Juist magazine, editie 12

Page 1

FLANDERIJN OVER MARKT EN MAATSCHAPPIJ

12

VOORJAAR 2015

Het belang van zelfredzaamheid Dilemma’s van Generatie Z

Uitzicht op een schuldenvrij leven

De samenleving is te complex geworden


02 | INHOUD

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Inhoudsopgave

10 Dilemma’s van Generatie Z 03 Voorwoord

Gewend aan een wereld van overvloed.

Door Tom van Eck

04 Column: Pamper ze niet met euro’s Door Erika Verdegaal

Drie klanten over zelfredzaamheid.

15 Schuldhulp­ verlening: uitzicht op een schuldenvrij leven

Schuldhulptraject is voor alle partijen de beste oplossing.

05 Feiten 06 De Flanderijn Foundation Van werkloos naar weerbaar.

21 Flanderijn denkt mee over oplossingen én preventie

18 De samenleving is te complex geworden Eef van Opdorp geeft haar visie.

24 Goed recht

Beslagregister dit jaar operationeel.

25 Jongeren en schulden 26 Waar kunst en deurwaarder elkaar ontmoeten

Meine Jansma over kunst, (ex-)ondernemers in de schuldsanering en zelfredzaamheid.


03 | VOORWOORD

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Zelfredzaamheid

28 Bij Flanderijn en Boers in Maastricht

30 Flanderijn trainingen

Colofon JUIST is een uitgave van incasso- en gerechtsdeurwaardersorganisatie Flanderijn Oplage: 15.000 Eindredactie: Michel van Leeuwen Redactie & vormgeving: 0to9 Cross Creative Agency Fotografie: Patrick Nagtegaal Drukwerk: Opmeer Drukkerij bv Reacties kunt u sturen naar: juist@flanderijn.nl

088 209 24 44 rotterdam@flanderijn.nl www.flanderijn.nl

Flanderijn is een bedrijf dat midden in de samenleving staat en daar ook deel van wil uitmaken. Trots stellen we u in dit magazine de Flanderijn Foundation voor, onze stichting die vanuit de waarden van Flanderijn invulling geeft aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Eerste wapenfeit is The Boost, een speciaal programma van coaching en training waarmee we een groep werkloze jongvolwassenen die zijn vastgelopen in hun prille carrière een duwtje in de rug geven op weg naar zelf­ redzaamheid. Max Vaes, voorzitter van de foundation, licht verderop in dit blad alvast een tipje van de sluier op. In het rondetafelgesprek in deze editie belichten we de achterliggende oorzaken van de problemen waarin jongeren tussen pakweg 20 en 30 jaar verzeild raken. Schulden hebben kost zoveel energie en stress, dat er eigenlijk geen ruimte meer overblijft om toekomsten oplossingsgericht te denken’’, zegt Nibud-onderzoeker Anna van der Schors. Pamperen door opvoeders is zeker niet effectief, betoogt columnist en publicist Erica Verdegaal in haar column. Niets is leerzamer dan eigen ervaring, stelt zij: ‘Laat jongeren maar financieel survivalen.’

Zelfredzaamheid is natuurlijk niet alleen van groot belang voor jongeren. De van tv bekende budgetcoach Eef van Opdorp komt op voor mensen die hun eigen financiële wirwar niet meer begrijpen. Zij constateert dat de maatschappij vandaag de dag voor veel mensen gewoonweg te complex, gedifferentieerd en gedigitaliseerd is om het zelf te redden. ,,Er hoeft maar íets te gebeuren, en alles loopt in het honderd.” Bij PLANgroep, specialist in schuldhulpverlening en budgetbeheer, waar we voor dit nummer een kijkje namen, merken ze dagelijks dat mensen het lang volhouden om het ene gat met het andere te dichten. De eerste stap over de drempel van de schuldhulpverlening is dan een opluchting: eindelijk licht aan het einde van de tunnel. Ook bij schuldeisers is steeds meer oog voor de situatie van debiteuren, blijkt verderop in deze Juist uit het relaas van drie van onze klanten. Goed ook om nog eens bevestigd te zien dat zij niet voor niets kiezen voor de oplossings­ gerichte methode van Flanderijn. Tenslotte wijs ik u nog op een uiterst creatieve aanpak: kunst voor en door ondernemers die het hoofd niet boven water hebben kunnen houden. Meine Jansma, docent aan de deurwaardersopleiding én kunstenaar, legt uit. Ik wens u veel leesplezier.

TOM VAN ECK directievoorzitter Flanderijn


04 | COLUMN

Pamper ze niet met euro’s Iedere dwaas kan geld verdienen, maar er is een verstandig mens voor nodig om het uit te geven. Deze woorden van de Engelse schrijver en predikant Charles Spurgeon (1834-1892) tonen een vooruitziende blik. Want in deze tijd - ruim een eeuw na zijn dood maken slinkse verkooptechnieken meer dan ooit korte metten met je koopkracht, tenzij je heel sterk in je schoenen staat. Al ruim 700.000 Nederlanders worstelen met onoplosbare schulden. De gevolgen lopen van stress en relatieproblemen tot suïcide en een ton aan maatschappelijke kosten per probleemschuldenaar. Dat moet anders. Te beginnen bij de jeugd. Want de verzorgingsstaat is passé. Jongeren moeten zichzelf zien te redden met hun aankopen, geldzaken, zorg en pensioen, terwijl aanbieders hen 24/7 bespringen als een troep hongerige wolven (in schaapskleren). Als je dan financieel van toeten noch blazen weet, word je er, net als je ouders, ingeluisd met wurgschulden, te dure abonnementen, woekerpolissen en slapend-rijk-constructies waarvan je armer wordt. Onder jong volwassenen begint deze ramp zich al te voltrekken. Volgens treurige uitkomsten van het Nibud heeft maar liefst één op de vijf 18- tot 24-jarigen een betalingsachterstand van minimaal 2.500 euro. Denk maar niet dat de overheid de jeugd gaat redden. Geld is eigen verantwoordelijkheid. Wie geluk heeft, leert van jongs af thuis hoe dat werkt. Maar dat gebeurt nauwelijks. Veel ouders - hoe liefhebbend ook - hebben geen sjoege van geldzaken. Om hun kroost te beschermen tegen de fouten die ze zelf maakten, laten ze hun nazaten niet zelf beslissen over aankopen, bleek uit onderzoek van De Nederlandsche Bank. Zelfs het sparen nemen opvoeders hun spruiten uit handen. Veel (groot)ouders hebben al duizenden euro’s voor elk (klein)kind klaargezet om later te verbrassen. Wat leer je daar nou van? Niets is leerzamer dan eigen ervaring. Vooral als je bij fouten zélf op de blaren zit. Opvoeders moeten daarom stoppen met het pamperen van kinderen en jongeren met euro’s. Laat ze financieel survivalen, een variatie op de heroïsche buitensport. Survivalsporters klimmen en slingeren, ongeacht regen en kou, aan touwen van boom tot boom of over water. Ze rennen door modderpoelen en sloten, zonder te zeuren over een schrammetje of een buil. Bij financieel survivalen mogen kinderen, binnen een strak budget, zelf beslissen wat ze met hun toelage doen. Bied hulp, maar laat ze glimlachend zelf opdraaien voor fouten en tekorten. Kijk, daar word je groot en sterk van. Dat maakt het bedrijven een stuk lastiger om de toekomstige generatie een loer te draaien.

ERICA VERDEGAAL is econoom en publicist. Ze studeerde onder meer economie en twee jaar filosofie in Amsterdam. Erica schrijft over persoonlijke geldzaken voor onder meer NRC Handelsblad, trosradar.nl, maandblad ZIN en de Financiele Consument. Ze publiceerde twaalf boeken.

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

ERICA VERDEGAAL


05 | FEITEN

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Flanderijn invordering Nederlandse gemeenten en regionale samen­werkingsverbanden boeken onnodig veel overheidsvorderingen als oninbaar af. Dat stellen incasso- en gerechtsdeurwaarders­ organisatie Flanderijn en ANG (adviesbureau voor lokale overheden). Zij zijn samen een nieuwe incasso-organisatie gestart die met een op de individuele burger gerichte aanpak betere invorderings­ resultaten wil boeken. Onder de naam Flanderijn Invordering zet het nieuwe samenwerkingsverband de activiteiten voort van het voormalige Flanderijn DI.OV.IN. De afgelopen jaren besteedden steeds meer gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden hun invorderingswerkzaamheden uit. Daarmee is het karakter van het invorderingstraject veranderd. Waar lokale overheden zelf doorgaans kozen voor een persoonlijk traject met aandacht voor individuele omstandigheden van de burger, hanteren ingehuurde incasso-organisaties een bulkincassoaanpak. Dit drukt weliswaar de initiële incassokosten, maar het gaat ten koste van het uiteindelijke invorderingsresultaat, stellen Flanderijn en ANG. Volgens Theo van Vliet, partner bij ANG, maken incassobedrijven die actief zijn in het invorderen van lokale belastingen hun beloften vaak niet waar. “Zij beweren dat tegen geringe kosten een hoog invorderingsresultaat kan worden behaald. In de praktijk valt dat erg tegen. Lokale overheden worden daardoor geconfronteerd met een hoger percentage oninbare vorderingen dan noodzakelijk is. Wij zijn er van overtuigd dat een meer klantgerichte benadering betere resultaten oplevert. Daarom zijn we op zoek gegaan naar een incassopartner die dat waar kan maken. In Flanderijn hebben we die partner gevonden.” MENSENWERK Flanderijn Invordering komt onder leiding te staan van Toon Wagenmakers. Hij heeft een jarenlange ervaring in overheidsincasso. Over de nieuwe aanpak zegt Wagenmakers: “Onze hele werk­ wijze is er op gericht om persoonlijk contact met de schuldenaar te krijgen. Het credo van Flanderijn is dat incasso mensenwerk is. Natuurlijk is automatisering belangrijk, maar dan wel als middel dat leidt tot het doel. En dat doel is betaling van de vordering tegen zo gering mogelijke kosten voor de belastingschuldige.” Het kantoor van Flanderijn Invordering is gevestigd in Venray.

