Michael Cramer (Groenen) wordt voorzitter commissie TRAN
TRADE, SHIPPING, LOGISTICS & TRANSPORT WOENSDAG 9JULI 2014G WEEKBLAD
G
JAARGANG 2 N° 28G WWW.FLOWS.BE
G
2
PRIJS: € 7
G
P912004
HET BELANGRIJKSTE Zeebrugge wordt uitvalsbasis voor eerste LNG-bunkerschip GDF Suez bestelt samen met de Japanse rederij NYK en Mitsubishi Corporation bij Hanjin Heavy Industries een LNG-bunkerschip dat Zeebrugge als uitvalsbasis zal hebben. Het schip krijgt een capaciteit van 5.100 m3 en zal in 2016 in de vaart komen. GDF Suez sloot intussen ook een eerste bunkercontract voor LNG met United European Car Carriers. Die rederij neemt in 2016 twee autoschepen van 3.800 ceu in de vaart die door zowel aardgas als bunkerolie aangedreven kunnen worden. Zeebrugge zal concurrentie krijgen van Rotterdam als LNGbunkerhaven, want daar besloten Vopak en Gasunie om LNG te leveren aan Shell voor de bevoorrading van zeeschepen. PAGINA 4
Toereikende terminalcapaciteit is een van de voorwaarden om het intermodale chemievervoer toe te laten te groeien.
BELGIË Vrachtvolumes Brussels Airlines Cargo zitten in de lift
4
Geen budget voor directe spoorlijn Zeeland-Antwerpen
5
INTERNATIONAAL Vierde partner voor farma-netwerk Plan Europe
7
Intermodaal vervoer chemie kan 17% groeien De Europese chemiesector is reeds een grote gebruiker van intermodaal vervoer en wil dat aandeel nog verhogen. Allerlei obstakels verhinderen dat echter. Aan de hand van een onderzoek werden zowel de intermodale stromen als de belangrijkste belemmeringen geïdentificeerd. Het groeipotentieel wordt op 17% of 1,4 miljoen ton geraamd. KOEN HEINEN
Vrachttarieven lijnvaart dit jaar niet aan herstel toe
6
REPORTAGE Mercedes-Benz demonstreert autonoom rijdende truck
8 >
De Europese chemiefederatie Cefic verbindt zich ertoe om een bijdrage te leveren aan de doelstelling van de EU om tegen 2030 30% van het wegvervoer over afstanden van meer dan 300 km over te hevelen naar andere modi zoals spoor en binnenvaart. Als een belangrijke gebruiker van intermodaal vervoer, zegt ze moeite te hebben om het aandeel van het intermodaal vervoer nog te verhogen zonder het niveau van de dienstverlening in gevaar te brengen. Om een en ander duidelijk in kaart te brengen en aanbevelingen te kunnen formuleren, voerde Cefic in samenwerking met vertegenwoordigers van de chemie en de logistieke sector en met de steun van de Studiengesellschaft für den Kombinierten Verkehr uit Duitsland, een studie uit naar de huidige en te verwachten intermodale stromen van de chemie en naar de belangrijkste belemmeringen voor het gebruik van intermodaal vervoer. De belangrijkste stromen lopen momenteel
tussen de Benelux, Duitsland en Noord-Italië. Op deze corridors haalt het intermodaal vervoer reeds een hoge score. Volgens de studie is er nog een potentieel van 1,4 miljoen ton dat naar het intermodaal vervoer kan overgeheveld worden als daarvoor de nodige voorwaarden vervuld zijn.
Moeilijk om aandeel intermodaal vervoer te verhogen zonder dienstverlening in gevaar te brengen” De belangrijkste belemmeringen die uit de studie naar voor kwamen zijn de hoge kosten in vergelijking met wegvervoer, de ontbrekende intermodale verbindingen voornamelijk in Frankrijk, Spanje en Oost-Europa, de
ontoereikende frequentie en capaciteit van de bestaande verbindingen en ontbrekende of ontoereikende last mile oplossingen. Verder schiet ook de terminalinfrastructuur tekort en laat de betrouwbaarheid qua tijd te wensen over. Tot slot bleek uit het onderzoek dat diensten te weinig klantgeörienteerd zijn, wat zich uit in een gebrek aan transparantie en informatie. De onderzoekers misten ook een focus op binnenvaartvervoer. Aan de hand van deze bevindingen werden een aantal aanbevelingen gelanceerd. Zo verwacht de chemiesector van de beleidsmakers een open intermodale markt, een harmonisering op zowel technisch vlak als wat de regelgeving voor gevaargoed en douane betreft, betere verbindingen naar de havens en een grotere betrouwbaarheid van binnenvaartdiensten. Van de spooroperatoren en infrastructuurbeheerders wordt verwacht dat ze transparante en vergelijkbare diensten aanbieden met een hoge betrouwbaarheid en competitieve prijzen. Ook van de intermodale en logistieke dienstverleners wordt meer transparantie van hun intermodale oplossingen en een nauwere onderlinge samenwerking verwacht. De chemiebedrijven zelf worden geacht een actievere rol te spelen in het evalueren van de meest duurzame en efficiënte vervoermodus voor elke corridor. Ze moeten hun verwachtingen en doelstellingen kenbaar maken aan hun dienstverleners. (Zie ook pag. 6)
2
www.flows.be
G
WOENSDAG 9 JULI 2014
COMMENTAAR PHILIPPE VAN DOOREN Hoofdredacteur philippe.vandooren@roularta.be
Toenadering legt vinger op de wonde De Franse vervoerdersfederaties TLF en FNTR gaan veel nauwer samenwerken. Tot een fusie komt het niet, omdat het water nog te diep is. Maar de nieuwe TLF-voorzitter Yves Fargues stuurt wel aan op verregaande synergiën. Zo zullen TLF FNTR (en vermoedelijk de derde vereniging, Unostra) hun intrek nemen in een nieuw ‘Huis van het Vervoer’ in Parijs, samen met kleine sectoriële verenigingen, zoals die van de verhuizers. “Er zijn gewoonweg te weinig financiële middelen om drie volwaardige federaties overeind te houden,” is Fargues' redenering. Dalende lidmaatschappen en stijgende kosten nopen de verenigingen om de handen in elkaar te slaan. Door de talrijke faillissementen en fusies/overnames van de laatste jaren is het aantal leden van al deze verenigingen inderdaad fors gedaald. Ook zijn er veel kleine bedrijven die zeggen dat zij hun lidmaatschap niet meer kunnen veroorloven. Feit is dat overal in Europa een zelfde fenomeen waarneembaar is. In sommige landen, zoals Nederland, is deze toenadering al effectief gerealiseerd. In andere, zoals België, loopt men achter. De trend kan voor een stuk vertraagd worden door de vervoerdersverenigingen te laten evolueren naar dienstenleveranciers om nieuwe inkomsten aan te boren. De vraag is of deze diensten niet de bovenhand dreigen te nemen op de belangenverdediging. De mislukte fusie tussen Febetra, TLV en UPTR was een spijtige zaak. Misschien moet nu nagedacht worden over een bredere alliantie (en geen fusie meer), waar meer verenigingen bij betrokken worden. Gewoon uit pragmatisme.
