weekblad voor de Universiteit van Amsterdam jaargang 64 19/11/2010 nummer 11
Je moet wel van seks houden als je een baantje in de prostitutie wilt
Babel & Voss
Studerende vrienden beginnen uitgeverij
Oorlogsjournalist Joeri Boom: ‘Ik draag graag kennis over’
Universiteitsbladen Spreekbuis of waakhond?
FoliaFC_hp_V1_november:Opmaak 1 19-10-10 12:02 Pagina 1
Mercator Sapiens / UvA shop NOVEMBER ACTIE
Deze shirts: nu slechts € 12,50 OP=OP
Ga snel naar één van onze verkooppunten: Hotel Résidence le Coin, Nieuwe Doelenstraat 5 Universitair Sportcentrum, Science Park 306 Studystore (voorheen Selexyz), Roetersstraat 41 Allard Pierson Museumwinkel, Oude Turfmarkt 129 Of bestel via onze website www.mercatorsapiens.nl
Official UvA Merchandise
inhoud #11
Het oudste beroep
Bijzondere bijbaan: escort. Verdient beter dan oppassen of bedienen. Sterker nog, volgens twee studenten uit ‘het leven’ is het zelfs leuk. Als je maar niet te preuts bent 18
Uitgevers
Ze kennen elkaar al sinds de crèche. Studenten Daniël van der Meer en Daan Heerma van Voss hebben dit jaar samen een uitgeverij opgericht en schrijven zelf ook. Ze zijn veel, maar niet bescheiden: ‘Eigenlijk lukt het meeste wel’ 10
Wie betaalt, bepaalt?
Tussen universiteitsbesturen en universitaire pers bestaat een vreemde relatie. Hoe beschermen universitaire media zich tegen al te veel bemoeienis van hun broodheer? En hoe kritisch mogen ze eigenlijk (nog) zijn? 14
commentaar Überbaas De Raad van Toezicht krijgt een nieuwe voorzitter. De huidige toezichthouder, oud-AMC-topman en emeritus hoogleraar keel-, neus- en oorheelkunde Niek Urbanus, heeft er twee termijnen van elk vier jaar opzitten en is inmiddels de leeftijd van 65 gepasseerd. Omdat de voorzitter van de Raad van Toezicht een zeer belangrijk man is, wordt er nu al nagedacht over wie hem in maart volgend jaar moet opvolgen. De Raad van Toezicht adviseert, controleert en benoemt het College van Bestuur en de leden van de raad hebben alleen daarom al veel in de melk te brokkelen op het hoofdkantoor van de UvA: het Maagdenhuis aan het Spui. De voorzitter van de raad is de baas aller UvA-bazen, een überbaas zou je kunnen zeggen. Zoals te doen gebruikelijk worden dergelijke überbazen omringd door een uitgebreide schare woordvoerders, secretarissen, voorlichters en assistenten die het niet bepaald gemakkelijk maken de überbaas te spreken te krijgen, al is het maar per mail of telefoon. Urbanus lijkt overigens ook niet van bereikbaarheid gecharmeerd te zijn: in het verleden verbrak hij meerdere malen de telefonische verbinding als hem om informatie werd gevraagd over de UvA. Een mail naar zijn privé-mailadres (een zakelijk UvA-mailadres heeft hij niet) werd vorige week beantwoord met een telefoontje van een UvA-woordvoerder die namens de heer Urbanus verzocht deze ‘geen mails op zijn privé-mailadres te sturen’. In de profielschets voor de nieuwe voorzitter van de Raad van Toezicht staat dat deze diplomatiek, integrerend en collegiaal moet zijn, conflicten moet kunnen hanteren en het toezichtproces moet kunnen regisseren. Misschien kan er nog aan worden toegevoegd dat de nieuwe toezichthouder ook übercommunicatief zou moeten zijn.
Joeri Boom
Oorlogsverslaggever over zijn studietijd: ‘Mijn scriptie schreef ik in Kosovo tussen de gevechten door’ 17
Folia verschijnt sinds 1948 als onafhankelijk weekblad voor de Universiteit van Amsterdam. Het wordt uitgegeven door de stichting Folia Civitatis.
En verder:
nieuws 4-7, opinie/brieven/stage 8-9, objectief 12, bul 17, Fen is uit/het beste/eten 21, annonces 22, lezingen 23, Fresco/Van der Meulen/overigens 24
colofon
weekblad
voor de Universiteit van jaargang 64 19/11/2010 Amsterdam nummer 11
Je moet wel van seks houden
cover: Pascal Tieman
als je een baantje in de prostitutie wilt
Babel & Voss
Studerende vrienden beginnen uitgeverij
Oorlogsjourna list
Joeri Boom : ‘Ik graag kennis draag over’
Universiteitsb laden
Spreekbuis of waakhond?
Folia: Weekblad voor de Universiteit van Amsterdam, Vendelstraat 2, 1012 XX Amsterdam, tel. 020-5253981, fax 020-5253980, redactie@folia.uva.nl website: www.folia.nl uitgever: Stichting Folia Civitatis redactie: Floor Boon, Mirna van Dijk (eindredacteur), Luuk Heezen, Jim Jansen (hoofdredacteur), Anouk Kemper, Margot Riedstra (secretariaat), Henk Thomas, Dirk Wolthekker medewerkers aan dit nummer: Bob Bronshoff, Anne Corré, Louise O. Fresco, Julie de Graaf, Jan-Maarten Hupkes, Marc Kolle, Harmen van der Meulen (tevens correctie), Annemiek Recourt, Onno La Rivière, Bob van Toor, Won Tuinema, Tjebbe Venema, Fen Verstappen, Hans van Vinkeveen redactieraad: Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Albert Goutbeek, Lief Keteleer (voorzitter), Jaap Kooijman, Lennart Verhoef, Bert Vuijsje zakelijke leiding: Paul van de Water art direction: Pascal Tieman opmaak: Carl Zevenboom druk: Dijkman Offset, Diemen advertentiewerving: Bureau van Vliet bv, Zandvoort, tel. 023-5714745, fax 0235717680, zandvoort@bureauvanvliet.com abonnement: € 46,90 per jaargang opgave: 020-525 3981, mededelingen@ folia.uva.nl of www.folia.nl. Het is niet altijd mogelijk de rechthebbenden van de foto’s op de prikbordpagina te achterhalen. Rechthebbenden van het beeldmateriaal kunnen zich bij Folia melden via: redactie@folia.uva.nl.
Folia 3
nieuws meer actueel nieuws op www.folia.nl
In memorian Hardy Bahrke
FEB voerde schaduwboekhouding
Op 4 november bereikte ons het bericht dat onze collega Hardy Bahrke plotseling is overleden. Hardy was een altijd opgewekte en opvallende persoon met een duidelijke eigen mening. Met zijn luide stem en gulle lach hoorde je hem al van ver aankomen. Voor degenen die hem na stonden was hij bijzonder zorgzaam. We kunnen het nauwelijks bevatten dat we zonder hem verder moeten. Hardy was vanaf 1992 werkzaam bij de UvA en heeft vele jaren als werkplekondersteuner voor het IC gewerkt. We wensen zijn familie en zijn naaste collega’s veel sterkte met dit verlies. Namens het IC, Mariska van den Heuvel, Bertie Wessel, Magaly Jara Gomez, Gimène Spaans
zz Zowel bestuurlijk als financieel mismanagement leidde tot problemen op de economische faculteit. zz Rapport onder druk medewerkers vrijgegeven. De feitelijke financiële situatie van de Faculteit Economie en Bedrijfskunde (FEB) is ‘jarenlang gemaskeerd’ door het voeren van een ‘versluierende’ boekhouding. Dit staat in het rapport dat Pieter-Jan Aartsen van de afdeling Concern Control begin dit jaar schreef en dat als basis dient voor een bezuiniging van veertien miljoen euro die interim-decaan Eric Fischer wil doorvoeren. Het rapport was ‘vertrouwelijk’, maar is nu onder druk van medewerkers vrijgegeven.
De begrotingen van de faculteit wekten, aldus het rapport, steeds de schijn te zijn opgesteld volgens de spelregels van de UvA, maar in werkelijkheid was er steeds sprake van ‘schaduwboekhoudingen’. Het extra geld dat de faculteit bovendien kreeg om de Amsterdam Business School te lanceren werd aangewend ‘ter dekking van een uitdijende formatie,’ zonder dat dit door extra studentenaantallen of extra onderzoek werd gerechtvaardigd. Volgens Roel van der Voort, programmadirecteur bij de Amsterdam Business School kon het personeelsbestand zo stijgen door een zogenoemde ‘dubbele matching’ van onderzoek. Bij ‘matching’ wordt onderzoek gedeeltelijk betaald vanuit de tweede geldstroom (NWO), de universiteit past een ander deel bij. Van der Voort: ‘Dat
gebeurt automatisch via het managementinformatiesysteem SAP, maar dat is door faculteitsbestuurders niet gesignaleerd en handmatig nog eens aangevraagd en uitbetaald. Een dubbele matching dus. Het geld stroomde binnen in die jaren. En daarmee is veel vast personeel aangenomen.’ Volgens het Elektronisch Feitenboek van de UvA nam het aantal vaste medewerkers, omgerekend naar fulltime (fte.) tussen 1 januari 2007 en 1 januari 2008 toe van 303 fte. naar 344 fte. In die periode werd de faculteit grotendeels bestuurd door interimdecaan Henriëtte Maassen van den Brink, maar zij zegt dat er in haar interim-periode (tot 1 september 2007) ‘via mij nauwelijks mensen zijn aangesteld’. Wel zegt ze de procedures te hebben aangescherpt ‘omdat ze mij vaak niet duidelijk waren’. (DW)
‘Duurzaam mag weer leuk zijn’ zz Studentenraden organiseren avond over duurzaamheid. zz ‘De tijd van minderen is echt voorbij. Het gaat er nu om wat we doen, slimmer te doen.’ ‘Jaren hebben we het moeten doen met Al Gore, smeltende ijskappen en consuminderen. Mensen hebben geen zin meer in dat deprimerende gedoe. Duurzaamheid mag weer leuk zijn,’ aldus Ynzo van Zanten, initiatiefnemer van Green Inc. Op 11 november nam Van Zanten deel aan GreenDocs, de eerste editie van een door de Commissie Duurzaamheid en de studentenraden van de UvA georganiseerde avond die bestond uit een lezing en het bekijken een documentaire. Dat duurzaamheid al lang niet meer voor geitenwollensokken is bevestigen de polo’s en overhemden op de eerste rij. Ook Van Zanten, die met Green Inc. bedrijven en organisaties adviseert in duurzaam ondernemen, benadrukte dit herhaaldelijk. ‘De tijd van minderen is echt voorbij. Het gaat mij er nu om wat we doen, slimmer te doen. We staan met onze voeten op een aarde van schaarste, maar zitten met ons hoofd in systemen van overload. Dat hoeft niet.’
Yoerie Jansen (l) van de Commissie Duurzaamheid en Yvo van Zanten / foto Henk Thomas
Toch wordt duurzaam ondernemen nog niet op grote schaal toegepast of geaccepteerd. Van Zanten: ‘Bedrijven blijven vastzitten in oude gedachten omdat ze bang zijn degene te zijn die het lijk uit de kast haalt. Duurzaam ondernemen is niet ingewikkeld of nadelig, je moet het alleen wel durven.’ Een enkele kritische student was nog
niet overtuigd.’ Duurzaamheid ging toch om een algemene gedachteverandering in de hoofden van mensen?’, luidde zijn vraag aan het eind van de avond. Van Zanten schudde zijn hoofd en benadrukte nogmaals: ‘Iemand hoeft geen believer te zijn, als hij maar duurzaam onderneemt. Als hij de kostenbesparing van duurzaam ondernemen maar inziet.’ (Anne Corré)
Hulp aan vissers in zwaar weer zz Sociaal geograaf Maarten Bavinck krijgt CoCoon-subsidie van zes ton. zz Hij gaat onderzoek doen naar kleinschalige visserij in Azië en Afrika. Sociaal geograaf Maarten Bavinck heeft een CoCoon-subsidie van 620.000 euro ontvangen voor een onderzoek naar toekomstmogelijkheden voor de kleine visserij in Zuid-Azië en Zuid-Afrika. In 4 Folia
beide landen worden kleine vissers – om uiteenlopende redenen – buitengesloten, waardoor ze hun werk niet meer goed kunnen doen. Bavinck onderzoekt de oorzaken én gaat op zoek naar oplossingen. Het project van Bavinck, dat hij uitvoert in samenwerking met collegawetenschappers in Azië en Zuid-Afrika, heeft als centraal thema ‘reincluding the excluded’. In Sri Lanka ontstond het probleem voor
de kleine vissers toen ze na de burgeroorlog terugkeerden naar hun huizen aan de Palk Bay. De baai, waarin zij voorheen altijd visten, was opeens bezet door kottervissers uit buurland India. In Zuid-Afrika worden kleine vissers in hun bestaan bedreigd door de naweeën van de apartheid. Kleurlingen en zwarten hebben nooit toegang gekregen tot visrechten, en leiden daarom een marginaal bestaan. (DW)
ZMA Het definitieve vertrek van het Zoölogisch Museum Amsterdam (ZMA) naar Leiden, waar het museum onderdeel zal worden van het Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis, staat voor 2011 op de agenda. Waar de verhuiswagens met daarin de ZMA-collectie heen moeten rijden, is vooralsnog onbekend. In ieder geval niet naar Naturalis, want daar is geen plek. Ook het depot van het Museum Boerhaave in Leiden is inmiddels afgevallen: het museum is voor transporten lastig te bereiken omdat er een grachtje moet worden overgestoken wat logistieke problemen oplevert. Ook met de klimaatbeheersing zou het niet in orde zijn. Er wordt nu gekeken of er plaats is voor de collectie in het Leiden Bio Science Park. Vooruitlopend op de verhuizing loopt er momenteel een ‘verhuispilot’ aan het ZMA om te testen hoe de echte verhuizing in zijn werk zal gaan. (DW)
Stelling De poll van afgelopen week op folia.nl ging over kweekvlees. De vraag luidde: In de toekomst eten we gekweekt vlees. Goede ontwikkeling? zz Mooi idee, maar financieel onhaalbaar: dergelijk ‘vlees’ zal voor de consument onbetaalbaar zijn - 39,5 % zz Waardeloos. De grens van de wetenschap is wat mij betreft bereikt - 27,9 % zz Broodje aapverhaal. De chemische samenstelling van vlees is in een lab niet goed na te bootsen - 16,3 % zz Fantastisch, als vegetariër kan ik eindelijk weer ‘vlees’ eten. Dit is geweldig nieuws, dankzij de wetenschap - 16,3 % Totaal aantal respondenten: 43
TOP Hoogleraar Software Engineering Paul Klint heeft van NWO een TOP-subsidie (TOP-GO) ontvangen. Hij krijgt de subsidie voor zijn project ‘Domeinspecifieke talen: een grote toekomst voor kleine programma’s’. Projecten met gebiedsoverstijgende wetenschap van excellente kwaliteit komen in aanmerking voor een dergelijke subsidie. NWO stelde veertien miljoen euro beschikbaar voor negentien onderzoeksvoorstellen. In totaal waren er 123 ingediende onderzoeksvoorstellen. De subsidie bedraagt maximaal 750.000 euro. Software wordt steeds groter: het is geen uitzondering dat de broncode uit tientallen of zelfs honderden miljoenen regels bestaat. Het onderzoek van Klint richt zich op methodes om software juist kleiner te maken. Dat leidt tot hogere productiviteit en hogere kwaliteit. Een domeinspecifieke taal (DST) is een gespecialiseerde taal om programma’s in een afgebakend domein te schrijven en vormt de sleutel bij dit onderzoek. Door bestaande software te onderzoeken wordt Toekomstige studenten met hun ouders in het Atrium / foto Tjebbe Venema een DST afgeleid waarmee veel efficiënter – namelijk tien tot vijftig maal sneller – ‘gewoon nog niet te weten’. Middelbare ding, maar loopt op één punt mijlenver software in hetzelfde domein gemaakt kan scholen stellen het bezoek aan informaachter: Amsterdam is de culturele hoofdworden. (DW) tiedagen verplicht en dat heeft tot gevolg stad van dit land. Dat biedt zo veel voordat sommige bezoekers niet ouder zijn delen.’ Media & cultuur kent de laatste jaren een almaar groeiende toestroom van dan vijftien. Mark Wiegerinck en Milan Varenhorst (beiden 15, uit Huizen) kostudenten. Een intakegesprek is daarom men vooral sfeerproeven. ‘Iedereen hier verplicht. ‘Maar dat is om later gerichter is erg enthousiast en dat spreekt erg voor steun bij de studie te kunnen geven, niet Het Nederlands Instituut voor Oorlogsde UvA. Ik vond de bankjes van de zaal op documentatie (Niod) gaat een groot om iemand af te wijzen.’ het Roeterseiland wel erg krap. En dan ga Het merendeel van de aanstaande stuHolocaustproject leiden, waaraan twintig ik nog groeien ook.’ (Onno La Rivière) denten zei het wat studiekeuze betreft landen deelnemen. In het project, met de naam European Holocaust Research Infrastructure, bundelen twintig Europese instellingen die zich bezighouden met Holocaustonderzoek hun krachten om meer samenhang te brengen in de geschiedschrijving over de Holocaust. tweede geldstroom, zoals NWO, betaald. Dinsdag 16 november is in Brussel het directeur Peter van Tienderen. ‘We zijn startschot gegeven voor het project, in momenteel aan het doorrekenen of we nog Een klein deel passen we zelf bij. Maar het zou wel zuur zijn als we “nee” moeten aanwezigheid van eurocommissaris Máire kunnen doen wat we hadden gepland of zeggen tegen NWO-geld voor aio’s omdat Geoghegan-Quinn (Onderzoek), de Isdat we echt moeten wegstrepen.’ De bezuiwe zelf te weinig geld hebben om het resraëlische minister van Onderwijs Gideon niging maakt deel uit van een omvangrijke terende deel bij te passen. Dan ben ik toch Saar en de Nederlandse staatssecretaris bezuiniging binnen de FNWI. bang dat de machine tot stilstand komt.’ Halbe Zijlstra van OCW. De EU steunt Van Tienderen vreest dat geplande invesBij het Ibed werken gemiddeld tussen de het project, dat vier jaar zal duren, met teringen in onder meer dure analyseapvijftig en zestig aio’s. Deze promovendi een bedrag van zeven miljoen euro. Het paratuur moeten worden afgeblazen. Ook komen bovenop de zestig vaste medewerinitiatief is een antwoord op een oproep is het niet ondenkbaar dat er minder aio’s kers (omgerekend naar fulltime) die het van wereldleiders tijdens de Holocaust aangesteld kunnen worden. Van Tiendeinstituut telt. Eind deze maand is duidelijk herdenking die in januari in Polen plaatsren: ‘We hebben nu al steeds minder geld hoe het Ibed de bezuiniging exact op gaat vond. (DW) op onze eigen begroting om aio’s aan te vangen. (DW) stellen. Die worden grotendeels uit de
