FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA
nr. 10 16/11/2011
Seksuele voorkeur: 12Het onmogelijke verlangen van de pedofiel
Tim Fransen Hij kan leven van comedy maar maakt eerst zijn studie af Ruben Terlou Student en prijzenfotograaf ‘Iedereen dacht: Wie is die gast?’ André Köbben De expert over Stapel ‘Fraudeurs zijn briljante mensen’
(advertentie) (advertentie)
BEKIJK DE NIEUWE UvA GADGETS OP WWW.UVASHOP.NL Of ga naar het dichtstbijzijnde verkooppunt: Service- en Informatiecentrum, Bijzondere Collecties, Boekhandel Studystore, Hotel RĂŠsidence le Coin, Universitair Sport Centrum
BEKIJK DE NIEUWE UvA GADGETS OP WWW.UVASHOP.NL Of ga naar het dichtstbijzijnde verkooppunt: Service- en Informatiecentrum, Bijzondere Collecties, Boekhandel Studystore, Hotel RĂŠsidence le Coin, Universitair Sport Centrum
inhoud #10 Bloed op de lens 10
Geneeskundestudent Ruben Terlou is oorlogsfotograaf in Afghanistan. ‘Toen ik voor het eerst de grens overging, dacht ik al: hier ga ik nog heel vaak terugkomen.’
Pleidooi voor bescheiden wetenschappers 28
Fraude-expert André Köbben verbaast zich over de affaire-Stapel. ‘Als je ziet wat hij in een jaar gepubliceerd heeft, dan denk je: dat kan toch niet.’
Het virus van de toekomst 32
Hoogleraar Public Health Maria Prins waarschuwt ons. ‘Nieuwe en bekende infectieziekten liggen op de loer om toe te slaan in Amsterdam.’
Pedofiel zijn kies je niet 34
Hoe is het om te leven met een verboden verlangen? ‘Ik probeerde wel op mensen van mijn eigen leeftijd te vallen, maar het lukte gewoon niet.’
Grappen over zijn moeder 40
Tim Fransen is comedian bij Comedytrain. Hans Teeuwen was zijn inspirator. ‘Ergens moet je wel denken: dat zou ik ook kunnen.’
en verder uitgelicht 6-7 de week/het moment/navraag 8-9 passie 17 opinie 18-20 Robbert Dijkgraaf 19 Fatihya Abdi 20 brieven/promoties 21 drift 23 op de tong 25 objectief 26-27 de adviesdienst 31 lezingenladder 44 overigens 45 prikbord 46-47 wasdom 48-49 stage 49 toehoorders 50 de lezer/deining 51
4
FoliaMagazine
redactioneel 10
28 Pedofilie
32
34
Het is met recht een van de weinige onderwerpen in onze samenleving waar nog een heus taboe op rust: pedofilie. Iets meer dan een halfjaar geleden kwam een freelancer naar me toe met het verhaal dat ze iemand kende die pedofiele gevoelens koesterde. En die persoon wist te melden dat hij zeker niet de enige was, maar dat een aantal studenten in zijn omgeving met dezelfde gevoelens rondliepen. Als hoofdredacteur van Folia Magazine krijg ik dagelijks een stuk of vijf mails waarin mensen met ideeën komen voor stukken in het blad of op de site. Het artikel over onderzoekers van de UvA die met subsidie en al verhuizen naar een andere universiteit dat we vorige week publiceerden, was bijvoorbeeld bedacht en geschreven door een student van de opleiding journalistiek & media, net als het interview van deze week met André Köbben over de affaire-Stapel. Bij het onderwerp pedofilie heb ik toch langer moeten nadenken. Dat heeft er alles mee te maken hoe ik zelf naar het fenomeen kijk. Mijn privémening is helder; met kinderen heb je geen seks en je blijft in alle gevallen met je poten van ze af. Daar mag nooit aan getornd worden. Natuurlijk heeft mijn opinie invloed op de inhoud van Folia Magazine, maar dat ik niets met een onderwerp heb, betekent niet automatisch dat we er niet over schrijven. Door plaatsing van het stuk laten we zien dat er studenten zijn die rondlopen met pedofiele gevoelens, waarbij opgemerkt dient te worden dat geen van de drie geïnterviewden praktiserend pedofiel is. Iedereen zal er een mening over hebben, maar omdat het (ex-)studenten van de UvA en HvA betreft, vind ik plaatsing van het artikel legitiem. Ik ben benieuwd naar uw mening. Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl
40
FoliaMagazine
5
Monument van papierm Om studenten op het Science Park te laten zien hoeveel papier ze verspillen bij het printen, bedacht de Facultaire Studentenraad (FSR) van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) een ludieke plak-actie: een ‘boom der kennis’ van papier-maché. tekst Annemarie Vissers / foto Jan-Maarten Hupkes
6
FoliaMagazine
misbruik
Dat duurzaamheid ook concreet ingezet kan worden in plaats van alleen te fungeren als een abstract containerbegrip, lieten UvA en HvA afgelopen week tijdens De Week van de Duurzaamheid zien met talloze projecten, lezingen en discussies. Zo werkten Amsterdam Fashion Institute-studenten samen met basisschoolleerlingen aan een duurzaamheidsdoek en ontwierpen ze een warme trui in het kader van de Warme Truiendag 2012, waarbij warmte, design en duurzaamheid hand in hand gaan. De UvA organiseerde vier debatavonden waarbij het onderwerp duurzaamheid centraal stond.
Op het Science Park stak de Facultaire Studentenraad de handen uit de mouwen. Er werd gebouwd aan ‘de Boom der Kennis’, een papier-machéboom van stapels oud papier waaraan gebruikers van het Science Park kunnen zien hoeveel papier ze zoal verspillen. Dat is behoorlijk wat, blijkt: de verzameling papier en karton was vier meter bij vier meter breed en bijna twee meter hoog.
Printen is gratis op het Science Park en dat leidt wekelijks tot enorme stapels oud papier. Om studenten bewuster te maken van de gevolgen daarvan voor het milieu, mocht iedereen die dat wilde meehelpen met plakken en lijmen. Wél duurzame lijm natuurlijk, gemaakt van zetmeel in plaats van behanglijm.
De FSR hoopt niet alleen op meer bewustzijn bij studenten over hoeveel papier er in één week verspild wordt, maar ook dat er in de toekomst minder geprint gaat worden. Omdat er tot vijfhonderd printjes per maand gratis geprint kunnen worden, is de verspilling groot volgens initiatiefnemer Sanne Kruijt (FSR-lid en lid van de Centrale Studentenraad). ‘Er worden complete boekwerken uitgeprint en niet meegenomen – het is toch gratis, denkt men dan. Dat kan echt anders.’
De reacties van studenten zijn positief. Zo kreeg de een visioenen van een kindertijd met gelijmde Sinterklaassurprises en vond een ander het vooral ‘heel cool, lekker een hele middag papier-maché’en!’ De boom mag blijven staan in de Centrale Hal. Sanne is daar in ieder geval blij mee en lacht: ‘Als een monument van papiergebruik. En – misbruik.’ yyy
FoliaMagazine
7
de week
E
Jet Bussemaker is op kruistocht en Halbe Zijlstra moest met de voeten bloot.
Gelukkig is daar HvA-rector Jet Bussemaker als redder in nood. Haar strijd tegen de deplorabele staat van het hbo begint de vorm aan te nemen van een kruistocht. Als een moderne Jeanne d’Arc lanceert ze de ene na de andere maatregel om de kwaliteit van het hbo op te krikken. Haar laatste wapenfeit: eerstejaars moeten vanaf volgend jaar vijftig in plaats van veertig studiepunten verzamelen. Tenminste, als ze door willen naar het volgende jaar. Eindeloos herkansen is er ook niet meer bij. Daarbij eist Bussemaker dat de opleidingen hun vakken inhoudelijk op orde brengen. Geen overbodige luxe dus. De jacht naar status en bonus: das war einmal, althans als we de onderzoeksresultaten van het Amerikaanse consultancybedrijf Cisco Systems voor waar aannemen: twee van de vijf mensen geeft de voorkeur aan een baan waarbij er aan het eind van de maand minder overblijft, maar waar er wel naar hartelust op Facebook gehangen mag worden. We innen blijkbaar liever een ‘like’ dan keiharde pecunia. En de helft van de ondervraagden geeft aan liever zijn portemonnee kwijt te raken
8
FoliaMagazine
foto Danny Schwarz
en vijfkoppig panel van consultants en onderwijskundig beleidsmedewerkers ontdekte dat de kwaliteit van de opleiding commerciële economie van de HvA beneden peil is. Vooral in de afstudeerwerken wordt heel wat afgeprutst, blijkt uit hun rapport dat in handen is van de Volkskrant. Daarin staat dat het bronnengebruik aan de magere kant is en het niveau van analyse, conclusies en aanbevelingen vrij laag. Bovendien is onduidelijk hoe het eindcijfer tot stand komt. Mmm, broddelwerkjes met hier en daar een verdwaalde voetnoot die toch een voldoende krijgen: waar hebben we dat ook alweer eerder gezien?
Staatssecretaris Halbe Zijlstra was zo wijs niet de judovloer met zich te laten aanvegen door ALOstudenten. Hij deed gedwee zijn schoenen en sokken uit, maar waagde zich niet aan een potje tai chi. In plaats daarvan koos hij de positie van bankzitter. Die moet er natuurlijk ook zijn.
dan zijn of haar telefoon. Zouden we te maken hebben met een ‘Stapeltje’ of kloppen deze onderzoekgegevens? Ze hadden hem het liefst alle hoeken van de judomat laten zien natuurlijk, de studenten van het HvA-domein Sport, Bewegen & Voeding. Het viel niet lekker, de aantijgingen van staatssecretaris Halbe Zijlstra over het belabberde niveau en de toestanden in het hoger beroepsonderwijs. HvA-opleidingsmanager Ikina Morsch liet in de Volkskrant optekenen dat Zijlstra maar eens bij sport, management & ondernemen moest komen kijken (cijfer 8 in de keuzegids hbo 2011). Aldus geschiedde. Na het bijwonen van een sportdemonstratie
bood Zijlstra een mea culpa aan: hij wilde de HvA zeker niet over één kam scheren met onze buren van hogeschool Inholland. yyy Eva Rooijers en Annemarie Vissers
9 november 2011
tweet van de week @Marijn87 Marijn Lansbergen Mail van de UvA. Het vak over positieve benaderingen op de politieke economie komt te vervallen. #vindikgrappig https://twitter.com/#!/Marijn87/
foto Danny Schwarz Van veganistische cupcakes tot pintxos (spreek uit: pientsjos) en van stroopwafels tot broodjes bakkeljauw: studenten Charlotte van Leeuwen (foto, natuur- en sterrenkunde, UvA) en Maaike de Reuver (religiestudies, VU) bedachten het cateringconcept Yeswecanteen, als alternatief voor de huidige catering. Maandag vond de officiële opening plaats. Met mes en vork sneed culinair journalist Onno Kleyn (de Volkskrant) het lint door. Het foodcourt in het Atrium van de UvA is dagelijks geopend van 09.00-21.00 uur. yyy Annemarie Vissers
navraag Vladimir Stissi Hoogleraar archeologie Frans Theuws en docenten Carol van Driel en Mark Driessen stappen over naar de Universiteit Leiden. Het is een nieuwe wending voor de opleiding, die vorig jaar plannen aankondigde voor verregaande samenwerking met de VU. Toch maakt hoogleraar klassieke archeologie Vladimir Stissi zich geen zorgen.
Schiet de samenwerking met de VU een beetje op? ‘We gaan per september een gezamenlijke masteropleiding verzorgen, en that’s it. Verdere plannen om de bacheloropleidingen samen te voegen zijn op de lange baan geschoven door de faculteitsbesturen.’ Waarom? ‘Ze vinden het eng, denk ik. De onderwijsstructuur van de VU zit heel anders in elkaar, en dat levert enorm veel administratief werk op. De archeologen zelf, ook die van de VU, vinden het heel jammer, maar we begrijpen waarom het is uitgesteld.’
In de aanloop naar de fusie zijn drie UvA-archeologen vertrokken naar Leiden. Lag het initiatief bij hen of bij de universiteiten? ‘Het kwam van beide kanten. Frans Theuws was enigszins gefrustreerd omdat hij als hoogleraar niet zou worden opgevolgd, en Leiden had al aangegeven dat ze hem wilden hebben. Voor Carol van Driel was het geen onlogische keuze – zij zit tegen haar pensioen aan en woont in Leiden.’ Het klinkt een beetje als voetbalclubs die elkaars sterspelers wegkapen. ‘Ja, zo is het ook wel. Op de achtergrond speelt natuurlijk de hele discussie rond de landelijke
herschikking van universitaire opleidingen; Leiden probeert zich nu groot te maken en Amsterdam kleiner. Maar dat gaat niet gebeuren, omdat op alle vrijgekomen posities nieuwe mensen benoemd zullen worden.’
Wat voor invloed zal dit hebben op de aanmeldingen bij archeologie ‘Met de vertrekkende archeologen gaan ook studenten en onderzoekers mee, maar voor de rest denk ik dat het mee zal vallen. Naar Leiden gaan biedt studenten niet per se meer mogelijkheden. En eerstejaars kiezen voor een thema en een stad; ik denk niet dat iemand van achttien al weet welke hoogleraren waar zitten.’ yyy Bob van Toor
FoliaMagazine
9
‘Ik fotografeer unembedded, dus is mijn werk interessanter’ De ene week volgt hij colleges in het AMC, de andere week fotografeert hij een nomadenstam in het door oorlog verscheurde Afghanistan. Ruben Terlou leeft al vier jaar tussen twee werelden. ‘In de fotografiewereld word ik gezien als die student, bij geneeskunde ben ik die fotograaf.’ tekst Ron Santing / foto’s Ruben Terlou / portret Ruben Terlou: Jan van Breda
‘I
k laat mijn baard altijd een paar weken staan, draag een jurk en een pakol, zo’n Afghaanse pet,’ zegt Ruben Terlou (26). ‘Ik vertel nooit en aan niemand wat mijn bestemming is. Als ik een hotel binnenkom check ik automatisch de vluchtroute: waar kan ik weg, waar kan ik uit een raam springen, waar kan ik me verstoppen? Ik doe altijd de gordijnen dicht. Als er een bom afgaat en het glas breekt, wil je niet bedolven worden onder de scherven. En alles ligt altijd klaar om direct te vertrekken. Bril of lenzen op het nachtkastje en de tas keurig ingepakt.’ Terlou is student geneeskunde aan de UvA, en oorlogsfotograaf, werkend vanuit Afghanistan. Zijn werk is bekroond met de Zilveren Camera (eerste, tweede en derde prijs) en de Canonprijs (voor jong talent). ‘Ik ga als het te combineren is met de studie,’ zegt hij bijna achteloos. ‘In juli-augustus en januari-februari. Dat is een beetje het verhaal van mijn studententijd.’ Het is alsof hij een dubbelleven leidt. ‘Mensen vinden het wel eens raar. In de fotografiewereld word ik gezien als die student, bij geneeskunde ben ik die fotograaf.’
Waanzinnig fotogeniek ‘Afghanistan trok me altijd al. Ik was benieuwd naar de oorlog, denk ik. Dat klinkt een beetje raar, hè? Het leek me een waanzinnig interes-
10
FoliaMagazine
sant land, het is ontzettend lang geïsoleerd geweest. Toen ik voor het eerst de grens over ging, vanuit Iran, in een bus vol Afghanen en tijdens een immense sneeuwstorm, dacht ik al direct: hier ga ik nog heel vaak terugkomen. Zo waanzinnig fotogeniek, zo bijzonder. Ik had nog nooit zoiets gezien.’ Op zijn vijftiende nam Terlou zijn eerste zwartwitfoto’s en was direct aan fotografie verslin-
‘Afghanistan trok me altijd al. Ik was benieuwd naar de oorlog, denk ik’ gerd. Het greep hem zo, dat hij besloot na zijn middelbareschoolexamen twee jaar naar China te vertrekken om zich er als fotograaf te vestigen. ‘Ik nam het heel serieus en heb Chinees geleerd. Ik spreek nu best goed Mandarijn, ik kan naar de film gaan zonder ondertiteling. Toen wilde ik nog niet naar de universiteit. Ik doe het zelf wel, dacht ik.’ Terlou mocht de taal dan spreken, zijn gebrek aan opleiding tot fotograaf brak hem op. Hij had eigenlijk geen idee hoe hij onafhankelijke documentairefotografie moest maken, laat staan
hoe hij ervan moest leven. Terlou: ‘Ik was jong, onervaren en naïef. Je vestigen als fotograaf is heel moeilijk en het wilde allemaal niet heel erg vlotten. Dus besloot ik na die twee jaar om geneeskunde te gaan studeren.’ Die gedachte was wel eerder opgekomen, maar concreet was ze nooit geworden. ‘Waarom geneeskunde? Ik wil wat kunnen betekenen op plaatsen waar de gezondheidszorg afwezig is, waar dat het meest nodig is,’ legt Terlou uit. Niet toevallig zijn dit vooral de gebieden waar hij nu al ruim vier jaar fotografeert. Unembedded op reis Hoe meer tijd Terlou in Afghanistan doorbracht, hoe kritischer zijn blik werd. Tijdens zijn eerste reis in 2008 was hij vooral op zoek naar de clichés: de vrouwen in burka’s, de baarden, de oorlog, de drugs. ‘Na vier lange reizen door het land is mijn blikveld breder geworden, is het meer oprechte interesse. Ik kwam erachter dat het beeld dat de westerse media creëren veel te eenzijdig is. Dat eenzijdige beeld maakt ons immuun voor de dingen die daar gebeuren. Foto’s van soldaten, aanslagen, geweren – dat is alles wat je ziet. Ik hoop een andere kant van Afghanistan te kunnen laten zien. Niet alleen
de oorlog, maar de wereld van de gewone Afghaan. Ik wil laten zien hoe de bevolking wordt beïnvloed door die oorlog, direct of indirect. En tijdens embedded reizen, onder auspiciën van het leger, is dat onmogelijk. Dan is er nauwelijks interactie tussen soldaten en bevolking.’ Om die reden gaat Terlou regelmatig unembedded op reis, zonder het veilige schild van het Nederlandse of het Amerikaanse leger. ‘Toen ik in 2008 voor het eerst Afghanistan binnentrok, over land via Turkije, Irak en Iran, regelde ik echt alles zelf. Ik reisde zonder beveiliging, gewoon helemaal alleen. Meeliften met busjes, taxi’s. Dat zou ik nu nooit meer zo doen.’ Terlou heeft de onveiligheid in het land zien toenemen. Het anti-westerse sentiment dat dagelijks wordt aangewakkerd door de mullahs, de islamitische geestelijken, is een gevaarlijke mobiliserende kracht die het gevaar op kidnapping angstig reëel maakt en de kans op aanslagen vergroot. Terlou: ‘Destijds was het misschien overmoed of naïviteit, maar nu ben ik wel voorzichtiger.’ Dat is niet voor niets, want ongevaarlijk is unembedded reizen allerminst. ‘Tijdens mijn eerste reis in 2008 was ik in Kabul. Vlakbij hoorde ik een enorme knal. Overal lag glas, iedereen was in paniek. Ik had direct door dat het een hele grote bomaanslag was. Er was een gigantische ontploffing in de straat waar ik toen was, waarbij zestig mensen omkwamen. Ik wilde foto’s gaan maken, maar er liepen allemaal opgefokte politieagenten rond die me weg wilden hebben. Dus ik werd met harde hand, met de kolf van een geweer, weggebeukt.’
