Historische Boekenspecial 2021

Page 1

S P EC I A L E U I TG AV E

Plus: een t interview me n e Luc Panhuys over het monsterschip van Tromp

De beste

Historische boeken Over Dante, scheepsrampen, Molukkers, slavernij, Erasmus, poolexpedities en nog veel meer!


#kooplokaalookonline

Shortlist Libris Geschiedenis Prijs

Philip Dröge

Moederstad. Jakarta, een familiegeschiedenis Philip Dröge gaat in het moderne Jakarta op zoek naar sporen van het oude Batavia. Meer dan drie eeuwen lang woonden zijn voorouders in de stad. Wie waren ze? In wat voor stad leefden ze? Tijdens een meeslepende zoektocht naar antwoorden legt hij de historie van de stad én zijn familiegeschiedenis bloot.

GEBONDEN 24,99 OOK ALS EBOOK EN LUISTERBOEK

Jelle Gaemers Willem Drees. Daadkracht en idealisme

In deze biografie maakt Jelle Gaemers korte metten met de mythen en misverstanden rondom ‘Vadertje Drees’. Als minister-president gaf hij tien jaar lang, van 1948 tot 1958, leiding aan het economisch herstel en de sociale vernieuwing die ons land welvarend maakten. Het resultaat is een scherp portret van Drees als strijdbare socialist en daadkrachtig bestuurder.

PAPERBACK 34,50 GEBONDEN 44,50

Margriet van der Heijden

Denken is verrukkelijk. Het leven van Tatiana Afanassjewa en Paul Ehrenfest Paul Ehrenfest groeide op in een joods middenstandsgezin in Wenen. Tatiana Afanassjewa kwam uit een welgestelde familie in Petersburg. Hun liefde voor natuurwetenschappen bracht hen aan het begin van de twintigste eeuw bij elkaar en voerde hen naar Leiden. De afgelopen jaren dook Margriet van der Heijden in archieven voor haar verhaal over Ehrenfest en Afanassjewa.

GEBONDEN 39,99

Sandra Langereis Erasmus, dwarsdenker

Erasmus is een van de grootste auteurs van Europa. Zijn betekenis voor de literatuur- én wetenschapsgeschiedenis is immens. Erasmus’ duizenden brieven over onderwerpen als gewetensdwang en drukpersvrijheid hebben niets aan zeggingskracht ingeboet. Nooit kwam Erasmus geestiger, slimmer, scherper, dapperder, dwarser, bozer, banger en, in één woord, menselijker in beeld.

GEBONDEN 39,99 OOK ALS EBOOK

David Van Reybrouck

Revolusi. Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld Vijf jaar lang werkte David Van Reybrouck aan zijn monumentale Revolusi. Hij interviewde bijna tweehonderd mensen, de laatste nog levende getuigen van de onafhankelijkheidsstrijd, in Indonesische rusthuizen, Japanse miljoenensteden en op verafgelegen eilanden. De veelheid aan perspectieven en herinneringen weeft Van Reybrouck samen tot het aangrijpende verhaal van de Indonesische onafhankelijkheid.

GEBONDEN 39,99 OOK ALS EBOOK EN LUISTERBOEK

Boeken bestellen bij je lokale boekhandel - via Libris.nl. Gratis bezorgd vanaf € 17,50 binnen NL*

* m.u.v. onder andere tweedehands boeken; voor alle voorwaarden kijk op Libris.nl


VOORAF Historisch Nieuwsblad selecteert de beste geschiedenisboeken uit binnen- en buitenland. Alle besproken titels kunt u terugvinden op www.historischnieuwsblad.nl/shop. Scan de QR-code!

Scan de code en kom direct in onze webshop.

INHOUDSOPGAVE

PRACHTBOEKEN VOOR DE WINTER Het mag inmiddels een traditie genoemd worden: iedere najaar stelt de redactie van Historisch Nieuwsblad een extra uitgave samen, geheel gevuld met de beste geschiedenisboeken. Het boekenjaar begon aarzelend, want veel uitgevers wachtten met produceren totdat de winkels weer open mochten. En historici liepen soms vertraging op doordat archieven vanwege de coronamaatregelen moeilijk te bereiken waren of doordat er reisbeperkingen golden. Inmiddels lijkt de achterstand ingehaald te zijn, want dit jaar zijn er vele nieuwe prachtboeken bijgekomen. In deze Historische Boekenspecial is dan ook veel variatie te vinden. Zo komt een nieuw werk over Dante aan bod, maar ook een boek over adel en patriciaat in naoorlogs Nederland. U kunt lezen over een fascinerend boek van bioloog Midas Dekkers over mensenrassen en over het dramatische verhaal van het schip De Rooswijk. Of lees een interview met Luc Panhuysen, over het tactische genie Maarten Harpertszoon Tromp. Het wordt een mooie leeswinter! Annemarie Lavèn, hoofdredacteur

05 Aan het werk! Jan Lucassen bewijst in zijn geschiedenis van de werkende mens dat de kapitalistische manier van denken al vele eeuwen bestaat.

08 Zutphen en Amerika Zutphense handelaren trokken in de zeventiende eeuw naar de Nieuwe Wereld, en maakten plannen voor een kolonie bij Nieuw Amsterdam.

10 De Molukse gemeenschap Coen Verbraak interviewde veertien Molukkers over hun onvrijwillige migratie naar Nederland, de miserabele opvang en geknakte eer. Veel van hen tonen begrip voor de gijzelingsacties in de jaren zeventig.

14 De Plantagenets en de Rozenoorlogen Dan Jones schreef twee pageturners over moord, intrige en opstand in Engeland.

16 Gefascineerd door de natuur Vanaf 1500 rekenden natuurvorsers af met fantasiebeesten als draken en eenhoorns.

18 Vernieuwer Erasmus Desiderius Erasmus wordt vaak verweten een opportunist te zijn, maar Sandra Langereis laat in haar monuemntale biografie ook zijn verdiensten zien.

22 Heroïsche pooltochten Adwin de Kluyver beschrijft de geschiedenis van Antarctica door de ogen van zijn ontdekkers.

COLOFON Redactie Annemarie Lavèn (hoofdredactie), Bas Kromhout, Teun Willemse, Bram van der Wilt en Amber Heemskerk (stage) Medewerkers Rob Hartmans, Mirjam Janssen, Eric Palmen, Alies Pegtel, Jeroen Vullings Vormgeving Twin Media (basisontwerp)

4 HISTORISCH NIEUWSBLAD

Ellen Willemsen (F&L Media) Druk Habo DaCosta, Vianen Marketingmanager José Snel (jsnel@historischnieuwsblad.nl) Marketing Anouk Tolboom (atolboom@fnl.nl) Productie Bas Hollander (bhollander@fnl.nl)

Deze uitgave is een initiatief en productie van Historisch Nieuwsblad met medewerking van de uitgeverijen Alfabet Uitgevers, Ambo|Anthos, Atlas Contact, Balans, Bezige Bij, Boom, TerraLannoo, Omniboek, Spectrum, Walburg Pers en WBOOKS. De inhoud van deze uitgave is redactioneel onafhankelijk tot stand gekomen. Heeft u vragen of opmerkingen? Mail naar redactie@historischnieuwsblad.nl.


HISTORISCHE BOEKEN VAN NU

Veelgeprezen biografie van de beroemde schepper van de Goddelijke Komedie

Een dierenverzorger van Artis over zijn markantste voorgangers en hun dieren

De verschrikkingen van het oostfront door de ogen van een Wehrmachtsoldaat

Memoires van een stamhouder, een Joodse familiegeschiedenis

Een niet-heroïsche ridderroman over de Slag bij Agincourt

Peek is terug met een grote, vlammende historische roman

Een meeslepend verhaal over volharding, innovatie en de tol van oorlogvoering

De enthousiaste beginjaren van de Hogere Burgerschool

Een scherpzinnig relaas van vijf eeuwen Duitse geschiedenis

Nu verkrijgbaar in de (online) boekhandel NIJGH & VAN DITMAR

QUERIDO

DE ARBEIDERSPERS

ATHENAEUM

DE GEUS

VOLT


Scan de code en kom direct in onze webshop.

Waterverftekening uit 1540 toont dhobi’s, een Indiase hindoekaste gespecialiseerd in het wassen van kleren voor leden van hogere kasten.

MEER ONGELIJKHEID OP DE WERKVLOER Van pottenbakkers in het oude China tot Russische lijfeigenen en zzp’ers in modern Nederland. Jan Lucassen schreef een alomvattend boek over werk. Hij begint diep in de prehistorie, bekijkt de hele wereld en trekt de lijnen door naar het heden. Tot 10.000 jaar geleden leefden mensen als jager-verzamelaars. Dat leverde een egalitaire maatschappij op: iedereen deelde in gelijke mate in de buit. Toen landbouw de belangrijkste manier van bestaan werd en de eerste steden en staten opkwamen, veranderde dat. Boeren konden zich specialiseren als ambachtsman, handel gaan drijven of zich bemoeien met het bestuur. Ze boden hun vaardigheden aan op de arbeidsmarkt. Eerst in ruil voor goederen of gunsten, later in ruil voor geld. De opbrengsten van

werk werden in Europa en Azië steeds minder eerlijk verdeeld, in tegenstelling tot Afrika waar dat wel gebeurde. Aan het eind van de Middeleeuwen vond een belangrijke omslag plaats: de Nijvere Revolutie. Nog meer mensen gingen voor de markt produceren, vaak naast hun andere bezigheden. Zoals boeren die ook gingen weven – ze konden daardoor meer consumeren. Daaruit blijkt dat de aanname dat premoderne mensen stopten met werken zodra ze voldoende hadden, onjuist is. Een kapitalis-

De wereld aan het werk. Van de prehistorie tot nu Jan Lucassen 512 p. WBOOKS, € 34,95

tische manier van denken zat er al vroeg in. Door toenemende efficiëntie was er steeds meer specialisatie mogelijk. Dat is bijvoorbeeld te zien in de Republiek, die graan uit het buitenland importeerde. Daardoor was er ruimte voor veeteelt, maar ook voor de verbouw van industriegewassen, zoals vlas, koolzaad, lijnzaad en hennep. Het leidde tot meer werkgelegenheid in de landbouw en tot de komst van arbeiders uit de rest van Europa. Dankzij de Industriële Revolutie rond 1800 nam Europa een voorsprong in de wereld. Tegelijk groeide de ongelijkheid. In de twintigste eeuw verbeterde de positie van werkenden aanzienlijk, om aan het eind weer te verslechteren.

Lucassen biedt een goed overzicht van ons arbeidsverleden en doordat werk zo’n centrale plaats inneemt ook van de wereldgeschiedenis. Tegelijk krijgt het boek daardoor iets opsommerigs. Spannender wordt het als hij in het laatste hoofdstuk de lijnen verder doortrekt en naar de toekomst kijkt. Zal de ongelijkheid weer afnemen? Lucassen verwijst naar pessimisten die de markteconomie ten onder zien gaan. Maar ook naar optimisten die menen dat het kapitalistische systeem in staat is tot vernieuwing en die hoge verwachtingen hebben van technologisch vernuft. Volgens Lucassen staat de wereld hoe dan ook op een kruispunt. - Mirjam Janssen

HISTORISCH NIEUWSBLAD 5


Witte, gele en zwarte mensen Bioloog Midas Dekkers toont aan dat mensenrassen wel degelijk bestaan. De vele ontdekkingsreizigers, erfelijkheidsonderzoekers en schedelmeters die daar in het verleden onderzoek naar deden waren niet automatisch racisten, betoogt hij.

De vijf mensenrassen op een prent door G. Ellka uit 1911.