‘Vrijheid aan de UvA een valkuil’ zz Op 13 november vond de UvA Bachelordag plaats. zz Ruim vijfduizend nieuwsgierigen lieten zich op verschillende locaties informeren over de opleidingen die de UvA te bieden heeft. Op een groot aantal UvA-locaties vonden afgelopen zaterdag proefcolleges plaats waar potentiële UvA-studenten konden snuffelen aan een UvA-opleiding. Ruim vijfduizend geïnteresseerden waren er op afgekomen. Op de informatiemarkt in het Atrium, waar elke opleiding zich presenteerde, zwierven verschillende toekomstige studenten rond. Jivan Katicharan(18, uit Leiden) neemt er een jaar tussenuit om zich te oriënteren. ‘Ik wil me eigenlijk nog nergens op toeleggen omdat ik dan bang ben iets te missen. Maar ik wil ook weten hoe de cultuur aan de UvA is. Ik hoor dat de vrijheid die je hier krijgt een valkuil kan zijn.’ Joep Harmsen (17, uit de Achterhoek) twijfelt nog tussen literatuurwetenschap en Nederlands. ‘Ik vond de presentatie van literatuurwetenschap niet zo sterk, maar kies dat denk ik toch. Het gaat mij om de cultuur. Daarom kies ik ook voor Amsterdam.’ Met dat argument verkocht Willem Pool, docent media & cultuur, zijn opleiding ook. ‘Utrecht heeft ook een prima oplei-
Holocaustproject
Ibed moet drie ton besparen zz Directeur vreest dat geplande investeringen in onder meer dure analyseapparatuur moeten worden afgeblazen. zz ‘Ik hoop wel dat we aio’s kunnen blijven aannemen.’ Het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteemdynamica (Ibed), onderdeel van de Faculteit der Natuurkunde, Wiskunde en Informatica (FNWI) moet komend kalenderjaar 150.000 euro besparen. Dat bedrag loopt in 2012 en 2013 op tot 300.000 euro per kalenderjaar. Dit bevestigt Ibed-
Prijsvraag
Hulp voor slapeloze pubers zz Promovendus ontwikkelt online behandelingsmethode tegen slaapproblemen. zz Jongeren tussen de dertien en negentien kunnen zich aanmelden. UvA-neuropsycholoog en aio Ed de Bruin heeft met zijn team een online behandelingsprogramma ontwikkeld tegen slapeloosheid onder jongeren. De online behandelmethode duurt zes weken en bestaat uit het maken van wekelijkse opdrachten, het invullen van vragenlijsten en het bijhouden van een zogenaamd
‘slaapdagboek’, dat vervolgens door een therapeut geanalyseerd wordt. Uit onderzoek is gebleken dat negen tot vijfentwintig procent van de jongeren last heeft van slaapproblemen, zoals lastig in slaap kunnen vallen, vaak of heel vroeg wakker worden, slaapwandelen of het hebben van nachtmerries. De Bruin c.s. willen kijken of een digitale behandeling dezelfde effecten sorteert als de gebruikelijke therapie. Beide richten zich op het doorbreken van problematische slaapgewoontes en gedachten over slapeloosheid. De jongeren die zich aanmelden voor
een behandeling tegen slaapprobemen kunnen kiezen tussen de online variant en een groepstherapie in het academisch behandelcentrum. Voor het onderzoek worden eerst de resultaten van die beide trajecten met elkaar vergeleken, daarna worden de gegevens van de behandelde jongeren vergeleken met de jongeren die nog op de wachtlijst staan voor een behandeling. Jongeren tussen de dertien en negentien jaar kunnen zich aanmelden voor gratis deelname aan het programma. (LH)
De filmische roman De rechtvaardiging van mijn bestaan (A film by Spencer Ludwig) van David Flusfeder handelt over Spencer Ludwig die met zijn vader afreist naar een filmfestival en onderweg filosofeert over cinema, poker, hoge en lage cultuur, relaties en zijn carrière. Het boek leest als een trein en is daarnaast erg geestig geschreven. We geven vijf exemplaren weg. Winnen? Ga naar www.folia. nl/prijsvraag en beantwoord de vragen.
Zie www.slimslapen.nl
Folia 5
nieuws meer actueel nieuws op www.folia.nl
Helft minder sterfte bij operaties zz De sterfte rondom operaties daalt met de helft als artsen en verpleegkundigen een nieuwe uitgebreide checklist gebruiken. zz Nieuwe werkwijze is ontwikkeld door AMC. De sterfte rondom operaties daalt met de helft als artsen en verpleegkundigen een nieuwe uitgebreide checklist gebruiken. De nieuwe werkwijze, genaamd SURgical PAtiënt Safety System (SURPASS) is ontwikkeld door de afdeling chirurgie van het AMC. Het onderzoek dat geleid heeft tot de nieuwe werkwijze is afgelopen week gepubliceerd in The New England Journal
of Medicine. Het onderzoek werd verricht door chirurg Marja Boermeester en haar team. Met de nieuwe checklist wordt de te opereren patiënt een aantal malen – van opname tot ontslag – gecontroleerd. Alleen als elke afzonderlijke fase van de operatie in orde is, kan de patiënt naar de volgende fase van de operatie. Marja Boermeester noemt het resultaat van de studie opzienbarend. ‘Zelfs wij zijn verrast door het enorme effect op de sterfte.’ Behalve de afname in sterfte neemt ook het aantal complicaties rond klinische operaties fors af. De resultaten gelden voor ziekenhuizen waar al een hoge kwaliteit van zorg wordt geboden. Het AMC is in 2007 met een groot-
schalige studie begonnen waarbij in zes ziekenhuizen gegevens zijn verzameld van bijna vierduizend patiënten. Eerst bij operaties gedurende drie maanden voor de invoering van de chirurgische checklist en nogmaals drie maanden na invoering van de checklist. In de oude situatie overleed ongeveer 1,5 procent van de geopereerde patiënten, na het gebruik van SURPASS daalde dat getal naar 0,7 procent. Het aantal complicaties verminderde met ruim een derde van 27,3 naar 16,7 procent. Het AMC heeft de lijst standaard ingevoerd bij alle chirurgische ingrepen. Veertig andere ziekenhuizen in Nederland hebben interesse getoond. (DW)
‘Geef migranten een pluim’ zz Hoogleraar Ewald Engelen aanvaardde op 12 november de bijzondere leerstoel etnisch ondernemen. zz Het ondernemerschap van allochtonen lijkt volgens hem steeds meer op dat van autochtonen. ‘Het probleem is niet dat er te veel migranten zijn; het probleem is dat we te weinig rendement uit onze migranten halen.’ Deze boodschap vormde de kern van de oratie van hoogleraar financiële geografie Ewald Engelen. Op 12 november aanvaardde hij de bijzondere leerstoel
etnisch ondernemerschap. Engelen beschreef de geschiedenis en het groeiende succes van het etnisch ondernemerschap. Zo vertelde hij hoe in de jaren negentig het beeld van de allochtone ondernemer werd gedomineerd door ‘de sappelende Turkse slager, de armoedige Egyptische snackbarhouder, de marginale Antilliaanse nagelverzorgster en het sjoemelende Turkse naaiatelier.’ In de 21e eeuw begint het etnisch ondernemerschap volgens hem steeds meer op het ondernemerschap van autochtonen te lijken. Engelen: ‘Er is een bovengemiddelde groei in de zakelijke dienstverlening en etnische ondernemers
maken dankbaar gebruik van de groeiende vraag naar automatiseerders, website ontwerpers, game designers en andere eigentijdse ICT-experts.’ Engelen bepleitte dat Nederland nu en in de toekomst etnische ondernemers nodig heeft en zich geen dichte grenzen kan permitteren. Engelen: ‘Wie de demografische feiten kent, weet dat binnen vijftien jaar een mondiale wedren om Afrikaanse en Arabische geboorteoverschotten zal ontbranden.’ Alleen daarom al zou het volgens Engelen getuigen van ‘goed koopmanschap’ om migranten bij aankomst in Nederland een pluim te geven. (Julie de Graaf)
Archeologen gaan samenwerken zz De opleidingen archeologie van UvA en VU onderzoeken de mogelijkheden voor toekomstige samenwerking. zz Elke opleiding apart is ‘niet groot genoeg’ voor een volledig zelfstandig bestaan, zegt hoogleraar Vladimir Stissi. Een commissie van UvA en VU-archeologen onderzoekt momenteel de mogelijkheid voor een samenwerking. Die zou al in 2012 beslag moeten krijgen. Dit zegt hoogleraar Vladimir Stissi, voorzitter van de leerstoelgroep Amsterdams archeologisch centrum. ‘Beide groepen zijn zeer succesvol in het binnenhalen van onderzoeksfinanciering, maar zijn ook middelgrote studierichtingen binnen hun faculteit en dat laatste is een wat onhandige positie,’ zegt Stissi. ‘Je bent niet meer groot genoeg voor een volledig zelfstandig bestaan, maar te groot en ook te apart om in een groter cluster te passen.’ Het idee voor een samenwerking bestaat al langer, en de mogelijkheden zijn sinds halverwege de jaren tachtig al twee of drie keer verkend. Het idee is recentelijk weer bovengekomen bij de faculteitsbesturen en archeologen van beide universiteiten. Een 6 Folia
doctor
Inge Broekman promoveert op een onderzoek over kunst in het werk van de zeventiende-eeuwse dichter en hofsecretaris Constantijn Huygens. In uw onderzoek borduurt u voort op een eerder geschreven scriptie over Constantijn Huygens. Wat fascineert u in hem? ‘Hij was een heel beroemd dichter, van wie bovendien veel materiaal is overgeleverd. Dat geldt in zekere zin ook voor Vondel en P.C. Hooft, maar Huygens was naast dichter ook secretaris aan het hof van de stadhouders Frederik Hendrik, Willem II en Willem III. Daardoor is er juist van hem een veelzijdig brievencorpus overgeleverd.’ U hebt vooral onderzoek gedaan naar het onderwerp ‘kunst’ in de poëzie van Huygens. Waarom? ‘Omdat “kunst” een belangrijk onderwerp in zijn poëzie is. Er zijn opvattingen over bijvoorbeeld de schilderkunst terug te vinden in zijn gedichten en brieven. Inmiddels ben ik er trouwens achter dat die opvattingen vaak niet specifiek van hem waren, maar de opvattingen van de stadhouders voor wie hij werkte. Aan het hof werd de schilderkunst van bijvoorbeeld Rubens bewonderd. En die bewondering zie je in de documenten van Huygens terug.’ Wat een slijmerd, die Huygens. ‘Ja, dat was hij zeker. Hij pleasede de personen voor wie hij schreef. Dat zie je ook terug in de, wat ik noem “sociale pragmatiek” van zijn gedichten: als hij bijvoorbeeld een geschenk kreeg dat een kunstzinnig karakter had en over die gift een gedicht schreef, dan ging dat gedicht vooral over het bedanken van de gulle gever en niet om de kunst zelf.’ Had het hof zelf ook belang bij zulke dichter/secretarissen? ‘Ja. Het hof wilde zich door middel van kunst positief profileren. Kunst vijzelde hun positie op. En daarom was voor de functie van secretaris juist die kennis van kunst, naast andere soorten kennis en vaardigheden, noodzakelijk.’
Studente archeologie verricht graafwerkzaamheden / archieffoto Marijke Gnade
samenwerking zou volgens Stissi veel mogelijkheden bieden. De opleiding archeologie is aan de UvA onderdeel van de Faculteit der Geesteswetenschappen, aan de VU van de Letterenfaculteit. Stissi: ‘Samen staan we sterker, ook landelijk gezien. We zullen niet zo groot worden als Leiden, waar archeologie vooralsnog een eigen zelfstandige
faculteit is, maar we kunnen wel verbreden en een aantrekkelijker onderwijsaanbod creëren met meer mogelijkheden dan de afzonderlijke opleidingen nu.’ De commissie die een mogelijke samenwerking onderzoekt zal begin volgend jaar een advies uitbrengen, pas daarna wordt een besluit genomen. (Bob van Toor)
Toch bijzonder voor iemand die zelf niet van adel was. ‘Dat Huygens een centrale functie aan het hof bekleedde, was in die tijd wel bijzonder ja. Dat zegt zeker iets over zijn kennis en vaardigheden. Aan de andere kant: verder dan secretaris is Constantijn aan het hof nooit gekomen.’ (DW) Inge Broekman: Constantijn Huygens, de kunst en het hof. Promotie op woensdag 17 november.
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.uva.nl
prikbord
promoties
FEB Duisenberg
Sport Denksport
Duisenberg school of finance (DSF) gaat intensief samenwerken met Royal Bank of Scotland (RBS). Het opleidingsinstituut, verbonden aan de economische faculteit, en de bank gaan een samenwerking aan van vijf jaar. Volgens beide instellingen komt de samenwerking tegemoet aan de behoefte om de kloof tussen de academische wereld en de zakelijke markt te overbruggen. Ook zeggen beide instellingen met de samenwerking ‘de Nederlandse financiële onderzoekscapaciteit te versterken’. Jan de Ruiter van RBS: ‘De samenwerking met DSF past binnen onze visie om een bijdrage te leveren aan de opleiding van financiële professionals en te investeren in de toekomst van de financiële wereld.’
Deze maand verschijnt bij uitgeverij Veen Magazines het boek Denkwaar. Spelen met getallen, woorden en vormen van Jaap Klouwen. Denkwaar is een bundeling van oude en nieuwe taal-, reken-, meet- en combinatorische puzzels uit de rubriek ‘Denkwaar’ die in de jaren negentig tweewekelijks in Folia verscheen. Na het einde van de rubriek in Folia is Klouwen gewoon doorgegaan met het bedenken van puzzels en dat heeft geresulteerd in dit boek met 75 ‘breinbrekers’, dat op 23 november wordt gepresenteerd in café De Onthaasting aan de Stationsstraat te Amersfoort. De presentatie begint om vier uur ’s middags. Prijs: € 19,95.
FNWI Bosatlas
In de meeste bibliotheken van de UvA is de gedrukte collectie nog maar een fractie van wat ze ooit was. Toch beleeft de bibliotheek een revival, als plek voor studie en ontmoeting. De missie van alle bibliotheken is om informatie te delen met zo veel mogelijk gebruikers. Dan is een digitale versie die dag en nacht voor iedereen beschikbaar is te verkiezen boven een exemplaar in een (vaak gesloten) bibliotheek. Wordt de bibliotheek in de toekomst louter virtueel? Is er nog een toekomst voor open opgestelde collecties en behoefte aan studieplaatsen? Daarover wordt op 30 november gediscussieerd in het P.C. Hoofthuis, zaal 1.05. Aanvang: 15.30 uur.
Deze maand is De Bosatlas van Nederland Waterland gepubliceerd bij Noordhoff Uitgevers. Het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteemdynamica (Ibed) is samen met een aantal kennisinstellingen, bedrijven en overheden een officiële partner van deze atlas, waarin de relatie van Nederland met het water centraal staat. De acht hoofdstukken van de atlas draaien om de ontwikkeling en toepassing van kennis over water. De bijdrage van het Ibed bestaat onder meer uit een beschrijving door Hans Matthijs van een succesvolle nieuwe aanpak voor blauwalgbestrijding in zwemwater. In 2009 droeg Ibed ook al bij aan de eerste van deze nieuwe serie Bosatlassen: De Bosatlas van Ondergronds Nederland.