Geen enkele Belg in commissie TRAN van EP De namen van de 49 leden van de commissie Transport en Toerisme van het Europees Parlement zijn gekend. Opvallend is dat er geen enkele Belg bij is. Een tweede reden om zich zorgen te maken, is de persoonlijkheid van de gedoodverfde voorzitter van de commissie TRAN, de Duitse Groene Michael Cramer. Tijdens de vorige legislatuur (2009-2014) zetelden drie Belgen in de commissie TRAN: Philippe De Backer (ALDE), Saïd El Khadraoui (S&D) en de Duitstalige Mathieu Grosch (EVP). El Khadraoui werd niet herkozen en Grosch was geen kandidaat meer. De Backer, die wel opnieuw in het Europees halfrond zetelt, stapt echter over naar de commissie Industrie, Onderzoek en Energie. In de nieuwe commissie TRAN vinden we wel een aantal tenoren terug, zoals de Nederlander Peter van Dalen (ECR), Boguslaw Liberadzki (S&D), Gesine Meissner (ALDE), Dominique Riquet (ALDE), Pavel Telicka (ALDE) en last but not least Michael Cramer (Groenen/EFA). Om wat invloed te kunnen uitoefe-
De gedoodverfde voorzitter, Michael Cramer, van Die Grüne.
nen op de werkzaamheden, zullen de Belgen moeten steunen op hoofdzakelijk hun twee Nederlandse collega's die wel in de commissie zetelen. Dat is, naast van Dalen, Wim van de Camp (EVP). Daags voor de samenstelling van 20 commissies en 2 subcommissies van het EP, werd het voorzitterschap ervan afgesproken. De Groenen zijn een van de kleinste fracties, maar zij krijgen wel het voorzitterschap van een belangrijke commissie, met name die van Transport en Toerisme. Behoudens een onwaarschijnlijke wending wordt deze week Michael Cramer formeel verkozen. In se is deze functie niet zo belang-
rijk. Binnen de commissies van het EP worden de verschillende dossiers verdeeld onder de fracties, die een ‘rapporteur’ aanduiden. Zij bestuderen de voorstellen van de Europese Commissie en drukken hun stempel op de reactie van het EP op die voorstellen. Zij zijn in die zin belangrijker dan de voorzitter. Maar wanneer over de amendementen met de Europese Commissie en de Europese Raad moet onderhandeld worden, is het wel de voorzitter die aan de tafel zit. Cramer is gekend als een leider met een grondige dossierkennis. Maar hij is evenzeer gekend om zijn bijna dogmatisch geloof in de spoorwegen. Zij moeten de absolute prioriteit krijgen. De luchtvaart verfoeit hij en wegvervoer is zijn grootste vijand. In het debat over de ecocombi's was hij bijvoorbeeld de vurigste tegenstander ervan, op het obsessieve af. En dat belooft weinig goeds: de definitieve tekst van de richtlijn over de maten en gewichten van de vrachtwagens moet binnenkort in triloog onderhandeld worden door vertegenwoordigers van de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement. Door Cramer, dus. (PhVD)
VARIA ROLF HABBEN JANSEN Rolf Habben Jansen heeft op 1 juli Michael Behrendt opgevolgd als CEO van de Duitse rederij Hapag-Lloyd. De Nederlander maakte al sinds 1 april deel uit van de directie. De Hamburgse carrier heeft ook een nieuwe COO. Het gaat om Anthony J. Firmin die al negentien jaar bij Hapag-Lloyd in dienst is en op 1 juli de functie van COO overnam van Ulrich Kranich. De directie van de rederij telt nu weer drie leden. Het derde lid is Peter Ganz, CFO.
WERNER VAN DESSEL Werner Van Dessel is bij Wallenius Wilhelmsen Logistics benoemd als Vice President en ‘Head of Emerging markets - MPA Atlantic East’. Hij opereert terug vanuit Antwerpen. Van Dessel, die al 12 jaar voor WWL werkt na een carrière van 15 jaar bij Cobelfret, was tot vorige maand Executive Vice President en hoofd van de ‘Commercial Region Europe’ in Stockholm. Hij is nu verantwoordelijk voor Afrika, het Midden-Oosten, Rusland en de GOS-landen, alsook de East en Central Med.
Natuur en economie hand in hand in haven Met het Soortenbeschermingsprogramma Antwerpse haven zorgt de haven ervoor dat natuurbeheer en economische activiteiten in de haven hand in hand kunnen gaan. Het Antwerpse havengebied telt zo’n 90 beschermde dier- en plantensoorten. Economische activiteiten mogen het voortbestaan van deze soorten niet in het gedrang brengen. Omdat deze situatie geen rechtszekerheid biedt voor de bedrijven werd werk gemaakt van het
Soortenbeschermingsprogramma (SBP) Antwerpse haven. Het SBP heeft tot doel beschermde soorten in stand te houden op het niveau van het havengebied veeleer dan op het niveau van het individueel bedrijventerrein. Door het realiseren van een netwerk van kerngebieden en corridors waar havenspecifieke fauna en flora zich kan ontwikkelen, krijgt de havenexploitatie en –ontwikkeling ook alle kansen. Het Havenbedrijf treedt op als coördinator en regisseur voor een correcte en tijdige uitvoering van de afgesproken acties. (KH)
LUC JACOBS Luc Jacobs is op 1 juli CEO geworden van DHL Global Forwarding voor België en Luxemburg. Hij volgt Jean-Claude Delen op. Jacobs startte bij Deutsche Post DHL in 1989 en heeft diverse functies bekleed in België, Europa en de wereldwijde organisatie. Zijn laatste post was die van Head of Global Full Container Load (FCL). In zijn nieuwe functie rapporteert hij aan Rajeev Singh-Molares, CEO EMEA. Tijdens de komende 2 maanden gaan Delen en Jacobs werken aan een vlotte overdracht. De Rugstreeppad is een van de beschermde diersoorten in het havengebied.
Febetra vernieuwt raad van beheer De algemene vergadering van de Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners (Febetra), heeft de nieuwe raad van beheer samengesteld. Zeven leden werden verkozen of herkozen ter vervanging van uittredende leden. Dat zijn Philippe ‘s Heeren (TTS), Benny Smets (Ninatrans), Roland Peeters (Peethultra Transport), Hans D'Eer (D’Eer Transport + Service), Vincent Gaillard (Jekatrans), Roel Smets (Alders Internationaal Transport) en Stefan Wijns (Coldway Express). Willy Van Loon (Van Loon Cor & Zoon), Jean-Claude Delen (DHL Global Forwarding), Didier Michel (Michel Fernand), Bart Van de Pol (Van De Pol) en Luc Driessen (Container Trucking Intermodal) zetten hun mandaat, dat ze twee jaar geleden toevertrouwd kregen, verder. (PhVD)
WOENSDAG 9 JULI 2014
G
3
www.flows.be
LAATSTE NIEUWS
Tariefverhoging in China gedeeltelijk geslaagd De containerrederijen hebben vorige week hun tarieven voor Chinese exportlading kunnen verhogen. Hapag-Lloyd kondigde inmiddels alweer twee nieuwe forse tariefverhogingen aan. Voor een 40’ container van Shanghai naar Noord-Europa werd eind vorige week op de spotmarkt 2.832 dollar all-in betaald, wat 620 dollar meer is dan de week ervoor. Ondanks de prijsstijging van 28% blijft de correctie onder het niveau dat de carriers zelf hadden aangekondigd. Het was hun ambitie om minstens 500 dollar per teu extra aan te rekenen, wat dus neerkomt op minstens 1.000 dollar voor een 40’ container. Tussen China en het Middellandse Zeegebied bleef de aanpassing be-
De spottarieven voor containervervoer tussen het Verre Oosten en NoordEuropa zijn vorige week met 28% gestegen. (Foto: Jan Tiedemann)
perkt tot 266 dollar/feu. Op die verbinding wordt nu volgens de Shanghai Containerized Freight Index (SCFI) 3.400 dollar all-in per 40’ container betaald.
