John Appel Minor
Gouden Eeuw India
Professional in residence
Meer dan Rembrandt
Maakbaarheid
Weekblad voor de Universiteit van Amsterdam Jaargang 62 13-02-2009
Nummer 21
Cowboy met handicap
Massarellen
WWW CULTUURFONDSBEURS NL "EURZEN VOOR VERVOLGOPLEIDING EN ONDERZOEK
Naamloos-9 Naamloos-8 1
28-11-2008 09-10-2008 09:01:51 13:34:35
Scriptie schrijven in goed Nederlands Is Nederlands niet je moedertaal en heb je daarom moeite met scripties e.d. schrijven? Gepensioneerde academici/ HBO-ers ondersteunen je hiermee graag. GRATIS! www.gildeamsterdam.nl
StudiJob Uitzendbureau BV is een jonge, dynamische uitzendorganisatie op het gebied van uitzendwerk voor studenten. Ter versterking van ons team zijn wij op zoek naar een
Commercieel Consulent (32-38u p/w) Functieprofiel: • verantwoordelijkheid voor een eigen klantenpakket; je bedient je eigen relaties van A tot Z; • het in behandeling nemen van vacatures; • het werven, selecteren en bemiddelen van kandidaten op vacatures; • het voeren van intakegesprekken; • administratieve afhandeling van alles dat voortvloeit uit je handelingen (van het aanmaken van contracten tot het doorvoeren van adreswijzigingen) Functie-eisen: • HBO-niveau of relevante werkervaring; • Commercieel en zakelijk inzicht; • Goede beheersing van Word, Excel en Outlook; • Goede beheersing van de Nederlandse taal; • Klantgerichte, probleemoplossende en dienstverlenende instelling; • Enthousiast en flexibel; • Stressbestendig en het leuk vinden om in te springen op ad hoc situaties. Geïnteresseerd? Neem dan snel contact op met Cathelijne Kiwitz: 020-535 3466 of mail je CV met motivatie naar cathelijne@studijob.nl
• StudiJob is geopend van 09.00 - 17.15 uur. • Voor meer informatie kun je ook bellen naar 020 535 34 60. • www.studijob.nl
folia 090213.indd 1
Naamloos-10 09-10-2008 08:52:33 13:51:20 Naamloos-3 11 07-11-2008 Learnit zoekt office docent Amsterdam.
Eigenschappen: Gedegen kennis van alle applicaties, liefst VBA niveau. Leservaring is een prĂŠ. Minimaal 2 dagen per week beschikbaar. Interesse? Stuur CV + motivatie naar robert@learnit.nl.
Universiteit Leiden
VIND JE HET LEUK OM KENNIS OVER TE DRAGEN? Help middelbare scholieren met hun examen! Voor o.a. de vakken Biologie, Economie, Geschiedenis, M&O, Natuurkunde, Scheikunde, Wiskunde A en B en de moderne vreemde talen komt de Universiteit Leiden graag in contact met (assistent)docenten. Uitermate leerzaam en goede verdiensten: â‚Ź120 per dag. Je kunt rekenen op een gedegen opleiding. Heb je minimaal een 8,0 (CSE) voor het vak waarvoor je belangstelling hebt en hoge cijfers voor je overige vakken, mail dan je CV en ingescande cijferlijst van de middelbare school naar Gabriela Estramil: sollicitaties@sslleiden.nl. Zie ook www.examencursus.com, menu-item ‘voor docenten’.
06-02-2009 10:12:34
12:34
inhoud Politici die wapens uitdelen
Achtduizend harten gezocht
nieuws
En niet vanwege Valentijnsdag ..........................blz.4
Gebed zonder end Het vervolgverhaal ‘Waar komt de nieuwe bieb?’ ..blz.4
Autismevriendelijk filmkijken Meer licht, minder geluid .................................blz.5
Coverinterview Neerlands beste polospeler studeert aan de UvA .......................................blz. 12
John Appel Minor
Gouden Eeuw India
Professional in residence
Meer dan Rembrandt
Maakbaarheid
Massarellen
Een minor voor doeners .................................blz. 16
UvA haalt met John Appel een grote binnen .......blz. 17
Weekblad voor de Universiteit van Amsterdam Jaargang 62 13-02-2009
Nummer 21
Gouden Eeuw Centrum bracht bloeiperiode opnieuw tot bloei ..........................................blz. 18
Zorg als bijbaan
Cowboy met handicap
Eigenwijze Thuiszorg Emile werkt alleen met studenten......................................blz. 21
Wetenschap: geen kunst
Cover: Aki van Andel, foto: Fred van Diem
Maar academisch-artistiek onderzoek is hot.... blz. 24
En verder Nieuws 4-7, Promoties 7, Opinie/brieven/scriptie 10-11 Film/Het beste 14, Uit/Eten 15, Weekgast 25, Annonces 26, Roem 27, Dijkgraaf & Fresco/Puzzel/Spekkie Big 28
Colofon
Het mooiste moment uit de André Hazesdocumentaire Zij gelooft in mij van John Appel was de scène waarin de zanger live werd geïnterviewd door Jos Brink. Dat ging ongeveer als volgt. Hazes zat moederziel alleen in het troostloze Rotterdamse Hilton Hotel, had een slok op en was in zijn zoveelste huwelijkscrisis beland. De dag erna moest hij optreden in Ahoy. Toen Brink aan het eind van het televisie-interview vroeg of ‘zij’ (Rachel, de echtgenoot van) ook zou komen, werd het de volkszanger te veel. Hij barstte in tranen uit, en ook Brink hield het in de studio in Hilversum niet droog. De presentator stak Hazes een hart onder de riem met de woorden ‘het wordt altijd halfelf,’ waarna de zanger in Rotterdam opnieuw naar de fles greep. Gedenkwaardige beelden uit de legendarische documentaire van eerdergenoemde John Appel. Dankzij die documentaire kreeg de carrière van de inmiddels overleden zanger een nieuwe impuls en ook bij hoger opgeleiden werd hij razend populair. Zij gelooft in mij is zeker niet het enige wapenfeit van de regisseur – check bijvoorbeeld de documentaire over de paardenrennen in Siena – en dankzij zijn vakbekwaamheid en uitgebreide ervaring is hij onlangs benoemd tot professional in residence bij de afdeling mediastudies. Een goede zet, want studenten en medewerkers krijgen op deze manier de kans te profiteren van de kennis van een prominente professional. Op pagina 22 hebben we een stuk over Appel en lichten we zijn belangrijkste documentaires uit. Ook besteden we aandacht aan Ward Berenschot, de UvA promovendus die afgelopen vrijdag cum laude (!) zijn doctorstitel behaalde. Hij onderzocht massale rellen in India waarbij grote hoeveelheden slachtoffers vielen. Tot slot ons covermodel Alexander van Andel. Hij studeert economie en zit in het Nederlands poloteam, een sport die volgens hem in rap tempo aan populariteit wint. ‘Polo is stoer, maar toch verfijnd, daarom is het mooi om te zien voor veel mensen. En de sport doet het goed bij vrouwen, want veel meisjes houden van cowboys.’ Daarmee is niets te veel gezegd.
De presentator stak Hazes een hart onder de riem met de woorden ‘het wordt altijd halfelf’
Maakbaarheid in de grote stad Professional in Residence
Deze week
Folia: Weekblad voor de Universiteit van Amsterdam, Vendelstraat 2, 1012 XX Amsterdam, Tel. 020-5253981, Fax 020-5253980, redactie@folia.uva. nl, Website: www.folia.nl, Uitgever: Stichting Folia Civitatis, Redactie: Nadine Böke, Mirna van Dijk (eindredacteur), Jim Jansen (hoofdredacteur), Anne Koeleman, Harmen van der Meulen, Margot Riedstra (secretariaat), Dirk Wolthekker, Medewerkers aan dit nummer: Jaron Beekes, Martien Bos (correctie), Bob Bronshoff, Boukje Cnossen, Fred van Diem, Louise Fresco, René Glas, Julie de Graaf, Marc van der Holst, Jeroen Pool, Maurice Seleky, Arjan Roodink, Henk Thomas, Tjebbe Venema, Tim Verlaan, Fen Verstappen, Hans van Vinkeveen, Joke de Wolf. Folia is aangesloten bij het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) en werkt samen met Havana, het weekblad van de Hogeschool van Amsterdam, Havana redactie: Jobien Groen, Wim de Jong, Thijs den Otter, Annemarie Vissers, Paul van de Water (hoofdredacteur), Redactieraad: Simon Dikker Hupkes, Albert Goutbeek, Lief Keteleer (voorzitter), Amanda Kluveld, Kathusha Sol, Bert Vuijsje, Bladmanagement: Impressum, Zoetermeer, Lay-out: Carl Zevenboom, Amsterdam, Druk: Dijkman Offset, Diemen, Advertentiewerving: Bureau van Vliet bv, Zandvoort, Tel. 023-5714745, Fax 023-5717680, zandvoort@bureauvanvliet.com, Abonnement: 46,90 per jaargang. Opgave: 020-525 3981, mededelingen@folia.uva.nl of www.folia.nl
Jim Jansen, jfj@folia.uva.nl
Folia 21 | 3
Foto: Bob Bronshoff
In India zijn massale uitbarstingen van geweld een terugkerend drama. Ward Berenschot, die onlangs cum laude promoveerde, dook anderhalfjaar volledig in het lokale leven van Ahmedhâbâd – voor een politicoloog geen gebruikelijke manier van werken. blz.22
nieuws
BG-terrein: ‘Waar is de UvA mee bezig?’ >‘Een bibliotheek op het BG-terrein mag er best komen, maar dan ín die oude monumenten,’ zegt D66raadslid Bruno van Moerkerken. >’Wij houden alle opties open, maar zijn niet overtuigd van nut en noodzaak van een nieuwe bibliotheek,’ zegt Otto Scholten, voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad. Of het besluit nog terug te draaien is, vraagt hij zich af, maar als het aan D66raadslid Bruno van Moerkerken ligt, komt de bibliotheek geesteswetenschappen niet op het BG-terrein. Althans niet als dat ten koste gaat van twee te slopen rijksmonumenten. ‘Want daar gaat het mij vooral om. Voor mijn part vestigt de UvA de bibliotheek op het BG-terrein, maar dan ín die oude monumenten.’ Enige weken geleden schoven de tegenstanders van de bouw van de bibliotheek op het BG-terrein – buurtbewoners en maatschappelijke organisaties – een alternatieve locatie naar voren: het mogelijk leeg te komen Fortispand op het Rokin. Er kwam een brief, waarin het stadsdeelbestuur werd verzocht opnieuw te kijken naar de locatie voor de bieb en de UvA te laten onderzoeken wat de mogelijkheden zijn aan het Rokin. Dit alternatief werd direct terzijde geschoven door het CvB, maar het zette de oppositie in de stadsdeelraad aan het denken over de wenselijkheid de bibliotheek op het BG-terrein te bouwen. Vooruitlopend op sloop zijn de twee monumenten op het BG-terrein inmiddels van de Rijksmonumentenlijst gehaald, al heeft ook minister Plasterk van OCW aangegeven daar niet blij mee te zijn. ‘Maar als er een volksopstand tegen sloop komt, zal de UvA misschien toch tot inkeer komen,’ zegt van Moerkerken. ‘Ik mag ho-
Op 28 januari is de landelijke actie ‘Vermist: 8000 hartpatiënten’ van start gegaan. De actie, een initiatief van de Nederlandse vereniging voor cardiologie, heeft tot doel mensen met een aangeboren hartafwijking terug te brengen in het medisch circuit – waar ze ooit in zaten, maar om uiteenlopende redenen uit zijn verdwenen. Er zijn duizend billboards opgehangen met de oproep aan patiënten zich te melden bij een ziekenhuis of zich te registreren via de website www.8000vermisten.nl. De campagne is gestart omdat uit de landelijke registratie voor patiënten met een aangeboren hartafwijking is gebleken dat
4 | Folia 21
Muizenplaag In de kantine van het Bushuis hangen memo’s met de titel ‘muizenplaag’. Deze dateren volgens cateraar Sjoerd Santema nog van de kerst. De plaag was toen zo erg dat de knaagdiertjes door het hele gebouw kropen en zelfs in de werkkamers werden gesignaleerd. Inmiddels is de muizenplaag weer onder controle, zegt Santema. ‘Vroeger werd Rentokil ingehuurd om de muizen met gif te bestrijden, maar zij deden dat slecht en kwamen maar weinig langs.’ Inmiddels is de GG&GD ingeschakeld, die volgens Santema beter gif gebruikt en vaker langskomt. Een mogelijke oorzaak voor het probleem lijkt Santema de tijden van de schoonmakers. ‘Zij komen altijd ’s ochtends. Half opgegeten broodjes kunnen dan zomaar een nacht zijn blijven liggen.’ Vrijdagochtend komt de laatste schoonmaakploeg voor het weekend. ‘Kruimels die drie dagen lang in het gebouw blijven, daar krijg je muizen van. We wilden al eens een kat nemen, maar dat mocht niet van de UvA.’ (AK)
Fotoimpressie van de bibliotheek op het BG-terrein
pen dat de universiteit dan zal denken: waar zijn we mee bezig? Er is door de UvA al zo veel gesloopt en vervangen door niet altijd even mooie nieuwbouw. De UvA heeft iets goed te maken en zou moe-
COR-voorzitter Otto Scholten zegt dat ook de COR ‘grote bedenkingen’ heeft bij de sloop van de rijksmonumenten op het BG-terrein. Scholten: ‘Wij laten alle opties open, maar zijn niet overtuigd van nut en
‘ Als er een volksopstand tegen sloop komt, zal de UvA misschien tot inkeer komen’ ten zeggen: “We mogen slopen, maar we doen het niet. Punt.”’ De D66-fractie laat zich komende week bijpraten over de kwestie door de Centrale Ondernemingsraad (COR) van de UvA.
noodzaak van de nieuwe bibliotheek. De discussie duurt nu al meer dan tien jaar en verpletterende argumenten waarom die bibliotheek er moet komen, heb ik nog nooit gehoord.’ Wordt vervolgd. (DW)
Duizenden hartpatiënten vermist >Van de 24.000 mensen met een aangeboren hartafwijking zijn er achtduizend ‘zoek’. >Ze zijn in het verleden onterecht uit het medisch circuit verdwenen, zegt cardioloog Barbara Mulder.