ELKE TERP EEN EIGEN KERK

Van de ondertitel Een biologische kijk op rassen lopen je de rillingen over de rug, en dat is vermoedelijk precies de bedoeling. Zie het als een provocatie van het soort waar Midas Dekkers patent op heeft. In het boek legt de bioloog uit dat er nauwelijks

verschillen zijn tussen mensen, behalve oppervlakkige zoals pigment en beharing. Maar juist op zulke uiterlijke kenmerken hebben biologen eeuwenlang mensen ingedeeld, net zoals zij kevertjes classificeerden op basis van de grootte en kleur van hun schilden. Op zichzelf is daar niets mis mee, betoogt Dekkers: ‘Om racisme te bestrijden moet je weten wat een ras is.’ Namelijk niet een ‘sociaal construct’, maar een biologisch begrip. ‘Een ras is een stel soortgenoten met dezelfde erfelijke afwijkingen. In plaats van ras mag je ook variëteit, vorm of ondersoort zeggen,’ doceert hij. ‘Biologen spreken vooral van ondersoorten als de betreffende soortgenoten geografisch van elkaar gescheiden zijn, zoals dat ook bij witte, gele en zwarte mensen van oorsprong het geval is.’ Over de categorisering kun je twisten, grenzen zijn vloeiend en

Geleefd geloof Anneke B. Mulder-Bakker, Rolf H. Bremmer Jr (red.) 246 p. Walburg Pers, € 29,99

Friesland en Groningen duldden in de Middeleeuwen geen feodaal gezag boven zich, waardoor de bewoners op zichzelf waren aangewezen. De kerk vormde voor hen het centrum van het leven en was altijd nabij. Een van de mooiste kerken van ons land staat in het Groningse dorp Oldenzijl. De bescheiden Nicolaaskerk stamt uit de dertiende eeuw en is gebouwd van bakstenen. De bouw van zo’n kerk was geen sinecure. Abt Menko uit het nabijgelegen Wittewierum tekende in een dertiende-eeuwse kroniek op wat er allemaal bij kwam kijken toen in zijn dorp een kerk werd gebouwd. Eerst moesten er drie jaar lang bakstenen gebakken worden. Er werd een bouwmeester uit Keulen gevonden en toen kon

6 HISTORISCH NIEUWSBLAD

de fundering geheid worden. ‘Er waren steeds tachtig mannen nodig, want er waren tien heipalen en de mannen moesten voortdurend afgelost worden. Als zij op volle kracht bezig waren, dreunde het hele dorp, zodat in de naastliggende huizen de melk uit de kannen klotste en de ganzeneieren door de trilling van de grond geklutst raakten en niet verder uitgebroed konden worden.’ Het bouwen van een kerk was in middeleeuws Groningen en Friesland een gezamenlijke

Memorietafel uit de Hippolytuskerk in Middelstum uit de vijftiende eeuw.


raszuiverheid bestaat niet. Dat weet Dekkers ook wel. Maar dat ras niet zou bestaan, is politiek correcte onzin. Ook waren lang niet alle grote namen uit de wetenschapsgeschiedenis die onderzoek deden naar rassen, automatisch racisten. Een scala aan ontdekkingsreizigers, natuurvorsers, kunstenaars, schedelmeters en erfelijkheidsonderzoekers bevolkt dit boek, dat ondanks het actuele onderwerp vooral over het verleden gaat. Dekkers behandelt hen niet als medeplichtigen aan een onderdrukkend wereldsysteem van witte dominantie, maar als mensen die waren gefascineerd door de enorme variëteit van de natuur. Hoewel het thema complex en beladen is, weet Dekkers ook in dit boek de hem zo typerende ironische toon te raken. Als bioloog kan hij de vreemdste kostganger van moeder aarde, de mens, nu eenmaal niet

Morbi nunc enim fermentum in rutrum ut, bibendum in diam. Proin fringilla lorem urna.

serieus nemen. Dat leidt regelmatig tot pareltjes zoals deze: ‘In tegenstelling tot een modern, door de toeristenindustrie gesponsord bijgeloof is reizen geen levensbehoefte. Dieren reizen alleen als er niets anders op zit. Trekvogels zijn losers, zij komen in de top tien van Nederlandse broedvogels niet voor. Aan de top staat niet voor niets de huismus.’ - Bas Kromhout

Wat loopt daar? Een biologische kijk op rassen

Scan de code en kom direct in onze webshop.

Een veelbewogen leven

Verre verwachtingen Dirk Wolthekker 304 p. Balans, € 23,99

Wat loopt daar? Een biologische kijk op rassen Midas Dekkers 368 p. Atlas Contact € 32,99

Ze stond op geen enkele foto en ze was volledig weggezakt uit het familiegeheugen. Toen Dirk Wolthekker ontdekte dat zijn overgrootvader nog een jongere zus had gehad, kon hij aanvankelijk niets vinden over deze Roelfina. Ze was in 1874 geboren en ‘met de handschoen’ getrouwd met een man in het huidige Zuid-Afrika. Daarna leek het spoor dood te lopen, maar uiteindelijk ontdekte hij dat ze tot haar dood in 1950 in Chili had gewoond. Verre verwachtingen is de zeer leesbare reconstructie van het zware, veelbewogen leven van een jonge vrouw die in de Chileense wildernis het hoofd boven water probeerde te houden. (RH)

Slavernijdebat

Slavernij en beschaving. Kleine geschiedenis van een paradox Karwan Fatah-Black 224 p. Ambo Anthos, € 20,99

inspanning van de hele leefgemeenschap. Elke terp kreeg zijn eigen kerk, bijeengebracht door de dorpsbewoners met hun eigen mankracht en middelen. Zelfs gehuchtjes van hoogstens acht boerderijen hadden een eigen dorpskerk met een eigen priester. Vanaf de twaalfde eeuw kwamen daar nog de vele kloosters bij die overal in de Friese landen gesticht werden, waardoor het landschap bezaaid was met religieuze gebouwen. Het hoge noorden kenmerkte zich door een heel eigen ontwikkeling, waar religie als een rode draad doorheen liep, zo laten de auteurs van Geleefd geloof zien. Het gebied kreeg, in tegenstelling tot vrijwel overal elders in Europa, geen feodale bestuursvorm. De Friezen erkenden weliswaar de keizer van het Heilige Roomse Rijk, maar van een graaf of hertog moesten ze niets hebben. Dat leidde ertoe dat ze zelf het bestuur en de rechtspraak in handen hadden en dat ‘onder de Friezen de gedachte postvatte dat zij hun wetten direct van God ontvangen hadden’.

Waarom is slavernij zo’n gevoelig onderwerp, vraagt de Leidse universitair docent Karwan Fatah-Black zich af. Iedereen is het er toch over eens dat slavernij een groot kwaad is? Het aanbieden van excuses voor het Nederlandse slavernijverleden zou geen groot probleem moeten zijn, en toch zijn velen hier niet of slechts schoorvoetend toe bereid. Ook is volgens Fatah-Black de doorwerking van het slavernijverleden in het heden een taboe. Hij wijt dit aan blanke identiteitspolitiek, waar ook bepaalde historici zich schuldig aan maken. Deze collega’s zouden moeten stoppen met het ‘opstoken van (rechts) radicalisme en superioriteitsdenken’. (BK)

Religie drong door tot in de haarvaten van de Friese middeleeuwse samenleving, want in de kerk werd gedoopt, getrouwd en gerouwd, en zelfs gescholen wanneer de vijand naderde. Er werd recht gesproken en bestuurd. De kerk was altijd aanwezig, hoog boven het land uittorenend met luid klinkende klokken. Het fraai uitgegeven Geleefd geloof haalt de middeleeuwse geloofspraktijk van Friese en Groningse boeren en burgers verrassend dichtbij. Het laat aan de hand van archeologische vondsten, kronieken en getijdeboeken zien hoe het religieuze beleving gedurende de Middeleeuwen veranderde. Alles werd anders op 31 maart 1580, toen de Staten van Friesland het roomse geloof afzworen. Geestelijken verlieten het land, kloosters gingen tegen de vlakte en kerken werden gekuist van roomse elementen. Gelukkig is niet alles verloren gegaan, zoals dit mooie boek laat zien. - Annemarie Lavèn

HISTORISCH NIEUWSBLAD 7


ZUTPHEN ONTDEKT DE NIEUWE WERELD Waar kon een kolonist zich voordeliger vestigen: in Noord- of in Zuid-Amerika? In het nieuwste boek van Willem Frijhoff geeft een koopman uit Zutphen het antwoord op die vraag. Net als andere notabelen uit zijn stad ziet hij volop kansen in de Nieuwe Wereld.

Het Bloedbad van Zutphen, 16 november 1572, is een van de gruwelijkste episodes uit de Tachtigjarig Oorlog. Nadat de Spaanse troepen van Don Fadrique, de zoon van de hertog van Alva, het stadje hadden veroverd werden de mannelijke inwoners stelselmatig gemarteld (om hun verborgen kostbaarheden prijs te geven), de vrouwen verkracht en de kinderen vermoord. Uiteindelijk werden meer dan 500 mensen verdronken in wakken die speciaal daarvoor in de bevroren IJssel waren gehakt. In de decennia erna zouden stad en gewest nog zwaar lijden onder het oorlogsgeweld. Tot aan de Vrede van Munster in 1648 liepen deze contreien groot risico.

Dat de verovering van Zutphen minder bekend is dan het Beleg van Haarlem of het uitmoorden van Naarden, is allesbehalve toeval. In zijn nieuwste boek schrijft Willem Frijhoff dat de geschiedschrijving zich al eeuwen concentreert op Holland (en een beetje op Zeeland) en dat de overige gewesten schromelijk zijn verwaarloosd. Als gunstige uitzondering noemt hij De hoeve en het hart van Enny de Bruijn, over Gelderse boeren, dat twee jaar geleden verscheen. In De vergeten Republiek duikt Frijhoff diep in het reilen en zeilen van Zutphen, zowel de stad als het graafschap, in de zeventiende eeuw. Daarbij kijkt hij vooral naar de relaties die sommige families onderhielden met de

De inname en plundering van Zutphen in 1572 door Don Frederik, de zoon van Alva, op een prent door Frans Hogenberg.

8 HISTORISCH NIEUWSBLAD

De vergeten Republiek. Zutphen en de Nieuwe Wereld in de zeventiende eeuw Willem Frijhoff 480 p. Boom, € 29,90

Nieuwe Wereld. Dat inwoners van dit landgewest zich eerder op Noord- en Zuid-Amerika richtten dan op Oost-Indië lag voor de hand. Zij waren minder maritiem ingesteld en hadden meer belangstelling voor koloniën waar mensen zich permanent vestigden en landbouw konden bedrijven. Zo besteedt hij aandacht aan koopman Willem Beeckman, die een belangrijke rol speelde in Nieuw-Amsterdam en naar wie in Manhattan maar liefst drie straten zijn vernoemd. Zeer uitgebreid beschrijft Frijhoff de activiteiten van de adellijke familie Van der Capellen, die al sinds de veertiende eeuw in Zutphen een grote vinger in de pap had en in het begin van de zeventiende eeuw op goede voet stond met de prinsen Maurits en Frederik Hendrik. De broers Hendrick en Alexander van der Capellen bleven in Zutphen, maar investeerden enthousiast in de West-Indische Compagnie en maakten plannen voor een kolonie op Stateneiland. De Zutphense koopman Otto Keye trok wel zelf naar de Nieuwe Wereld, waar hij een avontuurlijk leven leidde en ook een moord pleegde. In 1659 publiceerde hij Het waere onderscheyt tusschen koude en warme landen, waarin hij een economische analyse maakte van de problemen en mogelijkheden van kolonisatie in de Nieuwe Wereld. Hierbij viel de vergelijking zonder meer in het voordeel uit van het ‘warme’ Latijns-Amerika. Noord-Amerika deed hem te veel denken aan het arme, koude platteland van Gelre. Bovendien bracht vestiging aldaar veel meer kosten met zich mee dan bijvoorbeeld in Brazilië of op de ‘Wilde Kust’ (de Guyana’s).


Scan de code en kom direct in onze webshop.