FMG Kunst
COR Full-costing
Kunst en cultuur kunnen een sleutelrol spelen in conflictsituaties. Het kan mensen inspireren om in debat te gaan met elkaar en om beetje bij beetje de mogelijkheden van vrede te bespreken. De studievereniging van politicologie, Machiavelli, organiseert daarom op 18 november een avond waarop het publiek een visie wordt gegeven over hoe kunst al dan niet een rol kan spelen in het conflict in Israël en Palestina. Er is onder meer een fototentoonstelling met graffiti, een conferentie met de deskundigen Tal Ben-Zvi en Tayseer Al Khateb, de film Arna’s children en een optreden van de Nederlandse rapper Manu. Locatie: muziekzaal Crea. Aanvang: 20.00 uur, toegang gratis.
10.00 uur: Bart-Jan Verhoeff - Geneeskunde Coronary Artery Disease. Promotoren: Prof.dr.ir. J.A.E. Spaan en prof.dr. J.J. Piek. (Agnietenkapel) 12.00 uur: Paul Elbers - Geneeskunde Focus on Flow. Promotor: Prof.dr.ir. C. Ince. (Agnietenkapel) 14.00 uur: Mw. T.A. Antonenko Onderwijskunde Stimulating Intercultural Intellectual Capabilities in Intercultural Communication. Promotoren: Prof.dr. G.C.W. Rijlaarsdam en mw. dr. L. Sercu (KU Leuven). (Agnietenkapel)
WOENSDAG 24/11
UB Toekomst
& Conflict
DINSDAG 23/11
Het hanteren van het full-costing model aan de UvA kan in de praktijk problemen opleveren voor tweede en derde geldstroomonderzoeksprojecten. Met het full-costing model wordt bedoeld dat bij het verkopen van onderzoek aan derden niet alleen de direct aan het onderzoek gerelateerde kosten worden doorberekend, maar ook de overheadkosten als huisvesting, afschrijvingen en stookkosten. De Centrale Ondernemingsraad organiseert op 23 november een discussiebijeenkomst rond dit thema met sprekers van de afdeling Concern Control en een algemene discussie ter afsluiting. Deelnemers kunnen voetangels uit de praktijk inbrengen of juist positieve ervaringen. Eventuele bijdragen aan de algemene discussie naar cor@uva.nl Locatie: Doelenzaal UB, Singel 421-427. Aanvang: 13.30 uur.
FGw Nieuwsgierig
IC Studentenmail
Oud UvA-student en publicist Paul Alexander geeft op 18 november een lezing in de Amsterdamse Academische Club over zijn nieuwe boek De geschiedenis van de nieuwsgierigheid, verschenen bij uitgeverij De Geus. Het boek gaat over Willy Alexander, vader van de auteur, die voor zijn dood in 1999 als bijzonder hoogleraar verbonden was aan de UvA. Het boek is gebaseerd op dagboeken die Willy Alexander naliet en die na diens dood werden gevonden. De dagboeken gaan over de oorlogsbeproevingen van een joodse jongen. Paul Alexander kende alleen de ‘kale feiten’ daarover. Door de vondst van de dagboeken werden die feiten een ingekleurd verhaal. Aanvang: 17.30 uur.
De UvA studentenmail en de mogelijkheid om bestanden op te slaan op de U-drive zijn aan vervanging toe. De bedoeling is dat mail en opslag niet meer door de UvA, maar door een marktpartij verzorgd gaan worden. Dat levert meer service op, lagere kosten en meer ruimte voor opslag. De UvA wil graag input van studenten verzamelen om tot de best mogelijke oplossing te komen. Vragen voor de klankbordgroep zijn: hoe gebruik je email en opslag en hoe zou je deze willen gebruiken? Welke eisen stel je aan e-mail en opslag van bestanden? Meedenken? Bel of mail met projectleider Sijo Dijkstra: sijo.dijkstra@uva.nl of 020 525 5315.
10.00 uur: Kinga Tibori Szabó Rechtsgeleerdheid The Law of Self-Defence - Past, Present and Future. Promotor: Prof.dr. T.D. Gill. (Agnietenkapel) 12.00 uur: Ozgul Ünal Karakaş - Informatica On Semi-automated Matching and Integration of Database Schemas. Promotor: Mw. prof.dr. H. Afsarmanesh. (Agnietenkapel) 13.00 uur: Cynthia Abrahams - WestIndische letteren Robin ‘Dobru’ Raveles. Surinamer, dichter, politicus. Promotor: Prof.dr. M.H.G. van Kempen. (Aula) 14.00 uur: Nyika Dalitso Kruyt - Geneeskunde Glycemic Control in Acute Stroke. Promotoren: Prof.dr. M. Vermeulen en prof.dr. L.J. Kappelle (UU). (Agnietenkapel) 15.00 uur: Jeanin van Hooft - Geneeskunde Gastrointestinal Strictures. Promotor: Prof.dr. P. Fockens. (Aula)
DONDERDAG 25/11 10.00 uur: Ana Maria Benavidus Duque Biologie Distribution and Succession of Vascular Epihytes. Promotor: Prof.dr. J.H.D. Wolf. (Agnietenkapel) 12.00 uur: Silke Heumann - Sociologie Sexual Politics and Regime Transition. Promotoren: Prof.dr. W.G.J. Duyvendak en prof.dr. J.M. Baud. (Agnietenkapel) 14.00 uur: Sally-Ann Clur - Geneeskunde Fetal Heart and Increased Nuchal Translucency. Promotoren: Prof.dr. J.A.M. van der Post en prof.dr. J. Ottenkamp (LUMC). (Agnietenkapel)
VRIJDAG 26/11 10.00 uur: Uzor Ogbu - Geneeskunde Structure, Process, and Outcomes of Healthcare. Promotoren: Mw. prof.dr. K. Stronks en prof.dr. G.P. Westert (UT). (Agnietenkapel) 11.00 uur: Dhiredj Jagesar - Scheikunde Hydrogen-Bonded Rotaxanes. Promotor: Prof.dr. A.M. Brouwer. (Aula) 12.00 uur: Michiel Winter - Geneeskunde The Systematic Right Ventricle. Promotor: Mw. prof.dr. B.J.M. Mulder. (A.kapel) 13.00 uur: Alexander Vlaar - Geneeskunde Transfusion-related acute lung injury in the critically ill. A translational approach. Promotoren: Mw. prof.dr. M.B. Vroom en prof.dr. M.J. Schultz. (Aula) 14.00 uur: Bouke Huurnink - Informatica Search in Audiovisual Broadcast Archives. Promotor: Prof.dr. M. de Rijke. (Agnietenkapel) Voor meer informatie zie www.uva.nl/agenda
Folia 7
opinie
Generatie-irritatie Niña Weijers ergert zich aan de stereotypen over twintigers van nu, en waarschuwt haar generatie zich niet blind te staren op het eigen imago.
H
et was toen ik voor de tweede keer in kort tijdsbestek mijn krant opensloeg om op de eerste pagina een column te lezen over de ‘de wc-rol-ophangkwestie’, dat er bij mij iets begon te knagen. Het knagen had de vorm van vragen als: waarom voelt deze columniste de behoefte tot twee keer toe te schrijven over een wc-rol, en waarom moet ik hierover lezen op de eerste pagina van mijn krant, en wáárom erger ik me hier zo aan? Irritatie kan een goed startpunt zijn voor reflectie, en na enig beraad met mezelf kwam ik erop uit dat mijn irritatie voornamelijk voortkwam uit het gevoel dat ik me vertegenwoordigd zou moeten voelen door deze twenty-something columniste, omdat ik zelf toevallig ook twenty-something ben. Deze krant had haar expres in de arm genomen, zodat ik me gerepresenteerd zou voelen. Maar zo voelde het niet. En plots besefte ik dat mijn irritatie voortkwam uit een opeenstapeling van irritaties die ik de laatste tijd had ervaren. Een paar maanden eerder had ik een bijlage van HP/De Tijd gelezen, voor en door twintigers, met daarin een manifest waarin zij zichzelf bestempelden als
We hebben 351 Facebook-vrienden, als we even niet meer weten waar Kirgizië ook alweer ligt dan googelen we het op onze iPhone ‘confettigeneratie’: een generatie die zich niet graag vastpint, maar juist bestaat bij de gratie van pluraliteit. Een generatie die vrolijk en veelkleurig ronddwarrelt. Inderdaad, zoals confetti. De strekking van het manifest was: het leven is een feestje, en als het even niet zo is kiezen we voor een manier waarop het dat wel weer wordt. Want de mogelijkheden zijn grenzeloos, de wereld is onze speeltuin. De wc-rolcolumniste werd uitgeroepen tot voorbeeldtwintiger nummer 1 uit de top 25, en de term confettigeneratie werd door de media gretig overgenomen. Dit klonk als een goed label, en het was ook nog eens door onszelf op ons geplakt. Een onbetwistbare waarheid, dus. Dit irriteerde me mateloos. En dan waren er de kleine irritaties, wanneer ik bijvoorbeeld voor de zoveelste keer een artikel las dat begon met ‘we hebben 351 Facebook-vrienden, als we even niet meer weten waar Kirgizië ook alweer ligt dan googelen we het op onze iPhone.
8 Folia
We vieren undergroundfeestjes waar we via Twitter van gehoord hebben en ondertussen zijn we ook nog bezig succesvol kunstenaar, topsporter en leeuwentemmer worden’. Of iets in die trant. Ik kan het niet helpen, maar als ik dit soort dingen lees bekruipt me steeds weer de gedachte: is dit nou werkelijk de manier waarop we over onszelf willen schrijven met zijn allen? Al deze dingen zijn al honderd keer eerder gezegd, en altijd op diezelfde toon van bravoure gecombineerd met zelfspot. We zijn jong, intelligent, over-zelfbewust en we willen wat, veel zelfs. Helaas kan ik me niet aan de gedachte onttrekken dat we zo langzamerhand meer bezig zijn onszelf te profileren als een unieke, grenzeloze, nieuwe generatie, dan om er werkelijk een te zíjn. Veelzijdigheid is zózeer de consensus, dat het in deze context een gek fenomeen is geworden. Een soort eenzijdige veelzijdigheid, met voorbeeldtwintigers om ons de weg te wijzen. Als zelfs een website als hard//hoofd stelt dat ze ‘het antwoord [is] op de stuitende vergrijzing die Nederland doormaakt’, betrap mezelf erop dat ik stiekem denk: wordt het juist niet eens tijd om op te groeien? Het is heus niet zo dat ik niet vind dat twintigers de toekomst zijn. Integendeel. Ik vind zelfs dat twintigers de toekomst moeten zijn, en dat we van ons moeten laten horen. Maar er zitten meer ideeën in onze hoofden dan de inkoppertjes over sociale media, grenzeloze keuzevrijheid en hoe een wc-rol op te hangen. Daar ben ik van overtuigd. yyy Niña Weijers studeerde literatuurwetenschap. Ze schreef deze tekst naar aanleiding van een avond die ze organiseert in Spui25 rond de huidige generatie twintigers: Hoe uniek zijn we? Generatie Y heroverwogen. Dinsdag 30 november 2010, 20:00 - 22:00 uur. Toegang gratis, aanmelden via www.spui25.nl illustratie Marc Kolle De redactie verwelkomt brieven en ingezonden stukken. U kunt deze sturen aan redactie@folia.uva.nl. Vermeld altijd uw naam en relatie tot de UvA; anonieme bijdragen worden niet geplaatst. De redactie behoudt zich het recht voor om bijdragen in te korten.
brieven Pijnlijk In uw hoofdredactioneel commentaar in Folia 10 speculeert u over de gang
van zaken rond het vertrek van een van onze medewerkers, overigens zonder mij daarover, anders dan u schrijft, van tevoren te hebben gesproken. Nu deze kwestie door Folia helaas in de openbaarheid is gebracht – kwalijk, te meer omdat u tegelijkertijd beweert de kwestie als privé te beschouwen – hecht ik eraan de ongefundeerde suggesties in uw stuk tegen te spreken.
De omstandigheden van zijn vertrek plaatsten alle betrokkenen, en vooral hemzelf, voor pijnlijke dilemma’s. Deze hebben we in goed overleg het hoofd geboden, met als enige bedoeling onze relatie met hem én met de bewoners van het Studentencentrum zo zuiver mogelijk te houden. Of we daarin zijn geslaagd is een tweede, maar voor een discussie daarover kan ik mij een minder
stage
De ziekte die populisme heet
Serious Request Daniëlle Keilholz (23)
heeft haar bachelor communicatie wetenschappen en loopt sinds september stage bij de radioafdeling van de NPO.
Tamar de Waal vraagt zich af waarom gematigde sprekers in het Amerikaanse debat geen aandacht krijgen, en of de tegenbeweging onder leiding van Jon Stewart iets kan uithalen.
I
n het toneelstuk Angels of America wordt Amerika beschreven als een ‘melting pot’ waarin ‘nothing melted’. Het is een treffende omschrijving. Leven in een land van immigranten werkt als een intensieve confrontatietherapie voor het besef dat de realiteit zo uiteenlopend is dat vrijwel iedere generalisatie onhoudbaar is. De 250 duizend aanwezigen bij de Rally to Restore Sanity op 30 oktober, georganiseerd door Jon Stewart, presentator van the Daily Show op Comedy Central, protesteerden precies om deze reden. Hun ‘millon moderate march’ stelde aan de kaak dat de Amerikaanse media de realiteit niet weergeeft, omdat ze alleen aandacht besteden aan ‘the loud folks’ terwijl een ruime meerderheid van de Amerikanen hun radicale opvattingen niet deelt. De rally was een succesvol initiatief, maar het is de vraag of het verzet van Stewart genoeg kracht heeft om het populisme te verslaan. Het mechanisme is immers bekend: extreme stemmen overschreeuwen genuanceerde stemmen met gemak in het publieke debat, omdat simplisme de journalistiek en politiek meer succes oplevert dan ruimdenkendheid. Dit mondt uit in een situatie waarin nog maar weinig sprekers de gematigdheid opzoeken en zij die dat wel doen nauwelijks media-aandacht krijgen. De vraag is nu of deze situatie nog te veranderen is. De kritiek van de inmiddels overleden Susan Sontag, schrijfster en essayiste, op de retoriek van George W. Bush en zijn administratie na de aanslagen van 11 september, is in dit opzicht interessant. Ze verweet hen het starten van een algemene campagne om het publiek te ‘infantiliseren’. Als een robot herhaalde Bush dat Amerika ‘strong’ was. Nooit plaatste hij de gebeurtenis in een historisch perspectief, of discussieerde hij openlijk over de verschillende mogelijkheden voor het toekomstige internationale beleid van de Verenigde Staten. In plaats daarvan simplificeerde hij de realiteit en sprak er alleen over in algemene termen als ‘Liberty’ , ‘Humanity’ en ‘The Free World’. Deze retoriek ondermijnde, volgens Sontag, de discussie die democratisch Amerika op dat moment nodig had, omdat de echte wereld onbesproken bleef. Ze schreef: ‘But let’s not be stupid together.’ Sontag leek te willen zeggen: wij, als publiek, eisen dat we serieus worden genomen. Daarom accepteren we
geschikte plek dan Folia nauwelijks voorstellen. yyy Namens Crea, Sjoerd Jans, directeur
Borrelpraat In Folia van 8 oktober 2010 staat een stuk ‘SVBG op zoek naar bestuurskamer’
geen intentionele simplificaties van populistische stemmen, omdat we weten dat de politieke discussies die daaruit ontstaan, losstaan van de realiteit. We hebben discussies nodig die uitmonden in bruikbaar beleid, dus we verwachten van politici, die overtuigd zijn van hun gelijk, dat zij de veelzijdigheid van de realiteit erkennen en hun beleid er in het openbaar aan toetsen. Stewart en Sontag lijken beiden te impliceren dat de discussies die plaatsvinden in de journalistiek en media, een belediging zijn voor het intellect van de gemiddelde Amerikaan. Ook in Nederland worden politici steeds vaker beoordeeld op basis van mediaoptredens, waarin zij in slechts dertig seconden de meest ingewikkelde vraagstukken moeten bespreken. Volgens Sontag zou de kiezer deze vorm van debat niet moeten accepteren, omdat hij weet dat de uiterst complexe werkelijk in zo’n korte tijd nooit zinnig besproken kán worden. Maar voordat dit gebeurt is er een verandering van perspectief bij de kiezers nodig. Het pleidooi van filosofe Martha Nussbaum, verbonden aan de universiteit van Chicago, voor een herwaardering van de Aristotelische ethiek, kan misschien uitkomst bieden. Volgens Nussbaum moet van een politicus verwacht worden dat hij de juiste houding en perceptie heeft, in plaats van dat hij overal vastomlijnde oplossingen voor pretendeert te hebben. Een politicus moet praktische wijsheid hebben om in unieke situaties, bestaand uit onherhaalbare combinaties van complexe feiten in de realiteit, de juiste beslissingen te nemen. Iedere oplossing is immers contextgebonden. Als het publiek deze particuliere ethiek zou omarmen, zou het primair geïnteresseerd zijn in de geschiktheid van een politicus, ofwel in of hij de juiste deugden bezit. Zijn retoriek, competenties en strategie blijven van belang, maar zijn geen doelen op zichzelf. Hij moet keuzes maken zoals een getraind jazzmuzikant muziek speelt: flexibel maar geslaagd improviseren. De filosofie van Nussbaum zou het publieke debat kunnen matigen, doordat de aandacht van het debat verschuift. Een politicus moet bewijzen dat hij goed kan navigeren, in plaats van oreren. Hij moet gewaardeerd worden als hij overkomt als een capabel bestuurder, die niet gelooft in algemene uitspraken over gecompliceerde maatschappelijke vraagstukken, maar in afgestemde oplossingen.
waar wij graag op willen reageren. Ten eerste staat in het artikel dat de studenten vrijdagavond (1 oktober) in de hal van de faculteit borrelden puur om duidelijk te maken dat we een bar willen. Dit is onjuist. Het leek drie verenigingen, VIA, ACD en NSA, leuk om eens gezamenlijk te borrelen. De borrel werd gehouden in de hal vlak voor de kamers, waar voldoende ruimte is.
