Fhk meesters 2 paul de bruyne

Page 1


je t’aime e n a n d e re b ro k st u k ke n


Inhoudsopgave

Inleiding 3 Je t’aime, moi non plus 7 Na de lente, twee scènes 26 Biografie 37 Colofon 38


Beste lezer, Een kunstschool is een plek voor creatie. Dat geldt voor alle soorten kunst- en entertainmentacademies, maar bij uitstek voor instituten die het maakproces centraal in hun missie hebben staan. In mijn geval de Academie voor Theater van Fontys. Ik heb het altijd als vanzelfsprekend gevonden om mijn docentschap in te vullen als een act van schepping. Doceren impliceert het maken van nieuwe voorstellingen, het toetsen en bijstellen van aannames en theorieën over acteren en regisseren en het maken van nieuwe toneelscripts. Wie uitgaat van het concept van creatie zal niet snel uitgaan van de opvatting dat de behoeftes en de vraag van studenten centraal moeten staan in de opbouw van de academie. Beter is het de docent/studentverhouding als uitgangspunt van het werk en het instituut te nemen. En het is nauwelijks minder dan logisch te noemen dat de docent in die verhouding (meestal) het voortouw neemt in de keten van acties en reacties die tot een artistieke productie leidt. De artistieke en organisatorische noodzaak van de docent/studentverhouding is de initiërende vormgever van het creatieproces in de kunstschool. Idealiter. In dit boekje staan sporen van het creatieproces dat ik met studenten heb doorlopen: het script van de semi-monoloog Je t’aime, moi non plus (2015) en de eerste twee scènes uit het script Na de Lente (2015). Beide gemaakt voor en met studenten van de Academie voor Theater van Fontys. Sta me toe even in te gaan op de docent/studentverhouding bij het maken van deze toneelteksten, om het bovenstaande uitgangspunt over het wezen van de kunstschool vlees en bloed te geven. Je t’aime, moi non plus werd geschreven op uitdrukkelijke vraag van een studente, Marjolein van der Meer, die met twee 3


problemen kampte. Enerzijds voelde zij de behoefte om haar naturelle spel te verdiepen. Op dat vlak vond zij het curriculum niet genoeg tegemoetkomen aan haar ambities en behoeftes. Zij wilde een duidelijke, technisch moeilijke uitdaging: een monoloog spelen van, zeg, 50 minuten, uitgaande van de naturelle speelwijze. Anderzijds wou ze een voorstelling maken waarmee ze de brug tussen school en het ‘echte leven’ zou kunnen leggen. Misschien iets dat ook in de theaters in het land getoond zou kunnen worden? Faire vragen. Maar toch alleen maar op te pakken door een docent indien die uit zou kunnen gaan van zijn eigen artistieke behoeftes en specifieke moment op zijn artistieke bedevaart. Ik schreef Je t’aime met de vragen van Marjolein als randvoorwaarden, maar volkomen vrij in wat ik zelf wou vertellen. Zo werd Je t’aime een verhaal van de oudere man die ik ben, die terugkijkt op een vormende episode uit zijn vroege jeugd: de release van het baanbrekende erotische liedje van Serge Gainsbourg en Jane Birkin. Maar dan wel verteld vanuit het perspectief van een jonge vrouw, zijn dochter. Waardoor het script tot een monoloog van Marjolein kon worden. Zo ontstond een juiste artistieke en didactische balans tussen docent en student. Maar de gewenste interactie tussen beiden - de kern van een goede leerverhouding in een kunstsschool gaat dieper. Is technischer van aard. Ik weet, als docent, dat een student behoefte heeft om de bestaande makkes in zijn talent op te rekken. Om een breder palet van tools te ontwikkelen. Om te leren. Vandaar dat in het script, welhaast als vanzelf, het naturelle vertellen leidt tot zingen, kreunen en tot het, minimale, vormgeven van een drietal personages. En uiteindelijk tot het introduceren van een tweede acteur om tot reëel samenspel te kunnen komen. Het komt mijn verhaal goed uit. Maar het is ontstaan vanuit het inzicht dat 4


een student voortdurend zijn virtuositeit uitgedaagd wil zien. Kortom, Je t’aime is een étude, die eigenlijk alleen in een docent/studentverhouding, in een theaterschool, geschreven had kunnen worden. Er zit nog een ander intrigerend docent/student aspect aan het proces van Je t’aime vast. Het is van meer maatschappelijke aard. Het script is geen monoloog maar een semi-monoloog. Dat wil in dit geval zeggen dat een tweede acteur gedurende 90% van de opvoeringstijd met de rug naar het publiek staat: onbeweeglijk en zwijgend. Pas in de laatste scène speelt hij een personage. Dat heeft verteltechnische voordelen: je kunt op het einde, gedragen door de golf van de monoloog, nog een tweede verhaal toevoegen in een zeer snelle modus. Maar in dit geval speelt ook iets anders mee: de zich wijzigende opvattingen over de persoonlijke verhouding tussen docent en student. Ik had, in onze tijden, geen enkele zin om als docent in het repetitiehok te verdwijnen met een (vrouwelijke) student om een persoonlijk verhaal, rond seks en wreedheid, uit te werken. Ik zou wel gek zijn, in deze tijden. Vandaar de uitbreiding naar een driemanschap dat het verhaal tot voorstelling kon maken. Het was een zelfgekozen sociaal controlemechanisme als voorwaarde om tot creatie te komen in een kunstschool anno nu. Dat wil niet zeggen dat de werkverhouding tussen docent en student is veranderd. Het wil zeggen dat de druk van de controlerende actoren is gegroeid. Ik noemde Je t’aime, moi non plus een étude. Dat is nog veel meer het geval voor Na de Lente. Het thema van Na de Lente is een bekende vrees bij docenten en studenten: wat na de studie? Wat is de verhouding tussen een kunststudie en (beroepsmatig) succes. Docenten vragen zich voortdurend af wat de maatschappelijke relevantie is van kunstscholen. Studenten 5


