RIVIERBOSSEN Onderzoek naar kansen voor nieuwe bossen in het rivierengebied Case study Holtland - 10 december 2021
Flux landscape architecture www.fluxlandscape.nl
Ravenoord 235 3523 DB Utrecht info@fluxlandscape.nl +31 30 303 10 94 KvK 75223295
In opdracht van WWF
Datum 10 december 2021
INHOUD
1. INTRODUCTIE
4
2. ANALYSE RIVIERENLANDSCHAP
8
3. BOSCONCEPTEN MET UITWERKING
18
4. AANBEVELINGEN
44
1. INTRODUCTIE
4
Rivierbossen
DE GROTE HERBEBOSSING VAN NEDERLAND De afgelopen jaren duikelen de berichten en plannen voor nieuwe bossen over elkaar heen. De laatste tijd wordt duidelijk dat met de ontwikkeling van nieuw bos vele doelen op het gebied van klimaat, circulariteit en herstel van de biodiversiteit gerealiseerd kunnen worden. De vele mogelijke toepassingen van bos hebben overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties in beweging gezet. Het ministerie van LNV heeft een bossenstrategie opgesteld om in 2030 37.000 hectare nieuwe bos te realiseren, waarvan 2.000 hectare in het rivierengebied. Ook roept Eurocommissaris Timmermans op tot de aanplant van 2.000.000.000 nieuwe bomen. Om deze ambities op termijn te kunnen realiseren is een goed ruimtelijk verhaal nodig, waarmee de juiste ruimtelijke keuzes gemaakt kunnen worden.
Case rivierbos De casestudie ‘rivierbossen’ is één van de casestudies van Holtland. In deze casestudie onderzoekt Flux hoe bossen ingepast zouden kunnen worden in het rivierenlandschap. In de studie ligt de focus op twee aspecten binnen het rivierengebied. Ten eerste hoe bossen bij kunnen dragen aan natuurontwikkeling en ten tweede hoe ze een bijdrage kunnen leveren aan opgaven in het rivierengebied, met name gericht op water. Daarnaast wordt onderzocht waar deze bossen ontwikkeld zouden kunnen worden en hoe ze eruit komen te zien. De bostypes zijn conceptueel uitgewerkt in een ontwerpend onderzoek. De resultaten van deze casestudie vormen input voor de alternatieve bosvisie voor heel Nederland (zie afbeelding hiernaast), waarin wordt getracht om de herbebossingsopgave ruimtelijk te onderzoeken en concreter te maken.
BOSSENBOEK
Catalogus met de 15 bostypen van de toekomst
CASE 1
Nieuwe bossen voor woningbouw
CASE 2
Nieuw bos op en rondom de Utrechtse Heuvelrug
CASE 3
Rivierbossen voor natuur en waterveiligheid
CASE 4
Klimaatbossen in het Groene Hart
Onderzoek Holtland Bestaande studies naar nieuwe bossen hebben een hoog abstractieniveau en richten zich vooral op oppervlaktes. Flux ziet de noodzaak voor een ontwerpend onderzoek naar de mogelijke herbebossing van Nederland, benaderd vanuit een diversiteit aan bostypes en gericht op een concrete ruimtelijke uitwerking van bosprojecten. Flux onderzoekt in het project Holtland welke toekomstige bostypes er mogelijk zijn, hoe dit bos eruit komt te zien, waar het zich kan ontwikkelen en wat het bos bij gaat dragen aan de grotere opgaven in Nederland zoals voedselproductie, houtproductie, filtering van bodem, lucht of water, CO2 opslag, het vergroten van biodiversiteit, waterbuffering, energieproductie en nieuwe recreatieve mogelijkheden in het landschap. Aan de hand van vier casestudies geeft Flux een alternatieve ruimtelijke bosvisie voor Nederland. In de afbeelding hiernaast is de opzet van het onderzoek verbeeld.
ALTERNATIEVE BOSVISIE
Kaart van Nederland waar en hoe bossen bij kunnen dragen aan grote opgaven.
Schematisch overzicht van het grotere Holtland onderzoek, waar de casestudie ‘Rivierbossen voor natuur en waterveiligheid’ onderdeel van is.
Rivierbossen
5
OPGAVE RIVIERBOSSEN Het rivierengebied is in de afgelopen eeuwen sterk veranderd. Terwijl natuurlijke riviersystemen vaak voor meer dan 50% met bos zijn begroeid, zijn de bossen langs de Nederlandse rivieren al in een vroeg stadium gekapt t.b.v. gebruik als landbouwgrond. Door waterstaatkundige ingrepen zijn vervolgens de rivieren meer ‘vast’ komen te liggen ten behoeve van o.a. bewoning en scheepvaart. Ze worden op hun plek gehouden door winterdijken, zomerdijken, kribben en soms verharde oevers. Daarnaast wordt het waterpeil in de Maas en Nederrijn gereguleerd door stuwen. Door deze waterstaatkundige ingrepen en intensief gebruik is de ecologische situatie door de jaren heen achteruitgegaan. Dit heeft gevolgen voor de variatie in leefgebieden, een onnatuurlijke rivierdynamiek en het ontbreken van verbindingen tussen leefgebieden. Helaas zijn veel karakteristieke leefgebieden van het rivierengebied zoals ooibossen sterk verminderd, wat resulteert in het verdwijnen van bepaalde soorten.1
In deze studie kijken we naar rivieren als onderdeel van een breder systeem, vanaf het ontspringen van beken via de brede stroomgordels van de grote rivieren meer stroomafwaarts, waar we zowel binnen- als buitendijks kijken tot aan de monding van de rivieren onder invloed van de getijden. We onderzoeken welke opgaven in het rivierengebied potentieel gekoppeld kunnen worden aan de ontwikkeling van nieuw bos. Het bos is hierin niet vervangend voor een landschap maar kan een aanvulling zijn. Per landschap kijken we naar de ruimtelijke kansen. In deze studie ligt de focus voor bossen in de bijdrage voor het watersysteem, de ecologie en recreatie. Daarnaast denken we ook dat deze bossen voor andere functies ruimte kunnen bieden zoals houtproductie.
