2 minute read
Dossier Vochtmeters en vochtmeten
METEN VAN VOCHT DOE JE NIET BIJ BENADERING
VERSCHILLENDE METERS VOOR VERSCHILLENDE BRONNEN VAN VOCHT?
Advertisement
Foto – Gann
Vochtmeten voor het plaatsen van parket doen we niet alleen omdat hout (afhankelijk van de soort min of meer) reageert op verschillende vormen van vocht maar ook omdat bepaalde producten, welbepaalde vochtgehaltes vergen voor een goed gebruik. Voor het meten van de verschillende vochtgehaltes bestaan verschillende meettoestellen, gebaseerd op uiteenlopende technologieën. Vandaag is multifunctionaliteit een trend. Het doel? Met één toestel verschillende vochtgehaltes meten.
Wat meten we? De parqueteur moet weten hoe het met de vochtigheid van de werf is gesteld. Om dat te weten bestaat maar één mogelijkheid: meten en vooral… alles meten! Vocht is immers overal. Dat betekent dat ook de omgeving vocht bevat. Dat vocht is niet alleen belangrijk omdat we werken met hout maar ook omdat, zoals eerder gezegd, de fabrikanten van chemische producten zoals lijmen, lakken en oliën bepaalde eisen (grenzen) stellen aan de klimatologische omstandigheden (vocht en temperatuur) voor een kwalitatieve toepassing van hun producten. Daarbuiten bevatten bouwelementen zoals beton, chape en pleisterwerk bepaalde percentages bouwrestvocht en hebben ook de bouwmaterialen zelf een vochtgehalte (dat trouwens varieert). Voor het meten van al die mogelijke vochtgehaltes bestaan er verschillende soorten vochtmeters.
Hoe meten we dat? Voor het meten van al die mogelijke vochtgehaltes bestaan er verschillende soorten vochtmeters. Deze zijn grofweg in te delen in twee types: destructieve en niet-destructieve. Bij een destructieve meter moet u de meetpennen met de hand in het materiaal drukken. Hierbij beschadigt u het materiaal. Dat is vaak geen probleem tijdens een verbouwing, bijvoorbeeld. Met een niet-destructieve meter houdt u de meetkop tegen het materiaal. Als het de bedoeling is dat het materiaal onaangetast blijft, gebruikt u een meter van het laatste type. Beide types kunnen werken volgens verschillende technologieën.
Meettechnologieën Volgens sommigen is de meest betrouwbare methode de ‘Carbid Methode’ waarbij met monstermateriaal uit de vloer een reactie met carbid teweeg gebracht wordt waardoor het restvochtgehalte kan gemeten worden. Luchtvochtigheid en temperatuur worden gemeten met hygro-thermometers. Deze hebben tot doel om de omgevingsomstandigheden te controleren. De meters die gebaseerd zijn op de diëlektrische constante worden ook wel ‘capacitieve houtvochtmeters’ genoemd. Zij werken met een zender en een ontvanger en zijn gebaseerd op de dichtheid van het hout. Deze meters beschikken niet over pinnen en worden gewoon tegen het hout geplaatst. De elektrische weerstand van hout is erg afhankelijk van het vochtgehalte in het hout. Heel wat parketplaatsers zijn ‘gewapend’ met een meettoestel dat uitgaat van die elektrische weerstand. De meettoestellen zijn voorzien van elektroden (pinnen) die in het hout geduwd (of geslagen) worden en waarbij de weerstand tussen die elektroden gemeten wordt. In het toestel werd een omrekening van elektrische weerstand naar houtvochtgehalte geprogrammeerd.
Multifunctioneel Zoals dat ook is met andere instrumenten en gereedschappen of accessoires, proberen de fabrikanten meerdere functies aan de toestellen te geven. Het is voor de parqueteur geen evidentie om voor elke soort of bron van vocht een ander meettoestel boven te halen. Vandaag verschijnen er toestellen die gewoon ‘alles’ meten en dat is voor de vakman een forse stap voorwaarts.