3 minute read
Zomers groen
Heel Longmeadow bruist in mei van het wit schuimende fluitenkruid, en de schermbloemen lokken ook nog eens allerlei nuttige insecten.
Mei. Een uitbundiger maand is er niet op de tuinkalender. April heeft dansend, groen licht dat zich tussen regenbuien door laat zien en momenten van deprimerend slecht weer, maar vanaf mei breidt een overvloedig, golvend groen zich steeds verder uit.
Mei komt als een geschenk dat me tot in het diepst van mijn wezen raakt en me een groene ruimte in wervelt. Op geen enkel ander moment van het jaar zie je zulke intense kleuren, zulk fris licht en elke dag – bijna elk uur – zulke levendige groei. Je ervaart de weelderigheid van de Engelse tuin het allersterkst op een volmaakte meidag.
Natuurlijk kan geen enkele tuin op tegen het Britse platteland in mei, met zijn kilometerslange, door hagen omzoomde landweg getjes, overladen met fluitenkruid en meidoornbloesem – voor mij is dat een van de grote wereldwonderen.
Het is een inspiratie voor elke tuin, of het nu een stadstuintje is of een plattelandstuin als Longmeadow. Het is belangrijk de tijd te nemen om te genieten van de lente die zich in de tuin en de wereld om ons heen ontvouwt. Tijd is een erg ondergewaardeerd aspect van tuinieren en ik ben groot fan van Slow Gardening.
De tijd vliegt snel genoeg zonder dat wij hem opjagen. Slow Gardening is subtiel en bedachtzaam – je dwingt je tuin niet in het gareel, maar leidt hem zachtjes in een bepaalde richting en koestert hem. Maar het houdt ook in dat je het regelmatige onderhoud pleegt dat zo’n verschil maakt in hoe een tuin eruitziet en dat dagelijkse kost is voor elke tuinier. Ik bedoel karweitjes zoals wieden, koppen, hagen bijknippen en het gras maaien.
Een heel menselijk, maar essentieel aspect van tuinieren in mei waar ik van houd, tot slot, is dat alle winterkleding de kast in kan. Tuinieren in een los zittend shirt met de zon op mijn rug voelt als een beloning na die lange, kille wintermaanden.
Een Gezondere Tuin Kweken
We zijn eraan gewend geraakt te denken dat tuinplanten tere, fragiele wezens zijn die door onafgebroken menselijk beheer beschermd moeten worden tegen een leger van plagen en ziekten. Maar het tuinieren dat ik in mijn eigen tuin doe, omvat weinig meer dan de natuurlijke gezondheid van elke plant bevorderen en ondersteunen. Een volmaakte plant is een plant die het best is aangepast aan zijn standplaats.
Leven met luizen
Bladluizen zijn er in allerlei soorten en maten: groene luizen op je rozen, grijze luizen op koolsoorten, zwarte op je tuinbonen en witte op zachte uitlopers. Maar bladluizen zijn net zo goed onderdeel van de tuin als jijzelf of een zanglijster. Ze zijn een belangrijk stukje van de adembenemend complexe, natuurlijke legpuzzel die je tuin is. En als je ze beter kent, betekent dat misschien niet meteen dat je dol op ze bent, maar tolereer je ze wel. Luizen worden meestal de tuin in geblazen, maar naarmate de zomer vordert, planten steeds meer vliegende luizen zich voort en komen ze waar ze willen. Ze worden aangetrokken door kale grond, maar gaan al snel op zoek naar jonge, malse groei. Rozen in een zorgvuldig gewiede border zijn dan ook een belangrijk doelwit, net als tuinbonen in een goed onderhouden moestuin. Luizen doorboren de celwanden van blaadjes en stengels om het sap op te zuigen. Daardoor kan de plant verzwakt raken. Het laat ook een wond achter, waardoor ziekten en virussen binnen kunnen komen. Maar voor een gezonde plant is dat geen groter risico dan een muggenbeet of schrammen voor jou en mij. Een gezonde plant geneest zichzelf. Mooi is anders, maar het is geen ramp.
Het is het beste een plant zo ‘spartaans’ te verzorgen als past bij een goede gezondheid. Dit betekent dat je een plant uitsluitend rechtstreeks bemest als je ziet dat hij iets mankeert. Het betekent dat je niet te veel bemeste tuinaarde of stalmest toevoegt als je eenmaal voor een goede bodemstructuur gezorgd hebt. Geef niet te veel water en bescherm een plant niet meer dan noodzakelijk lijkt tegen weer en wind. Dat houdt in dat je spaarzaam compost gebruikt om een uitgebalanceerde mix te geven van complexe, toegankelijke voedingsstoffen die rechtstreeks uit de tuin komen – en die je dus aan de tuin teruggeeft.