Folia Magazine #12

Page 1

FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA

nr. 12 30/11/2011

Oh oh lesbo

Een avondje hedendaags pottenkijken Paul Sebes De literair agent over jonge schrijvers

Integratie Wat denken Marokkanen ervan?

Kamernet-ellende Een greep uit het aanbod


(advertentie)

Met de expositie in de Melkweg Galerie start het project

Schrijver Erwin Kokkelkoren is vorig jaar gestart met het baan. In dit project brengt hij, door middel brekende project, van 30 portretten, op unieke wijze de geschiedenis van 30 jaar hiv geeft 30 personen die leven met deze en aids in beeld. ziekte een gezicht. Het project zal starten met een expositie, gevolgd door het boek, toneelstuk & documentaire. Basis voor al die activiteiten zijn de verhalen van Erwin Kokkelkoren en de fotografie van Erik Smits. De foto’s van Erik Smits vormen het hart van de expositie. Zijn esthetische en tegelijk zeer indringende portretten zijn zo bijzonder omdat ze veel meer laten zien dan het verhaal van deze 30 mannen en vrouwen alleen. We worden door zijn foto’s ook geconfronteerd met onszelf. Naast de foto’s leest u citaten uit de verhalen van Erwin Kokkelkoren. De jaartallen staan voor de jaren waarin de mensen hoorden dat ze geïnfecteerd zijn, hetgeen ieder verhaal in het juiste historisch perspectief zet.

Vereeuwig je naam in het boek en maak mogelijk! 1 december 2011 gaat de website www.detijddaarna.nl de lucht in! Op deze site zijn wij op zoek naar contribuanten die het project willen ondersteunen. Het boek bestaat uit 90.000 woorden. Door één, meerdere, of alle woorden van een verhaal uit het boek te kopen, kunnen wij dit bijzondere project bij een groot publiek onder de aandacht brengen. Doe mee! www.detijddaarna.nl

Marnixstraat 409, 1017 PJ Amsterdam, www.melkweg.nl open wo t/m zo van 13.00 tot 20.00, vrij toegankelijk


Een project van Erwin Kokkelkoren met fotografie van Erik Smits

8.12.2011 – 15.01.2012 Melkweg Galerie Amsterdam


inhoud #12 Jongens hebben pech 10

Ze zijn jong, mooi, vrouw én lesbisch, en dat is precies wat ze zelf zoeken. ‘Mannen zijn wel leuk, maar ze zijn gewoon niet super spannend in bed.’

Poep in je hoofd 22

Wie gezond wil zijn, moet er soms voor lijden. Bij poeptransplantaties wordt bij patiënten andermans ontlasting ingebracht. Met goede resultaten.

Kijken, kijken, niet huren 28

Volgens minister Donner moeten er meer studentenkamers komen. Folia Magazine-verslaggever Clara van de Wiel dook in de krochten van Kamernet.

Marokkanen over integratie 34

Ze zijn onderwerp van vele debatten en krantenartikelen, maar wat vinden jonge Nederlandse Marokkanen zelf eigenlijk van integratie? Jurriaan Omlo deed er onderzoek naar.

Sebes, Paul Sebes 40

Paul Sebes is literair agent: hij scout schrijvers en ‘zet ze in de markt’. ‘Ik heb nooit echt interesse gehad in het romantische aspect van het schrijverschap.’

en verder uitgelicht 6-7 de week/het moment/navraag 8-9 op de tong 17 opinie 18-20 Robbert Dijkgraaf 19 Fatihya Abdi 20 brieven/promoties 21 objectief 26-27 de adviesdienst 31 passie 33 drift 39 lezingenladder 44 overigens 45 prikbord 46-47 wasdom 48-49 stage 49 toehoorders 50 de lezer/deining 51

4

FoliaMagazine


redactioneel 10

22 BG-soap

28

34

In de vijf jaar dat ik voor de UvA werk, was het nog nooit eerder voorgekomen. Een uitnodiging van de UvA voor een heuse persbijeenkomst. Afgelopen maandag was het zover: de pers was welkom voor een voorlichtingsbijeenkomst in het Maagdenhuis. Onderwerp: de presentatie van het vuistdikke ‘deskundigenrapport’ over de toekomst van het BG-terrein en de stadscampus. Daarvoor moeten, als het aan de UvA ligt, monumentale panden worden gesloopt. Tegenstanders zien daar niets in, dus liet de UvA onderzoek doen door ‘onafhankelijke deskundigen’. De soap rond het BG-terrein duurt inmiddels al meer dan tien jaar. Eind jaren negentig ontvouwden voormalig collegevoorzitter Sijbolt Noorda en toenmalig wethouder Duco Stadig de plannen voor sloop van de Tweede Chirurgische Kliniek en een gedeelte van het zusterhuis op het BG-terrein om daar een nieuwe UB te bouwen. De plannen zijn vele malen aangepast, maar de sloop van de monumenten staat nog fier overeind. Wat de UvA betreft blijft dat ook zo. Vele politici en cultuurhistorische organisaties hebben inmiddels een lans gebroken voor de monumenten, maar nu blijkt dat zij juist deskundige en oud-directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Fons Asselbergs, als tegenstander hebben. Hij schrijft in het rapport dat het oorspronkelijke plan van de UvA, het campusmodel waarbij de monumenten worden afgebroken, ‘een doorslaggevende, kansrijke betekenis heeft op een nieuwe, duurzame functionaliteit van het gehele gebied’. De cultuurhistorisch belangrijke binnenhof die ligt tussen de monumenten zou dan verdwijnen, maar daar komt wat Asselbergs betreft een nieuwe binnenhof voor terug: Atrium wordt afgebroken, zodat de authentieke negentiende-eeuwse binnenhof ter plekke in ere kan worden hersteld. En zo is er een nieuw idee toegevoegd aan de BG-soap. Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl, @jimfjansen (twitter)

40

FoliaMagazine

5


6

FoliaMagazine


uitgelicht

FoliaMagazine

foto Bob Bronshoff

Een beetje lef ‘Een excellent communicator’. Dat moet de nieuwe UvA/HvA-voorzitter zijn, zo bleek uit de bestuurlijke profielschets die onlangs werd vrijgegeven. Het document werd echter niet voor iedereen openbaar gemaakt: alleen medewerkers van de UvA en de HvA konden ze via het intranet inzien. Studentenpartij Ons kritisch alternatief werd boos en publiceerde de profielschets alsnog op de eigen website. ‘Dat deze profielschetsen niet voor iedereen toegankelijk zijn gemaakt, kenmerkt de bestuurlijke cultuur van de UvA,’ zei Ons-voorzitter Sam de Nijs. Diezelfde voorzitter ging 25 november met een groot bord rond waarop studenten en medewerkers hun voorkeur voor de nieuwe collegevoorzitter kenbaar konden maken. Wie er nog gaat solliciteren of al geheadhunt is, gelieve de gele briefjes dus goed te bestuderen. Mits hij of zij een excellent communicator is, uiteraard. yyy Gijs van der Sanden

7


de week reating tomorrow, let’s start today: de HvA profileert zich graag met deze innemende, bereidwillige lijfspreuk. Wijlen het Amstelcampus Festival viel echter buiten dit missionstatement, zo bleek, want het feest dat de afgelopen drie jaar werd gevierd ter afsluiting van het hogeschooljaar is afgelopen week een vroege dood gestorven. Te weinig bezoekers, te hoge kosten. Het lijkt wel alsof het de Amstelcampus – waar straks 25 duizend studenten terecht moeten kunnen – allemaal niet gegund is. Boze buurtbewoners, het beëindigen van het contract met de projectontwikkelaar en bouwvergunningen die eindeloos op zich lieten wachten zorgden voor vier jaar vertraging. Wilde het CvB misschien uit voorzorg geld opzij zetten voor de schadeclaim van 17 miljoen euro die vastgoedbedrijf Trimp & Van Tartwijk bij de HvA heeft neergelegd, en waar de rechter nog altijd uitspraak over moet doen?

Ook ten grave gedragen is de onderzoeksgroep Operations Research van de faculteit Economie en Bedrijfskunde. De kwaliteit van het verrichte onderzoek was niet goed genoeg, oordeelde toenmalig interim-decaan Eric Fischer een jaar geleden. Laat deze onderzoeksgroep afgelopen week nou net de eerste prijs hebben verzilverd op het jaarlijkse congres van de American Society for Operations Research and Management Science. Met hun onderzoek naar bloeddonaties hielden ze 99 andere onderzoeken achter zich. Dat kan twee dingen betekenen: of het beoordelingsvermogen van de UvA is niet helemaal scherp, of de UvA heeft de onderzoekslat zo hoog liggen dat zelfs de meest overbodige onderzoekers prijzen binnenslepen. Teloorgang alom. Zelfs het protestantisme – dat toch al een tijdje meegaat – is op sterven na dood volgens universitair hoofddocent sociolo-

8

FoliaMagazine

foto Ward Kuipers

C

Een ten grave gedragen onderzoekgroep won een eerste prijs en de Amstelcampus stierf een vroege dood.

Studenten vieren hier nog feest op het Amstelcampus Festival. De groene weiden van Lowlands bleken toch populairder onder studenten dan het asfalt van het parkeerterrein van het Mauritsgebouw. Deze week werd de stekker uit het festival getrokken. ‘Het heeft niet de gewenste impact gehad,’ zei Felix Malten, hoofd marketing & communicatie van de HvA.

opleiding oefentheraphie Mensendieck – waar ze iets paramedisch doen met houding en beweging – is deze week goedgekeurd door de NederlandsVlaamse Accreditatie Organisatie. De kwaliteitswaakhond was zelfs erg te spreken over het niveau van de mensendieckers. Halleluja! yyy Eva Rooijers en Gijs van der Sanden

gie en antropologie Peter van Rooden. Tijdens de viering van het veertigjarig bestaan van het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme op de VU wond hij er geen doekjes om heen: kerken worden gesloopt, christelijke organisaties verliezen hun identiteit en de christelijke politiek is om van te huilen. God behoede ons. Vrolijke festivals en prijswinnende onderzoeksgroepen die ter ziele gaan, terwijl tussen neus en lippen door onze calvinistische inborst wordt verkwanseld: moet alles dan kapot? Creating tomorrow, let’s start today. We merken er bar weinig van. Gelukkig is er een lichtpuntje. De

28 november 2011

tweet van de week @Ruudvandelden Ruud van Delden Les van de dag van BE docent: ‘Als je nadenkt heb je alleen maar kans dat je dingen vergeet’ #HVA #Hvademduaal https://twitter.com/#!/Ruudvandelden


foto Danny Schwarz De opkomst was met tweehonderd bezoekers iets minder groot dan verwacht, afgelopen vrijdag bij de viering van het twaalfeneenhalfjarig jubileum van studentensociëteit De Lax, thuishonk van de Amsterdamse Studenten Vereniging Leeuwenburg (A.S.V.L). De drank vloeide er echter niet minder om: tegen speciale jubileumprijzen gingen er ’s avonds acht fusten en vele meters bier doorheen. yyy Annemarie Vissers

navraag Marian Spier Afgelopen vrijdag 25 november vond in de Stadsschouwburg TEDxAmsterdam plaats, waarbij ruim dertig sprekers met een zogenaamde ‘TED-talk’ het publiek probeerden te overtuigen van hun idee. Docent interactieve media aan de HvA, Marian Spier, was als vicevoorzitter van TEDxAmsterdam nauw bij de voorbereiding betrokken.

Was er vrijdag voor u als organisatie nog veel stress? ‘Als hoofd van het communicatieteam ben ik vooral druk geweest met de voorbereidingen, die altijd in de avonduren plaatsvonden. Bovendien was ik hoofd van het experience-team, waardoor ik ook het idee heb geleverd voor de openingsact. Dat was dit jaar een spectaculaire dans van Het Nationaal Ballet waar door middel van menselijke lichamen the human brain werd gevormd. Voor het coördineren van die act hoefde ik op de dag zelf gelukkig weinig meer doen. Vrijdag kon ik dus enigszins achteroverleunen en genieten van de conferentie.’

Hoe was deze editie in vergelijking tot de vorige keren? ‘Ik hoorde van veel mensen dat ze het beter vonden dan de vorige edities. Dat zal waarschijnlijk komen doordat we een veel stabieler team hebben, met 120 zeer betrokken vrijwilligers. Ook de sprekers waren dit jaar allemaal erg goed voorbereid.’ Welke TED maakte op u de meeste indruk? ‘Ik vond Joris Luyendijk erg goed. Het verhaal van generaal Van Uhm was prikkelend. Hij betrad het podium met een geweer en vertelde over zijn vader, die het door gebrek aan een goed geweer niet gelukt was de nazi’s te bestrij-

den. Zijn verhaal over het belang van wapens was niet politiek correct, maar hij maakte het publiek wel bewust van de realiteit van oorlog. Maar de mooiste TED dit jaar vond ik die van Esra’a Al Shafei. Zij probeert in het MiddenOosten via internet en sociale media onderdrukten een stem te geven. Haar verhaal over de kracht van design en online-communicatie was ontzettend inspirerend.’

Krijgt u tijdens de conferentie nooit zin om zelf het podium te betreden? ‘Ik sta bijna iedere dag voor de klas en probeer studenten te inspireren. Dat is voor mij voorlopig voldoende.’ yyy Clara van de Wiel

FoliaMagazine

9


Niet de doorsn De lesboscene in Amsterdam staat in volle bloei, maar is veel minder herkenbaar dan de gayscene. En de stereo-type ‘pot’ die er zo lesbisch mogelijk uitziet lijkt een relikwie uit de jaren tachtig. Verslaggever Anouk Kemper dook een avondje in de uitgaanswereld van prachtige, jonge homoseksuele vrouwen. ‘Als een man en een vrouw staan te zoenen, worden ze er uitgezet’. tekst Anouk Kemper / foto’s Fred van Diem 10

FoliaMagazine


nee tuinbroekpot FoliaMagazine

11


Lesbisch jargon

Bischierig/bicurious: (hetero)meisjes die uitstapjes maken naar het andere geslacht Faghag/leshags: vrouwen die met homo’s mee op pad zijn/mannen die met lesbo’s mee zijn U-hauls: lesbiennes die heel snel gaan samenwonen Pannpotje: beetje suf meisje Viepotje: ordinair wijf Golden star: een meisje dat nog geen seks heeft gehad, niet met een jongen en niet een meisje Butch: het mannetje binnen een relatie

O

p een koude, regenachtige avond heb ik met Anne (21), Sara (24), Chaniz (23) en Josje (20) afgesproken. Eerst wordt er wat gedronken bij Chaniz thuis, terwijl ze naar The Real L Word kijken. Een soort Sex and the City, maar dan voor lesbische vrouwen. Ze zitten met zijn vieren genesteld op de grote bank, ik zit tegenover ze met mijn kladblok op schoot. Ze kijken me verwachtingsvol aan. Het voelt een beetje alsof ik hen ga verhoren. De televisie gaat op mute en Chaniz’ huisgenoot Jelte schenkt mijn glas vol met witte wijn. Het viertal loopt

12

FoliaMagazine

enigszins op me voor wat betreft alcoholische versnaperingen, dus het is niet moeilijk om het

‘Ik wil later niet bekendstaan als “die lesbische journalist”’ gesprek op gang te brengen. Het was überhaupt niet moeilijk om Chaniz en haar vriendinnen zo ver te krijgen dat ze wilden meewerken aan het stuk. Dat er vanavond een fotograaf meegaat is

ook geen probleem, al willen de meiden liever niet met hun achternaam genoemd worden. Wat me dan weer verbaast. ‘We gaan best intieme dingen bespreken, toch?’ reageert Chaniz, die net haar master International Development Studies heeft afgerond. ‘Als ik straks ga solliciteren, hoeven mijn toekomstige werkgevers dat echt niet allemaal te weten. Ik ben best open over seks, maar ze hoeven niet alles van mijn seksleven te weten.’ De andere drie knikken instemmend. ‘Ik werk zelf al een beetje als journalist en ik wil later niet bekendstaan als “die lesbische journalist”,’ legt Sara uit.


The L Word vs. The Real L Word

Heterovrouwen (en homo’s) hebben Sex and the City, lesbiennes hebben sinds 2004 The L Word. De Amerikaanse serie vertelt over zes lesbische vrouwen in Los Angeles. Zo is er het stel met kinderwens Bette en Tina. Dan zijn er ‘womanizer’ Shane, met bindingsangst en Dana, een toptennisser die nog niet officieel uit de kast is gekomen. Alice is de biseksuele journaliste en Jenny heeft net ontdekt dat ze ook gevoelens voor vrouwen heeft. Sinds 2010 is er ook een ‘real life’ versie, waarin het leven van een groep lesbiennes wordt gevolgd. Ook in deze realityserie, die (nog) niet in Nederland op televisie is, zijn alle type lesbiennes vertegenwoordigd, van butch tot lipsticklesbians.