Kansen voor natuur in rivieren
iaEaRl VARING ateUrR wNmATU Bou
ING LEV BE
BOUWMA VToEeRd IsAeAlL VO ED SEh C Le m ie
PRO PR DU OD CT U IE
EID NDH ZO GE
ING ER UIV TZ
Ve rk
T AAAAT
R FE UF RB gE inAT lW oe
H is C rn LU
CO2
VE RK OE LIN G
KL KL IM IM
ufMfeErN RrEbM DALING ateD WB O EM
RB LIJ BIODIV FG ERS EB W IE ild ITE D e IT
VE
Staps VERBIND ING teen
Rivierbossen
C02 A CBOS2O-R bPuTffIe Er
ing tzuivNeErRING Luch EMSA BOD
eGIE rgEiR eN EnE
Bodem SPORTsane ring
ON
A RM FA
TOEKOMST VAN BOS
Diversiteit aan waarden die bos kan brengen
6
e
IE CT
TS PA R NN O GEZONECREA INnt G sp DHE TIE ID
L EE IT U PIR ng S ni an
N EE MaI rEm fHa nC
Het rivierengebied biedt veel kansen voor dynamische natuur. De rivieren zijn van internationaal belang voor de natuur. Zij vormen de poort tussen de Noordzee en WestEuropa. Goed ontwikkelde Rivier- en beekbegeleidende bossen zijn schaars en belangrijk om te herstellen 2. Helaas beperken waterveiligheidsnormen de mogelijkheden van het buitendijkse gebied. Zo moet het stroomgebied van de rivier openblijven zonder al te veel opgaande beplanting om de doorstroombaarheid te waarborgen. Er is echter vanuit meerdere partijen een zoektocht gaande om projecten in de uiterwaarden te combineren met natuurontwikkeling 3. In HUIDIG diverse projecten in de BOS uiterwaarden wordt in het kader van o.a. KRW, N2000, hoogwaterveiligheid en delfstoffenwinning gezocht naar mogelijkheden om natuur in de uiterwaarden meer ruimte te geven. En in dijkversterkingsopgaven wordt steeds vaker gezocht naar zachte methodes die het systeem op een slimme manier beïnvloeden. Het toepassen van kwelders, achteroevers, bossen of zandbanken zijn dan een alternatief of een aanvulling op harde maatregelen als het ophogen van een dijk of damwanden.
Rijkswaterstaat (2017) verkenning grote wateren 1
Factsheet
Stichting Bargerveen, Bosgroep en WUR (2021) Nieuw bos voor klimaat en biodiversiteit 2
SWECO (2021) Natuurlijk veilig op de grens van land en water Succesfactoren voor het integreren van investeringen in waterveiligheid en natuur 3
AANPAK Om meer grip te krijgen op het rivierensysteem is er een analyse gemaakt van de verschillende aspecten binnen het rivierengebied. Hierin kijken we naar het fysisch geografisch rivierengebied en de directe context. Verschillende thema’s komen aan bod. Zo kijken we naar de ondergrond van het rivierenlandschap, het watersysteem, aanwezige natuur en het effect van klimaatverandering op het rivierengebied. Uit deze analyse is een opgavenkaart gemaakt. Hier is in kaart gebracht welke verschillende opgaven spelen in het rivierengebied waar bos aan zou kunnen bijdragen. Om
antwoorden te geven op deze verschillende opgaven zijn er vijf bosconcepten ontwikkeld. Deze bosconcepten zijn verder uitgewerkt: hoe ze werken met betrekking tot water en natuur en wat ze nog meer zouden kunnen opleveren voor andere functies. Daarnaast worden indicatieve zoekgebieden aangeduid waar deze bossen ontwikkeld kunnen worden. Om een beter beeld te geven hoe deze bossen er uit kunnen zien is er voor twee van de vijf concepten een sfeerimpressie gemaakt.
input vanuit onderzoeken
PVA Holtand - case study WWF
Ontwerpend onderzoek rivierbossen
1. Analyse
Riviersysteem
Rivierbossen
watersysteem
condities
natuur
biodiversiteit
bodem en hoogteligging
ontwikkeling/proces
2. Bosconcepten met uitwerking
ondergrond watersysteem natuur
3. Rapportage
2.
1.