schijten dagelijks in hun broek als ze denken aan later: kan ik hier van leven? Na de Lente is een reality-check. Een poging om na te denken over succes en artistieke kwaliteit, in een wrede wereld die niet bepaald op de vrije expressie van een zootje creatieve outlaws zit te wachten. Of wel? Na de Lente, is nog op een tweede manier een ĂŠtude voor theaterstudenten. Het sluit aan bij een lange rij van coming-of-ageverhalen. Wat betekent het om politiek, seksueel en emotioneel volwassen te worden in onze tijd? Het verwijst al in zijn titel naar het bekendste coming-of-age-stuk uit de theaterliteratuur, FrĂźhlingserwachen (1890-1906) van Frank Wedekind. Dat was toen, hoe is het nu? Ik hoop dat dit boekje enig inzicht geeft in hoe een docent en zijn studenten tot creatie proberen te komen. En natuurlijk hoop ik vooral dat u, beste lezer, het prettig vindt om te lezen. En dat deze scripts goesting doen krijgen om de voorstellingen in het theater te zien. Vriendelijke groet Paul De Bruyne ***

6


JE T’AIME, MOI NON PLUS Paul De Bruyne 2015

7


Ruimte: Lege scène met enorme volle maan als achterwand. Gedurende de voorstelling verandert de maan van kleur: eerst geel, dan grijs, vervolgens een psychedelisch kleurenpalet, dan weer geel. Onderaan rechts in de maancirkel is de contour van een persoon te zien. Hij staat met zijn rug naar het publiek. Tijdens de epiloog is er werklicht op de lege scène. De contour van de man in de maan verandert dan in de figuur van een jonge man, de vriend van de jonge vrouw. Personages: Een jonge vrouw Een jonge man   Jonge Vrouw: Vanaf Brussels Airport kun je voor een paar tientallen euro met Ryanair een vlucht nemen naar Prestwick in Schotland. Twee uur vliegen, niet veel meer. In het treinstation van Prestwick, neem je de intercity naar de kustplaats Ardrossan aan de Ierse Zee. Daar ligt een ferry klaar die je in 55 minuten naar het eiland Arran kan varen. Als je ’s ochtends je spulletjes pakt, kun je ’s avonds, als je geluk hebt met het weer, de zon zien ondergaan aan de westkust van Arran. Ik heb de trip wel vaker gemaakt. De eerste keer met mijn vader, toen ik veertien was. Toen we in Arran aankwamen, huurden we een mountainbike en reden naar een verre boerderij. We lieten onze fiets achter en namen het voetpad naar de top van de nabije heuvel. Op de top, in het bos, lag een meertje. We maakten een vuur, dronken thee uit de thermos en aten de bruine boterhammen met ei die we van thuis hadden meegenomen. We bleven zitten tot het nacht werd en de maan triomfantelijk boven de dennentoppen schoof en het zwart van het water tot leven deed komen in een rustige deining, in een 8


vreedzaam licht. Ik vroeg mijn vader of ik iets mocht vragen. Natuurlijk mocht dat. Hij moet gedacht hebben dat ik iets over jongens en mannen wou weten. Hij moet gedacht hebben dat ik 14 was en nieuwsgierig naar de dingen des levens. Dat ik misschien voor meisjes en vrouwen … hij maakte zich klaar voor een verstandig en bemoedigend woord. Hij vergiste zich. Ik vroeg hoe het sprookje van Klein Duimpje nu ook weer eindigde. Er was een jongetje dat steentjes liet vallen om de weg terug naar huis te kunnen vinden en dan, toen er geen steentjes meer waren, kruimeltjes brood die opgepikt werden door vogels, zodat het jongetje alsnog zijn weg verloor. Maar wat gebeurde er vervolgens? Mijn vader wist het ook niet meer. Hoewel hij het sprookje toch vaak moet hebben voorgelezen. Op de rand van mijn bed. Ik nam een slok thee, beet in mijn boterham, veegde het snot van mijn neus en staarde opnieuw naar de volle maan, die groots boven de bomen uitrees. Zo dichtbij dat ik dacht dat ik haar met mijn vingers kon betasten, zoals de dikke verflagen van een schilderij. Een uurtje later vroeg ik of hij nog wist wanneer hij voor het eerst met seks in aanraking was gekomen. Mijn vader glimlachte. Zijn dochter was een kind, maar ook bijna een vrouw. Hij probeerde te antwoorden zo goed als hij kon. Hij was veertien. Net zoals jij nu. Het was lente 1969. Op Radio Veronica draaiden ze een nieuw liedje. Maar het klonk nauwelijks als een liedje. Het klonk als … seks. Niet dat hij zich zo veel bij seks kon voorstellen, maar als hij er zich iets bij voorstelde dan was het dit. Een meisje, een jongen. Een Franse tekst, die één ding leek te zeggen: dit is nu seks. Dit is wat gebeurt achter gesloten deuren en gordijnen. Dit is waar niet over gesproken kan worden. Dit is nu wat mensen doen als ze doen wat ze doen. Maar dan vertaald in muziek: een geil orgeltje, zoetzure violen, gezucht, gehijg, gekreun. En een mooi baslijntje. Zingt: 9


‘Po po pom po popo pom’ De baslijn, zei hij. En nogmaals. Zingt: ‘Po po pom po popo pom’ en dan een tweede melodietje, op een sentimenteel orgeltje, zei hij. Zingt: ‘Palala la laaa,lalala la la la la laaa’ en dan de woorden, meer gefluisterd dan gezongen, eerst door een meisje, Jane Birkin genaamd, zingt: ‘Je t’aime je t’aime oh oui je t’aime’, en dan is er een man, Serge Gainsbourg heet die, die een soort antwoord heeft. Zingt: ‘moi non plus’ en dan weer het orgeltje dat overneemt. Het is een rare titel, zei mijn vader. Het meisje zegt: ik hou van je. De man zegt: ik ook niet. Waarmee hij in één klap de geloofwaardigheid van het meisje ondergraaft. Hij wijst de liefdesverklaring af, neemt haar bewering over en draait die op haar kop. Hij suggereert wel dat er toch iets gemeenschappelijks in dit moment is. Aantrekken en afstoten in één beweging. De paradox van de verliefdheid. Ik hou van je, ik ook niet. Maar de melodieën en de violen, de bas, het orgeltje, het hijgen en het kreunen zeggen maar één ding: het seksen gaat als een tierelier. Die twee stemmen, die twee lijven zijn één. Hoempapa. Maar dan traag en geil. Zingt: ‘je vais, je vais et je viens je vais et je viens je vais et je viens’ ik ga en ik kom ik ga en ik kom 10