In de vriendenkring van de vier meiden zijn opvallend veel mensen ook gay of bi. Ik vraag me af of zij hun seksuele voorkeur nog wel eens als uitzonderlijk ervaren? Chaniz: ‘Nee!’ Anne: ‘Alleen als ik met heterovriendinnen ben. Als zij over jongens praten, denk ik: ja.. ja.. Maar ik voel me niet de uitzondering. Het voelde wel heel even zo toen ik op mijn achttiende uit de kast kwam.’ Hoe lang weten ze eigenlijk al dat ze op vrouwen vallen? Chaniz wist het al op haar twaalfde. ‘Ik vond vrouwen interessanter. Naar hen keek ik op een andere manier dan naar mannen.’ Pas later, tijdens haar studie,

ontmoette ze Sara en leerde ze de Amsterdamse gayscene kennen. Sara: ‘Ik was toen al uit de

‘Je moet al vroeg uit je veilige haven stappen’ kast.’ Chaniz schiet meteen in de lach: ‘Hardly, serious, be straight!’ Grote ogen van Sara, verontwaardigde blik. ‘Nou, ik ga niet meteen zeggen: “Hallo, ik ben Sara en ik ben lesbisch.” Dat niet. Je ziet het ook niet echt aan me.’ Daar heeft ze gelijk in. Ze nou net zo goed een hip

heteromeisje van de Rietveldacademie kunnen zijn met haar korte bruine krullen en casualchic look. Ook Josje, Anne en Chaniz zijn niet de doorsnee ‘tuinbroekpotten’. Verre van zelfs. Josje en Anne hebben allebei een schilderachtig gezicht, lang blond haar, volle lippen en een intense uitstraling. Ik ken veel jongens die er zo voor zouden vallen, maar die hebben pech. Chaniz is wat stoerder met haar opgeschoren kapsel en baggybroek. De meiden zien er dus niet echt anders uit dan heteromeisjes, maar denken zij dat zij anders zijn? Josje: ‘Wat ik leuk vind aan gay mensen is

FoliaMagazine

13


dat ze sowieso open-minded zijn. Als iets niet leuk is, zijn hetero’s eerder geneigd daarvoor weg te lopen of zich kut te voelen. Maar als je lesbisch bent, weet je dat niet alles gaat zoals je wilt. Dat leuke meisjes naar jongens kijken, bijvoorbeeld. Je leert omgaan met situaties die voor jou niet optimaal zijn. Niet alleen qua seksualiteit, maar ook hoe het leven in elkaar zit. Je bent minder snel boos om tegenslagen, want je leert voor jezelf op te komen, te vechten.’ Chaniz: ‘Ja, dat is wel waar. Je bent meer outgoing.’ Josje: ‘Je hebt een bredere horizon, want je moet al vroeg uit je veilige haven stappen.’ Chaniz: ‘Ja, dat je eindelijk op een meisje afstapt en dan een blauwtje loopt. Tja, gewoon proberen, hè.’ Josje: ‘Anderen zijn sneller van hun stuk gebracht. Wij leren eerder omgaan met dingen die tegenzitten, wij moeten sneller onze weg zoeken naar geluk.’ Vanavond kan dat zoeken een nieuwe aanvang vinden: iedereen is gekleed voor een avondje stappen, the gay way uiteraard. De dames gaan ook wel eens ‘hetero uit’, zoals ze dat noemen. Dan gaan ze naar ‘gewone’ cafés en clubs. ‘Maar er is wel een verschil,’ vindt Chaniz. ‘Als je gay uitgaat, is de kans groter dat je iemand ontmoet.’ Toch weet Josje, tweedejaarsstudent aan de HES, er best wat van te maken met de heteromeisjes in het reguliere uitgaanscircuit. ‘Veel van die meisjes zijn bicurious, dus je kan er wel mee

14

FoliaMagazine

zoenen. Maar dat is dan voor een avond, ze zijn moeilijk te turnen. Als je gay uitgaat is het heel anders als je met iemand zoent. Zij kan ook op jou vallen, er kan een toekomst inzitten.’ In de Trut, een bekende gayclub in Oud-West, mogen hetero’s dan ook niet naar binnen, vertelt Sara. Sterker nog: ‘Als een man en een vrouw staan

‘Als je gay uitgaat, is de kans groter dat je iemand ontmoet’ te zoenen, worden ze er uitgezet,’ zegt Chaniz. De reden daarvan is volgens de vier dat er vertrouwen moet zijn in de bar. ‘Stel, ik vind jou leuk, maar jij wijst me af omdat je hetero bent. Dat kan niet in een gaytent.’ Anne is zelf wel eens aangesproken met de vraag: ‘Wat doe jij hier?’ Blijkbaar ziet ze er te hetero uit. ‘Maar Anne is bi. Toch Anne?’ vraagt Chaniz. De studente Fashion and Branding (HvA) en kunstgeschiedenis (UvA) trekt een bedenkelijk gezicht en haalt gelaten haar schouders op. ‘Ik heb nu anderhalf jaar geen seks gehad met een man.’ Hebben de andere drie, die zeggen helemaal lesbisch te zijn, ooit seks gehad met een man? ‘Ja,’ zegt Chaniz. En wat vond ze daarvan? ‘Niet fijn.’ Sara is me voor met de vervolgvraag: ‘Wat vond je er niet fijn aan?’ Chaniz: ‘Die piemel. Die keer

was de enige keer, daarna never nooit meer.’ De afschuw van Josje is iets minder groot. ‘De eerste keer seks had ik met een meisje, maar ik heb ook seks gehad met jongens. Ik voel me wel tot ze aangetrokken, maar ik word niet verliefd op ze.’ Nu kan Josje nog steeds seks met een jongen hebben, zegt ze, maar soms voelt ze zich achteraf schuldig. ‘Zo’n jongen geeft veel meer dan ik.’ Ze hebben het allemaal wel eens met een jongen gedaan. Sara vond zo’n stijve piemel ‘wel oké’. ‘Neuken vind ik minder eng dan pijpen. Het was grappig en spannend, maar ik dacht: is dit het nou? Mannen zijn wel leuk, maar ze zijn gewoon niet super spannend in bed.’ Josje: ‘Bij een vrouw kan ik me veel beter verliezen in alles.’ Sara neemt nog een slok wijn, knikt: ‘Ja, bij een man ben je er meer bewust mee bezig.’ En dan nu, een kwestie die mijn heterovriendinnen en ik regelmatig met elkaar bespreken. Wanneer is seks tussen twee vrouwen in godsnaam klaar? Een zaadlozing is een duidelijk einde, maar vrouwen kunnen wel tien keer in een sessie komen. Hoe weet je dat het is afgelopen? Hoe?! De vier meiden schieten in de lach, ze moeten de totale verwarring van mijn gezicht kunnen aflezen. ‘Na een paar keer klaarkomen heb je een verzadigd gevoel,’ verklaart Sara, alsof ze uitlegt hoe je moet fietsen. ‘Soms neem je een pauze en ga je daarna weer verder. Nou ja, soms wel, soms niet.’ Anne, grinnikend: ‘Dan zeg je: “Sorry, ik moet morgen vroeg op,” en ga je


slapen.’ Een andere prangende vraag: missen ze de piemel niet? ‘Ja, soms. Dat je hard genomen kan worden,’ antwoordt er één. Josje: ‘Omdat ik op meisjes val, is het leuker om met een meisje naar bed te gaan. Je voelt je veel meer verbonden. Jammer van die piemel dan.’ Chaniz neemt snel even een douche en ook de rest maakt zich klaar om de deur uit te gaan. Ze zijn allemaal vrijgezel. Daar heb ik mazzel mee, vertrouwt Jelte, Chaniz’ huisgenoot, me toe. ‘Als ze een stel zijn, hangen ze vooral thuis op de bank.’ Vanavond komt daar niks van in, we gaan naar Vivelavie, een soort danscafé voor lesbiennes, vlakbij het Rembrandtplein. ‘Het is niet zo heel bijzonder, het is gewoon een plek waar vrouwen komen,’ aldus Anne. Hoewel het al ruim dertig jaar bestaat, heb ik er nog nooit van gehoord. Laat staan dat ik er geweest ben. Stiekem ben ik bang dat de vrouwen daar meteen zien dat ik hetero ben en ik er dus niet bijhoor. Aan de andere kant ben ik bang dat ze denken dat ik lesbisch ben en me gaan versieren. Wat moet ik dan doen? Een potige vrouw laat ons binnen. Het is al erg druk op deze vrijdagavond. Er loopt van alles rond, van duidelijk pot tot meisjes die ik aan de arm van een kerel zou verwachten. Bij binnenkomst vliegt het viertal direct alle kanten uit, ze lijken de helft van de aanwezigen te kennen. Jelte, een van de weinige mannen in de bar, stelt

me voor aan de ex van Sara. Een mooi meisje met een kort kapsel en een hippe bril. Vervolgens wijst hij andere exen aan of meisjes waar ooit mee gezoend dan wel gevoosd is. De sfeer is heel anders dan in de cafés waar ik normaal kom, al kan ik niet precies uitleggen waar hem dat in zit. Wel zijn de meisjes hier aanhaleriger,

Missen ze de piemel niet? de stelletjes kunnen niet met hun handen van elkaar afblijven. Als een jongen en een meisje zich zo zouden gedragen, zou iedereen denken: ga lekker naar huis. In Vivelavie lijkt niemand er echt aandacht aan te besteden. Ik voel me een beetje opgelaten, omdat ik door veel dames wordt uitgecheckt. Versieren en versierd worden speelt hier een veel grotere rol dan in een regulier café. Hetero’s zijn wat dat betreft kennelijk toch wat schijteriger. Jelte, die op jongens valt, staat broodnuchter tegen de bar geleund. Lichtelijk verveeld slaat hij zijn vriendinnen gade die allerlei poses aannemen voor de fotograaf. En ineens staan twee van de meisjes te zoenen met elkaar. Voor de zoveelste keer begrijp ik het niet zo goed. Ze zijn toch gewoon vriendinnen? Ik merkte eerder niets van seksuele spanning. ‘Dat doen ze alleen omdat jij er bij bent hoor,’ zegt Jelte. ‘Ze staan zich enorm aan te stellen.’ Langer

dan een uur zijn we niet in Vivelavie, waar iets te veel een ons-kent-ons sfeertje heerst. Op naar de Exit. Deze gaybar in de Reguliersdwarsstraat ken ik dan weer wel, maar geweest ben ik er niet. De kroeg is stampvol. Met mannen, een verademing. Zij vinden mij niet interessant, ik hen ook niet. Het duurt niet lang of Josje staat met een of andere latino te zoenen. Ja, een man. Een man die lijkt op een homo en het misschien ook wel is. Dat kan gewoon. Sara, Anne en Chaniz gaan los op het kleine podium, terwijl ik in gesprek raak met de ex van Sara, die het in Vivelavie blijkbaar ook niet meer zo boeiend vond. Of ik het een beetje leuk vindt, vraagt ze. Jawel, het is heel anders. En of ik een beetje sjans heb van meisjes? Ik zeg van niet. Zij zegt: ‘Ja, vast wel. Je hebt het gewoon niet door.’ Ik zeg: ‘Nee hoor.’ Het idee dat dit meisje mij misschien wel interessant vindt, vind ik erg ongemakkelijk. Hoe mooi en intelligent ze ook is. Wat een suffe hetero ben ik toch. Snel terug naar de mannen op het podium, tussen wie twee dames staan te tongen. Oké. Een blik op mijn horloge vertelt me dat het bijna drie uur is. Deze suffe hetero wringt zich tussen de warme lichamen door en gaat naar huis. yyy

* De naam Sara is op haar verzoek gefingeerd.

FoliaMagazine

15


(advertentie)

De centrale belangenbehartiger van Amsterdamse studenten

Voorlichting UvA en HvA over onderwijsmaatregelen schiet tekort Hoe hoog is de langstudeerboete en

studenten, bijvoorbeeld per brief, over

wanneer ben je een langstudeerder? Hoe

hun persoonlijke situatie te informeren.

veel betaal je voor een tweede studie?

Het is immers de taak van de UvA en HvA

Heb je in 2012 nog recht op studiefinan-

om ervoor te zorgen dat hun studenten

ciering na je bachelor? Wat betekent de

weten waar ze aan toe zijn. Hierbij moet

‘harde knip’? Hoogstwaarschijnlijk zal de

wel worden aangetekend dat veel maatre-

gemiddelde student niet op elke vraag

gelen, zoals het inkorten van het OV-

het juiste antwoord weten. De matige

reisrecht, nog behandeld moeten worden

informatievoorziening van de Universiteit

in de Tweede Kamer. Dit maakt het lastig

van Amsterdam en de Hogeschool van

om studenten op dit moment consequent

Amsterdam is hier debet aan.

voor te lichten. Desondanks zouden de onderwijsinstellingen er goed aan doen

Studenten kunnen hierdoor geen verant-

om op zoek te gaan naar manieren om

woorde studiekeuzes maken. Toekom-

studenten voor te lichten. Hierover gaat

stige masterstudenten hoeven bijvoor-

de ASVA studentenunie op korte termijn

beeld waarschijnlijk niet te rekenen op

met de UvA en HvA in gesprek.

studiefinanciering. Het ironische is dat de UvA en HvA juist gebaat zijn bij goed

ASVA poogt het informatievacuüm dat de

geïnformeerde studenten. Een verkeerde

UvA en HvA creëren te vullen door studen-

studiekeuze op basis van onvolledige

ten zelf uitgebreid te informeren over de

informatie is namelijk niet alleen voor de

golf van verandering die op dit moment

student, maar ook voor de onderwijsin-

door het hoger onderwijs raast. Zo orga-

stelling schadelijk. De student verliest

niseerde ASVA onlangs een informatie-

kostbare studietijd, de universiteit heeft

week, waarin studenten door middel van

een jaar voor niets in de student geïn-

flyeracties op de hoogte werden gebracht

vesteerd en loopt bovendien het risico

van alle veranderingen die hen te wach-

beboet te worden indien de betreffende

ten staan. Ook heeft ASVA een boetewij-

student een langstudeerder is.

zer gecreëerd, waar studenten kunnen zien of, en zo ja hoe veel ze volgend jaar

Toch lopen er op dit moment veel stu-

extra gaan betalen. Hier laat ASVA het

denten rond die zich niet bewust zijn van

niet bij zitten. We blijven studenten het

het feit dat zij al langstudeerder zijn. De

hele jaar door informeren en hopen van

langstudeerboete is immers sinds sep-

harte dat zowel de UvA als de HvA ons

tember 2011 van kracht, hoewel de boete

voorbeeld volgen.

gedurende dit collegejaar slechts nul euro bedraagt. Het zal menig student straks

Op www.ASVA.nl vind je alle informatie

rauw op zijn of haar dak vallen als vlak

over de maatregelen die studenten op

voor het volgend collegejaar blijkt dat een

korte termijn zullen treffen. Voor uit-

jaar studeren plotseling 3.000 euro meer

eenlopende vragen over de onderwijs-

kost dan verwacht. De onderwijsinstel-

bezuinigingen kun je altijd mailen naar

lingen zouden dit probleem eenvoudig

kennis@asva.nl

kunnen oplossen door alle betreffende


foto Danny Schwarz

op de tong

Van de buurt Gerard Callenburgstraat 1 (West)

‘E

n ze zijn er zo aardig! Echt. On-Amsterdams aardig gewoon.’ Met deze lofzang op de onverwachte vriendelijkheid van de werknemers lokte vriendin E. me mee naar Van de buurt, een nieuw eetcafé in Bos en Lommer. E. had die ochtend een stukje van de

Vox pop

Op de site van Van de buurt, www.vandebuurt. nl, kunnen gasten een enquête invullen over wat ze van het restaurant vinden, en vragen beantwoorden als ‘Wat vind je van de gastvriendelijkheid’ en ‘Is het assortiment eten toereikend?’ Dat is nog eens wat anders dan een boze anonieme recensie op Iens, en bovendien waarschijnlijk effectiever.

marathon van Amsterdam gehold en ik zat aan de antibiotica, dus als aperitief verkozen wij gezondheid boven gezelligheid, in de vorm van een versgeperst sapje. Wortel, appel, bleekselderij: de combinatie deed me vrezen voor vloeibare waldorfsalade, het bleek echter een geslaagde fris-zoete combinatie met een opmer-

Waarvoor

Je moet er niet naartoe om heerlijk te eten. Ook niet voor een eerste, tweede of derde date (het ademt geen seks, hooguit vrijen voor het goede doel, terwijl je eigenlijk liever je urban knitting breiwerkje had voltooid). Wel voor een dagje zelfstandig scriptieschrijven, met een goede lunch en een brownie. Voor een kopje vriendinnenthee met brownie, of een fuiklunch met een diehard carnivoor (met brownie).

kelijk maar niet onprettig mondgevoel. Vervolgens namen we gemixte warme borrelhapjes. Nu valt niet te betwisten dat je een combinatie van twee elementen al een mix mag noemen, maar ik had voor het ultieme snackgevoel buiten de bitterballen en ‘nuggies’ graag nog iets anders op de schaal gezien. Als hoofdgerecht kozen we voor de maaltijdsalade met notijn – een vegetarisch substituut voor tonijn – en hutspot op Brabantse wijze met basterdjus en een gehaktbal. We deelden beide gerechten. De salade was matig: een beetje klef met gekke kleine boontjes en weinig smaakmakers. Wat de hutspot betreft weten we nu ook dat Brabanders in de bereiding daarvan uitzonderlijk weinig creativiteit aan de dag leggen. Toe kozen we appeltaart en een brownie. Die laatste was overheerlijk, de eerste een slecht gelukte, droge cake met een flintertje appel. Al met al is Van de buurt best een leuke plek. En dat ze er misschien inderdaad wel heel vriendelijk, maar zeker niet naïef zijn, blijkt uit het feit dat je er veiligheidshalve alleen maar kan pinnen. Zo ken ik de buurt weer. yyy Jael Bootsma Folia Magazine ontvangt graag je restaurant­recensie en vergoedt tot € 50,-. Maximaal 300 woorden, suggesties voor de kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail redactie@folia.nl.

Fastfood

Bij Van de buurt kun je elke dag kiezen uit drie hoofdgerechten, die elk slechts drie dagen op de kaart staan en altijd minder dan een tientje kosten. Alle gerechten zijn vegetarisch en zo veel mogelijk biologisch. Jammer genoeg serveren ze in plaats van creatieve vervangers vooral nepvlees.

