Folia 01.indd

Page 1

Weekblad voor de Universiteit van Amsterdam Jaargang 62 29-08-2008

Nummer 01

De vele gezichten van de UvA Folia 01.indd 1

23-06-2008 19:23:09


JAARGANG 131 / NUMMER 16 / ` 3,50

VRIJDAG 20 APRIL 2007

JAARGANG 132 / NUMMER 13 / ` 3,60

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD SEDERT 1877

KURT VONNEGUT

3,60 JAARGANG JAARGANG 132 130 // NUMMER NUMMER 25 39 // `` 1,30

VRIJDAG 20 JUNI 2008 VRIJDAG 29 SEPTEMBER 2006

+

SIMON SUIKER (VOOR)KENNIS VAN NINA BRINK, EN NEELIE KROES

SUSAN SONTAG

+

+

BART CHABOT

+

MAROKKANEN DE INTEGRITEIT VAN JOURNALISTE FLEUR JURGENS

JUST JACK

+

MAAIKE SCHUTTEN

HUGO CLAUS KLAAR MET CLAUS ZIJN WE NOOIT NICK CAVE

+

UNTRACEABLE

CHINA OBSESSIE MET EIGEN IMAGO EN DE SPELEN

AHARON APPELFELD ‘AL JONG EEN OUDE JOOD’ +

EDGAR HILSENRATH

+

TIEN GEBODEN

+

JAARGANG 132 / NUMMER 24 / ` 3,60

O ON NA AFFH HA AN NKKEELLIIJJKK W WEEEEKKBBLLA AD D SSEED DEERRTT 11887777

FRANK VAN DER SALM STEDEN ZONDER MENSEN

KIYOSHI SUZUKI

+

JAN VAN AKEN

VRIJDAG 13 JUNI 2008

De kunstenaar en de terrorist PLATO DE FILOSOOF SPREEKT NEDERLANDS DE STAD IN DE FILM

NOORD-KOREA SCENARIO’S VOOR DE JONGSTE DAG +

TSJECHOV

+

INSIDE OUT

INTERVIEW GABRIËLS & BOOMKENS, FILOSOFEN +

CHRISTINE D’HAEN

INTERVIEW BLAKE MORRISON NA BLAIR +

JAARGANG 130 / NUMMER 38 / ` 1,30

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD SEDERT 1877

SIDNEY LUMET

+

SPINOZA

VRIJDAG 22 SEPTEMBER 2006

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD SEDERT 1877

130 JAAR! DEZE MAAND % 1,30

130 JAAR! DEZE MAAND % 1,30

Het menselijke monster Hitler en Van Meegeren Han van Meegeren en Hitler

Valse vrienden

JOSEF FRITZL EN ZIJN

LITERAIRE VOORVADEREN

MARIJNISSEN FILMFESTIVAL DE EERSTE ALEX VAN MACHTSSTRIJD WARMERDAM IN DE SP

VRIJDAG 4 APRIL 2008

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD SEDERT 1877

DE OORVERDOVENDE STILTE ROND PRIVACY

IRAAKSE VLUCHTELINGEN ALLEMAAL NAAR ZWEDEN?

THE HIGH LLAMAS

JAARGANG 132 / NUMMER 14 / ` 3,60

,Gluurstaat best belangrijk

Richard Dawkins' godgeklaagd atheïsme HANS GOEDKOOP LITERATUUR & WERKELIJKHEID

VRIJDAG 28 MAART 2008

ONAFHANKELIJK WEEKBLAD SEDERT 1877

KEES FENS ONTSLAGRECHT SCHIPHOLBRAND MODE & MACHT BIJ DE DOOD GOEDE IDEEËN, LOGISCH: HYSTERISCHE VOORSPELBARE VAN EEN WAS DE KLANT TOESTANDEN REACTIES SUPERLEZER KONING OP STRAAT

PAUL AUSTER ANTWERPEN ‘DE WERELD BURGEMEESTER IS IN MIJN OVER JANSSENS HOOFD’ FILIP DEWINTER

ADRIAAN JAEGGI + JAN VAN DER PLOEG + URK EN STAPHORST + RYOJI IKEDA + MILLARD KAUFMAN DON DELILLO + THE VEILS + ANNABELLE LOPEZ OCHOA + MAGRITTE + DUBSTEP + HENDRIK DE VRIES + CLAIRE MESSUD

Wat ging mis? MAN MET MISSIE PVDA HET BITTERE UITGESPEELD WERELDBEELD VAN ALS LEON DE WINTER MIDDENPARTIJ? LA FORZA DEL DESTINO

Nederland en de CIA LITOUWEN DE BALTISCHE RENAISSANCE TE VILNIUS

MARIE DARRIEUSSECQ OVER DE DOOD VAN EEN KIND

+ IMPROMPTU + PANAMARENKO + RÉGIS JAUFFRET + AL GALIDI + WF HERMANS + CHRISTA CARBO

THOMAS FRIEDMAN INTERVIEW OVER MIDDEN-OOSTEN

ZWARTBOEK DE OORLOG VAN PAUL VERHOEVEN

UITZETCENTRUM ZESTIENHOVEN MACHINE WORDT CARROUSEL

MILJOENENNOTA GESCHIEDENIS VAN EEN FEESTBEGROTING

SERGE GAINSBOURG + DYLAN + JAKOP AHLBOM + MARISHA PESSL + ARNON GRUNBERG + BAS JAN ADER + MARTIN WALSER

Lmn]^k^g ]h^ c^ ZZg ]^ ngbo^klbm^bm% lebf phk] c^ ]hhk =^ @kh^g^ :flm^k]Zff^k% hgZ_aZgd^ebcd l^]^km *100' one gn ]^ [hg bg h_ `Z gZZk ppp'`kh^g^'ge(Z[hgg^^k JA, IK NEEM EEN STUDENTENABONNEMENT OP DE GROENE AMSTERDAMMER (MET DAARBIJ GRATIS TOEGANG TOT HET DIGITALE HISTORISCH ARCHIEF). IK MACHTIG DE GROENE HET ABONNEMENTSGELD À 8,40 MAANDELIJKS AF TE SCHRIJVEN VAN MIJN REKENING; NAAM .......................................................................................................................................................................................................... (M/ V) ADRES ........................................................................................ POSTCODE & PLAATS ......................................................................................... TELEFOON .................................................................................. E-MAIL ............................................................................................................... MIJN BANK/GIRONUMMER......................................................... DATUM ............................. HANDTEKENING ...................................................... STUUR DE BON NAAR DE GROENE AMSTERDAMMER, ANTWOORDNUMMER 26, 1000 PA AMSTERDAM (POSTZEGEL NIET NODIG) OF KIJK OP WWW.GROENE.NL

08_06_Folia.indd 1

20-06-2008 13:44:36


inhoud Hotspots Als je aan de UvA gaat studeren, krijg je Amsterdam er gratis bij. De redactie van Folia selecteerde een aantal bijzondere plekken in de stad waar het goed toeven is en die nog lang niet door iedereen zijn ontdekt. blz. 11

Schatten

Jaarlijks wordt de beste docent van de UvA onderscheiden. Drie uitverkorenen blikken terug ..................................................blz.7

8FFLCMBE WPPS EF 6OJWFSTJUFJU WBO "NTUFSEBN +BBSHBOH

/VNNFS

Supergezellig! Eerstejaars vertellen over hun ervaringen .......... blz. 8

Beetje rommelig De Oudemanhuispoort is het kloppend hart van de UvA.................................................... blz.16

Essay De supermarkt als verklikker van veranderingen in de maatschappij ...................blz. 18

Wat is wetenschap? Zes plus een stijlen van wetenschappelijk onderzoek ......................... blz. 20

Roem Cas van Kleef redt de wereld .......................... blz. 23

Brief aan eerstejaars

Daar zat ik dan. Als enige man met 71 vrouwen in een jeugdherberg in Haarlem. We schrijven 1995 en ik had me ingeschreven bij de studie orthopedagogiek aan de UvA. En hoewel ik er een hekel aan heb om me te mengen in grote groepen mensen die zogenaamd iets gezelligs gaan doen, had ik me laten verleiden om mee te gaan met het introductiekamp. Het was de start van mijn UvA-tijd. Uiteindelijk heb ik er een kleine vier jaar rondgelopen, en bij deze universiteit krijg je precies wat je mag verwachten. Onderwijs, chaos, veel vrienden, niet-functionerende computers, inspirerende eigenwijze mensen en nog veel meer. En dat allemaal in het centrum van de stad. In Amsterdam is er maar een universiteit, de VU is niet meer dan de universiteit van Buitenveldert. Een prachtomgeving voor als je de zeventig gepasseerd bent, maar studenten en wetenschappers hebben er weinig te zoeken. Als ik terugdenk aan mijn tijd als student, dan denk ik aan een ding: docenten. Natuurlijk lopen er op de UvA ook types rond die niet meer doen dan voorlezen uit de syllabus en dat ook nog op een vrij belabberde manier doen. Maar binnen onze universiteit wemelt het van de topdocenten met grote liefde voor hun vakgebied en gezegend met uitzonderlijke didactische kwaliteiten. Het onderwijs vernieuwt en verandert, maar de basis blijft altijd een goede docent. Dat die docenten les geven en zich bewegen in historische panden in het centrum van Amsterdam in de nabijheid van veel grote verleidingen is een groot pluspunt van studeren aan de UvA. Studeren is namelijk leuk, maar de stad Amsterdam is minstens zo aantrekkelijk. Vandaar dat je keuze voor de UvA de juiste is geweest. Veel plezier met de introductie en ik wens je een inspirerende tijd.

Als enige man zat ik met 71 vrouwen in een jeugdherberg in Haarlem

De UvA bezit diverse musea waaronder het Allard Pierson Museum tegenover het Rokin en Museum Vrolik in het AMC ......................... blz. 4

Vol enthousiasme

Introductie

%F WFMF HF[JDIUFO WBO EF 6W"

Coverfoto’s: Bob Bronshoff/Fred van Diem/ Henk Thomas/Hans van Vinkeveen

Jim Jansen jfj@folia.uva.nl

Robbert Dijkgraaf over de universiteit en de stad .................................................... blz. 24

Folia 01 | 3

Folia 01.indd 3

23-06-2008 19:23:20


uva-musea

Een universiteit vol schatten Door Joke de Wolf

De meeste studenten weten het Allard Pierson Museum nog net te vinden, maar wat is in hemelsnaam het Computermuseum? En word je van het Museum Vrolik opgewekt? Een korte tocht langs enkele UvA-musea. Boeken vormden lange tijd de enige bron van kennis voor de universiteit. In de eerste universiteitsbibliotheken werden de oudste boeken het meest vertrouwd. De schrijvers van die geschriften stonden immers qua tijd het dichtst bij de schepping van de wereld. Na de ontdekkingsreizen realiseerden wetenschappers zich dat hun verre voorgangers misschien toch niet zo alwetend waren als ze aanvankelijk hadden gedacht. Vervolgens begonnen ze curiosa uit andere delen van de wereld te verzamelen. Francis Bacon maakte het verzamelen tot een wetenschappelijke methode; materiële collecties gingen zo tot het domein van de universiteit behoren. Vanaf de vroege zeventiende eeuw kregen de universiteiten een hortus, een tuin waarin planten en kruiden uit alle windstreken werden verzameld. Ook bij het Athenaeum Illustre, de voorganger van de UvA, verzamelde men al vanaf de oprichting in 1632 objecten die als bron van onderzoek konden dienen. Eind negentiende en begin twintigste eeuw werd een aantal collecties opengesteld als museum. UNIVERSITEITSGESCHIEDENIS

