w w w. alpentOuReR.nl | Ja a Rga ng 4 |
1/2013
mooie toertochten & tips
de alpen van a tot z
oen z i e s W U nie oren t o m e W nieU
motorbeUrs Utrecht dUit sl a nd
fr a nk ri jk
ita liË
oo s tenri jk
slov eniË
z W it serl a nd
BP
alpentoUrer 1/2013 tOeRtOchten in de alpen: duitsland • frankrijk • italië • oostenrijk • slovenië • zwitserland • service: Motorbeurs utrecht 2013
benelux editie € 5,90 | Z15363
Foto’s: Fennel (6); Krämer (2); KTM | cover: KTM
ALPEntourEr 1/2013
inhoud 1/2013
4
alpentouren | ZWitserland
12
alpentouren | Frankrijk
20
alpentouren | italië
32
alpentouren | oostenrijk
36
tourguide | duitsland
48
Weekend | BergisCHe land
52
t
ALPEN ourer W W W. A L P E N TO U R E R . N L ruBrieken
3 4 66
Voorwoord Inhoud Volgende nummer/Colofon intro
6
8
nIeuws THAT motortours; Reevu systeemhelm; Harley & hotel in Zwitserland InTRo nieuwe motoren op Motorbeurs utrecht 2013 alpentouren
alpentouren | italië
26
12 20 26 32 36 42 48
ZwITseRlAnd dwars door Zwitserland FRAnKRIjK Rijden in de lucht ITAlIë Zo simpel is het ITAlIë Italiaanse drie-eenheid oosTenRIjK weekenddroom sloVenIë de Alpen in het klein duITslAnd de Alpen op hun strakst extra tip
alpentouren | sloveniË
42
16 24 30 40 46
ZwITseRlAnd luzern, Zürich, davos, Basel, Bern, Ascona FRAnKRIjK Annecy, Chambéry, Grenoble ITAlIë Bolzano, Trento, Rovereto oosTenRIjK Innsbruck, salzburg, Graz sloVenIë Bled, ljubljana, Kobarid, Bovec Weekend
52
BeRGIsCHe lAnd Toeren met je beste vriend tourguide
motorBeurs utreCHt | nieuwe motoren 2013
8
56
oosTenRIjK Tirol Mitte voor bikers 5
ALpentourer 1/2013
intro preview Motorbeurs
nieuw op de Motorbeurs utrecht Motorrijders hebben alle reden om zich te verheugen op het nieuwe seizoen, als je het vele nieuws op de Motorbeurs 2013 bekijkt. Zoveel toermodellen hebben we zelden of nooit eerder samen gezien. Vele daarvan zijn tijdens de Motorbeurs in Utrecht van 21 tot 24 februari bovendien voor het eerst live in Nederland te bewonderen.
Ducati Multistrada, model 2013 Aangedreven door een Testastretta-motorblok met geoptimaliseerd verbruik beschikt de nieuwste generatie Multistrada over diverse hulpsystemen.
D
e tweede generatie Testastretta 11°-motoren hangt beter aan het gas dan zijn voorganger en verbruikt ook minder brandstof. De gastoevoer verloopt elektrisch via ride-by-wire. Technologie met de naam “Riding-Mode” maakt het
8
mogelijk om te kiezen tussen verschillende motorkarakteristieken, afhankelijk van wat je op dat moment met je motor wil doen. Een achttraps tractiecontrole en een drietraps ABS grijpen in kritieke situaties in. De uitvoering 1200 S Touring is uitgerust met zijkoffers, verwarmde handvatten en een middenbok. Het nieuwe Touring-vlaggenschip van deze serie is echter de Multistrada 1200 S Granturismo, met nog grotere koffers, een topcase, extra led-verlichting, een verbeterd windscherm en long-distance banden.
Ducati Hyperstrada
D
e Italianen hebben voor het nieuwe seizoen hun Hypermotard-serie grondig onder handen genomen. De drie modelvarianten worden aangedreven door de nieuwe, 821 cm3 Testastretta 11°-motor met een vermogen van 110 pk. Voor toerbikers is vooral de Hyperstrada interessant. In tegenstelling tot de andere modellen is deze motor prima geschikt voor langere afstanden. De drie modellen zijn allemaal voorzien van het Ducati Safety Pack, met onder meer de nieuwste generatie drietraps ABS en het achttraps Ducati Traction Control. Voor praktisch elke rijstijl of -situatie is er een geschikte rijmodus.
De nieuwe bMw r 1200 Gs BMW presenteert de opvolger van de bestseller R 1200 GS: slank, sportief en desgewenst voorzien van allerhande elektronische snufjes. Vooral de nieuwe, watergekoelde boxermotor betekent voor BMW een nieuwe periode in het 32-jarige succesverhaal van de legendarische GS.
D
e GS is een GS gebleven. De nieuwe waterkoeling is oerdegelijk, de beide thermostatisch gestuurde ventilatoren zijn onopvallend in het voorste deel van de motor geïntegreerd. Het nieuwe concept geeft het boxerblok een nieuwe toekomst met
het oog op de toekomstige emissierichtlijnen. Bovendien maakt de waterkoeling een toename van het motorvermogen mogelijk. BMW geeft 125 pk bij 7 700/min op, en het maximale koppel is volgens de fabrieksopgave al bij 6 500/min beschikbaar. Het rijklaar gewicht met een gevulde 20-litertank bedraagt volgens BMW 238 kilo.
Tot de basisuitvoering behoren een verstelbaar stuur en een zadel waarvan de hoogte en hellinghoek voor de bestuurder verstelbaar zijn. Het zadel van de passagier is in hoogte verstelbaar. De nieuwe draaiknop met wormoverbrenging aan
het windscherm belooft meer gebruiksgemak. De koplampen hebben betere lichten en kunnen optioneel worden uitgerust met led-dagrijverlichting en led-dimlicht. De boordcomputer behoort tot de basisuitrusting en kan naar keuze worden opgewaardeerd. Zoals altijd is er daarnaast een omvangrijk pakket aan extra’s beschikbaar.
KtM 1190 Adventure Met het opgewaardeerde 1190-sportblok staat de jongste generatie van de Adventureserie klaar voor de start. De twee varianten van de KTM 1190 Adventure – de ene voor op de weg, de ander voor offroad-gebruik – bieden een hightech-pakket dat de motor geschikt moet maken om de strijd aan te binden met de allerbeste reisenduro’s.