FoliaMagazine

17


opinie

Wees tolerant voor intolerantie De tolerantie die tegenstanders van weigerambtenaren prediken zouden ze juist ook voor die weigerambtenaren moeten hebben, vindt Evert Verhulp. illustratie Marc Kolle

D

e nadruk in het nationale politieke debat ligt tegenwoordig op het behoud van wat je de algemeen aanvaarde normen en waarden zou kunnen noemen, en het lijkt wel alsof iedere afwijking daarvan zo veel mogelijk moet worden voorkomen. Er lijkt een angst voor het andere te heersen, waarbij het andere dat is wat niet past bij het linksliberale gedachtegoed. Belangrijk onderdeel van dat gedachtegoed lijkt de gelijke behandeling van iedereen op elk gebied te zijn geworden. In meer juridische termen: de nadruk die tegenwoordig op artikel 1 van de Grondwet wordt gelegd, leidt tot het gevaar dat de vrijheden die in andere grondrechten worden gewaarborgd in de verdrukking komen. Een goed voorbeeld van deze tendens is het huidige debat over de weigerambtenaar. In Groningen zijn 23 ambtenaren die huwelijken voltrekken en daarvan weigeren er drie om mensen van gelijk geslacht te huwen. Zij weigeren dat onder verwijzing naar hun geloof. Ik snap daar niets van, maar ik ben dan ook niet gelovig. Voor mensen die dat wel zijn, weegt dit kennelijk zwaar. Die zwaarte heeft erkenning gevonden in artikel 10 van de Grondwet en is dus een gegeven waarmee we in de samenleving rekening moeten houden. Ik vind het mooi en terecht dat partners met

18

FoliaMagazine

gelijk geslacht kunnen huwen en dat recht moeten ze dan ook in iedere gemeente volledig kunnen uitoefenen. In Groningen kan dat, want daar zijn twintig ambtenaren beschikbaar om een dergelijk huwelijk te voltrekken. Ik zou dan denken dat die drie anderen een functie vervul-


Dijkgraaf

Mannenshampoo len ten aanzien van hun geloofsgenoten, en dat daarmee iedereen gelukkig is. Mensen van gelijk geslacht die willen huwen, willen toch niet door iemand gehuwd worden die een dergelijk huwelijk afkeurt? Of zou het zo zijn dat de wetenschap dat er ambtenaren bestaan die een huwelijk kunnen voltrekken, maar dat weigeren ten aanzien van partners van een gelijk geslacht, voor de groep homoseksuelen zó beledigend is dat ze dat niet kunnen tolereren? Ik kan me daar wel iets bij voorstellen, maar denk dan wel meteen dat er ook een groep gelovigen zou kunnen

Er lijkt een angst voor het andere te heersen zijn (ik heb me niet verdiept in de opvattingen van fundamentalistische christenen en moslims) die het tegenovergestelde meent. Een groep voor wie het gegeven dat mensen van gelijk geslacht mogen huwen zo indruist tegen hun geloofsopvatting dat ze dat eigenlijk niet kunnen tolereren. Als we van deze groep gelovigen verlangen dat ze dat toch doen, kunnen we dan niet nu van de andere groep verlangen dat ze tolereren dat er andere opvattingen zijn en dat die enige ruimte wordt geboden? Ik zou het van te grote arrogantie vinden getuigen om te zeggen dat mijn wereldbeeld van hogere waarde is dan dat van anderen. Ik zou dat ook alleen maar kunnen doen omdat ik me bevind in de comfortabele positie dat mijn wereldbeeld – in ieder geval in hoofdlijnen – door de meerderheid wordt gedeeld. Stel dat de strenge geloofsopvatting de heersende (en dus de wetgevende) opvatting in Nederland

zou worden, zouden we dan ook niet van die gelovigen verlangen dat ze een zekere tolerantie hebben ten aanzien van andersdenkenden? Als het ooit zo ver komt dat mijn wereldbeeld die heersende positie verliest, wil ik toch zonder inmenging van de dan bestaande meerderheid mijn minderheidswereldbeeld kunnen uitdragen. Binnen en buiten een politieke partij, om zodoende mijn wereldbeeld weer de meerderheid te bezorgen. Sterker nog, ik vind dat ik daartoe een democratisch recht heb. Tot mijn wereldbeeld weer heersend is, wil ik me zo veel mogelijk kunnen gedragen overeenkomstig dat wereldbeeld: ik verlang, ten aanzien van door mij als belangrijk ervaren gedragingen, tolerantie van de meerderheid. En als ik dat dan zal verlangen van de meerderheid, mag dan nu de minderheid dat ook niet van mijn meerderheid verlangen? De functie van grondrechten is nu juist om een buffer te bieden tegen de – terechte of onterechte – gevoeligheden van anderen bij de uitoefening van de door die rechten gewaarborgde vrijheden. Zoals de Centrale Raad al in 1987 stelde: ‘van het te onzent in de Grondwet vastgelegde sys­teem van grondrechten is tolerantie een zeer gewichtige peiler welke juist ten aanzien van uitin­gen welke men – op zich terecht – verwerpelijk acht, zijn waarde moet bewij­zen’. Het is toch opmerkelijk dat juist de partijen die de vrijheid zeggen hoog in het vaandel te hebben zo licht denken over de vrijheden van de anderen. yyy Evert Verhulp is hoogleraar arbeidsrecht aan de FdR. Dit is een licht bewerkte versie van een artikel dat hij onlangs schreef voor het vaktijdschrift TRA, Tijdschrift Recht en Arbeid.

‘Getverdemme, ik heb mijn hele leven mijn haar met vrouwenshampoo gewassen!!!’ Dat was de geschrokken reactie van een van onze tienerzonen bij de aanblik van een nieuwe fles shampoo, die volgens de verpakking speciaal voor mannen was gemaakt. Een handige marketingtruc, die ervoor zorgt dat onze badkamer nog sneller overvol raakt. Wij mannen hadden al speciale deodorant, parfum en scheermesjes, maar wie weet binnenkort ook tandpasta, aspirine en wc-papier. Misschien moeten we het gehele huishouden maar gaan scheiden in aparte mannen- en vrouwenverblijven. Zo is de keuken nog steeds opvallend unisex. Het enige wat ik kan bedenken zijn de blauwe en roze muisjes voor op een beschuitje. Waar blijft de eerste lila meisjeshagelslag? Of jongens-chocopasta, met stoere stukjes noot? Er is vast een supermarktketen die likkebaardend aan complete, op sekse gescheiden schappen denkt. In de wetenschap wordt wel eens gefronst bij alle speciale beurzen, prijzen of leerstoelen voor vrouwen. (Ik ken nog geen academische variant van de mannenshampoo.) Moeten we nu echt aan deze nieuwe vorm van segregatie? Het korte antwoord is ‘ja’. Er is nog veel te winnen, zeker in Nederland. Het aantal vrouwelijke onderzoekers, helemaal in de hogere echelons, is veel te laag. En daarmee komen we direct bij de belangrijkste rol van alle eretekens voor vrouwen: de wetenschapper als model, rolmodel welteverstaan. Niets is zo inspirerend als iemand van jouw geslacht op een podium, krantenpagina of beeldscherm te zien. Dat geldt net zo goed achter de schermen. Onderzoek laat zien dat voor een evenwichtig personeelsbeleid het cruciaal is om vrouwen in benoemingscommissies en raden van toezicht te hebben. Vanuit dat perspectief is er dus wel enig verband met de mannenshampoo in onze badkamer. En bovendien, als deze speciale producten ertoe gaan leiden dat tienerjongens er wat frisser uit gaan zien, dan ben ik er helemaal voor. yyy Robbert Dijkgraaf

FoliaMagazine

19


opinie

Abdi

Hou de verwondering in stand

Blokker

Bètawetenschap heeft zeker niet meer maatschappelijke waarde dan alfawetenschap, betoogt Paul Dijstelberge.

V

alorisatie, opeens duikt dat woord overal op in combinatie met wetenschap. Wat is de maatschappelijke waarde van onderzoek? Hoe vertalen we de resultaten van wetenschappelijk werk – werk waar veel tijd in zit en vaak ook veel geld – naar de maatschappij? Ik denk daar wel eens aan als ik bètawetenschappers bezig zie met hun deeltjesversnellers, die miljarden hebben gekost en die voorlopig alleen schijnen op te leve-

Niets zo zinloos en kostbaar als het ongetroost staren in het niets ren dat de natuurkunde op het punt staat terug te keren naar het universum van Newton. Daar zit je dan een kilometer onder de grond in een perfect cirkelvormige tunnel gevuld met draden en computers. Niets te vinden, alleen heel, heel veel informatie, zo veel dat het uitzoeken nog veel meer tijd kost. En dan is de wereld alweer ergens anders mee bezig en kunnen er nieuwe projecten verzonnen worden. Niets zo zinloos en kostbaar als het ongetroost staren in het niets. Valorisatie schijnt echter vooral een probleem te zijn voor ons, alfawetenschappers, voor historici en letterkundigen. Wij doen onderzoek waar de wereld niet beter van wordt. Dat wordt ons althans met enige regelmaat voorgehouden. De kankerbestrijding schiet niet op dankzij een

20

FoliaMagazine

artikel over Erasmus als corrector of de lettertjes van Jenson. Dat het verleden het hier en nu iets zou kunnen leren, wordt betwist. Maar dat niet kunnen of willen leren van de geschiedenis is paradoxaal genoeg nu juist de belangrijkste les van die geschiedenis. Wat legitimeert mijn bezigheden? Ik doe vooral onderzoek naar informatieoverdracht in de vroegmoderne tijd – een andere manier om te zeggen dat ik onderzoek doe naar hoe kennis in boeken wordt gepresenteerd. Het hoe en waarom daarvan is belangrijk. Om te weten waar we nu zijn en waarom we daar zijn, moeten we de weg terug volgen. Keuzes uit het verleden verklaren ons handelen van vandaag en ook ons niet-handelen. In een parallel universum heeft Descartes zijn boek misschien toch maar niet uitgegeven en heeft Spinoza zich volledig op het slijpen van lenzen gestort, staat de aarde centraal in het heelal en blijft de zon op commando stilstaan. Het hoe en waarom van dit alles schuilt in de kleinste details. In atomen, maar ook in drukletters. Zo lijkt het al bijna zinvol. Dat doet enigszins afbreuk aan mijn idee dat de voornaamste taak van alfawetenschappers gelegen is in het in stand houden van verwondering. Goedschiks of kwaadschiks. Verwondering leidt tot vragen, vragen leiden tot discussie. Discussie daagt uit en zet zo het creatieve proces in beweging. yyy Paul Dijstelberge is universitair docent boek­ wetenschap en handschriftenkunde en conser­ vator bij de Bijzondere Collecties.

‘Kan ik u ergens mee helpen, mevrouw?’ Ik leg de keukenmessen die in de aanbieding zijn voorzichtig terug zodat Bonita (dat staat op haar naamkaartje), niet denkt dat ik ze in mijn boodschappentas wil stoppen. Opgejaagd door een onbehaaglijk gevoel bots ik onderweg naar de uitgang tegen de manager op, die er kennelijk is bijgehaald. Ja, de Blokker op de Haarlemmerdijk is een feest. De vriendelijke begroetingen, de bewegingsruimte en de weergaloze aanbiedingen. Ik word er zielsgelukkig van. Wat zijn we toch tolerant met z’n allen. Het land waar Nieuwe Nederlander-ceremonies en weigerambtenaren hand in hand lopen. Het land van Femke, maar hé, Fatima telt tegenwoordig ook mee. Het land van kansen krijgen en van het multiculturele drama. Het land waar open en blote, rechttoe rechtaan discriminatie bestraft wordt, maar betuttelracisme overheidsbeleid is. Onder het motto ‘Discriminatie met discriminatie bestrijden’ kiest de overheid voor positieve discriminatie. Dat betekent dat hier en daar een paar allochtonen voorrang krijgen in de sollicitatieprocedure. Fantastisch systeem! De continue aura om je heen dat je kwalitatief minder goed bent dan de rest. Ondertussen wordt mijn vriendin Naima bestookt met de vraag waarom ze aan een witte universiteit, de UvA, studeert. Met die kennis wil de UvA namelijk meer allochtonen lokken. Diversiteit staat hoog op de bestuurlijke agenda, nu de UvA daar subsidie voor krijgt. Maar waarom diversiteit belangrijk is kunnen ze je ook niet vertellen in het Maagdenhuis. Ik mag in mijn handjes knijpen deel uit te maken van de o zo diverse – maar ook weer niet – Nederlandse samenleving. Links klopt zichzelf ondertussen op de schouder omdat ze met positieve discriminatie zo veel heeft kunnen betekenen voor de ‘allochtoon’. Maar uiteindelijk maakt allemaal niet uit als ik als studente nog gewoon word nagestaard bij de Blokker, omdat men denkt dat ik steel. yyy Fatihya Abdi


brieven

promoties DINSDAG 06/12 10.00 uur: Rosa Burgers - Geneeskunde Functional Defecation Disorders in Children. Diagnostics, Treatment and Association with Lower Urinary Tract Symptoms (Agnietenkapel)

12.00 uur: Ariane Noël de Tilly Kunstgeschiedenis

Niet bevoegd

De benoeming van Karel van der Toorn tot hoogleraar godsdienst en maatschappij is niet logisch. Eigenlijk moet een hoogleraarsbenoeming geschieden op grond van een nauwkeurig profiel en een zorgvuldige planning van de opbouw van de faculteit waar hij/zij gaat werken. Prof. van der Toorn is theoloog, terwijl de Faculteit Theologie aan de UvA is opgeheven. Met ‘godsdienst en maatschappij’ is een sociaalwetenschappelijk veld aangegeven, waarvoor een sociale wetenschapper als hoogleraar aangesteld dient te worden. De UvA kent een afdeling sociale en menswetenschappelijke studie van de religie, waar aandacht wordt besteed aan religieuze minderheden en politieke vraagstukken in verband met religie. De keuze van het onderzoeksveld in verband met deze benoeming lijkt daarom vooral ingegeven door het streven om hoofd van deze afdeling te worden. Hierover zijn de medewerkers van die afdeling niet ingelicht. De nieuwe hoogleraar is op grond van zijn expertise niet bevoegd en niet voldoende gespecialiseerd om onderzoek en promoties te begeleiden op het terrein van de sociaalwetenschappelijke studie van de religie. Over zijn overstap van een hoogleraarspost (antieke religies) in Leiden naar een bestuursfunctie aan de UvA heeft Van der Toorn destijds gezegd dat hij niet meer voor het hoogleraarschap gemotiveerd was. Waarom heeft hij dan toch weer een dergelijke benoeming aanvaard? yyy prof. dr. Gérard van Tillo

Toch een moralist?

Wat had ik een tijd geen Folia gelezen. Uw blad is – met recht – een bijzondere ervaring. Ik lees in nummer 11 dat een medewerker op een secretariaat van de UvA graag leer draagt, want dat

is geil. Gelukkig gaat leer niet snel stuk, want dan kun je elkaar ook bijten en slaan. Een paar pagina’s verder lees ik dat een student van geesteswetenschappen een erg slechte one-nightstand heeft gehad. Het neuken deed nogal zeer. Het was zo erg dat ze er dagen later nog last van had. Het boeiende is: dit verhaal blijkt onderdeel van een vaste rubriek waarin studenten kunnen vertellen waar en hoe ze hebben geneukt. Je kunt je opgeven om te vertellen dat je je tot bloedens toe van achteren laat nemen (Folia Magazine 9). Nu was er vroeger bij communicatiewetenschap een onderzoekstraditie waarbij het werk van journalisten werd geobserveerd. Mag ik uw redactievergadering eens bijwonen? Ik ben heel benieuwd hoe u dit soort onderwerpen selecteert. Mag een CvB-lid, decaan of hoogleraar ook ‘ervaringen’ insturen? Misschien heeft een van hen het ook al met honderd partners gedaan (Folia Magazine 6) of ervaringen met hetzelfde geslacht (Folia Magazine 5). Een student suggereerde in Folia Magazine 11 dat er een relatie bestaat tussen de inhoud van uw blad en de fusie van Folia met Havana. Met de vele HBO-relletjes begrijp ik die interpretatie. Maar na zes jaar werken in het HBO kan ik u melden dat het abominabele niveau van deze artikelen niet komt door die lezers, maar gewoon door de redactie. Ook HBO-studenten hebben veel meer niveau dan uw artikelen suggereren. Ik ben geen moralist, dacht ik altijd. Maar als een universiteitskrant niet meer weet wat ‘verheffing van het volk’ betekent, dan hebben we pas echt een groot probleem. yyy Chris Aalberts, voormalig promovendus bij communicatiewetenschap, UvA De redactie verwelkomt ingezonden brieven en opiniestukken. We behouden ons het recht voor

Scripting Artworks: Studying the Socialization of Editioned Video and Film Installations (Agnietenkapel)

14.00 uur: Berber Piet - Geneeskunde

Lymphocytes in the Frontline. Local Human T Cells Facing the Challenges of the Lung Environment (Agnietenkapel)

WOENSDAG 07/12

10.00 uur: Vladimir Nedović - Informatica Depth From an Image (Agnietenkapel)

11.00 uur: Esther Hakvoort - Pedagogiek Parenting and Child Adjustment After Divorce (Aula)

12.00 uur: Roberto Valenti - kunstmatige intelligentie / informatica

What are You Looking at? Automatic Estimation and Inference of Gaze (Agnietenkapel)

13.00 uur: Marylee van der Meulen Tandheelkunde

Psychological Screening of Temporomandibular Disorder Patients (Aula)

14.00 uur: Koen van de Sande - Informatica

Invariant Color Descriptors for Efficient Object Recognition (Agnietenkapel)

16.00 uur: Jasper Uijlings - Kunstmatige intelligentie The What and Where in Visual Object Recognition (Agnietenkapel)

DONDERDAG 08/12

10.00 uur: Harm van Seijen - Kunstmatige intelligentie Reinforcement Learning under Space and Time Constraints (Agnietenkapel)

12.00 uur: Christina Lavini - Geneeskunde

Development and Clinical Applications of the Time Intensity Curve Shape Analysys in Dynamic Contrast Enhanced MRI: a Pixel-By-Pixel Approach (Agnietenkapel)

14.00 uur: Armando Guevara - Rechten

El Derecho y la Gestión Local del Agua en Santa Rosa de Ocopa, Junín, Perú (Agnietenkapel)

VRIJDAG 09/12

10.00 uur: Daniele Manfredini - Tandheelkunde The Triangle Bruxism, Pain, and Psychosocial Factors (Agnietenkapel)

11.00 uur: Petr Sedláček - Macro-economie Macroeconomic Implications of Labor Market Frictions (Aula)

12.00 uur: Karaim Singh Boparai Geneeskunde

The Serrated Neoplasia Pathway (Agnietenkapel)

13.00 uur: Eveline van Vugt - Pedagogiek Moral Development and Juvenile Sex Offending (Aula)

14.00 uur: Josien de Klerk - Antropologie

en relatie tot de UvA/HvA; anonieme reacties worden

Being Old in Times of Aids. Aging, Caring and Relating in Northwest Tanzania (Agnietenkapel)

niet geplaatst. Mail naar redactie@folia.nl.

