven. De oude Joodse “Call”(wijk, gemeenschap) is één van de best bewaarde middeleeuwse wijken van Europa. De stichting “Call” beheert dit belangrijke erfgoed. Het museum in de oude Joodse wijk toont de Joodse geschiedenis van Girona en van Catalonië. Er hangt prachtige kunst in het historische pand dat ooit diende als Arabisch badhuis en later als toevluchthuis voor de Joden. ❙❚
1-2013 Op lemen voeten 9
Europa
Tekst Rick Eggink m.m.v Jan Erik Burger en Foto’s Jan Erik Burger & Rick Eggink
Duitsland Eifel
Burg Lissingen
Gerolstein, Vulkaaneifelpad Amper 12.000 jaar geleden was de laatste vulkaan uitbarsting in de Eifel. Van actief vulkanisme is nu niet veel meer te merken dan de CO2 belletjes die hier en daar in bronnen omhoog borrelen en de geiser bij Wallenborn, maar geologen houden deze streek opnieuw in de gaten. Het zou namelijk zo weer kunnen gebeuren. In de tussentijd heeft dit lage middelgebergte met zijn geërodeerde vulkanen en kraters wandelaars veel te bieden. De Eifel biedt 1500 km aan paden met weidse uitzichten, bossen, moerassen en bronnen. We beginnen in de stad die vooral bekend is om haar mineraalwater, Gerolstein. 10 Op lemen voeten 1-2013
Burg Lissingen In de middeleeuwen streden de bisschoppen van Trier en de graven van Luxemburg om het bezit van de Eifel. In dit sterk versneden gebied tussen de belangrijke machtscentra Aken, Keulen en Trier ontstonden vele kleine heerlijkheden met elk een eigen kasteel. Er waren tenslotte 140 kastelen waarvan er meer dan 100 werden verwoest door de Franse koning Lodewijk XIV tijdens de Pfaltzer Successieoorlog aan het eind van de 17de eeuw. Burg Lissingen bij Gerolstein bleef overeind, zijn heer streed namelijk in het leger van Lodewijk. Bij de burcht Lissingen treffen we een man met een baardje. “Kijk maar wat rond” zei hij “ik wacht op twee Nederlandse journalisten.” Als wij ons als zodanig voorstellen, is het ijs meteen gebroken. De burcht Lissingen wordt voor het eerst vermeld in 1222 en is nooit verwoest. Ondanks de vele verbouwingen door de eeuwen heen heeft zij nog steeds iets van haar oorspronkelijke middeleeuwse aanzien behouden. De burcht beschikt over een watermolen aan
125 jaar Eifelverein Dit jaar bestaat de Eifelverein 125 jaar. Dat wordt gevierd met een feestelijk wandelprogramma: www.eifelverein.de. In de artikelen over de Vulkaneifel kunt u lezen hoe de Eifel in de 19de eeuw van een welvarende streek was vervallen tot het Pruisisch Siberië. Reden genoeg voor wiskundeleraar Dr. Adolf Dronke om de ‘Eifelverein’ in het leven te roepen. Het is nog altijd de grootste vereniging in de Eifel met 29.000 leden verdeeld over 160 dorpskringen. Een van de belangrijkste taken van de Eifelverein is de aanleg en het onderhoud van wandelpaden. De zes doorgaande noord – zuid wandelroutes (zwarte driehoek) en zeven oost-west routes (zwarte pijl), de drie lange afstandspaden, een Fernwanderweg en vier regionale wandelwegen zijn samen goed voor 3000 kilometer wandelpad. Daarnaast is er het onderhoud van 6500 kilometer lokale wandelpaden. De Eifelsteig is in het leven geroepen als Qualitätswanderweg, waarvan OLV er een aantal voor u heeft gelopen. De Eifelverein geeft 50 wandelkaarten en een wandelgids uit. Stuk voor stuk kwaliteitsproducten.
de Oosbach die verderop uitmondt in de Kyll. Deze molen maalde niet alleen graan maar ook eikenschors, dat gebruikt werd bij het looien van leer. In het begin van de 20e eeuw werd de molen gebruikt om elektriciteit op te wekken. Hoewel de burcht op de monumentenlijst prijkt, oogt ze verwaarloost. Toch is het personeelsbestand niet gering en probeert men met een restaurant en een brouwerij inkomsten te genereren. De mensen die hier werken zijn geen vrijwilligers maar mensen met een ‘vierhundert euro job’. Deze Duitse regeling houdt het midden tussen betaald vrijwilligerswerk en een gesubsidieerde baan. Dat geeft bedrijvigheid maar zal niet genoeg opleveren voor een restauratie van het gebouw. Het Keltenpad Een stadswandeling in Gerolstein voert ons van het Bronnenplein naar de St. Annakerk. We klimmen verder naar de ruïne van de Leeuwenburcht, vroeger Gerardstein geheten. De naam van de stad is een verbastering daarvan. Vanaf de ruïne is de immense bottelarij van het lokale ‘Sprudel’ te zien, het bekendste bronwater in Duitsland. Vanaf de ruïne heb je een mooi uitzicht op het grote spoorwegemplacement. Dit strategisch belangrijke knooppunt is tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd waarbij ook Gerolstein voor meer dan 80 procent verwoest werd.
Königstanne
Eicholzmaar
Op een top boven Gerolstein ligt een Keltenburcht, een Keltisch ringfort. Tegen beter weten in hopen we hier een grootse burchtruïne aan te treffen. Na een glibberig en steil pad komen we bij een heuvel waarop een uitzichttoren staat en een bord met een artist’ s impression van een Keltenburcht. In werkelijkheid zijn met moeite de povere en bemoste restanten van een dubbele ringmuur tussen de groene ondergroei te herkennen. De Kelten woonden hier al voor onze jaartelling. Over hen is niet zo veel bekend omdat zij geen geschreven teksten hebben achtergelaten. Het waren bekwame smeden. De maliënkolder is bijvoorbeeld een uitvinding van de Kelten. Onderweg zijn we een Königstanne uit 1815 gepasseerd, 48 meter hoog en zo dik dat twee mensen met uitgestrekte armen hem niet kunnen omvatten. Onze gids noemt het Pruisische bomen. Aan het begin van de 19e eeuw waren in de Eifel vrijwel alle inheemse bomen gekapt. Het kappen begon al in de tijd van Kelten en Romeinen, die het ijzererts smolten in hout
gestookte ovens. Na de verdeling van Europa tijdens het Wener Congres in 1815 kwam de Eifel onder heerschappij van Pruisen. Om de kale heuvels te herbebossen werden fijnsparren aangeplant, vooral voor de mijnbouw, die inmiddels naar het Ruhrgebiet was verplaatst. De ijzer- en houtvoorkomens in de Eifel waren uitgeput. De resterende ijzervoorkomens te klein voor de moderne tijd. De Eifel bleef verarmd achter. Hoewel de spar hier een uitheemse soort is, is het nu de meest voorkomende boomsoort in de Eifel. Het Vulkaanpad Met onze lokale gids lopen we door bloeiende gele koolzaadvelden. Koolzaad bloeit vroeg in het jaar, van de zaden wordt onder meer biobrandstof gemaakt. Door het vroege tijdstip waarop geoogst kan worden kunnen de akkers nog voor een laat bloeiend gewas als mais gebruikt worden. Het pad voert omhoog naar een alleenstaande heuvel, de Rother Kopf, een vulkaan. Vlak onder de top is een grot uitgehakt in het 1-2013 Op lemen voeten 11
Hanwag Alta Bunion winnaar van de Outdoor Award 2013 categorie
schoenen
W
IN
info@hanwag.nl
|
R!
Eindelijk een oplossing voor mensen die last hebben van een Hallux Valgus, oftewel een scheefstand van de grote teen ten gevolge van een vergroeiing in het teengewricht. HANWAG heeft hiervoor een speciale trekkingleest ontwikkeld, die precies op de plaats waar de “bobbel� zit meer ruimte biedt. Geen stiknaden meer die drukpunten kunnen veroorzaken. Model Alta Bunion heeft een volledig chroomvrije leren binnenvoering, dus vrij van allergenen; een weldaad voor mensen met een gevoelige huid en diabetici. De Alta Bunion is verkrijgbaar in een specifieke dames- en herenleest en is bovendien verzoolbaar.
NAA
www.hanwag.nl
vulkanisch gesteente, waar molenstenen werden uitgehouwen. Mislukte exemplaren hebben de houwers maar aan het plafond laten zitten. Zulke diepe grotten werden vroeger ook als ijskelders gebruikt. Vanaf de top hebben we een prachtig uitzicht over een golvend landschap met bossen, weilanden en akkers. Als we later tussen de akkers lopen zegt de gids “Kijk eens hoe mooi de heuvelrug rondom ons loopt’’. Maar in die ring van vulkanen zit een gat. Dat is geen gevolg van vulkanische activiteit, maar van de winning van basalt en vulkanische as. Elke drie jaar verdwijnt zo een hele vulkaantop uit de Eifel. Basalt was in Nederland vroeger geliefd voor kustbescherming en dijkverzwaring. Nu is het te duur, maar in oude Nederlandse dijken is het basalt uit de Eifel nog terug te vinden. Een paar kilometer verder lopen we over de bodem van een krater van enkele kilometers in doorsnee. Op een open plek tussen de akkers ligt de opgraving Weiermühle. Ooit stond hier een Romeinse villa aan de heirweg tussen Trier en Keulen, de Via Agrippina. Op een sokkel staat een Grif-
PRAKTISCHE INFORMATIE
De Eifel telt vele wandelwegen verdeeld over vijf gebieden. Allereerst is er de Eifelsteig van 313 kilometer van Kornelimünster bij Aken naar Trier. Maar er zijn ook 1200 kilometer aan partnerpaden uitgezet. Het zijn vaak rondwandelingen die variëren van kort en makkelijk tot lang en moeilijk. Wij wandelden het Keltenpad en delen van het Vulkaanpad. De Tourist Info van Gerolstein biedt in het seizoen enkele keren per week gegidste wandelingen aan. Hoe er te komen het snelst met de auto via Luik en Sankt Vith. Trein: Vanaf Amsterdam-Centraal vertrekt iedere twee uur een trein naar Keulen, daar overstappen op de trein naar Gerolstein. Accommodatie In Gerolstein en Stadtkyll zijn hotels, pensions, een camping en een jeugdherberg.
fioenskop, die de ingang van een Romeinse begraafplaats markeert. Met zijn arendskop en leeuwenlijf symboliseert hij de heerschappij over twee werelden, die van de levenden en die van de doden. Eicholzmaar Dan stoten we op een riet omzoomd maar, een ideaal gebied voor vogels. Met zijn 120 meter doorsnee behoort het Eicholzmaar tot de kleinste ‘maaren’ in de Eifel (zie ook het artikel over deze ‘blauwe ogen van de Eifel’ elders in deze OLV). Op sommige plaatsen welt helder water uit de basaltbodem op. Al lijkt basalt op het oog een dicht gesteente, het is niet waterdicht. Regenwater sijpelt door de karakteristieke zeskantige spleten, die ontstaan bij het stollen van het gesteente. Zover het oog rijkt in cultuur gebracht land. Op een paar toppen in de verte staan moderne windmolens. We klimmen naar een kapel, in de Eifel zijn mensen voor 90% rooms-katholiek. Even later passeren we een veld met nieuwe aanplant met sparren. Geen afrastering eromheen maar paal-
Kaarten en gidsen Rother wandelgids Eifel. Uitgeverij Elmar. Goede wandelgids, maar meer wandelingen in het hart van de Eifel zouden niet hebben misstaan. Veel gratis informatie staat op de Eifelsite maar ook op papier, onder andere een handige overzichtskaart van de gemarkeerde wandelpaden. Websites www.eifel.info www.gerolsteiner-land.de www.stadtkyll.de www.oberskylltal.de www.bahn.de
Pittoresk Kronenburg
tjes met doekjes ertussen. De gids ziet mijn verwonderde blik en zegt: die doekjes zijn in een bepaalde geurstof gedrenkt. Wij ruiken dat niet of nauwelijks maar dieren wel. Zo wordt de nieuwe aanplant beschermd tegen hertenvraat en zwijnengewroet. Het pad leidt verder door een oud dennenbos. Op een plek waar enkele bomen gekapt zijn ligt een grote hoop verhakseld hout. Ik wil mijn hand erdoorheen halen om de geur los te maken maar houd nog net op tijd in. Het is een mierenheuvel van wel een meter hoog. Deze hoge mierenheuvels zijn een bijzonderheid van de Eifel. Aan de rand van het bos waar het daglicht beter de bodem bereikt is een veld waar verschillende soorten wilde orchideeën groeien. Een kleine verandering in grondsoort, lucht of vochtigheid kan de orchideeën doen verdwijnen. De ‘dactylorhiza maculata fuchsii’ ofwel bosorchis domineert. In Nederland komt die niet in zulke aantallen voor. Na de flinke boswandeling komen we uit in Stadtkyll, een stadje dat zich vanwege zijn zuivere lucht als Luftkuroord presenteert. Al in 1292 kreeg het stadsrechten en werd er een stadsmuur gebouwd. Van de oude stad is weinig over. Door de eeuwen teisterden branden en oorlogsgeweld de stad. De zwaarste verwoesting was tijdens Tweede Wereldoorlog. Pittoresk Kronenburg Een paar kilometer verderop ligt Kronenburg, een pittoresk middeleeuws stadje met oude huizen en smalle steegjes en een kerk met maar één pilaar. Opeens lijkt het of je in een andere tijd terechtgekomen bent. De burcht wordt al in 1277 vermeld. In de volgende eeuw stierf het geslacht Kronenburg echter uit en raakte de burcht in verval. Met het verval van de burcht verliest ook het stadje aan belang. Hoewel de Eifel een roerig gebied is geweest met veel machtswisselingen, zal het gegeven dat de burcht geen noemenswaardige machtsfactor meer was de stad veel leed hebben bespaard. Uiteindelijk bouwt de graaf van Blankenheim in 1766 op deze plek een jachtslot. Dit buitenhuis herbergt nu een vier sterren hotel. ❙❚
1-2013 Op lemen voeten 13
Europa
Tekst en foto's Hanneke van de Ancker en Pim Jungerius
Duitsland
©Info Tourismus Daun
Weinfelder Kapelle en Weinfelder Maar
Maren, de blauwe ogen van de Eifel Natur- en Geopark Vulkaneifel tussen Gerolstein en Daun dankt zijn uiterlijk aan het vulkanisme. Er zijn in 2012 een aantal nieuwe doorgaande wandelroutes uitgezet. De Marenroute voert langs alle varianten van deze klassieke Eifel schoonheden. De Eifel is niet het enige gebied ter wereld waar maren voorkomen - veel vulkanisch gebieden hebben een of twee maren - maar de Eifel heeft er ruim zeventig! Tien zijn er met water gevuld, binnenkort zijn dat er twaalf.
Hinkelsmaar
De Vulkaneifel is zowel een Europees als Wereld Geopark De Vulkaneifel is zowel Europees als Global Geopark, dat staat voor een op aarde uniek landschap, met een goede bescherming, een hoge kwaliteit van natuur- en landschapsbeheer, toeristische ontsluiting, educatie en veel aandacht voor innovatie en regionale productontwikkeling. Deze aandacht voor goed beheer ontbreekt (nog) bij de aanwijzing van een gebied als Wereld Erfgoed.
14 Op lemen voeten 1-2013
H
et is al donker als we in ons hotel in Schalkenmehren aankomen. De volgende ochtend kijken we vanuit onze kamer op de steile wanden van het Schalkenmehrenermaar. Het lijkt op het eerste gezicht alsof we midden in een vulkaankrater zitten met op de bodem een flink meer. Het zit anders: bij een vulkaan zou het gesteente in de trechter uit lava en vulkanische as bestaan, hier zitten wij in een diep gat in het oorspronkelijke gesteente. Romeinse wijnbouw We zien vanuit ons raam restanten van oude landbouwterrassen op de hellingen van het maar. Zou er in het verleden wijn zijn verbouwd? Het lijkt niet onmogelijk:
de temperende werking van het ronde meer en de steile zon-gerichte wanden zijn gunstige voorwaarden. Recent onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat de Eifel door de Romeinen in cultuur was genomen. Er werd vooral graan verbouwd voor de inwoners van Keulen. Daarnaast brachten de Romeinen hun wijnbouw naar deze streken. Het regent, en niet zo’n beetje ook. Na het ontbijt gaan we gewapend met een grote paraplu op pad. De ogen van de blauwe Eifel zijn vandaag troebel grijs. De regen schrijft fijne kringetjes in het water. We nemen het laagste van de drie paden rond het meer. Een zompig graspad voert langs hoge pluimen lichtend bruin riet, dan volgt een stuk waterrand. Onze kleurige paraplu laat een eenzame aalscholver opschrikken.
Hij vertrekt naar de andere kant van het meer. Futen en meerkoeten peddelen onverstoorbaar verder. Eigen stroomgebied Elke maartrechter is een eigen klein stroomgebiedje. Van de hoge trechterrand stroomt het regenwater door bodem en spleten van het gesteente richting maar. Op zijn weg door de ondergrond wordt het water vrij voedselrijk. Vanwege de nabijheid van het dorp is de kwaliteit van het water nog niet ideaal, maar men werkt aan verdere verbetering. Zwemmen en vissen in de buurt van Schalkenmehren is toegestaan, bij veel andere maren is dat verboden. Weg van het dorp verandert de oeverlijn in een broekbos met een kern van riet, een beschermd natuurgebied. We klimmen de kraterwand op, naar de middelste wandelweg. Van hier heb je een beter overzicht en is goed te zien dat de maarbodem eigenlijk uit drie explosietrechters bestaat. Alleen in de diepste staat water. We bereiken de landbouwterrassen die we vanuit ons raam zagen. Op de terrasranden staan hoogstam vruchtbomen, zo’n 300 in getal. Oude varianten appels, peren, pruimen. Het fruit wordt aan de dieren gelaten. Daarom zijn hier ’s zomers veel vogels, insecten en hagedissen te vinden. Nu zwalken slechts twee groepjes grauwe gorzen over enkele akkertjes heen en weer, op zoek naar zaden. Koningin der wandelroutes De wandeling om het Schalkenmehrenermaar is een opwarmertje. Het begin van de Vulkaneifel Marentocht valt samen met de Eifelsteig, de koningin onder de Eifel wandelroutes. We klimmen omhoog over een bospad naar een hoger gelegen plateau. Vandaar hebben we een prachtig uitzicht over een glooiend landbouwgebied met hier en daar bos. Het landschap van de Eifel laat zich niet eenvoudig lezen. Er is het vervlakte oude berglandschap van de
‘ De ogen van de blauwe Eifel zijn vandaag troebel grijs. De regen schrijft fijne kringetjes in het water’
Holzmaar
Strohner maar 1-2013 Op lemen voeten 15
Europa
Gemundener maar
De maren van de Eifel De Eifel maren zijn ontstaan doordat er op 400 km diepte een zogenaamde ‘’hot spot’’ ligt. Stel dit u simpel voor als een grote kamer vol magma, vloeibaar gesteente. Magma kan langs diepe breuken in de aardkorst omhoog komen. Zulke diepe breuken komen hier voor, ze stammen uit een tijd dat de Eifel een echt gebergte werd. Dat gebergte is inmiddels afgevlakt tot een licht glooiend landschap, de hoogvlakten van de Eifel. Als langs breuken oprijzend magma op waterrijke gesteentelagen stoot gaat het water onmiddellijk over in stoom. Dan verandert 1 liter water van het ene op het andere moment in 1700 liter waterdamp. In de omgeving van Daun liggen dergelijke waterlagen op circa 200 meter diepte. Op die diepte heeft het gesteente verder weinig spleten en scheuren. De waterdamp kan daarom niet ontsnappen. Wat dan volgt, is een enorme explosie, waarbij een diepe explosietrechter ontstaat. Het bovenliggende gesteente wordt totaal verbrijzeld de lucht in geslingerd en in een ringwal om de explosietrechter afgezet. Een aantal maren zijn dichtgegroeid met hoogveen, andere maren zijn half verland en staan vol riet. Twee in het verleden droog gelegde maren worden weer hersteld: ze krijgen weer een 16 Op lemen voeten 1-2013
meer. De vele droge maren zijn meestal als landbouwgrond in gebruik. Tot voor kort dacht men dat het vulkanisme in de Eifel niet meer actief is. De bronnen waarin CO2-gas omhoog borrelt zag men als bewijs voor vrijwel uitgedoofd vulkanisme. Tegenwoordig zijn de inzichten veranderd. De randvoorwaarden voor een nieuwe uitbarsting zijn hier nog aanwezig! Uitbarstingen waren er in het verleden om de 10.000 tot 20.000 jaar. De laatste uitbarsting was ongeveer 11.000 jaar geleden, het Ulmenermaar. Het Eifelvulkanisme zwenkt heen en weer tussen de oostelijke en westelijke Vulkaaneifel. De echt grote klappers, zoals de vorming van de Laachersee waarbij de as neerdaalde tot bij Parijs, Berlijn en zelfs Zuid-Zweden, komen uit de oostelijke Vulkaaneifel. Over het Eifelvulkanisme is nog veel meer te vertellen. De Eifel heeft daarom een aantal moderne musea ingericht die elk een ander aspect van het vulkanisme belichten. Bij maren en andere bijzondere plekken staan fraaie panelen met goed gedoseerde informatie, ook in het Nederlands. Groene panelen voor flora en fauna, rode panelen over vulkanen en landschap en blauwe voor waterzaken.