Dante als man van zijn tijd In de biografie van Alessandro Barbero is Dante geen bleekneuzige dichter, maar een man met ambities. Hij vecht mee in veldslagen, is stadsbestuurder, handelt in grond en tracht in het gevlij te komen van de machthebbers. In een van de bijlagen van dit boek is een huiveringwekkend staatje opgenomen waarin Keye de kosten voor een kolonistenechtpaar vergelijkt. In het eerste jaar bedragen die volgens hem in de Noord-Amerikaanse kolonie 1478 guldens, terwijl dat in de Guyana’s slechts 611 gulden en 9 stuivers was. Wie voor die laatste streek koos moest twee slaven à 125 gulden kopen, terwijl kleding voor deze werkkrachten ook nog eens 9 gulden kostte. Maar in de koude, noordelijke kolonie waren het levensonderhoud en de eigen kleding veel duurder, terwijl er tevens een kostbare wagen, een ploeg plus paard en vee moesten worden aangeschaft. Wel ging hij ervanuit dat kolonisten in Latijns-Amerika meer kwijt waren aan drank. Frijhoff is een gerenommeerd historicus die zeer grondig archiefonderzoek heeft verricht, maar al in het voorwoord geeft hij aan dat hij geen ‘gelikt historisch verhaal’ gaat vertellen. Wat dat betreft houdt hij zeker woord. De vergeten Republiek vormt een belangrijke bijdrage aan onze kennis van Zutphen en omgeving in de zestiende en zeventiende eeuw, zeker als het gaat om de rol van de Oost-Nederlandse adel en de connecties met de Nieuwe Wereld, maar het is wel boek voor historici en zeer geïnteresseerde en belezen leken. In tegenstelling tot het reeds genoemde boek van Enny de Bruijn probeert Frijhoff het verre, vaak onbegrijpelijke verleden niet tot leven te wekken en de lezer mee te voeren in die vreemde wereld, maar presenteert hij op droge wijze de resultaten van zijn indrukwekkende onderzoek. - Rob Hartmans

In september was het 700 jaar geleden dat Dante Alighieri stierf, de auteur van de Divina Comedia, een van de absolute hoogtepunten uit de westerse literatuur. Dit ruim 14.000 regels tellende, in de Toscaanse volkstaal geschreven gedicht had niet alleen grote invloed op de ontwikkeling van het Italiaans, maar geeft tevens een indringend inkijkje in het middeleeuwse denken. Wanneer je de moeite neemt om je erin te verdiepen, lees je een bijzonder aangrijpend verhaal over menselijke ambitie en onmacht. Hoewel de in 1265 geboren Dante naast dichter ook politicus, bestuurder, filosoof en zakenman was, en verschillende andere boeken schreef, zijn veel biografieën van hem vooral inleidingen op zijn hoofdwerk. Dat komt doordat de bronnen over zijn levensloop heel schaars zijn en elkaar niet zelden tegenspreken. Daarom speuren biografen, vaak letterkundigen of hoogleraren Italiaans, in zijn boeken naar biografische aanwijzingen, die ze dan aanvullen met algemene kennis over het Italië van rond 1300. Maar historicus Alessandro Barbero beschikt over een veel diepgaander kennis van de Italiaanse samenleving en politiek in die tijd. Daardoor is hij in staat veel interpretaties en speculaties van andere Dante-kenners te ontzenuwen. Dit kan soms wat pietluttig overkomen, bijvoorbeeld als hij een heel hoofdstuk wijdt aan de vraag of Dante nu wel of niet van (lage) adellijke afkomst was. Voor ons lijkt dat wellicht een niet al te relevant onderwerp, maar

dan vergeet je twee dingen: in de keiharde standensamenleving van de Middeleeuwen maakte dit veel uit en rond 1300 was het in Florence juist géén aanbeveling als je uit een adellijk geslacht stamde. Barbero schetst Dante als een kind van zijn tijd, iemand die in een volkomen andere wereld leefde als wij en daarom over de meeste dingen heel anders dacht. Dit betekent dat Dante bij hem geen bleekneuzige dichter is die alleen maar hooggestemde poëzie schrijft, maar primair een man met politieke, zakelijke en intellectuele ambities. Zijn Dante vecht mee in veldslagen, is stadsbestuurder van Florence, handelt in grond en tracht in het gevlij te komen van de machthebbers, terwijl hij via sommige geschriften ook probeert politieke invloed uit te oefenen. Wie geïnteresseerd is in de mens Dante, of in het Italië van zijn tijd, vindt in deze biografie veel wetenswaardigs. Wie benieuwd is naar het literaire genie Dante, kan beter de biografieën van Barbara Reynolds of John Took lezen. Of nóg beter: de Divina Comedia. -Rob Hartmans

Dante Alessandro Barbero 384 p. Athenaeum, € 27,50

HISTORISCH NIEUWSBLAD 9


Scan de code en kom direct in onze webshop.

Inzicht in de Molukse pijn Veel Molukkers voelen zich nog steeds slachtoffer. Ze hebben dan ook begrip voor de gijzelingsacties in de jaren zeventig. Zo blijkt uit een knap interviewboek van Coen Verbraak. Afgelopen mei zond de publieke omroep de tv-documentaire Molukkers in Nederland uit, gemaakt door journalist en historicus Coen Verbraak. Hij liet weer eens zien waarom hij tot de beste interviewers van het land wordt gerekend. Door zijn open manier van vragen stellen helpt hij ooggetuigen van de geschiedenis hun vaak pijnlijke herinneringen te verwoorden.

Het Molukse kamp Lunetten in 1984 in Vught.

DE ONDERGANG VAN DE ROOSWIJK

Rooswijk 1740. Een scheepswrak, zijn bemanning en het leven in de 18de eeuw Martijn Manders en Laura van der Haar 336 p. Balans, € 23,99

Martijn Manders en Laura van der Haar vertellen het verhaal van de Rooswijk. Ze combineren archeologisch onderzoek naar het wrak met speurwerk in de archieven. Dat levert een meeslepend boek op over het maritieme leven in de achttiende eeuw. Op het VOC-schip Rooswijk rustte geen zegen. Ongunstige winst, stormen en een onervaren bemanning zorgden ervoor dat de eerste reis naar Batavia veel langer duurde dan normaal, terwijl door ziekte extreem veel bemanningsleden omkwamen. De tweede reis, die begon op 8 januari 1740 was nog rampzaliger, want al een dag later verging het schip in een vliegende storm bij de

10 HISTORISCH NIEUWSBLAD

beruchte Goodwin Sands voor de kust bij Kent. De verraderlijke zandbanken vormen een scheepskerkhof, waar in de loop van de eeuwen ruim 2000 schepen zijn gezonken. Alle 237 opvarenden van de Rooswijk kwamen om in de golven en de kostbare lading – waaronder 36.000 zilveren munten – ging verloren. De restanten van het wrak, die op 25 meter diepte verspreid liggen over

Maar op televisie kun je slechts korte fragmenten laten zien, veel materiaal blijft ongebruikt. Om de persoonlijke verhalen van de geïnterviewden niet verloren te laten gaan, heeft Verbraak ze opgetekend in dit boek. Veertien interviews vertellen samen de geschiedenis van de Molukse gemeenschap in Nederland. Een verhaal van onvrijwillige migratie na de dekolonisatie van Indonesië, van armetierige opvang, geknakte eer en verloren hoop op terugkeer naar een vrije Molukse republiek, en van ‘besodemieterd’ zijn door Den Haag. Maar ook een verhaal van weerbaarheid en maatschappelijk succes. De geschiedenis die zo aan de lezer voorbijtrekt, past niet in een simpel goed-foutperspectief op het koloniale verleden. De eerste generatie mannelijke immigranten bestond uit


KNIL-soldaten en vanuit Indonesisch gezichtspunt dus uit ‘collaborateurs’. Sommigen hadden – onder Nederlands bevel – oorlogsmisdaden gepleegd. Het valt veel nabestaanden zwaar dit te erkennen. Zo verdedigt de in 1935 geboren Non Apponno de beruchte kapitein Raymond Westerling en zijn merendeels Molukse troepen: zij zouden niet wreder hebben opgetreden dan de ‘Javaanse beesten’ die voor onafhankelijkheid vochten. Dat koning Willem-Alexander in 2020 excuses aan Indonesië heeft aangeboden, vindt deze bejaarde vrouw ‘verraad’. Moreel ingewikkeld is ook de herinnering aan de gijzelingsacties door Molukkers van de tweede generatie in de jaren zeventig. Hoewel de geïnterviewden het betreuren dat er onschuldige burgers bij om het leven zijn gekomen, tonen zij over het algemeen begrip voor

Archeoloog Martijn Manders tijdens zijn onderzoek naar het wrak.

Morbi nunc enim fermentum in rutrum ut, bibendum in diam. Proin fringilla lorem urna.

de terroristen. En de manier waarop de overheid met militair geweld een einde maakte aan de kaping bij De Punt wordt door een aantal scherp veroordeeld. Uiteindelijk voert eigen slachtofferschap de boventoon in de meeste interviews. Het vergt soms heel wat inlevingsvermogen van de lezer om dat te begrijpen. Het knappe van Verbraak is dat hij zijn gesprekspartners, zonder te corrigeren of te oordelen, hun kant van het verhaal laat vertellen. En daarmee de Molukse pijn inzichtelijk maakt. - Bas Kromhout

De Molukkers. Een vergeten geschiedenis Coen Verbraak 224 p. Alfabet Uitgevers, € 22,99

Peddelen naar bezet Nederland

Liniecrossers. Frontkoeriers van het verzet Jelle Simons 328 p. Omniboek, € 27,50

Nadat in de herfst van 1944 het zuiden van Nederland was bevrijd, liep de frontlijn langs de grote rivieren. Nederlandse verzetsstrijders staken in het laatste oorlogsjaar regelmatig de frontlinie in de Biesbosch over, tussen het bezette noorden en het bevrijde zuiden. Tijdens bloedstollende acties brachten deze zogeheten ‘liniecrossers’ mensen, hulpgoederen en informatie naar de andere kant. Gebruikmakend van de duisternis en de getijdenstromen legden ze in kano’s of bootjes telkens tussen de 13 en 18 kilometer af, pal onder het spiedend oog van de Duitse troepen. Slechts een enkele keer ging het mis en werden ze gepakt. (RH)

Ode aan de Allerhande

Van aardappel tot avocado. Allerhande en zeventig jaar Nederlandse eetcultuur Klaartje Scheepers 320 p. Atlas Contact, € 24,99

een gebied met een middellijn van ruim 250 meter, zijn in 2000 ontdekt. In Rooswijk 1740 vertellen archeologen Martijn Manders en Laura van der Haar het verhaal van het onderzoek naar het schip – in het ijskoude en snelstromende zeewater – en de strijd tussen Britse en Nederlandse autoriteiten en commerciële schatzoekers. Daarnaast hebben ze de vondsten op de zeebodem gecombineerd met archiefonderzoek. Op basis hiervan beschrijven ze de praktijk van de VOC-handel op Indonesië, het leven aan boord en de grootschalige zilversmokkel door zeelieden. Die kochten soms met geleend geld laagwaardige zilveren munten, die ze in Indonesië met grote winst van de hand deden. Veel van die munten, met gaatjes erin zodat ze in kleding konden worden genaaid, zijn gevonden op de bodem van de Goodwin Sands.

Groene erwten met boterhamworst – dat was het eerste recept in de Allerhande, het huisblad van Albert Heijn dat in 1954 verscheen. Klaartje Scheepers vertelt via de geschiedenis van dit blad over de Nederlandse eetcultuur van de afgelopen zeventig jaar. Dat levert verhalen op over onder meer veranderende interieurs, de komst van keukenapparatuur, de ontdekking van de wereldkeukens en de huidige wens om lokale producten te eten. Natuurlijk staan er ook recepten in, soms heel verrassende. Want wat te denken van het bananen-pindakaas-slaatje met mayonaise en slagroom? Volgens de Allerhande van 1957 aten ze dat in Amerika. (MJ)

Van een aantal opvarenden hebben de auteurs de namen weten te achterhalen en hen proberen ze via portretjes tot leven te wekken - al zijn deze verhalen, waarbij we te horen krijgen wat deze bemanningsleden hebben ervaren en gedacht, fictief. Er zijn van hen geen brieven of dagboeken bewaard gebleven, zodat de auteurs de schaarse gegevens zelf hebben ingekleurd. Het had best zo kunnen zijn, maar we weten niet of het zo is gegaan. De combinatie van deze geromantiseerde geschiedschrijving met grondig maritiem archeologisch onderzoek en speurwerk in de archieven heeft wel een levendig en zeer leesbaar boek opgeleverd. Een boek dat inzicht verschaft in het leven van zeelieden en de VOC in de achttiende eeuw, die over het algemeen minder aandacht krijgt dan de Gouden Eeuw. - Rob Hartmans

HISTORISCH NIEUWSBLAD 11


Scan de code en kom direct in onze webshop.

