FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA
nr. 09 09/11/2011
Fietsforce Jongeren met pech helpen fietsers met pech HvA-docent Theo Ploeg ‘ Allemaal naar ZuidLimburg!’ Gevlogen Onderzoekers met een zak geld lopen weg bij de UvA
Jan Vertonghen De studiebol van Ajax
(advertentie) (advertentie)
SAY ‘YES’ TO TAP WATER
Steeds meer mensen sluiten zich aan bij bij jointhepipe.org, jointhepipe.org, de de eerste eerste community community van van kraanwaterdrinkers kraanwaterdrinkers Onze redactie heeft zich aangesloten met als als droom droom iedereen iedereen overal overal ter ter wereld wereld van van schoon schoon drinkwater drinkwater te te voorzien. met voorzien. Sluit je ook aan, aan; bestel jouw fles op www.jointhepipe.org en steun zo waterprojecten in AziĂŤ en Afrika. Sluit
inhoud #09 Tussen tentamen en Champions League 10
Ajax-aanvoerder Jan Vertonghen studeert sportmarketing op de JCU, tussen de wedstrijden door. ‘Zonder studie zou ik alleen maar playstationnen.’
Onderzoekstalent, gratis af te halen 15
Onderzoekers die subsidies binnenhalen worden steeds belangrijker. Maar of de UvA dat doorheeft? ‘Af en toe vertrekt er iemand, af en toe stellen we iemand aan.’
Op de kermis 28
Voor Noord-Hollandse studenten, én sommige docenten, is de kermis het hoogtepunt van het jaar. ‘Negen van de tien relaties beginnen hier en negen van de tien gaan hier kapot.’
Theo Ploeg, Eutropoliaan 34
Na Keulen en Berlijn kon hij niet meer aarden tussen de ‘angsthazen’ in Amsterdam. Dus vertrok hij naar het centrum van Europa: Eutropolis. ‘Van hieruit ligt Amsterdam in een uithoek aan zee.’
Daklozen maken je fiets 40
Studentenproject Fietsforce maakt van jongeren met problemen fietsenmakers op afroep. ‘Zij hebben problemen die niet zo makkelijk weg zijn te nemen.’
en verder uitgelicht 6-7 de week/het moment/navraag 8-9 opinie 18-20 Asis Aynan 19 Emma Curvers 20 brieven/ promoties 21 drift 23 op de tong 25 objectief 26-27 passie 33 de adviesdienst 39 lezingenladder 44 overigens 45 prikbord 46-47 wasdom 48-49 stage 49 toehoorders 50 de lezer/deining 51
4
FoliaMagazine
redactioneel
illustratie Bas Kocken
10
18 Loze slogans
28
34
In het artikel van masterstudent journalistiek Joost Dobber dat u vindt op pagina 15 wordt duidelijk dat een aanzienlijk aantal talentvolle wetenschappers, inclusief de door hun binnengehaalde subsidies, de UvA verlaat en hun onderzoek elders voortzet. Wat is er aan de hand? Jaarlijks keert de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) de vernieuwingsimpuls uit, een subsidie voor talentvolle en excellente onderzoekers. Het geld is voor de onderzoeker en als deze besluit te vertrekken loopt de UvA het mis. Daarnaast mist de universiteit de onderzoeker als docent en de eventuele status die aan de onderzoeker gebonden is. Ik vertel niets nieuws als ik zeg dat universiteitsbudgetten steeds meer onder druk staan, waardoor het steeds belangrijker wordt dat onderzoekers hun eigen geld binnenhalen. Hoewel je zou denken dat zoiets voor de hand ligt, is er geen geïnstitutionaliseerd beleid om onderzoekers aan te trekken en aan zich te binden. Het komt erop neer dat elke faculteit naar eigen inzicht mag bepalen hoe ze haar talentvolle onderzoekers wil proberen te binden, of niet. Direct gevolg daarvan is dat te veel onderzoekers vertrekken. De UvA heeft de mond vol van toponderzoek en van leren excelleren. Naar eigen zeggen wil de universiteit een ‘inspirerende, breed georiënteerde, internationale academische omgeving bieden, waarin de talenten van staf en studenten zich optimaal kunnen ontwikkelen’, zo staat onder het kopje ‘Profiel en missie’ te lezen op de UvA-site. Deze prachtige woorden zijn niet meer dan loze slogans als er niet eens behoorlijk personeelsbeleid wordt gevoerd. En daar wringt de schoen. De meeste jonge onderzoekers gaan van tijdelijk contract naar tijdelijk contract, waardoor vastigheid en bijbehorende zekerheid ontbreekt. En juist aan dat laatste is behoefte. Jonge wetenschappers bind je door ze zekerheid te geven, zodat ze zich op hun onderzoek kunnen concentreren. Wat dat betreft valt er op de UvA nog een wereld te winnen. Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl
40
FoliaMagazine
5
Je moet
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bedacht de Slowaakse Imi Lichtenfeld dat vechtsporten met regels geen enkel nut hebben in echte gevechtssituaties, met de vechtsport Krav Maga als resultaat. Na de stichting van de staat Israël werd Lichtenfeld aangesteld als hoofdinstructeur voor de fysieke training van het Israëlische leger. Inmiddels wordt Krav Maga geleerd aan de Amerikaanse FBI, SWAT-teams, en aan studenten. Speciaal voor hen organiseert het USC Krav Maga-lessen. tekst Bob van Toor / foto Marc Driessen
Tijdens een buitenles trainen studenten praktijksituaties in en rond de auto. Krav Maga-docent Mario Schouten: ‘Het begint al met het benaderen van een voertuig. Veel mensen hebben ingesleten patronen in het dagelijks leven; ze lopen naar de auto en pakken de sleutel, zonder op hun omgeving te letten. Ik confronteer studenten met hun routine: je moet jezelf leren alert te zijn. We trainen ook reacties als je vanaf de achterbank of passagiersstoel wordt aangevallen; maar ook aanrijdingen, en situaties waarin met een pistool wordt gedreigd.’ 6
FoliaMagazine
Het loopt niet storm, vertelt adjunct-directeur Rodrigo Coesel. ‘Dat kan aan het tijdstip liggen, maar ik had toch verwacht dat er meer studenten geïnteresseerd zouden zijn. Misschien ligt het aan de onbekendheid.’ Dat denkt docent Mario Schouten ook. ‘Reguliere vechtsporten zijn helderder.’ Dat zijn les zondag om half elf is, lijkt hem geen probleem: ‘Veel studenten zullen wel in hun bed blijven liggen, maar dat is het nu juist met Krav Maga: je moet het er wel voor over hebben.’
een knopje omzetten
Krav Maga kent geen regels en geen wedstrijden. ‘Het gaat uit van een bepaald mensbeeld,’ vertelt Coesel. ‘Dat je, op het moment dat je je bedreigd voelt, een knopje omzet waarna alle remmen losgaan. Dat is een beetje eng. Ik doe het zelf ook, maar heb er gemengde gevoelens over. Soms ga je zó los, dan verbaas je jezelf. Maar het kan ergere gevolgen hebben als je het niet doet.
Schouten: ‘De training is zeer realistisch. Agressief is het verkeerde woord, je traint gevechtsmentaliteit. Je kunt grootmeester in alle vechtsporten zijn; als je geen gevechtsbereidheid hebt, kun je het shaken. Daarom werken we met stress drills: je verhoogt je hartritme tot bepaalde delen van je hersenen worden gekaapt, dan krijg je tunnelvisie. Het is de bedoeling dat áls je gaat, je ook echt gaat, maar juist dan moet je scherp blijven, en alsnog doen wat je in de training geleerd hebt.’
Bij Krav Maga is alles toegestaan om te overleven. Onder de gordel schoppen mag, en ook stoelen, sleutels en andere dagelijkse objecten worden gebruikt voor zelfverdediging. Studenten kunnen veel aan Krav Maga hebben, denkt Schouten. Als politieagent in Utrecht ziet hij veel gevechtssituaties met studenten: ‘Vooral in het uitgaansleven. In de weekenden is daar best veel geweld.’ yyy
FoliaMagazine
7
de week e fraude van hoogleraar Diederik Stapel: het leest als het betere soapwerk. In september rekenen zes jonge onderzoekers dataresultaten van Stapel na. Conclusie: een dikke fail lijkt op z’n plek. Een commissie hooggeleerde heren onderzoekt de kwestie verder. En daar vallen de lijken uit de kast: niet alleen in Tilburg heeft Stapel de boel geflest, ook aan de UvA en de RUG ging de beste man gewapend met een flinke natte vinger te werk. Met het rapport van de commissie-Levelt moet de gifbeker leeg tot de laatste slok. Naast hofleverancier van nepdata, blijkt het egootje z’n handen eveneens niet om te draaien voor wat intimidatie en machtsmisbruik. De ondertussen tot geestelijk wrakhout gedegradeerde slimmerd laadde bovendien zijn kofferbak vol nepenquêtes, gaf twee keer gas naar zogenoemde (nep)respondenten en pende eigenhandig de resultaten bijeen. Voila: sexy datagegevens in the pocket. We voorzien echter een prachtige comeback voor hem op het schoolplein. Professor Stapel –zijn titel is hij nóg niet kwijt – blijkt namelijk naast datatovenaar een heuse Moderne Man te zijn die prat gaat op het moeiteloos combineren van werk en gezin, lezen we op de site van de Moderne Man Prijs – die hij niet won. Geen gehaast meer met het wegbrengen van het kroost dus. Dit soort frauduleuze praktijken moet met wortel en tak worden uitgeroeid. Daartoe kwam Rüdiger Klein, directeur van de Europese wetenschapsorganisatie Allea in dagblad Trouw met een waterdicht plan: een risicoprofiel van de frauduleuze wetenschapper. Net zoals de Italiaanse criminoloog Cesare Lombroso criminelen meende te herkennen aan brede kaken, doorlopende wenkbrauwen en vlezige lippen, kan aan de frauderende wetenschapper vast ook een selectie zeer verdachte eigenschappen worden
8
FoliaMagazine
illustratie Pascal Tieman
D
Moderne Man Diederik Stapel werd ontmaskerd en bij DMCI is stront aan de knikker.
De devil zit vaak in de details. Want naast een kofferbak vol gemanipuleerde papieren onzin stapelde de hoogleraar ook dozen snoep voor niet-bestaande, jeugdige proefpersonen in. Grote vraag: wat dééd hij in hemelsnaam met al die rollen drop? Zelf opeten? Genoegzaam kauwend op weer een gouden fake-conclusie?
gekoppeld. Doet hij bijvoorbeeld fundamenteel onderzoek of juist toegepaste research? ‘Is het een jonge of ervaren wetenschapper?’ vraagt Klein zich hardop af. Na de ontmaskering van Stapel lijkt een relevantere vraag: heeft de onderzoeker een grote of een kleine kofferbak? Ook binnen het Domein Media, Creatie & Informatie van de HvA is er stront aan de knikker. Het bestuur nam zonder inspraak van de medezeggenschapsraad verstrekkende beslissingen. Zo kortten ze de tijd die docenten krijgen om een verslag na te kijken in van anderhalf naar een halfuur. De naam van het orgaan medezeggenschapsraad doet vermoeden dat ze
ook wat in de melk hebben te brokkelen over te nemen besluiten. Het bestuur houdt er een iets andere interpretatie van medezeggenschap op na. Te weten, dikke vinger aan de inspraak. yyy Eva Rooijers en Annemarie Vissers
4 november 2011
tweet van de week @UvArechtmartin UvArechtmartin Vrijdag! Is het straks weekend. Een UvAstudent kent geen weekend. Leven gaat door! Heerlijk! http://twitter.com/#!/UvArechtmartin/
foto Fred van Diem De Museumnacht stond bij de Bijzondere Collecties in het teken van het menselijk lichaam, en vooral in de late uurtjes leidde dat tot flink wat professionele belangstelling. Naast lezingen van onder anderen Damiaan Denys en Dick Swaab kon men ook op meer fysieke wijze kennismaken met het menselijk lijf, bijvoorbeeld door het aanschouwen van bodybuilder Wienand Omta. yyy Clara van der Wiel
navraag Annemiek van den Heuvel Een jaar geen nieuwe kleding kopen. Ook geen ondergoed, warme wintermuts of panty. Een nachtmerrie voor de gemiddelde shopverslaafde. Maar Amfi-studente Annemiek van den Heuvel ging de uitdaging samen met 28 anderen aan, binnen het kader van de Free Fashion Challenge. Op 11 november mag ze weer de kledingrekken induiken.
Waarom besloot je mee te doen? ‘In de eerste instantie deed ik het voor mezelf. Puur om te kijken of ik het vol kon houden. Maar na een tijdje ging ik me steeds meer realiseren hoe we gek worden gemaakt door reclames en andere mensen om steeds maar nieuwe kleding te kopen. Mijn familie en vrienden hadden er trouwens weinig vertrouwen in dat ik het zou redden. Ik heb vier weddenschappen afgesloten die ik dus allemaal ga winnen. Als beloning krijg ik kledingbonnen.’ Was je zo’n shopaholic? ‘Eigenlijk wel. Ik kocht bijna iedere week iets nieuws. Niet omdat ik het nodig had, maar
meer voor de adrenalinerush. Een groot deel van de kleding droeg ik vervolgens bijna nooit. Uit het onderzoek van Laura de Jong, initiatiefneemster van de Free Fashion Challenge, blijkt ook dat we twintig procent van onze kleding tachtig procent van de tijd dragen, en dat we gemiddeld een keer per maand een miskoop doen.’
Hoe is het je vergaan het afgelopen jaar? ‘In het begin vond ik het best makkelijk; het gaf me een soort rust. Maar nu het einde in zicht komt, begint het wel te kriebelen. Alleen toen ik met studiegenoten in Berlijn was had ik het echt
zwaar. We gingen van het ene leuke boetiekje naar het andere en ik kon niets kopen. Dat was best frustrerend. Op een gegeven moment ben ik gewoon ergens gaan zitten en heb ik gezegd: “Kom maar terug als jullie uitgewinkeld zijn.”’
Wat heb je ervan geleerd? ‘Ik ga in de toekomst veel beter nadenken voordat ik iets koop. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik nog maar één kledingsstuk en één accessoire per maand mag kopen.’ En wat wordt je eerste aankoop? ‘Een legging. Die draag ik heel veel en ze zijn allemaal kapot.’ yyy Eva Rooijers
FoliaMagazine
9
Ajax als leerschool Hij is aanvoerder van Ajax, international in het Belgische nationale elftal en student aan de Johan Cruyff University. Jan Vertonghen combineert studie en profvoetbal al jaren. tekst Jeff Pinkster / foto’s Joost van den Broek
I
n het vliegtuig naar Madrid klapt hij een laptop open en begint te typen. De vliegreis komt als geroepen. Morgen wacht Real Madrid, daarna staat een serie trainingen op het programma en zondag moet Ajax het alweer opnemen tegen Groningen. De uren dat hij in het vliegtuig zit geven hem precies de tijd om het verslag af te ronden dat hij deze week nog moet inleveren. Híj is Jan Vertonghen (24). Centrale verdediger, aanvoerder van Ajax én student sportmarketing aan de Johan Cruyff University (JCU), de school voor topsporters binnen de Hogeschool van Amsterdam. Sinds zijn debuut in de hoofdmacht in 2006 groeide Vertonghen uit tot een van de belangrijkste spelers van het elftal. Lange tijd stond zijn studie daardoor op een laag pitje. Inmiddels hangt hij tussen het tweede en derde jaar in en is hij vastberaden snel de eindstreep te halen. Californication ‘Er zat nogal wat tijdsdruk op dat verslag,’ zegt de Ajacied lachend. ‘Op Schiphol had ik een officepakket gekocht, zodat ik op de heen- en de terugvlucht aan mijn verslag kon werken. Ik ben iemand die heel snel afgeleid is. Zit ik thuis achter de computer, iPhone ernaast, toch even kijken. Dan vergeet ik dat verslag en even later zit ik weer voor de tv. Films en series – Entourage, Lost en Californication – zet ik bewust niet
10
FoliaMagazine
meer op mijn computer. Aan de docenten heb ik daarom ook strenge deadlines gevraagd, dit was er een.’ Zoals altijd stapt Jan Vertonghen ook na de vrijdagtraining niet meteen van het veld. Hij pielt nog wat met de bal. Af en toe een bal op
‘De Champions League zul je de eerste twee, drie jaar niet winnen met Ajax’ doel schieten, een setje opdrukken, de bal de lucht intrappen. Hoogtepunt: een hoge bal van een medespeler over een meter of vijftig die door Vertonghen met een sierlijke pirouette in één beweging wordt stilgelegd. Gehuld in een T-shirtje en een korte broek, sloft hij even later op zijn slippers de kantine van Ajax-trainingscomplex De Toekomst binnen. ‘Via de studiebegeleider van Ajax ben ik bij de JCU terechtgekomen,’ zegt Vertonghen, die op zijn achttiende begon aan de studie sportmarketing. Aanvankelijk nam hij een kijkje bij rechten en Frans op de Universiteit van Amsterdam, maar die studies kon hij niet combineren met zijn voetbalbestaan, sportmarketing wel. ‘Dat eerste jaar zat ik bij Jong Ajax en ging ik als een normale student naar school. Toen heb ik geloof ik vijftig van de zestig punten
gehaald. Het jaar daarna kwam ik bij het eerste.’ Verlegen, onwennig en nog niet helemaal op zijn plek: de jonge Vlaming richt vanaf dat moment al zijn aandacht op het voetbal. ‘Van studeren kwam niets meer terecht. Dat heeft anderhalf jaar geduurd tot ik besefte: dit is wel zonde. Ik heb bijna mijn P en dan laat ik het nu lopen. Toen hebben we op de JCU met elkaar een schema opgesteld om de studie beter met het voetbal te combineren. Het is voor mij natuurlijk belangrijk, maar ook voor hen. Als ik straks ben afgestudeerd kunnen zij zeggen: een voetballer van Ajax kan het ook.’ Op gespannen voet Voetballen leert Vertonghen in de immense tuin van het ouderlijk huis in Tielrode. Een klein dorpje bij Sint-Niklaas, vlak onder Antwerpen. Hij is de middelste uit een gezin van drie broers en wordt al jong gescout door Germinal Beerschot Antwerpen, een toenmalige satellietclub van Ajax. Net zestien is Vertonghen als hij de overstap naar Ajax maakt. Hij komt terecht in een gastgezin in Ouderkerk aan de Amstel en doorloopt de laatste twee jaar van het VWO op de Openbare Scholengemeenschap Bijlmer. Een betere leerschool dan Ajax is er voor de student sportmarketing niet om de wereld van de sponsoring en de marketing te doorgronden. Als speler heeft hij dagelijks te maken met de marketingafdeling van Ajax en die kennis komt
FoliaMagazine
11
goed van pas tijdens zijn studie. ‘Die vlucht naar Madrid gebruikte ik bijvoorbeeld ook om een praatje te maken met de marketingdirecteur van Ajax. Dat kon ik weer gebruiken voor mijn verslag.’ Door de belangrijke rol die Vertonghen speelt in het elftal staan studie en voetbal vaak op gespannen voet met elkaar. In de week van het gesprek brengt hij zijn tijd achtereenvolgens door in hotels in Spanje, Nederland en België. Wat het allemaal nog eens moeilijker maakt: de dubbelrol als ‘gewone student’ en ‘stervoetballer’. Als student kun je doen en laten wat je wilt, als profvoetballer wordt elk woord op een weegschaal gelegd. ‘Om de media maar niet te voeden is het soms gewoon beter je mond te
‘Tussen mijn 16e en 21e ben ik denk ik één keer uit geweest’ houden. Het wordt allemaal uitvergroot.’ Voor een grappig voorbeeld verwijst Vertonghen naar zijn fiets. Sinds jaren terug duidelijk werd dat Vertonghen als profvoetballer wel eens naar de training fietste, komt hij er niet meer vanaf. ‘Iedereen doet alsof ik elke dag hierheen op de fiets kom en op de fiets naar België rijd. Ik heb een fiets voor als ik even naar de stad wil omdat het drie keer korter is dan met de auto.’ Hij wil maar zeggen, alles wat hij doet of laat wordt uitvergroot. Het maakt hem voorzichtig. ‘Ik laat mensen minder snel toe. Je weet toch nooit echt wat ze willen,’ verzucht de student sportmarketing. ‘Daarom is het ook niet makkelijk nieuwe vriendschappen te maken.’ Terwijl dat juist een van de redenen is geweest voor een studie aan de hogeschool: contacten opdoen, buiten het voetbal om. Want al heeft hij er zelf voor gekozen, het offer om profvoetballer te kunnen worden is groot. ‘Tussen mijn 16e en 21e ben ik denk ik maar één keer uit geweest. Ik lag altijd om tien uur in mijn bed.’