kort
Check www.folia.nl voor een dagelijkse update van al het UvA-nieuws
van de 24.000 volwassenen met zo’n afwijking er slechts 16.000 onder controle van een arts staan. ‘Van de resterende achtduizend mensen is niets meer bekend,’ zegt AMC-cardioloog Barbara Mulder, initiatiefneemster van de actie. ‘Deze mensen, veelal tussen de twintig en veertig, zijn ooit wel aan hun kwaal geholpen, maar ze zijn onterecht ontslagen uit het ziekenhuis. Wie tegenwoordig wordt ge-
tisch. We zouden hen graag opnieuw willen registeren en controleren, want ook mensen die zijn geholpen krijgen op latere leeftijd vaak nieuwe klachten of restklachten.’ Ook als mensen geen klachten hebben kan het toch zijn dat ze in de gevarenzone zitten en dat wil Mulder voorkomen. ‘Laatst was er een zwangere vrouw die ooit is geopereerd aan een aortavernauwing, maar
Ook wie geen klachten heeft, kan in de gevarenzone zitten boren met een hartafwijking, blijft zijn leven lang onder controle. Dat gebeurde in de jaren zeventig niet. Veel patiënten zijn in die tijd gerustgesteld met de mededeling: “U bent beter en hoeft nooit meer terug te komen.” Dat was veel te optimis-
uit ons systeem was verdwenen. Doordat ze zwanger was kwam ze naar het ziekenhuis, waar we een hartruisje bij haar hoorden. Toen bleek dat ze een lekkende hartklep had met een aortaverwijding van zes centimeter.’ (DW)
Macht Mensen met macht, zoals bestuurders en managers, kunnen zich minder goed inleven in de emoties van anderen dan mensen zonder macht. Dit zegt psycholoog Gerben van Kleef, die hiernaar onderzoek verrichtte met hulp van collega’s van de University of California. Van mensen die op grond van hun maatschappelijke positie én hun eigen gevoel daarover ‘machtig’ kunnen worden genoemd, was al bekend dat ze minder aandacht besteden aan hun omgeving en dat ze emoties in onderhandelingen gemakkelijker naast zich neerleggen. Dat ze zelf ook emotioneel gezien anders reageren op de emoties van anderen, is echter nieuw. (JJ)
Ontruiming Op donderdag 19 februari wordt er tussen 14.00 en 14.20 uur door de bedrijfshulpverlening (BHV) een ontruimingsoefening gehouden in het E-gebouw aan de Roetersstraat. Alle medewerkers en studenten moeten de instructies van de BHV’ers opvolgen. In de E1toren zal het ontruimingssignaal Slow Whoop kortstondig hoorbaar zijn. De medewerkers in de E1-toren krijgen instructies via het omroepsysteem en/of van de bedrijfshulpverleners om hun werkplek te verlaten en zich in veiligheid te brengen. Mocht zich tijdens de oefening een echt incident voordoen dan zal de Slow Whoop langdurig hoorbaar zijn en de tekst No play worden omgeroepen. (DW)
Burkina Faso Negentien leden van het studentencorps ASC-AVSV zijn vorige week met auto’s met vierwielaandrijving vertrokken naar Burkina Faso. De auto’s mochten niet meer dan tweeduizend euro per stuk kosten. Bij aankomst zullen ze cadeau worden gedaan aan de Burkinezen. Doel van de tocht is geld inzamelen voor de stichting M.O.E.T., de liefdadigheidsinstelling van het corps. (JJ)
Juristen: ‘onder geen beding’ OMP uit >Ondernemingsraad Faculteit der Rechtsgeleerdheid houdt online enquête naar bereidheid medewerkers om te verhuizen naar andere locatie. >CvB zou ‘op geen enkele wijze’ rekening houden met ‘de status en reputatie van de huidige locatie’. De geplande verhuizing van de juridische faculteit van de Oudemanhuispoort (OMP) naar bouwdeel A van het Roeterseilandcomplex (REC) wordt door bijna de helft van de medewerkers van de faculteit niet gedragen. Dit blijkt uit een online enquête die de facultaire ondernemingsraad heeft gehouden onder medewerkers van de faculteit: 49 procent van de ondervraagden zegt ‘onder geen beding’ te willen verhuizen. De ondernemingsraad heeft hierover op 3 februari een brandbrief gestuurd aan het CvB.
Het vertrek van de juristen naar het REC is onderdeel van een grootschalige verhuisoperatie van verschillende faculteiten van de UvA. De bètafaculteit, voor een deel nu nog gevestigd op het REC, vertrekt het komende jaar geleidelijk naar haar nieuwe locatie in de Watergraafsmeer. Bedoeling is dat de juristen daarna verhuizen naar het REC, zodat de OMP vrijkomt voor vestiging van de Faculteit der Geesteswetenschappen, die dan geclusterd zou zijn met de geplande bibliotheek geesteswetenschappen op het BG-terrein. Veel medewerkers van de rechtenfaculteit hebben volgens de brief aan het CvB helemaal geen zin om aan die verhuisoperatie naar het REC mee te werken, niet omdat het Roeterseiland een slechte locatie zou zijn, maar omdat de Oudemanhuispoort zo’n goede locatie is, waar men niet weg wil. ‘Op geen enkele wijze onderkent u status en reputatie van de huidige locatie, het effect
daarvan voor de wervingskracht van zowel medewerkers en docenten als studenten,’ schrijft de ondernemingsraad. Volgens de raad zou de OMP ‘doorslaggevend zijn bij de keuzebepaling voor juist deze Faculteit der Rechtsgeleerdheid’. Het CvB laat via een woordvoerder weten begrip te hebben voor het feit dat medewerkers van de rechtenfaculteit gehecht zijn aan de OMP. ‘Het besluit van het CvB is zorgvuldig onderbouwd. In 2007 heeft een extern bureau een onafhankelijk onderzoek gedaan naar de huisvesting in de binnenstad. De conclusie was helder: de OMP is – ook na verbouwing – te klein om de groei van de rechtenfaculteit op te vangen. Het REC biedt de beste mogelijkheden voor de faculteit. De OMP blijft behouden voor de universiteit. Die zal na de verbouwing vooral worden gebruikt voor onderwijs en congressen.’ (DW)
Autismevriendelijke films in De Uitkijk >Naar Brits voorbeeld: meer licht en minder geluid in bioscoopzaal. Filmtheater De Uitkijk gaat zich de komende maanden inzetten om bioscoopbezoek autismevriendelijker te maken. De bioscoop is met de afdeling psychologie van de UvA in gesprek om het project van een wetenschappelijk fundament te voorzien. ‘We hebben het idee niet zelf bedacht, maar gehoord van onze collega’s uit Bristol,’ zegt David van Marlen, student politicologie en medewerker van De Uitkijk. In Bristol waren autismevriendelijke films volgens Van Marlen ‘een groot succes’. De Uitkijk start nu een pilot op 23 februari, tijdens het Kinderboek & Filmfestival. Dan zal De Maanprinses en het geheim van het witte paard op autismevriendelijke wijze vertoond worden. Er is volgens Van Marlen een groot verschil tussen ‘gewoon’ naar de bioscoop gaan en een filmpje pikken op autismevriendelijke wijze. ‘Bij deze films wordt het licht minder gedimd, staat het geluid zachter, en zijn de bassen voor een deel weggedraaid. Details wellicht, maar wel belangrijke details.’ Volgens Van Marlen is een bezoek aan een gewone bioscoop voor mensen met een autistische stoornis ‘te veel van het goede’.
Jaron Beekes Het onderzoek zal plaatsvinden in samenwerking met Annemat Collot van de afdeling ontwikkelingspsychologie. De Uitkijk moet al jaren rondkomen met beperkte subsidiegelden en het filmtheater hoopt op deze manier een nieuwe doel-
groep aan te spreken. Van Marlen: ‘We willen graag onze doelgroep vergroten en proberen dat op zo’n inventief mogelijke manier te doen. Vooralsnog is het ons plan om films te vertonen uit ons normale aanbod.’ (JJ)
Ritmegevoel blijkt aangeboren >Baby’s van slechts twee à drie dagen oud kunnen de ‘beat’ horen in muziek. Kennis van een muzikaal ritme is bij mensen waarschijnlijk aangeboren. Baby’s kunnen een beat al herkennen als ze slechts twee à drie dagen oud zijn, blijkt uit een onderzoek van muziekcognitiewetenschappers van de UvA in samenwerking met Hongaarse collega’s. Het onderzoek werd afgelopen week gepresenteerd in het tijdschrift Proceedings of the National Academy of Sciences. Tot nu toe wa-
ren wetenschappers het er niet over eens of de zogenaamde beatinductie, het vermogen om een regelmatig ritme te ontdekken in een geluidssignaal, is aangeboren, of is aangeleerd door onder andere het wiegen van de baby. Om te ontdekken hoe mensen muziek leren luisteren en ritmes leren begrijpen, moet je weten met welke capaciteiten op het gebied van muziekherkenning ze geboren worden. De onderzoekers maakten gebruik van schedelelektrodes om het verschil in her-
senactiviteit te meten. De baby’s droegen open koptelefoons waarop het standaard rockritme werd afgespeeld. Door drumslagen weg te laten werden er verschillende varianten op de beat gemaakt. Af en toe kregen de baby’s een variant te horen waarbij de eerste positie van de maat miste, een zogenoemde ‘downbeat’. Hierop veranderde de elektrische activiteit in de babyhersenen significant. Dit gaf aan dat de babyhersenen op dat moment ‘verwacht’ hadden de beat te horen. (AK)
doctor
nieuws
Femke Tonneijck (1977) promoveert bij aardwetenschappen op koolstofopslag in de bodems van de Ecuadoriaanse Andes. Waarom zijn de bos- en graslanden van de Ecuadoriaanse Andes zo bijzonder? ‘Vanwege de enorme soortenrijkdom. Op ranglijsten van ecosystemen met een hoge biodiversiteit staan deze gebieden op de eerste plek. Bovendien komen veel soorten die hier leven alleen in deze gebieden voor en zijn veel ervan bedreigd. Wat ook bijzonder aan deze bos- en graslanden is, is dat hun bodems heel veel koolstof vasthouden. En dat is belangrijk in verband met de huidige klimaatverandering, want koolstof die in de bodem zit draagt niet bij aan het broeikaseffect.’ Een opvallende uitkomst van uw onderzoek is dat deze bodems twee keer zo veel koolstof vasthouden dan de gemiddelde vulkanische bodem, en op een andere manier dan gedacht. ‘Er zijn twee types vulkanische bodems, die allebei een ander mechanisme hebben om koolstof vast te leggen. In de ene bodem vormt het koolstof complexen met amorfe mineralen in de andere met aluminium. Beide complexen worden heel moeilijk afgebroken door micro-organismen. Maar in deze bodems blijkt de grote hoeveelheid koolstof bovendien samen te hangen met een zeer lage pH en een hoog gehalte aan microporiën, die water vasthouden. Hierdoor kunnen micro-organismen de organische stof niet goed opeten. Ontbossing en landbouw verstoren deze eigenschappen, waardoor koolstof vrij kan komen.’ U raadt mede hierom aan deze ecosystemen te beschermen tegen veranderend bodemgebruik. ‘Om deze bodems vruchtbaar te maken voor landbouw moet je ze minder zuur maken. Maar als de pH omhooggaat, is de organische stof minder goed beschermd en kan deze vrijkomen. Ook gaat landbouw vaak samen met drainage en het ploegen van de bodem. Waardoor er meer lucht in de bodems komt en micro-organismen de organische stof kunnen gaan afbreken. Als je wilt dat deze bodems netto koolstof blijven opslaan, zul je ze dus moeten beschermen.’ Uw onderzoek toont ook aan hoe de oude bosgrenzen te herkennen zijn. Waarom is dit belangrijk? ‘In de Ecuadoriaanse Andes zijn veel nevelbossen gekapt en dankzij het Kyotoprotocol komt veel geld vrij om nieuwe bossen aan te leggen. Maar als je deze bossen opnieuw wilt aanplanten, is het goed om te weten waar ze in het verleden stonden, zodat je ze niet plant op een ongeschikte plek. Deze bodems blijken weinig last te hebben van verstoring door bodemdieren die de grond mengen. Hierdoor liggen de resten van de oude vegetatie nog “op volgorde” en kun je de historische beplanting afleiden.’ (NB) Femke H. Tonneijck, Volcanic Ash Soils in Andean Ecosystems, promotie: 6 februari.
Folia 21 | 5
Foto: Henk Thomas
in beeld
Boris Dzon, 24, voorheen fysiotherapeut in Nieuw-Lekkerland, nu eerstejaarsstudent biologie aan de UvA. Hij won op overtuigende manier het ijzersterk bezette landelijke studentenpooltoernooi dat op 8 februari in Club8 was georganiseerd. Meer dan dertig deelnemers uit het hele land streden met elkaar, maar tijdens de laatste stoten waren alle mededingers al teleurgesteld afgedropen, zodat de prijsuitreiking een eenzame gebeurtenis werd.
promoties
nieuws
Retail- en investmentbanken gescheiden >Economiefaculteit hervat wekelijks lunchuurdebat Room for discussion. >Oud-banktopman Jan Kalff: ‘De retailbank van de toekomst zal geen gecompliceerde kredietproducten meer verstrekken.’