analyse landschap in de vorm van GIS data kaarten
Beeldende, zelflezende presentatie met beknopte toelichting
opgaven rivierengebied waaraan bos kan bijdragen Knelpunten per landschapssituatie in en aan rivierengebied
> ruimtelijke en programmatische analyse landschap in de vorm van schema’s, kaarten, foto’s en profielen
3D diagram met bosconcept
kansrijk gebied per bosconcept (indicatieve zonering)
schematische doorsnede per bosconcept
Sfeerimpressie van bosconcept (selectie 2 interessante bosconcepten)
> 1x aanpassingsronde presentatie
> Per landschapssituatie een 3D principe met knelpunten (natuur, water, klimaat) > Per landschapssituatie een bosconcept als 3D principe (binnendijks en buitendijks)
> gesprek met Bureau Stroming over inpassingsmogelijkheden rivierbos
> Kansrijke zones voor bosconcepten in kaart (indicatieve zoekgebieden)
>startbijeenkomst met kernteam (1x) en tussentijds overleg (1x)
> Hoeveelheid en omvang uitwerkingen afhankelijk van uitkomst
> Schematische doorsnede per bosconcept
> 1x overleg met kernteam ter bespreking analyse en bosconcepten
Rivierbossen
7
2. ANALYSE RIVIERENLANDSCHAP
8
Rivierbossen
NEDERLANDSE RIVIEREN 18E EEUW Rivierbossen in overvloed Ooit was het rivierenlandschap begroeid met overvloedig rivierbos. Dit schilderij uit de 18e eeuw (schilder onbekend) laat een voorstelling zien van rijk beboste rivieroevers. Een forse hoeveelheid rivierbossen heeft echter moeten wijken voor landbouw, bewoning, bevaarbaarheid en uiteindelijk de doorstroombaarheid van de rivier. (bron afbeelding: www.rivierverhalen.nl)
Rivierbossen
9
HOEVEELHEID BOS IN NEDERLAND = 364.830 ha bos in Nederland 11% van het landoppervlak
Nederland en bos
Bos in fysisch geografisch rivierengebied
1
Landoppervlak NL: 3.367.000 ha 1 Bos 364.830 ha 2 (11%)
• •
2
Rivierengebied vooral een open landschap Beperkte hoeveelheid bos, vaak als kleine snippers
‘Bodemgebruik; uitgebreide gebruiksvorm, per gemeente’, CBS, 2018 ‘Het Nederlandse bos als bron van CO2’, vakblad natuur bos landschap, 2017 ‘Steeds minder ruimte voor ooibossen’, vakblad natuur & landschap, 2017 3
Waarvan ooibos 801 ha 3 Uiterwaarden ecologisch kansrijk voor ooibos 1.212 ha 3 (o.a. Bedijkte Maas 351 ha, IJssel 278 ha, Waal 278 ha) 10
Rivierbossen
WAAR LIGGEN KANSEN VOOR RIVIERBOS? Rivier als werkend systeem Het riviersysteem omvat meer dan alleen het buitendijks gebied. Het buitendijks- en binnendijks gebied hebben invloed op elkaar, onder andere wat betreft (grond-) waterstromen, ecologische verbindingen en recreatie. Niet alleen in de uiterwaarden maar ook binnendijks liggen dus kansen voor rivierbos. Het gaat ook om de beken, aangrenzende hoge zandgronden en het achterland. De rivieren staan op verschillende manieren in contact met zijn omgeving. Zo ontspringen beken op de hogere zandgronden en hebben zij invloed op de rivier. Bovenstroomse ingrepen langs beken hebben ook positief effect op de rivieren. Door wederzijdse
invloeden van buitendijkse- en binnendijkse gebieden is het goed om het rivierengebied breder te beschouwen. Om dit verder te onderzoeken is er een analyse gemaakt van het fysisch geografisch rivierengebied en haar directe context. We benaderen de rivier als een werkend systeem met verschillende condities waarin o.a. stroming, bodemsoort en zoet/zout water hun eigen invloed hebben.
Schematische weergave van de scope van dit ontwerpend onderzoek Rivierbossen
11
ANALYSE | ONDERGROND
NAP buitendijks NAP binnendijks
Hoogteligging • Afwatering Maas en Rijntakken naar Noordzee en IJsselmeer • Hoogteverschillen tussen oeverwallen en komgebieden enkele meters, maar wel aanleiding voor verschillend landgebruik
12
Rivierbossen
Geomorfologie • Oeverwallen op hogere delen dichtbij de rivier, lager gelegen komgebieden op afstand van de rivier
ANALYSE | ONDERGROND
Bodem • Kalkhoudende zandige rivierklei op de oeverwallen, kalkloze rivierklei in de komgebieden • Zandgronden aan de hoger oplopende randen van het rivierengebied
Kwel en infiltratie 1 • Wegzijging op hogere zandgronden, oeverwallen langs rivieren en uiterwaarden • Sterke kwel onderaan de helling van hoge zandgronden • Kwel net achter de dijk in westelijk binnendijks rivierengebied 1
Data uit: Klimaateffectatlas
Rivierbossen
13
ANALYSE | WATERSYSTEEM EN BEBOUWING
Watersysteem • Sinds opwarming aarde en meer vegetatie begonnen rivieren in Nederland te meanderen • Rivieren zijn sinds de Middeleeuwen bedijkt waardoor rivieren minder overstromingsruimte kregen • Kribben waarmee rivieren sinds 1870 zijn vastgelegd voor bevaarbaarheid • Stuwen in de rivier voor gewenst waterpeil. Maas: stuwen voor voldoende waterdiepte scheepvaart. Nederrijn: stuw voor voldoende wateraanvoer IJssel 14
Bebouwing aan rivieren • Relatief veel bebouwing aan de dijk van de Maas en Waal • Veel bebouwing in getijdengebied noordelijk van Biesbosch
ANALYSE | NATUUR
Natura 2000 • Veel VHR en VR gebieden aan IJssel, Nederrijn, Waal en Biesbosch • Meerderheid habitattypen zeer tot matig ongunstige SVI (staat van instandhouding) 1
Biodiversiteit 2 • Veel soortendiversiteit op landschappelijke gradiënten, matig in binnendijks rivierengebied • Natuurkwaliteit (macrofauna) in meeste oppervlaktewateren ontoereikend of matig (vermesting, inrichting oevers) 3 1
https://www.clo.nl/indicatoren/nl1483-beoordeling-vogel--en-habitatrichtlijn-in-europees-perspectief
2
Data van Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF)
3
https://www.clo.nl/indicatoren/nl1435-natuurkwaliteit-macrofauna-oppervlaktewater
Rivierbossen
15
ANALYSE | OVERSTROMINGSDIEPTE
Overstromingsdiepte • Uiterwaarden hebben grote kans op 0,5 - 2 meter overstromingsdiepte 1 • Overstromingsdiepte in Waal en Nederrijn veelal groter dan in de Maas • In getijdengebied veelal smalle overstromingszones in verhouding tot uiterwaarden 1
Data uit: Klimaateffectatlas
16
Rivierbossen
ANALYSE | VERWACHTE KLIMAATEFFECTEN Droogteproblemen in en rondom rivierengebied Het klimaat in Nederland is de laatste 30 tot 40 jaar al sterk veranderd en deze verandering zal naar verwachting nog verder doorzetten, met voor ieder gebied andere consequenties. In grote lijnen zullen zomers warmer worden, met meer verdamping waardoor de droogte in perioden zonder neerslag toeneemt. Zomerbuien worden tegelijkertijd extremer. Bij droogte kan de bodem dusdanig uitdrogen dat vegetatie last krijgt van droogtestress, met mogelijke afsterving tot gevolg. Droogtestress zal naar verwachting vooral optreden op hoge zandgronden met een diepe grondwaterstand. Daarnaast veroorzaakt bodemdaling van het zomerbed in de rivieren lagere gemiddelde waterstanden waardoor veel uiterwaarden lijden aan grondwaterstandsdaling. Dit heeft een negatief effect op soorten van vochtige en natte milieus. Dan is er risico op verzuring doordat vegetatie afhankelijker wordt van regenwater. Aan de voet van de helling van hoge zandgronden wordt in de Klimaateffectatlas risico op grondwateroverlast verwacht. In de beekdalen treedt overlast van winterse neerslag en zomerse hoosbuien op.