Volgens de Britse consultant Drewry is het voor de carriers belangrijk om de tarieven op de spotmarkt omhoog te krijgen omdat de gemiddelde vrachtprijzen van de on-
langs hernieuwde jaarcontracten zo’n 150 tot 200 dollar per 40’ container onder het niveau van 2013 zitten. De Duitse rederij Hapag-Lloyd heeft andermaal als eerste het initiatief genomen om nieuwe verhogingen aan te kondigen. Op 14 juli al wil de Hamburgse carrier 500 dollar extra aanrekenen voor alle westbound lading. Op 1 augustus zou er dan nog eens 1.000 dollar per teu moeten bijkomen. Voor een 40’ container zou er dus in twee weken tijd 3.000 dollar meer betaald moeten worden, wat neerkomt op een verdubbeling van de tarieven op de spotmarkt. Hapag-Lloyd had eerder al voor 9 juli een correctie van 1.000 dollar per teu gepland, maar verlaagde dat bedrag in extremis naar 550 dollar met ingang van 1 juli. (SV)
Richtlijnvoorstel voor arbeidsduur binnenvaart De Europese Commissie heeft maandag een richtlijnvoorstel omtrent arbeidsduur voor werknemers in de binnenvaart gepresenteerd. Het gaat om de implementering van een akkoord dat eerder op Europees niveau werd bereikt tussen vertegenwoordigers van de werkgevers en werknemers uit de sector. De richtlijn moet de toepassing van de regelgeving met betrekking tot de maximum arbeidsduur op passagiers- en vrachtschepen in de binnenvaart in de EU faciliteren. Ze zal de arbeidsomstandigheden voor 31.000 bemanningsleden mee helpen verbeteren en zal voor de 9.645 in de sector actieve ondernemingen eerlijker concurrentievoorwaarden scheppen. De richtlijn sluit aan op de algemene arbeidsduurrichtlijn (2003/88/EC) die niet op varend personeel in de binnenvaart van toepassing is. Volgens Europees Commissaris voor Tewerkstelling László Andor is een adequate arbeidsduur voor de bin-
nenvaart essentieel voor de gezondheid en de veiligheid van de bemanning en dus voor de transportveiligheid. Het is ook logisch dat er een Europese regelgeving komt aangezien 75% van het binnenvaartvervoer transnationaal is. Het feit dat het om een onafhankelijk initiatief gaat van de Europese sociale partners op sectorieel vlak, noemt Andor een overwinning voor de sociale dialoog. Het voorstel dat nog door de Europese Ministerraad moet goedgekeurd worden beperkt de totale arbeidsduur per week tot maximaal 48 uur, waarbij het gemiddelde over 12 maanden in overweging ge-
De nieuwe richtlijn moet de arbeidsomstandigheden helpen verbeteren.
nomen mag worden. Nachtarbeid mag in totaal de 42 uur per week niet overschrijden. Werknemers in de binnenvaart hebben volgens de nieuwe richtlijn recht op minstens
vier weken betaald verlof per jaar en een jaarlijks medisch onderzoek. Dagelijks hebben ze recht op minstens 10 uur rust waarvan minimum zes uur zonder onderbreking en in totaal op minimaal 84 uur rust per week. De arbeidsduurrichtlijn is een initiatief van de kant van de werkgevers van de European Barge Union (EBU) en de European Shippers Organisation (ESO) en aan werknemerszijde van de European Transport Workers Federation (ETF). Zij bereikten hierover een akkoord in februari 2012. De Europese commissie onderzocht het voorstel op zijn rechtsgeldigheid ten opzichte van het Europese recht, ten aanzien van het mandaat en de representativiteit van de ondertekende organisaties en wat de weerslag op de kmo's en de socio-economische effecten betreft. (KH)
Atlantische spoorsnelweg tussen Noord-Frankrijk en Bayonne in de maak Tegen de lente van 2016 gaat VIIA, een filiaal van SNCF Geodis, van start met een nieuwe Atlantische spoorsnelweg tussen het Noord-Franse Dourges en Tarnos in de Landes, bij Bayonne en dus niet ver van de Spaanse grens. Momenteel loopt een openbaar onderzoek voor het project. VIIA heeft met de Franse overheid zopas een concessieovereenkomst gesloten voor het project. Op termijn wordt gemikt op vier heenen terugritten per dag met 1.000 meter lange konvooien, goed voor het dagelijks vervoer van 480 vrachtwagens. Het wegennet op deze as zal daardoor met hetzelfde volume ontlast worden. Deze nieuwe spoorsnelweg kan echter eveneens een te duchten concurrent worden voor de ‘motorways of the seas’ tussen de Benelux en Spanje. Op jaarbasis zou de capaciteit
85.000 vrachtwagens bedragen. Dat betekent een vermindering van de CO2-uitstoot met 100.000 ton en een besparing op de externe kosten van 166 miljoen euro gespreid over de vijftienjarige looptijd van de concessie. Er wordt 82 miljoen euro geïnvesteerd in de aanpassing van het spoortraject voor de spoorsnelweg. VIIA, een dochter van SNCF ontstaan uit de fusie tussen de Autoroute Ferroviaire Alpine en Lorry Rail, gaat - gespreid tot 2020 - 278 wagons van de groep Lohr Indus-
COLOFON
MANAGEMENT Directeur B2B Media Miranda Keuters miranda.keuters@roularta.be Redactiedirecteur Alfons Calders alfons.calders@roularta.be REDACTIE Algemeen adres redactie.flows@roularta.be Hoofdredacteur Philippe Van Dooren philippe.vandooren@roularta.be 03 455 99 56 Redacteurs Kurt De Cat kurt.de.cat@roularta.be 0477 05 52 89 Koen Heinen koen.heinen@roularta.be 0486 02 43 24 Guy Mintiens guy.mintiens@roularta.be 0475 82 59 91 Annemie Morbee annemie@deformulering.be 0473 98 61 54 Marcel Schoeters marcel.schoeters@roularta.be 0486 75 15 55 Jean-Louis Vandevoorde jean.louis.vandevoorde@roularta.be 0491 25 30 76 Stefan Verberckmoes stefan.verberckmoes@portplus.be 03 454 15 53 Kris Zeuwts kris.zeuwts@roularta.be 0476 48 45 92 ADVERTENTIES Key Accountmanager Roularta Media Group Bart Snoeck 0476 76 21 17 bart.snoeck@roularta.be PORT+ NV Brouwersvliet 33 2000 Antwerpen Sales & marketing manager Luc Corremans 0486 12 31 29 luc.corremans@portplus.be ABONNEMENTEN Flows Abonnementenservice Postbus 360 8800 Roeselare tel. 078 35 33 13 fax 078 35 33 14 flows@abonnementen.be België: 330 euro per jaar Binnen de EU: toeslag 75 euro Buiten de EU: toeslag 100 euro BE57 4721 0111 8135 (IBAN) Flows is een uitgave van Roularta Media Group NV in samenwerking met PORT+ en wordt gedrukt bij Roularta Printing.
Gedelegeerd bestuurder: Rik De Nolf Directeur magazines: Xavier Bouckaert (xavier.bouckaert@roularta.be) Verantwoordelijke uitgever: Sophie Van Iseghem p/a Roularta Media Group NV Meiboomlaan 33 8800 Roeselare
Op jaarbasis zou de capaciteit 85.000 vrachtwagens bedragen.