hoogvlakten, waarin karakteristieke vulkaantoppen uitsteken. De maren maken er een gatenkaas van, met meer of minder grote en diepe trechters. Dan wordt de Eifel ook nog langzaam opgeheven, 1 mm per jaar in het noordwesten, 0,5 mm in het zuidenoosten. Over tienduizenden jaren tikt dat flink aan, waardoor de rivieren steile diepe canyons, kloofdalen, hebben uitgesleten, die naar de Moezel afwateren. Vooral in het gebied rond Daun liggen veel maren. We vervolgen de route over de glooiende hoogvlakte met in de verte enkele beboste vulkaankegeltjes. We passeren een klokkengieterij. Het grauwe weer waarbij regen, sneeuw en mist elkaar afwisselen schept een geheel eigen sfeer die goed bij het landschap past. We gaan opnieuw een bos in en bereiken drie maren. Het eerste is relatief klein en ligt op een laag punt midden in het akkerland. In een sneeuwbui bereiken we het Dürresmaar. Spectaculair, een ovaal hoogveen met rond de hoogveenkern een rand van water. Het pad slingert verder door een sprookjesachtig beukenbos. Dan bereiken we een rond maar vol water, het diepe Holzmaar. Langs de westrand rijzen sigaren van lisdodden op en wat broekbos. In Gillenfeld eten we bij de lokale bakker een smakelijk broodje , waarna we omhoog klimmen naar de kerk, die op een smalle rotspunt boven het dorp uitsteekt. Ongetwijfeld een vulkaannek, een met lava opgevulde kraterpijp, de rest van de vulkaan is door erosie of afgraven verdwenen. De kerk is gebouwd van zwarte vulkaanbommen. Ernaast ligt een mooi onderhouden Mariagrot van brokken lava. Na het dorp volgen er opnieuw drie fraaie vulkanische fenomenen. Eerst het grootste en diepste Eifelmaar, het Pulvermaar, meer dan 70 m diep. Over de korte steil beboste helling van de Römerberg, een halve vulkaankegel waarin half afgebroken lavastromen hangen, bereiken we het Strohnermaar dat achter de berg verscholen ligt. Dit maartje heeft net als het Dürresmaar een hoogveenkern. Ook hier de voor een levend hoogveen karakteristieke rand van water. Wild romantisch De volgende dag lopen we door vlak landbouwgebied naar Immerath, een vriendelijk dorpje dat tegen de wand van een droog maar lijkt geplakt. De donkere veenbodem in de kern schemert door het grasland. Op de maarrand een oud kapelletje, in het centrum van het dorpje een fraai modern meditatiecentrum. De Eifel is in contrast tot de ommelanden katholiek. De vele kap-
Immenrath
pelletjes in het land worden met veel liefde onderhouden. Dan volgt het Immerather Maar, eerst omhoog en daarna weer steil omlaag. Het ligt er eenzaam, met water gevuld, een deel is ontgonnen, deels omge-
PRAKTISCHE INFORMATIE
Hoe er te komen? Daun is per trein bereikbaar. Er is een busverbinding van Daun naar Schalkenmehren. Vraag het Tourist Info vooraf informatie over frequenties en tijden. Zie www.eifel.info/wandern.htm. Vanaf Midden Nederland is het met de auto 3 uur rijden naar de Vulkaneifel. Kaarten en gidsen en accommodatie Het duidelijk gemarkeerde Maaren-pad is een van 14 nieuwe doorgaande wandelroutes in Natur- en Geopark Vulkaneifel. In 2014 krijgt elke wandeling een eigen flyer met routeinformatie. Het Maaren-pad is 35 km lang en loopt van Schalkenmehren naar Lutzerath, waar de route bij een boshut eindigt. Vandaar is het nog ruim 8 km over het Maaren & Thermenpad (no 13) naar Lutzerath.
ven door schraal grasland, deels door bos. Bij Strotzbüsch naderen we het eind van de route. Onverwacht is daar dan opeens een ‘wild romantische’ smalle graat met onder ons de canyon van de Uessbach. Voor ons
De Natur- und Geopark Vulkaneifel wandelkaart 1 : 50.000 met nieuwe wandelroutes en Eifelsteig is te koop bij de tourist info in Daun en Schalkenmehren. Vanaf de website is de route middels GPS-coördinaten te downloaden. De 1: 25.000 Wanderkarte Nr. 20 van de Eifelverein - Daun, Rund um die Maare is er ook te koop en door zijn detaillering een welkome aanvulling, maar de nieuwe paden staan er nog niet op. (www.eifelverein.de) De brochure Eifel Wandelland 2013 (€ 2,ISBN 4 140100 302003 13) geeft een overzicht van de accommodatie langs de route. Het lijkt ons verstandig de route vooraf op eigen tempo te plannen, door gids en bijbehorende 1: 50.000 kaart bij de Tourist Info te bestellen. Let op: de nummering van de Vulkaneifel wandelingen in gids en kaart verschillen. Veel informatie is in het Nederlands beschikbaar. Er zijn veel boekjes die meer vertellen over vulkanisme, historie en cultuur.
betekent dit het einde van de wandeling. Na de zware regenval van de laatste tijd is de ‘Bach’ fiks aangezwollen. Een spectaculair einde. De dag daarna besluiten we nog een aantal maren te scoren. Bij Manderscheid wandelen we het meer van de Windesbornerkrater om, het enige kratermeer ten noorden van de Alpen en dus geen maar, al ziet het er op het oog zo uit. Het Hinkelsmeer ligt aan de voet van deze vulkaanreeks. Vanuit Schalkenmehren klimmen we tot slot het andere deel van de Eifelsteig omhoog naar het Weinfeldermaar en Gemündener maar. Het kleine kerkje op de rand van het Weinfeldermaar is het restant van een dorp, en vertelt een aandoenlijk verhaal over hoe de pest hier in de 16de eeuw heeft huisgehouden. Dit was de favoriete plek van dichteres Clara Viebig, die de maren hun blauwe ogen gaf. Bovenop het plateau is er opnieuw een schitterend uitzicht vanaf de Dronketoren, opgedragen aan de oprichter van de Eifelverein in het midden van de negentiende eeuw, een slechte tijd met veel werkeloosheid en armoe. Dr. Dronke was wiskunde leraar, later gymnasiumdirecteur, en probeerde onderwijs en interesse in eigen land en cultuur te stimuleren. Wat het toerisme tenslotte voor deze streek zou gaan betekenen, zal zelfs hij nooit hebben vermoed. ❙❚
Schalkenmehren heeft ook een eigen marenpad, rondwandelingen met een linker en rechter lus van ca. 6 en 13 km. Zwaarte van de tochten Het Eifellandschap met zijn vele korte steile hellingen maakt dat de wandelingen hier al snel in de categorie gemiddeld of zwaar vallen. In de winter is de Eifel zeker ook een geschikte wandelbestemming met een heel eigen sfeer, veel hotels en de musea zijn dan nog gesloten. Het seizoen begint in maart. Websites www.geopark-vulkaneifel.de www.eifel.info/eifelsteig-partnerwegevulkaneifel-pfade.htm Vanaf deze website zijn de wandelroutes vooraf digitaal in te zien en met GPS te downloaden. www.eifelsteig.de/nl/eifelsteig/partnerwege/partnerwege/maare-pfad
1-2013 Op lemen voeten 17
Europa
Teksten en foto’s Klaas van der Veen
Schotland
Ooit bewoond Schotland, leger dan leeg Motor en propellor van een Avro Anson bommenwerper. (Beinn an Fhurain, Assynt)
“Terug in de bewoonde wereld” is een mooi gezegde. Je bent er even helemaal uit geweest, blootgesteld aan echte natuur. Als je Rousseau mag geloven dé manier om echt mens te worden. Toch, die wildernis bestaat niet. Onze soort begeeft zich vaker dan je denkt op onherbergzame plekken. En laat daar hoogst boeiende sporen achter. Zo blijken de Schotse Hooglanden een ooit-bewoonde wereld te zijn. De leegte wordt leger van die ontdekking.
E
erst even wat geschiedenis. De Hooglanden zijn sinds mensenheugenis bewoond. Door Picten, Kelten, een verdwaalde Romein en Vikingen. Die lieten bouwsels achter, zoals grafkamers, staande stenen en allerlei forten. In de Middeleeuwen vochten clans elkaar de tent uit. Daarna kwam het belangrijkste van alles: de opstand van 1745. De Jacobiet Charles Stuart (Bonnie
18 Op lemen voeten 1-2013
Prince Charlie) rukte met een Schots leger op tegen de Engelse koning, maar werd verslagen. De Engelsen brachten met geweld de Highlands onder controle. Landeigenaren, niet zelden Engelse adel, dwongen het hongerende volk overzee tijdens een gedwongen volksverhuizing, de Clearances, om plaats te maken voor schapen. Toen ook de schapen niet meer rendabel waren, restte er een land met veel hekken, maar zonder dieren en zonder
mensen. Alle bomen waren in de 18e eeuw al gekapt om ijzer te smelten. Rest: boomstronken in zuur veen, vervallen muurtjes en huisjes tussen onverschillige bergen. Het is waanzin om dit land voor ongerepte natuur uit te maken. Toch deed men dat onder aanvoering van kunstenaars, Engelsen nota bene, vanaf begin 19e eeuw. Nu dan wandelen. Schotland is een spelletje. Het ruwe terrein en het onvoorspelbare weer zijn hindernissen waarvan je kunt genieten als je er tussendoor glipt, buiten de greep van smerige buien en de vermoeidheid die bij modder en rotsblokken hoort. Als je daarbij soms een vliegtuigwrak of een loos hek tegenkomt is dat bewijs dat de natuur hier de baas is. Meester van al je voorgangers: de druïde, de jager, de ingenieur en het keuterboertje. De jagers Een voorbeeld. Ergens middenin de Highlands, twee uur gaans van de oostelijke oever van Loch Etive, is het landschap als
‘ De wrakstukken worden zelden opgeruimd, en zijn voor sommige wandelaars een omweg waard’ een versleten meubelstuk. Het grijs van rots kiert overal doorheen. Er is een beek en een bollend vlak met rotsplaten. Erbovenop een klein bouwsel van grote platte stenen. Het is vast een schuilplaats, te klein om in te wonen. Zo’n onverklaard bouwsel maakt het landschap niet ineens bewoond. Integendeel. Komt hier wel eens iemand, of zijn ze al tien jaar niet meer geweest? Is er iets mislukt, in onbruik geraakt? Zijn de bouwers overleden? Het blijft geheim.
Ben Cruachan vanaf Loch Etive. Drystone walls.
De priesters Als je een lange wandeltocht maakt in Schotland, zeg negen dagen, dan kun je niet continu bergen beklimmen of langs schitterende watervallen lopen. Je hebt ook ‘tussenstukken’. Juist daar tref je allerlei sporen aan van menselijke beschaving. Vaak interessant genoeg om de bergen even links te laten liggen. En kom je eens iets echt ouds tegen, een staande steen of een broch, dan ontploft de fantasie. Precies dat gebeurde een jaar eerder, toen ik een onbeduidend bouwseltje tot reisdoel had gemaakt. Tigh nam Bodach, het huis van de oude man. Ook wel Tigh na Cailliche, het huis van de oude vrouw. Kies maar, Wijsheid of Moeder Aarde. Het staat gewoon op de kaart, en als je even goochelt vind je het ook. Het ligt weinig voor de hand om er langs te lopen, maar ik had dit tussenstuk belangrijk gemaakt door van alles uit te zoeken over deze plek. Eerverleden jaar maart had het net flink gesneeuwd toen ik aan de tocht begon. Het bereiken van Tigh nam Bodach was moeilijk. Het is een ‘huisje’ van amper anderhalf meter in het vierkant, nog geen meter hoog. Gebouwd van stenen, met een dak van stenen en mos dat op houten balkjes rust. Ik wist wat de functie van het gebouwtje was: een tempel. Binnenin, onzichtbaar voor mij, staat een reeks stenen figuren, vormen eigenlijk. De figuren worden op Beltane (1 mei) buiten het tempeltje gezet, en gaan op Samhain (1 novem-
“Huis van de oude man”, tempeltje voor de zonnegod (Glen na Cailliche (glen van de oude vrouw)) 1-2013 Op lemen voeten 19
an er v rt tob a ka t Ok ty e r m e lib t en Uw i to n Ju
Meer dan 20 activiteiten en transporten gratis Overnacht in Anniviers en profiteer van vele voordelen voor uw vrije tijd en transport.
anniviers-liberte.ch
Primitieve schuilplaats voor jagers. (Bealach Cumhann, nabij Loch Etive.)
ber) er weer terug in. Door wie dat gebeurt, ik weet het niet. Misschien wel door twintigers in lange zwarte jassen. Het is nietig, bepaald geen kathedraal, maar ik vond het ding nog veel vreemder dan ik had verwacht. De vermoeidheid speelde natuurlijk ook een rol. Zo werd een ‘gewoon’ ruig stuk Schotland ineens een decor, een getuige. Mensen hadden die plek belangrijk gevonden, hem uitgekozen voor een ritueel. En een wandelaar uit Haarlem was door het huisje aangetrokken, en nog gekomen ook. De ingenieurs De Highlands zijn kleddernat, met veel hoogteverschillen. Energie uit waterkracht ligt voor de hand. Een aantal ambitieuze projecten zijn in de jaren vijftig en zestig gebouwd. Stuwmeren weren aangelegd en vaak gevuld door water uit verder weg gelegen rivieren aan te voeren met pijpleidingen. Een van de beroemdste ‘Hydro Works’ is dat onder Ben Cruachan, in Argyll aan de zuidwestkust. Een prachtige berg met een reeks toppen boven de 1000 m. Maar pak je de kaart erbij, dan zie je met stippellijnen ingetekende tunnels onder de berg, naar het reservoir aan de zuidkant. Op een hoogte van zo’n 450 meter is een heel aantal corries afgetapt. Een weggetje loopt langs alle aftappunten. Naast elke betonnen bakken waar het water zich in stort, is een tunnelingang met een hek ervoor. Je zou onder de berg door kunnen lopen in plaats van er overheen. Heb je een paar tunnels gezien, dan voelt de berg anders, de besneeuwde richels hebben een ondertoon gekregen. Het is hier wel leeg, maar niet maagdelijk. De soldaten Het modernste pelgrimsdoel is het vliegtuigwrak. Technologie die uit de lucht viel. Meestal is het oorlogstuig, dat in het slechte weer en ingewikkelde terrein van de Highlands komt oefenen. Van de betrokken toestellen is alles bekend: serienummer, herkomst, route die dag, en de oorzaak van
het neerstorten. De wrakstukken worden zelden opgeruimd, en zijn voor sommige wandelaars een omweg waard. Wrakstukkenzoekers verzamelen de gegevens en foto’s op websites, waardoor je makkelijk
PRAKTISCHE INFORMATIE
Schotland is heel goed bereikbaar per boot (IJmuiden-Newcastle, dagelijks). Per spoor naar de Highlands is onvergetelijk. Eén lijn loopt van Glasgow door het zuidwesten van de Highlands over het Harry Potter-viaduct naar Mallaig, één lijn van Edinburgh door het oosten van de Highlands naar Inverness, waar de lijn vertakt voor Noord Schotland. (www. scotrail.co.uk) De bussen van Citylink zijn een goedkoper alternatief voor de trein. Vliegen naar Schotland kan met prijsvechters, maar ook KLM is niet duur. Accommodatie Vanaf Pasen zijn er overal bed and breakfasts open (zie ook www.walk highlands.co.uk), en in de bergen staan zogeheten bothies (www.mountainbothies.org.uk). Wildkamperen is overal toegestaan met toestemming van een landeigenaar indien die in zicht is. In de maanden juni t/m augustus veel overlast van insecten.
kunt nagaan of je route langs een crashplek voert. De ramptoerist wil menselijk falen constateren. Dit landschap is groter dan de mens, ontembaar. Die suggestie is zonder wrakstukken niet bewijsbaar, maar met wrakstukken onontkoombaar. Uiteindelijk is het me duidelijk: hoe ouder het vervallene, hoe sympathieker. Hoe nieuwer het vervallene, hoe sterker het effect, hoe machtiger het landschap lijkt. Ik ben van ze gaan houden, de dammen, de hoogspanningsmasten, de verlaten huisjes, de muren en de hekken. Zelfs landrovers en straaljagers zijn geen stoorzenders meer als je ze in verval aantreft op de hellingen. Gescheurd metaal met Air Force erop zegt: ga toch te voet. En o ja, blijf niet te lang, niemand houdt het hier uit. ❙❚
locaties in de bergen heb je drie websites nodig: www.geograph.org.uk: foto’s van elke vierkante kilometer, doorzoekbaar op trefwoord of via interactieve kaart. Een goudmijn. www.walkhighlands.co.uk: wandelwebsite boordevol routes, foto’s en tips. Met rijk gevuld forum, goed doorzoekbaar. Voorzien van goed interactief kaartmateriaal en GPS-planner. www.stravaiging.com: alle prehistorische en historische overblijfselen verzameld. Standing stones, crannogs, brochs, souterrains, cup-marked stones e.v.a. Voor liefhebbers van vliegtuigwrakken: http://www.aircrashsites-scotland.co.uk Kaarten Alle bronnen verwijzen naar coördinaten die terug te vinden zijn op kaarten van de Ordnance Survey, 1:50.000 of 1:25.000. Walkhighlands heeft deze kaarten online beschikbaar. Voor smartphone beschikbaar via o.a. Viewranger (www.viewranger.com).
Wandelen in Schotland Het wandelen langs interessante bouwsels, slagvelden of verlaten dorpjes is niet moeilijk, mits je voorbereid bent op het grillige weer. Als dat meevalt, kun je gaan en staan waar je wilt. Geen bewegwijzering, hutten, kabelbanen of ander ongemak. Vrijheid. Voor het speurwerk naar interessante
1-2013 Op lemen voeten 21
Europa
Tekst en foto’s Jan Erik Burger
Griekenland
Een verkenning van Noord-Griekenland en Athos Rotsklooster in Meteora
Ik ben gymnasiast, ik geef het eindelijk toe. Desondanks was ik tot de lente van 2012 nog nooit in Griekenland geweest. Hoog tijd om dit gemis goed te maken. Met beide handen greep ik dan ook een uitnodiging voor verkenningsreis naar Noord-Griekenland aan. Op de graven van Philippus van Macedonië na, ook al geen klassieke Griek, heb ik nauwelijks klassieke ruïnes gezien. De nadruk lag elders: overweldigende natuur en een bezoek aan de autonome republiek Athos, voor vrouwen verboden gebied. Alleen hennen zijn er toegestaan. Een verkenning.
