2
N° 12
Regio Brussel - Limburg
24 juni 2011
Diversiteit: Participatie troef bij de Intersyndicale Rondetafel! Op 19 mei 2011 werd de tweede Intersyndicale Rondetafel over diversiteit gehouden. Doel was de verschillende diversiteitsplannen te evalueren die sinds 2007 in de Brusselse bedrijven opgezet zijn. De vakbondsafgevaardigden die betrokken zijn bij dergelijke plannen werden dus opgeroepen om mee te werken aan de bijeenkomst en als rechtstreeks betrokkenen het debat te verrijken met hun standpunten. In kleine werkgroepen werd het praktisch denkwerk verricht dat dan in ruimere sessies werd besproken. Uit die evaluatieworkshops kwam duidelijk naar voor dat diversiteitsplannen wel degelijk nuttig zijn en een positieve invloed hebben op de wijze van aanwerven, het opleidingsaanbod, de arbeidsreglementen, de vertegenwoordiging van gediscrimineerde groepen, enz. Ook is gebleken welke punten nog meer nadruk vergen en welke de belangrijkste concrete syndicale hefbomen zijn: •Elk plan moet berusten op een nauwkeurige analyse van de toestand in het bedrijf, zodat men beschikt over de beste informatie om, opwaarts, de directie te sensibiliseren. Voor de ‘neerwaartse’ aanpak moet deze “foto” van het bedrijf nog worden aangevuld met een enquête onder het personeel op alle niveaus, maar moet men zich vooral baseren op de ervaringen van de
werknemers die rechtstreeks met het thema te maken hebben. •De plannen moeten beter zichtbaar gemaakt worden voor de werknemers. Daarvoor moet de informatiedoorstroming verbeteren: in de eerste plaats over het bestaan van de plannen en voorts ook over wat ze teweeg brengen. De betrokken vakbondsafgevaardigden moeten er vooral op letten dat de informatie van de OR of het CPBW tot bij de werknemers komt. Daarvoor kunnen ze bijvoorbeeld nieuwe wegen voor interne communicatie voorstellen. De medewerking van alle werknemers is van het grootste belang opdat de plannen zich dynamisch blijven ontwikkelen. Tot besluit bevestigden de deelnemers hun bereidheid om verder te werken aan meer diversiteit in de bedrijven en ze benadrukten dat het belangrijk was dit in gemeenschappelijk front te doen.
In 1997 al startte de Brusselse overheid met een diversiteitsbeleid gericht op de ondernemingen en de bedrijfssectoren. Dit gebeurde in het kader van het Territoriaal Pact voor Werkgelegenheid, een samenwerkingsverband van Actiris, de sociale partners en de instellingen van openbaar nut. Oorspronkelijk werden sensibiliseringsacties gevoerd en studiebijeenkomsten georganiseerd; nu staat er een omkaderde praktijk met welomschreven werkwijzen. Onder impuls van de sociale partners kwam er in 2006 een omkadering om het opstarten van echte diversiteitsplannen in de bedrijven aan te moedigen. Sinds 1998 voert ook de Vlaamse overheid in Brussel zo’n beleid via het Brussels Nederlandstalig Comité voor Tewerkstelling en Opleiding (BNCTO). Het opstarten van diversiteitsplannen wordt voornamelijk gestimuleerd aan de hand van drie incentives: financiële steun in de vorm van gewestsubsidies, de mogelijkheid om een ‘diversiteitslabel’ te bekomen, syndicale en/of geweststeunpunten met gespecialiseerde consulenten.
Bij ABVV-Brussel zijn twee ‘diversiteitsconsulenten’ actief die de vakbondsafgevaardigden in bedrijven met een diversiteitsplan informeren en bijstaan : • Youssef Ben Abdeljelil - Youssef.benabdeljelil@abvv.be - 02 552 03 36 (NL) • Samantha Smith - samantha.smith@fgtb.be – 02 552 03 55 (FR)
HOE WERK JE AAN MEER DIVERSITEIT OP DE WERKVLOER? De Cahier van de Militant nr.6 van ABVV-Brussel: Iedereen gelijk voor het werk. Handleiding bij vakbondsactie voor meer diversiteit in de Brusselse ondernemingen en overheidsdiensten is gratis te bestellen bij Véronique Bel, tel 02 552 03 57. veronique.bel@abvv.be
De anti-Brusselse plannen van het VOKA Het Brussels Comité van VOKA (Vlaamse werkgevers) verspreidde in mei een weinig verrassende nota over de toekomst van Brussel: het Vlaamse patronaat pleit voor een versterking van de communautaire bevoegdheden in Brussel. Het eist zonder omwegen de afschaffing van de 19 gemeenten, het verbod op tweetalige kiezerslijsten, enz. Het stelt ook de idee voorop van de oprichting van een "Samenwerkingscommissie" tussen het federaal niveau, de Gewesten en de Gemeenschappen. Deze commissie zou een soort permanent discussieforum moeten worden over de ontwikkeling van de Brusselse metropool, zonder resultaatverplichting voor de andere entiteiten, maar die zouden wel een directe controlemacht krijgen over de herfinanciering van Brussel, over de uitoefening van zijn functies als hoofdstad en internationale metropool evenals over de naleving van de taalwetgeving. Concreet wil VOKA dat de federale Staat een soort voogdij uitoefent op de goedkeuring van de benoeming van de Brusselse ambtenaren (en zo toe te zien op hun tweetaligheid) … We vinden hier overduidelijk de nationalistische plannen terug voor het meebesturen van Brussel. Op sociaal-economisch vlak is de poging tweevoudig: 1. het Brussels Gewest ertoe dwingen al zijn middelen te investeren in zijn economische functie, ten nadele van de sociale noden van de Brusselaars, maar in het onmiddellijke voordeel van de (voornamelijk Vlaamse) bedrijven; 2. de meeste mechanismen die zorgen voor de solidariteit en de herverdeling van de rijkdom (zoals de langdurige werkloosheid of de gezondheidszorg) naar de Gemeenschappen overhevelen en daartoe een automatisch trekkingsrecht van de Gemeenschappen op de inkomsten van het Gewest invoeren. Het is duidelijk ook de bedoeling de gewestelijke hefbomen van de sociale dialoog te omzeilen om de belangen van het in Brussel gevestigd Vlaams patronaat - met de Vlaamse regering als bemiddelaar - te verdedigen …