tries aanschaffen voor een bedrag van 100 miljoen euro. De overheid zal samen met de betrokken regio’s instaan voor de financiering van de terminals in Dourges en Tarnos. Het project
zou goed zijn voor 500 nieuwe jobs, waarvan 120 vaste voor de uitbating van de terminals en het onderhoud van de wagons. Het openbaar onderzoek loopt nog tot 23 juli.(KH)
Redactionele bijdragen zijn vrij van publiciteit. Dit weekblad is auteursrechtelijk beschermd. Wenst u artikels te scannen, digitaal op te slaan, te drukken, meermaals te kopiëren of commercieel te gebruiken? Contacteer Ann Soete, 051 26 65 70. Meer info over uw rechten: www.presscopyrights.be. DB568947A4
4
www.flows.be
G
WOENSDAG 9 JULI 2014
BELGIË SCHEEPVAART
Herstructurering OXL goedgekeurd De crediteuren van OXL hebben bijna unaniem de herstructurering van de rederij goedgekeurd. De Belgische heavy-lift en breakbulkoperator kan zijn activiteiten nu met een gerust gemoed voortzetten, zegt chartering director Thomas Daenens. OXL zag zich eerder dit jaar als gevolg van de moeilijke marktsituatie en liquiditeitsproblemen genoopt om een procedure van herstructurering in te zetten. Die is nu positief geëvalueerd. Bij de herstructurering is zusterbedrijf Flamar niet betrokken. Ook de joint venture met de Chinese groep Hansy blijft overeind. JLV
LUCHTHAVENS
Antwerp Airport via Southend op 40 minuten vliegen van London Gateway Vracht wordt op deze vluchten niet meegenomen en ook voor Southend is vracht niet echt belangrijk. Volgens gedelegeerd-bestuurder Roger Clements van de luchthavenbeheersmaatschappij zou Southend geschikt kunnen zijn als verdeelpunt voor e-commerceverkeer. “We hebben daar zeker het land voor. Mocht er iemand bereid zijn om in deze activiteit te investeren, dan zouden we dat zeker verwelkomen”, aldus Clements. De beheerder van Southend is de luchtvaartmaatschappij Stobart Air, die ook de verbinding met Antwerpen aanbiedt. De Stobart Group heeft een lage traditie in de logistieke sector, d.w.z. als wegvervoerder. De luchthaven is gelegen in het graafschap Essex, niet ver van de voorstad Stratford, de locatie van de Olympische Spelen van 2012. Wat de nieuwe verbinding met Antwerp Airport interessant maakt, is de nabijheid van de luchthaven ten opzichte van de nieuwe diepzeehaven van Londen, de London Gateway, op amper 40 minuten vliegen. MAS
Actieve inspiratie- en netwerkmissie voor CxO’s
EXCLUSIEF BEZOEK AAN NEW YORK van 8 t.e.m. 13 oktober 2014
O.l.v. Sabine Appelmans en Serge Haubourdin trekt de Hercules Academy met een selecte groep CEO’s op vierdaagse missie naar de “City that never sleeps”. Na een straffe eerste editie in Dubai wordt het ook deze keer een ware Herculeaanse belevenis met een verkwikkende mix van inspiratie, networking, herbronning en actie.
“Hercules heeft de lat weer zeer hoog gelegd! Onvergetelijk hoe wij Dubai beleefd hebben. NY here we come!” Lode, CEO Tobius
Meer informatie of inschrijven via info@herculesacademy.com. Max. 30 plaatsen. Inschrijven kan vóór 31 juli.
www.herculestrophy.com DB645305F4
Vrachtvolumes Brusse Airlines Cargo zitten i Het vrachtvolume van Brussels Airlines is dit jaar altijd gegroeid. Om daar ook op het vlak van de omzet de vruchten van te plukken, vergt heel wat inventiviteit van het vrachtteam, zegt Cargo Manager Herman Hoornaert. MARCEL SCHOETERS
itgedrukt in vrachttonkilometers, is het volume in januari gestegen met 30,7%, in februari met 20,2%, in maart met 33,1%, in april met 14,4% en in mei met 18,2%. Brussels Airlines Cargo moest in 2013 genoegen nemen met een daling van de omzet, omwille van het wegvallen van de vluchten op Bamako (wegens de burgeroorlog in Mali). Qua volume was 2013 echter gelijk aan 2012. “Bamako was een zeer goed vrachtstation”, zegt Hoornaert. De vrachtdivisie van Brussels Airlines voelt de impact van de crisis blijkbaar altijd een jaar nadat deze is uitgebroken. “2008 had een impact op de omzet van 2009 en 2012 hebben we gevoeld in 2013”, zegt Hoornaert. De vracht van Brussels Airlines wordt niet uitsluitend met eigen machines vervoerd. “Omdat volgens de bepa-
U
Herman Hoornaert, Cargo Manager Brussels Airlines
lingen van de Europese regelgeving op het gebied van luchtvaartbeveiliging enkel lading van ‘bekende verladers’ aan boord van passagiersvliegtuigen mag worden meegenomen, worden zendingen van verladers die niet over die status beschikken op freighters vervoerd. Daarvoor heeft Brussels Airlines zogenaamde ‘Special Prorate Agreements’ afgesloten met ondertussen een 25-tal maatschappijen. Voorbeelden daarvan zijn Saudi Cargo en Avient. Deze laatste maatschappij vliegt vanuit Liege Airport naar Lomé. “Avient is vooral interessant naar Afrika. De aanlevering van die vracht betekent voor ons een extra kost, maar die nemen we er graag
bij om geen klanten te moeten afschepen, zegt Hoornaert. Met het vrachtbedrijf van Lufthansa, medeeigenaar van Brussels Airlines, wordt ook samengewerkt, m.u.v. Banjul. “Daar landt een MD-11 van Lufthansa Cargo. Deze vracht wordt vanuit Frankfurt getruckt naar het Verenigd Koninkrijk.” Hoornaert benadrukt dat Brussels Airlines Cargo het uiteindelijk toch moet hebben van de Afrikaanse routes. De maatschappij heeft de voorbije jaren haar intercontinentale netwerk weliswaar uitgebreid met New York JFK en Washington, maar de tarieven op deze NoordAtlantische routes zijn niet om over naar huis te schrijven. Een interes-
Zeebrugge wordt uitvalsbasis voor eerste LNG-bunkerschip GDF Suez bestelt samen met de Japanse rederij NYK en Mitsubishi Corporation bij Hanjin Heavy Industries in Zuid-Korea een LNG-bunkerschip dat Zeebrugge als uitvalsbasis zal hebben. De keuze voor Zeebrugge waar NYK al via de terminaldochter ICO actief is, heeft uiteraard te maken met de aanwezigheid van de LNGterminal van Fluxys. GDF Suez heeft ook al een eerste klant. Het gaat om de Noorse rederij United European Car Carriers (UECC) die de Zeebrugse haven als hub gebruikt en die voor 50% in handen is van NYK. Het nieuwe bunkerschip zal in 2016 in de vaart komen, net als de twee nieuwe autoschepen van UECC die op zowel traditionele bunkerolie als LNG zullen kunnen varen. Het gaat om twee car car-
Dit is een artist impression van het in Zuid-Korea bestelde bunkerschip.
riers met een capaciteit van 3.800 ceu die in het Chinese Nantong gebouwd worden. Het bunkerschip van GDF Suez, NYK en Mitsubishi krijgt een capaciteit van 5.100 m3 en wordt vol-
gens het Zeebrugse havenbestuur het eerste dat gebruikt zal worden om vrachtschepen in Noord-Europa van LNG te voorzien. Alle Noord-Europese havens zijn volop bezig om zich voor te berei-
WOENSDAG 9 JULI 2014
G
5
www.flows.be
BELGIË
Petrochemie blijft investeren in Antwerpen els n de lift sante evolutie over de voorbije jaren is dat de tonnages van en naar Afrika in evenwicht aan het komen zijn. Voor 2014 heeft de vrachtdivisie 35,876 miljoen euro gebudgetteerd op een totaal van 2.456 vluchten. Afrika blijft de belangrijkste markt voor Brussels Airlines. Dat Brussels Airlines zich als kleine maatschappij zo goed weet te handhaven tussen al de giganten, heeft te maken met het feit dat die grote jongens nooit het totale plaatje compleet hebben, zegt Hoornaert. “Soms hebben ze geen widebody’s op de Afrikaanse routes. Wij hebben een groep van 10 à 15 grote klanten, waaronder 5 hele grote, die we heel goed kennen en aan wie we een zeer persoonlijke dienstverlening kunnen bieden.” Vracht en passagiers blijven met elkaar verweven, zo blijkt. “Hoewel de competitie heel groot is, verliezen we toch geen marktaandeel en groeit het aantal passagiers constant op onze Afrika-vluchten. Dit is uiteraard heel positief, ook al heeft het uiteraard een impact op de vracht, want meer passagiers betekent meer bagage en minder capaciteit voor de vracht.” Op de Afrikaanse routes is het aandeel van de cargo in de omzet goed voor 42%. Op de totale omzet van Brussels Airlines is dat aandeel goed voor 6%. De vrachtomzet op die Afrikaanse routes wordt voor 2/3 gehaald op de zuidelijke routes (naar Afrika dus). (MAS)
ExxonMobil trekt driekwart miljard euro uit voor de bouw van een bijkomende productie-eenheid in de Antwerpse raffinaderij van dochterbedrijf Esso België. Lanxess nam van zijn kant een nieuwe kunststoffenfabriek in gebruik.