D
e Griekse regio Epirus aan de Ionische Zee wordt in het oosten begrensd door het ruige en moeilijk toegankelijke Pindosgebergte, met tot in de lentemaanden besneeuwde toppen. In het zuiden aan de Golf van Arta liggen vruchtbare groene 22 Op lemen voeten 1-2013
vlakten. De geschiedenis is hier (en elders in Griekenland) ruwweg in drie perioden te delen. Elke periode heeft indrukwekkende monumenten achtergelaten. Na de antieke geschiedenis met plaatsen als Nekromantion, Nikopolis (bij het huidige Perveza) en het orakel van Dodoni volgde een Byzantijnse bloei met vele kerken en kloosters,
zoals in Meteora. Vanaf de 14e eeuw maakten eerst de Albanezen en later de Turken de dienst uit in Epirus. Uit de vier eeuwen Turkse overheersing is vooral de machtige en wrede Ali Pasja bekend, overigens een etnische Albanees. Cultureel erfgoed Zagoria Ten noorden van Ioannina ligt de Zagoria, cultureel erfgoed en Nationaal Park. Diepe afgronden met zwaar beboste hellingen en snel stromende, deelse onderaardse rivieren. Over die rivieren liggen prachtige boogbruggen. In de dorpen Groot- en Klein-Papingo zijn de huizen en zelfs de straten van dezelfde grauwe leisteen gebouwd, waardoor ze nauwelijks afsteken tegen de imponerende bergen op de achtergrond. Rondom de dorpen ligt een uitgebreid netwerk van paden. Favoriet bij de wandelaar zijn de Vikos kloof en de Aoos kloof met hun snel stromende rivieren die uiteindelijk samen de rivier de Aoos vormen, die als Vjosës uiteindelijk in Albanië uitmondt in de Adriatische Zee.
ten, maar je proeft en hoort het ook.” De lokale gerechten, de muziek en de dansen! Tijdens Balkanoorlogen hoorde de provincie dan weer tot het ene land, dan tot het andere land. De drie belangrijkste bevolkingsgroepen in Florina spreken naast het Grieks elk hun eigen taal. Het ‘dopia’, de streektaal, van Florina is een SlavischMacedonisch dialect, sterk verwant aan het Slavisch Macedonisch. Het Vlachs is een Romaans dialect, dat veel op het Roemeens lijkt. De Vlachen waren goede edelsmeden; de ‘dopia’ blonken uit in het vlechten van rieten manden uit riet en in gevlochten kaarsen uit bijenwas”. De dansmuziek bestaat uit koper- en houtblazers en…de doedelzak! Afwisselend klagelijk en opzwepend verbeeldt de muziek de weidse bergvlaktes of volgt het temperament van de dansende bevolking. ’s Middags nemen we deel aan een eet- en dansfeest op het marktplein van het stadje Xino Nero, waar we genieten van een voortreffelijke lunch opgeluisterd door lokale muziek- en dansgroepen.
Zagoria, indrukwekkende boogbrug
Russisch klooster op Athos
Meteora Op drie kilometer van Kalambaka liggen bovenop steil uit de vlakte oprijzende rotsen in totaal 24 kloosters. Tot voor kort konden mannen (!) deze kloosters alleen maar bezoeken door zich in manden te laten ophijsen. Tegenwoordig zijn enkele kloosters via trappen en bruggen te bereiken, zij het niet voor vrouwen. Vanuit de verte zien de meeste kloosters er gelukkig even ontoegankelijk uit als in de tijd van de Turkse bezetters. Florina Griekenlands meest noordelijke provincie Florina ligt in West-Macedonië, deel van het oude rijk van Alexander de Grote. Liefhebbers van klassiek-Griekse cultuur kunnen hun hart ophalen in Pella – de hoofdstad van het Macedonische Rijk en geboorteplaats van Alexander – en in Vergina, waar de koningsgraven van Alexanders vader Philippus liggen. De Nederlandse Carolina de Bie zet zich dag en nacht in om de streek te promoten.
“Nederlanders moeten echt hierheen komen. Dit is een geweldig gebied voor natuurliefhebbers, wandelaars, fietsers en vogelaars. Wij hebben pelikanen en talrijke roofvogels. In haar auto neemt ze ons mee langs de meren van Flórina, waar zijn ruïnes zijn gevonden van bloeiende handelssteden uit de 3e eeuw v. Chr. De Ottomaanse tijd bepaalde de architectuur van de huizen – die vooral ook van binnen een bezoek waard zijn. “Florina had als grensgebied veel vreemde overheersers. Het is een smeltkroes van culturen, eerder Balkans dan ‘doorsnee-Grieks’. Dat zie je aan de huizen, de dorpjes, de kerken, de dialec-
‘ Florina is een smeltkroes van culturen, eerder Balkans dan ‘doorsnee-Grieks’’
Griekse diaspora Olympiada (Olympias) in het noordoosten van het departement Chalkidiki op 90 kilometer van Thessaloniki het telt ongeveer 700 inwoners. Olympiada is jong en gesticht in 1923 door Griekse vluchtelingen uit Turkije. Deze vluchtelingen kwamen uit het Klein Aziatische Agia Kyriaki. Daarom draagt de grote kerk in het dorp de naam Agia Kyriaki. De culturele vereniging ‘Archaia (=oud) Stageira’ organiseert allerlei evenementen en feesten en zorgt zo dat oude gewoontes en tradities bewaard blijven. De omgeving is een prachtig Natura 2000 gebied. Dichtbij Olympiada ligt op een schiereiland Oud Stageira, vol oude muren en ruïnes, geboorteplaats van de filosoof Aristoteles. Op verzoek van Philippus van Macedonië had Aristoteles in 343 v.C. toegezegd om de opvoeding van zijn zoon Alexander, de latere veroveraar van de halve wereld, op zich te nemen. Aristoteles was van de peripatetische (wandel)school, wandelend kan je beter over de dingen nadenken. Het kan geen verbazing wekken, dat de wandelingen in de omgeving van Olympiada Aristoteles trails heten. Athos, autonome republiek We moeten op tijd in Ouranoupoli zijn, want onze boot naar Athos vertrekt om 9.45 uur. In het Mount Athos office for Pilgrims aan de haven ruilen we tegen klinkende munt onze permit voor een Diamonitirion, een visum, dat recht geeft op vier dagen verblijf op Athos en op gratis 1-2013 Op lemen voeten 23
Europa
logies en voeding in de kloosters. Athos is in zijn totaliteit geklasseerd als werelderfgoed. Al meer dan duizend jaar is dit oostelijk gedeelte van het schiereiland Chalkidiki een heilige plek. Chalkidiki steekt als een benige vinger in de Egeïsche zee uit en wordt bekroond door de gelijknamige tweeduizend meter hoge berg. De oudste kloosters op Athos dateren uit de 7de en 8ste eeuw. Zelfs de almachtige Turkse heersers hebben de onafhankelijkheid van Athos altijd gerespecteerd. De autonome Monastieke Staat wordt beheerd door de 20 orthodoxe kloosters. Zeventien daarvan zijn Grieks, één Servisch, één Bulgaars en één Russisch. Rond het Russische klooster liggen mooie wijngaarden. Aan het begin van de negentiende eeuw raakte de wijnbouw in verval door tekort aan arbeidskrachten. Maar sinds een paar jaren is de wijnbouw opnieuw opgebloeid. De Griekse Limnio-druif en de Carbenet Sauvignon gedijen hier. Agioritiko Abaton is een fraaie klassieke rode wijn. Athos valt buiten het BTW-gebied van de Europese Unie. Er wordt dan ook slechts
PRAKTISCHE INFORMATIE
Hoe er te komen: Wij vlogen met Transavia naar Preveza aan de westkust van Epirus, een prima uitvalsbasis voor Epirus, het Pindosgebergte en de omgeving van Flórina. In 2013 vliegt Transavia, naar verluidt, ook naar Thessaloniki. Vandaar zijn Vergina, Olympiada en Athos goed te bereiken. Bezoek aan Athos Alleen mannen boven de 18 jaar mogen de Heilige Berg betreden. Per dag worden maximaal 120 orthodoxen en tien niet-orthodoxen toegelaten. Ten minste twee maanden vooraf dient u schriftelijk (dat mag in het Engels) een ‘permit’ aan te vragen: The Mount Athos office for Pilgrims, 109 Str. Av. Egnatias – 54622 Thessaloníki. Fax: 0030-2310-222424. Voeg bij uw brief een fotokopie van uw paspoort en vermeld geloof en beroep. Twee weken tevoren kunt u het Mont Athos Office opbellen of u een permit is toegekend. U moet persoonlijk uw permit
24 Op lemen voeten 1-2013
verantwoording afgelegd aan het Oecumenisch patriarchaat van Constantinopel, niet aan Brussel. Omdat de kloosters de vrije soevereiniteit over hun grondgebied uitoefenen, weigeren ze in die vrijheid vrouwen de toegang tot hun vrije Republiek. Er worden per dag maar 120 visa verstrekt, alleen aan mannen welteverstaan. En daarvan maximaal tien procent aan niet-orthodoxe gelovigen, zoals aan mij. Dat de kloosters belastingvrijdom genieten, is goed te zien aan de koortsachtige bouwactiviteiten, een uitzondering in een land waar de crisis er al jaren diep in hakt. Elk klooster heeft de verplichting pelgrims en andere gasten gratis onderdak en één maaltijd per dag te verstrekken. Wij verblijven in het Paulusklooster, en krijgen zelfs twee maaltijden. Een Engels sprekende monnik brengt ons naar onze slaapkamer met vijf sobere bedden. Hoewel wij geen van allen orthodox zijn, mogen wij voor het avondeten de kerk bezoeken. Anders dan in sommige andere kloosters mogen we ook samen met de monniken eten. Een toetje krijgen we
afhalen in het kantoor, open van maandag tot zaterdag tussen 9:00 en 13 uur. In Ourianoupoli kunt u uw permit inruilen voor een visum, Diamonitirion. Niet-orthodoxe pelgrims betalen € 35 voor dit document. Aan het verblijf zijn verder geen kosten verbonden.
Zagoria
Websites: www.visitgreece.gr www.exploreflorina.gr www.polyplan.nl (Polyplan is ook Transavia-agent)
niet, dat is voorbehouden aan orthodoxen. “Athos heeft voor ons een bijzondere betekenis”, vertelt orthodoxe pelgrim Theo, die goed Duits spreekt. “Elk jaar laten we onze vrouwen en kinderen thuis en maken we een pelgrimstocht door Athos. Vier dagen trekken we van klooster naar klooster. We hebben dit nodig om te spiritueel bij te tanken.” Op de terugtocht naar de luchthaven van Preveza hebben we gelukkig nog wat tijd over om de aantrekkelijke kustplaatsen Parga en Preveza te bezoeken. Parga is een toeristisch badplaats met een prachtig zandstrand. Voor een volgende keer staat de lokale rivier de ‘Acheron’ op mijn lijstje. Hier zette veerman ‘Charon’ de doden over naar het dodenrijk. Nikopolis Preveza is een echte mediterrane stad met een leuk centrum en een flaneerboulevard langs de haven. Vijf kilometer ten noorden van Perveza liggen de ruïnes van Nicopolis (Νικόπολις, Stad van de Overwinning), in 31 v. Chr. gesticht door de Romeinse keizer
We laten Athos achter ons
Octavianus ter herinnering aan zijn overwinning op Antonius en Cleopatra. Eeuwenlang was Nikopolis een belangrijke havenstad. Plunderingen door Goten en Vandalen wist de stad te boven te komen. Een nieuwe bloeitijd onder de Byzantijnen volgde, maar in de loop van de Middeleeuwen verdween de stad als het ware van de aardbodem om plaats de maken voor het huidige Preveza. Nikopolis ligt op het smalste deel van de landengte van het schiereiland dat de Golf van Amvrakikos scheidt van de Ionische Zee. Wat opvalt is de enorme omvang van de ruïnes, waaronder een Akropolis en twee thea-
ters. Een aquaduct voerde drinkwater naar de stad over een afstand van 60 kilometer. Op zoek naar schatten plunderden Franse revolutionaire troepen in 1798 de graven en ruïnes van het oude Nicopolis. Hun vreugde was van korte duur, want de buit werd ingepikt door de troepen van Ali Pasha , die de Fransen en hun Griekse bondgenoten wisten te verslaan. Het was nog even wachten op de Griekse onafhankelijkheid. In 1912 veroverde het Griekse leger tenslotte Nicopolis (en Preveza) tijdens de Eerste Balkanoorlog. ❙❚
geniet van de ongerepte natuur van het
De beste weg naar natuurlijk Griekenland
Thüringer Wald www.wandelvakantie.de wandelen in Frans heuvellandschap aan de voet van de Pyreneeën velden vol met verschillende orchideeën, vogels zoals bijeneter, hop en wielewaal en het adembenemende zicht op de bergen
chambres et table d’hôtes l’Oustal
Wandelingen en trekkings in kleine groepen onder begeleiding van een deskundige gids
www.loustal.eu
(024) 642 48 48 www.rossholidays.nl
schitterend uitzicht, ruime sfeervolle kamers, eerlijk en heerlijk eten, 50 km onder Toulouse
1-2013 Op lemen voeten 25 Ross adv Op lemen voeten 92,5x121mm.indd 1
28-02-13 12:36
Europa
Roemenië
Tekst en foto’s Willem van der Bilt
Krakend en piepend komt de antieke trein tot stilstand op het station van F g ra , een slaperig Roemeens provinciestadje aan de voet van de gelijknamige bergketen. De zon staat al urenlang meedogenloos te branden. Het zweet stroomt gestaag naar beneden langs mijn slapen en wanneer ik opsta blijft mijn buitensportkleding plakken aan het klamme skai van de bekleding. In de verte slaat een kerkklok 10 uur; dat belooft wat voor de rest van de dag…
I
n navolging van het in zwart gehulde oude besje dat voorgaat, hijs ik mij voorzichtig van het krakkemikkige trapje dat treinstel en perron scheidt. ‘De eerste serieuze afdaling van onze tocht’. Mijn broer Arne zorgt voor wat broodnodige luchtigheid. De laatste keer dat we samen op pad gingen moesten onze ouders er aan te pas komen om te voorkomen dat we elkaar in de haren vlogen. Maar een klein decennium en een net gestrande relatie later is hij toch wel milder geworden? De tijd zal het leren.
Hoogtepunten van de Făgăraș 26 Op lemen voeten 1-2013
Cabana Valea Simbatei, de hut aan het einde van onze eerste etappe, ligt prachtig boven de boomgrens en overziet een grazige vallei die zich uitstrekt tot aan de met wolken omlijste hoofdkam. Het is rustig en we delen dit uitzicht enkel met een door lege conservenblikjes omringde ezel die zich opwarmt aan een rokerig afvalvuurtje. ‘Gezellig hier. Doe mij die barbecue beneden maar’. Met enige weemoed denken we terug aan de gezelligheid van het zigneunerfestival dat georganiseeerd bleek bij het startpunt van onze tocht. Gelukkig stroomt de hut spoedig vol met Roemeens klimmers. Kort daarna krijgen we een flink bord
polenta voorgeschoteld. Een dagelijks terugkerend genoegen, naar later zal blijken. Obscure herderskampen De volgende ochtend wacht ons een steile en glibberige klim over met dauw bedekte grashellingen die aan een verfrommeld biljartlaken doen denken. Ik kijk zorgelijk om naar Arne die zich zónder hulp van wandelstokken omhoog moet worstelen. ‘Goed op je tellen passen kerel, anders rodel je hier zo naar beneden’. Krap twee uur later bevinden we ons gelukkig op de hoofdkam. Naar het zuiden toe strekt zich een eindeloos naaldwoud uit tot aan de horizon. De kaart bevestigt dat het dagen lopen is naar het dichtstbijzijnde dorp, een handjevol
obscure herderskampen daargelaten. Ik kijk opnieuw naar de kaart en zie dat de afstand die we vandaag afgelegd hebben nauwelijks zichtbaar is. Mijn zorgelijke blik blijft niet onopgemerkt: ‘Willem, je kijkt alsof je net een slok accuzuur hebt weggewerkt. Wat is er?’. ‘Die wandelgids lijkt voor geen meter te kloppen. In dit tempo moeten we een extra weekje vrij nemen vrees ik’. Ik tuur naar het westen om het vervolg van de route af te speuren. Ik schrik van de grilligheid van het terrein dat voor ons ligt. Een smal schapenpaadje kronkelt langs steile pieken van weerbarstig gneiss die hier als naalden omhoog rijzen. Een paar uur en talloze klimmetjes later lopen we hopeloos ver achter op schema. Het weer verslech-
tert ook nog eens in rap tempo. Ik knijp mezelf in de handen dat we last-minute besloten ook een tent mee te nemen. ‘Wat een topdag is dit. Volgens mij zit er weinig anders op dan hier een bivak op te slaan’. Arne is al aan de slag gegaan en wanneer een paar minuten later een episch noodweer losbarst, zitten we veilig binnen. De regen weet niet van wijken en klettert ritmisch op het tentdoek. Bij het eerste zonlicht lijkt het geluid langzaam te verstommen. Hoopvol steek ik mijn slaperige hoofd naar buiten om meteen getrakteerd te worden op striemende hagel in mijn gezicht. Met tegenzin verlaat ik de geborgen warmte van mijn slaapzak om in te gaan pakken. Wanneer ik met mijn wandelstok in zijn slaapzak por vloekt Arne binnensmonds en draait zich nog eens om. ‘Rise and shine; buiten wacht weer zo’n prachtige dag!’.
‘ De kaart bevestigt dat het dagen lopen is naar het dichtstbijzijnde dorp, een handjevol obscure herders kampen daargelaten’
Azuurblauwe meren en gletsjerdalen
Arne en Roemeense bivak 1-2013 Op lemen voeten 27
Europa
Sereen straatbeeld in Sibiu
Podragu gaat op in de omgeving
De Dacia taxi. Een echt streekproduct.