Traineeship van start Op 12 maart 2015 vond de aftrap van het Flanderijn Traineeship plaats. Het traineeship is bedoeld voor ambitieuze en getalenteerde medewerkers van Flanderijn die willen doorgroeien naar een managementfunctie. Door de forse groei van Flanderijn in de afgelopen jaren ontstaan steeds vaker vacatures voor managementfuncties. Het is belangrijk dat deze leidinggevenden beschikken over een uitgebreide kennis over het vakgebied en voldoende managementvaardigheden. De stap vanaf de werkvloer naar zo’n functie bleek vaak groot te zijn. In 2014 zijn de afdelingen P&O en Trainingen daarom begonnen met de ontwikkeling van een speciaal opleidingsprogramma voor toekomstige managers van Flanderijn. Na een uitgebreide selectieprocedure zijn de kandidaten geselecteerd. Olaf Straver, Cheyenne Ponit, Joury Guijtenaere, Linda Lacroix en Ou-Yun Hu gaan als trainees deelnemen aan het (maximaal) drie jaar durende traineeship.

Wél financieel sterke gerechtsdeurwaarders Medio maart verscheen er in diverse media berichtgeving over de schorsing van twee gerechtsdeurwaarders. De gerechtsdeurwaarders uit Haarlem en Purmerend zijn bij de rechter voor schorsing voorgedragen, omdat zij ieder honderdduizenden euro’s van klanten hadden uitgegeven. Vervolgens was te lezen dat een snel stijgend aantal deurwaarders in grote financiële problemen zit. Ed Nijpels, voorzitter van het Garantiefonds Gerechtsdeurwaarders verwerpt dit en zegt; "Het is echt niet zo dat alle gerechtsdeurwaarders in Nederland in financieel zwaar weer zitten. Het feit dat dit boven water komt bewijst ook dat het toezicht zijn werk doet en dat is nu juist de meerwaarde van het zaken doen met een gerechtsdeurwaarder.”

Toon Wagenmakers (Flanderijn invordering)

“Hoewel dit soort berichtgeving de beroepsgroep geen goed doet is het belangrijk dat er bij tekorten wordt ingegrepen. Dat voorkomt ook dat de gelden van opdrachtgevers worden gebruikt om het kantoor draaiende te houden. Incassobureaus daarentegen staan bijvoorbeeld helemaal niet onder wettelijk toezicht, sterker nog, iedereen kan in Nederland een incassobureau beginnen, zonder enige controle”, vervolgt Nijpels.

Meer informatie via www.flanderijninvordering.nl Meer informatie via www.ggdw.nl


06 | DE FLANDERIJN FOUNDATION

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

De Flanderijn Foundation: van werkloos naar weerbaar Flanderijn begint dit jaar met een nieuw maatschappelijk programma. Met The Boost krijgt een groep werkloze jongvolwassenen een zet in de goede richting. Ondertussen worden medewerkers van Flanderijn er zelf ook beter van.

McDonaldhuis, Wielerronde Oostvoorne en teams voor Alpe d’Huzes. Het sponsoren van dergelijke initiatieven past vanzelfsprekend bij het algemene beleid van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Maar, vroeg de directie zich recentelijk af, in hoeverre passen deze goede doelen ook bij Flanderijn?

De directie van Flanderijn gaf altijd al geld aan liefdadigheid. ,,Maar het was een beetje versnipperd”, zegt Max Vaes, oud-directeur van Flanderijn. Diverse clubs en projecten in Nederland konden rekenen op ondersteuning. Zo sponsorde Flanderijn de afgelopen jaren uiteenlopende projecten, evenementen en instanties als het Jeugdsportfonds, Rotterdam Topsport, de Dierenbescherming, het Ronald

De directie besloot daarom tot bundeling en om één focus te kiezen die past bij de waarden die Flanderijn wil uitstralen. Een bedrijf dat midden in de samenleving staat en daar ook deel van wil uitmaken. Het resultaat is de oprichting van een eigen stichting, de Flanderijn Foundation, die zich speciaal gaat inzetten voor het vergroten van de zelfredzaamheid van werkloze jongvolwassenen. Een groep van circa 50 deelnemers

tussen 20 en 30 jaar krijgt dit jaar een belangrijke duw in de rug door deel te nemen aan een speciaal programma met coaching en training: The Boost. Dit programma duurt 12 weken met als centraal punt een meerdaags evenement in oktober van dit jaar. Dit zal plaatsvinden op een bijzondere locatie. Met behulp van verschillende partners krijgen de deelnemers kennis en vaardigheden aangereikt, zodat ze erna beter in staat zijn om zichzelf te presenteren, een baan te vinden, weerbaarder worden – kortom: beter voor zichzelf kunnen zorgen. ,,MVO, maatschappelijk verantwoord onder­ nemen, is een beetje een platgeslagen uitdrukking, maar wij willen graag de daad bij het woord voegen”, zegt Vaes, voorzitter van de nagelnieuwe Foundation.

‘MVO is een beetje een platgeslagen uitdrukking, maar wij willen graag de daad bij het woord voegen’


07 | DE FLANDERIJN FOUNDATION

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

MAX VAES, voorzitter van de Flanderijn Foundation

Max Vaes was van 1980-2014 directeur van Flanderijn. Hij begon in 1972 als incassomedewerker. Na een hbo-opleiding in Utrecht en een stageperiode werd hij beëdigd tot gerechtsdeurwaarder. Vaes stond mede aan het roer in de periode van fikse groei ’van zes tot zeshonderd medewerkers’ van Flanderijn. Eind 2013 nam hij afscheid. ,,Met veel plezier heb ik altijd gewerkt, maar een leven zonder de besognes van een bedrijf voeren, bevalt goed.” De vrijgekomen tijd biedt hem kansen en ruimte voor nieuwe initiatieven, zoals nu het voorzitterschap van Flanderijn Foundation.

BREDE BLIK Belangrijk onderdeel van The Boost is de betrokkenheid en inzet van eigen mensen van Flanderijn. Een aantal medewerkers maakt een deel van hun vrije tijd vrijom als ‘buddy’ te werken of het evenement te organiseren. Vaes is benieuwd naar het effect dat het programma ook zal hebben op de Flanderijnwerknemers. ,,We hopen dat zij dankzij dit project een nog bredere blik op de samenleving krijgen. Flanderijn, als gerechtsdeurwaardersorganisatie, hoort in eerste instantie natuurlijk altijd één kant van het verhaal. We worden geacht de schuldenaren achter de broek aan te zitten. Door onze oplossingsgerichte manier van werken horen we vaak ook de andere kant van het verhaal. Door deel te nemen aan het project, krijgen medewerkers nog meer de kans om de problemen van de andere kant te bekijken. Wat is daar gebeurd? Zo’n programma als dit kan zorgen voor begrip en inleving en geeft medewerkers ook de kans om daadwerkelijk met die problemen aan de slag te gaan. Daar heb je ook wat aan in je dagelijkse werk.” PARTNERS De aanleiding om juist voor déze groep te kiezen, de twintigers, komt uit de dagelijkse praktijk. ,,Flanderijn komt veel jongeren en jongvolwassenen tegen die buiten hun wil om in de schuldenproblematiek terecht zijn gekomen. De economische crisis en werkloosheid hebben daar duidelijk aan bijgedragen”, stelt Vaes. ,,Ze komen daardoor in een negatieve spiraal terecht, waar ze maar lastig uitkomen. Wij denken dat er met aandacht, liefst preventief, veel aan gedaan kan worden.” Het zijn niet zozeer de drop-outs, maar voornamelijk mbo’ers en hbo’ers die er maar niet in slagen om aan de bak te komen. ,,Het zijn jongeren die zich suf solliciteren, maar die telkens het deksel op de neus krijgen. Ze verliezen het in de jacht op banen van


8 | DE FLANDERIJN FOUNDATION

‘Enthousiaste teamcaptains gaan aan de slag’

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

concurrenten met meer ervaring of hele goedkope arbeidskrachten. Als je keer op keer wordt afgewezen, is het moeilijk positief te blijven.” Juist voor deze categorie is nog maar weinig hulp, viel Flanderijn op. ,,Gemeenten hebben betrekkelijk veel middelen beschikbaar voor gezinnen en jongere jeugd met onvoltooide opleidingen, maar niet voor de groep ertussen: de twintigers met een goede opleiding.” Het programma heeft een voorfase, het meerdaagse programma zelf en de nazorg. Hoe het er precies uit komt te zien, wordt de komende maanden duidelijk. Voor de organisatie zelf wordt Flanderijn bijgestaan door Bcause uit Enschede, die ervaring heeft met de logistiek van events organiseren.