Nederland in 100 kaarten ‘De verhalen die deze kaarten kunnen overbrengen zijn onuitputtelijk.’ Zo nodigen Marieke van Delft en Reinder Storm lezers in hun voorwoord uit om te verdwalen in een verzameling kunstige kaarten. Kaarten bieden inzicht. Ze helpen de wereld te verkennen en overzichtelijk te maken. In De geschiedenis van Nederland in 100 oude kaarten, nu verkrijgbaar als paperback, tonen de auteurs kleurrijke kaarten uit het verleden. Ze koppelen kaarten aan belangrijke gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis. Naast politieke ontwikkelingen en veranderende landgrenzen, komen ook transport, economie, onderwijs, religie en vrije tijd aan bod. De auteurs beginnen met het oudste Nederlandse kaartje uit 1307, waarop de bouw van een kerk staat afgebeeld. Het boek vertelt grote en kleine verhalen: van de uitbreiding van de grachtengordel in 1663 tot de eerste Elfstedentocht in 1909. Rijke illustraties sieren de kaarten, zoals de wegwijzer van de Wereldtentoonstelling in Amsterdam in 1883, die bezoekers liet zien waar zij de ‘Surinaamsche inboorlingen’ konden vinden. - Teun Willemse

De geschiedenis van Nederland in 100 oude kaarten Marieke van Delft en Reinder Storm 400 p. Lannoo, € 49,99

12 HISTORISCH NIEUWSBLAD

STAD IN DE FOUT De rol van Utrecht in het kolonialisme en de slavernij was tot nu toe vrij onbekend. Maar nieuw onderzoek, onder leiding van cultuurhistoricus Nancy Jouwe, toont dat de Utrechtse bijdrage veel groter is dan tot nu toe werd aangenomen. Zo verschafte de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) werk aan circa tien procent van stadsbevolking. Stedelijke bestuurders investeerden én profiteerden ook persoonlijk. Vroedschapslid Hendrick van Asch van Wijck, bijvoorbeeld, was in 1739 tevens bewindhebber van de West-Indische Compagnie en plantagehouder in Suriname. De essays in dit boek belichten verschillende aspecten van Utrechts slavernijverleden. Welke koloniale sporen de stad nu nog steeds draagt, wordt ook beschreven. (AP)

Slavernij en de stad Utrecht Nancy Jouwe (red.) 328 p. Walburg Pers, € 24,99

Maarten Tromp speelt blufpoker In Het monsterschip schrijft historicus Luc Panhuysen over luitenant-admiraal Maarten Tromp, die in 1639 een ogenschijnlijk onmogelijke overwinning boekte op de Spaanse Armada. Met slechts dertien schepen wist hij de gigantische vloot van Filips IV te verslaan. Waarom verdient Maarten Tromp dit boek? ‘Maarten Tromp was rauw en brutaal. Hoe meer ik me in hem ging verdiepen, hoe aangrijpender zijn verhaal werd. Hij werd namelijk in een hachelijke periode geïnstalleerd als luitenant-admiraal. Het eerste obstakel vormden de Spaanse Armada’s, die in de zeventiende eeuw Spaanse soldaten aanvoerden om tegen de Nederlandse opstandelingen te vechten. Een ander probleem waren de Duinkerker kapiteins. Zij konden bij Filips IV een kaperbrief aanvragen om een eigen roofbedrijf beginnen, op voorwaarde dat ze Spaanse tegenstanders als de Republiek beroofden. Tromp kreeg de opdracht de Spaanse Armada tegen te houden en tegelijkertijd de kapers te bestrijden. Met een vloot van slechts dertien schepen moest hij een enorm zeeoppervlak beschermen. Het leek een onmogelijke taak.’ Was Het monsterschip een van Tromps schepen? ‘Nee, “het monsterschip” is een begrip dat Tromp gebruikte om zijn scheepsformatie mee aan te duiden. Toen hij ter hoogte van Calais 67 Spaanse schepen op zich af zag komen, wist hij dat vluchten geen optie was en zette hij de aanval in. Hij lichtte zijn kapiteins in over de tactiek: “Wij zullen een keurige rij van schepen vormen om zo ieder kanon optimaal te benutten. Samen vormen wij een monsterschip.” Die dag deelde Tromps vloot de eerste klap uit aan de Spaanse Armada.’


De zeeslag bij Duins in 1639, geschilderd door Reinier Nooms.

Het monsterschip. Maarten Tromp en de armada van 1639 Luc Panhuysen 320 p. Atlas Contact, € 29,99

Welke bronnen hebt u gebruikt om deze details te vinden? ‘De adjudant van de Engelse admiraal, Peter White, bevond zich tijdens Tromps dienstverband op een Engelse vloot die de openbare orde moest bewaken rond de Rede van Duins. Veel schepen, waaronder die van Tromp, ankerden in dit ondiepe water. Zo kwamen de twee met elkaar in contact. White hield een gedetailleerd dagboek bij, waarin hij ook zijn gesprekken met Tromp uitschreef. Hij beschreef hoe Tromp situaties naar zijn hand wist te zetten door toneel te spelen, te bluffen en te

liegen. De luitenant-admiraal speelde een enorm tactisch spel. Daarnaast heb ik Spaanse bronnen, brieven en de dagboeken van Tromp en zijn kapiteins gebruikt. Door al deze documenten naast elkaar te leggen, tekende zich een mozaïek af van Tromps werk.’ Is dit vooral een boek voor scheepvaartliefhebbers? ‘Zeker niet, want met het verhaal van Maarten Tromp hoop ik mijn fascinatie voor het zeeleven juist over te brengen op landrotten.’ - Amber Heemskerk

ADVIEZEN VANUIT DE ACADEMIE Donald Trump, Vladimir Poetin, Viktor Orbán en corona maken het leven er niet makkelijker op. De Belgische Donald Loose analyseert de toestand in de wereld en grijpt daarbij terug op vele grote denkers. Dat levert een boeiend betoog op.

de pandemie en de onvoorspelbare gevolgen van een smeltende permafrost en poolkap.’ Ja, dat hakt erin. Wat rest ons? Uitzichtloosheid en defaitisme liggen op de loer, zeker wanneer we Looses woorden over populistische leiders als Trump, Poetin, Orbán en Erdogan in ogenschouw nemen. Moeten we dan maar meedobberen op de ‘golven van het lot’ of wachten op een ‘gunstige wind’? Nee, we moeten blijven roeien, is Donald Looses strijdbare advies, vanuit het hart van de academie. - Jeroen Vullings De democratie staat onder druk. Burgers zijn wantrouwend naar de politiek en naar elkaar. Globalisering en neoliberalisme hebben geleid tot populistisch verzet en nieuw nationalisme. Om de oorzaken van het huidige maatschappelijk wantrouwen te doorgronden, moeten we onze eigen tijd ontstijgen en lessen trekken uit de rijke traditie van het democratisch project – van Machiavelli en Rousseau tot Gauchet en Mouffe. In Democratie op wankele bodem bespreekt Donald Loose het ideologisch fundament van de westerse democratie. In de rechtsstatelijke traditie, de representatieve democratie en het sociaalliberalisme signaleert hij een continue spanning tussen vrijheid en gelijkheid, en tussen politieke macht en oppositie. Politiek is altijd een voorlopige en onvolledige representatie van de samenleving geweest. De gelijkstelling van de politiek met de burgerlijke maatschappij is een illusie. De symbolische dimensie van het politieke vereist niet alleen een kritische waakzaamheid van de democratische instellingen, maar ook een zelfkritisch burgerschap dat de denkbeeldige identiteiten overstijgt.

DEMOCRATIE op wankele bodem

DONALD LOOSE is emeritus bijzonder hoogleraar wijsbegeerte aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en Tilburg University. Hij publiceerde over onder meer de praktische filosofie van Kant en de Franse politieke filosofie van de twintigste eeuw. Met zijn boek Over vriendschap. De praktische filosofie van Kant won hij de prestigieuze Socratesbeker voor het meest urgente, oorspronkelijke en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek van 2019.

Luc Panhuysen (1962) studeerde geschiedenis en was onder andere werkzaam als journalist bij Het Parool en De Groene Amsterdammer. Hij is auteur van lovend besproken boeken als De ware vrijheid (2005), Een Nederlander in de wildernis (2010) en Oranje tegen de Zonnekoning (2016). Het monsterschip is zijn nieuwste boek.

Donald Loose

Diep, secuur en helder gaat hij bijvoorbeeld in op het gedachtengoed van Machiavelli, Alexis de Tocqueville, Claude Lefort, Thomas Hobbes, Jean-Jacques Rousseau, Immanuel Kant, Carl Schmitt – en vele anderen. Maar ook de moderne tijd komt aan bod, van de door hem gesmade Donald Trump tot de verschrikkelijke, huidige pandemie. Daarover schrijft hij, in een karakteristieke zin: ‘Machiavelli’s metaforen van nauwelijks nog te helen ziektes die niemand bijtijds op ons heeft zien afkomen en van wilde wateren die we niet meer weten in te tomen, zijn onderhand de dagelijkse letterlijke werkelijkheid van een wereldwij© Sandra Peerenboom

We leven in barre tijden, die boodschap ademt Democratie op wankele bodem, over de politiek en het politieke. Maar de auteur, emeritus-hoogleraar Donald Loose, zit niet bij de pakken neer. Als kenner van de politieke filosofie en rechtsfilosofie keert hij zich tegen de afbraak van de westerse democratie. Het wantrouwen daarin is funest. Met name het doorgeschoten neoliberalisme en het populisme, medeverantwoordelijk voor ‘de crisis in de politiek’, zijn z’n kop van Jut in deze erudiete beschouwing over de lessen die we uit het verleden kunnen trekken. Zelden pakte een omgevallen boekenkast boeiender uit dan bij Loose.

Luc Panhuysen

Democratie op wankele bodem. Over de politiek en het politieke Donald Loose 416 p. Boom, € 29,90 www.boomfilosofie.nl www.boomuitgeversamsterdam.nl

Donald Loose

DEMOCRATIE op wankele bodem Over de politiek en het politieke

‘Het is in de huidige tijd hoognodig de basisbeginselen van de rechtsstaat te memoreren en de democratie in bescherming te nemen tegen de destructieve mechanismen die ze tegenwoordig zelf genereert. Pleidooien voor een slagvaardige ‘illiberale democratie’ door populistische leiders gaan gelijk op met de almacht van de vrije markt en de revanche van de verliezers van de mondialisering. De geschiedenis van de opbouw en de actuele dreigende afbraak van de westerse democratische regimes is een zaak die iedere staatsburger aangaat. Alle veroveringen van de westerse rechtsstaat zijn het gevolg van de strijd en het verzet van de kritische geest van minderheden tegen willekeur en machtsmisbruik. Ze zijn bevochten op een common sense die na langdurige kritiek uiteindelijk als onaanvaardbaar werd gebrandmerkt, maar zich in de samenleving wist te vestigen als vanzelfsprekend. Dat betekent geenszins dat die veroveringen definitief zijn en dat de formele spelregels volstaan om de democratie overeind te houden zonder de argwaan en de weerbaarheid van de burgers. Podemos, Syriza, les gilets jaunes of Occupy zouden er wellicht net zo goed een puinhoop van maken als ze het exclusief voor het zeggen hadden. Maar ze zijn belangrijke oppositionele krachten tegen een sluipend despotisme van de liberale markt, die de samenleving niet langer in politieke termen interpreteert.’ Fragment uit het Woord vooraf

9 789024 439836

HISTORISCH NIEUWSBLAD 13


Scan de code en kom direct in onze webshop.

Vorsten van Albion. Het huis Plantagenet, vormgevers van Engeland Dan Jones 672 p. Omniboek, € 35,-

Opmerkelijke vorsten Moordpartijen, opstandelingen, de bloedige Rozenoorlogen: de Britse sterauteur Dan Jones schreef twee pageturners over het turbulente Engelse vorstendom tijdens de Middeleeuwen. Op 25 november 1120 voer een groot wit Vikingschip, met vierkant zeil en 50 roeiers, de haven van het Normandische stadje Barfleur uit. Aan boord bevond zich prins Willem, de 17-jarige aetheling ofwel kroonprins van Engeland, de enige wettige zoon van koning Hendrik I. Hij was in gezelschap van zijn halfbroer en halfzus en een groot aantal jonge edelen. Voordat ze vertrokken hadden ze het flink op een zuipen gezet, waarbij de jeugdige aristocraten ook de bemanning hadden laten meedelen in de feestvreugde. Het gevolg was dat het schip tegen een scherp rotsblok in de haven ramde en nagenoeg alle opvarenden verdronken. De ramp met het ‘witte schip’ luidde het einde in van de Engelse dynastie die gesticht was door grootvader van de kroonprins, Willem de Veroveraar. De Engelse kroon werd daarna bijna 250 jaar gedragen door iemand uit het huis Plantagenet. Dan Jones, van wie eerder boeken over de kruisvaarders en de tempeliers werden vertaald,

Gevecht om de troon. De Rozenoorlogen en de opkomst van de Tudors Dan Jones 480 p. Omniboek, € 35,-

In januari 2022 verschijnt Een nieuwe geschiedenis van de Middeleeuwen en bezoekt Dan Jones Nederland en Vlaanderen.