FoliaMagazine
11
‘Dit is een van mijn favoriete foto’s, gemaakt in de bazaar van Kabul. Vooral de symboliek van dit beeld is zo mooi. De man is oud, heeft een donkere baard, zijn ogen neergeslagen. Dat meisje heeft prachtige groene ogen, wijd open, is blond, kijkt vooruit. Deze foto symboliseert het verleden en de toekomst.’
Kidnapgevaar Omdat blanke westerlingen opvallen vormen ze een doelwit. ‘Ik liep al een halve dag te fotograferen in een afgelegen dorpje. Op een gegeven moment kwam er een man naar me toe die vroeg of ik een wapen bij me had. Dat had ik natuurlijk niet. Ik kreeg te horen dat ik dat beter wel kon doen, want er waren wat mensen in het dorp die me wilden kidnappen. Hij was me gelukkig niet kwaadgezind, en zijn twee zoontjes hebben me supersnel via allemaal achterafstraatjes en kleine steegjes het dorp uitgeloodst. Toen we bij een autoweg kwamen heb ik de eerste de beste auto aangehouden, en ben hem
12
FoliaMagazine
gesmeerd. Ik wist niet of het gevaar reëel was, maar die gok moet je niet nemen. Er is constant spanning, of dat nou concreet
‘Ik spreek best goed Mandarijn, ik kan naar de film zonder ondertiteling’ wordt of niet. In Kabul valt het wel mee, daar is het relatief rustig. Maar als je de provincies intrekt, is het gevaarlijker. En meestal heb ik ook hele ambitieuze schema’s, plan ik mijn tijd
helemaal vol. Vorig jaar trok ik drie weken rond met een nomadenstam in een van de noordelijke provincies, dat was echt afzien. Alleen om er te komen al: vijf dagen non-stop in de auto over onverharde wegen, vervolgens drie weken met die nomaden meelopen. Te voet, op paarden of op ezeltjes. Op de ochtend dat ik terugkwam in Kabul was er een gigantische bomaanslag. Ik was net wakker en zat nog wat versuft op de rand van mijn bed. Mijn benen bungelden nog wat heen en weer. Toen hoorde ik een enorme knal. Nee hè, niet weer, niet nu, dacht ik. En toen kwamen de verkiezingen nog, twee weken lang.’
‘Foto uit de serie over de Wakhi-nomaden, die heel belangrijk is voor mij, omdat deze voor een belangrijk deel aan de Canonprijs heeft bijgedragen.’
‘Najiba, vijftien jaar. Ze ligt in het ziekenhuis van Jalalabad, in het oosten van Afghanistan, na een Navo-bombardement.’
FoliaMagazine
13
‘Verkiezingsdag, Kabul, 20 augustus 2009. Met deze foto won ik de Zilveren Camera voor Buitenlands Nieuws. Ik was met wat politieagenten op pad, en vlak na een vuurgevecht liepen we een gebouw binnen waar zojuist twee Talibanstrijders zichzelf hadden opgeblazen. De agenten vonden een niet-ontplofte bomgordel. Iedereen sprong in paniek uit het pand. Tijdens het wegrennen heb ik nog een paar foto’s gemaakt, waaronder deze.’
Zilveren Camera Toch is het juist die spanning die de fotografie volgens hem mooi maakt. ‘Ik maak foto’s op plekken waar je anders niet veel van zou zien. Unembedded fotografie in die gebieden, dat gebeurt gewoon niet veel. Dat maakt mijn werk interessanter,’ zegt Terlou. Ook de veelzijdigheid van zijn werk maakt het interessant. Hij gebruikt vaak Holga-camera’s, Chinese camera’s van plastic, die een korrelig, doorleefd effect geven. Ook maakt hij veel foto’s met een oude polaroidcamera. Terlou: ‘Met een film die over de datum is – dan worden de kleuren nog mooier, versleten.’ Alhoewel hij ook altijd een digitale Canon meeneemt, houdt hij toch meer van analoog werk. ‘Dat houdt je scherp. Alles moet goed zijn als je afdrukt. En mensen kunnen het niet terugzien en deleten,’ legt hij
14
FoliaMagazine
uit. Zijn favoriete camera is een analoge Konica Hexar. ‘Die is heel stil. Mensen horen het toestel eigenlijk niet klikken. Daardoor kan ik heel onopvallend beelden maken en voelen mensen zich niet zo snel ongemakkelijk.’
‘De ochtend dat ik terugkwam in Kabul was er een gigantische bomaanslag’ Zijn werk bleef niet onopgemerkt. Inmiddels kan Terlou een eerste, tweede en derde prijs in de wedstrijd om de Zilveren Camera en een Canonprijs (voor aanstormend fotografisch talent) op zijn palmares bijschrijven. ‘Dat kwam totaal onverwacht. Iedereen dacht: what the fuck, wie
is die gast? Toen bleek ik gewoon maar een student geneeskunde te zijn. Voor mij was het eindelijk erkenning. Bewijs dat ik het kan.’ Of hij nou meer student of meer fotograaf is, dat weet Terlou zelf ook niet. Hij laveert tussen de twee werelden en vooral de combinatie bevalt hem wel. Alhoewel de omschakeling soms lastig is. ‘Je leeft daar zo intens. Heel anders dan het leven in Nederland natuurlijk. Het is altijd weer wennen als ik terugkom en weer college moet volgen. Zo zit ik in Kabul, zo zit ik in de collegebanken. Het is nu wel relaxed: ik loop coschappen, alles wordt me aangereikt. Ik heb een rooster! Een ongekende luxe. Maar toch hoop ik dat ik gauw de kans krijg om weer eens terug te gaan, als de situatie in Afghanistan veiliger is en eenvoudiger werken toelaat.’ yyy
‘De verbrande handen van een een Afghaanse boer die zijn familie en huis verloor bij een bombardement. De foto is genomen in een vluchtelingenkamp in Kabul.’
‘Dit is Hussein, een gewonde verslaafde in Kabul. Een week na deze foto is hij overleden.’
FoliaMagazine
15
(advertenties) (advertentie)
De centrale belangenbehartiger van Amsterdamse studenten
Student afgeserveerd met asociaal leenstelsel
H
et bezuinigingsmenu op het
De ASVA studentenunie vindt dat de
hoger onderwijs wordt om de
overheid moet investeren in onderwijs.
zoveel maanden uitgebreid.
Studenten worden, naast de langstudeer-
Nieuwste recept uit de Haagse
zij
boete, met een extra last opgezadeld.
keuken: vervanging van de studiefi-
een
Uit recent onderzoek van ASVA bleek dat
nanciering in de masterfase door een
masterdi-
UvA- en HvA-studenten in de afgelopen
leenstelsel. Masterstudenten zouden hun
ploma willen
jaren steeds meer zijn gaan lenen, met
studie voortaan zelf moeten financieren.
behalen. Kortom:
een gemiddelde studieschuld
Althans, dit is de strekking van een voor-
de student wordt hier
van 15.000 euro tot gevolg.
stel van het kabinet dat is voorgelegd aan
benadeeld en fungeert
Een derde van de studenten heeft
de Tweede Kamer. Vanaf volgend college-
als melkkoe voor de over-
destijds aangegeven niet op de
jaar (2012-2013) zou dit plan in werking
heid. De titel ‘sociaal’ is
hoogte te zijn van de omvang van
moeten treden.
dus niet aan dit leenstelsel
hun studieschuld. ASVA vindt het
besteed.
daarom onverantwoord dat studen-
In de huidige situatie heeft elke student
ten gedwongen worden meer te
recht op een basisbeurs van vier jaar:
Volgens Halbe Zijlstra, staatsse-
lenen en pleit voor het behoud van
de nominale duur van een studie. Als de
cretaris van Onderwijs, is het de eigen
de basisbeurs in de huidige vorm.
plannen van het kabinet doorgang vinden
verantwoordelijkheid van de student om
Het inperken van de basisbeurs is
betekent dit dat de basisbeurs voor
zijn of haar financiën op orde te brengen.
de eerste stap naar de gehele af-
universitaire studenten wordt beperkt tot
Verder zouden studenten ‘bewuster’ moe-
schaffing van de studiebeurs en bedreigt
drie jaar. Voor hbo-studenten verandert
ten nadenken over het nemen van een
daarmee voor velen de mogelijkheid om
er niets: zij behouden hun vierjarige
bijbaantje, omdat dit studievertraging in
te kunnen studeren.
basisbeurs. Het collegegeld voor een
de hand zou werken. Hier spreekt Zijlstra
master zullen studenten moeten bekos-
zichzelf tegen: studenten dienen meer bij
Debat studiefinanciering
tigen via het nieuw in te voeren leenstel-
te dragen aan de kosten van hun studie,
Op woensdag 7 december organiseert
sel. In dit zogenoemde ‘sociale’ leen-
maar een bijbaan nemen wordt afgera-
de ASVA studentenunie een debat over
stelsel wordt de terugbetalingstermijn
den. Oftewel: meer lenen is het devies.
de toekomst van de studiefinancie-
verlengd van 15 naar 20 jaar, waarbij er
Saillant is dat veel studenten aangeven
ring. Jesse Klaver (Kamerlid Groen-
een relatief lage rente wordt gehanteerd.
meer te gaan werken of meer gaan lenen
Links), Anne-Wil Lucas (Kamerlid VVD),
Er schuilt echter een addertje onder het
om hun master te kunnen betalen, zoals
Pascal ten Have (voorzitter Landelijke
gras. Met de invoering van dit leenstel-
het Interstedelijk Studenten Overleg
Studenten Vakbond) en Paul Doop
sel zitten studenten langer vast aan hun
(ISO) onlangs becijferde. Ook bleek uit
(voorzitter College van Bestuur UvA en
lening, waardoor zij over een langere pe-
hun onderzoek dat 20% van de studenten
HvA) kruisen de degens over de vraag
riode rente moeten afdragen. Daar komt
geen master meer zou gaan doen als de
of de stufi plaats moet maken voor een
bij dat studenten worden gestimuleerd
studiefinanciering tijdens deze fase wordt
leenstelsel. Locatie: CREA muziekzaal.
om zich in de schulden te steken indien
afgeschaft.
Aanvang: 20.00 uur. Toegang is gratis.
passie Jeugdtheater
‘Mijn vrouw wilde heel graag iets met jeugdtheater doen, maar we wisten niet hoe we zoiets aan moesten pakken. Op een gegeven moment hebben we een advertentie in het Haarlems Dagblad gezet, om te kijken wat ervan zou komen. Er reageerden direct meer dan honderd auditanten. Onze eerste show was Matilda van Roald Dahl – daarvoor repeteerden we in de tuin van mijn schoonouders. De nadruk van ons theater ligt op musicals, maar we doen ook toneel, improvisatie en kinderpartijtjes. Voor kinderen van alle leeftijden, tot zo’n achttien jaar. Mijn vrouw maakt bijna alle scripts zelf. Meestal nemen we een oud verhaal, waar we dan een eigen draai aan geven. Ik doe vooral de zakelijke kant en tijdens de weekenden van de uitvoeringen spring ik bij als manusjevan-alles. En ik ben natuurlijk toeschouwer. Mijn zoontjes van zeven en acht doen ook mee. Het hoogtepunt was Robin Hood, in mei 2004. Toen hebben we de uitvoering buiten gedaan, in de Ruïne van Brederode. Een prachtige locatie natuurlijk, zo’n middeleeuws kasteel. We deden de show met meer dan honderd man. Er waren vuurtjes, schapen aan het spit, prachtige kostuums en het kasteel was middeleeuws aangekleed. Alles kwam toen samen. Het theater is voor mij erg fijn als afwisseling. Op de UvA heb ik veel te maken met lange bestuurlijke processen voordat er wat gebeurt, hierbij hak ik zelf knopen door. En het is prachtig om te zien hoe belangrijk het voor kinderen kan zijn. Ik heb bij mijn eigen zoontje gezien hoe een schuchtere, verlegen jongen toch de moed kan opbrengen om op het podium te gaan staan voor een groot publiek, en er sprankelend en enthousiast afkomt. Daar doe je het voor.’ yyy Ron Santing
FoliaMagazine
17
foto Fred van Diem
Mark Moen (servicelevelmanager informatiseringscentrum UvA) maakt samen met zijn hele gezin theater voor de jeugd.
opinie
Wijs niet naar de managers De kritiek dat er te veel nutteloze managers zijn in het hoger onderwijs is onterecht en populistisch, betoogt Stefan Titus. illustratie Marc Kolle
M
et veel plezier werk ik voor deze universiteit. Je kunt de kennis gewoon voelen als je hier door de gangen loopt. De geur van papier, de gemoedelijke staf-onderonsjes op de gang en de giebelende eerstejaars die langslopen, het hoort er allemaal bij en maakt dit alles tot wat we zo graag de academische gemeenschap noemen. Maar sinds enige tijd sluip ik door de gangen, ik hoop dat ik niet opval en dat niemand doorheeft wie of, beter gezegd, wat ik ben: een manager. Ik ben een regelneef, ik organiseer onderwijs. Hierdoor val ik in de categorie niet-wetenschappelijk personeel en dat is een gevaarlijke positie. Sinds de publicatie van het artikel van Bastiaan Bommeljé (‘Alma Mater is een beetje hersendood’, in NRC Handelsblad van 3 september) is manager een legitiem scheldwoord geworden in universitaire kringen. Bommeljé weet namelijk heel goed waarom het zo misgaat in academisch Nederland: het is allemaal de schuld van de managers. Er zijn te dure logo’s en gebouwen, ‘een mangrovewoud aan staffunctionarissen’ zorgt ervoor dat veel beleid nooit doordringt tot de werkvloer en het enige wat managers doen is geld opmaken aan fusies. Er is helemaal niets goeds voortgekomen uit de professionalisering van het universiteitsbestuur. De managers moeten weg, de managers
18
FoliaMagazine
zijn met te veel, ze zijn nergens goed voor en profiteren als parasieten mee van onze verworven rechten: deporteer de managers. Wat een goed stuk was dat, hè? De meeste wetenschappers hebben niet zo veel op met dergelijk populisme bedrijven: ze houden zich liever bezig met waarheids-
Dijkgraaf vinding en gefundeerde theorievorming dan met ongenuanceerde uitspraken. Ze zoeken liever oplossingen in plaats van met beschuldigende vingers te wijzen naar deze of gene. Herken je je hier al in? Mooi! Ik eigenlijk ook. Maar toch, Bommeljés woorden krijgen veel bijval in diezelfde gangen van de academische gemeenschap waar ik zo graag doorheen loop. Nu ik jullie toch mijn grote geheim heb verklapt, dat ik bij ‘hen’ hoor, zal ik ook maar meteen ingaan op de kritiek van Bommeljé. Heel lang was heel Nederland de mening toegedaan – en een deel vindt dat gelukkig nog steeds – dat iedereen in dit land moet kunnen studeren en dat, hoewel wetenschap
Dat logo, die propaganda, daardoor kan jij onderzoek doen in dienst staat van de maatschappij, niet alle bedreven wetenschap direct moet leiden tot een nieuwe zonnecel, chemotherapie, of andere praktisch toepasbare noviteit. Dit ideaal kost geld. En daar wringt de schoen: Nederland geeft per student steeds minder geld uit, zo vertelde de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) ons laatst. Universiteiten zijn dus in de afgelopen decennia steeds efficiënter gaan werken: meer studenten met minder geld. Adam Smith en Émile Durkheim hebben daar een mooi trucje voor uitgewerkt dat naar mijn idee heel aardig werkt. Het heet arbeidsdeling. Iedereen moet doen waar hij of zij goed in is, zodat taken efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Een goede wetenschapper hoeft helemaal geen goed bestuurder te zijn en de wetenschapper die daar wel goed in is houdt
zich wellicht veel liever bezig met zijn echte roeping: wetenschap. Een ander punt is dat onderzoek in belangrijke mate gefinancierd wordt door die grote studentenaantallen. Hoe worden deze studenten binnengehaald? Juist, door die alom gewantrouwde communicatiemedewerkers. Of je het nu leuk vindt of niet, Den Haag heeft bepaald dat die stroom studenten een van de levensaders van de universiteit is. Dat logo, die propaganda, daardoor kan jij onderzoek doen. Wetenschappelijk personeel hoeft dus minder tijd te besteden aan besturen, regelen en kopiëren en heeft meer tijd voor onderzoek en (voor sommigen tegen hun zin in) onderwijs. Door die grote groep niet-wetenschappelijke profiteurs wordt hun computer gerepareerd, worden hun tentamens gekopieerd, hun opleidingen geaccrediteerd, hun studenten geworven en wordt hun onderzoek gefaciliteerd. Dat gebeurt niet vanzelf, daar wordt hard voor gewerkt. Ongefundeerd claimen dat alles de schuld is van de managers en hen naar huis sturen zorgt er alleen maar voor dat je minder tijd hebt voor je grote liefde. Probeer het maar eens uit als je durft. Ik ben het er helemaal mee eens dat academici vrijheid en ruimte behoren te krijgen, daar moet je geen manager bovenop zetten. Elke bestuurder, manager en ondersteuner weet heel goed wat het gezamenlijk doel is van de organisatie: onderzoek en onderwijs, kennis genereren en verspreiden. Houd dus alsjeblieft op met die gemakkelijke, populistische argumenten. Dan kan ik tenminste ook weer trots zijn op wat ik doe en durf ik weer trots door de gangen van deze universiteit te lopen. yyy Stefan Titus is programmamanager bij de Graduate School of Social Sciences (GSSS).