Nee, hij had het plaatje niet gekocht. Hij had geen pick-up. En het liedje zou thuis zonder enige twijfel niet welkom zijn geweest. Maar elke ochtend van die lente van 1969 bracht hij, als een trouwe apostel, een groet aan Birkin en Gainsbourg. Op weg naar school in de bocht van de Roomstraat die naar de Markt leidde, lag de platenwinkel van Van Overmeire. Hij stak elke ochtend de straat over om naar het singeltje, dat centraal in de vitrine lag, te gaan kijken. Er was een aparte papieren band om de hoes heen getrokken. En op die strook stond in zwarte letters: Je t’aime, moi non plus. Soixante-neuf, l’année érotique. 1969, het jaar van de erotiek. Het werd hem telkens weer vreemd te moede, zei hij, zwaar in zijn buik. Als dit jaar, 1969, hét erotische jaar der jaren was, het enige échte erotische jaar, het niet te overtreffen seksjaar van de hele eeuw, hoe konden de volgende jaren, 1970, 1971, 1972 wanneer hij vijftien, zestien, zeventien zou zijn dan nog evenveel erotiek en extase brengen? Hij dacht te begrijpen waarom 69 een topjaar was dat nooit meer te evenaren zou zijn: de cijfers 6 en de 9 passen perfect in elkaars buik, (de cijfers worden in de lucht geschreven en naar elkaar toe gebracht alsof ze seks hebben) ze schuiven in elkaar, ze horen bij elkaar… en hij vreesde dat het waar was: het kon in de toekomst alleen maar bergaf gaan met het erotische gehalte van de wereld. Het beste zou voorbij zijn nog voor hij volmondig had geproefd… Mijn vader gaf geen afrondend commentaar nadat hij zijn verhaal had verteld. Hij ging ervan uit dat ik hem begreep. En dat was ook wel zo. Zijn eerste grote ontmoeting met de seksfactor was doordrenkt met gemis, melancholie en tekort. Hij vertederde me: ik wist genoeg van zijn leven om te beseffen dat het met dat gevreesde gemis uiteindelijk nog wel mee zou vallen. En ik wist dat mijn veertien jaar, niet zijn veertien jaar waren. Ik was lichter. 11


Die nacht heeft hij me Je t’aime, moi non plus leren zingen. In het licht van de maan, aan een meertje zonder naam. Ik was ontroerd dat ik een dochter was. Hij was blij dat hij een vader was. Toen heb ik gevraagd wat het woord ‘paradox’ betekende. Zoals in ‘De paradox van de verliefdheid’. Zoek het op in Van Dale zei hij. Ik keer af en toe terug naar het meer in Arran. Het liefst bij volle maan. Ik zing er zonder gêne Je t’aime, moi non plus tegen de maan. Het lied ketst op het water als een platte steen. De hijg- en kreunsolo van Birkin is mijn favoriete deel. Ze moet volkomen loos zijn gegaan toen ze de plaat opnam. Ik leerde de snikjes, de uithalen en de ’oh’ uit het hoofd zoals een gitarist een solo van Jimi Hendrix uit het hoofd leert. Niet zozeer omdat ik ze zelf bij het seksen in wil zetten. Dat zou diefstal zijn. Plagiaat. Porno. Maar om de pure lichamelijkheid ervan. De verborgen rijkdom van je lichaam. Een goudmijn van trillingen. (Maan wordt grijs) Doet: Hijg- en kreunsolo Zingt: ‘tu vas et tu viens entre mes reins et je te rejoins Je vais je vais et je viens, entre tes reins, tu vas et tu viens entre mes reins …’ Doet: hijg- en kreunsolo (de jonge vrouw ziet iemand in de verte toekijken en verstijft) (ongeloof) Iemand staat naar mij te kijken, daar tussen de bomen oh mijn god, die heeft mij beziggehoord, het kan niet waar zijn. Ik word doodsbang. Er is niemand die me kan helpen, de dichtste boerderij is een uur weg, schreeuwen zou niet helpen, en ik heb niet eens een mes en de batterij van mijn … Sorry, schrik niet, goed volk zegt de figuur die op een veilige 12


afstand is blijven staan. Het is een vrouw. Mag ik je storen? Ja, zeg ik weifelend… Ze komt langzaam dichterbij. Nog nooit had iemand mij betrapt, nog nooit was ik hier iemand tegengekomen. Ik zie dat het een klein vrouwtje is: tenger, beetje gebogen, volkomen ongevaarlijk, ze moet bijna zeventig zijn. De maan licht haar vermoeide glimlach op. Ze komt dichterbij met mijn toestemming, kijkt me in de ogen, steekt haar handen uit. Ik neem ze aan, ze voelen droog en warm, heel erg breekbaar en klein. En op een vreemde manier zo vertrouwd als die van mijn vader toen ik als kind op zijn schoot zat en hij mijn handjes liet verdwijnen in die van hem. -Ik hoorde je … zingen -Sorry -Nee helemaal niet -Gênant -Ik vond het ontroerend -Het is uit een Frans liedje uit de jaren zestig -Dat weet ik -Je moet denken dat ik gek ben -Ik ben verbaasd dat zo’n jong iemand het nog kent -Het komt door mijn vader -Vond hij het mooi? -Hij werd er door verpletterd -Hij niet alleen -Hij heeft het me leren kennen, hier op de berg - Ik ben Jane Birkin (ongeloof, twijfel, gêne, herkenning) - Jane Birkin? Van het liedje? Met Serge Gainsbourg? Ze vroeg of ze bij het vuur mocht komen zitten. We dronken thee. Een uil scheerde over het water. De wind was warmer dan je van een wind op de top van een nachtelijke Schotse heuvel mocht verwachten. Ik kom hier elk jaar, legde ze uit, om vergiffenis te vragen, bij volle maan in juni. 13