‘Na mijn eerste stage bij BNN wilde ik eigenlijk meteen door met een andere stage. Ik wilde nog wat meer praktijkervaring opdoen. Deze communicatiestage bij de NPO, de publieke omroep, sloot daar perfect op aan. In februari begin ik dan aan mijn master, anders voelt mijn studie niet af. Het is heel nuttig om te werken in de praktijk, zo merk je dat de stof van je studie niet altijd goed aansluit. Nu hoef ik bijvoorbeeld geen onderzoek te doen, maar ben ik juist de hele dag bezig met bellen, dingen regelen, persberichten schrijven. Studeren doe je alleen voor jezelf, het belang van wat je doet voelt minder groot. Wat dat betreft is de praktijk spannender. Ik zit in het gebouw van radiozender 3FM en er komen vaak bandjes binnenlopen. De mensen hier zijn bezig met de actualiteit, echt heel leuk. Omdat dit radiostation van de publieke omroep me het meest aanspreekt, ligt daar mijn focus op. Zo ben ik onder andere bezig met de voorbereidingen voor de Serious Request-week, die start in december. De productie van dit programma zit een verdieping onder mij en ik ga zo vaak mogelijk even buurten. Dan vraag ik of ze nog klusjes hebben. Ik mag er zelfs bij zijn in Eindhoven, de stad waar het glazen huis dit jaar staat. Die week zal ik de pers en artiesten begeleiden, heel tof. Ook zit ik nu bij de vergaderingen, daar zie je echt alle specialisaties samenvallen, van productie tot techniek. Momenteel zijn ze bezig te bepalen waar dat glazen huis precies komt te staan, dat moet echt tot op de centimeter worden afgesproken. Later hoop ik op een baan in de PR. Het liefst bij een mediabedrijf, 3FM of BNN bijvoorbeeld Gewoon omdat daar programma’s gemaakt worden en je midden in de muziekwereld zit. Dat vind ik echt supertof.’ (Anouk Kemper)
Stewart, Sontag en Nussbaum lijken elkaar te treffen in de overtuiging dat het publiek een andere attitude ten opzichte van het publieke debat moet aannemen. Door steeds meer simplistische berichtgeving en korte quotes te accepteren, verzandt het democratische debat in extreme kreten, die losstaan van de ‘melting pot’ die de wereld in werkelijkheid is. Maar wil het publiek wel een meer ingewikkeld publiek debat? Dat is een vraagstuk op zichzelf. Voor nu lijkt het er op dat Stewart in Amerika de tegenbeweging is gestart. yyy Tamar de Waal studeert internationaal strafrecht aan Columbia Law School in New York, via een uitwisselingsprogramma van de Universiteit van Amsterdam
Ten tweede gaat het artikel over het ontbreken van een kamer op Science Park voor de SVBG. Deze informatie was op dit moment wel juist, maar niet te koppelen aan de borrel van 1 oktober. Nu lijkt een borrel van drie verenigingen op een protestborrel om een SVBG-kamer met bar te krijgen. Ten derde heeft de studentenraad niets te maken gehad met deze borrel. Waarom
niet de organisatoren van de borrel maar de studentenraad geciteerd wordt, is onduidelijk. In de tussentijd heeft de SVBG haar nieuwe bestuurskamer in A 1.18 kunnen betrekken. yyy Timo Halbesma, voorzitter NSA Brigitte Borm, voorzitter SVBG
Folia 9
Wat we missen kunnen. Een manifest tegen de overdaad. Babel & Voss Uitgevers, 2010, 190 blz., ca. € 15,Met onder anderen Hanna Bervoets, Arnon Grunberg, Kees van Kooten, Jonathan van het Reve, Jan Jaap van der Wal en Micha Wertheim. www.babelenvoss.nl
‘Volgens mij kunnen we het wel’ Ze kennen elkaar al sinds de crèche, interviewden samen voor De Groene, en brachten een boek uit met hun eigen uitgeverij, Babel & Voss Uitgevers. Studenten Daniël van der Meer (politicologie) en Daan Heerma van Voss (geschiedenis) zitten niet om ambitie verlegen. Maar: ‘Eigenlijk doen we maar wat.’ Harmen van der Meulen
H
et wordt al snel duidelijk dat beide heren elkaar goed aanvullen, wanneer de een stilvalt vult de ander aan, hoewel dat meestal niet eens nodig blijkt. Aanleiding voor het gesprek is het verschijnen van Wat we missen kunnen. Een manifest tegen de overdaad, maar meer nog de oprichting van uitgeverij Babel & Voss. Daan Heerma van Voss en Daniël van der Meer (beiden 1986) vormen – samen met ervaren uitgever Reinjan Mulder (1949) – de redactie. Al wil Daan duidelijk gesteld hebben dat hij in de toekomst vooral ‘op projectbasis’ bij de uitgeverij betrokken blijft, want hij heeft het druk met afstuderen en het schrijverschap; onlangs verscheen zijn eerste roman bij uitgeverij Atlas. Is het in het licht van de titel van jullie manifest over overdaad niet vreemd om een nieuwe uitgeverij te beginnen? Daan Heerma van Voss [hierna HvV, red.]: ‘Dit plan is niet in eerste instantie uit noodzaak geboren. We hadden het over wat onze ideale baan zou zijn, los van of dat ooit zou lukken. Daarbij was al heel snel – en zeker voor Daniël – duidelijk dat het uitgeverschap op nummer één stond. We waren wel realistisch genoeg om te weten dat we met zijn tweeën absoluut geen schijn van kans maakten. Reinjan ken ik van vroeger – hij is de vader van de beste vriend van mijn broertje. Toen we bij hem op bezoek gingen bleek dat hij met hetzelfde idee rondliep. Alleen zocht hij jonge mensen die het op den duur van hem konden overnemen.’ Daniël Van der Meer [hierna VdM, red.]: ‘Als je een uitgeverij opricht duurt het makkelijk tien jaar voor je voet aan de grond hebt. En als je een auteur aan je wilt binden, moet je wel de zekerheid kunnen bieden dat je over tien jaar nog bestaat. Op deze manier kan Reinjan al zeggen wie 10 Folia
hem op den duur zou kunnen opvolgen.’ Wat denken jullie toe te kunnen voegen? HvV: ‘Wij hebben de tijd en ruimte om goed te redigeren en begeleiden. Dat schiet er bij grote uitgeverijen bij in. Dat zijn zo zeer bedrijven geworden dat het voor hen inefficiënt is om lang naar een tekst te blijven kijken. We merkten, ook bij dit boek, dat mensen bijna niet meer gewend zijn om kritisch benaderd te worden. Zeker
‘Er is geen aanleiding om aan te nemen dat wij niet zouden kunnen redigeren’ de wat bekendere schrijvers waren verrast toen ze hun versie met allemaal strepen van ons terugkregen. Felix Rottenberg en Jan Jaap van der Wal memoreerden dat ook allebei tijdens de presentatie.’ VdM: ‘Volgens ons komt het de kwaliteit van de stukken ten goede en blijkbaar wordt het gepikt en uiteindelijk op prijs gesteld, al zijn we niet echt grote namen in het uitgeversvak.’ Verbaast jullie dat, dat jullie redigeerwerk kennelijk serieus wordt genomen? HvV: ‘Reinjan is een grote naam, die heeft jarenlang geredigeerd bij NRC Handelsblad en is al heel lang uitgever. En er is geen aanleiding om aan te nemen dat wij niet zouden kunnen redigeren, tot nu toe hebben we er alleen maar goede dingen over gehoord. Bovendien: in de stukken die we zelf hebben geschreven was het ook niet zo dat ze eerst nog helemaal gedemonteerd moesten worden door de eindredactie. Op tekstniveau zit het volgens mij in de basis wel goed.’ VdM: ‘Het is lastig om over jezelf te zeggen, maar volgens mij kunnen we het wel.
Zowel op tekstniveau als inhoudelijk als aansporend.’ In Wat we missen kunnen staan – naast Grunberg, Van Kooten en Van der Wal – veel onbekende auteurs. Is het de bedoeling om daarvoor een springplank te zijn? VdM: ‘Nou, niet een springplank, want er is geen enkele reden om ergens anders naartoe te willen. Maar het idee is wel om veel jonge auteurs een kans te bieden en ze goed te begeleiden. Dat je ze niet zomaar in het diepe gooit alsof dit hun 25e roman is en ze al precies weten wat ze moeten doen.’ HvV: ‘Heel veel jonge mensen willen schrijven. Een grote uitgeverij kan zo’n risico makkelijk nemen. Als het flopt maakt dat niet zo veel uit. Ze begeleiden niet of weinig, want dat kost alleen maar tijd. Daar willen wij mee breken.’
miggelt. Toen ging het over het voetbalspel Championship Manager.’ VdM: ‘Na de middelbare school gingen we allebei een jaar weg, Daan naar Perugia en ik naar Madrid, waarna ik mijn bachelor in Brussel heb gedaan. Toen ik terugkwam, nu twee jaar geleden, was het wel duidelijk dat we nu iets moesten gaan doen. Sindsdien doen we eigenlijk maar wat. De Kloof hebben we bijvoorbeeld verzonnen en gewoon geprobeerd. We zijn genoeg afgewezen, maar uiteindelijk bij De Groene toegelaten. De uitgeverij hebben we ook bedacht en ook die is er gekomen. Eigenlijk lukt het meeste wel.’ HvV: ‘We bedenken iets, we proberen het en het meeste lukt.’ VdM: ‘In 2011 willen we vier boeken uitbrengen. Een vertaling, een non-fictieboek en twee Nederlandstalige romans. Voor 2012 hopen we op een verdubbeling, dus acht boeken. Maar we moeten nog maar zien of ons dat gegund is. Ooit zal er wel een tegenslag komen.’ yyy
CV
Daan Heerma van Voss (Amsterdam, 20 januari 1986)
2005-2008: bachelor geschiedenis UvA 2009: master nieuwste geschiedenis UvA, interviewserie ‘De Kloof’ in De Groene Amsterdammer, samen met Daniël van der Meer 2010: Interviewprogramma De Dag van de Eeuw in Parooltheater, samen met Daniël van der Meer 2010: De Kloof in boekvorm, oprichting Babel & Voss Uitgevers, samen met Daniël van der Meer en Reinjan Mulder, verschijning van Wat we missen kunnen, verschijning debuutroman Een zondagsman 2011: Nieuwe interviewserie in De Groene Amsterdammer, ‘Het Decennium’, met Daniël van der Meer
Wat heeft het jullie gekost om Wat we missen kunnen te maken? VdM: ‘Onze uren, zonder daarvoor betaald te krijgen. Reinjan heeft de investering gedaan. Maar al met al kost het niet zo immens veel om een boek uit te geven. De vaste lasten van een uitgeverij – een grach- CV tenpand, een grote opslag en dure borrels Daniël van der Meer en voorschotten – hebben we allemaal niet. (Amsterdam, 6 mei 1986) Dan is het goed te overzien.’ 2005-2008: bachelor politicologie Vrije Universiteit Brussel
Eerder maakten jullie al samen voor De 2009: master politicologie UvA, interviewGroene Amsterdammer de interviewserie serie ‘De Kloof’ in De Groene Amster‘De Kloof ’, wanneer kwamen jullie erachter dammer, met Daan Heerma van Voss dat jullie gelijksoortige ambities koesterden? 2010: Interviewprogramma De Dag van HvV: ‘Wij kennen elkaar van crèche Ienie de Eeuw in Parooltheater, met Daan Mienie, dus al betrekkelijk lang. GelijkHeerma van Voss, verschijning De Kloof soortige ambities hadden we altijd wel, al in boekvorm, oprichting Babel & Voss was dat tot en met de zesde klas voetbal Uitgevers, met Daan Heerma van Voss kijken, voetbal spelen, voetbalspelletjes en Reinjan Mulder, verschijning Wat we spelen, en het daar voortdurend over hebmissen kunnen ben. We hebben ongeveer dezelfde smaak 2011: Nieuwe interviewserie in De ontwikkeld, maar het is niet zo dat we toen Groene Amsterdammer, ‘Het Decenwe dertien waren het al hadden over Carnium’, met Daan Heerma van Voss
Babel & Voss Uitgevers VdM: ‘De Russische schrijver Isaak Babel kunnen we alle drie wel pruimen, en die naam verwijst ook naar de hoogmoed om in deze tijd nog een uitgeverij te beginnen. We dachten eerst aan Vos als naam voor de uitgeverij, omdat je meteen een beeld hebt voor een logo, en we beiden op het Vossius hebben gezeten. We wilden kiezen tussen Babel en Vos. Toen dachten we: dat klinkt veel chiquer dan wat we verder ook kunnen bedenken.’
HvV: ‘Zeker met een ‘s’ erachteraan, waar ik in eerste instantie niet zo voor was, omdat het dan lijkt alsof het mijn naam is. Maar Daniël en Reinjan vonden dat wel chic. Het is een hele mooie chique naam die dus op veel dingen tegelijk slaat, maar ook eigenlijk op helemaal niks. Maar dat is ook niet erg, ik bedoel “De Bezige Bij”, waar slaat dat nou op?’
Daan Heerma van Voss (l) en Daniël van der Meer / foto Jan-Maarten Hupkes
UvA-auteurs uit Wat we missen kunnen Floor Rusman HvV: ‘Zij is columnist van Babel, zit in haar laatste jaar geschiedenis en heeft een leuk stuk geschreven over Jan Modaal. Floor heeft de redactie gedaan voor een aantal van onze Kloofinterviews. We vonden haar al goed voor ze een vriendin werd, dus we kunnen wel oprecht zeggen dat ze echt goed kan schrijven.’
Deru Schelhaas Thomas Heerma Jessica Meijer van Voss HvV: ‘Die komt binnen via HvV: ‘Jessica ken ik al erg
Fanny van de Reijt
mijn fijnmazige scoutingsnet. Deru zit net in Amsterdam, hij komt uit Leiden. Ik had aan een veelvoud aan vrienden gevraagd hun ogen open te houden voor talentvolle jonge schrijvers en toen kreeg ik van een vriendin van me die toen coschappen liep een envelop van een of ander psychiatrisch ziekenhuis. Daar zat een tiental van zijn columns uit Mare in. Die waren allemaal erg goed, daarom hebben we hem gevraagd.’
VdM: ‘Fanny schrijft voor Propria Cures en daarvoor voor onder meer Het Parool en de nrc.next die “Fanny&Alma”-reeks. Die had wel laten zien dat ze kon schrijven en ze wilde graag meedoen aan dit project. Haar ergernis zijn de verhalen van Toon Tellegen. Dat onderwerp is zo concreet dat het direct vooren tegenstanders had. De recensent van de Volkskrant zei: ‘Wat denkt ze wel?’ HvV: ‘Zij heeft een wat speelsere, lossere stijl dan de meeste anderen, dus zij voegt ook wel echt iets toe.’
VdM, grijnst: ‘Die ken ik via een goede vriend van me, dat is zijn jongere broertje. Hij is tweedejaars student Nederlands en vorig jaar gedebuteerd met een novelle, De Allestafel. En hij is door HP/De Tijd bestempeld als wonderkind.’ HvV: ‘Zet dat er niet in, want dat vindt hij vreselijk. Of zet het er wel in, want dat vindt hij vreselijk.’ VdM: ‘Hij heeft een soort metastuk geschreven over “het gemis”. En hij is de centrale verdediger van ons voetbalteam.’
lang en ik sprak haar ergens vorig jaar toen ze bezig was haar scriptie af te maken. Toen zei ze dat ze aan het schrijven was of in ieder geval wilde gaan schrijven. Zij is een van de weinigen die, als ik haar niet persoonlijk gekend had, er niet in had gestaan, omdat ik haar dan dus niet kende. Zij heeft geschreven over reality-tv, een van de meer persoonlijke stukken uit de bundel.’
