FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA
nr. 13 07/12/2011
ILO onder vuur Leraren in wording boos over onderwijs Cousine Twee kokende nichtjes en hun eetbedrijfje Neutrino-gate Meting onweerlegd maar scepsis blijft
Een prettig gesprek met
Robbert Dijkgraaf
(advertentie)
Saskia Sassen
Saskia Sassen
“The Urbanization “The Urbanization of Global Networks”
of Global Networks”
Lecture to Inaugurate the Centre for Urban Studies
Lecture to Inaugurate the Centre for Urban Studies
www.urbanstudies.uva.nl
www.urbanstudies.uva.nl
12 December, 12:00 Aula, Lutherse Kerk12 (Singel 411) 12:00 December, Followed by Aula, reception Lutherse Kerk (Singel 411)
Followed by reception
Opening Centre for Urban Studies De stad is de plek waar het leven bruist. Ondanks, of juist dankzij, mondialisering en de digitale revolutie, is het nog steeds de plaats die mensen aantrekt om zich te vestigen, productief te zijn, en hun mening te verkondigen. Economische vernieuwing, ideologische strijd, migratiestromen en culturele diversiteit; het zijn ontwikkelingen waar steden vandaag de dag mee te maken hebben. Hoe kan een wereldstad als Amsterdam inspelen op deze uitdagingen? Het nieuwe Centre for Urban Studies van de UvA stimuleert toonaangevend interdisciplinair onderzoek naar stedelijke vraagstukken in Amsterdam en wereldwijd. Urban Studies is één van de 15 onderzoekszwaartepunten van de Universiteit van Amsterdam en legt ook relaties tussen wetenschap, praktijk en beleid. Op 12 december om 12:00 uur geeft de wereldberoemde expert op het gebied van globalisering en stedelijke problematiek, Saskia Sassen, een lezing in de Aula van de Universiteit van Amsterdam ter ere van de opening van het Centre for Urban Studies.
Saskia Sassen (Columbia University, London School of Economics) is deze maand door Foreign Policy verkozen tot één de belangrijkste ‘global thinkers’ van onze tijd. Zij schrijft regelmatig voor The Guardian, The New York Times, Le Monde en Newsweek International. Als één van de meest geciteerde sociale wetenschappers van deze tijd houdt Sassen zich bezig met de veranderende en steeds belangrijker wordende rol van steden in het proces van mondialisering.
De lezing van Sassen vormt de start van het Centre for Urban Studies, dat Amsterdam wereldwijd op de kaart zet en haar uitdagingen met alle betrokkenen aangaat. Iedereen is daarom van harte welkom bij deze unieke gelegenheid! De lezing wordt gevolgd door een receptie met vrije toegang.
inhoud #13 Robbert gaat weg 10
KNAW-directeur en Nederlands bekendste wetenschapper Robbert Dijkgraaf vertrekt naar Princeton. ‘Het is mooi dat er plaatsen op de wereld zijn waar je op je plek bent.’
Elementaire deeltjes 22
Neutrino’s lijken sneller te zijn dan het licht en weerleggen daarmee de relativiteitstheorie van Einstein. Maar klopt het onderzoek?
Nichtjes, huisgenoten, kookgekken 28 Studenten Jessie van der Linden en Vera Ramuz zijn zo bezeten van koken dat ze hun eigen cateringbedrijf begonnen: Cousine.
De ongelukkige klas 34
Het rommelt op de ILO, de lerarenopleiding van de UvA. Studenten uiten kritiek op de halfslachtige koers en slechte organisatie. ‘Als je inhoudelijk wilt discussiëren kun je beter onderwijskunde gaan studeren.’
en verder uitgelicht 6-7 de week/het moment/navraag 8-9 opinie 18-20 Asis Aynan 19 Emma Curvers 20 brieven/ promoties 21 op de tong 25 objectief 26-27 passie 33 drift 41 de adviesdienst 43 lezingenladder 44 overigens 45 prikbord 46-47 wasdom 48-49 stage 49 toehoorders 50 de lezer/deining 51
4
FoliaMagazine
redactioneel 10
22 Robbert
28
34
Een zondagskind met een cv van maar liefst veertien pagina’s. Robbert Dijkgraaf, deze week ons covermodel, draait er zijn hand niet voor om. Hij is de baas bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, universiteitshoogleraar en bedenker van de site proefjes.nl; hij zit in het bestuur van de VPRO en schuift ook maandelijks aan bij De Wereld Draait Door. En dan ben ik pas op de eerste pagina van zijn cv. Het kan u niet ontgaan zijn dat Dijkgraaf Nederland verlaat en gaat werken bij het wereldberoemde Institute for Advanced Study in het Amerikaanse Princeton. Natuurlijk is het leuk dat Robbert – iedereen noemt hem namelijk zo – naar een van de meest prestigieuze instituten van de wereld gaat en in het voormalige huis van Albert Einstein (zie boven) mag wonen; maar daarnaast is het vooral ook erg jammer dat hij weggaat. Niet alleen voor de UvA, ook voor ons als Folia Magazine. Hij is behalve vicevoorzitter van Stichting Folia Civitatis, het orgaan die dit magazine uitgeeft, ook een zeer gewaardeerd columnist. Als het aan ons ligt blijft dat laatste zo. Op 2 december bleek dat de UvA onderaan bungelt in de Keuzegids Universiteiten. Reden te meer om het vertrek van iemand met het kaliber van Dijkgraaf te betreuren, en ook reden tot zorg. Het zou het UvA-bestuur sieren, zo merkte ook de Asva dit weekend terecht op, om dit signaal serieus te nemen. De UvA scoort inderdaad relatief hoog op onderzoeksranglijsten, zoals het bestuur zich haastte te verklaren bij monde van de woordvoerder. Maar de onderwijskwaliteit blijft steken. Door te stellen dat men zich ‘niet herkent in het slechte beeld’, geeft de UvA er blijk van noch haar studenten, noch zichzelf erg serieus te nemen. Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl, @jimfjansen (twitter)
48
FoliaMagazine
5
foto’s Danny Schwarz
uitgelicht
6
inpakken en wegwezen Voor een voorjaarsschoonmaak is het eigenlijk nog wat vroeg, maar toch wordt er al flink de bezem gehaald door het StuC aan het Binnengasthuis. Alle hier gevestigde studentenorganisaties verhuizen binnenkort naar het nieuwe Crea op het Roeterseiland en dat betekent dat er stevig moet worden opgeruimd. Vooral voor de Asva (foto linksonder), die al sinds 1994 in het StuC zit, wordt het fors inschikken. Waar ze nu nog 194m2 tot hun beschikking hebben, is dat op de nieuwe locatie nog maar 50m2. Stevig snoeien in het aanzienlijke archief dus. Datzelfde geldt voor vereniging D.E.R.M. (foto rechtsboven), die onlangs rond de honderd kilo moest weggooien en zelfs een gevonden voorwerpenverkoop organiseerde om van spullen af te komen. 23 december moet alles ingepakt zijn, zodat er vanaf 16 januari verhuisd kan worden naar de nieuwe locatie. Overigens zijn de meisjes op de foto rechtsonder bezig met een kunstproject met vuilniszakken, en dus niet aan het opruimen. yyy Clara van de Wiel
FoliaMagazine
FoliaMagazine
7
de week
A
De bof was terug van weggeweest en de soap rond het BG-terrein kabbelde voort.
Alsof studenten nog niet voldoende blootgesteld worden aan besmettingsgevaar, kondigde de voorzitter van het Domein Media, Creatie & Informatie (DMCI) Geleyn Meijer afgelopen week aan dat de media-opleidingen van de UvA en de HvA inniger gaan samenwerken. Bij intensievere samenwerking moeten we vooral denken aan de uitwisseling van studenten en docenten, zei Meijer. Of er naast kennis en ervaring ook bof zal worden uitgewisseld, zien we vast terug in het onderzoek van de GGD. Toch is het volgens de Volkskrant niet de bof, maar zijn het vooral de torenhoge kosten waarvoor samenwerkende onderwijsinstellingen beducht moeten zijn. De krant berichtte afgelopen week dat de collaboratie tussen de Hogeschool van Hall Larenstein en de Universiteit van Wageningen niets minder dan een financiële strop is voor de hogeschool. ‘De universiteit kleedt de hogeschool volledig uit,’ riep emeritus hoogleraar Arnold Heertje in de krant over de gang van zaken bij Van Hall Larenstein. Wat zou Heertje te zeggen hebben over de soap van het BG-terrein, die afgelopen week zijn zoveelste wending heeft genomen? De UvA
8
FoliaMagazine
foto Danny Schwarz
ltijd gedacht dat de bof zich beperkt tot opgeblazen wangen. Maar het virus kan bij complicaties klaarblijkelijk ook afdalen naar de teelbal en de eierstokken, leerden we deze week. Des te verontrustender is het nieuws dat de bof, die zich verspreidt via de lucht, steeds vaker voorkomt. En dan vooral onder studenten, want die hebben – als het goed is – veel sociale contacten. Omdat de ziekte praktisch was verdwenen willen het RIVM en de GGD nu met speekselmonsters in kaart gaan brengen hoe de ziekte zich precies verspreidt.
Het Science Park was een van de locaties waar je de conferentie TEDx Amsterdam op een groot scherm kon volgen. Voor bofbesmetting hoefde je hier in ieder geval niet te vrezen. Blijkbaar had iedereen belangrijkere zaken te doen dan naar de toespraken van Henkjan Honing, Eveline Crone en Louise Fresco te luisteren.
pakte het groots aan en organiseerde een heuse persbijeenkomst om het ‘deskundigenrapport’ over de toekomst van het BG-terrein te presenteren, waarmee de universiteit het sloopbesluit voldoende hoopt te motiveren. Het nieuwste plan is nu om het Atrium af te breken zodat de authentieke binnenhof kan worden hersteld. Zoals dat gaat bij soaps, laat het antwoord op deze cliffhanger nog even op zich wachten. Stadsdeel Centrum kan namelijk pas over acht maanden beslissen over het al dan niet verstrekken van een sloopvergunning. Ach, als je maar gezond bent, zeggen mensen dan. Voor de studenten die elk risico op bof op de
teelbal willen uitsluiten, was het deze week in elk geval goed toeven bij de livestream van TEDx in het Science Park. Zoals de foto laat zien was kans op interactie met andere levende wezens daar miniem. yyy Eva Rooijers en Gijs van der Sanden
1 december 2011
tweet van de week @JRHelmus Jurjen Rienk Helmus Er kwam net een student voor de tentameninzage vanaf zijn eigen bruiloft naar de #HvA strak in pak en gaat zo weer terug #inzet #respect https://twitter.com/#!/JRHelmus/
foto’s The Exchange Hotel foto Hulya Kilicaslan
Slapen in mode, dat kunnen hotelgasten sinds zaterdag in het nieuw geopende The Exchange Hotel aan het Damrak. Acht studenten en alumni van het Amsterdam Fashion Institute (Amfi) werkten een jaar lang aan de inrichting van het hotel. Opdracht: kleed de kamers aan zoals je een model zou kleden. Zo zijn er kamers geïnspireerd op de kraag van Rembrandt, een jurk van Marie-Antoinette en een Matrassenkamer die aandoet als een warme winterjas. yyy Annemarie Vissers
navraag Yair da Costa Al op 13-jarige leeftijd zei Yair da Costa (23, geschiedenis, UvA) tegen wijlen Pim Fortuyn dat hij ooit premier van Nederland zou worden. Nu, tien jaar later, doet hij mee aan het tv-programma Premier gezocht! van de VPRO.
Hoe kom je bij dit programma terecht? ‘Ik kreeg een mailtje doorgestuurd van de VVD-wethouder van financiën in Zuidoost, Emiel Jens. Daarin stond dat de VPRO op zoek was naar aanstormend politiek talent. Ik werk als VVD-fractieassistent en wethouder Jens dacht aan mij. Ik sta namelijk bekend als “de jongen die altijd roept dat hij premier gaat worden”, al vanaf mijn dertiende.’ Dat is behoorlijk jong. Hoe kwam je op die gedachte toentertijd? ‘Ik hoorde dat Pim Fortuyn zou spreken in Noordwijk, daar ben ik toen op mijn fietsje heengereden. Ik kon hem even aanspreken en ik heb hem gezegd dat ik én bij zijn partij
wilde, én dat als hij geen premier werd, ik het uiteindelijk zou worden. Fortuyn vond het grappig en zei dat ik dan eerst maar heel goed mijn best op school moest gaan doen. Korte tijd daarna werd hij neergeschoten. Maar hij heeft mij enorm geïnspireerd. Zijn beleid sprak me aan. Toen wist ik: dit wil ik gaan doen.’
Wat maakt jou een goede premier? ‘Ik ben no-nonsense, ik denk dat ik mensen heel goed kan overtuigen van hun eigen kunnen en ik ben een tikje ondeugend. Ik deel graag plaagstootjes uit, ik zeg wat ik denk. Dat onderscheidt me ook van mijn concurrenten in het programma, al zijn die ook sterk. De tijd dat
politici zo saai mogelijk moeten zijn, hebben we gehad. Een kleurrijker persoon past meer bij deze tijd.’
En wanneer ben jij de premier van Nederland? ‘Ik heb geen glazen bol. Wat mij betreft mag Rutte blijven zitten, hij doet het goed. Wat de toekomst brengen moge, is in des Heeren hand. Maar ik help de Heere graag een handje, vandaar ook mijn deelname aan het programma. Goed dan: over twintig jaar hoop ik in het Torentje te zitten.’ yyy Annemarie Vissers Premier gezocht! wordt uitgezonden op 8 december, om 20.25 uur op Nederland 3.
FoliaMagazine
9
‘Creatieve wetensch moet je vrijheid 10
FoliaMagazine
happers d geven’
Hij is zonder twijfel de bekendste wetenschapper van Nederland, maar niet lang meer. Robbert Dijkgraaf, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en universiteitshoogleraar, vertrekt naar Amerika. ‘Ik heb het idee nooit losgelaten dat ik dingen wil doen die van mezelf zijn.’ tekst Greta Riemersma / foto’s Joost van den Broek
FoliaMagazine
11
T
oen de benoeming van Robbert Dijkgraaf als directeur van het Institute for Advanced Study (IAS) in het Amerikaanse Princeton net rond was, liep hij er Freeman Dyson tegen het lijf, de wereldberoemde natuurkundige. ‘Heb je nog een advies voor me?’ vroeg Dijkgraaf hem. Ja, dat had hij wel. Dyson, 87 jaar oud en sinds 1953 verbonden aan het instituut, zag zeven directeuren komen en gaan. ‘Doe geen kwaad,’ zei hij. In dat antwoord school de stem van een andere illustere wetenschapper wiens naam steevast wordt geassocieerd met het instituut: Albert Einstein. Vanaf 1933 werkte hij bij het IAS, dat drie jaar daarvoor was opgericht en gehuisvest in een landhuis midden in de bossen van Princeton, New Jersey. Einstein maakte een profielschets voor de directeursfunctie en de strekking was: als hij de medewerkers maar met rust laat. Dijkgraaf weet dus wat hem staat te doen als hij vanaf juli volgend jaar het IAS gaat leiden. Hij moet ervoor zorgen dat 28 hoogleraren en een variërend aantal gastwetenschappers in optimale vrijheid hun werk kunnen doen. Verder kan hij zich aan zijn eigen onderzoek naar de snaartheorie wijden en de wetenschap promoten. Een ideale combinatie, vindt hij, al heeft het hem wat maanden gekost om dit te kunnen denken. Dijkgraaf is sinds 1992 hoogleraar mathematische fysica bij de Universiteit van Amsterdam. Sinds 2008 is hij president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Toen het Amerikaanse onderzoeksinstituut hem benaderde om te komen praten over het directeurschap, was zijn eerste reactie: ‘Nul procent kans dat ik dit ga doen. Hier heb ik geen zin in.’ Geen zin in? Wat is dat nou voor raars. Het is nogal een promotie. ‘Ik was en ben enorm verknocht aan wat ik nu aan het doen ben. Alles loopt, bij mijn gezin ook. Mijn kinderen zijn 11, 13 en 15, ze zitten net midden in hun school. Mijn vrouw en ik hadden zoiets van: waarom zouden we dit in godsnaam doen?’ Wat heeft u anders doen beslissen? ‘Ik realiseerde me dat die directeursfunctie
12
FoliaMagazine
prachtig is omdat ik een aantal zaken kan combineren. En de board of trustees heeft mij ervan overtuigd dat de dingen die ik in Nederland doe en waarvan ik veel energie krijg, internationaal advies, promotie van de wetenschap, ook dáár kan doen. Ik dacht: wacht even, dan is dit een van de mooiste instellingen van de wereld.’
Zo’n soort mens als u, is dat iets nieuws bij het Institute for Advanced Study? ‘Ik moet denken aan dat kinderspeelgoed: rondjes, vierkantjes en driehoekjes die je in zo’n gefiguurzaagde kubus moet stoppen. Ik ben een gek vormpje en blijkbaar is daar een gaatje voor.’
Voor hoelang bent u aangesteld? ‘Voor een termijn van vijf jaar en die kan worden verlengd met vijf jaar. En als ik stop, word ik automatisch hoogleraar. Ik kan daar dus tot mijn 70e aan het werk blijven.’
En wat vinden uw vrouw en kinderen er intussen van? ‘Ze vinden het erg leuk. We zijn een avontuurlijk gezin.’
U komt misschien nooit meer uit de Verenigde Staten terug. ‘Er is geen dwingende reden voor, maar als ik één ding heb geleerd, is het nooit nooit te zeg-
‘Ik ben een gek vormpje en blijkbaar is daar een gaatje voor’ gen. Ik zie nog voor me hoe ik in mijn kamer aan de UvA stond en mijn cv in een kast ging opbergen. Ik dacht: die hoef ik nooit meer te veranderen, ik blijf hoogleraar aan de UvA. En kijk waar het leven me brengt.’ Alles lukt u, hè? ‘Lukken houdt in dat ik iets bewust zou hebben geprobeerd, nagestreefd. Dat is niet zo.’ Dan formuleer ik het anders: u hebt een droomcarrière, toch? ‘Ik ben bevoorrecht en wat bijzonder is aan deze nieuwe baan: het is een hele goede match. In het begin zag ik het niet zo, maar intussen denk ik: het is mooi dat er plaatsen op de wereld zijn waar je op je plek bent. Zeker bij mij is dat niet zo voor de hand liggend. Ik heb toch een wat apart profiel, omdat ik niet honderd procent onderzoeker ben, niet honderd procent bestuurder en niet honderd procent populariseerder van de wetenschap. Ik vind alledrie leuk.’