Voor uitgebreide informatie zie www.uva.nl/agenda.

deze zo nodig in te korten. Vermeld altijd uw naam

FoliaMagazine

21


Poep als medicijn Gezonde ontlasting van een donor via een neussonde inspuiten bij patiënten met ernstige darmziekten – het klinkt huiveringwekkend. Toch zijn dit jaar al acht patiënten in het Academisch Medisch Centrum behandeld via deze zogeheten fecestransplantatie. ‘Mensen vinden het eerder eng dan vies.’ tekst Annemarie Vissers / illustratie Pascal Tieman

V

loeibare poep van een gezonde donor via een slangetje in de neus van een patiënt met zieke darmflora inspuiten in de twaalfvingerige darm om ontstekingen uit te laten doven, ernstige darmklachten te verminderen en ziekmakende bacteriën onschadelijk te maken: als specialist maag-, darm- en leverziekten in het Academisch Medisch Centrum Cyriel Ponsioen op feestjes en partijen uitlegt wat hij precies doet tijdens een zogenoemde fecestransplantatie, wordt daar in eerste instantie met een mengeling van huiver en ongeloof op gereageerd. ‘De meeste mensen uit mijn omgeving weten wat ik doe, maar voor wie niet bekend is met het werk van een maagdarmleverarts – ik zeg ook wel eens “van kanis-tot-anus-arts” – leg ik uit dat ik me bezig hou met onderzoek en behandeling van het spijsverteringskanaal; de maag, de dunne darm, dikke darm, endoscopieën en dus poeptransplantaties.’ De eerste reactie op die uitleg van Ponsioen is meestal: getver. ‘Niet in de zin dat men het heel vies vindt, mensen vinden het eerder eng.’ Vies en eng is het fecesonderzoek en de transplantatie echter allerminst, benadrukt hij. ‘Natuurlijk denken sommige mensen meteen aan ontlasting, stank en klysma’s.’ In feite zien de onderzoekers juist heel weinig poep: ‘Alleen bij het verzamelen van de ontlasting van de donoren,

22

FoliaMagazine

die vers ingeleverd wordt. Daarna ondergaat het materiaal echter zo’n behandeling dat het niet meer als zodanig te herkennen is.’ Darmflora Sinds deze zomer heeft maagdarmleverarts Ponsioen, tevens onderzoeksspecialist op het gebied van de zogenoemde inflammatoire darmziekten, zoals de aan elkaar verwante aandoeningen Crohn en Colitis Ulcerosa, samen met promovenda Noortje Rossen en collega’s Erwin Zoetendal en professor Willem de Vos van het Instituut voor Microbiologie aan de Universiteit

‘Met deze transplantaties doen we in principe de proof of the pudding’ van Wageningen, acht patiënten behandeld via de fecestransplantatie. Helemaal nieuw is de gebruikte transplantatiemethode niet. Al eerder werd er geëxperimenteerd in het AMC met fecestranplantaties bij zeer zieke, oudere patiënten met chronische diarree, veroorzaakt door de agressieve Clostridium Difficile-bacterie. Ponsioen: ‘Dat waren personen die op geen enkele medicatie meer reageerden. De antibiotica die ze kregen zorgden paradoxaal genoeg voor een

“overgroei” van de zeer agressieve en ziekmakende clostridiumbacterie. Twee dagen na de donatie waren bijna alle patiënten klachtenvrij.’ Ervaringen in Australië lieten al zien dat er sterke aanwijzingen zijn dat de toestand van darmpatiënten snel kon verbeteren na het toedienen van gezonde donorpoep. In verschillende andere internationale onderzoekscentra wordt eveneens onderzoek gedaan naar de precieze samenstelling van de microbiele flora, maar: ‘Door een gebrek aan consistente technieken verschillen de uitkomsten en resultaten iedere keer.’ Hét startschot voor Ponsioen en collega-wetenschappers om een gedegen interventiestudie op te zetten in het AMC: ‘Vanaf dat moment zijn we hier ook begonnen met de transplantaties. Eerdere onderzoeken waren kleinschalig en niet gecontroleerd.’ Het team in het AMC werkt via gerandomiseerd onderzoek, met een controlegroep om placeboeffecten uit te sluiten. Ponsioen: ‘Met deze transplantaties doen we in principe de proof of the pudding: we geven mensen een nieuwe darmflora door gezonde donorpoep te transplanteren, waarna we gaan kijken wie van de patiënten beter worden en wie niet. We denken dat foute flora de darmontsteking in stand houdt door een verstoorde balans in de verhoudingen tussen gezondheidsbevorderende en ziektemakende bacteriën. Als je die verhouding weet te


FoliaMagazine

23


(advertentie)

Folia maakt radio Folia Live geeft je iedere week

nieuws en informatie over het hoger onderwijs in Amsterdam.

Luister iedere woensdag van 16.00 - 17.00 naar Folia Live op Amsterdam FM (106.8 in de ether en 103.3 op de kabel).

21 december, 16.30 - 18.00

Daarna te beluisteren als podcast op www.foliaweb.nl. Of: luister via een app op je mobiel of je tablet.

Marathoninterview met Paul Doop

Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam Amsterdam FM.nl de stem van de hoofdstad


De poeptransplantatie

Fecesfeitjes

De darmen van een zieke patiënt worden via een klysma schoongespoeld. De donor verzamelt in een steriel bekken, dat over de toiletbril wordt gelegd, de eigen feces en levert de ontlasting vers in. Via een zoutoplossing wordt de feces gehomoniseerd [vloeibaar gemaakt, AV] en in een steriele zuurkast geplaatst. Ook zieke patiënten leveren ontlasting in. De helft van de patiënten krijgt ‘eigen’ feces terug om een placebo-effect uit te sluiten. De andere helft krijgt donorpoep ingebracht. Dit inbrengen vindt plaats via de cortrak-methode; een slangetje via de neus, slokdarm, maag en twaalfvingerige darm van de patiënt. Het is belangrijk de sonde verder dan de maag in te brengen om kans op het uitbraken van de ontlasting te voorkomen. Via magneetjes wordt de slang precies gelokaliseerd en wordt de inhoud van vijf of zes spuiten ingespoten. Drie weken later wordt de behandeling herhaald en na drie maanden volgt een eerste screening van patiënt en ontlasting. Na een jaar vindt er weer een screening plaats. Dan wordt gekeken of de ontstekingsactiviteit is afgenomen.

• Een mens draagt gemiddeld 100 biljard bacteriën mee in zijn darmen. • Dat vormt ongeveer anderhalve kilogram van het lichaamsgewicht van de persoon. • Er bestaan tussen de 100 en 1000 verschillende soorten. • Er zitten tien keer zo veel bacteriën in de darmen als een mens lichaamscellen heeft. • Een mens produceert gemiddeld 200 gram ontlasting per dag. • Daarvan bestaat zestig procent puur uit bacteriën.

sioen het gegeven dat de microbiotica extreem ingewikkeld zijn: in de darmen huizen honderd biljard bacteriën van wel honderd tot duizend verschillende soorten, waarvan een groot deel niet kweekbaar is. Hulp vanuit het instituut voor Microbiologie van Wageningen is dan ook cruciaal, volgens Ponsioen. ‘Hier in het AMC doen we het klinische gedeelte van de transplantatie, aan het instituut voor Microbiologie in Wageningen hebben ze een systeem ontwikkeld

eisen. Klinische scores en uitgebreide screening vooraf en gedurende de rit bepalen of donoren en patiënten wel of niet kunnen deelnemen. ‘De heel ernstige zieken kunnen we nog niet behandelen. Het totale traject duurt een jaar, dat vergt te veel van hen. Bovendien hebben ze vijftig procent kans in de controlegroep terecht te komen, dat is ethisch niet verantwoord bij te zieke patiënten.’ Ook de poepdonoren worden door en door gecheckt op ziekten als aids en hepatitis. Broers en zussen van patiënten worden liever niet gevraagd als donor aangezien de kans dat zij eenzelfde type darmflora bezitten, via de moeder meegekregen bij de geboorte, te groot is. Maar ook het psychologisch effect speelt mee, volgens Ponsioen: ‘Ontlasting van vreemden vinden patiënten vaak lastiger te accepteren. Veelal is de partner van de patiënt de beste optie qua acceptatie.’ In de toekomst hopen Ponsioen en zijn team darmpatiënten ten minste twee jaar klachtenvrij te kunnen houden: ‘Dat zou al een heel goed resultaat zijn. Uiteindelijk hopen we via deze behandelmethode te komen tot meer inzicht in welke bacteriegroepen verantwoordelijk zijn voor ernstige ontstekingen en klachten. Bovendien hopen we dat dan complexe behandelmethoden als deze niet meer nodig zijn, maar dat we patiënten een medicijn kunnen geven met daarin de juiste samenstelling aan goede bacteriën.’ yyy

veranderen door een ander soort flora toe te voegen, kan dat leiden tot een gunstiger verhouding waarbij de gezondheidsbervorderende micro-organismen gaan overheersen.’ Kip of het ei Het blijft echter nog een kip-of-eivraagstuk, zegt de arts: ‘Zijn de zieke darmflora een oorzaak, of juist een gevolg van de darmaandoening van patiënten?’ Een manier om daarachter te komen is dus de darmflora zelf te veranderen. Tegenwoordig blijkt steeds vaker dat patiënten met bepaalde ziekten ook een bepaalde samenstelling van bacteriën in hun darmflora hebben. ‘Wat we al lange tijd vermoeden is dat de microbiotica in de eigen darmflora een zeer belangrijke rol speelt. Door onderzoek op muizen zonder darmflora, geboren in een steriele omgeving, weten we dat ze geen Colitis kunnen krijgen. Ook bij stomapatienten zagen we die resultaten: geen bacteriën in de darmen zorgt ervoor dat ontstekingen verdwijnen. We weten dus dat bacteriën in de darmflora een enorme rol spelen.’ Toch is het transplanteren van gezonde donorpoep daarmee nog lang niet in de laatste onderzoeksfase: ‘Dat de bacteriën een rol spelen staat vast, maar wélke rol precies, daarover tasten we nog in het duister.’ Een van de redenen daarvoor is volgens Pon-

‘De heel ernstige zieken kunnen we nog niet behandelen’ waarmee grotere hoeveelheden darmbacteriën tegelijk geanalyseerd kunnen worden. In het verleden waren grote hoeveelheden onmogelijk te onderzoeken, dat was een van de belangrijkste beperkende factoren voor gedegen onderzoek.’ Via de zogeheten HITChip-methode, vergelijkbaar met het in kaart brengen van DNA, is het tegenwoordig mogelijk ruim 1100 soorten bacteriën en hun werking tegelijk te onderzoeken. Ponsioen: ‘Door deze methode krijgt het onderzoek een enorme boost.’ Niet iedere Crohn- of Colitispatient komt in aanmerking voor een transplantatie en ook donoren moeten voldoen aan zeer strenge

FoliaMagazine

25


objectief Koning van de pulp De bezoeker die de stripcollectie in de Bijzondere Collecties bekijkt, zal een grijns niet kunnen onderdrukken: van pornografisch stripmateriaal van striptekenaars als Theo van den Boogaard – Anne und Hans kriegen ihre Chance, 1970 – waarin allerlei seksuele perversiteiten worden getoond, tot Peter van Straatens grappige Nastoot. Vorige week werd de gehele collectie van stripverzamelaar en tevens oprichter van het Stripschap, P. Hans Frankfurther, door zijn kinderen Tamar en Guido Frankfuhrter overgedragen aan de Bijzondere Collecties van de UvA. De verzameling wordt daarmee toegevoegd aan de stripcollectie van de Bijzondere Collecties. Het gaat om ongeveer twintigduizend albums en boekjes. De documentatie en stripliteratuur van Frankfurther vormden in 1970 de basis voor het Stripdocumentatie-

c­ entrum Nederland, toentertijd opgericht door het Stripschap en de UB van de UvA. In het najaar van 1967 verscheen ook het eerste tijdschrift, Stripschrift, in eerste instantie bestaande uit wat losse stencils, maar later een heus vakblad. De collectie van Frankfurther bestaat uit vele kostbare werken. Daaronder bijvoorbeeld oude en zeldzame Noorse en Zweedse uitgaven uit de jaren vijftig van Bommelverhalen en Tom Poes van Marten Toonder en bijzondere reclame-uitgaven, zoals Boffie van de Koffie van Albert Heijn. Ook bevat de verzameling de hele reeks van de Nederlandse striptekenaar en ‘Koning van de Pulp’ Alfred Mazure in eerste druk, in een speciaal vervaardigde houten cassette. Azure maakte vooral furore met detectivepersonage Dick Bos. yyy Annemarie Vissers foto Danny Schwarz

26

FoliaMagazine


FoliaMagazine

27


Van het bezemkastje naar de lekkende muur Minister Donner mag dan meer studentenkamers willen, hij heeft zelf vast nooit zijn toevlucht hoeven te nemen tot kamernet.nl – voor veel eerstejaars de enige hoop. Wat tref je daar zoal aan? tekst en foto's Clara van de Wiel

1

6.000 nieuwe studentenkamers moeten er komen, volgens minister Piet Hein Donner van Binnenlandse zaken. Daarvoor tekende hij 17 november een actieplan, dat onder meer gesteund wordt door de koepelorganisatie van Nederlandse universiteiten VSNU, de HBO-raad, de grote steden, studentenvakbond LSVb en de vastgoedsector. Tot die tijd zijn studenten bij het zoeken naar een kamer echter nog aangewezen op geluk en

niks anders op dan je toevlucht te zoeken tot het beruchte www.kamernet.nl. Want horrorverhalen over lekkende zolderkamertjes drie hoog achter en slechts gebrekkig Chinees sprekende huisjesmelkers ten spijt: slapen moet je toch ergens. Folia Magazine ging undercover en zocht uit: hoe karig is het aanbod voor de nieuwe student in Amsterdam nu werkelijk? En: is er nog hoop voor de zich blauw betalende student?

Als net aangekomen eerstejaars kwam ik niet verder dan mijn achterneef een flinke dosis doorzettingsvermogen. Mij kwam het standaardantwoord op de vraag hoe mensen hun kamer hadden gevonden me al snel de neus uit: ‘Ja, via een vriendje van mijn vader’ of ‘Gewoon, viavia.’ Ik kon ze wel schieten, die geboren Amsterdammers die naast hun gespreide bedje bij paps en mams in Oud-Zuid ook nog konden rekenen op een breed netwerk aan vrienden, kennissen en familie die nog wel ergens een kamertje vrij hadden staan. Als net aangekomen eerstejaars kwam ik niet verder

28

FoliaMagazine

dan mijn achterneef die ik al in geen jaren meer had gesproken, maar die ergens in Hoofddorp scheen te wonen, een wanhopig mailtje te sturen. Geen reactie. Zelfstandig een kamer vinden in Amsterdam: het blijft een tranendal. Een zelfs maar enigszins acceptabele kamer bij Studentenwoningweb is tegenwoordig alleen bereikbaar voor langstudeerders. Als groene, het provinciale nest net verlaten hebbende eerstejaars zit er vaak

Dr. H. Colijnstraat, Geuzenveld 12m2, € 600,-, inclusief Keuken en badkamer gedeeld met hospita en één andere huurder Fietsafstand Leidseplein: 6,5 km Het werkwoord ‘thuiskomen’ is op mijn mogelijk nieuwe woning nog niet direct van toepassing. Na een flinke zoektocht naar welk pand nu precies bedoeld wordt, is ook het vinden van de deurbel van deze jarenzestigkolos een ware opgave. Na vijf keer aangebeld te hebben verschijnt verhuurder Jani eindelijk, en begeleidt me naar de woning. Niet geheel overbodig: binnen het gebouw ontvouwt zich een klinisch wit labyrint dat sterk aan een psychiatrische instelling doet denken. Aangekomen bij het appartement blijkt dit wel van alle gemakken voorzien en ook mijn kamer is geheel gemeubileerd, met tweeper-


ben uitgenodigd mag overigens een wonder heten, want het aantal reacties op deze topadvertentie was binnen 24 uur al opgelopen tot over de veertig. De 24-uursregel van Kamernet, zullen we maar zeggen. Op weg naar huis vraag ik me af of onder die veertig reacties wel iemand zit die aan Nico’s ordentlichkeits-ideaal kan voldoen. De nieuwe toestroom van Duitse studenten biedt voor hem misschien een uitkomst.

soonsbed, klerenkast en nachtkastje met twee gouden schemerlampjes. Gezellig. Aanbieder Jani peilt nog even of ik niet te vaak feestjes geef en bezoek krijg. Feestjes op 12m2: ik vind het een mooie uitdaging, maar ik verzeker hem dat ik heel stil en onopvallend zal zijn. Ik schud hem vriendelijk de hand en leg uit dat ik nog even moet nadenken. Hij drukt me op het hart haast te maken, want de kamer is zeer gewild: hij heeft al dertien reacties en vraagt zich hardop af hoe hij die allemaal gaat inplannen. Semarangstraat, Oost 12m2, € 520,-, inclusief Keuken en badkamer gedeeld met drie andere huurders Fietsafstand Leidseplein: 5,3 km Verhuurder Nico is een Duitse expat, type kleerkast, die me direct een rondleiding door het appartement geeft. Hij wijst nog even op de extra aantrekkingsfactoren, zoals het brede scala aan aanwezige pannen dat ik mag gebruiken en het airconditioningsysteem op het toilet. Wat een luxe. De kamer zelf is lastig te beoordelen door de chaos aan meubels die er al staat die ‘helemaal bij de prijs zijn inbegrepen’. Nico benadrukt op zoek te zijn naar een nette huurder. Zo kent het huis de zogenaamde 24-uursregel: als je troep maakt moet dat binnen 24 uur zijn opgeruimd. Wat de sancties zijn als je dat nalaat durf ik, geïntimideerd door zijn postuur en Duitse tongval, niet te vragen. Dat ik überhaupt

Rietzangerweg, Diemen-Noord 11m2, € 375,-, inclusief Keuken en badkamer gedeeld met zes gezinsleden Fietsafstand Leidseplein: 8,3 km Waarom je mee zou moeten naar DiemenNoord, is me vooralsnog niet duidelijk. Een ver

Dat je ‘wel van dieren moet houden’ blijkt niets te veel gezegd oord: dat is het zeker. Ik word hartelijk welkom geheten bij het gezin De Vries en krijg thee met een koekje toegeschoven, waarna ik op de bank mag plaatsnemen. Het gaat hier bovenal om gezellig samenwonen en het moet dan ook vooral heel erg ‘klikken’ tussen ons. De opmerking in de advertentie dat je ‘wel van dieren moet houden’

blijkt niets te veel gezegd, daar ik vanaf ogenblik één belaagd wordt door de teckel en drie poezen. De kamer zelf is ‘gezellig klein knus’ maar: ‘Je mag ook gewoon bij ons op de bank komen zitten, hè!’ Ik denk er nog even over na. Vrouw des huizes Truus drukt me op het hart niet in West te gaan wonen. ‘Daar is het ’s avonds echt niet gezellig op straat.’ De tuinkabouters buiten wuiven me vrolijk vaarwel. Ongezellig op straat is het hier in ieder geval niet. Christene Poolmanhof, Slotervaart 10m2, € 350,-, geen internet Keuken en badkamer gedeeld met hospita Fietsafstand Leidseplein: 5 km Verhuurder Ben leek mij al een man van weinig woorden. Zijn wervende advertentie bestond uit het kort maar krachtige: ‘Ik wil een kamer verhuren.’ Het duurt even voordat de deur wordt opgedaan, Ben blijkt namelijk ook bijzonder slecht ter been. Terwijl hij naar boven wijst zegt hij: ‘Eerste kamer rechts.’ Zelf blijft hij, gezien de operatie met trapliften die dat zou betekenen, beneden, wat mij de gelegenheid geeft het huis eens grondig te bezichtigen. De kamer is gemeubileerd en zowaar uitgerust met een hometrainer, die Ben zelf hoogstwaarschijnlijk weinig meer benut. Ook de badkamer kent tal van handige extra’s, zoals een speciale stoel voor tijdens het douchen. Ben zelf wordt er niet spraakzamer op, maar met moeite weet ik te achterhalen dat hij hier alleen woont en al veel reacties op zijn advertentie heeft gehad. Als ik vertel dat ik er toch nog even over nadenk bromt hij instemmend.