14 HISTORISCH NIEUWSBLAD

opent zijn geschiedenis van de Plantagenets met een levendige beschrijving van de schipbreuk in 1120. Het zet de toon van dit boek, dat leest als een spannende roman, maar tevens een goed inzicht geeft in de ingewikkelde politieke en dynastieke ontwikkelingen in het middeleeuwse Engeland. Na de dood van Hendrik I in 1130 brak een bloedige strijd om de macht uit, waarna in 1154 uiteindelijk Hendrik II uit het huis Plantagenet de troon besteeg. Onder deze dynastie kreeg Engeland zijn min of meer definitieve grenzen, ontwikkelde het Engels zich tot een bestuurlijke en literaire taal, werden tal van grote kastelen en kerken gebouwd en werden allerlei instituties ingesteld die het vele eeuwen zouden uithouden. Meeslepend beschrijft Jones het conflict tussen Hendrik II en aartsbisschop Thomas Becket, wat resulteerde in de gewelddadige dood van de laatste. Aan bod komen ook de revolte van Hendriks zoons, de avonturen van Richard Leeuwenhart, de opstand van de edelen die Jan zonder Land in 1215 dwong de Magna Carta te aanvaarden en het fatale bewind van Richard II, die in 1399 werd afgezet. Het vervolg is te lezen in het al even spannende Gevecht om de troon. Hierin verhaalt Jones over de bloedige Rozenoorlogen, die pas eindigden toen Hendrik Tudor de macht greep tijdens de slag bij Bosworth. Hendrik was een man met een smal gezicht met hoge jukbeenderen rond een lange, dunne neus. Zijn ronde, ietwat kleine ogen vormden een strakke driehoek met zijn dunne, neergetrokken mond, vertelt Jones. De combinatie van dergelijke details en de voortrazende dynastieke ontwikkelingen, maken van Jones’ boeken echte pageturners. - Rob Hartmans

Villa De Wartburg. Een toevluchtsoord in het verzuilde naoorlogse Nederland Loes Hegger 288 p. Ambo Anthos, € 22,99

Toevluchtsoord voor afvallige priesters Als zijn twijfels over het kloosterleven een hoogtepunt bereiken, neemt de Spaanse priester Aniano een gewaagd besluit. Van de ene op de andere dag laat hij zijn geboorteland en zijn seminarie achter zich. Met een bevrijd gevoel en een ongewisse toekomst voor de boeg vlucht hij naar Nederland, waar hij in 1962 een wijkplaats vindt in Villa De Wartburg. Daar opent een gelovig echtpaar hun deuren voor uitgetreden priesters in nood. Aniano is niet de enige die in het toevluchtsoord van Herman en Willy Hegger terechtkomt: geestelijken uit Finland, Chili en India volgen zijn voorbeeld. Zestig jaar later tekent dochter Loes Hegger, die opgroeide tussen de uitgetreden priesters, de verhalen van de afvalligen op. Waarom lieten zij het kloosterleven achter zich? En welke angsten en twijfels bracht dat met zich mee? Hegger schrijft het treffend op in een literair boek over persoonlijke dilemma’s in een decennium vol politieke en religieuze omwentelingen. (TW)


De geest van 1776, verbeeld door de schilder Archibald Willard, 1875.

PLEIDOOI VOOR KLASSIEK VRIJHEIDSBEGRIP

VRIJ ZIJN DOEN WE SAMEN

Vrijheid. Een woelige geschiedenis Annelien de Dijn 464 p. Alfabet, € 29,99

Wanneer ben je vrij? Als de staat je met rust laat? Of ook al als je een onafhankelijke geest hebt? Het antwoord op dit soort vragen is door de eeuwen heen steeds veranderd, met als keerpunt de Franse Revolutie. Zo blijkt uit het fraaie boek van Annelien de Dijn dat stof tot nadenken biedt.

In haar bijzonder erudiete boek Vrijheid maakt Annelien de Dijn duidelijk welke cruciale omslag in het denken over vrijheid zich ten tijde van de Franse Revolutie voltrok. Een omslag die volgens De Dijn tegenwoordig niet meer wordt onderkend, maar die ons idee van vrijheid heel sterk heeft beïnvloed en enorme politieke gevolgen heeft. Juist in deze periode werd een nieuwe invulling aan het begrip vrijheid gegeven. Tegenwoordig stellen mensen vrijheid meestal gelijk met ‘het bezit van onvervreemdbare individuele rechten, rechten die een privédomein afbakenen waarop geen enkele overheid inbreuk mag plegen’. De vrijheid wordt dus gegarandeerd door wat wij doorgaans de rechtsstaat noemen. Volgens De Dijn is deze notie pas tegen het einde van de achttiende eeuw ontstaan en was het een doelbewuste en drastische breuk met een vrijheidsbegrip dat tot dan toe dominant was geweest. In de klassieke opvatting was vrijheid ‘de controle door het volk op de wijze waarop het wordt

geregeerd’. Het ging dus om een democratisch en collectief begrip van vrijheid: een vrije staat was een staat waarin mensen zichzelf bestuurden. Contrarevolutionairen kwamen eind achttiende eeuw met een ander vrijheidsbegrip. Vrijheid had nu niet langer betrekking op een democratisch bestuurde samenleving, maar op de rechten van het individu. Zelfs onder een autocratisch regime kon de burger vrij zijn, zolang de overheid hem maar met rust liet. Sterker nog: volgens deze opvatting liep deze individuele vrijheid juist gevaar in een democratie, omdat de meerderheid zou kunnen beslissen dat het bezit van de rijken moest worden herverdeeld. Het idee dat vrijheid betekent dat de overheid je met rust liet is een opvatting die zelfs in progressieve kringen nog opgeld doet. Het boek van De Dijn – die duidelijk pleit voor het klassieke, democratische vrijheidsideaal – is een fraai voorbeeld van ideeëngeschiedenis, dat veel stof tot nadenken biedt. - Rob Hartmans

INVOELEND PORTRET VAN INDONESISCHE OORLOGSSLACHTOFFERS Bruni Adler maakte eerder naam door haar openhartige interviews met overlevenden van de oorlogsgeneratie uit Duitsland, Polen en Rusland. In haar nieuwste boek gaat ze in Indonesië in gesprek met slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende dekolonisatieoorlog. Op empathische wijze tekent zij de herinneringen van tientallen betrokkenen op. Mensen van allerlei rangen en standen, zoals edelen, kampcommandanten en dwangarbeiders, vertellen over hoe het leven was, ingeklemd tussen het prikkeldraad van de Japanse interneringskampen en de bamboesperen

van de Javaanse onafhankelijkheidsstrijders. We volgen Adler op haar reis langs Nederland, Indonesië en Japan, waar ze de mensen die ze spreekt en hun achtergrond invoelend beschrijft: van een gesprek met een sportieve, goedlachse Javaan in Duitsland tot de ontmoeting met een kwetsbaar ‘troostmeisje’ in een sober vertrek op Java. De interviews zijn Adlers manier om de ‘machteloze velen’ een stem te geven. Want met haar boek wil ze vooral bijdragen aan de vrede tussen volkeren, die volgens haar niet zonder kennis van de ander en erkenning

van de eigen wandaden tot stand kan komen. Zo reikt de ambitie van dit boek veel verder dan de vertelling van 37 meeslepende verhalen. - Teun Willemse

Prikkeldraad en bamboesperen. Ooggetuigen van oorlog en dekolonisatie in Indonesië Bruni Adler, 428 p. Walburg Pers, € 34,95

HISTORISCH NIEUWSBLAD 15


Scan de code en kom direct in onze webshop.

4 VRAGEN AAN

Kees Versteegh Achter een politieke leider schuilt vaak een belangrijke tweede man of vrouw. In Schaduwleiders beschrijft journalist Kees Versteegh enkele historische en recente voorbeelden van politieke duo’s, van Woodrow Wilson en Edward House tot Mark Rutte en Edith Schippers. Wat kenmerkt een goed politiek duo? En waarom maakt een leider zich afhankelijk van een ander? ‘De tweede man kan zien welke Schaduwleiders. ontwikkelingen een Rollen en invloebedreiging vormen den van ‘tweede voor het leidermannen’ in de schap. Maar ook politiek welke kansen er Kees Versteegh 344 p. Boom, € 25,- liggen.’

DRAKEN BLEKEN NIET TE BESTAAN

De ontdekking van de natuur Hans Mulder 256 p. Terra, € 49,99

Vanaf 1500 kwam de wetenschappelijke studie van de natuur op gang. Dat leverde talloze nieuwe inzichten op. Lastig was wel dat steeds meer bevindingen in strijd met de Bijbel waren, zo laat Hans Mulder zien. Eeuwenlang moet de mens de natuur hebben gezien als een tamelijk vijandige omgeving, waar gevaarlijke dieren leefden en onbeheersbare krachten werkzaam waren. Tegelijkertijd was die natuur hard nodig, om te jagen, eetbare planten en vruchten te verzamelen en bomen te kappen. Overleven stond centraal. Hoe de natuur eigenlijk in elkaar zat, was een vraag waarvan de meesten zich de luxe niet konden permitteren.

16 HISTORISCH NIEUWSBLAD

Uiteraard waren er al in de Oudheid en de Middeleeuwen mensen die wel belangstelling hadden voor de natuur, maar het was pas vanaf circa 1500 dat een breder publiek de natuur begon te ‘ontdekken’ en de wetenschappelijke bestudering ervan echt op gang kwam. Hans Mulder vertelt hoe de afgelopen vijf eeuwen de natuur werd ontsluierd. Hij is conservator van de natuurwetenschappelijke

1

Hoe raakte u geïnteresseerd in politieke duo’s? ‘Ooit sprak ik met vrienden over Jan de Koning, een politicus die die niet de eer en aandacht kreeg die hij verdiende. Hij was een van de architecten van het CDA en de gedoodverfd opvolger van Dries van Agt in 1982, maar hij stelde dat Ruud Lubbers de leiding moest nemen. Het komt in de Nederlandse politiek zelden voor dat iemand een ander de kans gunt om premier te worden. De Koning werkte als minister samen met Lubbers om zijn kabinet tot een succes te maken. Ik vroeg me af of de patronen van de goede samenwerking tussen De Koning en Lubbers elders in de historie te vinden waren. Zo kwam ik onder meer uit bij Woodrow Wilson en Edward House.’


2

Wat maakte hun samenwerking bijzonder? ‘Wilson was de eerste president die Amerikaanse soldaten naar Europa stuurde, een fundamentele beslissing in de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast probeerde hij de Volkenbond op te zetten. In beide gevallen speelde adviseur House, een welvarende man uit Texas, een belangrijke rol. Wilson was een dominante denker, die vond dat hij een belangrijke vredesboodschap voor de wereld had. Omdat de president House als zijn “alter ego” zag, durfde hij het aan om veel taken aan hem over te laten.’

3

Wat is de functie van een tweede man? ‘Hij moet de leider en zijn achterban met elkaar verbinden. De tweede man kan zien welke ontwikkelingen een bedreiging vormen voor het leiderschap. Maar ook welke

Studie naar draken. Soms lopen verbeelding en wetenschap door elkaar heen.

Morbi nunc enim fermentum in rutrum ut, bibendum in diam. Proin fringilla lorem urna.

Tien Romeinse keizers

kansen er liggen. Om in wielertermen te spreken: de leider zit voorovergebogen op het stuur, terwijl de tweede man hoger op het zadel zit en ziet welke bochten eraan komen.’