DINSDAG 17/02
Of Amerikaanse bankiers nu echt zo veel slechter zijn dan Europese bankiers, was een van de eerste vragen aan Jan Kalff, oud-voorzitter van de Raad van Bestuur van ABN Amro tijdens de hervatte reeks lunchuurdebatten Room for Discussion op de Faculteit Economie en Bedrijfskunde. ‘Nee, dat niet,’ antwoordde Kalff. ‘Het probleem zit niet in de kwaliteit van de bankiers, maar in de beloningsstructuur van Amerikaanse hypotheekverstrekkers. Dat zijn veelal geen bankiers, maar tussenpersonen die aan omzet gerelateerde honoraria krijgen: hoe meer hypotheken ze de mensen aansmeren, hoe hoger hun inkomen. Zo’n situatie is in Europa ondenkbaar.’ De kwaliteit van Amerikaanse hypotheken is bovendien ook vaak slecht. Kalff: ‘Het zijn veelal zogenoemde “subprime hypotheken”, waar geen onderpand of inkomen tegenover hoeft te staan. Als er dan betalingsproblemen ontstaan stort de boel als een kaartenhuis in.’ Uit onderzoek bleek dat eind 2006 dertien procent van de Amerikanen die een hypotheek hadden afgesloten niet binnen negentig dagen aan zijn betalingsverplichtingen kon voldoen. Het waren voornamelijk subprime hypotheek-
10.00 uur: Aram Vroling - Geneeskunde Nasal Epithelial Cells; Effector Cells in Allergy. Promotor: Mw. prof.dr. W.J. Fokkens. (Agnietenkapel) 12.00 uur: Pedro Teixera Brites - Geneeskunde The Mouse as a Model to Understand Peroxisomal Disorders. Promotor: Prof.dr. R.J.A. Wanders. (Agnietenkapel) 14.00 uur: Said El Marzguioui - Wiskunde Fine Aspects of Pluripotential Theory. Promotor: Prof.dr. J.J.O.O. Wiegerinck. (Agnietenkapel)
10.00 uur: Anil Gaikwad - Scheikunde Nanocatalysts: Properties and Applications. Promotoren: Prof.dr. G. Rothenberg en prof. dr. C.J. Elsevier. (Agnietenkapel)
Foto: Arjan Roodink
WOENDSDAG 18/02
Room for Discussion met Jan Kalff (r)
nemers. Kalff verwacht dat het verstrekken van dit soort hypotheken snel tot het verleden zal behoren. ‘Moeten we niet naar een nieuw soort bank toe in de toekomst?’ was de vraag van een van de discussieleiders. ‘Ja, en dat zal zeker ook gebeuren,’ zei Kalff. ‘Na de Great Depression van 1929 werd het in Amerika verboden dat retailbanken – banken waar de consument zijn salarisrekening heeft lopen en zijn spaarcenten heeft gestald – onder één dak waren ondergebracht met investerings- en kredietbanken. Die politiek is in de loop der jaren in het slop geraakt, maar
zal in de toekomst weer leidraad worden. De retailbank van de toekomst zal geen gecompliceerde kredietproducten meer verstrekken, maar in dat opzicht alleen advieswerk verrichten. ABN Amro zal zeker een van die banken van de toekomst zijn, of is dat eigenlijk al, want investmentbanking is al afgestoten.’ (DW) Dinsdag 17 februari in Room for Discussion: Han de Jong, chief economist van ABN Amro en Jeroen Smit, auteur van De Prooi. Blinde trots breekt ABN Amro. Aanvang 12.30 uur, in de E-hal van Roetersstraat 11.
Reünie van bezetters
Foto: Henk Thomas
>Op 5 februari vond in het Parooltheater een weerzien plaats tussen de bezetters van het Maagdenhuis in mei 1969. >’Studenten van tegenwoordig voelen zich minder miskend dan studenten uit onze generatie.’ ‘Laten we elkaar vooral tutoyeren, we zijn hier tenslotte met revolutionairen onder elkaar.’ De toon was meteen gezet op 5 februari toen gespreksleider en oud-Maagdenhuisbezetter Paul Arnoldussen (nu journalist) in het Parooltheater in discussie trad met andere Maagdenhuisbezetters, zoals Philip van Praag (nu UvA-docent politicologie) en Hein Verkerk (nu actief voor GroenLinks) over de betekenis van de Maagdenhuisbezetting. Aanleiding voor de discussie was een binnenkort te verschijnen fotoboek van fotograaf Paul van Riel over de bezetting. De bezetting van het Maagdenhuis was een directe reactie op de houding van rector magnificus Belinfante, die de eisen van de bezetters tot democratisering van de universiteit afdeed als ‘een loze kreet’. Verkerk: ‘Belinfante was voor ons een rechtse zak, maar eigenlijk viel dat achteraf wel mee. In vergelijking met de Parijse studentenprotesten van 1968 – ons grote voorbeeld
– boften wij met een redelijk begripvol universiteitsbestuur en een minder repressief politieoptreden.’ Volgens Van Praag speelde er bij de bezetters meer dan alleen een eis tot democratisering van het universiteitsbestuur. ‘De universiteit van Tilburg was enkele weken eerder al bezet en omgedoopt tot Karl Marxuniversiteit. Wij konden in Amsterdam natuurlijk niet achterblijven.’ Toen Van Riel – in 1969 geen student maar wel ‘zo links als de pest’ – de foto’s die hij
Praag stelde het heroïsche beeld van de bezetters nog verder bij. ‘Het was de CPN die een loopbrug liet bouwen om ons te bevoorraden, waarschijnlijk uit politiek gewin.’ Desondanks keken de oud-bezetters tevreden terug op het gebeuren. Van Praag: ‘Na vijf dagen werd het gebouw hardhandig ontruimd. Het was een spannende maar ook gezellige tijd, en uiteindelijk was onze actie de klaroenstoot voor democratisering op de universiteit.’ Volgens van Praag is die
‘We hadden onze mond vol van democratie en egalitair bestuur, maar binnen de eigen gelederen waren de hiërarchische verhoudingen vaak stuitend’ tijdens de bezetting maakte projecteerde, gingen er geluiden van herkenning door het Parooltheater. Enkele aanwezigen zetten zelfs een socialistisch strijdlied in. Op de foto’s was onder meer te zien hoe de meisjes de boterhammen smeerden, terwijl de jongens acties bekokstoofden. Arnoldussen: ‘We hadden onze mond vol van democratie en egalitair bestuur, maar binnen de eigen gelederen waren de hiërarchische verhoudingen vaak stuitend.’ Van
democratisering ook de reden dat de studenten van nu niet meer zo snel op de barricaden klimmen. ‘Studenten voelen zich minder miskend dan in onze tijd, de universiteit is gewoon beter gaan luisteren.’ (Tim Verlaan) In mei wordt het fotoboek van Paul van Riel gepresenteerd, en opent er in het Amsterdams Historisch Museum een tentoonstelling over de bezetting.
DONDERDAG 19/02
14.00 uur: Maria José Alves de Abreu Antropologie In Midair: Breath Media, Body Space. A Study of the Catholic Charismatic Renewal Movement in Brazil. Promotoren: Prof.dr. P.T. van der Veer en mw. prof.dr. B. Meyer (VU). (Aula)
VRIJDAG 20/02
12.00 uur: Dimitrios Kalogeras - Internationaal recht Non-discrimination in European and International Economic Law of Public Procurement: Principle and Practice. Promotor: Prof.dr. J.F. Weiss. (Agnietenkapel) 14.00 uur: Robert Cloutier - Taalkunde West Germanic OV and VO. The Status of Exceptions. Promotoren: Mw. prof.dr. O.C.M. Fischer en prof.dr. F.P. Weerman. (Agnietenkapel) Promoties, oraties en afscheidscolleges vinden in de regel plaats in of de Aula van de UvA, Lutherse Kerk, Singel 411 of de Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231. Zie ook www.uva.nl/agenda
De poll op folia.nl ging afgelopen week over de bibliotheek op het BG-terrein, waarvoor als alternatieve locatie is geopperd het Fortispand op het Rokin. De stelling luidde: De nieuwe bibliotheek geesteswetenschappen moet in het Fortispand aan het Rokin komen. • Nee, want het Fortispand schijnt intern niet geschikt te zijn voor een bibliotheek – 38,5% • Ja, dan kan het gebouw van Crea 2 tenminste blijven bestaan – 35,4% • Ja, een bestaand pand gebruiken is uit financieel oogpunt voordeliger – 20% • Nee, zet die bibliotheek maar in het Science Park, daar is tenminste echt ruimte – 6,1% Totaal aantal respondenten: 130
Folia 21 | 7
HOW TO
Signaleer een verdachte e-mail
Trek de stekker uit je computer
Pak een handgranaat
Blaas je computer op
Vooruit, deze aanpak is misschien een bĂŠĂŠtje rigoreus. Maar er is niks vervelender dan dat criminelen met jouw gegevens aan de haal gaan. Terwijl jij dacht dat je met een vertrouwde site te maken had. Cybersaven is simpeler dan je denkt. Kijk op www.cybersaveyourself.nl.
www.cybersaveyourself.nl
folia 090213.indd 4
06-02-2009 10:13:33
13:33
[ingezonden mededeling]
PEPER Nieuwsbrief van de
www.ASVA.nl
Succesvol studeren? Zo doen we dat! Een succesvolle studievoortgang is niet alleen voor studenten, maar ook voor de financiële situatie van de universiteit van belang: voor elke student die afstudeert krijgt de UvA namelijk geld. En hoe sneller hoe beter. Dit ‘studierendement’ is bij de UvA vergeleken met andere universiteiten niet hoog. Daar moet dus wat aan gebeuren. Nu is de vraag: welke maatregelen helpen het best om studenten zo snel en succesvol mogelijk hun studie te laten doorlopen? ASVA en de Centrale Studenten Raad denken mee over maatregelen en daarvan houden we je graag op de hoogte.
Bindend studieadvies Bij enkele studies (Psychologie, Rechten) is het ‘bindend studieadvies’ al ingevoerd: studenten die in het eerste jaar minder dan de helft van het totale aantal punten halen, worden van de opleiding verwijderd. Door deze dreiging worden eerstejaars studenten gestimuleerd om genoeg punten te halen. Er wordt over nagedacht deze maatregel ook bij een aantal andere opleidingen in te voeren. De CSR en ASVA zijn daar niet vóór: wij zien liever dat studenten worden uitgedaagd dan gestraft om het studierendement te verhogen. Je haalt je studie omdat de stof je inspireert, niet omdat er anders een boete dreigt. Uit de meeste onderzoeken blijkt bovendien dat het bindende advies geen effect heeft op het studierendement.
Intakegesprekken Minister Plasterk heeft het plan om aankomende studenten verplicht met iemand van de studie te laten praten. Studenten zullen op die manier beter weten wat hun studie inhoudt en wat er van hen verwacht wordt. Daardoor zullen zij –waarschijnlijk- minder snel voortijdig hun studie afkappen. ASVA ziet wel iets in dit soort gesprekken. Hoe de UvA die duizenden gesprekken gaat financieren en realiseren, is een tweede. De CSR vraagt zich nog af of ze daadwerkelijk een meerwaarde zullen hebben. Sicco de Knecht van de CSR denkt wel dat het zinvol is om scholieren meer duidelijkheid te geven over de inhoud van een studie, bijvoorbeeld door aankomende eerstejaars Psychologie te laten weten dat statistiek een fors onderdeel uitmaakt van het curriculum en dat de studie niet alleen is bedoeld om meer over jezelf te leren.
Sicco de Knecht, Centrale Studenten Raad
Meer studiebegeleiding Studiebegeleiders kunnen natuurlijk helpen om studenten bewustere keuzes te laten maken. De CSR en ASVA vinden dat studenten meer begeleid moeten worden tijdens hun studie. Sicco: ‘In het begin van de studie moet duidelijker worden uitgelegd wat de mogelijkheden zijn. De UvA biedt allerlei mogelijkheden, maar veel studenten weten die niet te vinden. De universiteit zou studenten meer vooruit moeten laten denken. Nu wordt je best wel in het diepe gegooid: je begint een studie, volgt verschillende colleges, en niemand die je verder iets vraagt of vertelt.’