Het project bij ExxonMobil draait om de bouw van een nieuwe ‘delayed coker unit’ die zwaardere, hoogzwavelige restolie kan omzetten in producten zoals gasolie voor de scheepvaart en diesel. Volgens de jaarlijkse ‘Outlook for Energy’ van de Amerikaanse gigant zal de vraag naar diesel voor vrachtwagens en ander commercieel transport in Europa in de komende decennia hoog blijven. ExxonMobile investeerde in de voorbije tien jaar al meer dan 2
Exxon Mobil drijft zijn investeringen in Antwerpen verder op.
miljard dollar in de Antwerpse raffinaderij, “ondanks extreem lage marges en verliezen in de hele Europese raffinagesector, voornamelijk door overcapaciteit”. Het nieuwe project onderstreept de strate-
gische rol die de vestiging in de Scheldehaven toegemeten krijgt. Het Havenbedrijf Antwerpen reageert opgetogen op het nieuws. “De investeringen van ExxonMobil in de Antwerpse haven zijn de zo-
veelste in een indrukwekkende investeringsreeks door de olie- en chemische sector de jongste jaren in de Antwerpse haven.” Het ziet de beslissing ook als een bewijs dat de sector gelooft “in de unieke multifunctionele koers die de haven vaart”. Een ander bewijs daarvan kwam vorige week met de ingebruikname in Lillo van een nieuwe polyamidefabriek van Lanxess. Die heeft een jaarcapaciteit van 90.000 ton en vertegenwoordigt een investering van 75 miljoen euro. Polyamide wordt voornamelijk aangewend voor de productie van lichte kunststofonderdelen voor de auto-industrie. De volledige capaciteit wordt vanuit Antwerpen verdeeld naar Lanxess' wereldwijde netwerk van compounderingsbedrijven (JLV)
Geen budget voor directe spoorlijn Zeeland - Antwerpen De Nederlandse staatssecretaris Wilma Mansveld zegt dat er geen budget is voor de aanleg van de spoorverbinding ZeelandAntwerpen, de zogenaamde VeZA-boog. Die zou treinen met gevaarlijke stoffen van de lijn Vlissingen-Roosendaal-Dordrecht moeten halen. De staatssecretaris schrijft dat in een brief in antwoord op een vraag tijdens de Vaste Commissie van Infrastructuur en Milieu in verband met externe veiligheid. Mansveld geeft daarbij ook een stand van zaken omtrent de onderhandelingen tussen de provincies Noord-Brabant en Zeeland met België over de mogelijkheden van de aanleg van de spoorboog. Volgens de staatssecretaris hebben beide provincies wel gesprekken gevoerd met ‘Vlaamse stakeholders’ over de VeZA-boog, maar ze
wijst er op dat een nieuwe spoorverbinding in België de bevoegdheid is van de federale regering. Van de federale regering heeft Mansveld overigens te horen gekregen dat bedoelde spoorboog “geen onderwerp van overweging of onderzoek is”. Het is ook niet opgenomen in de prioriteitenlijst van de Vlaamse overheid noch in het meerjaren investeringsplan van de NMBS 2013-2025. Goederentreinen uit Vlissingen moeten nu eerst naar Roosendaal of Kijfhoek rijden vooraleer ze naar
Volgens Staatssecretaris Wilma Mansveld kan het aantal treinen het project niet rechtvaardigen.
Antwerpen kunnen. Via de VeZaboog zouden ze al ruim voor Bergen-op-Zoom in zuidelijke richting moeten afslaan. De Zeeuwse havens zijn al jaren vragende partij voor de spoorverbinding, maar volgens Mansveld kan het aantal treinen het project niet rechtvaardigen. Jaarlijks zou het om 20 tot 35 treinen met gevaarlijke stoffen gaan. Dat is een trein om de twee à drie weken. De kosten voor het Nederlandse deel van het traject worden geraamd op 200 miljoen euro. Volgens Mansveld zijn de omgevingsrisico's van het vervoer van gevaarlijke goederen reeds door het Basisnet begrensd tot de geldende wettelijke normen.
Nieuwe biomassacentrale levert haven Gent trafiek op den op het gebruik van LNG als milieuvriendelijke brandstof. Vorige week werd door de werkgroep LNG Fuelled Vessels van het Worlds Ports Climate Initiative een nieuwe website gelanceerd die zich focust op de mogelijkheden van LNG als scheepsbrandstof. Voorzitter van deze werkgroep en trekker van het initiatief is de Antwerpse haven, die overigens samen met Zeebrugge en Singapore werkt aan een standaardisatie van de procedures voor LNG-bunkering. Rotterdam liet op zijn beurt weten dat de regelgeving per 1 juli is aangepast zodat LNG-bunkering van schip tot schip er in de toekomst mogelijk wordt. Vopak en Gasunie bouwen op de Maasvlakte aan hun Gate Terminal alvast een distributieterminal, waar Shell LNG zal komen laden om het gas verder te verdelen als brandstof voor binnen- en zeeschepen. (SV)
In het derde kwartaal van 2017 neemt Belgian Eco Energy in de haven van Gent een gloednieuwe elektriciteitscentrale in bedrijf op de terminal van Ghent Coal. Op kruissnelheid zal ze zowat 1 miljoen ton grondstof verbruiken. De nog jonge Belgische elektriciteitsproducent tekent met ‘Bee Power Gent’ voor zijn grootste project tot dusver. Het bedrijf investeert ruim 300 miljoen euro in de bouw van de zeer milieuvriendelijke centrale, die zowat 200 MW per jaar zal produceren. Die elektriciteit zal voornamelijk naar bedrijven en overheden gaan. Voor de restwarmte wordt een lokale afzet gezocht. De bouw van de centrale, die volgend jaar zal starten, past voor een deel ook in de reconversie van
De nieuwe biomassacentrale wordt op de terminal van Ghent Coal ingeplant.