Achter de toonbank Dezer dagen heeft het bedrijfsleven een flinke vinger in de Haagse pap. Niet alleen industriebeleid, maar ook wetenschap, ontwikkelingssamenwerking en Europa hebben de warme belangstelling van de werkgevers. Druk uitoefenen doet iedere lobbygroep, maar wordt er ook genoeg teruggeduwd? Het gebrek aan gezonde balans in de huidige maatschappij doet me denken aan een episode die ik twintig jaar geleden in de Verenigde Staten meemaakte. Mijn vrouw had toen een speciaal visum nodig om te kunnen blijven werken. Dat was een dure grap, dus deden we het zelf. Hoe moeilijk kan zoiets zijn? Zo werden wij doe-het-zelf-advocaten. Nadat alle formulieren waren ingevuld, vervoegden wij ons bij het kantoor van de immigratiedienst, gevestigd in een wijk waar twee van de drie huizen waren afgebrand of ineengestort. Er stond een enorme rij voor het loket, waar een beambte rustig een stapel papieren zat te bestuderen. Er was nauwelijks beweging in hem te ontdekken. Dit zou een hele lange dag worden. Tot plotseling een grote man met een nog grotere zwarte snor binnenkwam. Met zijn lange regenjas, schreeuwerige das en even kleurrijke bretels was hij het type foute advocaat van Central Casting. Hoe ging deze man dit aanpakken? Hij liep naar het begin van de rij en begon een lang gesprek met de beambte. Het werd steeds gezelliger, want hij hing nu met zijn halve lijf door het loket. Totdat dit blijkbaar niet genoeg opleverde en hij zuchtend omliep en zelf achter de toonbank ging zitten. Hij haalde een stapel papieren uit zijn tas, pakte een groot stempel en met een royaal gebaar begon hij luidruchtig de formulieren af te stempelen. Binnen vijf minuten was hij klaar. De douanier werd vriendelijk bedankt en met grote stappen liep de advocaat het kantoor uit, de rest van ons verbouwereerd achterlatend. Kijk, zo werkt een succesvol lobbyist. yyy Robbert Dijkgraaf
FoliaMagazine
19
Abdi
opinie
Investeer weer in catering De rechtszaken over de aanbesteding van de catering laten zien dat de UvA tegenwoordig te weinig kennis over catering heeft, vindt Jaap van Loenen.
D
e soap rond de aanbesteding van de catering bij de universiteit is met het afzien van een kort geding door Sodexo tegen de UvA eindelijk ten einde. Na een eerder verloren rechtszaak over de aanbesteding van de catering aangespannen door Compass (het moederbedrijf van Eurest), was het nu de beurt aan Sodexo. Wat precies de aanleiding was voor de laatste rechtszaak is onduidelijk, maar de vorige werd verloren door onzorgvuldigheden aan de zijde van de UvA. Dat opdrachtgeverschap niet de sterkste kant is van de UvA is niet van gisteren. Al in de tijd van de Smaa bleek het nagenoeg onmogelijk om duidelijkheid te krijgen over het gewenste serviceniveau, de prijs die men daarvoor overheeft en aan welke voorwaarden je al dan niet moet voldoen. Juist in een universiteit met duizenden studenten en tientallen interne opdrachtgevers is het van belang om een gedeeld idee te hebben over wat je van een cateraar verwacht. Of dat nu een gelieerde stichting is – zoals de Smaa was – of een externe cateraar als Sorbon of, in de toekomst, Eurest. Als je dat niet regelt is de leverancier overgeleverd aan de grillen van het moment. Erger wordt het als de vakbekwaamheid achterblijft. Dat de rechter zich negatief uitspreekt over de zorgvuldigheid van de universiteit bij de aanbesteding doet vermoeden dat niet alleen de interne afstemming over het cateringbeleid bij de UvA ontbreekt, maar ook de competenties
20
FoliaMagazine
om dat beleid vervolgens naar behoren naar de markt te brengen. Het is volkomen terecht dat de markt daar dan met rechtszaken op reageert. De UvA vraagt een forse investering van tijd en moeite van leveranciers en dan moet een procedure helder en onbetwistbaar zijn. Bij andere universiteiten is het proces van aanbesteding ook niet gemakkelijk, maar heeft er naar mijn weten nooit een rechtsgang plaatsgevonden. Misschien dat de UvA daar eens haar licht kan opsteken. Het besluit om eertijds van de Smaa af te stappen en de markt te vragen om de catering ter hand te nemen was geen vreemde ontwikkeling in die tijd. Maar wij waren wel volledig gericht op het belang van de universiteit. De kennis over catering was in huis. Met het opdoeken van de Smaa verloor de UvA die kennis en daarmee ook de mogelijkheid een eigen beleid te (laten) ontwikkelen en toe te zien op een kwalitatief goede catering tegen betaalbare prijzen. Het zou goed zijn als de UvA weer zou investeren in kennis van de catering. Het gaat om belangrijke voorzieningen voor studenten en medewerkers en de betrokkenheid van vele cateringmedewerkers die elke dag hun best doen om er wat van te maken, ongeacht bij wie ze werken. Dat kun je niet overlaten aan de gebrekkig functionerende UvA-organisatie. yyy Jaap van Loenen is voormalig directeur Smaa catering van de UvA.
Burgertop Afgelopen vrijdag was ik op de G1000 in Brussel, een ‘top’ waar duizend willekeurig gekozen burgers discussiëren over dingen waarvan ze wakker liggen. In het manifest staat: ‘De stem van velen kan helpen om de besluiten van enkelen te verrijken.’ Daarmee pak je ook de kern van het initiatief. Het is niet bedoeld om het systeem omver te werpen, maar om het systeem te verrijken met de kennis van de massa. De massa weet soms meer dan de elite. Er is een disconnect in onze samenleving. Ik voel die ook. Als ik rondloop op de UvA word ik omringd door mensen die niet zoveel zorgen hebben over hun toekomst. Terwijl ze die wel zouden moeten hebben. We zijn verwend. Je zou kunnen zeggen dat de Belgen ook verwend zijn. Terwijl ik dit schrijf is er al 516 dagen geen Belgische regering, maar de publieke voorzieningen staan nog steeds boven aan de Europese ranglijsten. Belgen hoeven zich daarnaast niet druk te maken om onderdrukking door de regering en ‘armoede’ is een relatief begrip. Waarom is zo’n initiatief dan nodig? Ik sprak een huisvrouw uit Aalst over haar motief om op de Burgertop aanwezig te zijn en te discussiëren over technische onderwerpen als ‘sociale zekerheid’. Haar antwoord was even simpel als tekenend voor onze huidige tijd: ‘We doen er niet meer toe. Ik wil laten zien dat ik besta. Dat ik een gezicht en een stem heb. Ik maak me zorgen over ons land en onze toekomst.’ We zijn wel verwend, maar voelen ons niet gehoord. We kunnen ons lot niet meer in eigen hand nemen en wantrouwen elkaar. De G1000 zorgt ervoor dat mensen die elkaar normaliter niet spreken met elkaar in dialoog gaan. Vrijwillig, omdat zij zich zorgen maken en verandering willen. Dat biedt perspectief voor de toekomst. yyy Fatihya Abdi
brieven
promoties DINSDAG 22/11 12.00 uur: B. King-Kallimanis - Geneeskunde Unbiased Measurement of Health-Related Quality of Life (Agnietenkapel)
14.00 uur: B. Scicluna - Geneeskunde Systems-Based Approach for the Identification of Novel Genes Influencing Cardiac Electrical Traits (Agnietenkapel)
Vooral positief blijven Misschien moet toch nog een keer uitgelegd worden waarom Asva zich heeft teruggetrokken uit de ‘Docent van het Jaar’-verkiezing. Bureau communicatie (B.C.) maakt sinds mensenheugenis onderdeel uit van een intensief opererend projectteam, samen met de onervaren CSRleden (zij doen het voor het eerst) en de Asva. B.C. zit in het projectteam met drie medewerkers, die overigens geruggesteund worden door een team van ontwerpers, communicatiemedewerkers, websitebouwers en duurbetaalde filmmakers. Dat doen ze allemaal, volgens Wrister Grommers (directeur B.C.), omdat de UvA het een belangrijke prijs vindt. Vanzelfsprekend heb je dan als B.C. niet alleen een faciliterende rol, die niet verder gaat dan posters plakken en een website draaiende houden. Je mag als studenten zogenaamd ‘volledig verantwoordelijk’ zijn voor die prijs, maar wel duidelijk binnen de lijntjes die de communicatiestrategen van de UvA uitgezet hebben. Daar hoort geen symposium bij, want dat leidt alleen maar af. De prijs moet toch vooral positief blijven. Daar hoort ook geen speech bij op de Dies, die niet gecensureerd wordt door de UvA. Met als gevolg dat wij als studenten niet onze zorgen mogen uiten over de onderwijsbezuinigingen. Want we willen in de toekomst ook goed onderwijs van die uitstekende docenten op de UvA. Kortom, het is een prijs die streng bewaakt wordt door mensen die erop toezien – betaald uit onderwijsgeld in schaal 14 – dat de prijs vooral ‘lekker in de markt’ wordt gezet. Onder de noemer ‘Wij vinden onderwijs belangrijk’. Het is wonderlijk dat de CSR, die democratisch is verkozen door studenten, de belangen van de communicatiestrategen op het maagdenhuis prevaleert boven de eigen achterban
WOENSDAG 23/11 bestaande uit studenten en docenten. En er vervolgens er niet voor kiest om samen met de Asva en zonder inmenging van B.C. een geloofwaardige prijs te organiseren, zoals Asva dat ook doet op de HvA. Om met ’s lands bekendste advocaat te spreken, gisterochtend in de krant van Wakker Nederland: ‘Bij mij thuis noemen ze dat een gotspe’. yyy
10.00 uur: M. Blankers - Geneeskunde E-Mental Health Interventions for Harmful Alcohol Use: Research Methods and Outcomes (Agnietenkapel)
12.00 uur: S. Metaal - Planologie Identiteit van stad, dorp en buitenwijk. Consequenties van de opkomst van het stedelijk veld en gentrification voor ruimtelijke identiteit (Agnietenkapel)
13.00 uur: H. van Baar - Cultuurwetenschappen The European Roma: Minority Representation, Memory, and the Limits of Transnational Governmentality (Aula)
14.00 uur: J. Vis - Geneeskunde
Frans van Heest, oud-bestuurslid van de Asva
Vervlakking
Na twee jaar had ik weer eens een Folia (nr. 6) in handen. Wat een vervlakking om interviews te lezen over mode, waarvoor we honderden glossy’s in de schappen hebben liggen. En nog erger dat een geïnterviewde daarin ventileert dat ze bont prima vindt omdat ze toch niets met dieren heeft. Waarom deze vrouw interviewen? Dit zijn waarschijnlijk ook de mensen die zeggen dat ze studeren. Voorheen deed je een opleiding aan een hogeschool. Verder kan ik mij helemaal vinden in het artikel van Hans Mooijer wat betreft het ILO. Ook bij KLM is het competentiemanagement en de daarbij behorende managers al een aantal jaren overal doorgedrongen, met de daarbij behorende vervlakking en interessantdoenerij. Hans, blijf doorstrijden tegen het competentiegerichte denken! yyy Monique Morhée, doctoraal Spaans 1986, Senior Purser KLM
De redactie verwelkomt ingezonden brieven en opiniestukken. We behouden ons het recht voor deze zo nodig in te korten. Vermeld altijd uw naam en relatie tot de UvA/HvA; anonieme reacties worden niet geplaatst. Mail naar redactie@folia.nl.
The heart in down syndrome (Agnietenkapel)
DONDERDAG 24/11 12.00 uur: J. Eekels - Geneeskunde Silencing of Hiv-1 Co-Factors (Agnietenkapel)
14.00 uur: I. Molenaar - Pedagogiek Its All About Metacognitive Activities: Computerized Scaffolding of Self-Regulated Learning (Agnietenkapel)
VRIJDAG 25/11 10.00 uur: O. Booij - Informatica View-Based Mapping for Wheeled Robots (Agnietenkapel)
11.00 uur: W. Aanhaanen - Geneeskunde The Role of Tbx2 in the Development of the Atrioventricular Canal and Conduction System of the Heart (Aula)
12.00 uur: M. Tromp - Geneeskunde End-Stage Renal Disease in Children. Management, Outcomes, Improvement of Care (Agnietenkapel)
13.00 uur: P. K. Joustra - Bedrijfskunde Associative Corporate Governance: The Steel Industry Case (Aula)
14.00 uur: N. van den Esschert - Geneeskunde Clinical and Experimental Studies on Portal Vein Embolization. Diagnosis of Hepatocellular Adenoma and Focal Nodular Hyperplasia (Agnietenkapel)
oraties
WOENSDAG 23/11 16.00 uur: Prof.dr. B.J.A. Kröse, bijzonder hoogleraar Ambient Robotics Wonen in een robot (Aula)
VRIJDAG 25/11 16.00 uur: Prof.dr. H.C. van Weert, hoogleraar huisartsgeneeskunde De wetenschap van de huisarts (Aula) Voor uitgebreide informatie zie www.uva.nl/agenda.
FoliaMagazine
21
weekblad voor HvA en UvA
FoliaMagazine
FoliaMagazine
FoliaMagazine nr. 03 21/09/2011
weekblad voor HvA en UvA
Johannes van Dam
‘Stoppen omdat ik 65 ben? Wat een flauwekul’
Kriterion brengt arthouse naar Sarajevo
weekblad voor HvA en UvA
nr. 05 05/10/2011
nr. 06 12/10/2011
Podiumbeest Marg is docent psychologie en frontvrouw van Gram Plagiaat aan de UvA ‘Ik werd niet eens als coauteur vermeld!’ Gerard Reve Schrijver en mediastrateeg
Moeder & dochter Marita Mathijsen interviewt Alma over Alles is Carmen
Fashion statements van Amfi-studenten
Danny Mekić Van schoolverlater tot topondernemer
Steve Jobs is dood De app-revolutie leeft voort Doekle Terpstra ‘HBO-raad is machteloos’
Biertje! Waar drink je nog veel bier voor weinig?
FM_03_2011_#2.indd 1
Ontheemd Vluchtelingen die afstuderen: de onzekerheid blijft
19-09-11 17:44
FM_05_2011_2.indd 1
03-10-11 17:09
Folia Magazine is op zoek naar een
stagiair logistiek / distributie Folia Magazine wordt wekelijks op meer dan 100 plekken bij de HvA, de UvA en daarbuiten gedistribueerd. We zijn per direct op zoek naar een stagiair die de hele distributie in kaart kan brengen en vervolgens kan optimaliseren. Eisen: relevant werk- en opleidingsniveau, bijvoorbeeld studie logistiek Informatie: Paul van de Water, paul@folia.nl
UvAV4:Opmaak 1 26-08-11 13:37 Pagina 1
Hotel Résidence Le Coin Gastvrijheid in een karakteristieke sfeer HOTEL RESIDENCE LE COIN, gevestigd in hartje centrum van Amsterdam en al jaren een pleisterplaats voor gasten van de UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM en van de HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM draagt deze gasten een warm hart toe en daarom kunnen zij rekenen op een gereduceerd tarief. Zij die op vertoon van deze advertentie bij ons komen overnachten ontvangen tevens een extra korting op het ontbijt. Het hotel ligt in het oude centrum en is een uitstekend vertrekpunt voor het ontdekken van alles wat de stad te bieden heeft, van het bijwonen van een theatervoorstelling tot een rondvaart in een van de vele monumentale grachten.
Bezoek onze website of bel voor meer informatie. www.lecoin.nl 020 - 5246800
Nieuwe Doelenstraat 5 1012 CP Amsterdam e-mail: hotel@lecoin.nl
Maaike (23) was verliefd op haar stagebegeleider
M
aaike, Faculteit der Geneeskunde, UvA: ‘Toen hij me zoende dacht ik steeds: is dit wel een goed idee? Niet omdat hij mijn stagebegeleider was, maar omdat hij net had verteld dat hij een vriendin had. Maar ik was te opgewonden om ermee te stoppen. Who cares? besloot ik. Ik was zo ontzettend verliefd op hem. Ik was negentien, hij vierentwintig. Ik deed onderzoek in het ziekenhuis en hij moest me begeleiden. Onze band werd steeds hechter. We stuurden elkaar constant plagerige sms’jes. Op een dag vroeg hij me mee naar een concert. Ik was heel zenuwachtig, totdat hij me tijdens het etentje vooraf opeens vertelde dat hij een vriendin had. In de vier maanden daarvoor had hij haar nooit genoemd, ik vond het heel naar. Maar hem maakte het niet uit: tijdens het concert in Paradiso zat hij de hele tijd aan me. Die avond bleef hij bij me slapen, omdat hij niet in Amsterdam woonde. In de keuken begon hij me te zoenen. Ik begon nog over zijn vriendin,
maar hij zei dat hij me gewoon heel graag wilde zoenen. Met zijn mond ging hij over mijn hele lichaam, hij kleedde me steeds verder uit. En begon me te vingeren. Alles voelde heel heftig omdat ik helemaal weg van hem was. Hij wilde het mij ook heel graag naar de zin maken. We
‘In het ziekenhuis speelde hij mijn lievelingsnummers’ hebben de hele nacht gesekst. ’s Ochtends zei hij dat hij het raar vond dat hij zich totaal niet schuldig voelde tegenover zijn vriendin. Hij liet me helemaal verward achter. Later in het ziekenhuis speelde hij mijn lievelingsnummers op zijn gitaar. Toen was ik natuurlijk helemaal verkocht. Terwijl ik dat nu heel corny vind. Uiteindelijk brak hij mijn hart. Hij zou een paar maanden op reis gaan, terwijl ik in de tussentijd zijn onderzoek voor hem zou doen. Vlak voordat hij wegging zei ik dat ik in de war was. Hij zei
foto Jan van Breda
drift
meteen dat hij niet wegging bij zijn vriendin. Natuurlijk niet, dat had ik ook niet moeten verwachten. Maar het ergste was toen hij na een halfjaar terugkwam. Ik had al mijn vrije tijd in zijn onderzoek gestopt, maar hij werd ontzettend boos toen hij mijn werk zag. Hij vond dat ik te weinig had gedaan. Een andere arts heeft hem moeten laten stoppen met schreeuwen. Daarna wilde hij niets meer met me te maken hebben. Ik vermoed dat hij zo deed omdat we seks hebben gehad – het onderzoek had ik écht goed gedaan. Ik heb nog driekwart jaar met hem samen moeten werken. Aan het eind van elke dag zat ik huilend in het trappenhuis. Ik was heel sneu, maar vooral heel jong. Toch denk ik dat hij mij oprecht leuk heeft gevonden. Mijn stage ging verder kut: hij weigerde mij verder te begeleiden.’ yyy Mariska Vermeulen De naam van de geïnterviewde is op haar verzoek gefingeerd. Wil je ook meedoen aan deze rubriek, mail dan een korte motivatie naar redactie@folia.nl
FoliaMagazine
23
(advertenties)
verkoopt
Geïnteresseerd in Amsterdams nieuws?
Star verkoot p zate
Altijd al radioprogramma’s willen maken over politiek, muziek, cultuur of sport?
rdag novem 19 ber
Word dan vrijwilliger bij Amsterdam FM. Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
is op zoek naar
Unieke kans! 15 starterswoningen in Betondorp
eindredacteuren en verslaggevers
Kom kijken in de modelwoning aan de Oogststraat 55 Je bent welkom van 12.00 uur tot 14.00 uur
Radio Amsterdam FM De stem van de hoofdstad!
voor het programma Kunst en Cultuur Voor wie de stad niet wil missen, maar wil wonen midden in een groene wijk is Betondorp de ideale plek om te wonen.