4

En als de tweede man denkt dat hij het beter kan? ‘Zodra die gedachte gaat spelen, ontstaat er spanning. De eerste man kan zich beconcurreerd of zelfs bedreigd voelen. Het kan ook dat een tweede man of vrouw meer ruimte zoekt voor zichzelf. Zo koos Edith Schippers in een moeilijke periode de kant van Mark Rutte, maar werkte ook aan haar eigen reputatie door in een parlementaire onderzoekscommissie over de kredietcrisis te stappen. Ook tweede mannen en vrouwen hebben ambities die hun plek moeten krijgen.’ - Erik van Klinken

Van Augustus tot Constantijn Barry Strauss 400 p. Omniboek, € 29,99

Ze vormen nog steeds stof voor spectaculaire Hollywood-films of sappige Netflix-series: de Romeinse keizers. Er waren er nogal wat en velen van hen zijn nauwelijks meer bekend. Uit de drieënhalve eeuw tussen de moord op Julius Caesar en de troonsbestijging van Constantijn de Grote heeft de Britse oudhistoricus Barry Strauss er tien uitgekozen. Naast overbekende figuren als Augustus, Nero en Constantijn komen ook minder bekende namen aan bod, zoals Vespasianus, Trajanus en Septimus Severus. Levendig beschrijft Strauss hun handel en wandel, waarbij hij niet alleen aandacht heeft voor hun wreedheid en eventuele uitspattingen, maar ook voor hun verdiensten. (RH)

Het vlindereffect

De aanslag die onze levens veranderde Bahram Sadeghi 192 p. Atlas Contact, € 21,99

collecties van de Universiteit van Amsterdam. Toen de onder hem ressorterende Artis Bibliotheek wegens verbouwing twee jaar dichtging en hij vanwege de coronapandemie thuis moest werken, had hij eindelijk tijd om een boek te schrijven. Doordat hij voor de illustraties kon putten uit de bijzonder rijke Artis Bibliotheek, is De ontdekking van de natuur niet alleen een heerlijk leesboek, maar ook een prachtig kijkboek geworden. Mulder laat zien hoe bij deze ontdekkingstocht nieuwsgierigheid en verlangen naar echte kennis het geleidelijk aan wonnen van vooropgezette ideeën. Lange tijd waren ook serieuze geleerden het erover eens dat er draken bestonden, want die worden immers in de Bijbel genoemd. Hetzelfde gold voor de eenhoorn, al kwamen ze er op een zeker moment achter dat het hier om een vertaalfout ging. Radicale atheïsten als Richard Dawkins en Paul Cliteur zouden

Soms raakt iemands leven in een stroomversnelling, als gevolg van gebeurtenissen waar hij of zij niets mee te maken heeft. Het overkwam de uit Iran afkomstige programmamaker Bahram Sadeghi. In 1985 vond een tragische aanslag plaats in de Sinaï, toen een Egyptische soldaat een groep Israëlische toeristen vermoordde. Onbedoeld gevolg van de aanslag was dat Sadeghi, als verstekeling aan boord van een vrachtschip, uiteindelijk in Rotterdam terechtkwam en asiel aanvroeg. Hoe de aanslag en zijn eigen vlucht uit Iran zich tot elkaar verhielden vertelt hij in De aanslag die onze levens veranderde, een persoonlijk en ontroerend levensverhaal. (AL)

hierin hun opvatting bevestigd kunnen zien dat religie de grote hinderpaal bij wetenschappelijke vooruitgang vormde. Mulder stelt daarentegen dat de Reformatie, naast de uitvinding van de boekdrukkunst, een belangrijke rol heeft gespeeld bij de ontdekking van de natuur. Veel protestantse theologen stelden immers dat Gods almacht zich niet alleen in de Bijbel openbaart, maar ook in het Boek der Natuur. Grondig onderzoek naar natuurlijke verschijnselen zou de mens doen beseffen hoe geniaal Gods schepping in elkaar zat. Uiteindelijk ondergroef datzelfde onderzoek toch de dominante positie van het christelijk geloof, aangezien steeds meer verschijnselen niet meer vielen te rijmen met de oude dogma’s. Dat blijkt uit een fraai hoofdstuk over de ontdekking van fossielen, die het scheppingsverhaal ernstig ondermijnden. - Rob Hartmans

HISTORISCH NIEUWSBLAD 17


Scan de code en kom direct in onze webshop.

Erasmus, dwarsdenker. Een biografie Sandra Langereis 784 p. De Bezige Bij, € 39,99

De verdiensten van Erasmus Was Erasmus een arrogante, immer om geld zeurende angsthaas? Of vooral een geniale geleerde? In haar monumentale biografie schildert Sandra Langereis een genuanceerd en gedetailleerd beeld van de man en zijn tijd. Hoewel hij het overgrote deel van zijn leven buiten de grenzen van het huidige Nederland doorbracht, in het Latijn schreef en een bijzonder lage dunk van zijn landgenoten had, geldt Erasmus (1466-1536) als een van onze grootste cultuurdragers. Toch heeft het heel lang geduurd voor er fatsoenlijke edities van zijn verzameld werk en omvangrijke correspondentie verschenen, en ook op een goede levensbeschrijving hebben we lang moeten wachten. De monumentale biografie Erasmus: dwarsdenker van Sandra Langereis was dit wachten meer dan waard. Sommige recensenten vergeleken het boek met het boekje dat de grote Johan Huizinga bijna honderd jaar

Een van de drie in 1523 door Hans Holbein de Jonge geschilderde portretten van Erasmus.

18 HISTORISCH NIEUWSBLAD

geleden over Erasmus schreef, maar dat slaat nergens op. Niet alleen is het boek van Langereis een wetenschappelijke, op een enorme hoeveelheid bronnen gebaseerde levensbeschrijving, terwijl Huizinga niet meer dan een biografische schets leverde, bovendien komt zij tot een veel evenwichtiger oordeel. Huizinga legde de nadruk op de opportunistische kanten van de ook door hem bewonderde humanist, die een minder krachtige figuur dan Maarten Luther zou zijn geweest. Langereis veegt die aspecten niet onder het tapijt, maar gaat veel uitgebreider in op de verdiensten van Erasmus. Gebruikmakend van een overvloed aan materiaal – zo bestaat de gepubliceerde correspondentie van Erasmus uit circa 3100 brieven – schildert Langereis een gedetailleerd portret van de man. Ze laat ook zien welke aspecten van zijn persoonlijkheid minder aantrekkelijk waren. Maar zijn verdiensten zijn groter. Als Erasmus alleen maar een ambitieuze, beurtelings arrogante en de stroopkwast hanterende, immer om geld zeurende angsthaas was geweest, dan zou men niet al vijf eeuwen over hem schrijven. Zijn studie van het Latijn en Grieks legde de grondslag voor een serieuze Bijbelkritiek en dankzij handig gebruik van de boekdrukkunst wist hij het klassieke erfgoed toegankelijk te maken voor een breder publiek. Om dit verhaal te kunnen vertellen schildert Langereis de historische, religieuze en culturele context waarin Erasmus leefde en werkte, zodat deze biografie tevens een heel toegankelijke, prettig geschreven cultuurgeschiedenis van die tijd is. -Rob Hartmans

Tiener in een uitbundige tijd Jan Konst werd, met 250.000 andere Nederlanders, in 1963 geboren. Hij maakt deel uit van de Verloren Generatie, genoemd naar de troosteloze arbeidsmarkt die ze in de jaren tachtig betraden. Uiteindelijk kwamen de meesten goed terecht; Konst werd hoogleraar Nederlandse literatuur. Tegen de achtergrond van de maatschappelijke en politieke ontwikkelingen van die tijd, geeft Konst beeldend weer hoe het was om als tiener op te groeien in de ‘uitbundige’ zeventiger jaren en om vervolgens te gaan studeren zonder uitzicht op een baan. Hij schrijft over zijn jeugdbelevenissen vanuit de wetenschap dat zijn verhaal ‘het verhaal van velen is’. (AP)

Na de revolutie. Kind van de jaren zeventig Jan Konst 280 p. Balans, € 21,99


Het skelet van Trijntje, samen met een moderne reconstructie.

ONS KLEINE STUKJE AARDE De nieuwe geschiedenis van Nederland doet urgent aan. Vijf historici schrijven treffend over onze postzegel op de wereldkaart. Alles komt aan bod: van de prehistorie tot de MH17-ramp.

Verleden van Nederland. Een nieuwe geschiedenis Geert Mak, Jan Bank, Gijsbert van Es, Piet de Rooy, René van Stipriaan 656 p. Atlas Contact, € 34,99

Goede namen Goede namen: dat is de wereld van de betere kringen, dubbele namen,

In 1953 besloot het kabinet Drees-II niemand meer in de adelstand te verheffen. Zou de adel nu uitsterven? Dat viel mee, er zijn nog steeds ongeveer 10.000 Nederlanders met een adellijke titel. Veertig jaar later werd het beleid van Drees nog eens bekrachtigd – en nauwelijks aangevochten. Wel is de fascinatie met de adel er nog steeds, constateert Kees Bruin in Goede namen. Al laten veel adellijken zelf zich niet op hun afkomst voorstaan. Zo ging

Sybrand van Haersma Buma alleen nog als ‘Buma’ door het leven toen hij fractievoorzitter van het CDA werd. Ook D66-politicus Kajsa Ollongren voert haar titel niet. Verheffing in de adelstand, zoals in het buitenland, is niet mogelijk. In Engeland kunnen verdienstelijke personen het tot Lord of Dame schoppen. Hier moeten ze het doen met een lintje. Opname in de vagere groep ‘patriciërs’ en in hun zogeheten

oud geld, deftigheid en voornaamheid. Het zijn de families die vaak

Goe de NA M EN

DE HOOGSTE KRINGEN

Zelfs de coronacrisis staat er nu in. De historici die tekenden voor het ambitieuze project om de geschiedenis van Nederland integraal te boekstaven tonen zich geenszins voor een kleintje vervaard. In de vijfde, geheel herziene druk van Verleden van Nederland, een nieuwe geschiedenis slagen ze erin ook de jongste geschiedenis op te nemen. Het is raadzaam dit boek in een ruk uit te lezen: zo tolt de lezer met iedere sprong van de beschreven geschiedenis van de ene verbazing in de andere – wat een ontwikkelingen kende ons land. Het is een enorme stap van de prehistorische nomaden in hun delta, vissers en jagers, gepersonifieerd in het skelet van de nomade Trijntje in het Nederlands Openluchtmuseum, naar de smartphone in onze tijd. Maar de verschillende auteurs weten er tezamen een lopend verhaal van te maken, bedoeld om in Nederland het tanende besef van onze geschiedenis te keren – hulde.

‘blauwe boekje’ is makkelijker. Die benaming geldt voor families die al drie generaties invloedrijk zijn. Bruin laat zien hoe belangrijke families aan hun naam komen, hoe ze die in stand houden en soms weer verliezen. En dat het kan verkeren. Uitgerekend oud-premier Willem Drees werd in 1975 opgenomen in het blauwe boekje. Zo werd de man die de adelstand beperkte zelf uiteindelijk patriciër. - Mirjam Janssen

generaties lang stad en land bestuurd hebben: adel en patriciaat. Ze

vormden de top van de maatschappelijke piramide, gaven de toon aan

en waren tot ver in de twintigste eeuw te vinden op plaatsen van macht en aanzien, of dat nu de regering was, het bedrijfsleven of de KNVB. Centraal in dit boek staat de vraag of en hoe deze deftige kringen

zich hebben gehandhaafd in de roerige naoorlogse periode, met haar erfbelasting, de revolte tegen het regentendom en de opkomst van nieuwe elites. Het bezit van goede namen wordt bekeken op drie

aspecten: het verkrijgen, behouden en verliezen ervan. Daarbij komen veel opmerkelijke, vreemde, soms ook grappige zaken aan bod: de mislukte sanering van dubbele namen, de mogelijkheden om ook nu nog in adel of patriciaat opgenomen te worden, de ophef rond ‘de vrouwelijke lijn’, het mores leren van rijke nieuwkomers, de

i-grec in de naam van Pim Fortuyn, zwarte schapen en de gevolgen

van foute keuzes, de val van burgemeester Van Hall, de ondernemers

De Romeinse historicus Tacitus schreef al over ons kleine stukje aarde, aan de rafelrand van een immens Euraziatisch continent, in het jaar 98: ‘Het terrein is er woest, het klimaat is ruw, het leven en landschap somber. Hier kom je alleen indien het je vaderland is.’ Nochtans is er verschrikkelijk veel gebeurd op die postzegel op de wereldkaart: zo verscheen God in de Lage Landen (niet letterlijk uiteraard), kwamen er steden op, ontstond uit de geest van Erasmus de Republiek, sloeg later de verzuiling toe en genoten we de afgelopen decennia (1966-2020) van wat deze uitgesproken historici ‘het neoliberale regime’ doopten. Van dichtbij zie je doorgaans minder scherp, maar deze historici blijken daar geen last van te hebben: ook hun selectie van recente gebeurtenissen (bijvoorbeeld het neerschieten van de MH17) doet urgent aan. Lees dit boek, tegen het collectieve vergeten van wat ons juist ten zeerste bindt. - Jeroen Vullings

Kees Bruin

GOE DE Goe de NAME N Adel en patriciaat in naoorlogs Nederland

mentaliteit van huidige jonge aristocraten, naast nog veel meer.