Data uit: Klimaateffectatlas (2021, scenario 2050)
Rivierbossen
17
3. BOSCONCEPTEN
18
Rivierbossen
OPGAVEN RIVIERENGEBIED Biodiversiteit, water en recreatie Vanuit de analyse blijkt dat er verschillende opgaven spelen in en rondom het rivierengebied waaraan bos kan bijdragen. Vaak hebben opgaven te maken met het versterken van natuurwaarden en het verbeteren van het waterbeheer. Met name herstel van onderwaternatuur blijft achter. Momenteel krijgt hoogdynamische natuur te weinig plek in het rivierengebied. In de grote rivieren is de waterstroming gefixeerd in het zomerbed. De rivieren snijden zich in en bij hoge rivierafvoeren bereikt het water nog maar zelden de uiterwaarden. Dit leidt tot afnemende diversiteit in habitats en voortdurende opslibbing en verdroging van uiterwaarden. Verdroging speelt ook rondom de beken. De grootste droogtestress wordt verwacht op hoge zandgronden met een lage grondwaterstand en grove bodemtextuur. In laag gelegen rivierkommen speelt de problematische afvoer van het neerslagoverschot. Natte condities beperken hier mogelijkheden in landgebruik. Bovendien is er rondom het rivierengebied recreatie- en toerismedruk in de grotere bosgebieden omdat bos een aantrekkelijke bestemming is voor buitenactiviteiten 1,2,3.
Natuur en Milieu Gelderland (2021) Leg meer bos aan om de Veluwe te ontzien https://www.natuurenmilieugelderland. nl/nieuws/leg-meer-bos-aan-om-develuwe-te-ontzien 1
De Gelderlander (2021) Druk op bossen neemt toe https://www.gelderlander.nl/ utrecht/druk-op-bossen-neemt-toenieuwe-recreanten-moeten-opgevoedworden-zij-waren-het-grootsteprobleem~a0e96c27/ 2
NU.nl (2020) Boswachters zien nadelig effect van toegenomen recreatiedruk op natuur https://www.nu.nl/ binne nland/6075720/boswa chterszien-nadelig-effect-van-toegenomenrecreatiedruk-op-natuur.html 3
Rivierbossen
19
BOSCONCEPTEN VOOR DIVERSE OPGAVEN Hoe kan bos bijdragen aan biodiversiteit, water vasthouden en recreatie? Er zijn diverse opgaven geformuleerd in en rondom het rivierengebied waaraan bos kan bijdragen. Op het gebied van biodiversiteit en water worden knelpunten nader uitgelicht in verschillende landschapssituaties: overgangen van hoge zandgronden, uiterwaarden, getijdengebieden, binnendijkse komgronden en beken. Daarop aansluitend dienen de bosconcepten als middel voor verschillende opgaven in en rondom het rivierengebied. De kaart stelt geen definitieve locaties voor maar eerder een globale zonering van zoekgebieden.
20
Rivierbossen
5 bosconcepten Vijf bosconcepten worden hier weergegeven en nader toegelicht. De bosconcepten zijn vooral geënt op invloeden van diverse watertypen zoals grondwater en getijdenwater. Overkoepelend speelt een hogere biodiversiteit middels gradiënten een aanzienlijke rol, met in sterke of minder sterke mate recreatie, houtoogst, CO2-opslag en stikstofopvang afhankelijk van het bosconcept.
Sponsbossen
Rivierkombossen
Rivierbossen
Vloeibossen
Beekbossen
Rivierbossen
21
OVERGANG HOGE ZANDGRONDEN | CONDITIES EN KNELPUNTEN Waar riviervlaktes op natuurlijke wijze worden begrensd door stuwwallen, dekzandruggen of terrassen worden onderaan de helling kwelstromen te snel afgevoerd door sloten. De snelle waterafvoer leidt tot te weinig water en droogval in droge perioden, met mogelijk grondwaterstandsdaling tot gevolg. Dit is vooral nadelig voor grondwaterafhankelijke natuur die afhankelijk is van ondiep grondwater 1. Als basenrijke kwelstromen te snel worden afgevoerd speelt vooral op kalkloze gronden risico op verzuring van grondwaterafhankelijke natuur2. Te snelle wegzijging op de helling en verdamping van naaldbossen op de hogere zones kan droogteproblemen verder vergroten. Er is dus meer sponswerking ofwel afvoervertraging nodig zodat water langer beschikbaar blijft voor natuur en zodat hevige waterafvoeren tijdens extremere buien worden voorkomen.