FoliaMagazine

29


Chestertonlaan, Zuid-Oost 11m2, € 400,-, inclusief Keuken en badkamer gedeeld met hospita, twee kinderen en één andere huurder Fietsafstand Leidseplein: 7,8 km Op de vierde verdieping van deze Bijlmerflat woont de Braziliaanse Maria met haar twee kinderen. In wat mijn kamer moet worden slapen nu nog twee kennissen,

waardoor het er nog een beetje rommelig is. Ach, daar kijk ik als ervaren kamerbezichtiger natuurlijk wel doorheen. Het bed is met een ontzettend handig opklapsysteem aan de muur bevestigd waardoor op de postzegeloppervlakte zowel een bed, een bank als tal van speelgoedartikelen passen. Als ze me de woonkamer laat zien is daar nog een extra troef: een bijzettafeltje dat volgens Maria uitstekend is om ‘te leren’. De kinderen slaan weinig acht op mij. Maria heeft al tal van reacties gehad op haar advertentie, dus de deur wordt ongetwijfeld platgelopen. Als ze vraagt waar mijn school zit en ik ‘het centrum’ antwoord, betrekt haar gezicht een beetje. ‘Dat is wel ver, ja.’ De fietstocht terug liegt er inderdaad niet om. Overtoom, Oud-West 30m2, € 800,-, geen internet Keuken gedeeld met zeven andere huurders, douche en wc met vier andere huurders Fietsafstand Leidseplein: 1,3 km

30

FoliaMagazine

Jerry is een snelle jongen. Nadat hij de afspraak eigenlijk vergeten is, komt hij binnen tien minuten op zijn Vespa aangescheurd om het huis te laten zien. Het is de zoveelste bezichtiging die dag, wat mij weinig verbaast gezien zijn advertentie met aanprijzingen als ‘Er komt een tram! Supermarkt open tot 22 uur!’ Waar vind je dat nog in Amsterdam? Hij leidt me door het huis. ‘Je deelt het hier met acht personen: allemaal nette mensen, want ik wil geen gezeik hebben.’ Gezeik is er hier niet, daar zorgt Jerry persoonlijk wel voor. De kamer is, moet gezegd, groot en mooi, alhoewel het behang hier en daar wel wat oranje plekken vertoont en ook de vloerbedekking duidelijk een jarenzeventigerfenis is. Een foto maken is helaas niet toegestaan (‘Dat vind ik nergens voor nodig!’) en als ik aangeef dat ik toch nog een beetje twijfel is Jerry ineens een beetje boos. ‘Ja jezus, je wist toch dat het € 800,- was!?’ Maar echt schuldig hoef ik me ook weer niet te voelen. ‘Voor jou tien anderen hoor.’ Een pak van m’n hart. Check je kamer Rechtenstudent Michel Verstraeten schudt mismoedig zijn hoofd bij de aanblik van de kamers. ‘€ 600,- vragen voor een kamer van 12m2: dat mag niet, hoe goed de locatie en de overige faciliteiten ook zijn.’ Door zijn werk voor de Wetswinkel Amsterdam werd Verstraete op feestjes vaak benaderd met vragen over huurrechten. ‘Het leek me handig al die informatie samen te brengen.’ Sinds enkele maanden is zijn site www.rechtopeenkamer.nl in de lucht, waarop naast informatie over huurrecht ook filmpjes staan met uitleg over een procedure van huurverlaging. ‘Veel studenten weten niet dat er juridische mogelijkheden zijn om absurde huurprijzen omlaag te krijgen.’ Asva-voorzitter Eline Peters wil studenten aansporen meer te doen tegen illegale kamerverhuur. Al ziet ze ook de lastigheid daarvan. ‘Studenten laten hun huurprijs nu nog maar heel weinig controleren. Ten eerste omdat de

nood zo groot is. Veel studenten zijn allang blij dat ze ergens kunnen wonen en zijn bang hun kamer alsnog kwijt te raken als ze gaan klagen. Ten tweede verstrekken verhuurders tegenwoordig vaak halfjaarcontracten. Eer je door de procedure van zo’n huurverlaging heen bent, word je dan natuurlijk alweer uit je kamer gezet.’ Via de website www.checkjekamer.nl van studentenvakbond LSVb kunnen studenten een online-check uitvoeren van hun eigen kamer. Verstraete: ‘Het systeem van puntentelling is wettelijk vastgelegd, dus dat kun je zelf ook gewoon doen. Wel moet er altijd iemand van het Wijksteunpunt Wonen langskomen voor een controle, maar zo’n check kun je eenvoudig en gratis aanvragen. Je verhuurder hoeft daar

Als je troep maakt moet dat binnen 24 uur zijn opgeruimd niet van te weten, want jij mag gewoon iemand toegang verlenen tot je eigen kamer.’ Nadat een dergelijk huurteam is langs geweest en geconstateerd heeft dat er te veel wordt betaald, kan een juridische procedure gestart worden. Ook hierbij kunnen studenten ondersteuning krijgen. Peters: ‘Als je huur inderdaad te hoog blijkt te zijn, kun je naar het Asva Rechtsbureau stappen. Zij bieden gratis rechtshulp aan. Ook het WijkSteunpunt Wonen biedt zulke hulp aan: zij ondersteunen studenten tijdens de gehele procedure.’ Desondanks heeft de procedure nog flink wat voeten in de aarde. Gemiddeld duurt het ongeveer zeven maanden voor er daadwerkelijk een verandering in de prijs komt. Achteraf kan van die zeven maanden echter wel de teveel betaalde huur worden teruggekregen. Het slagingspercentage ligt erg hoog; bijna iedereen die de procedure begint wint en krijgt dus geld terug en een huurverlaging. En ook om de kosten hoeft een student het niet te laten: het starten van een procedure kost vijftien euro, die je als je de zaak wint zelfs nog terug kunt krijgen. yyy


de adviesdienst

Sociale docent

‘I

Verlinken Je stelt de verkeerde vraag. Je vraag zou eigenlijk moeten zijn: moet ik deze jongens verlinken? En het antwoord is: ja, want fraude is onacceptabel. Wat je op internet zet kan door iedereen gelezen worden. Laat dit een les voor hen zijn. Matthijs (23, wijsbegeerte)

geen contact hebben met leerlingen. Bepaalde informatie moet je niet met studenten delen, en andersom. Word gewoon geen vrienden! Het is je eigen keus geweest, daar kun je hen nu niet op gaan aanspreken. Linda de Leeuw (21, student sociaal pedagogische hulpverlening)

Afschermen

Kinderachtig

Ik vind het prima dat je als leraar op de social media zit, maar dan moet je je profiel afschermen, en

Persoonlijk vind ik van wel. Een leraar in je vriendenlijst hebben is hetzelfde als je ouders: het kan

heel gezellig zijn, maar je moet opletten met wat je zegt. Als je dergelijke dingen op Facebook post (en er ook nog eens over opschept? Kinderachtig hoor...) dan kan je er zeker op aangesproken worden. Michael Bosscha (student Content & Communication)

Niet slim Vrienden worden op Facebook suggereert een gelijkwaardigheid die in de dagelijkse vriendschappelijke omgang misschien lijkt te be-

illustratie Pascal Tieman

k ben een jonge docent en zoals velen ook actief op de social media. Met een aantal studenten kan ik het zo goed vinden dat ik bevriend met ze ben geworden op Facebook. Best geinig om te zien wat ze daar allemaal posten, maar soms kom ik dingen tegen die ik liever niet had gezien. Zo waren een paar studenten aan het opscheppen over de fraude die ze bij een tentamen hebben gepleegd. Ik vind dat echt niet kunnen, maar ik kan moeilijk zeggen dat ik hun gesprekken op Facebook aan het volgen ben. Moet ik ze hiermee confronteren?’ Jeroen (33)

staan, maar uiteindelijk verhult het de gezagsrelatie tussen docent en student. Ik zou de studenten hierop aanspreken, en zeggen dat het niet zo slim is wat ze doen. Wat ze zeggen is openbaar, en een ander zou stappen kunnen ondernemen. Hoe serieus een aanklacht van fraude is, zien ze vaak pas in als het in hun omgeving wordt bestraft. J. Gradener (docent cultureel maatschappelijke vorming)

volgende week: naakt of niet? ‘Wekelijks sport ik in het Universum, het sportcentrum op het Science Park. Na het sporten neem ik natuurlijk een douche. Toen ik laatst onder de douche stond, zag ik dat de overige drie sporters hun onderbroek tijdens het douchen aan hadden gehouden. Moet kunnen op zich, maar toch voelde ik me licht exhibitionistisch omdat ik daar naakt aan

het douchen was, terwijl dat voor mij eigenlijk normaal is. Wat te doen?’ Joris (22) Mail je advies voor Joris, of een eigen kwestie waarin je geadviseerd wilt worden, aan redactie@folia. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten.

FoliaMagazine

31


(advertenties)

p

geef op

20.21.22 www.brandwondenstichting.nl

r

e

m

i

è

r

e

Eigen Haard

verkoopt door heel Amsterdam starterswoningen vanaf € 75.000 met

€ 4.000 korting, 0% overdrachtsbelasting & GEEN notariskosten! www.kopenbijeigenhaard.nl

Nu een jaarabonnement voor € 150,-

met felix burleson charlie-chan dagelet janni goslinga sergio hasselbaink hugo koolschijn djamila landbrug chris nietvelt celia nufaar vanja rukavina gijs scholten van aschat

Op vertoon van je abonnement reis je voor € 10,- naar al onze bestemmingen van j.m. coetzee regie luk perceval

Amsterdam - Utrecht - Den Bosch - Nijmegen Eindhoven - Brussel - Weeze - Düsseldorf

1 t/m 10 dec 11

betaal slechts € 10 met de sprintpas van de stadsschouwburg | ssba.nl

www.airexpressbus.com

tga.nl

Debat:

Folia en vele HvA’ ers

Laat de Arabische Lente geen illusie worden

bedanken

© REUTERS/James Lawler Dugganw

Datum Locatie Tijd Toegang Aanmelden

Vrijdag 9 december Pakhuis De Zwijger, Piet Heinkade 179, Amsterdam 20.00 - 22.00 uur gratis www.amnesty.nl/9december of (020) 77 33 503 Foto: Manama (Bahrein), 23 februari 2011. Anti-regeringsbetogers vieren de vrijlating van een opgepakte demonstrant.

stadsschouwburg amsterdam

A.S.V.L. voor het fantastische sinterklaasfeest. Sinterklaas vrolijk Kinderen blij Ouders tevreden Sinterklaas: Creating tomorrow


passie Thee ‘Vragen aan me wat mijn favoriete theesoort of smaak is, dat is hetzelfde als vragen aan een film- of muziekliefhebber naar zijn favoriet aller tijden: die keuze is vrijwel onmogelijk. Elk moment van de dag vraagt om een andere thee. In de ochtend wil ik geen zware, op dennenhout gerookte thee, maar een frisse jasmijnthee of een zachte, roze thee. Theedrinken is voor mij een heilig ritueel, minder dan tien koppen per dag komt zelden voor. Al heb ik intense haast, als ik ’s ochtends moet kiezen tussen nog even snel douchen óf een kop thee drinken, hoef ik geen twee keer na te denken. We zijn thuis allemaal theeleuten: om drie uur komt de pot op tafel, dat doen we al generaties zo. We hebben een enorme verzameling potten en theekannen. De fascinatie begon dus al als kind. Dat zulke kleine blaadjes zo veel smaak hebben, en dat achter iedere thee een heel eigen verhaal zit, dat vind ik mooi. Thee uit zakjes, van die fijngemalen troep, dat kan écht niet, zo suf dat mensen dat spul drinken. Zo’n zoethoutthee, of zo’n kunstmatige en daardoor vreselijke kersen- of sinsaasappelthee, dat komt er bij mij echt niet in. Vriendinnen worden gek van me; zet mij in een café waar ze goede thee schenken en ik raak niet uitgepraat. Als ik gerookte thee zet voor hen, beginnen ze al te roepen: “Niet die vieze stinkthee van je!” Terwijl ik dan helemaal enthousiast ben over de heerlijk rokerige geur. Bij thee is het net als bij goede wijn: pepertjes, iets zoetigs en zelfs aarde of zee proef je terug, afhankelijk van de plek van de plantage. Ik hou alle aankopen – ik bestel veel bij een groothandel in Hamburg – houdbaarheidsdata en prijzen bij in een exelsheet. Zo weet ik dat mijn duurste thee 130 euro per kilo kost. Mijn laatste kop thee ever wordt een Lapsang Souchong. Daarna kan ik doodgaan.’ yyy Annemarie Vissers

FoliaMagazine

33

foto Fred van Diem

Marleen ter Linden (22, master communicatiewetenschap UvA) is gek van thee en heeft ruim honderd soorten staan.


Autochtoner zullen ze niet worden De integratie van niet-westerse allochtonen is mislukt, schrijven kranten, opiniemakers en politici. Helemaal niet, zeggen Marokkaans-Nederlandse jongvolwassenen, maar het wordt ons niet makkelijk gemaakt. tekst Floor Boon / foto’s Danny Schwarz

Z

e zijn het onderwerp van verhitte debatten, maar niet eerder werd aan hen gevraagd hoe zij kijken naar integratie. ‘Ze’ en ‘hen’ slaat hier op Marokkaans-Nederlandse jongvolwassenen. Jongeren die op jonge leeftijd uit Marokko naar Nederland kwamen of hier zelfs werden geboren. Sociaal wetenschapper Jurriaan Omlo besloot een kwalitatieve studie te doen naar de opvattingen van deze groep over integratie. Hij promoveert woensdag 30 november. De uitkomsten in een notendop: de 27 geïnterviewde Marokkaans-Nederlandse jongvolwassenen omschrijven integratie allemaal als meedoen en benadrukken de eigen verantwoordelijkheid van etnische minderheden om te integreren. Dat is het leren van de taal, het volgen van onderwijs of het hebben van werk. Sommigen vinden ook dat etnische minderheden zich voor een gedeelte aan moeten passen aan de Nederlandse cultuur. Maar iedereen is van mening dat minderheden het recht moeten hebben om een deel van de eigen cultuur te behouden. Omlo: ‘Hoewel de jongeren de eigen verantwoordelijkheid benadrukken, vinden ze dat de

34

FoliaMagazine

overheid ook een rol heeft in het integratieproces. Die moet mensen volgens hen niet dwingen om te integreren. Dat werkt averechts.’ Uit Omlo’s studie blijkt ook dat de jongvolwassenen grote moeite hebben met het politieke debat over integratie. ‘Zij noemen dit debat stigmatiserend en polariserend. Ze ergeren zich aan politici als Wilders, maar ze hebben minstens zo veel last van het gebrek aan tegengeluid.’ Het maakt volgens de jongeren niet uit hoe succesvol zij zijn en hoe vertrouwd ze zijn met de Nederlandse samenleving. Autochtonen blijven hen hoe dan ook zien als allochtonen.

‘Het woord discriminatie nemen ze niet zo snel in de mond’ Omlo: ‘Ze vinden het storend dat ze zich steeds moeten verantwoorden voor het probleemgedrag van andere Marokkaanse jongeren. Ook in andere situaties worden zij op subtiele manieren gewezen op hun anderszijn. Een meisje vertelde

me dat ze vaak gecomplimenteerd wordt, omdat ze zo goed Nederlands spreekt. Maar voor haar is dat vanzelfsprekend; zij is hier geboren en getogen.’ Ondanks dit soort negatieve ervaringen is er ook begrip voor autochtonen. Omlo: ‘Veel geïnterviewden gaven aan dat ze snappen dat het voor autochtonen niet altijd makkelijk is om te wennen aan een snel veranderende omgeving. Het is ook opvallend dat ze het woord discriminatie niet zo snel in de mond nemen, hoewel ze zich soms wel gediscrimineerd voelen. Zij presenteren zichzelf liever niet als slachtoffer.’ Eén jongen vertelde Omlo dat hij in winkels vaak met een schuin oog wordt aangekeken, alsof hij op het punt staat iets te stelen. ‘Daarover zei hij: “Dat maakt mij geen slachtoffer. Het ligt aan mijn urban outfit. Als ik een pak draag, overkomt mij dat niet.”’ Omlo stelt vast dat de jongvolwassenen veel milder over autochtonen oordelen dan over politici. Maar ook voor autochtonen hebben zij een boodschap. Zij vragen van hen om te accepteren dat Nederland multicultureel is geworden en dat Marokkanen ook Nederlanders zijn.


Aissa Ballafkir (20) vierdejaars bedrijfskundig management, economie & recht

‘M

ijn vader kwam al in 1962 naar Nederland. Ik ben geboren en getogen in Veldhoven en hoewel ik geen Nederlands paspoort heb, voel ik me wel Nederlander. Ik vind mezelf dan ook een goed voorbeeld van iemand die goed geïntegreerd is. Daarmee bedoel ik dat ik zodanig ben aangepast aan deze maatschappij dat mensen niet aan mij zouden merken dat ik een Marokkaanse achtergrond heb, als ze me niet op mijn uiterlijk zouden beoordelen. Tot mijn achttiende woonde ik in Brabant en daar heb ik nooit het gevoel gehad dat ik anders was. Ik was de enige buitenlander op mijn school en had alleen maar Nederlandse

vrienden en zag mezelf niet als anders. Dat veranderde toen ik naar Amsterdam kwam. Hier word ik vaker benaderd als een Marokkaan. De eerste vraag die mij werd gesteld tijdens een sollicitatie-

‘Soms voel ik me wel buitengesloten’ gesprek was hoe ik over Marokkanen denk. Ik antwoordde negatief en werd daarna vrijwel direct aangenomen. Niet dat ik altijd slecht over Marokkanen denk, maar er zitten gewoon rotte appels tussen. Dat heeft alleen niks met integratie

te maken, die jongeren hebben andere problemen. Hoewel ik over het algemeen een positief beeld heb van Nederlanders, voel ik me soms wel buitengesloten. Laatst was mijn Nederlandse vriendin op een feestje. Na een paar uur belde ze me huilend op. Ze was weggestuurd, omdat ze het niet wilde uitmaken met “die Marokkaan”. Dat was pijnlijk. Maar in mijn optiek moet er altijd een zondebok zijn. Dat is van alle tijden. Het is alleen jammer dat dat nu de Marokkanen zijn. Zeker als ik er zelf last van heb.’ Aissa poseert in een tijdelijk onderkomen; hij zoekt dringend iets anders. Tips: redactie@folia.nl

FoliaMagazine

35


Chakira Fathallah (22) derdejaars student aan de lerarenopleiding Frans

‘A

ls ik in de media lees over integratie dan voel ik me niet aangesproken. Het gaat ook niet over mij, want ik ben geboren in Nederland. Mijn twee oudste broers zijn nog geboren in Marokko. We zijn met zeven broers en zussen en ik ben de jongste. Met mijn ouders spreek ik vooral Marokkaans, maar met de rest van het gezin spreek ik Nederlands. Vaak vragen mensen waar ik vandaan kom. Ik zeg dan dat ik uit Marokko kom, maar dat ik in Nederland woon. Ik voel me ook echt Marokkaans en Nederlands tegelijk, ik ben met beide culturen opgegroeid. Iemand die goed geïntegreerd is, is voor mij iemand die

36

FoliaMagazine

zich goed kan redden in het Nederlands en zijn plekje heeft gevonden in de maatschappij. Dat kan op verschillende manieren, maar je moet wel meedoen in de samenleving en een dui-

‘Ik begrijp mensen die op Wilders stemmen’ delijk idee hebben wat je hier wilt doen. Dat is ieders eigen verantwoordelijkheid. Wel vind ik dat de maatschappij heel hard oordeelt over de mensen die hier dertig jaar geleden kwamen. Toen hoefden gastarbeiders geen Nederlands te

leren, maar nu worden ze er hard op afgerekend als ze het niet kunnen. Daar kan ik me echt kwaad over maken. Natuurlijk begrijp ik wel dat sommige mensen het moeilijk vinden dat alles zo snel verandert en ik kan zelfs begrip opbrengen voor mensen die op Wilders stemmen. Niet dat ik het goedkeur, integendeel. Ik denk dat het vooral onwetendheid is van andere culturen dat mensen dat doen en dat vind ik wel kwalijk. Daar mogen ze zich best wat meer in verdiepen.’