Debat over Studiesucces met Jasper van Dijk van de SP: donderdag 19 maart, CREA, 20:00 uur. Kijk op: www.kiesmei.nl
Een uitgave van de ASVA studentenunie. Vendelstraat 2 1012 XX Amsterdam. Reageren? peper@asva.nl
opinie
Blijf van de Oudemanhuispoort af! De verhuizing van de rechtenfaculteit uit de Oudemanhuispoort zou noodzakelijk en wenselijk zijn. Flauwekul, vinden Danny Mekic’ en Stephanie Blom. schouwspel van schijnwerpers die de Oudemanhuispoort ’s avonds in een adembenemend licht zetten. Er is alleen één klein probleempje: er zitten nog wat studenten in het gebouw. Weet u, een faculteit zien wij als een kleine leefwereld binnen een grotere. En het verhuizen van een faculteit naar een andere plaats is zo’n beetje de meest radicale beslissing die binnen die leefwereld genomen kan worden. Gedegen voorbereiding is dan van het grootste belang, zouden wij denken. Wat bijvoorbeeld is het
effect van het inruilen van een historische onderwijslocatie voor een blok beton op de studentenaantallen? Het CvB heeft het niet onderzocht. Wat is de invloed van de rampzalige kredietcrisis op deze grootse plannen? Geen idee. Is het niet vreemd dat de FdR het nieuwe gebouw maar deels kan benutten wegens een stelselmatig tekort aan financiering? Niet zo, aangezien het gebouw dubbel zo veel studenten kan huisvesten als er aan de FdR studeren. Ook houdt het CvB de pers graag buiten de deur: ‘De UvA wil naar verluidt
Illustratie: Cees Heuvel
De FSR wil het CvB van harte feliciteren! Wij hebben vernomen dat u uw oog hebt laten vallen op de Oudemanhuispoort als nieuwe locatie voor uw eigen zetel en een deel van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Buiten kijkt u uit over de historische binnenplaats met het prachtige beeld van Minerva; dagelijks krijgt u een warm onthaal van de altijd vrolijke boekenverkopers die de doorgang van de Poort vullen met literair genot. En als u eens overwerkt het historische pand uitloopt, laat u dan vooral verrassen door het prachtig
brieven Reactie op open brief aan Obama Met veel belangstelling heb ik in Folia 18 kennisgenomen van de open brief aan president Barack Obama van Robbert Dijkgraaf, president van de KNAW. Altijd een goed initiatief, maar ik vrees dat Obama deze ‘positieve’ koninklijke interventie niet zal honoreren. Het zou mij bovendien zeer verbazen als de Amerikaanse president een typisch Europese wetenschap/ rassenleer als de evolutietheorie van Charles Darwin extra prioriteit gaat geven. Ik zou het toejuichen als de betalende burger de universiteiten meer onder vuur gaat nemen (Science System Assessment). We zouden kunnen beginnen met meer vrouwen en minderheden aan de top van het systeem toe te laten, zoals in het bedrijfsleven het geval is. De Nederlandse wetenschap zou zelf goed kunnen onderzoeken hoe zij een steentje kan
10 | Folia 21
bijdragen aan de ‘change’ die wij ook in de moderne Europese beschaving nodig hebben. Ik ben het overigens met Dijkgraaf gloeiend eens dat er meer en beter moet worden nagedacht over stamcelonderzoek. Het is heel jammer dat we in Nederland geen fonds meer kennen voor Zuiver Wetenschappelijk Onderzoek (ZWO). Misschien is dat een terugslag in productie en consumptie die we in een kenniseconomie als Nederland moeten durven maken. Phil Wijsman, arts AMC
Canal parade (2) Daar ik de hoofdredactionele columns in Folia van Jim Jansen altijd van hoog niveau en erg genuanceerd vind, werd ik getroffen door zijn commentaar in Folia 18 aangaande de Canal Parade. Ik ben het niet eens met enkele uitspraken van Jansen, en de aannames die hij maakt zijn raar. Ik voel me, als homoseksuele UvA-medewerker, aangespro-
ken. Jansen schrijft dat hij niet inziet hoe een boot met halfnaakte UvA-medewerkers een positieve bijdrage zou kunnen leveren aan de UvA, in de vorm van nieuwe inschrijvingen. Ten eerste heeft initiator Laurens Buijs nooit aangegeven dat op een boot op de Canal Parade halfblote mensen zouden staan – dat is een ongenuanceerde aanname die vaak wordt gemaakt, nu ook door Jansen. Ten tweede is het doel van de boot niet om ‘meer inschrijvingen’ te genereren. Dat heeft Buijs ook nooit beweerd. Het idee achter een UvA-boot is vooral zichtbaarheid genereren: laten zien dat er aan de UvA homo’s rondlopen en dat de UvA daar normaal mee omgaat (en bovendien wetenschappelijke studie verricht naar het fenomeen). Zichtbaarheid is mijns inziens ook het grotere idee achter de Canal Parade. Het onderzoek van Buijs wijst uit dat homoseksualiteit in Nederland vooral geaccepteerd wordt zolang het niet te expliciet zichtbaar is. De Canal Parade wordt mede door Jansen afgeschilderd als een exces met halfnaakte leernichten. Tot slot heb ik me bijzonder gestoord aan de zinsnede ‘ik ben dol op homo’s.’ Wat denkt
scriptie
Foto: Bob Bronshoff
College van Bestuur probeert een rookgordijn te creëren en houdt de pers buiten de deur
Thomas Gaakeer
de verhuizing [..] doorzetten, maar was vanmorgen [..] niet bereikbaar voor commentaar’ (Het Parool, 20 januari jl.) Ook in de communicatie met studenten en de academische staf blijf het bijzonder stil. In aanloop naar het voorgenomen besluit tot verhuizing probeerde het CvB een rookgordijn te creëren: op brieven van onze decaan werd inhoudelijk amper gereageerd en in het Maagdenhuis deed men alsof alles volgens het boekje verliep, maar ondertussen…. Een verzoek om advies omtrent deze delicate kwestie werd kort voor kerst ingediend bij de Centrale Studentenraad en de Centrale Ondernemingsraad. Deze medezeggenschapsorganen hebben zes kalenderweken de tijd om op een adviesaanvraag te reageren. Zes weken gaan erg snel als heel Nederland oud en nieuw viert. Gelukkig lijken zij ook niet warm te lopen voor de plannen van het CvB. Waarom zou de faculteit willen verhuizen? Het CvB stelt in een brief van afgelopen zomer dat de verhuizing noodzakelijk en wenselijk is. Volgens een indrukwekkende meerderheid van onze hoogleraren, academische staf en studenten is de verhuizing helemaal niet noodzakelijk en al helemaal niet gewenst. De verhuizing naar het Roeterseiland zou noodzakelijk zijn omdat de OMHP te krap is voor de rechtenfaculteit. Twee alinea’s later valt in de brief te lezen dat we juist prima in de OMHP passen, en dat blijkt nu ook. Veertig procent van de onderwijscapaciteit van onze faculteit wordt op dit moment gebruikt door andere
Jansen als er iemand zegt ‘Ik ben dol op negers?’ Ik vind dit zeer denigrerend. Sterre Leufkens, student Linguistics en medewerker Institute of Phonetic Sciences
Fortispand Graag wil ik reageren op het artikel ‘Fortispand? Waar zijn we mee bezig?’ in Folia 20. In feite geeft Salomé Bentinck toe dat er voldoende vierkante meters zijn. Het hoofdgebouw noemt ze heel interessant. De andere gebouwen hebben kleine kamers, gangetjes en trappetjes. Het lijkt mij dat een beetje architect daar wel raad mee weet. Ook aan te lage verdiepingshoogten valt veel te doen. Vervolgens zou er op een aantal punten – bij de stabiliteitskernen – geen doorzicht zijn tussen voor- en achtergevel, wat de UvA graag wil. Dan denk ik, men kan veel willen, en in de oude Amsterdamse binnenstad is veel mogelijk, maar niet alles. Het lijkt me aannemelijk dat de UvA er met Fortis/Rokin fors op vooruit zou gaan in vergelijking met het pand aan
faculteiten en zelfs in een groeiscenario zouden we dus nog jaren lang voort kunnen, met veel plezier. Het gebouw voldoet juist prima aan de ruimtewens van onze faculteit. Over de wenselijkheid van de verhuizing is het CvB kort: op het Roeterseiland kunnen juristen samenwerken met economen. Maar willen de studenten dat wel? We hebben ons best gedaan om de studenten te vinden waar het CvB op doelt, maar ook uit cijfers blijkt dat het overgrote deel van de rechtenstudenten niet geïnteresseerd is in economie. Veel rechtenstudenten kiezen juist voor filosofie of geschiedenis als tweede studie, studies die in de binnenstad gehuisvest blijven. Dat pleit juist tegen de verhuizing. Het CvB heeft ook wel door dat de verhuizing niet noodzakelijk noch wenselijk is en voelt de hete adem van een overweldigende meerderheid van hoogleraren, academische staf en studenten in de nek. In een laatste poging ons over te halen bracht het CvB onze faculteit twee weken geleden een bezoekje om ons een offer you can’t refuse (woordkeuze CvB) te doen. Dit offer echter, is volgens ons niet in het belang van de FdR noch in het belang van de UvA in het algemeen. En belangrijker: het is niet in het belang van de student. An offer we can’t refuse? Yes, we can. l Danny Mekic’ is voorzitter van de Facultaire Studentenraad rechtsgeleerdheid, Stephanie Blom is vicevoorzitter. Dit artikel geeft het standpunt van de gehele raad weer.
het Singel, wat een aaneenschakeling is van kruip-doorsluip-doorroutes. De loopbruggen tussen de verschillende gebouwen kunnen heel breed gemaakt worden en op verschillende niveaus komen waardoor de gebouwen één geheel worden. Een goede architect zal nog veel meer mogelijkheden zien in dit complex van gebouwen. Overigens is het hoofdgebouw naar onze informatie niet 14.000 vierkante meter, maar ruim 20.000. In een eerder artikel (Folia 19) werd door de voorlichter van de UvA gezegd dat er in het gebouw geen grote hal is. Die valt te maken. Het grote vraagstuk is natuurlijk wanneer het gebouw vrijkomt. Als het de UvA duidelijk wordt dat het BG kansloos is, dan hebben Plasterk en Bos zo een akkoord gesloten over het versneld vrijkomen van Fortis aan het Rokin, en over een prijs. Waarom niet bijvoorbeeld een drietal architecten aan het werk zetten om Fortis/Rokin om te toveren tot een magnifieke en praktische UB?
Thomas Gaakeer (24) studeerde af in Business Studies. De detailhandel gaf hem een prijs voor zijn scriptie ‘Servicekwaliteit en Klantwaarde’. ‘Op basis van Amerikaanse literatuur heb ik voor mijn scriptie een model ontwikkeld om de service te meten in de Nederlandse kledingdetailhandel. Het gaat dan om de beoordeling van de service door klanten. Ik ben erachter gekomen dat service niet alleen bestaat uit de klantvriendelijkheid van het personeel, maar uit de klantvriendelijkheid van de gehele winkelorganisatie. Daarom is mijn model ook toe te passen op veel verschillende kledingwinkels. Neem nou H&M, daar krijg je niet veel persoonlijke service, maar je kunt wel meten hoe klanten de overzichtelijkheid van de winkel beoordelen, of de wachttijden bij de paskamers of aan de kassa. In mijn model behandel ik vier factoren waar winkels op kunnen worden getest. Dat zijn de uitstraling van de winkel, de persoonlijke service, het probleemoplossend vermogen van de winkel en een vierde factor, het zakelijk beleid. Om mijn model te testen heb ik 5500 enquêtes afgenomen bij klanten van alle grote kledingwinkels. Daarvoor heb ik stage gelopen bij het onderzoeksbureau Q&A Research & Consultancy in Amersfoort. Zij boden mij de mogelijkheid om deze enorme enquête uit te voeren en te verwerken. Van de resultaten heeft het bureau weer rapportages gemaakt die winkels kunnen opvragen. Ik heb specifiek gekozen voor een onderzoek naar de modebranche omdat daar mijn persoonlijke affiniteit ligt. Ik vind het een ontzettend leuke bedrijfstak en het was voor mijn scriptie natuurlijk belangrijk dat ik mijn onderzoek enigzins inkaderde. Bovendien denk ik ook dat de detailhandel behoefte heeft aan een onderzoek als het mijne. Ik heb mijn scriptie ingestuurd naar het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD), omdat ik toevallig wist dat zij een scriptieprijs uitloven. De jury koos mijn scriptie als winnaar vanwege de praktische toepasbaarheid van het model en de kwaliteit van het onderzoek. Met de prijs won ik drieduizend euro en dat geld kwam mij heel goed van pas. Nadat ik klaar was met mijn scriptie ben ik namelijk naar Berlijn en naar San Francisco gegaan om daar talencursussen te volgen. Nu ik terug ben zoek ik naar een baan in de detailhandel. Het is een heel praktische sector en de wetenschap is daar nog niet zo bekend mee. Gelukkig is dat wel aan het veranderen en merk ik dat er steeds meer vraag komt naar wo-ers.’ (Julie de Graaf )
Joost Smiers, politicoloog en binnenstadbewoner
Folia 21 | 11
interview
‘Meisjes houden van cowboys’ Door Maurice Seleky
‘Als negenjarig jongetje maakte ik voor het eerst kennis met polo in Den Haag, toen daar een wedstrijd werd gespeeld op het Malieveld. Ik vond het meteen een prachtige sport en zal nooit het geluid van die roffelende paardenhoeven vergeten,’ zegt Aki van Andel (26), achtstejaars student economie en zoon van de Nederlandse polopionier Harry van Andel. ‘Na die eerste ervaring met polo speelde ik thuis in Wassenaar direct het spel na met mijn mountainbike, een croquet mallet [hamer, red.] en een hockeybal. Ik vroeg mijn vader om een polopaard, maar die stuurde me wijselijk eerst op paardrijles. Tot mijn dertiende heb ik daar goed leren paardrijden, maar ik leerde er ook hoe je een paard verzorgt en hoe je een stal uitmest. Allemaal om later polo te kunnen spelen.’ De paardrijlessen van de jonge Van Andel wierpen hun vruchten af, want hij was al een geoefend ruiter toen hij als tiener eindelijk zijn eerst polowedstrijden mocht spelen. Van Andel: ‘Ik was 17 toen ik klaar was met de middelbare school en voelde me nog te jong om te studeren, dus daarom ben ik eerst anderhalf jaar gaan reizen en polospelen. Op een gegeven moment belandde ik in Argentinië en kreeg toen een aanbod van de wereldberoemde polospeler Adolfo Cambiaso, de “Maradona van het polo”, om voor zijn team te spelen. Hoewel ik zeer gevleid was, heb ik het afgeslagen. Want ik was er achtergekomen dat er in zijn wereld maar over drie dingen werd gepraat: polo, paarden en vrouwen. Ik wilde toch meer en besloot terug te keren naar Nederland om te studeren.’ Aanvankelijk had Van Andel het plan opgevat om diergeneeskunde te gaan doen in Utrecht, omdat hij in die studie een mogelijkheid zag om zijn liefde voor paarden een plaats te geven. Maar de zakenman in hem dreef Van Andel toch naar een studie economie aan de UvA. ‘In Amsterdam werd ik lid van het dispuut Vesta van het Amsterdamsch Studenten Corps,
maar ik liet me er in het begin niet veel zien, omdat ik ook doorging met polo. De eerste jaren van mijn studententijd ging ik weinig naar college en haalde ik per jaar zo’n 30 studiepunten. De rest van de tijd was ik met mijn sport bezig en zat ik vaak in het buitenland. Ik speelde in Nederland, maar ook in Amerika, Argentinië, Spanje, Frankrijk, Engeland en zelfs in Iran,’ zegt Van Andel, wiens eveneens polospelende zus Fleur binnenkort met een Argentijnse polospeler gaat trouwen. Polo werd voor het eerst gespeeld in het oude Perzië en gold lange tijd als een trainingspel voor soldaten te paard. Nog steeds is het een sport waar spelers vaak niet zonder kleerscheuren vanaf komen. Van Andel: ‘Polo is een ruige sport, een combinatie van rugby en hockey te paard. Stoer, maar toch verfijnd, daarom is het mooi om te zien voor veel mensen. En de sport doet het goed bij vrouwen, want veel meisjes houden van cowboys. In de jaren zestig zeiden ze dat polo na formule 1-rijden de gevaarlijkste sport ter wereld is. Er overlijden per jaar gemiddeld vijf mensen tijdens of als gevolg van polo. Spelers rijden vaak met grote snelheid op elkaar in. Als je valt, val je meestal met paard. Als je dan verkeerd terechtkomt, dan krijg je 400 tot 450 kilo over je heen. Zelf heb ik inmiddels al een hersenschudding, gekneusde ribben, gescheurde enkelbanden en scheve ruggenwervels opgelopen. Maar toch ben ik niet bang. Als je geen risico’s durft te nemen, kun je ook geen goals scoren en kun je dus beter maar helemaal niet spelen. Als ik polo speel vergeet ik vaak dat ik op een paard zit.’ Ondanks het van oudsher elitaire karakter van de sport valt het volgens van Van Andel wel mee met de glamour van polo in Nederland. ‘Behalve een aantal grote wedstrijden lijkt polo hier over het algemeen niet op het beeld dat veel mensen kennen uit
Polo – spel der koningen Polo is een balspel te paard, waarbij twee teams van vier spelers met behulp van een stick of mallet goals proberen te scoren bij de tegenstander. De wedstrijden bestaan uit diverse rondes, de zogeheten chukka’s, waarvoor per chukka een vers paard nodig is. In principe kunnen mannen en vrouwen spelen in gemengde teams. Spelers verkrijgen een ‘handicap’ op grond van hun speelsterkte. De hoogste handicap is wereldwijd 10. Aki van Andel is in bezit van handicap 3, het hoogste van Nederland. Van Andel won tijdens het EK in 2002 zilver en in 2006 brons met het Nederlands poloteam. Bovendien won Van Andel de Coupe d’Or van het prestigieuze Franse polotoernooi in Deauville. Bekende internationale polospelers zijn de Britse kroonprins Charles en zijn zonen William en Harry. Zie voor meer informatie: www.polo.nl
12 | Folia 21
een film als Pretty Woman. Tijdens evenementen staan er inderdaad veel mensen champagne te drinken, zonder naar de wedstrijd te kijken, helaas. Maar de meeste wedstrijden spelen we zonder dat er publiek bij is, en dan staan we gewoon met kaplaarzen en regenjassen in de modder.’ In april 2007 veranderde zijn leven toen Van Andel, die zich in Italië met het Nederlands poloteam voorbereidde op het WK, hoorde dat zijn vader was overleden aan een hartaanval tijdens een polowedstrijd in Frankrijk. Van Andel: ‘Mijn vader is in het harnas gestorven. Voor hem was polo een hobby die eigenlijk een beetje uit de hand is gelopen. Naast zijn vastgoedbedrijf groeide het polo ook steeds meer uit tot een business. In 1999 kocht hij in Wassenaar een oude boerderij, die hij opknapte om er paarden te houden. Om te voldoen aan het agrarisch karakter van het bestemmingsplan begon hij in 2001 ook paarden te fokken. Uiteindelijk hield hij er ruim 30 polopaarden, genoeg voor twee teams. Inmiddels hebben mijn zus en ik, nu we het beheer hebben overgenomen, dat aantal teruggebracht naar 16 paarden en een team.’ Naast de zakelijke verantwoordelijkheden en het gedeeltelijke beheer over het familiebedrijf, merkte Van Andel dat de dood van zijn vader een wezenlijk aspect in zijn karakter heeft veranderd. ‘Voordat mijn vader overleed, ging polo voor alles in mijn leven. Ik was heel gesloten in mijn verhoudingen met mijn familie, vrienden en in relaties. Nu sta ik veel meer open voor mensen en neem ik polo niet meer zo serieus. Ik blijf weliswaar competitief ingesteld en wil nog steeds winnen, maar ik denk nu ook veel meer na over andere dingen in het leven. Daarom ben ik blij dat mijn vriendin, met wie ik erg gelukkig ben, ook niet helemaal opgaat in polo en haar eigen leven leidt,’ aldus Van Andel, die in 2008 nog op de tweede plek stond van de Bachelor List van glamourtijdschrift Jackie. De toekomst ziet Van Andel met vertrouwen tegemoet, zowel voor de polosport als voor hem persoonlijk. Van Andel: ‘Polo is vrij jong hier, maar Nederland heeft alles om een groot pololand te worden. Het is een plat land, met goede zandgronden in bepaalde streken. Verder is er een relatief groot aantal paarden aanwezig en is hier veel expertise over paarden. De laatste 20 jaar is polo veranderd in Nederland. Van een gentleman’s sport is het steeds meer een sport geworden voor professionals. Als ik klaar ben met mijn scriptie ga ik waarschijnlijk in het bedrijfsleven een baan zoeken. Ik zal zeker door blijven spelen, totdat ik het fysiek niet meer kan, maar polo wordt straks wel meer iets voor ernaast.’ l
Foto: Fred van Diem
Alexander ‘Aki’ van Andel is misschien wel de beste polospeler van Nederland. Hij speelt in het Nederlands poloteam, is commentator voor Eurosport, runt een eigen polobedrijf en studeert ook nog economie. Gesprek met een bevlogen sportman.