Met een lege blik staren we verwachtingsvol naar de bezinebrander, die luid sissend strijd levert met de elementen om ons van een kop warme koffie te kunnen voorzien. In de verte klinkt onweer. Maar er rommelt meer. ‘Als we nu teruggaan, zien we die bergen zeker weten niet meer terug’. Arne gaat een discussiepunt aan dat al de hele ochtend in de lucht hangt; terug of door? ‘Niet zo zwart-wit, we kunnen de route makkelijk weer oppakken als dit hondenweer eenmaal is gaan liggen’. Een paar blik28 Op lemen voeten 1-2013
semflitsen later besluiten we uiteindelijk toch af te dalen naar het dorpje Victoria. Met het verstand op nul draven we de helling af om zo snel mogelijk beneden te zijn. In no-time laten we de onherbergzame rotswoestijn van de hoofdkam achter en dalen we verder af door donkere hellingbossen, omgeven door monumentale dennen. Transfagarasian weg Victoria blijkt een naargeestig aandoende industriële enclave, gesierd door de karkas-
sen van half-vervallen chemische complexen. Tot ons grote genoegen herbergt het centrum een klein lichtpuntje in de vorm van een gezellig restaurantje dat zelfs maandagmiddag drukbezocht is. ‘Lunchen dan maar?’. Ik stem glimlachend in. De teleurstelling van onze premature aftocht verdwijnt naar de achtergrond. Sterker nog, het hartige Roemeense krachtvoer vervult ons al snel weer met goede moed. We besluiten een trein te pakken naar Sibiu, de regionale hoofdstad, met de hoop daar een taxi te strikken. Vlakbij ligt namelijk de Transfagarasian weg, een onder Ceausescu aangelegd huzarenstukje van nationale trots de hoofdkam van de Fagaras doorkruist en ons zo de mogelijkheid biedt om de route weer op te pakken. Tijdens de treinrit wordt een salvo van tandeloze glimlachen op ons afgevuurd, meestal gevolgd door wat lekkers. Zien we er dan zo medelijwekkend en verwilderd uit? Alles gaat op rolletjes wanneer we zo ongeveer op de drempel van het station direct een chauffeur weten te strikken die bereid is om ons voor een paar tientjes naar de twee uur verderop gelegen Cabana Piscul Negru te verschepen. En dat nog wel in een authentiek streekproduct: een prachtige Dacia met slechts drie-en-een-half K op de teller. Onze chauffeur bewijst dat ook mannen kunnen multitasken door zijn aandacht keurig te verdelen tussen het chaotische verkeer en de iPhone die hij tegen het stuur klemt. Luid toeterend en obscene opmerkingen schreeuwend navigeert hij ons de stad uit. Al snel beginnen we aan de eindeloze serie haarspeldbochten die samen de Transfagarasian heten. Onverschrokken en niet in het minst geïntimideerd door het uitzicht op niet-afgeschermde afgronden scheurt onze lokale held omhoog. Draaiboeken van ongeluk-scenario’s spoken door mijn hoofd. ‘Haha, deze kerel heeft weinig moeite om het gaspedaal te vinden’. Arne is nauwelijks uitgepraat of het gaat dan toch bijna mis. De remmen blijken oververhit, zodat de handrem eraan te pas moet komen. Een brede grijns verschijnt in de binnenspiegel: ‘No problem, ten minutes!’. En inderdaad, nadat de geur van smeulende remschoenen wegtrekt lijkt ons Roemeens werkpaard klaar voor de laatste ronde. Gesloopt, maar in onze nopjes over het onwaarschijnlijk efficiënte verloop van dit plan-B, slepen we ons over de drempel van de naast de weg gelegen hut. Drie glaciale cirques De volgende morgen trekt de ochtendnevel als een podiumgordijn weg om indrukwekkende pieken tegen een strakblauwe achter-
grond te onthullen. Een perfecte setting voor de zware dag die voor ons ligt: 18 kilometer hooggebergte waarbij we maar liefst drie glaciale cirques doorkruizen. Arne bestudeert de kaart. ‘We hoeven ons in ieder geval niet druk te maken over een tekort aan hoogtemeters’. Ik hijs lachend mijn rugzak op. We passeren die dag een aantal azuurblauwe bergmeren waarbij we meer marmotten dan wandelaars tegen het lijf lopen. Het steile en grillige pad lijkt veel wandelaars af te schrikken. Vanuit de zijdalen zijn deze drie mini-dalletjes niet toegankelijk: het ijs dat hier nog maar enige duizenden jaren geleden het veld ruimde heeft onneembare glaciale drempels uitgesleten. ‘Last but not least. Dat ziet er lekker uit Willem’. Ook ik kijk beteuterd naar de laatste helling van vandaag, die als steunbeer lijkt te fungeren voor de achtergelegen Buteanu, een van de hoogste bergen van Roemenië. Jarenlang intensief gebruik door wandelaars en hongerige geiten heeft het pad tot op het onderliggende roestbruine gesteente geërodeerd. Op sommige plekken is glijbaan een betere benaming. Maar we laten ons niet nog eens door de Fagaras verslaan en zetten door. ‘Is dat de hut waar we heen moeten?’. Ik kijk op, volg Arne’s vinger en zie beneden een robuust stenen gebouw dat helemaal opgaat in haar omgeving. ‘Jep, dat is Podragu’. Eenmaal dichterbij ontwaren we een gemêleerd gezelschap van lokale herders, Roemeense padvinders en een ratjetoe aan toeristen dat zich aan de halve liters lauw bier laaft in de middagzon. Goed voorbeeld doet goed volgen. Het felle zonlicht valt naar binnen en verlicht de sobere britsen van de slaapzaal. Snel sluit ik mijn ogen om een einde te maken aan de pijnscheuten die door mijn voorhoofd schieten. ‘Arne, geniet jij ook zo na van dat donkerbier van gisteren?’. ‘Praat me er niet van. Mijn mond voelt aan als een stuk perkament en volgens mij zweet ik motorolie’. Eenmaal ingepakt gaan we op zoek naar een ontbijtje om een einde te maken aan onze gammele staat. Een norsig oud heerschap wacht me op in het halfduister van de eetzaal: eerst betalen, dan pas ontbijt! Ik trek een stapel verfrommeld Roemeens monopoliegeld tevoorschijn en druk het in zijn handen. Iedereen blij. Grand finale Dan begint de onvermijdelijke finale van onze tocht die over een breed pad voert dat, afgaande op de uitwerpselen, vooral
gebruikt wordt door ezels op een dieet van laxeermiddel. De met gentianen gevulde weiden rondom Podragu maken al gauw plaats voor de door wind en sneeuw gemangelde dennenstruiken die zo typerend lijken te zijn voor de Fagaras. De kruidige geur van hars vult de lucht en tientallen zwaluwen fladderen luid kwetterend om ons heen, zich badend in het felle zonlicht. Diep beneden gaan de verdorde graslanden van de Transylvaanse vlakte naadloos over in de stoffige hemel. ‘Wrange grap van de Lieve Heer, om uitgerekend op de terugweg op de proppen te komen met dit weer’. Ik gniffel om Arne’s
PRAKTISCHE INFORMATIE
Hoe er te komen Vanaf zowel Eindhoven als Schiphol vertrekken vluchten naar Boekarest. Bij een vroege boeking hoeft een ticket niet meer dan 100 euro te kosten. Trein, auto of bus zijn een mogelijkheid, maar met een reistijd van bijna 40 uur weinig aanlokkelijk. Vanuit Boekarest vertrekken er meermaals per dag treinen richting Făgăraș, vaak met een overstap in het gezellige Braşov. De reistijd bedraagt ongeveer 4 uur. Vervolgtransport naar een geschikt startpunt vergt geen voorbereiding: op het station van Făgăraș wacht een vloot taxi’s. Accommodatie In de steden kun je voor 30 euro per nacht een prima kamer regelen. De Fagaras zelf zijn gezegend met vele hutten die in de zomer bemand en bevoorraad zijn. Reserveren is niet nodig. Overnachting en half-pension kosten nooit meer dan 20 euro. Op www.summitpost. org/f-g-ra-mountains/154116 vind je een goed overzicht van alle hutten. Mocht je onverhoeds tussen hutten stranden, dan is het goed te weten dat het gebied bezaaid is met simpele bivaks.
droge opmerking terwijl we in stevig marstempo doorstappen. Ik ben niet rouwig wanneer we de boomgrens passeren en aan de verzengende middaghitte kunnen ontsnappen. De Fagaras hebben nog een laatste verrassing in petto om deze toch definitief in ons geheugen te etsen. Er doemt een kanariegeel silhouet op vanuit het gebladerte. Eenmaal dichterbij gekomen tekenen zich de contouren af van een oude Dacia taxi en zijn met welig tierend borsthaar gezegende eigenaar. Wat een déjà vu. We twijfelen geen moment en zwaaien onze rugzakken de uitnodigend openstaande kofferbak in. ❙❚
tweede en de vijfde dag) moeten er duizend hoogtemeters overwonnen worden. De oorspronkelijk geplande etappe op dag 2, Cabana Valea Simbatei – Cabana Podragu, vergt zeker 12 uur en is uitzonderlijk zwaar. Dag
Duur Beschrijving
1
4 uur Simbata de Jus Cabana Valea Simbatei
2
8 uur Cabana Valea Simbatei Bivak Portita Vistei (Lezerul Tringhiular meer)
3
5 uur Bivak Portita Vistei (Lezerul Tringhiular meer) – Victoria
4
5 uur Cabana Piscu Negru - Cabana Paraul Capra
5
8 uur Cabana Paraul Capra – Cabana Podragu
6
7 uur Cabana Podragu – Victoria
Wandelschema trektocht Fagaras. Zie de kaart voor taxi- en treinritten.
Fagaras
De beschreven tocht De beschreven tocht bestaat uit zes etappes die sterk in zwaarte variëren. Op de zwaarste dagen (de
1-2013 Op lemen voeten 29
Tekst en Fotografie Monique van Gaal
Taiwan
Wandelen op z’n Taiwanees
30 Op lemen voeten 1-2013
Doe eens iets geks, moeten we gedacht hebben in de zomer van 2012. De keuze valt op een land waar maar weinig Nederlandse toeristen heengaan: Taiwan. Ga je lezen over Taiwan dan kom je er al snel achter dat het er behoorlijk kan spoken door de vele tyfoons. En wat te denken van de aardbevingen? Op dit eiland botsen twee continentale platen met zo’n onvoorstelbare kracht tegen elkaar, dat het eiland jaarlijks met maar liefst vier centimeter omhoog wordt gedrukt. Say no more, onze koffers zijn al gepakt!
T
aiwan is best een eigenaardig land, en met zijn 23 miljoen inwoners ook nog eens dicht bevolkt voor een eiland ter grootte van Nederland. Bovendien dwingen de geografische kenmerken al deze bewoners om in het vlakke westen te gaan wonen. Dat gaat gepaard met onvoorstelbaar grote concentraties wolkenkrabbers; ja zelfs in de zogenaamde dorpen. Het centrale deel van het land bestaat van noord naar zuid uit een lange, smalle rij bergtoppen met hoogtes tot bijna 4000 meter. Hier is bereikbaarheid niet altijd even vanzelfsprekend. Spiksplinternieuwe snelwegen die in een opwelling van positivisme over de haast onbedwingbare bergpassen worden aangelegd, spoelen met elke tropische storm evenzo hard weer weg of worden aan diggelen geschud door een van de vele aardbevingen. Als laatste is daar de steile oostkust: groen, nat en aanzienlijk minder dicht bevolkt dan het westen. Je kunt Taiwan bij lange na niet typeren als wandelgebied bij uitstek, tenzij je de gang van tempel naar tempel door de drukke straten van de steden wandelen kunt noemen. Toch hebben wij ons wandelheil
enigszins gevonden op twee van ‘s lands mooiste plekken: het meer van de zon en de maan en de spectaculaire Taroko kloof. Het meer van de zon en de maan Op een drukke zomerse zondag nemen we de populaire Jiji spoorlijn naar Checheng en stappen vervolgens op de bus naar Shuishe aan de rand van Sun Moon Lake. Al snel wordt duidelijk dat elk hoekje en gaatje van dit aantrekkelijke meer op je sloffen te bezoeken is. Boten varen af en aan naar de overkant, de surround-lakebus vertrekt elk half uur, overal kan men fietsen huren en voor de wandelaar zijn er enkele paden en boardwalks aangelegd. Sun Moon Lake, het grootste meer van Taiwan, is door mensenhanden ontstaan. De Japanners lieten rond 1930 het dal vol water lopen ten behoeve van een hydroelektrisch project. Eerst ontstonden er twee kleine meertjes die naar de zon en de maan werden vernoemd, later vormden zij samen één groot meer met een diepte van zo’n dertig meter. Het duurde niet lang of Sun Moon Lake ontpopte zich als een van de highlights van Taiwan, met name voor pasgetrouwden. Aan de oevers zijn behalve twee dorpen (jawel, met hoogbouw) ook een aantal sierlijke tempels te vinden. In het dorp Shuishe zorgen de haven, restaurants en straatmuzikanten voor een gezellige sfeer. In het dorp Ita Thao aan de overkant van het meer, voeren kitscherige souvenirs de boventoon. Naar de Cihen Pagode De boottickets geven ons recht op onbeperkt varen op het meer, dus voordat we aan wal gaan bij de opzichtige Xuanguang tempel hebben we al aardig wat rondjes achter de rug. Hier begint de wandeling naar de hogerop gelegen Cihen Pagode. De tempel wordt druk bezocht door Taiwanese en Chinese vakantiegangers, en het is dan ook een geluk te noemen dat zij allen in het geheel niet van wandelen houden. Zo kan het dus toch nog gebeuren dat wij het zogenaamde Cinglongpad helemaal voor onszelf hebben. Het pad heeft slechts een lengte van 800 meter, niettemin genieten we van de stilte (onderbroken door het geblaf van waakhonden op de illegale betelnut plantages; tja je dacht toch niet dat een natuurgebied in een overbevolkt land echt onaangetast zou zijn?), de bossen en de insecten. Volgende stop is de Xuanzang Tempel. Hier is het uitzicht over het meer van een overweldigende schoonheid, en de aangenaam serene tempel zelf is 1-2013 Op lemen voeten 31
prachtig gelegen onder een aantal hoge, slanke bomen. Het is nog maar 700 meter klimmen om bij de Cihen Pagode te geraken. Deze pagode is door Chiang Kaishek gebouwd ter nagedachtenis aan zijn overleden moeder. De lange wenteltrap brengt ons naar een hoogte van exact 1000 meter boven zeeniveau. Aan de loodzware gong mag men eigenhandig een slinger geven; de oorverdovende knal is tot in de verste verte te horen. Donkere wolken pakken zich samen boven het meer, en we nemen de afdaling dan ook in de vierde versnelling om nog vóór de stortbui bij de kade terug te zijn. Mag het nog iets korter? Het is mooi wandelen aan Sun Moon Lake, alleen jammer dat de paden zo ontzettend kort zijn. Op een dag nemen we de bus-rond-het-meer die ons afzet bij de start van het Shuiwatou pad. Een mooi pad, dat wel, maar langer dan 500 meter mag het niet duren. Toch ontdekken we bij de Dajhuhu trail dat het nog korter kan: 180 meter. Het zijn aantrekkelijke houten promenades, gebouwd boven of langs het water. Daar dobbert een stenen kikker die ternauwernood zijn koppie boven het water uitsteekt, hetgeen duidt op hoogwater. Het water is te troebel om het te kunnen zien, maar onder deze kikker zouden zich nog drie kikkers bevinden. Ook bij de Wenwu tempel, een enorm complex met felrode daken van waaruit je een weids uitzicht hebt op het meer en op Shuishe, is een pad aangelegd. De 366 met toeters en bellen opgetuigde treden - een tree voor elke dag van het jaar - die het Wenwupad rijk is, voeren naar de oever van Sun Moon Lake. In de middag houden we de wandelpaadjes even voor gezien en huren we voor twee uur een fiets. Aan de westkant van het meer is een ruim zes kilometer lang fietspad aangelegd. En kon je van de wandelpaden nog zeggen dat je ze helemaal voor jezelf hebt, dat is zeker niet het geval bij deze populaire bikeway. Jong en oud, iedereen fietst mee. Torenhoge rotswanden en kolkende rivieren In het oosten bevindt zich Taiwan’s topattractie: de spectaculaire Taroko kloof. Vanaf het treinstation van Xincheng vertrekt elk uur de bus voor de adembenemende één uur durende rit langs torenhoge rotswanden, met kolkende rivieren beneden je in de diepte. Terwijl je met de auto de hele kloof kan doorkruisen, stopt de bus ergens 32 Op lemen voeten 1-2013
Sun Moon Lake
Xuanzang Tempel
halverwege in het kleine plaatsje Tianxiang. Dit wordt onze basis voor de komende twee dagen. Net als aan Sun Moon Lake is het een drukte van jewelste in de kloof - touringcars en auto’s rijden af en aan maar lijkt ook hier wandelen niet bepaald de favoriete bezigheid te zijn. Wederom hebben wij de paden voor onszelf. Veilig wandelen is het geenszins: de vele regens brengen aanzienlijke risico’s met zich mee. Bovendien voeren de paden vrijwel altijd onderlangs overhellende rotsen die zomaar ineens in kunnen storten. Tenminste, als je de waarschuwingsborden mag geloven die je om de zoveel meter dringend verzoeken om vooral rap door te lopen. Door de vele aardbevingen kunnen rotsen op plekken los
Tianxiang
zijn geraakt om op een later moment geheel onaangekondigd neer te storten. Ook de vele hornets (grote wespen) die wij fanatiek van ons af weten te slaan, zouden een niet te verwaarlozen gevaar vormen vanwege de buitengewoon nare steken, die in het uiterste geval zelfs dodelijk kunnen zijn. Vooral doorlopen! Een flink aantal paden is gesloten vanwege recente instortingen. We kiezen enkele korte routes van elk twee kilometer uit, onderwijl gebruikmakend van de handige bus die bijna elk uur voorbij komt en ons bij de verschillende startpunten afzet. Allereerst lopen we de Lushui trail, die van Lushui naar Heliu
leidt. Dit smalle en uiterst spectaculaire pad slingert zich een weg (onder) langs de rotswanden, over een kleine hangbrug en door een stikdonkere, dertig meter lange tunnel, waar we met zaklantaarns onze weg moeten vinden. En steeds weer dat zicht op de machtige Liwu rivier ver beneden ons. Maar even rustig genieten van al dit moois om ons heen is er helaas niet bij, vanwege de herhaalde aansporingen om vooral door te lopen en al die borden met plaatjes van vallende rotsen... Een slechte raad zal het zeker niet zijn; één blik naar boven en het duizelt je van de loodrechte of overhellende rotsen die er niet altijd even onwankelbaar uitzien. Water sijpelt door de kieren naar beneden. Terug in Tianxiang trotseren we de ijzingwekkend hoge, maar oerdegelijke, hangbrug over de Liwu rivier voor een bezoek aan de dorpspagode. De korte rondwandeling bergopwaarts voert langs indrukwekkende Boeddhabeelden en de prachtigste vergezichten. Paviljoens van de Eeuwige Lente Dag twee staat gereserveerd voor het twee kilometer lange Changchun Ci pad. De bus zet ons af bij een prachtig panorama:
PRAKTISCHE INFORMATIE
Hoe er te komen China Airlines, de luchtvaartmaatschappij van Taiwan, vliegt dagelijks via Bangkok naar Taipei. Overstappen is niet nodig, wel moet je even het vliegtuig uit op de luchthaven van Bangkok. KLM vliegt rechtstreeks naar Taipei, maar die vlucht is aanzienlijk duurder. Zie www.chinaairlines.nl en www.klm.com. Bezoekers met een Nederlands paspoort hebben geen visum nodig voor een verblijf tot 90 dagen. Openbaar vervoer Taiwan is buitengewoon goed bereisbaar. Of je nu kiest voor metro, hogesnelheidstrein (alleen aan de westkust), normale trein, bus of boot: vertrekken zijn doorgaans zeer frequent en altijd stipt op tijd. Door de uitstekende infrastructuur is een groot deel van het eiland eenvoudig te
een bocht in de Liwu rivier met op de achtergrond de schitterend dramatisch gelegen paviljoens van de Eeuwige Lente. Water stroomt door de tunnel die tussen de twee paviljoens in is gelegen en stort van tientallen meters hoog de diepte in, om dan door de aan de voet van de rotswand stromende rivier onmiddellijk meegesleurd te worden. Groepjes toeristen lopen met ons op tot aan de paviljoens, maar wanneer wij de klim langs de rotsen omhoog aanvangen is er - geheel volgens Taiwanees wandelpatroon - plots geen mens meer te bekennen. Het smalle paadje dat aan de rotswand geplakt lijkt te zijn, is rijkelijk voorzien van de ons inmiddels bekende waarschuwingsborden. Onderweg vormen een klokkentoren, een tempel, een beeld van Chiang Kai-shek en een driftig heen en weer schuddende hangbrug welkome curiositeiten. Dan volgt ons laatste pad, de Yanzikou of zwaluwgrot trail. Hier is de kloof op zijn smalst en dendert het water met grof geweld door de slechts iets uiteen wijkende rotsenwanden. Hier liep vroeger de autoweg, die nu is verplaatst. Thans doet dit stukje weg dienst als pad, terwijl ook de vele touringcars hier hun weg nog wel weten vinden. Jammer, want het doet de geweldige natuur geen goed. ❙❚
bereiken, en dat geldt met name voor het vlakke westen. Het centrale deel bestaat uit hooggebergte dat moeilijker te bezoeken is; wegen kunnen door hevige regens ineens onbegaanbaar zijn. Bovendien is Taiwan een klein land - bijna 400 kilometer van noord naar zuid en 150 kilometer van west naar oost - waardoor reistijden beperkt blijven. In principe is het mogelijk in één dag een rondje eiland per trein te doen!
Changchun Ci
andere kant van het meer zijn talloze kamers te vinden, van eenvoudig tot luxe. Voor de ruime en zeer praktisch ingerichte kamer van het Tianxiang Youth Activity Centre in de Taroko kloof betaalden wij 80 € per nacht. Zie www.cyctsyac.com.tw
Basis van een bezoek aan Sun Moon Lake is het dorp Shuishe, waar boten en bussen je verder op weg helpen. Ook de Taroko kloof is goed ontsloten: vanuit Hualien en Xincheng aan de oostkust rijden er in de zomer minstens zeven bussen per dag naar Tianxiang. Accommodatie en eten In Shuishe aan Sun Moon Lake kozen wij voor een naamloos onderkomen direct boven een fietsverhuurbedrijf. Zowel in Shuishe als in het dorp Ita Thao aan de
1-2013 Op lemen voeten 33
Tekst en foto’s Roelant Meijer
Turkije Saint Paul Trail
Lege landschappen en gastvrije dorpen
34 Op lemen voeten 1-2013
Wandelen op de Saint Paul Trail in Turkije is leuk omdat het nog een beetje ontdekken is. Er zijn markeringen, maar soms zijn die wat verkleurd of vervaagd. Er zijn gps coordinaten, maar soms zijn er geen wegen of paden. Maar altijd zijn er gastvrije Turken die graag een kopje thee met je drinken, je de weg wijzen of mooie verhalen vertellen.