Jouke Turpijn HvV: ‘Jouke is een geschiedenisdocent van wie ik vorig jaar les heb gehad en een van de jongere docenten. Hij is ooit gepromoveerd op de uitvinding van het Nederlandse parlement en stort zich ook wel in historisch-maatschappelijke debatten en schrijft stukjes. Het is een van de historici met een wat minder academische schrijfstijl. Hij heeft geschreven over provincies en dat is een leuk historisch verantwoord maar ook wel maf stuk geworden. Precies zoals het hoort.’
Folia 11
12 Folia
objectief
De tand des tijds Dit zijn leden van de allereerste groep eerstejaarsstudenten van de subfaculteit Tandheelkunde (nu Acta). Zij begonnen in 1964 aan hun studie. Op het moment van het schieten van deze foto was de groep bijeen voor de viering van een lustrum; het achtste inmiddels. De dag had als titel ‘veertig jaar afgestudeerd’, en zeventien oud-studenten gaven acte de presence. ‘We zijn met 57 studenten begonnen en zes jaar later zijn er uiteindelijk zevenentwintig afgestudeerd,’ zegt Hans Mol, voormalig student en organisator van de reünie (midden op de foto met blauwe shawl). Na zijn afstuderen had Mol een eigen praktijk en was hij tweeëndertig jaar als kaakchirurg verbonden aan het AMC. Mol noemt de groep oud-studenten ‘gezworen kameraden’ die eens per vijf jaar samen komen. ‘Tijdens dit lustrum hebben we besloten dat we nu een keer per tweeënhalf jaar bijeenkomen. De dood discrimineert namelijk niet en drie van onze studiegenoten zijn inmiddels overleden.’ Mol zelf is inmiddels bezig om een fotoboekje samen te stellen over veertig jaar Acta. ‘Met vooral foto’s wil ik terugblikken op de afgelopen vier decennia en ik voel me schatplichtig aan mijn leermeesters om dit te doen. Tijdens de reünie hebben de alumni onder meer een rondleiding door het nieuwe Acta-gebouw aan de Zuidas gekregen, dat op 25 november door KNAW-president Robbert Dijkgraaf wordt geopend. (JJ) foto Hans Mol
Folia 13
Vechten voor ona Relletjes over de onafhankelijkheid van universitaire bladen in Wageningen, Leiden, Amsterdam, Utrecht en recent ook in Nijmegen. Hoe is het gesteld met de onafhankelijkheid van de universitaire pers in ons land? Floor Boon
I
n november 2008 werd Vox Magazine, het universiteitsblad van de Radboud Universiteit Nijmegen, op last van het College van Bestuur (CvB) van de universiteit verwijderd, omdat er een snuivende student op de cover stond. De foto zou verkeerde associaties kunnen oproepen bij bezoekers van de voorlichtingsdag die middag. De beslissing werd na twee dagen teruggedraaid. Ook bij de VU vond het CvB het in het verleden nodig hardhandig in te grijpen in de keuzes van haar universiteitsblad. In 2002 werd een interview uit Ad Valvas geweerd onder druk van het college. Het betreffende interview met Anton Wessels, tot 2002 hoogleraar godsdienstwetenschappen aan de VU, was in ruzie geëindigd en Wessels dreigde niet op te komen dagen bij de dies natalis van de VU als het interview zou worden gepubliceerd. Het CvB koos de kant van Wessels. Bedrijfsbladen Het is een kleine greep uit de vele incidenten die de universitaire pers kent. Incidenten die raken aan de kern van redactionele onafhankelijkheid: zonder vooraf overleg en op eigen verantwoordelijkheid kunnen publiceren, met inachtneming van de journalistieke mores van betrouwbaarheid en deskundigheid. Universiteitsbesturen proberen steeds meer grip te krijgen op de inhoud van universiteitsbladen, vooral op wat de bladen over de eigen universiteit schrijven. De communicatieafdelingen dijen uit, de bladen proberen manhaftig hun onafhankelijkheid te bewaren. Vooral de afgelopen maanden heeft de universitaire pers flink wat tegenslagen te verduren gehad. Het meest recent zijn de conflicten in Utrecht en in Nijmegen. Nadat de Utrechtse protesten om de papieren versie van het U-blad (universiteitsblad van de Universiteit Utrecht) te behouden, niet
14 Folia
mochten baten en in Nijmegen dit najaar ook commotie ontstond over de status van het blad Vox Magazine, is er opnieuw controverse ontstaan over de status van de universitaire pers. De bladen, dertien in totaal, worden betaald door de universiteiten en zijn daarmee feitelijk bedrijfsbladen. Hoe onafhankelijk is de universitaire pers eigenlijk? En op welke manieren kan redactionele onafhankelijkheid worden gewaarborgd? Volgens Jo Bardoel, hoogleraar journalistiek en media aan de Radboud Universiteit Nijmegen en ook verbonden aan de UvA, lopen er drie discussies door elkaar heen. ‘Universiteiten moeten steeds meer concurreren om studenten te trekken,’ legt Bardoel uit. ‘Een goed imago is daarom van groot belang. Daar ontstaan conflicten over en dan heeft de universiteit snel de neiging eigen media tot his masters voice te maken.’ Volgens Bardoel is de eerste vraag hoe een blad zich tot de universiteit verhoudt. Die discussie speelt nu in Nijmegen. Daar heeft het CvB besloten dat Vox nog maar eens per twee weken verschijnt en dat de website onderdeel wordt van de afdeling communicatie. De redactieraad stapte al op en de protesten duren voort, maar uiteindelijk trekt het CvB aan het langste eind. ‘Dan zijn er technologische ontwikkelingen,’ vervolgt Bardoel, ‘die de vraag oproepen of print nog wel geschikt is of dat alles nu ook digitaal kan.’ Dat is wat er is gebeurd in Utrecht waar het papieren blad heeft moeten wijken voor een digitaal platform. ‘Tot slot zijn er financiële problemen van universiteiten. Als er bezuinigd moet worden, dan is er grote kans dat bladen een van de eerste slachtoffers zijn.’ Imagoschade Ad van Liempt, journalist en aanstaand eredoctor aan de UvA, benadrukt dat universiteitsbladen zich moeten realiseren dat ze in feite bedrijfsbladen zijn. ‘De
bladen worden betaald door de universiteiten en wie betaalt, bepaalt.’ De spanning die ontstaat tussen de wil van het CvB en de wil van de redactie, is inherent aan het werken voor een universiteitsblad, meent ook Bardoel, al kan bedrijfsjournalistiek aan de universiteit volgens hem op twee manieren worden beschouwd. ‘De universiteit kan vinden dat een blad moet passen binnen de corporate communicatiestrategie, wat betekent dat er niet kritisch over de eigen instelling geschreven mag worden. Universiteiten kunnen er ook voor kiezen wel onafhankelijkheid te verlenen, zeker omdat de universitaire wereld een open gemeenschap is waarin debat gestimuleerd wordt en kritische geesten worden opgeleid.’ Dat laatste gebeurde in de jaren zestig
‘Welke hoofdredacteur laat zich tegenwoordig nog ontslaan om zo’n principieel punt als journalistieke onafhankelijkheid?’ en zeventig op grote schaal onder druk van sociale bewegingen die pleitten voor pluriformiteit en onafhankelijkheid. ‘Daarvoor waren universiteitsbladen bij uitstek een mededelingenplatform van de universiteit,’ zegt Huub Wijfjes, bijzonder hoogleraar geschiedenis van radio en televisie aan de UvA. De roep om onafhankelijkheid ging samen met de roerige jaren zeventig waarin de ontzuiling zijn hoogtepunt bereikte en studenten de barricades op gingen om actie te voeren tegen bezuinigingen en voor minder autoritair onderwijs en meer pluriformiteit. De afgelopen twintig jaar lijken universiteiten steeds meer terug te komen op de garantie van onafhankelijkheid, weet Wijfjes te vertellen. ‘Als er negatieve verhalen verschijnen over de universiteit,
afhankelijkheid over bezuinigingen of frauduleus handelen; dan betaalt de universiteit mee aan haar eigen imagoschade. En dat terwijl beeldvorming in deze tijd juist steeds belangrijker wordt.’ Redactiestatuut De voorbehouden die universiteiten graag maken, zijn goed terug te vinden in de redactiestatuten van de verschillende bladen. Een redactiestatuut, een document met daarin de beginselen over doelstelling, machtsverhoudingen en uitgangspunten van een medium, is in feite een beschermingsconstructie voor bladen om een zekere mate van journalistieke onafhankelijkheid te genieten, maar het kan ook de verwevenheid met de afdeling communicatie illustreren. Zo is in de statuten van Resource (Wageningen) en Delta (TU Delft) te lezen ‘dat de redactie zich beseft dat de journalistieke onafhankelijkheid niet los gezien kan worden van het belang van de universiteit als geheel.’ Het statuut van Resource maakt het zelfs nog explicieter: ‘Het uitgeven van het medium Resource is een onderdeel van de communicatiestrategie van Wageningen UR.’ Ter vergelijking: in het statuut van UT Nieuws van de Universiteit Twente wordt redactionele onafhankelijkheid wel gewaarborgd. ‘Vergaring, selectie en presentatie van nieuws geschiedt onafhankelijk van de mening van universitaire bestuursorganen en andere groepen of personen. De redactie treedt niet op als spreekbuis van enigerlei orgaan of groep.’ Ook in het statuut van Mare, het universiteitsblad van de Universiteit Leiden, staat dat het blad ten doel heeft ‘de leden van de universitaire gemeenschap op journalistiek verantwoorde wijze en met inachtneming van de regels van de journalistieke gedragscode te informeren (…) over de gebeurtenissen en ontwikkelingen aan de Leidse universiteit.’ De bladen van de universiteiten van Groningen, Maastricht en Amsterdam, respectievelijk UK, Observant en Folia, hebben een tweede beschermingsconstructie om onafhankelijk van de CvB’s te opereren. Bij deze drie bladen zit er een stichting tussen het geld dat de universiteit betaalt om een blad te maken en de redactie. ‘Een buffer,’ zoals Wijfjes het noemt – al merkt hij wel
op dat ook een stichting geen garantie biedt. ‘Daarin hoort geen lid van het CvB te zitten bijvoorbeeld.’ Zelfcensuur De praktijk blijft een grijs gebied, want zowel aan deze buffer, als aan de afspraken in een redactiestatuut, is in de praktijk op allerlei mogelijke manieren te ontkomen. En daarin schuilt het gevaar. Wijfjes: ‘Een onafhankelijke positie komt in de praktijk neer op de persoonlijke kwaliteiten van de hoofdredacteur. Hij of zij moet bereid zijn het journalistieke belang te bevechten met het CvB. Vaak wordt kritiek subtiel verpakt en doet iemand van de afdeling voorlichting een dringend beroep op de redactie of hoofdredacteur om iets niet te plaatsen of aan te passen. Er wordt ook veel aan zelfcensuur gedaan. Welke hoofdredacteur laat zich tegenwoordig nog ontslaan om zo’n principieel punt als journalistieke onafhankelijkheid?’ Dat persoonlijke eigenschappen een belangrijke rol spelen, beaamt ook Bardoel. ‘Er wordt door universiteiten minder vaak geselecteerd op journalistieke achtergrond. Als je als universiteit een hoofdredacteur aanneemt die jouw marketingstrategie onderstreept, dan gaat onafhankelijkheid ook een steeds minder grote rol spelen.’ De heersende cultuur binnen een instelling kan ook invloed hebben op de mate van onafhankelijkheid. ‘Vooral de jonge universiteiten van Tilburg, Rotterdam, Maastricht en Twente hebben daarmee te maken,’ zegt Wijfjes. ‘Die hebben geen traditie in het hebben van onafhankelijke bladen. Dan is het ook moeilijker daarvoor te vechten.’ Het lijkt erop dat de strijd om echte onafhankelijkheid een voortdurende strijd zal zijn, inherent aan de positie die universiteitsbladen hebben; betaald door de universiteit. Ook moeten studenten, onderzoekers en alle medewerkers van de universiteit ervan doordrongen zijn dat een onafhankelijk blad ook hun ten goede komt. Wijfjes: ‘Ik geef les aan de master journalistiek in Groningen en daar zie ik dat studenten in eerste instantie geneigd zijn mee te denken in het belang van de universiteit. Die vinden het heel normaal dat de universiteit met een eigen glossy komt.’ Toch is het niet alleen maar pessimisme. Bardoel: ‘Wat er nu bij
veel bladen gebeurt, is ook een gevolg van de tijdgeest. Dat kun je positief bekijken, want dat betekent dat het in de toekomst ook weer ten goede kan keren.’ yyy
Ontslag
In 2003 werd columnist Louis Boon van Observant, het blad van de Universiteit Maastricht, op last van rector Arie Nieuwenhuijzen Kruseman de laan uitgestuurd. Boon zou in zijn columns te fel zijn geweest over het disfunctioneren van het ICT-servicecentrum met krachttermen als ‘Sovjet-bureacratie’ en ‘elektronisch Tsjernobyl’ (ter duiding van de pogingen om een computerprogramma te actualiseren).
Protest
In 2007 besloot het CvB van de Universiteit Leiden dat Mare nog maar eens in de twee weken zou mogen verschijnen (in plaats van wekelijks) en dat de krant geen nieuws meer zou mogen brengen. De nieuwsfunctie zou worden overgenomen door een nieuwsbrief van de universiteit zelf. Een grootschalig protest in Leiden verhinderde de plannen van het CvB en Mare verschijnt nog steeds wekelijks en volgt met een kritische blik het nieuws.
Tweet
In 2009 ontstond er bij VU-blad Ad Valvas commotie over een tweet. Na een bijeenkomst over diversiteit twitterde de redactie een citaat van collegevoorzitter René Smit waarin hij zei dat de VU moest oppassen voor het imago van zwarte universiteit. Het gevolg was dat landelijke media erbovenop doken, zonder de context van de uitspraak – namelijk dat de VU diversiteit stimuleert, maar dat vooral de beeldvorming nogal eens scheef kan groeien – daarbij te vermelden. Heftige discussie tussen het CvB en de redactie volgde en een interne afspraak dat gevoelige uitspraken niet meer zonder context worden getwitterd.
Met medewerking van Luuk Heezen, Anouk Kemper en Dirk Wolthekker
Folia 15
OPEN DAG MASTER 30 november 17.00 - 21.00
N! O T O SP TER MASR OU ITION Y Het grootste juridische AMB carrière-evenement met de beste werkgevers! Christianity and society: Mutual influence and enrichment... or continuous clash and conflict?
MASTER CHRISTIANITY AND SOCIETY Dealing with today’s religious and societal issues
Visit our Master’s information evening:
25 November 2010
12 maart Amsterdam RAI www.carrierebeurs.nl eur.nl/master/opendag
www.tilburguniversity.nl/cs
Webspace nodig? Studeren in het buitenland Gratis Windows Server 2008 web hosting
Kies je master!
en .nl domeinnaam Ga naar: http://www.gratiswindowshosting.nl
Bestemming buitenland
Jaarlijks gaan zo’n 700 UvA-studenten in het buitenland studeren. Enthousiast komen ze terug: veel geleerd, veel gedaan en vol nieuwe ervaringen. Het is leuk omdat het avontuurlijk en spannend is. Als voordelen noemen ze het nut voor je studie en grotere kansen op de arbeidsmarkt. Gabriëlle Adèr (Media & Cultuur) zegt over haar studie in Bologna: “Ik heb ontzettend veel leuke mensen leren kennen. En ik voel me, hoe cliché het ook klinkt, een stuk zekerder van mezelf.” Ook de kans een internationaal netwerk op te bouwen, zelfstandiger te worden en de zaken anders te leren zien, zijn belangrijke redenen om de sprong te wagen.
Nina Aalders (Theaterwetenschappen): “Ik heb aan mijn tijd in Polen niet alleen contacten met Poolse theatergroepen en mensen aan de universiteit overgehouden, maar ook een nieuwe kijk op mijn Amsterdamse leven.”
vember ing 24 no
t oorlich v r e t s a m ente.nl w t u . r e mast
Veel studenten beginnen aan hun studie met het idee dat ze dat ook willen doen, ooit een keer. Soms komt het er dan toch niet van. Druk met studie en leven in Amsterdam. Tijdig plannen van een verblijf in het buitenland is belangrijk, dan weet je hoe je het in je studie kan passen en wat voor jou de beste periode is: tijdens de BA of MA. Laat je dus goed en tijdig informeren.
Naamloos-7 Naamloos-2 1
09-04-2010 28-05-2010 10:56:09 11:24:51
folia 100312.indd 1
2010 Gabriëlle Adèr (Media & Cultuur): “Bologna is een echte studentenstad en heeft de oudste universiteit van Europa. Zelfs Umberto Eco verzorgt hier (af en toe) nog colleges.”
De Faculteit der Geesteswetenschappen organiseert voor haar studenten op 23 en 24 november ‘Studeren in het buitenland’. Zie: www.student.uva.nl/fgw-buitenland 23 november, 15.00 - 16.00 uur (PCH 105, Spuistraat 134): Geesteswetenschappen paneldiscussie
‘Studie in het buitenland, waarom?’