Robbert Dijkgraaf (51) zit nu nog in Amsterdam, in het monumentale Trippenhuis aan de Kloveniersburgwal, waar de KNAW resideert. In zijn kamer zit hij tussen schilderijen van twee van zijn voorgangers: aan de ene kant de taalkundige Hendrik Kern, aan de andere kant de natuurkundige Hendrik Lorentz. Die laatste is Dijkgraafs ‘absolute held’, op Nederlandse schaal dan, want op wereldschaal is Einstein dat. Al als middelbare scholier doorgrondde hij diens relativiteitstheorie. Hoe is bij u die interesse voor natuurkunde ontstaan? ‘Ik weet nog dat ik op zolder eindeloos bezig was met experimenteren. Met een vriendje maakte ik tekenfilms met een oude camera, dan zaten we te spelen met lenzen, licht en geluid. We hadden ook een autobaan met stoplichten en dan maakten we van oude klokken een schakeling erin. Het was een soort knutselen, ik wilde mijn fantasie kunnen gebruiken.’ Stimuleerden uw ouders die experimenteerdrift ook? ‘De natuurwetenschappen waren in ons gezin op geen enkele manier aanwezig. Ik was enig kind. Mijn vader had een managementfunctie in de Rotterdamse haven en dat was wat mij betreft niet zo spannend. Hij was wel geïnteresseerd in leren, hij had een enorme boekenkast. Mijn moeder was creatief, eindeloos zaten we met zijn tweeën te schilderen. Maar ik had niet door dat er zoiets bestond als het vak natuur-
FoliaMagazine
13
kunde. Pas op de middelbare school kwam ik daarmee in aanraking en toen werd ik er eerlijk gezegd niet warm van.’ Dat is wel gek voor een kind dat zo van experimenteren houdt. ‘Ik vond natuur- en wiskunde niet bijzonder leuk, tot een wiskundedocent mij een oude wiskunde-encyclopedie gaf en ik daarin begon te lezen. Het was net alsof ik op muziekles zat en alleen maar etudes had gespeeld zonder ooit muziek te horen. Ineens snapte ik dat ik alleen maar oefeningen had gedaan die het begin zijn van een héél groot verhaal.’ Hoe oud was u toen? ‘Zestien denk ik.’ Wat begon u precies leuk te vinden? Wiskunde? Natuurkunde? ‘Allebei. Ik ben naar de bibliotheek gegaan en begon als een idioot te lezen over wis- én natuurkunde. En het bijzondere was: ik snapte alles. Ik ging voor mezelf collegedictaten maken, nauwgezet, met een klein pennetje... Ik moet zeggen, als ik nadenk over mijn fascinatie voor de wetenschap, dan heb ik die nooit meer in zo’n pure vorm beleefd als toen.’ En wat was het verhaal dat u als zestienjarige ontdekte? ‘Dat je hele diepe dingen over de natuur in een formule kunt vangen. Ik weet nog dat ik prachtige kleurplaten maakte van de elektronenwolken van een atoom, en toen bleek dat je die kunt berekenen, zo nauwkeurig als je maar wilt. Wat gebeurt er met een deeltje dat in een zwart gat valt? Dat zat ik eindeloos uit te rekenen. Het is het ultieme weten, het zijn dingen die keihard zijn en blijven, waardoor ik het gevoel kreeg: ik heb vaste grond onder de voeten.’ Ik wil niet flauw zijn, maar er zijn ook jongens die op hun zestiende de meisjes ontdekken. Dijkgraaf grinnikt. ‘Dat gebeurde bij mij later.’
14
FoliaMagazine
Eerst de fascinatie voor de wis- en natuurkunde en toen de fascinatie voor de vrouw? ‘Ik heb periodes in mijn leven gehad waarin ik op mezelf was en periodes waarin ik meer outgoing was. En de laatste jaren van het gymnasium was ik op mezelf. Dat ging wel wringen, want toen ik natuurkunde ging studeren, in Utrecht, begon al gauw het studentenleven te kriebelen. Op een gegeven moment was ik meer op de tennisbaan dan in de collegezaal.’ En u ging uit? Drinken en achter de vrouwen aan? ‘Nou, ik leerde gelukkig heel snel mijn vrouw kennen [schrijfster Pia de Jong, red.].’
‘Het schilderen heeft mij geholpen van mijn frustraties af te komen’ Vaste grond onder de voeten. ‘Precies, vaste grond. We zijn al heel lang samen.’ Fascinerend: na vier jaar natuurkunde bent u naar de Rietveld Academie gegaan. Waarom? ‘Ik verloor compleet mijn fascinatie voor de natuurkunde. Ineens moest al die kennis in een kader worden geplaatst. Ik moest planeetbanen uitrekenen en zei: “Ik zou dat graag volgens Einstein willen doen.” Maar Einstein, nee, dat was een brug te ver, het moest volgens Newton. Er was geen plek voor het speelse, wat voor mij altijd belangrijk was geweest. Toen ben ik twee jaar gaan schilderen.’ U houdt van atomen en u houdt van schilderen. Zijn er raakvlakken? ‘Ze zijn er wel, maar je moet niet overdrijven. Het maakt echt wel uit of je een wiskundesom maakt of een portret schildert. Het was voor mij ook een grote stap, het voelde helemaal niet als een uitstapje uit de natuurkunde. Ik dacht: ik ga een leven in de beeldende kunst zoeken. Maar
de zenuwen gierden door mijn lijf toen ik die beslissing nam.’ Kon u goed schilderen? ‘Toen vond men van wel.’ Waarom bent u toch weer bij de natuurkunde uitgekomen? ‘Het schilderen heeft mij geholpen van mijn frustraties af te komen. Ik kon mijn creatieve kant even goed water geven en daarna heb ik opnieuw gekozen voor de natuurkunde. Maar ik wilde het voortaan wel op mijn eigen manier doen. Op de Rietveld maakte ik iedere dag wat, concrete dingen, dat vond ik verrukkelijk. En ik dacht: dat wil ik volhouden, ik ga proberen dicht bij mezelf te blijven.’ Wat kun je in de natuurkunde maken dan? ‘Een blad met aantekeningen of je krijgt een idee, en later is dat breder geworden: een columnpje schrijven of wat dan ook. Ik wilde de wereld van de natuurkunde niet meer passief benaderen, maar zelf verkennen.’ U bent cum laude afgestudeerd en daarna cum laude gepromoveerd. ‘Omdat ik dacht: ik ga lekker zelf onderzoek doen. Dat was fantastisch.’ En u hebt volgehouden dat er elke dag iets uit uw vingers komt? ‘Nou, soms is dat in mijn huidige functie wat lastiger.’ U zit veel te vergaderen, neem ik aan. ‘Dat is niet mijn sterkste punt. Maar ik heb het idee nooit meer losgelaten dat ik dingen wil doen die van mezelf zijn. Dat is soms lastig, maar toch moet je blijven denken: het is míjn verhaal.’ Wat kan de wetenschap leren van de kunst? ‘Wat ik zelf heb geleerd op de Rietveld Academie: het onderzoeken. Je zou zeggen dat ik als natuurkundige wist wat dat was, maar ik wist
Waardoor is die avontuurlijke geest verdwenen? ‘De middelen voor onderzoek staan al jaren onder druk. En ten tweede: wat voor boodschap krijgen wetenschappers mee? De nadruk ligt op toegepast onderzoek, het moet economisch rendabel zijn, het moet nuttig en praktisch zijn. Als je dan kijkt naar het Institute for Advanced Study, dat is in de jaren dertig opgericht onder het motto: het nut van nutteloos onderzoek. En een ander credo was: geen verplichtingen, alleen maar mogelijkheden. Ik zeg niet dat de hele wetenschap zo moet zijn, maar creatieve wetenschappers moet je wel die vrijheid geven. Dan komen ze tot dingen waarvan iedereen uiteindelijk versteld kan staan.’
het niet, want ik had alleen maar tentamens gedaan, sommetjes gemaakt. Bij de Rietveld kreeg ik te horen: hier heb je materiaal, wat ga je ervan maken? Je hebt het gevoel dat er een wereld is van allerlei mogelijke vormen, begin maar ergens. Je hoeft geen meesterwerk te maken, ga maar dingen uitproberen.’ De charme is het onderzoeken zelf, niet de ontdekking. ‘Ja, en soms heb je dan het enorme genoegen dat er iets uitkomt wat je niet had gedacht en boven de rest uitsteekt.’ Mist u die houding in de Nederlandse wetenschap? Afgelopen september betoogde u in Trouw dat er meer moet
worden gespeeld op het grensvlak van wetenschap en kunst. ‘Er is in de wetenschap steeds minder ruimte om terreinen te verkennen en fouten te maken. Een onderzoeker moet een plan maken: over
‘Er is in de wetenschap steeds minder ruimte om fouten te maken’ drie jaar ben ik daar, over vijf jaar daar. In de kunsten zou dat toch redelijk vreemd zijn; Beethoven wist van te voren echt niet dat hij negen symfonieën ging maken. Maar die vrijheid is ook in de wetenschap belangrijk.’
Hoe kan dat in Nederland worden georganiseerd? We zitten in een economische crisis en het kabinet wil alleen maar bezuinigen. ‘Het betekent toch dat de overheid meer in de wetenschap zal moeten investeren – iedere econoom kan uitrekenen dat zich dat in grote cijfers terugbetaalt. In Nederland zien we universiteiten te veel als kostenpost. De politiek focust op de korte termijn, maar zou zich eens moeten afvragen: hoe staan we er over tien jaar voor? Bedrijven in crisis stoten van alles af, maar nooit hun onderzoeksafdeling. Ze willen overleven, maar denken tegelijkertijd: wat ga ik over vijf jaar verkopen? Daarvoor moet iets nieuws worden bedacht.’ Hoe kan het dat u totaal niet beantwoordt aan het clichébeeld van de natuurkundige? Uw sociale kant is buitengewoon goed ontwikkeld, u zit zelfs in De Wereld Draait Door. Dijkgraaf schiet in de lach. ‘Die DWWD-kant is maar één aspect van mij. Ik heb altijd twee kanten gehad. Ik kan me enórm verliezen in dingen, ik kan dagen in een boek zitten, ik kan me helemaal opsluiten in een theorie, maar als ik die dan heb begrepen, kan ik helemaal losgaan om mensen er alles over te vertellen.’
FoliaMagazine
15
(advertenties)
drukken | vormgeving voorlichting | offerte
proefschriften.nl
geef op
Belastin g20374_GVO_Adv_48x27.indd advies: 1 verzorgd door An go
25-08-11 (wk 34) 10:11
Maak je wereld een stukje groter! Ango (Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie) komt op voor de rechten van mensen met een handicap.
20.21.22 www.brandwondenstichting.nl
Kom op voor je belangen. Word ook lid van Ango! Meer informatie: www.ango.nl of Postbus 850, 3800 AW Amersfoort
eam t b o tudiJ ereen S t e H t ied erst s n e w eK n j d i f een spetteren n en ee 2012. folia-studijob 111202.indd 1
300 300 vrienden... vrienden... 1 1 trainer trainer Op zoek naar een leuke voetbalvereniging? Kom eens kijken bij ons of train een keer mee! Op zoek naar een leuke voetbalvereniging? T.O.S.-Actief Sportpark Middenmeer, Radioweg 63 Kom020 eens kijken bij ons of train een keer mee! 6928314 / info@tos-actief.nl / www.tos-actief.nl
02-12-2011 10:26:45
T.O.S.-Actief Sportpark Middenmeer, Radioweg 63 020 6928314 / info@tos-actief.nl / www.tos-actief.nl
FLOOR INTRODUCEERT: DE ARENA De Arena is een ontmoetingsplaats voor studenten, docenten, het werkveld en de buurt. Gesitueerd op de begane grond van het Kohnstammhuis kunnen in De Arena de resultaten van activiteiten uit de broedplaats worden gedeeld. Ook biedt de Arena - door de verrijdbare tribunes met podia - de mogelijkheid debatten te organiseren, lezingen te houden of culturele activiteiten te laten plaatsvinden. Wil je de Arena gebruiken? Mail dan naar j.r.gorter@hva.nl
CREATING TOMORROW
FLOOR AGENDA
KOHNSTAMMHUIS, WIBAUTSTRAAT 2-4
DO 8 DECEMBER - WO 14 DECEMBER
ONDER SOEP DO 8/12/2011, 11.30-12.30, Broedplaats
HONOURSPROGRAMMA DO 8/12/2011, 17.30-18.30, Broedplaats
De agenda en nieuws is te zien op
FLOOR.HVA.NL
Die combinatie is vrij uniek toch? Natuurkundigen staan bekend als nerds. ‘Mijn kinderen gaan vaak mee naar conferenties van natuurkundigen en dan zeggen ze wel eens: “Papa, jij bent de enige normale.” Maar ja, ik voel me daar toch enorm thuis. Ik loop niet als een vreemde in de natuurkunde rond, het is heel erg mijn wereld.’ Mensen zeggen de meest fantastische dingen over u. U bent slim, creatief, charismatisch, representatief... Hebt u ook negatieve kanten? ‘Jawel, niet iedereen is enthousiast over mij. In de wetenschap kom je soms in controversiële werelden, waar je eigenlijk niet kunt winnen. Ik heb me voor de VN beziggehouden met het klimaatonderzoek, daar zijn hele felle meningen over. En het grappige was: toen bekend werd dat ik naar Princeton ga, kreeg ik een mailtje van een klimaatscepticus. “Heel erg blij dat u Nederland gaat verlaten.”’ Dijkgraaf lacht alweer. ‘Ik ben niet iemand die de controverse zoekt. Mijn zwakke kant is dat ik niet goed ben in slecht nieuws. Ik zou absoluut niet geschikt zijn voor de politiek, want dan is de helft voor je en de andere helft tegen je. Als politicus moet je de plussen tegen de minnen wegstrepen en daar ben ik helemaal niet toe in staat. Ik moet ook geen leiding geven aan een groot bedrijf waar je zo nu en dan mensen moet ontslaan.’ Mensen moeten wel een beetje staan juichen voor u? ‘Nee, nee, nee, dat vind ik niet belangrijk. Maar ik vind het leuk in een omgeving te verkeren waarin het gaat om nieuwe dingen doen en begrijpen, nieuwe mensen te verwelkomen, waar mensen tegen elkaar zeggen: “Ik heb nou iets geleerd, geweldig!” Dat is de wereld van het onderzoek en in een heleboel andere delen van de maatschappij gaat het niet zo. Daar heb je geen win-winsituatie.’ Dat geldt bijna voor het hele leven, toch? ‘Daar ben ik me van bewust.’
Uw dochtertje heeft leukemie gehad, dat lijkt me wel ongeveer het ergste wat je kan overkomen. ‘Ja, absoluut.’ Hoe ging u daarmee om? ‘We kregen het nieuws toen ze één week oud was. Dan word je ineens geconfronteerd met het gegeven dat je geen grip meer hebt op de dingen, je bent overgeleverd aan hele andere krachten. Maar we wilden niet opgeven, we hadden zoiets: we focussen nu heel erg op ons kind, voor ons is nog niet duidelijk dat er geen toekomst is.’ De doktoren hadden het al opgegeven? ‘De overlevingskansen waren heel erg klein. Maar de ziekte is spontaan in remissie getreden.
‘Iemand waarschuwde me om niet een soort Cruijff te worden’ Dat kan eigenlijk niet, er zijn maar een paar gevallen in de hele wereld bekend. Het was een medisch wonder.’ Echt waar? De ziekte is spontaan weggegaan? ‘Het was niet in één keer weg, maar langzamerhand ging het beter en alles bij elkaar heeft het een halfjaar geduurd. Dat was een zware periode. En je bent niet direct gerustgesteld. Gelukkig gaat het goed, maar nu ik erover begin, denk ik alweer: o help.’ Heeft het u anders naar het leven doen kijken? ‘Je leert dat je nergens op kunt rekenen, zelfs niet op slecht nieuws.’ Iets heel anders: heeft u het gevoel dat u de Nederlandse wetenschap volgend jaar in de steek gaat laten? ‘Eerlijk gezegd had ik dat gevoel wel, ja. Ik vond die baan in Princeton een mooie gele-
genheid, maar hij kwam een paar jaar te vroeg. Ik was graag nog even doorgegaan bij de KNAW. Maar intussen ben ik ervan overtuigd dat het ook goed is als iemand anders hier leiding gaat geven, ik heb het straks vier jaar gedaan. En ik blijf universiteitshoogleraar bij de UvA, dus ik denk dat ik vanuit Amerika nog wel wat kan betekenen. Iemand waarschuwde me al om niet een soort Cruijff te worden die vanuit het buitenland de Nederlandse wetenschap becommentarieert.’ U houdt niet van controverse, dan wordt u vast geen Cruijff. ‘Nee, ik denk het niet, dat past niet bij me. Ik wil geen betweter worden. Het is nogal makkelijk om vanuit Princeton, op een instituut dat voor volledig vrije wetenschap staat, onder ideale omstandigheden dus, van alles te gaan roepen over Nederland.’ Dat instituut past zo te horen perfect bij u. ‘Op een vreemde manier heb ik het gevoel dat ik thuiskom. Ik denk wel eens terug aan de zestienjarige die ik was, toen ik de wetenschap in de meest pure vorm beleefde. Hoe zou die jongen het hebben gevonden om deze stap te zetten? Ik denk dat hij dolgelukkig zou zijn.’ yyy
CV Robertus Henricus Dijkgraaf 1960 geboren op 24 januari in Ridderkerk 1982 B.A. natuurkunde (cum laude), Universiteit van Utrecht 1982-1984 Gerrit Rietveld Academie, Amsterdam (beeldende kunst) 1986 doctoraal natuurkunde 1989 promotie (cum laude) bij Gerard ’t Hooft 1989-1992 Onderzoek IAS, Princeton (VS) 1992-heden hoogleraar mathematische fysica, UvA 2003 Spinozapremie 2005 universiteitshoogleraar UvA 2008-heden president KNAW
FoliaMagazine
17
opinie
Geef lessen, geen feedback! Het projectmatige onderwijs op de HvA werkt demotiverend en is kwalitatief onder de maat, vindt Laurens van Leijden. illustratie Marc Kolle
T
oen de collegevoorzitters van de grote hogescholen van Nederland tijdens het Folia Debat op 12 oktober spraken over de ‘medewerkers’ op hun school in plaats van over docenten, had ik even het gevoel dat ze het begrepen hadden. Een hogeschool is in mijn ervaring inderdaad net een bedrijf dat studenten aan het einde van jarenlange zelfstudie een diploma meegeeft, met daarop de tekst ‘mede mogelijk gemaakt door de medewerkers van de HvA’? Een enkele keer werden tijdens het debat de woorden ‘leraar’ en ‘docent’ uitgesproken, maar er bleek toch vooral dat de kwaliteit van onderwijs weinig met degene die voor de klas staat van doen heeft. Nee, om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren moet de selectie van studenten worden verbeterd, moeten de scholen weer kleiner worden, moeten er minder opleidingen komen en moeten de salarissen van de bestuurders omlaag. Het zal best kloppen dat je met de genoemde punten kwalitatief beter onderwijs krijgt, maar de kwaliteit van het dagelijkse onderwijs hangt naar mijn mening toch vooral af van degene die voor de klas staat, of je die nu medewerker of docent noemt. Zelf ben ik nu derdejaarsstudent Aviation Studies aan de HvA. De afgelopen twee à drie jaar hebben mijn klasgenoten en ik klagend in de trein gezeten; bijna altijd ging
18
FoliaMagazine
het over onze opleiding. Onderwerpen die het meest aan bod kwamen waren projectmatig onderwijs en de kwaliteit van onze hooren werkcolleges.