MARIEKE SCHERPENISSE:

,,Toen ik hoorde van The Boost, werd ik direct heel enthousiast. Wat een origineel idee”, zegt Marieke Scherpenisse, coördinator van afdeling P&O bij Flanderijn. Zij zal teamcaptain "werving en selectie" zijn. ,,Ik denk dat er maar weinig bedrijven zijn die zoiets doen, om 50 jongvolwassen een ‘boost’ te geven, en dat tegelijk samen met hun personeel doen.” Scherpenisse is gestationeerd op het hoofdkantoor in Rotterdam, maar is ook betrokken bij werving en selectie van nieuwe medewerkers op verschillende kantoren in het land. De betrokkenheid van de andere kantoren spreekt haar aan. ,,Het is leuk om met heel Flanderijn aan een project te werken, bezig te zijn met een event. Ik wil graag de onderlinge samenhang versterken. Het is een soort teambuilding.’’ Het doel, de weerbaarheid van werklozen vergroten, onderstreept ze: ,,Ik zie in mijn functie dat veel jonge mensen moeite hebben om aan een baan te komen. We krijgen zoveel reacties binnen, soms zijn ze echt wanhopig: ‘wat kan ik nog meer doen om me te profileren, het lukt niet’. Ik hoop dat we jongeren een boost kunnen geven. Vanuit mijn eigen vakgebied denk ik dan aan sollicitatievaardigheden, hoe schrijf je een behoorlijke sollicitatiebrief, hoe ga je een gesprek in. Het is een mooie kans, die ze hopelijk met beide handen aangrijpen.’’ Iedereen heeft zijn eigen verhaal, benadrukt ze. ,,We zullen er zelf ook vast veel van leren.’’


9 | DE FLANDERIJN FOUNDATION

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Ondertussen is Flanderijn bezig andere bedrijven als partners erbij te betrekken. ,,Dat kan van alles zijn. Sportactiviteiten, kookcursussen, budget­trainingen, teambuilding. We hebben bijvoorbeeld al van voetbalclub Sparta gehoord dat ze enthousiast zijn en mogelijk meedoen.’’ NORMEN EN WAARDEN Er hebben zich zo’n 70 vrijwilligers vanuit alle vestigingen van Flanderijn gemeld. Vanuit die vrijwilligers zijn zeven teams gevormd die met de verschillende onderdelen van het programma aan de slag zijn gegaan. Ieder team heeft een captain. Eén van de teams gaat aan de slag met het werven en selecteren van de 50 kandidaten voor het programma. De deelnemers krijgen een buddy, vertelt Vaes, en ook ’huiswerk’ om aan te tonen dat ze er bewust instappen. Ook moeten ze kunnen aantonen dat ze al flink hun best hebben gedaan, maar dat ze desondanks veel mislukte sollicitaties achter de rug hebben. Bedoeling is dat ze uiteindelijk sterker in hun schoenen staan en een baan vinden. Daartoe krijgen ze onder meer hulp van budgetcoaches maar ook bijvoorbeeld van uitzendbureaus. ,,Hoe schrijf je een goede sollicitatiebrief, hoe loop je een sollicitatiegesprek binnen? Bedrijven krijgen soms mensen aan tafel die geen hand geven en je niet in de ogen kijken. Dat is algemene ontwikkeling, simpele normen en waarden die – als je ze hebt - je nét een stap verder kunnen brengen.” Het programma moet zich uiteraard nog verder ontvouwen. Hoe het precies zal gaan weet Max Vaes niet, maar hij zou het ’een succes’ vinden als ongeveer de helft van de deelnemers een baan vindt. ,,Maar misschien is dat wel te veel, dat moet nog blijken.’’

THIJS STROBOS

,,Het programma is een prikkel voor de werknemer, om iets goeds te ondernemen’’, zegt Thijs Strobos, voorzitter van de ondernemingsraad van Flanderijn. Strobos werkt al tien jaar in de buitendienst: ,,het praatwerk bij de mensen thuis.” Hij heeft zich aangemeld voor het project, hij gaat onder meer externe partijen ’activeren’, zoals het benaderen van een sportschool met de vraag of ze willen meedoen. Daarnaast stimuleert hij als voorzitter van de OR ook andere medewerkers om mee te doen. ,,Het is belangrijk het goed te brengen. Medewerkers van Flanderijn zullen er dan wel oren naar hebben. Werknemers moeten er voornamelijk in hun weekend en ’s avonds mee bezig zijn – en vergeet dan niet dat vrije tijd vaak heilig is.” ,,Het voelt goed. Je toont hiermee als bedrijf aan dat je betrokken bent bij de samenleving. Want, laten we eerlijk zijn: op verjaardagen is het werken bij een deurwaarder niet de leukste baan om over te vertellen. We zijn geen geliefde bedrijfstak, maar we hebben ook een goede kant die we op deze manier nog meer kunnen laten zien. Op een project als dit kun je trots zijn.” Zijn enige kanttekening bij het project is de doelgroep zelf. Liever had Strobos gezien dat de Boost gericht zou zijn op kansarme jongeren, schoolverlaters zonder diploma. ,,Maar ik begijp de keuze.” Zijn verwachtingen van het project? ,,Als het eenmaal gaat lopen, dan ben ik tevreden. Als de jongeren die we hebben geselecteerd aan de bak zijn gekomen, zou dat mooi zijn. Daarbij hoop ik dat de Foundation het zetje heeft kunnen geven.”


10 | RONDETAFELGESPREK

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Dilemma’s van Generatie Z Jongeren gaan steeds sterker de gevolgen voelen van de bezuinigingen die nodig zijn om de crisis het hoofd te bieden. Studeren wordt steeds duurder, inkomens zijn onzeker, vaste contracten schaars en starters hebben het lastig op de woningmarkt. In een rondetafelgesprek geven Nibud-onderzoeker Anna van der Schors, trainer/coach René Luisman en Dirk Meilink van de studentenvakbond LSVb hun visie op omgaan met ingrijpende keuzes en het belang van zelfredzaamheid.

Jongeren gaan anno 2015 al zappend door het leven. De zogeheten Generatie Z, geboren tussen 1992 en nu, is opgegroeid met internet, social media, smartphones en tal van andere digitale snufjes waarmee ze zich 24 uur per dag in een onophoudelijke informatiestroom mengen. Tieners en twintigers zijn gewend aan een wereld van overvloed en met relatief weinig beperkingen, blijkt uit generatie-onderzoek. Onverhoopte tegenslagen worden opgevangen door ouders of overheid. Inmiddels ontkomt ook deze jongste generatie niet aan de bezuinigingen die nodig zijn om uit de economische crisis te klimmen. ,,Van jongeren wordt nu verwacht dat ze al op jonge leeftijd keuzes met grote gevolgen voor hun toekomst maken’’, zegt trainer en coach René Luisman. Dirk Meilink van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb): ,,Een studiekeuze maken op 17- of 18-jarige leeftijd was al lastig. In het nieuwe stelsel van studiefinanciering, het ’leenstelsel’ waarin de basisbeurs is afgeschaft, kan een verkeerde keuze ook nog eens een dure grap worden. De uitval in het hoger onderwijs is al hoog en dat zal zeker niet veranderen onder het leenstelsel.’’

RENÉ LUISMAN:

‘Jongeren geven gemakkelijk geld uit. Ze worden erg beïnvloed door status en rages’

,,Het wordt alleen maar belangrijker om grip op geldzaken te hebben, ook voor jongeren’’, zegt Anna van der Schors van budgetvoorlichtingsinstituut Nibud. ,,Het vraagt zelfstandigheid en overzicht over de financiële situatie om een verstandige keuze te kunnen maken.’’ OUDERS De studieschuld bedraagt nu gemiddeld 15.000 euro, de verwachting is dat dit bedrag onder het leenstelsel oploopt naar 21.000 tot 30.000 euro, zegt Meilink. Van der Schors: ,, Ik vrees dat studenten steeds makkelijker bijlenen. Zo’n groot bedrag is bijna niet te overzien op jonge leeftijd. Wat is nou 5000 euro extra als je toch al 20.000 euro schuld hebt staan?’’ Studenten lenen vrij gemakkelijk geld met het idee dat het later wel goed komt, zegt Meilink. ,,Maar tegenwoordig is het helemaal niet vanzelf­ sprekend dat je makkelijk aan een baan komt. Ondertussen bouw je wel lang schuld op. De minister zegt: ga met je ouders om de tafel zitten voor een hogere bijdrage. Alsof die het allemaal zo breed hebben.’’ Al bij de studiekeuze wordt de lat heel hoog gelegd, zegt Luisman. ,,Moet je kiezen voor een studie die goed bij je past, of ook al rekening houden met baankansen? Meteen gaan werken en je van daaruit verder ontwikkelen? Al die opties vragen een verstandige afweging.’’ Belangrijk is volgens Luisman dat jongeren zich realiseren dat een keuze niet goed of fout is, maar wel consequenties heeft. ,,Jongeren worden erg beïnvloed door status en rages. Ze geven makkelijk geld uit, vaak zonder zich af te vragen of ze iets echt nodig hebben. Eigenlijk zouden ze zich de vraag moeten stellen waarom dat zo is. Ben je niet even goed oké als je niet in de duurste kleren loopt en de nieuwste smartphone op zak hebt? Daarom is inzicht zo essentieel: wat maakt nou dat ik tot een bepaalde keuze kom en wat zijn de gevolgen op korte en langere termijn?’’