Ghent Coal Terminal, een dochterbedrijf van de groep Sea-Invest. BEE neemt zowat 5 hectare van de terminal aan het zeekanaal over. Sea-Invest zal instaan voor overslag en opslag van de biomassa en
bouwt daarvoor onder meer een loods met een capaciteit van ongeveer 60.000 ton. Beide partijen sloten daarover een overeenkomst op lange termijn. De “100% duurzame” biomassa zal
voornamelijk uit Brazilië, WestAfrika en Oost-Europa (Oekraïne, Bulgarije, Roemenië) komen. Alle aanvoer zal per zeeschip gebeuren. Eén van de troeven van de nieuwe installatie is dat ze de mogelijkheid biedt om qua grondstoffen “zeer breed te gaan” en niet afhankelijk is van duurdere houtpellets uit regio’s zoals Noord-Amerika en Noord-Europa, zegt CEO Michael Corten van BEE. Gedelegeerd bestuurder Daan Schalck van het Havenbedrijf vindt het Bee Power Gent perfect aansluiten bij de strategie van de Gentse haven, die in ruime mate mikt op duurzaamheid en bio-economie. “Duurzaamheid, tewerkstelling, toegevoegde waarde, maritieme tonnage… Dit project brengt alles samen. Dit is geen investering die toevallig in Gent geland is.” (JLV)
6
www.flows.be
G
WOENSDAG 9 JULI 2014
INTERNATIONAAL EUROPA
EU-voorzitter Italië ziet transportinfrastructuur als prioriteit De Italiaanse Transportminister Maurizio Lupi (foto) zegt dat hij in het kader van het Italiaanse EU-voorzitterschap voorrang wil geven aan het versterken van de transportinfrastructuur, onder meer van de havens. Op 16 en 17 september staat een informele Raad van de Europese Transportministers in Milaan gepland. Die zal onder meer gaan over de uitbreiding van netwerken en de budgetten die elk van de lidstaten uittrekken voor de ontwikkeling van hun strategische netwerken. Wat de havens betreft, wil Lupi niet weten van een verstrenging van de regels m.b.t. het beheer van de havenactiviteiten, aangezien elke lidstaat zijn specifieke havenbeleid hanteert. “Er moet van de havenrealiteit van elke lidstaat uitgegaan worden en er moeten oplossingen gezocht worden om de gezamenlijke ontwikkeling van deze essentiële sector te faciliteren,” aldus Lupi. KH
HAVENS
Groei van containeroverslag in Noord-Europa trekt aan De aanvoer van containers in de zes grootste Noord-Europese havens zal volgens het laatste Global Port Tracker Report dit jaar met 4,3% stijgen. Voor de export wordt een groei van 4,8% verwacht. Die percentages zijn hoger dan de +3,2% en 3,9% die momenteel op het scorebord staan, wat impliceert dat de groei de komende zes maanden nog zal aantrekken. Voor de zes havens samen wordt in het tweede semester op een groei van 6,9% gerekend. Het Global Port Tracker Report voorspelt opnieuw de grootste toename voor Hamburg (+8,6%), gevolgd door Rotterdam (+7,9%) en Le Havre en Zeebrugge (elk +6,2%). In Antwerpen zou de groei volgens het rapport in de tweede jaarhelft beperkt blijven tot 4,1%. Op basis van deze voorspellingen zouden de zes grootste Noord-Europese havens dit jaar afklokken op een gezamenlijke trafiek van 41,1 miljoen teu. SV
HAVENS
Vrachttarieven lijnvaa dit jaar niet aan herste Ook al wijzen diverse indicatoren op een herstel van de te vervoeren volumes, toch rekent consultant Drewry voor dit jaar op een verdere daling van de tarieven. Carriers zijn nog te veel gefocust op behoud van marktaandeel en besparingen. GUY MINTIENS
e Britse consultant Drewry besprak in een webinar welke trends de markt van de vrachttarieven in de lijnvaart momenteel beheersen. Het bureau stelt in de eerste plaats vast dat de economische indicatoren alvast gunstig zijn voor een herstel van die tarieven. Uit gegevens van het IMF blijkt dat de economische groei stilaan toeneemt, vooral dankzij het herstel in de VS en een bescheiden groei in Europa. In China vertraagt de groei wat, maar het land blijft een netto exporteur en de groei zal ook dit jaar nog boven de 7% liggen. De VS
D
TRENDS IN VRAAG EN AANBOD IN HET MARITIEM CONTAINERVERVOER 7% 6%
Groei containervolumes (vraag) Groei containervloot (aanbod)
5% 4% 3% 2% 1% 0%
Nov-13
Dec-13
Jan-14
Feb-14
Mrt-14
Apr-14
Bron: Drewry’s Sea & Air Shipper Insight
toont een omgekeerd beeld; dat land blijft een netto invoerder met een sterke groei van de invoer in maart en april (meer dan 6%). Drewry wijst er echter op dat de toename van de invoer wat kunstmatig kan zijn omdat gevreesd wordt dat in de zomermaanden sociale onrust in de Amerikaanse havens kan leiden tot een sluiting van terminals. Ook het consumentenvertrouwen blijft stijgen, zowel in de VS als in Europa. In Europa is de stijging in de periode mei 2013/mei 2014 zelfs sterker dan in de VS. Drewry
merkt op dat er historisch een sterke band is tussen deze groei en die van de trafiekvolumes. Verder keek de consultant ook naar de groei van de containervolumes in enkele belangrijke havens, waaronder Antwerpen. Volgens Philippe Damas van Drewry zien de containervolumes er op dit moment er veel beter uit dan zes maanden geleden. In Antwerpen wordt momenteel een groei van die volumes genoteerd met 5%, in Shanghai met 5 à 10% en in Los Angeles met 10%. De stevige groei in LA kan echter weer voor een deel verklaard worden
Congestie bij ECT wordt nog erger Het Centraal Bureau voor Rijn- en Binnenvaart (CBRB) stelt vast dat de vertragingen bij ECT op de Rotterdamse Maasvlakte verder oplopen. Er werden intussen al vertragingen van meer dan vijf dagen gerapporteerd, terwijl de terminal voor begin juli juist een verbetering van de situatie had beloofd. De congestie heeft volgens ECT te maken met het feit dat veel deepsea schepen hun vaarschema niet respecteren. Een deel van de kaai aan de Amazonehaven is ook buiten gebruik omdat er nieuwe kranen in dienst worden genomen. Volgens de binnenvaartorganisatie is het niet duidelijk welke maatregelen ECT neemt om de situatie te verbeteren. Zo is niet bekend of alle beschikbare kranen ook bemand worden. De directie van ECT verklaarde onlangs nog geen extra mensen aan te werven omdat er wellicht mensen zullen moeten opstappen wanneer de nieuwe terminals op de Tweede Maasvlakte operationeel worden. SV
TRANSPORT
Noord-Brabantse bedrijven testen Watertruck uit In juni voerden drie bedrijven uit de Nederlandse provincie NoordBrabant een test uit waarbij het vervoer van bouwmaterialen werd overgeheveld van de weg naar het water. Zij maakten daarbij overeenkomstig het Watertruck-concept gebruik van een duwboot en duwbakken die afgestemd zijn op het kleinere gabariet van de vaarwegen in die regio. Watertruck is een Europees Interreg-project waarin het Vlaams Instituut voor de Mobiliteit (VIM) als lead partner optreedt en dat tot doel heeft de binnenvaart op kleinere vaarwegen een nieuwe impuls te geven. Het steunt daarbij op het loskoppelen van varen en laden/ lossen en op het principe dat de schipper niet meer aan boord van zijn schip moet leven. De conclusie van de proefvaart was dat in de regio voldoende ladingpotentieel aanwezig is en het concept competitief kan zijn met het wegvervoer. Maar dat vereist onder meer dat verladers en goederenontvangers een commitment aangaan dat investeerders ertoe aanzet geld te steken in de bouw van kleine duwbakken. Aan de kant van de binnenvaartondernemers is een krachtenbundeling vereist. JLV
Chemie acht 30%-objectief va haalbare kaart ondanks obstak Naar aanleiding van haar ‘position paper’ over de ontwikkeling van intermodaal vervoer, bracht de Europese chemiefederatie Cefic vorige week de verschillende stakeholders in Brussel bijeen om hun visie te horen. Daaruit bleek dat het intermodaal vervoer nog heel wat groeipotentieel heeft. Uitgangspunt van het position paper (zie pagina 1) was de doelstelling van de EU om tegen 2030 30% van het wegvervoer over te hevelen naar andere modi zoals het spoor en de binnenvaart. De chemiesector is reeds een zeer grote gebruiker van intermodaal vervoer en verbindt zich ertoe om bij te dragen aan het verhogen van het aandeel ervan met het oog op het halen van de EU-doelstelling. Maar wat vinden de andere stakeholders daarvan? Volgens Bernard Kunz van gecombineerd vervoeroperator Hupac moeten de verschillende actoren nog nauwer samenwerken en moeten ze trachten onafhankelijk te blijven van de nationale spoormaatschappijen.