Foto: Fred van Diem
het beste
Grey’s Anatomy Dara Rosmailina Pabittei, onderzoekster medische wetenschappen:
film
Worstelen in de marge
Film: ‘Love Actually, de Engelse film waarop Alles is liefde gebaseerd is. Liefde is overal, daarvoor hoef je zelf niet verliefd te zijn. Mooi is de scène waarin een man die verliefd is op de vrouw van zijn beste vriend haar vertelt dat zij volmaakt is, maar dat hij voortaan afstand houdt.’
Darren Aronofsky’s nieuwste film The Wrestler gaat over Randy ‘The Ram’ Robinson, ooit een befaamd professioneel showworstelaar, nu het schoolvoorbeeld van vergane glorie. Hij woont in een caravan die hij amper kan betalen en heeft bijbaantjes als dozensjouwer. In het weekend staat hij met zijn oude, versleten lijf nog altijd in de ring. Alleen dan niet meer in Las Vegas of een ander luxe oord, maar in kleine sporthalletjes. Randy wordt gespeeld door Mickey Rourke. Als je Rourkes rauwe kop ziet zou je haast vergeten dat hij in de jaren tachtig een van de meest gewilde acteurs van Hollywood was. Door zijn rol in de erotische film Nine 1/2 Weeks gold hij zelfs als sekssymbool. Een van de redenen dat Rourke als acteur eind jaren tachtig van het toneel verdween (naast het afslaan van hoofdrollen in films als The Untouchables, Beverly Hills Cop en Rain Man) was zijn keuze een professionele bokscarrière te beginnen. Dat werd niets en sindsdien rommelt Rourke in de marge van de filmindustrie. Je begrijpt, de rol van Randy is hem op het lijf geschreven. Sterker nog: The Wrestler is het (voorlopige?) hoogtepunt uit zijn carrière geworden. The Wrestler is geen typische sportfilm met een Rocky-achtige, miraculeuze come-back. De tragiek van The Wrestler is dat Randy tijdens een wedstrijd een hartaanval krijgt waarna hij eigenlijk de ring niet meer in mag. Hij besluit zijn leven om te gooien. Zo hoopt hij liefde te vinden bij paaldanseres Cassidy (Marisa Tomei) en zoekt hij zijn dochter op (Evan Rachel Wood) die hij
14 | Folia 21
al jaren niet meer heeft gezien. Het is de vraag of Randy niet al te ver heen is om de koers van zijn leven bij te kunnen sturen. Regisseur Darren Aranofsky (Requiem For A Dream, The Fountain) staat bekend om zijn uitbundige, virtuoze stijl. Daar is in The Wrestler weinig van te zien. Aranofsky is hier gegaan voor rauw realisme, met veel rustige, observerende shots. Dat is maar goed ook. Randy’s harde, grauwe bestaan is niet gebaat bij ingewikkelde camera- en montagetrucs. Bovendien krijgt Rourkes prachtig melancholieke spel hiermee alle aandacht. De enige momenten waarop Aronofsky uitpakt zijn de daadwerkelijke worstelscènes. Deze zijn gefilmd met de visuele flair die gebruikelijk is bij een goede boksfilm. Maar de gevechten zelf zijn niet indrukwekkend omdat ze heldhaftig of spannend zijn. Ze zijn als Randy’s leven: pijnlijk en tragisch. (René Glas) The Wrestler (VS, 2008) Regie: Darren Aronofsky Met: Mickey Rourke, Marisa Tomei, Evan Rachel Wood
Afknapper: ‘Koninginnedag. Het is meer een excuus om dronken te worden dan dat mensen de verjaardag van de koningin vieren. Ik begrijp gewoon niet waarom.’ Boek: ‘Tuesdays with Morrie is het eerste boek dat me deed huilen. Het is een waargebeurd verhaal, verteld door een man die aan de dodelijke spierziekte ALS lijdt. Ondanks dat hij langzaam doodgaat, weet hij toch het leven te waarderen. Ik wil hartchirurg van kinderen worden. Dan wil ik zijn als deze man en hoop bieden, motiveren het leven toch te waarderen.’ Muziek: ‘Ray Charles, rustgevende muziek, ik houd van zijn stem.’ Tv: ‘Grey’s Anatomy laat goed de huzz in een ziekenhuis zien: de stress, romances en dokters die domme fouten maken. Sommige cases zijn leerzaam. Ze zetten me ertoe aan hier meer op te studeren.’
Foto: Hans van Vinkeveen
The Wrestler; premiere: 12 februari
Dara Rosmailina Pabittei
Tijdschrift: ‘Readers Digest, de rubriek ‘Everyday Heroes’, waarin gewone mensen in het zonnetje worden gezet die kleine betekenisvolle en goede dingen doen. Ik kom uit Indonesië, een land met een grote kloof tussen arm en rijk. Ik houd er niet van dat mensen zeggen: ik wil wel armen helpen, maar het kan niet want ik ben niet rijk. Het is een kleine moeite te vragen hoe het met iemand gaat. Hier in het Westen hebben mensen vaak geen tijd voor anderen. Ik voel dat ik die zelfzuchtige kant opschuif.’
Humor: ‘Bill Cosby is hilarisch, hij is een dokter met vijf kinderen met veel zelfspot. Over hoe ondeugend hij was als kind: “From the age of one to seven, I thought my name was Jesus Christ!”’
Gadget: ‘Mijn camera, ik ben aan het leren fotograferen. Foto’s van mensen van maken, al die vrolijke kinderen met geverfde gezichten tijdens Sinterklaas, dat maakt me gelukkig. Het is ook om te ontsnappen aan de stress van mijn werk. Het moeilijkst is dat een mooi object, eenmaal gevangen op een foto, vaak tegenvalt.’
Website: ‘Facebook, om bij te praten met oude vrienden van de lagere en middelbare school die over de wereld zijn verspreid: Londen, Japan, Singapore.’
Stokje: ‘Ik geef het stokje aan onderzoeker computerwetenschappen Victor Guevara, over wie ik gehoord heb dat hij een vrolijk persoon is.’ (Hans van Vinkeveen)
Valentijnsdag KRT: Korte Films in De Balie; 13 en 14 februari
Nous/us
Gadverdamme, Valentijnsdag… Heb je een partner, dan mondt deze dag steevast uit in ruzie (‘Je weet toch dat ik allergisch ben voor gele chrysanten!’). Ben je vrijgezel, dan eindig je – ondanks je voornemen geen verwachtingen te hebben – toch altijd huilend in bed (‘Zie je wel, niemand houdt van mij!’). Dus wat nu te doen op Valentijnsdag? Naar de Balie gaan. Daar vindt op 13 en 14 februari namelijk de tweede editie van KRT plaats, de maandelijkse korte film avond van Cinema De Balie. Tijdens deze filmavonden worden korte films vertoond die in vorm heel divers zijn, maar die wel steeds rond een centraal thema zijn gekozen. Vanzelfsprekend is dat thema komend weekend de liefde. De Balie zou natuurlijk de Balie niet zijn als deze niet een volstrekt verantwoorde invulling aan dit doorgaans wat overgeparfumeerde thema zou geven. De aankondiging van de geselecteerde films belooft in ieder geval veel goeds. Zo is er onder andere een geweldige stomme film van Guy Maddin te zien, The Heart of the World (2000). Met daarin wetenschapper Anna, die de wereld van de ondergang moet zien te redden. Hiertoe staat ze voor een duivels dilemma, namelijk de keuze tussen twee verliefde broers. Alle ingrediënten van een stomme film zijn aanwezig; de personages lijken recht uit de jaren twintig van
de vorige eeuw te zijn weggelopen en er wordt geen gebruik gemaakt van kleur of geluid. Een oprechte hommage aan het genre. Verder zijn te zien: Zucht (2008) van Margien Roogaar, Nous/us (2007) van Olivier Herms en Moments of Considered Time (2008) van Arthur Kleinjan. In deze laatste film worden aan de hand van foto’s en een voice-over verhalen verteld over geliefden op en bij de hoofdbruggen van Cairo. Bijzonder zijn de experimentele stijl en de vorm (docufictie). De film was eerder te zien op onder andere het International Film Festival Rotterdam. Op beide avonden wordt hetzelfde programma gedraaid. Saillant detail: op vertoon van je lief krijg je een tweede toegangskaartje gratis. Dat extraatje is de bezette student natuurlijk van harte gegund (die bos chrysanten was ook al niet goedkoop). Maar voor de vrijgezel die toch besloten heeft Valentijnsdag het hoofd te bieden en zijn oma gezellig een keer mee uit neemt, is het natuurlijk een extra bittere pil. Die vrijgezel heeft bij dezen dan ook mijn permissie om over de aard van zijn gezelschap glashard te liegen. (Fen Verstappen) De Balie, Kleine-Gartmanplantsoen 10, Aanvang om 20.30 uur. Reserveren via internet op www. debalie.nl, telefonisch reserveren op 020-55 35 100 tussen 17.00 en 21.00, kaarten €7/studenten €5.
Foto: Won Tuinema
uit
eten
Fantastische service Café-restaurant Dauphine, Prins Bernhardplein 175 We komen vaker in Dauphine, vooral omdat de service er zo goed is. De mensen die hier werken zijn stuk voor stuk aardig, enthousiast en beleefd. Bovendien krijg je meestal vrij snel wat je besteld hebt en is de keuken tot laat open. Een grote pre voor mensen zoals wij, die regelmatig op het laatste moment nog besluiten om uit eten te gaan! Het grappige is: je verwacht totaal niet dat er in de voormalige Renaultgarage zo’n mooie ruimte is waar bovendien heerlijk gegeten kan worden. Ook spreekt het Amstelstation niet bepaald tot de verbeelding. Sterker: het is er zelfs ietwat deprimerend. Toch is dit café-restaurant, ook als je niet uit Amsterdam-Oost komt, een aanrader. Omdat we doordeweeks niet veel vlees eten, besluiten we nu alle twee om de rib eye met bearnaisesaus te nemen (€ 18,50). Daar hebben we echt zin in! We zijn nog geen tien minuten binnen of ons eten wordt al geserveerd. Wanneer ik lachend mijn verbazing hierover uitspreek (‘Jeetje, dat is snel! We hebben nog niet eens brood gehad!’) biedt het meisje ons direct alsnog brood aan. Ongelooflijk aardig. Het vlees is heerlijk, de Franse frietjes zijn lekker knapperig gebakken en ook de grote kom sla is erg smakelijk. Er zit een goede, zelfgemaakte dressing bij, die deze keer niet te zuur smaakt. Inderdaad: dat is dus wel eens anders geweest. We hebben vanavond geen extra salade vooraf genomen, maar mocht je dat wel graag doen, dan is de kruidensalade met een gepocheerd ei (€ 7,50) een absolute aanrader! Dat ei dat over je sla druipt, in één woord goddelijk. Na afloop besluiten we dit keer om het kaasplankje van Kef te nemen. Het is alleen nu erg las-
tig om de aandacht van de serveerster te trekken. Als het ons na ruim twintig minuten uiteindelijk toch lukt om te bestellen, worden er uitgebreid excuses aangeboden. Daarna blijkt dat er die dag geen kaas geleverd is. Daarom zijn sommige kazen al grotendeels op. Wederom worden we enorm correct en vriendelijk behandeld, bijvoorbeeld wanneer we het resterende geitenkaasje ‘er sowieso gewoon bij krijgen’. De kazen zijn om je vingers bij af te likken. (Vooral de blauwschimmel Bleu de Causses!) Ongelooflijk hoe we dat lange wachten spontaan vergeten doordat we zo extreem aardig worden geholpen. Goede service. Het zou normaal moeten zijn, zeker als je ergens gaat eten waar het niet supergoedkoop is. Maar het feit dat dit de vijfde keer is in dit stukje dat dit genoemd wordt, zegt eigenlijk al genoeg. (Simcha Tas) Prijs: aan de dure kant. Omgeving: druk, maar geen storende muziek of jengelende kinderen. Publiek: verschilt per avond. Op vrijdagavond veel kantoormensen. Bediening: extreem vriendelijk!