De Collectie Universiteitsgeschiedenis is ondergebracht bij de Bijzondere Collecties. In 1883 startte het geschiedkundig dispuutgezelschap Clio met het verzamelen van objecten uit de geschiedenis van het hoger onderwijs in Amsterdam in de ruimste zin van het

woord. Koningin Emma en prinses Wilhelmina kwamen de collectie in 1892 hoogstpersoonlijk bekijken. Het dispuut werd in 1916 opgeheven; vanaf 1923 kwam de historische verzameling in handen van de Universiteit van Amsterdam. De collectie met materiaal vanaf de zeventiende tot de twintigste eeuw omvat redes en oraties van hoogleraren, studentenalmanakken, portretprenten en topografische prenten, penningen en insignes, archiefstukken, documenten, brochures, wetten, tijdschriften, zegels en menu’s. De collectie bestaat inmiddels uit 50.000 items, waaronder ongeveer 25.000 foto’s. Een groot deel van de objecten staat beschreven in de catalogus van de Universiteitsbibliotheek; een klein deel is gedigitaliseerd. Zo is er de nalatenschap van de Amsterdamse koopman en verzamelaar Gerardus van Papenbroeck: een handschriftencollectie (bestaande uit zevenhonderd manuscripten en brieven van Pieter Corneliszoon Hooft) en een onderzoekscollectie van etnomusicoloog Jaap Kunst van 7500 foto’s, 1600 glasnegatieven en 7000 dia’s. Ook het studentenleven is onderdeel van de collectie: het archief van de Asva, van het corps (ASC/AVSV), van roeivereniging Nereus en van Folia is er ondergebracht. Oude Turfmarkt 129 Maandag tot en met vrijdag, 9.30-17.00 uur

Cortège van hoogleraren ter gelegenheid van het driehonderdjarige bestaan van de instelling voor hoger onderwijs, Amsterdam, 1932. Foto: Collectie Universiteitsmuseum

Het Allard Pierson Museum bezit een uitgebreide Egyptische collectie

ALLARD PIERSON

Het Allard Pierson Museum is het archeologisch museum van de UvA. Het is vernoemd naar de eerste hoogleraar aan de UvA die onderzoek deed naar klassieke archeologie: Allard Pierson, die vanaf 1877 een leerstoel kunstgeschiedenis en moderne letteren had. Archeologie bestond toen namelijk nog niet als aparte discipline. Met de nalatenschap van Pierson en zijn opvolger Jan Six kon het museum worden ingericht. Dankzij het failliet van de bankier Lunsingh Scheurleer kreeg de Allard Pierson Stichting een eerste grote collectie onder beheer. Sinds 1976 zit het museum in het oude hoofdkantoor van De Nederlandsche Bank aan de Oude Turfmarkt; het klassieke uiterlijk van het gebouw is dus puur toeval. Je vindt er archeologische schatten uit de klassieke archeologie: het museum heeft een Griekse, een Romeinse en een Egyptische afdeling. De collectie is een verzameling van verzamelingen. Vrijwel alle objecten zijn geschonken door particulieren of stichtingen. Het museum pretendeert dan ook geen evenwichtig overzicht te bieden van de archeologische geschiedenis. Maar dat betekent niet dat er weinig te zien is: van Egyptische sarcofagen tot

4 | Folia 01

Folia 01.indd 4

23-06-2008 19:23:28


Museum Vrolik herbergt gruwelijke misvormingen die de meeste horrorfilms niet zouden halen omdat ze te angstaanjagend zijn Griekse wijnbekertjes voor kinderen en van breekbaar Romeins glaswerk tot een Dionysos-sarcofaag van een paar ton – de voorgevel van het museum moest ervoor worden opengebroken. Hoewel er veel wordt gedaan aan educatie, is het museum niet alleen populair bij lagere scholen. Toeristen weten de weg naar de exposities goed te vinden, en uiteraard tref je hier ook studenten geschiedenis en archeologie aan. Die krijgen hier college, kunnen de collectie bestuderen, stage lopen, rondleidingen geven en zelf tentoonstellingen maken. Mocht je denken dat je een archeologische schat hebt gekocht op je vakantie in Griekenland of Turkije, dan kun je elke dinsdag langskomen op het spreekuur. Een medewerker beoordeelt dan à la Tussen kunst & kitsch of je een museumstuk in handen hebt of gewoon bent belazerd. www.allardpiersonmuseum.nl MUSEUM VROLIK

Als argeloze bezoeker van de Faculteit der Geneeskunde-AMC kun je de schrik van je leven krijgen: een verkeerde deur door en je staat zomaar tussen de potten met mismaakte baby’s en afgehakte armen. In museum Vrolik is een sterke maag een vereiste. In 1865 verwierf het Athenaeum Illustre, de voorloper van de UvA, een bijzondere nalatenschap: medisch hoogleraren Gerardus en zoon Willem Vrolik hadden een verzameling anatomische, pathologisch-anatomi-

sche en zoölogische preparaten aangelegd met speciale aandacht voor aangeboren afwijkingen. In de loop der tijd zijn andere verzamelingen aan de collectie toegevoegd. Sinds 1984 is een deel van de collectie te bezichtigen in het AMC. In de kasten in het midden van de ruimte kun je elk onderdeel van het menselijk lichaam terugvinden. Foetussen van twee weken tot negen maanden (‘Menschelijke foetus van zes maanden met omsnoering van den navelstreng’), volwassen hoofden met opengelegde wang, oog of mondholte, galstenen met de galblaas er nog omheen, spieren van arm of been en zelfs dwarsdoorsneden van het voorste deel van de penis. In de kasten daaromheen staat de collectie van de familie Vrolik. Siamese tweelingen in allerlei variaties, maar ook veel gruwelijker misvormingen die de meeste horrorfilms niet zouden halen omdat ze te angstaanjagend zijn. De mooiste kast herbergt het beenderenkabinet van Jacob Hovius (1710-1786): een verzameling menselijke botten, met onder meer een door een karrenwiel verbrijzeld onderbeen en een schedel van een vrouw die een mand met turf op haar hoofd kreeg. Sinds kort wordt de hele collectie van 20.000 preparaten gerestaureerd, het ‘sterke water’ waar de lichaamsdelen inzitten, wordt vervangen. Ook de opstelling zal gewijzigd worden. Meibergdreef 15 Maandag tot en met vrijdag van 9.30 tot 17.00 uur

De Phywe-instructiecomputer uit 1968 uit het Computermuseum werkt nog steeds

COMPUTERMUSEUM

Een kleine ruimte op de informaticafaculteit staat vol met futuristisch uitziende apparaten: computers en rekenmachines van 1910 tot nu. Sommige apparaten zijn gebruikt op de UvA, maar een deel van de collectie bestaat ook uit giften. De meest bizarre vormen, merken (van bijvoorbeeld het Nederlandse Holborn), ponsmachines en een machine uit 1968 die de werking van de computer inzichtelijk maakt met behulp van lampjes en knoppen (zie foto). Het belangrijkste: alle apparaten werken nog. Vanaf 1972 werden over de hele universiteit flexowriters geïntroduceerd. Onderzoekers tikten hun codes, gegevens en programma’s in op een machine; het geperforeerde lint dat er uitkwam, kon je invoeren in een paar centraal opgestelde machines van Sara, de Stichting Academisch Rekencentrum Amsterdam. Het resultaat van de berekeningen rolde uit dezelfde machine en kon weer worden ingevoerd op de eigen flexowriter. Aanpassingen met telefoonverbindingen en magneettapes konden niet verhinderen dat de UvA in 1990 massaal overstapte op de pc. De centrale machines van de Sara-balies werden overbodig, maar konden nog niet worden weggegooid: het begin van het computermuseum. Regelmatig geeft conservator E. Dooijes rondleidingen aan groepen. Zeker eens per maand schiet hij ook wetenschappers te hulp: data die onbereikbaar op oude floppydisks of op ander archaïsch materiaal staan opgeslagen, tovert hij met behulp van de apparatuur weer te voorschijn. Kruislaan 403 Alleen geopend na afspraak met de beheerder www.science.uva.nl/faculteit/museum

Ook nog te bezoeken: het Zoölogisch Museum, een collectie van dertien miljoen insecten, gewervelden en ongewervelden, en een prachtige bibliotheek, te bereiken via Artis. Een van de twintigduizend preparaten uit het Museum Vrolik

Folia 01 | 5

Folia 01.indd 5

23-06-2008 19:23:29


Studenten 50% korting

Neem een abonnement Q Q

Surf naar volkskrant.nl/studenten Sms gratis VKSTUDENT naar 2002

(dit aanbod geldt alleen voor uitwonende studenten t/m 27 jaar)

volkskrant.nl/studenten

-0$"5*& 8&3, 1-&,

7&3%*&/ 45&/

8"5 ."",5 %& &/& # *+ # " " / 3 & , 6 -& %"/ %& "/%&3&

8&3, 4'&&3

#&3&*, #""3)&*%

IJK:;;H @; ?D 7CIJ;H:7C E< :?H;9J; EC=;L?D=5 =:I I:A:;DDCI:6B K6C 9: <D:9:9D:A:CADI:G>?:C 66C 9: K6C ::<=:C" HIG66I KA6@7>? =:I KDC9:AE6G@ >H DE OD:@ C66G/ DJI7DJC9"I:A:;DC>HI:C O>? 7:AA:C :M"9::AC:B:GH DB =:C L::G :CI=DJH>6HI I: B6@:C DB B:: I: HE:A:C :C L:G@:C - Ă› &' JJG E:G L::@! >C 9: 6KDC9JG:C# >C7DJC9" I:A:;DC>HI:C LDG9:C <:7:A9 9DDG 9::AC:B:GH B:I KG6<:C :C$D; EGD7A:B:C# O>? L:G@:C &'! &+ D; '% JJG E:G L::@# K:G9>:CHI:C % -!+,!" :M8A# K6@6CI>:ID:HA6< KDDG '( ?66G :C DJ9:G :C KDDG DJI7DJC9 =:77:C L: ::C 66CIG:@@:A>?@: 7DCJHG:<:A>C<# >CI:G:HH:4 7:A 96C B:I 9: 6;9:A>C< LI7 9>6C6! I6C?6 %'% " +,,+-%* DJI7DJC9 %'% " +,,+-,* >C7DJC9

Folia 01.indd 6

23-06-2008 19:23:30


beste docent

‘Elk college is een klein kunstwerk’ Tijdens de dies natalis wordt de Docent van het Jaar bekendgemaakt. Drie prijswinnaars aan het woord.

Toen: ‘Studenten vinden mij enthousiast en stimulerend. Ik hoor vaak van ze dat ze dankzij mij iets gepresteerd

te weinig overleg tussen docenten, te weinig variatie in didactiek. Wat een goede docent is, kan niet genoeg benadrukt worden. Je kunt als docent mede bepalend zijn voor essentiële keuzes die een student in zijn leven maakt.’ O

voorbeeldfunctie als docent heb ik door mijn benoeming tot decaan echter niet kunnen vervullen. Een tastbaar resultaat van mijn prijs is overigens de ontmoetings- en studieruimte die in de B-kelder van het Oudemanhuispoortgebouw van het prijzengeld is ingericht.’ O

Edgar du Perron van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid was in 2005 de beste docent.