Bron: ‘Droogtegevoeligheid natuur’, Klimaateffectatlas, https://www.klimaateffectatlas.nl/nl/droogtegevoeligheidnatuur 1
‘Verzuring: oorzaken, effecten, kritische belastingen en monitoring van de gevolgen van ingezet beleid’, WUR, 2008 2
22
Rivierbossen
SPONSBOS | BOSCONCEPT Verhoog de sponswerking Op en onderaan de helling wordt de sponswerking verhoogd door watergangen te sluiten en door ontwikkeling van sponsbossen. Met vernatting stijgt de grondwaterstand en werkt het gebied minder drainerend. Het bos draagt bij aan het vasthouden van water door hydraulische lift de wortelzone 1. Water van diepere natte bodemlagen wordt zo naar drogere oppervlakkige lagen gebracht. In de sponsbossen kan het bodemorganisch stofgehalte en een hoge mate van bodemleven gunstig werken voor het vasthouden van water 1. Sponsbossen volgen het reliëf van het landschap en kunnen ook werken als aantrekkelijke recreatieve verbindingen. ‘Bomen, Bos en Waterbeheer’, Stowa https://www.stowa.nl/deltafacts/ waterveiligheid/innovatievedijkconcepten/bomen-bos-enwaterbeheer 1
Rivierbossen
23
UITWERKING SPONSBOS Om de bossen te verzekeren van voornamelijk watertoevoer via kwel kunnen sloten en greppels afgesloten worden ten behoeve van vernatting. Door de grote diversiteit aan condities van een hoog en meer droger landschap tot natte laagtes ontstaat er een divers beeld wat voor de recreant interessante beleefgebieden zijn. Het kwelwater biedt omstandigheden die bijzondere soorten aantrekken en een leefgebied ontwikkelen voor bijvoorbeeld de Wielewaal. De meest voorkomende boomsoorten in het sponsbos zijn elzen, wilgen en zachte
24
Rivierbossen
berken. Deze bomen zijn bestand tegen de wisselende waterstand. De bossen grenzen vaak aan agrarische gebieden waardoor de bossen een bijdrage kunnen leveren aan het opvangen van stikstof, wat bijdraagt aan schoner water in het gebied. Bovendien kan de hogere grondwaterstand in droge zomers positief werken voor de omliggende landbouwgebieden.
SPONSBOS |
REFERENTIES
Het schone kwelwater zorgt voor omstandigheden voor bijzondere soorten
Het Schuitwater - Broekhuizen Broekbos onderaan de helling in een oude riviergeul geeft tegendruk aan het kwelwater waardoor de afvoer vertraagt en kwelstromen herstellen.
De bossen zijn recreatief interessant en met vlonderpaden toegankelijk voor wandelaars Rivierbossen
25
UITERWAARDEN |
CONDITIES EN KNELPUNTEN
In de uiterwaarden van bedijkte laaglandrivieren (Rijntakken en Maas) zijn morfodynamische processen zoals erosie, sedimentatie en waterhuishouding essentieel voor de natuurkwaliteit 1. Het zomerbed is vastgelegd door bedijking, kribben of harde oeververdediging. De rivier snijdt zich vooral op bovenstroomse trajecten steeds dieper in door beddingerosie. Bij overstromingen wordt kalkrijk zand wordt op de oeverzone afgezet en voedselrijke klei verder van de rivier. De rivier gaat daardoor steeds lager liggen waardoor de morfodynamiek de uiterwaarden niet of nauwelijks meer bereikt. Lokaal microreliëf in de vorm van nevengeulen, eilanden, zandbanken en
Morfodynamiek langs de grote rivieren – Inventarisatie van processen en evaluatie van maatregelen, Bosschap, 2012 1
Stromende geulen langs de rivier, ARK Natuurontwikkeling https://www.ark. eu/na tuurontwikkeling /na tuurlijkeprocessen/levende-rivieren/nevengeulen 2
26
Rivierbossen
kronkelwaardruggen ontwikkelen zich niet meer sinds de rivier is vastgelegd. Gradiënten ontbreken waardoor er een monocultuur op de uiterwaarden ontstaat. Alleen langs de Grensmaas en in enkele recent aangelegde nevengeulen zijn deze processen op kleine schaal weer hersteld. De snelstromende rivier zonder luwe zijgeulen is bovendien problematisch voor migrerende vissen en andere organismen van langzaam stromend water 2. Aandachtspunt voor bosontwikkeling in de uiterwaarden blijft de waterveiligheidsnormen in verband met opstuwing.
RIVIERBOS |
BOSCONCEPT
Gradiënten en diverse uiterwaarden Morfodynamiek in de uiterwaarden kan bevorderd worden door zomerkades te verwijderen en hoog opgeslibde delen te verlagen zodat overstromingsfrequentie- en duur verhoogd wordt en daarmee microreliëf met diverse leefgebieden kan ontwikkelen 1. Rivierbos kan zich ontwikkelen op voornamelijk oeverwallen en kronkelwaardruggen waartussen het rivierwater nog kan stromen, met soms zachthoutooibos in frequenter overstroomde laagtes. Het rivierbos vormt soortenrijke gradiënten die waterstroming toelaten. Luwtes van nieuwe nevengeulen en in het water gevallen bomen geven plek aan een diversiteit van waterorganismen. Rivierbosontwikkeling moet wel zorgvuldig afgestemd worden met waterveiligheidsnormen.
Morfodynamiek langs de grote rivieren – Inventarisatie van processen en evaluatie van maatregelen, Bosschap, 2012 1
Rivierbossen
27
UITWERKING RIVIERBOS Het rivierbos is goed te combineren met grote grazers die bijdragen aan de soortenrijkdom van de verschillende bostypen. Ze zorgen voor gradiënten en voorkomen dat alles uitgroeit tot een dicht bos. Door begrazing en het microreliëf bestaat het rivierbos uit verschillende typen bos 1. Het zachthoutooibos in de lagere delen staan 50 tot 150 dagen onder water. Hier komt met name schietwilg voor en de zwarte populier. In de hogere delen begraasd door grote grazers zal een opener landschap ontstaan met soorten zoals Meidoorn en Hondsroos. Op de hogere delen kan het in Nederland zeldzame Hardhoutooibos gaan ontstaan. Hier komen soorten voor zoals zomereiken, iepen en zoete kers 1. De hardhoutooibossen staan 2 tot 50 dagen per jaar onder water.
is dit type natuur populair door de beleving van het dynamische rivierenlandschap. Hierin is het van belang dat mensen de rivier kunnen beleven 3. De dijken zijn een goede basis omdat men vanaf de dijk het landschap jaarrond kan beleven. Eventueel kan via struinpaden het hele gebied bereikt worden.