Duidelijk wordt dat de rol van adel en patriciaat in de Nederlandse samenleving nog niet helemaal is uitgespeeld, mede dankzij de blijvende behoefte aan verhalen en beelden van aristocratische

rijkdom, kastelen en buitenplaatsen, oftewel ‘het sprookje’, waar de media maar al te graag in voorzien.

Kees Bruin (1952) promoveerde bij de Universiteit van Amsterdam op een studie naar de geschiedenis van het Nederlandse decoratie-

stelsel. Hij publiceerde ook over Amsterdamse oude en nieuwe elites,

het Nederlandse adelsbeleid, multicultureel samenleven in de Utrechtse volksbuurt en Rembrandtverering in de twintigste eeuw. Tot zijn pensionering werkte hij bij de Algemene Rekenkamer.

Goede namen. Adel en patriciaat in naoorlogs Nederland Kees Bruin 256 p. WBOOKS, € 24,95

HISTORISCH NIEUWSBLAD 19


Scan de code en kom direct in onze webshop.

De winkel van boekhandelaar Pieter Meijer Warnars op de Vijgendam in Amsterdam door Johannes Jelgerhuis, 1820.

Vertalen in de Nederlanden

Een cultuurgeschiedenis

DICHTEN MET EEN CONDOOM OM

Dirk SchoenaerS Theo hermanS inger LeemanS ceeS koSTer Ton naaijkenS

Zonder vertalingen had onze cultuur er heel anders uitgezien. De onafgebroken invloed van de talen die ons omringen, heeft de cultuur van de Lage Landen gemaakt tot wat zij nu is: een inter­ nationale, meertalige en cultureel diverse omgeving waarvan vertalingen een prominent onderdeel uitmaken. Vertalen in de Nederlanden brengt in beeld wat en hoe er in de Nederlanden door de eeuwen heen is vertaald, wie daarbij betrok­ ken waren en in hoeverre vertalingen van belang zijn geweest voor sociale en culturele veranderingen. Zowel het medische en juridische als het literaire en wetenschappelijke vertalen en hun contexten worden beschreven. Vanzelfsprekend is er ook aandacht voor de vertalingen van de Bijbel. Niet eerder werd de geschiedenis van het vertalen in Nederland en Vlaanderen uit de doeken gedaan. Deze eerste vertaalgeschiedenis biedt een doorlopend overzicht dat de geschiedenis van het vertalen in de Nederlanden weergeeft van de middeleeuwen tot heden. Over elk van de vijf periodes waarin het boek is opgedeeld, wordt een over­ koepelend verhaal verteld door een vooraanstaande kenner, aangevuld met markante gebeurtenissen, momenten en conflicten, portretten van vertalers, cijfermateriaal en een overvloed aan illustraties. Vertalen in de Nederlanden biedt een nieuw en fascinerend beeld van wat vertalen vermag. Eindelijk krijgen we inzicht in hoe vertalers in Nederland en Vlaanderen werkten, in hun achtergronden, hun motieven en maatschappelijke positie. Een cultuurhistorische leemte wordt hier deskundig en prikkelend opgevuld.

Dirk SchoenaerS Theo hermanS inger LeemanS ceeS koSTer Ton naaijkenS

Vertalen in de Nederlanden Een cultuur­ geschiedenis

Vertalen in de Nederlanden. Een cultuurgeschiedenis Dirk Schoenaers e.a. 656 p. Boom, € 49,95

w w w.boomuiTgeverSamSTerDam.nL

UBO_Stofomslag Vertalen in de Nederlanden.indd 1

Al vanaf de vroege Middeleeuwen worden buitenlandse teksten omgezet in het Nederlands, en vice versa. Dat leidt steevast tot heftige discussies. Want aan welke eisen moet een goede vertaling voldoen? Een cultuur gedijt bij uitwisseling. Daarom zijn vertalers van groot belang: zij verbreden de kennishorizon en maken intellectuele, technologische, economische en culturele ontwikkelingen in het buitenland toegankelijk. Tegelijkertijd ontstaat er over vertalen ook vaak gedoe. Moeten sommige werken wel worden vertaald? Leent het Nederlands zich voor het weergeven van teksten uit veel verfijnder culturen? Belemmeren al die vertalingen niet de groei van een levenskrachtige eigen literatuur? Moet je nauwgezet vertalen ‘wat er

20 HISTORISCH NIEUWSBLAD

staat’? Of moet je zo goed mogelijk Nederlands schrijven en ben je als vertaler eigenlijk ‘de schrijver van andermans werk’? Vertalen in de Nederlanden is een zeer kloeke, royaal geïllustreerde cultuurgeschiedenis, waarin wordt beschreven hoe vanaf de vroege Middeleeuwen werken uit andere talen werden omgezet in het Nederlands, en vice versa. Vijf auteurs hebben elk een deel van het boek voor hun rekening genomen. In de Middeleeuwen werd hier naast de Nederlandse dialecten volop Frans en Latijn gebruikt,

zodat er voortdurend sprake was van vertaalprocessen. Veel mensen denken nog altijd dat er vóór Maarten Luther geen Bijbelteksten in de volkstaal bestonden, maar dit boek gaat uitgebreid in op de vele vertalingen – weliswaar vaak slechts van delen van de Bijbel – die er al vanaf circa 1200 circuleerden. Interessant is ook om te zien hoe al vrij vroeg Nederlandse auteurs hoopten door te breken in het buitenland. Zo besefte Jacob Cats dat ‘onse taele sich niet seer wijt uijt en streckt’ en verwachtte hij dat een Latijnse vertaling van zijn Trouringh (1633) in andere landen ‘oock met aengenaemheijt soude mogen werden gelesen’. In de achttiende en negentien-

de eeuw werd er veelvuldig geklaagd dat de ‘vertaalfabriek’ helemaal op hol was geslagen en al die buitenlandse teksten de inheemse literaire productie verstikten. Toen er na 1880 steeds meer Nederlandse literatuur verscheen, werd er volop gedebatteerd over de vraag of vertalingen taalkundig zo correct mogelijk moesten zijn, of dat het eindproduct literair op een hoog peil moest staan. Moest de vertaler een filoloog of een dichter zijn? In andere termen woedt dat debat nog steeds, vooral bij poëzie. Volgens Gerrit Komrij was het vertalen van poëzie eigenlijk onmogelijk en werd het nooit meer dan ‘dichten met een condoom om’. -Rob Hartmans

[DeeL 1] Tot 1550

Advocaten van Dirk Schoena erS 26

[DeeL 2] 1550-1700

De wereld binne Theo herma nS 184

[DeeL 3] 1700-1800

De vertaalmach inger Leema nS 284

[DeeL 4] 1800-1900

Democratiserin ceeS koSTer 336

[DeeL 5] 1900-2020

Impact & debat Ton na aijkenS 434


Twee slaven graven een afwateringskanaal op een Surinaamse plantage, met op de achtergrond het huis van de plantage-eigenaar.

MISVERSTANDEN EN MYTHES ONTKRACHT

NUCHTERE KIJK OP SLAVERNIJ Henk den Heijer behandelt het Nederlandse aandeel in de slavernij in Noord- en Zuid-Amerika. Hij prikt misverstanden en mythes door. Ook gaat hij in op hedendaagse discussies over racisme.

Vooral de laatste tijd zijn er veel boeken over het Nederlandse slavernijverleden verschenen. Soms zijn dit activistische pamfletten, maar vaker zijn het studies naar bepaalde aspecten of details van deze afgrijselijke geschiedenis. Oud-hoogleraar zeegeschiedenis Henk den Heijer, een autoriteit op het terrein van de trans-Atlantische slavenhandel, heeft met dit boek een overzichtswerk geschreven over het Nederlandse aandeel in de slavernij in de Nieuwe Wereld. In zijn ogen week de slavernij in Azië hier zo sterk van af dat het gezamenlijk behandelen ervan ondoenlijk is. Uiteraard laat Den Heijer er geen enkel misverstand over bestaan dat slavernij en slavenhandel gruwelijke misdaden waren, maar tegelijkertijd maakt hij korte metten met allerlei vergissingen en regelrechte mythes. Zo maakt hij duidelijk dat het niet klopt dat de Amsterdamse grachtengordel is gebouwd met het bloed van slaven en dat het belang van de slavernij voor de

Nederlandse economie als geheel tamelijk beperkt was. Den Heijer verzet zich ook tegen de tegenwoordig vaak gemaakte koppeling tussen het slavernijverleden en het hedendaagse racisme. In de VS is dat oorzakelijk verband er zeker, maar in Nederland ligt dat toch anders. In Nederland zelf was slavernij altijd verboden en daarnaast heeft de samenleving sinds de afschaffing ervan, in 1863, een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Bovendien richt discriminatie zich hier vaak op heel andere groepen, die gewantrouwd worden om hun religie of cultuur. Een helder en nuchter boek, over een onderwerp dat de gemoederen sterk verhit. - Rob Hartmans

Nederlands slavernijverleden. Historische inzichten en het debat nu Henk den Heijer 336 p. Walburg Pers, € 29,99

ANTWERPEN BRUISTE VAN LEVENSLUST Toen een Engelse diplomaat in 1616 Antwerpen bezocht, werd hij getroffen door de pracht en praal van de stad en door de serene rust die er heerste. Geen straatrumoer van koetsen of ruiters te paard. De bedrijvigheid was ver te zoeken. Het contrast kan niet groter zijn met de gloriejaren van Antwerpen, zo rond de jaren veertig van de zestiende eeuw. Michael Pye schetst een caleidoscopisch beeld van een stad die bruiste van levenslust, ketterse ideeën, economische en culturele innovaties. Een stad die lak had aan de kruistocht van de Habsburgers tegen andersgelovigen, want kooplieden uit

den vreemde moesten zich frank en vrij voelen in hun doen en laten, of het nu lutheranen uit de Hanzesteden betrof of gevluchte Joden uit Portugal. Tolerantie kwam de handel ten goede. Een bonte stoet opmerkelijke mannen en vrouwen passeert de revue. Zoals de Florentijn Gaspar Ducci, die met zijn briljante inzicht in handelsstromen en wisselkoersen een godsvermogen wist te verwerven in de Scheldestad en een zakelijk conflict het liefst met de blote vuisten oploste. Of Gilbert van Schoonbeke, die met zijn publieke werken als de Vrijdagmarkt en Stadswaag zijn stempel

op de stad drukte. Pye behoort tot de mooieverhalenvertellers onder de historici; het levert een meeslepend relaas op, waar het vertelplezier vanaf spat. - Eric Palmen

Antwerpen. De gloriejaren Michael Pye 352 p. De Bezige Bij, € 29,99

HISTORISCH NIEUWSBLAD 21


Scan de code en kom direct in onze webshop.