Stuur je motivatie en cv naar pz@amsterdamfm.nl
Betondorp ligt in het gewilde Oost-Watergraafsmeer en is van oorsprong een ‘tuindorp’. Betondorp staat bekend om de lage bebouwing en bijzondere architectuur. De appartementen zijn ideaal voor starters op de woningmarkt. De woningen variëren in prijs van circa € 130.000 tot circa € 180.000. Alle benedenappartementen hebben een voortuintje en achtertuin en de bovenwoningen hebben een balkon.
Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
Kom langs en neem een kijkje in de woningen. De eerste 15 woningen worden nu verkocht en snel opgeleverd.
Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
www.ymere.nl/betondorp
#Kerk?!
De Nederlandse Carrièredagen vrijdag 25 & zaterdag 26 november 2011 Amsterdam RAI
Vision Church Christ Connexxxion OZ Voorburgwal 63, Zo @17:00 fun | friendly | free
Naamloos-12 1
Dé carrièrebeurs in het najaar voor student, starter en professional! Voor meer informatie en gratis entree ga je naar www.carrieredagen.nl
christconnexxxion.nl De Nederlandse Carrièredagen is een activiteit van
onderdeel van de
Folia maakt radio
28-10-2011 12:13:34
Folia Live geeft je iedere week nieuws en informatie over het hoger onderwijs in Amsterdam.
Big drama small price
Luister iedere woensdag van 16:00 - 17:00 naar Folia Live op Amsterdam FM (106.8 in de ether en 103.3 op de kabel).
ontdek theater, muziek en comedy in amsterdam met 50% korting Daarna te beluisteren als podcast op www.foliaweb.nl. Of: luister via een app op je mobiel of je tablet.
Ticketshop Leidseplein - OBA Centrale Bibliotheek - VVV Stationsplein
Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam Amsterdam FM.nl de stem van de hoofdstad
CampagneAdv_Folia.indd 1
28-10-11 14:04 Naamloos-5 1
10-11-2011 15:56:29
foto Danny Schwarz
op de tong
Pont 13
Haparandadam 50 (West)
I
k meen mij te herinneren eens om de weg naar Pont 13 te zijn gevraagd, waarop ik het antwoord schuldig moest blijven. Zonder routebeschrijving loop je ook niet zomaar tegen dit restaurant aan. De tocht inzetten loont echter wel, want een mooie locatie is het zeker.
Veerpont
De omgebouwde veerpont van Pont 13 is gebouwd in 1927. Tot 1995 werd hij gebruikt voor het vervoer van voetgangers en motorvoertuigen over het IJ. Daarna is hij verkocht door het GVB en gebruikt voor vrachttransport richting IJburg. Na wat omzwervingen werd hij uiteindelijk in Zaandam te koop aangeboden als ‘oud ijzer’. Pont 13 werd gered van de sloop en verbouwd tot restaurant door René Langendijk Scheepsreparatie.
Pont 13 is een tot restaurant omgebouwde pont, aan een kade aangemeerd in de Houthaven. Het meubilair is gemaakt van hergebruikt materiaal en de inrichting is geënt op de maritieme geschiedenis, met patrijspoorten en scheepstouw. Er zijn zowel tafels buiten op het dek – alwaar we een vegetarische antipasti met caponata,
Meubels
De tafels waaraan je eet op Pont 13 zijn te koop, in verschillende maten en uitvoeringen. Net als de salontafel van een oude discovloer, het barmeubel op wielen, en houtkachels van ‘oud ijzer’, zoals deze hiernaast. De meubels en kachels worden gemaakt in de werkplaats van René Langendijk Scheepsreparatie. Interesse? Bel René : 06-18962660.
artisjokcrème, truffelkaas en bruschetta (€ 12,-) en wat drankjes nuttigen – als binnen in de passagiersruimte, waar we een geconfijte lamsnek met zoete aardappel, Ras el Hanout, groene peper en abrikozen (€ 21,50) en een Florentijns ei met fregula, doperwten, asperges en Parmezaanse kaas (€ 18,50) en een bakkie friet (€ 3,50) verorberen. Ongeacht de plek is er zicht op het havengebied en het IJ. Het voelt alsof elk moment de oversteek naar Noord kan beginnen. De gerechten bevallen ons goed en ik verbaas me vooral over het onconventionele, smakelijke en vegetarische hoofdgerecht dat ik in dit vooral op visliefhebbers gerichte restaurant voorgeschoteld heb gekregen. Ik weet me vervolgens geen raad met de rijke keuze aan toetjes. De chocoladetaart met pistache, hazelnoten en ijs (€ 8,50) blijkt jammer genoeg niet de winnaar in mijn nimmer eindigende zoektocht naar de lekkerste chocoladetaart ooit. De afrekening is niet mals, maar voldaan fietsen we met de wind in de rug de pont af, de ondergaande zon tegemoet. yyy Rosalyn Borst Folia Magazine ontvangt graag je restaurantrecensie en vergoedt tot € 50,-. Maximaal 300 woorden, suggesties voor de kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail redactie@folia.nl.
Schip
Wie nog geen genoeg heeft van schepen na een bezoekje aan Pont 13, kan in de buurt terecht in Museum het Schip, Spaarndammerplantsoen 140. Het museum is alleen geopend in het weekend, en is – hoewel de naam anders doet vermoeden – gewijd aan de bouwstijl de Amsterdamse School en aan de volkshuisvesting.
FoliaMagazine
25
26
FoliaMagazine
objectief Opengesneden babyhoofdjes Babyhoofdjes met weggesneden wangdelen, geprepareerde schedels op sterk water, half opengezaagde schedels, een menselijke foetus van vijf maanden oud in een baarmoeder met de vliezen geopend en een skelet van een zevenjarig jongetje: het is een kleine, maar behoorlijk plastische greep uit de tentoonstelling De ontdekking van de mens – Anatomie verbeeld bij de Bijzondere Collecties van de UvA. Vanwege een verbouwing van Museum Vrolik in het AMC is een groot deel van de collectie tijdelijk verhuisd naar het Rokin. Bezoekers maken kennis met de geschiedenis van de ontleedkunde door middel van prenten, boeken, eeuwenoude preparaten en modellen uit de medische collecties van de UvA. Met anatomisch onderzoek probeerde men door de eeuwen heen te ontdekken hoe het menselijk lichaam gebouwd is en functioneert. De vraag wat het betekent om mens te zijn wordt binnen drie thema’s uitgewerkt in de tentoonstelling, waarvan ‘De Ontleding’ er één is. Door te snijden in lichamen leerden chirurgen hun anatomische kennis te vergroten. Via de zogenoemde topografische anatomie bekeken ze de ligging van organen en weefsels ten opzichte van elkaar. In Amsterdam waren het vooral George Ruge (1852-1919) en Lodewijk Bolk (1866-1930) die deze manier van ontleden in het onderwijs uitbouwden. Hoogleraar anatomie Gerard Vrolik (1775-1859) en zijn zoon Willem Vrolik (1801-1863), eveneens hoogleraar aan het Athenaeum Illustre, de voorloper van de UvA, experimenteerden vooral met het injecteren van weefsels met gekleurde was om de organen te prepareren. De tentoonstelling is nog te zien tot zondag 15 januari. yyy Annemarie Vissers foto Danny Schwarz
FoliaMagazine
27
‘ Fraudeurs doen het voor de kick’ Hij is de éminence grise van Nederland op het gebied van fraude in de wetenschap. De 86-jarige André Köbben pleit voor terughoudendheid bij wetenschappers om overal een oordeel over te geven en waarschuwt tegen statistisch onderzoek. ‘Dat leent zich makkelijker voor bedrog, want je hoeft alleen wat cijfertjes te veranderen.’ tekst Haro Kraak / foto's Bram Belloni
E
meritus hoogleraar André Köbben weegt zijn woorden voorzichtig, want er staat veel op het spel. Door bedrog is het vertrouwen in de wetenschap tanende. Volgens de commissie-Levelt heeft de Tilburgse hoogleraar Diederik Stapel gegevens van ten minste dertig artikelen gefingeerd. Köbben (1925) weet waar hij het over heeft; hij is de eerste in Nederland die fraude in de wetenschap serieus aan de kaak stelde. Het boek dat hij samen met Henk Tromp over het onderwerp schreef, treffend getiteld De onwelkome boodschap, veroorzaakte in 1999 een hoop commotie. ‘Je moet impopulaire dingen durven zeggen.’ Het beeld dat cultureel antropoloog Köbben schetste – dat wetenschappers op grote schaal kleine zonden begaan – zou overtrokken zijn, want zó slecht was het niet gesteld met de academische wereld. Dat benadrukte ook Robbert Dijkgraaf bij Knevel & Van den Brink op 8 september jongstleden. De president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen was er om te praten over Diederik Stapel, de sociaal psycholoog die op grote schaal gefraudeerd zou hebben. Dijkgraaf zei dat de zaak slecht is voor het imago van de wetenschap, maar dat bedrog gelukkig zelden voorkomt.
28
FoliaMagazine
Köbben: ‘Daarin heeft hij gelijk en ongelijk. Al sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog verzamel ik gevallen van bedrog in de wetenschap in een map. Dat is een dikke map. Maar Dijkgraaf heeft wel gelijk dat het betrekkelijk weinig voorkomt; je moet het afmeten aan de kolossale hoeveelheid artikelen die jaarlijks geproduceerd wordt.’ Maar dat zijn alleen de gevallen die aan het licht komen. ‘Natuurlijk. Het geval van René Diekstra is wat dat betreft wel aardig: die heeft vijftien jaar geleden op grote schaal plagiaat gepleegd. Dat
‘Dijkgraaf heeft gelijk dat bedrog betrekkelijk weinig voorkomt’ was een donderslag bij heldere hemel. Ook voor zijn collega’s. Toen zei een van hen: “In een eeuw lang is het maar vier keer voorgekomen.” Hij had moeten zeggen: “In twee jaar is het maar vier maal ontdekt.” Dat wil niet zeggen dat het maar vier keer is gebeurd. Je kunt volhou-
den dat het naar verhouding weinig voorkomt. Tenminste, als je alleen kijkt naar de ernstige gevallen. Stapel is een ernstig geval. Ik noem dat de doodzonde: fraude en plagiaat, puur bedrog. Maar er zijn ook dagelijkse zonden. Die komen veelvuldig voor, veel vaker dan die ongelofelijke prestatie van die Stapel. Dingen mooier voorstellen dan ze zijn, net een dingetje dat strijdig is met de hypothese weglaten, toegeven aan de wil van een opdrachtgever, dat soort dingen. Mijn stelling is dat die veelheid kleine dagelijkse zonden erger is voor de wetenschap dan het betrekkelijke aantal van de doodzonden. Maar men vergeet dat, want de doodzonden zijn zo spectaculair.’ De doodzonde van Stapel heeft Köbben erg gefascineerd. ‘Die man moet gedacht hebben: ik loop een keer tegen de lamp. Ik blijf het verbazend vinden hoe hij te werk ging. Als je ziet wat hij in een jaar gepubliceerd heeft, dan denk je: dat kan toch niet. Zijn collega’s hadden aan de bel kunnen trekken. Maar die waren voornamelijk jaloers.’ Toch verwijt Köbben de promovendi en co-auteurs met wie Stapel heeft samengewerkt niets. ‘Je kunt het hoogstens klungels noemen, naïevelingen.’ Het is er de cultuur niet naar om je collega’s te verdenken van
FoliaMagazine
29
ben, ‘over iets wat hij niet onderzocht heeft. Dat moet je niet doen. Je moet durven zeggen: “Dat weet ik niet.”’ Dat soort ongefundeerde meningen tasten het vertrouwen in de wetenschap namelijk aan, net zoals fraude en bedrog dat doen. Met name de sociale wetenschap, Köbbens vakgebied, staat onder druk. Arnon Grunberg schreef in zijn dagelijkse column in de Volkskrant: ‘Het amateurisme waarmee de sociale wetenschappen worden uitgevoerd is choquerend. (…) Sociale wetenschappen zijn de voortzetting van de romankunst, zonder weinig andere middelen. En met weinig gevoel voor esthetiek.’ Köbben: ‘Dat is typisch Grunberg. Dé sociale wetenschappen, dat is veel te breed. Hij kan het zich veroorloven, want hij is maar een columnist, hij is maar een romanschrijver.’ Maar heeft hij geen punt? ‘Er zijn bepaalde vormen van sociale wetenschappen waar ik weinig fiducie in heb. Mensen in de sociale wetenschappen hechten vaak veel waarde aan de representativiteit, maar niet aan fraude. ‘En dat is een begrijpelijke cultuur.’ Köbben is een genuanceerd man. Hij oordeelt niet snel, ook niet in het geval van Stapel. Hij toont zelfs bewondering voor fraudeurs als Stapel. ‘Het zijn meestal briljante mensen, ze schrijven heel gemakkelijk. En ze zijn heel overtuigend. Van publicatiedruk hebben dat soort grote geesten geen last.’ Köbben wijt dergelijk gedrag aan verslaving. ‘Ze doen het voor de kick. Het is net als een gokverslaafde. Die weet best dat het niet verstandig is, maar hij doet het toch.’ Even pauzeert Köbben om zichzelf te verbeteren. ‘Maar ik weet het ook niet allemaal hoor.’ Als er iemand over de kwestie Stapel een mening zou mogen hebben is het Köbben. Toch behoedt hij zichzelf voor boude uitspraken. ‘Ik heb dat niet onderzocht,’ is een antwoord dat hij meerdere malen geeft. En dat zouden meer mensen moeten doen volgens hem. ‘Je ziet vaak dat een psycholoog z’n mening geeft,’ zegt Köb-
30
FoliaMagazine
‘Mensen hechten vaak veel waarde aan representativiteit, maar niet aan validiteit’ de validiteit. Dus wel: heb ik voldoende mannen en vrouwen, uit steden en van het platteland? Heb ik een representatieve steekproef? Maar dan stelt men vragen. Ik kan me herinneren dat iemand had gevraagd aan Marokkanen: gebruikt u alcohol? En die zeiden allemaal nee. En toen schreef hij in zijn proefschrift: Marokkanen gebruiken geen alcohol. Mensen geven vaak een sociaal wenselijk antwoord, daar moet je rekening mee houden.’ Wat denkt u van het niveau van het werk van Stapel? ‘Wat ik tot dusver gelezen heb vind ik erg trivi-
aal, zoals dat vleeseters hufteriger zouden zijn dan vegetariërs. Maar ik weet niet hoe hij onderzoek deed. Ik denk dat hij met vragenlijsten werkte. Zoiets als: bent u zeer tegen, neutraal, positief of zeer positief. Dat is te makkelijk. Je kiest de uitkomsten zo uit dat je een significant verschil hebt en je bent klaar. Veel beter is de antropologische benadering, participerende observatie, dat kun je bijna niet fingeren. Je moet niet alleen gegevens van een enquête verzamelen. Dat leidt meestal tot steriele en oninteressante conclusies. En het leent zich makkelijker voor bedrog, want je hoeft alleen wat cijfertjes te veranderen.’ Moeten we ons zorgen maken over het groeiende wantrouwen in de wetenschap? ‘Ach, het valt wel mee, al hoop ik niet dat er morgen weer zoiets gebeurt. Maar ik denk niet dat de wetenschap echt ter discussie staat. Je kunt zeggen over fraudeurs: op den duur lopen die mensen altijd tegen de lamp.’ Gelooft u daarin? ‘Dat weet ik niet.’ yyy
CV André Köbben
1925 Geboren in 's-Hertogenbosch 1955 - 1977 Hoogleraar culturele antropologie, Universiteit van Amsterdam 1971 Gasthoogleraar Universiteit Pittsburgh 1977 - 1990 Directeur Comt, Universiteit Leiden 1980 - 1981 Cleveringa-hoogleraar, Leiden 1981 - 1990 Bijzonder hoogleraar Erasmusuniversiteit 1999 De onwelkome boodschap. Hoe de vrijheid van wetenschap bedreigd wordt, uitgeverij Mets en Schilt, geschreven met Henk Tromp 2003 Het gevecht met de engel. Over verheffende en minder verheffende aspecten van het wetenschapsbedrijf, uitgeverij Mets en Schilt
de adviesdienst
Zorgen om huisgenoot illustratie Pascal Tieman
I
n de gang van de studentenflat waar ik woon, hebben we weinig contact met elkaar. De keuken en douches worden gedeeld, maar meer dan elkaar groeten en sporadisch een beleefd praatje maken doen we niet. Nu heb ik gemerkt dat mijn buurman zelden het huis uitkomt. ’s Nachts kom ik hem soms als een zombie tegen in de gang en een blik in zijn kamer toont een chaos aan vuile was, etensresten en stapels pape rassen. Ik maak me zorgen om zijn welzijn, maar onze verhouding is niet zo vriendschappelijk dat ik makkelijk op hem afstap. Moet ik ingrijpen? Tara (24)
IJs breken
Niet mee bemoeien
Drinken
Aankloppen
Je moet eerst het ijs zien te breken. Als je probeert contact te zoeken kun je zelfs met een standaardpraatje kijken of hij er voor openstaat. Als dat niet zo is, kun je niks doen; je kunt mensen niet dwingen om te kletsen over hun goudvis. Ik heb Poolse buren, die maken altijd een praatje, en we weten dat we elkaar even kunnen helpen als het nodig is. Het is belangrijk dat je duidelijk maakt dat je hem opmerkt. Boudewijn Minneboo (32, medewerker, Leeuwenburg)
Nee. Niets uit je beschrijving van deze jongen is volgens mij problematisch, sterker nog: ik denk dat ik precies hetzelfde overkom op mijn huisgenoten. Je hebt dagmensen en nachtmensen, de vuile was en de etensresten zul je bij heel wat meer (mannelijke) studenten aantreffen, en de stapels paperassen duiden op een gezonde studeerlust. Ik zou het zeker niet op prijs stellen als mijn buren zich met mijn leven gingen bemoeien. Joost van Riel (23)
Dit probleem is voor mij erg herkenbaar. Ook al heb je geen band met je buurman, ik zou toch iets zeggen. Als huisgenoten moet je elkaar niet verwaarlozen; je kunt hem toch niet laten wegrotten? Vraag eens rustig of het goed met hem gaat. Ga samen iets drinken buiten de deur, dat helpt in mijn ervaring het best. En zo komt hij meteen eens buiten. Nathalie Swinkels (21, bouwkunde)
Ik woon zelf nog thuis, maar als ik op kamers ga zou ik altijd even bij de buren aankloppen voor een gesprekje. Je moet even die drempel over, al hoef je geen beste vrienden te worden. Misschien word je dat trouwens wel, hij is toch student, net als jij? Misschien zit hij wel bij je op school. Of hij blijkt heel chill, dan kun je hem zo mee het huis uit nemen. Jaap van der Meij (19, bouwtechnische bedrijfskunde) yyy
volgende week: fraude Mijn docent was onder de indruk van mijn laatste paper en moedigt me aan om hem te publiceren. Hij zit in de redactie van een vaktijdschrift, en kan hem snel laten plaatsen als ik toestem. Wat hij niet weet, is dat ik in tijdnood een paar voetnoten uit mijn duim heb gezogen. Dat doe ik wel vaker: ik weet dat ik iets wel eens ergens heb gelezen en zet dan een willekeurige bladzijde uit een obscuur boek in de voetnoot. Ik wil natuurlijk
dolgraag met mijn stuk in een tijdschrift, maar kan moeilijk aan mijn docent extra tijd vragen om mijn fraude eruit te halen… help! Robert (25) Mail je advies voor Robert, of een eigen kwestie waarin je geadviseerd wilt worden, aan redactie@folia. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten.