Ze vroeg of ik wou luisteren naar haar verhaal. Natuurlijk. Mijn verhaal is wreed, zei ze. Dat is op zich niet uitzonderlijk. Er zijn veel wrede liefdesverhalen. Omdat de liefdes te kort zijn, of te lang. Te intiem of, vaak, niet intiem genoeg. Met te veel zorg omzwachteld of net volkomen zorgeloos. Liefdesverhalen met uitzonderlijk veel geweld of, erger, helemaal zonder. Mijn verhaal is wreed omdat ik de grootste zonde heb begaan die een mens kan begaan: liefde voorwenden om liefde te winnen. Jane sprak zacht en traag. Ze zocht de juiste woorden, niet de flow van de vage gedachte. Woorden die onthouden en doorverteld worden, zodat ze kunnen blijven leven en met hen de passies waaruit ze zijn ontstaan. Jane wou spreken. Ik mocht de huiverende luisteraar zijn. (maan wordt langzaam met psychedelische kleuren gevuld) In juni 1965 werd ik aangenomen op een van de duurste theaterscholen van Londen. Ik was nog een tiener, had geen duidelijk plan en een auditie voor de toneelschool lijkt dan al gauw een soort oplossing. Men moet enig talent in mij hebben vermoed, maar dat vond ik zelf eigenlijk een ridicule gedachte. Ik zag er te gewoontjes uit om een actrice te worden, vond ik. Weinig opvallende ogen, weinig tieten, weinig kont, weinig gracieus. Weinig verbeelding. Weinig durf. Ik had wel een groot reservoir aan woede in mij. Oneindig diep en ijzig koud. Waar die vandaan kwam weet ik niet. Het was de brandstof waar ik op dreef. Achter mijn glimlach, die men charmant vond, zat een moordmachine. Er zat een joodse jongen in mijn klas, Max, die met een of andere beurs uit Frankrijk was overgewaaid. Ook wel dankzij zijn grappige accent was hij de lieveling van iedereen. Hij stak niet onder stoelen of banken dat hij bij mij wilde zijn. Wat hem op slag oninteressant maakte voor mij. Hij gloeide op als ik in de buurt was. Ik niet. Hij was intelligent en interessant en ook nog grappig en groot en dus was het verstandig om hem aan de lijn te houden. Zeker 14


omdat ik zo een aantal vriendinnen die op hem geilden in mijn greep kon houden. Cock-teasing is een vet spel, zeker als de ontlading voor eeuwig en een dag wordt uitgesteld. Maar cuntteasing is zo mogelijk nog prettiger. Zeker als ik macht heb over de lul. Dat was hoe ik dacht in die dagen. Ik toonde Max met een ziek genot, dat ik niet bepaald leefde als een maagd. Minachting is het krachtigste afrodisiacum dat op de markt is. Ik vrat jongens, meisjes, leraren, conciĂŤrges en een heel stel basgitaristen en drummers, die, dat is bekend, ritmisch zeer onderlegd zijn. Ik schiep er een zoutzuur genoegen in Max op te zadelen met de details van mijn gedoe. Hij luisterde en zei dat er een dag zou komen dat ik genoeg zou krijgen van de stoerdoenerij en warmte, genot en intimiteit zou zoeken. Bij mij. Ik was een ogenblik overdonderd door zijn moed. Bij mij, zei hij, bij mij. Dream on, zei ik. Dream on. Eerder lig ik in bed met Brigitte Bardot, dan dat ik aan je voeten lig. Van Brigitte Bardot had ik een poster hangen op mijn kamer: zij was dĂŠ Franse filmster in een tijd dat Franse filmsterren er nog toe deden. Zij had alles wat ik niet had. Volle, tuitende tieten, een teringdunne taille en ziekmakende kastanjebruine ogen waarin je kunt vallen als in een ravijn en je nek breken. Ze had een gemakkelijk geloof in haar eigen vrouwelijke overwicht. Zij was te perfect om jaloers op te zijn. Ik had een arm gegeven om ook maar even in haar buurt te zijn. Om te zien hoe zij met mannen speelt. Max keek me aan, zonder uitdrukking, en ging weg. Ik nam een paar pillen en ging dansen. Ik denk dat ik de ramp voorvoelde. Onze klas ging op schoolreis naar Parijs op 16, 17 en 18 december 1966. Max vroeg op de ochtend van 17 december, toen we het Louvre binnenwandelden, heel gewoontjes alsof hij me een sigaret aanbood, of ik zin had om Brigitte Bardot te zien die avond. -Doe niet zo flauw -Take it or leave it. Ik zal je Bardot laten zien, zo dichtbij dat je 15


haar aan kunt raken -In een film -In het echt Voor het eerst had hij mij midscheeps geraakt. Ik voelde me misselijk. Ik begreep dat als ik ja zou zeggen onze relatie zou veranderen. Ik wist niet hoe. De controle slipte door mijn vingers. -Als je dat voor elkaar krijgt, word ik verliefd op je. Als je flauwekul verkoopt, ga ik met je naar bed als een slet. -Deal! -Deal Er volgde een lange stilte. Een uil vloog laag over het water. Een kleine golf sloeg kapot voor onze voeten. Ik dronk een slok thee, Jane rolde een joint. Sommige goede gewoonten leer je nooit af, zei ze. Ze had een grove korrel in haar stem. Ik zou gezworen hebben dat ze tranen in haar ogen had, maar ik durfde niet te kijken. Ik haalde de deken uit mijn rugzak en we sloegen het om ons beiden heen. Ze beefde licht, ze voelde koud aan, maar ze was niet van plan te stoppen nu. Max nam me die avond mee naar een opnamestudio die Barclay heette, in de Avenue Hoche, in het 8e arrondissement. We werden zomaar binnengelaten. Max was een bekende daar, dat was wel duidelijk. We konden vanuit de techniekruimte door het venster kijken naar Brigitte en naar een man die ik toen voor het eerste zag. Een kleine, lelijke, pokdalige man. Zo’n veertig jaar oud: Serge Gainsbourg. Ze waren een plaat aan het opnemen: Je t’aime, moi non plus. Hij had het nummer geschreven. Voor haar. Jane zuchtte. Niet de zucht die in haar versie van het lied de wereld zou veroveren. Het was de zucht, vergeef me het plechtstatige woord, van het noodlot. Het besef dat ze toen en daar de controle over haar leven had verloren. Voor altijd, zoals zou blijken. Als je jong bent, zoals jij, ben je bereid enorme risico’s te ne16