D
e prestatie van het V2-blok, dat afkomstig is van de RC8 sportmotor, is bepaald geen kattenpis: de potente Oostenrijker produceert maar liefst 150 pk bij 9 500/ min en een maximaal koppel van 125 Nm 7 500/min. De berijder kan kiezen uit twee vermogensafgiften: 100 pk of 150 pk. De tractiecontrole is in 4 standen instelbaar en kan ook worden uitgeschakeld, wat natuurlijk in het terrein van pas komt. Comfort en veiligheid worden verzekerd door het nieuwe, uitschakelbare combi-ABS van Bosch, dat
gekoppeld is aan radiaal gemonteerde vierzuiger remklauwen met 320 mm remschijven aan de voor-
zijde, en aan de achterzijde een 267 mm schijf met dubbele zuigers. In offroad-modus werkt het inte-
graalremsysteem achteraan zonder ABS, terwijl er bij het voorwiel meer slip wordt toegestaan voordat het mechanisme ingrijpt. De Adventure biedt de motorrijder een zithoogte die tussen 860 en 875 mm instelbaar is. Ook het windscherm, de voetsteunen en de stuurpositie zijn instelbaar. Het rijklaar gewicht inclusief volle tank komt op ongeveer 230 kilogram, en de snuit van de Adventure wordt gedomineerd door led-dagrijverlichting onder de schijnwerpers. 9
alpentourer 1/2013
alpentouren zwitserland
Dwars door zwitserland Om het westen van Zwitserland te ontdekken, moet je er eerst zien te komen: de bergen vormen een
geduchte hindernis. De prachtige passen onderweg maken echter alles goed, en leiden uiteindelijk naar de oever van het Meer van Genève.
12
M
ijn broer en ik treffen elkaar in Landeck in Tirol. We maken een reis van zevenhonderd kilometer, alleen maar om weer eens samen te kunnen toeren. Ik ben als een kind zo blij even achter mijn bureau weg te zijn. Nu ik daarover nadenk, besef ik dat ik dat eigenlijk veel te weinig doe. Landeck ligt nog niet in Zwitserland, al scheelt het niet veel. Het is een goede plaats om af te spreken. In de omgeving zijn genoeg aangename hotels waar we goed kunnen eten en prima kunnen bijtanken voor de tocht die we voor de boeg hebben. We parkeren onze motoren voor de Riederhof en laten ons door waard Peter een koud biertje inschenken. De eerste nacht in de berglucht doet ons allebei duidelijk goed. Met een uitgerust lichaam en een frisse geest zijn we in minder dan geen tijd de Reschenpas overgestoken en
vervolgens de Zwitserse grens gepasseerd. Op ons gemak rijden we Müstair binnen, waar we onze motoren op de eerste de beste parkeerplaats neerzetten. Hier ligt een stuk wereldcultuurerfgoed, dat we onder de strakblauwe hemel eens goed gaan bekijken. Het klooster en de ernaast gelegen markante kerk staan sinds 1983 op de Unesco-Werelderfgoedlijst. Mijn broer en ik vergapen ons aan
Foto´s: Fennel | alpmedia
De Oberalppas is een van de mooiste passen van Zwitser land en kan vlug worden beklommen (boven). In tegen stelling tot Wereld erfgoedstad Müstair, waar je beter lang zaam doorheen tuft (rechts).
de meer dan duizend jaar oude geschiedenis. Karolingische en romaanse schilderijen uit de achtste en negende eeuw sieren de wanden. Tot in de twaalfde eeuw was het kloosterleven voorbehouden aan mannen - die het overigens danig hebben geruïneerd. Als nonnenklooster kreeg het hierna een opleving, vooral onder leiding van abt Angeline Planta, die hier rond 1500 de scepter zwaaide. Ze was verantwoordelijk voor enkele grote verbouwingen en toverde het godshuis om tot een laatgotische hallenkerk. Helaas kon zelfs de kordate Planta niet voorkomen dat het klooster meermaals werd geplunderd en in brand gestoken. Evengoed is het leeuwendeel van het klooster bewaard gebleven, wat het absoluut een bezoekje waard maakt. Na afloop maken we ook nog een wandeling door het dorp,
Zwitsers: als het asfalt niet in perfecte conditie is, blijft het gesloten. Dan nemen we maar de Julier. Met zijn 2 284 meter is hij slechts 28 meter lager dan de Albulapas. Ons maakt het niet veel uit. Mijn broer heeft langzaam maar zeker vrede gesloten met zijn BMW GS, terwijl ik me prima vermaak op mijn reisgenoot, de BMW R 1200 CL. Die komt misschien net iets power tekort in deze ijle lucht hoog in de bergen, maar in het algemeen is het een comfortabele motor, en dankzij de cd-wisselaar verdwijnen dat soort bedenkingen als sneeuw voor de zon. Telkens als we even pauzeren bedenken we welk liedje het beste bij het landschap past. Gezien de overweldigende schoonheid waarmee Zwitserland gezegend is, hebben we aan inspiratie geen gebrek.
Op naar San Bernardino
waar we verfrissing zoeken en vinden bij een van de fonteinen. Hierna rijden we verder naar het westen, naar Lugano in het Italiaanstalige kanton Ticino, waar we vandaag nog hopen aan te komen. Onze Lieve Heer is ons genadig, en zorgt voor een stralend zonnetje en een rits heerlijke Zwitserse alpenpassen. Als aperitief nemen we de Ofenpas. De hoogte van 2 149 meter is al heel wat voor mensen die de Lage Landen gewend zijn; de lucht is hier behoorlijk ijl. Niettemin genieten we met volle teugen van de rit, die onder meer door het enige nationale park van Zwitserland voert. Eigenlijk zouden we over de Albula meteen nog hoger willen gaan, maar de pas is helaas afgesloten. Het is een lange en strenge winter geweest en de herstelwerkzaamheden zijn nog in volle gang. Zo zijn de
Onze rit leidt vervolgens naar de Via Mala. Deze nauwe rotsspleet, waar de Achter-Rijn zich doorheen perst, is een ware trekpleister. Busladingen vol toeristen komen hier een kijkje nemen, maar slechts een handjevol heeft of neemt de tijd om in de kloof af te dalen en de ruisende bergbeek van dichtbij te bewonderen. Ook wij rijden al snel weer verder, want we willen zoveel mogelijk tijd op de San Bernardino doorbrengen.