FoliaMagazine
31
Geplaagd door infecties ‘Be aware, geplaagde stad.’ Met deze alarmerende woorden sloot hoogleraar Public Health Maria Prins haar oratie vrijdag af. Ze zegt dat we alert moeten blijven op nieuwe dodelijke virussen. Want dat ze komen, daarvan is ze overtuigd. tekst Eva Rooijers / illustratie Marc Kolle
I
n de Middeleeuwen gingen lepralijders ratelend met een klepper over straat. Zo waren gezonde mensen gewaarschuwd dat er iemand aankwam met de besmettelijke infectieziekte, die mensen verminkte en met afzichtelijke bulten en zweren achterliet. Amsterdam nam nog een extra preventiemaatregel: mensen met lepra mochten niet trouwen, was je al getrouwd dan werd je huwelijk ontbonden. Dit was in een tijd dat infectieziektes doodsoorzaak nummer 1 waren. Dat bleven ze tot eind negentiende eeuw. Maar door verbeteringen in de hygiëne, zoals de aanleg van riolering en waterleidingen en door voortschrijdende medische inzichten kwam hier verandering in. Met de komst van nieuwe medicijnen en vaccins in de jaren vijftig dacht men zelfs dat de belangrijkste infectieziekten zoals de pokken, cholera en difterie helemaal onder controle waren. Deze ontwikkelingen schetste hoogleraar Public Health Maria Prins afgelopen vrijdag in haar oratie. ‘Maar toen brak de aidsepidemie uit in de jaren tachtig. Dat was een hele schok,’ zegt Prins – naast haar hoogleraarschap werkzaam als hoofd onderzoek infectieziekten bij de GGD in Amsterdam. ‘Het feit dat aids binnen tien jaar de belangrijkste doodsoorzaak werd voor mannen tussen de 25 en 54 jaar in Amsterdam geeft aan hoe heftig hiv zich lokaal verspreidde.’ Inmiddels is ook hiv niet dodelijk meer, als de juiste medicatie wordt genomen. Toch sluit
32
FoliaMagazine
Prins haar oratie af met de onheilspellende waarschuwing: ‘Nieuwe en bekende infectieziekten liggen op de loer om toe te slaan in Amsterdam en andere steden. Onvoorspelbaar. Be aware, geplaagde stad! Moeten we ons zorgen maken? ‘Zorgen is een groot woord, maar je moet wel voorbereid zijn. Ik denk dat de geschiedenis heel goed laat zien dat we gedacht hebben dat er geen gevaarlijke ziektes meer zouden komen. Maar dat bleek niet te kloppen. Ik ben ervan overtuigd dat er nieuwe dodelijke infectieziektes komen. Virussen zijn bijvoorbeeld heel slim, ze veranderen continu. Daardoor kunnen ze ook overleven!’ Aan wat voor soort gevaarlijke infectieziektes moet ik dan denken? ‘We hebben deze zomer de Ehec-bacterie gezien die in groenten zat. Dat was een darmbacterie die dodelijke slachtoffers maakte. De Mexicaanse griep leek een tijd gevaarlijk, maar dat virus muteerde uiteindelijk in een minder dodelijke variant. Meestal zijn infecties die zich verspreiden via de luchtwegen het gevaarlijkst, omdat dat zo makkelijk gaat. Zeker als je in het begin geen symptomen hebt. Dan kan je al een tijd rondlopen en andere mensen besmetten zonder dat je het door hebt. Bekende dodelijke luchtweginfecties zijn Sars en de Q-koorts, dat in Nederland van geiten op mensen overging via de luchtwegen.’
Sars en Q-koorts hebben zich toch niet op heel grote schaal verspreid? ‘Sars is wel vanuit Azië, waar honderden slachtoffer zijn gevallen, in Canada terecht gekomen. Maar toen is adequaat gereageerd door patiënten te isoleren en luchthavens wereldwijd te controleren op verdachte patiënten. Daardoor is epidemie beperkt gebleven. Toen de Q-koorts in 2009 uitbrak, werden bij besmette bedrijven dieren afgevoerd en gedood. Vanaf 2010 is vaccinatie tegen Q-koorts verplicht voor alle bedrijven met melkschapen of melkgeiten.’ We moeten volgens u goed voorbereid zijn op nieuwe infectieziektes. Maar hoe bereid je je voor op iets waarvan je niet weet hoe het er precies uit gaat zien? ‘In Nederland wordt er een Outbreak Managment Team bijeengeroepen bij een dreigende
Wat zijn infectieziekten? Infectieziekten worden veroorzaakt door microorganismen als een bacterie, virus, parasiet of schimmel. Een bekende bacteriële infectie is tuberculose. Een veel voorkomend virus is de griep. Infectieziekten worden onder andere overgedragen door mensen, dieren, voedsel of de lucht. Sommige infectiezieken, zoals chlamydia, kunnen alleen worden overgedragen door onbeschermd seksueel contact.
epidemie. Zij kunnen heel snel reageren als er een ernstige virusinfectie uitbreekt. Bijvoorbeeld door maatregelen op Schiphol te nemen, het virus op te sporen en te isoleren, en vaccins te maken. Als je die mensen allemaal nog bij elkaar moet zoeken op het moment dat een virus zich al verspreidt in Nederland ben je te laat.’ Het is soms moeilijk om onderzoeksresultaten te implementeren, zegt u in uw oratie. ‘Het is natuurlijk ook een politiek en publiek spel. Ik denk dat de maatregelen die wij bij infectieziekten zouden willen nemen soms te streng zijn om geaccepteerd en geïmplementeerd te worden. Je kan het bijvoorbeeld niet verplicht stellen om altijd een condoom te gebruiken tijdens de seks. Maar soms moet je wel
heel strenge maatregelen nemen om verspreiding te voorkomen.’ Mensen vonden de reactie op de Mexicaanse griep uiteindelijk overdreven en paniekerig. ‘Ja, dan ben je heel volledig en sla je heel veel vaccins in en zeggen mensen dat het weggegooid geld is. Maar je weet natuurlijk niet wat er was gebeurd als je het niet had gedaan. Het blijft balanceren. Net zoals met de Ehec-bacterie in Duitsland deze zomer. Dan denk ik: als je niet zeker weet op welk voedsel het zit, kun je maar beter een brede groep als risico aanwijzen. Maar dan benadeel je boeren misschien wel te veel.’ Eigenlijk doe je het nooit goed. ‘Nou, je doet het nooit helemaal goed.’
Vroeger waren het vaak de armen die een fatale infectieziekte kregen. Wat zijn nu de risicogroepen bij een plotselinge besmettelijke infectieuitbraak? ‘Bij ouderen zijn infectieziekten sneller fataal, omdat ze zwakker zijn. Ook kinderen zijn vatbaarder voor sommige infecties. Maar als jij de hele dag op je kamer blijft zitten en met helemaal niemand contact hebt, krijg je niet snel een virus. Mensen die dicht op elkaar leven en veel sociale contacten hebben, lopen dus ook een groter risico.’ Zoals studenten? ‘Inderdaad. Maar zij hebben wel het voordeel dat ze jong en gezond zijn, en dus makkelijker herstellen van een infectieziekte. Alhoewel ze natuurlijk veel uitgaan en weinig slapen, waardoor hun weerstand kan afnemen’ yyy
FoliaMagazine
33
‘Wij zijn niet walge Verkrachting, kinderporno, moord. Vraag een willekeurig persoon welke associaties hij heeft bij het woord ‘pedofiel’, en dit zal het antwoord zijn. Toch is niet elke pedofiel een ontuchtpleger. Veel pedofielen weten hun seksuele gevoelens in toom te houden. Folia Magazine sprak drie UvA-HvA alumni met een onmogelijk verlangen. ‘Het is een onderwerp waar erg zwart-wit naar gekeken wordt, maar er zijn ontzettend veel grijstinten.’ Gijs van der Sanden
‘M
ag een pedo dood?’ staat er boven de column van schrijfster Naima el Bezaz (Spits, 18 oktober). De aanleiding voor deze vraag is een interview met de journalist Steven van der Hoeven in Volkskrant Magazine, dat een paar dagen eerder verscheen. De 28-jarige Van der Hoeven werd tussen zijn 12e en 15e jaar misbruikt door zijn voetbaltrainer, en doet daar in zijn onlangs verschenen boek Je ogen verraden je op expliciete wijze verslag van. De beschrijvingen van seks tussen volwassene en kind zijn rauw, haast pornografisch, zo blijkt uit het interview. In haar column uit El Bezaz haar afgrijnzen. ‘Ik zou hem niet doden, maar folteren. Misschien zou ik moord pas overwegen als hij om de dood smeekte. Zo zit de natuur nu eenmaal in elkaar. Daarin verschillen wij in niets van dieren. Niemand komt aan je jong.’
34
FoliaMagazine
Een ander bericht, diezelfde week. Ad van den Berg, voorzitter van de pedofielenvereniging Martijn, is veroordeeld tot drie jaar cel wegens het bezit van een grote hoeveelheid kinderporno. Op nieuwssites wordt volop gereageerd.
‘Ondanks mijn seksuele verlangens weet ik dat seks met een kind erg dom is’ ‘Deze man mag wat mij betreft met een molensteen om zijn nek de oceaan in worden gegooid.’ ‘Als ik pedofiel zou zijn, knoopte ik mezelf aan de hoogste boom.’ ‘Ze moeten zijn pik er af snijden en hem dood laten bloeden. Opruimen die pedo’s.’ Het is voor velen het grootst denkbare misdrijf waartoe de mensheid in staat is: een volwas-
sene die zich vergrijpt aan een weerloos kind. De maatschappij walgt van pedofilie, en het onrecht dat kindermisbruik veroorzaakt kan een bijna beestachtige woede – zoals El Bezaz in haar column beschrijft – bij mensen losmaken. Pedofielen, dat zijn mensen als Marc Dutroux, Josef Fritzl en Robert M. Monsters voor wie kinderen niets meer zijn dan seksuele objecten, en die elke gelegenheid aangrijpen om hen te misleiden en te dwingen tot seks. Toch kan pedofilie niet in één adem worden genoemd met kindermisbruik. Vanwege het maatschappelijke taboe dat op hen heerst, blijft een grote groep pedofielen onzichtbaar. Cijfers zijn er niet, maar volgens sommige deskundigen, onder wie emeritus hoogleraar neurobiologie Dick Swaab, zijn de meeste pedofielen in staat hun impulsen te beheersen. Dat gegeven roept een hoop vragen op. Hoe houden die ‘onzichtbare pedofielen’ hun verlangens precies
elijk’ in toom? Hebben zij omgang met kinderen, of blijven zij er juist ver vandaan? Delen zij hun gevoelens met hun omgeving, of houden ze die voor zichzelf? En kunnen zij, met al die onvervulde verlangens, eigenlijk wel een gelukkig leven leiden? Confronterend Aan tafel zitten drie jonge mannen: Casimir (25), Bart (29) en Mike (32). Op hun verzoek zijn hun namen gefingeerd, en ook over hun achtergrond blijven ze aan de oppervlakte. Casimir is net afgestudeerd aan de UvA. Bart heeft ook aan de UvA gestudeerd en doet mee aan een onderzoeksprogramma. Mike heeft ooit een studie rechten aan de HvA gedaan, maar zit momenteel zonder werk. Casimir heeft heldere ogen, een scherpe blik. Bart draagt een bril en heeft een zachtaardige uitstraling. Mike heeft een baardje en donker haar. Alle drie dragen ze normale kleding: spijkerbroek, vest, sneakers. Op het eerste gezicht is er niets wat buiten de toon valt. Dit zijn doodnormale, bijna onopvallende jongens. En toch zijn ze pedofiel. Casimir: ‘Toen ik zelf nog een puber was, viel ik op jongens rond acht, negen jaar, maar inmiddels is die ondergrens opgeschoven naar het begin van de puberteit – of net iets daarvoor. Mijn bovengrens ligt nu ergens bij de twintig.’ Mike: ‘Ik val op verlegen, tobbende jongens van rond de twaalf. Op de een of andere manier sug-
FoliaMagazine
35
Pedofilie en pedoseksualteit
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen pedofilie en pedoseksualiteit. Pedofilie wordt omschreven als ‘het zich seksueel primair aangetrokken voelen van volwassenen en bepaalde adolescenten tot kinderen’; pedoseksualiteit heeft betrekking op het daadwerkelijk hebben van seks met kinderen. Over de oorzaken bestaat nog geen wetenschappelijke consensus, maar in het internationaal gehanteerde classificatiesysteem van psychische ziektebeelden, het DSM-IV, wordt pedofilie gerekend tot de ‘parafilieën’: seksuele gedragingen of fantasieën die als afwijkend worden beschouwd of schadelijk zijn, omdat ze gericht zijn op niet-menselijke objecten, het lijden of vernederen van een persoon, zichzelf, of kinderen of andere niet-instemmende personen.
gereert die zwaarte dat ze wat ouder lijken. De combinatie van een fijngebouwd, rank lichaam met een soort ondoorgrondelijkheid vind ik heel aantrekkelijk.’ Bart: ‘Fysiek gezien vind ik jongens van veertien en vijftien het mooist, maar geestelijk voel ik me tot oudere jongens aangetrokken. In principe kan ik dus nog als “normale homo” door het leven.’ Confronterend zijn ze wel, deze uitspraken. Het druist op zijn zachtst gezegd tegen je gevoel in van moraal, om een volwassene openlijk te horen praten over zijn seksuele voorkeur
36
FoliaMagazine
voor kinderen. Casimir en Mike hebben vaker met de media gepraat over hun pedofiele gevoelens, voor Bart is het de eerste keer. Hun
‘Ik heb lang rondgelopen met het gevoel: gatver, dit hoort niet’ doel is niet om de taboes rondom de lichamelijke intimiteit tussen volwassene en kind te doorbreken, zoals de Vereniging Martijn dat
bijvoorbeeld probeert. Alle drie zijn ze dan ook niet-praktiserend pedofiel. Door zo nu en dan als spreekbuis op te treden, hopen zij het klassieke beeld van de pedofiel – het geperverteerde monster – te doorbreken. Worsteling Alle drie waren ze nog redelijk jong – rond de zestien – toen ze erachter kwamen dat ze zich vooral aangetrokken voelden tot kinderen die een stuk jonger waren dan zijzelf. In de vierde klas van de middelbare school keken zij liever naar brugklassers dan naar hun klasgenoten.
Martijn en pedofilie.nl
De Vereniging Martijn is een Nederlandse vereniging die pleit voor de maatschappelijke acceptatie van erotische contacten tussen volwassenen en kinderen. Elke drie maanden geeft de vereniging het zogeheten OK Magazine uit. Het blad bevat stukken waarin seksuele handelingen met kinderen worden beschreven, waarbij afbeeldingen van schaars geklede jongetjes staan. Omdat de voorzitter van Martijn onlangs is veroordeeld wegens het bezit van kinderporno, onderzoekt het Openbaar Ministerie momenteel of het de pedofielenvereniging kan verbieden. Er zijn ook platforms met een minder controversiële agenda, zoals de website pedofilie.nl. Hier kunnen lotgenoten elkaar ontmoeten en over hun gevoelens praten.
‘Ik probeerde wel op mensen van mijn eigen leeftijd te vallen, maar het lukte gewoon niet,’ vertelt Bart. Wat doet dat met een jongen in zijn jonge tienerjaren, als hij erachter komt dat hij op jongens valt die zelf nog aan de puberteit moeten beginnen? ‘Ik was erg in mezelf gekeerd en had een groot minderwaardigheidscomplex,’ zegt Mike. Naar eigen zeggen was hij lastig, als puber. Zijn ouders wisten zich geen raad met hem. ‘Toen ik erachter kwam dat ik op kinderen viel, gaf mij dat vooral een excuus om me nog verder af te zonderen. Op een gegeven moment ging ik met niemand meer om, ik spijbelde van school en bracht mijn tijd door op mijn kamer, alleen. Ik voelde me totaal onbegrepen, en was boos op alles en iedereen.’ Bart vroeg zich vooral af of hij wel ooit gelukkig zou kunnen worden. ‘Dat is een enorme worsteling geweest,’ vertelt hij. Hij laat lange pauzes tussen zijn zinnen, hakkelt af en toe een beetje. ‘Ik had heel lang het idee dat ik nooit een normale relatie met iemand aan zou kunnen gaan. Dat gevoel is inmiddels wel een stuk minder.’ Casimir: ‘Ik hoor jullie allebei niet zeggen dat jullie een walging voor jezelf voelde. Dat had ik wel heel sterk. Ik dacht: gatver, dit hoort niet. Daar heb ik lang mee rondgelopen, met dat nare gevoel. Ik heb dat echt een plekje moeten geven.’ Wat hem op de been hield, was dat hij een parallel zag met het aanvaarden van zijn homoseksualiteit. ‘Het hielp me om te denken dat ik een soortgelijk acceptatieproces al eerder had meegemaakt, al zijn er natuurlijk wezenlijke verschillen. Homoseksualiteit is over het algemeen genomen maatschappelijk geaccepteerd, pedofilie niet.’ De jongens zijn naar hun directe omgeving
toe open over hun gevoelens. Dat wil zeggen: hun ouders en beste vrienden zijn ervan op de hoogte. Bart vertelde het eerst aan zijn beste vriendin, en toen aan zijn moeder. Die maakte zich – net als hijzelf – vooral zorgen of hij wel ooit gelukkig zou worden. Inmiddels praat hij er niet zo vaak meer over met haar. Ze weet het, en dat is volgens hem voldoende. ‘Boven-
‘Ik heb één keer kinderporno gekeken, maar dat is echt niks voor mij’ dien leid ik naar buiten toe eigenlijk het leven van een homo die gewoon op jongere jongens valt,’ vertelt Bart. ‘Voor veel mensen is dat de werkelijkheid. Dat vind ik zelf wel prettig.’ Casimir: ‘Mijn moeder had aanvankelijk wel de angst van: wat als ze het ontdekken? Dan zal alles wel helemaal in het honderd lopen. Inmiddels is ze daar niet meer zo bang voor. Ze is nu aan het idee gewend.’ In Mike’s geval verliep het anders. Hij stuurde op zijn zeventiende een brief naar de VPRO Gids, waarin hij zei dat hij pedofiel was en graag in contact wilde komen met mensen. ‘Ik kreeg er ontzettend veel reacties op. Er zaten veel brieven van jonge meisjes tussen, versierd met ponystickers. Zij wilden me opbeuren. Maar ik heb er ook veel vrienden aan overgehouden met wie ik nog steeds contact heb.’ Door de grote hoeveelheid brieven die bij Mike thuis op de deurmat vielen, kwamen zijn ouders erachter. ‘Dat was natuurlijk geen leuke verrassing voor ze. Ze hadden wel door dat er iets met me was, maar dat hun zoon op jongetjes zou vallen, dat hadden ze niet verwacht.’