11 | RONDETAFELGESPREK

V.L.N.R. ANNA VAN DER SCHORS, DIRK MEILINK EN RENÉ LUISMAN

JUIST #12 - VOORJAAR 2015


12 | RONDETAFELGESPREK

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Het beste zou zijn om financiële zelfstandigheid vanaf jongere leeftijd stapsgewijs op te bouwen, denkt Van der Schors. ,,De overgang is nu wel heel groot. Op hun 18e mogen jonge mensen ineens van alles zelf regelen, zonder toestemming van ouders. Lenen, contracten afsluiten, studeren, op kamers gaan - er komt ineens van alles op ze af. Op kamers wonen is op dat gebied wel een heel goede leerschool om met de noodzakelijke kosten van levensonderhoud te leren omgaan. Als student kun je nog fouten maken zonder dat die meteen ernstige gevolgen hebben.’’ Op scholen is er weinig aandacht voor de dilemma’s van jongeren, zegt Meilink. Laat staan gedegen voorlichting. ,,Ze zouden nu al behoorlijk ver moeten zijn met de voorlichting over het leenstelsel, maar uit onderzoek van het ministerie van Onderwijs blijkt dat ze enorm achterlopen.’’

DIRK MEILINK:

‘Een verkeerde studiekeuze wordt onder het leenstelsel een dure grap’

RENÉ LUISMAN

DIRK MEILINK


13 | RONDETAFELGESPREK

TEGENSTRIJDIG In de huidige maatschappij wordt lenen als iets heel vanzelfsprekends gezien, zegt Luisman. ,,De economische crisis is voor een deel te wijten aan te hoge leningen en er moet aan alle kanten worden bezuinigd om er weer bovenop te komen. Toch is de boodschap van de overheid: ga uitgeven. Dat is heel tegenstrijdig.’’ De overheid verkoopt het leenstelsel als investering in jezelf, zegt Meilink. ,,Of dat zo is hangt ook af van welke studie je gaat doen en van de situatie op de arbeidsmarkt.’’

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

normaal. Zo snel mogelijk aflossen, zou het credo moeten zijn.’’ De overheid verkoopt de studielening als risicoloos. Natuurlijk is het zo dat de lening na 35 jaar wordt kwijtgescholden, als je echt niets hebt verdiend al die jaren. Maar dat is echt pas na 35 jaar, als de ex-student ongeveer 60 jaar is. Al die jaren heb je wel een financiële verplichting. En hoe langer die duurt, hoe meer rente je in totaal betaalt. Het systeem zit ook zo in elkaar dat de student twee jaar heeft om een baan te vinden en dan begint met aflossen. Dat klinkt leuk, maar je bouwt wel 2 jaar extra rente op.

Luisman: ,,Hoe kun je nou investeren in jezelf als je nog niet weet wie je zelf bent en wat jouw stip op de horizon wordt?’’ Van der Schors: ,,De boodschap moet wat mij betreft niet zijn: lenen is

ANNA VAN DER SCHORS Wetenschappelijk medewerker en onderzoeker bij budget­ voorlichtingsinstituut Nibud. Richt zich vooral op jongeren. Daarnaast houdt ze zich bezig met de vertaling van regelgeving, zoals nu bijvoorbeeld het nieuwe stelsel van studiefinanciering. RENÉ LUISMAN

ANNA VAN DER SCHORS

Zelfstandig trainer/coach in communicatie en zelfacceptatie. Werkte 13 jaar bij ING als communicatieadviseur. Hij ontwikkelde de training ‘Upgrade Your Self Esteem’, een pro­ gramma om jongeren in 12 weken een ‘boost’ aan zelfwaardering te geven. Een pilot met deze training aan de Universiteit Utrecht, waar Luisman ook gastcolleges geeft, is bijna afgerond. DIRK MEILINK Beleidsmedewerker onderwijs en geld bij de Landelijke Studenten Vakbond en student HBO rechten.


14 | RONDETAFELGESPREK

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

ANNA VAN DER SCHORS:

‘De boodschap moet niet zijn: lenen is normaal’ WEERBAAR Jongeren al vroeg financieel weerbaar maken, is van groot belang, zeggen de tafelgenoten. ,,Ik denk dat coaching in combinatie met online leren daarvoor een heel goed middel is’’, zegt Luisman. ,,Jongeren leren in hun eigen tempo, met opdrachten die ze gewoon in hun eigen omgeving kunnen doen. Ik denk dat dit de beste manier is om ze de vaardigheden bij te brengen die nodig zijn om steviger in hun schoenen te staan.’’ Van der Schors: ,,Met een pak flyers en folders kom je er niet, daar bereik je geen gedragsverandering mee. Ook in de schuldhulp­ verlening wordt al veel meer nadruk gelegd op gedragsverandering.’’ WILDE PLANNEN ,,Het trainen van zelfredzaamheid bij jongeren’’, wil Meilink weten van de trainer/coach aan tafel, ,,Hoe werkt dat nou in de praktijk?’’ Luisman: ,,Als coach begeleid ik nu bijvoorbeeld een jongen die zwaar in de financiële problemen zit. Hij maakt zijn post niet open en reageert als een kat in het nauw als er een deurwaarder voor de deur staat. Tegelijkertijd komt hij met de meest wilde plannen om voor zichzelf te beginnen. Ik probeer samen met hem doelstellingen helder te krijgen. Op korte termijn is het urgent dat er geld binnenkomt, op langere termijn kijken we naar zijn kwaliteiten en eigenschappen die hem verder kunnen brengen. Zijn sterke punten zijn betrouwbaarheid en spontaniteit, daarmee heeft hij een enorm sociaal netwerk opgebouwd. Het gaat erom dat hij zich bewust wordt van de kracht van die kwaliteiten, ook om in de toekomst uit de problemen te blijven.’’ ,Jongeren melden zich niet zo snel bij instanties, daarom moet de hulp zo laagdrempelig mogelijk zijn’’, zegt Van der Schors. ,,Zo houden Utrechtse hbo-studenten van onder meer de opleiding sociaal-juridische dienstverlening financieel spreekuur op het ROC Midden-Nederland. Jongeren kunnen daar hun problemen op een eenvoudige manier voorleggen aan leeftijdgenoten. Als het nodig is, kunnen die weer doorverwijzen naar professionele hulpverleners.’’ Er heerst volgens Van der Schors nog altijd een soort taboe op financiële problemen. ,,Mensen lopen er niet mee te koop. Schulden hebben kost bovendien zoveel energie en stress, dat er eigenlijk geen ruimte meer overblijft om toekomst- en oplossingsgericht te denken. Zo komt iemand in een vicieuze cirkel terecht. Voor de buitenwereld spelen ze mooi weer en dat maakt het alleen maar moeilijker om de problemen aan te pakken.’’ Luisman: ,,Grip op je eigen situatie is het belangrijkst, dan hoef je nog niet eens direct alles op een rij te hebben. Als niet meer alle denkcapaciteit naar je problemen toe gaat, houd je vanzelf meer ruimte over om successen te vieren, je toekomst in te delen en gewoon te kunnen genieten van je leven.’’


15 | REPORTAGE SCHULDHULPVERLENING

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

De minnelijke schuldenregeling is een laatste strohalm voor mensen die het financieel echt niet meer zelf redden. Een streng budget­regime zorgt ervoor dat ze na drie jaar weer met een schone lei kunnen beginnen.

Schuldhulpverlening: uitzicht op een schuldenvrij leven Mensen houden het wel een tijdje vol om het ene gat met het andere te dichten, merken de schuldhulpverleners van PLANgroep met regelmaat. Pas als de schuldenberg echt een

onneembare vesting is geworden, trekken ze aan de bel. ,,Veel cliënten zien we pas als het 5 voor 12 is’’, zegt regiomanager Getty van Woezik van PLANgroep in Ridderkerk.