men, zei Jane. Om een grotere hap te pakken dan je ooit zult kunnen doorslikken. Moet je dan voorzichtig zijn en op je tellen passen, als je jong bent, zoals ik? vroeg ik. En met kleine hapjes eten? De golven van de dingen zijn koud en zonder zin of mededogen. Zij breken als ze willen, niet als het ons van pas komt. Ik begreep niet wat ze zei, maar het klonk donker, hopeloos en waar. Ik viel als een blok voor Serge. Ik zwoer dat hij van mij zou zijn. -Voilà Brigitte Bardot, zei Max met een euforie in zijn stem en een blos op zijn wangen. Ik had hem nog nooit zo kwetsbaar gezien. -Zo dicht dat je haar aan kunt raken! Ik win! Max had zijn deel van de weddenschap volbracht. Hoe kon ik weten dat Gainsbourg en hij volle neven waren, copains voor het leven. Max was de mooie jongen die Serge nooit was geweest. Serge was het genie waar Max alles van kon leren. Hoe kon ik weten dat Serge zo wreed was dat hij een lied zou schrijven voor Brigitte om haar te vernietigen. Het zou een mokerslag zijn in het gezicht van haar rijke, rancuneuze echtgenoot, een Duitser die Gunther Sachs heette. Het was zijn manier om te schijten op de rijken en de Duitse nazi parvenu’s. Het was zijn manier om om te gaan met mooie vrouwen. Schoonheid gebruiken als een voorhamer om schoonheid te vernietigen. Bardot en Gainsbourg raakten elkaars hand aan bij de opname. Haar tepels stonden stijf. Zij sidderde niet alleen van begeerte maar ook uit doodsangst. Gunther zou haar doodslaan wanneer de plaat uitkwam, dat wist iedereen die die nacht in Studio Barclay was. We waren deel van een ritueel: Brigitte was het offer en Serge was de priester die haar kloppend hart uit haar borst sneed. Zij zong niet, zij kermde. Hij zong niet, hij was een marmeren beul: koel hard glad. Zingt: ‘Je suis la vague, tu l’île nue L’amour physique est sans issue’ 17


(het orgelmelodietje) De maanden die volgden op 17/12/66 waren een nachtmerrie. Ik moest en zou verliefd worden op Max. Om de volkomen foute reden. Ik zou verliefd worden op Max om in de buurt van Serge te kunnen komen. En god weet dat ik mijn best heb gedaan. Als een toegewijd muildier, als een deemoedige, hitsige... Ik schreef Max lieve briefjes. En Serge was geen seconde uit mijn hoofd. We speelden samen scênes uit Romeo en Julia. En Serge was geen seconde uit mijn hoofd. Ik raakte hem aan waar niemand bij was. Ik raakte hem aan waar iedereen bij was. En Serge was geen seconde uit mijn hoofd. We gingen op vakantie naar Arran, vonden dit meertje zonder naam, beschenen door een grotesk grote maan. En Serge was geen seconde uit mijn hoofd. Ik bezwoer Max opnieuw en opnieuw dat ik verliefd op hem was. Hij geloofde me niet. Of toch niet helemaal. Maar hij liet zich overtuigen door zijn eigen argeloosheid. Door zijn eigen warmte. Door zijn eigen liefde voor mij. Hij was een excellente minnaar. Hij liet me alle hoeken van alle kamers zien in alle steden, alle auto’s, alle treinen van de wereld. Liggend, kruipend, staand, met en zonder kleren, ondersteboven, kwijlend, geilend, blaffend, teder, hard... hij was een excellente minnaar. XXL. Een waar genot. Hij hield van mij. Ik genoot van hem. En Serge was geen seconde uit mijn hoofd. Serge en Brigitte kwamen af en toe terloops ter sprake. Nee, het plaatje was nooit uitgekomen. Brigitte had op het allerlaatste nippertje haar veto gesteld. En nee, leerde ik maanden later, ze waren niet meer samen. Hij wist ook niet waarom. En inderdaad Serge was af en toe in Londen en ze zagen elkaar als neven en vrienden. Ik was me elk moment bewust van het verraad aan Max, mijn prachtige joodse minnaar. Zo brachten wij de lente door, en de vroege zomer van 1967. Ik begon van Max te houden terwijl ik jankend om een shot 18


van Serge riep. Op mijn manier heb ik me aan de weddenschap gehouden. Op 15 juni 1967, ging ik in de fout. Ik zei tegen Max, hier op deze plek, bij het licht van een hallucinerende maan, dat ik Serge wou ontmoeten. Hij begreep… aan de toon van mijn stem, aan de wanhopige adem, aan de kramp van mijn lijf, aan de bittere tranen… hij begreep, en dacht aan alle dagen, alle nachten sinds de opnames van Je t’aime, moi non plus… hij streek me door mijn haar en sloeg me vol in het gezicht. En hij sloeg nog… en nog… en nog. (stilte) Natuurlijk had ik toen met hem moeten breken. Maar ik slikte mijn bloed in en liet de levenslijn naar Serge open. Toen gebruikte hij me als een dweil. Vuil, smerig, stinkend, nat, naar. -Hij heeft je verkracht -Vaak -Hoe kon je dat aanvaarden -Ik had de liefde verkracht. (stilte) Na 2 weken was zijn woede uitgeraasd. (stilte) -Hoe zat het met jouw woede? De motor van je leven? -De moordmachine stierf op het moment dat ik Serge zag. Ik werd een wandelende open wonde. Ik overleefde alleen omdat Max goed was en zijn liefde als een beschermende film over me heen legde. -Is dat wat liefde doet met mensen? -Dat is wat Serge deed met mij -Je had hem nog nooit gesproken -Nee. (stilte) -Ik was radeloos. Ik sliep niet, leefde op speed en succes in filmrollen die me zo maar in de schoot werden geworpen. De 19