12
FoliaMagazine
Nog beter worden Het is de keerzijde van zijn bestaan: het gewone studentenleven gaat in zijn geheel aan hem voorbij. ‘Op vrijdag iets gaan drinken en op zaterdag nog wat leuks gaan doen: het kan gewoon niet.’ Vertonghen zegt er vrede mee te hebben, al moet hij toegeven dat het soms vervelend is. Zo maakte hij als jeugdspeler festival Rock Werchter in België mee. Het was de laatste keer; festivals zijn uitgesloten in een profbestaan. ‘Dat mis ik wel eens. Sensation, Lowlands, Pinkpop of Rock Werchter.’ Daar staat tegenover dat de Belg bij Ajax een stormachtige carrière doormaakt. De afgelopen seizoenen groeide hij uit tot een van de belangrijkste spelers in het elftal. Met als absoluut hoogtepunt het binnenslepen van de dertigste landstitel in mei van dit jaar. Onder leiding van een ijzersterke Vertonghen versloeg Ajax in eigen huis naaste belager FC Twente. Een transfer naar een Europese topclub leek aanstaande. Maar de Belg koos voor Ajax, voor zijn eigen ontwikkeling en voor Amsterdam. ‘Het is heel belangrijk voor mijn ontwikkeling dat ik me nu kan richten op één positie,’ zegt Vertonghen over zijn centrale plek in de verdediging. ‘Ik moet nog meer perfectioneren. Sterker worden, constanter worden en de communicatie in het veld moet beter.’ Zoals onlangs, in een wedstrijd tegen Twente. Vertonghen verzuimde zijn middenvelder met een aanvaller mee te sturen. Even later incasseerde Ajax de gelijkmaker, gemaakt door juist die aanvaller. ‘Het kan altijd beter. Ik moet nog meer een leider worden.’ Het buitenland lonkt Zijn studie aan de JCU bindt Jan Vertonghen op het moment aan de stad. Zo goed als het nu gaat is het volgens de student de afgelopen drie, vier jaar niet gegaan. Als hij voor de kerst twee toetsen haalt én zijn verslag wordt goedgekeurd, dan ligt hij op koers. Bovendien: hij voelt zich thuis in Amsterdam. Zijn vrienden van de middelbare school en Ajax wonen hier, zijn vriendin werkt in de Amsterdamse thea-
terwereld en hij houdt van het leven in de stad. Zijn liefde voor de stad en manier van voetballen maken hem geliefd onder supporters van de club. Toch zullen ze vroeg of laat afscheid van elkaar moeten nemen. Want ook voor Vertonghen lonkt het buitenland. Grote namen gingen hem al voor: Wesley Sneijder (Inter Milan), Luis Suarez (Liverpool), Thomas Vermaelen (Arsenal) en Maarten Stekelenburg (AS Roma). Het stuit bij veel supporters op onbegrip: ‘Blijf nou bij elkaar,’ zeggen zij, ‘dan pak je als team vanzelf grote prijzen.’ Vertonghen kent de kritiek, op de HvA lopen ook veel Ajax-supporters rond.
Journalisten interviewen Jan Vertonghen (links) en Derk Boerrigter na afloop van de training.
‘Ik heb ooit ook zo gedacht, toen ik zeker wist dat ik hier nog zou blijven. Kom op nou Suarez; kom op nou Stekelenburg en Vermaelen, blijf nou. Maar dat is nu eenmaal het moderne voetbal.’ Na een korte stilte: ‘Het is meer de gedachte van een supporter. Het is gewoon niet meer denkbaar. Kijk, de Champions League zul je de eerste twee, drie jaar niet winnen met Ajax. De vraag is dan of je het risico wilt nemen om te wachten, zodat dit team bij elkaar blijft, en dat we dan ooit wat verder kunnen komen dan de eerste of tweede ronde.’ Hij vervolgt: ‘Als voetballer wil je ook gewoon een keer in een andere competitie spelen. De
sfeer in Engeland zul je hier de eerste twintig jaar niet vinden. Ook in Duitsland zit gewoon elke week veertig-, vijftigduizend man op de tribune. Hier heb je twee stadions van vijftigduizend en dan houdt het op. Je wilt in die sfeer spelen en vooral op een hoger niveau. Het verschil in niveau met andere competities is zo duidelijk, dat zie je wel als we tegen Real Madrid spelen.’ Wat al zijn supporters tevreden moet stemmen: Jan Vertonghen wil in elk geval na zijn voetballoopbaan in Amsterdam blijven wonen. Bovendien wil hij ook na zijn sportcarrière actief blijven in het voetbal. Vooralsnog in de
marketing, een functie als commercieel directeur bijvoorbeeld? ‘Dat zie ik wel zitten,’ grijnst de student. ‘Het idee verandert natuurlijk met de jaren. Misschien besluit ik over vijf jaar wel dat ik trainer wil worden.’ Om ons heen schuiven de spelers van het tweede elftal hun stoelen gelijktijdig naar achteren. De leeggegeten bordjes ruimen ze zelf op. Zij hebben nog verplichtingen, voor Jan Vertonghen zit de werkdag erop. Op momenten als dit is hij blij dat hij nog wat om handen heeft. ‘Het is nu kwart over een en iedereen gaat naar huis. Zonder studie zou ik nu alleen maar thuiszitten en op de Playstation spelen.’ yyy
FoliaMagazine
13
F4L-ADV100x125FC:Opmaak 1 03-11-11 16:29 Pagina 1
(advertenties)
Op zoek naar (flexibel en deskundig) personeel? StudiJob biedt: kwalitatief goed personeel, een passende match met uw organisatie en een persoonlijke benadering. Op zoek naar werk? StudiJob biedt: inhoudelijke bijbanen, de mogelijkheid tot het opdoen van relevante werkervaring binnen onderwijs, overheid en zakelijke dienstverlening en consulenten die meedenken in jouw persoonlijke ontwikkeling. Voor Greenpeace in Amsterdam is StudiJob op zoek naar
Donateurwervers Promotieteam (09-15u p/w) Heb jij grote affiniteit met Greenpeace en haar campagnes, ben je commercieel ingesteld en beschik je over goede communicatieve vaardigheden? Neem dan snel contact op met Caroline via 020-535 34 68 of mail jouw CV met een korte motivatie naar: Caroline@ studijob.nl.
Naamloos-10 1
#Kerk?!
29-09-2011 15:14:06
Vision Church Christ Connexxxion OZ Voorburgwal 63, Zo @17:00 UvAV4:Opmaak 1 26-08-11 13:37 Pagina 1
Hotel RĂŠsidence Le Coin
fun | friendly | free
Naamloos-12 1
christconnexxxion.nl
28-10-2011 12:13:34
Gastvrijheid in een karakteristieke sfeer HOTEL RESIDENCE LE COIN, gevestigd in hartje centrum van Amsterdam en al jaren een pleisterplaats voor gasten van de UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM en van de HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM draagt deze gasten een warm hart toe en daarom kunnen zij rekenen op een gereduceerd tarief. Zij die op vertoon van deze advertentie bij ons komen overnachten ontvangen tevens een extra korting op het ontbijt. Het hotel ligt in het oude centrum en is een uitstekend vertrekpunt voor het ontdekken van alles wat de stad te bieden heeft, van het bijwonen van een theatervoorstelling tot een rondvaart in een van de vele monumentale grachten.
Bezoek onze website of bel voor meer informatie. www.lecoin.nl 020 - 5246800
Nieuwe Doelenstraat 5 1012 CP Amsterdam e-mail: hotel@lecoin.nl
Gezocht: universiteit zonder bindingsangst
Door de overheveling van onderzoeksgelden naar de NWO worden onderzoekers die zelf onderzoeksgeld binnenhalen steeds belangrijker. Maar wat doet de UvA eigenlijk om zulke onderzoekers aan zich te binden? Niet veel, zo lijkt het. ‘De loopbaanbegeleiding bij de UvA is vaak slecht. Of eigenlijk: die bestaat niet.’ tekst Joost Dobber / illustratie Bas Kocken
FoliaMagazine
15
gebleven vertrokken
Veni, vidi, vici
Opvallend is dat FMG, FNWI en AMC ieder meer dan 30 vernieuwingsimpulsen hebben gekregen, terwijl dat bij FGw (17), FEB (6) en FdR (1) veel minder is. Dat komt doordat de NWO het beschikbare geld verdeelt over de wetenschapsgebieden, onder meer op basis van de mogelijke ‘kennisbenutting’ (toepasbaarheid) van het onderzoek. Aantallen onderzoekers met een vernieuwingsimpuls, 2007-2010
Zeshonderdduizend euro kreeg ze voor haar onderzoek naar ‘Rechtvaardigheid in de nieuwe verzorgingsstaat’. De Vlaamse Ingrid Robeyns kwam, na haar promotieonderzoek in Cambridge, in 2002 naar de Universiteit van Amsterdam (UvA) om een postdoc-onderzoek te doen. Vier jaar later haalde ze prestigieus subsidiegeld binnen; de vernieuwingsimpuls van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Maar de UvA zag er geen cent van. Robeyns vertrok met het geld naar de Radboud Universiteit Nijmegen. Dat gebeurt vaker. Van alle onderzoekers die een vernieuwingsimpuls kregen, vertrekt 16 procent met het bijbehorende geld naar een andere universiteit om het onderzoek uit te voeren, blijkt uit een evaluatierapport van NWO uit 2007. Maar bij de UvA is dat meer. Een gemiddeld onderzoek duurt ongeveer vier jaar, en van de 129 onderzoekers die tussen 2007 en 2010 via de UvA zo’n NWO-subsidie kregen, zijn er 25 niet meer terug te vinden in het personeelsbestand van de UvA of het AMC. Net geen twintig procent. Over de periode 2002-2010 is dat zelfs 26 procent. Met de subsidies is veel geld gemoeid. De vernieuwingsimpuls is bedoeld voor talentvolle en excellente onderzoekers en bestaat uit veni(voor beginnende onderzoekers), vidi- (voor gevorderde onderzoekers) of vicisubsidies (voor onderzoekers met veel ervaring). Ontvangers behoren tot de top 10 à 20 procent van hun vakgebied en krijgen dan ook respectievelijk maximaal € 250.000, € 800.000 of € 1.500.000. Als die 25 onderzoekers allemaal de maximale subsidie hebben gekregen, waren ze samen goed voor ruim negen miljoen euro. Maar dat geld is voor de onderzoeker, niet voor de onderzoeksinstelling. De onderzoeker mag het geld dus meenemen naar een andere universiteit, zoals Robeyns deed. Maar de UvA loopt in dit geval veel meer mis dan geld alleen. Aller-
16
FoliaMagazine
eerst de status die een veelbelovende onderzoeker en het onderzoek zelf aan de universiteit verleent. Maar in het geval van Robeyns ook een docente; ze gaf colleges over haar onderzoek. Onderzoekers met marktwaarde Eind oktober werden de veni-winnaars van 2011 bekendgemaakt. Elf onderzoekers van de UvA wisten een veni binnen te slepen. Maar als de statistieken iets over de toekomst zeggen, zullen twee of drie van die talentvolle wetenschappers hun onderzoek afmaken aan een andere universiteit. Dat terwijl dit soort persoonsgebonden financiering steeds belangrijker wordt. Van de vaste subsidie die onderwijsinstellingen krijgen, hevelde de vorige minister van Onderwijs, Ronald Plasterk, honderd
‘Jonge onderzoekers met een subsidie worden zich steeds meer bewust van hun marktwaarde’ miljoen euro over naar de vernieuwingsimpuls. De universiteitsbudgetten staan dus onder druk, waardoor onderzoekers die onderzoeksgeld binnenhalen steeds belangrijker worden. Ook omdat wie al eens geld heeft gekregen, aanzienlijk meer kans heeft op een volgende subsidie. Maarten Rottschäfer, die bij de UvA onderzoekers helpt bij hun subsidieaanvraag, bevestigt dat: ‘Zonder een veni of een vergelijkbare andere subsidie, krijg je geen vidi.’ P&Omedewerker Pieter van Leeuwen vult aan: ‘Ik heb de indruk dat met name jonge onderzoekers met een subsidie zich steeds meer bewust worden van hun marktwaarde.’ Bovendien moeten universiteiten zich profileren, vertelt Pieter Gerrit Kroeger van Science-
Guide, een magazine voor de kennissector. ‘Dat was een van de aanbevelingen uit het rapport van de commissie-Veerman voor het hoger onderwijs, dat door het kabinet wordt onderschreven. Als universiteiten zich gaan specialiseren, zullen ze ook meer naar de talenten van andere instellingen gaan kijken. Iedere universiteit wil dan immers op het terrein van hun specialisme de beste onderzoekers hebben, dus als die ergens anders blijken te zitten, zullen ze die moeten aantrekken.’ Houdt de UvA er rekening mee? De vraag dringt zich op of de UvA actief probeert de veni-, vidi- en vici-onderzoekers aan de universiteit te binden. Bij de centrale afdeling Personeel & Organisatie zeggen ze dat dit beleid per faculteit apart wordt bepaald. ‘Ik weet niet hoeveel onderzoekers zijn vertrokken of gekomen,’ zegt hoofd P&O Kiki Poppes. ‘Universiteiten wedijveren wel onderling om deze onderzoekers. Ik denk dat de UvA ook actief probeert ze binnen te halen, maar ik weet het niet zo goed. Het verschilt per faculteit.’ Een rondje langs de P&O-afdelingen van de faculteiten leert dat niemand daar een overzicht van de omvang van de zogenoemde mobiliteit heeft. P&O-medewerker Stef Jongerius van de faculteit Natuurwetenschappen en Informatica (FNWI) verwoordt een breed gedragen geluid: ‘Wij hebben geen geïnstitutionaliseerd beleid, maar we proberen talentvolle mensen natuurlijk wel te binden. We zijn bijvoorbeeld bezig een tenure-track te ontwikkelen.’ Bij een tenuretrack worden duidelijke afspraken gemaakt met onderzoekers over de eisen waaraan ze moeten voldoen om een vaste aanstelling te krijgen. ‘We hebben geen precieze gegevens, maar ik vermoed dat er meer binnenkomen dan er weggaan,’ zegt P&O-medewerker Pieter van Leeuwen van de Faculteit der Maatschappij- en
Reactie CvB
De UvA ziet de zogenoemde mobiliteit van onderzoekers niet alleen als negatief, vertelt College van Bestuur-woordvoerder Paul Helbing. ‘Onderzoekers zien op andere universiteiten nieuwe invalshoeken, er ontstaat kruisbestuiving. Dat is goed voor de onderzoeker en voor de wetenschap in het algemeen. Dat neemt niet weg dat het aantal vertrekkende onderzoekers in goede verhouding moet staan met het aantal onderzoekers dat van elders naar de UvA komt.’ Cijfers kan hij niet geven, maar volgens Helbing is dat wel ‘in balans’. Op het individuele geval van Robeyns wil Helbing niet ingaan.