Verlangens Hoe ga je als niet-praktiserend pedofiel om met je lustgevoelens? Het is een vraag die op de lippen brandt. Want is het niet verschrikkelijk frustrerend om je seksuele verlangens nooit in de praktijk te kunnen brengen? Casimir heeft een relatie met een jongen die recentelijk twintig is geworden; die valt dus nog net binnen zijn ‘spectrum van aantrekkelijkheid’. Zijn vriend is zelf ook pedofiel; ze kennen elkaar van een internetforum. ‘Voor ons beiden geldt dat de gevoelens die we voor kinderen hebben sterker en intenser zijn. En toch voelen we wat voor elkaar. Ik denk dat seksualiteit in mijn leven gewoon niet zo’n grote rol speelt. Ik ben tevreden. Maar dat zal voor iedereen anders zijn.’ Als hij daar het park loopt, kijkt Casimir wel eens om als er ‘een mooie jongen’ voorbij rent, maar daar blijft het volgens hem bij. ‘Ik heb één keer in mijn leven kinderporno gekeken, maar dat is echt niks voor mij. Het is tegen de wet, en er zitten verschrikkelijke filmpjes tussen die echt niet leuk zijn om naar te kijken. Ik hou het dus gewoon bij mijn fantasie.’ Mike is het met hem eens. ‘Ik vind dat porno in het algemeen iets onaangenaams heeft.’ Met een glimlach: ‘Maar bij de boeken van Gerard Reve heb ik vroeger wel gemasturbeerd. Hij kan scènes over jongetjes zo omschrijven dat het niet pornografisch aanvoelt, eerder melancholiek en vertederend. Dat windt me veel meer op.’ Mike vertelt dat kinderen van elf en twaalf, waar hij op valt, in een wereld leven die te ver afstaat van de zijne. ‘Ik vind ze fysiek aantrekkelijk, maar geestelijk schieten ze tekort. Dat maakt het heel ingewikkeld.’ Het klinkt dus – absurd geformuleerd – alsof Mike het liefst een relatie zou willen met iemand van zijn eigen leeftijd,
FoliaMagazine
37
antwoordt. Maar: ‘Seks gaat ook om het maken van een verbintenis met iemand, en dat kan ook met iemand die ouder is.’ Dus zo simpel is het? Kennelijk wel. Ze zijn er alle drie heel zeker van dat ze een kind nooit met een vinger aan zullen raken. Mike: ‘Ondanks mijn seksuele verlangens heb ik nooit aan mijn standpunt getwijfeld dat seks met een kind erg dom is. Stel – in een hypothetische situatie – dat ik verliefd zou zijn op een jongentje, dat het wederzijds is, en dat zijn ouders heel ruimdenkend zijn. Dan nog blijven alle argumenten tegen seks met kinderen overeind staan.’ Hoewel het onduidelijk is wat precies de gevolgen zijn voor een jong kind dat seks heeft met een volwassene, is alleen die onzekerheid voor Mike genoeg om er helemaal van af te zien. Mike brengt wel een nuancering aan. ‘Je treft nu net drie mensen die relatief weinig met hun gevoelens doen. De meeste pedofielen die ik ken, hebben wel omgang met kinderen. Soms
‘Het stigmatiseren van pedofielen vergroot de kans op misdrijven’ worden ze daar vreselijk verliefd op, en dat kan dan tot pijnlijke situaties leiden. Het is onmogelijk om als volwassene aan een twaalfjarige uit te leggen dat je verliefd op hem bent. Dat schept een enorme eenzaamheid.’ De reden dat Mike zelf niet met kinderen omgaat, is omdat hij ervan uitgaat dat het uit zal draaien op een teleurstelling. ‘Wat heb ik zo’n jongetje te bieden? Ik denk dat ik niet eens weet waar ik met hem over moet praten.’
in het lichaam van een elfjarige. Gegrinnik. ‘Ja, eigenlijk wel.’ Alle drie zeggen ze: je went eraan. Soms is er sprake van frustratie, maar op de een of andere manier weten ze daarmee om te gaan. Ze zeggen
38
FoliaMagazine
hun verlangens in toom te kunnen houden om dezelfde reden dat niet elke opgewonden man een knappe vrouw bespringt. Op een puur fysiek niveau schiet de seks die ze beleven tekort, omdat die nooit aan hun wildste fantasieën be-
Bespreekbaar maken Niemand van de mensen met wie Casimir, Bart en Mike hun gevoelens hebben gedeeld, heeft met hen gebroken. Hun omgeving reageerde niet met walging en onbegrip, eerder met medeleven en bezorgdheid. Hoe verklaar je dat, tegen de achtergrond van een maatschappij die
pedofilie zo zichtbaar verafschuwt? ‘Ik heb het natuurlijk alleen maar aan mensen verteld die heel dicht bij me staan,’ vertelt Bart. ‘Zij weten van mij dat ik te vertrouwen ben, en dat ik geen kwade bedoelingen heb.’ Casimir knikt. ‘Die mensen hebben al een beeld van je persoonlijkheid. In feite voeg je daar dan alleen maar een eigenschap aan toe. Dan krijgt zoiets veel sneller een plaats. Als ik tegen een wildvreemde zou zeggen: “Hoi, ik ben Casimir en ik val op jongetjes van elf,” dan ben ik in zijn ogen alleen maar een vieze pedofiel.’ Ook al stelt hun naaste omgeving zich nog zo coöperatief op; de samenleving laat een heel ander geluid horen. Er lijkt een hetze gaande tegen pedofielen. Ergens snappen Casimir, Bart en Mike dat wel. ‘Mensen zien kinderen toch als het toonbeeld van onschuld,’ zegt Bart. ‘Ik denk dat pedofilie voor de meeste mensen staat voor de ruïnering daarvan.’ De enige verhalen die mensen horen over pedofilie hebben volgens hen betrekking op kinderporno, verkrachting en soms zelfs moord. Dan is het ook niet zo raar dat er bepaalde denkbeelden ontstaan, zeggen ze. ‘Maar ik kan me even slecht inleven in iemand als Robert M. als elk ander mens dat kan,’ zegt Mike. ‘Dat ik toevallig iets met hem deel, tsja, dat verandert daar niets aan.’ Bart beaamt dat. ‘Het is een onderwerp waar erg zwart-wit over wordt gedacht, maar er zijn ontzettend veel grijstinten.’ Het frustreert ze duidelijk, het oordeel dat over hen wordt geveld. Casimir: ‘Mensen komen, als het over pedofilie gaat, nooit verder dan onderbuikgevoelens. Ze denken alleen maar aan hoe walgelijk en verschrikkelijk het is.’ Zijn stem klinkt fel. ‘Ik heb zo vaak gedacht: waarom neemt niemand de moeite om er wat beter over na te denken?’ Volgens Mike komt dat omdat het haast taboe lijkt een nuchtere mening over het onderwerp te hebben. ‘Het is belangrijk dat mensen zich realiseren dat er ook pedofielen bestaan die zich aan de wet houden. Juist door het stigmatiseren van pedofielen wordt de kans op misdrijven vergroot.’ Het is duidelijk dat Mike dit verhaal
Dick Swaab over pedofilie ‘Naar mijn inschatting is het gros van de pedofielen in staat om zijn impulsen te beheersen. De gevallen die in de media komen omdat ze een misdrijf hebben gepleegd, vormen slechts een selecte groep. Het is echter onduidelijk wat de verhouding precies is tussen de pedofielen die zich
‘Virtuele kinderporno kan leiden tot een afname van zedendelicten’ kunnen beheersen, en zij die de fout in gaan. Het taboe op dit onderwerp is groot, waardoor het bijna onmogelijk is om er gedegen onderzoek naar te doen. En wordt er onderzoek gedaan, dan is het vaak naar pedofielen die een misdrijf hebben gepleegd. In Canada worden ex-gedetineerde pedofielen opgevangen door vrijwilligers. Zij voeren gesprekken met ze, gaan boodschappen met ze doen. Het blijkt dat er hierdoor een significante vermindering van
vaker heeft verteld. ‘Een puber die ontdekt dat hij pedofiele gevoelens heeft, heeft alleen voorbeelden van Robert M. en Dutroux. Als je als zestienjarige het gevoel hebt dat je een outcast bent, dan is het heel verleidelijk je er ook zo naar te gedragen. Daarom is het belangrijk om pedofilie bespreekbaar te maken. Ik zou willen dat er iemand was die toen ik het ontdekte tegen me had gezegd: “Je kunt best een normaal leven leiden, met pedofiele gevoelens.”’ Hoe doe je dat dan precies, als pedofiel een nor-
herhalingen plaatsvindt. Als je dat vergelijkt met wat er in Nederland gebeurd, waar recent nog een pedofiel een gebiedsverbod kreeg opgelegd, dan is hier nog veel te winnen. Gelukkig vindt er nu een experiment naar Canadees voorbeeld plaats in Nederland. Isolement leidt zonder meer tot een verhoging van de recidivekansen. Ook in virtuele kinderporno – waarbij beelden van kinderen op de computer op zo’n manier bewerkt zijn dat ze er pornografisch uitzien – kunnen pedofielen hun impulsen kwijt. Het is onzin dat pornografie aanzet tot het verleggen van grenzen. Uit onderzoek van de seksuoloog Milton Diamond is gebleken dat frequent kinderpornogebruik leidt tot een afname van zedendelicten. Begrijp me niet verkeerd. De huidige onrust is begrijpelijk. Het is vreselijk wat er met kinderen gebeurt. Maar ik benader pedofilie pragmatisch: hoe kunnen we ervoor zorgen dat pedofielen hun impulsen beter leren beheersen, zodat de kans op kindermisbruik vermindert? Daarvoor is meer onderzoek naar het pedofiele brein en gedrag noodzakelijk.’
maal leven leiden? Volgens Mike is dat helemaal afhankelijk van hoe je je leven inricht. ‘Als je leeft in afzondering, dan is de kans groot dat het een dominante factor wordt in je bestaan. Maar als je, zoals ik, verder een leuk leven leidt en van alles te doen hebt, dan wordt het een steeds kleiner onderdeel. Dan nemen de leuke dingen de overhand.’ yyy De kinderen op de foto's hebben niets met het artikel te maken.
FoliaMagazine
39
40
FoliaMagazine
‘ Mijn materiaal staat als een huis’ Tim Fransen is stand-upcomedian bij Comedytrain, het comedygezelschap geleid door Jan Jaap van der Wal. Grappen maken is zijn werk. ‘Mensen willen weten hoe het is als het slecht gaat. Nou: kut. In jargon zeggen we: je gaat dood op het podium.’ tekst Anouk Kemper / foto’s Fred van Diem
D
e ouders van Tim Fransen (23) wonen nog bij hem thuis. ‘Ze zijn ook zo afhankelijk van mij,’ verklaart hij zijn publiek. Want na al die jaren moet Tims moeder nog steeds vragen wat hij op z’n brood wil. ‘Mam, leer nou eens zelfstandig mijn brood te smeren!’ Harde lachsalvo’s klinken door comedyclub Toomler. Tim heeft deze grap al tientallen keren verteld, aan wildvreemden. De masterstudent wijsbegeerte zit namelijk bij Comedytrain, het comedygezelschap dat zo’n twintig jaar geleden werd opgericht door Raoul Heertje. Tegenwoordig is Jan Jaap van der Wal de artistiek leider. Een donderdagavond in Toomler, eind september. Tim, een boomlange, sympathieke jongen uit Amsterdam Zuid-Oost, bestelt wat te drinken. Het gaat niet zo goed, zegt hij met zijn zware, ietwat nasale stem. Zijn vriendin heeft het maandag uitgemaakt. Toch oogt hij opgewekt en ontspannen. ‘Ik heb er al een grap over. Maar die ga ik niet maken, dat is zo’n cliché.’ Omdat de UvA-student volgens de andere comedians nu ‘zielig’ is, heeft hij een goede plek
gekregen in de line-up. ‘Ik moest eerst als eerste en nu mag ik als derde.’ De eerste heeft het in de regel het zwaarst, omdat het publiek dan vaak nog niet helemaal ‘warm’ is. ‘Die noem ik ook wel eens “het comedy-offer”.’ Wie een avondje naar Comedytrain gaat, krijgt vijf à zes come-
‘ik ben ervan overtuigd dat mijn studie mij een betere comedian maakt’ dians te zien. Je weet nooit van tevoren welke dat zullen zijn. Het kan best dat Theo Maassen weer eens zin heeft om te stand-uppen. Of Hans Sibbel. ‘Ah, daar heb je een grootheid,’ zegt Tim plechtig, als Roué Verveer onverwacht komt binnenlopen. Hij had zin om mee te doen. Verveer neemt plaats aan de achterste tafel bij de deur, waar alle comedians van die avond zitten. Peter Pannekoek staat op van tafel, loopt wat onrustig heen en weer, rookt buiten een sigaretje en komt weer naar binnen. De verslag-
gever krijgt een handje. ‘Ik ben de MC [Master of Ceremony, red.], de lijm van deze avond,’ zegt Pannekoek. In andere woorden, hij praat de avond aan elkaar. Tim heeft in de metro nog even zijn tekst doorgenomen. Hij drinkt water uit een halveliterglas, net als twee andere comedians. Het is opvallend dat niemand alcohol drinkt. Een teken van professionaliteit, verklaart Tim. ‘Na afloop wordt er wel veel gedronken. Vaak bestellen comedians hun eerste biertje al op de weg van het podium terug naar achteren. Je hoort in hun bestelling dan de opluchting dat het erop zit.’ Vervolgens schat hij de zaal in: ‘Volgens mij wel goed.’ In april kreeg Tim het verlossende telefoontje van Jan Jaap van der Wal. Hij had een goede auditie gedaan. Nu krijgt hij een jaar de tijd om zich verder te bewijzen, zoals gebruikelijk is bij Comedytrain. Daarna wordt bepaald of je écht lid mag worden. ‘Dat is vooral een formaliteit, omdat ik nu al meedraai als alle anderen.’ Leuk detail: Tim was de enige uit zijn auditieronde die werd aangenomen. Sindsdien speelt hij zo’n twee avonden in de week. Tijdens zijn auditie
FoliaMagazine
41
Floor van der Wal foto Rogier Fokke
Op 22 september, de dag waarop de verslaggever en Tim elkaar voor het eerst treffen, is de uitspraak in de rechtszaak rondom Floor van der Wal. De 26-jarige Van der Wal was comedian bij Comedytrain en oud-HvA-student. Eind maart werd ze aangereden, waarna ze in het ziekenhuis overleed. De automobilist, van Marokkaanse afkomst, was doorgereden. Hij krijgt 18 maanden cel, waarvan zes voorwaardelijk. MC Peter Pannekoek is boos over de lage straf. ‘Hij zou door zijn gereden, vanwege zijn “schaamtecultuur”. Belachelijk. Túúrlijk schaam je je. Of je nou Turk, Marokkaan of Nederlander bent. We moeten eens ophouden met onderscheid maken.’
deed hij een stuk over het openbaar vervoer. ‘Ik maak niet zo veel mee. En als ik wel wat meemaak, dan is dat in het OV.’ Hij vindt dat een interessante setting. ‘Je zet mensen gedwongen bij elkaar, die niks met elkaar te maken hebben.’ Geen vreemde fascinatie voor iemand die afgelopen zomer de bachelor sociale psychologie cum laude afrondde. Nu doet hij een master filosofie. Waarom eigenlijk? Hij timmert toch lekker aan de weg als comedian? ‘Ik kan er al een jaar of drie van leven, maar ik ben wel van plan mijn studie af te maken. Een studie geeft je een kader om naar de wereld te kijken en ik denk dat psychologie en filosofie interessante kaders bieden. Ook al zie je het niet direct terug, ik ben ervan overtuigd dat mijn studie mij een betere comedian maakt. Comedy is voor mij vooral interessant als het ook inhoudelijk weet te prikkelen.’ Op het moment dat Tim auditie deed, was hij al ruim vierenhalf jaar bezig als comedian. Het stuk dat hij ging spelen, had hij al minstens tien keer gespeeld. Daar was hij dan ook niet onzeker over. Maar: ‘De auditie vond plaats voor alle leden van de Comedytrain, naast publiek. Alle grootheden van het vak zaten op een rij. Dat was intimiderend, vooral omdat ik ze bij de andere auditanten nogal verveeld zag kijken. Het was dan ook een grote geruststelling toen ik tijdens mijn optreden gelach hoorde uit hun hoek.’ Degene die hem liet kennismaken met het concept cabaret is Hans Teeuwen. Tim zag hem op tv en dacht: ‘Dat lijkt me mooi. En ergens moet je wel denken: dat zou ik ook kunnen.’ Hij trad altijd al graag op, in de zesde klas presenteerde hij de bonte avond. Ook maakte hij grappige liedjes en sketches, die mensen dan via MSN verspreidden. ‘Een paar gingen de halve school rond.’
42
FoliaMagazine
Andere UvA-leden van Comedytrain
Tim Fransen is niet de enige UvA-student die furore maakt bij Comedytrain. V.l.n.r. Thomas Gast (1983) studeerde media & cultuur. Peter Pannekoek deed dezelfde studie, al heeft hij ook even economie & bedrijfskunde gestudeerd. Thijs van Domburg en Emilio Guzman studeerden allebei Nederlandse taal en cultuur. Rutger Lemm deed de bachelor geschiedenis en stond twee jaar in Toomler.
Na het vwo volgde een cursus stand-upcomedy in Amsterdam-West. ‘Er was een uitvoering bij en daar moesten mensen om me lachen. Toen heb ik er vertrouwen in gekregen.’ Hij deed mee aan het open podium van het Comedy Café en deed meer ‘kleine dingetjes in cafés’. In 2007 won hij het stand-upcomedyconcours van het Amsterdamse Kleinkunst Festival. Vervolgens is het balletje gaan rollen. ‘Ik kwam bij Night of Comedy, van Tijl Beckand [o.a. bekend als ‘lama’, red.] en stond meteen in het theater.’ Bovendien won hij in 2010 de jury- én publieksprijs van het Amsterdams Studenten Cabaret Festival. De meest gestelde vraag is volgens Tim: ‘Vind je het niet doodeng?’ ‘Mensen willen weten hoe het is als het slecht gaat. Nou: kut. In jargon zeggen we: je gaat dood op het podium. Dat heb ik drie keer meegemaakt. Héél naar! Het voelt echt een beetje als doodgaan.’ Hij laat zich er niet door weerhouden. ‘Het hoort erbij, het is niet zo erg. En nu zou ik bijvoorbeeld kunnen aanwijzen waar het aan ligt als het slecht gaat.’ Comedian Martijn Koning staat op het kleine podium. Het publiek lacht hard om zijn opmerkingen over het kersverse vaderschap van zanger Van Velzen. Tim moet hierna. Terwijl MC Peter Pannekoek het publiek klaarstoomt, staat Tim bij de bar te dralen, zichtbaar geconcentreerd. Na zijn aankondiging betreedt hij ontspannen het podium. Hij vertelt dat z’n ouders nog bij hem thuis wonen en doet een stuk over deurwaarders, zijn favoriete stuk van het moment. Het lijkt alsof hij nooit anders gedaan heeft dan op een podium grappen vertellen. Na afloop is hij redelijk tevreden. ‘Moeilijke zaal, toch wel. Soms viel het stil. Maar ik had het wel naar mijn zin.’ Een dame uit het publiek ook, blijkt in de pauze. ‘Tim, je bent echt een goeie!’