Hoe hoger we via de scherpe bochten op de noordelijke helling komen, hoe killer de bries wordt die ondanks de zonneschijn in ons gezicht blaast. Een paar honderd meter onder het hoogste punt van de pas, op 2 066 meter, zien we al dikke pakken tot ijs gevormde sneeuw naast het asfalt. Die sneeuw ligt er duidelijk al een hele tijd en zal zeker nog minstens enkele weken blijven liggen. En het is nota bene al juni! Ondanks ons goede voornemen hebben we aardig wat tijd verloren door onderweg herhaaldelijk te stoppen en foto’s te maken. Daarom besluiten de rest van het traject naar Lugano over de snelweg af te leggen. Onderweg stuiten we op Motel Vezia, dat perfect in een Amerikaanse roadmovie zou passen. De motoren rusten beneden in afzonderlijke garages, erboven op de eerste verdieping slapen wij. >
De Ofenpas ligt op 2 149 meter hoogte: een flinke klim als je het vlakke land ge wend bent (boven). Nog eens 135 meter hoger ligt de Julier pas (onder).
13
alpentourer 1/2013
alpentouren frankrijk
rijden in de lucht S Het is genieten op de 700 kilometer lange Route des Grandes Alpes. Zoveel zelfs dat hij twee keer zo lang wordt zonder dat je er erg in hebt.
ommige dingen in het leven moet je gewoon een keer meemaken, al was het maar om er later aan je kleinkinderen over te kunnen vertellen. Voor motorrijders geldt dat bijvoorbeeld voor de toppen van de Alpen. Boven mij schittert de zon aan een strakblauwe hemel. Onder mijn schoenen knarst steenhard ijs, dat zelf in de zomer weigert te smelten. De Col de l‘Iseran ligt op 2 770 meter en is daarmee de hoogste pas van de Alpen. Een geëgaliseerd meesterwerk, al kan de natuur nog veel hoger: bergtoppen van 3 000 meter en hoger met eeuwige sneeuw domineren het uitzicht om me heen. Gletsjers blinken tussen de grauwe keien, en daaronder liggen weiden als een groene mantel tegen de bergwanden. Daartussen slingert een weg zoals er maar eentje in de Alpen is. Deze ‘Route des Grandes Alpes’ loopt van Thonon-les-Bains naar het Meer van Genève en verder naar Menton aan de Middellandse Zee, en is daarmee de onbetwiste koningin van de alpenroutes. Over een lengte van 684 kilometer vormt deze panoramaroute een paradijs voor bikers, want de bochtendichtheid is op weinig plekken zo groot als hier. Niemand heeft het totale aantal ooit geteld, maar gevoelsmatig zijn het er zeker 10 000 tot 15 000. Vanuit het lieflijke voorland van de Alpen tot in het rauwe landschap van het hooggebergte en weer omlaag naar het blauw van de Côte d’Azur, bedwing je zestien Alpenpassen. Zes daarvan liggen op ruim 2 000 meter hoogte. We kennen ze als legendarische hindernissen uit de Tour de France, en de meeste zijn maar een paar maanden sneeuwvrij: gemiddeld tussen juni en midden oktober. De Route des Grandes Alpes is beslist niet de snelste weg over de Alpen, maar voor mij en vele anderen zonder twijfel de allermooiste. Eigenlijk begint de route een paar kilometer verderop in Thonon-les-Bains, maar wij brengen de nacht door in Yvoire, een charmant middeleeuws dorpje waar het geluid van touwen die tegen de masten van aangemeerde zeilboten voor ons hotel tikken, ons in slaap wiegt. Yvoire is een van de mooiste dorpen van Frankrijk en staat wereldwijd bekend om de prachtige natuur in de directe omgeving.
Foto´s: Fennel | alpmedia.eu
«Zestien legendarische passen waarvan de meeste maar een paar maanden per jaar sneeuwvrij zijn.»
20
De volgende dag zorgen drie fascinerende landschappen voor het ultieme alpengevoel. Het glasheldere water van de Barrage de Roselend weerspiegelt de omliggende bergtoppen. Pal naast de weg staat een kapel, en wie op de treden van het ochtendzonnetje geniet en het panorama over zich heen laat komen, heeft het gevoel in de hemel te zijn beland, wat misschien niet eens zo ver bezijden de waarheid is. Dit deel van de route, de Cormet de Roselend, was het laatste stuk dat in 1970 werd aangelegd en de al 33 jaar eerder aangelegde vijf andere delen van de route met elkaar verbond. Langs dit deel van de Route des Grandes Alpes ligt onder meer een schilderachtig stuwmeer op een hoogvlakte van een onbeschrijflijke schoonheid. ervolgens stijgt de Route des Grandes Alpes vrolijk verder. Hoogtepunt is de klim naar de Col de l‘Iseran. Op de berghelling is het meteen al bocht na bocht, vegetatiezone na vegetatiezone, uitzicht na uitzicht – tot je de pashoogte van 2 770 meter bereikt. Daarmee is het meesterwerk al voor de helft van de route bereikt. De Route des Grandes Alpes is geen uitvinding van de late 20e eeuw. De oorsprong ligt ruim honderd jaar eerder. De Touring Club de France kreeg in 1909 het idee om de verschillende gebieden van de Alpen met elkaar te verbinden door wegen aan te leggen en zo toegankelijk te maken voor bezoekers. Afgelegen dalen waren destijds slechts in beperkte mate bereikbaar via eeuwenoude paden, die volstrekt ongeschikt voor gemotoriseerd verkeer waren. Bekende Fransen schaarden zich achter het plan, de publieke opinie werd met succes bewerkt en de politiek deed een duit in het zakje. Amper dertig jaar later was het doel van een ononderbroken noord-zuidverbinding bereikt. In 1970 werd dan ten slotte Cormet de Roselend aangelegd, waarmee de route uitstrekte over vijf départements. Hoewel er tegenwoordig duidelijk snellere en eenvoudiger alternatieven voor een rit door de Alpen zijn, waan je je op de Route des Grandes Alpes soms alleen op de wereld – ideaal dus voor mensen die genieten belangrijker vinden dan tijdwinst. Het landschap verandert voortdurend en nodigt hier en daar uit tot een omweg, wat de Route
Col d’Iseran is met zijn 2770 meter het onbetwiste hoogtepunt van de Route des Grandes Alpes (links). Col du Galibier is zo mooi dat het de moeite loont er een paar keer overheen te rijden (links).