Aynan De Koerden Projectmatig onderwijs houdt in dat je met acht personen in een groep een praktijkgerichte opdracht krijgt. Zo ontstaan er bij Aviation Studies gemiddeld genomen 26 projectgroepen met allemaal dezelfde opdracht. Iedere week krijg je projectles, wat inhoudt dat de docent twee uur de tijd heeft om de groep te ondersteunen bij het project. In de projectopdracht staat beschreven wat de opdracht precies inhoudt is en welke kennis je ongeveer nodig hebt om hem te kunnen voltooien. Het praktijkaspect bestaat uit een fictieve opdrachtgever die zijn probleem of doel voorlegt aan de project-
Als je een vraag hebt, dan wordt je verteld het zelf op te zoeken groep. Een vraag kan bijvoorbeeld zijn hoe de gasturbine van een Boeing 747 rendabeler en duurzamer gemaakt kan worden. Zonder enige kennis over een gasturbine moeten we dan aan de slag. Gelukkig staat er in de projectopdracht een literatuurlijst en zijn de meeste boeken te leen bij de mediatheek van de HvA. Helaas is er meestal maar één exemplaar beschikbaar voor de 26 projectgroepen. Dan maar het internet op. Op internet is veel te vinden, maar het duurt helaas lang voordat je een bruikbare bron hebt gevonden. Het is alsof een docent tegen een piloot in opleiding zegt: ‘Hier heb je internet, zoek nu maar uit hoe je gaat landen, dan geven we achteraf wat feedback.’ Want zo gaat het: die zogenaamde projectdocent leest de stukken door, geeft hier en daar feedback en vertrekt weer richting de docentenkamer. Als je een vraag hebt, dan wordt je meestal verteld het zelf op te zoe-
ken. Wanneer je dan eindelijk denkt met de groep door zelfstudie de basiskennis van een gasturbine te hebben opgedaan, wordt er gevraagd om zelf een gasturbine te ontwerpen, en daar allerlei berekeningen op los te laten. Een select groepje begint dan maar te rekenen, terwijl de rest van de groepjes zich stort op andere zaken binnen het project. In theorie wisselen die subgroepen informatie uit en ontstaat er zo een groot inspirerend en motiverend samenwerkingsverband. In de praktijk rent meer dan de helft van de studenten na de les zo snel mogelijk naar huis en komt zijn afspraken niet na. Vooral in het begin van het eerste jaar speelt dit een rol, omdat men de verkeerde studie gekozen heeft of maar niet gemotiveerd kan raken. Dat laatste kan ik mij goed voorstellen. Motivatie krijg je door enthousiaste docenten aan wie je kunt zien dat ze bereid zijn je iets te leren. Ik heb welgeteld één projectdocent gehad die mij kon motiveren en ons tijdens de projectles vertelde dat hij niet goed begreep hoe wij deze studie konden volhouden. Verder hebben wij nog één leraar van de oude stempel die wanneer je hem iets vraagt werkelijk alle boeken uit de kast trekt om je te helpen. Hij heeft niet altijd een antwoord op je vraag, maar hij doet in ieder geval zijn best. Dat mis ik verder bij de HvA, met dat projectmatige onderwijs: de pure kennisoverdracht. Terwijl juist dat je zo kan motiveren. En wat schetst mijn verbazing, als ik ‘onderwijs’ intyp op Wikipedia (erg populair op het hbo), krijg ik de volgende omschrijving: ‘Onderwijs is het overbrengen van kennis, vaardigheden en attitudes.’ Zie je nou wel. yyy
Verbale en non-verbale technieken behoren tot een van de speerpunten bij Sociaal Juridische Dienstverlening (SJD). Onze studenten dienen gedurende hun studie waar mogelijk zich door middel van een presentatie te verantwoorden. Bij een van de vakken in de eerste periode presenteren de eerstejaars, in het kader van kennismaking, een luchtige spreekbeurt over wat hen zoal bezighoudt. De toekomstige SJD’er kan zo alvast een beetje wennen aan het spreken voor publiek en de docent wordt in staat gesteld het niveau te peilen. De zenuwbonken vertellen voor de klas over de favoriete vakantiebestemming, hoe je je haar het best kunt stylen en wat het verschil is tussen een cappuccino en een macchiato. Soms worden niet de wereldse genietingen met ons gedeeld. Zoals laatst. Een boomlange jongen nam ons mee naar zijn Koerdische wel. Aan het eind van de presentatie toonde hij ons lijken in de straten van het Iraakse Halabja; de mosterdgasdoden. De student sloot met de volgende woorden af: ‘Blijkbaar is het een misdaad om als Koerd geboren te worden.’ Ik ben van mening dat de Koerden een Koerdistan toekomt. Toch vond ik zijn woorden overdreven, want bij mijn weten gaat het met de Koerdische zaak de goede kant op. Diezelfde avond at ik bij de Italiaan en kreeg ongelijk. Ik raakte in gesprek met de pizzabakker. Een Turk. Ik vertelde hem dat ik die dag veel had bijgeleerd over de Koerden. Het onderwerp deed de aderen in de hals opzwellen. ‘Nooit, nooit zal Koerdistan er komen,’ sprak hij met stotende woorden. ‘PKK is maffia!’ Ik had het met de man te doen. Ik zag een homp gebrainwasht vlees. Eigen gedachten over het onderwerp waren niet aanwezig; gevangen achter de tralies van het Turks nationalisme. Ik weet niet veel, maar wel dat elk volk het edele recht bezit nooit aan de dood onderworpen te worden. Zijn is geen misdaad. Voor niemand. yyy Asis Aynan
Laurens van Leijden is student Aviation Studies aan de HvA.
FoliaMagazine
19
Curvers
opinie
Maak controle van onderzoek mogelijk Universiteiten moeten gaan investeren in controle van wetenschappelijk onderzoek, betoogt Jan Bergstra.
D
e afgelopen maanden werd de Nederlandse wetenschapswereld opgeschrikt door verschillende gevallen van problematisch onderzoek, eerst in Tilburg, later in Nijmegen en in Rotterdam. Opvallend daarbij was dat het probleem steeds werd afgewenteld op de onderzoekers, terwijl het systeem an sich buiten schot bleef. De manier waarop bijvoorbeeld de
Misschien is een beperking van de publicatiefrequentie per onderzoeker nodig voormalige Tilburgse hoogleraar Stapel werd aangepakt door collega-onderzoekers en in hun kielzog door de media was te eenzijdig. Iedereen wist en weet dat er op de meeste universitaire en facultaire begrotingen geen geld wordt uitgetrokken voor controle van de intrinsieke kwaliteit van het onderzoek. Er bestaat zelfs geen gangbaar woord voor dat concept; ik stel voor te spreken over proceskwaliteit. De visitatiecommissies meten kwaliteit in termen van reputatie, impact en erkenning, maar niet in termen van de technische validiteit van het gebruik van de onderzoeksgegevens en de toegepaste onderzoeksmethoden. Peer review kan sommige problemen in het onderzoeksproces opsporen, maar niet alle. De betrouwbaarheid van het onderzoeks-
20
FoliaMagazine
proces wordt door reviewers immers in beginsel voorondersteld, bij gebrek aan een alternatief. De financiële activiteit van elke universiteit wordt door accountants en audits gecontroleerd, dat zou met de wetenschappelijke activiteit ook moeten gebeuren. Dat kost geld en dat gaat van het onderzoeksbudget af, ik zie geen andere route. Misschien is zelfs een beperking van de publicatiefrequentie per onderzoeker nodig. Met tweeënhalf procent van het budget komt men vast al een eind. In het onderwijs is de situatie anders dan bij het onderzoek: daar wordt met kwaliteit inderdaad de proceskwaliteit bedoeld en is er sprake van intensieve controle, met zeer serieuze consequenties voor het management bij gebleken problemen. Niet de prestatiedruk is de primaire oorzaak van wetenschapsfraude, maar het onvermogen of de onwil van de instellingen om in het waarborgen van de proceskwaliteit van wetenschappelijk onderzoek te investeren. Ik vind dat dit thema ook op de agenda van de medezeggenschap moet komen. Al het universitair personeel heeft er immers groot belang bij dat de reputatie van het onderzoek goed is. Dat te bereiken of te behouden vergt meer dan alleen het bevorderen van wetenschappelijke integriteit en het streven naar zogenaamde excellentie; het vergt investeringen. yyy Jan Bergstra is voorzitter van de centrale ondernemingsraad van de UvA en hoogleraar informatica. Hij schreef deze opiniebijdrage op persoonlijke titel.
Schijnheiligen Zuid-Limburg is een offensief begonnen tegen de leegloop. Zuid-Limburg, je zal er maar wonen, staat onder foto’s van koddige misdienaartjes en heuvellandschap. Ik heb er mijn jeugd doorgebracht; Gulpen, de plek waar de carrière van een van de grootste schurken die de kerk ooit rijk was, tot volle wasdom kwam: deken Joep Haffmans. In mijn jeugd was Haffmans een mythische figuur. Een deken die de vrouwen met soa’s zegent, dat is natuurlijk een kostelijke bron van vermaak. U begrijpt dat ik het niet uithield van nieuwsgierigheid toen vorige maand eindelijk een boek over hem verscheen: In Gods naam. Hoogtepunten: In Gods naam plunderde Haffmans het uitpuilende Armenfonds van de kerk (± € 2.000.000). In Gods naam preekte hij over een strenge interpretatie van het Heilige Woord, terwijl hij zich van vriendjespolitiek en fraude bediende. En in Gods naam sprak hij zich uit tegen homoseksualiteit, terwijl hij zelf dol was op mannen én vrouwen. Ten minste zestig procent van de geboden sloeg hij in de wind. Hij kan geen hel gevreesd hebben, waarin hij eeuwig zou branden. Hij koos de hemel op aarde. Haffmans stak zijn middelvinger op naar God, en bisschop Gijsen, die hem aanstelde, wist dat. Toch kwam hij op de basisschool prikkeldraad op het schoolbord tekenen; aan de ene kant de christenen, aan de andere kant de heidenen. Toen alles uitkwam, ging Joep vlug dood. ‘En,’ vraagt u, ‘heeft die bisschop tenminste nog zijn excuses aangeboden aan de burgers van Gulpen voor al die kletskoek? Nee?’ In Gulpen is het vredig als altijd. Het boek loopt er goed, maar vrienden van mij die er wonen, horen er verder weinig over. Er staat niks in wat niet al vermoed werd. Terwijl het beeld van deze vereniging van gestoorde griezels toch duizend keer verontrustender moet zijn dan dit ene geval. Jonge misdienaartjes en de tekst ‘Je zal er maar wonen’; dat zullen we maar opvatten als een waarschuwing. yyy Emma Curvers
promoties
brieven
MAANDAG 12/12 14.00 uur: M.W. Brienen - Latijns-Amerikastudies The Clamor for Schools: Indigenous Communities, the State, and the Development of Indigenous Education in Bolivia, 1900-1952 (Agnietenkapel)
Kanttekening
Folia Magazine schonk op haar website aandacht (‘Castro spreekt over homo-emancipatie in Zuiderkerk’) aan het college van de Cubaanse Mariela Castro op 28 oktober in de Zuiderkerk in Amsterdam. Onderwerp was de emancipatie van homo’s, lesbo’s en transgenders. Mariela Castro wordt door sommigen gezien als de redder van de Cubaanse homo’s. Door mede-organisator UvA Pride blijkbaar ook, want er was geen enkele kritische kanttekening over de situatie van de mensenrechten in Cuba. Mariela Castro is echter wél de dochter van de huidige Cubaanse dictator Raúl Castro, die mensenrechtenactivisten, bloggers en journalisten vervolgt en censureert. Castro heeft nog nooit één millimeter afstand genomen van dit onmenselijke systeem. UvA Pride is blijkbaar van mening dat wanneer het met de emancipatie van homo’s en lesbo’s in Cuba de goede kant op gaat, gezwegen moet worden over de dagelijkse vervolging van andere groepen. yyy Kees van Kortenhof Eindredacteur informatiecuba.wordpress.com
Beter opletten In Folia Magazine 10 spreekt de heer Pannekoek zijn verontwaardiging uit over de lage straf die een Marokkaan kreeg voor het dramatische ongeluk waarbij Floor van der Wal om het leven kwam. De lage straf zou er zijn gekomen doordat de rechtbank rekening hield met een Marokkaanse ‘schaamtecultuur’ als excuus voor doorrijden na het ongeval. Het klinkt als een nieuw voorbeeld van het multicultifalen waar al zoveel om te doen is, als Marokkanen zich in strafzaken mogen beroepen op iets wat wij niet zien als excuus. De redactie had echter wel wat beter mogen opletten,
DINSDAG 13/12 10.00 uur: M. Miedema - Geneeskunde Electrical Impedance Tomography in High Frequency Ventilated Preterm Infants. The search for the Holy Grail (Agn.kapel) 12.00 uur: P. Zeppini - Economie Behavioural Models of Technological Change (Agnietenkapel) 14.00 uur: A. Hoyng - Economie Turgot en Smith; een paar apart (Agnietenkapel)
want nu wordt er juist onderscheid gemaakt tussen Nederlanders en Marokkanen waar dat onderscheid in werkelijkheid helemaal niet gemaakt is. Wie de overwegingen van de rechtbank erbij neemt, leest dat de Marokkaanse achtergrond geen rol heeft gespeeld bij het bepalen van de strafmaat. Sterker nog, de rechtbank rekent de dader het doorrijden juist zeer zwaar aan en bestraft hem hiervoor maximaal. Dat de uiteindelijke straf niet zo zwaar uitpakt als velen hoopten, komt door verschillende zaken, maar niet door zijn Marokkaanse achtergrond. De onjuiste uitspraak komt weliswaar niet van Folia Magazine zelf, maar wel heeft zij bijgedragen aan de suggestie dat een Marokkaan ‘de dans ontspringt’. Het had getuigd van betere journalistiek als de redactie, toen zij ervoor koos om dit citaat uit te lichten, erbij had vermeld dat de rechtbank dit onderscheid niet heeft gemaakt. Op die manier kunnen lezers zich evengoed inleven in de gevoelens over de te lage straf, zonder dat een etnische groep daar verder negatief bij betrokken raakt. yyy Martijn Keeman Freelancer vakgroep internationaal publiekrecht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid
Rectificatie In Folia Magazine 12 is in het kadertje ‘De Poeptransplantatie’ op pagina 25 foutieve informatie geslopen. De darmen worden schoongespoeld via een laxeerdrank, niet via een klysma. De feces worden gehomogeniseerd in een steriele zuurkast, niet ‘gehomoniseerd’. yyy De redactie verwelkomt ingezonden brieven en
WOENSDAG 14/12 10.00 uur: M. Kyakuwa - Antropologie Going the Extra Mile. An Ethnography of Care-giving and Care Designing Among Nurses in Uganda (Agnietenkapel) 11.00 uur: L. Elffers - Onderwijskunde The Transition to Post-Secondary Vocational Education: Students’ Entrance, Experiences, and Attainment (Aula) 12.00 uur: G. Borensztajn - Taalkunde The Neural Basis of Structure in Language (Agnietenkapel) 14.00 uur: M. Vock - Economie Social Interactions for Economic Value? A Marketing Perspective (Agnietenkapel) 16.00 uur: A. Ssewaya - Antropologie Sustaining Adherence to Antiretroviral Therapy among HIV/ Aids Patients in Uganda (Agnietenkapel) DONDERDAG 15/12 10.00 uur: Y. Noam - Neurobiologie Mechanisms of HCN Channel Trafficking and Surface Expression (Agnietenkapel) 12.00 uur: F. Petiet - Moderne Nederlandse letterkunde ‘Een voldingend bewijs van ware vaderlandsliefde’. De creatie van literair erfgoed in Nederland, 1797-1845 (Agnietenkapel) 14.00 uur: B. Bastens - Software Engineering Ambiguity Detection for Programming Language Grammars (Agnietenkapel) VRIJDAG 16/12 10.00 uur: M. Kirchner - Macro-economie Fiscal Policy and the Business Cycle. The Impact of Government Expenditures, Public Debt, and Sovereign Risk on Macroeconomic Fluctuations (Agnietenkapel) 11.00 uur: C. Loots - Geneeskunde Gastroesophageal Reflux in Children. The Use of pH-impedance Measurements and New Insights in Treatment (Aula) 12.00 uur: E. Plomp - Rechtsgeleerdheid Winst in de zorg. Juridische aspecten van winstuitkering door zorginstellingen (Agnietenkapel) 13.00 uur: M. Dijkstra - Archeologie Rondom de mondingen van Rijn & Maas. Landschap en bewoning tussen de 3e en 9e eeuw in Zuid-Holland, in het bijzonder de Oude Rijnstreek (Aula) 14.00 uur: R. Beukers - Geneeskunde Structural and Functional Neuroimaging in MyoclonusDystonia (Agnietenkapel)
oraties
en relatie tot de UvA/HvA; anonieme reacties worden
DONDERDAG 15/12 16.00 uur: : Prof.dr. A. Mol, hoogleraar antropologie van het lichaam This is My Body. Material Semiotic Investigations (Aula)
niet geplaatst. Mail naar redactie@folia.nl.