Bij BASF is het intermodaal vervoer al goed voor een aandeel van 28%. Dat is o.a. te danken aan het feit dat sites van de groep over een eigen terminal beschikken. (Hier: Combinant in Antwerpen)
Hij pleit voor meer transparantie wat de intermodale oplossingen betreft. De prijs van het intermodaal vervoer vindt hij te hoog. Angelo Aulicino van Interporto Bologna ziet als grootste uitdaging voor de ontwikkeling van het intermodaal vervoer het gebrek aan capaciteit en aan interoperabiliteit tussen modi en laadeenheden. Ook hij vindt dat de coördinatie en samenwerking tussen de verschillende ac-
toren beter kan. Voor Jan Elfenhorst van spooroperator DB Schenker (Chemicals) zijn harmonisatie en liberalisering de twee belangrijkste items. De logistiekindustrie moet volgens hem meer samenwerken, terwijl de chemie-industrie een gezamenlijke supply chain en netwerkbenadering moet hanteren. Hans-Jörg Bertschi van de gelijknamige groep ziet als belangrijke ob-
WOENSDAG 9 JULI 2014
G
7
www.flows.be
INTERNATIONAAL
art el toe door de vrees voor havensluitingen in de zomer vanwege sociale onrust. En dan is er de gunstige evolutie tussen de groei van het aanbod en die van de vraag. Volgens Damas is in april zo goed als een evenwicht bereikt tussen de groei van het aanbod (met 5%) en de vraag (met 4 à 5%). De groei van de containervloot lag in de afgelopen zes maanden echter tussen de 5 en 6%, terwijl de vraag naar containerruimte tot in februari groeide met 3 à 4% . In maart van dit jaar was er een versnelling van die groei. “Dat betekent dat de structurele overcapaciteit van het aanbod niet groter is geworden, maar ze is nog wel aanwezig. Een verhoging van de vrachttarieven, die op basis van de gunstige economische factoren mocht verhoopt worden, komt er om die reden niet”, aldus Damas. “Carriers zijn nog te veel bezig met het beschermen van hun marktaandeel en zijn gefocust op het verlagen van de kost per vervoerde unit.” Hij verwacht dat de vrachttarieven dit jaar op de oostwestroutes met gemiddeld 2% zullen dalen en op de noordzuidroutes zelfs met 2,5% als een gevolg van de cascade van grotere scheepscapaciteit op deze routes. (MIG)
n Europa kels stakels voor de ontwikkeling van het intermodaal vervoer de kostprijs, ontbrekende verbindingen, de frequentie, de capaciteit, de last mile en de ontoereikende terminalinfrastructuur. De grootste concurrent noemt hij de spoorinfrastructuurbeheerders. Bij de Duitse chemiegroep BASF was het intermodaal vervoer vorig jaar al goed voor een aandeel van 28%. Volgens Stefan Barters heeft dat onder meer te maken met het feit dat chemiesites van de groep over een eigen terminal beschikken. Volgens Bertschi biedt dat inderdaad een geweldig potentieel aangezien de ‘last mile’ een kritische factor is. Een veel gehoorde opmerking tijdens het panelgesprek was ook dat de kostenstructuur van het spoorvervoer te complex is. Minder complexiteit zou de kosten verlagen, maar volgens sommige actoren wordt de complexiteit alleen maar groter. Als oplossing voor de ontoereikende infrastructuur werd geopperd om de Marco Polo-middelen daarvoor aan te wenden, in plaats van voor het steunen van nieuwe verbindingen. (KH)
Vierde partner voor farma-netwerk PLAN Europe Het Poolse bedrijf Professional Thermo Logistics heeft zich aangesloten bij het PLAN Europe netwerk, dat gespecialiseerd is in farma-logistiek. Dat netwerk is ongeveer een jaar geleden opgericht door H.Essers (België), Bech-Hansen & Studsgaard (Denemarken) en Nolan Transport (Ierland).
sers nog de start aangekondigd van een nieuwe groepagedienst voor healthcare producten naar de ‘Stan’-landen en het Midden-Oosten, waarbij de ophaling en distributie in Europa in samenwerking gebeurt met PLAN Europe.
“Het was van in het begin de bedoeling om het netwerk verder uit te breiden en te versterken met gelijkaardige logistieke bedrijven met eenzelfde focus op kwaliteit en een ijzersterke ervaring in de markt van farma,” aldus Toon Vanderstukken, general manager van PLAN Europe. Professional Thermo Logis-
PLAN Europe (PLAN staat voor Pharma Logistics Alliance Network) is naar eigen zeggen het eerste asset based Pan-Europees logistiek farma-netwerk. Met deze alliantie willen de drie oprichters tegemoetkomen aan de behoefte in de markt naar farma-logistiek met hogere kwaliteitsstandaarden. Enkele dagen geleden had H. Es-
tics is een Pools bedrijf dat in 2005 van start ging. Het is gespecialiseerd in temperatuur gecontroleerd vervoer en opslag, ADR-vervoer en afvaltransporten. De hoofdactiviteit is het vervoer van farma-producten - gaande van 1 pallet tot FTL - volgens de geldende GDP normen. Het bedrijf beschikt over een moderne vloot van dubbeldeck-trailers en ‘dual temp’ trailers, waarbij enkele eenheden zelfs drie verschillende temperatuurzones kunnen aanbieden. Voor de laatste kilometers maakt het gebruik van een vloot distributiebestelwagens. Door de toetreding van PT Logistics kan PLAN zijn Europese dekking verder uitbreiden, vooral wat de Oost-Europese markten betreft. Het is de bedoeling dat de komende maanden nieuwe partners worden aangetrokken. (PhVD)
TIR-systeem in Rusland met enkele maanden verlengd Het TIR-systeem blijft in Rusland in voege tot 30 november 2014. Dat heeft de de douanedienst van de Russische federatie op de valreep aangekondigd aan de ASMAP, de vervoerdersvereniging die in Rusland de TIR-garantie verleent. Het systeem dreigde op 1 juli stopgezet te worden. “Dat volstaat niet”, zegt de IRU. Er woedt al meerdere maanden een geschil tussen de Russische douane en de IRU over de toepassing van het TIR-systeem. Dat voorziet dat de vrachtwagens verzegeld worden en vrijwel ongehinderd grenzen mogen oversteken. De douaneafhandeling moet enkel bij aankomst geregeld worden. De Russische douane eist echter bijkomende (financiële) garanties voor de meeste gebieden van Rusland. Tevens eist ze geld voor TIR Carnets die niet
werden aangzuiverd... hoewel de IRU, die het TIR-systeem voor de Verenigde Natie beheert, het tegenovergestelde heeft kunnen bewijzen. De aankondiging door de Russische douane volgt op een vergadering op zeer hoog niveau eind juni, met o.a. de vice-premier Shuvalov, de top van de Russische douane, de minister van Transport en andere Russische overheden. Tijdens de top werd blijkbaar beslist
om de TIR conventie m.b.t. de financiële waarborgen te verlengen tot november en om het vonnis van het Russische Arbitragehof van 26 mei toe te passen. Dat vonnis voorziet dat het TIR-systeem op het hele grondgebied weer normaal van toepassing is, maar de Russische douane legt het naast zich neer, daarbij officieus ge-
steund door president Poetin. Daarom heeft de ‘United Nations TIR Executive Board (TIRExB), op 1 juli de Russische regering opgeroepen om alle belemmeringen op te heffen en het TIR-systeem volwaardig te herinvoeren. Ze betreurt tevens dat de Russische douane maatregelen in stand houdt die formeel indruisen tegen de teksten van de TIR-Conventie. De TIR-crisis in Rusland en de bijkomende garanties die de Russische Douane eist, hebben de Russische economie al fortuinen gekost. De directe kosten van de bijkomende garantie worden geschat op 2,2 miljard dollar per jaar. Ze hebben geleid tot een stijging van de vervoerprijzen met 1,4%. (PhVD)
APL, CSAV, PIL en Hanjin verkleinen hun vloot Vier verlieslatende rederijen hebben de capaciteit van hun containervloot dit jaar bewust beperkt. Bij APL bedraagt de capaciteitsreductie maar liefst 11,37%. Flows vergeleek de door de top-20 carriers ingezette capaciteit op 1 januari 2014 met hun vloot op 1 juli. Uit de door de Franse databank Alphaliner aangeleverde gegevens blijkt dat behalve APL ook CSAV (-11%), Hanjin Shipping (-3,7%) en PIL (-5%) nu minder slots aanbieden dan bij de start van het jaar. APL valt als gevolg van zijn opvallende capaciteitsreductie terug van de zevende naar de negende plaats in de top-20. De nieuwe nummer zeven is China Shipping, die het aantal ingezette slots dit jaar juist met 10% verhoogde. De andere carriers met een dubbelcijferige groei zijn OOCL
De vloot van APL telt 72.942 slots minder dan begin dit jaar.