Gedragswetenschappen (FMG). Zijn collega van de afdeling Academische Zaken Mariëtte Blokhuis vult aan: ‘Af en toe vertrekt er iemand, af en toe stellen we iemand aan.’ Loopbaanperspectief Om veelbelovende onderzoekers op de universiteit te houden, is een goed onderzoeksklimaat nodig. Daarvoor moeten de faciliteiten goed zijn, net als de verhouding tussen onderwijs en onderzoek. Maar ook langdurige internationale samenwerkingsverbanden met andere universiteiten zijn heel belangrijk, legt Pieter Gerrit Kroeger van ScienceGuide uit. ‘Een onderzoeker moet denken: ik blijf bij de UvA, want dan kan ik dit onderzoek met mijn collega’s in Londen uitvoeren.’ Ook een onderzoekscampus is van belang. ‘Daar worden onderwijs, onderzoek en bedrijven, start-ups en denktanks bijeen gebracht op de zwaartepunten waar een universiteit echt heel goed in is of kan worden. De Universiteit Utrecht heeft dat bijvoorbeeld met de Uithof, Leiden komt ook in de buurt. Het is ook aantrekkelijk als de natuurwetenschappelijke en medische faculteiten bij elkaar zitten. Het Science Park van de UvA is een enorme verbetering. Alleen is het jammer dat het AMC zo ver weg zit.’ Een laatste voorwaarde: een personeelsbeleid waarin onderzoekers een vaste aanstelling kunnen krijgen. Daar ging het mis met Robeyns. ‘Toen ik in 2002 bij politicologie aan de UvA kwam, hoorde ik op het laatste moment dat ik niet in dienst van de universiteit zou komen, maar in dienst van het detacheringsbureau UvA Jobservice,’ vertelt ze. ‘Dat betekende een andere cao, geen ABP-pensioen en geen betaald ouderschapsverlof.’ Ze slikte het. Maar toen vier jaar later het vidi-geld in beeld kwam, vroeg ze de universiteit of ze een vaste aanstelling kon krijgen. ‘Het antwoord was dat er geen geld voor was en dat
ik weer via UvA Jobservice in dienst zou worden genomen.’ Voordat ze de vidi binnen had, solliciteerde ze elders. De Radboud Universiteit bood haar een plek als senior onderzoeker aan, na vijf jaar kon ze universitair docent worden. Robeyns: ‘Toen ik de vidi kreeg en de UvA vertelde dat ik naar Nijmegen ging, kreeg ik opeens het 06-nummer van iemand die mij wel universitair docent wilde maken. Zo ga je toch niet met mensen om?’ Het kan ook goed gaan. Sociaal psycholoog Gerben van Kleef kreeg na een jaar bij de UvA in 2005 een vaste aanstelling. Een veni volgde en inmiddels is hij bezig met een vidi-onderzoek naar hoe emoties voor sociale beïnvloeding kunnen zorgen. ‘Er was wel wat getouwtrek over de details van mijn onderzoek, maar ik heb een
‘Toen ik vertelde dat ik wegging, kon ik opeens wél universitair docent worden’ vaste aanstelling en ben betrokken bij de universiteit. Geen reden dus om weg te gaan. Maar van andere veni’s begreep ik wel dat er voor hen vrij veel onzekerheid was over hun aanstelling. Dat begrijp ik niet, onderzoekers die zo’n smak geld binnenhalen wil je aan je binden.’ Bij dat loopbaanperspectief gaat het vaker mis op de UvA, vermoedt Jan Pieter van der Schaar, universitair hoofddocent (uhd) bij de UvA. De natuurkundige schreef in Folia een kritisch artikel over het topwetenschappelijk klimaat in Nederland. ‘De loopbaanbegeleiding bij de UvA is vaak slecht. Of eigenlijk: die bestaat niet. De mogelijkheden voor promotie zijn vaak volstrekt onduidelijk. Wil je hoogleraar worden dan moet je veel publiceren en veel geld bin-
nenhalen, dat weet iedereen. Maar voor andere wegen is geen aandacht. Er wordt uitgegaan van intrinsieke motivatie bij de wetenschappers om hoogleraar te worden. Net als ik willen veel ud’s en uhd’s wel hoogleraar worden, maar dat lukt lang niet iedereen. Je ziet bij veel van hen de vlam langzaam uitdoven. Zij kunnen prima op andere manieren carrière maken, bijvoorbeeld in het onderwijs. Ik heb geprobeerd erachter te komen, maar niemand kan mij vertellen wat de voorwaarden daarvoor zijn. Terwijl dat ook goed zou zijn voor de doorstroming; er komt dan weer plaats voor nieuwe talenten.’ Toch ziet hij verbetering, want zijn faculteit experimenteert tegenwoordig met een tenuretrack-systeem. ‘Daarmee zijn we in de hele universiteit aan het experimenteren,’ vertelt hoofd P&O Kiki Poppes. ‘Maar centraal beleid is er nog niet. Voorlopig doen de faculteiten het.’ Een ander probleem is de beschikbaarheid van hoogleraarschappen of posities als universitair (hoofd)docent. Van der Schaar: ‘In de VS komt er ieder jaar wel zo’n baan vrij bij natuurwetenschappelijke faculteiten. Maar hier hooguit eens in de vijf jaar.’ Daardoor is er niet altijd plaats voor een vidi die door wil groeien. Dan wreekt zich ook het tijdelijke karakter van de vernieuwingsimpuls. De financiering stopt als het onderzoek voltooid is. Dat betekent niet dat er dan geld is voor een vaste positie. Zoiets was ook het geval bij het vertrek van Robeyns, vermoedt Pieter van Leeuwen van de P&O-afdeling van FMG. ‘Dat was voor mijn tijd, maar de afdeling politicologie zat destijds in de financiële problemen. Dan kun je een vidi-onderzoeker in dienst nemen, maar je moet kijken of je dat ook kunt volhouden als het subsidiegeld op is. Als ze daardoor de keuze kreeg tussen een tijdelijke aanstelling in Amsterdam of een vaste in Nijmegen, dan snap ik wel dat ze naar Nijmegen is gegaan.’ yyy
FoliaMagazine
17
opinie
De ratrace van de wetenschap Diederik Stapel mag misschien een uitzondering zijn, maar het systeem van wetenschap heeft zijn fraude wel mogelijk gemaakt, vindt Erik Jacobs. illustratie Marc Kolle
J
e kunt zeggen dat fraudeur Diederik Stapel een megalomane gek is die, gedreven door grootheidswaan, data uit zijn duim zoog om zijn positie als eminent sociaalpsycholoog te schragen. Dat is niet bezijden de waarheid, maar het legt te veel de nadruk op Stapels gedrag en niet op de voorwaarden en de context die dit gedrag mogelijk maakten. In een gezonde wetenschappelijke omgeving zou Stapels gedrag namelijk helemaal niet nodig zijn geweest en tot niets hebben geleid. Dat is ook min of meer de conclusie van het rapport van de commissie die de fraude van Stapel onderzocht. Helaas is van een gezonde wetenschappelijke omgeving al lang geen sprake meer. Aristoteles omschreef de drie intellectuele deugden ooit als volgt. Epistèmè, kennisonafhankelijk van context, zoals wis- en natuurkunde; technè, pragmatische, contextafhankelijke kennis gericht op productie, als bijvoorbeeld bouwkunde en architectuur; en phronèsis, contextafhankelijke kennis gericht op het handelen, zoals bijvoorbeeld de politiek en de geesteswetenschappen. Daarvan wordt tegenwoordig enkel de eerste nog als basis voor de wetenschap onderkend. Terwijl juist de laatste het dichtst bij ons begrip ‘wijsheid’ in de buurt komt. Dat alleen empirische wetenschap geldige kennis oplevert is natuurlijk flauwekul. Waar
18
FoliaMagazine
een mathematisch experiment op papier kan worden uitgevoerd en natuurwetenschappelijke experimenten kunnen worden getest in klinische omgevingen zonder storende variabelen, is dit voor andere wetenschappen onmogelijk. De economie laat zich niet in modellen vangen, de geschiedenis ist nicht wie es eigentlich gewesen,
Aynan maar slechts wat wij er in het heden van maken. De menselijke geest laat zich niet isoleren om tests op uit te voeren. Toch menen veel gedrags-, mens- en geesteswetenschappers te moeten voldoen aan de standaard van de natuurwetenschap. Uit een misplaatst verlangen zaken in cijfers te vangen om daarmee controleerbare conclusies te kunnen trekken, maar ook onder druk van het systeem. Een academicus wordt afgerekend op zijn ‘output’, waarbij met name publicaties in internationale a-rated tijdschriften meetellen. Kwantificeerbaar (statistisch) onderzoek vindt daar gemakkelijker een plaats dan kwalitatief onderzoek. Zie daar het Umfelt waarin Stapel zijn gang ging. Dit betekent niet dat elke weten-
Een academicus wordt afgerekend op zijn ‘output’ schapper wordt als Stapel, maar door grote waarde toe te kennen aan telbare gegevens die statistisch kunnen worden geanalyseerd, wordt de ruimte voor fraude groot. Het is haast ironisch dat in de zaak-Stapel juist falsificatie en verificatie hebben gefaald, terwijl Stapels onderzoek schijnbaar aan de positivistische idealen beantwoordde. Collegawetenschappers slikten zijn conclusies voor zoete koek, zo stellen ook de rapporteurs. Nu moet gezegd dat Stapel zijn onderzoeksgegevens voor zichzelf hield en daardoor controle bemoeilijkte. Dat deze gesloten houding niet met argwaan werd bezien, is een van de gevolgen van concurrentie tussen wetenschappers. Het enige bezit van de wetenschapper is zijn persoonlijk vergaarde data. Geef je die vrij, dan snaait voor je het weet een ander al die mooie artikelen die je er nog over wilde schrijven voor je neus
weg. Geen wonder dat Stapels geslotenheid werd geaccepteerd. Openbaarheid van onderzoeksgegevens is een utopie zo lang van wetenschappers wordt geëist dat zij publiceren, produceren en vooral concurreren. Geen van die drie termen heeft een intrinsieke waarde voor het wetenschappelijk onderzoek, laat staan voor kennisoverdracht, maar ze zijn verworden tot het belangrijkste waarmee een wetenschapper zich moet bezighouden. Te doen alsof Stapels fraude een alleenstaand geval zou zijn, is dan ook naïef. Hoe gemakkelijk is het niet om net dat ene vakje aan te passen zodat de uitkomst net wat mooier uitkomt voor die zo begeerde publicatie in Science of Nature? Daarbij komt dat vervalsing niet de enige vorm van wetenschappelijke fraude is. Peer reviewers die een werk afkeuren om vervolgens een jaar later zelf hoge ogen te gooien met precies die resultaten die zij eerder afwezen, het gebruiken van andermans gegevens of conclusies zonder te citeren, het afschieten van artikelen van concurrenten omdat het concurrenten zijn, of uit persoonlijke rancune; allemaal zaken die zich afspelen achter de schermen van de wetenschap. Wetenschappers zitten als ratten opeengepakt in een wereld van beperkte kansen en mogelijkheden, een wereld die door de politiek en het universiteitsbesturen wordt bepaald, waarop zij vrijwel geen invloed kunnen uitoefenen en succes meer afhangt van kundig elleboogwerk dan van van wetenschappelijke merites. Met Stapel als triest gevolg. yyy Erik Jacobs is promovendus aan de Faculteit der Geesteswetenschappen en doet onderzoek naar de relatie tussen pers, politiek en publieke opinie tijdens de Bataafse Republiek (1795-1801). Een uitgebreidere versie van dit artikel is te lezen op Dejaap.nl, waarvan Jacobs redacteur is.
Vurrukkulluk ‘3alla drama, meester,’ met deze woorden klampte een van mijn studenten mij op de gang aan. ‘Wat is er?’ vroeg ik. ‘Wajow, à meester, luistert u ook naar Sjaak? Heeft u die nieuwe al gecheckt? “Als ik binnenkom, zo van wat is er.”?’ ‘Sjaak?’ ‘Ja, Sjaak van “Baby go down. Down, down, down. East side baby!”’ ‘Sorry, ik ken Sjaak niet.’ ‘Hij is zzzdef. Echt gruwelijk.’ ‘Ik zal het eens beluisteren, maar ik...’ ‘Echt jammer dat hij zo haram doet. Hij drinkt gewoon alcohol in zijn videoclips. Ik denk dan: ga ga, à hoofd. Ik zou echt nooit met hem kunnen trouwen. Maar meester...’ ‘Wil je me alsjeblieft geen meester noemen.’ ‘Is goed, meester. Maar luister dan. Die vragen van de proeftoets waren kapot moeilijk.’ Na deze woorden liet ze een klein boertje. ‘Wa meester, sorry. Ik heb net in de kantine een broodje net zo groot als mijn hoofd gegeten. Spaanse bol.’ Weer een boertje ‘Met kipfilet, zehma. Ik geloof er niets van. Iwollah. Ik denk dat ik gewoon geflest ben door die kantinechick. Tfuuuu! Misschien is het wel varken. Allatief allatief, mijn moeder maakt me af.’ Ik deed mijn best om mijn gelaat in een docentenplooi te houden. ‘Goed. Je had een vraag...’ ‘Iwa ja. Die proeftoets was echt net zo moeilijk als het maken van remsemmen. U weet wel wat dat is, toch?’ ‘Ja, een Marokkaans deegproduct.’ ‘Mashallah. Maar u bent wel een beetje verkaast, hoor. U praat en doet zo, je weet wel, je begrijpt wat ik bedoel, toch?’ ‘Nou, ik volg je niet helemaal, maar als je wat wilt vragen, dan moet je dat nu doen.’ ‘Ik ben bang dat ik het tentamen niet ga halen. En ik vroeg me af of u misschien tijd heeft voor een bijles.’ Het leven van een docent is vurrukkulluk. yyy Asis Aynan
FoliaMagazine
19
opinie
Curvers
De UvA is geen merk
Aanrader
Het CvB zou openheid van zaken moeten geven over waarom Karel van der Toorn is opgestapt, in plaats van bang te zijn voor imagoschade, vindt Ilios Willemars. Karel van der Toorn is weg. Voor de studenten die niet weten wie dat is: hij was de voorzitter van het College van Bestuur (CvB). Dat is het orgaan dat de UvA-HvA bestuurt en de belangrijkste beslissingen neemt, zoals over het opheffen van opleidingen of het plaatsen van vingerafdrukapparatuur op het Science Park (wat is er mis met sleutels, vraag je je af). Van der Toorn was dus een van de belangrijkste figuren die op
Het CvB kan niet zomaar de UvA het zwijgen opleggen de UvA rondliepen. Nu is hij weg en zoals Jim Jansen, de hoofdredacteur van Folia Magazine, al aangaf in zijn redactioneel commentaar van 26 oktober, is het niet duidelijk waarom. Wat wél duidelijk is, is dat wij in ieder geval niet mogen weten waarom hij weg moest. De universiteit is een instelling die volgens Paul Doop (waarnemend CvB-voorzitter) en het College van Bestuur als merk moet worden gezien. Dat merk heeft volgens hem als doel het grotere, overkoepelende merk Amsterdam te dienen. Bij een merk draait alles om vertrouwen, namelijk het vertrouwen dat het merk staat voor een bepaalde kwaliteit. Het is slecht voor een merk als zijn imago schade oploopt. Mijn stelling is dat door het aftreden van Van der Toorn schade is toegebracht aan het merk UvA en dat het geen toeval is dat Doop zo triomfantelijk verkon-
20
FoliaMagazine
digt dat hij niet gaat vertellen waarom Van der Toorn weg moest. Hij laat hiermee zien dat hij de touwtjes stevig in handen heeft en dat niemand hem iets kan maken. Dit zijn precies de kwaliteiten die een charismatisch leider van een bureaucratie moet tonen om het vertrouwen in zijn merk te handhaven. Tegelijkertijd stelt hij zijn oud-collega gerust die blijkbaar ook liever niet de vuile was buiten hangt. Nu zou je kunnen zeggen: ‘Wat zou het, het is toch een goede universiteit en dat die zichzelf profileert als merk, daar heb ik verder toch geen last van?’ Het probleem is echter dat de UvA geen merk ís, en ook niet moet willen zijn. De UvA is een instelling die wordt gefinancierd door alle mensen die belasting betalen en in het bijzonder de studenten zelf. De samenleving heeft dan ook het recht om te weten wat er met dat geld gebeurt. Het is van belang dat de leden van de academie weten wie er aan het hoofd staat van hun gemeenschap en waarom dat het geval is. Het is van belang dat het College van Bestuur niet naar eigen goeddunken de gehele staf van de UvA het zwijgen kan opleggen. Tot slot is het van uiterst belang dat studenten tegen dit soort achterkamertjespolitiek in opstand komen, omdat hun universiteit niet mag worden gedegradeerd tot een merk dat slechts een kanttekening is bij de slogan ‘I AMsterdam’. yyy Ilios Willemars is student sociologie en lid van de Centrale Studentenraad namens Ons Kritisch Alternatief.