Stichting Ark, bos aan de rivier, https:// w w w . a r k . e u /n a t u u r o n t w i k k e l i n g / natuurlijke-processen/levende-rivieren/ ooibossen 1
Stichting Ark, De bever als wateringenieur, https://www.ark.eu/natuurontwikkeling/ dieren/bever 2
Buijs, A. & van der Molen, D. (2004) Beleving van natuurontwikkeling in de uiterwaarden, Natuurbeleving Natuurontwikkeling Uiterwaarden Water, landschap 21 3
In het rivierbos is de bever een sleutelsoort. Door het omknagen van bomen en het maken van dammen maakt de bever het bos nog gevarieerder 2. Recreatief gezien
28
Rivierbossen
RIVIERBOS |
REFERENTIES
Door de jaarlijkse overstromingen is er een ruig voedselrijk zachthoutooibos ontstaan
Ooibos Millingerwaard - Kekerdom Een van de meer bekende ooibossen van Nederland. Het zeventig jaar oude wilgenbos van de Kekerdomse waard kent een zeer hoge natuurwaarde.
Reliëfvolgende kleiwinning combineren met natuurontwikkeling zoals nevengeulen, natuurvriendelijke oevers en bosontwikkeling Rivierbossen
29
BINNENDIJKSE KOMGRONDEN | CONDITIES EN KNELPUNTEN In het binnendijks rivierengebied is laagdynamische natuur nog weinig aanwezig 1. Vaak bestaand de lager gelegen komgebieden uit intensief agrarische landschappen. Hierin hebben de begraasde weilanden meestal weinig soortendiversiteit. Door de natte bodemgesteldheid zijn er in de komgebieden beperkte mogelijkheden voor landgebruik op grasland na. Tussen de dijk en de komgebieden spelen bovendien soms problemen met kwelwater. Kwelwater kan in de winter achter de dijk grondwateroverlast in dorpen veroorzaken.
‘Herstel en ontwikkeling van laagdynamische, aquatische systemen in 1
het rivierengebied’, VBNE, 2016
30
Rivierbossen
RIVIERKOMBOS | BOSCONCEPT Ecologische stapsteen in binnendijks gebied Het rivierkombos versterkt de natuurwaarden in het komgebied en vangt water op met natte natuur. Kwelwater van de rivier wordt met het poldersysteem naar lager gelegen komgronden afgevoerd. Hier blijven de bossen gevoed met water, en dienen de bossen als ecologische stapsteen in het binnendijkse rivierengebied. Het opgevangen water wordt kan in droge zomers benut worden voor omliggende landbouw. In dit bostype kan houtproductie in sterkere mate van economische waarde zijn. Rivierkombossen kunnen als regionaal drukventiel werken voor toenemende recreatiedruk van hogere zandgrondbossen rondom het rivierengebied. Men recreëert door waterrijke bossen met natte ruigtes, vakantieverblijven en fietsroutes.
Rivierbossen
31
RIVIERKOMBOS | UITWERKING De rivierkombossen liggen in de laagste delen van de kommen en zullen vooral in de winter regelmatig onder water staan als ook veel kwelwater wordt aangevoerd. Daarom zullen de soorten met name bestaan uit populieren, wilgen, elzen en essen. Deze bossen vormen ecologisch interessante plekken door de wisselende waterstanden. In de laagste delen zal permanent water staan zodat hier rietmoerassen ontwikkelen of open water met waterplanten. Bestaande populierenbosjes zijn uitermate geschikt om hout uit te oogsten. Maar ook Elzen en Essen zijn interessante soorten voor de houtproductie. De bestaande boerderijen komen in
32
Rivierbossen
een moerasachtig bos te liggen wat recreatief kansen biedt voor bijvoorbeeld een logeerboerderij. Voor dorpen en steden vormen de bossen een uitgelezen kans waar men een ommetje maakt. De rivierkombossen kunnen ’s zomers ingezet worden om overtollig water van regenbuien op te vangen en in tijden van droogte dit water gebruiken om het land te irrigeren. Doordat de rivierkombossen vaak aan alle kanten grenzen aan landbouw bieden ze een goede buffer om stikstof op te vangen. De bossen zuiveren het water van stikstof en leveren schoner water op voor irrigatie.
RIVIERKOMBOS | REFERENTIE
Uit de bossen kan mogelijk ook hout geoogst worden
De Regulieren - Culemborg Natuurgebied in een komgebied in de Tielerwaard. Met kwelpijpen krijgen de sloten weer schoon water, wat de plantengroei ten goede komt.
Er is nog steeds landbouw mogelijk naast het natuurgebied Rivierbossen
33
GETIJDENGEBIED | CONDITIES EN KNELPUNTEN Stroomafwaarts in het rivierenlandschap zijn morfodynamische processen zoals erosie, sedimentatie, getij en wind essentieel voor de natuurkwaliteit 1. Getijslag is door afsluiting van de zeearmen sterk beperkt. Wel staat het Haringvliet ‘op een kier’. Maar door bedijking en bekading, kribben of harde oeververdediging is de getijvlakte voor ontwikkeling van nieuwe kreeksystemen nog steeds afgesloten. Daarnaast kan zeespiegelstijging zorgen voor permanent hogere waterstanden en het verdrinken van oeverzones. Stormvloed zorgt daar bovenop voor een grotere belasting van de dijken. Door aangrenzende bebouwing is er niet altijd ruimte om binnendijks te verstevigen.