,,Je hebt het dan over een crisissituatie waar mensen zelf niet meer uitkomen.’’ Zo’n 60 gemeenten hebben hun wettelijke taak op het gebied van schuldhulpverlening


16 | REPORTAGE SCHULDHULPVERLENING

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

uitbesteed aan PLANgroep, specialist in schuldhulpverlening en budgetbeheer. Op het gemeentehuis trekken de klanten een nummertje voor ontvangst in een kaal, krap bemeten spreekkamertje zonder ramen. De sfeer ademt het Spartaanse regime van minimale inkomsten en een strak huishoudboekje dat de schuldenaren tijdelijk te wachten staat. Vaak is die eerste stap over de drempel van de schuldhulpverlening ook een opluchting: eindelijk een luisterend oor voor de problemen en licht aan het einde van de tunnel. ,,Het eerste gesprek is vooral verwachtingen managen’’, zegt teamcoördinator Heidi Hoogma. ,,Mensen hebben vaak een heel onrealistisch beeld. Ze denken dat wij het allemaal wel even voor ze oplossen en dat ze na drie jaar van hun schulden af zijn. Ze beseffen niet dat er ook strenge verplichtingen aan vast zitten en hoe zwaar het is om drie jaar lang onder bijstandsniveau te moeten rondkomen.’’

‘De eerste stap over de drempel van de schuldhulpverlening is vaak een opluchting’

BIJSTANDSNIVEAU Samen met de klant maakt de budgetbeheerder een overzicht van inkomsten, uitgaven en schulden. Er wordt een bedrag gereserveerd voor vaste lasten, de rest gaat naar de schuldeisers. Voor levensonderhoud wordt uitgegaan van het bijstandsniveau, zo’n vijftig euro per week. De budgetbeheerder inventariseert bij de schuldeisers of ze bereid zijn met een bepaald percentage van de schuld genoegen te nemen en het restbedrag na drie jaar kwijt te schelden.

Als alle schuldeisers akkoord gaan, komt er een minnelijke regeling tot stand. Zo niet, dan moet de rechter er aan te pas komen om op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) een akkoord af te dwingen. Het minnelijke traject is volgens Van Woezik vaak voor alle partijen de beste oplossing. Zeker voor de zelfredzaamheid van de klant. ,,We laten de klant na drie jaar niet zomaar aan zijn lot over. We bouwen het budgetbeheer geleidelijk af en blijven na afloop nog een halfjaar meekijken of alles goed gaat.’’ Ook de Wsnp biedt uitzicht op een schuldenvrij leven, maar is al met al een hele zware maatregel, aldus Van Woezik. ,,Drie jaar lang wordt de schuldenaar vrijwel alle zeggenschap over inkomsten en uitgaven uit handen genomen. Na drie jaar moet die dan ineens weer alles zelf gaan doen. Als het tijdens het Wsnp-traject misgaat, zet de bewindvoerder het programma stop en moet de schuldenaar 10 jaar wachten om opnieuw een beroep op de wettelijke schuldsanering te kunnen doen.’’ De schuldhulpverleners van PLANgroep in Ridderkerk ontfermen zich jaarlijks over zo’n vijfhonderd inwoners van Ridderkerk, Albrandswaard en Barendrecht. De gemiddelde schuldenlast bedraagt 38.000 euro.

GROTE VERSCHILLEN PER GEMEENTE De werking van het stelsel van schuldhulpverlening begint een angstvallige gelijkenis met een loterij te vertonen, zo bleek eind 2014 uit onderzoek van de Hogeschool Utrecht en adviesbureau Regioplan naar de doorstroming van de minnelijke schuldhulpverlening naar de wettelijke schuldsanering. ’Waar je woont, wie je crediteuren zijn en hoe je eigen opstelling is, bepaalt of er al dan niet een oplossing mogelijk is voor je (problematische) schuldsituatie’, aldus het rapport. Zo komt een schuldenaar in de ene gemeente na het minnelijke traject veel makkelijker bij de rechter dan in de andere. Ook constateerden de onderzoekers verschillen tussen rechtbanken wat betreft uitspraken over toelating tot de Wsnp.


17 | REPORTAGE SCHULDHULPVERLENING

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

‘Het minnelijke schuldhulptraject is meestal voor alle partijen de beste oplossing’

OPLEIDING ,,Jongeren en 65-plussers zien we relatief weinig’’, zegt Van Woezik. ,,Maar dat betekent niet dat jongeren niet in de schulden komen, een handtekening onder een contract voor de nieuwste iPhone of een lening voor een hippe scooter is zo gezet.’’ Schulden bij jongeren worden vaak op een andere manier aangepakt. Van Woezik: ,,Als jongeren moeten werken om hun schuld af te lossen, kunnen ze drie jaar lang niet naar school. Dat is zonde. De beste oplossing is vaak een opleiding, ook met oog op een hoger inkomen op latere leeftijd.’’ In de regio Ridderkerk melden zich wel meer klanten met een eigen woning bij de schuld-

hulpverlening. ,,Mensen die in de financiële problemen zijn gekomen door bijvoorbeeld baanverlies of echtscheiding.’’ Schuldhulp­ verleners en grote hypotheekverstrekkers hebben de handen ineen geslagen om tot een oplossing voor hypotheekschulden te komen. Van Woezik: ,,Een bank schiet immers ook weinig op met een restschuld op een woning.’’ De schuldhulpverleners kunnen helaas niet iedereen helpen een schuldenvrij leven op te bouwen, zegt Hoogma. ,,De lastigste klanten zijn de mensen die denken zonder consequenties van hun schulden af te kunnen komen. Die zien gewoonweg niet in waarom ze het een tijdje zonder de nieuwste smartphone of flatscreen-tv moeten doen.’’

WET SCHULDSANERING NATUURLIJKE PERSONEN (WSNP) - De Wsnp duurt 3 jaar - Controle door bewindvoerder - Schuldaflossing via een boedelrekening - Schone lei na 3 jaar: schuldeisers kunnen de restschuld niet meer opeisen. Voorwaarden: - Geen nieuwe schulden - Werken of solliciteren (36 uur) - Werken aan het (schuld)probleem

MINNELIJKE SCHULDHULPVERLENING Schuldbemiddeling: - De schuldenaar reserveert 36 maanden al het inkomen boven het 'vrij te laten bedrag' (voor vaste lasten en levens­ onderhoud op bijstandsniveau). - Schuldeisers krijgen na 36 maanden het bedrag waarmee ze akkoord zijn gegaan. - Na 3 jaar wordt finale kwijting verleend op voorwaarde dat de afspraken steeds zijn nagekomen. - Wanneer het inkomen stijgt, bijvoorbeeld na het vinden van een baan, krijgen de schuldeisers een hoger percentage aangeboden. Schuldsanering: - Aan de schuldenaar wordt een saneringskrediet verstrekt, dat in 36 maanden wordt terugbetaald. - De schuldeisers krijgen een vast bedrag ineens uitgekeerd.


‘Je krijgt dingen voor elkaar die zonder tv wellicht niet waren gelukt’


19 | BUDGETCOACH EEF VAN OPDORP

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Eef van Opdorp komt op voor mensen die hun eigen financiële wirwar niet meer begrijpen. ,,Zelfredzaamheid voor iedereen is een illusie. Dat kan pas als de samenleving heel veel simpeler wordt.”

De samenleving is te complex geworden

Eef van Opdorp is een landelijk bekende budgetcoach, of zoals ze het zelf noemt, financieel deskundige. Ze begon in 2008 met haar optreden in het RTL 4-programma ’Uitstel van executie’. Sinds 2014 presenteert ze ook de SBS 6-programma’s ’Red mijn vakantie’ en ’Hoeveel ben je waard?’ Ook schuift ze geregeld aan bij ’Koffietijd’ om te praten over geldzaken. ,,Mijn uitgangspunt in alle gevallen is: ik moet het snappen. Als ik het niet begrijp, dan klopt er iets niet. Iedereen moet financiële kwesties kunnen begrijpen.” Wat is kenmerkend van uw aanpak? ,,Ik vind het belangrijk dat mensen de juiste keuze kunnen maken. Ik vraag net zolang door, totdat het me duidelijk is. Vaak is de gebruikte taal al zo moeilijk. Mensen die met geldzaken te maken hebben, praten ‘banks’, zoals ik dat noem. Kennelijk geldt: hoe ingewikkelder, hoe beter.” Wat was voor u aanleiding om mee te doen aan tv-programma’s? ,,Meer dan tien jaar geleden kwam ik via mijn studie, sociale gerontologie en bestuurskunde, in contact met de Katholieke ouderenbond (Unie KBO, red). Ik was betrokken bij een project om ouderen financieel begrip bij te brengen. Ik zag weduwen die na het overlijden van hun partner de financiën zelf moesten doen.