Dit weekend ben ik er even lekker voor gaan zitten met het nieuwe boek van Sasha de Vries. Haar kennen we wel als jurylid van de serie Modemeisjes met een Missie. Vorig jaar zijn de gebundelde columns over haar tijd als model al uitgekomen. En nu dus een boek. Meteen lezen natuurlijk! Het gaat over een jonge vrouw die tegen anorexia en het heersende schoonheidsideaal vecht en ondertussen probeert beroemd te worden. Dit sprak mij ontzettend aan. We maken in dit verhaal kennis met Sabine, een jonge vrouw met anorexia die in haar zoektocht naar roem steeds veel foute mannen tegenkomt. Model worden is helemaal niet alleen maar leuk, zo onthult Sasha. Maar wel glamourous. De affaires van Sabine in de fashionwereld zijn echt smullen. ‘Wat zou er nou autobiografisch zijn?’ vraag je je af tijdens het lezen. Natuurlijk wel een serieus onderwerp, anorexia, maar alles is met humor en zelfspot geschreven en daardoor las het toch als een trein. Wat wel apart is aan dit boek, is dat het niet chronologisch verteld is. Niet in de goede volgorde dus. Dat maakte het een beetje verwarrend, maar toen ineens dacht ik: aha! Sasha schrijft ook veel in metaforen, dat vond ik mooi. Ze heeft een vlotte pen, dus ik heb het in één ruk uitgelezen. Het einde was ook heel verassend, *spoiler alert* als Sabine besluit toch aan haar ‘innerlijke carrière’ te gaan werken. Echte schoonheid zit van binnen. Ik vind het in elk geval ontzettend knap dat Sasha haar ziekte overwonnen heeft en daar zo openhartig over schrijft. Zij plaatst zichzelf hiermee in een rijtje inspirerende, sterke schrijfsters. Eigenlijk gaat dit boek over Sasha’s levensfilosofie: pluk de dag, carpe diem! Geniet!! Kortom, dit boek is gewoonweg te gek. Ik kan het echt aanraden aan iedereen die van lezen houdt. Vijf sterren. ***** Uitgeverij MidpricePaperback-Forever ISBN nr. 9035135946 yyy Emma Curvers
brieven
promoties WOENSDAG 16/11 12.00 uur: Mercedes Valls Serón Geneeskunde Thrombin-Activatable Fibrinolysis Inhibitor and Bacterial Infections (Agnietenkapel)
13.00 uur: Hans Boot - Sociologie Opstandig volk. Neergang en terugkeer van losse haven arbeid (Aula)
Verbazing
In reactie op mijn kritiek op de Interfacultaire Lerarenopleidingen (ILO) in Folia Magazine #6 (12 oktober) verwijt André Koffeman (opleidingsdirecteur van de ILO) mij in Folia Magazine #7 (26 oktober) onder meer het afslaan van zijn uitnodiging tot een gesprek hierover. Met dit verwijt in gedachten verbaast het mij enorm dat meneer Koffeman op een uitnodiging van Folia Magazine om in het bijzijn van een verslaggever met elkaar van gedachten te wisselen niet in wilde gaan. Ter afsluiting van deze hele discussie wil ik alleen nog zeggen dat ik hoop dat ik met mijn kritiek enigszins heb bijgedragen aan de verbetering van de ILO, die in mijn ogen broodnodig is. yyy Hans Mooijer, cum laude afgestudeerd in Engelse taal & cultuur en ex-student van de ILO
Assertief figuur
Afgelopen weekend krijg ik een mail van Hans Mooijer. De naam zegt me iets (een student?), maar niet direct. Na de eerste zinnen gelezen te hebben, herinner ik het me: Hans Mooijer is de student Engels die een woedend artikel schreef over de onderwijskwaliteit op de ILO, in Folia Magazine #6. Nu ken ik Hans Mooijer, dat artikel terzijde gelaten, helemaal niet. Evenmin ken ik alle feiten over de onderwijskwaliteit op de lerarenopleiding – en dus heb ik daarover vooralsnog geen mening. Maar de mail van Mooijer stuit me tegen de borst. Hij schrijft dat hij mijn naam kreeg doorgespeeld via een collega en vraagt of ik hem namen en mailadressen kan geven van ‘ILO-dissidenten’. Mooijer claimde in zijn stuk dat hem ‘de mond werd gesnoerd’ tijdens colleges en dat zijn ‘kritische houding’ werd ‘afgestraft’. Ah, dan zal hij vast met die ‘dissidenten’ in conclaaf willen gaan
om zijn zaak nader te onderbouwen, niet? Nee, helaas. Mooijer stelt: ‘Aangezien er aankomende dinsdag misschien een gesprek wordt georganiseerd tussen de opleidingsdirecteur van de ILO, en mij, in bijzijn van een Folia-journalist, zou ik graag zo veel mogelijk gelijkgestemde studenten mee willen nemen om aan te tonen dat er structurele onvrede heerst binnen de muren van dat instituut.’ Dus hij wil namen van studenten om daarmee een intimiderende posse samen te stellen? Nee, daarvoor bedank ik. Ik schrijf Mooijer een korte mail, waarin ik zeg dat kwesties als deze naar mijn mening op een andere manier, en met een andere toon, moeten worden aangepakt. En wens hem desalniettemin succes. Maar dát is natuurlijk niet de bedoeling. Prompt mailt Mooijer terug en stelt hij dat het zijn intentie is om ‘het niveau van het onderwijs te verbeteren’ en sluit af met: ‘Het is spijtig te noemen dat u daar niet aan mee wil werken, maar dat is uw keuze.’ Wat een assertief figuur, die Hans. Klopt een niet met feiten onderbouwd verhaal op tot een daad van politieke dissidentie, beroept zich op de macht van het getal, en beschuldigt en passant een hem volkomen onbekende docent, omdat die niet mee wil werken, ervan dat deze zich niet inzet voor beter onderwijs. Zou dat nou zijn wat Mooijer onder ‘kritisch denkvermogen’ verstaat? Als dat zo is, kan ik me goed voorstellen dat ze daar bij de ILO niet van gediend waren. yyy Gaston Franssen, universitair docent literatuur & diversiteit
14.00 uur: Marit Schoonhoven - Industriële statistiek Estimation Methods for Statistical Process Control (Agnietenkapel)
DONDERDAG 17/11 12.00 uur: Melle van der Molen - Psychologie Profiling Cognition in Fragile X Syndrome: A Psychophysiological and Neuropsychological Approach (Agnietenkapel)
14.00 uur: Benjamin Kemper - Wiskunde Process Flow Improvement in Services and Healthcare (Agnietenkapel)
VRIJDAG 18/11 11.00 uur: Raúl Andrés Leal - Logica Modalities Through the Looking Glass. A Study on Coalgabraic Modal Logics and Their Applications (Aula)
12.00 uur: Lena Kurzen - Logica Complexity in Interaction (Aula)
oraties DONDERDAG 17/11 16.00 uur: Prof.dr. Wiemer Salverda, bijzonder hoogleraar arbeidsmarkt & ongelijkheid Arbeidsmarkt, ongelijkheid en de crisis (Aula)
VRIJDAG 18/11 16.00 uur: Prof.dr. Lieuwe de Haan, hoogleraar psychotische stoornissen Scheiding der geesten (Aula) Promoties, oraties en afscheidscolleges vinden in de regel plaats in of de Aula van de UvA, Lutherse Kerk, Singel 411 of de Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231.Voor uitgebreide informatie zie www.uva.nl/agenda.
De redactie verwelkomt ingezonden brieven en opiniestukken. We behouden ons het recht voor deze zo nodig in te korten. Vermeld altijd uw naam en relatie tot de UvA/HvA; anonieme reacties worden niet geplaatst. Mail naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
21
AES is een samenwerkingsverband tussen een aantal bedrijven die zich richten op dienstverlening aan expats (interationals). De grondbeginselen van AES staan op papier (doel, Keurmerk, website, events). AES moet echter in zijn geheel vorm krijgen. Van de inschrijving bij de kamer van koophandel, het maken van statuten, het aansluiten van leden tot en met de organisatie van maandelijkse bijeenkomsten. Ook de website, de nieuwsbrief en de bijeenkomsten zelf moeten ‘vorm’ krijgen.
Amsterdam Expat Services (AES) is a joint effort by several expat service companies. We have done most of the groundwork (goals, website, site safety certificate, events) but now AES needs to be licked into shape. That is why we need a trainee who will help us take care of a range of jobs, from registering the company at the chamber of commerce and drafting the statutes to setting up a membership registration system and organising monthly meetings. The website, newsletter and meetings will also need a clear AES stamp.
De stagiair wordt verantwoordelijk om dit, met de hulp van de grondleggers, te realiseren. De stagiair dient vloeiend Nederlands en Engels te spreken. Het is dus een functie waarbij zelfstandigheid en creativiteit een vereiste is, waarbij initiatief beloond wordt en waarbij een bestaand netwerk een pre is. Het is echter vooral een enorm leuke functie. Je werkt in en vanuit Amsterdam, je hebt te maken met een enorm leuke klantengroep en je krijgt echt de vrijheid om iets moois neer te zetten.
You have to be fluent in both Dutch and English, independent and creative and if you have a network so much the better. We value and reward initiative. We offer a fun job, with plenty of creative scope and a chance to work with an interesting group of clients. You will be based in Amsterdam.
Wij betalen een maandelijkse vergoeding van € 300,+ reiskosten obv maximaal fiscaal toegestane norm. Daarnaast wordt aan het einde van de stage een bonus in het vooruitzicht die afhankelijk is van het succes van AES met een maximum van € 1.500,-. Wie spreekt zijn talen en is geïnteresseerd in deze leuke, leerzame en uitdagende stage opdracht? Reacties naar: info@amsterdamexpatservices.com t.a.v. Henk Jansen
Your fee will be € 300 a month plus travel expenses up to the fiscally permitted maximum. Depending on the success of AES, a bonus of up to € 1,500 could be yours at the end of the traineeship. If you are interested in a creative challenge, please contact Henk Jansen at info@amsterdamexpatservices.com
Marit (22) versierde de 43-jarige buurman
M
arit, studente aan het onderwijsinstituut kunst-, religie- en cultuurwetenschappen van de UvA: ‘Ik vond de buurman van mijn moeder meteen interessant. Ook al was hij 21 jaar ouder, had ik zelf een vriendje en was hij de beste vriend van mijn moeder. En geloofde ik dat zij op hem viel. Bij hem was ik niet verlegen en gesloten, maar sprak ik over van alles. Echt flirten deed ik niet, maar ik gaf hem wel extra aandacht. Hij vermoedde wel iets, zeker toen ik me speciaal voor hem mooi ging maken. Maar ik was bang dat ik voor hem slechts het lieve buurmeisje was. Tijdens een warme zomernacht sliep mijn buurman op het gezamenlijke dakterras. Ik verzamelde moed, klom het dakterras op en ging naast hem liggen. Steeds dichterbij. Tot we gingen zoenen. Ik vond het heel spannend om dat met zo’n ervaren man te doen. De nacht erop gingen we met elkaar naar bed. Ik liet hem de leiding nemen. Het was leuk dat we allerlei standjes deden;
bij mijn vriendje ging alles rechttoe rechtaan. Hij was ook veel groter en sterker, ik vond het zo opwindend dat hij me over het bed heen kon sleuren. Die eerste nacht kwamen we allebei niet klaar, door spanning en onwennigheid. Maar daarna hebben we de schade goed ingehaald.
‘Ik was bang dat ik voor hem slechts het lieve buurmeisje was’ Achteraf bleek dat hij mij ook al die tijd leuk vond, maar dacht dat het nooit iets zou kunnen worden door het leeftijdsverschil. Hij wilde dat ík het initiatief zou nemen, anders kon het overkomen alsof hij een lekker jong ding wilde scoren. Na die eerste nachten heb ik het uitgemaakt met mijn vriendje en kregen we een relatie. Mijn moeder reageerde raar toen we het haar vertelden. Niet omdat hij maar een jaar jon-
foto Pascal Tieman
drift
ger is dan zij – ze kende hem immers en wist hoe hij was – maar duidelijk omdat ze hem liever zelf had gehad. Ze gebruikte persoonlijke dingen die hij gezegd had als argumenten waarom ik geen relatie met hem moest beginnen. Een maand later accepteerde ze hem alsnog als schoonzoon. De seks is nog beter geworden. Ik durf me bij hem veel meer te geven dan bij mijn ex. Ik kom minstens drie keer per keer klaar in plaats van één keer per jaar. We hebben zo goed als elke dag seks. Soms ga ik vlak voordat ik naar college moet nog even op hem zitten. Maar we moeten ons inhouden, want soms neuken we tot bloedens toe. Dat is niet gezond. Maar het is gewoon zo fijn. En dan te bedenken dat mijn ex me niet achterlangs durfde te nemen omdat hij bang was dat hij in het verkeerde gat zou zitten. Nu denk ik: hoezo verkeerde gat?’ yyy Mariska Vermeulen De naam van de geïnterviewde is op haar verzoek gefingeerd. Wil je ook meedoen aan deze rubriek, mail dan een korte motivatie naar redactie@folia.nl
FoliaMagazine
23
(advertenties)
Geïnteresseerd in Amsterdams nieuws? Altijd al radioprogramma’s willen maken over politiek, muziek, cultuur of sport? Word dan vrijwilliger bij Amsterdam FM. Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
Radio Amsterdam FM De stem van de hoofdstad! is op zoek naar
eindredacteuren en verslaggevers voor het programma Kunst en Cultuur Stuur je motivatie en cv naar pz@amsterdamfm.nl Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
De Nederlandse Carrièredagen vrijdag 25 & zaterdag 26 november 2011 Amsterdam RAI
Dé carrièrebeurs in het najaar voor student, starter en professional! Voor meer informatie en gratis entree ga je naar www.carrieredagen.nl De Nederlandse Carrièredagen is een activiteit van
onderdeel van de
foto Danny Schwarz
op de tong
Razmataz
Hugo de Grootplein 7, 9 en 11 (West)
R
azmataz is van een koffiebarretje uitgegroeid tot een klein imperium. De ruimte is uitgebreid met een café en een volwaardig restaurant. Wij schuiven aan in het laatste gedeelte. Tussen aanschuiven en het eerste drankje zit behoorlijk wat tijd; we vermaken ons maar met
IJs
Razmataz begon een paar jaar geleden als koffiesalon. De salon is vooral vermaard om de huisgemaakte taarten, die elke week wisselen. Ook om het zelfgemaakte ijs staat Razmataz inmiddels bekend. Dat de winter voor de deur staat is wat dat betreft geen probleem: het ijs is volgens de eigenaren zo lekker dat je het alle seizoenen moet kunnen bestellen. ’s Avonds kun je blijven hangen in het café, waar tegenwoordig ook DJ’s worden geprogrammeerd.
de kaart. Frans, landelijk, redelijke prijzen, en ‘wanneer mogelijk met biologische producten’. Naast de uitgebreide wijnkaart is er een selectie appel- en perenciders. Wij zijn fan van de perencider (€ 4,-), maar per dag blijkt maar één fles open te zijn, vandaag is het appeldag. Het heeft iets gimmick-achtigs, zoals er hier wel meer
Cider
Razmataz heeft een uitgebreide wijnkaart, gesorteerd in categorieën als ‘mondvullend rond’ en ‘sap en kruiden’. Bijzonder is de sectie ‘appels en peren’ met appel- en perencider en -calvados. De afgelopen jaren heeft cider een comeback gemaakt in de horeca, vooral de ciders van moderne massaproductie: de ciders bij Razmataz zijn biologisch en smaken een stuk onbesuisder. Calvados ontstaat na het distilleren van cider en lijkt meer op cognac.
kunst- en vliegwerk wordt vertoond. Zo krijgt iemand naast ons, die een kopje thee bestelde, drie enorme glazen potten met theeblaadjes op tafel. Met het eten zijn gelukkig weinig trucs uitgehaald. Ik neem het dagmenu (€ 32,50), mijn tafelgenoot eet à la carte. De gebakken coquilles met pancetta zijn bijzonder door de combinatie met gepofte kastanje en portsaus. Ondanks de zoetige kastanje komt de smaak van de coquilles tot zijn recht (€ 12,50). De cannelloni met eekhoorntjesbrood zijn herfstige kost, romig en rijk. De confit van kwartel is boterzacht maar door een lang verblijf in de oven helaas meer vettig dan sappig; het garnituur van overgare witte bonen helpt daarbij niet. Mijn tafelgenoot zit te genieten van een bescheiden portie mosselen (klein € 9,-, groot € 16,-) met room, witte wijn en laurier. Bij het wachten tussen gangen wordt ons zitvlees op de proef gesteld; en dat geldt niet alleen voor ons. De crème brûlée met lavendel en de perencrumble met druiven en walnoot (€ 7,50) zijn het wachten gelukkig waard. yyy Bob van Toor Folia Magazine ontvangt graag je restaurantrecensie en vergoedt tot € 50,-. Maximaal 300 woorden, suggesties voor de kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail redactie@folia.nl.
Plein
Het Hugo de Grootplein is de afgelopen jaren getransformeerd van naargeestig verkeersplein tot cluster van hippe horeca. Zo vind je er tevens restaurant Orontes West, dat al flink wat uitmuntende recensies op zijn naam mocht zetten. Ook tapasbar Mano a Mano en Marokkaans restaurant Kentira zijn aan het plein gevestigd. Voor na het eten ligt op een steenworp afstand De Nieuwe Anita, waar je kunt dansen met de intellectuele indie-kids.