woorden Serge en Max zag ik bloedrood groeien uit de muren waar ik kotsend tegen aanliep. Het woord ‘schuld’ was in mijn tieten gebrand. (stilte) Max heeft mijn leven gered. Hij opende de weg naar Serge. Beetje bij beetje. Concert, afterparty, wandeling in het park… Hij deed wat goed voor me was. Hij gaf me langzaam weg aan zijn copain. Die maanden vormden we een prachtig trio. Het klikte, close harmony, als in een liedje van The Beatles. Het waren de gelukkigste maanden van mijn leven. Serge was blij met onze vriendschap. Hij was niet verliefd op me. Misschien was Max de enige waar hij ooit verliefd op is geweest. Ik kon eindelijk van hem afkicken, nu ik in zijn nabijheid was, zonder dat ik hem ooit had geproefd. Er zou niets meer misgaan. Ik zou genezen van hem zonder dat hij wist dat ik door hem de liefde had verraden. Ik geraakte langzaam op mijn positieven. Toen sloeg de bliksem in. Serge vroeg me om Je t’aime, moi non plus opnieuw op te nemen. Hij wist dat hij een miljoenenhit gemist had. Het was december ‘67. Er werd een nieuwe backtrack opgenomen. De bas naar voren, de ritmegitaar messcherp, de violen naar achteren gemixt. Ik zong een octaaf hoger dan Brigitte. Wat de overgave stuitend onvoorwaardelijk maakt. Serge zong onverschillig. Hij was hard, vergeef me mijn gezwollen woorden, als een stalen erectie in een zacht fluwelen doek gehuld. Precies wat nodig was voor je t’aime moi non plus. We werden een stel. De jacht had een jaar geduurd. Ik was vervuld van schuld en schaamte en een diepe kinderlijke liefde, die ik nog nooit had gevoeld en die me volwassen maakte. (het lijkt alsof ze samen zingen) Zingt: ‘Tu vas tu vas et tu viens et je te rejoins’ Ik viel weg in onze liefde 20


‘L’amour physique est sans issue’ Ik verdween in het dubbele beest van lust ‘L’amour physique est sans issue Non Max non viens’. (stilte) -Ik kreun Max op het einde van het lied. Niet Serge, Max. Voor de tweede keer had ik mijn lief verraden. Eerst Max, nu Serge. Zo voelde het voor mij. Serge vond het grappig. Hij liet het op de mastertape staan. To the point voor het liedje, zei hij. Ik ook niet van jou… Maar van Max. Serge had een wreed soort humor. (stilte) -Was Max bij de opname? -Hij stond achter het raam -Wat vond hij er van? -Hij was weg voor ik het kon vragen -En achteraf, was hij niet een beetje gevleid? Zijn naam voor eeuwig in een wereldhit gebeiteld -Hij was dood voor de plaat uitkwam -Dood? -Hij liet een briefje achter: dat hij vertrok naar Arran, naar het meer zonder naam. Please forgive me. Hier, op deze plek, is hij gevonden Serge ging volkomen door het lint. Serge hield van hem. (stilte) -Serge en ik kregen een kind samen. Een dochter. Het was op zijn manier een goed huwelijk. We bleven vier jaar samen. Brigitte en ik speelden samen nog een stomende vrijscène in een film in 1973. Don Juan. In 1986 kwam haar versie van Je t’aime alsnog uit. Het werd een flop. De sixties waren passé. Mijn versie werd mijn levensverzekering en mijn kerker. -Hoe is dat … kinderen? (verbaasd) 21


-Waarom vraag je dat? -Zo maar -Kinderen? Dat is als diamanten -Hoezo? -They are forever Jane stond op. Ze zag er uitgewrongen uit en vroeg of ik haar naar het dal wou vergezellen. Daar wachtte haar man. Vergiffenis is niet van deze wereld, zei ze. (uit de achtergrond komt de jonge man, met een pick-up in de handen, naar voren: het singletje Je t’aime, moi non plus wordt erop gedraaid, het is integraal te horen. De tekst is in het Frans en het Nederlands te lezen in de cirkel van de maan die geel is geworden.) Je t’aime ik hou van je Moi non plus ik ook niet Oh mon amour oh mijn lief Comme la vague irrésolu zoals de ongebroken golf Je vais je vais et je viens ga ik ga ik en kom ik Entre tes reins tussen je lendenen Et je me retiens en ik hou me in Je t’aime je t’aime Oui je t’aime ik hou van je ik hou van je ja ik hou van je Oh mon amour oh mijn lief Tu es la vague jij bent de golf Moi l’île nue ik het naakte eiland Tu vas tu vas et tu viens jij gaat jij gaat en je komt Entre mes reins tussen mijn lendenen Et je te rejoins en ik voeg me bij jou L’amour physique est sans issue de fysieke liefde heeft geen eindpunt Non Max non viens nee Max nee kom De jonge man zet de platenspeler op de grond. De twee acteurs kijken ernaar) 22


(werklicht) (fade out van de maan) Epiloog De jonge man/de jonge vrouw -Op deze plek werd hij gevonden? -Op deze plek -Hoe? -Hij was het water ingewandeld, vol met pillen -Luguber -Ja -Romantisch ook -De wrede kant ervan -Hij moet wel heel erg van haar hebben gehouden -Vind je? -Hij stierf liever dan in haar weg te staan -Hij had voor haar kunnen vechten -Misschien kon hij niet op tegen Serge -Misschien was hij verliefd op hem; iedereen scheen verliefd te worden op Serge Gainsbourg. -Wat zou hij gedacht hebben toen ze Max zong? -Ik zou denken dat ze knettergek werd. -Hij was ongetwijfeld bang. Zo bang dat hij liever dood was… Ik ben blij dat je me hebt uitgenodigd om mee te komen … voor het eerst. -Wat denk je. -Perfecte plek. Ik vind een meer met een maan beter dan een meer met sterren. In de sterrenkosmos verdwijn je. De maan is behapbaar; menselijk; mannetje maan; hi… -Ik ben blij dat je mee wou komen . (stilte) -Vergeleken met de jane birkins van deze wereld is ons leven wel saai. 23