OPROEP Ben je (betaalbaar) uit eten geweest? Schrijf dan een recensie en stuur die op naar redactie@folia.uva.nl. Als je recensie wordt geplaatst, krijg je de kosten (maximaal €50,-) van het etentje vergoed.
Folia 21 | 15
onderwijs
Tot je enkels in de blubber Interdisciplinaire minor combineert actie en analyse Door Harmen van der Meulen
De stad is veranderlijk. Om die verandering te sturen moet je over een flinke dosis idealisme en actiebereidheid beschikken. Dat is het maakbaarheidsidee volgens Joost Janmaat, kerndocent van de minor maakbaarheid in de grote stad. Wat houdt de minor precies in? ‘Het is een interdisciplinaire minor aan het Instituut voor Interdisciplinaire Studies van de UvA, die we nu voor het tweede jaar geven. Actieonderwijs, waarbij de basisaanname is dat de stad maakbaar is. Aan de ene kant is een deel heel klassiek. Literatuurstudie, leren en analyseren hoe vroeger is nagedacht, wat er vroeger is gebeurd. Daarnaast menen wij dat je ook leert door te doen, door tot je enkels in de blubber te gaan staan, leren hoe moeilijk het is, hoe complex en hoeveel weerstand je kunt verwachten. Action is analysis, is het motto. Dus, learning by doing. Negentig procent van de studenten die nu afstudeert gaat al lang niet meer door naar een promotieplek, die gaat gewoon ergens werken in the real world, en daar bereidt deze module ze op voor.’ Hoe gaat dat in zijn werk? ‘Wij laten studenten zich ontwikkelen door vier heel concrete cases aan te bieden. Die krijgen we van de gemeente Amsterdam en woningbouwvereniging Ymere, grote makers in de stad. Vorig jaar was dat bijvoorbeeld de verloedering van het Damrak: hoe kun je daar verandering in brengen? Of hangjongeren op het Timorplein: hoe zorg je dat die jongens een plek krijgen in de wijk die minder conflict met zich meebrengt. Dit jaar gaan we naar Amsterdam-Noord, naar de Van der Pekbuurt, het puntje van Noord.’ Wat gaan jullie daar doen? ‘Een casus bijvoorbeeld is hoe je succesvol een daklozen- en verslaafdenopvang in een buurt organiseert, een klassieke maakbaarheidspuzzel. Iedereen vindt het belangrijk, maar niemand wil het in zijn straat. Of het feit dat Overhoeks nu hard ontwikkeld wordt, dat daar nu een hele nieuwe en dure wijk komt. Hoe organiseer je aansluiting tussen die nieuwe dure wijk en de wat verpauperde volkswijk die daar precies achter ligt? Maakbaarheid veronderstelt vooral dat de stad altijd in verandering is, en als er een stadsdeel in deze tijd nogal verandert, is het juist die kop van Noord. Dus dat is voor ons een heel interessant laboratorium voor stedelijke verandering en stedelijke vernieuwing, en voor de studenten een heel mooie plek om zich daarin te trainen en te zien hoe dat gaat, hoe je het kan beïnvloeden.’ Als je kijkt naar de resultaten van vorig jaar, in hoeverre den-
16 | Folia 21
Foto: Arjan Roodink
In de minor ‘maakbaarheid in de grote stad’ werken studenten, samen met UvA, gemeente en woningbouwvereniging Ymere, aan vier cases in Amsterdam-Noord. Docent Joost Janmaat licht toe.
Docenten van de minor; Arthur Huizinga, Christian Ernsten en Joost Janmaat (r)
ken jullie dan dat de studenten iets hebben kunnen beïnvloeden? ‘De ambitie was niet om een probleem op te lossen, die zes studenten gingen natuurlijk niet de Wallen eigenhandig opschonen. Het ging erom dat ze kritisch keken naar de ambitie die de stad heeft met de stadsverandering. Ideologisch, is dit onze ideale stad? En praktisch, welk instrumentarium staat ons hierbij ter beschikking? Hoe kun jij als nietig studentje met vijf medestanders in zo’n korte tijd met zo veel enorme belangen toch iets teweeg brengen in die buurt?’ Vertel? ‘Die studenten hebben geen macht en geen geld. Die zijn dus per definitie aangewezen op iets creatievere en subversievere interventies. Bijvoorbeeld bij het Damrak leidde dat ertoe dat ze al snel met mensen om de tafel zaten met wie de gemeente dat niet zo snel doet, de zogeheten criminogene elementen, mensen die de Wallen ook maken tot wat ze zijn. En in die hangjongerencasus hebben ze een soort mobiel buurthuis in
elkaar gezet, een caravan. Daarmee zijn ze een paar maanden door de buurt getrokken om zo te laten zien dat die jongens onderdeel zijn van een buurt, dat je ze gewoon een plek kunt geven in een buurt. Vorig jaar waren er wel ongeveer tweehonderd mensen actief betrokken bij het werk van die studenten. Dat zijn allemaal mensen die ergens een bijdrage leveren aan het veranderen en vernieuwen van die stad, Amsterdam. En dat botst en dat schuurt en dat brengt euforie en succes, het is een woeste soep af en toe. Een motto uit de module is dat als je succesvol verandert het ergens pijn moet doen. Anders ben je iets aan het veranderen dat blijkbaar voor niemand zo relevant is, dat ze zich daar toe zouden moeten verhouden. Het is de kunst om het op zo’n manier te organiseren dat je al die mensen aan boord houdt, want je woont wel allemaal in dezelfde stad uiteindelijk.’ l Meer info en inschrijving: http://maakbaarheid.blog spot.com of www.iis.uva.nl
Johnny Meijer (1993)
gastdocent
De signatuur van de maker Regisseur-cameraman John Appel gaat lesgeven aan studenten
Documentaire over de laatste dagen van Johnny Meijer, een internationaal bekende accordeonspeler die uitnodigingen om elders te spelen afwees. Hij hield te veel van de Jordaan om voor langere tijd naar het buitenland te gaan. De film opent met Meijer in smoking voor een optreden in het Amsterdamse concertgebouw. Dit optreden zou zijn laatste zijn. Zij gelooft in mij (1999)
Door Harmen van der Meulen
John ‘Zij gelooft in mij’ Appel (1958) is cameraman en regisseur en de eerste Professional in Residence bij mediastudies. ‘John Appel maakt heel mooie, toegankelijke documentaires met veel medeleven zonder dat het soft wordt,’ introduceert docent en vakcoördinator Erik Laeven van media en cultuur het werk van de nieuwe Professional in Residence. De functie zal binnen de afdeling mediastudies jaarlijks bekleed worden ‘door iemand die zijn sporen heeft verdiend in de praktijk en daar iets bijzonders over te melden heeft’, zo meldt de functieomschrijving. Verder dient de Professional in Residence een publieke les voor zowel staf als studenten te verzorgen, alsmede een keuzevak. Voor filmmaker John Appel is dat het vak kritiek en documentaire. Doel van het vak is dat studenten ‘inzicht verwerven in de kwaliteitsbeoordeling van documentaires vanuit verschillende perspectieven’ waarbij Appel zich zal concentreren op het perspectief van de maker. Hij is niet alleen uitgenodigd
Van het soort documentaires dat hij goed vindt, zal hij er tijdens de collegereeks meerdere laten zien om ze met de masterstudenten media en cultuur te analyseren. Onder andere de met de Kristallen Film bekroonde documentaire Goud! van Niek Koppen over het Nederlands dameshockeyelftal, en de openingsfilm van IFDA 2008, Episode III: Enjoy Poverty van Renzo Martens, over armoede en de beeldvorming daarvan in Afrika. De documentaires die hij zal laten zien hebben gemeen dat ‘de hand van de maker heel duidelijk te herkennen is, wat inhoud en vorm betreft zijn ze totaal verschillend.’ Masterstudente media & cultuur Marloes Mostert kende John Appel nog niet echt voor ze aan het vak begon: ‘Ik heb wel even zijn cv gegoogled, maar ik had nog nooit een film van hem gezien.’ Dat is niet erg want op moment van schrijven heeft ze, evenals
‘ Een goede documentaire is een echte auteursdocumentaire, helder in wat hij wil overbrengen, en gelaagd’ vanwege zijn werk als filmmaker: als adviseur van het Filmfonds en het Stimuleringsfonds, coach van beginnende filmmakers en jurylid van Idfa ‘kent hij de criteria en discussies aangaande de kwaliteit van documentaires als geen ander’, zo meldt hoofd mediastudies Frank van Vree. John Appel is bij het grote publiek vooral bekend door Zij gelooft in mij, het indringende portret van André Hazes, waarvoor hij in 1999 de Joris Ivensprijs voor beste film in ontvangst mocht nemen op het Idfa. Maar binnen zijn oeuvre dat hij binnen twintig jaar bij elkaar filmde vormt die film zeker niet het enige hoogtepunt. Volgens Appel zelf draagt een goede documentaire bovenal de signatuur van de maker: ‘Het moet een echte auteursdocumentaire zijn.’ Verder moet een goede documentaire ‘helder zijn in wat hij wil overbrengen, en gelaagd zijn.’ Dat laatste wil zeggen dat ‘het onderwerp niet meer dan een soort kapstok dient te zijn waar je het thema van de film aan ophangt.’
medestudente Tara Westwater, net de eerste les achter de rug. Daarin bekeken ze ter inleiding Zij gelooft in mij, en fragmenten van andere documentaires van Appel. Westwater volgde eerst het vak adaptatie waarbij studenten van een kort verhaal een scenario dienden te maken, en merkte daarbij dat het ‘toch best wel lastig is om andermans werk te beoordelen.’ Zij hoopt na het volgen van het vak ‘een onderbouwde kritiek te kunnen geven. Een documentaire is niet alleen goed of leuk, het is heel interessant om te kijken op welke aspecten je dan moet letten.’ Mostert wijst op het toekomstperspectief van studenten media en cultuur: ‘In het beroepsveld is het belangrijk dat je kritisch kan beoordelen. Als je bijvoorbeeld bij het Stimuleringsfonds of bij het Filmfonds gaat werken dan komen er dagelijks films binnen die beoordeeld moeten worden, en dat oordeel moet je dan wel goed kunnen onderbouwen. Je kunt zeggen, het is goed of het is slecht – maar waarom dan, dat is de vraag.’ l
Documentaire over tien maanden uit het leven van André Hazes. Voor, tijdens en na steeds groter wordende optredens wordt hij gevolgd, maar ook wordt hij achter de schermen en thuis in Vinkeveen gefilmd. Er wordt vooral mooi neergezet hoe erg André met zijn zenuwen worstelt. Openhartige documentaire, die als beste film werd verkozen bij het Idfa (1999). Dodengang (1999) ‘De laatste overlevenden van de Grote Oorlog’ is de subtitel van deze documentaire. Het gaat over vijf overlevenden van de Eerste Wereldoorlog die nog hebben gevochten in de Dodengang bij Diksmuide. De Dodengang vormde een van de gevaarlijkste stellingen van het Belgische leger: op amper 50 meter van een Duitse bunker lag het onder constant vuur van sluipschutters. Het beloofde land (2000) Deze documentaire volgt de sporen van de man uit het krantenbericht ‘Man ligt maand lang dood in flat.’ De identiteit van de vergeten dode wordt gereconstrueerd en de moreel verantwoordelijken wordt gezocht. Hadden buren, familie, vrienden of collega’s niks moeten merken? Appel regisseerde deze film in het kader van het project De tien geboden van de IKON. The Last Victory (2004) Elk jaar wordt in Siena de jaarlijkse paardenrace (Palio) gehouden. Het is vooral een strijd tussen de wijken van de stad. Dit jaar lijkt de wijk Civetta goede kans te maken. Op het Nederlands Film Festival kreeg deze film twee Gouden Kalveren, voor beste montage en beste camera. Het was de eerste nominatie van een documentaire in deze categorieën. (AK)
Folia 21 | 17
geschiedenis
De Gouden Eeuw blinkt weer Dankzij ACSGE is Gouden Eeuw geen ondergeschoven kind meer Door Joke de Wolf
Het Amsterdams Centrum voor Studie van de Gouden Eeuw bestaat bijna negen jaar. Een gesprek met scheidend wetenschappelijk directeur Henk van Nierop en zijn opvolger Lia van Gemert over het florerende onderzoekscentrum.