Bureau Internationalisering Geesteswetenschappen – International-fgw@uva.nl – Bungehuis 003 – spreekuur ma-do 10-12 en wo 14-16 – www.student.uva.nl/fgw-buitenland
bul
2000
Joeri Boom Leeftijd: 39 (geboren op 7 mei 1971) Beroep: Journalist bij De Groene Amsterdammer en schrijver van het boek Als een nacht met duizend sterren Studie: Geschiedenis, afstudeerrichting nieuwe en nieuwste geschiedenis Afgestudeerd: 2000 Docent: ‘Willem Melching, mijn mentor en begeleider. Hij kon heel bevlogen vertellen over het moderne Duitsland.’ UvA-plek: De bibliotheek aan het Turfdraagsterpad. ‘Die was heel klein en heel stil. Ik vond het daar geweldig en kon me er heel goed concentreren.’
Uitzoeken hoe dingen werken
Café: ‘Café Kremlin in de Spuistraat, vlak bij het P.C. Hoofthuis.’ Afknapper: ‘Het gebrek aan ambitie bij andere studenten. Ik wist wat ik wilde met mijn leven en dacht dat dat normaal was. Toen ik ging studeren ontmoette ik medestudenten die geen idee hadden waarom ze voor geschiedenis hadden gekozen. Tja, als je niet weet waarvoor je het doet dan ga je ook niet heel hard je best doen voor een tentamen of een goed gesprek voeren over een historisch onderwerp. Jammer.’
foto Bob Bronshoff
Hij studeerde geschiedenis en werd journalist, oorlogsverslaggever en schrijver: Joeri Boom. Julie de Graaf
‘I
k ben heel laat afgestudeerd, namelijk pas in 2000 terwijl ik al in 1989 begon. Dat is omdat ik sinds 1995 bij weekblad De Groene Amsterdammer werk. Mijn doel was journalist worden en dat had ik bereikt. Mijn studie liet ik voor wat hij was, terwijl ik alleen nog maar mijn scriptie hoefde te schrijven. Pas toen mijn moeder op een gegeven moment zei: “Ik heb me er bij neergelegd dat je nooit zult afstuderen,” kwam het besef dat ik toch wel mijn diploma wilde halen. Ik heb toen in Pristina waar ik verslag deed van de Kosovooorlog, midden tussen de gevechten, mijn scriptie afgeschreven. Ik was altijd al geïnteresseerd in Duits
nationalisme en de ontwikkelingen die tot de Tweede Wereldoorlog hebben geleid. Ik ben afgestudeerd op Duitse studenten in de 19e eeuw die zich verenigden in clubjes genaamd Burschenschaften. Het waren sterk nationalistische studentenverenigingen, die streefden naar de vereniging van Duitsland. Mijn scriptie ging over een groep van dertig studenten uit zo’n Burschenschaft die een staatsgreep wilden plegen om zo een groot verenigd Duitsland te stichten. Ze dachten dat als zij een coupe pleegden, alle boeren ook wel in opstand zouden komen. Dat plan is faliekant mislukt en de meeste van de studenten zijn neergeschoten, maar het was een mooi onderwerp om te onderzoeken. Het vak dat ik tijdens mijn studie het
leukste vond, heeft eigenlijk niets met mijn afstudeerrichting te maken. Ik kreeg in mijn propedeuse namelijk les over kerk en staat en verdiepte me in paus Gregorius VII. Hij wilde meer dan kerkelijk leiderschap en begon macht te verzamelen om ook een heerser te worden, wat leidde tot een clash met keizer Hendrik IV. Ik vond het echt een geweldig vak, vooral omdat het over de Middeleeuwen ging. Ik had me graag in dat tijdperk verdiept, maar besefte goed dat als ik daar voor koos mijn vragen over het Duits nationalisme niet beantwoord zouden worden en ik bovendien niet makkelijk aan de slag zou kunnen als journalist. Van jongs af heb ik de behoefte om uit te zoeken hoe dingen werken. Daarom vind ik geschiedenis ook zo mooi, dan zie je de grote lijnen van gebeurtenissen terug. Wat ik ook altijd wilde, was mijn kennis doorgeven als ik eenmaal iets nieuws had ontdekt. Er zit wel iets van een docent in mij en volgens mij komt die er steeds
meer uit. Ik heb nu een boek geschreven over oorlogsjournalistiek in Uruzgan, Afghanistan. Ik doe al oorlogsverslaggeving sinds 1998, maar in Afghanistan zag ik veel onervaren journalisten die mee waren omdat ze mee konden reizen met het ministerie van defensie. Zij hebben zich in mijn ogen niet echt kritisch opgesteld en zich een beetje voor het karretje van defensie laten spannen. In mijn boek beschrijf ik hoe ik daar ook bijna voor ben gevallen en hoe ik uiteindelijk toch onafhankelijk verslag ben gaan doen. Ik denk dat het belangrijk is dat jonge en nieuwe journalisten leren dat zij ook onafhankelijk een oorlog kunnen verslaan. Ik zou graag mijn kennis overdragen aan nieuwe potentiële oorlogsverslaggevers, zodat als er weer een oorlog komt waar Nederland bij betrokken is, zij tegen hun hoofdredacteur zeggen: “Ik wil best een keer mee met defensie, maar daarna ga ik onafhankelijk. Ik heb namelijk geleerd hoe dat moet.”’ yyy
Folia 17
Prostitutiebranche in Amsterdam 14 oktober jl. publiceerde Bureau Beke in opdracht van de gemeente een onderzoek naar de prostitutiebranche in Amsterdam. Daaruit bleek dat er zo’n 1250 escorts werkzaam zijn in onze hoofdstad, waarvan slechts een heel kleine groep zich tot de hogere middenklasse mag rekenen. Exacte cijfers over het aantal studentenescorts in Amsterdam zijn niet bekend. Prostitutie in Nederland is legaal, hoewel veel vrouwen zwart werken. De regering is in conclaaf over een nieuwe wet, bedoeld om misstanden in de prostitutie tegen te gaan. Als deze WRP, ‘Wet regulering prostitutie’, er komt moeten alle prostituees zich registreren. De vraag is of veel studentenescorts dat zullen doen.
‘Het is eigenlijk jammer dat je het niet op je cv kunt zetten’ De Gemeente Amsterdam liet de hoofdstedelijke prostitutiebranche onderzoeken. Het net verschenen rapport maakt duidelijk dat misstanden als criminaliteit, dwang en drugsgebruik nog lang niet verdwenen zijn. Maar in het hogere segment, waarin ook veel studenten bijklussen, komen ze amper voor. High-class escort: de ideale studentenbaan? Voor Anna en Cindy wel. Een gesprek over seksdrive, girlfriend experiences en maatschappelijke hypocrisie. Annemiek Recourt
C
indy (24, geneeskunde) heeft lang getwijfeld of ze mee zou werken aan dit artikel. Ze kent veel mensen aan de UvA en is als de dood dat ze haar herkennen. Cindy is dan ook niet haar echte naam, zelfs niet haar echte werknaam. ‘Toen ik besloot dit werk te gaan doen, nam ik me voor erover te zwijgen tegen iedereen. Het is mijn leven, ik wil dit.’ Nog steeds weet niemand ervan. Op één vriend na. Die kwam erachter doordat hij haar foto had herkend. ‘Wist ik direct dat hij de site bezocht. Hadden we een gedeeld geheim.’ Anna (27, bedrijfskunde, net afgestudeerd) heeft een paar goede vrienden over haar bijbaan verteld. ‘Maar ook ik heb te maken met taboes. Als mijn baas dit weet, sta ik op straat. Het zou de reputatie van het bedrijf op het spel zetten, niet iedereen is even open-minded.’ Anna werkt inmiddels vier dagen in de week bij een adviesbureau. Ze wilde ‘iets spannends voor erbij’. Zowel Cindy als Anna kozen bewust voor een high-class escortservice als werkgever. Ze bieden klanten een girlfriend experience, waarbij praten en zoenen net zo belangrijk is als seks. Cindy vindt dat mensen het werk onderschatten: ‘Ze 18 Folia
denken dat je gaat liggen en klaar. Maar je moet je zowel geestelijk als lichamelijk geven. De klanten zijn vaak hoogopgeleide, succesvolle mannen, veelal uit het buitenland. Je entertaint ze op meerdere vlakken, praat met ze over politiek, over kunst. Het is bepaald geen lopendebandwerk.’ Anna vult aan: ‘Vaak boekt de klant een dinner package. Dat bestaat uit twee uur dineren en twee uur privétijd op de hotelkamer. Toen ik begon met dit werk maakte ik me vooral druk om dat eerste: of ik wel interessant genoeg was als gesprekspartner. Je moet veel in huis hebben. Het is eigenlijk jammer dat je het niet op je cv kunt zetten.’
‘Je moet natuurlijk wel van seks houden’ Bedprestaties En de seks dan? Escort zijn is tenslotte meer dan gezellig praten. Anna: ‘Ja, tuurlijk, je moet wel van seks houden. Maar ik heb niet zo’n moeite me lichamelijk te geven.’ Ze vindt dat ze genoeg leuke dingen meemaakt. Pas nog was ze met vijf collega’s op pad: geboekt door een groep van zes mannen. ‘Een van hen had dat geregeld als verrassing voor de
rest. Het was een gezellige avond, die pas om 7 uur ’s ochtends eindigde.’ Maar ook de hindoeïstische arts, die nog nooit seks gehad had met een ander dan zijn eigen vrouw, maakte indruk. ‘Hij wilde meer zekerheid over z’n bedprestaties. Dat was een bijzondere ervaring.’ Zijn Anna’s verhalen niet veel te rooskleurig? Die veelal oudere mannen kunnen onmogelijk altijd aardig en aantrekkelijk zijn. Zowel Cindy als Anna vinden echter dat er in de meeste klanten wel ‘iets leuks’ te vinden is. Cindy: ‘Is een mooi uiterlijk nodig om een goede tijd te hebben? Een interessante persoonlijkheid of gepassioneerd verhaal kunnen ook heel charmant zijn.’ Oké, soms hebben ze inderdaad pech. Anna had vorige week ‘zo een met wie het niet vlotte. Hij sprak bovendien heel slecht Engels. Dan is het hard werken. Toch zet je je daar overheen; je levert tenslotte een dienst waarvoor betaald is.’ Als iemand dronken is, of echt onaangenaam, maken de vrouwen ter plekke rechtsomkeert, al is dat tot nu toe nooit voorgekomen. Ook doen ze niet alles wat hun gevraagd wordt. Gelukkig geven de mannen eventuele wensen (denk aan: anaal, sm, fetisjen) vaak al aan als ze boeken. Waar letten ze verder op? ‘Hygiëne. Controleren of er geen camera geïnstal-
leerd is. Niet te veel alcohol drinken. Tas altijd bij je houden. Direct afrekenen,’ Cindy somt de regels geroutineerd op. ‘En natuurlijk: nooit zonder condoom. Als je een klant hebt die het toch probeert, maak je subtiel duidelijk dat dat niet de bedoeling is. En anders: wegwezen.’ Geen Pretty Woman Dat jonge, slimme vrouwen als Cindy en Anna, voor wie de bijbaantjes voor het oprapen liggen, bewust voor dit werk kiezen, kunnen veel mensen niet geloven. Want al consumeren we erop los en staan de media bol van de vrije seksuele moraal, seks voor geld blijft not done. Cindy vindt die moralistische houding ‘behoorlijk lachwekkend’. Ze schampert: ‘We roepen hard dat we het meest open land ter wereld zijn. Alles kan en alles mag. Ik ken genoeg medestudenten die elk weekend losgaan: liters alcohol en soms meerdere scharrels op een avond. Maar als ik hun zou vertellen wat ik doe, weet ik zeker dat ze op me neer zullen kijken. Alles wat niet in onze typische huisje-boompjebeestjecultuur past wijzen we af. Práát me niet van moraal!’ Ze heeft diverse bijbaantjes gehad, maar vond ze allemaal even ‘geestdodend’, en
‘Andere baantjes vond ik geestdodend’ benadrukt het geëmancipeerde karakter van haar huidige inkomstenbron: ‘Ik moet bepaalde kwaliteit bieden, ben eigen baas.’ Worstelt ze niet met de ethiek van haar werk? ‘Nee, eigenlijk niet.’ Cindy is een tijdje stil. Dan: ‘Ik geniet ervan en doe er niemand kwaad mee. Dus ik zie geen probleem.’ Anna baalt wel eens als ze een minder goede avond heeft. ‘Op zo’n moment word
UvA-studenten in de escort
‘Alsof de hoer spelen ok is. Doe ff normaal!’
Cindy en Anna werken bij Women of the World, een high-class escortservice in Amsterdam. Ze zijn niet de enige (ex-)UvA-studenten. ‘Onze first class reputatie vereist dat onze dames niet alleen aantrekkelijk zijn, maar ook intelligent. Ze moeten een persoonlijkheid hebben, en sociale vaardigheden. Studenten passen vaak goed in dit profiel. Bovendien zijn ze flexibel in hun tijd,’ legt Esther van Women of the World uit. ‘Ik schat dat zeker een derde van onze meiden student is.’
Dat er nog steeds veel (voor)oordelen over escorts leven, bleek toen studenten. net vorig jaar een interview publiceerde met de studerende happy highclass hooker Floor. Het interview werd door velen als verkapte reclame voor escortbureaus gezien en leverde flinke discussie op. De talloze reacties waren grotendeels afwijzend. Als escorts al geen cokeprobleem of schulden hebben, dan op z’n minst een aandachtstekort of ander mentaal defect, zo was de teneur. Cindy en Anna herkennen zichzelf en hun collega’s niet in dit beeld.
je geconfronteerd met wat je doet: dan ben je toch de hoer. Want laten we het ook niet idealiseren: zo’n man betaalt voor je, het is geen Pretty Woman.’ Maar ook zij is vooral enthousiast. ‘Ik verleg op deze manier mijn grenzen. Ik heb geleerd dat dingen soms enger lijken dan ze zijn, en dat ik het dan toch durf. Dat vind ik stoer van mezelf.’ Een voorliefde voor seks Voor een uur met Cindy of Anna betaalt een klant 300 euro. Al gaat daarvan het merendeel naar het bureau, de chauffeur en de belasting, een escort houdt na een uur meer over dan wat een gemiddelde bijbaan een student per dag oplevert. Beide jonge vrouwen hebben dan ook een hang naar luxe en joie de vivre, iets waarin hun studiebeurs of salaris onvoldoende voorziet. Maar er zijn meer redenen om dit werk te doen. ‘Het komt mijn studie ten goede,’ vindt Cindy. Voor haar geen ‘lange dagen in de horeca tegen minimumloon,waardoor studieprestaties onder druk komen te staan’, zoals ze bij anderen ziet. ‘Tijdens tentamenperiodes werk ik niet, dan leef ik van de buffer die ik heb opgebouwd.’ Ze is bezig aan haar tweede opleiding, de eerste heeft ze ‘keurig afgerond’. Het geld geeft ze voornamelijk uit aan persoonlijke extra’s. ‘Wel jammer dat ik het nooit eens met medestudenten lekker decadent over de balk kan smijten tijdens een avondje stappen.’ De beide escorts zijn er overigens van overtuigd dat dit werk absoluut niet voor iedereen is weggelegd. Anna benadrukt dat geld niet de drive mag zijn: ‘Een voorliefde voor seks is echt een vereiste, je moet in zijn voor gekke dingen.’ Ook heeft het veel impact op je sociale leven. Cindy: ‘Al word je maar voor twee uurtjes geboekt, je bent toch je hele avond kwijt.’ En mentaal moet je sterk in je schoenen staan: ‘Op het moment dat ik ergens binnenkom, zet ik een knop om en verander ik mezelf in Cindy, die een andere leeftijd heeft, een andere studie, een andere geboorteplaats. Daarom is zo’n werknaam zo belangrijk.’ Ook moet je het kunnen combineren met je ideeën over liefde. Die zijn bij Cindy door haar werk wel veranderd: in monogamie gelooft ze niet meer. Anna heeft een open relatie. Haar vriend weet van haar ‘hobby’ en vindt het, volgens haar, niet erg. ‘Hij zegt: “je bent m’n bezit niet”. Hij denkt dat het een fase is waar ik doorheen moet.’ Ze beseft wel hoe bijzonder zijn houding is, en is er blij mee, want ze ‘zou zoiets belangrijks niet kunnen verzwijgen’. yyy De namen, studies en leeftijden van Cindy en Anna zijn gefingeerd om herkenning te voorkomen, maar bij de redactie bekend. illustratie Pascal Tieman
Folia 19
Reageren? peper@asva.nl
Studentenpsycholoog te weinig gebruikt
E
en grote groep studen-
trum, een organisatie voor reguliere
Uit haar achterban en brede netwerk
ten loopt met psychische
hulpverlening. Dit laatste gebeurt bij-
onder studenten constateert de ASVA
ASVA vindt
klachten rond. Angstpro-
voorbeeld als er meer dan vijf gesprek-
studentenunie echter dat veel studen-
De ASVA studentenunie onder-
blemen, depressies, het
ken nodig zijn, het maximum dat bij de
ten met problemen blijven rondlopen
schrijft het belang van de stu-
verlies van een dierbare,
studentpsychologen wordt gehanteerd.
en hier geen hulp voor zoekt. Dit terwijl
dentenpsychologen. Studenten
problemen rond het afstuderen of
De studentenpsycholoog hanteert een
hun problemen vaak een negatief effect
wachten vaak te lang voordat zij
het vinden van studiemotivatie zijn
oplossingsgerichte aanpak, waarbij
hebben op de studieprestaties, studie-
reguliere hulp inschakelen, omdat
regelmatig aan de orde. De UvA biedt
de nadruk gelegd wordt op positieve
keuze of studiemotivatie. Vergroting
zij hun problemen niet groot
studenten de mogelijkheid gebruik
eigenschappen van de student.
van de bekendheid van de studenten-
genoeg achten. Studentenpsy-
psychologen is dus zowel in het belang
chologen kunnen juist helpen bij
te maken van een studentpsycholoog om over dit soort problemen te pra-
Jaarlijks maken 1200 Amsterdamse
van de student als de onderwijsinstel-
veel problemen. Studenten die
ten. Dit zijn reguliere psychologen die
studenten gebruik van de student-
ling.
gebruik hebben gemaakt van een
gespecialiseerd zijn in het begeleiden
psychologen. Waarom kiezen deze
en helpen van studenten. De ASVA
studenten geen reguliere psycholoog?