NIEUWE STEDEN

Drie keer stormvloed Het is 600 jaar geleden dat de Sint-Elisabethsvloed – genoemd naar de heilige wier naamdag op 19 november wordt gevierd – plaatsvond. De ramp heeft een plek in het collectieve geheugen: als het gaat over de eeuwige strijd van Nederland tegen het water wordt vaak naar de vloed verwezen. In De grote en vreeselijke vloed reconstrueren de auteurs de feiten rond de ramp en besteden ze aandacht aan de doorwerking ervan in de Nederlandse cultuur. Dit fraai geïllustreerde boek schetst in heldere lijnen hoe in de beeldende kunst en de literatuur de nadruk verschoof van het grote plaatje naar het persoonlijk drama. Het feitenmateriaal is schaars, maar inmiddels is duidelijk dat ‘de’ Sint-Elisabethsvloed niet heeft plaatsgevonden. In werkelijkheid ging het om drie stormvloeden – in 1404, 1421 en 1424 – die zo rond de naamdag van de heilige Elisabeth van Thüringen plaatsvonden. Voor de bewoners was het een economische ramp, die hen dwong weg te trekken of over te stappen op de visserij. – Rob Hartmans

Het derde deel van de serie Historische Atlas NL is gewijd aan steden. Net als in de andere delen werpen Martin Berendse en Paul Brood aan de hand van talloze kaarten en archiefmateriaal hun licht op Nederland. Zo laten ze zien hoe het westen van ons land zich ontwikkelde van een verzameling kleine plaatsen in de delta van de grote rivieren tot de huidige Randstad. Ook gaan de auteurs in op thema’s als de aanleg van vestingsteden, de industrialisering en de infrastructuur. En op de bouw van nieuwe steden, want Nederland mag inmiddels behoorlijk vol zijn, het is nog steeds niet af.

Hoe komt het dat Nederland één van de meest verstedelijkte gebieden van de wereld is? Waarom hebben we geen metropool zoals Londen of Parijs?

Wat is een stad eigenlijk? De Historische Stadsatlas NL beschrijft de stedelijke ontwikkeling in Nederland stap voor stap. Van de oorsprong in de middeleeuwen, de groei en bloei in de zestiende en zeventiende eeuw, de terugval, de industrialisering, de wederopbouw na de oorlog en de moderne stad. Daarnaast is van (vrijwel) elke Nederlandse stad een klein portret opgenomen. De atlas is rijk geïllustreerd met historische kaarten, archiefstukken, eigentijdse foto’s, schetsen en ontwerpen. Geen Nederland zonder steden en zonder steden geen Nederland. Daarom is het motto van deze atlas: Nederland Stedenland.

Een van de opmerkelijke conclusies van de Historische Stadsatlas NL is dat we de oude Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden misschien beter de Republiek der 56 Verenigde Steden zouden kunnen noemen. Nadat de Staten van het machtige gewest Holland afscheid hadden genomen van de Spaanse koning, trokken de grootste Hollandse steden de macht volledig naar zich toe en die wisten ze ruim twee eeuwen te behouden. Ook in de andere gewesten hadden de steden een sterke autonome positie. Niet alleen binnen de stadsmuren, maar ook in het omliggende gebied: de zogenaamde ‘stadsvrijheden’.

Martin Berendse is directeur van de OBA (Openbare Bibliotheek Amsterdam) en was eerder onder meer algemeen rijksarchivaris / directeur van het Nationaal Archief. Paul Brood werkte bij het Nationaal Archief en was eerder onder meer rijksarchivaris in Drenthe en Groningen en docent ‘archival studies’ aan de Universiteit Leiden.

“Met de schitterende kaarten voelt het verleden ineens heel dichtbij”

STADSATLAS NL

Het zijn zomaar een paar vragen waar de Historische Stadsatlas NL een antwoord op geeft. Deze atlas is een vervolg op de succesvolle Historische Atlas NL, hoe Nederland zichzelf bijeen heeft geraapt, en de Historische Streekatlas NL, de ware schaal van Nederland. Deze derde atlas uit de serie Historische Atlas NL vertelt het verhaal van de duizendjarige ontwikkeling van de Nederlandse steden. Net als ongeveer alles verliep de stadsgeschiedenis in ons land net een beetje anders dan in de rest van Europa. Er is eigenlijk geen land te bedenken waar stadsbesturen zo lang zo machtig zijn geweest als in Nederland.

HISTORISCHE

Waarom zit onze regering niet in onze hoofdstad? Waarom zijn Borculo, Buren en Sloten officieel steden en Apeldoorn, Ede en Emmen niet?

HISTORISCHE

STADS ATLAS NL MARTIN BERENDSE & PAUL BROOD

Nederland stedenland

★★★★ De Volkskrant over de Historische Atlas NL

“Een boek dat de brede betekenis van het woord atlas volledig waar maakt” Geschiedenis Magazine over Historische Streekatlas NL

De grote en vreeselijke vloed. De SintElisabethsvloed 1421-2021 Hanneke van Asperen e.a. 192 p. De Bezige Bij, € 26,99

22 HISTORISCH NIEUWSBLAD

Historische Stadsatlas NL. Nederland stedenland Martin Berendse en Paul Brood 224 p. WBOOKS, € 29,95, na 17 november € 34,95

Een Japanner op de Zuidpool Op een historische driemaster voer Adwin de Kluyver naar Antarctica en trad hij in de sporen van de Japanse ontdekkingsreiziger Nobu Shirase (1861-1946). In Niemandsland biedt hij een nieuw perspectief op het Antarctische verleden. ‘Shirases verhaal is tragisch, maar interessanter dan de succesverhalen.’ Wat maakt Niemandsland tot een alternatieve geschiedenis? ‘Antarctica is een groot continent, maar het heeft een vrij onbekend verleden. Er woont niemand, dus de menselijke geschiedenis is kort: onze kennis beperkt zich meestal tot een aantal heroïsche pooltochten. Ik wilde de Antarctische geschiedenis in een ander perspectief plaatsen en de verhalen vertellen die niemand kent. Zo begint het boek met een niet-westers perspectief en is er zelfs aandacht voor het niet-menselijke perspectief.’ Welke plek geeft u uw eigen reis in het boek? ‘Mijn reis vormt een verbindende draad tussen de historische verhalen die in het boek staan. Om dat te doen, treed ik in de voetsporen van de Japanse ontdekkingsreiziger Nobu Shirase. Hij heeft een andere achtergrond dan de meeste bekende poolreizigers. Tijdens het hoogtepunt van de poolreizen, rond 1911, ontstond er een race naar de Zuidpool. Deze race ging tussen de Noor Roald Amundsen en de Brit Robert Falcon Scott. Wat niemand wist, is dat er nog een derde kanshebber was: Nobu Shirase. Deze Japanner had minder ervaring, minder geld en minder kennis dan zijn concurrenten. Daarom vond ik het interessant om zijn verhaal te vertellen: waarom wilde hij meedoen aan de race naar de Zuidpool? Zijn verhaal is tragisch, ook dat maakt het eigenlijk een stuk interessanter dan de succesverhalen.’ Niemandsland is zowel een literair als een historisch werk. Hoe komen deze aspecten samen? ‘Per hoofdstuk koos ik een literaire vorm die goed past bij het hoofdpersonage. Door steeds een andere vorm te gebruiken, probeer ik lezers zo dicht mogelijk bij het personage te brengen: steeds op een andere plek en in een andere tijd. Zo is er een hoofdstuk over de

Niemandsland. Een Antarctische ontdekkingsreis Adwin de Kluyver 384 p. Spectrum, € 22,99


De Japanse ontdekkingsreiziger Nobu Shirase, een van de kanshebbers in de race naar de Zuidpool. expeditie van de Engelsman James Cook, die op zoek was naar het grote Zuidland. Dit verhaal wordt vaak verteld vanuit Cook, maar aan boord van het schip bevond zich ook de Duitse wetenschapper Johann Reinhold Foster. Ik heb Fosters dagboeken doorgenomen, waarin hij constant klaagt en allerlei Latijnse spreuken gebruikt om zijn kennis te etaleren. In dit hoofdstuk vertel ik het verhaal daarom vanuit het perspectief van een klagende Duitser en gebruik ik Latijnse teksten om de dramatiek van zijn verhaal te onderstrepen. Dat geeft het hoofdstuk een tragikomisch effect.’

Hoe hebt u historische correctheid kunnen behouden? ‘Je kunt me een biograaf noemen, want in feite is ieder hoofdstuk een kleine biografie. Op basis van dagboeken of andere primaire bronnen was ik in staat de gevoelens en gedachten van mensen te benaderen. Zo is er een verhaal over de eerste vrouw die naar Antarctica ging. In dat hoofdstuk zitten veel gevoelens en gedachten die ik uit haar dagboeken heb gehaald. Door die kennis kan ik haar op een onderbouwde manier laten voelen en denken.’ - Amber Heemskerk

DE EERSTE NEDERLANDSE PRINSES Marianne van Oranje-Nassau, de enige dochter van Willem I, leidde een onconventioneel bestaan. Iedereen sprak dan ook schande van haar. Willemijn van Dijk zag er een roman in. Wie wist dat een Nederlandse prinses in de Romeinse heuvels een buitenhuis bewoond heeft? Schrijfster en oudheidkundige Willemijn van Dijk, groot kenner van de Italiaanse hoofdstad, ontdekte toevallig dat Marianne van Oranje-Nassau, bewoner was van Villa Celimontana in Rome. Gefascineerd ging ze op onderzoek uit en besloot dat in het levensverhaal van Marianne een roman school. Als de zoveelste prinses die niet was voorbestemd voor een troon, ‘had ze met gemak een klein en middelmatig leven kunnen leiden’, schrijft Van Dijk, maar ze koos voor avontuur en drama.

Dwars tegen de etiquette in liet Marianne zich ongeacht haar moederschap scheiden van haar prinselijke echtgenoot. Om vervolgens een liefdeverhouding te beginnen met haar ondergeschikte koetsier annex secretaris. Met deze Johannes van Rossum, woonde ze ongehuwd samen en kreeg ze een buitenechtelijke zoon. Binnen én buiten de koninklijke familie sprak men er schande van. Op basis van vele bronnen, mede uit het Koninklijk Huis Archief, goot Van Dijk het ongewone leven van de allereerste prinses der Nederlanden in een histori-

De Italiaanse prinses Willemijn van Dijk 320 p. Ambo | Anthos, € 22,99

sche roman die volgens haarzelf veel ‘verzonnen waarheden’ bevat. Geboren in 1810 in Berlijn, waar de Oranjes in ballingschap woonden, verhuisde de driejarige Marianne met haar moeder Wilhelmina van Pruisen naar de Nederlanden nadat haar vader in 1813 koning was geworden. De schrijfster laat het verhaal niet beginnen bij Mariannes geboorte, maar in 1840, het jaar waarin Willem I troonsafstand deed. Zijn dochter woonde toen diepongelukkig in Pruisen, getrouwd met haar overspelige, drankzuchtige neef Albrecht. Maar op haar 33ste liet ze man en kinderen achter en reisde per koets naar Italië om zich te bevrijden van de knellende verwachtingspatronen. Zo begon ze volgens Van Dijk aan ‘haar odyssee’ – haar lange reis om haar plek op de wereld te veroveren. - Alies Pegtel

HISTORISCH NIEUWSBLAD 23


EXCLUSIEVE

SPECIALS

De beste artikelen Eén thema uit de geschiedenis Kwalitatief en diepgaand

HISTORISCH NIEUWSBLAD - SPECIALE UITGAVE 2021

HISTORISCH NIEUWSBLAD - SPECIALE UITGAVE 2021

S P EC I A L E U I TG AV E

S P EC I A L E U I TG AV E

Zakenlieden van formaat De grootste ondernemers van Nederland

Johanna Borski Schatrijke weduwe redt de Nederlandsche Bank

De albums van Verkade Hoe een familiebedrijf groot wordt door slimme marketing

Verdienen aan kanonnen Het zakenimperium van wapenhandelaar De Geer

Verzet en collaboratie in Nederland / 1940-1945

Zakenlieden van formaat - De grootste ondernemers van Nederland

Met Philips, Koolhoven, Deterding en vele anderen!

Verzet en collaboratie in Nederland 1940-1945

Engelandvaarders Spectaculaire kaping van een Duits schip

Tante Riek Gereformeerde huisvrouw leidt grootste verzetsgroep

Oostfrontsoldaten Dagboeken onthullen misdaden tegen Joden

SPECIAL

Bloeitijd van de

MIDDELEEUWEN Bloeitijd van de Middeleeuwen - 2020

NIEUWSBLAD

Karel de Grote • De Hanze • Kruistochten • Jacoba van Beieren • Vikingen HNspME_001000_Cover_ok.indd 1

24-09-2020 08:50

BESTEL NU OP

historischnieuwsblad.nl/specials


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.