Lia van Gemert, hoogleraar historische Nederlandse letterkunde en de nieuwe directeur van het ACSGE: ‘Op dit moment doe ik zelf onderzoek naar de roman in de Gouden Eeuw. Daar is nog maar weinig over bekend, hoe vreemd dat ook mag klinken. In tegenstelling tot lyriek en toneelstukken werden romans in de Gouden Eeuw gezien als minderwaardige niemendalletjes. Die status bleef ook in latere eeuwen gelden en daardoor zijn ze weinig onderzocht. De zeventiende-eeuwse roman is slachtoffer geworden van wat ik “het pulpsyndroom” noem. Maar juist díe boeken, die leesbaarder waren voor de gewone lezer met weinig intellectuele bagage, kunnen ons veel vertellen over de culturele
18 | Folia 21
tenschapper de Gouden Eeuw bestuderen, dan ging je naar Utrecht of Leiden. Aan de UvA was er het geld niet voor, noch de kennis.’ In de jaren negentig kwam er opnieuw belangstelling voor de periode tussen grofweg de tweede helft van de zestiende eeuw en de eerste helft van de achttiende eeuw. In 2000 stelde het College van Bestuur van de UvA geld beschikbaar voor een interdisciplinair centrum voor onderzoek naar de eerste Gouden Eeuw. Van
siteiten, bijvoorbeeld in Londen en Antwerpen, met Amsterdamse instellingen zoals het Stadsarchief, het Rijksmuseum en het Amsterdams Historisch Museum, én hebben we een eigen boekenserie ‘Amsterdam Studies in the Dutch Golden Age’ bij Amsterdam University Press. Zelf vind Van Nierop vooral het interdisciplinaire aspect van het Gouden-Eeuwvorsen erg interessant. ‘Ik wilde altijd al wat doen met nieuwsprenten uit die tijd. Hier-
‘Wilde je als historicus of literatuurwetenschapper de Gouden Eeuw bestuderen, dan ging je naar Utrecht of Leiden’ Nierop: ‘We kregen 1,8 miljoen gulden, als aanjaagpremie. Ik was toen net hoogleraar geworden, met dat geld konden we promovendi en postdocs aannemen. We organiseerden eens per maand een seminar, en na een paar jaar waren er dus veel meer UvA-wetenschappers gespecialiseerd in de Gouden Eeuw. We hadden vanaf toen de mogelijkheid om nieuwe vragen te stellen, nieuwe inzichten uit te werken. Vanaf het begin is het een interdisciplinair centrum geweest: we stimuleren samenwerking tussen onderzoekers van geschiedenis, kunstgeschiedenis, neerlandistiek en andere vakken. Daarnaast hebben we samenwerkingsverbanden met buitenlandse univer-
beleving van alledag. Zo’n onderzoek is dankzij de connecties en specialismen die het ACSGE inmiddels heeft verzameld, veel eenvoudiger geworden. Amsterdam was in de Gouden Eeuw niet alleen het economische centrum, maar ook de wetenschappelijke en culturele hoofdstad van de Republiek. Hier om de hoek bij het P.C. Hoofthuis, tussen Dam en Spui, werden boeken gedrukt die de hele wereld over gingen, van atlassen tot romans. De Amsterdamse bibliotheken en musea beheren veel van die documenten en objecten. Ook daarom is het zeer terecht dat dit onderzoekscentrum zich hier bevindt. De ruggengraat van het Centrum bestaat uit de vakgroepen geschiedenis, kunstgeschiedenis en Nederlands. Zij verzorgen de master Gouden Eeuw. Ik wil het interdisciplinaire karakter van het Centrum
over heb ik een werkcollege georganiseerd, en zo zit je dus met een aantal studenten in het prentenkabinet van het Rijksmuseum naar die prenten te kijken. De studenten kunstgeschiedenis kunnen de historici leren hoe je een voorstelling analyseert, de historici konden de prenten in de context plaatsen. Die samenwerking is ontzettend leuk. We hebben inmiddels een interdisciplinaire eenjarige master Gouden Eeuw ingevoerd, en we werken ook aan een onderzoeksmaster Gouden Eeuw waarbij die samenwerking nog verder wordt uitgebreid. Bijna negen jaar na de oprichting van het ACSGE is de UvA hét centrum geworden waar de Gouden Eeuw bestudeerd wordt. Amsterdam heeft ’t!’ l
verder uitbreiden. Dat kan door interdisciplinaire onderzoeksaanvragen verder te stimuleren en door samenwerking met meer vakgroepen die een thematische relatie met het Centrum hebben. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan Neolatijn en Spaans, maar ook aan de klassieke talen, want de kunstenaars van de zeventiende eeuw putten regelmatig uit de Latijnse en Griekse tradities. Ook onderzoekers naar de negentiende eeuw, een periode waarin juist werd teruggegrepen op de Gouden Eeuw, zouden een bijdrage kunnen leveren. Verder hopen we de samenwerking met de stadsinstituten en instanties te intensiveren; dat is niet alleen belangrijk voor het vinden van de zogenaamde derde geldstroom, projectgebonden private financiering, maar ook voor het onderzoek zelf.’
Henk van Nierop, Foto: Bob Bronshoff
‘De term “Gouden Eeuw” stond lang ter discussie,’ vertelt Henk van Nierop, scheidend directeur van het Amsterdams Centrum voor Studie van de Gouden Eeuw (ACSGE). ‘Historicus Johan Huizinga noemde het al “een naam die niet deugt”; de rijkdom was niet te vinden geweest in het goud, maar eerder in hout en staal, durf en vroomheid. Die tendens heeft lang geduurd. Ik deed zelf onderzoek naar de Nederlandse Opstand, ook een episode uit de Gouden Eeuw die een nogal oubollig imago had.’ Van Nierop zit in zijn kamer in het PC-Hoofthuis. Een meer dan manshoge reproductie van een zeventiende-eeuws portret domineert de ruimte. De tentoonstelling over de Amsterdamse kunstenaar Romeyn de Hooghe in de afdeling Bijzondere Collecties van de UB, waar de poster reclame voor maakt, is een van de talloze activiteiten waaraan het centrum tegenwoordig zijn medewerking verleent. Na acht jaar neemt hoogleraar nieuwe geschiedenis Van Nierop afscheid van het ACSGE. Lia van Gemert, hoogleraar historische Nederlandse letterkunde, volgt hem op. Van Nierop is per 1 januari 2009 voorzitter geworden van de afdeling geschiedenis, archeologie en regiostudies van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Hij was vanaf de oprichting betrokken bij het ACSGE. Van Nierop: ‘“Amsterdam heeft ’t” was in de jaren negentig de slogan van de gemeente Amsterdam. Maar niemand wist eigenlijk wát de stad dan wel had. In de hele wereld stond Amsterdam bekend om de periode van de Gouden Eeuw; schilderkunst, de kooplieden, de koloniën – maar wilde je als (kunst-)historicus of literatuurwe-
De Gouden Eeuw voor dummies Onder de Gouden Eeuw wordt in de klassieke vaderlandse geschiedenis de bloeiperiode verstaan van de zeven Verenigde Provinciën. Een periode waarin het de Republiek (opgericht in 1588) zeer voor de wind gaat. Met die succesvolle staatsvorm en gunstige handelspositie waren er op economisch, maar ook op wetenschappelijk, theologisch en cultureel gebied grote veranderingen. De middenstand wordt vermogend en koopt allerlei luxeproducten om hun huizen in te richten, meubels, sieraden en schilderijen. Amsterdam is het centrum van al deze activiteiten. De Gouden Eeuw laat men traditioneel beginnen in 1602 (oprichting van de VOC, de handelsorganisatie die Amsterdam zoveel geld zal opbrengen) of 1609, het jaar van het Twaalfjarig Bestand in de Tachtigjarige Oorlog met Spanje. Het eind van de bloeitijd zou liggen in het ‘rampjaar’ 1672. Het ACSGE hanteert een ruimere en flexibele definitie. Het laat de Gouden Eeuw beginnen in de tweede helft van de zestiende eeuw, toen de grondslagen voor de latere economische, politieke en culturele bloei werden gelegd. Het laat haar voortbestaan tot in de eerste helft van de achttiende eeuw, toen die bloei op vele gebieden nog voortduurde. Dit tijdperk wordt ook wel aangeduid als ‘de lange zeventiende eeuw’.
Henk van Nierop, Foto: Bob Bronshoff
Zie voor meer informatie over de activiteiten van het ACSGA: cf.uba. uva.nl/goudeneeuw
Folia 21 | 19
Problemen met studeren in verband met een functiebeperking?
✶✶✶✶✶ Revu ✶✶✶✶ Metro ✶✶✶✶ Volkskrant ✶✶✶✶ NRC Handelsblad ✶✶✶✶ Parool
FESTIVAL DE CANNES GRAND PRIX
Voor informatie over studeren met een functiebeperking kun je terecht bij: www.studerenmeteenfunctiebeperking.nl De UvA studentendecanen: www.uva.nl/studentenzaken of 020-5258080 De HvA studentendecanen: www.sz.hva.nl/decanaat of 020-5951463
domenico procacci presents
‘
gebaseerd op het boek van robErto saviano
gomorra een film van mattEo garronE
CREA is de culturele organisatie van de UvA en HvA. Turfdraagsterpad 17, 1012 XT Amsterdam, 020 5251400.
do 5 februari 20.00
CREA-Studium Generale:
The State of Crime: the Economics of Organized Crime in Europe
Speakers: Dr Francesco Strazzari (Politicologie, UvA) and Cecile Landman (journalist). They will discuss the network of crime, corruption and violence so vividly described by Roberto Saviano in his best-seller book Gomorra (2006) and show how this parallel crime world touches everyone of us. Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis voor studenten en UvA-medewerkers /€ 5,- alle anderen. Inlichtingen: 525 1420. English spoken.
do 5 februari 20.30
‘Een imperium valt niet uiteen door een handdruk te laten verslappen, maar door deze met een mes los te snijden’
Muziek:
Plug & Play Poppodium
Plug & Play is het CREA poppodium, waar je steeds kunt genieten van nieuw talent. Met optredens van: Three figures, Show ya mama en Wavezero. Plaats: CREA Muziekzaal. Toegang: gratis. Reserveren: niet mogelijk.
ma 9 februari 20.00
Studium Generale i.s.m. Uitgeverij Nieuwezijds:
Evolutie en de oorsprong van de moraal
- Het morele instinct. Spreker: dr Jan Verplaetse (docent Moraalfilosofie, Universiteit Gent en auteur van Het
nU tE ZiEn in : CinECEntEr, KEtELHUis, PatHE tUsCHinsKi en riaLto
morele instinct, 2008). Verplaetse stelt, in navolging van Darwin en diens opvattingen, dat “morele processen even lichamelijk zijn als zintuigen”, zoals ook neurologische onderzoeken laten zien.- Evolutie en moraal. Spreker: drs Patrick Delaere (docent Praktische filosofie, Erasmus Universiteit Rotterdam). Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis voor studenten /€ 5,- alle anderen. Inlichtingen: 525 1420.
di 10 februari 20.00
Studium Generale i.s.m. Machiavelli:
DocuRama (1): ‘The Corporation’
Sprekers: dr. Ewald Engelen (UHD aan het Amsterdam Metropolitan Institute for Development Studies) en Paul Kalma (voormalig directeur Wiardi Beckman Stichting en nu lid Tweede Kamer PvdA). Welke regels
www.gomorra-themovie.nl
schrijft de wet bedrijven voor, en hoe gaan bedrijven zelf om met hun verantwoordelijkheden? Deze vragen komen aan bod in de documentaire ‘The Corporation’ uit 2004, met sprekers als Milton Friedman en Noam Chomsky. Plaats: CREA Theater. Toegang: gratis voor studenten / € 5,- alle anderen.
w w w. c r e a . u v a . n l
Foto’s: Bram Belloni Emile van Roy van Zuydewijn en Nelleke Pronk
Hippe thuiszorg Door Hans van Vinkeveen
Thuiszorg vervelend werk? Het kan ook anders: jonger, gezellig, efficiënt. Thuiszorg Emile is van en voor studenten. Ze zijn luisterend oor, smeren boterhammen, en poetsen volgens Het slimme glimboekje. De zon moet nog opgaan als Emile van Roy van Zuydewijn (24) met een gigantische sleutelbos de woning van zijn eerste klant opent. We worden begroet door een miauwende Gijs, een rode kater die onlangs een bijna-doodervaring had toen de vogelkooi op zijn kop viel. Alsof het zijn eigen huis is, vindt Emile de weg in de keuken. Hij smeert boterhammen en pakt een schooltas in. De kattenbak van Gijs wordt geleegd, de vuilnis buitengezet, de bromscooter klaargezet voor vertrek. Als cliënt Roos en haar kinderen uit bed komen, kunnen ze meteen de deur uit. Emile helpt het gezin van Roos, die multiple sclerose heeft, de dag te beginnen. Roos: ‘En af en toe raapt hij me op, want ik val ’s morgens vroeg nogal eens.’ Emile is een vaste hulpkracht. Dat is het grote verschil met een instelling als Amsterdam Thuiszorg, legt Roos uit. ‘Bij hen heb je telkens een vreemde over de vloer aan wie je opnieuw van alles moet uitleggen. Ik wilde bovendien de persoon zelf uitkiezen. Aan een vrouw van zestig die me komt afdrogen heb ik geen behoefte. Er moest een klik zijn met de kinderen, dat is ook een vorm van hulp.’ Z orgkoerier
Emile was drieënhalf jaar geleden nog student verpleegkunde aan de HvA toen hij zijn eigen zorgbedrijfje startte. Het was een reactie op de negatieve ervaringen tijdens zijn stages bij GGZ, Amsterdam Thuiszorg en een ziekenhuis. Hij zag daar vooral hoe het niet moet. Emile: ‘Klanten hadden soms wel dertig verschillende zorgverleners in de maand. Er werd ontzettend veel overlegd over zoiets eenvoudigs als huishouden, waarbij weinig rekening werd gehouden met de wensen van medewerkers. Er was ook een ontzettend gebrek aan creativiteit en geen wil om te veranderen.’ Het negatieve imago van de thuiszorg in de media klopt volgens Emile. Het zijn logge instellingen in te grote gebouwen, met ontevreden personeel dat dure zorg levert. Van de fietskoeriersdienst waar hij een bijbaan had,
keek hij af hoe het anders kon. Emile: ‘Ik wilde een zorgbedrijf met een beter imago: jonger, persoonlijker, efficiënter.’ Bij Thuiszorg Emile trekt de hulpverlener als een ‘zorgkoerier’ van het ene vaste adres naar het ander, waarbij hij wordt gecoacht door een teamer. Voor de medewerkers viel zijn oog op studenten. Die zijn flexibel, onbevangen, gaan makkelijker een vertrouwensband aan met een cliënt en kunnen zijn situatie uitleggen aan instanties. En de kans dat zij ruimdenkend zijn is groot. Dat moet. ‘Je komt bij mensen over de vloer met een afwijkende levensstijl, die je niet mag veroordelen,’ legt hij uit. K oningshuis