Maria Urban, docente Italiaanse taal en cultuur, won de prijs in 2007. Uit het juryrapport: ‘Maria heeft een zeer groot hart voor het docentschap, geeft innoverend onderwijs en is formidabel in het overbrengen van vakkennis. Iedere student raakt onder de indruk van haar passie en kunde.’ Convivio, studievereniging Italiaans: ‘Maria geeft boeiend les en gebruikt innovatieve middelen als YouTube en links naar Italiaanse tv-programma’s. Bovendien creëert Maria een veilige sfeer waarin studenten Italiaans durven te spreken. Ook straalt ze enthousiasme en autoriteit uit en zorgt ze ervoor dat studenten altijd goed voorbereid naar haar colleges gaan.’ Urban nu: ‘Ik ben me ervan bewust dat ik bevoorrecht ben met deze prijs. Er zijn uitstekende docenten die deze kans misschien nooit zullen krijgen. Daarom zie ik deze prijs het liefst als een erkenning voor het werk

hebben waarvan ze dachten dat ze het niet konden. Ook de sfeer tijdens mijn lessen wordt goed gevonden. Ik organiseer vaak een etentje bij mij thuis met een nieuwe groep. Zeer goed voor de samenwerking. En we sluiten de cursus altijd af in de kroeg. Daar hoor je pas echt veel van je studenten. Een puur negatieve beoordeling heb ik nooit gehad, maar ik krijg weleens de kritiek dat ik te moederkloekerig ben en te veel van mijn studenten eis. “Het is alsof we allemaal net zo enthousiast moeten zijn als jij”, zei iemand eens tegen mij. En dat is ook zo. Dat verwacht ik van ze. Dit is een kennissamenleving en daar hoort goed onderwijs bij.’ Nu: ‘Ik ben sinds mijn uitverkiezing betrokken bij de BKO-opleiding, de basiskwalificatie onderwijs voor beginnende universitaire docenten. Daarnaast heb ik twee jaar in de jury gezeten die de beste UvA-docent kiest en word ik uitgenodigd voor fora. Ik probeer alles in mijn werk goed en zorgvuldig te doen. Een college is een uitdaging. Een goede voorbereiding, inleving in de beginsituatie van de groep, afwisseling van werkvormen en toetsing van je doelen zijn onontbeerlijk. Elk college is een klein kunstwerk. In de cursus didactiek en communicatie aan de FNWI en de cursus onderwijsvaardigheden voor aio’s laat ik aan studenten de competenties zien die universitaire docenten behoren te hebben. Ze onderschrijven dan allemaal dat docenten enthousiast zijn voor hun vak, dat ze boven de stof staan, maar er wordt veel geklaagd over onbeantwoorde e-mails, trage feedback op werkstukken, overlap in modulen,

foto: Edgar du Perron

foto: Henk Thomas

Toen: ‘Mijn geheim schuilt, denk ik, in het feit dat ik de stof helder kan uitleggen en enthousiast ben. Ik ben geen ambtenaar die achter een loket zit te wachten tot de klanten op hem afkomen. Ik ga er zelf op af. Bovendien ben ik erg laagdrempelig. Dat begint zich trouwens tegen me te keren, want ik ben zo laagdrempelig

dat ik bijna hoogdrempelig moet worden doordat er wel erg veel studenten op mij afkomen omdat ze mijn colleges willen volgen of een vraag willen stellen. De ergste vraag die een student kan stellen is: “Moet je wat u nu vertelt, verplicht weten voor het tentamen?” Soms vertel ik weleens iets om de officiële stof heen, en dan kan het een nuttige vraag zijn. Maar studenten die zo’n vraag alleen maar stellen omdat ze “nee” willen horen, daar heb ik echt een hekel aan. Ga dan iets anders studeren. Zulke studenten kunnen wat mij betreft een rode kaart krijgen.’ Nu: ‘Ik heb mijzelf nooit de beste docent van de UvA gevoeld. Er is nog een hoop dat verbeterd kan worden. Dat doe ik vooral door te kijken naar de voorbeelden van anderen en te luisteren naar studenten. Ik ben zelf direct na het winnen van de prijs decaan geworden en heb daardoor minder tijd voor onderwijs dan ik zou willen. In discussies over het onderwijs in de faculteit heeft mijn uitverkiezing mij vermoedelijk wel geholpen. Een

foto: Jordi Huisman

Riny van Krieken van het Instituut voor de Lerarenopleiding werd in 2004 uitgeroepen tot Docent van het Jaar.

dat alle taaldocenten verrichten op onze faculteit. Naar aanleiding van de prijs word ik regelmatig uitgenodigd voor activiteiten waarvoor mijn expertise op prijs wordt gesteld. De prijs blijft een plezierig moment in mijn herinnering, maar ik weet dat ik nog veel kan leren. Ik ben een dynamisch persoon en altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen. Die houding is essentieel voor een academicus. Ik ben dankbaar en geniet van wat ik heb bereikt, maar verlies mijn doel niet uit het oog: ik hoop dat ik mijn docentschap nog rijker en waardevoller voor mijn studenten kan maken.’ O

Folia 01 | 7

Folia 01.indd 7

23-06-2008 19:23:31


eerstejaars

Supergezellig! Door Floor Milikowski

foto’s: Won Tuinema

Het eerste jaar van een studie is misschien wel het moeilijkste. Je moet je weg vinden binnen de universiteit en de stad. Je begint een nieuw leven en je krijgt nieuwe vrienden. Daarbij moet je ook nog keihard studeren. Zes eerstejaars vertellen over hun ervaringen.

Bart Appelhof (20), biopsychologie: ‘In het begin vond ik Amsterdam best lelijk. Nu ik de stad beter ken, vind ik het hier steeds leuker. Het Oosterpark is erg leuk en ook de buurt bij het Roeterseiland is mooi. Maar het toeristische centrum vind ik niks. Zelf woon ik sinds een paar maanden in het centrum van Diemen, antikraak. Dat is lekker dichtbij het Science Park. Daarvoor heb ik een halfjaar in Utrecht gewoond en daarvoor bij mijn ouders. Eigenlijk viel het vinden van een kamer best mee. Ik heb twee weken intensief gezocht op kamernet en toen had ik dit. De opleiding biopsychologie is wel anders dan ik had verwacht. Je bent vaak in het laboratorium. Ook het werk dat je er later mee kunt doen, is meestal labwerk, en daar ligt niet speciaal mijn ambitie. Het hoogtepunt van mijn eerste jaar was de liftwedstrijd met studievereniging Congo, een jaarlijks evenement. We moesten naar Kroatië liften. Na twintig uur was ik met mijn groepje in Italië, vlakbij de bestemming, maar toen bleek dat je in Italië niet mag liften. We moesten helemaal omrijden en waren er uiteindelijk pas na 48 uur.’

C Céline van der Flier (18), eeconomie en bedrijfskunde:

Alexander Gorkovoi (20), rechten: ‘Ik ben bang dat ik volgend jaar geen student meer ben aan de UvA. Het eerste halfjaar heb ik eigenlijk niets gedaan, ben ik bijna niet op de faculteit geweest en heb ik dus helemaal geen punten gehaald. Om te mogen blijven heb je veertig van de zestig punten nodig. Met dertig punten mag je voorwaardelijk door, maar dan moet je na het tweede jaar wel alle eerstejaarsvakken hebben gehaald. Ik ben sinds zes weken hard aan het leren. Ik heb net een tentamen conflictbeslechting gehad. Een leuk vak, een beetje rechtsfilosofisch, dat ligt me wel. Over dat tentamen heb ik een goed gevoel. Binnenkort volgen er nog drie, dus het kan nog wel. Maar het wordt moeilijk. Natuurlijk wist ik vooraf dat ik punten moest halen om niet weggestuurd te worden, maar het echte besef is een beetje laat gekomen. Je bent net van school, wilt genieten van je vrijheid. In het begin kreeg ik te maken met veel nieuwe dingen, zoals het vinden van een huis, lid worden van een vereniging en natuurlijk de universiteit. Dat alles heeft de nodige tijd gekost. Maar het was wel erg leuk. Het gevolg zou wel kunnen zijn dat ik verder moet aan de VU. Hoewel ik daar op dit moment nog niet van uitga.’

‘M vader en mijn broers zijn allemaal ‘Mijn aaccountant. Eerst dacht ik dat ik daarom juist een andere kant op wilde. Maar nu ju weet ik zeker dat ik ook accountancy als w aafstudeerrichting kies. Zij kunnen me helpen. Bovendien kan ik bij mijn vader h werkervaring opdoen. Het moeilijkste het w aafgelopen jaar vond ik de zelfdiscipline. We hadden maar weinig uren college. Elke W week had ik wel een of twee dagen vrij. Dan w gingen mijn broers iets leuks doen, en was g mijn eerste reactie om mee te gaan. Maar m eeigenlijk moest ik dan studeren. Want als je wacht tot het tentamen vlakbij is, ben je eecht te laat. Dat heb ik wel gemerkt. Aan het begin van het jaar heb ik nog getwijfeld of b iik wel de juiste opleiding had gekozen. Ik vvond ook lang niet alle vakken even boeieend. Management en organisatie bijvoorbeeld interesseert me niet. Ook omdat ik b ttoch al weet dat ik daar later niet veel aan heb. Maar financial accounting is juist weer h heel leuk. Een beetje boekhouden. Daar hou h iik wel van. Gelukkig ben ik er inmiddels van overtuigd dat economie en bedrijfskunde o mijn studie is.’ m

8 | Folia 01

Folia 01.indd 8

23-06-2008 19:23:33


Gaia Koster (18), geneeskunde: ‘Vorig jaar ben ik uitgeloot, dus ik was erg blij dat ik dit jaar kon beginnen. Het eerste jaar was echt hartstikke leuk, en dat kwam voor een groot deel door de studievereniging Mfas. Al in het introductieweekend in Drenthe heb ik me aangemeld voor de barcommissie die de kroeg in het AMC beheert. Elke donderdag sta ik nu achter de bar, erg gezellig. Bovendien leer je via de vereniging veel andere studenten kennen, en dat maakt het studeren echt stukken leuker. In het begin van het jaar had ik problemen met leren. Dan moesten we voor een tentamen een boek van duizend pagina’s kennen. Eerst snap je niet goed wat ze willen dat je precies leert. Maar dat heb ik inmiddels onder de knie, en ik haal gewoon mijn punten. Ik kom uit Amsterdam en woon nog bij mijn ouders, vlakbij het centrum. Voorlopig hoef ik daar niet weg. Het bevalt me prima zo. Het is wel gek dat ik mijn klasgenoten die ook aan de UvA zijn gaan studeren nog maar weinig zie. Iedereen gaat toch iets anders doen. Je bouwt allemaal een nieuw leven en een nieuwe vriendenkring op.’

Anne Heijmans (20), psychologie ‘De studie is een stuk makkelijker dan ik had verwacht! Er zijn veel dingen die je gewoon moet leren. Echte feitenkennis, zoals hersenstructuren, niet heel uitdagend. Maar dat schijnt in de volgende jaren wel beter en dus leuker te worden. Ook het aantal contacturen houdt niet over. Gemiddeld waren het er, denk ik, tien per week. Het ene blok iets meer dan het andere. Dat vergt veel zelfdiscipline, want je moet natuurlijk wel leren. Dat is in het begin een beetje verraderlijk. Ik ben al snel actief geworden bij onze studievereniging, VSPA. Daar zit ik in de congrescommissie en de buitenlandse reiscommissie. Ook ben ik mee geweest op een aantal weekends. Dat maakt het studeren erg leuk, zeker ook omdat we maar weinig college hebben en veel vrije tijd. Dan spreek ik af met vrienden, gaan we wat drinken. Van de chaos aan de UvA waar je weleens over hoort, heb ik weinig gemerkt. Ja, in het begin was het soms onduidelijk waar ik heen moest voor een college of tentamen. Maar verder is het best goed geregeld.’

Tosh Koevoets (18), geschiedenis ‘Op de middelbare school was geschiedenis altijd al een van mijn favoriete vakken. Ik hou van de manier waarop je bij dat vak naar de wereld en de maatschappij kijkt. Toch heb ik op school een bètaprofiel gekozen om ook de mogelijkheid open te houden om iets technisch te gaan doen. Vorig jaar heb ik een jaar natuurkunde gestudeerd, maar dat beviel niet. We waren met bijna alleen maar jongens! Dan kwamen we de collegezaal uit en stond er een groep psychologiestudenten te wachten om naar binnen te gaan. Zoveel meisjes! Toen dacht ik dat natuurkunde toch niet helemaal de juiste keuze was. Geschiedenis vind ik tot nu toe erg leuk, en dan vooral moderne geschiedenis. Ik denk ook dat ik dat vak als afstudeerrichting kies. Daarna wil ik nog de master journalistiek doen. Inmiddels woon ik bijna twee jaar in Amsterdam en voorlopig wil ik hier zeker blijven. Ik ben opgegroeid in de Betuwe, en dan is Amsterdam echt een grote stad. Eerst heb ik een tijdje in de Spuistraat bij een vriend gewoond. Nu woon ik in een van de containers in Noord. Het was even wennen, maar met het mooie weer laatst kwam ineens iedereen naar buiten en was het supergezellig!’

