de lucht tussen je kleren verslag van een retraite in Ierland
huib fens Fontys Hogeschool voor de Kunsten Tilburg 2015
FHK meesters
1
de lucht tussen je kleren
Inhoudsopgave McCarthy’s Tower 3 De zon komt op boven de baai 4 Octopus 5 Discipline 6 Scariff en Deenish 8 Douchen 10 Zonsverduistering 12 St. Patricksday Waterville 14 Kraai 15 Rook stijgt op 16 Door woorden 17 Skelligs Bay 4, oilstick 2015 18 Bolus Head, oilstick 2015 19 Oefeningen in kijken (en luisteren) 20 Geur 22 Potlood 23 Cordoba in Kerry 24 Verlaten huis 25 Blind Piper 26 Desperado 27 O’Leary’s 28 Afscheid van Ierland 29 McCarthy’s Tower 2 30 Skelligs Bay 3, oilstick 2015 31 Nawoord 33 Colofon 34
 
McCarthy’s Tower Te voet op weg naar het dorp veranderde het uitzicht voortdurend. Alles bewoog, schoof, steeg en daalde. Wolken ontstonden, vervormden en verdampten. Licht zwenkte als een zoeklicht naar alle kanten. De geur van gestookte turf, van koeienmest. Getinkel van een bergbeekje boven de oceaanruis uit. Mensen groetten me nieuwsgierig. Ik was niet langer gevangene van mijn gedachten. Ik liep tot de branding, tot waar de golven bijna over mijn schoenen sloegen. Toen keerde ik om.  
3
De zon komt op boven de baai De zon komt op boven de baai. Eenvoudig, helder weer. Ontbijt van sodabrood en jam. Vanmorgen zat een uil vlakbij het slaapkamerraam te roepen. Tweemaal. Een lichtvlek op de muur in de vorm van een komma. De vreemde stilte vooraf aan een zonsverduistering. Zo dadelijk eerst wassen en scheren. Een wit waas hangt om mijn gezicht.
4
Octopus De deur doet het landschap dicht - geen uitzicht vanuit welk raam dan ook. Je leeft binnenstebuiten voor een paar weken. Een gevangen octopus: je ingewanden blootgesteld aan de blikken van passanten. Je buitenkant opgesloten in het donker van je vel. Je ogen starend naar jezelf en naar elkaar. Claustrofobie en doodsangst, ademnood. Het laatste wat je ziet.  
5
Discipline I Het komt vooral neer op discipline. Vaste handelingen op vaste uren. Ontbijten. Douchen. Koffie maken. Werken. Kachel aansteken. Koken, eten. Werken. Slapen. De vijfde dag breekt de zon door. Oogverblindende spiegelingen op het water. Deuren gaan open. Een vissersboot slalomt om de rotsen, gevolgd door een sleep van meeuwen. De netten worden binnengehaald. De lier overstemt het gekrijs van de vogels die vechten om de ondermaatse vangst.
6
II Het gaat om discipline. De holbewoner uithangen is aanlokkelijk, maar houdt de angst er niet onder. Het water gooit zich misleidend traag en stroperig op de rotsen. Boven het geraas uit fluit een winterkoninkje. Thuis hoor je soms vanuit het dakraam koeien grazen.  
7
Scariff en Deenish In dit licht kun je niet zien waar de eilanden beginnen en waar ze eindigen. De contour van de bergtoppen is dun maar haarscherp. In hun nek kragen stapelwolken.  
8
Soms houdt de zee even haar adem in. De zon wacht af, de wolken wachten af. De eilanden houden zich drijvend in evenwicht.
9
Douchen I Gedoucht. Geen bericht van thuis. Mok inktzwarte koffie. Buiten is het een paar graden boven nul. Door de nevel boven zee is geen eiland te zien. Mijn ogen verblind door de schittering van de mist. Licht straalt uit mijn slaapkamer die op het oosten ligt.
10
II Onder de hete douche voel ik me leeftijdsloos. Ik draai mijn schouders om en om naar het water. Beneden mijn ingehouden buik zie ik mijn beschadigde stokken van benen. Mijn verkleurde voeten. Het vreemde reliĂŤf van een kalknagel. Zonder in de spiegel te kijken bestudeer ik mijn gezicht. Het losse vel, de uitdijende neus. De grijze stoppels op de vale huid.  
11
Zonsverduistering I Onder de eilanden licht het water op, hun top wordt door grijze mist bedekt. Een onverwacht stralende vlek verschijnt in de zee schuin onder het grootste eiland. Stenen, gras en water zijn scherper dan ooit. De vogels zijn niet stil maar stiller dan anders.
12
II Vanmorgen schoof de maan voor de zon Nu staat ze vol aan de hemel. Wind is opgestoken Mijn kachel brandt flink. Vrienden sturen berichten, de een na de ander. Ze voeden mijn heimwee.  