Ze hadden geen benul. Want: de man deed dat altijd. Ik kwam tot de conclusie dat er bij mensen, niet alleen bij ouderen, een groot gat zit tussen hun financiële kennis en de financiële producten waar ze mee te maken hebben. Dat ik bij de tv belandde, was toeval. Ongeveer tegelijkertijd belde het programma ’Uitstel van Executie’ me op.” Waarom zei u ja tegen televisie? ,,Mijn motivatie om mee te werken aan televisie­programma’s is om het taboe over geldschuld te doorbreken. Wanneer iemand schulden heeft, is het zijn eigen schuld – dat idee heerst. ‘Eigen schuld, dikke bult’, zeggen we. Terwijl het door allerlei oorzaken kan komen dat iemand in de schulden is geraakt. Ontslag, een te roze bril, eigen inschattingsfout, ziekte. Dat zie ik terug in de praktijk: in 80 procent van de gevallen dat mensen in de schulden komen is het een combinatie van pech, noodlot, instortende huizenmarkt en bij minder dan 20 procent is het écht iemands eigen schuld. Natuurlijk, er zijn er altijd een paar bij die de boel flessen. En je hebt het beroepsslachtoffer. Dat is degene die de wereld de schuld geeft, zelf heeft hij niets gedaan.” Hoe help je de pechvogels zichzelf te redden? ,,Het probleem is: 1 op de 8 Nederlanders is zwakbegaafd; iemand met een IQ van 70 tot 85 heet officieel zwakbegaafd. Dat is echt heel veel. Als je niet te slim bent, en de maatschappij is lastig te begrijpen: complex, gedifferentieerd, gedigitaliseerd – hoe moet je je dan redden? Zelfredzaamheid voor iedereen is een illusie. Dat kan pas als de samenleving heel veel simpeler wordt.”

‘Ze hadden geen benul. Want: de man deed dat altijd’ Wanneer werkt een aanpak op nationale televisie? ,,Een tv-programma werkt als het oprecht is. Als je mensen echt verder helpt, met een win-winsituatie. In het geval van ’Uitstel van executie’ lossen wij niet hun schulden af – wij faciliteren alleen. De deelnemers kunnen zelf uit hun benarde situatie komen, dat is het verschil met sommige andere tv-programma’s over budgetbeheer. Dat gezegd hebbende, moet je bedenken dat tv linke soep is.” Waar denkt u dan aan? ,,Je moet goed oppassen met hoe je mensen met schulden in beeld brengt. Het is niet goed als een programma zich alleen focust op de bonje en ellende. Een programma als ’Een dubbeltje op z’n kant’ voedt zich met de onder­ buik van de samenleving. Het beeld dat van mensen wordt gegeven is: kijk eens hoe stom deze mensen zijn. Ik vind dat vernederend.”


20 | BUDGETCOACH EEF VAN OPDORP

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

‘Mijn motivatie om mee te werken aan televisie­ programma’s is het taboe te doorbreken’ Helpt een tv-programma om tot een oplossing te komen? ,,Mijn middel is toevallig tv. Het helpt zeker, mensen doen hun best voor je. Je krijgt dingen voor elkaar die zonder tv wellicht niet waren gelukt. Televisie heeft voor bv. banken soms een afschrikkende werking. Zij maken ook wel eens een fout en dat lossen ze dan pas op.’’ Heeft een programma over budgetbeheer ook een educatieve functie? ,,Jazeker, ik hoor dat van mensen die me op straat of in de trein aanspreken. Ze zijn zich meer bewust geworden. Zeven jaar geleden, vóór de crisis, hadden mensen minder besef over hypotheken, restschulden en welke financiële producten ze hadden. Meer mensen vragen zich af welke verzekeringen ze hebben en hoe hun hypotheek in elkaar zit. Een goede ontwikkeling.”

Is het type problemen in die tijd ook veranderd? ,,De financiële complexiteit is toegenomen. Stel, je hebt zorgtoeslag, kindertoeslag en huurtoeslag. Dat heb je niet aangepast, of te laat. De Belastingdienst wil dat terug. Maar je wíst niet dat je het fout deed. De stress, die dat met zich meebrengt, is enorm. Los daarvan heeft de crisis de problemen veranderd. Tien jaar geleden hadden veertigers nog wel ergens een buffertje. Nu niet meer. Er hoeft maar íets te gebeuren, en alles loopt in het honderd.” Hoe hoog is een buffertje, wat u betreft? ,,Als vuistregel mag je aanhouden; dat je op de bank zoveel hebt staan dat je het een half jaar kunt uithouden. Dan heb je een buffer.” Hoe staat het eigenlijk met de jongeren van nu? ,,Een paar jaar terug hoorde je veel over jongeren met schulden als gevolg van dure telefoonabonnementen, dat zie ik minder. Jongeren zijn gewend om weinig te hebben, ze weten niet beter. Het valt me juist op dat veertigers die een stapje terug hebben moeten

doen, lang moeten wennen aan de nieuwe realiteit. Ze zijn vaak verongelijkt: ‘Ik heb daar toch recht op?’ Dat is een generatieding. Veertigers zijn van de tijd dat alles kon en alles mocht.” U heeft eens gezegd dat organisaties best meer mogen meedenken met de mensen. Hoe doet Flanderijn het wat dat betreft? ,,Als je iets leent, moet je terugbetalen, punt. Je moet je rekeningen betalen, dat spreekt voor zich. Maar de manier waarop dat kan, mag nóg een slag eenvoudiger. Het valt me op dat je op de site, als gebruiker, nog best wat moet invullen en aanleveren als je schulden wilt aflossen. Voor sommigen is dat te stressvol en moeilijk. De vraag om die twee papiertjes te kopiëren, is voor hen net zoiets als je ze vraagt een eigen bedrijf op te richten.”


21 | DRIE KLANTEN AAN HET WOORD OVER DEBITEURENBELEID

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Flanderijn denkt mee over oplossingen én preventie Voordat Flanderijn in beeld komt hebben opdrachtgevers zelf al veel werk verzet om vorderingen te innen. Drie klanten van Flanderijn geven hun visie op het belang van zelfredzaamheid, het respectvol omgaan met debiteuren en hun keuze voor de oplossingsgerichte werkwijze van Flanderijn. UITVAARTORGANISATIE YARDEN ,,Het is heel vervelend als je mensen na een emotionele gebeurtenis als een overlijden moet benaderen over een openstaande rekening’’, zegt Wanda van Beeren, teamleider debiteurenbeheer. ,,Wij hebben te maken met emoties. We proberen vorderingen zoveel mogelijk uit handen van een deurwaarder te houden.’’ ,,Een grote groep klanten bestaat bij ons uit kinderen die bij de uitvaart van een van hun ouders plotseling voor onvoorziene kosten komen te staan. Als er al een uitvaartverzekering is, dekt die niet altijd de kosten voor de hele plechtigheid. Voor de uitvaartverzorger is een belangrijke taak weggelegd om duidelijk te maken wat de mogelijkheden zijn en de bijbehorende kosten. Ook als op dat moment emoties de boventoon voeren. Maar dan nog komt het voor dat nabestaanden de rekening niet kunnen betalen.’’ ,,Zodra de vervaldatum van de factuur is verstreken, bellen we de klant. In eerste instantie alleen om vroegtijdig te informeren of iemand alsnog gaat betalen, niet kan of niet wil betalen. Als er sprake is van geldproblemen, gaat de afdeling debiteurenbeheer samen met de klant op zoek naar een passende oplossing. Het kan bijvoorbeeld zijn dat nabestaanden uitstel vragen omdat ze wachten op uitkering van de erfenis of tot de woning van de overledene is verkocht. Als er sprake is van een bankrekening van een overledene waar nog geld op staat, kan de nabestaande de nota ook rechtstreeks bij de bank indienen.’’ Als aanmaningen niet tot resultaat leiden, schakelt Yarden Flanderijn in om de vordering te innen. ,,We hebben voor Flanderijn gekozen vanwege de complete dienstverlening, zowel op incasso als gerechtelijk gebied. Bij Flanderijn begrijpen ze ook heel goed dat het om gevoelsvorderingen gaat die je niet jarenlang moet laten slepen. Incassobureaus leggen dossiers vaak bij verschillende deurwaarders neer, maar met onze vorderingen vinden wij dat niet wenselijk. Yarden gaat voor een 9+ waardering. Dat betekent dat we ons werk goed doen, van de uitvaart tot en met de afhandeling van de facturen.’’

WANDA VAN BEEREN:

‘We werken met Flanderijn vanwege de complete dienstverlening’


22 | DRIE KLANTEN AAN HET WOORD OVER DEBITEURENBELEID

ALFA-COLLEGE Bij het Alfa-college, ROC voor Noord- en Oost-Nederland is recentelijk het debiteurenbeheer opnieuw ingericht. ,,We merkten dat ons debiteurenbeleid te passief was en vorderingen te lang bleven liggen’’, zegt Sander van Tol, hoofd van de dienst financiën en studentenadministratie. ,,Het was te zeer afhankelijk van de waan van de dag of er wel of geen aanmaning werd verstuurd. Ook hadden we geen goed debiteuren­ volgsysteem, waardoor de collega’s niet goed van elkaar op hoogte waren welke afspraken met een debiteur waren gemaakt. Al met al te amateuristisch voor een organisatie met 13.000 studenten binnen de poorten en zo’n 6000 facturen per jaar.’’