(+10,29%), Hyundai Merchant Marine (+12,29%) en Hamburg Süd (+10,53%). OOCL en Hyundai namen nieuwe tonnage van 13.000 teu in de vaart. Bij hun Hamburgse collega ging het om nieuwbouw van 9.814 teu. Opmerkelijk is dat de Taiwanese rederij Evergreen ondanks het in de
vaart brengen van vier nieuwe eenheden van 13.808 teu en zeven van 8.500 teu, de stijging van het aantal slots tot minder dan 40.000 teu kon beperken. Evergreens vloot werd in de eerste helft van dit jaar slechts 4,71% groter. Deze grootste Aziatische rederij blijft op de vierde plaats in de top-20 staan met
een comfortabele voorsprong op de nummers vijf, Cosco (+1,43%), en zes, Hapag-Lloyd (+5,43%). In aantallen slots kende marktleider Maersk de grootste groei. De Deense rederij voegde 144.639 slots aan zijn vloot toe. Na een paar jaar de capaciteit amper te hebben verhoogd, lieten de Denen hun containervloot dit jaar al 5,6% groter worden. Het aandeel van Maersk in de totale vloot stijgt daardoor van 14,5% naar 14,9%.. Ook de nummers twee en drie, MSC en CMA CGM, konden hun marktaandeel lichtjes vergroten. MSC kende in het eerste semester een groei van 4,58% en controleert nu 13,6% van de wereldvloot. Bij CMA CGM dat 5,46% groter werd, bedraagt het aandeel 8,7%. De top-3 carriers die samen het P3 Network hadden willen opzetten (maar niet mogen van China), zijn dus goed voor 37,2% van alle containercapaciteit. (SV)
8
www.flows.be
G
WOENSDAG 9 JULI 2014
REPORTAGE
De autonoom rijdende truck: technisch kan het vandaag. Nu nog de wetgeving en infrastructuur aanpassen. Mercedes mikt op 2025 om deze hordes te nemen.
Mercedes demonstreert autonoom rijdende truck Op een afgesloten stuk van de A14 autosnelweg in het Duitse Maagdenburg demonstreerde MercedesBenz voor het eerst de ‘Future Truck 2025’. De wereldpremière van dit R&D-project van de Duitse vrachtwagenconstructeur geeft een beeld van de langeafstandstruck van de toekomst. Volgens de ingenieurs van Mercedes zullen trucks binnen tien jaar autonoom over de Europese snelwegen rijden. KURT DE CAT
In een autonoom rijdende truck wordt de rol van de chauffeur volgens Mercedes-Benz opgewaardeerd tot die van een ‘transport manager’. Terwijl het ‘Highway Pilot’-systeem de controle van de vrachtwagen overneemt, kan de chauffeur zich concentreren op andere bezigheden zoals skypen met de opdrachtgever, chatten met collega’s, e-mailen naar de planners en dispatchers, facturen nakijken, binnenkomende orders opvolgen, enz.
Veiliger en (energie-)efficiënter Alleen indien nodig (het inhalen van een trager voertuig bijvoorbeeld of het naderen van de afrit) neemt de chauffeur de controle over het voertuig terug over. De bestuurder kan ten allen tijde ingrijpen en de automatische technologie uitschakelen door zelf te sturen, te remmen of te versnellen. De
trailercombinatie reed tijdens de demo in Maagdenburg aan een kruissnelheid van 80 km/h en hield de afstand ten opzichte van het voorliggende voertuig constant op 60 meter. De truck is uitgerust met een stereocamera, intelligente sensoren, radarsystemen, vehicleto-vehicle (V2V) en vehicle-to-infrastructure (V2I) communicatie. Een automatisch rijdende truck
zorgt volgens Mercedes-Benz niet alleen voor een veiliger transport, ook de transportefficiëntie en het energieverbruik worden geoptimaliseerd. De meerwaarde van de truck van de toekomst ligt volgens experts niet in de technologische verbeteringen van de individuele vrachtwagen op zich maar in de interactie en connectiviteit van de verschillende voertuigen met elkaar, met de infrastructuur en met de achterliggende logistieke systemen van de hele waardeketen.
Stereocamera en radarsensoren De technische basis voor de ‘Future Truck 2025’ met Highway Pilot is de Mercedes-Benz Actros 1845. De radarsensoren onderaan de voorkant van de cabine scannen de weg tot op een afstand van 250 meter
De truck is uitgerust met een stereocamera, diverse sensoren, radar- en communicatiesystemen.
onder een hoek van 18 graden. De frontale korte afstand sensor is actief tot op 70 meter en heeft een gezichtsveld van 130 graden. Deze radarsensoren zijn de basis voor de automatische afstandshouder (Proximity Control Assist) en de remassistent (Emergency Braking Assist) die vandaag reeds beschikbaar zijn. De ruimte voor de truck wordt eveneens in beeld gebracht door een stereocamera die gepositioneerd is ter hoogte van de onderkant van de voorruit. Daar zit vandaag ook al de monocamera voor de optionele spoorassistent (Lane Keeping Assist). De frontale stereocamera ziet honderd meter ver en neemt een beeld op in een hoek van 45 graden horizontaal en 27 graden verticaal. De stereocamera identificeert volgens Mercedes rijstroken (op basis van duide-
Als de chauffeur op de autosnelweg de ‘Highway Pilot’ activeert, rijdt de truck autonoom verder.
lijk aangebrachte wegmarkeringen), voetgangers, rijdende en stilstaande objecten, de informatie van de verkeersborden en ook de kwaliteit van het wegdek. De weg links en rechts van de truck wordt gecapteerd door sensoren die aan de zijkant van de vrachtwagen zijn gemonteerd ter hoogte van de achteras van de trekker. Deze laterale sensoren hebben een meetbereik van 60 meter onder een hoek van 170 graden. Alle gecapteerde data van de camera- en radarsystemen worden in real-time verwerkt in de centrale boordcomputer van de truck.
Maatschappelijk draagvlak? Autonoom rijdende vrachtwagens? Technologisch kan het vandaag dus op autosnelwegen, blijkt uit de demo van Mercedes-Benz. Om dit experiment ook in reëel verkeer mogelijk te maken, zal de wegeninfrastructuur en de wetgeving moeten aangepast worden. Het is de vraag of er binnen tien jaar een maatschappelijk draagvlak in Europa zal bestaan voor het toelaten van autonome trucks op onze snelwegen. De autonome truck kadert in het ‘Shaping Future Transportation’initiatief van Mercedes-Benz. Het hele onderzoeksproject wordt voorgesteld in september op de International Commercial Vehicle Show (IAA) in Hannover.