FoliaMagazine
25
26
FoliaMagazine
objectief ‘Fakking vette school’ Voor deze twee heren glazenwassers moet het een vreemd gezicht zijn geweest: afgelopen zaterdag liepen er ruim tweehonderd aankomende studenten in het Singelgrachtgebouw van de HvA. Geen zaterdagcolleges, maar de open dag van de HvA zorgde voor de flinke drukte. Ruim veertienduizend studenten in spe, met of zonder ouders, bezochten de opengestelde HvA-locaties. Volgens Jeroen Jongsma (teamleider evenementen) ‘iets minder extreem dan vorig jaar, maar alsnog een prima opkomst’. Op verzoek van Jet Bussemaker werden er in totaal zeventien zogenoemde mystery guests uit diverse lagen van de domeinen en stafafdelingen ingezet die de kwaliteit van de voorlichters en presentaties bij willekeurige opleidingen testten en beoordeelden. In totaal bezochten ze vijfenveertig presentaties. De HvA sluit daarmee aan op landelijk onderzoek onder duizend hbo-studenten over studiekeuze en voorlichting. Van hen mokt en mort ruim een kwart over hun huidige studiekeuze en overweegt van studie te wisselen of zelfs te stoppen. Ruim de helft wijt zijn verkeerde studiekeuze aan de voorlichting vanuit de studieinstelling. Op Twitter zijn positieve ervaringen te lezen. Voor @Esmeeveefkind is het vrijwel duidelijk: ‘open dag was leuk! ik weet bijna zeker dat ik daar heen wil! :) #hva’. En @MichelMijlof lijkt zijn keuze al gemaakt te hebben: ‘Fakking vette school. Zeker een pluspunt in mijn beslissing. #HvA’. yyy Annemarie Vissers foto Danny Schwarz
FoliaMagazine
27
‘Erger als carnaval’ Wat carnaval is voor de zuiderlingen, is de kermis voor mensen uit Noord-Holland. Drie dagen feesten, drinken en ontbijten met frituur. Fanny van de Reijt ging voor Folia Magazine mee naar de kermis van ’t Zand. ‘Waarom het hier leuk is? Het is hier leuk omdat het hier gezellig is.’ tekst Fanny van de Reijt / foto’s Marc Driessen ‘Erger als carnaval’ Wat carnaval is voor de zuiderlingen, is de kermis voor mensen uit NoordHolland. Drie dagen feesten, drinken en ontbijten met frituur. Fanny van de Reijt ging voor Folia Magazine mee naar de Noord-Hollandse kermis. ‘Waarom het hier leuk is? Het is hier leuk omdat het hier gezellig is.’ tekst Fanny van de Reijt / foto’s Marc Driessen
28
FoliaMagazine
FoliaMagazine
29
Vorige pagina: HvA-medewerker Mark van der Horst (l) en HvA-student informatica Melvin Joosten (midden). De andere afgebeelde personen komen niet in het verhaal voor.
30
20.00 uur Plaatsnamen als ‘Grosthuizen’, ‘Bobeldijk’ en ‘Wadway’ passeren. Even later volgt een bordje ‘Stroet’. We zitten in de auto, want een bus rijdt er niet. ‘Bussen?!’ riep de jongen die me de kermis gaat laten zien vanmiddag verontwaardigd over de telefoon. ‘Je denkt toch niet dat er hier bussen naartoe gaan? Dit is geen dorp. Dit is een boerengat!’
precies hetzelfde blauwe overhemd te dragen. ‘Jij bent zeker niet van hier, hè?’ zegt Jawin (18, International Business & Management, HvA)
‘Oké, dan gaan we nu aan de cocaïne,’ zegt een andere blauwe blouse
werkt als automonteur. Ze richten zich tot mij. ‘Je denkt toch niet dat dit het is?’ Jawin gebaart druk met zijn armen: ‘Dit is de kermis, en dat is de kroeg en dat is heel iets anders.’ Even verderop staat een gebouw waar wat jongeren tegenaan hangen. Daar gaat het dus allemaal gebeuren. Ik vraag wat ik me erbij moet voorstellen. ‘Ken je Oh Oh Cherso?’ vraagt Jawin. ‘Zoiets als dat, maar dan erger.’
20.30 uur De regen plenst onophoudelijk neer op de draaimolen. Verderop draait het reuzenrad eenzaam zijn ronde. We zijn in ’t Zand, NoordHolland. Ik vraag me af wat je vanaf boven kan zien. Een paar weilanden en een kerktoren waarschijnlijk. De jongens van de zweefmolen steken nog een peukie op. Er zitten pas twee bakjes vol. Hoewel het steeds harder begint te regenen, lopen de paar bezoekers die er zijn in een T-shirt met blote armen. Bij de grijpmachines staat een groepje blauwe overhemden. Ze proberen een horloge te pakken te krijgen. Bij nadere beschouwing blijken ze ook nog allemaal
als ik ze vraag waarom ze allemaal hetzelfde dragen. ‘We zijn een kermisgroepje. Tijdens de kermis vorm je met wat vrienden een groepje en draag je allemaal hetzelfde.’ Ze dringen om me heen. Allemaal willen ze geïnterviewd worden. ‘Waarom het hier leuk is? Het is hier leuk omdat het hier gezellig is,’ zegt Jawin. Hij krijgt commentaar van zijn vriend Jeroen (18, rechten, UvA). ‘Gast, dat kan je toch niet zeggen. Het is leuk omdat het hier gezellig is, dat is hetzelfde als zeggen dat het hier leuk is omdat het leuk is.’ ‘Het is hier toch leuk?’ verdedigt Jawin zich. ‘Oké, dan gaan we nu aan de cocaïne,’ zegt een andere blauwe blouse die
20.50 uur De blauwe overhemden gaan op in de massa terwijl ik in de hal sta te kijken naar een paar jongens die een ferme aanloop nemen en vervolgens zo lang mogelijk proberen te schuiven over een natte vloer met bier. De wollen trui die ik draag steekt erg af bij alle nylon decolletés. Een groepje meisje kijkt venijnig mijn kant uit. Ze kijken naar mijn opschrijfboekje. Als ze langs lopen stoot er een hard tegen me aan. Gelukkig zie ik daar de jongen met wie ik had afgesproken, Mark van der Horst, gebouwbeheerder van het Singelgrachtgebouw van de HvA. ‘Dacht je dat je op skivakantie ging?’
FoliaMagazine
gaan. Ze lachen. Nee, naar alle kermissen maar niet naar Volendam natuurlijk. ‘Volendammers, dat zijn schippers,’ zegt Mark. ‘Kom,’ zegt hij tegen me, ‘we gaan naar binnen, daar is het gewoon lekker douwen.’ Marit moet afhaken wegens een vriendin die ‘nogal misselijk is’. Ik kijk op mijn horloge. ‘Ze waren al vanaf 16.00 uur bezig,’ fluistert Mark. 21.05 uur We betreden een enorme zaal die tot de nok is afgeladen. Het is inderdaad ‘douwen’. Het is er kokend heet. Overal staan groepjes te dansen in dezelfde kleren. Binnen vijf minuten heb ik al drie biertjes in mijn nek en twee in mijn hand. Veel mensen hebben een zonnebril op. Een jongen danst met zijn vrienden terwijl hij een seksplaatje in de lucht houdt. Er lopen fotografen rond die foto’s maken van de kermisgroepjes. Daarna geven ze een bonnetje zodat je je foto op kan halen bij de Spar. Ik vraag Mark of hij niet ook een kermisgroepje heeft. Mark kijkt me verbijsterd aan. ‘Nee joh, dat mogen wij hier toch niet doen?’ zegt hij, alsof het allemaal heel logisch is. ‘Kijk, elk dorp heeft zijn eigen kermis. De andere dorpen zijn hier te gast. Ik ben van
‘Als je hier op dinsdag komt krijg je problemen. Dan wordt het vechten’ ‘Iemand die bloedmooi is en toch ziek. Dat vinden mensen prachtig’
vraagt hij. Ik vertel dat ik me had voorgesteld dat we de hele avond buiten zouden zijn en zouden gaan ganstrekken. Marit (HBO-rechten, HvA) komt bij ons staan. ‘Ze dacht dat het om de attracties ging,’ zegt Mark terwijl hij naar mij wijst. Marit lacht. ‘Ik geloof dat ik al vijf jaar niet
eens meer bij de attracties ben wezen kijken.’ Mark licht toe: ‘De meeste mensen weten niet eens welke attracties er staan.’ Marit: ‘Ik ga naar alle kermissen in de buurt, maar de attracties zie ik nooit. Gewoon drie dagen lekker feesten!’ Ik vraag of ze ook naar de Volendamse kermis
Anna Palowna, dus ik ben hier te gast. Op zaterdag, zondag en maandag ben ik hier welkom. Niet op dinsdag. Als je hier op dinsdag komt krijg je problemen. Dan wordt het vechten.’ 22.00 uur ‘Als je in Amsterdam zoiets zou organiseren zou het veel meer gezeik zijn. Hier zijn nu vierduizend mensen en we hebben één politieauto rondrijden. Dat is toch mooi.’ Mark kijkt afkeurend naar de fotografen die bonnetjes uitdelen als ze een foto van je hebben gemaakt. ‘Kijk,’ hij laat me er een zien. ‘Als je de foto wilt zien, moet je naar de Spar. In Anna Palowna vernieuwen we. Daar
FoliaMagazine
31
kan je de foto’s online vinden. Hier is al tien jaar hetzelfde concept.’ Eigen haard is goud waard. 22.20 uur ‘De eigen kermis is gewoon het leukste. Want dan ken je natuurlijk de meeste mensen,’ zegt Nicole (26). Nicole komt uit ’t Zand en is dus ‘een Zantemmer’. Ze woont ‘direct achter het reuzenrad’. Plassen doet ze thuis. Dat is sneller. Schoner ook. Neemt ze vrij tijdens de kermisperiode? ‘Ja, natuurlijk. We kunnen niet werken. We moeten hier staan.’ Een meisje komt bij me staan. ‘Ben je hier alleen?’ vraagt ze. ‘Pas maar op voor die jongens hier. De jongens zijn hier gewoon boeren. Ze doen allemaal net of ze het niet zijn, maar ze zijn het wel. Net greep er eentje naar mijn borsten. “Zo, wat heb jij lekkere tieten,” zei hij. Ik zei dat ik er niet van gediend was. Dat is toch niet normaal!’ 22.10 uur ‘Negen van de tien relaties beginnen hier en negen van de tien gaan hier kapot,’ aldus Mark. ‘Het is dus een soort carnaval,’ vat ik samen. ‘Erger als carnaval,’ lacht Mark. ‘Weet je wat het ook is met die foto’s. Op de woensdag na de kermis worden die opgehangen bij de Spar. Als je vreemd bent gegaan moet je dan echt heel snel naar de Spar om te zorgen dat je de foto’s koopt waarop dat eventueel is vastgelegd.’ 22.20 uur De jongens met de blauwe overhemden hangen in mijn nek. ‘Stop die Bijbel nu eens weg, we gaan feesten!’ Ik stop mijn opschrijfboekje in mijn tas. Het ene na het andere biertje wordt me in de hand gedrukt.
32
FoliaMagazine
23.40 uur Het is druk in de snackbar. ‘Lekker vreten met elkaar hoort erbij,’ zeggen de jongens. ‘Op een gemiddelde kermisochtend word je ergens bij een van je vrienden thuis wakker. Dan sta je op en ga je direct lekker met elkaar frituren.’ ‘Turkse pizza, ken je dat?’ hoor ik iemand vragen. Terwijl we ons aan ons patatje met zetten kijken we uit op iemand die in de bosjes over zijn nek gaat. Als ‘Ik ben een kermiskind’ van zanger Rinus wordt ingestart, nemen we stilletjes de benen. yyy
passie Egypte
‘Waar het vandaan komt weet ik niet, maar vanaf dat ik een jaar of vier was raakte ik helemaal geobsedeerd door het oude Egypte. Alle boeken over Egypte verslond ik en zo vaak als ik kon ging ik naar het oudheidkundig museum in Leiden. Als ik geluk had namen mijn ouders me daar wel zes keer per jaar mee naartoe. Op verjaardagen kreeg ik steevast allerlei boeken, plaatjes en snuisterijen die ik op mijn kamer in mijn eigen museumpje tentoonstelde. Rond mijn tiende had ik alle boeken in de bibliotheek wel gehad en bekoelde mijn passie een beetje. Maar met de opkomst van internet ging er weer een wereld voor me open en kon ik alle mogelijke boeken via Amazon.com uit Amerika halen. Op mijn zeventiende namen mijn ouders me voor het eerst mee naar Egypte. Wat een ervaring! Alles was in het echt nog mooier en groter dan ik me had voorgesteld en toen ik terugkwam heb ik direct weer een ticket geboekt om in mijn eentje terug te gaan. In eerste instantie ben ik informatica aan de HvA gaan studeren, maar toen ik in 2005 die bachelor had begon het toch weer te kriebelen. Toen ben ik alsnog begonnen aan Egyptische taal & cultuur in Leiden. Sindsdien zijn mijn bezoeken aan Egypte alleen nog maar intenser: sommige inscripties op piramides en tempels kan ik nu gewoon lezen! Vorig jaar was ik er voor het laatst en ben ik met een mede-Egypte-fan de bergen ingetrokken. Toen we windsels van een mummie tegen kwamen zijn we gaan graven en hebben we een mummiehoofd gevonden. Uiteindelijk is het een prachtige hobby.’ yyy Clara van de Wiel
FoliaMagazine
33
foto Fred van Diem
Emil Diephuis (28, UvA-masterstudent sociologie en beleidsmedewerker onderwijskwaliteit aan de HvA) is al zo lang als hij zich kan herinneren gefascineerd door Egypte.
‘ Ik wil de trots terugbrengen in Zuid-Limburg’
34
FoliaMagazine
Voor docent mediasociologie aan de HvA en popjournalist Theo Ploeg (42) – zelfverklaard popcultuurjunkie, neo-marxist, ‘Eutropiaan’ en toekomstig Opel Mantarijder – heeft Amsterdam ‘het’ gehad. Hij verhuisde naar het achterstandsgebied Zuid-Limburg. En roept vooral creatieven op zijn voorbeeld te volgen. ‘Je kunt daar nog ontginnen en pionieren.’ tekst Hans van Vinkeveen / foto’s Eef Bongers
FoliaMagazine
35
Eutropolis ‘“Dames en heren,” begin ik weleens een hoorcollege, “ik kom helemaal uit Eutropolis om jullie te vertellen hoe de wereld in elkaar steekt.” Eutropolis, zo heet de agglomeratie van steden hier: Maastricht, Aken, Heerlen, Luik, Keulen. Denk je de grenzen weg, dan vormen zij het hart van Europa. Ik voel me Eutropiaan, geen Limburger. Ik hou van de Europese metropool: de vergane grandeur, de duistere krochten waar de underground groeit en bloeit. Het is misschien schrikken voor Amsterdammers, maar van hieruit ligt hun stad in een afgelegen uithoek aan zee. Met, hoe ironisch, niets eigens. Ze denken wel dat ze in het middelpunt van alles wonen en ontzettend vernieuwend en uniek zijn. Daar klopt niets van. Het is alleen maar uit Engeland en Amerika gekopieerde cultuur.’
Maastricht, is nu het culturele centrum. Mijn rol? Ik wil de trots weer terugbrengen in de regio. Via educatie, maar ook door de mensen via journalistiek en een website als Zwartgoud. net aan te sporen.’
Diktatur der AngepaSSten ‘Zo luidt de titel van een nummer van Blumfeld, de Duitse indieband. Het begrip staat voor stilstand, conformisme. Een dergelijke dictatuur heerst in Amsterdam. De stad is af, een luilekkerland voor creatieven. Alle plekken zijn er bezet, alle rollen vergeven. Het is een soort verzuiling: lekker veilig in je eigen kringetje. Het gevolg: niemand heeft meer behoefte aan vernieuwing. Ik kon er na een verblijf in Keulen en Berlijn niet meer wennen. Het is de reden dat ik afscheid heb genomen.’
Het Verzet ‘Rowwen Hèze dé Limburgse popband? Dacht het niet! Die komen van boven Sittard, dat is Brabant voor ons. Ze zijn ook erg platteland. Dit hier is stad. Hier is de muziek rauw. Geen soft gedoe als soul en R&B, maar hardcore, metal, en hiphop. Muziek kortom van laagopgeleide jongeren uit de achterbuurten. Ze zijn ook wel wat gewend in deze omgeving. Een hiphopper uit deze streek vond Los Angeles lang zo eng niet als Heerlen. Hiphopcollectief Het Verzet behoort tot de beste crews van Nederland. De hardcorescene is groot. Born from Pain, een van de grootste hardcorepunkacts ter wereld, zingt in “Black Gold” over het mijnverleden van Limburg. Hoe vreselijk het onder de grond was, maar dat de mijnen dichtgingen was even erg. Ook kun je niet om metalbands heen als 37 Stabwoundz en Right Direction. En DeWolff uit Sittard natuurlijk. Blues, heel retro weliswaar, maar ook weer lekker rauw. Hun liveoptredens zijn één grote jamsessie.’
Zwart goud ‘Dat was de steenkool vroeger, nu de culturele ideeën. Hier, in deze regio, kun je ontginnen en pionieren. Voor creatieve ondernemers kansen te over, wat vaak het geval is in achterstandsgebieden. Overal gruwelijk goedkope werkruimtes en er zit vernieuwingszin bij de gemeentelijke overheid. Het International Breakdance Event was in Heerlen. Heerlenlive is gratis draadloos internet in de binnenstad. Het is culturele lente. Cultuur ook zoals het zou moeten zijn: subversief en toch laagdrempelig. Er wordt ook aan het mondaine maar truttige imago van Maastricht – de stad van André Rieu en Guccitasjes – gemorreld. De Timmerfabriek van de voormalige sanitairfabrikant Sphinx, ooit de trots van
36
FoliaMagazine
Glaspaleis ‘Hier geen musea die langdurig wegens verbouwing gesloten zijn. De nieuwe trekpleister is Schunck* in Heerlen. In nrc.next werd dat museum, een glaspaleis en voormalig warenhuis uit de jaren dertig, tot de top vijf van Nederlandse musea gerekend. Wat ze goed doen, is raakvlakken zoeken van pop en hoogcultuur. Stanley Donwood, de vormgever van de Radiohead albums, exposeerde er bijvoorbeeld. En de unieke videokunst van Shaun Gladwell was er te zien, werk dat niemand in Nederland kent.’