Mohammed Belhaj (28) is masterstudent staats- en bestuursrecht

‘I

k vind het eigenlijk belachelijk iets te zeggen over integratie. De enige reden dat mij dit wordt gevraagd, is omdat ik een Marokkaans uiterlijk heb en dat is tegelijk het enige wat ik gemeen heb met de respondenten uit dit onderzoek. Dat mijn ouders Marokkaans zijn en dat ik toevallig ben geboren in Marokko, daar kan ik toch niets aan doen? Evenmin had ik invloed op de plek waar ik opgroeide: Laren. Mensen moeten ophouden met in groepen te denken. In plaats daarvan moet de discussie gaan over dingen waar mensen zelf wél iets aan kunnen doen. Als je dat snapt, ben je wat mij betreft geïntegreerd. Ik word soms

zo moe van de discussie over integratie, omdat die discussie in mijn ogen helemaal nergens over gaat. Het is een selffulfilling prophecy, zoals sociologen dat zo mooi zeggen, en daar is

‘Ik word zo moe van deze discussie’ ook dit onderzoek een voorbeeld van: zolang er gesproken wordt van ‘de Marokkaanse gemeenschap’, wordt die zogenaamde gemeenschap ook over één kam geschoren. In werkelijkheid bestaat die gemeenschap niet. Marokkaan is

een besmet woord geworden. Het betekent al lang niet meer iemand die uit Marokko komt. Ook ik word daar vaak mee geconfronteerd. Met mensen die me complimenteren met mijn Nederlands of mij vragen hoeveel ik per uur kost als ik mijn eigen huis aan het schilderen ben. Als ik ’s ochtends wakker word, denk ik er niet aan dat ik een Marokkaan ben. Dat is iets wat vooral door anderen op mij wordt geprojecteerd. Als mensen verder kijken dan hun neus lang is, zouden we deze discussie ook niet voeren, maar zouden we praten over zaken die er wel toe doen.’ yyy

FoliaMagazine

37


(advertenties)

FLOOR OP DE AGENDA F loor is sinds 12 oktober geopend en is gevestigd in het Kohnstammhuis. In floor laten we als HvA zien wat voor mooie activiteiten studenten, docenten en medewerkers allemaal doen. Heel Amsterdam en Nederland mogen meekijken en meedoen.

FLOOR AGENDA DO 1 DECEMBER - WO 8 DECEMBER

KRACHTVOERLEZING DO 1/12/2011, 17.00-20.00, Broedplaats

BRAINSTORM TTIF COMPANY DO 1/12/2011, 16.00-18.00, Broedplaats

Floor is het leercentrum van de HvA. We laten zien wat we doen, en iedereen kan meekijken en meedoen.

GROTE STAGEMARKT DMW VR 2/12/2011, 09.00-12.00, Arena

Heb je zelf een idee mail het naar

De agenda en nieuws is te zien op

Jurriaan Gorter j.r.gorter@hva.nl

FLOOR.HVA.NL

CREATING TOMORROW UvAV4:Opmaak 1 26-08-11 13:37 Pagina 1

Hotel RĂŠsidence Le Coin Gastvrijheid in een karakteristieke sfeer HOTEL RESIDENCE LE COIN, gevestigd in hartje centrum van Amsterdam en al jaren een pleisterplaats voor gasten van de UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM en van de HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM draagt deze gasten een warm hart toe en daarom kunnen zij rekenen op een gereduceerd tarief. Zij die op vertoon van deze advertentie bij ons komen overnachten ontvangen tevens een extra korting op het ontbijt. Het hotel ligt in het oude centrum en is een uitstekend vertrekpunt voor het ontdekken van alles wat de stad te bieden heeft, van het bijwonen van een theatervoorstelling tot een rondvaart in een van de vele monumentale grachten.

Bezoek onze website of bel voor meer informatie. www.lecoin.nl 020 - 5246800

Nieuwe Doelenstraat 5 1012 CP Amsterdam e-mail: hotel@lecoin.nl


drift

Dennis (23) wil geen seks voor het huwelijk

D

ennis, Faculteit der Geesteswetenschappen UvA: ‘Als ik de seksrubriek in Folia Magazine lees, erger ik me aan die mensen. “Toen ging ik met hem mee en hadden we seks”, wat is dat voor instelling? Hoe makkelijk duik je met elkaar in bed? Je kleedt je helemaal uit en penetreert en komt tot een orgasme – is dat werkelijk iets wat je doet met iemand die je amper kent? Of met meerdere mensen tegelijk? Ik wacht zelf op degene met wie ik mijn leven wil delen, degene tegen wie ik kan zeggen: “Ik heb op jou gewacht.” Mijn overtuiging komt niet voort uit een religie, ik voel dit gewoon zo. Maar de shit die je over je heen krijgt als je dit vertelt! Mensen denken vaak dat ik seks alleen geschikt vind voor voortplanting of dat ik tegen condooms ben. Ook hoor ik vaak: “Maar wil je niet weten of het seksueel klikt?” Misschien is het naïef, maar ik heb het idee dat het vanzelf

goed komt als je van elkaar houdt. Seks is geen raketwetenschap, iedereen zou het moeten kunnen. Ik ben niet heel succesvol geweest met relaties; ik heb zelfs nog nooit met een vrouw gezoend. Op een bepaalde manier komt deze overtui-

‘Bij mij passen blijkbaar niet veel mensen’ ging me ook wel goed van pas, omdat er nou eenmaal niet veel gebeurt met de vrouwen. Maar ik geloof er echt in. Ik schaam me wel een beetje dat ik nooit gezoend heb. Waarom heb ik nog nooit een relatie gehad waarin dat kon, denk ik dan. Ben ik niet aantrekkelijk, leuk of interessant genoeg? Maar ik denk dat het domme pech is. Bij mij passen blijkbaar niet veel mensen. Ik heb ook niet veel vrienden. Het verst dat ik ooit gekomen ben, is een

meisje mee uit vragen. Maar toen bleek zij verliefd op een andere jongen. Ik hoop niet dat als ik een relatie heb de hormonen me toch de baas worden en ik mijn principes verloochen. Dan zou ik heel teleurgesteld zijn in mezelf. Soms ben ik gefrustreerd dat ik nog geen meisje heb gevonden met wie ik wil trouwen en dus naar bed kan. Maar dan wacht ik gewoon tot het voorbijtrekt. En ik heb altijd nog mijn handen. Ik red me wel. Ook over tien jaar. Ik kan seks gewoon niet los zien van een huwelijk. Ik hoop dat ik een meisje vind dat er ook zo over denkt, al ben ik realist genoeg om te weten dat maagden steeds zeldzamer zijn. Het belangrijkst is dat ze mij begrijpt.’ yyy Mariska Vermeulen

De naam van de geïnterviewde is op zijn verzoek gefingeerd. Wil je ook meedoen aan deze rubriek, mail dan een korte motivatie naar redactie@folia.nl

FoliaMagazine

39


‘Schrijven is een veeleisende hobby’ Paul Sebes is literair agent. Handelaar in schrijvers. Zo’n vijf keer per jaar geeft hij een gastcollege aan de UvA over het boekenvak. Een gesprek over gemankeerde schrijverszielen, de jonge garde en leuren met jezelf. ‘De allerbeste literaire schrijvers “doe” ik ook, maar zij verkopen niet geweldig.’ tekst Kim Bos / foto’s Jan van Breda

H

et beroep van schrijver is allang niet meer voorbehouden aan getergde oude mannen die op een bedompte zolderkamer ploeteren om een meesterwerk te voltooien – pijp tussen de lippen, hand aan de kin, pen op papier. Schrijvers van nu zijn jong, mooi en slim, maar zonder afkeur van de ‘lagere cultuur’. Ze kennen het oeuvre van Nabokov, maar kijken net zo lief naar Echte meisjes in de jungle. Auteurs naar het hart van Paul Sebes, Nederlands eerste literair agent. Sebes heeft inmiddels elf mensen in dienst met wie hij speurt naar nieuw schrijftalent en manuscripten beoordeelt van mensen die dromen van een carrière als schrijver, maar nog geen uitgever hebben. Het werk van ‘zijn’ auteurs verkoopt hij aan gerenommeerde uitgeverijen. Voor een debutant wordt tussen de tweeduizend (‘dat is één keer gebeurd’) en de twintigduizend euro neergelegd. Sebes krijgt een percentage. Gelijk naar een uitgeverij stappen en Sebes overslaan kan, maar ‘dan zit je soms wel een jaar naar je scherm te staren voordat je antwoord krijgt. Bij ons hoor je binnen een paar weken of we je zien zitten.’ Sebes runt ook een soort uitzendbureau dat schnabbels voor schrijvers regelt. Sebes & Van

40

FoliaMagazine

Gelderen (Caroline van Gelderen is gestopt, de naam is gebleven) is een vreemde verschijning

in de literaire wereld, die van oudsher vies is van commercie. Paul Sebes vindt desondanks dat zijn commerciële inslag goed past bij het literaire bedrijf. Zijn smaak in boeken is verfijnd. ‘Schrijvers als Ian McEwan, Philip Roth, Anne Tyler, W.F. Hermans, Frans Kellendonk, Jeroen Brouwers en Charlotte Mutsaers vind ik heel goed. Dat zijn de auteurs die ik nog ontspannen kan lezen.’ Maar hij vertegenwoordigt behalve de literaire

‘Je hoeft niet jong of mooi te zijn om succesvol te debuteren’ hoogstandjes ook het snellere hapsnapwerk. ‘De allerbeste literaire schrijvers “doe” ik ook, maar zij verkopen niet geweldig. Mensen willen nu eenmaal niet het beste, ze kijken liever naar RTL dan naar de VPRO. Ik soms ook. Dan ben ik de hele dag al aan het denken en heb ik ’s avonds meer zin in de zoveelste CSI-aflevering dan een of andere ingewikkelde documentaire.’

Sebes begon zijn bedrijf in 1998, nadat hij tijdens een bezoek aan de Frankfurter Buchmesse (een belangrijke boekenbeurs) een ‘aha-moment’ beleefde. ‘Daar zag ik mensen in een zaaltje de rechten van schrijvers verhandelen aan uitgeverijen. Ik wist niet eens dat het bestond, maar begreep meteen: dat is mijn beroep.’ Daarvoor werkte hij bij uitgeverij Prometheus als uitgever-assistent en hoofd pr. Dat beviel matig. Wat hem vooral opviel was dat auteurs een geheel eigen gebruiksaanwijzing hadden. ‘Ik heb altijd heel veel gelezen, maar ik heb nooit echt interesse gehad in het romantische aspect van het schrijverschap. Wat een raar gedoe allemaal. Ik kon nooit zeggen: “Dit is gewoon niet goed wat je gemaakt hebt.” Dan waren ze gekwetst. Ik moest ze pamperen. Je had heel veel van die gemankeerde zielen die als het niet lukte klagend zeiden: “Maar dit is echt het enige wat ik kan.” Kom op nou. Als je niet verkoopt moet je gewoon in een schoenenwinkel gaan werken. Zo doen wij het toch ook allemaal? De twintigers van nu hebben die zeurderige instelling veel minder. Ze hebben vaak gewoon een baan. Gustaaf Peek is fotograaf, Rob Wijnberg is journalist, Niels ’t Hooft


is hoofdredacteur van Bashers, ga zo maar door. Jonge schrijvers denken: ik probeer het gewoon en ik zie wel of ik het kan. Ze zijn niet zo gemankeerd. Je mag het allemaal best serieus nemen, maar je moet het niet heilig verklaren. Niet in zak en as gaan zitten als het niet lukt. Ik geloof dat de jonge schrijvers van nu denken: als dit niet lukt dan ga ik radio maken, een film regisseren of schilderen, weet ik veel. Je kunt alles ontdekken.’ Dat klinkt ook alsof de jonge garde het schrijven niet zo serieus neemt. ‘Het is niet zo dat de goede jonge schrijvers het maar half doen, ze doen het naast hun werk,

maar nemen er nog steeds veel tijd voor. Het zijn vaak zzp’ers, dus ze kunnen zelf bepalen wanneer ze werken. Drie dagen geld verdienen, drie dagen knallen voor hun boek. Ze hebben een voordeel op de oudere generaties: door de tijd waar ze in opgroeiden hebben ze meer mogelijkheden gehad om te oefenen en de aandacht op zichzelf te vestigen. Het internet, dat is een platform.’ Veel populaire jonge schrijvers van dit moment, zoals Hanna Bervoets, Renske Jonkman, Maurice Seleky, Alma Mathijsen en James Worthy komen uit Amsterdam, en vaak ook van de UvA of de HvA.

Hoe komt dat? ‘Zij hebben blijkbaar een manier gevonden om op te vallen bij uitgeverijen, en soms een bekende achternaam. Het is wel vaker zo dat er meer aandacht is voor Amsterdammers dan voor iemand uit een dorp. Maar ik hoef ze niet per se te vertegenwoordigen. Niet omdat ik het afkeur, maar ze zijn me niet op een uitzonderlijke manier opgevallen. Een hippe persoon uit Amsterdam of een bekende achternaam kan interessant zijn, maar ik heb nu net een meisje aan de Arbeiderspers verkocht dat op een berg woont in Zwitserland. Niet heel flitsend, maar ze schrijft fantastisch. Als wij hier manuscripten binnenkrijgen, dan

FoliaMagazine

41


(advertentie)

Kennis uit Amsterdam

proza en poëzie van UvA en HvA Een literatuurspecial van Folia Magazine, het weekblad van de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. Verhalen en gedichten van talentvolle UvA- en HvA-auteurs, onder wie: Asis Aynan • Thomas Möhlmann • Jan van Mersbergen • Jonathan van het Reve • Daan Heerma van Voss • Piet Gerbrandy • Anouk Kemper • Philip Huff • Marian Donner • Emma Curvers • Binnert de Beaufort • Renske Jonkman • Martijn Simons • Johan Faber • Christiaan Alberdingk Thijm • Maurice Seleky • Thomas van Aalten • Sterre van Rossem • Alma Mathijsen • Bregje Bleeker • Manon Duintjer • Joris Brussel • Lisanne de Berge • Eva Meijer • Yves Otten • Merijn de Boer • Thomas Heerma van Voss en Niña Weijers Het nummer wordt op 14 december om 17.00 uur gepresenteerd in Pakhuis de Zwijger (Piet Heinkade 179) in Amsterdam. Met optredens van Thomas van Aalten, Asis Aynan, Binnert de Beaufort, Lisanne de Berge, Joris Brussel, Anouk Kemper, Maurice Seleky en Niña Weijers. Het eerste exemplaar wordt door Jim Jansen (hoofdredacteur Folia Magazine) uitgereikt aan P.C. Hooftprijswinnaar en emeritus universiteitshoogleraar sociologie Abram de Swaan. Aanmelden via: stephanie@folia.nl. Zie www.foliaweb.nl voor meer informatie.

Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam literatuurspecial 2011_A3_v7.indd 1

28-11-2011 15:55:03


kijk ik echt niet hoe oud iemand is, of waar iemand vandaan komt of wat iemand studeert. Je hoeft niet jong of mooi te zijn om succesvol te debuteren. Aan de andere kant is iemand die jong is en een heel goed boek heeft geschreven wel veel gemakkelijker te verkopen dan iemand van middelbare leeftijd met een even goed boek. Niets is te voorspellen, maar je kunt wel bepalen wat goed geschreven is en wat niet.’ Welke fouten maken beginnende schrijvers meestal? ‘Debutanten zijn vaak te uitleggerig. Ze beschrijven dat ze de deur opendoen, hun jas ophangen, de bocht omgaan, nog een bocht omgaan, enzovoort. En slordigheid! Spelfouten, verkeerde samentrekkingen, lelijke zinnen. Lees het even hardop voor en dan hóór je toch dat het niet goed is. Er komen hier ongeveer duizend manuscripten per jaar binnen. Het overgrote deel daarvan is rotzooi. Tijdens mijn colleges op de UvA laat ik de studenten soms de slush pile beoordelen, ongevraagde manuscripten die naar ons worden opgestuurd. Binnen drie minuten moeten ze bepalen of het goed genoeg is. Dat is kort, maar het lukt ze vaak wel omdat er zo veel slechte dingen tussen zitten. Mensen hebben blijkbaar totaal geen verstand van wat een goed boek is. Ze nemen er genoegen mee als iets eruitziet als een boek, de inhoud lijkt minder belangrijk. Soms snap ik dat wel; kijk maar eens hoeveel onzin er in de winkels ligt.’ Hoe kom je als student met schrijfambities aan de bak? ‘Je moet goed kunnen schrijven. Dat gaat boven alles. En als je dat niet kan, dan ga je oefenen, een cursus volgen. Ik ben niet van de school die zegt dat je schrijven niet kunt leren. Je hebt aanleg nodig, maar die moet wel worden ontwikkeld.’ Literair agentschap Sebes & Van Gelderen huist aan de Herengracht achter een groengelakte deur. Twee verdiepingen hoger is het kantoor. Aan de muur in de smalle gang hangen succesverhalen; ingelijste bladzijden uit catalogi van uitgeverijen. Verhalen die Sebes ze heeft verkocht. Jan Eilander, Anita Terpstra, Daniëlle

Hermans, Sandra Koolmees, Ivo Victoria. Links is het kantoor van Sebes. Het is opgeruimd, leeg en met een stellingkast vol recent verschenen boeken. Van sommige uitgaven staan er meer dan van anderen, die geven het aantal herdrukken aan. Alleen maar nette mensen van Robert Vuijsje steekt er met kop en schouders bovenuit. ‘Dat boek werd 27 keer afgewezen. Niet leuk, te