D
e gebruikelijke ochtendchaos is weer bedwongen en nu alles weer in de rugzak is gepakt lopen we met de ochtend zon op ons gezicht door een dal met hier een daar een akker. De weg volgt de lijnen van het landschap, het pad buigt af langs een klein bosje en als we daaruit weer te voorschijn komen verschijnt een boerderijtje. Voor het boerderijtje een kale akker, waarop een boer aan het werk is. In de achterste akkerrand worden vier grote niet te onderschatten Anatolische berghonden wakker, ze richten zich op en komen ons langzaam, dreigend tegemoet en posten zich tussen ons en de boer in op gelijke afstanden van elkaar. Zo vormen de honden een linie op de akker. Wij blijven voor de veiligheid aan onze kant van de lijn, gelukkig steekt de man deze grens over naar ons toe. We schudden handen. Praten wat. Vragen naar zijn geweer. Hij antwoordt ons over de zwijnen die hij jaagt om zijn akker te beschermen. Hij verzekert ons dat hij ze echt niet opeet, die varkens, hij verdedigt alleen zijn gewas. Wij waren er
zelf niet op gekomen hem daarvan te verdenken. Maar nu hij erover begonnen is, blijft de vraag toch hangen. Afijn hij moet weer aan de slag, maar loopt eerst een stukje mee naar het naastgelegen maisveld om ons verse maïskolven mee te geven. Hij zoekt er een paar mooie uit, vier stuks vindt hij echt te weinig, dus na hevig tegenstribbelen en onderhandelen van onze kant eindigen we op een gift van acht stuks om ’s avonds te roosteren. Maar alleen maar omdat er echt niet meer in rugzak past. Wanneer we de pas overgestoken zijn lopen we grofweg langs de rivierbedding naar beneden zonder een specifiek pad of weg te volgen naar het eerste dorp van deze dag. Sücüllü ligt schilderachtig in een dalletje, paprika’s hangen vrolijk in slingers aan de huizen te drogen, bloemen staan in bloempotten naast deuren te bloeien. Midden door het dorp loopt een stroompje geflankeerd door schaduwrijke theehuizen. Wij schuiven verheugd aan op het drukste terras. De terraszitters ondervragen ons vol interesse. Hoewel hier toch wel om de dag wandelaars voorbijkomen, in de zomer 1-2013 Op lemen voeten 35
Het Egirdirmeer oversteken met een vissersboot
dan, is onze komst het gesprek van de dag en wil men onze verhalen horen en plannen voor de komende dagen. Het is al snel gezellig. De mannen bieden ons nog een rondje thee aan, en nog een rondje. Tot onze West-Europese wandeldrift ons weer tot de orde roept; we moeten nu toch echt weer verder. Als we opstappen laten onze nieuwe vrienden niet afrekenen, men staat erop dit te doen, wij zijn hun gasten. We lopen in de volle middagzon door een weids landschap, waar de oogst is binnengehaald, de akkers geploegd: het vruchtbare bruin wordt afgewisseld het geel van de stengelresten. Het glooit in mooie vlakken en vormt schilderijen van geel en bruin. Zo lopen we richting Eyüpler, het tweede dorp dat we vandaag zullen aandoen. Het contrast met Sücüllü is enorm: de entree is rommelig. We komen aan via de vuilnisbelt: langs de kant van de weg wordt het al het overbodige, van koelkasten en luiers tot rottende kippen naar beneden gestort. Wat van daaruit weer alle kanten opvliegt. En op de weg naar de vuilnisbelt is er ook al heel wat van de wagen gevallen. In het dorp is het weinig schoner. Het terras is ook al niet zo pittoresk en de mannen 36 Op lemen voeten 1-2013
naast ons hebben meer interesse in hun kaartspel dan in ons. Het kan verkeren. Als we er zitten smaakt de thee toch weer heerlijk. Sterk en zoet, goed na een warme dag lopen. Op het moment dat we willen vertrekken en afrekenen verschijnt er een man die een aardig mondje Duits spreekt en ons van harte welkom heet in zijn dorp. We babbelen kort en daarmee staat hij er gelijk ook erop onze consumpties te betalen. We nemen ons voor, om toch op zijn minst eenmaal in een dorp een rondje te geven want dit wordt te gek, als toeristen niet eens de lokale economie mogen ondersteunen. Nu nog op zoek naar de juiste weg, het dorp uit, weer verder. Terwijl wij zoeken naar de goede weg krijgt een amandel-verzamelend echtpaar ons in de smiezen, die op een veld boven de holle weg aan het rapen zijn. Ze roepen ons aan, wijzen een richting aan die we op moeten gaan, maar niet voordat we wat van hun amandelen, die ze op een veld vlak boven ons aan het verzamelen zijn, aannemen. De vrouw neemt twee volle handen en bukt voorover over de rand om de amandelen in mijn handen te gieten waarmee ik een kommetje vorm door mijn hoofd. Ik geef de amandelen weer door en krijg weer nieuwe, tot we
allen een een dubbele portie verse amandelen hebben. Met uitpuilende zakken lopen we nu in de goede richting verder. We zijn de bocht nog maar nauwelijks om of we worden een erf opgesleurd. Hier zitten zeven vrouwen en een man verse bulgur te eten. De oogst is binnen, en na de gedane arbeid wordt hier gezamenlijk gegeten. De vrouwen houden een koekenpan vol warme bulgur onder onze neus: neem, neem! Het kan niet anders of we nemen met de hand een hapje uit de pan. Maar dat is lang niet voldoende, een van de vrouwen vult een plastic zak met de nog warme bulgur, voor straks gebaart zij. Volgeladen lopen wij dit zeer vriendelijke, wat vervuilde dorp weer uit. De wandelgids spreekt over een waterbron vlak na het dorp, daar willen we gaan kamperen. Met de dalende zon aan de horizon leggen we de laatste etappe af. Het is net iets verder dan gedacht, daardoor net iets zwaarder dan gehoopt. We eindigen de dag weer aan de akkerrand waar we de tenten opzetten. We verzamelen wat takken voor een klein vuurtje, daarop roosteren we de maïs, die samen met de bulgur en de amandelen ons avondmaal vormt. Een mooie oogst voor een wandeldag. ❙❚
Verse bulgur
Thee drinken in de appelboomgaard
Saint Paul Trail Is een van de twee bekendste lange afstanden wandelpaden die Cate Clow heeft uitgezet in Turkije. De eerste is de Lycian way evenwijdig aan de zuidkust. De omzwervingen van Paulus lopen van ongeveer Antalya noord- en landinwaarts omhoog de bergen in naar het Egirdir meer vlak bij Isparta en eindigt in Yalvaç. Veel wandelaars lopen vanaf de kust naar Egirdir, de noordelijke etappe is minder belopen maar ook zeer aantrekkelijk door een gevarieerd landschap, beboste bergen, grindstranden langs het meer,en glooiende akkerlanden allemaal in een wandelweek.
PRAKTISCHE INFORMATIE
Praktische informatie De route is gemarkeerd met rood witte strepen die soms moeilijk te vinden zijn. Maar je kunt een complete lijst met waypoints downloaden voor je gps. Het boekje vertelt de rest. Hoe er te komen: vliegen naar Antalya, op het busstation vertrekken verschillende busmaatschappijen meermaals per dag naar Isparta. Wissel daar van het lange lijnen busstation naar het regiobusstation met een taxi om daar je reis te vervolgen. Op de website www.cultureroutesinturkey. com vind je alle benodigde informatie en ook informatie over andere lange afstands wandeltochten. St Paul Trail Turkey’s Second Long Distance – Walking Route. Kate Clow with Terry Richardson ISBN: 978-0-9539218-1-2
Oversteek met een vissersboot om de route te vervolgen Yalvaç
Eğirdir Isparta
Antalya
1-2013 Op lemen voeten 37
Tekst Bert Stok en Foto’s Marjolein van Dijk & Bert Stok
Brazilië
Op het dak van Rio de Janeiro
Zicht op Lagoa (meer) met op achtergrond de Pedra Bonita (rechts)
Door ruige natuur wandelen, ook dat kan in Rio. Keuze genoeg, overal steken suikerbroodbergen boven de stad uit. Op de Pedra Bonita is het verrassend levendig, beneden ligt Rio er verbijsterend mooi en vredig bij.
‘N
ee, niet doen, veel te gevaarlijk’, zegt een Braziliaanse kennis. Dat mijn vriendin en ik de Pedra Bonita willen beklimmen vindt ze maar niks. ‘Huur een gids’, zegt ze als ze merkt dat wij toch die berg op willen. Bang dat wij verdwalen, is Teresa niet. Ze is bang dat wij het slachtoffer worden van een overval. Haar man Roberto geeft tegengas,
38 Op lemen voeten 1-2013
voor hem is het daar boven veilig. Om de zaak te beslechten roept hij zijn zoon erbij. ‘Geen probleem, moeder moet niet zeuren’, zegt Nelson. Samen met een vriend gaat hij regelmatig naar de Pedra Bonita om naar het deltavliegen te kijken. Dat Nelson en vooral Roberto geen gevaar zien, stelt ons gerust. Voor wandelen door de straten van Rio gaf hij mij een tijdje geleden wel een dringend advies: ‘Doe je horloge af’. Het is een tip die veel Cariocas
(bewoners van Rio) je ongevraagd geven. Hoe voorzichtig moet je zijn? In de metro dragen heel wat mensen een horloge, en niet zo’n goedkope als die van mij. Risico, gevaar, het went blijkbaar. Ook bij ons. Wij houden de horloges om, maar paspoort, creditcard en de grote Nikon blijven thuis. Capucijnerapen Door een tunnel van groen gaat het steil omhoog langs palmboom, bamboe, bromelia en vingerplant. Een groepje jongeren met op het blauw van hun T-shirts -Wij overwinnen elk obstakel- groet enthousiast. De leider, een man met getatoeëerde sterren op zijn machtige kuiten, wijst naar de kruin van een boom. ‘Apen’, roept een meisje achter ons. Macacos pregos (capucijnerapen) zijn het. Mooi, maar brutaal. Als
Zicht vanaf Pedra Bonita op Pedra da Gávea. Rechts beneden Barra
Deltavliegen bij Pedra Bonita
ik de krant mag geloven dalen die beestjes regelmatig de berg af om beneden huizen binnen te dringen op zoek naar bananen en ander lekkers. De top van de Pedra Bonita is geen puntje maar een mooie grote vlakte, bomen groeien er niet. Urubus (zwarte gieren) zweven geruisloos boven ons hoofd. Wie ze uit de lucht wil plukken hoeft alleen maar op zijn tenen te staan zo lijkt het. Urubus ruiken hun prooi. Een absolute must, want wat zich onder het bladerdek van de dichtbegroeide hellingen bevindt kunnen ze niet zien. Vanaf een wat lagere bergtop zweven deltavliegers als roofvogels omlaag over een woud van witte torenflats naar het strand bij Barra, een van de duurste wijken van stad. Zo vanaf de bergen is Rio - zonder
armoe, stank en lawaai - op zijn mooist. Zelfs de sloppenwijk Rocinha kruipt prachtig steil omhoog tegen de Pedra dos Dois Irmãos, een berg zeker zo mooi als de Pão de Açucar, een van Rio’s iconen. Vanuit ons huizenruil-appartement op twintig hoog kijken wij elke avond naar de lichtjes van Rocinha. En ook dan oogt die sloppenwijk niet zo deprimerend, eerder huiselijk als een kerstboom. Capoeira Er is meer dan het prachtig panorama van de stad, achter ons op de vlakte is het een levendige boel, heel anders dan wij het ons hadden voorgesteld. Jongens bevechten elkaar op sierlijke wijze. Hoog flitsen hun benen door de lucht. Elkaar aanraken doen ze niet. Capoeira, een als dans gestileerde
vechtsport, stamt uit de slaventijd. Verderop, aan de rand van de afgrond, een bijbelclubje. Een jonge vrouw vertelt dat God op de zevende dag Zijn schepping voltooide en toen uitrustte van al het mooie werk dat Hij had verricht. Een betere plek om dat bijbelse verhaal te vertellen zou ik niet weten en dan is het ook nog eens zondag, de dag des Heren. Succes verzekerd. Nog een verrassing: kaarsjes, bloemen en wat voedselresten liggen bij een struik. Voor welke godin zou dit offer zijn? Niet voor Iemanjá de zeegodin, aan haar offeren de leden van het Candomblé-geloof op plekken beneden tussen de rotsen bij het strand en op rotseilandjes voor de kust. Deze religie heeft zijn wortels in Afrika en is net als capoeira ontstaan tijdens de slavernij. ‘Laten we daar heen gaan’, wijst mijn 1-2013 Op lemen voeten 39
PRAKTISCHE INFORMATIE
Zicht vanaf Tijuca Mirim op zona norte
vriendin. Aan de rand van de vlakte waar de berg steil omlaag gaat, drommen mensen samen. Applaus voor een paar mannen en een vrouw die een voor een over de rand kruipen. Zij hebben de steile kant van de berg met behulp van touwen beklommen. Met opgestoken duim bedanken zij voor het enthousiaste onthaal. Een omstander geeft ze passatempos, biscuitjes met een laagje chocola ertussen. ‘Wilt u een foto van ons maken’, vraagt een meisje. Samen met een vriendin gaat zij op een rots zitten. Zorgvuldig kruisen ze hun benen en draperen het loshangende haar. Brazilianen, meesters zijn het in poseren. Pedra Bonita De beklimming van de Pedra Bonita is een eitje, eerst met de bus de bergen in en dan is het vanaf de bushalte niet meer dan twee uur heen en terug. Zwaarder kan ook, keuze genoeg. Ook de berg met het beroemde Christusbeeld, de Corcovada, kan beklommen worden. Wij zien er vanaf. Op die toeristenberg gebeuren wel eens dingen waar Teresa bang voor is. Ga met een gids en in grote groepen is het advies van een kenner in trilhas urbanas (stadswandelingen). Wij willen naar de hoogste top, de Pico da Tijuca (1021 m). Deze berg staat in natuurpark Tijuca, midden in Atlantisch regenwoud. Bij een infobord met wandelroutes staat een man, zwart als ebbenhout. ‘Gaat u ook de Tijuca beklimmen’, vraag ik. ‘Não é minha praia’, wandelen is zijn ding niet. Hij wil een pilsje drinken bij de waterval. Die was gisteren op tv. Het is voor hem het eerste bezoek aan Parque National da Tijuca. In de veertig jaar dat hij nu al in Rio woont was het er nog niet van gekomen. Wie ooit Tarzan van tak naar tak zag slingeren, zal in dit bos beslist de neiging krij40 Op lemen voeten 1-2013
gen om het ook eens te proberen, zoveel lianen hangen er. Een Franse toerist trommelt op zijn borst, rent het bos in, grijpt een liaan en blijft hulpeloos bungelen tussen de bomen. Na drie uur klimmen door de stilte van het Atlantisch regenwoud laat Rio weer van zich horen. Vuurpijlen spatten uiteen boven de stad: Flamengo speelt tegen Fluminense. Zou Ronaldinho gescoord hebben voor Flamengo? De exsterspeler van Barcelona is het voetballen nog niet moe. ‘Ronaldinho fantastico’, zegt een lange tengere jongen. Hij loopt samen met zijn oom de berg op. Het gezicht van het gezette familielid kleurt rood, zweet parelt op zijn voorhoofd. Steeds vaker krijgt hij een kontje van zijn neef, anders redt hij het niet. Oom moet en zal de top bereiken. Het lijkt wel een bedevaart. Boven wappert de groen gele Braziliaanse vlag. Het uitzicht is adembenemend. Beneden ligt Maracanã, het legendarische voetbalstadion waar Garrincha en Pelé ooit speelden. Je kunt vanaf de Tijuca zowel het zuiden als het noorden van de stad zien. Ik schat dat bijna alle wandelaars die hier nu op de top van het uitzicht staan te genieten in zona sul wonen, het luxueuze zuidelijke deel van de stad, nabij de vermaarde stranden van Copacabana en Ipanema. In zona norte, het arme deel van Rio komen ze niet, dat vinden ze te gevaarlijk. Ik moet denken aan ons telefoongesprek van gisteren met Teresa. Zij is bang dat de Braziliaanse jeugd, net als de jongeren in 2012 in Londen deden, aan het plunderen slaat. De moeder van een vriend van Nelson had haar een beetje gerustgesteld: ‘Onze jongens doen zoiets niet, die hebben sambavoetbal en de mooiste stranden van de wereld.’ En een economie die draait als een tierelier, had Roberto daar nog aan toegevoegd. ❙❚
Parque Nacional da Tijuca bestaat uit vier sectoren. Het hart van het Atlantisch regenwoud met de hoogste berg Pico da Tijuca (1021 m), ligt in Setor Floresta da Tijuca (hoofdingang bij Alto da Boa Vista). Wij liepen een paar van de ruim tien gemarkeerde routes in dit deel van het park. De Pico da Tijuca beklommen wij door delen van route 1, 2, 3 en 9 te combineren. Een tocht van zo’n uur of vijf. Het is mogelijk om met de auto naar het begin van route 9 te rijden, dan is het heen en terug zo’n tweeën half uur. In het park liggen nog twaalf andere bergen die via gemarkeerde routes beklommen kunnen worden. De route naar de Pico do Papagaio (990 m) is het zwaarst. In het park is een routekaartje te koop. De Pedra Bonita (696 m) ligt in een ander deel van het natuurpark (Setor Pedra Bonita Pedra da Gávea). Neem bus 448 vanuit Barra omhoog de bergen in. Zeg tegen de conducteur dat je naar de Pedra Bonita wil. De bus zal dan stoppen bij een halte aan het begin van een steil weggetje. Loop dit omhoog. Even voor parkeerterrein bij huisje - RA pad in. Heen en terug naar de bushalte is zo’n twee uur. Wie meer wil kan de berg ernaast beklimmen: Pedra da Gávea (842 m). Heen en terug zeven uur Start en eindpunt: Estrada do Sorimã in Barra. In de strandwijken beklommen wij twee bergjes: de Morro Da Babilônia (150 m) met prachtig uitzicht op de stad en Pão de Açucar (Suikerbrood). Heen en terug zo’n 1,5 uur. Start en eindpunt bij het Praia Vermelha-strand. Op het andere bergje, de Pico da Sacopã (134 m), heb je een mooi zicht op Lagoa, het meer in Rio waar tijdens de Olympische Spelen de roeiwedstrijden worden gehouden. De tocht duurt een uurtje (heen en terug). Start en eindpunt: Parque da Catacumba. Een rondje om het meer, zo´n 8 km, is populair bij de Cariocas.
4|2012
Abonnement
• € 6,25
www.wandelmagazine.nu
Tijdschrift voor wandelaars DE AMSTEL, HOLLANDS ARCADIA HET RAADSEL ELSWOUT NIEUWE LANDGOEDEREN, LUKT DAT? NATIONAL TRUST HUIZEN ROND LONDEN HET LAKE DISTRICT
Buitenplaatsen Interview René W. Chr. Dessing: ‘...je gaat met zo’n huis een emotionele verbintenis aan.’
BP
Een jaar al vanaf 01_Cover_OLV4_2012_C.indd 1
€ 19,95!
11-12-2012 11:02:46
Neem nu een abonnement op hét wandelmagazine van Nederland!
Trek de wandelschoenen aan en ga op pad met Op lemen voeten. Hét wandelmagazine voor actieve en nieuwsgierige wandelaars. Met altijd een verrassende invalshoek. Boordevol praktische informatie over bekende maar vooral onbekende plekken in Nederland en Europa.
www.wandelmagazine.nu Ja, ik wil een abonnement op Op lemen voeten en kies n Een jaarabonnement met eenmalige korting en betaal € 21,50 (i.p.v. € 28,50) n Een jaarabonnement voor € 28,50 met een van de volgende welkomstgeschenken: n Rother wandelgids Nederland (t.w.v. € 16,95) n Online abonnement op On Track (t.w.v. € 17,50) n de laatste 3 verschenen nummers van Op lemen voeten (t.w.v. € 18,75) n Ik machtig Op lemen voeten/Virtùmedia bv het abonnementsgeld van mijn rekening af te schrijven en ontvang € 1,55 korting op het abonnement
Naam Adres
m/v
Postcode/Plaats
Land
Telefoon Rekeningnummer Datum
Handtekening Deze bon kunt u (vanuit Nederland ongefrankeerd) in een envelop opsturen naar Op lemen voeten wandelmagazine, Antwoordnummer 7086, 3700 TB Zeist, Nederland Of ga naar www.wandelmagazine.nu
Tekst en foto Gerrit Jan Zwier
Duitsland
Eilandvrees op Hooge Oost-Friese eilanden, zoals Baltrum en Wangerooge, zijn bij ons al tamelijk onbekend, maar dat geldt zeker voor de Noord-Friese eilanden. Niet veel Nederlanders zullen Pellworm of Amrum bezocht hebben, laat staan de Halligen.
R
ij je voorbij de Duitse Bocht, langs een kust die uitbundig opgetuigd is met turbomolens, dan kom je voorbij Husum in een streek waar veel dorpsnamen op ‘büll’ eindigen: Dagebüll, Niebüll enzovoort. Misschien betekent het ‘duin’ of ‘zandplaat’ in het locale dialect. ‘Wir snackt platt’, staat hier en daar op bordjes bij een loket of receptie, wat aangeeft dat men trots is op de eigen taal. De veerboot naar Hooge, een van de bekendste Halligen, vertrekt uit het haventje van Schlüttsiel, dat niet meer is dan een sluis en een hotel op de dijk. Iets noordelij-
42 Op lemen voeten 1-2013
ker ligt Dagebüll, de thuishaven van de veerboten naar Föhr en Amrum. Om ons heen liggen vreemde bouwsels op de horizon, zeeterpen, die er soms uitzien als ontplofte vulkanen of verzakte piramiden. In de wijde omgeving van zo’n verhoging is verder niets te zien dan water en slikplaten. Zou het noorden van Friesland of Groningen door de zee worden overstroomd, dan zouden de terpdorpjes ook op deze manier boven het verdronken land uitsteken. Het gaat hier inderdaad om terpen, die in deze contreien Warften worden genoemd. Woonhuizen en boerderijen betwisten elkaar de ruimte op de door mensenhanden opgeworpen heuvels.