SANDER VAN DER TOL:

‘Ons debiteurenbeleid was te afhankelijk van de waan van de dag’

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Het Alfa-college maakt sinds een halfjaar voor het debiteurenbeheer gebruik van het online platform Payt. Van verzending van de factuur tot aan het incassoproces. Die dienstverlening staat een incassobeleid met oog voor de situatie van de debiteur niet in de weg, zegt Van der Tol. ,,We zijn ons er wel degelijk van bewust dat een deel van onze doelgroep minder te besteden heeft. Studenten en ouders vormen twee derde van ons debiteurenbestand en betalingsregelingen zijn vaak maatwerk. We kunnen en willen als onderwijsinstelling om financiële redenen geen studenten weigeren dan wel verwijderen, maar we willen wel onze vorderingen innen.’’ Voor leerlingen is er begeleiding beschikbaar op het moment dat er problemen worden geconstateerd. ,,Geldproblemen hangen vaak samen met allerlei andere problemen in de thuissituatie. Voor die groep hebben we op de scholen een pool van coaches en begeleiders. Daarnaast hebben we coulanceregelingen voor studenten die zaken nodig voor hun opleiding niet kunnen betalen.’’ Flanderijn komt in beeld op het moment dat het incassotraject op niets is uitgelopen. ,,Wij zijn heel tevreden over de productiviteit van Flanderijn in samenhang met de inschattingskans van een vordering. Bij Flanderijn begrijpen ze ook heel goed dat wij er als onderwijsinstelling minder hard in zitten dan een commerciële organisatie als KPN.’’


23 | DRIE KLANTEN AAN HET WOORD OVER DEBITEURENBELEID

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

HANS BLAAUW:

‘Je kunt wel de ouderwetse deurwaarder spelen, maar vaak levert dat alleen maar verliezers op’

WONINGCORPORATIE ACANTUS ,,Door de economische crisis is ook in Oost-Groningen het aantal mensen dat de huur niet kan betalen gestegen’’, zegt Hans Blaauw, regio­manager Veendam en verantwoordelijk voor de afdeling Incasso van Acantus, verhuurder van zo’n 13.000 woningen in Noord- en Oost-Groningen. ,,Dat was voor ons mede aanleiding om ons incassobeleid opnieuw in te richten. Eind 2015 moet dat afgerond zijn. We merkten bijvoorbeeld dat het beter werkt om bij een huurachterstand zo snel mogelijk aan de bel te trekken. Verder krijgt in de nabije toekomst niet elke huurder met een achterstand meer dezelfde brief. Iemand die een of twee keer per jaar een keer de vervaldatum mist, krijgt nu een vriendelijke herinnering. Met mensen die regelmatig te laat zijn, gaan we actief aan de slag. Niet alleen om grotere problemen voor de huurder te voorkomen, maar ook omdat we daar voor onszelf de beste resultaten mee boeken.’’ Als er sprake is van problematische schulden is er vaak meer aan de hand en hebben we ook te maken met hulpverleners van de gemeente,

sociale instanties en kredietbanken. We proberen tot goede afspraken te komen vanuit de gedachte dat je iemand pas goed kunt helpen als het dak boven zijn hoofd is gegarandeerd. Als dat op orde is, kun je vandaar uit aan de slag met de hulpverlening en stappen maken om te voorkomen dat mensen opnieuw in de problemen komen.’’ Zelfredzaamheid is voor veel problematische schuldenaars gewoonweg een stap te ver, denkt Blaauw. ,,Hulpverleners denken daar vaak anders over, maar er is een groep die nooit zelfredzaam zal worden en continu begeleid moet worden.’’ Flanderijn werd al in een vroeg stadium betrokken bij de nieuwe aanpak van Acantus. ,,Ook Flanderijn streeft naar een oplossing in het voortraject, de stap naar de rechter kan altijd nog. Het is ook belangrijk dat ze meedenken over preventie. Je kunt wel de ouderwetse deurwaarder spelen, maar dat levert vaak alleen maar verliezers op.’’


24 | GOED RECHT

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Eind 2014 heeft de eerste gerechtsdeurwaarder zijn gelegde loon­ beslagen geregistreerd in het digitale beslagregister. In recordtempo heeft de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG), samen met een softwareleverancier en de Stichting Netwerk Gerechtsdeurwaarders, dit register gerealiseerd.

Beslagregister dit jaar operationeel Het kabinet gaf in 2013 de opdracht voor het beslagregister en geen jaar later is het gebruiksklaar. Binnen de afgesproken tijd en, misschien nog belangrijker, binnen het afgesproken budget! Eind 2015 moeten alle gerechtsdeurwaarders in Nederland hun gelegde loonbeslagen vastleggen in het register. WAAROM DIT REGISTER? Met name de laatste jaren is er veel aandacht voor het juist vaststellen van de beslagvrije voet, het minimale bedrag dat een schuldenaar over moet houden nadat er beslag op zijn inkomsten is gelegd. Dit bedrag zou voldoende moeten zijn om in ieder geval de vaste lasten te betalen. De berekening van de beslagvrije voet is ingewikkeld omdat er rekening gehouden moet worden met allerlei verhogingen en toeslagen. Niet altijd wordt de juiste beslagvrije voet gehanteerd, omdat deze bij ieder beslag en iedere wijziging in inkomen opnieuw moet worden vastgesteld. Schuldenaren ontvangen daardoor minder dan de wet heeft voorgeschreven. In het beslag­ register kan iedere gerechtsdeurwaarder zien of er al beslag is gelegd ten laste van een schuldenaar en hoe hoog de beslagvrije voet is zoals die door de eerste beslagleggende deurwaarder is vastgesteld. Dit voorkomt veel discussie, frustratie en herberekeningen. Het beslagregister moet ook onnodige kosten aan banden leggen. Tot nu toe mocht de gerechtsdeurwaarder pas nadat hij een vonnis of dwangbevel heeft betekend, bij bijvoorbeeld het UWV informeren of de schuldenaar inkomsten heeft en zo ja, van wie. In steeds meer gevallen komt de deurwaarder daarna pas tot de ontdekking dat er veel meer schulden zijn en dat daarvoor ook beslagen zijn gelegd op het inkomen. Wanneer dit vooraf bekend was geweest bij de gerechtsdeurwaarder, had de schuldeiser wellicht geen procedure bij de

‘Het beslagregister wordt gezien als een belangrijk middel om de schulden­ problematiek beheersbaar te maken.’

rechter gevoerd omdat bijvoorbeeld de kosten niet opwegen tegen de baten. Ook had voorkomen kunnen worden dat de schulden waren opgelopen. Zodra het beslagregister volledig operationeel is, mag de gerechtsdeurwaarder het register al raadplegen voordat de dag­vaarding wordt uitgebracht. Hij kan de schuldeiser dan beter informeren over de verhaalsmogelijkheden. EN NU VERDER? Het beslagregister is tot stand gekomen met behulp van subsidie van de ministeries van Veiligheid en Justitie en Sociale Zaken en Werk-

gelegenheid. De komende maanden moeten de gerechtsdeurwaarders hun werkprocessen aanpassen en worden er regels voor het gebruik van het register, vastgesteld door de ledenraad van de KBvG, ingevoerd. Er komt een verordening en een reglement voor het gebruik van het beslagregister waar gerechtsdeur­waar­ ders aan moeten voldoen. Eind 2015 moet het beslagregister volledig operationeel zijn. De politieke druk is groot: het beslagregister wordt gezien als een belangrijk middel om de schuldenproblematiek beheersbaar te maken.


025 | JONGEREN EN SCHULDEN

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Jongeren en schulden Vorig jaar was bijna één op de vijf jongvolwassenen (15-25 jaar) werkloos. Daarmee is het aantal jongeren zonder baan sinds 2008 fiks toegekomen. Jongeren hebben meer schulden en kloppen vaker aan bij schuldhulpverlening. PERCENTAGE JEUGDWERKLOOSHEID UITGEZET TEGEN AANVRAGEN SCHULDHULPVERLENING (JONGEREN TOT 25 JAAR) 20%

JEUGDWERKLOOSHEID SCHULDHULPVERLENING

NAARMATE DE JEUGDWERKLOOSHEID STIJGT, ZIEN WE OOK EEN TOENAME IN DE HOEVEELHEID SCHULDHULPVERLENING AANVRAGEN

15%

10%

5%

2008

2009

2010

2013

2012

2011

55%

VAN DE MBOSTUDENTEN ERVAART ZIJN SCHULD ALS EEN LAST

74%

VAN DE MBO’ERS HEEFT GEEN BETALINGSACHTERSTAND

SOORT BETALINGSACHTERSTAND

26%

35% SCHOOL/STUDIE ZORGVERZEKERING

41

31

%

%

VAN DE MBO-STUDENTEN HAD LIEVER MINDER GELEEND

ONLINE AANKOOP BOETES

20% 17% 33

Was in 2008 nog 8 procent van de jongvolwassenen (15-25 jaar) werkloos, vorig jaar was dat een forse 18 procent. Dat is een toename van 7 procent. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2013 en 2014 was er sprake van een lichte daling van werkloosheid onder jongeren, maar het is nog onduidelijk of dit zich doorzet. Onder jonge allochtonen is de werkloosheid opvallend hoger: liefst 34 procent van hen heeft geen werk – bij autochtone jongeren is dat aantal 14 procent. Ook groeit de werkloosheid onder allochtone jongeren harder.