Morfodynamiek langs de grote rivieren – Inventarisatie van processen en evaluatie van maatregelen, Bosschap, 2012 1
34
Rivierbossen
VLOEIBOS | BOSCONCEPT Unieke golfremmende natuur Morfodynamiek in riviergetijvlaktes kan hersteld worden door de zeekering gedeeltelijk te openen, kades te verwijderen of verlagen, harde oeververdediging te verwijderen 1 en kreken in getijvlaktes weer open te graven. De ontwikkeling van dynamische kreken wordt zo bevorderd waarin het water in- en uitstroomt. Een mozaïek van getijdenbos met geleidelijke vegetatieovergangen versterkt de biodiversiteit en kan golven op grote watervlaktes afremmen met positieve invloed op dijkversterkingskosten 2. Dit zou betekenen dat er unieke natuur ontstaat die concreet bijdragen levert aan de waterveiligheid. Het golfremmend effect van bos verschilt wel per locatie, bosoppervlak en windinvloeden. Morfodynamiek langs de grote rivieren – Inventarisatie van processen en evaluatie van maatregelen, Bosschap, 2012 1
Verticale ruimte voor de rivier, https:// dijkenvoorbiodiversiteit.flowsproductions. nl/ 2
Rivierbossen
35
UITWERKING VLOEIBOS Het vloeibos is een type bos dat onderhevig is aan de dynamiek van de delta. Daarnaast heeft dit type bos eens in de zoveel jaar te maken met een combinatie van stormvloed en springtij waarbij nog hogere waterstanden bereikt worden en met name een hoge golfslag zal optreden. Er zijn maar weinig soorten bestand tegen deze dagelijkse wisselende waterstanden in combinatie met hevige stormen. Dit bos zal dan ook vooral bestaan uit schietwilgen met in de kruidlaag meer diversiteit en sleutelsoorten zoals de spindotterbloem. De kreken zorgen voor de aanvoer van slib en zand naar de platen. Daarmee ontstaan gradiënten, maar ook door stormen en harde wind zullen bomen hier sneller omvallen wat ecologisch gezien interessant is. De vloeibossen zijn
36
Rivierbossen
te vergelijken met de bossen in de Biesbosch. In de Biesbosch broeden inmiddels drie paren Visarenden 1. Door vloeibossen in te zetten langs de rivieren in WestNederland vergroot je het habitat van deze bijzondere roofvogel. Vloeibossen zijn unieke bossen waarin natuur haar vrije gang moet kunnen gaan, deze bossen zijn enkel vanaf de dijk te beleven.
Vogelbescherming (2021) Broedende visarenden in de Biesbosch via de webcam te volgen, https://www.vogelbescherming. nl/actueel/bericht/broedendevisarenden-in-de-biesbosch-via-dewebcam-te-volgen 1
VLOEIBOS | REFERENTIE
Wilgen en spindotterbloem in Klein Profijt
Klein Profijt - Rhoon Een getijdenbos aan de Oude Maas waar water met eb en vloed in- en uitstroomt in geulen. In dit natuurgebied vlakbij de grote stad groeien kenmerkende wilgensoorten en zeldzame spindotterbloem. Hier brengt de bever afwisseling in het ecosysteem door open plekken in het bos maken, wat gunstig is voor gevarieerde structuur en leeftijdsopbouw van het bos.
Vloeibossen als interessante gebieden voor recreatie en educatie Rivierbossen
37
BEKEN | CONDITIES EN KNELPUNTEN Veel beken zijn in tijden van ruilverkaveling gekanaliseerd en erop ingericht water zo snel mogelijk af te voeren. De sponswerking in het bekenlandschap is daardoor flink afgenomen en leidt tot droogteproblemen en hoge waterafvoerpieken. Deze afvoerpieken leiden benedenstrooms tot overstromingen. Bovendien grenst agrarisch landgebruik veelal tot aan de beek. Hierdoor is er geen ruimte voor een overstromingsvlak dat water buffert, en stromen mest en bestrijdingsmiddelen af naar de beek. Kwelwaterafhankelijke natuur krijgt steeds meer last van deze vermesting door vervuilende stoffen.
38
Rivierbossen
BEEKBOS | BOSCONCEPT Beken als ecologische haarvaten Beekbossen kunnen de sponswerking (afvoervertraging) vergroten en habitats vormen voor een soortenrijkdom aan vissen, amfibieën, macrofauna en vegetatie. Beken spelen hierin een belangrijke rol als aaneengesloten ecologische verbinding. Bovenstrooms worden gegraven waterlopen gedempt zodat water langer vastgehouden wordt en bijzondere bronbossen kunnen ontwikkelen. De beekloop wordt hermeanderd en krijgt een breder overstromingsvlak waar beekbos kan gaan ontwikkelen. Het water wordt zo vertraagd afgevoerd. De beekbossen werken als buffer voordat vermest (grond-) water vanuit landbouwgebieden het beekwater bereikt. De beekbossen zijn als systeem van ecologische haarvaten ook voor recreatie interessant waar men de natte natuur kan beleven.
Rivierbossen
39
BEEKBOS | UITWERKING De beekbossen bestaan uit bronbossen daar waar de beek ontspringt en uit de beekbegeleidende bossen meer stroomafwaarts. Het is van belang om sloten in en rondom het bronbos te dempen zodat het bos enkel onderhevig is aan het kwelwater vanuit de hogere gronden. Een bijzondere sleutelsoort voor het bronbos is Verspreidbladig Goudveil. Deze soort groeit alleen ter plaatse van schoon kwelwater 1. Doordat de beek zijn natuurlijke vorm weer terug heeft is er weer ruimte voor dynamiek. In haar natuurlijke vorm heeft een beek flauwe oevers in de binnenbochten en steilwanden in de buitenbocht. Deze diversiteit in oevers levert ook weer gunstige condities op voor een verscheidenheid aan soorten. Langs de steilwanden
40
Rivierbossen
onder het bos vormt een ideaal habitat voor bijvoorbeeld de IJsvogel, terwijl de flauwe oevers ruimte bieden voor zandbanken en hogerop kruidenrijk grasland. De herstelde dalvlakte dient ook als overstromingsgebied voor de beek in tijden van hoogwater. Bij aangrenzende landbouw vormen de beekbossen een buffer om stikstof op te nemen en schoner water af te voeren aan de beek. Recreatief gezien kan er goed gekanood worden op de beken, en erlangs worden gewandeld. Dit kan de recreatiedruk in grotere bosgebieden op hoge zandgronden verlichten. Ecopedia, Natuurstreefbeeld: Bronbos 91e0vc, https://www.ecopedia.be/ natuurstreefbeeld/natuurstreefbeeldbronbos-91e0vc 1
BEEKBOS | REFERENTIES
Recreatieve activiteiten in het beekbos
De Regge - Hellendoorn De Regge heeft deels zijn oude loop teruggekregen in het kader van het project ‘Ruimte voor de Rivier’. Door de stroomsnelheid ontstaan hoge oevers in de buitenbocht en lichte glooiingen in de binnenbocht. Het water mag op sommige plekken weer buiten de oevers treden.