-Te saai? -Een beetje meer peper zou toch wel kunnen. -Helemaal waar. -Maar de bottomline is dat ik huisje tuintje boompje wil; in vette letters. -En kinderen? -Waarom vroeg je dat eigenlijk aan haar? -Het gekke is dat ik Je t’aime, moi non plus altijd verbonden had met onschuld en met een kinderlijke arrogantie. Geen dubbele bodems: pal erop. Woorden als: dartel, pittig, vrolijk, leuk!!! Mijn vader en ik lachten ons een kriek toen we dat liedje instudeerden. Dat zuchten samen; dat kreunen. We waren zo gretig, zo onnozel, zo blij!! (parodie op het zuchten; samen) Marc Dutroux heeft veel kapot gemaakt. -De paters en de nonnen ook. -De porno-industrie. -En god de vader niet vergeten. -Hoezo? -Zijn eigen kind in een sm-act laten sterven … je moet het durven. (stilte) -Ik zou de tekst willen veranderen. Ik wou dat het Je t’aime, moi aussi was. -Aan een Gainsbourg kun je niks veranderen. -Jawel… we gaan onszelf overtreffen, we doen het hier en nu: je t’aime… (samen) -moi aussi!!!! (stilte) -Ik ben zwanger. -Herhaal: -Ik ben zwanger … -(zijn handen bibberen en beven) jezus christus fucking hell, oh 24


my god, dit voelt goed, dit voelt fantastisch, shit, dit voelt … dit voelt…. Dit voelt…. Moeder Maria bid voor ons arme zondaars hier en nu en tot in de eeuwen der eeuwen. -Ik ben zwanger!!!! -Moi aussi!!! (stilte) -Ik heb iets meegebracht voor ons. (de jonge vrouw haalt een doosje uit haar zak waarin je een huwelijksring vermoedt; hij opent het; er zit een fopspeentje in; hij neemt het eruit; ze zoenen) (stilte) -Als we nu vertrekken kunnen we de eerste ferry nemen en ontbijten in Ardrossan -Scrambled eggs -Sausages -Toast met coffee -Marmelade -En vanavond zijn we thuis -Laten we gaan -Zullen we de kinderkamer verven of behangen? -Beige behang, dat is rustig om te slapen -We kunnen morgen misschien naar Ikea -Laten we dat doen (ze staan hand in hand, het speentje zit in hun greep verborgen, ze kijken ernstig. Beter, ze glimlachen. Nog beter, ze wenen.) ***

25


NA DE LENTE Een Coming of Age-komedie Paul De Bruyne 2015 MET: Mattie: 28, actrice zonder werk Dana: 29, succesvol model Frank: 31, ondernemer Frietjongen: dakloze Dirty Man Haatprediker

26


SCÊNE 1: OUDE VRIENDINNEN (Dana, Mattie) (na het wekelijks partijtje tennis bij een cola zero of aan de wagens op de parking) (casual, licht) Dana: Je had geluk dat die bal op de netband stuiterde … Mattie: Waardoor jij helemaal uit balans was… Dana: En jij af kon maken. Game, set, match. Mattie: Goeie spelers dwingen geluk af Dana: Ik word beter hé? Mattie: Maar winnen is nog heel iets anders Dana: Er komt een dag… Mattie: Dream on… Dana: 27


Volgende week kan ik trouwens niet, ik heb een fotoshoot in Kaapstad. Mattie: Kaapstad? Dana: Iets voor een schoenenbedrijf Mattie: Wat zoeken die in Kaapstad? Dana: Om te tonen dat wij schoenen hebben en de zwartjes niet? Maar de week nadien zou ik kunnen op maandagochtend. Ben jij dan vrij? Mattie: Natuurlijk ben ik vrij Dana: Fijn (pauze, eigenlijk is het helemaal niet fijn dat Mattie vrij is, ze zou liever aan het werk zijn) Dana: Hoe is met Frank? Mattie: Hij duwt me in de hoek Dana: Erg? 28


Mattie: Ik kan het aan Dana: Kom uithuilen als het nodig is Mattie: Het is niet nodig Dana: Heb jij die rol nu gekregen in dat stuk van Strindberg? Mattie: Ibsen Dana: Hoe heet het ook al weer? Mattie: Nora of Het Poppenhuis‌ nee Dana: Spijtig. In welk stuk heb je het laatst gestaan? Mattie: Iets onbetekenends Dana: HÊ, zeg nu in welk stuk Mattie: Was dan komen kijken Dana: 29


Je weet dat ik toen in Milaan zat, en het speelde maar een paar keer Mattie: Soms denk ik dat ik ook maar model moet worden Dana: Daar is je hoofd helemaal niet voor gemaakt (wat een grappig cynische opmerking is, want Mattie is duidelijk de mooiere van de twee) Mattie: Ik kan mijn hoofd laten veranderen Dana: Van binnen bedoel ik. Jij denkt te veel na. Als je met hersens geboren bent raak je er nooit meer van af Mattie: Ik begrijp nog steeds niet dat jij er in geslaagd bent model te worden Dana: Puur geluk. Net dat castingmannetje tegen het lijf gelopen dat uitgekeken was op giraffes met anorexia Mattie: Heb je ermee geslapen? Dana: Dat ben ik al vergeten (stilte, Mattie geeft zich bloot) 30


Mattie: Ik zit in de puree Dana, niets lukt, ik kan niets, ik heb niets Dana: Het komt goed Mattie: Het komt niet goed Dana: Jij wordt eens een beroemde actrice Mattie, je kunt het echt, je hebt me zo vaak kippenvel bezorgd op school… zullen we er samen een paar dagen op uittrekken… Mattie: Daar heb je geen tijd voor (dat is waar) Dana: Stap een week in mijn agenda: dan kunnen we ’s avonds, ’s nachts, heel vroeg in de ochtend… Mattie: Laat maar, het komt wel goed Dana: Zo ken ik jou. Tot binnen tien dagen. Niet vergeten. Niet woensdag, maandag! Mattie: Ik ben niet debiel Dana: 31