Grandeur ‘Als de herbestemming van leegstaande gebouwen hip is, dan is men hier überhip. Een schitterend voorbeeld is Selexyz Maastricht dat gevestigd is in de eeuwenoude Dominicanenkerk. De mooiste boekhandel ter wereld
volgens het dagblad The Guardian. De grandeur van weleer is terug te zien in al die imposante fabriekshallen, die nu in gebruik zijn voor exposities zoals De Timmerfabriek, of als ateliergebouwen. Daar worden verleden en heden met elkaar versmolten. Het is het tegenovergestelde van de bekrompen, ouderwetse poppenhuisjes van Amsterdam.’ Zwangere mannen ‘Voor wie dat nog niet wist: deze regio is het mekka voor de bierdrinker. Een bierwalhalla. Het wemelt dan ook van de zwangere mannen. Het aantal ambachtelijk gebrouwen speciaalbieren is niet te tellen. Het Gulpener Bierhuys in Gulpen is dé plek voor bier. Daar zit de enige biersommelier van Nederland. Een waarschuwing: hierna smaken Heineken en andere pilseners voor geen meter meer. Het is net fabrieksbrood.Veel vrouwen drinken hier overigens sjoes (“scheutje”), een mix van pils met een derde oud bruin. Studenten in Maastricht gaan naar Café Zondag in Wyck, waar ze én Joy Division én de nieuwste techno uit Berlijn draaien.’ Zoervleisj ‘Een must eat: zuurvlees, hét gerecht van de Rijnlanden en Belgisch en Zuid-Limburg. Draadjesvlees, gestoofd in heel veel azijn en gezoet met peperkoek en stroop. Zo beschreven loopt het water niet meteen in de mond. Maar ook ik, vegetariër, ik zou het nu nog... godverdorie! Eten is hier niet van hap-slik-wegwezen, maar een avondvullende bezigheid. Een aanrader is Slavante, het mooiste terras van Nederland, met uitzicht vanaf Sint Pietersberg over Maastricht.’ Het beste onderwijs ‘Dat heeft de Maastricht University, zonder twijfel. Met de wijsheid van nu was ik daar gaan studeren. Niet de omvang staat voorop, maar kleinschalig en probleemgestuurd onderwijs. Dat is een veel betere basis voor academisch leren. Werkgroepen van maximaal twaalf studenten die zich bezighouden met concrete en praktische onderwerpen. Daaraan kunnen de UvA en HvA een voorbeeld nemen. Bij de studie nieuwe media heb ik vaak geen flauw benul
kwijtgeraakt na de verhuizing. Dat hijgerige achter de laatste gadgets aanhollen. Hé, een iPad, dat is hip, moet ik ook hebben. Het is allemaal omhulsel, dat hebben de mensen hier goed door. Hier telt echtheid, de inhoud van het leven, en niet de rol die men speelt.’ Nao veure ‘Naar voren, aanvallen, dat doet de voorhoede, de avant-garde. Vergezichten, ideeën over de toekomst, mogen weer. Dat creatieven naar de regio verhuizen is het begin van een trend. Een die overigens in het buitenland, bijvoorbeeld in Duitsland en Frankrijk, al lang aan de gang is. Dankzij internet zijn er weinig obstakels, zeker niet in de culturele industrie. Maar het zijn zulke angsthazen in Amsterdam. Bang om van de standaard af te wijken en tegen de stroom in te gaan. Maar echt goede cultuur ontstaat uit noodzaak en onbehagen. Het moet schuren. Ik verbaas me over wat al die studenten nog aan een fusiemoloch als de UvA en HvA doen. Ga naar Maastricht University, de RheinischWestfaelische Technische Hochschule in Aken of Universiteit Hasselt. Ga naar het centrum van Europa!’ yyy
CV Theo Ploeg waarover het gaat, al die abstracte begrippen als “mediatisering”. Het is daar ook allemaal te veel en te groot. Bij IAM hebben we werkgroepen met veertig studenten. Hier heb je kleine instituten met geweldige reputaties als de Jan van Eyck Academie, Toneelacademie en Hogere Hotelschool. En waar Amsterdamse studenten van zullen ophoren: het woord “kamernood” kent men hier niet. Je hebt moeiteloos en voor weinig huur een kamer, vaak in het centrum van een stad.’ Vrijplaats ‘Midden in Maastricht in een gigantisch pakhuis ligt een van de laatste grote krakersbolwerken, tevens culturele vrijplaats: Landbouwbelang. Met veel atelierruimte en een open podium “Plankenkoorts”. Zulke vrijplaatsen zijn waar-
devol, omdat ze als spiegel fungeren van hoe het anders kan. In Amsterdam zijn de culturele rafelranden naar de stadsgrenzen verdrongen. Als het maar uit het zicht is. Het is een symbolische afspiegeling van de status quo daar: het zegevieren van de middelmatigheid. Maar je moet juist wat afwijkt koesteren. Gezien in Landbouw belang tijdens de Kunsttour: een ontwerper van opbergdozen voor luchtgitaren.’ Vergeten we wat? ‘Jazeker, het verschil in mentaliteit en stemming. Het cliché van de gemoedelijke Limburger is maar al te waar. Het is een verademing voor wie niet kan wennen aan overassertieve figuren, korte lontjes en schreeuwerige types die meteen op hun strepen staan. Er wordt je hier nog een zone voor jezelf gegund. Ik ben ook veel onrust
1969 geboren 5 maart 1969 te Brunssum 1990-1994 bedrijfskundige informatica, hogeschool Zuyd (Maastricht, Heerlen, Sittard) 1993-1997 sociologie, Universiteit van Amsterdam 1996 consultant bij CMG Partnership 1999 projectmanager/consultant nieuwe media Gemeente Amsterdam 2000 journalist en blogger bij muziekmagazine OOR 2006 docent mediasociologie, interactieve media HvA (DMCI) 2009 Bestuurslid SocialBeta, stimulering E-cultuur in Eutropolis 2010 oprichter/redacteur ZwartGoud, magazine over kunst, pop en cultuur in en rond Parkstad (Limburg)
FoliaMagazine
37
(advertentie)
de adviesdienst
Oeps! T
Recht op goed college Sowieso melding van maken! De klas kan hem duidelijk niet meer serieus nemen en dan gebeurt er gewoon niks meer. Je komt toch naar de universiteit om goed les te krijgen en als ik dit zo lees zit dat er in deze situatie voorlopig niet meer in. Ik heb ook wel eens zeven weken voor niets een belabberd vak gevolgd en ik wou dat ik toen eerder ingegrepen had. Loraine Heidweiller (20, theaterwetenschappen)
Niet klikken Een hele moeilijke situatie, want er
is van niemand kwade bedoeling in het spel. Pornosites kijken is niet verboden, de grens tussen privé en publiek is hier alleen per ongeluk overschreden. Dit bij de opleiding melden vind ik toch een vorm van verklikken. Het is niet alleen de schuld van de docent dat de relatie verstoord is. Het beste lijkt mij dan ook de situatie met hem zelf te bespreken. Patricia Schor (42, promovenda Portugees)
Psychologische steun
illustratie Pascal Tieman
ijdens een werkcollege startte de docent de computer op om een powerpointpresentatie te geven. Direct nadat hij had ingelogd, sprongen er verschillende pornosites open op het projectiescherm. De docent haastte zich te zeggen dat hij daar niets aan kon doen en dat zijn account gehackt was, maar dat vind ik moeilijk te geloven. Sindsdien neemt niemand hem nog serieus en zijn zijn lessen er niet beter op geworden. Moeten we hier als klas melding van maken bij de opleiding of het gewoon zo laten? Marc (22)
wel eens porno. Op onze leeftijd moet je hier gewoon volwassen mee om kunnen gaan. Toch zou ik het misschien wel melden, maar meer om de docent te helpen. Hij kan een beetje steun in deze situatie vast gebruiken. Blijkbaar is hij wel zo in de war dat die plaatjes ineens in een college opduiken. Alie (21, kunstgeschiedenis)
Ik ben hierin best open en makkelijk. Dat hacken geloof ik ook niet zo, maar Marc kijkt zelf vast ook
Genoeg gestraft Als het kinderpornosites betreft, zou ik hier zeker melding van maken bij de opleiding. Als het om ‘gewone’ pornosites gaat niet. Die docent schaamde zich blijkbaar vreselijk op het moment dat het gebeurde en nu kan hij niet eens meer fatsoenlijk les geven. Is dat niet al erg genoeg voor die man? Paula (Amsterdam)
volgende week: zorgen om huisgenoot In de gang van de studentenflat waar ik woon, hebben we weinig contact met elkaar. De keuken en douches worden gedeeld, maar meer dan elkaar groeten en sporadisch een beleefd praatje maken doen we niet. Nu heb ik gemerkt dat mijn buurman zelden het huis uitkomt. ’s Nachts kom ik hem soms als een zombie tegen in de gang en een blik in zijn kamer toont een chaos aan vuile was, etensresten en stapels paperassen. Ik maak
me zorgen om zijn welzijn, maar onze verhouding is niet zo vriendschappelijk dat ik makkelijk op hem afstap. Moet ik ingrijpen? Tara (24) Mail je advies voor Tara, of een eigen kwestie waarin je geadviseerd wilt worden, aan redactie@folia. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten.
FoliaMagazine
39
Mensen weer op weg helpen Band lek? Ketting van je fiets? Dan hoef je niet met een beteuterd gezicht naar huis te lopen, want Fietsforce comes to the rescue. Op twee manieren, want de jonge monteurs die na een belletje je binnenband komen vervangen, hebben een dak- of thuisloze achtergrond en kampen vaak met meerdere problemen. Fietsforce, bedacht door een aantal UvA-studenten, helpt ze aan werk en structuur. tekst Anouk Kemper / foto’s Diane van der Marel
‘H
et is altijd spannend met deze jongeren,’ vertelt Ewout Urbach aan de telefoon. ‘Je weet nooit of ze er zullen zijn.’ Een afspraak plannen is dan ook eerder een gokje wagen. ‘Op dinsdagochtend hebben ze eerst theorieles en dat vinden ze leuk. Meestal gaan ze daarna wel door naar de werkplaats.’ Urbach (26, planologie) is een van de studenten die Fietsforce zo’n tweeënhalfjaar geleden bedacht, als Sife-project. Sife (Students In Free Enterprise) is een internationale studentenorganisatie die door middel van sociale ondernemingen de zwakkeren in de samenleving probeert te helpen.
40
FoliaMagazine
Omdat de monteurs eventueel gebruik mogen maken van de knalgele elektrische scooters, moeten ze hun theorie halen. Daarom krijgen ze theorieles. Dat gebeurt in een pand van re-integratiebedrijf Pantar aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Vandaag zijn van de zes jongeren alleen Rudy (24) en Michiel (naam gefingeerd) aanwezig. Ze hebben net een toets gemaakt van vijftig vragen. Faisa Abbas (22, rechten) neemt de antwoorden nog even met ze door. Op het whiteboard achter haar staat uitleg over verkeersborden en voorrangsvoertuigen. ‘De hoofdstukken die je hebt doorgenomen, heb je wel goed gedaan,’ zegt ze tegen Michiel. ‘Blijf
oefenen met de verkeersborden, want die vragen blijven terugkomen.’ Michiel, een tanige jongen met blije, blauwe ogen, knikt enthousiast. Na de les gaat hij niet naar de werkplaats, iemand komt iets repareren in zijn huis. Rudy gaat zo meteen wel naar de fietsenstalling van station RAI, maar hij heeft eerst nog een gesprek met zijn ‘consulent’. ‘Dat is een begeleider van Pantar Amsterdam,’ legt Barbara Westerveld (21, economie) uit. ‘Zij begeleiden de jongens op andere gebieden, zoals bij het vinden van een woning en een goede uitstroom naar bijvoorbeeld een betaalde baan, scholing of een ander traject. Wij doen dit project vanaf het begin in samenwerking met
Barbara Westerveld aanschouwt een reparatie door Giovanni.
hen.’ Sinds het project in februari van start ging, hebben zo’n tien à twaalf jongeren meegedraaid. ‘In principe duurt het traject zes maanden, maar sommigen zijn er alweer uit. Eén ging bijvoorbeeld naar een afkickkliniek, de ander wilde liever een opleiding volgen tot automonteur.’ ‘Beter dan op straat hangen’ Westerveld studeert economie, maar ze wilde graag ‘de handen uit de mouwen steken en ideeën ontwikkelen’. Zo ontstond in januari 2009 het idee voor Fietsforce, ‘dé wegenwacht voor Amsterdamse fietsers’. Samen met Urbach stond ze aan de wieg van het project. Ze vindt
het een stom woord, maar kan het project niet anders dan ‘inspirerend’ noemen. ‘Je komt in contact met een totaal ander segment van de
‘Je komt in contact met een totaal ander segment van de samenleving’ samenleving. Wij vragen ons na de middelbare school af: wat wil ik studeren? Moeilijk moeilijk, misschien neem ik maar een gap year. Maar zij hebben problemen die niet zo makkelijk weg
zijn te nemen. Ze staan heel anders in het leven, wantrouwen de maatschappij. Dus het vertrouwen in ons moest een beetje groeien.’ Dat lijkt redelijk gelukt. Westerveld en Rudy maken veel grappen met elkaar. Nadat hij met zijn consulent heeft gepraat, wil hij ook best even een kopje koffie drinken op het Spui. De 24-jarige ziet er weliswaar ruig uit met zijn piercings, en tatoeages in nek, handen en gezicht, maar in gesprek blijkt hij een rustige jongen met een zachte stem. In korte zinnen vertelt hij over zijn leven. Op zijn twaalfde stopte hij met school, op zijn zestiende werd hij door zijn moeder vanuit Suriname naar Nederland ge-
FoliaMagazine
41
Monteurs Rachid (l), Febian (op scooter), Giovanni en Rudy (zittend)
stuurd. ‘Ik was thuisloos, woonde bij het Leger des Heils. Nu woon ik in het passantenhotel bij het Weesperplein.’ Zijn consulent heeft hem op het Fietsforcetraject gezet. ‘Beter dan op straat hangen.’ Over twee jaar wil Rudy bij de marine. ‘Van kleins af aan wilde ik al in het leger. Dan moet ik eerst diploma’s halen en dan kan ik reparaties doen, auto’s uit elkaar halen.’ Tot nu toe vindt hij het werken bij Fietsforce wel relaxed. ‘Vier dagen in de week van half tien tot vier uur, behalve op dinsdag. Dan begin ik om één uur, na theorie.’ Inmiddels is het half één, dus tijd om naar de RAI te gaan. Re-integratiebedrijf Pantar beheert daar de fietsenstalling, en heeft er een reparatiedienst. ‘Mede daarom werkt de samenwerking zo goed,’ zegt Westerveld. Een sympathiek initiatief In de stalling staan Giovanni en werkleider Joop (‘liever geen achternaam’) op het punt van weggaan. Iemand heeft Fietsforce gebeld, ze moeten naar Oud-Zuid. ‘Een bakfiets,’ zegt Joop, terwijl Giovanni zijn Fietsforce-hoodie aantrekt.
42
FoliaMagazine
Ze pakken de auto, want volgens Joop is dat makkelijker. Giovanni belt aan bij de mooie voordeur in de nog mooiere straat en krijgt de sleutels van de bakfiets. Zowel aan de voor- als achterkant moet de binnenband vervangen worden. ‘Volgens mij had ik er iets in Het Parool over gelezen,’ verklaart de eigenares van de bakfiets. ‘Ik vind het een handig en sympathiek initiatief. Hier verderop zit wel een fietsenmaker, maar die houdt niet van bakfietsen. Als je je fiets niet bij hem gekocht hebt, wil hij hem eigenlijk
‘Niemand hoort thuis in een hulpinstelling’ niet maken. En hij is duur. Daarom is dit een goed alternatief.’ Voor de twee nieuwe binnenbanden rekent ze dertig euro af – als ze student was zou ze twintig procent korting krijgen. Giovanni vervangt zwijgend en rokend de banden, hij zegt niet te praten tijdens het werk. ‘Macht der gewoonte, hè?’ Eerder werd de jonge
fietsenmaker gevolgd door AT5. Joop vermoedt dat hij daarom nu geen zin meer heeft in vragen over zijn leven. ‘Het is effe te veel. Hij heeft al zo veel verteld voor die documentaire.’ Zijn telefoon gaat: iemand van de stalling belt over een nieuw klusje voor Fietsforce. Westerveld reageert verbaasd. Volgens haar wordt er de laatste tijd niet meer zo vaak gebeld naar 0800-fietspech (0800-343877324) als tijdens de ‘pilot’ in april en mei. ‘Toen belden er zo’n tien mensen per week – nu zijn dat er ongeveer drie. We willen meer gaan doen met marketing, hopelijk wordt er dan weer vaker gebeld. We zijn natuurlijk nog aan het opstarten, het heeft tijd nodig.’ Joop door de telefoon tegen zijn collega: ‘Bij het Slotervaartziekenhuis? Nee, dat is te ver. Er zijn vandaag geen jongens die scooter kunnen rijden.’ Joop werkt al vierentwintig jaar bij Pantar en sinds april is hij fulltime betrokken bij Fietsforce. ‘Het leuke is dat je deze jongens écht kan helpen, heel anders dan op sociale werkplaatsen. Mensen daar hebben vaak een blijvende
stoornis, of nou ja, problemen. Sommigen komen daar nooit vanaf.’ De grote Amsterdammer (‘Ik ben zelf ook een jongen van de straat, opgegroeid in de Jordaan’) probeert de jongeren een beetje te sturen. ‘Het belangrijkste is dat ze met hun leven verder kunnen. Niemand hoort thuis in een hulpinstelling.’ Met één hand tilt hij de bakfiets omhoog, zodat Giovanni de nieuwe binnenband er goed om kan leggen. Van het Leger des Heils naar Ikea Terug naar de basis. Joop laat even de zaak zien. Er staan drie knalgele brommers geparkeerd met het logo van Fietsforce. Daarnaast staan drie zwarte, stevige herenfietsen. Die worden gebruikt als de jongens op pad moeten. Vijf jongens en één meisje, overigens. ‘En hier kunnen de jongens fietsen spuiten, en hier kleden ze zich om,’ zegt Joop, deuren opengooiend. Verder draait het allemaal om de werkplaats, dus meer is er niet te zien. ‘Kijk, hier gooien we het vuil weg,’ grapt hij. Dan serieus: ‘Je merkt dat dit project echt werkt, de jongens komen hier graag. Ik probeer ze op een positieve manier te stimuleren, hun problemen te herkennen.’ Ondertussen staan Giovanni, Rudy en Rachid te sleutelen aan fietsen die aan het plafond hangen. Twee fietsenmakers houden de boel in de gaten en geven advies. Uit de radioboxen klinkt Abba. De opgewekte Rachid (26) legt uit wat hij aan het doen is: ‘Er moest een nieuwe buitenband omheen en er zat een slag in het wiel.’ In het voorjaar begon hij bij Fietsforce. Het werk vindt hij een eitje. ‘Ik ben automonteur geweest: plaatwerk spuiten, dat soort dingen.’ Momenteel woont hij in een instroomhuis van het Leger des Heils. Vroeger had hij een eigen huis en een leuke baan, maar dat ‘heeft justitie verpest’. ‘Ik werd beschuldigd van zware strafbare feiten die ik helemaal niet gepleegd had. Uiteindelijk heb ik daar wel een vergoeding voor gekregen, maar mijn huis was ik kwijt.’ De toekomst ziet hij ‘klote’ in. Ineens lijkt hij helemaal niet meer zo opgewekt. Zijn
Rudy is inmiddels uitgestroomd naar een betaalde baan.