MOBIELE TELEFOON

%

11%

BELASTINGDIENST OVERIG

16%

Jongeren (tot 26 jaar) met schulden kloppen ook vaker dan in 2008 aan bij schuldhulpverlening. Ze vormen nu 15 procent van het aantal aanmeldingen. Een rapport onder mbo’ers door onderzoeksbureau Nibud laat zien dat 1 op de 5 studenten een schuld heeft, maar geconcludeerd kan worden zij er steeds meer aan doen om hun inkomsten en uitgaven in balans te krijgen.


MEINE JANSMA


27 | BESCHERMING SCHULDENAREN

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

Waar kunst en deurwaarder elkaar ontmoeten Op het kunstfestival ‘Er hangt iets in de lucht’ kunnen (ex-)ondernemers die in schuldsanering zijn geraakt, zichzelf opnieuw uitvinden. Organisator Meine Jansma legt uit hoe kunst zelfredzaamheid versterkt.

In juni vindt in Den Bosch ruim drie weken lang een bijzonder kunstfestival plaats: ‘Er hangt iets in de lucht’. Het is een combinatie van beeldende kunst en podiumkunst, met kunstenaars uit binnen en buitenland. Bijzonder is bovendien dat op het experimentele kunstfestival ten minste één dag is gereserveerd voor (ex-)ondernemers. Meine Jansma is docent aan de deurwaardersopleiding aan de Hogeschool Utrecht én hij is kunstenaar. Vreemde combinatie? Jansma vindt zelf van niet. ,,Jaren was ik ondernemer, waarbij ik zowel interim-management als projectmanagement heb gedaan: kunst en vliegwerk. Na twaalf jaar wilde ik wat anders gaan doen, en besloot me toe te leggen op trainen en het overdragen van kennis en ervaring. Oók kunst en vliegwerk, maar mijn echte verhaal kan ik kwijt in de kunst.’’ Sinds 2008 geeft hij les aan de opleiding tot kandidaat-gerechtsdeurwaarder, in het ondernemersvak. Inmiddels is hij daarnaast ook nog eens derdejaars student aan de Academie der Schone Kunsten in Arendonk (België), hij heeft zijn atelier in Den Bosch. ,,Verbinden en inspireren”, zegt Meine Jansma, ,,daar gaat het om, bij alles.’’ Vanuit die gedachte is hij de motor achter ‘Er hangt iets in de lucht’. Op een speciale ‘(ex-)ondernemersdag’, worden nadrukkelijk MKB’ers ’die pech hebben gehad’ uitgenodigd. Dat zijn de mensen, zegt Jansma, die of failliet zijn gegaan of aan de grond zitten of zijn gestopt met hun bedrijf. Samen met kunstenaars van verschillende disciplines muziek, schilderen, poëzie, theater - gaan deze (ex-)ondernemers aan het werk. ,,We gaan dingen maken.” Bureau Zuidweg & Partners, deskundig in schuldhulpverlening voor ondernemers, zal de MKB’ers in haar netwerk uitnodigen om mee te doen.

,,Wat heeft dit met zelfredzaamheid te maken?” Jansma stelt de vraag zelf. Hij legt de achterliggende gedachte uit: ,,Wij hebben in Nederland een raar idee over mensen die hebben gefaald. We beschouwen ze als losers of we hebben medelijden met ze. We beschouwen ze als hulpbehoevend.” Dat moet anders, vindt Jansma. ,,Het uitgangspunt moet worden: Ik heb gefaald en daar ben ik trots op. Want: iemand die faalt, heeft om te beginnen ook iets aangedurfd.” Hij doet een ’brute’ stelling: ,,De ondernemer die failliet is gegaan, is voor mij een held. Of: de jongere met schulden is geen sukkel, maar een winnaar. Een gezin dat de hypotheek niet kan betalen, is een topteam.” Er is een reden waarom Jansma deze stellingen poneert. ,,Op het moment dat je iemand een loser noemt, creëer je angst.’’ Met kunst, daarvan is hij overtuigd, kun je die angst wegnemen. ,,Je leert op een andere manier te kijken naar dezelfde werkelijkheid. Kunst is een andere taal.”

MEINE JANSMA:

‘Het uitgangspunt moet worden: ‘Ik heb gefaald en daar ben ik trots op’

De groep van twintig tot dertig ondernemers gaat op het festival aan de slag. De locatie, Het Kruithuis, heeft acht ruimtes en een binnenplaats, daar vindt het allemaal plaats. ,,We gaan samen creëren. Alles is goed, en de fouten mogen gezien worden. Het is mijn doel dat mensen geïnspireerd raken.” Let wel, het is geen coachingsessie, waarschuwt de kunstenaar annex docent. ,,Ik ga niet beoordelen of zielenknijpen. Het is meer intuïtief.” Zelf gaat Meine Jansma ook ter plekke kunst voortbrengen: hij zal een installatie maken met wetboeken. ,,Kom kijken, zou ik zeggen.”

‘Er hangt iets in de lucht’ wordt 5 juni geopend door de bekende kunstenaar Rob Scholte. De slotmanifestatie vindt 28 juni plaats. Locatie: Het Kruithuis, Den Bosch www.erhangtietsindelucht.nl


28 | FLANDERIJN MAASTRICHT

De vestiging Maastricht is belangrijk als bruggenhoofd naar BelgiĂŤ en Duitsland

JUIST #12 - VOORJAAR 2015


29 | FLANDERIJN MAASTRICHT

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

In mei 2011 is in Maastricht de vijftiende vestiging van Flanderijn geopend. Naast het vergroten van de landelijke dekking vervult dit kantoor ook een belangrijke functie als bruggenhoofd voor de omliggende landen BelgiĂŤ en Duitsland (de Euregio Maas-Rijn). Sinds het openen van deze vestiging worden er veel opdrachten door Duitse bedrijven en organisaties aan Flanderijn verstrekt.

Flanderijn en Boers is gevestigd in een prachtig oud pand aan Kleine Looiersstraat 12 te Maastricht. Het kantoor ligt in het Jekerkwartier, op loopafstand van het Vrijthof en Onze Lieve Vrouweplein. Gerechtsdeurwaarder Ank Boers heeft de dagelijkse leiding. Bij Flanderijn en Boers zijn inmiddels vijftien medewerkers werkzaam.


030 | FLANDERIJN TRAININGEN

JUIST #12 - VOORJAAR 2015

De wereld van incasso en gerechtsdeurwaarders is voor velen een onbekende wereld. In de vierdaagse basisopleiding incasso leert u deze wereld kennen: het werkveld, de regels en de procedures, de mogelijkheden en obstakels.

Basisopleiding incasso

‘Voor onze debiteuren­beheerders is dit een zeer complete en waardevolle training’ DAG 1

DAG 2

DAG 4

- Introductie deurwaarderspraktijk - Obstakels in het incassotraject - Buitengerechtelijke incassokosten - Dagvaardingsprocedure in eerste aanleg - Verzet en hoger beroep - Regels ambtelijke praktijk - Gedragsregels - Berekenen proceskosten

- Een bezoek aan de rechtbank - Kort Geding - Dwangbevelen - Conservatoir beslag

- Beslag roerend - Beslag onroerend - Cumulatief beslag - Voorrangsregels - Introductie Wsnp en faillissement

DAG 3

- Berekenen beslagvrije voet - Derdenbeslag

SCHRIJF U ONLINE IN! De cursus bestaat uit vier dagen van 9:00 uur tot 17:00 uur. U kunt ook kiezen om één of meerdere dagen te volgen. De kosten zijn € 900 ex. 21% BTW, incl. uitgebreid lunchbuffet. De trainingsdata en het inschrijfformulier vindt u op www.flanderijntrainingen.nl.


uw power is nodig! Het vergroten van de maatschappelijke zelfredzaamheid en weerbaarheid van jongvolwassenen. Dat is de missie van de Flanderijn Foundation. In augustus starten we met The Boost 2015, een speciaal voor de doelgroep ontwikkeld trainings- en coachingsprogramma. Centraal staat het meerdaagse event van 11 t/m 16 oktober 2015. Zo geven we 50 geselecteerde jongvolwassenen een positieve oppepper. Weg uit de negatieve spiraal, hoger op de sociaal-maatschappelijke ladder!

facebook.com/flanderijnfoundation

@FlanderijnFnd

The Boost 2015 is een in initiatief van:

Word partner The Boost wordt volledig gedragen door vrijwilligers. Meer dan 70 medewerkers van Flanderijn investeren tijd en kennis in The Boost 2015. Maar daarmee zijn we er nog niet: alle hulp is welkom. Wilt u The Boost ondersteunen, op welke manier dan ook? Word dan partner. Kijk voor meer informatie op www.theboost2015.nl


Achter iedere schuld schuilt een verhaal. Flanderijn incasso en gerechtsdeurwaarders begrijpt dit als geen ander. Daarom kiezen wij voor een oplossingsgerichte methode. Met als resultaat: betere inningsresultaten. Dรกt is de Flanderijn aanpak. www.flanderijn.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.