Voor uitgebreide informatie zie www.uva.nl/agenda
opiniestukken. We behouden ons het recht voor deze zo nodig in te korten. Vermeld altijd uw naam
FoliaMagazine
21
Al is de neutrino nog zo snel... Neutrino’s gaan sneller dan het licht. Of toch niet? Hoewel wetenschappers nog geen fouten in de metingen hebben ontdekt, zijn natuurkundigen vooral sceptisch. Floor Boon / illustratie Bas Kocken
D
e wereld stond even stil eind september, toen wetenschappers bekendmaakten dat ze een deeltje hadden gemeten dat sneller ging dan het licht. Sneller dan het licht, dat kan namelijk niet volgens Einstein. Onder meer op dat principe is zijn hele relativiteitstheorie gebaseerd. Het bestaan van een deeltje dat sneller gaat dan het licht zou kunnen betekenen dat in de toekomst tijdreizen mogelijk wordt. Net als Suske en Wiske de teletijdmachine instappen en ons enkele jaren, decennia of zelfs eeuwen laten terugvoeren in de tijd. Want: hoe dichter een deeltje de lichtsnelheid benadert, hoe langzamer de tijd gaat. Gaat een deeltje eenmaal sneller dan het licht, dan gaat de tijd teruglopen en kan dat deeltje gebeurtenissen uit het verleden waarnemen. Maar: zover is het nog lang niet. Naast grote ophef over deze mogelijke ontdekking die de fundamenten van de moderne natuurkunde onderuit zou halen, heerst er vooral veel scepsis onder wetenschappers. De kans op meetfouten is en blijft groot. Wat gebeurde er nadat het nieuws eind september insloeg als een bom? Even terug. Na drie jaar en zeventienduizend
22
FoliaMagazine
metingen zat een groep onderzoekers met de handen in het haar. Zij maten keer op keer een deeltje dat zestig nanoseconden (een nanoseconde is een miljardste van een seconde) sneller ging dan het licht. Ze snapten er niets van. Eind september besloten ze hun ontdekking wereldkundig te maken met de boodschap: wij hebben geen fouten kunnen vinden, jullie misschien wel? De deeltjes waar het om gaat zijn neutrino’s: heel
Door de reisduur te meten werd de snelheid van de deeltjes berekend kleine, onzichtbare elementaire deeltjes die ontstaan in radioactief verval en door het universum dwarrelen. Ze ontstonden tijdens de oerknal, maar komen ook vrij bij kernreacties in de zon. Per seconde gaan er zo’n zeventig miljard neutrino’s door iedere vierkante centimeter – dat is ongeveer een duimnagel – van je lichaam. Neutrino’s vormen 0,3 procent van alle materie in het universum. In de ondergrondse deeltjesversneller in Genève
kunnen ze neutrino’s produceren. Met miljarden tegelijk werden die als een soort lichtbundel naar een ondergronds laboratorium in Gran Sasso, Italië gestuurd, 730 kilometer verderop. Door de tijd te meten bij vertrek en bij aankomst konden de onderzoekers de snelheid van de deeltjes meten. Ondanks dat de afzonderlijke deeltjes niet gelabeld kunnen worden, was het resultaat van de meting toch zeventienduizend keer hetzelfde. Genoeg om aan te nemen dat die meting klopt, zou je zeggen. Maar vanwege de revolutionaire aard van de ontdekking, moet het bewijs wel volkomen sluitend zijn, menen natuurkundigen. En geef ze eens ongelijk. Het wereldbeeld dat je hebt gooi je niet in één keer radicaal overboord. Dus bedachten weer andere wetenschappers een plan. In plaats van één grote bundel neutrino’s te produceren en te meten, werd de bundel neutrino’s in korte pulsen aan- en uitgezet, te vergelijken met het aan- en uitzetten van licht. Hoogleraar experimentele hoge-energiefysica en neutrino-expert Frank Linde vergelijkt de oude meting met honderd auto’s die tegelijk ergens vertrekken en aankomen. Dat levert een onnauwkeurige meting op. Bij de nieuwe meting
kunnen ze de tijd van iedere auto afzonderlijk klokken. ‘Door die bundels neutrino’s aan en uit te zetten, kunnen ze toch wel heel nauwkeurig de snelheid van de afzonderlijke auto’s meten.’ Dat betekent dat er nu één van de mogelijk eerder gemaakte meetfouten is uitgesloten. Deze controleproef werd twintig keer uitgevoerd. Al deze keren werd gemeten dat de neutrino’s sneller gaan dan het licht. Waarom dan toch nog zoveel scepsis? Volgens universitair hoofddocent Patrick Decowski zijn er nog vele andere mogelijke fouten die eerst moeten worden uitgezocht voordat hij als onomstotelijk bewijs aanneemt dat neutrino’s sneller reizen dan het licht. ‘Vergelijk het met een liniaal die verkeerd is afgesteld. Iedere keer dat je een meter meet, meet je eigenlijk 1,10 meter en dat dan zeventien duizend keer opnieuw. Je moet dus of een heel ander experiment doen, of je liniaal herzien. De wetenschappers die dit experiment doen hebben geprobeerd al zo veel mogelijk te checken, maar het gaat om heel gecompliceerde metingen die ook bestaan uit verschillende subsystemen. Bij ieder onderdeel kan er iets misgaan.’
Frank Linde zou het liefst zien dat de twee apparaten die de neutrino’s meten naast elkaar en precies tegelijk worden afgesteld, een nulmeting. De zwaarte van de detectoren (650 ton), de afstand (730 kilometer) en het feit dat ze onder de grond zitten, maken dat alleen onmogelijk. ‘De fout kan ook nog in het gps zitten, in het mogelijk niet exact gelijk lopen van de atoomklokken in Genève en Gran Sasso, of ergens in
‘Het kan ook zijn dat licht net een beetje sneller gaat dan altijd gedacht’ die 730 kilometer die de neutrino’s afleggen. En de tweede keus is dat licht net een beetje sneller gaat dan altijd gedacht. Wij mensen zijn ook niet almachtig.’ Een ander experiment heeft nu wel een klein scheurtje vertoond in de aanname dat neutrino’s sneller gaan dan het licht. Als de elementaire deeltjes zich met zo’n snelheid door het universum bewegen, zouden ze energie moeten
verliezen onderweg. Er is nu aangetoond dat dat niet gebeurt. Linde: ‘Wanneer een vliegtuig sneller gaat dan het geluid, dan hoor je een knal, een sonic boom. Daarmee verliest het vliegtuig energie. Dat zou ook met de neutrino’s moeten gebeuren. Dat strookt niet met de verwachting en het is reden om voorlopig ook sceptisch te blijven.’ De volgende stap is dat de metingen herhaald zullen worden in de Verenigde Staten. In Minnesota staat een vergelijkbare opstelling waar de experimenten met neutrino’s overgedaan kunnen worden. Als ze daar exact hetzelfde meten, dan zou dat een eerste stap zijn richting de geloofwaardigheid van de uitkomsten. Als die experimenten ook niet genoeg bewijs opleveren dat neutrino’s sneller kunnen dan het licht, dan is er ook nog een meetstellage in Japan. Die heeft alleen tijdens de tsunami schade opgelopen. Het duurt nog zeker een tot twee jaar voordat daar betrouwbare metingen kunnen worden gedaan. Maar dat is niet erg, meent Linde. ‘De experimenten die ik doe, duren vaak twintig of dertig jaar. Ik kan dus best nog wel eventjes wachten.’ yyy
FoliaMagazine
23
(advertentie)
Lees ’m voor alle (on)zekerheid Sommige mensen omringen zich het liefst met gelijkgestemden. Ze zwelgen in preken voor eigen parochie en vallen liever van de trap dan van hun geloof. Andere mensen lezen HP/De Tijd, het weekblad dat nog kan denken en twijfelen. Met wekelijks verrassende reportages, dwarse betogen en inspirerende beschouwingen. Lees ’t nu 15,-. Moeren mogen vastzitten, meningen niet. 10 weken voor slechts €15,-.
STO AUTO PT MATIS CH
Leuker als je denkt
❍ Ja, ik neem/geef 10 nummers HP/De Tijd voor €15,-. Het abonnement stopt automatisch na tien weken. Mijn gegevens zijn: Naam
M/V
Adres Postcode / Woonplaats Telefoon E-mail Geboortedatum
❍ Ik wil het proefabonnement cadeau geven aan (indien van toepassing): Naam
M/V
Adres Postcode / Woonplaats Telefoon E-mail Geboortedatum
Ik machtig Betapress hierbij het abonnementsgeld van mijn rekeningnummer Datum
af te schrijven.
D159
Handtekening
Stuur de bon in een ongefrankeerde envelop naar HP/De Tijd Abonneeservice, Antwoordnummer 16042, 5100 VJ Gilze. Bellen kan ook: 0800-022 4222 (gratis, werkdagen 8.30-17.00 uur). Of ga naar www.hpdetijd.nl. Het cadeau- of proefabonnement stopt automatisch en geldt alleen indien u de afgelopen negen maanden geen abonnee bent geweest.
op de tong
La Storia Della Vita Weteringschans 171 (Centrum)
I
n de restaurantweek ga ik op bezoek bij La Storia Della Vita, een Italiaans restaurant gevestigd op de Weteringschans. Bij aankomst worden we welkom geheten door een Italiaan, later blijkt dat er alleen Italianen werken. We kiezen voor een tafeltje met een bank. We zijn duidelijk niet de eersten die kozen
Restaurantweek Tijdens de restaurantweek eet je voor € 27,50 een driegangenmenu in een toprestaurant. Reserveren voor de volgende restaurantweek, die van 5 tot en met 11 maart 2012 loopt, kan vanaf 1 februari 10.00 uur op www.restaurantweek.nl.
voor deze plek; de bank is doorgezakt en mijn tafelpartner verkiest daarom een stoel aan de andere kant van de tafel. Bij het menu kunnen we kiezen tussen een vlees- en een vismenu. Mijn tafelpartner kiest voor het vleesmenu en ik voor het vismenu. Ook kunnen we een vierde gang toevoegen,
tegen een toeslag, maar wij besluiten het te houden bij ons driegangenmenu. We starten met prosecco, dat per glas te verkrijgen is, en een glas witte huiswijn uit Puglia, de hak van de laars van Italie. Het vleesvoorgerecht bestaat uit een bord met ham, mortadella en salami. Het visvoorgerecht bestaat uit carpaccio van twee soorten rauwe tonijn en zwaardvis. Vers, maar niet heel bijzonder. Carpaccio zie je vaak in de restaurantweek; het is een gerecht waar weinig voorbereidingstijd aan te pas komt en waar niet veel aan gekookt hoeft te worden. Mijn hoofdgerecht bestaat uit een stukje gepaneerde vis met een courgettesaus. Je zou denken dat een beetje kok wel weet dat iets krokants in een saus niet krokant blijft, toch is dat hier het geval. Mijn tafelpartner heeft kalfsvlees in amarettosaus met gnocchi. Het vlees is lekker en heeft een subtiele amandelsmaak. Het smakelijke dessert bestaat uit een gerechtje van filodeeg met een roomvulling en bestrooid met poedersuiker. yyy Ninon Vermeulen
Folia Magazine ontvangt graag je restaurantrecensie en vergoedt tot € 50,-. Maximaal 300 woorden, suggesties voor de kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail redactie@folia.nl.
Cultuur
Pianist
La Storia Della Vita bevindt zich midden in het culturele centrum van Amsterdam. Om de hoek is kunstencentrum De Appel te vinden, waar tentoonstellingen en lezingen zijn; poppodia Paradiso en De Duif zijn vlakbij, en het museumkwartier, met Rijks, Stedelijk en Van Gogh, ligt op een paar honderd meter afstand.
Het feit dat er een pianist speelt in het restaurant doet wel iets, maar is niet noodzakelijk een verbetering van de sfeer. Volgens de website speelt de pianist klassieke Italiaanse liederen, aria’s en zelfs Nederlandse klassiekers als ‘Tulpen uit Amsterdam’. Vooralsnog alleen op vrijdag.
FoliaMagazine
25
26
FoliaMagazine
foto's Danny Schwarz
objectief Máxima met een hoofddoek Dat er nog altijd veel misverstanden bestaan over het dragen van hoofddoekjes blijkt uit de resultaten van het onderzoek dat onderzoeksbureau Motivaction onlangs presenteerde. Het bureau deed het onderzoek naar aanleiding van het project Hoofdboek, een initiatief van stichting Cup of Culture om de kennis over dit kledingstuk te vergroten. Enkele bevindingen uit het onderzoek: 60 procent van de ondervraagde moslima’s tussen de 15 en 35 jaar draagt een hoofddoek. Bijna negen op de tien geven aan nooit aan hun keuze te hebben getwijfeld. Een groot deel van de ondervraagden zou prinses Máxima graag eens met een hoofddoek zien. Verder blijkt dat 84 procent het geen probleem vindt als een schoonmaakster een hoofddoek draagt, van 70 procent mag een
caissière dat ook. Aanzienlijk minder mensen vinden dat ook een verpleegster dat mag: 54 procent van de ondervraagden. yyy Annemarie Vissers V.l.n.r. over de volle breedte: Elif Yazir (HvA, bedrijfseconomie) Esma Güler (HvA, pedagogiek) Shifa Sabir (UvA, tandheelkunde Acta) Jamila Balali (HvA, pabo) Hatice Cavus (HvA, hbo-rechten) Nada Hanna (HvA, lerarenopleiding gezondheidszorg en welzijn ) Souhaila Laktit (HvA, pedagogiek) Naïma Absane (HvA, sociaal juridische dienstverlening) Meryam Zarioh (HvA, lerarenopleiding algemene economie) Wajeha Khwaja (studie onbekend)
FoliaMagazine
27
Gek van koken
Ze wonen samen, werken samen en koken samen. Jessie van der Linden en Vera Ramuz hebben een eigen cateringbedrijfje, Cousine, maar vinden nog genoeg tijd voor hun studie, vele culinaire reizen, en vooral voor lekker eten. ‘We dachten: we koken al voor vrienden, daar kunnen we toch ook best wat aan verdienen?’ tekst Bob van Toor / foto's Jan van Breda
A
ls we binnenkomen in het kleine hoekhuisje aan de Schinkel is de tafel gedekt met witte tafelkleden, goudgerande borden en allerlei glazen. Bovendien komen de geuren en kleuren van kraakverse rauwkost, zelfgebakken, nog warme focaccia met rozemarijn en kleine tomaatjes, rucola-hazelnootpesto en rossige humus ons tegemoet. Ook al heb ik de twee bewoners nog nooit ontmoet, ik voel me nu al welkom als een van de vele vrienden die zij hier vaak ontvangen. Maar de fotograaf en ik zijn hier niet voor de gezelligheid; druk kauwend lopen we door naar de keuken. Daar staan Vera Ramuz (23, Spaans en kunstgeschiedenis, met geruite blouse) en Jessie van der Linden (24, Italiaans) een soort ballet uit te voeren met messen, pannen en een afwasborstel. Het keukentje is klein, en de ruimte die er is staat vol met bakjes, tassen met verse bietjes en worstjes, en keukenapparatuur. Alleen twee nichtjes die ook vriendinnen zijn én al vijf jaar lang huisgenoten, zijn in staat om in dit kleine, volle keukentje zonder ruzie en verwondingen te koken. ‘We zijn alles van elkaar,’ lacht Jessie. We krijgen soep van peterseliewortel. Ze hadden er zelf ook nog nooit van gehoord, maar dachten dat het vast lekker zou zijn in de soep. Die is heerlijk, en ook de Siciliaanse pasta al ragù bianco met gekruid kalfsvlees, venkel en marsala is bijzonder, licht en lekker.
28
FoliaMagazine
Het culinaire avontuur van de nichtjes begon toen ze vijf jaar geleden naar Amsterdam kwamen. Jessie: ‘Mijn moeder houdt erg van koken, en mijn vader van lekker eten, die kookt niet.’ Vera: ‘Ik kom uit een Bourgondische familie die echt geniet van eten, maar het was altijd pasta bolognese, rijst of Hollandse pot: aardappelen, vlees en groente.’ Toen Vera van Groningen naar Amsterdam verhuisde, kon ze met Jessie in het
‘Hoe meer mensen je naam kennen, hoe meer je wordt gevraagd’ huis van hun oma gaan wonen. ‘Daar ging een wereld voor ons open: er was zo veel te koken. Van Marokkaans tot Turks, Italiaans, allerlei soorten pasta, dat aten we thuis niet. Toen zijn we daarmee aan de slag gegaan.’ Ze kookten voor vrienden, klasgenoten en voor familie. Zelfs de buren konden aanschuiven toen ze op een zomerse dag de tafels en stoelen op de stoep hadden gedekt. Op aandringen van een klasgenoot van Jessie begonnen ze ook professioneel te cateren, en al snel werden ze regelmatig gevraagd. Vera: ‘Heel leuk, zeiden we toen, maar we gaan over twee weken weg. Ik heb een halfjaar in Madrid gezeten en Jessie een jaar in Rome, maar het bleef toch knagen.