ogen staan zorgelijk. ‘Ik heb weinig vertrouwen in de toekomst. Maar ja, het is wel leuk om hier bezig te zijn. En het is nuttig. Hierna zie ik wel
Over twee jaar wil Rudy bij de marine verder.’ Hij haalt zijn schouders op, glimlacht en sleutelt verder aan de fiets. Intussen is het project een paar maanden verder, en het loopt nog steeds goed. Barbara Westerveld: ‘We zijn gewoon doorgegaan en het gaat heel steady. De groep bestaat nu uit tien jongeren. In de loop van de tijd gaan dingen
steeds beter, zo raken ze er steeds meer aan gewend om service te bieden. Rudy is inmiddels uitgestroomd, hij werkt sinds twee maanden bij Ikea. Een betaalde baan dus, dat is echt een groot succes. Het doel van het project is immers dat de jongeren op een gegeven moment hun eigen geld kunnen verdienen. Rachid heeft laatst zijn duim gebroken, dat werkt niet echt handig. Maar hij is er nog wel steeds, hij neemt de telefoons op in de fietsenwinkel en ondersteunt Joop. Ons doel was om iets neer te zetten dat nooit zal verdwijnen. Voorlopig gaat het heel voorspoedig.’ yyy Fietspech? Bel Fietsforce op 0800-343877324. Kijk voor prijzen en andere informatie op www.fietsforce.nl.
FoliaMagazine
43
lezingenladder het cultureel studentencentrum van UvA & HvA
Muziek, theater & meer Voor eenieder die geïnteresseerd is in lezingen en debatten is er de Folia Magazine-lezingenladder. Wij streven ernaar hierin de meest interessante lezingen en debatten in Amsterdam op één plek te verzamelen.
Charlie, Bravo Navo! Achter de schermen bij de Navo De Balie WO 09/11, 20.30 uur Een avond over de Navo en de rol van Nederland en haar leger binnen deze organisatie.
Turkey – fit for Europe? Europe – fit for Turkey? De Balie DO 10/11, 20.00 uur Een panel van experts uit Turkije, Brussel en Nederland met verschillende standpunten jegens de Turkse toetreding vecht het uit. Voertaal Engels.
De Tsaar is terug Putin, Press, Protest & Civil Society
tot het probleem van vrije wil in het huidige breintijdperk.
Mushrooms in the Brain Mediamatic Bank DO 10/11, 20.00 uur Drie experts uit verschillende velden delen hun verhalen en kennis over de sterkste, natuurlijke hallucinerende substantie die we kennen.
‘No Faith in Science’ Rode Hoed DO 10/11, 19.30 uur Is er geen geloof meer te vinden in de wetenschap? Leidt de wetenschap automatisch tot ongeloof? En hoe staat het met het geloof in de wetenschap?
Twintig over twintig
De Balie VR 11/11, 20.00 uur
Rode Hoed MA 14/11, 20.00 uur
Een avond over de macht van Poetin, persvrijheid in Rusland en het gebrek aan protest. Met onder anderen oud-Ruslandcorrespondent Peter d’Hamecourt.
Twintig twintigers gaan met geïnteresseerden en specialisten in debat over een actueel thema. Presentatie: Arie Boomsma.
Vreemdeling in Nederland Kinderen
Amsterdam Bright City DO 10/11, 19.30 uur
De Nieuwe Liefde ZO 13/11, 14.00 uur Iedereen kent intussen Sahar en Mauro, maar wie zijn er nog meer? Aanmelden is noodzakelijk en kan via geeske.hovingh@denieuweliefde. com.
Slavernij: verleden tijd? De Nieuwe Liefde DI 15/11, 20.00 uur Bijna vier generaties terug werd de slavernij op Nederlands grondgebied afgeschaft, maar voor veel mensen speelt deze geschiedenis nog een rol in hun leven. Een tafelgesprek.
Martin Šimek: humor bij Kafka Elsbeth Etty interviewt Martin Šimek over zijn manier van coachen en de humor in Het proces van Kafka.
Integratiefabel of -feit? Spui 25 DO 10/11, 20.00 uur In het integratiedebat in Nederland en Duitsland neemt de moslimvrouw een speciale rol in. Verschillende experts belichten die rol. Met onder anderen Paul Scheffer. U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje naar harmen@folia.nl onder vermelding van ‘Aanmel-
Felix & Sofie: Is er nog toekomst voor de vrije wil? Felix Meritis DI 15/11, 20.00 uur Drie specialisten op het gebied van de vrije wil, Maureen Sie, Jan Verplaetse en Bert Keizer, zetten hun standpunten uiteen met betrekking
44
FoliaMagazine
ding lezingenladder’.
do 10/11 20.30 uur CREA Open Podium
Een afwisselende avond met singer songwriters, stand up comedians, theatermakers. toegang gratis
cabaret
vr 11 & za 12/11 20.30 uur Goedkoop Cabaret
Iedere avond 3 talentvolle, aanstormende, veelbelovende professionals. Vrijdag: Marieke Visser, Kees van Amstel en Pieter Jouke Zaterdag: Carolien Borgers, Van der Laan & Woe (winnaars Neerlands Hoop 2011) en Vincent Geers. toegang E 7,-. Reserveren 020 525 1400
debat
ma 14/11 20.00 uur
Real World Economics: The Political Economy of Anarchism What are the ideas of anarchists about the outlook of the economy? students free, others E 5,-
debat
di 15/11 20.00 uur
Bemoeienis of betrokkenheid? Moet het Westen ingrijpen in de Arabische revolutie? Is het goed dat Libië is geholpen? Op basis van welke gronden wordt er ingegrepen? Met Kawa Rashid (Syrische journalist) en dr. Roel Meijer (Instituut Clingendael, u.d. Radboud Universiteit). studenten gratis, anderen E 5,-
lezing
wo 16/11 20.00 uur Stop de Neutrino!
Natuurkunde in de actualiteit Wat zijn de implicaties van de supersnelle neutrino’s op de natuurkunde? Met prof. Stan Bentvelsen (Nikhef en Uva) en prof. Jan-Willem Holten (Nikhef en Universiteit Leiden). studenten gratis, anderen E 5,-
www.crea.uva.nl
CREA. Dat vind je nergenS
overigens
In deze rubriek reflecteren wetenschappers op een actuele stelling.
Onderzoekers moeten hun data niet delen. Het risico dat commerciële partijen ermee aan de haal gaan, is te groot. Raoul Engelbert lector fysiotherapie
Carsten de Dreu hoogleraar arbeids- en organisatiepsychologie
Ed van den Heuvel hoogleraar sterrenkunde
Raoul Engelbert: ‘Onzin. Delen van data is juist goed. Ik werk veel samen op nationaal en internationaal niveau en het voordeel is dat je met een grote hoeveelheid data – in mijn geval een grotere hoeveelheid patiënten – betere en hardere uitspraken kan doen. Belangrijk daarbij is wel dat er goede afspraken worden gemaakt en dat iedereen zich aan de wetenschappelijke spelregels houdt: dat betekent niet alleen dat het onderzoek perfect moet zijn uitgevoerd, de medischethische toetsingscommissie betrokken moet zijn en dat er netjes met gegevens van patiënten moet worden omgegaan, maar ook dat helder is waar data worden geplaatst en wie er wat voor terug krijgt. Misschien is de fysiotherapie niet het beste voorbeeld; vooral in de geneeskunde spelen grote farmaceutische bedrijven een rol. Zij financieren immers onderzoek en zien liever positieve resultaten. Maar ook daar kunnen vooraf goede afspraken mee worden gemaakt. Onafhankelijkheid van onderzoek moet daarbij altijd het uitgangspunt zijn.’
Ed van den Heuvel: ‘Daar ben ik het niet mee eens. Het delen van data is juist ontzettend belangrijk. Het voorkomt enorm veel onnodig werk en tijdverlies. Als men niet weet wat andere onderzoekers gedaan hebben, gaan mensen dingen die allang uitgezocht zijn opnieuw doen en wordt het wiel vele malen opnieuw uitgevonden. Zonde van al die inspanning! Bovendien kun je door het delen van data elkaars resultaten controleren op juistheid. Voorts komt het vaak voor dat door combinatie van gegevens van verschillende onderzoekers nieuwe ontdekkingen worden gedaan. En dan heb ik het belangrijkste nog niet eens gehad: de wetenschap bestaat feitelijk bij openbaarheid. Een ontdekking kan nog zo goed zijn, maar als zij niet gepubliceerd wordt, heeft niemand er weet van. Ik had ooit een medewerker die werkelijk geniaal was en veel ontdekkingen deed, maar die niet wilde publiceren. Hij is dan ook nooit gepromoveerd. Commerciële partijen kunnen altijd met gegevens aan de haal gaan, maar dat nadeel weegt niet op tegen al die andere voordelen. Openbaarheid is daarom noodzakelijk.’
Carsten de Dreu: ‘Oneens. Wel moeten onderzoekers hun data op een dusdanige manier delen dat commerciële partijen er simpelweg niet mee aan de haal kúnnen gaan. Ik denk dat juristen en ICT’ers daar prima een systeem voor kunnen ontwikkelen. Dit verhaal raakt echter aan een belangrijk dilemma onder wetenschappers: waarom, voor wie en dankzij wie wordt onderzoek mogelijk gemaakt? Met data delen is niets mis, maar wel pas als de wetenschapper zelf is uitgekeken op de data en de vruchten ervan heeft geplukt, ongeacht wie het onderzoek heeft gefinancierd. Na publicatie mogen anderen er gebruik van maken, inclusief commerciële partijen. Overigens, aan ruwe data heb je niet altijd wat; in veel vakgebieden heb je ook een goede beschrijving van de methode nodig om de data te kunnen interpreteren. De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is met haar oekaze alle data te delen een beetje te snel geweest, er zitten nog te veel haken en ogen aan. Maar achter het principe sta ik wel. En het is in veel vakgebieden ook al goed gebruik.’ yyy Floor Boon
FoliaMagazine
45
prikbord HvA
46
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
DMR Dialoog
DEM Social
Amsterdam staat donderdag 10 november geheel in het teken van de dialoog. In het Kohnstammhuis wordt gesproken over het thema Jong & Oud. Het is de bedoeling dat volstrekt onbekenden met elkaar in discussie treden zodat nieuwe inzichten worden opgedaan. De eerste Dag van de Dialoog werd na de aanslagen van 11 september 2001 in Amerika georganiseerd in Rotterdam toen men een behoefte voelde aan een grotere sociale verbondenheid. Sindsdien wordt de dag elk jaar georganiseerd in verschillende steden. Kijk voor meer informatie op www.amsterdamdialoog.nl.
Winkels en webwinkels maken niet of nauwelijks gebruik van sociale media. En als ze het al gebruiken, hebben ze maar weinig ‘volgers’, zodat ze er geen nut van ondervinden. Dat is de belangrijkste conclusie uit een onderzoek van het Centre for Applied Research on Economics & Management (Carem) van de HvA. In totaal werden de sociale media activiteiten van ruim 5600 winkels en webwinkels in kaart gebracht en achthonderd Nederlanders ondervraagd. Het rapport is te downloaden en te bestellen op carem.hva.nl.
DBSV Lezing
DT Forensisch
Cees Vervoorn zal ter aanvaarding van het lectoraat topsport & onderwijs woensdag 16 november een rede uitspreken over de rol van sport en bewegen in de samenleving. In de toespraak zal hij uitgebreid stilstaan bij de Olympische ambitie van Amsterdam. Want voor de een is het de ultieme droom, voor de ander de ergste nachtmerrie: de organisatie van de Olympische Spelen van 2028. Verder zal besproken worden hoe sport aan onderwijs is te koppelen. Vervoorn houdt zijn openbare lezing in het auditorium van gebouw De Leeuwenburg, vanaf 15.30 uur.
Dankzij technologische ontwikkelingen wordt het binnenkort mogelijk om aangetroffen sporen al op de plaats delict te analyseren. Resultaat: de manier van werken in de forensische opsporingspraktijk kan radicaal veranderen. En dat brengt nieuwe risico’s met zich mee. Dit stelde Christianne de Poot, lector forensisch onderzoek, onlangs in haar openbare les. Ze waarschuwde er bijvoorbeeld voor dat door verbeterde opsporingsmethoden er gemakkelijker een tunnelvisie ontstaat binnen een onderzoek van de politie. Zoek voor meer informatie naar ‘forensisch’ op foliaweb.nl
DOO Suriname
DMCI Conflict
Dit studiejaar worden 28 docenten uit Suriname bijgeschoold in een nieuwe master die is opgezet in samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam. Het onderwijs moet daarmee op een hoger plan getild worden. De opleiding is vorige week van start gegaan en opgezet in samenwerking met het Surinaamse Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL) en de Anton de Kom Universiteit. Nederlandse docenten van de HvA, de UvA en de Eindhoven School of Education geven het komend jaar colleges. Ook zullen docenten vanuit Nederland via internet begeleiding geven.
Tussen het bestuur en de medezeggenschapsraad van het domein is een conflict ontstaan over de tijd die docenten krijgen voor hun werkzaamheden. Het nieuwe beleid is ingevoerd zonder goedkeuring van de medezeggenschapsraad. Het bezwaar is inmiddels voorgelegd aan het hogeschoolbestuur. Als daar geen oplossing wordt gevonden, neemt de raad juridische maatregelen. Domeinvoorzitter Geleyn Meijer erkent dat er een geschil bestaat over de ‘juridische reikwijdte van de domeinraad’. Maar zolang daarover geen uitspraak is wil Meijer inhoudelijk niet op de kwestie ingaan.
DG Duurzaamheid
HvA Sport
Op televisie, in de kranten en in de Tweede Kamer wordt er regelmatig over gesproken: duurzaamheid. Het begrip begint zo langzamerhand een lege huls te worden – ten onrechte, volgens de hogeschool. Want op termijn heeft iedereen er wat aan als we goed omgaan met onze omgeving. Daarom staan UvA en HvA deze week in het teken van de duurzaamheid. Vanavond wordt er nog gedebatteerd over duurzaam ondernemen, morgen wordt gekeken hoe wensen omgezet kunnen worden in beleid. Kijk op www.hva.nl/duurzaamheid/ voor meer informatie.
Het Universitair Sportcentrum, voor universiteit én hogeschool, biedt studenten en niet-studenten vanaf maandag 14 november een week lang de mogelijkheid gratis te sporten. In vijf vestigingen van het centrum zijn sportadviseurs, sportpsychologen en fysiotherapeuten beschikbaar voor vragen. Studenten die zich gedurende de Sport-voor-NOP week inschrijven ontvangen een USC-handdoek of twee keer vijf minuten gratis zonnebank. Het programma verschilt per locatie, kijk daarom op www.usc.uva.nl welke sporten waar kunnen worden beoefend.
FoliaMagazine
media
onderzoek
prikbord UvA FGw AKO
Literatuurprijs
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
FGw Alumni
Marente de Moor, UvA-alumna slavistiek en dochter van schrijfster Margriet de Moor, heeft op 31 oktober de 25e AKO-literatuurprijs gewonnen met de roman De Nederlandse maagd. Met het winnen van de AKOliteratuurprijs 2011 treedt ze in de voetsporen van haar moeder, eveneens oud UvA-studente, die in 1992 won met de roman Eerst grijs dan wit dan blauw. Aan de prijs is een bedrag verbonden van vijftigduizend euro en een sculptuur van Eugène Peters. Ze ontving de prijs uit handen van bijzonder hoogleraar mensenrechten aan de UvA, Ernst Hirsch Ballin.
Waar leiden we onze studenten voor op? Hoe kunnen we scherper in kaart brengen waar onze alumni terechtkomen en wat de arbeidsmarkt aan kennis van hen vraagt? En hoe ver willen, kunnen en moeten we gaan om de inhoud van onze opleidingen meer op de arbeidsmarkt af te stemmen? Op 22 november kun je daarover meepraten tijdens het alumni-onderwijscafé met onder meer Jacques Bos (wijsbegeerte), Jan Hein Furnée (geschiedenis), Anna Veltkamp (student DB-lid) en Anne van Wageningen (Europese studies). Aanvang: 16.00 uur. Locatie: Bungehuis, zaal 101.