Halligen Een Hallig is van origine een onbedijkt eiland waar het getij zijn stempel op drukt. Tegenwoordig is een aantal Halligen door een lage dijk omringd. Het woord hall wijst op de zoutwinning die vroeger door het verbranden van turf werd verkregen. Niet alle tien Halligen zijn bewoond. Vroeger leefde men er van landbouw en visserij. Het schaarse hooi werd in lakens van het land gehaald en de koeienmest diende als brandstof. Tegenwoordig brengt het toerisme veel geld in het laatje. Duizenden jaren geleden werd het gebied door Friezen gekoloniseerd die gehard waren in de strijd tegen het water. Zij wierpen terpen op en lieten het vee op de kwelders grazen. Hoewel de geschiedenis van de Halligen een droef stemmende kroniek is van stormvloeden en verdrinkingen, lieten de bewoners zich toch niet door ‘Blanke Hans’ verdrijven. Ook niet als het vee in de stallen tot aan de buik in het zeewater stond. Aan stuurboord ligt Oland, een enkele volgebouwde heuvel, die door dammen met Lan-
geness en de kust is verbonden. Aan bakboord verheffen zich eveneens terpen boven de zee. In de verte ligt Habel op de kim, een eilandje voor vogels en een vogelwachter, die ‘s zomers het enige huis op de terp bewoont. Iets dichterbij ligt Gröde, dat wel degelijk permanent bewoond is. Goed zichtbaar is Pellworm, dat zowaar een vuurtoren rijk is. De huizen op Pellworm liggen ook op heuvels, maar om het vlakke groene eiland ligt nu een flinke zeedijk die de bevolking tegen het zoute water moet beschermen. Hooge Na een uur ligt het schip aan de steiger van Hooge. Vanaf de loopplank zetten we meteen koers naar het binnenland. Er zijn ook fietsen te huur. Minder sportieve bezoekers nemen plaats in een maffe paardenkoets. Hoewel het eiland tegenwoordig door een anderhalve meter hoge dijk wordt omringd, is er bij springvloed – een paar keer per jaar – geen houden aan. Dan moeten het vee, de trekkers en de auto’s op de terpen in veiligheid worden gebracht. Vlak bij de haven rijst de eerste van de tien terpen die Hooge telt uit het groene land op. Weiden vol koeien en schapen, met hier en daar een heuvel, als een verspreide zeeburcht waarin de boeren zich hebben verschanst – dat is de overheersende indruk. We komen langs een tweede terp, de Kirchwarft, waar het geestelijk leven van Hooge zich heeft geconcentreerd. We lopen verder naar de Hanswarft, de ‘hoofdstad’ van een eiland dat minder dan 100 inwoners telt. Een hoofdstad die zelfs voor fietsers verboden is. Behalve woonhuizen, telt het gehucht twee winkels, enige eethuizen, een bioscoop en een natuurmuseum. Het minidorpje maakt, met zijn fruitbomen en bloementuintjes, een plezierige indruk. De huizen dragen namen van vrouwen - Haus Ine, Haus Ingeborg - en dat is ook niet zo vreemd, want de vrouwen speelden van oudsher een belangrijke rol in dit terpenland. Als de man zijn
‘ Als de man zijn geld op de lange deining verdiende, dan berustte de dagelijkse leiding over huis en bedrijf bij zijn vrouw’
geld op de lange deining verdiende, dan berustte de dagelijkse leiding over huis en bedrijf bij zijn vrouw. Aan de voet van de terp staat hier en daar een bankje, dat de bewoner de kans geeft om even aan de blik van zijn buren te ontsnappen. Sturmflutkino In het zaaltje van de bioscoop wordt een film gedraaid over Hooge bij springvloed. Een slimme bewoner kwam op het idee om het lot van het door wind en water belaagde eiland op videofilm vast te leggen. Het gevolg is dat de vele toeristen, die op een zomerdag een uitstapje naar Hooge maken, nu om het halfuur de ‘Sturmflutkino’ betreden om dit spektakel te bekijken. We zien hoe het opgestuwde water over de zomerdijk stroomt en in een mum van tijd de kweldergeulen opvult. Na enige tijd steken er in het land tussen de terpen alleen nog hekken en palen boven het water uit. De golven slaan steeds hoger tegen de terpen aan waardoor de eerder genoemde bankjes algauw uit zicht verdwijnen. Je denkt aan foto’s van Zeeland uit 1953. Het verschil is dat een watersnoodramp op Hooge heel gewoon is. Op de film liggen de terpen als gestrande schepen in een woeste zee. Wanneer de storm gaat liggen, proberen mensen, die op de verkeerde terp zijn ingesloten, hun eigen terp te bereiken. Voorzien van lieslaarzen en een lange stok waden ze door het water, een hachelijke onderneming, die alleen kan slagen als je heel precies weet waar de weg is en waar de geul. Is de zee buiten de dijk naar ebniveau gezakt, dan staat het water op Hooge ruim een meter hoger dan daarbuiten. Op dat moment worden de sluizen in de dijk wijd opengezet en kolkt de zoutplas weer naar buiten. Hooge lijkt me een plek waar je gemakkelijk door ‘eilandvrees’ bevangen kunt worden.
Bij de Westerwarft, ook een terp die bij fotografen heel goed staat aangeschreven, komen we een Duits echtpaar tegen dat elk jaar drie weken op de terp logeert. Vorig jaar werden dat er noodgedwongen vier weken, toen de zee over de dijk was gestroomd. Niks geen eilandvrees, ze hadden genoten van de diepe stilte en de blinkende wereld om hen heen. ❙❚
PRAKTISCHE INFORMATIE
Hoe er te komen Met de auto rij je in ongeveer vijf uur van Groningen naar Dagebüll (ca. 500 km). In het hoogseizoen vertrekt er dagelijks om 10.00 uur ‘s morgens een veerboot uit Schlüttsiel. Tot 10 april is er een aangepast vaarschema. De overtocht duurt een uur. Info: www.wdr-wyk.de Wie dat wil, kan het eiland, dat 700 hectare groot is, in drie uur rondlopen. Wie naar schelpen en barnsteen wil zoeken, doet er iets langer over. Leuker is het natuurlijk je eigen plan te trekken en van de ene naar de andere terp te lopen. Zie ook: www.hooge.de Accommodatie Je kunt overnachten in een hotel-pension, een B & B of zelfs in een vakantiehuis (zie Hooger Gastgeberverzeichnis). Op tafel verschijnen de gerechten uit de gutbürgerliche Küche, afgewisseld met Noord-Friese specialiteiten.
Vanaf de Hanswarft houden we een westelijke richting aan. Links en rechts liggen verschillende terpen met boerderijen; vele bieden kamers te huur aan. Op sommige plaatsen is zelfs ruimte voor zomerhuisjes gereserveerd. Tot in de jaren zestig kwamen er alleen dagjesmensen naar het eiland, nu ligt het aantal overnachtingen tegen de 50.000 per jaar. Voorts telt Hooge een bescheiden kampeerterrein en enkele ‘Jugendheime’. Is hier voor de jeugd wel voldoende vertier? De terpen zijn nu eenmaal piepklein en het lage land ertussenin is bestemd voor het vee. Maar voor wadlopen is Hooge een goed vertrekpunt. Herhaaldelijk klimmen er groepjes natuurminnaars over de dijk die met een gids de slikvlakten gaan verkennen. 1-2013 Op lemen voeten 43
Tekst en foto’s Hans Huijboom
Duitsland,Töddenweg
Op mars met Carl en August Het is moeilijk voor te stellen maar kledingconcerns als C&A en Peek & Cloppenburg zijn ooit begonnen als kleine winkeltjes van Westfaalse kooplieden. Ze waren met hun koopwaar op de rug in de 19e eeuw naar het welvarende westen van Nederland gekomen, af en toe met de postkoets, af en toe te voet. Eerst naar Friesland, daarna naar Holland. De routes die deze marskramers, in het Duits ‘Kiepenkerle’ of ‘Tödden’ namen, lagen in Overijssel en Gelderland. Töddenweg Een aantal jaren geleden heeft Wandelnet een Marskramer pad ontwikkeld dat sommige delen van die routes volgt. Het lag voor de hand dat er ook een grensoverschrijdende route kwam. Het Wiehengebirgsverband heeft twee jaar geleden in samenwerking met de touristenbureaus aan weerszijden van de grens een ‘handelsweg’ of ‘Töddenweg’ ontwikkeld, van Osnabrück via Rheine en Oldenzaal naar Deventer, 229 km lang. Het Nederlandse Marskramer pad mag zich in een behoorlijke populariteit verheu44 Op lemen voeten 1-2013
gen, aan de andere kant van de grens is dat minder. In Osnabrück strijden de Hünenweg, de Varus (’DiVa’ route, zie Op lemen voeten 2012.3) en de Wittekindsweg om de voorrang in de boekwinkels en bij de VVV. Bij de laatste is alleen een flyer van de handelsweg te krijgen. Via internet is wel een informatieve kaartenset bestellen (zie praktische informatie). Op pad Met de flyer, met een vrij oude kaart, die we nog hadden, en de witte T op zwart vlak als aanduiding op bomen en telefoon- en lan-
taarnpalen gaan we op pad en verlaten de stad door de Heger Tor, een robuuste stadspoort. Via een villawijk gaat het dan omhoog, de parkachtige Westerberg op. De route wordt hierna bepaald door open veld met af en toe bos. Er hangt een verstilde sfeer. Op deze mistige herfstdag krijgen ook de mooiste herfstkleuren helaas een grauwsluier. Vrij snel daarna voert de T ons de oprijlaan op van een landgoed. Vanaf de 18e eeuw wordt het bewoond door de familie Ostman van der Leye, waarvan de telgen belangrijke posities bekleedden in de Pruisische regering, maar ook in de stad Osnabrück. Naast het barokke herenhuis is een moderne manege. Het is zo’n beetje het laatste rustpunt, want vervolgens komen we langs een uitgestrekt terrein met expeditiebedrijven langs een snelweg waar we met een omweg onderdoor gaan. Wersen waar we nu komen, heeft wat nieuwbouw gekregen die niet op de kaart uit de jaren ’80 staat. De watermolen (‘Tüchtermühle’) is gelukkig gespaard door de oprukkende tijd. De T voert ons dan langs een spoorlijntje. Een informatiebord maakt duidelijk dat het ‘Pengel Anton’ was, een lokaal stoomtreintje, die hier gebruik van maakte. Nu rijden er alleen nog goederen-
treinen. Niet ver daarvandaan is in een vrij uitgestrekt bos een hunebed te bewonderen, hier ‘Sloopsteene’ genoemd. Het ziet er precies zo uit als de hunebedden in Drenthe. Westerkappeln is een wat grotere plaats, een stadje, gezien de naam Stadtcafé. Hier houden we halt voor koffie en een stuk Torte, én informatie, want in een souterrain is de VVV gevestigd. Voor vandaag is het genoeg, bij Am Dölhof nemen we de snelbus, die ons in 20 minuten terugbrengt naar de Heger Tor in Osnabrück. Tüöttenmuseum Met dezelfde bus zijn we de volgende ochtend ook weer snel terug. Na het centrum komen we via het park van Huize Cappeln, voorzien van een mooie oprijlaan met scheef gegroeide bomen weer op de route. Eindelijk zijn hier wat meer onverharde bospaden in de route opgenomen. Dan volgt weer een afwisselend stuk met velden, wat bospercelen en paarden- , koeienweiden, ja zelfs een varkenswei. Vrij vaak doemt er een (vakwerk)boerderij op. Je kunt je voorstellen dat de marskramers daarom deze route namen en de dicht beboste en dun bevolkte gebieden van Teutoburgerwoud en Wiehengebirgebirge respectievelijk links en rechts lieten liggen. Altijd is er wel weer een stukje bewoonde
PRAKTISCHE INFORMATIE
Hoe er te komen? Osnabrück is per trein vanuit Amsterdam in ruim drie uur te bereiken met de intercity Amsterdam-Berlijn. Met de auto via de A1 in Nederland en de A 30 aan de andere kant van de grens tot Osnabrück. Vanuit Osnabrück biedt snelbus S 10 een handige mogelijkheid naar en van de beschreven plaatsen Westercappeln, Mettingen en Recke te komen. Accommodatie In Osnabrück zijn vooral aan de Markt en het nabij gelegen Heger Torviertel veel eetgelegenheden. Onderweg: Parkhotel Osnabrück, Café restaurant Leonardo, kantine camping Bullerby Attersee, in Westerkappeln het Stadtcafé, aan de route naar Mettingen: boerderijcafé-restaurant Kuckucksnest. café Muckhorst. In Mettingen onder andere Gasthof Telsemeyer.
wereld waar verkocht, gerust of overnacht kan worden. Ook handig voor de hedendaagse wandelaar, maar die moet dan wel vaak over verharde, kaarsrechte landwegen. De Brenninkmeyers In Mettingen kan het marskramerverleden de bezoeker niet ontgaan. Van hier uit zijn de Brenninkmeyers vertrokken. Gasthof Telsemeyer herbergt een waar Töddenmuseum of ‘Tüöttenmuseum’zoals op de gevel staat. In de gelagkamer zijn gebrandschilderde ramen te bewonderen met afbeeldingen van Cornelis en Anton en andere Töddenfamilies als Voss en Lampe zoals ze op pad gingen. Ook van de winkels en kleermakerijen die ze in Nederland, te beginnen in Friesland, stichtten. Muurschilderingen, kostuums, manden (‘Kiepen’), gereedschappen, lappen stof. Er is ook een postmuseum en een schoolmuseum. Even in de zon zitten met een kop koffie, dan weer verder, langer kun je het als marskramer niet maken. Schachttoren uitzichttoren De bergjes die we op de kaart hadden zien staan, doemen nu op. Na de Marienkapelle gaat het al steil omhoog door het bos. We worden beloond met een vergezicht. Dan weer, maar minder dan gisteren, velden, af en toe met herfstvergeelde mais, weiland en
Bezienswaardigheden Osnabrück: Domkerk, Stadswaag, Raadhuis, vele vakwerkhuizen met beschilderingen en houtsnijwerk, E.M. Remarquehuis, Cultuurhistorisch centrum Felix Nussbaumhuis en de Kunsthal in de Dominicanerkerk. Westerkappeln: 13e eeuwse kerk, vakwerkhuizen; Huis Cappeln; iets buiten het centrum: Velper watermolen en een Tractormuseum. Mettingen: Tüöttenmuseum, postmuseum, Schoolmuseum, kerk. Buchholz: sporen van de steenkoolwinning.
stukjes bos. In de verte zien we al wel een hogere berg opdoemen. Het is een enorme steenstortplaats waarvan de flanken zijn beplant met bomen. De top van de stortplaats geeft een schitterend uitzicht Dit gebied, Buchholz geheten, naar de vele beukenbomen, was in de 18e eeuw een geliefd jachtgebied, maar er was ook een begin gemaakt met steenkoolwinning. Hier geen Drenthe meer, maar Limburg. We treffen allerlei sporen aan van de mijnbouw in vroeger tijden. Kuilen, een afvalberg en, even van de route af, een gerestaureerde mijngang, de Steinbecker Stollen. De vroegere schachttoren is nu in gebruik als uitzichttoren en het schachtgebouw als schuilhut. De kaart geeft aan dat we hier op een hoogte van zo’n 190 meter zitten. Op sommige punten hebben we een fraai uitzicht op het Noordduitse Laagland. Na de Finnenbaan, een hardlooptraject, kunnen we doorlopen naar of Recke-centrum of met de route mee naar Hopsten. Beide plaatsen zijn interessant voor Töddenweglopers, want uit beide plaatsen waren veel marskramers afkomstig. We hebben twee dagen door een afwisselend landelijk gebied gelopen, enigszins vergelijkbaar met Achterhoek en Montferland, met af en toe een vleugje Drenthe en Limburg. ❙❚
Mettingen, Rheine, Oldenzaal, Rijssen of Deventer als standplaatsen. Van de hier beschreven wandelingen was de eerste dag 16 km de tweede dag 22 kilometer . Voor driekwart voerden ze over verharde wegen. Men kan via www.handelsweg.com verschillende arrangementen boeken met overnachtingen in hotels en pensions en bagagevervoer. Op dit adres is ook een kaartenset met informatie over de route en overnachtingsplaatsen te bestellen.
Wandelen De 229 kilometer lange handelsweg is in Duitsland gemarkeerd met een witte T op een zwart vlak, in Nederland met de wit-rode GR-markering. Men kan de totale route afleggen in 10 a 12 dagen, of delen ervan lopen met Osnabrück,
1-2013 Op lemen voeten 45
Tekst Rick Eggink Foto’s Toerisme Brugge Jan Darthet en Jan d'Hondt
Eind 2012 opende het Brugse Historium zijn poorten. Dat kon niet uitblijven, want elke grote toeristische bestemming in Europa had al zijn ‘Experience’. Brugge kon niet achterblijven. De eigentijdse toerist heeft haast. Niet langer zelf dwalend ontdekken, maar een Quick Look en daarna wandelend de pareltjes eruit pikken.
Brugge, Historium
Groots (neo)gotisch erfgoed Nergens vindt je zoveel gebouwen uit de late middeleeuwen in verschillende bouwstijlen bij elkaar als in de binnenstad van Brugge. Deze is dan ook in 2000 tot werelderfgoed verheven. In de eerste helft van de 15e eeuw was Brugge de grootste stad in Noordwest-Europa. Er werden zaken gedaan met alle plekken van toenmaals bekende wereld. Al die handelsnaties, Engeland, Frankrijk, Spanje, Portugal, Venetië, Florence, Genua en de Hanzesteden, hadden hun huizen in Brugge. Het ene huis mocht natuurlijk niet onder doen voor het andere. Er werd veel in steen gebouwd in een tijd waarin dit niet vanzelfsprekend was. Zo kan men er nu dwalen door rustieke straatjes en langs lommerrijke kades van een laatmiddeleeuwse stad.