Ik ben Jessie op gaan zoeken in Rome en daar hebben we een echte aperitivo bijgewoond, met hapjes en wijn. Daar dachten we: we koken al voor vrienden, daar kunnen we toch ook best wat aan verdienen? Het bleef heel lang in bekende kringen, vrienden en familie, maar dit jaar is het heel hard gegaan. Hoe meer mensen je naam kennen, hoe meer je wordt gevraagd.’ Ook in hun studie komt voeding steeds terug. Vera schrijft haar scriptie over het gebruik van vlees in hedendaagse kunst, Jessie ging voor de hare een week naar Noord-Italië, waar ze onder meer een bezoek bracht aan de Slow Fooduniversiteit: het hoofdkwartier van de slow food-beweging. Vera: ‘Straks zijn we klaar met onze bachelor, en staan we weer voor de keuze of we het koken moeten combineren met studie en reizen, of dat we er voor de volle honderd procent voor moeten gaan.’ Of ze nu naar het Midden-Oosten gaan, of een eilandje bij Sicilië, reizen draait voor de twee om eten. Toen er vorige zomer twee backpackers uit Israël kwamen logeren hebben ze drie dagen lang eigenlijk alleen maar gegeten, vertelt Vera. ‘Dat is zo’n goede manier om andere eetculturen te leren kennen. Ze hebben ons geleerd om de beste humus te maken. Dat duurde een hele dag, maar hij was goddelijk. Een paar weken later kregen we een pakketje met granaatappels uit hun tuin, een enorme doos dadels en echt goede tahin. Deze humus is daarmee gemaakt,’
FoliaMagazine
29
De favoriete adresjes van Cousine vertelt Jessie, terwijl ze het schaaltje nog maar eens doorgeeft. Bij elk gerecht hoort een verhaal, dat ze door elkaar heen pratend, met handgebaren en aanvullingen vertellen. Dat is misschien ook wel een reden waarom mensen zo enthousiast over ze zijn, denkt Vera. ‘Als mensen ons bezig zien, zeggen ze: “Wat leuk dat jullie alles met z’n tweeën doen, en jullie zijn zo jong.” Achter de schermen heb je dat niet; als het eten niet goed is krijg je het te horen, maar daar zie je niet de positieve reactie van mensen op een hapje. Koken in een keuken op de Miljonair
‘Reizen is zo’n goede manier om andere eet culturen te leren kennen’ Fair is heel anders dan als je voor een groep van twintig vrienden kookt die alles willen proeven en proberen.’ Bij een ongelooflijk smeuïg stuk kastanjetaart mijmeren ze over de toekomst. Het is moeilijk om de balans van gezelligheid en professionaliteit vast te houden nu hun bedrijfje groeit. Gelukkig kwamen ze ook zonder certificaten en trainingen door de controle van de Keuringsdienst van Waren, toen die tijdens de Miljonair Fair onverwacht langskwam. Ze kijken kritisch naar de herkomst van producten en houden zich aan de regels, maar mozzarella in de ijskast bewaren? Dat vindt Jessie gewoon zonde. ‘In Italië moet die juist een dag op kamertemperatuur komen. Natuurlijk letten we erop dat alles schoon is, maar met al die regels, zo wil ik niet koken.’ Vera: ‘Het gaat om het eetmoment, om rustig gaan zitten. Schalen op tafel, de wijn die op tafel wordt gezet, en dan praten en peuzelen. Dat is toch het leukste wat er is? yyy
Wil je dat Vera en Jessie bij jouw feestje de catering verzorgen? Kijk op www.cousinecatering.nl of bel 06 2084 5520.
30
FoliaMagazine
1. De Ten Katemarkt, Ten Katestraat. ‘Geweldige en goedkope groente- en fruitkramen en in de achterliggende winkeltjes producten van over heel de wereld.’ 2. Hazel, Kinkerstraat 306. ‘Voor heerlijke noten en het lekkerste zelfgemaakte pistacheijs.’ 3. De Volkskruidentuin, Kinkerstraat 142 A-B. ‘Dadelstroop, kikkererwtenmeel, rozenwater en ontelbare kruiden, hier kan je alles vinden.’ 4. Marqt, Overtoom 21. ‘Het brood van Brood, lekkerder brood in Amsterdam hebben we tot nu toe nog niet gevonden.’ 5. De Kaaskamer van Amsterdam, Runstraat 7. ‘Ben je een kaasliefhebber? Dan is de Kaaskamer jouw hemel op aarde.’ 6. ‘Beste broodje haring bij de haringkraam aan de Bilderdijkstraat, waar deze kruist met de Potgieterstraat.’
Recepten van Cousine
Salade met rucola, bieten en buffelmozzarella voor 4 personen Salade Rucola Ongekookte bietjes (vraag op de markt naar witte, gele en rode voor een kleurrijk resultaat) 1 sinaasappel Bol buffelmozzarella (of verkruimelbare geitenkaas) Handvol hazelnoten Wat basilicumblaadjes Dressing Olijfolie Scheutje witte wijnazijn Sinaasappelsap 1 tl mosterd 1 tl honing Peper & zout Kook de bietjes kort, met schil en al, todat ze beetgaar zijn. Schil ze en snijd ze in plakjes. Rooster ondertussen de hazelnoten goudbruin in de oven of in de koekepan. Snijd de sinaasappel in partjes door met een scherp mes de schil eraf te snijden en langs de velletjes de partjes eruit te snijden. Spreid de rucola uit over een grote schaal, verdeel daarover de bietjes, de sinaasappelpartjes en de in stukken gescheurde mozzarella. Klop
de dressing, giet hem over de salade, strooi de hazelnoten erover en garneer met de basilicumblaadjes. Kastanjetaart met vanillemascarpone voor 8-12 personen Korstdeeg 250 gr bloem 150 gr boter 100 gr suiker 100 gr fijngemalen hazelnoten 2 eierdooiers Zout Vulling 250 gr gepelde kastanjes (vacuüm verpakt) 200 ml melk 200 ml water 60 gr poedersuiker 60 gr boter 50 gram fijngemalen amandelen 3 eierdooiers 1 vanillestokje Zout Vanillemascarpone Bakje mascarpone Poedersuiker Merg van 1 vanillestokje Rasp van 1 sinaasappel Meng in een kom de bloem en de boter en wrijf het met je vingers fijn, zodat er een korrelige substantie ontstaat. Kneed er vervolgens de eierdooiers, de suiker, de gemalen hazelnoten en een snufje zout door. Maak een bal en leg die minstens een halfuur de koelkast. Verwarm de oven voor op 180 graden. Doe voor de vulling 200 ml melk en 200 ml water in een pan. Doe de kastanjes, het merg van 1 vanillestokje en een snufje zout erbij. Laat afkoelen en pureer met de staafmixer. Klop de 3 eierdooiers erdoor, samen met de gemalen amandelen en 60 gr van de poedersuiker. Rol het deeg uit tot een plak en bekleed daarmee de bakvorm, schenk de kastanjevulling erin. Het is belangrijk dat je de korst niet te dik maakt en de taart niet te hoog. Bak gedurende 50 minuten in de oven. Meng voor de mascarpone alle ingrediënten en serveer de taart met een dotje room. Eet smakelijk! Cousine
FoliaMagazine
31
(advertenties)
Luister naar Radio AmsterdamFM: De stem van de hoofdstad!
Van 07:00 tot 19:00 uur op 103.3 op de kabel, 106.8 in de ether. En 24 per dag op www.amsterdamfm.nl Als het in Amsterdam gebeurt, hoor je het hier!
Radio AmsterdamFM: De stem van de hoofdstad!
is de publieke radio van Amsterdam. Nieuws, kunst en cultuur en politiek: als het in Amsterdam gebeurt hoor je het op AmsterdamFM. Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
Kijk voor meer informatie op www.amsterdamfm.nl
UvAV4:Opmaak 1 26-08-11 13:37 Pagina 1
Hotel RĂŠsidence Le Coin Gastvrijheid in een karakteristieke sfeer HOTEL RESIDENCE LE COIN, gevestigd in hartje centrum van Amsterdam en al jaren een pleisterplaats voor gasten van de UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM en van de HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM draagt deze gasten een warm hart toe en daarom kunnen zij rekenen op een gereduceerd tarief. Zij die op vertoon van deze advertentie bij ons komen overnachten ontvangen tevens een extra korting op het ontbijt. Het hotel ligt in het oude centrum en is een uitstekend vertrekpunt voor het ontdekken van alles wat de stad te bieden heeft, van het bijwonen van een theatervoorstelling tot een rondvaart in een van de vele monumentale grachten.
Bezoek onze website of bel voor meer informatie. www.lecoin.nl 020 - 5246800
Nieuwe Doelenstraat 5 1012 CP Amsterdam e-mail: hotel@lecoin.nl
passie Schafeltennis
‘Het idee voor schafeltennis kreeg ik in 2003, toen ik een kunstenaar ontmoette die de combinatiesport schaakboksen had geïntroduceerd. Zoiets leek mij ook wel wat. Ik behoor bij het schaken en bij het tafeltennis tot de middenmoot en als ik ooit Nederlands kampioen wil worden, zou het in schafeltennis moeten zijn. Een ronde schafeltennis bestaat uit vier games tafeltennis en twee korte schaakmatches. Het eerste NK Schafeltennis hield ik in 2008, en nu organiseer ik het jaarlijks en komen er tientallen schafeltennissers van alle leeftijden op af. Ook elders worden inmiddels schafeltennistoernooien georganiseerd en dat vind ik prachtig. Bij veel schaaktoernooien staat al een tafeltennistafel, want als je veel in je hoofd zit is het fijn om even te bewegen. Die combinatie maakt het schafeltennis ook interessant: dat zowel techniek als uithoudingsvermogen belangrijk zijn. Wat ook mooi is, is dat de sfeer op schafeltennistoernooien zo ontspannen is. Op schaaktoernooien is men vreselijk fanatiek en wordt er echt met het mes op tafel gespeeld, maar bij schafeltennis is nog nooit één onvertogen woord gevallen. Fantastisch ook dat je op zo’n NK soms wordt ingedeeld tegen spelers uit de landelijke top, waartegen je normaal nooit uitkomt. Zo lootte ik al twee keer tegen meervoudig schaakkampioen Loek van Wely, van wie ik met tafeltennissen makkelijk win, maar die mij van het schaakbord veegt. We accepteren dan elkaars kracht en genieten allebei van de matches. Ik ben er dan ook hartstikke trots op dat ik dit ben gaan organiseren. Dat ik er steeds meer mensen warm voor krijg, dat is toch gewoon kicken?’ yyy Clara van de Wiel
FoliaMagazine
33
foto Fred van Diem
Simon Gribling (57, directeur bedrijfsvoering Domein Bewegen, Sport & Voeding aan de HvA) organiseert sinds drie jaar het NK Schafeltennis.
Schipperen met academische pretenties Studenten van de Interfacultaire lerarenopleiding (ILO) aan de UvA trekken aan de bel: de organisatie is een zootje en ook over de inhoud van de lesstof zijn veel studenten ontevreden. De opleiding bevindt zich in een spagaat tussen praktijkgericht en academisch onderwijs. Kritiek die al jaren speelt, volgens oud-studenten. ‘Iedereen klaagt steen en been.’ tekst Eva Rooijers en Clara van de Wiel / illustraties JeRoen Murré
‘E
en dogmatische fabriek waarin waardeloze diploma’s worden uitgekeerd aan studenten van wie niets dan blinde gehoorzaamheid en een uiterst niet-academische houding wordt verwacht.’ Ex-ILO-student Hans Mooijer veegde in zijn opiniestuk in Folia Magazine van half oktober de vloer aan met zo ongeveer elk aspect van de Interfacultaire Lerarenopleiding (ILO) van de UvA. Het competentiegericht denken, de vele reflectierapporten en portfolio’s die moeten worden geschreven en het kritiekloze onderwijsklimaat: Mooijer zag al na enkele weken geen heil meer in een opleiding aan de ILO en stopte. Het opinieartikel viel rauw op het dak van An-
34
FoliaMagazine
dré Koffeman, onderwijsdirecteur van de ILO. ‘Hans Mooijer deed me denken aan een blogger die maar wat roept vanaf een zolderkamertje. Zijn kritiek was nergens goed onderbouwd. Ik
‘Je moet niet verwachten dat op het college de theorie ter discussie staat’ heb hem nog uitgenodigd voor een constructief gesprek, maar daar is hij niet op ingegaan.’ Was dit de boude en ongenuanceerde mening van een gefrustreerde student, of legde Mooijer de
vinger daadwerkelijk op een zere plek? Hoewel de toon van zijn betoog wordt afgewezen, leert een rondgang langs studenten en oud-studenten van de ILO dat de kern van zijn kritiek wel degelijk breder wordt gedeeld. Ook bij de studentenraad van de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG) zijn meerdere klachten binnengekomen van ILO-studenten, zegt FSR-lid Gina Plat. ‘We hebben een onderzoek ingesteld naar de kritiek van studenten.’ Die kritiek lijkt vooral voort te vloeien uit de spagaat waarin de opleiding zich bevindt, tussen enerzijds wetenschappelijk en anderzijds praktijkgericht onderwijs. Dat is opvallend, omdat de ILO in 2010 juist werd ondergebracht bij de FMG om de integratie
FoliaMagazine
35
Wat en hoe op de ILO Studenten aan de ILO volgen één dag per week les op het instituut en staan twee tot vier van de overige dagen op hun stageschool voor de klas. Deze ILO-dag begint met de zogenaamde A-colleges, waarbij iedereen tijdens een hoorcollege les krijgt in onderwijstheorie. Daarnaast zijn de er de T-colleges, waar in kleinere groepen aan het verwerven van noodzakelijke vaardigheden wordt gewerkt. De V-colleges ten slotte, vinden binnen de eigen vakgroep plaats en staan in het teken van vakspecifieke didactiek. De onderwijsvorm die de gehele opleiding centraal staat is het competentiegericht leren. Dat betekent dat via praktijkgerichte opdrachten de zeven competenties die een goede docent moet bezitten, versterkt worden. Daaronder vallen bijvoorbeeld de interpersoonlijke competentie en de competentie in het samenwerken met de omgeving. Individueel kan daarbij bepaald worden meer of minder aandacht te geven aan sommige competenties.
tussen theorie en praktijk te versoepelen. De kritiek is ook verrassend omdat de ILO in 2008 in een onderzoek naar de kwaliteit van universitaire lerarenopleidingen door de NederlandsVlaamse Accreditatieorganisatie nog als beste naar voren kwam. ‘Vlees noch vis’ is hoe oud-studente Annabel Feenstra de opleiding omschrijft. Feenstra volgde in 2007 een opleiding aan de ILO en is momenteel als lerares maatschappijleer werkzaam op een middelbare school in Beverwijk. ‘Wat mij stoorde was dat ze academische pretenties hebben, maar dat het geen wetenschappelijke
36
FoliaMagazine
opleiding is. Bij politicologie was ik gewend om verschillende visies met elkaar te vergelijken. Dat gebeurde op de ILO totaal niet. Je werd ge-
‘Reflectie is goed, maar bij deze opleiding word je ermee doodgegooid’ schoold in één onderwijsmethode, namelijk activerende didactiek.’ Een onderwijsvorm waarbij leerlingen op verschillende manieren zelf actief
aan de slag gaan met de lesstof in plaats van een docent die voor de klas staat en alles voorkauwt. Feenstra: ‘Dat is een goede methode, maar het werd gebracht alsof het de enige juiste methode is.’ Melle van Loenen, die in 2009 de educatieve minor aan de ILO volgde, miste ook wetenschappelijke diepgang. ‘Je moet niet verwachten dat op het college de onderwezen theorie ter discussie staat: die moet je uit je hoofd leren en inzetten in de lespraktijk. Als je inhoudelijk wilt discussiëren over dit soort theorieën kun je beter onderwijskunde gaan studeren.’ Volgens Feenstra was er vooral geen tijd voor. ‘Ik weet
Accreditatie De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) beoordeelt iedere zes jaar of de kwaliteit van de universitaire lerarenopleidingen in orde is. Tijdens de laatste visitatie in 2008 kwam de ILO als beste uit de bus. De ILO scoorde op vijftien punten een voldoende en op zes punten een goed. De kritiek van studenten lijkt amper te zijn doorgedrongen tot de visitatiecommissie. Volgens IJda van den Hout, woordvoerster van de NVAO, kan dat te maken hebben met de toenmalige – wettelijk toegestane – werkwijze. ‘De instellingen schoven zelf studenten naar voren waarmee wij in gesprek gingen. Het ligt voor de hand dat een opleiding niet de meest kritische studenten uitnodigt. Sinds januari 2011 kunnen de commissies bij visitaties ook een open spreekuur organiseren waarin studenten hun mening over de opleiding kunnen geven. Als studenten tussentijds klachten hebben over de inhoud van de opleiding dan horen wij dat graag. Met klachten over de organisatie kunnen ze terecht bij de Onderwijsinspectie.’
niet of de docenten per definitie niet openstaan voor kritische bespiegelingen, maar het programma zit simpelweg te dichtgetimmerd om er aandacht aan te besteden.’ Ook over een deel van de wetenschappelijke literatuur zijn de ondervraagde studenten ontevreden. Volgens Dolf van der Schoot, die op dit moment de opleiding tot filosofiedocent volgt en werkt op het Amsterdams Lyceum, is de onderwijsstof te algemeen. ‘Je stipt een onderwerp aan, maar gaat nergens dieper op in. Daardoor word je totaal niet intellectueel uitgedaagd. Bovendien zijn veel artikelen sterk verouderd. De meeste dateren uit de jaren zestig en zeventig. Ik kan me niet voorstellen dat er inmiddels geen nieuwe inzichten zijn.’ Van Loenen herkent dit. ‘Een deel van de literatuur is achterhaald. Ik moest vorig jaar een boek bestuderen waarin het studiehuis werd opgehemeld. Naar mijn idee was dat toen al lang afgeserveerd.’ Opleidingsdirecteur Koffeman wijst erop dat de ervaringen van filosofiestudent Van der Schoot niet representatief zijn voor de hele opleiding. ‘Natuurlijk zal een filosofie-vakdidacticus ook oudere bronnen opgeven.’ Reflectie op reflectie Hoewel de ILO pas na een reguliere master
gevolgd kan worden, sluit de opleiding volgens studenten dus slecht aan op het reguliere wetenschappelijk onderwijs. ‘Op z’n zachtst gezegd wel even wennen,’ is hoe oud ILO-studente Heleen van der Horst haar kennismaking met de ILO omschrijft. Van der Horst rondde in 2007
de onderzoeksmaster Nederlands af en kreeg direct een aanstelling als lerares aan het Barlaeus Gymnasium. In januari 2008 begon ze naast haar werk als lerares, op verzoek van haar rector, aan de ILO. ‘Ik was totaal niet bekend met de toon en aanspreekvorm die kennelijk passen bij competentiegericht onderwijs. Op de universiteit was ik gewend om individueel onderzoek te doen, hier werd ik constant in groepsverband benaderd. “We moeten het wel gezellig houden met elkaar” was het devies. Dat verbaasde mij enorm: dit was toch zeker een post-masteropleiding?’ Veel studenten hekelen de grote rol die reflectie op de eigen didactische kwaliteiten inneemt binnen het ILO-onderwijs. Van der Schoot:
‘Reflectie is goed, maar bij deze opleiding word je er echt mee doodgegooid. Eerst moet je reflecteren op hoe een les is gegaan. Daar moeten twee medestudenten op reflecteren en op die reflectie moet jij dan weer gaan reflecteren. Daar gaat ontzettend veel tijd in zitten.’ Feenstra beaamt dit. ‘Ik snap dat reflecteren nuttig kan zijn. Het leraarschap is een heel individualistisch beroep. Je merkt alleen of je het goed doet aan de reactie van leerlingen. Natuurlijk is het dan zinvol om kritisch naar je eigen functioneren te kijken, maar de tijd die wij staken in reflectie was buitenproportioneel. Ik heb dat ook teruggekoppeld.’ Feenstra had liever gezien dat die tijd ging naar het aanleren van praktische vaardigheden die direct konden worden toegepast in de stage, die studenten twee tot vier dagen per week lopen op een middelbare school. ‘In het begin is het ontzettend zwaar om voor de klas te staan. Dan is het prettig als die ene lesdag op de ILO daar meer op inspeelt,’ zegt Feenstra. ‘Ik had veel aan de supervisiegesprekken onder leiding van een ervaren docent en coach van buiten. We bespraken dan in kleine groepjes waar we tegenaanliepen in ons werk. Ook heel leerzaam was het maken van een lessenserie. Had ons vier van die series laten maken in plaats van dat eindeloze gereflecteer.’ Ook Helene Vlessing, die de opleiding tot do-
hbo-lerarenopleidingen wordt er constant gehamerd op kwaliteitsverbetering. Over de kwaliteit van de universitaire opleidingen wordt met geen woord gerept. Sterker nog: de minister spreekt de uitdrukkelijk wens uit dat nog meer studenten doorstromen naar de educatieve master. Op 3 november j.l. werd er in de Kamer nog gesproken over de kwaliteit van lerarenopleidingen. Maar ook hier werden enkel de hbo-opleidingen genoemd, en niet de universitaire masters.