FMG Shanti
Catering Yeswecanteen
Ganesh
Onderzoeker Shanti Ganesh van de Radboud Universiteit heeft de Creatieve Geest Prijs 2011 gewonnen, een nieuwe prijs, geïnitieerd door de Freek & Hella de Jonge Stichting. Ganesh ontvangt de prijs voor haar onderzoeksvoorstel ‘Can creativity switch domains?’ Met de prijs van tienduizend euro kan ze haar voorstel verder uitwerken, waarbij ze ondersteund wordt vanuit het UvA-onderzoekszwaartepunt Brain and Cognitive Sciences. Met de prijs willen Freek en Hella de Jonge onderzoek stimuleren naar creativiteit en de hersenactiviteiten die daarbij een rol spelen.
UvA-studente natuur- & sterrenkunde Charlotte van Leeuwen en VU-studente religiestudies Maaike de Reuver hebben een nieuw cateringconcept, Yeswecanteen, bedacht dat binnenkort een week lang zal worden uitgeprobeerd in het Atrium. De dames zijn ontevreden over de huidige catering aan de UvA en hebben zich laten inspireren door het ‘foodcourt’-concept, waarbij de mensa is ingericht als markt waarbij verschillende ondernemers hun waren aanbieden. Onder meer cateraars Peperwortel en Cousine Catering verkopen van 14-18 november hun etenswaren in het Atrium.
Acta NMT
BC Mijksenaar
Award
Tijdens het NMT-studentencongres 2011 ontving Monique van der Veen de NMT award ‘Innovatieve mondzorg bij kinderen’. Waarom heeft dit kind cariës? Kun je een goede inschatting maken van het cariësrisico bij juist dit kind? Welke technieken kun je inzetten om het risico te beperken? Deze vragen kwamen aan bod bij de inzendingen voor de award. Uit alle inzendingen werd het voorstel van Monique van der Veen gehonoreerd. In haar voorstel beschrijft zij een techniek waarbij aanwezige tandplaque zichtbaar wordt gemaakt door hem rood te laten oplichten.
Sinds vorige week beheert de afdeling Bijzondere Collecties een deel van het archief van het Amsterdamse ontwerpbureau Mijksenaar, gespecialiseerd in bewegwijzering en informatieontwerp en wereldberoemd geworden met het ontwerpen van bewegwijzeringsystemen voor luchthavens en stations (onder meer Schiphol). De Stichting Paul Mijksenaar heeft een collectie overgedragen die bestaat uit meer dan zevenhonderd kaarten en plattegronden. De verzameling is uniek, omdat ze bestaat uit cartografie én infographics.
FNWI Papier-maché
Studenten Mei
Deze week is het de week van de duurzaamheid aan de UvA. Op het Science Park vindt daarom een door de studentenraad FNWI georganiseerde actie plaats: al het oud papier wordt in de loop van de week verzameld in de hal van de faculteit, waar het wordt opgestapeld, zodat iedereen kan zien hoeveel papier er wordt verbruikt. Aan het einde van de week is er een evenement waarbij van al het oud papier een boom zal worden ‘gepapiermacheed’ met alle studenten die langslopen. Voor meer info, mail de organisator Sanne Kruijt: sanne.kruijt@studentenraad.nl.
De ledenvergadering van studentenpartij Macht en inspraak (Mei) heeft een nieuw bestuur gekozen. De nieuwe voorzitter is Nikolai Jacobs (1990), student planologie en sociale geografie. Hij presenteert zich op Twitter als sociaal liberaal (lees: lid D66) en violist. Jessica Kok is de nieuwe secretaris, Maarten van Schie bestuurslid pr en vicevoorzitter, Freek Ronner bestuurslid activiteiten en ledenwerving, Melissa van Herwijnen bestuurslid onderwijs en Willem Heutink penningmeester. Het nieuwe bestuur wil ‘politieker en explicieter’ worden.
FoliaMagazine
47
wasdom De ideale combinatie Michiel Roosen Leeftijd: 26 (geboren op 6 november 1985) Beroep: Technical support engineer en pianist Studie: Aviation & Engineering Studies, HvA Afgestudeerd: 2010 Docent: ‘Robert Jan de Boer, lector Aviation Engineering. Ik ben bij hem afgestudeerd en heb veel van hem geleerd, bijvoorbeeld hoe je een onderzoek opzet, data verzamelt en analyseert.’ Locatie: ‘Ik had les in het Leeuwenburggebouw aan de Amstel. Voor mij was dat een ideale plek: naast het station en met een dönerkraam voor de deur.’ Café: ‘Ik werkte bij bioscoop Pathé de Munt, dus ik ging wel eens naar kroegen en restaurantjes in de buurt van het Rembrandtplein, maar ik had geen stamkroeg.’ Afknapper: ‘Het ruimtegebrek op de HvA. Mijn opleiding had speciaal ingerichte plekken waar studenten aan hun projecten konden werken, maar die zaten vrijwel altijd vol. Het was heel irritant om het hele gebouw door te moeten lopen op zoek naar een plekje.’
48
FoliaMagazine
stage Hij studeerde Aviation & Engineering Studies aan de HvA, en werd technical support engineer en pianist: Michiel Roosen. tekst Julie de Graaf / foto Bob Bronshoff
‘O
p mijn zeventiende begon ik met het spelen van klassieke stukken op de piano. Ik luisterde daarvoor al veel naar klassieke muziek, maar pas na het behalen van mijn havo-diploma ben ik mijn eerste stukken gaan oefenen. Na een maand studeren op een compositie van Chopin, trad ik op voor mijn familie. Zij waren enthousiast en ik kreeg de smaak te pakken. Dat jaar bouwde ik langzaam een repertoire op en speelde ik mijn eerste echte concert op de open monumentendag in Emmen. De reacties op dat concert waren heel positief en langzamerhand werd ik steeds meer gevraagd voor optredens. Rond diezelfde tijd ging ik in Enschede kunst & techniek studeren aan de Saxion hogeschool. Ik kocht een digitale piano voor op mijn studentenkamertje en bleef ook tijdens mijn studie veel oefenen. Na twee jaar wilde ik meer techniek in mijn studie en verhuisde ik naar Amsterdam om aan de HvA Aviation & Engineering Studies te gaan doen. Ik heb toen getwijfeld of ik niet een muzikale opleiding zou doen, maar dacht dat ik daar met mijn relatief geringe ervaring niet voor in aanmerking zou komen. Dat betekende overigens niet dat ik mij minder met muziek bezighield. Overal waar ik kon spelen, meldde ik me aan. Ik trad elke maand op bij de open podiumavonden van Crea Klassiek en deed mee aan het Amsterdams Studenten Festival. Ook zette ik filmpjes van mijn pianospel op Youtube. Dat bleek een goede zet: de filmpjes werden al snel duizenden keren per dag bekeken. In 2008 werd ik aangenomen voor de masterclass van pianist Wibi
Soerjadi. Het was fantastisch: met een groep van acht mensen kregen we twee volle dagen les van Wibi en leerden we enorm veel. Ik heb de daaropvolgende masterclasses ook gevolgd en krijg nog steeds af en toe privéles van Wibi. Mijn studie kwam die jaren op een laag pitje te staan, maar uiteindelijk heb ik in 2010 mijn diploma gehaald. Na mijn afstuderen heb ik overwogen om fulltime als pianist verder te gaan, maar dan zou ik voornamelijk bezig zijn met het regelen van optredens en concerten. Het is erg moeilijk om als solo-pianist je brood te verdienen. Ik heb ervoor gekozen om bij een technisch bedrijf aan de slag te gaan en daarnaast te kijken hoe ver ik het als pianist kan schoppen. Het afgelopen jaar heb ik een optreden in De Wereld Draait Door gedaan en naar aanleiding van die uitzending ben ik gevraagd om dit najaar in Amerika een solorecital te geven. Een optreden in het buitenland staat dan dus ook op mijn cv en als ik het een beetje slim aanpak, zullen er de komende tijd steeds meer deuren opengaan. Toch wil ik sowieso als ingenieur blijven werken, desnoods een dag minder per week als ik het heel druk zou krijgen met optreden. Alleen pianospelen is te eentonig; piano en techniek, dat is voor mij de perfecte combinatie. Mijn bèta-achtergrond komt bovendien goed van pas bij mijn pianospel. Er zit veel logica in muziek en als je eenmaal doorhebt hoe een stuk werkt, kan je het veel sneller uit je hoofd spelen. Toch draait het bij muziek uiteindelijk om gevoel: je kan een stuk nog zo goed spelen, maar als je er geen gevoel in legt dan is het saai. Muziek moet je raken.’ yyy
Willemijn Pelser (26) Studie Militair recht (UvA) Stage Nederlandse ambassade in Canada Verdiensten € 550,- per maand Beoordeling JJJJJ ‘Mijn stage is op de politiek-economische afdeling van de Nederlandse ambassade in Ottawa. Nederland heeft van oudsher goede banden met Canada, onder andere door het verblijf van de koninklijke familie tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tegenwoordig hebben één miljoen mensen in Canada een Nederlandse achtergrond. Ik ondersteun hier activiteiten die erop gericht zijn deze sterke banden in stand te houden. Zo hielp ik onlangs bij de organisatie van een conferentie over duurzame stedenbouw in beide landen. Hiervoor waren verschillende experts uit Nederland en Canada uitgenodigd om met elkaar in discussie te gaan en was er een ontwerpwedstrijd voor studenten uit beide landen. Mijn taken liepen sterk uiteen: van het maken van een programmaboekje tot het schrijven van persberichten. Momenteel ben ik bezig met een mensenrechtenproject. De ambassade werkt samen met een lokale ngo, die homoemancipatie op scholen bevordert. De sfeer hier op kantoor is erg hartelijk. Ook is de begeleiding erg goed: het zijn vrijwel allemaal Nederlanders en ik heb gemerkt dat eigen initiatief sterk wordt gewaardeerd. Ik heb mede voor deze stage gekozen om een speciale reden: sinds mijn uitwisseling op de Queens University in Kingston heb ik op meerdere manieren een bijzondere relatie met Canada. Toevallig zag ik bij terugkeer toen deze stage aangeboden staan. Het liefst zou ik na mijn afstuderen dan ook hier aan de slag willen, bijvoorbeeld bij een ngo.’ yyy Clara van de Wiel
FoliaMagazine
49
FoliaMagaz ine weekblad
toehoorders
cover Joost van den Broek
voor HvA
en UvA
nr. 09 09/11/2011
Fietsforce Jongeren met helpen fietsers pech met pech HvA-docent Theo ‘Allemaal naar Zuid- Ploeg Limburg!’ Gevlogen Onderzoeke geld lopen rs met een zak weg bij de UvA
FM_09_1.indd
‘
Jan Verto nghen De studie bol van Ajax
1
07-11-11
Folia Magazine vraagt naar de meningen over een college of les
Open UvA-college ‘Grote denkers’, door Charles Hupperts woensdag 2 november, 15.00 uur, Het Bungehuis tekst Bob van Toor / foto’s Danny Schwarz
colofon
Weekblad voor de HvA en
UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en Havana (1996). Redactieadres Vendelstraat 2, 1012 XX Amsterdam, telefoon 020-5253981, e-mail: redactie@ folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Floor Boon, Kim Bos, Luuk Heezen, Wim de Jong, Jeff Pinkster, Eva Rooijers, Gijs van der Sanden,
Ariadne Onclin (21)
Rebecca Röell (47)
‘Bij dit college wordt iedere keer een filosoof behandeld. Vorige keer ging het over Plato, ditmaal over Aristoteles. Hupperts bespreekt hun teksten en leest soms zelfs voor in het Oudgrieks. De docent vertelt veel interessante dingen, zoals over wat Aristoteles allemaal heeft geschreven en wat daarvan verloren is gegaan. Hij heeft ook een hele lijst boektitels opgegeven, maar die ga ik niet lezen; ik ben dyslectisch, aan de reader heb ik wel genoeg.’
‘Ik kom hier voor mijn plezier, om aan het dagelijks leven te ontsnappen. Ik heb al eerder open UvA-colleges gevolgd, onder meer bij Italiaans. Daar zijn de docenten jonger dan hier bij wijsbegeerte, en de lessen rommeliger. Deze docent geeft structuur, dat vind ik erg prettig – ik ben van de oude school. Ik vind het wel moeilijk: het tempo ligt hoog, we behandelen veel. Toch zijn de lessen geweldig, vooral omdat de docent zo enthousiast vertelt.’
Kunstgeschiedenis, minor klassieke cultuur
Huismoeder en voormalig bankier
Danny Schwarz, Bob van Toor, Annemarie Vissers, Clara van de Wiel, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee Asis Aynan, Eef Bongers, Joost van den Broek, Bob Bronshoff, Emma Curvers, Marc Driessen, Fred van Diem, Joost Dobber, Julie de Graaf, Jan-Maarten Hupkes, Anouk Kemper, Bas Kocken, Marc Kolle, Diane van der Marel, Fanny van de Reijt, Won Tuinema, Tjebbe Venema, Mariska Vermeulen, Hans van Vinkeveen Eindredactie Harmen van der Meulen Correctie Martien Bos Opmaak Hannah Weis, Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman,
Jannes van der Meer (19)
Rolf Hock (77)
‘Vorig jaar heb ik duaal gestudeerd, toen deed ik ook nog accountancy. Nu ik voltijd studeer gebruik ik de mogelijkheid om andere vakgebieden te verkennen. Het valt op hoe enthousiast de docenten hier zijn, daarmee enthousiasmeren ze mij ook. Hupperts vertelde bijvoorbeeld met veel passie over het taalgebruik van Aristoteles: soms gebruikt hij nauwelijks werkwoorden en schreef hij alleen maar gar, gar, gar; ‘wánt dit, wánt dat’.
‘Ik heb altijd interesse gehad in filosofie, en volg ook al een tijd open UvA-colleges, bijvoorbeeld over Duitse literatuur en muziekwetenschap. Deze docent zorgt ervoor dat ik ook de ingewikkelde dingen begrijp. Filosofische verhandelingen, vooral logica, lijken soms nog het meest op wiskunde B. De syllogismen van Aristoteles zijn nog betrekkelijk simpel. Zijn leven, en vooral de connectie met Alexander de Grote, vond ik bijzonder boeiend.’ yyy
Economie & bedrijfskunde
50
FoliaMagazine
Gepensioneerd musicus
Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider), Margot Riedstra Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl
16:56
deining ‘Wat een betweters, wat een huichelarij, wat een onverbeterlijke gelijkschakelaars.’ Socioloog Abram de Swaan windt zich op over het ‘wangedrocht’ dat het wetsvoorstel voor een verbod op onverdoofde rituele slacht volgens hem is, in NRC Handelsblad. ‘Baby’s en kleine kinderen zijn, nu nog, onmondig en afhankelijk van hun ouders.’ Docenten Martje van Ankeren en Katusha Sol vinden dat pa en ma op internet voorzichtiger moeten omspringen met de privacy van hun kroost, in nrc next. ‘Ik had zo veel gelezen dat ik wel dacht te weten hoe het zat.’ Relatietherapeut Blanca van den Brand ontwikkelde haar eigen – behoorlijk succesvolle – therapie, in Spui. ‘Je moet niet te lang over humor praten, want dan maak je het helemaal dood.’ Hoofdredacteur van satirisch nieuwsimperium De Speld Jochem van den Berg vertelt in een interview waarom je hem beter niet kunt interviewen, in VPRO Gids. ‘Van mij mag het verdwijnen.’ Hoogleraar Hans Bennis maalt niet om een lidwoordje meer of minder, in Onze Taal. ‘Echt niemand weet wat ik doe.’ Docent sportevenementenorganisatie Rick Slabbers over zijn ongecontroleerde lessen aan de HvA, op highprofile.nl.
Opvallende quotes uit de afgelopen week van (voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien,
de lezer
In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.
Ivar Smit (30) medewerker bureau onderwijslogistiek, UvA ‘Deze week vond ik het blad nogal saai. De cover maakt je benieuwd naar het stuk, maar het artikel zelf is nogal teleurstellend. Het is gewoon een promotieverhaal over dat boek en als ik dan ook nog lees dat de schrijfster een oud-redacteur is van Folia, begint het al helemaal op gratis reclame te lijken. De grote foto met tekst over het tegengaan van het wildstallen vind ik dan wel weer heel leuk. Het staat dicht bij zowel studenten als medewerkers en dat soort dingen uit de dagelijkse praktijk mogen wel meer in het blad. Het opiniestuk over alcoholgebruik was verrassend interessant, al sloeg de illustratie daarbij dan weer nergens op. Ik vind sowieso dat de lay-out van het oude Folia mooier en klassieker was dan bij dit magazine. Over de rubriek ‘Drift’ ben ik helemaal niet te spreken. Het past niet en ik vraag me af of het niet allemaal verzonnen is. Dat Folia samen is gegaan met Havana vind ik jammer. Ik mis diepgang in de artikelen en ik vraag me af of studenten zich nog wel kunnen identificeren met hun eigen universiteitsblad. Ook een gemis: de annonces. Jammer dat die zijn verruild voor het grote aantal advertenties.’ yyy tekst Clara van de Wiel / foto Danny Schwarz
volgende week Help, ik ben een pedofiel!
Tussen ok en Afghanistan
Dat je als jongen op jongens valt is tegenwoordig geen probleem meer. Maar wat als het om jongetjes gaat?
Ruben Terlou studeert medicijnen en is oorlogsfotograaf.
Handen wassen, graag!
Grappenmaker van beroep
Infectieziekten zijn niet meer zo dodelijk als vroeger, maar nog wel gevaarlijk, stelt hoogleraar Public Health Maria Prins.
Het podium op met comedian Tim Fransen.
mail het naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
51