Dynamische beek met bossen en zandige strandjes Rivierbossen
41
IMPRESSIE SPONSBOS
Impressie van een sponsbos
42
Rivierbossen
IMPRESSIE RIVIERKOMBOS
Impressie van een rivierkombos
Rivierbossen
43
4. AANBEVELINGEN
44
Rivierbossen
AANBEVELING EN VERVOLGSTAPPEN Aanbevelingen rivierbossen De bosopgave in het rivierengebied is geen eenvoudige door veel verschillende ruimteclaims. Zeker in de uiterwaarden langs rivieren bestaat nog een restrictief beleid en is bos niet altijd welkom uit angst voor opstuwing door begroeiing. Toch zijn er kansen voor zowel buitendijks als binnendijks bos. Flux doet hiervoor een aantal aanbevelingen. 1. Beschouw de rivier als een landschappelijk systeem Benader de rivier als werkend systeem met verschillende condities die invloed hebben op de bosopgave, zoals bodem, hoogteligging, ecologie en waterdynamiek. En kijk naar welke rol nieuw bos kan hebben om dit natuurlijke systeem te verbeteren.
Mogelijke vervolgstappen 4. Kijk naar de ruimtelijke eigenschappen van het bestaande landschap Kijk voor de inpassing van nieuw bos naar de ruimtelijke karakteristieken van verschillende landschappen in het rivierengebied. Open uiterwaarden of binnendijkse veenweidegebieden of bosrijke beeklandschappen bieden variërende kansen voor de inpassing van bos. Bos is niet vervangend voor een landschap maar kan ingepast worden en wellicht een landschap ruimtelijk versterken. Dit kan ook betekenen dat in bepaalde delen van het rivierenlandschap geen bos ingepast moet worden en op andere plekken juist wel. De hoeveelheid bos hangt samen met het type landschap. We kunnen niet overal bos ontwikkelen in het rivierengebied, er moet zorgvuldig gekeken worden naar wat ruimtelijk past.
2. Kijk verder dan de uiterwaarden alleen Het rivierensysteem is groter dan alleen de rivier met uiterwaarden: zowel uiterwaarden als dijken, binnendijks gebied, beken en aangrenzende landschapstypen behoren tot het rivierenlandschap. In de uiterwaarden is het beleid relatief streng vanuit waterveiligheid en bevaarbaarheid, maar juist in aangrenzende gebieden die binnendijks liggen zijn ook kansen om nieuw bos in te zetten voor verschillende opgaven.
3. Zet bos in als middel om verschillende doelen te bereiken Bos is niet een doel op zich maar een middel om ruimtelijke opgaven op te pakken. Benader de bosopgave vanuit de bijdrage die bos kan hebben voor diverse opgaven in het gehele riviersysteem. In het rivierengebied kan bos veelal een vitale rol spelen in biodiversiteit verhogen, sponswerking en recreatiedruk opvangen. Bos kan ook voedsel leveren, hout voor de woningbouw, luchtkwaliteit verbeteren door stikstof- en fijnstofopvang, en CO2 vastleggen.
5. Niet één bostype, maar een palet aan types
In dit onderzoek is een eerste aanzet gedaan voor concepten voor bos in het rivierengebied. Om deze concepten verder uit te werken denken we aan de volgende vervolgstappen: • Vervolgonderzoek naar de werking per bostype van o.a. waterhuishouding door een kennisinstituut. Ook kan de werkelijke bijdrage van bos in hout, biodiversiteit, waterberging, sponswerking en het breken van golven nader onderzocht worden. • Het wordt aangeraden om de bosconcepten van dit onderzoek mee te nemen in het Integraal Rivier Management Programma en onder de aandacht te brengen bij waterschappen en provincies in relatie tot het HWBP en regionale bossenstrategieën. • Concrete casusgebieden definiëren waar bostypes getest worden met concrete partijen. Hieronder worden drie voorbeelden genoemd:
Bossen dienen verschillende doelen en hebben verschillende structuren en uitstraling. Er bestaat niet één rivierbos, maar een palet aan bostypes die geënt is op verschillende condities in en rondom het rivierenlandschap, gekoppeld aan het systeem van de rivier. Er zijn nu vijf bosconcepten uitgewerkt in dit onderzoek, maar wellicht zijn er meer mogelijkheden.
•
•
Sponsbos: In Limburg loopt momenteel een programma voor de Natte Parels van Limburg door provincie Limburg, Waterschap Limburg en Stichting het Limburgs Landschap. Deze natuurgebieden gaan achteruit door verdroging en verminderde waterkwaliteit. Een van de natte parels zou een casestudy kunnen vormen voor het concept sponsbos.
•
Vloeibos: voor elke meter zeespiegelstijging moeten dijken normaliter anderhalve factor meestijgen. Vloeibossen met golfremmende werking zouden een goede oplossing kunnen bieden voor golfoverslag dichtbij de kust. Pilots vanuit bijvoorbeeld waterschappen zijn nodig waar een vloeibos daadwerkelijk aangelegd wordt.
6. Heroverweeg buitendijkse bosontwikkeling Ook al is er terughoudend beleid wat betreft nieuwe bossen in de uiterwaarden, toch zijn er mogelijkheden om ecologisch waardevolle rivierbossen te ontwikkelen zonder waterveiligheid en bevaarbaarheid in gevaar te brengen. Creëer bijvoorbeeld ruimte door obstakels in de uiterwaarden (bijvoorbeeld zomerkades) te verwijderen of te verlagen en nevengeulen te graven, en gebruik die ruimte voor nieuwe bosontwikkeling.
Rivierbos: ruimte voor riviernatuur pilot Gelderse Poort door provincie Gelderland, Staatsbosbeheer, ARK, Stroming en WWF. Onderzoek naar kleinschalige maatregelen zoals verlagen van zomerkaden die niet meer functioneel zijn om waterstandsruimte te creëren voor ontwikkeling van nieuwe ooibossen.
december 2021