Ook met financiële voordeeltjes worden afgestudeerden naar de universitaire postmaster gelokt. Studenten die na hun reguliere master nog een eemjarige master aan een ULO willen volgen, krijgen hiervoor een jaar extra studiefinanciering. Deze regeling geldt alleen voor ULO-masters. Al deze maatregelen lijken hun vruchten af te werpen. Waar in 2006 nog 66 studenten instroomden aan de ILO, was dat aantal in 2010 gestegen tot 101.
‘Al die verslagen leiden af van de hoofdzaak: een goede leraar worden’
ULO = het summum Na een brandbrief in 2006 van het Sociaal Cultureel Planbureau over de verwachte terugloop van academici in het voortgezet onderwijs, wordt vanuit Den Haag de universitaire lerarenopleiding (ULO) meer dan ooit gestimuleerd. Van links tot rechts dwepen politici met het belang van de academicus voor de klas. Ook een aanzienlijk deel van het in afgelopen mei gelanceerde actieplan Leraar 2020 gaat over het belang van de opleiding van leraren. Wat betreft de
FoliaMagazine
37
cent filosofie volgt en stage loopt bij het Vossius Gymnasium, ziet geen heil in het grote aantal verslagen dat moet worden geschreven. ‘Als je bijvoorbeeld een les professioneel spreken hebt gehad, wat heel nuttig is, moet je daar vervolgens weer een verslag van maken. Wat is daar de relevantie van? Al die talloze verslagen leiden af van de hoofdzaak: een goede leraar worden.’ Paul Scheltes is als schoolopleider werkzaam op De Meergronden in Almere en heeft dagelijks te maken met ILO-studenten die stage lopen. Hij herkent hun strubbelingen. ‘ILO’ers hebben enkel hun academische achtergrond en worden in het diepe gegooid. De eerste tijd voor de klas is voor de meeste studenten dan ook puur overleven. Op dat moment schiet het toepassen van de theorie die je op de ILO leert er gewoon bij in. Later, misschien wel jaren later, zal het besef waarschijnlijk wel komen dat die theorieën wel degelijk nuttig zijn, maar die eerste periode heb je daar de puf gewoon niet voor.’ Hetzelfde geldt volgens Scheltes voor de kritiek op de zeven competenties, zoals de pedagogische en de organisatorische competentie. ‘Niet voor iedereen is elke competentie tijdens de eerste maanden van de stage even relevant, maar desondanks zijn ze allemaal nodig om een goede docent te worden.’ Opleidingsdirecteur Koffeman erkent dat het schipperen is tussen het praktische en wetenschappelijke aspect van de opleiding. ‘Er zullen altijd studenten zijn die het niet wetenschappelijk genoeg vinden, terwijl andere studenten juist weer onderwijs in praktische vaardigheden missen. We moeten gewoon heel veel in één jaar stoppen, dat is misschien niet ideaal. Maar over de inhoud van de opleiding ben ik tevreden. Dat betekent niet dat we de kritiek van studenten niet serieus nemen. Zo hebben we de reflectiemodule waar Van der Schoot het over heeft inmiddels geschrapt.’ Teach what you preach Naast de kritiek op inhoud, lopen de studenten naar eigen zeggen op tegen een falende organisatie. ‘Er circuleren verschillende literatuurlijsten, de linkjes op Blackboard naar filmpjes en artikelen
38
FoliaMagazine
werken vaak niet, opdrachten veranderen in de loop der weken drie keer en dat zijn nog maar een paar kleine voorbeelden van wat er misgaat,’ somt Helene Vlessing op. ‘Deze organisatorische problemen spelen niet alleen binnen de filosofiegroep. Je zal niemand vinden die zegt dat het lekker loopt. Iedereen klaagt steen en been,’ aldus Vlessing. ‘In hoorcolleges leren ze ons dat we goed voorbereid aan een les moeten beginnen, en duidelijk en consequent moeten zijn naar leerlingen toe.
Bovendien werken we met veel deeltijddocenten. Dat maakt de organisatie erg ingewikkeld. Wat natuurlijk geen excuus is; je moet je organisatie goed op orde hebben. Op dat vlak is inderdaad nog veel te winnen. Daartoe is de opleidingcommissie dit jaar opgetuigd. Die bestaat uit studenten en docenten van alle studierichtingen. Zij hebben de opdracht gekregen om op zoek te gaan naar feedback over het curriculum, zodat wij daar snel op kunnen reageren.’
‘Er zijn altijd studenten die het niet wetenschappelijk genoeg vinden’
Geknipt en geschoren Toch hebben veel punten van kritiek de opleidingsdirecteur niet bereikt. ‘Sommige klachten ken ik, veel niet,’ zegt hij. ‘Dat frustreert mij natuurlijk ook enorm. Ik ben trots op deze opleiding en dat wil ik graag blijven. Daarom verwelkom ik elke student die een constructief gesprek wil voeren over de kwaliteit van de opleiding. Mijn deur staat altijd open,’ aldus Koffeman. Hij zegt het beeld weg te willen nemen dat er veel geklaagd wordt en dat die klachten niet ontvankelijk worden verklaard. ‘Ik neem alle informatie die ik krijg van studenten zeer serieus.’ ‘Dat is nu juist het grootste probleem,’ zegt filosofiestudent Van der Schoot. ‘We worden helemaal niet serieus genomen. Als je problemen aankaart, worden die onder het tapijt geveegd.’ Van der Horst: ‘Een onderdeel dat ik erg goed en belangrijk vond, vakdidaktiek, zat altijd aan het eind van een lange lesdag op het moment dat niemand daar meer energie voor had. Dat hebben we in de evaluatiegroep aangekaart met de vraag of daar niet iets aan gedaan kon worden. De reactie van de docenten was toen: “Ach ja, dan heb je toch iets om naar uit te kijken?” Dan luister je dus gewoon niet.’ Vlessing stuurde het semesterhoofd van de opleiding verschillende mails over de organisatorische problemen. Het semesterhoofd nodigde haar en een studente die de klachten namens de talengroep verwoordde drie weken geleden uit voor een lunch. ‘Na het gesprek zei hij dat hij zich “geknipt en geschoren” voelde,’ zegt Vlessing. ‘Een
Maar precies die dingen ontbreken volledig op de ILO,’ zegt Kim Allaway, die dit jaar de richting tot docent Engels volgt. ‘Het teach what you preachprincipe dat ons steeds wordt voorgehouden, wordt zo echt een holle frase. Een gedeelte van de studenten kreeg zelfs de slappe lach tijdens een college waarin een docent uitlegde dat het belangrijk is om heldere opdrachten te geven. Onze opdrachten zijn zo vaag geformuleerd dat niemand weet wat je precies moet doen.’ Van der Schoot voegt daaraan toe: ‘We leren dat we leerlingen heldere feedback moeten geven, maar wij krijgen zelf geen feedback op onze opdrachten. Ik heb het idee dat je soms ook een voldoende krijgt als je maar wat doet.’ Zo leverde Van der Schoot een keer een half complete opdracht in. Hij meldde dat de rest later zou volgen. ‘Maar voordat ik de complete opdracht had ingeleverd, kreeg ik mijn beoordeling al: goed. Toen ik aangaf dat ik het vreemd vond dat een incomplete opdracht zo goed beoordeeld werd, kreeg ik geen reactie,’ zegt Van der Schoot verontwaardigd. ‘Dat werkt niet motiverend.’ Opleidingsdirecteur Koffeman legt uit dat het curriculum van de ILO zich lastig laat organiseren. ‘We hebben 23 lerarenopleidingen, voltijden deeltijdprogramma’s, zij-instromers, een contractonderwijsvariant en een minorvariant.
deel van de kritiek heeft hij ook opgepakt. Er is een opdracht geschrapt en ook op Blackboard lijkt vooralsnog duidelijkheid te heersen.’ Vlessing: ‘Wat ik wel opvallend vind, is dat deze problemen al heel lang spelen. Docenten op mijn stageschool die jaren geleden aan de ILO studeerden, hadden precies dezelfde klachten.’ Een geluid dat ook veel andere studenten laten horen. ‘Het zelfreinigend vermogen is echt onder het vriespunt,’ zegt Vlessing. ‘Dat is ontzettend zonde. Er studeren zo veel studenten hier die gepassioneerd zijn over het lerarenvak. Die raak je op deze manier kwijt. Ik vraag me af wanneer iemand een keer iets aan de kwaliteit gaat doen.’ De ondervraagde studenten geven allemaal aan dat het ze niet gaat om het simpelweg klagen. Er zijn ook zaken die goed gaan. Zo zijn bijna alle studenten positief over de persoonlijke begeleiding en de lessen vakdidactiek. Maar door
te benoemen wat niet goed is, hopen ze bij te dragen aan de kwaliteit van de lerarenopleiding. Hun belangrijkste suggestie: ‘Snoei in de opleiding, maak hem minder breed, maar dieper,’
‘Als je problemen aankaart, worden die onder het tapijt geveegd’ zoals Helene Vlessing het verwoordt. ‘Want het gebrek aan inhoud wordt nu gemaskeerd door de hoeveelheid stof en opdrachten.’ Of verleng de master met een jaar, opperen veel studenten. Van der Horst heeft haar twijfels bij deze postmastervorm. ‘Mijn advies is: breng het terug naar de afzonderlijke faculteiten. Dan kun je een volwaardige masteropleiding aanbieden
waarin alle aspecten aan bod komen, zonder dit halfslachtige gedoe.’ Opleidingsdirecteur Koffeman en docent Scheltes zien meer in het opbreken van de opleiding in een praktijk- en theoriegedeelte. Scheltes: ‘Voor veertig procent van de studenten is zo’n eenjarige opleiding gewoon te kort. Die zou je liever één of twee jaar in de praktijk hebben en dan pas weer aan de slag laten gaan met verdere theorie, omdat het op deze manier niet blijft hangen. Maar dat wordt waarschijnlijk te duur.’ Koffeman: ‘In een ideale wereld zou ik de opleiding in tweeën knippen. Dan besteden we het eerste halfjaar aandacht aan het ambacht. Hoe sta je voor de klas? Hoe houd je orde? Hoe ga je een relatie met de leerlingen aan? Ga dan de wereld in en kom over een jaar of drie terug om de diepte in te gaan. Maar helaas leven we niet in een ideale wereld.’ yyy
FoliaMagazine
39
(advertentie)
Folia maakt radio Folia Live geeft je iedere week
nieuws en informatie over het hoger onderwijs in Amsterdam.
Luister iedere woensdag van 16.00 - 17.00 naar Folia Live op Amsterdam FM (106.8 in de ether en 103.3 op de kabel).
21 december, 16.30 - 18.00
Daarna te beluisteren als podcast op www.foliaweb.nl. Of: luister via een app op je mobiel of je tablet.
Marathoninterview met Paul Doop
Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam Amsterdam FM.nl de stem van de hoofdstad
drift
A
nna, Domein Media, Creatie en Informatie (HvA): ‘Mijn vriend en ik waren na twee jaar eigenlijk compleet op elkaar uitgekeken. Maar we gingen nog wel samen op skivakantie naar Frankrijk. Hij “gezellig” in een gevorderdengroep en ik in een beginnersklasje. Mijn bejaardengroepje haakte al snel af door het slechte weer. Toen was het alleen nog maar de skileraar en ik. We hadden een enorme klik en hij had flirten echt tot een sport verheven. Elke keer hielp hij me weer overeind als ik viel. Met een vette knipoog erbij. Of met een snelle kus op mijn mond. Als je relatie op sterven na dood is, ben je daar heel gevoelig voor. Maar het moest kunnen, vond ik. De laatste avond was er een soort bonte avond, iedereen moest in gala. Toen mijn skileraar in pak kwam aanlopen, draaide mijn maag zich om. Misschien waren dat gewoon vlinders in mijn buik, maar ik wist niet hoe ik het had. Ik ben zo ongeveer naar mijn hotelkamer gerend. Ik heb daar een vriendin in
Nederland gebeld, was helemaal in de war. Toen ik terugkwam, was het mijn vriend niet eens opgevallen dat ik een tijdje weg was geweest. Mijn skileraar wel, die kwam gelijk aanlopen. En toen was het duidelijk. Zonder iets te zeggen draaide ik me om en zijn we zo naar zijn kamer gelopen. Toen hij de deur opende, ging mijn hart
‘Elke keer hielp hij me weer overeind als ik viel’ enorm tekeer. Ik vond het doodeng. Ik weet nog dat ik vroeg of hij dit wel kon maken tegenover zijn vriendin, ik was op zoek naar een uitweg. Hij moest lachen en zei dat dat zijn zorg was, dat hij dit wel vaker deed. Ik kon die eerlijkheid wel waarderen, dat ik niet de enige was maakte het minder erg. Omdat ik zo gespannen was, begon hij eerst mijn schouders te masseren. Toen we gingen zoenen, trok hij op zijn gemak mijn kleren uit. Ik was over mijn hele lichaam aan het
foto Jan van Breda
Anna (22) deed het met haar skileraar trillen. Toen hij me streelde en uiteindelijk een vinger in me stak, kwam ik al bijna klaar, mijn lichaam was niet meer stil te krijgen. Hij nam de tijd om met me te vrijen, hield het ontzettend lang vol. Daarna durfde ik hem amper aan te kijken, ik had me zo laten gaan. Maar hij was écht lief voor me, ook al was hij natuurlijk een foute skileraar. Ik heb me daarna snel gedoucht, me weer aangekleed en ik ben teruggegaan naar het feest. Mijn vriend merkte niks aan me. Toen we de volgende dag vertrokken, had ik het gevoel dat alle skileraren het wisten. Maar het kon me niks schelen. Had mijn vriend me maar meer aandacht moeten geven. Thuis heb ik het direct met hem uitgemaakt.’ yyy Mariska Vermeulen
De naam van de geïnterviewde is op haar verzoek gefingeerd. Wil je ook meedoen aan deze rubriek, mail dan een korte motivatie naar redactie@folia.nl
FoliaMagazine
41
Eindejaarsspecial 2011 (advertentie)
Kennis uit Amsterdam
proza en poëzie van UvA en HvA Een literatuurspecial van Folia Magazine, het weekblad van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. Verhalen en gedichten van talentvolle UvA- en HvA-auteurs, onder wie: Asis Aynan • Thomas Möhlmann • Jan van Mersbergen • Jonathan van het Reve • Daan Heerma van Voss • Piet Gerbrandy • Anouk Kemper • Philip Huff • Marian Donner • Emma Curvers • Binnert de Beaufort • Renske Jonkman • Martijn Simons • Johan Faber • Christiaan Alberdingk Thijm • Maurice Seleky • Thomas van Aalten • Sterre van Rossem • Alma Mathijsen • Bregje Bleeker • Manon Duintjer • Joris Brussel • Lisanne de Berg • Eva Meijer • Yves Otten • Merijn de Boer • Thomas Heerma van Voss en Niña Weijers Het nummer wordt op 14 december om 17.00 uur gepresenteerd in Pakhuis de Zwijger (Piet Heinkade 179) in Amsterdam. Met optredens van Thomas van Aalten, Asis Aynan, Binnert de Beaufort, Lisanne de Berg, Joris Brussel, Anouk Kemper, Maurice Seleky en Niña Weijers. Het eerste exemplaar wordt door Jim Jansen (hoofdredacteur Folia Magazine) uitgereikt aan P.C. Hooftprijswinnaar en emeritus universiteitshoogleraar sociologie Abram de Swaan. Aanmelden via: stephanie@folia.nl. Zie www.foliaweb.nl voor meer informatie.
Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam
de adviesdienst
Naakt of niet
‘W Niet klooien
Het is toch heel normaal om naakt te douchen in de sportschool? Bij mijn sportschool gaat bijna iedereen met onderbroek onder de douche en in de sauna. Ik vind het treurig om te zien hoe volwassen mannen staan te klooien met een handdoek om hun middel bij het omkleden. Ik stoor me er niet aan en ik mag verwachten dat zij zich niet aan mij storen. Ik zou van
hun probleem niet jouw probleem maken. Casper (25, student wijsbegeerte)
Gekleed Volgende keer volledig gekleed douchen. Laat ze maar voelen hoe gênant het dan is! Jerke van der Woedt (projectleider, HvA)
Oplossing Douche zoals jij wil en gun de
ander ook die ruimte. Wat me ook een goede oplossing lijkt is extra badgelegenheid voor ieder die niet samen bloot onder de douche wil, om wat voor medische, religieuze of culturele reden dan ook . Rajen Budhu Lall (UvA-alumnus rechten)
Naakt gaan
illustratie Pascal Tieman
ekelijks sport ik in het Universum, het sportcentrum op het Science Park. Na het sporten neem ik natuurlijk een douche. Toen ik laatst onder de douche stond, zag ik dat de overige drie sporters hun onderbroek tijdens het douchen aan hadden gehouden. Moet kunnen op zich, maar toch voelde ik me licht exhibitionistisch omdat ik daar naakt aan het douchen was, terwijl dat voor mij eigenlijk normaal is. Wat te doen?’ Joris (22)
hen dan over jou. Gaan zij dan met een natte broek naar huis of zo? Dat lijkt mij echt onhandige situaties opleveren. Ik raad je aan gewoon naakt te blijven gaan. Het is niet jouw probleem dat zij moeilijk doen. Jaap (21, reclame, marketing & communicatie, HvA)
Wat een doetjes zijn die andere drie! Deze kwestie zegt meer over
volgende week: beursfraude Een goede vriendin van mij woont nog thuis bij haar ouders in Amsterdam-Zuid.
het fraude is, heeft zij dat geld echt niet nodig. Moet ik haar hierop aanspreken
Begrijpelijk, want het is erg lastig om in deze stad een betaalbare woning te vin-
of zijn het mijn zaken niet? Lianne (20)
den. Ook schuift ze nog regelmatig aan bij het avondeten en wordt haar kamer zelfs nog door de schoonmaakster gestofzuigd. Allemaal prima, maar ze heeft
Mail je advies voor Lianne, of een eigen kwestie waarin je geadviseerd wilt
zich wel op een ander adres laten inschrijven om een uitwonende beurs van de
worden, aan redactie@folia. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen
DUO te kunnen krijgen. Eigenlijk vind ik dat niet eerlijk, want los van het feit dat
in te korten.
FoliaMagazine
43
lezingenladder het cultureel studentencentrum van UvA & HvA
docu
do 8/12 20.00 uur Voor eenieder die geïnteresseerd is in lezingen en debatten is er de Folia Magazine-lezingenladder. Wij streven ernaar hierin de meest interessante lezingen en debatten in Amsterdam op één plek te verzamelen.
Think Globally - Act Locally Bungehuis 0.04 MA 12/12, 17.00 uur Hoogleraar geschiedenis Joachim Radkau geeft een korte inleiding over de geschiedenis van de milieubeweging.
Facing a sex obsessed culture, a mountain of stereotypes and misconceptions, and a lack of social or scientific research, asexuals struggle to claim their identity. The documentary (A)sexual follows the growth of a community that experiences no sexual attraction. Students free, others E 5,-.
Studiefinanciering vs. leenstelsel
Generatieconflict: samen staan we sterk of ieder voor zich?
muziek
Crea Muziekzaal WO 07/12, 20.00 uur
De Rode Hoed DO 08/12, 20.00 uur
Moet de studiefinanciering plaatsmaken voor een (sociaal) leenstelsel? Een debat met o.a. CvBvoorzitter Paul Doop en Kamerleden Jesse Klaver (GroenLinks) en Anne-Wil Lucas (VVD).
Debatavond over solidariteit, vakbonden en generaties. Met o.a. hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer en FNV-voorzitter Agnes Jongerius.
CREA Open Podium
Babel Live Terug naar het gedrukte woord
Filosofie in de Rode Hoed: leefritme
Crea Muziekzaal DI 13/12, 20.00 uur
De Rode Hoed MA 12/12, 20.00 uur
Valt er nog te ontkomen aan digitalisering en sociale media? Een avond vol uitdagend tegengeluid met een vleugje nostalgie.
Schrijvers en filosofen Marli Huijer en Joke Hermsen gaan in debat over de vraag op welke manier het beste met tijd om te gaan.
SLAA | Words in Motion
Onzekerheid troef Het betwiste gezag van de wetenschap
De Balie VR 09/12, 20.00 uur Een avond met en over e-literature, oftewel, elektronische literatuur. Met o.a. Yra van Dijk en Tonnus Oosterhoff.
Terug naar de toekomst Reizen in tijden van neutrino’s De Balie MA 12/12, 20.00 uur Deskundigen over de (on-)mogelijkheden van tijdreizen. Met o.a. voormalig Cern-directeur Jos Engelen.
Burgers op de bres voor privacybescherming Felix Meritis ZA 10/12, 14.30 uur Debat over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, met o.a. Europees Parlementslid Sophie in ’t Veld en emeritus hoogleraar staatsrecht Jit Peters.
Digital Poetry as Intervention
44
poëzie, en digitale kunst in het algemeen. Het programma is verbonden met de Digital Poeticsconferentie die 9 en 10 december wordt gehouden op de UvA.
(A)sexual: Dutch premiere
Spui 25 WO 07/12, 17.00 uur Presentatie van bundel over het gezag van de wetenschap. Aansluitend debat met o.a. scheidend KNAW-directeur Robbert Dijkgraaf, WRR-lid Huub Dijstelbloem en politicoloog Rob Hagendijk.
KNAW-tweegesprek: over kunst en armoede Spui 25 DO 08/12, 17.00 uur Een gesprek over het spanningsveld tussen armoede en kunst tussen econoom en kunstenaar Hans Abbing (schrijver van Why Are Artists Poor) en beeldend kunstenaar Paul Dikker.
U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje
Perdu ZA 10/12, 20.30 uur
naar harmen@folia.nl onder vermelding van ‘Aanmel-
Avond over de waarde en betekenis van digitale
ding lezingenladder’.
FoliaMagazine
do 8/12 20.30 uur
Singer songwriter editie. Met The Crybabies, Daan van de Velde, Maaike Girardin, Carel Wessels, One More Luck en Eline May. Toegang gratis.
cabaret
vr 9 en za 10/12 20.30 uur Goedkoop Cabaret
Vrijdag: Roemer van der Steeg, Gijs Geurtsen en Jennifer Evenhuis. Zaterdag: Jochen Otten, Hanneke Drenth en Van der Laan & Woe. Toegang E 7,-. Reserveren 020 525 1400
debat
ma 12/12 20.00 uur
Revisiting the Political Economy of the Arab Spring This Real World Economics evening is devoted to understanding the political economy background of the mass revolts that have spread in North Africa and the Arab World. With Paul Aerts, Roel Meijer, Jan Eikelboom & Angela Wigger. Studenten gratis, anderen E 5,-
debat
di 13/12 20.15 uur
Babel Live: Terug naar het gedrukte woord Valt er nog te ontkomen aan digitalisering en sociale media? Op deze avond gaan we terug naar de basis en zoeken onze heil in het gedrukte woord. Een oorlogsverklaring aan Twitter, een jaar offline gaan in 2012 en gedichten op een typemachine. Studenten gratis, anderen E 5,-
www.crea.uva.nl
CREA. Dat vind je nergenS
overigens
In deze rubriek reflecteren wetenschappers op een actuele stelling.
Als Nederland dan toch extra moet bezuinigen, dan maar op de ambtenaren. Krijgen we meteen een kleinere overheid. Maarten Pieter Schinkel hoogleraar Competition Economics and Regulation Louis Tavecchio lector vraaggerichte methodiekontwikkeling
Maarten Pieter Schinkel: ‘Wat is deze stelling met een mooie, lichte aarzeling geformuleerd! Op feesten en partijen is ambtenaren ontslaan immers altijd de populaire oplossing. Eens. De meeste ambtenaren zijn hardwerkende mensen, maar ze werken veelal hard aan de verkeerde dingen. Dat heeft alles te maken met de prikkels die ze krijgen. Die zijn pervers. Neem nou gemeenteambtenaren, de gebiedsbeheerders van je wijk. Loop eens kritisch door je straat en maak een lijstje met verbeterpunten. Stuk stoep repareren, fietsenrek plaatsen, blinde gevel beplanten. Kleine, eenvoudig uit te voeren klusjes. Wat ziet je gebiedsbeheerder? Hij ziet HIOR-normen, vergunningseisen en plantmaanden. Kortom, bezwaren die hem druk bezighouden met het niet-uitvoeren van de verbeterpunten. Verkeerd druk dus. Iets vergelijkbaars treft veel rijksambtenaren, die van politiek relletje naar onnozele Kamervraag hobbelen, en zo nergens echt aan toekomen. We zouden veel meer government bang for the buck kunnen krijgen. En dan wellicht met minder ambtenaren afkunnen.’
Jean Tillie hoogleraar electorale politiek
Louis Tavecchio: ‘Ambtenaren worden als groep vaak en gemakkelijk weggezet als luie mensen die de bureaucratie in stand houden om hun eigen baantjes te behouden. Dat is een makkelijke positie om in te nemen en daar wil ik niet graag mee geassocieerd worden. Ambtenaren doen belangrijk werk en zijn als beroepsgroep onmisbaar. Ik ben geen bestuurskundige, dus ik weet ook niet goed of bezuinigen op het aantal ambtenaren leidt tot meer efficiëntie. Misschien is het een goede optie en misschien komt het de effectiviteit van handelen wel ten goede als het ambtenarenapparaat moet inkrimpen, maar het lijkt me dat daar eerst onderzoek naar moet worden gedaan. Een kleinere overheid is wat mij betreft ook niet het uitgangspunt. Een eventuele bezuiniging op ambtenaren moet optimaal rendement opleveren en het is sowieso onverantwoord om zonder onderzoek of kennis te gaan snoeien. Eerst onderzoek, dan bezuinigen. En in die volgorde. Wie weet wat je anders misschien weggooit.’
Jean Tillie: ‘Als je al wilt bezuinigen op het ambtenarenapparaat, dan liever op de hordes consultants die door de overheid worden ingehuurd. Van de torenhoge tarieven die zij vragen om vooral gebakken lucht te verkopen, word ik als eenvoudig universitair medewerker stil. Consultants worden ingehuurd voor klussen waarvan je denkt: daar zijn ambtenaren toch voor? Ik ben geen ambtenarenbasher en ik ben ervan overtuigd dat Nederlanders ongelukkig zouden worden wanneer de ambtenaren zouden verdwijnen. Ook ben ik geen diehard liberaal die een minimale overheid als het grootste goed ziet. Ik denk juist dat collectieve goederen gefaciliteerd moeten worden door de overheid. Nu de bezuinigingen ook Henk en Ingrid zullen treffen – simpelweg omdat iedereen erdoor wordt geraakt – zul je zien dat er ook meer vraag komt naar een overheid die daar zijn verantwoordelijkheid voor neemt. Een goede arbeidsmarkt is niet alleen de verantwoordelijkheid van individuele burgers. Ambtenaren moeten dus blijven. Dan kunnen ze meteen de taken van die extern ingehuurde bureaus overnemen.’ yyy Floor Boon
FoliaMagazine
45
prikbord HvA DMR Sierra
46
Leone
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
DEM Stoelmassage
Corruptie, armoede en ellende op het Afrikaanse continent. Student management, economie & recht Mohamed Jalloh wil het bestrijden met onderwijs. Volgend jaar moeten de eerste studenten naar Sierra Leone afreizen voor zijn onlangs opgerichte stichting, The Connecting Foundation. Het doel: middelbare scholieren in Sierra Leone onderwijzen in allerhande vakken. Want nadat Jalloh het land tien jaar geleden ontvluchtte vanwege de burgeroorlog, ondervond hij aan den lijve dat onderwijs de sleutel is tot ontwikkeling.
Medewerkers van het domein kunnen weer gebruikmaken van de mogelijkheid om gemasseerd te worden. Om te voorkomen dat er wachttijden ontstaan, dienen medewerkers zich van tevoren in te schrijven. Dat kan op de lijsten die sinds vorige week hangen op de docentenkamer van de Fraijlemaborg, het secretariaat van de Leeuwenburg (A10.34) en tegenover de klantenservice op de Wenckebachweg. Er staan nog twee sessies open: op maandag 12 december in de Leeuwenburg, en maandag 19 december op de Wenckebachweg.
DBSV Sportfilmfestival
DT Isolatie
Ter gelegenheid van het tienjarig jubileum van de opleiding organiseert de opleiding sport, management & ondernemen volgend najaar het Sportfilm en Documentaire Festival (SFDF) in samenwerking met EYE filminstituut Nederland, dat tegen die tijd gevestigd zal zijn op de nieuwe locatie tegenover de noordzijde van het Centraal Station. Om het festival te organiseren is de opleiding op zoek naar studenten die hun stage of afstudeeropdracht willen koppelen aan het sportfilmfestival in Amsterdam. Kijk voor meer informatie op het intranet van het domein.
Drie studenten van de opleiding bouwkunde hebben met behulp van de minor ondernemerschap een eigen adviesbureau over isolatie en zonnepanelen opgezet. Tim Fortuin, Mathijs Moerman en Dirk Mulckhuyse zagen een gat in de markt: veel huizen zijn nog steeds slecht geïsoleerd, terwijl het volgens de studenten een fluitje van een cent is woningen ‘na te isoleren’. Meer informatie over het bedrijf van de studenten is te vinden op www.iso4you.nl.
DOO Opening
DMCI Samenwerking
Het heeft even geduurd, maar de nieuwe gebouwen van het domein zijn nu eindelijk officieel geopend. Het Kohnstammhuis en het Theo Thijssenhuis werden 24 november in gebruik genomen. Tijdens de feestelijkheden spraken onder anderen waarnemend collegevoorzitter Paul Doop en wethouder onderwijs en jeugdzaken Lodewijk Asscher. Nazaten van Theo Thijssen en Philip Kohnstamm, naamgevers van de gebouwen, onthulden een gevelsteen. In de gebouwen zijn ook de Dienst Studentenzaken en het Centrum voor Nascholing gevestigd.
De mediaopleidingen van de Hogeschool en Universiteit van Amsterdam gaan dit studiejaar intensiever samenwerken. Daarover zijn afspraken gemaakt met de Faculteit der Geesteswetenschappen. Het gaat vooral om de uitwisseling van studenten en docenten. Zo wordt het voor UvA-studenten gemakkelijker projecten op te zetten in het medialab van de HvA, waar toegepast onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van het bedrijfsleven. Studenten van de HvA moeten makkelijker kunnen doorstromen naar de UvA en docenten zullen vaker bij elkaar les gaan geven.
DG E-learning
HvA Voedsel
Medewerkers in de zorg moeten zich altijd ontwikkelen en bijscholen. Leren via het internet is daarbij een onmisbaar instrument geworden. Op 8 december 2011 vindt daarom voor de derde keer E-learning in de Zorg plaats. Tijdens dit congres wordt onder meer uitgelegd hoe e-learning binnen de organisatie moet worden opgezet. Een dag later wordt op het congres ook gekeken hoe zorgorganisaties social media kunnen inzetten. Meer informatie op www.e-learningzorg.nl.
In 2050 moet er voedsel geproduceerd worden voor 9 miljard mensen, maar op dit moment lukt het nog niet eens om 7 miljard mensen fatsoenlijk eten te geven. Moet eten daarom kleinschalig en eerlijk geproduceerd worden of juist grootschalig en zo goedkoop mogelijk? De Youth Food Movement, een jongerenbeweging die zich inzet voor een eerlijker en gezonder voedselsysteem, organiseert 10 december een debatavond over de toekomst van het voedsel in Studio/K. Meer informatie op www.youthfoodmovement.nl/nieuws/75.
FoliaMagazine
prikbord UvA
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
FEB 650.000
FEB De
UvA-econoom Sweder Jan Gijsbert baron van Wijnbergen moet de verkoopovereenkomst van acht schilderijen overleggen aan zijn zussen, de baronessen Maria en Christina. Dat heeft de rechtbank besloten. De familie heeft een kwestie: zij erfde gezamenlijk de schilderijen van moeder, maar de hoogleraar verkocht ze, zonder te vertellen aan wie. De verkoopsom van 650.000 euro moest hij overmaken naar een gezamenlijke ‘ervenrekening’, maar dat deed hij niet. De zussen vrezen dat Sweder de kunst aan zichzelf heeft verkocht en duurder gaat doorverkopen.
Econometrist Matthijs van Veelen is een van de nieuwe leden van De Jonge Akademie van de KNAW. Samen met negen andere wetenschappers treedt hij toe tot het selecte clubje jonge topwetenschappers. Hij bestudeert met behulp van de evolutionaire speltheorie de evolutie van altruïsme en moraliteit en doet onderzoek naar het begrip eerlijkheid, waarbij hij zich afvraagt waarom mensen niet altijd zelfzuchtig zijn, maar ook rekening houden met de belangen van anderen. De officiële installatie vindt plaats op 16 maart 2012 in het Trippenhuis van de KNAW.
Sport Vondelparkloop
FNWI Van
Samen met de HvA doet de UvA op 15 januari met een gezamenlijk UvA-HvA-team mee aan de Vondelparkloop 2012. De Vondelparkloop is een wedstrijd over tien kilometer door het Vondelpark. Inschrijven is nog mogelijk via de site van het USC en door een tientje over te maken. De Vondelparkloop start om 14.00 uur. Om 11.45 kunnen de startnummers worden opgehaald. Na afloop is er soep in de Hollandsche Manege. Op 5 januari wordt er door het team gezamenlijk getraind in het Vondelpark. Info bij Maurice Maas: 020 525 8952 of m.t.f.maas@usc.uva.nl.
De Groningse hoogleraar Ben Feringa (1951) heeft de eerste Van ’t Hoff-medaille gekregen. Het bestuur van het aan de UvA verbonden Genootschap ter bevordering van natuur-, genees- en heelkunde besloot de medaille aan deze chemicus uit te reiken op voordracht van een commissie. KNAW-president Robbert Dijkgraaf reikte de medaille op 25 november uit. Feringa kreeg de medaille op grond van zijn excellente en grensverleggende onderzoek. De medaille is vernoemd naar de Amsterdamse scheikundige en Nobelprijswinnaar J.H. van ’t Hoff (1852-1911).
FGw Ilias
FGw Erasmusprijs
Hoogleraar Griekse en Latijnse talen en culturen Irene de Jong heeft het boek Homer. Iliad Book 22 geschreven. Binnenkort verschijnt het in de prestigieuze commentarenreeks Cambridge Greek and Latin Classics, in vakkringen bekend als de Green-Yellows (naar de kleuren van het omslag). Het 22e boek bevat een van de hoogtepunten van de Ilias: het tweegevecht tussen Hector en Achilles. De reeks telt meer dan zeventig titels en zowel studenten als wetenschappers maken er gebruik van. Irene de Jong is de eerste Nederlander die er een bijdrage aan levert.