‘Als je niet verkoopt moet je in een schoenenwinkel gaan werken’ grof, te flauw of te jong, weet ik veel. Nu zijn er bijna tweehonderdduizend van verkocht. Dat maakt me trots.’ Hebt u meer vrienden nu u succesvol bent? ‘Mijn echtgenoot heeft vrienden van vroeger die hij jaren niet had gezien. Eerst wisten ze niet met wie hij getrouwd is. Ze wilden komen eten dus ik dacht: leuk. Bleek dat ze erachter waren gekomen wat ik doe en dat de vader van dat meisje dat op bezoek kwam een boek aan het schrijven was. Zulke dingen gebeuren heel vaak. Ik durf soms niet eens meer naar feestjes omdat iedereen dan iets van me wil. Gênant zeg.’ U benadert mensen vaak met de vraag of ze een boek zouden willen schrijven,

waar u vervolgens een uitgever voor gaat zoeken. Hoe selecteert u mensen? ‘Iemand moet opvallen. Onlangs verscheen Geen van ons keek om, van Tahmina Akefi. Akefi was een keer bij Nova en ze vertelde een verhaal over haar vlucht uit Kabul. Dan denken wij: goed verhaal. Daarnaast is ze ook nog eens een jonge journaliste en heel mooi. Dan weet je dat het een succes kan worden. Het gaat in beginsel niet om uiterlijk hoor. Aan de andere kant; ze heeft niet voor niets zo’n grote auteursfoto. Hou een blog bij, gebruik Twitter, zorg dat je opvalt. We hebben zelf ook een site waar jonge mensen korte verhalen op kunnen posten. Die houden we goed in de gaten: www.pulpfictie.nl heet het. En je moet netwerken. Ik vind dat geen vies woord.’ Je moet met jezelf leuren. ‘In zekere zin wel. Je moet jezelf niet opdringen, dat wekt irritatie op, maar wel de aandacht trekken. Je hebt van die mensen die altijd in De Pels en De Zwart om schrijvers heen hangen. Dat zijn mensen die het vak interessant vinden, ze zijn geen schrijver in hart en nieren, maar ze willen erbij horen. De echte schrijver zit thuis te tobben.’ Netwerken, de aandacht op jezelf vestigen, gewoon goed schrijven en jezelf niet opdringen. Duidelijk. Als je jong bent, studeert en debuteert dan heb je soms een voordeel op oudere debutanten; je bent nog fris, soms aantrekkelijk en makkelijker in de ‘markt’ te zetten. Maar dat is geen reden om linea recta het studiewerk aan de kant te schuiven en dat boek eruit te knallen. ‘Als schrijver ben je best lang jong. De gemiddelde Folia Magazinelezer denkt natuurlijk dat je op je veertigste al bijna dood bent, maar schrijvers als Grunberg en Zwagerman vond men nog ontzettend lang jong. Ik zou zeggen: ga schrijven, gooi heel veel weg en oefen. Als het een innerlijke noodzaak is, dan blijf je het wel doen. Je moet niet bang zijn als het niet meteen goed is. Niemand gaat zitten en schrijft van A tot Z zijn gedroomde roman. Het duurt jaren voordat het is uitgekristalliseerd tot iets goeds. Schrijven is een veeleisende en tijdrovende hobby.’ yyy

FoliaMagazine

43


lezingenladder het cultureel studentencentrum van UvA & HvA

talkShow

wo 30/11 20.00 uur Voor eenieder die geïnteresseerd is in lezingen en debatten is er de Folia Magazine-lezingenladder. Wij streven ernaar hierin de meest interessante lezingen en debatten in Amsterdam op één plek te verzamelen.

SLAA | Café Berlin De Balie WO 30/11, 20.00 uur Berlijn heeft wereldwijd een enorme aantrekkingskracht op ondernemende en creatieve mensen. Wat is er zo bijzonder aan deze stad? Schrijvers over Berlijn. Met Ricarda Junge, Sherko Fatah, Maartje Wortel en Menno Wigman.

Goed gedrag: Fleur Agema De Balie ZA 03/12, 22.00 uur Journalist en columnist van De Pers Kustaw Bessems interviewt PVV-Kamerlid Fleur Agema, met hulp van Pierre Bokma en Hadewych Minis.

Folia Café @ Crea De studentenvereniging verklaard Crea Muziekzaal WO 30/11, 20.00 uur Met o.a. columns van oud-lid en schrijver Maurice Seleky, corpshater en internetfenomeen Bert Brussen, een ken-je-ledenquiz, een gesprek met een schrijver van de serie Feuten en een debat tussen de presides van ASC/AVSV, Lanx en ASVL.

Paleisje voor Volksvlijt #2 Felix Meritis WO 30/11, 20.30 uur

Café de Nieuwe Liefde De Nieuwe Liefde VR 02/12, 17.30 uur Maandelijks ontspannen vrijdagmiddagprogramma over politiek, religie en cultuur. Met interviews, columns en opmerkelijkheden uit het nieuws.

Wat is wijsheid: vergeven, vergelden of verzoenen? De Nieuwe Liefde DI 06/12, 20.00 uur Avond over vergeving, met een debat tussen Paul van Tongeren, hoogleraar ethiek; Jan Andreae, psycholoog en traumadeskundige, en Paul Kuiper, vader van een vermoord kind.

Literaturfest De Rode Hoed WO 30/11, 20.00 uur Intiem boekenclubje in de Rode Hoed. Met Ernst-Jan Pfauth (NRC Handelsblad), Tim de Gier (Vrij Nederland) en Toine Donk (Athenaeum, Das Magazin), Bas Heijne en schrijver Marian Donner.

Folia komt tot leven in CREA! Gevarieerde avond over de studentenvereniging. Toegang gratis.

muziek

do 1/12 20.30 uur Plug & Play

Hét CREA poppodium. Met: Elenne May, Screaming Fox en Maya & Adrian. Toegang gratis.

quiz

zo 4/12 15.30 uur

Pubquiz in het CREA Café Nutteloze kennis van sport, politiek, film, muziek en geschiedenis wordt rijkelijk beloond tijdens de Crea Pubquiz. Deelname E 3,- p.p., max 5 pers. per team. (De opbrengst van de quiz gaat naar het onderwijsproject in Kenia van Students for Children)

FIlm

di 6/12 20.00 uur The PhD Movie

Piled High and Deeper - Life (or the Lack Thereof) is a popular webcomic dedicated to the plight of doctoral candidates. This is the live-action adaptation of that comic, a hit on campuses all over the world. Admission E 5,-. Reservations 020 525 1400

debat

di 6/12 20.15 uur

De val van ‘Uncle Sam’

On portable holes and other containers: over taal en werkelijkheid, logica en slapstick, zwarte gaten en pudding. Het Paleisje is een serie bazaars voor de verbeelding. Caleidoscopische experimenten op zoek naar nieuwe verbanden tussen kunst, wetenschap en vermaak.

Karel van het Reve compleet Feestelijke avond ter gelegenheid van het verschijnen van het laatste deel van het verzameld werk van schrijver Karel van het Reve. Met o.a. Thomas von der Dunk, Aleid Truijens en Paul Cliteur.

Over een jaar is het weer zover: de Amerikaanse Presidentsverkiezingen. Daarom nemen dr. Gep Eisenloeffel en Frans Verhagen de ontwikkelingen binnen de Amerikaanse buitenlandpolitiek en de internationale verhoudingen onder de loep. Studenten gratis, anderen E 5,-

Globaliseringslezing Manuel Castells: Another Life is Possible

Rassenrellen bestaan niet

debat

Felix Meritis VR 02/12, 20.30 uur

Hoogleraar migratiegeschiedenis Marlou Schrover over raciale rellen in het uitgaanscircuit.

Een van de meest geciteerde sociologen ter wereld, Manuel Castells, buigt zich over oorzaak en gevolg van de economische crisis.

SLAA | Café Berlin II

44

journalisten Annett Gröschner en Alexander Osang, de Nederlandse kunstcriticus Jurriaan Benschop en Duitsland-correspondent bij de Volkskrant Merlijn Schoonenboom.

Folia Café @ CREA

De Rode Hoed DI 06/12, 20.00 uur

Spui 25 DO 01/12, 20.00 uur

U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje

Goethe Institut DO 01/12, 20.00 uur

naar harmen@folia.nl onder vermelding van ‘Aanmel-

Journalisten over Berlijn. Met de Duitse

ding lezingenladder’.

FoliaMagazine

wo 7/12 20.00 uur

Studiefinanciering vs Leenstelsel Bezuinigingen in het HO volgen elkaar in rap tempo op. Moet de studiefinanciering plaatsmaken voor een (sociaal) leenstelsel? Debat met Paul Doop, Jesse Klaver, AnneWill Lucas en Pascal ten Have. Studenten gratis, anderen E 5,-

www.crea.uva.nl

CREA. Dat vind je nergenS


overigens

In deze rubriek reflecteren wetenschappers op een actuele stelling.

Grootschalige hulporganisaties en goede doelen zijn slecht controleerbaar en moeten daarom gewantrouwd worden. Sjoerd Repping hoogleraar voortplantingsbiologie Christianne de Poot lector forensisch onderzoek

Sjoerd Repping: ‘Grote organisaties zijn per definitie lastiger te controleren dan kleine. Dat is niet exclusief voor goede doelen en hulporganisaties, maar voor hen is het misschien wel extra belangrijk om verantwoording af te leggen. Als zij niet helder kunnen uitleggen waar het opgehaalde geld aan wordt uitgegeven, stoppen gevers immers zonder scrupules met doneren. In tegenstelling tot de VS – waar gulle gevers worden gewaardeerd door de maatschappij en soms geëerd met naar hen vernoemde instituten – bestaat er in Nederland geen sterke traditie van geven aan goede doelen. Dat is jammer, want de overheid geeft te weinig geld aan wetenschappelijk onderzoek om de wereld van grote problemen te ontdoen. Organisaties als Pink Ribbon, die zich inzet voor onderzoek naar borstkanker, zijn daarom heel belangrijk. Dat Pink Ribbon nu ter discussie staat, is slecht voor het imago van goede doelen in het algemeen en roept niet op tot geven. Het is noodzaak om dit soort situaties te voorkomen en het is de taak van bestuurders dat te doen door transparant met giften om te gaan.’

André Nollkaemper hoogleraar internationaal publieksrecht

Christianne de Poot: ‘Volgens mij zijn grote organisaties niet per definitie slecht controleerbaar. Er is zojuist een rapport verschenen van de Rekenkamer waarin is onderzocht hoe het geld van rekening 555 voor Haïti is besteed. Daaruit blijkt dat vrij goed te achterhalen is aan welke activiteiten het is uitgegeven en welke effecten het heeft, zoals het aantal slachtoffers dat is geholpen, hoeveel geld er aan de wederopbouw is besteed en hoeveel er gereserveerd is voor opbouw in de komende jaren. In vergelijking met de periode van de tsunami in 2004, kunnen hulporganisaties tegenwoordig veel beter duidelijk maken wat ze met het geld doen. Transparantie is volgens mij het sleutelwoord en dat wordt belangrijker naarmate een organisatie groter wordt. Door transparantie weten mensen hoe hun geld wordt besteed en dat wekt vertrouwen en alleen wanneer mensen vertrouwen hebben geven ze geld. Hoe meer transparantie, hoe groter het vertrouwen. Het is vooral gek dat hulporganisaties daar niet al veel eerder mee zijn begonnen.’

André Nollkaemper: ‘Mee eens, een gezond wantrouwen is op zijn plaats. Er bestaat een groot gat tussen de goede bedoelingen van mensen om idealen na te streven en de mogelijkheden dat ook te doen. Het gaat daarbij niet zozeer om de intenties van mensen of organisaties om te bedriegen – dat zal in de praktijk ook niet vaak vanuit slechte intenties gebeuren – maar om het vermogen ontvangen geld op een juiste manier te besteden. Het zijn primair de gevende burgers die alert moeten zijn en een gezonde kritische houding moeten aannemen ten aanzien van goede doelen. Daarna komt de pers. Voordat zij weer een televisieavond maken waarin mensen wordt opgeroepen massaal te geven aan een goed doel, moet goed zijn uitgezocht of de plannen van zo’n organisatie wel betrouwbaar zijn. Ik zie het niet zozeer als een taak voor de overheid om deze controle te ondersteunen, maar certificering is wel van belang: onafhankelijk monitoren of gedoneerd geld goed terecht komt. Dat geeft de burger meer houvast om ook echt kritisch te kunnen zijn.’ yyy Floor Boon

FoliaMagazine

45


prikbord HvA

46

ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl

DMR X-masFactor

DEM Dictee

Het domein sluit het jaar voor medewerkers af met een kerstfeest in Hotel Arena. Dit jaar wordt er voor studenten en medewerkers een speciale kerstkorencompetitie georganiseerd: de DMR X-masFactor. Een jury beoordeelt de koren op zang en performance. De competitie neemt maar een gedeelte van de avond in beslag. Aanmelden kan tot 9 december op het intranet van het domein. Het feest zelf start om halfzes.

Het Groot Dictee der Nederlandse taal voor de economen in de Fraijlemaborg staat weer voor de boeg. Het dictee wordt 8 december georganiseerd en begint om halfdrie. Omdat er maar een beperkt aantal plaatsen beschikbaar is worden studenten, docenten en medewerkers die willen meedoen opgeroepen zich snel in te schrijven. Aanmelden kan op het intranet van het domein. Het dictee werd voor het eerst georganiseerd in 2009 en werd toen voorgedragen door Frits Bolkestein.

DBSV Onderzoek

DT Opsporingsmethoden

Studenten van de opleiding voeding en diëtetiek zijn een onderzoek gestart naar de effecten van het yoghurtproduct Activia. Voor het onderzoek zijn de studenten op zoek naar consumenten tussen de twintig en zeventig jaar oud die het product vaak gebruiken. Bent u geïnteresseerd? Dan kunt u deelnemen aan de enquête. Invullen neemt vijf tot tien minuten in beslag. De resultaten zullen anoniem verwerkt worden. De enquête is te vinden op de volgende website: www.thesistools.com/web/?id=226289

De HvA start een grootschalig onderzoek naar het gebruik van digitale opsporingsmethoden in forensisch onderzoek. Het vierjarige onderzoek wordt gesubsidieerd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek. In het onderzoeksproject ‘Semantic Search in E-Discovery’ zullen de onderzoekers zich richten op het doorzoeken van grote hoeveelheden digitale informatie, zoals e-mails en documenten. Daarbij wordt flink ingezet op technieken die rekening kunnen houden met de context waarin bepaalde woorden worden gebruikt.

DOO Taaldidactiekprijs

DMCI Domotica

Annelies Haijma (lerarenopleiding Frans) heeft met haar scriptie over het gebruik van de vreemde taal als voertaal in het middelbaar onderwijs de Gerard Westhoff Taaldidactiekprijs gewonnen. De jury prijst het onderzoek omdat het een bijdrage levert aan het begrip over het gebruik van vreemde talen als voertaal in de klas. Docenten moeten volgens Haijma studenten onder meer stimuleren eigen formuleringen te gebruiken, ook al heeft dat fouten tot gevolg. De prijs wordt sinds 2009 uitgereikt aan de beste scriptie op het gebied van vreemdetalendidactiek.

Lector Digital Life en bijzonder hoogleraar Ambient Robotics Ben Kröse heeft vorige week zijn oratie Wonen in een robot gehouden. Toepassingen van slimme, samenwerkende elektronica in huis zijn in opkomst. Dit verschijnsel, ook wel domotica genoemd, kan veel betekenen voor ons gemak en onze veiligheid, en speelt volgens Kröse een sleutelrol in onze toekomstige samenleving. Kröse is sinds 2004 verbonden aan de HvA, daarvoor was hij al werkzaam aan de UvA. De leerstoel Ambient Robotics heeft een directe koppeling met het lectoraat Digital Life.

DG Cartoonwedstrijd

HvA Amstelcampus

Studenten die bedreven zijn in het maken van cartoons maken kans op publicatie in een bekend dagblad, welk is nog geheim. De opdracht van de door de HvA uitgeschreven cartoonwedstrijd luidt: maak een cartoon ‘uit het leven gegrepen’ of maak een cartoon die ingaat op de actualiteit van eind 2021. Alle cartoons zijn welkom, van tekeningen die ingaan op de actualiteit tot tekeningen die alledaagse situaties uitbeelden. Deelnemers moeten hun cartoon uiterlijk 10 december toesturen naar naar m.j.a.hodes@hva.nl.

De HvA trekt de stekker uit het Amstelcampus Festival. Het festival dat de afgelopen drie jaar werd georganiseerd ter afsluiting van het hogeschooljaar trekt te weinig bezoekers en kost te veel geld. ‘Het heeft niet de gewenste impact gehad,’ zegt Felix Malten, hoofd marketing & communicatie van de HvA. ‘Daarom gaan we nu terug naar de tekentafel.’ Kees Hoogeveen, bedenker en organisator van het festival, betreurt de beslissing. ‘Zo breng je in één klap alle samenwerkingsverbanden tussen de verschillende domeinen om zeep.’

FoliaMagazine

Festival


prikbord UvA

ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl

BC Sinterklaas

FMG Saskia

Op 1 december om 17.00 uur draagt Sinterklaas een verzameling sinterklaaspakpapier van de afgelopen vijftig jaar over aan de Bijzondere Collecties (BC). De verzameling werd bijeengebracht door emeritus hoogleraar plantenziekten Jan Carel Zadoks. Die begon met zijn verzameling in 1961. Vijftig jaar lang bewaarde hij het papier dat overbleef na Sinterklaasavond. Zo ontstond een verzameling die nu meer dan 1600 voorbeelden omvat. De BC toont tot en met 6 december een selectie van het cadeaupapier in haar vitrines. Adres: Oude Turfmarkt 129.

Feministe van het eerste uur en ex-Dolle Mina Saskia Poldervaart is op 17 november op 66-jarige leeftijd overleden. Poldervaart, tot aan haar pensionering werkzaam bij de afdeling vrouwenstudies van de opleiding politicologie, was in de jaren zeventig een prominent actievoerder die zich inzette voor de verbetering van de positie en de rechten van vrouwen. In 2009 werd bij haar hersenkanker geconstateerd. In een interview met de Volkskrant blikte ze terug op haar leven. ‘Ik was fanatiek, maar niet dogmatisch,’ zei ze tegen verslaggever Jaap Stam.

FMG 40e

FNWI Populatiebiologen

plaats

Poldervaart

De UvA scoort goed in een ranglijst van het Britse magazine Times Higher Education. In de top 50 van de Social Sciences Universities staat de UvA op plek veertig (ex aequo met de universiteit van Tokio). Op een puntenschaal tot 100 scoorde de UvA 62,6 punten. De top 50 wordt aangevoerd door de universiteiten van Stanford, Harvard en Oxford. De UvA is de enige universiteit van het Europese continent in de lijst. Volgens The Times herbergt de FMG twee van de vijftien onderzoekszwaartepunten van de UvA, die volgens de UvA zelf ‘world class’ zijn.