Ze steekt haar duim erbij omhoog. ‘Dankjewel.’ Veel doet het hem niet. Tegen Roué Verveer: ‘Ik wil straks nog wel wat feedback van jou.’ Hoewel Tim pas kort bij Comedytrain zit, wordt hij niet anders behandeld dan de anderen. ‘Er is sowieso een sterke feedbackcultuur.’ In het begin vond hij die evaluaties wel spannend. ‘Tot nog toe heb ik geen harde kritiek gekregen. Vooral in het begin heb ik vrij veel lof gekregen. Aan de ene kant is die bevestiging heel fijn. Maar ik vond het ook moeilijk, omdat ik ineens met verwachtingen te maken kreeg.’ Deze donderdagavond heeft Tim het publiek niet helemaal goed ingeschat, het bleek ‘moeilijker’. ‘Terwijl het al duidelijk zijn kan als de
‘Soms is het publiek niet zo intelligent als je had verwacht’ MC opkomt,’ vertelde hij in Crea. Volgens Tim ontstaat er al snel een bepaalde norm onder het publiek. ‘Als de eerste paar grappen plat zijn en die slaan aan, dan wordt plat de norm. Het is daarna extra moeilijk om het over politiek te hebben.’ Wat dat betreft had Tim vanavond een beetje pech. Vóór hem maakte Pannekoek een aantal grappen over Marokkanen. Tim deed dat vervolgens ook, aan de hand van een Telegraafartikel. ‘Dat was heel anders, meer ironisch. Ik had het idee dat dat nu totaal niet overkwam. Terwijl ik dit stuk al vaker heb gedaan en toen werkte het wel,’ vertelt hij achteraf. Na afloop van de avond volgt geen uitgebreide evaluatie, dus Tim vraagt zelf even om advies bij Verveer. Die zegt dat hij meer contact met het
publiek moet zoeken. Tim knikt. Hij verklaart aan de verslaggever: ‘Er is een verschil tussen een stukje doen en spelen in het moment. Spel is mijn zwakke kant, mijn materiaal staat als een huis. Ik denk heel erg in tekst, ook als ik schrijf, dus ik zou er meer spel aan moeten toevoegen. Kom je woensdag trouwens ook?’ Woensdag is er comedytraining, een avond waarop comedians nieuw materiaal kunnen uittesten op publiek. In tegenstelling tot donderdag is het vanavond vrij rustig. ‘Normaal vind ik comedytraining alleen maar fijn, je hebt niks te verliezen. Nu heb ik net college gehad en ik ben een beetje ziekig en moe. Ik moet meteen switchen en heb me niet kunnen voorbereiden.’ Tim is de eerste na de pauze, hij heeft nog even de tijd om zijn tekst door te nemen. Martijn Koning is de MC van de avond en heeft een anekdote over een hilarische paddotrip, voordat hij Tim aankondigt (‘echt een heel goeie gast’). Tim vertelt veel politieke grappen en er komt weinig reactie vanuit het publiek. Hij maakt alsnog een grap over zijn verbroken relatie, die slaat een stuk beter aan. Hij sluit af met: ‘Soms is het publiek niet zo intelligent als je had verwacht.’ Toch één harde lach. Na afloop praat Tim kort na met comedian Emilio Guzman. ‘Hij zei dat het gewoon goed was.’ Dat Koning over drugs begon in plaats van over politiek, zoals hij had gezegd, helpt ook niet mee. ‘Daardoor werd het een heel rare switch.’ Tim loopt zijn tekst na. Hij zet kruisjes en krulletjes bij de grappen: werkte wel, werkte niet. ‘Dat iets nu niet werkt, wil niet zeggen dat het nooit werkt. En andersom.’ Het helpt dat collega’s zijn nieuwe materiaal wel goed vinden, zij zijn ‘objectiever’. ‘Toch voel ik me een beetje kut,’ moppert hij. ‘Ik weet niet precies waarom.’ Waarschijnlijk omdat het publiek niet lachte? ‘Ja, dat speelt wel een belangrijke rol,’ lacht hij. yyy
FoliaMagazine
43
lezingenladder het cultureel studentencentrum van UvA & HvA
lezing Voor eenieder die geïnteresseerd is in lezingen en debatten is er de Folia Magazine-lezingenladder. Wij streven ernaar hierin de meest interessante lezingen en debatten in Amsterdam op één plek te verzamelen.
Generatie IK gaat LOS! Over drugs & de hedendaagse party-scene De Balie VR 18/11, 20.30 uur Een avond met theater en discussie over het hoe en waarom van het onbegrensde verlangen van Generatie IK om LOS te gaan.
KennisCafé: Hersenschimmen Het brein als fantast De Balie MA 21/11, 20.00 uur Waren onze verre voorouders ook al bang voor spoken? En kunnen dieren dromen? Een avond over hersenen en fantasie.
De poëzie van Lucebert De Nieuwe Liefde ZO 20/11, 15.00 uur O.a. hoogleraar Thomas Vaessens en Hedy d’Ancona geven een verdere inkijk in het werk van Lucebert, een van onze grootste dichters.
Kerdijk Lezing: Job Cohen Felix Meritis VR 18/11, 19.30 uur De leider van de PvdA zal het hebben over positief paternalisme en gaat aansluitend in gesprek met o.a. Dick Pels, directeur van het wetenschappelijk bureau van GroenLinks.
Ignite Amsterdam 12 Mediamatic Bank WO 16/11, 20.30 uur Twaalf presentaties van vijf minuten, over het publieke domein, kunst en creativiteit.
de Universiteit Leiden, en jurist en historicus Thierry Baudet.
Op weg naar Zuid-Afrika – de klimaattop Rode Hoed DI 22/11, 20.00 uur Een actueel debat over de internationale klimaattop, de Conference of the Parties (COP17), die van 28 november tot 9 december wordt gehouden in het Zuid-Afrikaanse Durban.
Emotie & rationaliteit Spui 25 WO 16/11, 17.00 uur Schrijvers Marja Pruis en Peter Buwalda in gesprek met Stefan Hertmans over zijn essaybundel De mobilisatie van Arcadia, en de huidige verhouding in de wereld tussen emotie en rationaliteit.
Het volk Spui 25 DO 17/11, 20.00 uur
Moeten we het land zien als een bedreiging of als een kans? Laatste editie van de Chinaserie door Henk Schulte Nordholt. studenten gratis, anderen E 5,-
Lezing, muziek
do 17/11 20.00 uur Nerd Nite IV
Presentations, drinks and a bunch of nerds in the awkard act of socializing. In this edition: learn to invent a new language from planet-hunter Christian Thalmann, and conquer Rubik’s Cube by the method of world-famous string theory professor Erik Verlinde. Free admission.
Theater
di 22 - do 24/11 20.00 uur
Candida - The Windmill Company Candida (by G.B. Shaw) is a happily married woman. Sha is also facinated by a young man who she is not married to... Shaw’s 1898 play is placed in this production in the 1970’s - though the play is just as relevant to us today. Admission E 5,Reservations: 020 525 1400
lezing
The Future of Newspapers
Verkiezingen in Spanje
TrouwAmsterdam WO 16/11, 20.00 uur Jesse Burkunk van nu.nl wordt geïnterviewd over de toekomst van de krant.
wo 23/11 19.00 uur Que si, Que no
Op 20 november zijn er verkiezingen in Spanje. Om de uitslag te duiden en in een historische context te plaatsen, zet historicus en Spanjespecialist Chris van der Heijden het allemaal op een rijtje. Studenten gratis, anderen E 5,-
muziek
wo 23/11 20.15 uur
Rode Hoed MA 21/11, 20.00 uur Maartje van Weegen interviewt ‘Nederlands grootste choreograaf ’ Hans van Manen.
CREA Orkest - Dominicuskerk
Leermeester en leerling: Paul Cliteur en Thierry Baudet Rode Hoed MA 21/11, 20.30 uur
U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee
Over de overdracht van kennis en kunde van generatie op generatie. Met Paul Cliteur, hoogleraar encyclopedie van het recht aan
graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje
FoliaMagazine
China (4): China in de 21e eeuw
De Groene Amsterdammer presenteert in samenwerking met SPUI25 een avond over ‘het volk’, met Dick Pels, Meindert Fennema en Xandra Schutte.
Sub Rosa: Hans van Manen
44
do 17/11 20.00 uur
naar harmen@folia.nl onder vermelding van ‘Aanmelding lezingenladder’.
Het CREA Orkest speelt het 2 e pianoconcert van Rachmaninov en de 6 e symfonie van Tsjaikovski. Studenten E 8,-, anderen E 12,- . Ook concerten op: vr 25/11 20.15 uur Oosterkerk Hoorn za 26/11 20.15 uur Beurs van Berlage A’dam
www.crea.uva.nl
CREA. Dat vind je nergenS
overigens
In deze rubriek reflecteren wetenschappers op een actuele stelling.
Artsen sleutelen te veel aan ouderen: daardoor groeien de kosten van de zorg ons boven het hoofd. Dick Swaab hoogleraar neurobiologie
Roel van Driel hoogleraar biochemie
Wilma Scholte op Reimer lector Evidence Based Nursing
Dick Swaab: ‘Overal wordt vermeld dat ouderen zo veel kosten, maar het omgekeerde is eigenlijk waar. En dat lees je nooit. Hoe meer ouderen er zijn, hoe minder politie, gevangenissen en universiteiten er nodig zijn. De politie zal de komende jaren zeker zeggen dat ze beter zijn geworden in criminaliteitsbestrijding, maar de waarheid is dat er relatief veel meer ouderen zijn. Verder is het zo dat dokters niet te veel moeten sleutelen aan ouderen en dat patiënten tegelijk niet te veel moeten vragen. Mensen zouden sowieso veel beter moeten nadenken hoe ze oud willen worden en welke mogelijkheden ze hebben als ze ziek worden. Ik noem dat uitburgeren. Daar wordt nu geen open discussie over gevoerd en dat is wel nodig: als je nu uit het leven wilt stappen zonder dat je een ernstige ziekte hebt, dan is dat voorlopig vrijwel onmogelijk, mede vanwege de alliantie die de VVD met de SGP is aangegaan. Daar moet veel meer openheid over zijn. Zowel wanneer een patiënt het genoeg vindt als wanneer artsen denken dat behandelen geen zin meer heeft.’
Wilma Scholte op Reimer: ‘Dat de kosten ons door de zorg voor ouderen boven het hoofd groeien, is wel heel sterk gesteld. Er zijn dingen die veel duurder zijn, maar dat neemt niet weg dat ouderen een complexe en kwetsbare patiëntengroep vormen. Het is niet alleen een groeiende groep; de mensen in die groep worden ook gekenmerkt door het hebben van meerdere ziektes tegelijk en vaak ook chronische ziektes. Ze hebben daarom te maken met verschillende medische specialisten die niet altijd goed samenwerken en dat kost geld. Ouderen zouden daarom gebaat zijn bij iemand die meer vanuit de patiënt denkt en de regie tussen al die verschillende specialisten op zich neemt. Ik pleit dan ook voor het invoeren van een casemanager om die taak op zich te nemen. Afspraken met specialisten kunnen zo beter op elkaar worden afgestemd. Ook kan inhoudelijk beter gestroomlijnd worden welke behandelingen een patiënt nodig heeft. Zo krijgt de patiënt beter afgestemde zorg en worden de meeste kosten bespaard.’
Roel van Driel: ‘Het is een reëel probleem dat hier wordt aangesneden, maar het gaat niet alleen over ouderen. Te veel medische zorg is niet goed en er zijn veel pregnante voorbeelden te noemen waarbij ouderen dat krijgen, maar er zijn meer groepen patiënten waarvoor dat geldt. Het probleem is dat we kwantitatief niet weten hoe groot de groep is en dat maakt het lastig er eenduidig over te oordelen. Dat we niet weten hoe groot de groep is die wordt overbehandeld, heeft ook te maken met dat het aan een taboe raakt waar we met een grote boog omheen lopen: de vraag wanneer zorg ophoudt zinvol te zijn. Moeten we altijd alles op alles zetten om iemand in leven te houden en ten koste van iedere prijs? Nu wordt alles gerepareerd wat mogelijk is, of het nu gaat om een oudere, een chronisch zieke of iemand die een zwaar ongeluk heeft gehad. Die vragen kunnen we maar moeilijk beantwoorden en daar ligt het probleem. Niet bij de vraag of de kosten ons boven het hoofd groeien, maar waar de grens ligt bij het behandelen van iemand die ziek, oud of op is.’ yyy Floor Boon
FoliaMagazine
45
prikbord HvA
46
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
DMR Praktijkonderzoek
DEM Commerciële
Onderzoekers van hogescholen, universiteiten en praktijkinstellingen buigen zich 23 november in Felix Meritis over dilemma’s en vraagstukken binnen praktijkgericht onderzoek. Tijdens het symposium Onderzoek & Praktijkontwikkeling in de Publieke Sector zullen onder meer Tom van Yperen, Ben Baarda en Sjaak Khonraad spreken. Aan het programma wordt verder ook meegewerkt door verschillende lectoren van de HvA. In de workshops komen onderwerpen als actieonderzoek, spelsimulatie, implementatie, mixed methods en evidence based practice aan bod.
De kwaliteit van het onderwijs binnen de opleiding commerciële economie is onder de maat. Dat schrijven onderwijskundigen in een intern rapport. Studenten zouden soms onterecht een voldoende krijgen. Ook is er kritiek op de afstudeerwerken. Het rapport is geschreven ter voorbereiding op een controle van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) in 2014. Maatregelen zijn inmiddels aangekondigd. Er worden onder meer steekproefsgewijs externe controleurs ingeschakeld om de afstudeeropdrachten van studenten te toetsen.
DBSV 2028
DT Leeuwenburg
De Amsterdamse onderwijsinstellingen willen nieuwe opleidingen in het leven roepen om tegemoet te komen aan de wens van Amsterdam de Olympische Spelen van 2028 te organiseren. Dat staat in het rapport De kansen van het hoger onderwijs in olympisch Amsterdam. Het rapport is mede opgesteld door de HvA en geeft aan wat er de komende jaren op het gebied van sportonderwijs en -onderzoek moet gebeuren om tot een ‘olympisch niveau’ te komen. Zo staat er bijvoorbeeld in dat hogescholen en universiteiten meer ingezet zouden moeten worden voor sportonderzoek.
De HvA werkt aan verbetering van gebouw de Leeuwenburg. Met ingang van 7 november 2011 zijn de D-vleugel op de begane grond en de C-vleugel van de tweede etage in verbouwing. Het is de start van een grondige upgrade van het pand. De bijbehorende werkzaamheden worden naar verwachting later dit studiejaar afgerond. Voor de opleidingen Product Design en Aviation wordt tot in blok 3 gewerkt aan betere werkplekken voor zowel studenten als docenten. Door de werkzaamheden zijn de computerlokalen op de tweede etage verplaatst naar de achtste etage.
DOO Computeronderwijs
DMCI Kledingloos
Bijna driekwart van de leraren gebruikt inmiddels de computer in het onderwijs in het primair- en voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Maar op slechts op zes van de tien scholen is duidelijk vastgelegd hoe de computer moet worden gebruikt voor leren. Dat blijkt uit de Vier in Balans Monitor 2011. In de monitor onderzoekt Kennisnet jaarlijks de stand van het ICT-gebruik in het onderwijs. Uit het onderzoek blijkt verder dat steeds meer leraren vinden dat leerlingen een laptop moeten bezitten. Meer info op onderzoek.kennisnet.nl.
Ze hebben een jaar lang moeten afzien: geen nieuwe shirtjes, broeken, handschoenen en zelfs geen onderbroeken. Tijdens de Free Fashion Challenge moesten 28 deelnemers het een jaar doen met de kleding die ze hadden. Niet alleen om een statement te maken – mode is een wegwerpproduct geworden – maar ook om op zoek te gaan naar een nieuwe definitie van duurzame mode. Sinds 11 november mogen ze weer kleding kopen. Amfi-studente Anniemiek van den Heuvel is een van hen. De eerste aankoop? Een legging, want die zijn allemaal kapot gegaan. www.freefashionchallenge.com
DG ASF
HvA Hvanti
Het Amsterdams Studenten Festival (ASF) is op zoek naar medewerkers. Er zijn functies te vergeven als redacteur en pers-assistent, als promotiecoördinator, maar ook functies in de organisatie van het festival zelf. Het ASF is een jaarlijks cultureel festival voor studenten en andere cultureel geïnteresseerden. Dit jaar wordt het festival, dat in april 2012 van start gaat, voor het eerst georganiseerd op de nieuwe plek van Crea, op de Nieuwe Achtergracht. Zie www.amsterdamsstudentenfestival.nl/vacature. Aanmelden kan tot 28 november.
Hvanti, het netwerk voor Antilliaanse jongeren op de HvA, is op zoek naar medewerkers van de hogeschool die binnen hun domein Hvanti willen vertegenwoordigen. Hvanti bestaat uit studenten afkomstig van de Antillen. Het doel van het project is studenten afkomstig van deze eilanden succesvol te laten zijn in hun studie. Hvanti is onderdeel van Dienst Studentenzaken en is gevestigd in het Kohnstammhuis. De vereniging organiseert regelmatig sociale activiteiten zoals een avondje bowlen, maar ook studiemiddagen. hvanti@hva.nl
FoliaMagazine
economie
prikbord UvA
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
FGw Documentaire
AMC Lodewijk
UvA-alumna neerlandistiek Anne Dilven, momenteel masterstudent journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen, heeft een actie opgezet om een documentaire te maken over de terugkeer naar Irak van de Koerdisch-Irakese UvA-student Europese studies Shaho Jabbari (27). De actie is nodig omdat het maken van de documentaire 10.000 euro kost en dat bedrag er vooralsnog niet is. Via nieuwspost.nl, een site waar journalisten producties kunnen pitchen, probeert Dilven het geld bij elkaar te krijgen. Tot nu toe heeft ze een kleine 2500 euro bij elkaar.
Laurens de Rooy, medisch historicus en conservator van het Museum Vrolik, heeft van zijn dissertatie uit 2009 over oud-rector en anatoom Lodewijk Bolk (1866-1930) een boek gemaakt dat nu is uitgegeven door AUP. Snijburcht. Lodewijk Bolk en de bloei van de Nederlandse anatomie gaat over de kleurrijke wetenschapper die rond 1900 met scalpel, pincet en microscoop de Nederlandse anatomie tot ongekende bloei bracht. Internationale bekendheid verwierf Bolk met zijn foetalisatietheorie waarin hij stelde dat de mens een geslachtsrijp geworden foetale aap is.