46 Op lemen voeten 1-2013
©Jan D'Hondt
Brugge parel van de Vlaamse steden
Armste stad van Vlaanderen Dat dit alles zo goed bewaard is gebleven komt wellicht omdat Brugge in de vergetelheid is geraakt. Vanaf 1480 kondigde zich een crisissituatie aan. Aan de basis lagen de achteruitgang van de lakenindustrie, de concurrentie van de snelgroeiende handelsmetropool Antwerpen en de politieke omstandigheden. Na de plotse dood van Maria van Bourgondië in 1482 en de opstand van de Bruggelingen tegen haar opvolger Maximiliaan van Oostenrijk liep Brugge onder diens bewind (1483-1519) zware klappen op. Het Zwin werd tien jaar lang geblokkeerd en de vreemde naties moesten op bevel van Maximiliaan de stad verlaten. In 1492 was de opstand volledig de kop ingedrukt. Het Verdrag van Damme
©Jan Darthet
maakte een einde van de Brugse bloei. Brugge moest zijn stadswallen afbreken en het hof en alle belangrijke bestuurlijke functies - en daarmee ook de handel - verhuisden naar Gent. De verdere verzanding van het Zwin en de Tachtigjarige Oorlog in de volgende eeuw maakten Brugge één van de armste steden van Vlaanderen. Vlaamse Primitieven In tijden van voorspoed gedijen de kunsten. Zo ook in de Lage Landen. Er ontstond een kunststroming die wij nu de Vlaamse Primitieven noemen. Kenmerkend voor deze stroming zijn helder kleurgebruik en gedetailleerde weergave. Perspectief en anatomisch juiste weergave van het lichaam waren minder belangrijk. Op de meeste schilderijen is wel een doorzicht, een open raam, waar in het Vlaamse landleven wordt getoond als ware het een decorstuk in het toneel van de handeling op de voorgrond. Het Historium Net als op een schilderij van de Vlaamse Primitieven een stukje van het dagelijks leven te zien is, wil men met het Historium een inkijk geven van het Vlaamse leven van weleer. Alle technieken van de eenentwintigste eeuw worden gebruikt om de mensen van nu het leven in het Brugge van de vijftiende eeuw te laten ervaren. De bezoeker wordt meegenomen op een tour door het Brugge van 1435 aan de hand van een flinterdunne ‘love story’. Het verhaal verloopt als volgt. De beroemde Jan van Eyck is bezig met zijn schilderij van de ‘kanunnik van der Paele’ (origineel te zien in het Groeninge museum). In het midden van het schilderij Maria met het kindeke Jezus op haar schoot, maar ook met een groene ©Jan Darthet
Zwaan
Hofje
papegaai, wellicht als zinnebeeld van de exotische handelscontacten van Brugge. Rechts van haar is de kanunnik afgebeeld, geknield met de Bijbel en in de hand een bril, begin 15e eeuw toch een stukje ‘state of the art’ technologie. Daarachter staat een geharnaste man die Sint Joris, naamheilige van de kanunnik, voorstelt en links een man in een mooie blauwe mantel die Sint Servaas moet voorstellen aangezien het schilderij een geschenk zou worden aan de Sint Servaas kerk. Links achter tussen Sint Servaas en Maria een open raam met een blik op het Vlaamse landschap. Maar in het Historium is het schilderij nog niet af. De plek waar het gezicht van Maria moet komen is nog een witte vlek. Een leerling van de meester wordt naar de kade gestuurd om het model dat hiervoor is besteld op te halen. Het is liefde op het eerste gezicht. Natuurlijk raakt hij haar kwijt en gaat haar overal zoeken wat een mooie gelegenheid is voor ons om kennis te maken met het Brugge van de vijftiende eeuw. De handel, het badhuis, gezichtsbepalende gebouwen, de pittoreske grachtjes maar ook de overkluisde grachten die men hier Reien noemt, ze komen allemaal voorbij. Uiteindelijk vindt hij haar en voert haar naar het atelier van zijn meester zodat de witte vlek op het schilderij ingevuld kan worden. ❙❚
PRAKTISCHE INFORMATIE Trein Intercity naar Antwerpen, daar overstappen op de trein naar Oostende, uitstappen in Brugge. Op de VVV voor het station kan een gratis kaart van Brugge opgehaald worden. Op deze kaarten wordt de afstand niet in kilometers aangegeven maar in minuten lopen. Hoe er lopend te komen U loopt het stationsplein over en slaat linksaf langs de Koning Albertlaan. Na een kwartier (een kilometer) lopen komt u op ’t Zand. Hier neemt u de Zuidzandstraat naar rechts. Deze vervolgt u gewoon als hij Steenstraat gaat heten. Na een kleine kilometer komt u uit op de Markt. Naast het provinciale hof bevindt het Historium in een mooi neogotisch gebouw uit het begin van de twintigste eeuw. Accommodaties Er zijn in Brugge voldoende logeerplaatsen in verschillende prijsklassen. Websites: Brugge.be; Historium.be
1-2013 Op lemen voeten 47
Tekst en foto’s Jan Erik Burger
Portugal, Alentejo
GR Rota Vicentina en Casas Brancas
L
ang gold de Alentejo als toeristisch niet interessant. Dat merkte Op lemen voeten, toen het in 2004 een voetwijzer uitgaf (zie Praktische Informatie). Het liep niet storm. Pas de laatste jaren komt hier verandering in. Eigenaren van karakteristieke lokale accommodaties ‘Casas Brancas’ hebben de handen ineengeslagen en papieren lange afstand wandelroutes nieuw leven in geblazen. Toch mag de onvermoeibare trekker van het project niet onvermeld blijven. Voortrekster Marta Cabral heeft met haar typerende koppigheid en vasthoudendheid het project naar hoger en internationaler plan getrokken. Op lemen voeten bracht in mei 2012 een kort maar intensief bezoek. Ons 48 Op lemen voeten 1-2013
enthousiasme gaat verder dan de prachtige en afwisselende streek en het Parque Natural Costa Vicentina, en geldt ook accommodatie en de lokale keuken. Een aanrader kortom. Zeker nu door de crisis de Spaanse toeristen weg blijven. Ruim baan voor U. De streek heeft het tot op heden een goede balans weten te bewaren tussen een redelijk tot goede toeristische infrastructuur en het tegengaan van wildgroei. Visserspad Wij liepen een stuk van de GR Rota Vicentina door het droge binnenland en het grootste deel van het Visserspad, Trilho de Pescadores, langs de kust. Het is de ideale combinatie van een aangenaam plattelandspad met een ruw en spectaculair kust-
landschap. Vanuit trein en bus doet het binnenland zich voor als licht golvend heuvellandschap, waar olijvengaarden, graanakkers en wildgroei elkaar afwisselen. De GR zoekt juist diep ingesneden beeken rivierdalen op. Lover en water bieden een even onverwachte als aangename koelte. Hier en daar is badderen goed mogelijk. Onderweg kom je hier en daar een herder tegen, die onder een boom ligt te roken, terwijl zijn honden het werk doen. Alle tijd voor een praatje en een enkel kunstje uit de school ‘A man and his dog’. Nationaal Park De westkust van de Alentejo met zijn koude zeewater en winderige stranden was lang minder populair bij toeristen. Maar
Quinta de Chocalinha
Rota Vicentina De Rota Vicentina bestaat uit een klassieke GR met een lengte van 241 km verdeeld over 13 etappes, die nu eindelijk eens goed gemarkeerd zijn en het Visserspad, Trilho de Pescadores met een lengte van 115 km. De GR van Santiago de Cacém-Cabo-São Vincente voert door een klassiek Alentejo landschap met olijfboomgaarden, graanakkers en passeert kleine dorpen en ‘stadjes’. In de zomer verdient het Visserspad de voorkeur. Hier waait bijna altijd een verfrissende wind en er zijn schaduw rijke stranden. Ook de GR kent aangename schaduwrijke secties. De eigenaren van de Casa Brancas sloegen de handen ineen en markeerden de routes. Onder hen bevinden zich een aantal ‘buitenlanders’ die werden geïnspireerd door voorbeelden in hun vaderland. De Portugese Marta Cabral wijdde ziel en zaligheid aan het project. Zonder haar zou het niet tot stand gekomen zijn. De gemiddelde kwaliteit van de 38 Casas is hoog. Wij brachten met name aangename nachten door in de Casa de Chocalinho buiten Odemira en in de Herdade van David Ingram hoog boven het diepliggende dal van de Rio Mira. www.rotavicentina.com en www.casabrancas.pt
met een overvolle Algarve wordt steeds met begerige ogen naar de westkust gekeken. Er is de parkautoriteiten veel aangelegen om misstanden zoals aan de Algarve te voorkomen. Een gemakkelijke opgave is dat niet. Kustbewoners die hun landbouwgrond aan de kust trachtten te verkopen, kwamen bedrogen uit. Ze raakten het aan de straatstenen niet kwijt, want bouwen mag niet. En ook meer welgestelden mogen hun villa niet aan de rand van de klif bouwen. Dat mag een doorbraak heten in een land waar goede relaties vaak veel vermogen. Dorpsbesturen kregen nul op het rekest wanneer zij een brede asfaltweg naar zee wilden aanleggen. Steeds meer Portugezen zijn blij met die opstelling. Het betekent het behoud van een spectaculair en woest wan-
dellandschap. En de titel ‘Best preserved coastal area of Southern Europe.’ Ooievaars Naar mate het Visserspad verder zuidwaarts gaat, wordt de kust spectaculairder. Duinen liggen bovenop steile, grillige kliffen. Op eenzame rotspunten nestelen ooievaars, een unicum, de enige plaats ter wereld. Kijk hoe ze hier hun jongen voeren, bloedstollend. In het voorjaar, dat hier tot in mei reikt, bloeien bloemen en planten er op los, een lust voor het oog. Diep beneden tussen de rotswanden liggen kleine, bijna lege standjes. Soms lijken ze onbereikbaar, maar voetafdrukken in het zand geven de moed om een provisorisch pad omlaag te zoeken. Hier kan je niet de hele dag op dezelfde plek blijven bakken, om de
zon te volgen, moet je je regelmatig verplaatsen. Op de grotere stranden is het drukker. Daar is het vooral de mannelijke jeugd die de hoogste golven willen berijden. Duizelingwekkende hoogte In andere baaien en inhammen wordt gewerkt. Vissers maken hun felgekleurde bootjes klaar om de zee op te gaan. De mannen trekken aan de riemen om de boten door de branding te loodsen. Pas daarna gaat de motor aan. Ze gaan voor sardines, maar hopen op zwaardvis en zeeslang. Anderen jagen op inktvis. In de haventjes liggen rode potten, waarin de dieren worden gevangen . De vissers zetten ze met drijvers uit in zee. De inktvis op zoek naar aas kan de pot wel in, maar niet uit. Dagelijks 1-2013 Op lemen voeten 49
WWW.BERGWIJZER.NL
INSPIRATIE
voor je bergvakantie
•
• De mooiste bestemmingen in de bergen • Handige tips en veel informatie • Reisverhalen van bergliefhebbers • Het laatste nieuws uit de bergwereld • Interviews met bekende bergsporters • De nieuwste outdoorproducten • Leuke winacties
www.bergwijzer.nl
Doe mee met de fotowedstrijd en win € 500 aan outdoorkleding
inspecteren de vissers de potten. Zit er een inktvis in, dan strooien ze wat zout of sigarettenas in de pot, waarna de inktvis zich als verlamd uit de pot laat vallen. Vis en inktvis, krab en kreeft, alles gaat naar de visafslag. Daar staan koelautootjes klaar om de bakken vol glibberige beesten naar de stad te brengen. Als de zee te ruw is, vooral in de wintermaanden, staan vissers met lange hengels vanaf de klif te vissen. Urenlang staan ze geconcentreerd te vissen vaak vanaf duizelingwekkende hoogte.
PRAKTISCHE INFORMATIE
Hoe er te komen Vanuit Lissabon/luchthaven per bus of taxi naar het Estacão do Oriente om de trein naar Faro te nemen. Onderweg uitstappen op een van de vele stations. Maak een afspraak met de eigenaar van een Casa Branca om u van het station te laten ophalen of neem een taxi (een reële optie, want veel goedkoper en betrouwbaarder dan in Nederland). Accommodatie In de eerste plaats de Casas Brancas. Buiten het hoofdseizoen volstrekt redelijke prijzen met een goede prijs-kwaliteitverhouding. Soms kan je er ook avondeten. Ons beviel de Casa de Chocalinho bij Odemira erg goed. Kaarten en gidsen: de militaire kaart 1:25.000 en 1:50.000. De GR Santiago de Cacém-Cabo-São Vincente Rota Vicentina is over het algemeen goed aangegeven in het terrein. Voor het visserspad is een topografisch kaart niet echt nodig. Kijk op de website www.casasbrancas.pt met doorklikmogelijkheid naar Rota Vicentina voor een globaal overzicht van routes en accommodaties. Voor cultuurhistorische informatie en andere routes langs de Costa Vicentina: Roel Klein
Elk vissershaventje heeft wel een of meer restaurants waar je verse vis of schelpdieren kunt eten. Dé delicatesse van de streek is ‘percêbes’, eendenmosselen. Met ijzeren hakken op lange stokken worden ze van de rotsen geplukt. Als gemzen lopen de verzamelaars over de rotsen tussen zee en klif, altijd met de rug naar de kust en de ogen op zee. Aljezur in de Algarve In de negentiende eeuw liet bisschop Dom Francisco in de lege vlakte een nieuwe kerk
en Bert Stok. Voetwijzer 12 Zuid-Portugal. 23 wandelingen door de Alentejo en Costa de Lisboa. Uitgeverij Op Lemen Voeten Amsterdam 2004 (978-) 90-74980-15-5 en Voetwijzer 14 Algarve 26 wandelingen. Uitgeverij Op Lemen Voeten Amsterdam 2011. ISBN 978-90-74980-22-7
Visserspad Costa Vicentina
Websites www.visitportugal.com, www.visitalentejo. com, www.casasbrancas.pt, www.rotavicentina.com
Ruige Atlantische kust
bouwen als centrum van een nieuw Aljezur. In zijn ogen was de oude stad een door muggen geteisterd oord dat verlaten moest worden. De bewoners, eigenwijs als zij waren, dachten hier geheel anders over. Ruim honderd jaar stond de kerk eenzaam op zijn heuvel. Pas in de tweede helft van de vorige eeuw kwam hier nieuwbouw. Hoog boven Aljezur ligt de vesting die waarschijnlijk in de tiende eeuw door de Arabieren gebouwd werd, toentertijd een van de belangrijkste vestingen in ZuidWest-Portugal. In 1249 werd het kasteel als laatste Arabische bolwerk door de Christenen veroverd. Daarna had het geen strategisch belang meer. Vanaf het kasteel heeft de wandelaar een fraai uitzicht over het dal van Ribeira de Aljezur, waar vroeger rijst verbouwd werd. Vlak bij het kasteel ligt de Fonte das Mentiras. Hier zou een soldaat uit het Christelijke leger een afspraakje hebben gehad met de hevig verliefde Arabische Maria Aires. Door liefde verblind zou zij de Christenen een handje geholpen hebben bij de verovering van de stad. ❙❚ 1-2013 Op lemen voeten 51
Boeken
Stromend landschap
Vloeiweidenstelsels in Nederland Auteur G..J. Baayens, E. Brinckmann, P.L.Dauvellier, P.C. van der Molen Uitgever KNNV Uitgeverij, Zeist 2011 ISBN 978 90 5011 3892 Prijs € 29,95
S
tromend Landschap behandelt het afleiden van opkwellend voedselrijk water voor het bevloeien van graslanden om de productie en de kwaliteit van gras en hooi te verhogen. Het vloeiwater voorkwam bovendien vorstschade en maakte zo een vroege grasoogst mogelijk. De schrijvers verbazen zich erover dat deze waterbeheerkennis geheel is verdwenen, terwijl deze praktijken nog geen eeuw geleden volop werden toegepast. Voor het bevloeien werden slootstelsels aangelegd, beken vergraven en beekstelstels met elkaar verbonden. Dat heeft een grotere variatie aan landvormen en waterstaatkundige werken opgeleverd. Het bevloeien vereiste gedetailleerde kennis van landschap en waterkwaliteiten. De bewijzen worden uit oude kaarten en archieven, en uit het veld gehaald. Het enthousiasme van de auteurs om deze puzzelstukjes uit onze door de ruilverkavelingen vervlakte landschappen bijeen te zoeken, werkt aanstekelijk. Stromend landschap biedt bovendien een veldgids met index die de wandelaar helpt bij het herkennen van sloot-en beekpatronen, veldnamen en planten die kwel indiceren. Geomorfologisch zijn zeker kanttekeningen te maken. Zo is de doorsnijding van de keileemruggen in de beekdalen van de Drentse Aa niet slechts mensenwerk. Het splitsen van beken in verschillende beekdalen heeft vaak te doen met kleinschalige zandopduikingen in de natuurlijke beekbedding. Dit boek past in de post-moderne landinrichting, die niet langer de ondergrond als een blanco geschiedenisblad ziet, maar in het kader van duurzaamheid de cultuurhistorie weer aarzelend lijkt op te pakken. Zie voor de inrichting van moderne vloeiweiden het artikel over Het Lankheet in het vorige nummer van Op lemen voeten. Hanneke van den Ancker
52 Op lemen voeten 1-2013
De Nederlandse Kust Auteur Martin Kers, fotografie en Marijke Kers, tekst. Uitgeverij WBooks, Zwolle 2012 Bladzijdes 168 blz. ISBN 978-904004794 Prijs € 34,50
M
artin en Marijke Kers wandelen al fotograferend langs de Nederlandse kust. Kustgebieden zijn dynamisch. De bewegingen van de zee veranderen de kustlijn voortdurend. Havenmonden slibben dicht en zonder drastische maatregelen overstroomt het land. De aantrekkingskracht van zand, zee en duinen, de Waddenzee, kwetsbare natuur, belangrijke overwinterings- en foerageer gebieden. Martin Kers weet in zijn foto’s het gevoel van vrijheid op de grens van land en water aanstekelijk weer te geven. Dat geldt ook voor zijn beelden van havens, sluizen, gemalen, industrie, natuurgebieden, windmolenparken, boulevards en de Deltawerken. Kers begint in het uiterste noorden waar garnalenkotter Marlena uit Usquert verloren ligt in de eenzame Noordpolderzijl, en met
Industrielandschap Tata Steel IJmuiden
Goerese Kwade Hoek
Scheepswerf Welgelegen in Lauwersoog . Het bekende, zoals het Vlietermonument waar de Afsluitdijk op 28 mei 1932 werd gesloten, laat hij van een andere kant zien. Natuurlijk ontbreekt het industrielandschap van de Hoogovens (Tata Steel) niet, dat hoog boven de duintoppen van Wijk aan Zee oprijst. Op de havens van de Botlek volgt de natuur van de Goerese Kwade Hoek met zijn meertjes, kreken, geulen en kwelders die bij ferme storm verdwijnen en opnieuw verschijnen, maar dan anders. Afgezien van de sfeervolle beelden leert de lezer bij, bijvoorbeeld over het fenomeen inlaagpolder tussen de eerste en de tweede dijk. Hier gefotografeerd bij (de) Plompe Toren op Schouwen-Duiveland. Een mooi koffietafelboek voor een schappelijk prijs. Jan Erik Burger
Wandelen
Een filosofische gids Auteur Frédéric Gros Uitgeverij De Bezige Bij Bladzijdes 224 blz. Prijs € 16,90 Bron: voorjaarsnummer van naarbuiten, het publiekstijdschrift van Staatsbosbeheer, www.staatsbosbeheer.nl/naarbuiten
Nicole Frontier, keuze Op lemen voeten
Winnaars Hanwag Fotowedstrijd
D
e waarde van het wandelen, wat is dat eigenlijk? Levert het je iets op? Word je er een beter mens van? Dat vroeg de Franse filosoof Frédéric Gros, zelf fervent wandelaar, zich af. Hij ging op zoek naar antwoorden bij een aantal grote denkers, van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche tot de Amerikaanse schrijver Henry David Thoreau. Bij die laatste merkt Gros met hoe weinig je toe kunt als wandelaar: “Soberheid is de ontdekking dat eenvoud bevredigt, de ontdekking van de volmaakte vreugde met drie keer niks: water, een vrucht en een briesje. Ach!” Wandelen, een filosofische gids staat vol met dit soort observaties. Gros merkt bijvoorbeeld op dat wandelen geen sport is, want het gaat helemaal niet om de afgelegde afstand of de snelheid waarmee je dat doet. Het onderweg zijn is voldoende, zeker voor wie nog het vermogen heeft te kijken zoals een kind dat doet. Voor hem is alles nieuw, omdat hij (nog) niet vergelijkt of oordeelt. Bijzonder knap aan het boek is dat het je dingen doet beseffen die je eigenlijk wel wist, maar waar je toch te weinig bij stilstaat. Voortdurend krijg je zin om te gaan wandelen, en deze keer net iets aandachtiger. Met alle zinnen openstaan voor de natuur. Wandelen is een prachtig boek voor denkende wandelaars en wandelende denkers!
Het gaat in de bergen niet louter om 'heldendaden'. Nee, laten we het plezier van het wandelen om het wandelen niet vergeten. Plezier in de beweging zelf, in het goede gezelschap, in het mooie uitzicht en, vooruit, in de prestatie. De Bergwijzer fotowedstrijd stond afgelopen
maanden dan ook in het teken van Wandelplezier. Wandelschoenen fabrikant Hanwag stelde 4 paar wandelschoenen beschikbaar voor de 4 beste foto’s. Op Bergwijzer.nl vind je alle winnende foto’. Op lemen voeten koos de foto van het vrolijk op springende meisje in Oostenrijk.
Erwin Pessemier
1-2013 Op lemen voeten 53
Boeken De oorsprong ligt op de Donderslagse heide bij Peer in België. De leegheid van dit gebied was in de 19de eeuw een goede reden voor de vestiging van enkele zeer vervuilende industrieën. Grootvervuiler Budelco in Nederland bijvoorbeeld. Ook in Vlaanderen kwamen er bedrijven die de bodem op grote schaal vervuilden met cadmium. Het bekendste deel tussen de Nederlandse grens en Eindhoven (met bijvoorbeeld de bekende Malpievennen) heet Boven-Dommel. In Eindhoven wordt de Dommel een stadsbeek. Tussen Eindhoven en Den Bosch is sprake van de Beneden-Dommel. In Den Bosch mondt de Dommel uiteindelijk uit in de Dieze.
De Dommel
Stroom door tijd, natuur en landschap Auteurs
onald Buskens, Jan van R der Straaten, Arno Braam, Mireille Oonk, Wiel Poelmans, Peter Voorn. Bladzijdes 296 blz. Uitgever Pictures Publishers, Woudrichem 2011 ISBN 978-90-73187-74-0. € 37,50
G
ezien prijs en uitvoering is De Dommel de aanschaf meer dan waard. Het boek nodigt uit tot een verkenning van natuur en landschap langs de Dommel. Samen met de vele zijrivieren vormt die een van de interessantste deelstroomgebieden van het Maasbekken vormen. De kracht van het boek is de veelzijdigheid. Flora en fauna worden omstandig beschreven. De auteurs, leden van de Ecologische Kring Midden-Brabant, stellen veel thema’s aan de orde. De Dommel is een rivier/beek in delen.