Populatiebiologen Maurice Sabelis, Martijn Egas, Arne Janssen en Merijn Kant van het Ibed krijgen een NWO TOP-subsidie van maximaal 750.000 euro. De vier gaan met het geld onderzoek doen naar nieuwe bestrijdingsmethoden tegen spintmijt. Zuid-Amerikaanse spintmijt is recent uitgegroeid tot een plaag in de tomatenteelt. Met behulp van de subsidie gaat de groep wetenschappers onder meer onderzoeken hoe het kan dat de spintmijt de afweermechanismen van de tomaat zodanig manipuleert dat de plant niet slechter, maar juist beter voedsel oplevert.

FNWI Erepenning

Studenten UvASociaal

Conservator Rob Moolenbeek heeft de bronzen ZMApenning gekregen voor zijn inzet voor de afdeling malacologie – de kennis der mollusken, oftewel weekdieren – van het Zoölogisch Museum Amsterdam (ZMA). Hij ontving de penning tijdens het afscheidsfeest voor het personeel van het ZMA, dat wordt overgeheveld naar Naturalis in Leiden. Robs nieuwe baas, Naturalis-directeur Edwin van Huis, zei: ‘De determinatie, sortering, digitalisering en opstelling van de molluskencollectie is door Rob met aanstekelijk enthousiasme altijd breed georganiseerd.’

Studentenpartij UvASociaal heeft een nieuw bestuur. Tot voorzitter is gekozen student sociologie Jasper Wijk (foto). Naast Jasper zitten in het bestuur antropologiestudent Camiel van Hove (pr en vicevoorzitter), Sellina Menso (secretaris) en Claire Brederveld (penningmeester). Zij zeggen zich ‘met hart en ziel’ in te gaan zetten om de medezeggenschap naar ‘een hoger niveau’ te tillen. Zo wil het nieuwe bestuur medezeggenschapstrainingen gaan geven aan de leden van UvASociaal en een studenteninformatieplatform opzetten voor leden en niet-leden.

FEB ORM

Acta Genomineerd

De opgeheven onderzoeksgroep Operations Research (ORM) heeft uit honderd inzendingen de eerste prijs gewonnen op het congres van het Institute for Operations Research and Management Science (Informs). Vorig jaar werd het ORM-onderzoek door interimdecaan Fischer en een externe visitatie als onvoldoende bestempeld. Het gelauwerde onderzoek gaat over bloeddonaties en het optimaliseren van het gebruik daarvan. Dat is ingewikkeld omdat gedoneerde bloedplaatjes beperkt houdbaar zijn.

Het nieuwe gebouw van Acta is genomineerd voor de Hedy d’Anconaprijs 2012, een prijs voor bijzondere zorgarchitectuur. In mei dit jaar stond het Actagebouw ook al in de belangstelling. Het pand stond toen in de top drie van de Amsterdamse architectuurprijs 2011. Begin 2012 wordt Acta door de jury bezocht. Er wordt dan gediscussieerd over de wijze waarop het zorgconcept van Acta samenhangt met de architectuur. Midden 2012 zal de jury de winnaar bekendmaken.

FoliaMagazine

47


wasdom De praktijk als opleiding Simone Weimans Leeftijd: 40 (geboren op 23 november 1971) Beroep: Presentator NOS Journaal en verslaggever voor De Gids.fm op Radio 1 Studie: Propedeuse sociologie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en doctoraal communicatiewetenschap aan de UvA Afgestudeerd: 1997 College: ‘Het werkcollege “Hoe de media omgaan met wetenschappelijke missers”, een leuk vak waar ik veel over de werking van de media heb geleerd.’ Locatie: ‘Het Crea-gebouw op het Binnengasthuisterrein, omdat ik daar aan dans en theater deed. Ik bewaar veel goede herinneringen aan het danslokaal op de tweede verdieping.’ Café: ‘Ik werkte gedurende mijn hele studententijd in café Walem op de Keizersgracht en kwam er ook in mijn vrije tijd heel vaak. Ik zie nu nog steeds oude collega’s van toen.’ Afknapper: ‘In korte tijd werd communicatiewetenschap heel populair aan de UvA. De opleiding kon dat helemaal niet aan, met als gevolg dat het onderwijs in het eerste jaar voornamelijk bestond uit overvolle hoorcolleges.’

48

FoliaMagazine


stage Zij studeerde sociologie en communicatiewetenschap, en werd tv-presentator en radioverslaggever: Simone Weimans. tekst Julie de Graaf / foto Bob Bronshoff

‘I

k wist op jonge leeftijd al wat ik wilde worden. Toen ik een jaar of elf was, werd ik samen met klasgenootjes van mijn basisschool gevraagd of ik mee wilde werken aan een kinderradioprogramma van de Vara. Het programma heette Schuurpapier en was eigenlijk een soort de Jakhalzen voor kinderen. We gingen met groepjes van drie op reportage met een volwassen verslaggever en deden dan verslag van demonstraties, spraken met drugsverslaafde prostituees of interviewden de sterren van een grote Amerikaanse televisieserie. Ik merkte dat als je met een microfoon rondloopt, je op plekken komt waar je anders nooit zou komen en mensen ontmoet die je anders nooit zou ontmoeten. Bovendien vond ik het geweldig om vragen te mogen stellen aan wildvreemde mensen. Ik dacht: dit wil ik ook wel doen als ik later groot ben. Nadat ik mijn vwo-diploma had gehaald, wilde ik graag een universitaire studie doen. Ik koos voor communicatiewetenschap aan de UvA. Omdat je daar een propedeuse in een andere sociale studie voor moest hebben, haalde ik eerst in Rotterdam een propedeuse sociologie. Toen ik het jaar daarop naar Amsterdam verhuisde, bleek communicatiewetenschap in korte tijd een hele populaire studie te zijn geworden. De UvA had moeite met de grote stroom studenten en het eerste jaar was rommelig geregeld. Ik had het gevoel dat ik te weinig kennis tot me nam en volgde ter compensatie ook vakken psychologie en heb in Wageningen een aantal vakken bij de afdeling voorlichtingskunde gedaan. In de jaren daarna werden de vakken bij communicatiewetenschap gelukkig kleinschaliger en interessanter. Het hoogtepunt van mijn studie

was de studiereis die we maakten naar Amerika. We bezochten New York en Washington en mochten een kijkje nemen bij de redacties van een groot tv-station en persbureau Reuters. Hoewel ik bij communicatiewetenschap veel heb geleerd, heb ik mijn echte opleiding in de praktijk genoten: vanaf het begin van mijn studententijd werkte ik bij de Amsterdamse zender Mart Radio. Ik maakte daar samen met anderen een jeugdprogramma. Op een gegeven moment werden we door de Wereldomroep benaderd met de vraag of we voor hen een soortgelijk programma wilde maken. Die kans wilde ik niet missen. Ik zette mijn studie op een laag pitje en ging voor de Wereldomroep werken. Na een paar jaar besloot ik mijn studie weer op te pakken. Ik hoefde alleen nog mijn scriptie te schrijven en heb vier maanden al mijn andere bezigheden stopgezet om dat te doen. Na mijn afstuderen heb ik nog een tijdje bij de Wereldomroep gezeten, totdat ik de overstap naar de Vara maakte. Ik ben altijd radio blijven maken en een paar jaar geleden kwam daar ook televisie bij. Ik mocht voor de Vara het digitale themakanaal Consumenten TV presenteren en leerde hoe het is om voor de camera te werken en autocue te lezen. Die kennis komt goed van pas bij mijn nieuwe baan; sinds deze zomer werk ik bij de NOS als nieuwspresentator. Een baan die overigens veel breder is dan alleen het nieuws lezen. Als presentator werk je als lid van de redactie volop mee aan de totstandkoming van de NOS-journaals. Daarnaast maak ik nog steeds radio bij De Gids.fm op Radio 1, waar ik een rubriek heb over internet en ontwikkelingen op social media. De combinatie van presenteren en radiomaken vind ik fijn, die werkt voor mij het beste.’ yyy

Petra Reitsma (21) Studie Voeding & diëtetiek (HvA) Stage Nederlandse Obesitaskliniek Verdiensten € 200,- per maand Beoordeling JJJJJ ‘Mijn belangrijkste taak in de kliniek is het voeren van intakegesprekken met nieuwe patiënten, waarin ik iemands eetgewoonten en eerdere afvalpogingen bespreek. Aan de hand daarvan bepaal ik of er sprake is van een last resortgeval, en iemand dus in aanmerking komt voor een operatie. In het andere geval verwijs ik door naar het reguliere traject: een begeleide verandering van leefstijl en eetgewoontes. Een grote verantwoordelijkheid, en in het begin vond ik het best lastig om zo snel een conclusie te trekken. Sommige patiënten komen binnen en beginnen meteen al hun afvalpogingen op te dreunen. Het is dan mijn taak om te achterhalen hoe gemotiveerd iemand nu werkelijk is. ’s Middags zit ik bij de groepsbegeleiding, waar de eetgewoontes, afvalpogingen en andere ervaringen van de patiënten worden besproken en geanalyseerd. Laatst was er bijvoorbeeld een oefening waarbij de patiënten op een dag tot de groepssessie niks mochten eten en dan moesten nagaan hoeveel honger ze hadden. Dat doen we omdat het honger- en verzadigingsgevoel bij deze mensen vaak helemaal weg is. Die groepssessies vind ik het leukst, omdat ik daarin iets van mijn eigen kennis kwijt kan. De begeleiding is goed, ik ben echt onderdeel van het team en ik kan alles vragen. Later wil ik waarschijnlijk wel iets met obesitaspatienten blijven doen. Er zit psychisch altijd veel meer achter obesitas dan je op het eerste gezicht denkt. Ik vind het echt gaaf dat ik dat steeds beter kan doorgronden.’ yyy Clara van de Wiel

FoliaMagazine

49


FoliaMagaz ine weekblad

toehoorders

cover Fred van Diem

en UvA

nr. 12 30/11/201 1

Oh oh les bo

Een avondje

hedendaa gs pottenkij ken

Paul Sebe s De literair agent over jonge schrij vers

Folia Magazine vraagt naar de meningen over een college of les

voor HvA

Hoorcollege ‘Geschiedenis’, door Hans van den Hogen Woensdag 23 november, 12.40 uur, Kohnstammhuis tekst Clara van de Wiel / foto’s Danny Schwarz

Integratie Wat denke n Marokkanen ervan?

Kamernete llende Een greep het aanbo uit d

colofon

Weekblad voor de HvA en

UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en Havana (1996). Redactieadres Vendelstraat 2, 1012 XX Amsterdam, telefoon 020-5253981, e-mail: redactie@ folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Floor Boon, Luuk Heezen, Wim de Jong, Jeff Pinkster, Eva Rooijers, Gijs van der Sanden, Danny Schwarz, Bob van

Johan Mazereeuw (19)

Cheyanne Kaak (20)

‘Deze keer zat er een goede lijn in het college. De vorige keer hing het van losse eindjes aan elkaar. Deze docent kan een duidelijk verhaal met een kop en staart vertellen en dat komt volgens mij vooral omdat hij er veel vanaf weet. De middeleeuwen is een tijd waarover niet zo veel wordt geschreven, dus daarom weet ik er nog weinig van. Tijdens zo’n hoorcollege hoor je een heleboel nieuwe dingen, zoals deze keer de moord op Karel de Goede. ’

‘De PowerPoint hielp het college aantrekkelijker te maken. Daardoor blijf je goed bij de les en kun je beter opletten. Het verhaal was ook interessant, hoewel mijn interesse eigenlijk meer bij de Romeinse tijd ligt. Van het relaas van Galbert van Brugge, waarover het deze keer ging, had ik nog nooit gehoord. Later wil ik zelf ook gaan doceren, om kinderen te leren over wat er allemaal voor hun geboorte al is gebeurd.’

Geschiedenis 2e graad

Geschiedenis 2e graad

Toor, Annemarie Vissers, Clara van de Wiel, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee Fatihya Abdi, Kim Bos, Jan van Breda, Bob Bronshoff, Fred van Diem, Robbert Dijkgraaf, Marc Driessen, Julie de Graaf, Anouk Kemper, Marc Kolle, Ward Kuipers, Won Tuinema, Tjebbe Venema, Mariska Vermeulen Eindredactie Harmen van der Meulen Correctie Martien Bos Opmaak Hannah Weis, Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider), Margot

Mark de Haas (18)

Max van de Poll (19)

‘Ik vind de middeleeuwen een interessante tijd. Op de middelbare school hoor je daar nooit over, dan gaat het alleen maar over de renaissance. Leuk dat er aandacht was voor Brugge. Meestal ligt de nadruk op Nederland, en nu leer je eens iets over een buitenlandse stad. De start van het college was vreemd: de docent had allemaal rare muziek opstaan en hij kreeg zijn PowerPoint niet aan. Dat vond ik wel wat warrig overkomen.’

‘De docent had minder tijd kunnen nemen voor zijn verhaal; er zat veel herhaling in. Ook ging hij bepaalde begrippen uitleggen, zoals “clericus”. Bij studenten van dit niveau mag je verwachten dat ze die kennen. Je merkt dat deze docent passie heeft voor zijn vak: uit de vele details die hij vertelt blijkt dat hij heel veel weet. De middeleeuwen zijn mijn favoriete periode: vooral de oorsprong van de katholieke kerk vind ik interessant.’ yyy

Geschiedenis 2e graad

50

FoliaMagazine

Geschiedenis 2e graad

Riedstra Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl


deining ‘De reden is veel simpeler: een steeds groter deel van de maatschappij stoort zich eraan.’ Student Nederlands en schrijver Thomas Heerma van Voss legt uit waarom de discussies over Zwarte Piet ieder jaar weer opduiken, in nrc.next. ‘Geachte heer Wilders, hoewel wij elkaar nooit gesproken hebben, ken ik u goed.’ Wilders-biograaf en hoogleraar politieke theorie Meindert Fennema leest Geert Wilders beschaafd de les, in de Volkskrant. ‘Fennema had persoonlijke zaken over Wilders en zijn vrouw verzonnen en vervolgens precies zo geverifieerd gekregen.Verbazingwekkend knap.’ Columnist Kustaw Bessems zet vraag­ tekens bij het waarheidsgehalte van de Wildersbiografie van Meindert Fennema, in De Pers. Vlak voor de vakantie speelde ik tegen de ‘Flügelsletjes’. Schrijfster Iris Koppe over haar tijd als spits van zaalvoetbalteam ‘De vliegende nonnen’, in Hard gras. ‘Je kunt een pand aan een projectontwikkelaar verkopen, maar ook aan tweehonderd kunstenaars. Het levert minstens hetzelfde op.’ Aanjager en stadsontwikkelaar Eva de Klerk legt uit dat je geen stropdas hoeft te dragen om een ondernemer te zijn, in Het Parool. ‘Ik kan doen wat ik wil, op m’n hoofd staan, zingen, ik denk zelfs dat ik een striptease kan geven zonder dat iemand me opmerkt.’ Schrijfster Sophie van der Stap roemt de vrijheid die ze voelt in New York, in nrc.next.

Opvallende quotes uit de afgelopen week van (voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien, mail het naar redactie@folia.nl.

de lezer

In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.

Arjan Romijn (40), docent sociaal pedagogische hulpverlening, HvA ‘In het blad staat van alles wat, maar dat maakt het richtingloos. Ik zie wel dat Folia Magazine probeert diepgaande artikelen en lichtere dingen te combineren, maar het boeit me op die manier niet. Aan de ene kant vind ik de diversiteit leuk, en de layout en uitstraling van het blad zijn aantrekkelijk. Aan de andere kant denk ik: hou bepaalde thema’s aan, en deel het zo in dat je de serieuze stukken kunt lezen en, als je wil, kunt doorbladeren naar de trivia. Nu lees ik eerst over politiek en dan opeens over een onenightstand. De foto’s vind ik wel mooi, maar het is geen cover om naar te grijpen. Zo’n jongen met dat leer, zet die dan op de voorkant, dan pakken ze het wel. Volgende week is er iets met lesbo’s, dat zou ik ook zeker op de cover zetten. Verder denk ik dat je het, zeker voor studenten, meer op de interactie moet gooien, zoals ze in Rails, dat blad van de NS deden. Zo van: ik heb jou daar en daar gezien, ik was die blonde student in de kantine. Je kunt ook meer de koppeling met docenten maken. Voor mij als SPH’er kunnen artikelen in Folia Magazine best interessant zijn. Bijvoorbeeld dat stuk over fraude, in “de Adviesdienst”. We geven een vak over het belang van goede bronvermelding. Bij startvaardigheden had ik best tegen studenten kunnen zeggen: pak het blad mee, we gaan ermee aan de slag. Kunnen jullie niet mailen naar docenten wat voor onderwerp zij graag in het blad willen zien?’ yyy tekst Bob van Toor / foto Danny Schwarz

volgende week Onze Robbert

Kwaliteit van onderwijs

De bekendste wetenschapper van Nederland vertrekt naar Amerika. Een interview met KNAW-president Robbert Dijkgraaf.

Naar aanleiding van een kritisch opiniestuk van een ex-student van de Interfacultaire Lerarenopleiding (ILO) ging Folia Magazine op onderzoek uit. Is het er echt zo slecht gesteld?

Passie voor koken

Elementaire deeltjes

Twee nichtjes gingen samenwonen in Amsterdam, ontdekten een gezamenlijke liefde voor koken en begonnen een cateringservice: Cousine, bekend van Yeswecanteen.

Zijn die neutrino’s nu wel of niet sneller dan het licht?

FoliaMagazine

51


Belegtip#1

Belegtip#1 Een reis voor 2 personen naar New York De strijd om de Beursplein 5 Award barst bijna los. De prijs:

invloed hierop. De opdracht is simpel; Ontwikkel een makkelijk

een fantastische reis voor 2 personen naar het centrum van

bruikbare tool waarmee de ‘gewone’ man en vrouw op een

de financiële wereld, New York City. Studenten uit heel Nederland

eenvoudige manier zien wat ze wel en niet moeten doen op

kunnen zich opgeven voor deze wedstrijd en maken kans op

de beurs.

deze unieke reis!

De Beursplein 5 Award gaat in januari 2012 van start. Kijk voor

De Beursplein 5 Award gaat niet alleen om winnen. De Initiatief-

meer informatie op www.belegtips.com en meld je aan voor

nemers willen de individuele burger bewuster maken van de

17 december 2011.

kansen en risico’s van beleggen, maar vooral van hun eigen

De Beursplein 5 Award is een initiatief van Stichting Schadefonds Beleggers (SSB) in samenwerking met NYSE Euronext, de Hogeschool van Amsterdam en het Financiële Dagblad.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.