V Hiervandaan rijden we dwars door de Chablais, de eerste bergketen van de Vooralpen. De weg is hier nog breed en slingert door bos- en heideland, en al snel langs steile rotsen. Om nog even de benen te strekken voordat het echte werk begint, is een wandeling door de kloof van Gorges du Pont du Diable een aanrader, die is uitgesleten door smeltwater van de alpengletsjers. De eerste vier passen zijn nog kinderspel en blijven allemaal onder de 1 650 meter. De berg der bergen, de Mont Blanc, licht ondertussen zichtbaar op in de avondschemer. Het is een indrukwekkend spektakel dat wij vanuit ons eerste etappehotel in Hauteluce nederig aanschouwen. e eerste tussenetappe kondigt zich aan: ofwel door Val d‘Arly, ofwel over de hooggelegen parallelweg naar Albertville, waar in 1992 de Olympische Winterspelen plaatsvonden. Hier vandaan gaat de route verder naar Annecy, het ‘Venetië van Frankrijk’. Hoog boven het diepblauwe Meer van Annecy nemen paragliders een aanloop voor hun zweefvlucht, een spektakel waarvan je spontaan zin krijgt om ook zo’n sprong in het diepe te wagen.
D
«Cormet de Roselend loopt langs een schilderachtig stuwmeer.»
«Het glasheldere water van Barrage de Roselend weerkaatst de omliggende bergtoppen.»
21
alpentourer 1/2013
alpentouren italie
Zo simpel is het Er even helemaal uit, je hoofd leeg maken, jezelf terugvinden. Niets is beter als je geplaagd wordt door stress. Onze tip: de rust die je zoekt vind je in een klein dal in Trentino.
26
H
et gebeurt vaak genoeg dat lezers en zelfs vrienden en familie ons benijden als we voor een verhaal weer eens op pad gaan. “Hoeveel sterren heeft je hotel nu weer?” Of: “Je eet zeker elke avond een zesgangendiner?” Dergelijke vragen lokken telkens de volgende tegenvraag uit: “Zullen we ruilen?” Dat willen de meesten natuurlijk niet, en zo gaan wij gewoon verder met ons werk en zij met dat van hun. Want dat is precies wat we doen: werken. Toegegeven, het werk is eerder roeping dan beroep en bezorgt ons veel plezier. Maar net als elke baan heeft ook die van ons zo zijn schaduwzijden.
van niet,” verzekert de goed gemutste Dorotea me. “Voordat je op de motor klimt zal het zijn opgeklaard.” Normaal gezien kan ik een dergelijk goed humeur pas verdragen na mijn vijfde kop koffie. Maar hier, na een heerlijke nacht met een diepe slaap, tovert het zowaar een lach op mijn gezicht. Dat moet de berglucht zijn. Om die theorie te staven, maak ik me klaar voor de route die ik heb voorbereid. De tocht begint langs de beek in zuidelijke richting, naar het Brenta-gebergte met zijn markante
29 euro per persoon – en 40 euro met avondeten erbij. Ik boek die laatste optie, hijs me uit mijn motorkleren en trek iets gemakkelijkers aan en slof op mijn gemak naar de voederplaats. De eerste verrassing: eenvoud kan heel lekker zijn. Mijn verwende smaakpapillen genieten in ieder geval van de regionale keuken met producten uit de eigen streek. Eigenares Dorotea en haar team hebben daar een snufje mediterrane keuken aan toegevoegd. Drie keer omscheppen en klaar is de lekkernij. Zo lust ik er nog wel één, en nog
Lago di Molveno nodigt uit tot bezinning (links). Het indrukwekkende landschap van Valle di Non is populair bij oldtimer-fans (van boven naar beneden).
Ik heb even genoeg van die schaduwzijden, en heb besloten om er even tussenuit te piepen. Bestemming: Italie, om precies te zijn het Valle di Non. Of moet ik zeggen: het Nonstal? Dat hangt ervan af van welke kant je het bekijkt. Het noordelijke deel met vier gemeentes hoort nog bij Zuid-Tirol en wordt ook wel Deutsch Nonsberg genoemd – een Duitstalige enclave in deze door misverstanden en problemen eeuwenlang door elkaar geschudde regio. De ‘grens’ ligt ongeveer in het midden, de politieke op z’n minst. Wat taal betreft loopt het juist allemaal goed door elkaar, de meeste bewoners spreken zelfs zowel Duits als Italiaans. Maar mij kan het helemaal niets schelen of ik nu door Zuid-Tirol of Trentino rijd. Ik heb het erg druk gehad de afgelopen paar weken. Mijn medicijn tegen stress is motorrijden, en vanuit het zadel ergens een plek ontdekken om opnieuw te aarden. Zo’n soort plek is Albergo Aurora in Tret, een deelgemeente van Fondo in het Valle di Non. Kamer met ontbijt en in de herfst, het moment dat ik er ben, slechts
één. Ik drink er lokale wijn bij van de groppello, een druivensoort die hier in het dal wordt gekweekt en verder alleen nog aan het Gardameer groeit. Het resultaat is een kruidig wijntje en jawel: met elke slok spoel ik een deel van mijn meegebrachte zorgen weg. Dorotea’s wijnboer heeft uitstekend werk geleverd. De volgende ochtend heb ik geen greintje last van de wijn die ik de vorige avond heb gedronken. Ik kijk naar buiten voor het weer en zie enkele wolken die zich niet door de wind hebben laten verdrijven. Ze hangen laag en ze zijn donker. “Het gaat toch niet regenen?” vraag ik bezorgd in de ontbijtruimte. “Nee, zeker weten
Foto´s: Fennel; TVB Val di Non; settemuse.it
Met stralend gemoed op pad
toppen, waarvan er bijna duizend rond de 3000 meter-grens schommelen. Het is rustig op de weg, de herfst heeft de meeste toeristen ondertussen uit deze regio weggejaagd. Ik geef mijn motor en mijn gedachten vrij spel. Veel te snel, hoewel ik eigenlijk niet weet hoeveel tijd er voorbij is gegaan, bereik ik Molve27
alpeNtourer 1/2013
extra tip italie De openbare ruimten van Bolzano zijn drukbezochte en niet alleen door toeristen.
InsIDErtIps
ItalIaansE alpEnstEDEn
De hoofdstad van Zuid-Tirol wordt omsloten door de machtige Dolomieten en het Brenta-gebergte.