13
St. Patricksday, Waterville Het lijkt wel schemering zo vroeg in de middag: een grote wolk tempert de zon. Het grint siddert onder de zware adem van de zee. Een hommel zoekt nectar op mijn wandelschoenen. Waterville, St. Patricksday.  
14
Kraai Verklaar dit maar: een kraai die in een oogopslag, in volle vlucht, veranderde in een flard landbouwplastic dat bleef hangen aan het prikkeldraad.  
15
Rook stijgt op Rook stijgt op vanaf de heuvels De zon is aan het zakken Deuren worden dichtgedaan. Licht gaat aan. Geen beweging buiten. Alles sluit zich. Het donker is een dikke roetlaag om het huis. Elke ruit een spiegel. Nergens een opening.  
16
Door woorden Het is door woorden dringen tot wat daaronder op bevrijding wacht. Een wereld die wordt en dan blijft. Eerst vloeibaar is en dan opstijft.  
17
Skelligs Bay 4, oilstick 2015
Bolus Head, oilstick 2015
Oefeningen in kijken (en luisteren) Eerst kijken en zien hoe een stenen schoorsteen schuin uitsteekt boven het glasgordijn. Zien hoe de mosbedekte schoorsteen uit het verdorde gras omhoog komt. Hoe daarachter zachtgele, aaibare rotsen languit in de baai liggen. Zien hoe de witte adem van het onrustige water langs de eilanden veegt, en horen hoe de vioolsonate van JanaÄ?ek de wind langs het huis stuurt , het geschreeuw van mantelmeeuwen imiterend.
20
Zien hoe een das die geen das is en ook geen wezel tegen een gelaagde en gebarsten rots leunt, zijn kop in de wind. Hoe mijn handen scheuren onder druk en kou, de geur van turf diep in de poriën. Hoe het land zich in het reliëf van mijn nagels perst.
21
Geur Ik wilde dat ik deze geur kon vastleggen, lief, en aan je toesturen: ruik! Zo ruik ik nou helemaal. Je zou je ogen dichtdoen en mij zien staan. Je zou je tegen me aandrukken, de koelte voelen van mijn trui en de geur opsnuiven. Turf, vermengd met de haarlak die ik als fixatief gebruik. En ik rook aan je hals, vlakbij je oren, de warmte en donzigheid van je lijf. De lucht tussen je kleren. De geur waarvan ik opgewonden raak, de geur waarvan ik in slaap val, tegen je aan. Was ik blind, ik herkende jou en de kinderen aan hun geur. En aan het dons achter hun kaken.  
22
Potlood Vannacht in een van de onthullende dromen reikte iemand mij een potlood aan. Het was geen groot symbolisch gebaar. Het gebeurde in een onbetekenend moment.  
23
Cordoba in Kerry In Ierland luisteren naar een lied over Cordoba in een tijd van het jaar dat ik daar vaak was: vlak voor Pasen. ‘s Ochtends slenteren door de stad in stille afwachting van de processies die ‘s middags en ‘s avonds de straten vulden. Vooraf de dodenmars, de bruiloftsmars achteraan. Maar vooral overal de belofte van lente. Het zuiverende geluid van water in bijna elke straat. Bloeiende aronskelken in de carmens. Hier ruist de oceaan. De gele hei staat in volle bloei.
24
Verlaten huis De bewoners waren vast niet half zo interessant als de indruk die het huis maakt in vervallen staat. Op zichzelf, tussen het groen, met uitzicht op de oceaan, op Kenmare River. Palmbomen aan weerszijden van het bordes. Aangetast beton, aangevreten ijzer. Alles onbegaanbaar door braam. De raamkozijnen, blijkbaar ooit karmozijnrood, zijn bijna kaal. Voor het linker raam staat Maria, wit en blauw. Ze staart dromerig naar buiten. Ze waakt over het huis en haar bewoners, berustend in de tijdelijkheid van de dingen die tegelijkertijd eeuwig zijn. Van alle tijden en onverwoestbaar.  
25
Blind Piper Stan verlaat de Blind Piper. Hij heeft zijn twee pinten gehad. Hij neemt zijn muts van het roodplastic tafelkleed, loopt onder de reuzenkreeft door. Langs de onbeweeglijke blindengeleidehond. Langs de kauwgomballenautomaat. Over de betonnen vloer, ruw en hobbelig als kalksteen. De haard brandt rustig. De lambrisering heeft de kleur van de zitbanken en het schoolbord met het menu. Op het nieuws zijn reddingswerkers met helikopters in de weer. Stan groet de barvrouw zonder te kijken. Zij, zwart haar en strakke spijkerbroek, kijkt hem lang, glimlachend na.  