Het gebied van de Boven-Dommel is een schatkamer aan beken waar de mens door bevloeiingen en viskwekerijen een duidelijke stempel gedrukt op het landschap. Zo wordt In ‘Stromend Landschap’ (zie recensie op blz. 52) al verwezen naar de restanten van vloeiweiden in Brabant. In De Dommel komt het bewijs. Het hoofdstuk over Eindhoven en het waterschap schetst de ontwikkelingen van de waterkwaliteit, het hoofdstuk over de Kleine Dommel geeft de kans om de relaties tussen natuur en
©Saxifraga-Jan van der Straaten
Sint Oedenrode ’s-Hertogenbosch
Vught m
Essc h
e
SintMichielsgestel
bebouwde kom
Stro o
Oisterwijk te ors
Tilburg
Boxtel
om
den
Dom
landsgrens
mel
Bee rze
Vo
SintOedenrode
Bene
Stro
grens stroomgebied
Moergestel
kanaal
Goirle
Oirschot
Best
beek
Son Wilhelm
Kleine
el
ksel
se
Budel
al
Neerpelt Gorte nloop
Overpelt
Kleine Brogel Peer
Domm el
k
ee
rb se
lis Bo
54 Op lemen voeten 1-2013
Warmbeek
Kana
Boven
isch
Dommel
Kemp
Lommel
Hamont
Aa
Maarheeze
Luyksgestel Achel
De slotconclusie van het boek is dat de Dommel en zijn stroomgebied ook naar internationale maatstaven gemeten waardevol zijn. De schrijvers bepleiten twee noodzakelijke projecten om de beek naar een hoger plan te tillen. De Beneden-Dommel tussen Eindhoven en Den Bosch, nu een rechte poldervaart, moet opnieuw herschapen worden in een meanderend riviertje met mogelijkheden tot overstroming. Een tweede voorstel wil de verbinding met de Vlaamse bovenloop herstellen.
Ster
Soerendonk
Graaf
p
er jp Stri Aa
Oude
Valkenswaard
Bergeijk
Goorloo
Heeze
Den Bosch groeide van een zandheuvel van 8 hectaren uit tot een stad van 200 hectaren. Eindeloos veel zand werd aangevoerd, en zo de wijde omgeving van de stad tegelijkertijd afgevlakt. Zo groeide te midden van water en moerassen een onneembaar geachte vestingstad, die in 1629 dankzij knap waterbouwkundig en strategisch werk toch in handen van stedendwinger Frederik Hendrik viel.
Aa
Dommelen op
ers
Ke
ep elre
Waalre
n
Ru
Eersel
Aa of
Aalst Tong
Steensel
Bladel
m
m
Do
ote
Veldhoven
Gro
Groote
el
Leij
m
Geldrop
Hoogeloon
Reusel
grindhoudende zanden op Kempisch Hoog
m
Rovertsche
Eindhoven
Do
Le
e
e in
ij
e
ch
els
pp
Po
beekdalen Kle
rz
e Be
Poppel
aal
e
Reusel
inakan
Beerz
Hilvarenbeek
grondwater toe te lichten. Beekdalen waren ooit venig dankzij grondwaterstromingen, eeuwenlange aanwezigheid van watermolens en gebrekkige ontwatering. Het leemgebied tussen Eindhoven, Schijndel, Boxtel en Best wordt in een apart hoofdstuk beschreven. Daarna komt de cultuurrijke en tegelijkertijd voedingstoffenrijke BenedenDommel aan de beurt, een ondergewaardeerd stroomdal. Den Bosch komt uitgebreid aan bod. De schrijvers onthullen de geheimen van de moerasdraak. Eindelijk komen we te weten waar de naam van Oeteldonk, de Carnavalsstad van Nederland, vandaan komt. Een oetel is een kikkerachtige, een donk is een zandige verhoging in een moerasgebied.
Weert
Na alle lof toch enkele kritiekpunten. Het boek had een betere eindredactie verdiend. Er is sprake van ronduit hinderlijke stijlbreuken. Sommige hoofdstukken zijn minder goed geschreven. Bij de over het algemeen goede fotokeuze is hier en daar teveel gelet op onderwerp en te weinig op fotokwaliteit. Jan Erik Burger
Tekst en beeld Jan van der Straaten
Spanje
Nationaal Park Cabo de Gata-Nijar
D
e Pyreneeën schermen Spanje af van de invloeden uit het noorden. Zodra je deze bergketen voorbij bent, verandert het landschap sterk en soms lijkt het of je al in Noord-Afrika bent. Hoe verder je naar het zuiden komt, hoe sterker deze Afrikaanse invloed merkbaar is aan het landschap. Spanje is geologisch gezien heel oud. Het is reeds vroeg bij de verschillende fasen van gebergtevorming omhoog gedrukt. Daarna heeft de erosie zijn werk gedaan. Weliswaar zijn er tijdens de ijstijden op een enkele plaats in het binnenland als de Sierra de Gredos gletsjers geweest, maar het omhoog gedrukte gebergte is door de erosie door wind en water verder vlak geschuurd, terwijl de rivieren zich diep hebben ingeslepen. Spanje is na Zwitserland het meest bergachtige land van Europa. Cabo de Gata: de Afrikaanse woestijn in Spanje De climax van dit Afrikaanse karakter van het Spaanse landschap beleef je in het
zuidoosten. De Cabo de Gata is de meest naar het zuidoosten gerichte kaap van Spanje net ten oosten van Almeria. Van Malaga tot aan de Cabo de Gata loopt de kust oost-west en bij de kaap buigt de kust om naar het noorden. Het Spaanse binnenland ligt hier bezaaid met hoge sierras met als hoogste punt van het Spaanse vasteland de Mulhacen (3482 m) in de Sierra Nevada. Alle depressies die vanaf de oceaan naar het oosten over Zuid-Spanje trekken, raken hun neerslag aan de westkant van deze bergen kwijt. Oostelijk van die bergkammen is er niet veel vochtigheid meer over. Het gevolg is dat de Cabo de Gata de droogste plek van Europa is met een gemiddelde jaarlijkse neerslag van ongeveer 150 mm. Die neerslag valt vooral in het voorjaar in heftige buien, waardoor het beetje humus dat nog gevormd zou kunnen worden op de rotsen met het kolkende water wordt afgevoerd. De zomerdroogte duurt hier meer dan zeven maanden. De zon schijnt hier vaak en hij staat voor Nederlandse begrippen hoog aan de hemel. Al vroeg in het voorjaar heb je het
gevoel dat het volop zomer is en dat je ergens aan de randen van de Sahara over de kale rotsen loopt. Alleen de nabijheid van de Middellandse Zee verstoort dat beeld en geeft er nog een extra dimensie aan. Het nationale park Het park is in 1988 gesticht en heeft een oppervlakte van bijna 500 km2. Het omvat de gehele kust over een lengte van ongeveer 50 kilometer. Ook een strook zee met een oppervlakte van meer dan 100 km2 behoort bij het nationale park. Door zijn onherbergzame karakter is het gebied altijd heel dun bevolkt geweest; het heeft nu 3500 inwoners. Die wonen in kleine dorpjes langs de kust, waarvan de inwoners traditioneel de visvangst beoefenen. Je vindt er nu voorzieningen, kleine hotelletjes en restaurants voor de bezoekers van het park. Maar deze toeristische ontwikkeling is totaal anders dan elders langs de kust. Wat niet wegneemt dat er kort geleden nog illegaal een hotel binnen de grenzen van het park werd neergezet. De kusstrook bestaat uit rotsen, die een 1-2013 Op lemen voeten 55
Antirrhinum charidemi
hoogte van vele honderden meters bereiken. Ze zijn voor een groot deel van vulkanische oorsprong. De oorspronkelijke vulkanen zijn nog in het landschap herkenbaar. In het westen liggen vlakke kwelderachtige stukken met lagunes en salinas, waar zout wordt gewonnen uit zeewater. Door het grote aantal zonne-uren en de hoge gemiddelde temperatuur is dit een ideale plaats om het zeewater in ondiepe bassins te laten verdampen. Het zout blijft achter en wordt bij elkaar geschraapt. Hoge witte bergen zout liggen er te blakeren in de zon. De lagunes zijn van groot belang voor trekvogels als steltlopers en eenden. Overigens heeft het grote aantal zonneuren en de gemiddelde jaartemperatuur van 18 graden grote aantrekkingskracht op de tuinbouw. In Nederland worden de tomaten gekweekt in kassen, die gestookt worden met gesubsidieerde fossiele energiedragers; in Spanje doet de zon dat werk. Maar men heeft er wel degelijk kassen van een melkachtig soort plastic, waardoor de temperatuur binnenin nog een keer extra kan oplopen. Die plastic kassen strekken zich over grote oppervlaktes uit en doen in de flikkerende zon pijn aan je ogen. Als je ze voor de eerste keer ziet, denk je dat reuzen het landschap helemaal hebben ingepakt met plastic. Ze staan tot aan de randen van het park. Op Google Earth kun je zien dat de kascomplexen zich als grote zil56  Op lemen voeten  1-2013
Almeria
verachtige vlekken over vele honderden vierkante kilometers uitstrekken Planten en dieren Volgens de gangbare definitie is een woestijn een gebied waar minder dan 200 mm neerslag per jaar valt. Maar als je in het vroege voorjaar overal de bloeiende planten op de rotsen om je heen ziet, is het moeilijk voor te stellen dat het volgens deze definitie, met een neerslag van 150
Almeria
mm per jaar, zelfs om een heel droge woestijn gaat. Zoals gezegd valt de regen hier in het voorjaar. De planten zijn aangepast aan deze droge omstandigheden. Het percentage eenjarige planten is hier bijvoorbeeld aanzienlijk hoger dan elders. Die planten ontkiemen bij de eerste regen en maken voor hun groei gebruik van de relatief vochtige omstandigheden van dat moment. Ze groeien snel en staan direct
PRAKTISCHE INFORMATIE
Wie voldoende tijd tot zijn beschikking heeft en niet opziet tegen een flinke reis, kan in een dag of 4-5 met een auto de Cabo de Gata bereiken. Je hebt een fantastisch mooie reis en je hebt daar bovendien je eigen auto tot je beschikking, wat geen kwaad kan in een gebied waar openbaar vervoer schaars is. De meeste mensen zullen waarschijnlijk de voorkeur geven aan een goedkope vlucht naar Almeria of Malaga. Een auto huren is op het vliegveld geen enkel probleem: er staan er duizenden in de parkeergarages. Op het internet is een overvloed aan informatie. Het loont de moeite om de prijzen te vergelijken.
Flamingo's
na het ontkiemen in volle bloei. In juni is het volledig afgelopen met deze planten, maar het zaad dat een paar weken eerder is gerijpt, ligt weer in de rotsspleten te wachten op de regen van het volgende voorjaar. Er komen veel plantensoorten voor die je verder alleen maar in Noord-Afrika aantreft. Daarnaast vind je er planten, die slechts in dit deel van Spanje voorkomen. Dat zijn zogenaamde endemische soor-
Asteriscus maritimus
ten. Ze kunnen alleen maar in de loop van de geologische geschiedenis ontstaan als zo’n gebied sterk geïsoleerd is geweest van andere gebieden. Zo komen er in deltagebieden zelden endemische soorten voor, het water transporteert immers het genetisch materiaal overal heen. Zelfs een geoefend botanist heeft hier in het begin heel wat moeite om wegwijs te worden in deze wirwar van soorten, die hij of zij nooit eerder heeft gezien; de hieronder genoemde websites helpen je verder. In een voor vogels voedselrijk land als Nederland zijn we gewend aan het voorkomen van vogels in hoge dichtheden. Dat ligt hier in zo’n woestijngebied wel anders. Je moet je best doen om überhaupt vogels te zien. Maar het soortenspectrum is wel spectaculair. Zo komen er bijvoorbeeld zes soorten leeuweriken voor. Daarvan is de Thekla leeuwerik het gemakkelijkst waar te nemen. Tapuiten zijn ook vogels van open gebieden met een lage vegetatie. Hier krijg je zonder veel moeite de Zwarte tapuit in de kijker. In de lagunes en bij de salinas zijn vaak stelkluten en flamingo’s te zien. In de trektijd verblijven er wulpen, scholeksters en tureluurs. Als je vanaf de rotsen bij de vuurtoren op de kaap de moeite neemt om de zee af te speuren naar zeevogels, kun je moeiteloos Geelpootmeeuwen langs zien vliegen. En met wat geluk zie je ook verschillende soorten stormvogels. ❙❚
Accommodatie Hotels vind je in de kleine dorpjes langs de kust. Op de website van het park (www.degata.com.eng/index.htm) kun je hierover in belabberd Engels allerlei informatie vinden. Kaarten en wandelmogelijkheden In Las Amoladeras is een bezoekerscentrum, waar kaarten beschikbaar zijn. Er zijn gemarkeerde voetpaden. Je kunt goed een simpele kaart gebruiken. Het terrein is namelijk heel open en je hebt de zee steeds aan de rand van je blikveld. Je kunt er eindeloos rondzwerven, waarbij je alleen maar hoeft te onthouden waar je je auto hebt neergezet. Verder lezen Voor planten kun je voortreffelijk terecht op een Spaanstalige site (www.almerianatural.com/flora) met prachtige foto’s. Een sectie van deze site is gewijd aan de Cabo de Gata. Er is ook een Spaantalige site over de natuur van Andalusië (htpp://waste.ideal.es), waar je zeer uitgebreide informatie kunt vinden. Een mooie site is ook www.almerinatura.com. Enige kennis van het Spaans kan hierbij geen kwaad. Reisseizoen Van half maart tot eind april is de beste tijd. Alles staat in bloei, terwijl de temperatuur nog dragelijk is. De zomer is sterk af te raden.
1-2013 Op lemen voeten 57
Wat zien ik?
Tekst Jan van der Straaten Foto’s Saxifraga
Berardia subacaulis, Zuidwestelijke Alpen
Allium narcissiflorum, Zuidwestelijke Alpen
Eryngium spinalba, Zuidwestelijke Alpen
Wat en waar zijn endemische soorten?
A
ls we om ons heen kijken zien we overal bepaalde soorten planten en dieren. Moerasplanten groeien langs het water en rotsplanten groeien op de rotsen. Zelden vragen mensen zich af hoe die soorten daar terecht zijn gekomen. Hebben er op die plek altijd deze soorten waterplanten langs het water gestaan? En nog belangrijker: is er daar altijd water geweest? Vanuit een geologisch perspectief is er steeds sprake van grote veranderingen. Waar nu rotsen zijn, was bijvoorbeeld vroeger een zee en dat betekent dat de dieren- en plantensoorten zich telkens hebben moeten aanpassen aan de veranderende omstandigheden. Sinds het Darwinjaar weten we dat planten- en diersoorten niet stabiel zijn: de ene soort ontwikkelt zich uit de andere. In de Europese gebergtes bijvoorbeeld liep de laatste ijstijd ongeveer 12.000 jaar geleden op zijn eind. Noord-Europa was
58 Op lemen voeten 1-2013
toen tot aan Midden-Denemarken bedekt met ijs. Ook de grote gebergtes als de Alpen en de Pyreneeën waren voor een groot deel met ijs bedekt. Zelfs verderop in het zuiden van Europa speelde in die tijd op grotere hoogte het ijs een rol van betekenis. Het staat vast dat in die periode een groot deel van de huidige gebergteplanten daar door de invloed van het ijs niet konden groeien. Herovering van terrein Bij het smelten van het ijs, moesten planten- en diersoorten het verloren gegane terrein weer herwinnen. Zij deden dat vanuit de refugia waarnaar ze bij het invallen van de vrieskou waren uitgeweken. In dat proces van herovering van het verloren terrein na de laatste ijstijd ontstonden als het ware onderweg nieuwe soorten. Sommige hiervan stelden weinig specifieke eisen aan hun omgeving en komen dus min of meer ‘overal’ voor. Andere soorten konden zich slechts op een klein oppervlak ontwikkelen
en komen dus nu alleen maar op dat kleine oppervlak voor. Dergelijke soorten noemen we endemische soorten: het zijn soorten met een heel beperkte verspreiding. Voor de vorming van endemische soorten is een grote mate van isolatie van het genetisch materiaal van de desbetreffende soort noodzakelijk. Het gevolg daarvan is bijvoorbeeld dat in moerasgebieden nauwelijks endemische soorten voorkomen. Het water kan het genetisch materiaal immers overal heen brengen. Geïsoleerd liggende bergen en eilanden, die geologisch lang met rust zijn gelaten, herbergen het grootste aantal endemische soorten. In die situatie is namelijk de genetische isolatie over een langere periode het grootst geweest. ❙❚ Een mooi voorbeeld van een geïsoleerde streek met veel endemische soorten is het Nationaal Park Cabo de Gata-Nijar, waarover elders in dit nummer.
In het volgende nummer
Kastelen en vestingen
Redactieadres Op lemen voeten Postbus 10542, 1001 EM Amsterdam redactie@oplemenvoeten.nl Telefoon: 020-6167848 www.wandelmagazine.nu Redactie: Hoofdredactie Jan Erik Burger Eindredactie Jan Erik Burger Redactie Rick Eggink, Nicolette Hartong, Hans Farjon (speciale bijdragen). Vaste medewerkers Hanneke van den Ancker, Willem van der Bilt, Monique van Gaal, Bartho Hendriksen, Pim Jungerius, Paul Hesp, Jan Koeman, Paul Peeters, Harm Piek, Marianne Sinke, Roel Sluis, Bert Stok, Jan van der Straaten, Klaas van der Veen, Margriet Vonk. Vormgeving Kristel Guit, Twin Media bv, Culemborg Kaarten UvA-kaartenmakers, Amsterdam Bladmanagement en advertenties Klaartje Grol, kgrol@virtumedia.nl, Telefoon +31(0)30-6933727
Druk Koninklijke BDU, Barneveld Distributie Betapress, Gilze Uitgever Nederland Virtùmedia, Pepijn Dobbelaer (pdobbelaer@virtumedia.nl) Postbus 595, 3700 AN Zeist Telefoon +31(0)30-6920677 Abonnementen De prijs voor een abonnement bedraagt € 28,50 per jaar (vier nummers). Abonnementen kunnen bij ieder nummer ingaan en worden elk jaar vernieuwd. Aanmelding kan via onze website of bij Abonnementenland via telefoonnummer +31(0)251257926 (ook voor vragen over bezorging). Adreswijzigingen dienen schriftelijk te worden doorgegeven met vermelding van de oude en nieuwe adressering en het nieuwe telefoonnummer. Opzeggingen dienen schriftelijk met een termijn van minimaal 1 maand te worden doorgegeven aan: Abonnementenland, t.a.v. Op lemen voeten, Postbus 20, NL-1910 AA Uitgeest. Fax +31(0)251-310405 – www.aboland.nl. © Op lemen voeten. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 0168-9126.
Foto Arthur van Dijk
Jaargang 26, nummer 1, april 2013 Op lemen voeten is een uitgave van Virtùmedia en verschijnt driemaandelijks
Het tijdperk van de kastelen ligt al ver achter ons. Vestingen zijn na de komst van luchtmacht van steeds minder strategische waarde. Maar al die stenen en dat beton willen maar niet in hun natuurlijke omgeving wegzinken. Ondanks verwaarlozing, verwoesting en gebruik als steenmijn maalt de tand des tijds tergend langzaam. Kastelen blijven tot de verbeelding spreken, niet alleen van kinderen, maar ook van koningen, keizers en andere machthebbers. Wilhelm II liet rond 1900 de middeleeuwse Haut Koenigsbourg in de Vogezen met moderne middelen herbouwen, een opgestoken vinger naar Frankrijk. Waar de Moezel bij Koblenz in de Rijn uitstroomt, staat de machtige negentiende eeuwse vesting Ehrenbreitstein. Op lemen voeten ging op weg naar Canossa, bezocht de vesting en het despotenpaleis in Mystras en liet zich opsluiten in Colditz.
Vlinders kleuren de lente
Laten we zorgen dat het zo blijft www.vlinderstichting.nl 1-2013 Op lemen voeten 59
om lemen voeten.indd 1
3/14/2013 2:59:29 PM
Nog Zwitserser dan u denkt.
en: e boek i t n a k erva top Nu zom erland.com/ itz MySw
Stanserhorn, Regio Luzern en Vierwoudstedenmeer
MySwitzerland.com Authentieke vakanties beleeft u nergens zoals in Zwitserland. Geen wonder, met zoveel tradities en gebruiken die u van dichtbij kunt meemaken: van het alphoornblazen en het vendelzwaaien tot de typische volkssporten en boerenfeesten. En dat ook nog eens te midden van de mooiste landschappen. Alles over echte Zwitserlandvakanties vindt u op MySwitzerland.com/zomer.