B
30
werd in 2008 het nieuwe pand in gebruik genomen. De transparante voorgevel werkt als een open verbinding tussen de oude binnenstad en het nieuwere stadsdeel. Uiteraard kun je in de hoofdstad van Zuid-Tirol niet om de legendarische vondst van ‘Ötzi’ heen. Het gemummificeerde lichaam van de vijfduizend jaar oude jager is te bewonderen is het archeologiemuseum, waar je ook alles over zijn geschiedenis te weten komt. Ook bergbeklimmer Reinhold Messner,
Elk jaar weerklinken jazz en klassieke muziek in de straten van Bolzano.
de bekendste ambassadeur van de Alpen, is in en rond Bolzano actief. Een gezellig hotel op slechts een paar minuten lopen van het centrum is Hotel Post Gries. Hier worden ook streekgerechten en lokale wijnen geserveerd. Meer iNforMatie www.bolzano-bozen.it www.hotel-post-gries.com
TRENTO – Beeldig & voorbeeldig Een bezoek aan de hoofdstad van Trentino katapulteert je terug naar het verleden.
t Foto´s: Fennel
olzano, de hoofdstad van de autonome Italiaanse provincie, ligt ingebed in de dromerige bergen van Zuid-Tirol: in het oosten liggen de Dolomieten, in het westen het Brentagebergte. Aan de noordelijke kant ligt het Sarentinodal, dat aan beide zijden wordt omsloten door tweeduizend meter hoge bergen. Alleen richting het zuiden is er vlak land: daar liggen de vruchtbare wijngaarden langs de rivier Adige. In de afgelopen decennia heeft Bolzano zich ontwikkeld tot een centrum van cultuur en onderwijs. Zo behoren de kunst- en muziekinstellingen tot de beste van Noord-Italië. ‘s Zomers zijn de straatjes van de oude binnenstad gevuld met jazz en klassieke muziek. De galerieën slagen er telkens in om nieuwe, verrassende tentoonstellingen op te zetten. Ook het architectonisch spannende Museion, een prachtige kunsttempel, is een bezoekje waard. Het museum bestaat sinds 1985. Aanvankelijk richtte men zich op kunstenaars uit eigen land, maar in de loop der jaren is de focus verschoven en tegenwoordig vind je in het museum hedendaagse kunst van over heel de wereld. Om meer werken te kunnen presenteren,
Foto´s: TVB Bolzano
BOLZANO – Muziekstad
rento, de hoofdstad van de autonome Italiaanse provincie Trentino, ligt ingebed in het dal van de rivier Adige. Als je er op ontdekkingstocht gaat, kom je prachtige paleizen in renaissancestijl, kerken en straatjes tegen, maar ook het gebouw waar in de zestiende eeuw het Concilie van Trente plaatsvond. Daarnaast bezit Trento aantrekkelijke natuur en een mediterrane levensstijl. Het plein voor de domkerk is een juweeltje en wordt algemeen beschouwd als
ROvERETO – Historie & moderne kunst Niet alleen de oude stadskern is het bezichtigen waard, ook de moderne kunst in museum MART, dat flink aan de weg timmert. Oud en nieuw vloeien hier mooi in elkaar over. paleizen. Helaas hield de grote rijkdom geen stand. Tegenwoordig komt de culturele elite uit de omgeving graag naar Rovereto, niet in de laatste plaats vanwege het toeristische paradepaardje van de stad, dat pas een paar jaar geleden is geopend: MART (‘Museo di arte moderna e contemporanea di Trento e Rovereto’). De Zwitserse sterarchitect Mario Botta heeft hier laten zien wat hij allemaal kan. Achter de muren onder de lichte koepel van het binnenplein zijn prachtige moderne en hedendaagse kunstwerken te bewonderen. Hotel Rovereto is een aantrekkelijk hotel in familiebezit. De keuken van het eigen restaurant is dik in orde.
toparchitect Mario Botta zette met MART een spectaculair museumgebouw in Rovereto neer.
r
overeto wordt graag ‘het kleine broertje van Trento’ genoemd. Maar daarmee doe je de stad onrecht aan. De stad ligt ook in het Val d’Adige, iets zuidelijker dan Trento en op maar een paar kilometer afstand van het Gardameer. Dat maakt Rovereto de perfecte uitvalsbasis voor uitstap-
jes in de directe omgeving. Ooit was Rovereto een dorp met marktrecht. Maar toen kwamen de Venetiërs en eisten de macht op. De ligging van het bloeiende dorp was tenslotte niet te versmaden: perfect aan de Adige waar handelswegen langs de oevers liepen. De Habsburgers keken deze ont-
wikkeling een hele poos aan en wachtten tot de ommuurde stad flink was gegroeid voor ze toesloegen en zich de plaats toe-eigenden. Later brachten de zijdespinnerijen veel voorspoed en rijkdom naar de Adige. Dat is vandaag de dag nog terug te zien aan de kerken en kloosters, de burgerwoonhuizen en de
een van de mooiste pleinen van Noord-Italië. Vanaf een van de terrassen op het plein kun je de sfeer van de stad heerlijk opsnuiven. Vooral opvallend is het bisschoppelijk paleis met zijn vierhoekige toren, achter de met fabelwezens opgesmukte Neptunusfontein. Links zie je de campanile, dan de voorgevel van het paleis met zijn rondboogvensters en kantelen, die overgaat in een torenachtige castelletto. Aan de rechterhoek maakt de San Vigilio-domkerk met zijn nogal opzichtige noordwand het plaatje af. Vanaf het domplein loopt de Via Belenzani naar het noorden. Dit is de mooiste straat van de stad,
met links en rechts paleizen die getuigen van een grote rijkdom. Je komt hier ogen tekort. Het pronkstuk is zonder twijfel Palazzo Geremia. De façade van dit gebouw is versierd met fresco’s. Ook Palazzo Thun siert hier het straatbeeld, en de barokke kerk San Franzesco Saverio aan het einde van de straat is een passend tegenwicht voor de domkerk. Vanaf het domplein lopen er ook nog andere, kleinere straatjes verder de stad in. Daar wemelt het van de winkels en boetieks, met een breed aanbod, van designermode en kunsthandwerk tot souvenirs en boeken.
Overnacht je het liefst zo centraal mogelijk, dan is de Albergo Accademia een goed alternatief. Dit hotel ligt in een gerenoveerd historisch pand nabij het kasteel en het domplein. Er wordt hier bovendien een prima ontbijt geserveerd. Voor het diner kun je terecht in een van de vele goede restaurants in de binnenstad.
Meer iNforMatie www.apt.rovereto.it www.hotelrovereto.it
Onderuitgezakt op een terrasje op een van de pleinen snuif je de sfeer van de stad op.