De Eramusprijs die de Nuffic jaarlijks uitreikt voor het beste verslag van een buitenlandse studie- of stageervaring is gewonnen door studente taal & communicatie Fien Vermeulen (links). Rector magnificus Dymph van den Boom reikte de prijs van duizend euro uit. Vermeulen kreeg de prijs voor haar stage bij de non-profitorganisatie BCN Checkpoint in Barcelona. Die biedt kosteloos hiv-testen aan homomannen aan. Vermeulen was betrokken bij de vernieuwing van de communicatiestrategie van het bedrijf door toepassing van onder meer sociale media.
UvA Google
UvA Kortingsabonnementen
Apps
De invoering van de nieuwe mailvoorziening voor studenten, Google Apps for Education, is uitgesteld. In januari zou het nieuwe systeem worden ingevoerd. De reden van het uitstel is volgens het Informatiseringscentrum (IC) dat met de introductie van Google Apps het e-mailadres dat is gebaseerd op het studentnummer zou komen te vervallen. Het IC wil meer inzicht krijgen in de exacte gevolgen daarvan en gaat de impact van het nieuwe mailsysteem onderzoeken. Wanneer Google Apps wel actief wordt is nog niet bekend.
Jonge Akademie
’t Hoff-medaille
De UvA heeft de contracten met de NS en het GVB verlengd. Het contract met de NS is verlengd tot 1 januari 2013. Het kortingspercentage voor een NSjaarabonnement is verlaagd van 3,5% naar 3%; dat van een NS-jaartrajectabonnement van 4,5% naar 4%. De nieuwe contractperiode gaat in per 1 februari 2012. Het contract met het GVB is vanaf 1 februari 2012 verlengd voor één jaar. De kortingspercentages blijven ongewijzigd: voor een sterabonnement 2% en voor een GVB-abonnement 5%. Meer info via: servicedesk-ac@uva.nl.
FoliaMagazine
47
wasdom Spruitjes en frietjes Femmetje de Wind Leeftijd: 38 (29 november 1973) Beroep: Journalist, columnist, schrijver en uitgever. Schreef samen met Quote-hoofdredacteur Mirjam van den Broeke de boeken Wat wil de man? en Wat wil de vrouw?. Studie: Nederlands recht aan de UvA en woord & beeldrelaties aan de VU Afgestudeerd: 2000 Docent: ‘Edgar du Perron. Hij gaf vakken privaatrecht, een gebied dat mij niet echt interesseerde, maar hij bracht het leuk. Hij gaf duidelijk en prettig les en was een verademing tussen alle stoffige academici die op de universiteit rondliepen. Daarnaast vond ik het interessant dat zijn grootvader een bekende schrijver was.’ Locatie: ‘De Oudemanhuispoort, hoewel ik altijd verdwaalde in de kleine gangetjes.’ Café: ‘Ik zat vaak bij cafés De Jaren en Walem.’ Afknapper: ‘In mijn eerste jaar heb ik niemand op mijn studie ontmoet. Het was erg anoniem en onpersoonlijk. Ik ben uiteindelijk lid geworden van het corps om mensen te leren kennen.’
48
FoliaMagazine
stage Zij studeerde privaatrecht aan de UvA en woord- & beeldrelaties aan de VU, en werd journalist, columnist, schrijver en uitgever: Femmetje de Wind. tekst Julie de Graaf / foto Bob Bronshoff
‘E
igenlijk wilde ik Nederlands studeren, maar dat werd mij afgeraden door een bevriende bijlerares. Zij wist dat ik wilde schrijven en dacht dat een studie Nederlands funest zou zijn voor de onbevangenheid in mijn schrijfwerk. Zij adviseerde mij om rechten te gaan doen, met de gedachte dat veel juristen na hun studie gaan schrijven. Ik heb dat advies opgevolgd, deels omdat ik achter haar redenering stond en deels om mijn ouders te pleasen door voor een serieuze studie te kiezen. Of het een heel gelukkige keuze was betwijfel ik. Er was welgeteld één vak waar ik plezier in had en verder vond ik het een draak van een studie. Toch wilde ik per se afstuderen: als ik ergens aan begin, dan bijt ik mij erin vast en wil ik het afmaken. Ik zou het als een nederlaag hebben beschouwd als ik halverwege was gestopt. Ik wist al vrij snel dat ik niets met rechten wilde doen. Ik heb ooit een blauwe maandag stage gelopen bij PricewaterhouseCoopers, waar ik meeliep met een advocaat. Die vrouw kwam binnen en het eerste wat ze deed was opschrijven dat ze net tweeënhalve minuut gebeld had met een klant. Ik vond het vreselijk om te zien; elke minuut verantwoorden, dat is toch dodelijk voor je creativiteit. Om er iets bij te doen wat ik echt leuk vond, begon ik na mijn eerste jaar aan een studie woord- & beeldrelaties aan de VU. Dat was een combinatie tussen kunstgeschiedenis en literatuurwetenschap en ging over alles waar beeld en tekst elkaar tegenkomen. Het was een heel brede en leuke studie: zo bestudeerden we de invloed van de Bijbel op schilder-
kunst, maar ook de relatie tussen beeld en tekst in moderne communicatiemiddelen. Ik had vaak les van Elrud Ibsch, professor in de literatuurwetenschap. Zij heeft mijn liefde voor de literatuur aangewakkerd en was in die zin een belangrijke inspirator met een schatkist aan kennis. Ik volgde op de VU colleges en studeerde in de tussenuren voor mijn rechtententamens. Voor mijn gevoel waren rechten de spruitjes op mijn bord, en woord & beeld de frietjes die ik op mocht eten als ik ook de spruitjes at. Tijdens mijn studie schreef ik onder andere voor een huis-aan-huisblaadje. De eigenaar van dat blad wilde een tijdschrift beginnen voor miljonairs en vroeg of ik na mijn afstuderen voor hem kwam werken. Ik wilde natuurlijk graag schrijven en het leek mij een leuke uitdaging om zo’n blad te maken. Ergens op een bedrijventerrein in Amstelveen zetten we het blad Miljonair in elkaar en omdat we met een klein team werkten, mocht ik gelijk aan de slag als adjunct-hoofdredacteur. Drie jaar later kreeg ik de kans om via dezelfde uitgever het modeblad Jackie op te zetten, waar ik zes jaar hoofdredacteur ben geweest. Twee jaar geleden was ik toe aan iets anders: ik ben weggegaan bij Jackie, heb een wereldreis gemaakt met mijn gezin, een boek geschreven met Mirjam van den Broeke en een uitgeverij opgezet. Inmiddels is mijn tweede boek met Mirjam Wat wil de vrouw? uit en werk ik aan een roman. Mijn studie komt soms nog van pas. Zo schrik ik niet van juridische ingewikkeldheden die ik als uitgever tegenkom. Die probeer ik eerst zelf uit te vogelen in plaats van meteen een jurist te bellen. Gelukkig maar, dan heb ik toch niet voor niets zes jaar geploeterd.’ yyy
Ahmed el Ainouni (25) Studie Interactieve media (HvA) Stage LG Verdiensten € 400,- per maand Beoordeling JJJJJ ‘Tijdens mijn stage bij LG was ik verantwoordelijk voor het onderhouden van de website van de hele Benelux. Daarop moesten regelmatig nieuwe berichten worden geplaatst, maar die schreef ik in principe niet zelf. De kleine stukjes bij thumbnails van nieuwe producten mocht ik vaak wel schrijven. Leuk was dat ik soms ook aan de slag mocht met Photoshop om in de huisstijl van LG een onderdeel van de website in te richten. Ook het opzetten en onderhouden van de Facebookpagina vond ik erg leuk. Ik moest daar een actie bedenken om het aantal likes van de pagina omhoog te krijgen. Mijn idee was om mensen een foto van zichzelf te laten maken met het LG-logo erop. Degene die de meeste likes voor zijn foto verzamelde maakte dan kans op een reis naar het Formule1-circuit van Spa Francorchamps. Daarvoor moesten al die mensen echter eerst LG liken, en daarom was de campagne erg succesvol. In principe werd ik erg gewaardeerd, alleen kreeg ik wel de feedback dat ik af en toe wat beter moet plannen en ook zorgvuldiger kan worden. De sfeer was verder prima, en de bedrijfsbarbecues waren erg gezellig. Bij deze stage was ik duidelijk een klein onderdeel in een groot bedrijf. Tijdens mijn volgende stage wil ik misschien bij een iets kleiner bedrijf aan de slag. Hier lag alles al wel heel erg vast, zoals het hele CMS van de website. Ook heb ik door die Facebook-actie wel interesse gekregen voor het creatieve onderdeel en lijkt het me leuk eens te gaan kijken bij een reclamebureau.’ yyy Clara van de Wiel
FoliaMagazine
49
FoliaMagaz ine weekblad
toehoorders
cover Joost van den Broek
voor HvA
en UvA
nr. 13 07/12/201 1
ILO onde r Leraren in vuur boos over wording onderwijs Cousine Twee koken en hun eetbede nichtjes drijfje Neutrino-g ate Meting onwee maar sceps rlegd is blijft
Een
prettig gesp rek met Robbert Dij kgraaf
Folia Magazine vraagt naar de meningen over een college of les
Hoorcollege ‘Inleiding literatuurwetenschap’ door Doro Wiese 30 november, 15.00 uur, Doopsgezinde kerk tekst Bob van Toor / foto’s Danny Schwarz
colofon
Weekblad voor de HvA en
UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en Havana (1996). Redactieadres Vendelstraat 2, 1012 XX Amsterdam, telefoon 020-5253981, e-mail: redactie@ folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Floor Boon, Luuk Heezen, Wim de Jong, Jeff Pinkster, Eva Rooijers, Gijs van der Sanden, Danny Schwarz, Bob van
Ananda Binkhorst (19)
Lisanne Buijze (22)
‘Dit college wordt door meerdere docenten gegeven, vandaag is het in het Engels omdat deze docent Duits is. Bij de andere docent, Jan Hein Hoogstad, is er weinig verschil tussen naar college gaan of thuis de teksten lezen. Wiese geeft meer context en gebruikt citaten uit boeken. Op zich is wat ze vertelt interessant, maar ik zak een beetje weg omdat ze zo moeilijk te verstaan is. Ze spreekt woorden als gestures en Coetzee grappig uit.’
‘Dit is niet echt mijn vakgebied. Ik volg dit vak omdat ik een propedeuse Frans wil halen. Ik heb wel taalkunde gehad, veel daarvan komt in dit college terug. Het literatuurgedeelte gaat voor mij iets te diep, soms raak ik de draad van haar verhaal kwijt. Dan verslapt mijn aandacht ook meteen. Ik heb het idee dat de docent heel veel wil zeggen in relatief korte tijd. Ik vind haar sympathiek, maar misschien te ambitieus voor dit college.’
Literatuurwetenschap
Taal & communicatie
Toor, Annemarie Vissers, Clara van de Wiel, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee Asis Aynan, Jan van Breda, Joost van den Broek, Bob Bronshoff, Emma Curvers, Fred van Diem, Julie de Graaf, Bas Kocken, Marc Kolle, JeRoen Murré, Greta Riemersma, Won Tuinema, Tjebbe Venema, Mariska Vermeulen Eindredactie Harmen van der Meulen Correctie Martien Bos Opmaak Hannah Weis, Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider), Margot
Janneke van de Griendt (21)
Jason Ceelie (23)
‘Ik vind het eerlijk gezegd onbegrijpelijk, de taal vormt een enorme barrière. Daardoor begrijpen studenten aan de ene kant niet wat de docent zegt, maar zijn ze aan de andere kant ook te onzeker over hun eigen Engels om vragen te stellen. Zelfs als ze dat doen begrijpt de docent soms de vragen niet. Jan Hein begrijp ik wel, dus het ligt aan de taal. College in deze kerk is walgelijk, de microfoon werkt niet en ik hou niet van op schoot schrijven.’
‘In het vorige college dat ze ons gaf ging de docent heel uitgebreid in op een onderwerp dat iedereen al kende, terwijl ze vaak maar weinig vertelt over dingen waar we heel weinig voorkennis over hebben. Ze schat het niveau van de studenten dus niet altijd goed in. De kerk is onhandig, vooral voor een college dat drie uur duurt zijn die stoelen erg ongemakkelijk. Daarom zit het halve college ook helemaal achteraan, in de kerkbanken.’ yyy
Taal & communicatie
50
FoliaMagazine
Taal & communicatie
Riedstra Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl
deining ‘Na de havo ben ik aan de Johan Cruyff University begonnen aan een studie commerciële economie, maar ik vond het niet leuk. Het was de enige richting die je kon kiezen, dus ben ik na een tijdje gestopt. Mijn ouders steunden me en wisten dat ik me graag volledig op het voetbal wilde richten.’ Jong Ajax-spits Tom Boere over zijn studiecarrière, op BNDeStem.nl ‘Een reflex die we inmiddels maar al te goed kennen: Gesundes Volksempfinden lijkt onverzadigbaar.’ Hoogleraar Frank van Vree over de juichende lezersreacties op mediasites na het nieuws dat een inbreker door vier gewapende mannen in coma was geslagen, in De Groene Amsterdammer. ‘Ze deden net alsof ik porno aanbood.’ Vrij Nederland-recensent Jeroen Vullings kwam van een koude kermis thuis toen hij gratis boeken aan de P.C. Hoofthuisbibliotheek wilde geven, in Babel. ‘Ik vind het allesbehalve gewoon dat mijn hond uit een urenlange, aritmische reeks binnensmondse klanken precies dat ene woord vist dat het moet kennen: wandelen.’ AKO-literatuurprijswinnaar Marente de Moor verbaast zich over de relatie tussen mens en dier, in Vrij Nederland. ‘Ik heb het in mijn omgeving meegemaakt dat mensen al neerkeken op personen die niet van Deense arthousefilms hielden.’ Schrijfster Hanna Bervoets vindt dat je anderen niet moet beoordelen op basis van jouw persoonlijke voorkeuren, in HP/DeTijd. ‘Free at last! Free at last! Free at last!’ Journalist en dj Arnold Scheepmaker viert zijn vrijspraak van het beledigen van joden (in een column in Havana in 2006), op Facebook. Opvallende quotes uit de afgelopen week van
de lezer
In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.
Ricky Schjelde (22), culturele antropologie & ontwikkelingssociologie, UvA ‘Dit was de eerste keer dat ik Folia Magazine las en ik vind het een erg leuk blad. Vooral het prikbord sprak me aan, omdat het kort een impressie geeft van wat er allemaal te doen is op de universiteit. Deze keer stond daar bijvoorbeeld dat mijn faculteit, de FMG, goed scoort in de ranglijst van The Times Higher Education. Goed dat je daar zo achter kunt komen. Ook interessant aan het blad is dat er zo veel profielen van verschillende studenten in staan, zoals deze keer van allochtone studenten. Normaal worden die in de media vaak slecht afgeschilderd, maar hier ligt de nadruk juist op hoe gedreven ze zijn. Het stuk over de lesbo’s vond ik weinig actuele waarde hebben. Ook vroeg ik me direct af of die meisjes in het echte leven ook werkelijk zo zijn en doen. Het artikel over Kamernet heb ik niet gelezen: ik ben zelf niet op zoek naar een kamer en wist al wel dat de toestanden op die markt zo erg zijn. Het blad ziet er verder mooi uit. De vele foto’s zorgen ervoor dat het heel levendig en actueel overkomt. Dat dat artikel over de literaire agent erin stond vond ik erg goed, omdat het studenten iets over hun toekomstperspectief kan duidelijk maken. Wat ik trouwens ook een heel mooi stuk vond, was het betoog van de jongen die nog maagd is. Is dat een seksrubriek? Dat vind ik prima: studenten zijn daar immers veel mee bezig. Als je er niet in geïnteresseerd bent dan lees je het lekker niet.’ yyy tekst Clara van de Wiel / foto Danny Schwarz
volgende week Kennis uit Amsterdam Folia Magazine helpt je de winter door met een literatuurspecial vol verhalen en poëzie van UvA- en HvA-schrijvers: Kennis uit Amsterdam – proza en poëzie van UvA en HvA. Met onder anderen Thomas van Aalten, Asis Aynan, Merijn de Boer, Emma Curvers, Marian Donner, Piet Gerbrandy, Philip Huff, Renske Jonkman, Anouk Kemper, Eva Meijer, Jan van Mersbergen, Thomas Möhlmann, Jonathan van het Reve, Maurice Seleky, Sterre van Rossem, Daan Heerma van Voss en Thomas Heerma van Voss. De presentatie van de literatuurspecial vindt plaats op 14 december om 17.00 uur in Pakhuis de Zwijger. Het eerste nummer wordt dan door Folia Magazine-hoofdredacteur Jim Jansen uitgereikt aan emeritus universiteitshoogleraar en P.C. Hooftprijswinnaar Abram de Swaan en verschillende schrijvers lezen hun bijdrage voor. Aanmelden kan via stephanie@folia.nl. Zie voor meer informatie www.foliaweb.nl.
(voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien, mail het naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
51
Belegtip#1
Belegtip#1 Een reis voor 2 personen naar New York De strijd om de Beursplein 5 Award barst bijna los. De prijs:
invloed hierop. De opdracht is simpel; Ontwikkel een makkelijk
een fantastische reis voor 2 personen naar het centrum van
bruikbare tool waarmee de ‘gewone’ man en vrouw op een
de financiële wereld, New York City. Studenten uit heel Nederland
eenvoudige manier zien wat ze wel en niet moeten doen op
kunnen zich opgeven voor deze wedstrijd en maken kans op
de beurs.
deze unieke reis!
De Beursplein 5 Award gaat in januari 2012 van start. Kijk voor
De Beursplein 5 Award gaat niet alleen om winnen. De Initiatief-
meer informatie op www.belegtips.com en meld je aan voor
nemers willen de individuele burger bewuster maken van de
17 december 2011.
kansen en risico’s van beleggen, maar vooral van hun eigen
De Beursplein 5 Award is een initiatief van Stichting Schadefonds Beleggers (SSB) in samenwerking met NYSE Euronext, de Hogeschool van Amsterdam en het Financiële Dagblad.