Folia 01 | 9

Folia 01.indd 9

23-06-2008 19:23:36


0Q [PFL OBBS WFSEJFQJOH

maakt werk van je studie! Ben jij op zoek naar een leuke bijbaan naast je studie? Of ben je bijna klaar met studeren en weet je niet goed waar je moet beginnen?

Ga dan naar StudiJob Uitzendbureau! 4UVEJ+PC CFNJEEFMU WPPSOBNFMJKL TUVEFOUFO FO BGHFTUVEFFSEF BDBEFNJDJ PQ LFOOJTCBOFO EJF BBOTMVJUFO CJK EF TUVEJF 4UVEJ+PC IFFGU PQESBDIUHFWFST CJOOFO IFU POEFSXJKT [PXFM )#0 BMT 80 EF [BLFMJKLF EJFOTUWFSMFOJOH WPPSBM NJEEFO FO LMFJOCFESJKG TUJDIUJOHFO FO HFNFFOUFMJKLF FO PWFSIFJET JOTUFMMJOHFO %BBSEPPS JT FS BMUJKE FFO CSFFE BBOCPE BBO WBDBUVSFT

%F UIFPMPHJTDIF ยฐXFOEFยฑ JO EF ยนMPTPยนF WBO "VHVTUJOVT *O IFU TQBOOJOHTWFME WBO IFU BOUJFLF JEFBBM WBO HFMVL FVEBJNPOJB BMT EPFM FO EF WFSWVMMJOH WBO FFO SFEFMJKL MFWFO JO EF ยบMPTPยบF FOFS[JKET FO EF PONBDIU PN EBU EPFM WJB EF NJEEFMFO WBO EF ยบMPTPยบF UF CFSFJLFO BOEFS[JKET WFSLFOEF "VHVTUJOVT PQ IFU CSFVLWMBL WBO UJKEFO OJFVXF XFHFO 1SPG ES 3VEJ UF 7FMEF CJK[POEFS IPPHMFSBBS ยบMPTPยบF WBOXFHF EF 3BECPVETUJDIUJOH HFFGU JO IFU F TFNFTUFS DPMMFHFT PWFS "VHVTUJOVT FO [JKO QMBBUT JO EF MBBU BOUJFLF XJKTCFHFFSUF

8BOOFFS F TFNFTUFS WSJKEBH VVS WBOBG TFQUFNCFS 8BBS XPSEU OBEFS CFLFOE HFNBBLU WJB TFDSFUBSJBBU BGEFMJOH 8JKTCFHFFSUF 4UVEJFMBTU &$54 0OEFSEFFM WBO #BDIFMPS 8JKTCFHFFSUF

#FO KJK NJOJNBBM V QFS XFFL CFTDIJLCBBS CJOOFO LBOUPPSUJKEFO 4DISJKG KF EBO TOFM JO CJK 4UVEJ+PC 6JU[FOECVSFBV WJB XXX TUVEJKPC OM +F XPSEU PQ LPSUF UFSNJKO VJUHFOPEJHE WPPS FFO QFSTPPOMJKL JOUBLFHFTQSFL

.FFS JOGPSNBUJF WJB EPDFOU UFM FNBJM S B UFWFMEF!VWB OM PG WJB PO[F XFCTJUF XXX SBECPVETUJDIUJOH OM DPMMFHFT "BONFMEFO CJK TFDSFUBSJBBU WBO EF BGEFMJOH 8JKTCFHFFSUF 6 W " UFM

+F LVOU OBUVVSMJKL PPL NFUFFO SFBHFSFO PQ FFO WBO EF BDUVFMF WBDBUVSFT EJF PQ EF[F XFCTJUF TUBBO t 4UVEJ+PC JT HFPQFOE WBO VVS t 7PPS NFFS JOGPSNBUJF LVO KF PPL CFMMFO OBBS t XXX TUVEJKPC OM

Folia 01.indd 10

SPAANS LEER JE BIJ ANIMO ACADEMIA DE ESPAร OL

Cursussen in Amsterdam en Spanje Bel 020-6752293 of kijk op www.spaans-bij-animo.nl voor alle informatie.

23-06-2008 19:23:40


hotspots

De mooiste plekken van Amsterdam Dappermarkt (5) Westerpark (1) Vergeet het Vondelpark: het Westerpark is the place to be. Je kunt er prima picknicken, barbecueën, de kinderboerderij bezoeken en hardlopen. Midden op het terrein ligt de Westergasfabriek. In dit oude fabriekscomplex zitten eet- en drinkgelegenheden, ateliers en een bioscoop voor Nederlandse en arthouse-films. Er zijn geregeld feesten, culturele manifestaties, en in de zomer zijn er openluchtconcerten met grote namen als Radiohead en Massive Attack. www.westergasfabriek.com

Ga een of twee keer per week naar de Dappermarkt, en je wilt nooit meer naar de supermarkt. Je vindt er Volendamse visverkopers, Turkse pizza- en broodbakkers, Marokkaanse olijvenverkopers en Aalsmeerse bloemisten. Bonus- of hamsterkorting mis je geen moment; alles is namelijk spotgoedkoop. En de humor krijg je er gratis bij. Dapperstraat, maandag tot en met zaterdag 9.00-17.00 uur

Noordelijke Jordaan (2) Tussen de Rozengracht en de Brouwersgracht ligt een van de leukste plekken van de stad: de noordelijke Jordaan. Aan de grachten vind je terrassen aan het water en in de kleine straatjes prima (eet)cafés. Ook zijn er veel leuke winkeltjes, terwijl het hier minder druk is dan in de Negen Straatjes in de zuidelijke Jordaan. De beste appeltaart wordt geserveerd bij café Winkel, aan de Noordermarkt (op zaterdag biologische markt en op maandag snuffelmarkt).

Hortus (6) Vierduizend vrolijke, tuttige kleine of angstaanjagend grote of oude planten. Prima plek voor een date of het lezen van een boek. Bij mooi weer op het terras (ze serveren heerlijke taart), als het regent in de woestijn- of tropische kas. Entree € 7,-; jaarkaart € 23,-. Plantage Middenlaan 2a

Edel (3) Het ‘beste’ terras van Amsterdam. Het café is gevestigd in een voormalige school. Op het ruime terras aan de waterkant van de Postjesweg heerst paradijselijke rust. En dat in een van de drukste straten van Amsterdam-West. Betaalbare kaart en vriendelijke bediening (uniek in Amsterdam!). Postjesweg 1, www.edelamsterdam.nl

foto’s: Won Tuinema

Athenaeum Boekhandel (4)

Folia 01.indd 11

Geen ‘top 10’-rommel in het gangpad, geen eindeloze roltrappen voordat je bij dat ene boek bent, maar degelijke kwaliteit, rustige hoekjes, aardig en kundig personeel, en vooral heel veel boeken. De enige Amsterdamse boekenwinkel met een redelijke collectie Franse literatuur, goede kunst- en geschiedenisafdeling, en als bonus nog een tijdschriftenafdeling met kranten uit de hele wereld. Studentenkorting. Spui 14-16

Club 8 (7) De hotste club van dit moment, in stadsdeel De Baarsjes. De nieuwste electro of indie, terug naar de jaren negentig of uit de kleren voor de Burlesque FreakOut. Achteraf checken in de fotogalerie op de site of je in the picture staat. Behalve dansen kun je er ook eten, poolen en sportwedstrijden kijken. Admiraal de Ruijterweg 56, www.club-8.nl

Folia 01 | 11

23-06-2008 19:23:40


g we sd ijk iem

em

nR

eH

we

g

va

uw

Ne v

eritaw

Ms .

Nie

eg

Kla

A10 E22

zen

we

g

8 9

AMSTERDAM

Einsteinweg

pro

Spaarndamm Transforma

erdijk

torweg

Tasmanst

raat

Het IJ

oksdij

Westerpark

rd Weste

Houtm

anka d

e

1

k

Nassauplein

Haarlemmerweg

Haarlemmerweg

De

rsg

cht

al rgw

at tra

ade

Geld

Wa rm

ersek

oe

ak mr Da Rokin

gw al bur iers

Jod

ven

enb

Klo

ree stra at Waterlooplein

enb

k Val

Mu

ide

rs

Stad

hou

14

Prinseng

racht

ht rsgrac

Keize

traat

Kerks

ade

de

erka

houd

aat

oustr

rd D

Gera

Ee

at

stra

een

n St

Ja rste

ldijk

Ferdinand Bolstraat

Amste

Stad Ruysdaelkade

D

ir e La

9

Hobbemakade

at

stra

rle Bea Van

eweg

lveens

at

tra esss

ht

ngrac

Prinse

derk

Weteringschans

Surinameplein

erstr

m

Amste

Folia 01.indd 12

rik

sp Wee

de

auka

at tra Ke ize Ke rsg r rk str acht aa t

Vijzelst raat

Nass

Hoofdweg

12 | Folia 01

nd

es

ids

Le

Vondelpark

A10 E22

He

Amstel

rtoo

Ove

ss

jds ezi uw Nie t

10 3

Kalverstraat

Spuistraat

Spui

Kink

7

4

t ach

Postjesweg

Cornelis Lelylaan

Voo r

Prin raa erst

ins

Dam

r

dsg

Elan

Pr

Nieuwmarkt

aat

str

lercq

De C

ijk

at

ed

at

ijterweg

Beatrixpark

Raadhuisstra

aat

nstr Roze

l de Ru

Admiraa

Ze

at

Galenstra

eszenstra Reinier Cla

weg

Hoofd

Jan van

Erasmuspark

13

bu

sen

Keiz

gra

ers

cht

gra

aans

auka

Lijnb

de

ka

Nass

rik

nd

grac

de

He

ht

ins

g

erwe

omm

en L

ht

Pr

Bos

de

rac

2

Centraal station

rka

we

yte

ou

Ru

Br

an

rba

tuu

Cein

Sarphatipark 23-06-2008 19:23:47


eg

orn

ard erw

laa

n

eu wa

enw

Le

eg Nie

Wa dd en w

uw e

eg

roz

beeld: Bas Kocken/Won Tuinema

Ijdo

g Rin oor g-N

we d

laan orn Ijdo

Flora park

A10 E35 W.H. Vliegenbos

g

ewe

erze

IJ tunnel

Zuid

12

De Ruyter

Zu

ide

rze

ew

eg

kade

Piet Hei

dr

ikk

ad

e

Ka

aat

Oos

ten

n

6

laa

ide

rstr

aat

eP ark

Mu

g

ur

nb

tte

str

ger

bur

ken Val

Piet Heintunnel

at

ra

st er

tag

Pla

Pla n

nta

ge

Mid

den

bur

ger

gra

cht

n

sp Wee a erstr

Ma

5Borneos

de

a

sk

it ur

traa

Zuiderzeeweg t

straa eaus

Linn

at

Javastraat

t

Amsterdam Muiderpoort

aat

Insulindeweg

straa

inden

n Sw

1e va

t

ritsk

Mau

chstr

enba

Wijtt

ade

11

Zeeburgerdijk

Artis

laa

Timorplein Javaplein

eg

en

Flevow

sH

Panamalaan

rin

IJ tunnel

nkade

Flevopark

Oosterpark

utstr aat

k t ldij

Wiba

A10 E35 Folia 01 | 13

g

we

en

dd

Mi

Folia 01.indd 13

23-06-2008 19:23:48


hotspots

De mooiste plekken van Amsterdam Jongeheerenborrel (12) IJ-hallen (8) Ouderwetse vlooienmarkt. Elk eerste weekend van de maand staan er in de IJ-hallen in Amsterdam-Noord honderden en honderden kramen vol tweedehands spullen. Hulde aan wie het lukt op één dag al die kramen te bekijken! Laat je niet afleiden door de drukte, maar probeer net als de duizenden andere bezoekers om tussen alle rommel voor een prikkie die ene Gouden Vondst op de kop te tikken. Neveritaweg 15, www.ij-hallen.nl

Een club voor ‘jonge heeren die andere jonge heeren leuk vinden’ in café De Schreierstoren. Al te openlijk homo zijn is hier niet de bedoeling. Ideaal dus voor jongens die (nog) in de kast zitten. De Jongeheeren komen geregeld bij elkaar voor een ‘chique maar informele’ borrel en om te netwerken. Kledingvoorschriften zijn er niet echt. ‘Met casualsmart zit je altijd goed.’ Lidmaatschap € 25. Prins 94-95, http://jongeheerenborrel.hyves.nl ins Hendrikkade end ikkade 94 95, http://jongehee enbo el.hyves.nl

Eerste van der Helststraat (9) Het Quartier Latin van Amsterdam. Talloze leuke cafés, restaurants en terrassen, met keukens van over de hele wereld, alles prima betaalbaar. Vooraf kun je nog even over de altijd gezellige Albert Cuypmarkt struinen of relaxen in de groene oase van het Sarphatipark.