Meer iNforMatie www.apt.trento.it www.accademiahotel.it 31
alpentourer 1/2013
alpentouren italie
Italiaanse drie-eenheid Een toertocht rond het Lago Maggiore, het Meer van Lugano en het Comomeer neemt je mee naar een wereld waarin bergen en water samensmelten.
H
32
het Maggia-dal, dat bij Locarno richting het noordwesten breed de bergen in leidt. Ik zie authentieke dorpen met oude huizen, met bo-
Foto´s: tk-press |Thomas Krämer
In de zijdalen van het Lago di Orta liggen prachtige dorpen, zoals Arola (boven). Is het een afgesneden stuk worst of een architectonisch meesterwerk? De meningen over de kerk van Mogno in het Maggia-dal zijn verdeeld (rechts).
et is altijd datzelfde geweldige gevoel. Je rijdt over de San Bernardino- of de Gotthardpas, en opeens zijn de regenwolken weg en lacht het zonnetje je toe. Zodra de pas begint te dalen, elke meter weer een stukje lager, zalig bergafwaarts, voel je de warmere lucht en ruik je de kruiden in het dal. Bellissima, je bent in het zuiden! Ook ik mag dat weer eens meemaken. Ik rij Bellinzona in Zwitserland voorbij met als einddoel de meren van Noord-Italië. Een paar dagen motorrijden en genieten liggen in het verschiet. Heerlijk! Maar op slechts een paar kilometer afstand van het meer gaat het al weer bergopwaarts. De ‘schuldige’ is
men die wiegen in de wind, beekjes die over de rotsen klateren of door het dal kabbelen. De Maggia, de rivier waar het dal zijn naam aan
dankt, kolkt alsof zijn leven ervan afhangt. Pas beneden, in charmante plaatsen als Maggia, Someo en Riveo, stroomt het water op zijn dooie gemak door het dal, dat aan beide zijden wordt geflankeerd door hoge bergen. Dat verandert naarmate ik verder rij. Om bij Bosco Gurin te komen, een oude nederzetting van de ‘Walser’, een oud Duitssprekend volk uit het Alpengebied, moet mijn motor flink wat werk verzetten. En ik ook. De weg gaat steil omhoog en zit vol nauwe bochten. De nederzettingen hangen hier als zwaluwnesten aan de steile hellingen. En dan ben je opeens in dit bijzondere dorp. Huizen met dikke muren, een kerktoren die de blauwe hemel in priemt en alpenweiden die vroeger in het levensonderhoud van de dorpsbewoners voorzagen. Kleine plaatsen zoals Bosco Gurin zijn absoluut de moeite waard om te bezichtigen. Je ziet ze veel in het Maggia-dal, dat uitwaaiert in vijf kleine zijdalen. Pittoreske voorbeelden zijn Cimalmotto, Fusio en Mogno, dat vanwege zijn beroemde en op zijn zachtst gezegd ongewone kerk veel kunstliefhebbers naar het dal lokt. Een indrukwekkende waterval is er ook nog te zien.
Betoverde bergdorpen Na dit uitstapje loopt de weg weer verder bergafwaarts naar het meer. Gedurende een paar kilometer gun ik mezelf een ritje over de dikwijls drukke maar mooie weg langs de oever, maar voor het grootste deel rij ik over de weg die honderd meter hoger ligt en dorpen als Arcegno en Ronco verbindt. De grens van Zwitserland naar Italië steek ik ondanks de alternatieve route toch over via de hoofdweg, en daar blijf ik dan maar op rijden. Want ook hier valt van alles te zien. Zoals fraaie villa’s en in Verbania een ijssalon waar ik mezelf trakteer op een verfrissing met vanillesmaak.
Het uitzicht vanaf het bankje aan de oever is indrukwekkend. Voor mij lijken de Borromeïsche Eilanden op het rustige wateroppervlak te drijven. Daarachter ligt de beroemde botanische tuin van Stresa, die een bezoekje dubbel en dwars waard is. Rond de top van de Mottarone hangen ondertussen enkele mooiweerwolken. Ik besluit een paar wegen van de oever van het meer af te wijken en dat betreur ik geen moment. De weg naar Valstrona, die half-verscholen achter de huizen van Omegna loopt, is de moeite ruimschoots waard. De smalle weg omhoog naar het bergdorp loopt door een dicht woud. Hier en daar zie ik tussen de bomen door een klein, vervallen huisje in de schaduw staan. Dan zie ik een tijd niks, maar na Forno volgt dan de beloning: het uitzicht over de duizelingwekkende, ogenschijnlijk tegen de steile hellingen geplakte bergdorpen. Met een stuk brood en een stuk kaas in mijn rugzak wandel ik aan het eind van het dal een paar meter omhoog een heuvel op, en daar geniet ik van mijn late lunch. Ergens achter mij in het bos blaat een schaap, boven me schiet het silhouet van een vogel door de lucht. Die vogel is natuurlijk allang gevlogen als ik uit een tukje ontwaak. Het schaap ook. In plaats daarvan heb ik een roodverbrande neus, zie ik in een van de spiegels van mijn motor.
Op mijn gemak tuf ik verder het dal in. De kleine bergweggetjes in deze regio lenen zich niet voor al te gehaast rijden. Ook omdat je er voortdurend rekening mee moet houden dat er misschien een auto of – nog erger – vrachtwagen de hoek om komt.
Het uitzicht vanuit Mottarone is net zo mooi als het stadje Omegna aan Lago di Orta, waarin het eilandje Isola di San Guilo ligt (van boven naar beneden).
Missionaris annex drakendoder Ondanks mijn dutje is er nog tijd om een ritje rond het Lago d’Orta te maken en even te pauzeren bij de Heilige Berg, Sacro Monte di Orta. Je hoeft geen overtuigd kerkganger
33
alpentourer 1/2013
alpentouren sloveniË
De Alpen in het klein In Slovenië, het kleine Alpenland met ongeveer twee miljoen inwoners, vinden motorrijders alles wat hun hartje begeert: hoge bergen met schitterende passen, wijde dalen die er om vragen om ontdekt te worden, en zelfs een pietepeuterig stukje van de Adriatische Zee.
M
et dank aan de autotrein rijden we in Villach volledig ontspannen en heerlijk uitgeslapen de transportwagon uit. De heenreis is alvast lekker rustig verlopen, en dat is een perfecte aanloop naar de geplande tour door
Foto´s: Fennel; STO; Gulio-GMDB
De tegenpolen liggen niet ver van elkaar: de Vršičalpenpas (onder) en het stadje Piran aan de Adriatische kust (boven) liggen amper 200 kilometer van elkaar.