Uit evaluaties van studenten die van
lage drempel. ASVA is blij met deze
studentenunie heeft onderzoek gedaan
De stap om een studentpsycholoog
de dienst gebruik hebben gemaakt
conclusie, maar wil ook aandacht
naar deze dienst. Zij wilde weten hoe
te bezoeken wordt als laagdrempelig
blijkt het volgende. Het overgrote deel
voor de groep die de studentenpsy-
de dienst werkt en hoe studenten de
ervaren, omdat ouders niet ingelicht
(80%) is tevreden over de dienst. De
chologen niet weet te vinden.
studentpsychologen ervaren.
hoeven te worden en de hulp kosteloos
klachten die er zijn gaan vooral over het
studentpsycholoog ervaren een
is. Ook geven studenten aan het fijn te
maximum aantal gesprekken (vijf per
Wij roepen studenten op zich niet
De werkwijze
vinden dat er geen lange wachtlijst is,
student) of de lange wachttijd. Door de
geremd te voelen zich bij een
Een eerste gesprek met de studenten-
iets dat bij de reguliere hulpverlening
stijgende studentenaantallen stijgt ook
studentpsycholoog te melden. Het
psycholoog is een één op één gesprek.
vaak wel het geval is. Als laatste heeft
het aantal gebruikers van de student-
is anoniem, er zijn geen kosten
Daarna zijn er een aantal opties: deze
een deel van de studenten aangegeven
psychologen. De verwachte stijging van
aan verbonden en het kan je juist
gesprekken worden vervolgd, er wordt
hun problemen niet serieus genoeg te
de wachttijden vindt ASVA een onwen-
enorm helpen. Je bent geen watje
een groepstherapie aangeboden of de
vinden om ermee naar een reguliere
selijke situatie, omdat dit goede en
als je op een goed gesprek gaat.
student wordt doorverwezen naar Men-
psycholoog te gaan.
snelle hulpverlening in de weg staat.
Fen is uit
het beste
eten
Schandblok
Jeroen van Koningsbrugge
Gulzig slobberen
Het eerste Amsterdamse Sinterklaasgala voor volwassenen Stadsschouwburg Daar waar het gemiddelde sinterklaastrauma zich hoofdzakelijk baseert op de openbaring van het ouderlijk bedrog, stamt mijn persoonlijke drama gek genoeg van de surpriseavond die het jaar daarna plaatsvond. Ik was negen jaar oud en stevende – volgens de dame die mij getrokken had – regelrecht op mijn puberteit af. Nu vond ik het op mijn negende al ongemakkelijk wanneer er in mijn bijzijn gerefereerd werd aan het woord puberteit, laat staan in een gedicht, aan mij, over mij, en voorgelezen aan zo’n vier families. Het bleek pas het wrede voorspel van de marteling die nog zou komen. De werkelijke surprise had namelijk tot halverwege het gedicht op de gang gestaan en werd toen pas, door drie volwassenen, naar binnen gedragen. Dat was ook wel nodig, aangezien de surprise uit een nogal immens, massief houten schandblok bestond. In dit schandblok, vervaardigd naar authentiek Middeleeuws voorbeeld, diende ik op de negende sinterklaasavond van mijn leven zowel mijn hoofd als mijn handen klem te laten zetten, terwijl het meedogenloze restant van het gedicht – over het monsterachtige creatuur dat ik zou gaan zijn – hardvochtig in mijn gezicht gedeclameerd werd. Tien vernederende minuten later zag ik mijzelf pas bevrijd en zelfs toen huilde ik nog niet. Dat deed ik pas toen ik mijn cadeau uitpakte en het een set ondergoed bleek. Inhakend op het subject der gedicht bevatte deze set vanzelfsprekend ook een bh. Daar kon ik de komende decembermaand eens even lekker mee gaan spelen. Het is nooit meer goed gekomen tussen mij en de surpriseavond. Dus ik wacht met smart op het moment dat de eerste neven/nichten zich aandienen en er dus gewoon weer gelogen kan worden over een opa in een trouwjurk. Tot die tijd doe ik mij tegoed aan het feestelijke alternatief dat Het Eerste Amsterdamse Sinterklaasgala voor Volwassenen heet, dit jaar voor de zesde keer georganiseerd. Hans Kesting kruipt op 5 december wederom in de huid van de goedheiligman en zal, zo wordt beloofd, zijn publiek weer ouderwets corrigerend toespreken. Onderwerp zal de verwildering van Nederland zijn. Wat dat aangaat, zou dat stoffige schandblok in de schuur misschien nog best van pas kunnen komen. yyy Fen Verstappen/ foto Frank Penders
Zondag 5 december 2010 van 20.00 tot 01.00 uur, deuren open 19.30 uur, entree € 19,50 (meenemen cadeau van €5,00 verplicht). Dress code: feestelijk wit, rood, goud / Reserveren 020 624 23 11 / www.ssba.nl
Willemijn van Dolen hoofddocent marketing Hebbeding: ‘Mijn gitaar. Ik heb sinds een jaar gitaarles. Ik word vrolijk van muziek en kan uren spelen om gedachten stil te zetten. Het is een soort mediteren.’ Muziek: ‘Dat is dubbel, zoals ik zelf ben. Met de band WSV waarin ik zing: sprankelende en opgewekte covers als “Wonderwoman” van Leaf en “Just a flirt” van Miss Montreal. Alleen en op gitaar: dramatisch werk als “Lost” van Anouk.’ Boek: ‘Predictably irrational, waarin Dan Ariely aantoont dat mensen vaak irrationele keuzen maken, maar er wel sprake is van voorspelbare irrationaliteit. Een aspirientje van een duur merk werkt beter tegen hoofdpijn dan van een goedkoop eigen merk, al zijn de pilletjes identiek.’ Film: ‘La vita è bella. Heel ontroerend, vooral om het facet dat je mensen heel veel kunt doen geloven. De vader creëert in een bizarre situatie een wereld waarin zijn kind wel gelukkig is. Fascinerend ook hoe hij – blijkbaar als overlevingsstrategie – zelf mentaal in staat is in twee werelden te leven. Ik denk dat het voor het hele leven geldt: je kunt heel ver gaan in mentale beïnvloeding.’ Website: ‘Ik ben van de grappige wetenschappelijke onderzoeken en feitjes op nu.nl, tedtalks en kennislink. Berichtjes als dat we gelukkig worden van een jaarsalaris van 58 duizend euro, en daarboven wel tevreden maar niet gelukkig. Of neurologisch onderzoek naar de plekken in de hersenen waar bepaald wordt welk merk je aanspreekt.’ Afknapper: ‘De puinhoop in de stad: het lijkt wel een grote bouwput. En al die gesloten musea, overvolle trams en het onaantrekkelijke alternatief: de taxi. Het maakt dat ik me soms gewoon schaam voor Amsterdam.’ Kunst: ‘Arie Schippers, die het Nelson Mandela Monument maakt. Hij heeft mijn kinderen in een enorm aquarium geschilderd. Mooie portretten in een absurde context met zeeleeuwen, een konijn en een vogel.’
Café Bern Nieuwmarkt 9 Afgelopen zomer bracht ik twee maanden door in de Verenigde Staten. Door het karakter van mijn trip – ik begeleidde vakantietripjes van verstandelijk gehandicapten – vond ik mijzelf bijzonder vaak, toch minimaal twee keer per dag, in een of ander goedkoop keten-restaurant naast de snelweg. Reeds na twee weken en een boel grijze lapjes zuignapvlees, bekeerde ik me gruwelend tot mijn levenslange flirt, het vegetarisme. Gesterkt door intellectuele onderbouwing in de vorm van Jonathan Safran Foers boek Eating Animals, schiep ik moreel genoegen in het bestellen van Veggie Burgers bij vleesventers als Wendy’s. Mezelf beperken in een overvloedige wereld, de verwarring op de hoofden van de vetklepjes achter de counters (er bestaat namelijk geen veggie burger bij Wendy’s): op deze motor van trots en superioriteit hield ik het de rest van de tijd fluitend vol. Inmiddels ben ik weer een poos terug in Amsterdam. Nog steeds heeft geen kadaver mijn maag bereikt, maar ik mis het: vet, zout, smaak, bite. Daarnaast weten mijn Adukibonen de cassière van de natuurvoedingswinkel niet te imponeren en is Safran Foer het stoffige lot van mijn boekenplank beschoren. Ik besluit me te wenden tot het enige voedsel dat alle zojuist opgenoemde eigenschappen ook bezit en dat ik stiekem net zo inferieur vind: kaasfondue. Een bubbelende massa vet, waarin je je, liefst iets oude en dus taaie(dit is de bite) stokbroodje eerst vol beginnersmatigheid dipt, om vervolgens alle resterende stukjes er gewoon in te flikkeren, rond te roeren en er doordrenkt weer uit te trekken. Bij Café Bern op de Nieuwmarkt kan dit. Het is er donker, het ruikt er niet heel fris, het is er niet heel fris: het is een kaasfonduebordeel waar iedereen voor hetzelfde komt en niemand zich al slobberend geneert voor zijn gulzigheid. Een bakje excuussla is te bestellen, maar dat moet je eigenlijk niet willen. Genieten van de vette, zoute warmte, je maag die signaleert ‘dit is niet oké’ en het gezelschap waarmee je je exorbitante vreterij hebt gedeeld, dat wel. Geef matigheid en trots geen ruimte in Bern. yyy Jael Bootsma Eten: genieten van kaasfondue Ambiance: niet heel fris Prijs: gemiddeld
Humor: ‘Ik lach makkelijk, om een gekke zin, een verhaspeling of een reactie die ad rem is. Kortom: Jeroen van Koningsbrugge, én mijn man.’ Stokje: ‘Ik geef het stokje aan student Business Studies Joris Demmers. Hij is erg gemotiveerd voor zijn scriptie die mogelijk een oplossing biedt voor de vele plaagbellers waarvan de kindertelefoon last heeft.’ yyy Hans van Vinkeveen
Folia 21
annonces
Annonces zijn advertenties zonder winstoogmerk, bestemd voor de particuliere aanbieder. Annonces kunnen worden geplaatst in Folia en op de website www.folia.nl. Zie voor informatie over het aanbieden en de tarieven www.folia.nl – weekblad – Annonces.
CULTUUR
Solve the Mystery - Een meeslepend toneelstuk over ’s werelds grootste revolutionair: Jezus. Volg Zijn leven n.a.v. het verslag van Zijn volgeling Marcus. Maandag 22 en dinsdag 23 november @ 19.45 uur. markusdrama@gmail. com - www.isma-amsterdam.org/markus De Preek van de Leek - Prominente politici en cultuurdragers gaan voor in een kerkdienst. De diensten zijn ’s middags om 17.00 uur in de Singelkerk bij het Koningsplein (Singel 452). Op 21 november met Erik van Muiswinkel. Zie ook: www.preekvandeleek.nl Zondag naar de kerk? www.studentenekklesia.nl Vanaf 19-09, 11.00 uur - De Rode Hoed Keizersgracht 102 - Amsterdam Adem & Stemwerk voor meer ‘lucht’ en zelfvertrouwen! Gratis kennismaking en studentenkorting. www.mariarijnbout.nl, 020 620 9742.
SPORT
Fit de feestdagen in! Ontdek de karateka in jezelf en train je warm en weerbaar! 4 weken voor € 20, 3x per week ma., wo., za. Begin nu! Karate doe je bij SKCA! www. skca.org, info@skca.org, 06 5326 7504.
USC SPORT
• USC Bootcamp USC Bootcamp is een intensieve buitentraining in het Flevopark. Hardlopen en krachttraining gecombineerd in een vrij pittige training. De trainingen zijn gebaseerd op de trainingsmethoden van het Amerikaanse leger. Een basisconditie en wil zijn vereist. Start bij sportcentrum Universum. Cursus (10x) start 18 november. Do. 19.00-20.15 uur. Studentenprijs € 20 / cat. II en III € 43 / € 65. • Squash Nieuw - Vanaf 6 december kun je bij sportcentrum Universum terecht voor korte (3 lessen) introductiecursussen squash. Vanaf 31 januari starten er cursussen van 9 lessen. Ook kun je los of vast een baan huren in Universum. Introductiecursus kost studenten € 18,50 / UvA-medew. € 36,50. Voor een cursus van 9 lessen betalen ze € 56 / € 110. • Kundalini yoga Nieuw bij Universum - Kundalini yoga is een krachtige en oorspronkelijke vorm van yoga die werkt op lichaam, geest en ziel. Het is een duizenden jaren oude techniek van complete sets oefeningen (zgn. kriya’s) en meditaties waarbij gebruik wordt gemaakt van een combinatie van lichaamshouding en/ of beweging, specifieke ademhaling, klank en mentale focus. Start 17 november, woensdag 17.30-19.00 uur, door Iris Nijrolder. • Gewichtheffen Wil jij graag meer kunnen met halters en onder begeleiding van een expert de juiste tiltechnieken leren? Of zoek je een effectieve en efficiënte manier om door haltertraining je kracht, uithoudingsvermogen, snelheid, flexibiliteit en coördinatie te verbeteren? Daarvoor heeft het USC de basiscursus gewichtheffen Start 17 november, 10x op woensdag 19.0019.45 uur. Studentenprijs € 30,50. • Showdance 18 november start een cursus van 10 lessen. Showdance is niets anders dan een combinatie van musicaldans met invloeden 22 Folia
van andere dansstijlen, zoals Streetdance en Jazzdance. Het voornaamste doel is om voor publiek te leren dansen. Mimiek en dansen vol overtuiging is daarbij natuurlijk heel belangrijk. Studentencursusprijs € 35. Check voor dit alles www.usc.uva.nl Eetcafé Oerknal In eetcafé Oerknal kun je terecht voor, tijdens of na het sporten. Maar wist je dat je er ook een heerlijk hap kunt eten, ‘s middags en ’s avonds?! We serveren broodjes zoals bijv. pita falafel met tzaziki, humus & babbaganoush, soepen en heerlijke hoofdgerechten als botervis met kervelrijst, broccoli & saffraansaus of salade van quinoa, kip, komkommer, hazelnoot, koriander & limoendressing. USC-sporters krijgen korting! We zijn open van maandag t/m vrijdag 10.00-00.30 uur, eten kan tot 22.00 uur. Oerknal is ook de plek om je feest, receptie of borrel te houden. Kom gerust eens langs. Check www.usc.uva.nl
VERDIENEN
I am looking for a female American student with a friendly voice. Your job will be to voice-over some educational movie clips. No prior experience needed. Call Marc Sanders for more information at 06 4139 3358. Enthousiaste docenten Nederlands gezocht door taalschool in Amsterdam. Onze voorkeur gaat uit naar studenten Nederlands (3e/4e jaars). Flexibele werktijden. De cursussen worden gegeven in Amsterdam Zuid en in de Jordaan. U kunt uw CV mailen naar: katakurawblc@gmail.com
VRIJWILLIGERSWERK, STAGES, e.d.
Stichting Varkens in Nood zoekt enthousiaste voorlichters! Stichting Varkens in Nood zet zich in voor het lot van de dieren in de vee-industrie en dat van het varken in het bijzonder. Stichting Varkens in Nood is op zoek naar enthousiaste studenten voor het geven van voorlichting op straat. De voorlichting is rondom de kerstdagen en uiteraard tegen een vergoeding. Geïnteresseerd? Meer weten? Stuur dan een e-mail naar: info@varkensinnood.nl o.v.v. ‘voorlichters gezocht’.