Voetboog- & Handboogsteeg (10)

De Cockring (13) Alleen voor mannen, maar wie er niet tegen kan dat er naakte mannen on stage staan te dansen (aanraken mag soms), moet wegblijven. Opzienbarend zijn de special interest-middagen. Elke eerste zondag van de maand is er een safe seksmiddag (naakt) en elke derde zondagmiddag van de maand is er een feest met en voor heren met een fors geslachtsdeel c.q. heren die daarin zijn geïnteresseerd. Warmoesstraat 96, www.clubcockring.com

Deze twee stegen tussen de Heilige Weg en het Spui zijn het kloppende hart van de Amsterdamse studentenwereld. Je kunt voor een schappelijke prijs eten in het Pakhuis en bij De Schutter (pas op voor de theezakjes). Dansen doe je bij Dansen bij Jansen of Meander, en borrelen bij De Havelaar of in de corpskroeg Nota Bene. In de Voetboogsteeg zit de beste friettent van de stad (pas op: vergis je niet, in de andere steeg zit ook een snackbar).

Studio K (11) Het complex is gesticht door oud-medewerkers van filmhuis Kriterion aan de Roetersstraat. In het gerenoveerde gebouw van de oude ambachtsschool vind je twee bioscoopzalen, een theaterzaal, een podium en een bar-restaurant. Er is ook een fijn, zonnig terras. Studio K streeft ernaar om verantwoord te ondernemen. Wat niet betekent dat de prijzen van het eten en drinken hoog liggen. Integendeel. Timorplein 62, www.studio-k.nu

Folia 01.indd 14

Sappho (14) Dit café, vernoemd naar de Oud-Griekse dichteres van het eiland Lesbos, organiseert al jaren de grootste vaste vrouwenavond van Amsterdam. Mannen zijn welkom, maar alleen onder begeleiding van een vrouw. In Sappho draait het niet om vrije seks maar om kunst en cultuur. Er zijn comedy-avonden, muziekavonden, open singer/songwriters-avonden en maandelijks wisselende tentoonstellingen van bekende of (nog) onbekende kunstenaars. Vijzelstraat 103, www.sappho.nl

23-06-2008 19:23:48


Blijf uit de dode hoek!

Kijk voor meer informatie op www.dodehoek.nl

Daar kun je mee Folia 01.indd 15

komen 23-06-2008 19:23:55


‘Authentiek, maar ook een beetje r Door Katja Kreukels

De Oudemanhuispoort is verweven met de stad, de geschiedenis van de UvA en de rechtenfaculteit. Eerstejaarsstudenten krijgen er tijdens de Entreeweek hun vuurdoop. Sinds 1881 staat Minerva fier op haar voetstuk midden in het plantsoen van de Oudemanhuispoort, waar volgens ingewijden in de lente liefdes opbloeien. Wie goed kijkt, ziet dat er in het beeld van de godin van het verstand en de vindingrijkheid een barst zit. Bij de introductieweek in 1972 demonstreerde een aantal studenten tegen de verhoging van het collegegeld. Een student klom heldhaftig op het borstbeeld om het bord ‘1000 gulden nooit’ om haar nek te hangen, memoreert Jurjen Vis in De Poort, een historisch overzicht dat uitkwam bij het vierhonderdjarige bestaan van de Oudemanhuispoort. Het liep niet goed af. De student viel achterover in het rozenperk met vijfhonderd kilo Minerva op zijn linkerbeen. Haar helmkam brak en zijn onderbeen was verbrijzeld. De Oudemanhuispoort is het oergebouw van de Universiteit van Amsterdam. De Agnietenkapel, waar de universiteit vanaf 1632 zetelde, werd in de negentiende eeuw voor de meer dan vierhonderd studenten te klein. De Poort, waarin sinds 1855 het museum van bankier en kunstverzamelaar Adriaan van der Hoop zat, bood meer vierkante meters voor de groeiende universiteit. In oktober 1880 gingen de studenten ‘hun nieuwe Academie’ in bezit nemen. Het monumentale gebouw transformeerde van een rustiek oord voor kunstliefhebbers naar het episch centrum van de universiteit. ‘Vroolijke troepjes doorkruisten het geheele gebouw, werpen een kritischen blik in de toekomstige collegezalen of verzamelen zich in de koffie-

kamer’, zijn de eerste indrukken van studenten van het Amsterdamsch Studentencorps, zo is te lezen in De Poort. SPEKKLUIFJES

Honderd jaar later, in het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw, als de universiteit explosief groeit, nieuwe panden inlijft en het College van Bestuur naar het Maagdenhuis verhuist, is de Oudemanhuispoort moedergebouw af. Alleen de juristen blijven er. Toch staat voor veel eerstejaars ‘voor het eerst door de Poort gaan’ symbool voor het begin van hun studentenleven. Nog elk jaar is deze stadsoase een van de verzamelpunten tijdens de Entreeweek van de UvA. Ook communicatiemedewerker Heleen van Galen van de rechtenfaculteit beleefde hier in 1980 haar introductieweek. Zes jaar geleden verhuisde ze van de centrale afdeling voorlichting in het Maagdenhuis naar de Poort. ‘Ik ben weer een beetje terug bij mijn roots. Ik kom uit een juridisch nest. Mijn moeder en mijn broer hebben hier allebei rechten gestudeerd. Inmiddels ben ik ook aangestoken en begonnen met een verkorte bachelor.’ Van Galen is verknocht geraakt aan haar nieuwe werkplek. ‘Het is een gebouw met karakter. Authentiek, maar ook een beetje rommelig: dat past bij de UvA.’ De historische uitstraling heeft het complex vooral te danken aan de buitenkant. Eigenlijk herinneren alleen de classicistische gevels van het binnenhof en de overdekte poort nog aan de begintijd – 1602. Toen opende

het oudemannenhuis zijn deuren voor de eerste bewoners. Veel mensen konden nauwelijks geloven dat dit mooie gebouw, opgetrokken in een voormalige kloostertuin, bestemd was als laatste rustoord voor arme ouderen, onder wie, zo bleek later, meer vrouwen waren dan mannen. Binnen de muren, schrijft Jurjen Vis, heerste bijna 230 jaar lang de orde en regelmaat van een klooster. Na de klok van half tien moest elk vuur en licht gedoofd zijn, en als je zonder verlof de maaltijd verzuimde, werd je zes weken van tafel verbannen. Zo kon je spekkluifjes met rapen of karnemelksbrij met zoute vis mislopen. De naam Oudemanhuispoort overleefde vreemd genoeg de geschiedenis. Of het gebouw nou onderdak gaf aan bejaarde vrouwen, cholerapatiënten, museumbezoekers of studenten. De gemeenteraad waagde in 1881 nog een poging de Oudemanhuispoort om te dopen tot Universiteitsstraat. Maar het voorstel werd met twintig tegen zeven stemmen verworpen. DIEPTEREINIGER

In een gang met een marmeren vloer en een sierlijk bewerkt plafond bevindt zich de werkkamer van Heleen van Galen. ‘Chic, hè! Zo hoort dat ook bij voorlichting’, lacht de communicatiemedewerkster. Maar achter haar deur ontbreekt de franje. Daar bevindt zich een kleine gehorige kamer met muren van gipsplaat en luxaflex voor de ramen. ‘In de zomer is het hier bloedheet’, vertelt ze. ‘Het gebouw is nooit als kantoorgebouw neergezet. Daardoor is het niet

16 | Folia 01

Folia 01.indd 16

23-06-2008 19:23:56


foto’s: Jeroen Pool

rommelig’

erg praktisch. Er zijn veel vierkante meters, maar er is weinig ruimte in de kamers, terwijl de collegezalen onhandig groot zijn.’ Het is ook een beetje shabby. ‘De ramen tochten, en de vieze geur op de wc’s krijg je zelfs met dieptereinigers niet weg.’ Toch werkt iedereen hier graag, benadrukt Van Galen. ‘Er wordt wel gemopperd, maar de meeste medewerkers willen absoluut niet verhuizen naar het Roeterseiland. Dit gebouw is verweven met de stad, de geschiedenis van de UvA en inmiddels ook met de faculteit rechten. Het roept veel emoties op.’ Of het nou echt een thuis is voor studenten, weet Van Galen niet. ‘Daarvoor zijn er, denk ik, te weinig ontmoetingsplekken. Studenten lopen hier vooral college.’ Dat is weleens anders geweest, schrijft Jurjen Vis. Er waren studenten van de Academie voor Beeldende Kunsten (1836-1869) die het gebouw als hun huis beschouwden. Ze verbleven er tot de schemering inviel, en rookten sigaren en dronken jenever. De orde was soms moeilijk te handhaven. In 1862, tijdens het schilderen van een naaktmodel, besmeurden de studenten de deuren en wanden met verf en vernielden zelfs een deel van de meubels. V E R D WA L E N

Van Galen voelde zich pas echt thuis in de Poort toen ze er niet meer verdwaalde. ‘Ik ging met opzet ingewikkelde routes nemen om de weg te leren kennen. Niet dat het gebouw zo groot is, maar er zijn in de loop der tijd zoveel panden aan elkaar vastgeplakt dat

je hier gemakkelijk de weg kwijtraakt. Je kunt bijvoorbeeld niet zomaar van de derde verdieping van het G-gebouw doorsteken naar het A-gebouw. Met bewegwijzeringsbordjes proberen we de eerstejaars een beetje te helpen.’ Van Galen, die inmiddels alle sluiproutes en geheime doorgangen kent, werpt zich op als gids. We wandelen door lage kantoorgangen met systeemplafonds en linoleum vloeren, staan in de nok van het gebouw onder een houten zolderdak en dalen af naar de ruime studiezaal in de kelder. Af en toe duikt de jaren-zeventigkleur oranje op en gaan witte muren over in baksteen. Veel monumentaals is er niet meer. Maar er zijn wel verborgen schoonheden, vertelt Van Galen. Trots laat ze de wandschildering zien die Peter Alma, bekend van de reusachtige muurschildering op het Amstelstation, hier begin jaren vijftig in het trappenhuis aanbracht. ‘Als je deze houten treden beklimt, volg je de geschiedenis van de wetenschap.’ SLOPERSHAMER

De Poort is in de loop van haar ruim vierhonderdjarige bestaan vaak vertimmerd en verbouwd geweest. De eerste grote verbouwing vond plaats in 1754. Toen werd het rusthuis helemaal afgebroken, opnieuw opgetrokken en de overgang tussen de burgwallen overdekt. De laatste grote verbouwing begon in 1960 en duurde twintig jaar. Nieuwbouw en uitbreiding waren onvermijdelijk, vertelt Ruud Bleijerveld, voormalig secretaris van de UvA en in de jaren tachtig en

negentig voorzitter van de commissie huisvestingsbeleid. De babyboomers waren in aantocht en de studentenbevolking zou explosief groeien. In 1965 zou de teller doorslaan naar 12.000 studenten. De sloophamer werd niet geschuwd. ‘Het was erg ingrijpend’, erkent Bleijerveld. ‘Monumentale ruimten als de aula en de senaatskamer zouden volgens onze huidige maatstaven niet zomaar afgebroken worden. Maar de universiteit had niet heel veel geld en de eisen waren lager.’ Op dit moment is het gebouw geen visitekaartje meer van de universiteit, vindt de oud-bestuurder. ‘Van buiten is het mooi, maar van binnen een ratjetoe aan stijlen.’ Gelukkig is er verandering op komst. Langzaam dan. Bleijerveld: ‘Een architectenbureau is tien jaar geleden aan het werk gezet door de UvA om meer eenheid te creëren in De Poort.’ En dat is niet het enige plan. ‘De UvA wil ook de indeling efficiënter maken. Bijvoorbeeld door de brede trappenpartij in de hal weg te halen en een extra ingang te maken aan de kant van de Slijkstraat om de doorstroming van studenten beter te regelen.’ Maar voorlopig hoeven de juristen hun nest nog niet te verlaten. Bleijerveld: ‘Eerst moet de UvA klaar zijn met het gebouw in de Watergraafsmeer voor de natuurwetenschappers, en dan gaat het Roeterseiland op de schop. Ik zeg 2015.’ O Het boek De Poort: De Oudemanhuispoort en haar gebruikers 1602-2002 van Jurjen Vis is voor €2,50 te koop bij de onderwijsbalie van de rechtenfaculteit.