42
Slovenië. Geen stress, frustraties en hectiek. Zalig! Via de Wurzenpas komen we al snel in Slovenië aan. Het is dat we onderweg nog ergens iets hebben genuttigd (een Oostenrijkse espresso met een dubbele hoeveelheid water), anders had de rit vanaf station Villach niet veel meer dan een halfuurtje geduurd. Nu hebben we er een uur over gedaan, wat ook niet slecht is. Grenscontroles zijn hier dankzij de Schengen-overeenkomst afgeschaft, dus ook dat schiet lekker op. Slovenië lijkt wel het braafste landje van de EU, zo snel en ogenschijnlijk perfect heeft het zich naar de Europese regels geschikt. Natuurlijk zijn er meerdere wegen die naar Slovenië leiden. De
Predilpas tussen Italië en Slovenië bijvoorbeeld, die op 1 150 meter duidelijk een stuk spectaculairder is. Daar rij je door de Julische Alpen, het nationale park Triglav en over de 2 677 meter hoge berg Mangart. Een panoramisch paradijs voor bikers.
Kale, ontoegankelijke bergwereld Het is bizar om te zien hoe het landschap zo plotseling verandert. In Karinthië zagen we nog wijde bergkammen en hooggelegen bergweides die voor de landbouw worden gebruikt, terwijl we hier in Slovenië worden omringd door een onvruchtbare, ontoegankelijke bergwereld. En die bergwereld gaan we
nu, met de zon op onze helm, ontdekken. Bij Kranjska Gora, de populairste wintersportplaats van Slovenië, begint de klim naar een van de meest interessante bergpassen van het land: de Vršič. Bergop en bergaf vinden we in totaal 51 haarspeldbochten over een afstand van 12 kilometer. De noordelijke helling is van een ongeëvenaarde schoonheid maar vergt ook de meeste concentratie, want de haarspeldbochten zijn van kinderkopjes voorzien, en kunnen dus glibberig zijn. Maar het uitzicht op het steile rotsmassief van het nationaal park Triglav is hier fenomenaal. Een andere kleine ergernis zijn de geslepen ‘parkwachters’ op de pashoogte. Per motor willen deze geuniformeerde boeven 2,50 euro incasseren, en halen alles uit de kast om een zo officieel mogelijke indruk te maken. Maar bij navraag bij de echte parkbeheerder haalt die zijn schouders op, hij weet natuurlijk van niets.
Meer hotels, meer restaurants, meer actie, meer van alles eigenlijk. Dat is ook niet zo gek, want de ligging aan het water en zo dichtbij de bergen is ideaal. De kleine wildwaterstroom voor de deur is heel geliefd bij liefhebbers van rafting, kajakken en canyoning. Bovendien vind je rond Bovec het grootste mountainbike-paradijs van Slovenië, met fantastische paden en een goede bewegwijzering. Niet dat wij er gebruik van zullen maken, want wij rijden liever motor. En na een korte snack in de zonneschijn is dat precies wat we weer gaan doen. Ook Kobarid is een schilderachtig plaatsje, gelegen onder de 2 200 meter hoge berg Krn. Overal staan plantenbakken met oleanders, palmen en agaven, en in de vensterbanken staan prachtig gekleurde bloemen. Er heerst een kalm, ontspannen sfeertje. Hoe anders moet dat geweest zijn toen hier en op de omliggende bergen tussen 1915 en 1917 aan het Isonzo-front de zwaarste veldslagen tussen de Oos-
vanwege zijn heldere presentatie en vooral zijn anti-oorlogsboodschap door de Europese Unie uitgeroepen tot Europees Museum van het Jaar. Kortom, een aanrader.
Geen alledaags hotel
De Vršič-pas brengt motorrijders van noord naar zuid (boven). Wijnregio Goriška Brda in het zuidwesten is een omweg meer dan waard (onder).
We hebben ons portie cultuur voor vandaag meteen binnen. Onze volgende doelstelling is het vinden van
Uitzicht op de top Tja, nu hebben we al betaald. We laten het maar voor wat het is, want we zouden toch niet willen dat ons de toegang tot het pad, dat achter een kiosk begint, naar de berghut Potarski Dom alsnog wordt ontzegd. Het is twintig minuten lopen maar dat zou in onze motorpakken wel moeten lukken. Het uitzicht op de 2 547 meter hoge top van de Prisojnik is die paar zweetdruppels alvast dubbel en dwars waard. Na deze wandeling rijden we bergafwaarts naar het Trenta-dal, waar de rivier Soča zich diep heeft ingegraven. Langs de landweg naar Bovec die we vervolgens nemen, staan kleine nederzettingen met bonte huizen met ornamenten van houtsnijwerk en weelderige tuinen. Het centrum van Bovec is sinds wij er tien jaar geleden voor het eerst kwamen drastisch veranderd.
tenrijks-Hongaarse en Italiaanse troepen plaatsvonden? Over de omstandigheden en achtergronden van deze strijd, die honderdduizenden soldaten het leven kostte, kom je alles te weten in het plaatselijke museum. In 1993 werd dit museum
een onderkomen voor de nacht. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig, want er is nergens een hotel of b&b te bekennen. We zien ook nergens borden staan. Geen paniek, gelukkig kan mijn begeleidster zich een klein beetje verstaanbaar maken in het 43
alpentourer 1/2013
allpentouren oostenrijk
Füssen
2
D Hittisau Egg
Sonthofen
Balderschwang Riedbergpas 1.420 m
Bad Hindelang
GarmischPartenkirchen
Fischen Oberstdorf
Bichlbach Lermoos
Stanzach
Bizau Allgäuer hochalpen Hochalpen
Namlos
Hochtannberg 1.676 m
Telfs
Bach
Lech
A14
Imst
A
A12
Landeck
De splitsing naar Schnepfau mag je niet zomaar voorbij rijden. Het bochtenwerk maakt deze kleine omweg van de B200 de moeite waard. Hierna wordt het rustiger, net als het middendeel van een Mozart-symfonie, richting Egg en Hittisau. Hier vandaan is het niet ver meer naar de grens met Duitsland, waar je overigens nauwelijks nog iets van merkt. Als je moet tanken, kun je dat beter nog snel in Oostenrijk doen. Aan de andere kant van de grens ligt de Riedbergpas te wachten, met een hoogte van 1400 meter de hoogste pas van Duitsland. De niet bijzonder mooie etappe van Fischen naar Bad Hindelang is slechts een overbrugging naar het volgende hoogtepunt: de Oberjoch. Zijn 107 bochten op een afstand van 10 kilometer zijn een droom voor iedere rechtgeaarde motorrijder. En na de inspanning volgt de ontspanning in het gelijknamige plaatsje: naast koffie en koeken serveren ze in mu-
... Vele pass en, ... duiz ende n boch ten en echt e Tiroo lse gast vrijh eid. Eige n wege nkaa rten en route s. Logies/ontbijt vanaf € 36, - per persoon/dag, halfpension vanaf € 42, - per persoon/dag.