UvA BG-terrein
FEB Ernst
De Raad van State zal op 12 januari om 10.30 uur een hoorzitting houden in de zaak van de monumentenvergunning die het Stadsdeel Centrum heeft verstrekt aan de UvA. Het gaat om de monumentenvergunning van de twee monumentale panden op het BG-terrein die de UvA wil afbreken ten behoeve van nieuwbouw. Tegenstanders van afbraak hebben de kwestie via verschillende rechtszaken tot aan de Raad van State gebracht. Tot 1 januari kunnen partijen nog nadere stukken indienen bij de Raad van State. De UvA laat nog onderzoek verrichten door een taskforce.
Om ondernemerschap in Nederland te bevorderen hebben het Amsterdam Centre for Entrepreneurship (ACE) en accountantskantoor Ernst & Young een samenwerkingsovereenkomst getekend. De samenwerking loopt voorlopig tot halverwege 2014 en richt zich op het delen van netwerken en kennis om ondernemerschap onder studenten en startende en groeiende ondernemers te stimuleren. De samenwerking met Ernst & Young zorgt ervoor dat wederzijds kennis en onderzoek over ondernemerschap wordt gegenereerd. Ook zullen er in de toekomst masterclasses worden georganiseerd.
UvA Tjeenk
UvA Eredoctor
Willink
Bolk
& Young
Eredoctor en scheidend voorzitter van de Raad van State Herman Tjeenk Willink heeft op 3 november de prof. dr. J.A. van Kemenadeprijs in ontvangst genomen. Deze prijs wordt door de provincie Noord-Holland eens in de drie jaar uitgereikt aan iemand die zich bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt in het openbaar bestuur. De prijs is in 2002 door de provincie Noord-Holland ingesteld als eerbetoon aan de toenmalige Commissaris van de Koningin Jos van Kemenade. Tjeenk Willink ontving de prijs, bestaande uit twee beelden, in het provinciehuis in Haarlem.
De UvA reikt dit collegejaar maar liefst vier eredoctoraten uit. De laureaten zijn technologisch innovator Martin van den Brink (1957), macro-econoom Willem Buiter (1949), filosoof Daniel Dennett (1942) en theoretisch fysicus Peter Zoller (1952). De vier krijgen een eredoctoraat vanwege hun uitzonderlijk grote prestaties op hun vakgebied. Erepromotoren zijn respectievelijk de hoogleraren Bart Noordam, Roel Beetsma, Johan van Benthem en Jook Walraven. De eredoctoraten worden uitgereikt tijdens de viering van de dies natalis op 6 januari 2012.
Erfgoed Papieren
Studenten Docent
dieren
Het Erfgoedlab is in samenwerking met Artis een project gestart om oude dierenprenten onder de aandacht van dierentuinbezoekers te brengen. De prenten werden in de negentiende eeuw verzameld, maar bezoekers van de dierentuin krijgen ze doorgaans niet te zien. Deze maand loopt er een pilot waarbij bezoekers de platen door middel van augmented reality kunnen zien op hun smartphone. Wie via de site http://artis.ab-c.nl een programmaatje downloadt krijgt de ‘papieren dieren’ tijdens een bezoek aan Artis op zijn telefoon.
van het Jaar
Nog tot en met vrijdag 18 november kunnen alle studenten hun favoriete docent nomineren voor de prijs van Docent van het Jaar 2011, georganiseerd door de Centrale Studentenraad, de facultaire studentenraden en de studieverenigingen. De nominaties worden doorgestuurd naar de studievereniging van de opleiding waar de docent aan verbonden is. De verenigingen maken een voordracht die naar een jury gaat. Uiteindelijk komt er een shortlist van vijf docenten, waaruit de winnaar wordt geselecteerd. Bekendmaking: 6 januari. Zie www.docentvanhetjaar.uva.nl.
FoliaMagazine
47
wasdom Afwijken van de gevestigde orde Mart Visser Leeftijd: 43 (geboren op 10 juli 1968) Beroep: Couturier Studie: Modeacademie Charles Montaigne aan de HvA Afgestudeerd: 1992 Docent: ‘Ik heb nog steeds contact met Yma van den Born. Zij gaf patroontekenen en naaitechnieken. Ik vond haar een goede docente omdat ze oog heeft voor kwaliteit en belang hecht aan de ambacht van ontwerpen.’ Locatie: ‘Het oude belastingkantoor op de Wibautstraat. Ik had er zelf geen les, maar heb er een keer mijn collectie getoond in de prachtige welkomsthal.’ Café: ‘Ik kwam vaak bij café Luxembourg en De Vergulde Gaper, maar het was ook de tijd van de RoXy, de iT en de nadagen van de Mazzo. Ik heb eigenlijk vier jaar lang doorgehaald in de binnenstad.’ Afknapper: ‘Ik wilde dubbel afstuderen op styling en ontwerp, omdat ik vond dat die twee bij elkaar pasten. De opleiding was het daar niet mee eens. Ik heb het toch gedaan, maar werd er niet voor gehonoreerd.’
48
FoliaMagazine
stage Hij deed de modeacademie Charles Montaigne aan de HvA en werd dan ook modeontwerper, oftewel, couturier: Mart Visser. tekst Julie de Graaf / foto Eline Klein
‘Z
olang ik mij kan herinneren, ben ik bezig geweest met stoffen, creëren, etaleren en verkleden. Het kon met mij dan ook echt geen andere kant op dan de modewereld. Op de middelbare school weigerde ik te leren en belandde ik via de havo en mavo op het lager economisch en administratief onderwijs (leao). Daar kreeg ik les in zaken als boekhouden, typen en balansen opmaken. Ondanks het lage opleidingsniveau was het zeer leerzaam. Daarna stroomde ik door naar de mbo-opleiding voor mode en kleding, waar ik allerlei nuttige dingen leerde zoals patroontekenen en marketingtechnieken. Nadat ik mijn diploma behaalde, ben ik gaan werken als stylist en begon ik een hoedencollectie onder mijn geboortenaam Martin Arie. Mijn werk liep zo goed, dat ik geen tijd had om zelf het toelatingsexamen voor de modeopleiding aan de HvA te doen. Op de dag dat ik voor de toelatingscommissie moest verschijnen, was ik geboekt als stylist bij een fotoshoot. Mijn moeder schoot te hulp en heeft mijn werk gepresenteerd. De commissie zag daar gelukkig de humor wel van in en ondanks mijn afwezigheid werd ik, op basis van mijn werk, aangenomen. Ik was een eigenwijze leerling en wist precies wat ik wel en niet wilde. Zo haatte ik tekenen en kwam ik zo min mogelijk naar de tekenles. De docente vond dat geen probleem, zolang ik maar de verplichte opdrachten inleverde. Ik tekende dan een enkele schets van een mannequin, maakte daar kopieën van die ik inkleurde met ecoline en vervolgens weer kopieerde. Zo creëerde ik een heel proces dat er ook nog eens bijzonder uitzag, zonder dat ik daadwerkelijk hoefde te tekenen. Mijn
docente zag natuurlijk gelijk dat ik niet had voldaan aan alle uren die ik had moeten maken, maar gaf me wel een goed cijfer. Ik denk nog vaak terug aan mijn tijd aan de HvA, bijvoorbeeld als ik naar tentoonstellingen of exposities ga. Wij moesten van mijn docente kunstgeschiedenis namelijk regelmatig labels voor kleding maken, geïnspireerd op het werk van grote kunstenaars en vormgevers. We deden dan eerst uitgebreid onderzoek naar bijvoorbeeld Henri Matisse en de tijd waarin hij leefde, zijn omgeving, inspiraties en werken. Iedereen vond het vreselijk om te doen, maar de grap is dat ik er heel veel van heb opgestoken. Laatst stond ik in New York voor een prachtige Rothko en moest ik ineens terugdenken aan de labels die ik twintig jaar geleden met hem in gedachte moest maken. Na mijn afstuderen aan de modeacademie wilde ik meteen aan de slag als ontwerper. Omdat ik weigerde een uitkering te trekken, werkte ik vijf dagen per week tot ’s avonds laat als barkeeper in het Memphis hotel. ’s Ochtends stond ik dan weer vroeg op om aan mijn collectie te werken. Ik had geen cent te makken en voor mijn eerste show kocht ik tweedehands bontjassen op het Waterlooplein, die ik in stukken sneed en met een wit overhemd van mezelf en een geleende zwarte leren broek van Frans Molenaar op de catwalk zette. Die show viel op omdat ik innovatief met mijn materiaal omging en een eigen signatuur had. Het publiek zag dat er iets nieuws gaande was dat afweek van de gevestigde orde. Sindsdien heb ik elk halfjaar een nieuwe collectie gepresenteerd en volgend jaar vier ik mijn twintigjarig jubileum als couturier.’ yyy
Hester Dijkhuizen (21) Studie Pedagogiek (HvA) Stage Praktijkschool West-Friesland Verdiensten € 100,- per maand Beoordeling JJJJJ ‘Op de Praktijkschool West-Friesland zitten leerlingen van 12 tot 18 jaar met een IQ onder de 80, die hier worden voorbereid op het arbeidsproces. Omdat iedereen ze hier positief benadert en alles in het teken van de leerlingen staat, zie je die kinderen hier echt opbloeien. Ik schuif regelmatig aan in de klassen om de leerlingen te observeren. Later bespreek ik dan met de schoolpsycholoog, zorgcoördinator en klassenmentor wat ik heb gezien. Ook ga ik een workshop geven aan docenten die geen diploma hebben voor het speciaal onderwijs. Daarnaast begeleid ik een leerling met autisme bij examentraining. Dat is soms lastig, omdat ze autistisch is en daardoor onverwacht kan reageren, maar als je deze leerlingen structuur biedt, merk je dat hun gedrag stabieler wordt en dat is heel mooi om te zien. De leerlingen beheren hier hun eigen eetcafé, dat dagelijks tussen twaalf en half een opengaat, daar begeleid ik ze bij. Daarmee leren ze helemaal zelf een bedrijfje te runnen en met geld om te gaan. In de pauzes zit ik met alle docenten samen in de aula, om de band met de leerlingen te versterken. Het is prachtig om te merken wat je van ze terugkrijgt. Ze raken allemaal snel aan je gehecht en roepen dingen als: “Juf Hester is lief!” Eigenlijk was ik van plan later iets in opvoedingsondersteuning te gaan doen bij een consultatiebureau, maar deze stage heeft mijn mening radicaal veranderd. Ik wil hier voorlopig nog niet weg.’ yyy Clara van de Wiel
FoliaMagazine
49
FoliaMagaz ine weekblad
toehoorders Folia Magazine vraagt naar de meningen over een college of les
voor HvA
en UvA
nr. 10 16/11/201 1
Seksuele voorkeur: Het onmo gelijke verlan 12gen van de pedo fiel
Tim Frans Hij kan levenen maar maak van comedy t eerst zijn studie af Ruben Terlou Student en ‘Iedereen prijzenfotograaf dacht: Wie is die gast? ’ André Köbb en De expert ‘Fraudeursover Stapel zijn briljan te mensen’
Hoorcollege ‘Theoretische Navigatie’, door Dirk Reedijk woensdag 9 november, 12.40 uur, de Leeuwenburg tekst Clara van de Wiel / foto’s Danny Schwarz
colofon
Weekblad voor de HvA en
UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en Havana (1996). Redactieadres Vendelstraat 2, 1012 XX Amsterdam, telefoon 020-5253981, e-mail: redactie@ folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Floor Boon, Kim Bos, Luuk Heezen, Wim de Jong, Jeff Pinkster, Eva Rooijers, Gijs van der Sanden,
Koert Cornelis Platje (24)
Elisa Schouten (18)
‘Dit is het vervolg op een ander vak en de dingen die ik daar heb geleerd zie ik nu terugkomen. Bijvoorbeeld begrippen als de ellipsoïde en de noorderbreedte. Die snap ik dus al beter en dat is chill. De docent legt duidelijk uit; als hij bijvoorbeeld het meten van graden uitlegt, gebruikt hij steeds een helder voorbeeld. Het nadeel daarvan is dat ik de hele tijd meeschrijf en geen tijd heb de uitleg te volgen. Hopelijk snap ik uiteindelijk niet alleen dat ene voorbeeld.’
‘Deze docent gaf duidelijke uitleg en ik begreep eindelijk iets van de stof. Dat doet hij beter dan zijn voorganger van het andere navigatievak. Die was minder duidelijk en stond de hele tijd voor het bord, zodat ik de helft niet meekreeg. Deze docent tekende steeds voorbeelden op het bord, zoals een koker in de wereldbol bij het uitleggen van afstanden meten op het water. Ik hoop dat ik door hem het vak navigatie beter ga begrijpen en leuker ga vinden.’
Maritiem Officier
Maritiem Officier
Danny Schwarz, Bob van Toor, Annemarie Vissers, Clara van de Wiel, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee Fatihya Abdi, Bram Belloni, Jan van Breda, Fred van Diem, Robbert Dijkgraaf, Julie de Graaf, Jan-Maarten Hupkes, Anouk Kemper, Eline Klein, Marc Kolle, Haro Kraak, JeRoen Murré, Ron Santing, Ruben Terlou, Won Tuinema, Tjebbe Venema, Mariska Vermeulen Eindredactie Harmen van der Meulen Correctie Martien Bos Opmaak Hannah Weis, Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Ronald Ockhuysen (voorzitter),
Christian Kuipers (27)
Arnout Roorda (21)
‘Een lastig vak. Ik heb alleen wiskunde A gehad en bij zo’n vak merk je dat direct. Gelukkig herhaalt deze docent het gewoon als je het nog niet snapt. Orde houden is in deze klas altijd lastig, omdat het een groep van meer dan vijftig man is. Maar hij slaagde er heel goed in door mensen aan te spreken als ze er doorheen kletsten. Ik wil stuurman worden, dus dit vak is erg belangrijk. Ik heb dan ook flink wat aantekeningen gemaakt: anderhalf A4’tje.’
‘Ik vond het moeilijk te volgen, maar dat kwam vooral door hoe slordig hij schrijft. Aan het eind van de les merkte je wel dat de klas onrustig begon te worden. Het is wel héél veel theorie. Maar ik denk dat ik, als ik er genoeg tijd in steek, wel bij kan blijven. Soms kan ik de navigatietechnieken die ik hier leer al toepassen in de simulator. Maar niet alles: op de kleine afstanden die wij oefenen heb je de grootcirkel van de globe natuurlijk nog niet nodig.’ yyy
Maritiem Officier
50
FoliaMagazine
Maritiem Officier
Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider), Margot Riedstra Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl
deining ‘Een interim-manager die na negen maanden nog niet is vertrokken, is een slechte interim-manager.’ Hoogleraar en adviseur Jaap Boonstra over de astronomische bedragen die het COA aan buitenstaanders betaalde voor hun diensten, in de Volkskrant. ‘In dat aspect zijn we niet vooruitgegaan.’ Scheidend AMC-hoogleraar Joep Bartelsman vindt dat het AMC ondanks zijn inspanningen nog onvoldoende patiëntvriendelijk is, in Elsevier. ‘Ik had me Amsterdam anders voorgesteld.’ Chinese HvA-uitwisselingsstudente Weiwei Hu moest even wennen aan haar onderkomen in Daalwijk (Bijlmermeer), in Elsevier. ‘Wat colleges voor studenten in hun eerste jaar lijkt me onvoldoende.’ Kees Schuyt, voorzitter van de KNAWcommissie die gaat bekijken hoe onderzoekers om moeten gaan met onderzoeksgegevens, over hoe de wetenschap aandacht moet besteden aan beroepsethiek, in nrc.next. ‘Bij de UvA heb ik weinig gevoel, die zegt mij niks meer. Zij doen ook niks met mij.’ Vice-voorzitter van de HBO-raad Geri Bonhof tijdens het Nationaal Alumni Congres, op ScienceGuide. ‘Hij is bescheiden, rustig, analytisch ingesteld, een uitstekend academisch econoom.’ Hoogleraar monetaire economie Lex Hoogduin over de nieuwe Griekse premier Lucas Papademos.
Opvallende quotes uit de afgelopen week van (voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien,
de lezer
In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.
Marieke van Agtmael (22), Human Resource Management, HvA ‘Het leuke van Folia Magazine vind ik de verhalen over studenten. In de artikelen waarin studenten aan het woord komen kun je zien dat ze iets interessants doen naast hun studie, zoals de voetballer van Ajax bijvoorbeeld. Of die jongen die helemaal gek was van Egypte, zó cool om te lezen dat hij na zijn studie informatica nog Egyptische taal & cultuur is gaan doen. Dan denk je: o ja, dat kun je ook altijd nog doen. Dat geldt ook voor het artikel over de docent die naar Limburg ging, al heb ik dat niet uitgelezen. Ik vind docenten minder interessant, maar begrijp dat zij ook Folia Magazine lezen: studenten voor studenten, docenten voor docenten. Wat ik helemaal niet leuk vond was “Drift”. Het ging over een meisje dat haar buurman had versierd, maar het nam een vreemde wending toen ze haar vriendje zwart ging maken. Dat is toch niet de insteek van het stuk? Dan denk ik: leuk dat je dit allemaal vertelt, maar ik hoef het niet te lezen. Op de bladzijde naast “Drift” stond wel iets goeds: een advertentie voor een stageplaats. Dat soort advertenties zouden er meer in moeten staan, dat trekt veel mensen aan. Ik ben niet eens op zoek naar een stage, maar ik heb de hele advertentie gelezen. Voor dat soort tips is dit tijdschrift de beste plaats, daarom lees ik ook de restaurantrecensie. Het zou verder leuk zijn als er naast een lezingenagenda ook concerten in zouden staan.’ yyy tekst Bob van Toor / foto Danny Schwarz
volgende week Studeren maakt dik
Rennen als je leven
Studenten komen gemiddeld twee kilo aan in de eerste maanden van hun studie. Folia Magazine zet eerstejaars op de weegschaal.
Marlou van Rhijn, oftewel de ‘bladebabe’, wil naar de Paralympics van 2012.
Leve de revolutie?
Horen wat jij denkt
De verkiezingen in Egypte komen eraan. Dirk Wanrooij doet verslag uit het land waar hij zijn scriptie schreef.
Hoe zorgen politieke partijen ervoor dat hun onderwerpen op de agenda komen? Neerlandicus Yvon Tonnard deed er onderzoek naar.
mail het naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
51
Maak kennis met uw 400 online experts
De juiste mensen voor een korte of langere periode. freelancefirm selecteert, adviseert, bemiddelt. Wel zo gemakkelijk. Naast de ene interim specialist kunt u bij ons ook terecht voor een heel projectteam. Dat hoeft u niet zelf te regelen of in te richten, wij regisseren dat graag voor u. Ga naar www.freelancefirm.nl of mail direct naar info@freelancefirm.nl.