WONEN
Iets te verhuizen? Dáár heb ik voor gestudeerd! Alle maten bussen en verhuismannen, vanaf € 45. Wij takelen (touw en blok); tevens interlokaal. Bel Taco: 06 4486 4390; www.vrachttaxi.nl
Alle
e w u a l b ndageenld g f a l a a h r m ten voo r! n e e t d a u e t h t S t e h r a a n
Christianity and society: Mutual influence and enrichment... or continuous clash and conflict?
MASTER CHRISTIANITY AND SOCIETY
blauwe maandagen Het podium voor jong talent
Dealing with today’s religious and societal issues
Visit our Master’s information evening:
in de roode bioscoop 25 November 2010 Haarlemmerplein 7 amsterdam toegang metwww.tilburguniversity.nl/cs deze bon € 5.00 www.roodebioscoop.nl
Kies je master!
DIVERSEN
Masterclass: De (on)mogelijkheid van onderwijs in het Bolivia van Morales. Do. 25 nov., 19.00 uur, Café Budapest, www.laruta. nu/agenda Writing dissertations, theses, research papers in English? Have your text checked by a professional native English editor. Rates start at a cent a word. Email: copyproofing@ yahoo.com or ring 020 625 8834. De Spermabank van het AMC is op zoek naar spermadonoren. Onkosten worden vergoed. Nadere informatie tel. 566 3090, spermabank@amc.uva.nl of www.spermadonoren.nl
H
Naamloos-7 Naamloos-2
folia 100312.in
ember v o n 4 2 ing
licht r o o v r e mast ente.nl w t u . r e t mas
2010
- advertentie -
+ het cultureel studentencentrum van UvA & HvA
festival
kinderen première
van de
zon
van maxim gorki regie ivo van hove
met elsie de brauw, jacob derwig, chico kenzari, hilde van mieghem, wim opbrouck, frieda pittoors, halina reijn, thomas ryckewaert, gijs scholten van aschat, lien wildemeersch
25 nov t/m 11 dec 10 stadsschouwburg amsterdam (020) 624 23 11 Betaal € 10,00 met de Sprintpas van de Stadsschouwburg. Meer info www.ssba.nl
www.tga.nl
DO 18/11 20.00 uur
Art and conflict in Israel and Palestine
Oudemanhuispoort
Art and culture can play a key-role in conflict situations. Art can inspire people to go into debates, even though heated, to maybe open the way step by step to a future possibility of a just peace. How might art play this role in the Israeli-Palestinian conflict? An evening with an art exhibition, a conference with Israeli and Palestinian speakers, music and a movie screening. free for students, e 5,- all others
WO 17/11, 17.00 uur Free Minders: Is de vrijheid van meningsuiting onbegrensd? Prof. dr. Rick Lawson (hoogleraar Europees recht en rechten van de mens, Universiteit Leiden) in debat met prof. dr. Tom Zwart (hoogleraar mensenrechten, UU) over juridische begrenzing en de wenselijkheid hiervan ten aanzien van de vrijheid van meningsuiting.
tHeater
De Balie
DO 18 - ZO 21/11, 20.30u/14.00u (zo) De CREA-productie Hitlers Vrouwen is een confronterende, maar ook humoristische voorstelling waarin zes vrouwen, die zich allen tot Hitler verhouden, uit de tijd worden gerukt en mee doen aan een experiment, vrijwillig opgesloten in een loods. Omringd door camera’s worden ze stuk voor stuk ontluisterend en met de scherpte van een chirurgisch mes ontleed. Regie: Francien Stigter. studenten e 5,- / e 7,- alle anderen
WO 17/11, 20.30 uur Databeest en cookiemonster in informatieland Debat over ICT-beloftes, mismatches en de (on) mogelijkheden om controle uit te oefenen over je eigen gegevens. Met o.a. Jo Hermanns. DI 23/11, 20.30 uur Not in my Backyard: Slums! Eenderde van alle stadsbewoners wereldwijd woont in sloppenwijken. In 2030 zullen dat twee miljard mensen zijn. Wat gaat er mis?
COmeDy
Felix Meritis
Hitlers vrouwen
vr 19/11 20.30 uur
Easy Laughs - Improv Comedy
‘The Friday Show’ at 20:30 and an ‘Unplugged’ at 22:30, with different formats and guest players. New: a free quick extra show after the second performance. English spoken. e 10,- (20:30) / e 5,- (22:30) / both e 12,-
leZing
ma 22/11 20.00 uur
Authenticiteit in de antropologie
Very Short Introductions Competition Donderdag 18 november, 20.00 uur Academisch-cultureel Centrum SPUI25 Voor de tweede keer organiseert SPUI25 een wedstrijd in het kort en bondig presenteren van een wetenschappelijk onderwerp. Dit jaar zijn er tien studenten geselecteerd die met elkaar zullen rivaliseren. Tien flitsende, gepassioneerde introducties op zeer uiteenlopende vakgebieden, gepresenteerd door mensen uit het veld. Een professionele jury zal na de presentaties de prijswinnaars kiezen. De Very Short Introduction Competition wordt georganiseerd in samenwerking met Athenaeum Boekhandel, Folia en de Amsterdamse Universiteits-Vereniging. Aanmelden: Alle lezingen in SPUI25 zijn gratis toegankelijk. Wel dient u zich vooraf aan te melden via www.spui25.nl. Komt u op de bonnefooi dan is toegang niet gegarandeerd.
AthenAeum BoekhAndel
Academisch-cultureel centrum
Weekblad voor de Universiteit van Amsterdam
C
Check je foto en al het UvA-nieuws vanaf morgen op www.folia.nl
CENTRALE STUDENTENRAAD
Folia visite.indd 1
25-08-2009 13:12:01
lezingenladder
Het eerste deel van de CREA-serie over authenticiteit gaat over de antropologie. Speurde de antropoloog vroeger naar wat ‘echt en eigen’ was aan de levensvormen van groepen, tegenwoordig is zijn taak de ‘deconstructie’ van andermans geloofsvoorstellingen. Hij spreekt slechts nog over discoursen, performances, invented traditions en verbeelde gemeenschappen – kortom, hij brengt de gemaaktheid van andermans leefwerelden aan het licht. Maar hoe overtuigend zijn schetsen van deze geconstrueerde werkelijkheden ook kunnen zijn, de mensen die het betreft beschouwen ze zelf wel degelijk als authentiek. studenten gratis, e 5,- alle anderen
Debat
Christianity and society: Mutual influence and enrichment... or continuous clash and conflict?
Di 23/11 20.00 uur AND SOCIETY MASTER CHRISTIANITY
Twee jaar Obama: de balans Dealing with today’s religious and societal issues
Wat zijn de kansen op herverkiezing van Obama over twee jaar? Bij de mid-term verkieVisit our Master’s evening: zingen hebben de Democrateninformation een nederlaag November 2010 geleden. Wat betekent dit25voor het beleid van Obama? Wat www.tilburguniversity.nl/cs heeft zijn presidentsschap vooralsnog gedaan voor de rassenrelaties in de VS, en hoe moet de veelbesproken Tea Party movement geduid worden? Met behulp van fragmenten uit The Daily Show, Colbert Report en The West Wing wordt het beleid van twee jaar Obama geëvalueerd.. studenten gratis, e 5,- alle anderen
Kies je master!
VR 19/11, 20.00 uur Nacht van de Rechtsstaat Schrijvers, journalisten, politici en juristen over de toekomst van onze rechtsstaat. Met o.a. Paul Cliteur, Ernst Hirsch Ballin, Sywert van Lienden, Willem Schinkel en moderatoren Charles Groenhuijsen, Felix Rottenberg en Xandra Schutte. ZA 20/11, 09.00 – 18.00 uur The Berlin Conference 2010 Conferentie over de ontwikkeling van Europa tot een Europa van de burgers, in plaats van alleen voor de burgers. Met o.a. Paul Scheffer.
Rode OPEN Hoed DAG
WO 17/11, 20.00 uur Thomas More Lezing 2010 door Abram 30 november 17.00 - 21.00 de Swaan: Het bancaire regime Lezing genoemd naar Sir Thomas More (14781535), Brits humanist, jurist en staatsman, door Universiteitshoogleraar Abram de Swaan. ! ONuur ZO 21/11, 16.00 SPOT R E T S Volkskrant op zondag: Bezuinigen doe MA R OU ITION Y je zo! Het grootste juridische met de beste werkgevers! AMB carrière-evenement Vier wethouders van de grote steden over de dilemma’s en de mogelijkheden van een kleiner budget. Met o.a. Lodewijk Asscher.
MASTER
Voor
U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee graag op deze pagina staan? Stuur een mailtje naar folialezing@gmail.com onder Amsterdam RAI vereur.nl/master/opendag melding van ‘Aanmelding lezingenladder’. Voor adressen zie www.folia.nl/lezingenladder.
12 maart www.carrierebeurs.nl Webspace nodig? Gratis Windows Server 2008 web hosting en .nl domeinnaam Ga naar: http://www.gratiswindowshosting.nl
Med
Werkza - verstre belan - advise afstud - invoer datab - rooste - opste - ontwi - archiv - organ - notule
Profiel - hbo w tijd m plann - aanto Hoges - digitaa - uitstek - stressb tegeli - flexibi - teams
Period
Herke spoed
Meer informatie over de CREA agenda: www.crea.uva.nl
Voor
Naamloos-7 Naamloos-2 1
folia 100312.indd 1
09-04-2010 28-05-2010 10:56:09 11:24:51
Folia 23
De student
Dijkgraaf & Fresco
Van der Meulen & Curvers
Gelijktijdigheid
Getrouwd met een baby
De hoogleraar
Dat de digitale media onze levens verregaand hebben veranderd, is een open deur. En zoals bij alle grote vernieuwingen staan de doemdenkers te trappelen om ons te waarschuwen. Pas toch op, roepen ze: jullie worden gecorrumpeerd door een veelheid aan informatie van een dubieus allooi, jullie hangen als zoutzakken in je stoel, jullie worden steeds dommer en zo asociaal dat je alleen nog tegen de poes op het toetsenbord kunt spreken. Maar ja, iets vergelijkbaars hoorden we vroeger ook over auto en radio. De grote vernieuwing van de informatietechnologie vind ik niet zozeer de hoeveelheid en diversiteit van de informatie, maar de gelijktijdigheid ervan: je kunt naar de radio luisteren, de krant lezen, een blog doorbladeren, een boek bestellen en een filmfragment bekijken terwijl je ook nog je email beantwoordt en Skypet. Goed, de krant lezen voor de tv kon altijd wel, of telefoneren voor het fornuis, maar nu kan er zo oneindig veel meer en veel
sneller. En we stellen ons daarop in. Multitasking noemen we dat, naar het Windowsprogramma met zijn open vensters. Ook daarop richt zich de kritiek. Multitasking zou leiden tot concentratieverlies en lagere productiviteit. De mens zou erop gebouwd zijn om maar één ding tegelijk goed te doen (overigens zou dat meer voor mannen dan voor vrouwen gelden). Tja, dat zal wel, maar in een universitaire omgeving ligt dat toch anders. Heel vaak voel ik me, in volle tevredenheid, een soort wandelend Windowsprogramma, waarbij bijna alles wat ik lees en zie relevant en inspirerend is, juist omdat het tegelijkertijd langskomt en in ongeplande combinaties. Dan blijken de genetica van de appel, Kazachstan, klimaatverandering en Rubens ineens meer de som der delen, dan maak ik een PowerPoint, neem de telefoon op en schrijf een column voor Folia, en bedenk alvast de volgende. Tegelijkertijd. yyy L ouise O. Fresco Mies Westerveld hoogleraar sociaal verzekeringsrecht
met het succes van de website’. In goed internetjargon: No shit, Sherlock. De Engelse schrijver Zadie Smith (1975) verbindt in Generation Why? een verlies van menselijke identiteit aan de mogelijkheden voor adverteerders. ‘When a human being becomes a set of data on a website like Facebook, he or she is reduced.’ ‘To the advertisers, we are our capacity to buy.’ De fout die Smith, en eerder Van den Berg, maakt – uit angst of onbegrip voor de massaliteit van het medium – is te denken dat het meer is dan dat, een medium. Een 29-jarige vriend van mij is op Facebook getrouwd met het éénjarige dochtertje van twee andere vrienden, toch is hij geen pedofiel. Smith schrijft: ‘Step back from your Facebook Wall for a moment: Doesn’t it, suddenly, look a little ridiculous? Your life in this format?’ Waarom je iets belachelijks zo serieus zou nemen, is mij een raadsel. yyy
Kritiek van ouderen op moderne ontwikkelingen is een van de meest aandoenlijke dingen die er zijn. Hoe wantrouwend mijn oma naar een muis (‘Waarom heet dat ding zo? Dat lijkt toch helemaal niet op een muis?’) kon kijken, alsof ze er ieder moment door besprongen kon worden. Met het verschijnen van de Facebook-film The Social Network komen verschillende ouden van dagen – in ieder geval van geest – uit hun holen om te verkondigen hoe gevaarlijk het allemaal wel niet is. Zo verkondigde filmrecensent Roel Bentz van den Berg (1949) in VPROradioprogramma De Avonden: ‘Het heeft toch wel iets van een religie, bijna een soort massapsychose, om niet te zeggen een soort megasekte.’ Maar het is dan ook ‘misschien wel het hele sociale leven geworden zo langzamerhand’. Een domme jongen is Roel echter niet, hij denkt namelijk dat het grote succes van de film ‘ook heel veel te maken heeft
Harmen van der Meulen
Ad de Jongh hoogleraar angst- en gedragsstoornissen in de tandheelkundige praktijk
Jan Willem Duyvendak hoogleraar sociologie
overigens Overlastgevers krijgen straks sneller in hun eigen wijk een gebiedsverbod. Dat is geen oplossing, maar symboolpolitiek. Mies Westerveld: ‘Vooropgesteld, de tegenstelling symboolpolitiek versus oplossen vind ik aanvechtbaar. Van symboolpolitiek kan ook een boodschap uitgaan die in de praktijk wel degelijk effect heeft. Maar is dit voorstel wel symboolpolitiek? De strekking is dat rechters bij overlast, agressie en criminaliteit een gebiedsverbod kunnen opleggen van maximaal twee jaar. Dat is een behoorlijk heftige sanctie, zeker als het enkel om overlast gaat. Daarbij, de politie krijgt echt geen extra capaciteit om op naleving te controleren. Maar het kan wel betekenen dat als een veroordeelde wordt aangehouden in de buurt waar het gebiedsverbod geldt, hij zonder vorm van proces achter de tralies kan belanden. Als dát het effect van deze maatregel wordt, overstijgen we de symboolpolitiek en kan je je afvragen of het middel niet erger is 24 Folia
dan de kwaal. Anderzijds vraag ik me af of die soep wel zo heet gegeten zal worden, want voor het opleggen van zo’n maatregel hebben we nog altijd de rechter nodig en die zal dit soort overwegingen ook in zijn beslissing meenemen.’ Ad de Jongh: ‘Het is misschien wel symboolpolitiek, maar lastpakken en etters die niet willen deugen, daar moet je als samenleving toch iets mee. Als andere maatregelen niet helpen dan ben je machteloos en daar houdt niemand van. Burgemeesters en ministers al helemaal niet. Ik denk dat je blij bent met zo’n minister en zijn plan als je rommelmakende en jennende overlastgevers – overigens meestal lastige pubers – voor je deur hebt. Opstelten is minister van Veiligheid. Dat suggereert dat veiligheid iets objectiefs is, maar het is in feite een gevoel. Een gevoel dat iedereen wel
wil hebben. Zeker mensen met een grote, gevoelige onderbuik. Al los je er daadwerkelijk niet veel mee op, het aankondigen van dit type maatregelen werkt net als een placebo, een pil zonder werkzame stof. Als het geven van een neppil helpt – en de patiënt wordt beter – dan zou het dom zijn om het niet toe te passen of er tegen te zijn.’ Jan Willem Duyvendak: ‘De stelling heeft een verkeerde vooronderstelling, namelijk dat het in de politiek primair gaat om het bieden van oplossingen. De meest succesvolle politici zijn echter zij die effectief politieke problemen weten te creëren. Ook het woord symboolpolitiek suggereert te veel dat symbolen slechts een marginale betekenis hebben, terwijl symboolpolitiek de belangrijkste vorm van politiek is. Neem het integratiebeleid. Per saldo wordt er weinig beleid gemaakt, er is vooral discussie
over wat het probleem eigenlijk is. Wilders weet succesvol categorieën burgers tot probleemveroorzakers te bestempelen, zonder met veel oplossingen te komen. Politiek gaat over veel meer dan beleid. Dit kabinet pakt nauwelijks grote maatschappelijke problemen aan, maar heeft wel een enorme symbolische impact op de maatschappij: wie voelt zich binnengesloten, wie buiten. Het goed weten te definiëren wat symbolische waarde heeft, en dus als politiek onderwerp beschouwd kan worden, dat is politiek. Zo’n gebiedsverbod moet in dit verband dan ook vooral worden gezien als bewijs van daadkracht van het nieuwe kabinet, terwijl het in de praktijk hoogstens tijdelijk enige verlichting brengt.’ yyy Floor Boon
In deze rubriek reflecteren wetenschappers op een actuele stelling.