Folia 01 | 17

Folia 01.indd 17

23-06-2008 19:24:00


essay

DOOR MARITA MATHIJSEN Kropsla en savooiekool De supermarkt als verklikker van veranderingen in de maatschappij

H

et zal je maar overkomen. Ik word teruggezet naar het jaar 1968, maar ik behoud mijn kennis van 2008. Ik moet afstand doen van mobiele telefoon, van de cholesterolverlager, van internet, van de hoogrendementsketel, van de hybride Toyota, en ik ben terug in de maatschappij van mijn moeder. Ik ben twintig en ik ga naar de supermarkt. Supermarkt? Toen ik in Amsterdam ging studeren, eind jaren zestig, was er maar één supermarkt: Galeries Modernes, in de Reguliersbreestraat. Albert Heijn was nog een buurtwinkel. Een medestudente wees me op Galeries Modernes: als je tot vijf uur college hebt, kun je daar nog gauw alle boodschappen doen. Ze hebben er zelfs vlees, zei ze. Ik ga boodschappen doen voor het avondeten. Ik heb niet veel in huis, dus op mijn lijstje staan aardappelschijfjes, rucola, olijfolie, toiletpapier, koffiepads, tandpasta whitener, en dat soort zaken. Bij de groenteafdeling, geen zelfbediening, is maar één soort sla te krijgen: kropsla. Niet gewassen, niet voorverpakt; gewoon een reusachtige krop gifgroene sla, waarin ik nog slakken vermoed en zand. Hij is duur, zegt de groenteboer, want de sla is uit de kas. Hij heeft ook zuurkool uit het vat, prei, selderijknol en vele soorten kolen: savooiekool, witte kool, groene kool, spitskool, rode kool, boerenkool. Ik koop een krop sla en een savooiekool, al weet ik niet hoe ik savooiekool moet klaarmaken. Kant-en-klare aardappels zijn er niet, de groenteboer lacht een beetje scheef als ik ernaar vraag. ‘Ik kan wel wat grote aardappels voor u uitzoeken als u niet van schillen houdt’, zegt hij. Ik koop een kilo bintjes die al een beetje beginnen uit te lopen. Dan loop ik naar de slagerij. Er hangt een doorgesneden varken aan de haak. Als ik een ons ham vraag, wordt een ham ter plekke voor me op de snijmachine vastgezet. De slager vraagt hoe dun ik de plakken wil hebben. Met de hand draait hij het snijwiel aan, vangt de schijven met zijn andere hand op en legt ze op een kartonnetje. Vervolgens bestel ik een karbonade. De slager pakt een hakmes en een hele rib van een haak, en slaat er een dikke plak af. Dan zoek ik naar olijfolie, balsamicoazijn en roomboter. Ik vind een vak vol Blue Band, maar slechts enkele pakjes roomboter. Olijfolie is er niet, alleen Calvé-slaolie, en er is maar één soort azijn: blanke keukenazijn. Ik zoek koffiepads, maar die vind ik niet. Toiletpapier: het is per rol te koop of in een verpakking van vier, beide soorten zijn hard en grauw. Tandpasta: ik kan kiezen tussen Prodent en Colgate, zonder whitener, extra fluor en extra mint. Wel staat de poeder voor kunstgebitten duidelijk zichtbaar voor het pakken. Als ik wil afrekenen, trek ik mijn giropas. Nee, die kennen ze niet. Ik moet betalen met guldens, kwartjes en centen. Een supermarkt is de maatschappij in het klein. Wat er aan veranderingen, tendensen en ontwikkelingen zijn, is daar omgevormd in concrete voorwerpen, in opstellingen, in verborgen boodschappen. Of het nu gaat om grote veranderingen, zoals ontwikkelingen in de sociologische verhoudingen, of kleine, zoals de uitvinding van de wegwerpgasaansteker, het is voor een socioloog de beste plek om de maatschappij te overdenken. Want het gaat om meer dan de grofheid van toiletpapier of het aanbod van olijfolie. Juist het aanbod van diversiteiten, van internationale producten en van luxe, maken het verschil uit tussen 1968 en 2008. De soorten maandverband zeggen iets over de beleving van het vrouwzijn, de beschikbaarheid van condooms

iets over de acceptatie van seksualiteit. Zoals Norbert Elias aan de hand van het gebruik van een zakdoek of een vork de beschavingsmonitor op een maatschappij kon leggen, zo kan de supermarkt dienen als een graadmeter van de normen en waarden van een maatschappij, en dus ook van de veranderingen daarin. Ik zal een aantal opmerkelijke verschillen laten zien door met een karretje door de supermarkt van nu te lopen en die te vergelijken met Galeries Modernes van 1968. Het begint er al mee dat er toen geen karretjes waren, alleen ijzeren mandjes. De hoeveelheid die men kocht, was bescheiden en paste in een mandje. Het was niet bon ton om te laten zien dat je ongeremd kon kopen wat je wilde. De kwaliteit van de producten was belangrijker dan de kwantiteit. Dat manifesteerde zich in bewust koopgedrag. Ook had men meer tijd. Slager, groenteboer, bakker en melkboer werden dagelijks bezocht. Laten we de supermarkt eens relateren aan de vrouwenemancipatie. Wat is er in de positie van de vrouw veranderd? Een van de allergrootste doorbraken van de emancipatie was de pil, die Organon vanaf 1962 op de markt bracht. De geboorteregulering maakte meer dan welk geschrift ook de onafhankelijkheid van de vrouw mogelijk. Suffragettes als Emmeline Pankhurst, feministes als Mary Wollstonecraft, Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs hebben niet zo veel invloed gehad als Organon met zijn Lyndiol, een eerste versie van de pil met een overdosis hormonen die elke A-cup veranderde in een dubbele C. Pas toen de pil was ingevoerd, kon de vrouw werkelijk onafhankelijk van de man worden, kon ze gaan werken en studeren. Het succes van Dolle Mina, van Anja Meulenbelt en Joke Smit is direct te relateren aan Lyndiol. De oprichting van crèches, kinderdagverblijven, overblijfmoeders op school en naschoolse opvang liep parallel aan de invoering van de pil in de maatschappij. Baas in eigen buik: het werd gerelateerd aan het recht op abortus, maar eigenlijk was die voor domme meiden, die nog niet geëmancipeerd genoeg waren voor de pil. De vrouw in de marge van de maatschappij, slechts op de wereld om kinderen te baren en op te voeden, en dienstbaar te zijn aan de man, werd een karikatuur, al duurde het vele jaren voor zij verdween en hier en daar bestaat zij nog. Hoe zien we de emancipatie terug in de supermarkt? De verruiming van de openingstijden is erop terug te voeren. Weliswaar werd pas in 1995 een wet aangenomen die de avondopenstelling mogelijk maakte, maar die heeft wel degelijk met de emancipatie te maken. Ik herinner me zelf nog maar al te goed het gejacht om vóór zes uur de boodschappen in huis te hebben. Nu kan de

Het toegenomen kennisniveau van de maatschappij weerspiegelt zich op de etiketten. De consument wil weten en krijgt te weten wat hij koopt vrouw rustig doorwerken tot ze klaar is en daarna de boodschappen gaan doen. Dit is niet het enige wat laat zien dat de werkende vrouw de maatstaf is geworden in de supermarkt. De supermarkt speelt ook in op de behoefte van vrouwen om korter in de keuken te staan. Dat blijkt uit de tientallen kant-en-klare producten. Wie zelf nog zijn sla wast, is hopeloos ouderwets. Het kruiden van vlees is al gedaan en veel groenten zijn voorgesneden. Mijn moeder had nog twee uur nodig om een warme maaltijd te bereiden; nu is dat geslonken tot twintig minuten. De werkende vrouw heeft ook minder tijd voor andere huishoudelijke klussen. Dolle Mina heeft de uitvinding van gemaksproducten voor het schoonmaken bevorderd. Wie had er in 1968 ooit van glassex gehoord of van speciale sticks voor het verwij-

18 | Folia 01

Folia 01.indd 18

23-06-2008 19:24:03


Een volgende grote verandering is de multiculturele samenleving. Ook die is doorgedrongen in de supermarkt. De Indische artikelen van Conimex werden een tiental jaren geleden uitgebreid met producten uit vele landen. De komst van Turken en Marokkanen luidde de internationalisering van gerechten in. Niet alleen couscous, feta en dikke yoghurt kwamen erbij, ook olijfolie, aubergines, ingelegde grote kappertjes, gevulde olijven, curry, inktvis, kokosmelk. In de supermarkt staan Mohammed en Boeddha vreedzaam naast elkaar. Wellicht een geruststellende gedachte: als de integratie in de winkel zo gemakkelijk gaat, zal het in de maatschappij ook wel meevallen – op den duur. Als ik terugga naar 1968 is de buitenlander afwezig. De eerste Turken moeten nog komen, de Surinaamse uittocht heeft nog niet plaatsgevonden. Er zijn in Limburg bij de mijnen en in IJmuiden bij de hoogovens wel gastarbeiders uit Spanje en Italië, maar hun aantal is te gering om invloed uit te oefenen: ze staan buiten de maatschappij. Ze nemen hun eigen voedsel mee of zetten kleine winkeltjes op. De Molukkers die in de vroege jaren vijftig naar Nederland kwamen, werden bewust buiten de samenleving gehouden en in voormalige oorlogsgebouwen ondergebracht. Indische mensen hadden wel eerder enige kleur in de samenleving gebracht; in steden als Den Haag met de vele oud-Indiëgangers waren er speciale winkels voor Indisch eten. Toen de Surinamers rond 1975 naar Nederland kwamen, gebeurde hetzelfde als met de gastarbeiders en de Molukkers, zij het dat zij veel sneller integreerden in de maatschappij. Maar toch bleven ook Surinamers eigen winkels houden waar je kousenband kon kopen. Van een substantiële groep buitenlanders met invloed was rond 1968 geen sprake. De jaren zeventig werden het ik-tijdperk genoemd. Waren de late jaren zestig nog fel op de buitenwereld gericht, dat veranderde na enige jaren. Ik herinner me hoe ongelooflijk oordelend wij waren als studenten. Je was rechts dus fout, je las De Telegraaf en was verdacht, je reed in een andere auto dan een deux chevaux en je was kapitalist, je droeg een pak en je werd uitgesloten. Genuanceerde posities werden niet op prijs gesteld. We waren verbeten moralisten. Dat veranderde na een jaar of tien. Vrijheid blijheid werd het parool, en dat was dan wel een erfenis van de jaren zestig, maar het daarbij horende idealisme en de strijdvaardigheid verdwenen. Het werkwoord ‘cocoonen’ werd uitgevonden. Deze egocentrische instelling is nog ruimschoots voorhanden in de huidige maatschappij. Steeds meer dertigers kiezen voor ‘lekker single’. In het weekend gezellig optrekken met vrienden, met grote gezelschappen feest vieren, eventueel een one night stand, en door de week op jezelf zijn, zonder verantwoordelijkheden behalve heel overzichtelijke op je werk. Je consumeert en je cocoont. De supermarkt speelt op dit leefpatroon in. Bij Albert Heijn kun je steeds meer kleine hoeveelheden kopen. Eenpersoonsporties groente of sla, een klein zakje aardappelen, een biefstuk, een stukje zalm, een bakje kant-en-klaar fruit, een klein dessert, vijftig gram vleesbeleg. Het is niet alleen voor studenten dat de porties verkleind zijn, ook yups die wel kwaliteit maar geen kwantiteit zoeken, worden ermee geholpen. Daarnaast zijn er voor de weekendfeesten de huistapbiervaten uitgevonden, de trays met blikken bier, de tweeliterflessen cola, de grote flessen met mixdrank.