Maar je houdt je agenda slecht bij Mattie: Omdat er niets in staat Dana: Kop op Mattie/Dana: Oude vriendinnen * SCENE 2: BREUK (Mattie, Frank) (donker, dramatisch, gevaarlijk) Mattie: Het komt in orde Frank, geef me nog een jaar, het komt in orde! Ik zweer het, ik voel het Dana: Laten we een eenvoudige rekensom maken Jij woont hier nu drie jaar Hoeveel geld heb jij ingebracht? Jij hebt Ophelia gespeeld in die werkplaatsproductie. Je verdiende er geen bal mee, behalve reiskosten en sĂŠjour. Die heb je opgedronken. Je hebt tientallen audities gedaan. Van Venlo tot Amsterdam. Daar is niets uitgekomen. Kostte alleen maar 32


geld. Ik ga je grote succes zeker niet vergeten. Je speelde Carmen, 25 keer, voor 100 euro per voorstelling. Hard geld. 25 voorstellingen maal 100 is 2500 euro. En wat was er voor de rest? Niks meer. Drie jaar. 2500 euro. Tot zover de inkomsten. Ik heb het niet over de uitkeringen of de cadeautjes van je oudjes. Daar kots ik op. Een acteur is een ondernemer, godverdomme. Een acteur verdient zijn eigen geld. Mattie: Ik voer gesprekken. Beloftevolle gesprekken Frank: Hoe beloftevol Mattie: Erg beloftevol Frank: Hoe erg beloftevol Mattie: Pushen helpt niet Frank Frank: Vorig jaar – op de dag, op het uur - spraken we af dat je nog een jaar kreeg om een Actrice met een hoofdletter te worden. Actrice met een hoofdletter! Jouw woorden. Ik zou er een jaar lang niet meer over beginnen. Ik heb mijn kaken op elkaar geklemd. Een heel jaar lang. Ik heb er nog tandpijn van. Waar sta je nu? Mattie: Ik voer gesprekken 33


Frank: Nergens!! Mattie: Je weet dat de markt voor actrices voller is dan die voor condooms Frank: Hou mijn zaken erbuiten!! Nu de uitgaven Huis, kleren, auto, drie vakanties per jaar, cursus tv-acting, cursus schermen, cursus paardrijden, cursus werken onder stress, cursus stressbestrijding, cursus stressbeheersing, cursus herstellen van een depressie na een knockdown door de stress van cursussen over stress, psychiater, uppers, downers… alles samen, ik doe een gooi, 15.000 euro per jaar Mattie: Frank oké; laten we de zaak helemaal opnieuw doorspreken Frank: Nee nee nee zeg niets, de rekening is nog niet klaar. Ik denk er nu pas aan. Ik moet wel degelijk andere inkomsten in rekening brengen. Ik geef je credits voor laten we zeggen 100 neukbeurten per jaar. Ik tel alleen degene die ik zelf geïmplementeerd heb. De andere zou jij moeten betalen. Maar passons. Ik ben gul vandaag Mattie: Kappen Frank Frank: Hoeveel zijn die neukbeurten waard denk je? 34


Mattie: Kappen!! Frank: Je hoopt toch niet dat ze de uitgaven dekken? Dan zou elke beurt 15.000 min de 833,33 van Carmen – ik sla de 2500 euro even om per jaar - gedeeld door 100, dan zou elke beurt 141,66 euro waard zijn. Ik weet niet wat je er zelf van vindt, maar zo’n briljante hoer ben je bijlange na niet geweest. Als ik een cijfer moet geven: dan een tientje per keer. Dat komt op 1000 euro per jaar, extra inkomsten. Die inkomsten zet ik in de balans. Carmen erbij geteld zit ik dus met een put van 15.000 min 1000 min 833,33 is 13.166,67 euro. Per jaar!! Mattie: Interesten niet meegerekend Frank: Conclusie: slechte transactie Mattie: Conclusie: foute investering Eigen schuld dikke bult Franky Boy Je gebruikt het woord ‘implementeren’ trouwens helemaal verkeerd Frank: Wat? Mattie: Neukbeurten implementeer je niet Het woord implementeren verbinden we met informatiesystemen, apparatuur, procedures. Je moet je taal verzorgen Frank!

35


Frank: Ik verdien tenminste. Geld. Echt Geld! Mattie: Er zijn te veel actrices‌ slagen kost tijd Frank: Ik kan niet tegen verlies Mattie: Geef me nog 6 maanden Frank: Njet Mattie: 3 maanden Frank: Njet Mattie: Geef me nog een fucking week asshole!!! (Frank zingt de Habanera uit Carmen terwijl hij reverence buigend weggaat)

***

36


BIOGRAFIE Paul De Bruyne (1955) is docent regie aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten en docent cultuurwetenschappen aan de Universiteit Maastricht. Hij schreef Eenvoudige Verlangens (Globe), Graan! (naar Frank Westerman. Grand Theater Groningen), Modes (naar Gombrowicz. Grand Theater Groningen), Oud Zeer (Dans Compagnie Limburg), Boet de dromenvanger (Aardpaard). Voor studenten van de Academie voor Theater, Fontys, schreef hij Teatime in Paradise, Rokersbeen, Doe de Frank Sinatra, Dirty Weekend (naar Helen Zahavi), De voetbalcoach, Je t’aime, moi non plus en Na de Lente. Zijn columns en korte verhalen verschenen in De Morgen, Knack en op Radio I (BelgiÍ). Paul De Bruyne publiceerde essays over theater, opera, kunst en politiek. ***

37


COLOFON

Je t’aime en andere brokstukken Teksten en inleiding: Paul De Bruyne. Oplage 600 ex. Redactie en productie: Huib Fens, Mariëlle Hulshoff Druk: Reijnen Media, Amstelveen Copyright © 2016 Fontys Hogescholen en de auteur Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De reeks FHK-Meesters is een uitgave van Fontys Hogeschool voor de Kunsten. Tilburg, maart 2016

38


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.