Jacuzzi, sauna, stoombad, infraroodcabine, fitnessruimte Familie Hofmann · Holzleiten 77 · A-6416 Obsteig · Tel.: 0043(0)5264/8104 www.gasthof-panorama.at · info@gasthof-panorama.at 62
Mieming
Hahntennjoch 1.894 m
Warth
De Oberjoch is een droom voor iedere rechtgeaarde motorrijder.
Schachen en Rijndal
Fernpas 1.210 m
Elmen
Au
Sonntag
Ammergebergte
Oberjochpas 1.178 m
seum annex restaurant Alter Senn ook huisgemaakte kaasspecialiteiten. Dat is niet verwonderlijk, want hier produceert men al sinds 1780 voortreffelijke kaassoorten.
Een van de mooiste wegen van Tirol Na het Oberjoch rijden we Oostenrijk weer binnen. De weg lijkt hier wel tegen de rotsen geplakt en biedt een grandioos uitzicht. De route vervolgt het Tannheimer Tal in en verder naar de Lech. Bij Stanzach buigt de weg af het Namlostal in, een van de mooiste wegen van Tirol. Voor een laatste koffie van de dag kun je pauzeren in het Ducati-café in Lermoos, waar je een prachtig uitzicht hebt op de Zugspitze, die op dit moment van de dag in een sprookjesachtige schemer is gehuld. Hier vandaan brengt de Fernpass je terug naar het hart van Tirol, naar het in een zacht avondlicht badende Zonneplateau.
tiroler hoogvlieger Noord- en Zuid-Tirol worden door veel meer met elkaar verbonden dan geschiedenis. Veel van de mooiste en meest legendarische Alpenpassen liggen in deze regio, die over twee landen is verdeeld. Maar ook een stuk lager zijn verborgen schatten te vinden. Deze grensoverschrijdende route volgt historische paden. Beide overgangen tussen Oostenrijk en Italië, het Timmelsjoch en de Brennerpas, staan bol van de geschiedenis – en hebben dus veel verhalen te vertalen. Maar we beginnen bij het begin… De route begint opnieuw in Telfs, dat we vanwege zijn infrastructuur en zijn belang voor de vakantieregio Tirol Mitte hebben gekozen als uitvalsbasis. Als opwarmertje voor morgen rijden we door het Inntal op en neer naar Mieming. Maak daarbij gerust nog een kleine omweg naar Stams, want het is maar een paar honderd meter naar het beroemde klooster met zijn prachtige kerk en kloosterdistilleerderij. We rijden verder naar de Hausegg en genieten van het bochtenparadijs richting het plateau van Kühtai. De achtbaanrit tussen de machtige bergen die van geen ophouden weet, eindigt in Oetz uit-
eindelijk dan toch. De aanloop naar het Timmelsjoch door het Oetztal is lang en het verkeer is er dikwijls druk en chaotisch, al wordt het beter zodra je Sölden bent gepasseerd. Ter afwisseling kun je hier een uitstapje naar de Rettenbachferner maken. De Oetztaler Gletscherstraße loopt eerst door een tunnel, en daarachter ligt het hoogste geasfalteerde stuk weg van de hele Alpen op een hoogte van maar liefst 2 829 meter. Na Obergurgl geven flauwe bochten een voorproefje van wat ons straks te wachten staat: de Timmelsjoch Hochalpenstraße. Deze must-do rit kost elf euro per motor. Dat je moet betalen betekent gelukkig dat de weg aan beide zijden van de grens goed is onderhouden, en zelfs de gaten in de weg in de tunnel zijn nu eindelijk gedicht. In de laatste paar jaar zijn er bovendien vijf informatiepunten ingericht waar je meer te weten kunt ko-
3 t
ALPEN ourer W W W. A L P E N TO U R E R . N L in Het kort
LengTe:
vanaF 284 kM
Hoogtepunten Oetztaler Gletscherstraße, Timmelsjoch en Jaufenpas. De distilleerderij in Stift, de zijdalen van het Wipptal, klooster Maria Waldrast. Afhankelijk van de omwegen wordt de route tot ca. 80 km langer.
Seefeld in Tirol Mieming
A12
Telfs Innsbruck
Silz
Ranggen
A12
Mutters Oetz
Elmau
A1(
Matrei am Brenner
A
Navis
Neustift im Stubaital Gries am Brenner Brennerpas 1.370 m
Sölden
I
Timmelsjoch 2.571 m
Obergurgl
Schonau
St. Leonhard in Passeier
Sterzing
Jaufenpas 2.094 m
63
ALPENTOURER 2/2013 is vanaf eind februari 2013 in de betere tijdschriftenwinkel verkrijgbaar. Losse nummers: € 5,90. Abonnementenprijs per jaar (4 nummers): € 22,00 incl. verzending. Kijk op:
www.motourmedia.de
ALPENTOURER – hét magazine voor motorvakanties tussen bergen en zee – verschijnt met 4 nummers per jaar! Met fascinerende tourreportages uit de hele Alpen en de landen rondom de Adriatische Zee. Met nieuws en informatie over toermotoren, kleding en accessoires. Met events, hotels en nog veel meer tips voor het reizen op twee wielen. En met een extra sectie op weekend en stopover tips rondom Nederland en België alsook voor uw reis naar de Alpen.
Meer informatie: www.alpentourer.nl In onze internetportaal zijn ook tips en actuele informatie te vinden over het rijden in de Alpen en het gebied rondom de Adriatische Zee. Met dagelijks bijgewerkte informatie over de toegankelijkheid van meer dan 300 Alpenpassen.
MoTourMedia e.K. • Hastener Str. 140 • 42349 Wuppertal • Duitsland T +49 2 02 94 60 02 26 • lezerservice@motourmedia.de • WWW.MoTourMEDIA.DE