illustratie: Joke de Wolf

deren van kauwgum en stickers; wie had er een afwasmachine met drie-in-één wastabletten? Is de seksuele revolutie ook zichtbaar in de supermarkt? Wis en waarachtig. De generatie van 1968 maakte seks bespreekbaar, pleitte voor vrije abortus en haalde seks uit de taboesfeer. Het is zichtbaar aan wat er vrij aanschafbaar is bij Albert Heijn. Als je vroeger wegwerpverband haalde, fluisterde je je boodschap aan de drogist, die het vervolgens verpakte in bruin papier. Zie nu eens hoe vrolijk de tampons en de pakken Libresse en Always erbij liggen! Geen meisje dat een pakje tampons besmuikt wegstopt onder andere boodschappen. Hetzelfde geldt voor condooms; ze liggen duidelijk zichtbaar bij de kassa of de klantenservice.

In de jaren negentig kwam de milieubeweging sterk op gang. Die was er ook al in de jaren van Dolle Mina en de paarse overall en de geitenwollen sok. Wie herinnert zich niet de baarddragende artistiekeling uit de jaren zestig, rijdend in een lelijke eend, met een zelfgedraaide hasjsigaret tussen zijn lippen, kauwend op macrobiotische boekweit, tofu en rijstkoeken, gerstekoffie en zeewierstroop drinkend en brandnetelsoep slurpend, afkerig van deodorant en shampoo, en dus stinkend en met dof plukkerig haar op zijn vroeg kalende kop? Meestal was dat een leraar. Wat is er van hem geworden? Hij is nu de milieubewuste jonge ouder, die boerderijeitjes voor de kinderen koopt, en ecogroente en biologisch brood. Was je vroeger lid van een sekte en aangewezen op speciale macrobiotische winkels als je milieubewust was, nu is dat gewoon geworden. Het toegenomen kennisniveau van de maatschappij weerspiegelt zich op de etiketten. De consument wil weten en krijgt te weten wat hij koopt. De voedselindustrie staat onder voortdurende controle en is verplicht om de samenstelling van producten openbaar te maken. De consument kan allergievrije artikelen kopen, hij kan kleurstoffen vermijden, calorieën bijhouden. Hij is geen onmondige meer, die wordt bediend door een specialist. Het is ondenkbaar dat de gemiddelde huisvrouw van 1968 met haar lagere-schoolopleiding gevolgd door twee jaar huishoudschool de etiketten überhaupt kon ontcijferen, laat staan de betekenis ervan kon decoderen. Eén grote verandering ben ik op mijn tocht door de supermarkt niet tegengekomen: dat is de teloorgang van God. Er waren geen kerkboeken of devotiekaarsen in Galeries Modernes te koop, en die zijn er evenmin in de mega-Albert Heijn met ondergrondse parkeergarage. God was niet in de supermarkt, en is er niet. Maar nu ik daarover doordenk, klopt dat niet. Wat wordt er namelijk met in onbruik geraakte kerken gedaan? Juist, ze worden omgebouwd tot supermarkten. En wat doet de huidige goegemeente op de dag des Heeren, de dag dat zij vroeger naar de kerk ging? Inderdaad, ze bezoekt de supermarkt. Want die is net als toentertijd de kerk de héle dag open.

m Folia 01 | 19

Folia 01.indd 19

23-06-2008 19:24:03


interview

Wat is wetenschap? Door Nadine Böke

Een eenduidig antwoord op de vraag: Wat is wetenschap?, is moeilijk te geven. Wetenschapsfilosoof Chunglin Kwa: ‘Wetenschap bouwt altijd voort op een bepaalde traditie en er is altijd kennisuitwisseling.’ Het is weer augustus en een nieuwe lading eerstejaarsstudenten staat klaar om zich aan de UvA op de wetenschap te storten. Maar wat is dat eigenlijk, wetenschap? Chunglin Kwa, wetenschapsfilosoof, schreef een paar jaar geleden een boek over dit onderwerp. Het antwoord op de vraag blijkt nog niet zo makkelijk. Zo is onderzoek doen essentieel voor wetenschap, maar bestaat er niet zoiets als één wetenschappelijke methode. Kwa: ‘Wetenschap bestaat niet alleen uit experimentatie, zoals wel wordt gedacht. Je kunt prima wetenschap beoefenen zonder experimenten te doen; niet alle wetenschap komt uit een laboratorium.’ Kwa onderscheidt in zijn boek, in navolging van de historicus Alistair Crombie, zes stijlen van wetenschappelijk onderzoek. Deze stijlen staan volledig los van elkaar, kennen dus geen overlap, maar kunnen wel gecombineerd worden. Binnen elke stijl moet het onderzoek uiteraard aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. De zes stijlen zijn de deductieve, experimentele, analoge, taxonomische, statistische en evolutionaire stijl. ‘De deductieve stijl bestaat uit het logisch redeneren vanuit eerste principes’, legt Kwa uit. ‘Eerste principes zijn dingen die overduidelijk waar zijn, soms zonder dat ze per se zijn te bewijzen. Zo was een van de eerste principes van de wiskundige Euclides dat er tussen twee punten altijd maar één lijn mogelijk is. De puur deductieve stijl is lang de basis van de wetenschap geweest, maar wordt tegenwoordig nog maar weinig gebruikt.’ Wie in bijvoorbeeld de online encyclopedie Wikipedia zoekt op ‘wetenschappelijke methode’, krijgt een beschrijving van wat in feite de experimentele stijl is. Deze stijl bestaat uit het kennis verwerven met behulp van experimenten en observaties. De analoge stijl is gebaseerd op metaforen, het tot dieper inzicht komen in iets door het te vergelijken met een ander fenomeen. Kwa: ‘Zoals de vergelijking trekken tussen een oog en een camera. Of de staat zien als een machine. Zulk denken in analogieën is heel vruchtbaar geweest, het heeft tot allerlei nieuwe vondsten en ideeën geleid.’ De taxonomische stijl heeft te maken met systematiek, het maken van classificaties en indelingen. Zoals het periodiek systeem der elementen, of de indeling van het dierenrijk. ‘Vijfentwintig jaar geleden dacht men dat dit een voorstadium was van wetenschap’, zegt Kwa. ‘Maar wat opvalt, is dat bij het huidige onderzoek er vaak enorme hoeveelheden feiten worden verzameld. Je hebt taxonomie nodig om daar iets mee te doen, om verder te kunnen komen.’ De statistische stijl, oftewel het gebruik van statis-

tiek, wordt vaak gecombineerd met andere stijlen van onderzoek, zoals de experimentele. ‘Maar deze stijl kan ook op zichzelf staan. Het verzamelen en bewerken van gegevens is een onderzoeksstijl op zich’, aldus Kwa. De evolutionaire stijl ten slotte, ook wel de historische stijl genoemd, houdt in dat bepaalde situaties

verklaard worden vanuit een voorafgaande situatie. En ook alleen daar vanuit verklaard kunnen worden, niet vanuit algemeen geldende wetmatigheden. Zelf zou Kwa graag nog een zevende stijl toevoegen aan deze indeling van Crombie: de technologische stijl. ‘Tot 25 jaar terug was technologie iets heel anders

20 | Folia 01

Folia 01.indd 20

23-06-2008 19:24:04


‘Als je nu na je studie gaat werken, is de kans groot dat je moet samenwerken met mensen die iets heel anders hebben gestudeerd dan jij’

Over de vraag wat technologie als wetenschappelijke stijl kenmerkt moet Kwa even nadenken. ‘Wat vooral apart is aan technologie, is dat ingenieurs denken met een tekening. Ze denken ruimtelijk, een idee moet in een tekening te vatten zijn. Ik denk dat die tekeningen technologie kenmerken.’

illustratie: Cees Heuvel

WO VERSUS HBO

dan wetenschap. Er werd toen wel gezegd dat technologie toegepaste wetenschap is. Daar kun je nu niet meer mee wegkomen. Er bestaan tegenwoordig allerlei wetenschappelijke vakgebieden die met technologie te maken hebben; denk maar aan biotechnologie en nanotechnologie.’

Allemaal leuk en aardig, die theorie over stijlen; maar wát maakt universitair onderwijs wetenschappelijk en hbo-onderwijs niet? Of houden hbo-studenten zich ook bezig met wetenschap? ‘Wat een gemene vraag’, lacht Kwa. Na een poosje denken vervolgt hij: ‘Het zit hem er, denk ik, vooral in dat het hbo geen geschiedenis heeft van zelfstandig onderzoek doen. Al is dit wel aan het veranderen. Er zijn sinds een aantal jaar hbo-lectoren bezig het idee van zelf onderzoek doen te verspreiden. Ik denk dat het verschil tussen hbo en wo vooral een kwestie is van mentaliteit. Het zelf willen nadenken, jezelf dingen afvragen, zelf onderzoek willen doen. Dat je een scriptie niet ziet als een opdracht die je moet uitvoeren, maar als een aanleiding om zelf onderzoek te mogen gaan doen.’ Valt wetenschap dus te definiëren als jezelf iets afvragen en hier – op de juiste manier – onderzoek naar doen? Kwa: ‘Niet helemaal. Er komt nog meer bij kijken. Zo is wetenschap geen kwestie van een eenling die zomaar met een creatief idee komt en iets volledig nieuws bedenkt. Wetenschap bouwt altijd voort op een bepaalde traditie en er is altijd kennisuitwisseling. Darwin bijvoorbeeld sloot zichzelf op in zijn landhuisje, waar hij vervolgens dertig jaar onderzoek deed. Maar hij had daarvoor wel op een universiteit rondgelopen en onderhield briefwisselingen met anderen over zijn ideeën. Datzelfde geldt voor alle grote namen uit de wetenschapsgeschiedenis.’ ZEKERE KENNIS

De definitie van wetenschap lijkt ook gedeeltelijk cultureel gebonden te zijn. Engelsen en Amerikanen denken bij het woord science in eerste instantie aan natuurwetenschappen. Engelstalige populairwetenschappelijke bladen gaan vooral over exacte wetenschappen, en Engelstalige personen zullen alfawetenschappen niet snel sciences noemen. Kwa: ‘Het is vooral een begripskwestie. Als je met een Amerikaan in discussie gaat over hoe taalwetenschappelijk onderzoek werkt, zal hij toegeven

dat het een vorm van science is. De kwestie ligt voor een deel aan het woord zelf. Science is afgeleid van het Latijnse woord scientia, dat “zekere kennis” betekent. Er is lange tijd gedacht dat de natuurwetenschappen zekere kennis leveren. En dat andere wetenschappen ook wel kennis leveren, maar van een mindere zekerheid. Vooral in de periode na de Tweede Wereldoorlog werd gehoopt dat de natuurwetenschap de echte, ware kennis zou voortbrengen waarop al het andere gebaseerd kon worden. Die droom is niet uitgekomen. Inmiddels weten we dat natuurwetenschappelijke kennis ook niet altijd absoluut zeker is. Maar die oude betekenis smeult nog lang na. Ook in Nederland hebben de wetenschapsbijlagen van kranten lange tijd vooral over natuurwetenschappen bericht. Dat begint nu te veranderen.’ INTERDISCIPLINAIR DENKEN