26
Desperado Ze zucht diep en doet haar ogen dicht. Een verwaarloosde peuk tussen haar vingers. Lege flessen Desperado op de vloer. Dan begint ze te zingen, dun, hoog, zoekend naar een melodie. Het Iers is bedwelmend. De zang roept beelden op. Herinneringen aan zowat alles. We zijn muisstil en luisteren tot het lied is uitgedoofd. Er wordt niet geklapt maar diep geademd. Haar stem geprezen. Het was een lied uit mijn jeugd, zegt ze. Geleerd van mijn vader. Ze staat op en gooit van dichtbij turf op het smeulende vuur.  
27
O’Leary’s Ze kijken op als je binnenkomt, een vreemde, maar niemand zegt je gedag. Je gaat niet naar de bar omdat je ongestoord wilt zitten denken. Ze kijken naar het nieuws op de tv. Iers, dan gebarentaal, daarna Engels. Het bier wordt voor je neergezet zonder een blik, zonder een woord. Om beurten gaan ze buiten roken, waar het langzaam donker wordt. Het plafond zakt ongemerkt naar omlaag. Je weet het zeker. De mannen duiken in hun kraag. Het meisje achter de bar vult de open haard met eierkolen uit een kit. Opent flessen fris en ruikt er langdurig aan. Trekt sigaretten uit een automaat. De mannen kijken voor zich uit als je betaalt en gaat. Het water in de baai is onrustig, daar verandert de regen niets aan. De heuvels zijn al niet meer te zien. 28
Afscheid van Ierland Joe Moran brengt turf. Een man gemaakt uit turf. Als dit land mensen voortbrengt zijn ze zoals Joe Moran. Ik leg de munten in zijn hand, een ruw blok uitgewaterd leisteen, gebarsten en door het weer getekend. Zijn Engels is voor hem net zo vreemd als voor mij. Het kost hem moeite de woorden uit te spreken. Hoe het gaat? Goed Joe, ik vertrek morgen, alles is al gepakt. Hij mompelt wat en loopt het duister in. Zijn muts bedekt amper zijn kruin. Daar gaat het land, denk ik. Het land is afscheid komen nemen met een zak turf.  
29
McCarthy’s Tower II Ik kijk uit op een boot die nooit uitvaart. Over een baai met water dat veel weet maar zwijgt. Dagenlang heb ik gesprekken gevoerd met het huis, de kachel, met Scariff en Deenish, de meeuwen en de kwikstaarten. Met mijn verleden. Met vrienden en geliefden die er niet waren. Met mezelf. Soms met een levend mens. Die zeiden het minste terug. Misschien wisten ze net zoveel als het water. Wat valt er dan nog te zeggen.
Ballinskelligs, maart 2015
30
Skelligs Bay 3, oilstick 2015
Nawoord Wat doe je nou tijdens zo’n retraite? Veertien dagen in afzondering aan de rand van de oceaan. Het uitzicht beperkt tot water, wat stukken land, twee eilanden, de contouren van een paar ruïnes en een handvol schapen, verspreid over de begroeide, stenige hellingen die naar het water afbuigen. En lucht. Prachtige, adembenemende wolkenluchten. Je werkt van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. Daarvoor zit je er. Er is geen enkele afleiding. Je staat vroeg op, eet, werkt, leest, werkt, maakt de kachel aan en werkt. Af en toe, tussendoor, een wandeling. Wat huiselijke dingetjes. Boodschappen in een dorp, een half uur rijden van je vandaan. Regelmatig gaan praktijkcollega’s, kunstenaars in dienst van FHK, in residentie of in retraite om zich een tijd volledig aan hun eigen werk te kunnen wijden. Om energie op te doen of om een project af te maken. Deze bundel poëzie is een voorbeeld van wat er in een retraiteperiode kan ontstaan. Het is ook de eerste uitgave van de reeks FHK-meesters, waarin docenten van FHK hun eigen werk kunnen laten zien of lezen aan alle medewerkers van de faculteit en aan de geïnteresseerde buitenwacht. Dat werk kan variëren van een essay tot een toneelstuk, van beeldend werk tot muziek. Dit is wat docenten van FHK doen als ze niet aan het lesgeven zijn. Dit is de reden waarom ze hier werken. Het wordt ongetwijfeld een interessante en inspirerende serie boekjes. Mooie, kleine uitgaven, bescheiden juweeltjes. We hebben geen idee hoeveel het er worden, of hoe vaak ze uitkomen. Maar het zal een verrassende serie worden. Huib Fens.
Colofon
De lucht tussen je kleren Tekst en tekeningen: Huib Fens. Oplage ϲ00 ex. Redactie en productie: Huib Fens, Mariëlle Hulshoff Vormgeving: Huib Fens, Poppel. Druk: ZĞŝũŶĞŶ KĨĨƐĞƚ͕ ŵƐƚĞůǀĞĞŶ Copyright © 2015 Fontys Hogescholen en de auteur Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De reeks FHK-Meesters is een uitgave van Fontys Hogeschool van de Kunsten. Tilburg, juni 2015