Wie nog meer wil weten over de ins en outs van wetenschap, kan vanaf september terecht bij de nieuwe minor wetenschap, technologie en samenleving. Kwa zal binnen deze minor een module verzorgen die ingaat op wetenschapsfilosofie en de geschiedenis van wetenschap. In de andere twee modules worden allerlei kanten van de hedendaagse wetenschap belicht: hoe het wetenschappelijke systeem precies in elkaar zit, wat het proces is van wetenschap bedrijven en hoe de samenwerking tussen wetenschappers werkt. Ook zullen de culturele, politieke en morele kanten van wetenschap aan de orde komen, en de verwachtingen die zij schept in de samenleving. Zou een programma als dit niet standaard onderdeel moeten zijn van elke opleiding? Kwa durft hier geen ‘ja’ op te antwoorden, maar zegt uiteindelijk: ‘Een cursus als deze snijdt door alle vakken heen en levert behalve kennis ook veel algemene ontwikkeling op. Het helpt je niet alleen om op een andere manier naar je vak te kijken, maar ook om meer inzicht te krijgen in andere wetenschappen. Het leert je interdisciplinair te denken. De tijd van specialisten is voor een groot deel voorbij. Als je nu na je studie gaat werken, is de kans groot dat je moet samenwerken met mensen die iets heel anders hebben gestudeerd dan jij. Zelfs als je onderzoek gaat doen. En dan helpt het om een bredere kennis van wetenschap te hebben.’ O Het genoemde boek van Chunglin Kwa heet De ontdekking van het weten. Uitgeverij Boom, €32,50

Folia 01 | 21

Folia 01.indd 21

23-06-2008 19:24:05


#URSUSSEN 4HEATER -UZIEK $ANS "EELDEND &OTOGRAFIE ,ITERATUUR !UDIOVISUEEL $E NAJAARSCURSUSSEN BEGINNEN EIND SEPTEMBER 3CHRIJF JE NĂž IN

W W W C R E A U V A N L

UNISCA UNISCA 2008-2009

Ear

n

EC 10

TS

United Nations International Student Conference of Amsterdam Register now! International Conference January 9-16, 2009 For more information: www.unisca.org

Folia 01.indd 22

23-06-2008 19:24:06


roem

Redder Door Dirk Wolthekker

‘Ik vind mijn studie politicologie echt heel leuk en als ik dat niet had gevonden, was ik ermee gestopt. Er lopen te veel mensen rond die hun studie niet leuk vinden, er niks van maken en maar een beetje blijven hangen. Dan maak je misbruik van geld dat van een ander is, want de overheid betaalt nog steeds het grootste deel van je studiekosten. Het is erg heftig als een jongen van jouw leeftijd je vraagt of jij zijn opleiding wilt sponsoren. Dan denk je toch: het is mooi dat ik lekker op de UvA zit en kan studeren zonder dat het me al te veel kost. Studenten die maar wat aankloten, zouden zich dat eens moeten realiseren.’ Cas van Kleef (20) kreeg een dergelijke hulpvraag tijdens een reis van een halfjaar waarin hij, zelf gesponsord door de Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling, op zijn manier mocht proberen de wereld te verbeteren. Daarvoor mocht hij vijftig euro per dag uitgeven. Hij reisde naar het Verre Oosten, Afrika en Zuid-Amerika. Over zijn reis schreef hij in het online jongerenmagazine Spunk en in NRC Handelsblad. Zijn verhalen verschenen onlangs in boekvorm: Cas redt de wereld. ‘Ik wilde na mijn middelbare school de wereld ontdekken, maar naarmate het moment van vertrek naderde, had ik steeds meer het gevoel ook echt iets voor de wereld te willen doen. Er niet alleen als veertigjarige journalist vanachter je bureau over schrijven, maar echt deelnemen. Natuurlijk kun je ook in Nederland vrijwilligerswerk doen, maar dat is minder sexy dan naar het buitenland gaan. In Arusha, een stad in het noorden van Tanzania, heb ik iemand geholpen een handeltje op te zetten in dierenpoppen. Die man haalde gebruikte vuilniszakken van de straat die hij waste en vervolgens gebruikte als vulling voor dierenpoppen als giraffen en olifanten voor toeristen. Hij verkocht die poppen op twee verkooppunten. Omdat ik zag dat er wel handel in zat, ben ik langs diverse hotels gegaan om te vragen of ze daar ook mochten worden verkocht. Daarnaast heb ik

foto: Bob Bronshoff

Politicologiestudent Cas van Kleef werkte als vrijwilliger in de derde wereld. Over zijn ervaring schreef hij het boek Cas redt de wereld.

die man geholpen een website op te zetten om bekendheid te geven aan zijn producten. Laatst werd ik nog gebeld door iemand die zei: “Hé, ben jij niet die jongen van het puppet project?” Zo zie je dat zoiets dan veel en zichtbaar effect kan hebben. Het effect van ontwikkelingshulp is vaak moeilijk te meten. Dat betekent niet dat je niets hoeft te doen. Ik heb in Thailand Engelse les gegeven aan tienerhoeren die dikke westerse toeristen moesten bedienen. Ik heb het idee dat ik veel voor die meisjes heb kunnen betekenen. Zeker weet ik het niet, want ik ben er niet bij als ze in bordelen hun klanten ontvangen. Wat ik me heb gerealiseerd tijdens de reis is dat je veel dingen kunt doen, maar heel veel ook niet. In India wilde ik mij inzetten voor de rechten van Indiase homoseksuelen, maar ik stuitte op te veel taal- en cultuurproblemen. Wij gaan er voetstoots vanuit dat iedereen in India Engels spreekt, maar dat is niet zo. Bovendien is homoseksualiteit in India nog zo’n probleem dat je je daar als buitenstaan-

der beter niet mee kunt bemoeien. Dat werkt averechts. Voor mijzelf was het ook niet altijd even makkelijk. Ik had afgesproken elke week twee artikelen van elk negenhonderd woorden aan te leveren. In Nederland is dat te doen, maar in dergelijke landen is de logistiek vaak afwezig: afspraken worden niet nagekomen, internet doet het niet, er zijn geen computers. Politicologie is een prima studie als je de wereld wilt verbeteren. Het gaat over politiek, staatsvorming, machtsverhoudingen. Daar moet je veel van weten als je effectieve hulp wilt verlenen. Het is bovendien een studie die direct toepasbaar is: ik begrijp nu vaak veel beter wat er in de kranten staat. Ik denk dat ik uiteindelijk ook verder wil met het verbeteren van de wereld, maar niet meer één op één. Ik wil liever een hele samenleving een beetje vooruithelpen dan één persoon een heleboel.’ Q Cas van Kleef, Cas redt de wereld. Atlas, 160 blz., € 12,50

Folia 01 | 23

Folia 01.indd 23

23-06-2008 19:24:07


Beste eerstejaars, Welkom aan de Universiteit van Amsterdam. Allereerst mijn felicitaties. Het zal wel niet zo voelen, maar volgens mij bevind je je op het hoogtepunt van je leven. De mens piekt zo rond het achttiende jaar, niet alleen qua hormoonniveau of fysieke conditie, maar ook intellectueel. Het vwo-examen halen is geen geringe prestatie. Weinig mensen die je aan de universiteit zult ontmoeten, zijn nog in staat hun examen scheikunde of Frans te halen. Dus: geniet van het uitzicht van de top, vanaf nu gaat het allemaal bergafwaarts. Misschien vraag je je af: waar heb ik nu precies ja tegen gezegd? Waarom heb ik voor de UvA gekozen? Waarschijnlijk is het eerder een keuze voor de stad dan voor de universiteit geweest. Zo dichtbij of juist zo ver mogelijk van je ouders. Lekker samen met je vrienden. Of juist helemaal weg van iedereen. Of was het de kwaliteit van de horeca en het uitgaaansleven, de verlokkingen van de grote stad? Ik stel me graag voor dat het de wetenschap was die je hier heeft gebracht, maar uit enquêtes blijkt dat die meestal voor nul procent telt. Wat is het profiel van deze universiteit? Ik zou zeggen: opvallend divers, rijkgeschakeerd, veelkleurig, net als de stad Amsterdam zelf. Daar vind je ook van alles: alternatieve kroegen in de Pijp, verlopen zwervers langs de Wallen, terreinauto’s vol soapsterren in de P.C. Hooftstraat, advocaten in scherpgesneden pakken op de Zuidas, een Afghaans filmfestival in de Melkweg. Het is duizelingwekkend wat aan de UvA allemaal bestudeerd wordt: middeleeuwse alchemieboeken, internationale verdragen, medische kunstgrepen, elementaire deeltjes, de werking van ons brein, de vervoegingen van het Hettitisch, het is er allemaal. Maar laat ik de universiteit toch in een paar woorden proberen te vatten. Oud. De UvA is een van de oudste universiteiten van Nederland, geboren in 1632, net als Vermeer, Spinoza en Leeuwenhoek. Geen slecht jaar dus. Wist je dat die eerste hoogleraren zelfs Galileo nog een aanbod hebben gedaan? Er was toen in ieder geval genoeg ambitie. Prestigieus. De UvA heeft een grote reputatie in onderzoek. Van ’t Hoff kreeg de eerste Nobelprijs in de scheikunde, Zeeman de tweede in de natuurkunde. En ook vandaag de dag lopen hier verhoudingsgewijs veel prijswinnaars rond. Grootsteeds. Amsterdam is natuurlijk de enige echte stad van Nederland. Het internationale zakenleven is hier dichtbij. Amsterdam kent veel buitenlandse studenten. Om deze stad te begrijpen is Schiphol belangrijker dan de grachten van de binnenstad. Politiek geëngageerd. De Maagdenhuisbezetting was in 1969 – heel ver voor jouw tijd; zelfs ik kon toen nog maar net lezen – maar toch, de UvA staat nog steeds midden in het politieke leven. Den Haag is dichterbij dan je denkt. Cultureel. Niet alleen is Amsterdam de theater-, kunst- en museumstad van Nederland, opvallend veel schrijvers, journalisten en presentatoren hebben aan de UvA gestudeerd. Ze komen voor die geleerdheid niet allemaal even gemakkelijk uit, maar het is wel zo. Maar belangrijker dan die lange geschiedenis en dat prachtige onderzoek, al die colleges en hoogleraren, zullen je medestudenten zijn. Studeren doe je met elkaar. Kijk maar naar het peloton in de Tour de France. Geen enkele losse renner kan daar tegenop. Probeer dan ook deze jaren zo veel mogelijk mensen te ontmoeten. Geef daarbij het toeval een kans. Kijk buiten je eigen wereldje, ook al is dat nog zo aangenaam. Zoek niet alleen naar je sleutels onder het licht van de lantaarnpaal. Volg eens een heel ander college, ontmoet studenten uit andere richtingen, ga naar een discussieavond over een onderwerp dat ver van je bed staat. Kijk uit dat je niet geïnfecteerd wordt met de ergste aandoening die je kunt oplopen: intellectuele pleinvrees. Deze universiteit, deze studiejaren zijn de bron voor de rest van je leven. Je zult er je vrienden vinden, misschien zelfs een levenspartner. Het zal het centrum van alle vernieuwingen zijn. Pak dus je kansen. Omhels je leven, omhels je stad, omhels je studie en omhels je universiteit! Robbert Dijkgraaf is universiteitshoogleraar mathematische fysica.

Folia 01.indd 24

23-06-2008 19:24:08


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.