Op naar klant Mork, die de deur opent in een kamerjas en op beertjespantoffels. ‘Ben je uit bed?’ vraagt Emile. ‘Ja, ik ben uit bed.’ Zou Emile niet langskomen dan blijft Mork liggen, wat zijn ziekte – hij lijdt aan schizofrenie – zou verergeren. Mork wordt ‘gek’ van werk- en sociale druk en raakt dan in een psychose, legt hij uit. ‘Een tijdlang heb ik gedacht dat ik lid van het koningshuis was. Stuurde ik aan mij gerichte brieven terug want er stond geen ‘ZKH’ voor mijn naam.’ Mork kan er nu gelukkig om lachen. Met z’n tweeën nemen Mork en Emile de dag door. Emile: ‘We hebben het over budgetteren en nieuwe initiatieven als vrijwilligerswerk.’ Een ander voornemen is ochtendgymnastieken. Intussen paffen zorgverlener en cliënt er stevig op los. ‘Je hebt contact met mensen die net even anders in elkaar steken,’ vertelt Nelleke Pronk (21), derdejaars sociale psychologie, in Emiles Thuiszorgwinkel in het hart van de Jordaan. Er staan wandelstokken, rollators en grijparmen opgesteld, aan de muur hangen schilderijen van de hand van cliënten. ‘Je leert hen op waarde te schatten, zonder er meteen een ziektebeeld aan te koppelen.’ Er is volgens haar geen dag hetzelfde. ‘De ene dag begeleid je een blind meisje of breng je verstandelijk beperkte jongetjes naar voetbal. Een klant wordt voorbereid op een vakantie met zijn overladen
kano.’ En iemand die in de put zit wordt opgebeurd. ‘Een cliënt zat zielig op de bank en zei dat ze dood wilde. Het feit dat je er bent en luistert is eigenlijk al voldoende. Doordat je de klanten goed kent, weet je hoe hierop te reageren.’ Zo nodig wordt voor complexere zorgvragers een instantie ingeschakeld. G limboekje
Liever een onervaren en enthousiaste student dan een ervaren maar gefrustreerde zorgspecialist, vinden ze bij Thuiszorg Emile. Simone Barends (21), eerstejaars culturele maatschappelijke vormgeving, heeft zojuist de intake gedaan. Zij wil mensen helpen met wie ze normaal geen contact heeft, zoals ouderen en hulpbehoevenden. Uit een vleugje idealisme, zegt ze. Ook is het goedbetaald werk met een uurloon van tien euro. Simone heeft bewust voor Thuiszorg Emile gekozen. ‘Het is een frisse organisatie met allemaal jonge mensen. Bij grotere instellingen is er vaak gedoe rond afspraken en geld en krijg je te maken met chagrijnige directeuren.’ De vraag naar medewerkers is groot. Simone kon meteen na de intake aan de slag. Een opruimklus bij een mevrouw waar het nogal rommelig was en schoonmaken bij iemand in een rolstoel. ‘Ja, dat kan ik goed, bij een ander dan. Als het eerst heel vies is, is het resultaat erna vet goed.’ Voor minder propere studenten ligt er ter instructie Het slimme glimboekje. In feite hebben we het bij thuiszorg over iets heel simpels, vindt Emile. ‘Iemand vraagt om hulp waarop er een zorgverlener langskomt met wie het moet klikken. Zo simpel moet je het houden.’ Hij gebruikt geen logboeken en planschema’s. ‘Dat is niet nodig als je weet wie de cliënten en hulpverleners zijn. En je kunt pas cliëntgericht werken als je de klant echt kent.’ Van groot belang is ook dat je rekening houdt met de medewerkers en afspreekt wanneer zij zorg kunnen leveren, benadrukt hij. Zo hou je tevreden medewerkers.’ Het is deze eenvoud die Thuiszorg Emile enig in zijn soort maakt, vinden Nelleke en Emile. l
Folia 21 | 21
proefschrift
Relpolitiek Zwakke staat en dubieuze rol tussenpersonen debet aan massaal Indiaas geweld Door Nadine Böke
Politicoloog Ward Berenschot onderzocht de grootschalige rellen in India. In zijn cum laude bekroonde proefschrift toont hij het verband aan tussen het geweld en het politieke systeem in India, dat gebaseerd is op afhankelijkheidsrelaties. iemand die onderzoek deed naar buurtpolitiek. Wat deels waar was. Bij een onderzoek naar een gevoelig onderwerp als dit heb je soms smoesjes nodig.’ Dankzij het meelopen met politici en andere betrokken in hun dagelijks werk, aangevuld met interviews, kwam Berenschot erachter hoe het sociaal-politieke systeem in elkaar stak en hoe sterk de onderlinge relaties daarin waren. Berenschot: ‘Er bestaat in de Indiase samenleving een groot, complex, grijs netwerk van tussenpersonen tussen de burgers en de staat. Dit zijn zogenoemde partijwerkers en social workers, maar ook criminelen die burgers helpen om bepaalde dingen gedaan te krijgen. Als je in Nederland een paspoort nodig hebt, ga je naar het stadhuis en dan is het zo geregeld. In India niet. De Indiase overheid heeft niet de capaciteit om iedereen te helpen en de bureaucratie
Lokale politici organiseren geweld omdat het electorale winst oplevert vielen grote groepen hindoefundamentalisten moslimbuurten binnen waar zij plunderden, vernielden, verkrachtten, verminkten en moordden. Het geweld hield drie maanden aan; er vielen ruim duizend doden en 2500 gewonden. Berenschot verbleef voor zijn onderzoek vijftien maanden in de grootste stad van Gujarat. Hij leerde de taal en dompelde zich onder in het sociale en politieke leven van de buurten waar bij verbleef. Zo leerde hij de structuur van de samenleving kennen. Zijn voornaamste conclusie: het geweld van 2002 heeft kunnen plaatsvinden door het politieke systeem van India, dat Berenschot een mediated state heeft genoemd. In zo’n staat spelen tussenpersonen en afhankelijkheidsrelaties een belangrijke rol. ‘Het geweld tussen hindoes en moslims ontstond niet “spontaan”, zoals destijds werd beweerd,’ vertelt Berenschot. ‘De geweldsuitbarsting was te grootschalig en er zat duidelijk een soort organisatie achter. Ik ben mee gaan lopen met mensen in de buurt en heb gekeken naar het functioneren van politici over wie ik leerde dat zij betrokken zijn geweest bij de rellen van 2002. Voor dat meelopen ben ik veel met mensen gaan praten en thee met hen gaan drinken, waarna ik via via steeds weer bij anderen geïntroduceerd werd. Ik presenteerde mezelf als
22 | Folia 21
is weinig productief. Vooral armen hebben zelf eigenlijk geen toegang tot de overheid of politici. Dus als zij een paspoort nodig hebben, of een plek in het ziekenhuis, of als er iets aan hun watervoorziening gedaan moet worden, gaan zij of naar een lokale politicus die op de hoek van de straat mensen met problemen aanhoort, of naar een tussenpersoon die een politicus kent en die dankzij dit contact kan zorgen dat datgene wat geregeld moet worden gedaan wordt. Er vind een continue uitwisseling plaats van diensten, en iedereen heeft elkaar nodig. Tussenpersoon zijn is een echt beroep waarmee je geld en aanzien verwerft. En de lokale politicus verwerft met zijn hulp aan tussenpersonen en burgers niet alleen gunsten maar ook stemmen waardoor hij aan kan blijven.’ Het zijn deze afhankelijkheidsrelaties waardoor volgens Berenschot de rellen georganiseerd konden worden. De organisatie verliep volgens de lijnen van de al bestaande netwerken, en mensen deden eraan mee omdat zij er veel baat bij hebben hun contacten goed te houden. Politici boden bijvoorbeeld social workers toegang tot wapenvoorraden, en er werden mensen aangewezen om de zogenaamd spontaan ontstane mobs te leiden. Uit eerder onderzoek was al naar voren geko-
men dat politici die helpen het geweld te organiseren, hiervan profiteren doordat het hen stemmen oplevert. In Gujarat stond de Hindoepartij BJP voor de rellen van 2002 op verlies; maar tijdens de verkiezingen aan het eind van het jaar behaalden zij een grote overwinning. Berenschot: ‘Door de hindoe-moslimtegenstelling naar voren te halen, worden andere tegenstellingen naar achteren geduwd. Als dan de ene politicus benadrukt dat hij opkomt voor hindoes, en de ander benadrukt dat hij staat voor mensen uit een bepaalde regio, zowel hindoes als moslims, zullen mensen na zo’n geweldsuitbarsting denken: “Wat hebben we daaraan? Moslims zijn toch gevaarlijk?” en stemmen ze op de hindoekandidaat. Er wordt vaak gedaan alsof dit soort effecten premodern zijn. Maar eigenlijk hangt het samen met het functioneren van een moderne staat. Democratie wakkert deze processen juist aan.’ Het onderzoek van Berenschot is vrij uniek. De methode die hij heeft gebruikt, participerende observatie, wordt veel toegepast in de antropologie maar nauwelijks binnen de politicologie. Onterecht, volgens Berenschot: ‘Onderzoek van politicologen is vaak te veel gebaseerd op hoe westerse democratieën werken. Maar dit systeem dat ik een mediated state heb genoemd is in grote delen van de wereld wat politiek inhoudt. Om de processen die hierbij een rol spelen te kunnen begrijpen, heb je er weinig aan om alleen te kijken naar het officiële politieke niveau.’ Eerdere onderzoeken naar geweldsuitbarstingen zoals die in Gujarat keken naar het druk uitoefenen door politici of naar de angsten en frustraties van het volk. Berenschot: ‘Maar deze onderzoeken konden niet alle aspecten van het geweld verklaren. Zoals waarom het op bepaalde plekken wel voorkomt en andere niet. Met mijn invalshoek kan dat wel. Door je te richten op de afhankelijkheidsrelaties valt bijvoorbeeld te verklaren waarom het geweld vooral plaatsvond in arme wijken, terwijl onder de rijkere klassen net zulke sterke nationalistische hindoesentimenten leven. Dat heeft er niets mee te maken dat armeren dommer zouden zijn, of zich makkelijker later beïnvloeden. Zulke vooroordelen hoop ik met dit onderzoek weg te halen. ’ Berenschot vermoedt dat het principe van een mediated state niet alleen in India maar wereldwijd een belangrijke rol speelt bij grootschalig religieus of etnisch geweld. ‘Als je bijvoorbeeld kijkt naar de massale moord op Tutsi’s in Rwanda of het geweld tussen christenen en moslims en Indonesië, is er een
Foto’s: Ward Berenschot
De wereld reageerde geschokt toen eind november 2008 in het Indiase Mumbai ruim honderd mensen omkwamen bij aanslagen. Dergelijk geweld is in India echter niet nieuw. Er heersen in het land al decennia lang spanningen tussen hindoes en moslims, spanningen die regelmatig uitlopen op aanslagen en andere vormen van geweld. En politici blijken hierin een cruciale rol te spelen. Wat voor baat hebben politici bij dergelijk geweld? En hoe slagen zij erin het te organiseren? Deze vragen stonden centraal in het onderzoek van politicoloog Ward Berenschot (1977), die 30 januari promoveerde. Hij richtte zich op een geweldsuitbarsting in de WestIndiase provincie Gujarat in 2002. Nadat hier 58 mensen omkwamen in een in brand gestoken treinwagon, wees de beschuldigende vinger naar moslims. Hierop
Foto’s: Ward Berenschot
Links: Een lokale politicus houdt ‘kantoor’ op de hoek van een straat. Hier noteert hij problemen waarmee burgers, al dan niet via een tussenpersoon, naar hem toekomen. Vervolgens zal hij ambtenaren onder druk zetten om deze problemen op te lossen.
vergelijkbaar patroon zichtbaar als in India. Je hebt daar vergelijkbare netwerken met politici en tussenpersonen die het geweld organiseren. En ook hier lijkt sprake te zijn van een polarisatie die samenhangt met de schaarste van goederen en diensten die de staat levert. Komende zomer wordt mijn vrouw voor zeven maanden uitgezonden naar Indonesië. Ik wil dan meegaan en daar eenzelfde onderzoek doen als ik in India heb gedaan. Ik heb geen postdocaanstelling, en zoek nog een beurs voor mijn onderzoek daar, maar ook als ik die niet krijg wil ik het gaan doen.’ Als geweld zoals dat in India inderdaad voortkomt
Rechts: India kent een groot grijs netwerk van tussenpersonen die er baat bij hebben goede contacten te onderhouden met lokale politici. In verkiezingstijd doen zij daarom massaal hun best om een wit voetje te halen.
uit de manier waarop de staat functioneert, hoe kan je het dan oplossen? Berenschot: ‘Het lijkt erop dat dergelijk geweld steeds terugkeert wanneer de omstandigheden er naar zijn. Sinds de onafhankelijkheid van India komen in Gujarat ongeveer elke tien jaar grote uitbarstingen zoals die van 2002 voor. Aangezien het principe van de mediated state voortkomt uit het beperkte budget en de beperkte capaciteiten van de overheid, kan je door dit aan te pakken het geweld oplossen. Op het moment dat de overheid zelf de problemen van alle burgers kan oplossen wordt het hele netwerk van tussenpersonen overbodig en ver-
vallen de afhankelijkheidsrelaties. Wat verder specifiek in India gedaan kan worden, is de grote greep die politici hebben op de ambtenarij verkleinen. Politici controleren momenteel de benoeming en transfers van ambtenaren. Het is deze greep op de ambtenarij die politici hun grote macht geeft. Als je deze greep verkleint, zou je een veel vreedzamer politiek systeem krijgen.’ l Ward Berenschot, Riot Politics. Communal Violence and State-Society Mediation in Gujarat, India, promotiedatum: 30 januari.
Folia 21 | 23
achtergrond
Kunst is ook kennis De opmars van onderzoeksveld artistic research Door Boukje Cnossen
De beamer projecteert een landschap vol kleine wezentjes. Een groep studenten en docenten kijkt gefascineerd toe. Op het eerste gezicht lijkt het een ontwerp voor een nieuw computerspel. Maar niets is minder waar: we kijken hier naar een artistiek onderzoek over de verspreiding van culturele verschijnselen via het theoretische model van memetics. Dit project is slechts één voorbeeld van de onconventionele manier van onderzoek doen binnen het honoursprogramma Art and Research. Het programma begon in september 2006 en is opgestart met geld van ‘Ruim Baan voor Talent’, een subsidie voor excellente studenten van het ministerie van OCW. Het tweede programma, dat nu loopt, is gefinancierd door de UvA en de Gerrit Rietveld Academie. In dit programma werkt een kleine groep UvA-studenten gedurende een jaar samen met evenveel studenten van de Rietveld Academie. Dit levert ze 30 studiepunten en een honourscertificaat op. Hun projecten, met werktitels als 24Hour City en Around Absorption, worden benaderd vanuit zowel artistieke als wetenschappelijke methoden. De deelnemers leren op deze manier voorbij hun eigen achtergrond te kijken. De kunststudenten studeren fine arts, fotografie en design en de universitaire studenten komen onder andere van filosofie, economie en algemene cultuurwetenschappen. Cato Cramer, verbonden aan de faculteit geesteswetenschappen, stond aan de wieg van het honoursprogramma. ‘De creativiteit van de kunsten brengt de wetenschap verder. Het is prachtig om te zien hoe universitaire studenten gebaat zijn bij kunstzinnige methodes van werken. Zij geven aan dat het contact met het creatieve hun ook meer mogelijkheden geeft
Foto: Jeroen Pool
De UvA wil met het honoursprogramma Art and Research en de master Artistic Research een ontmoeting tussen kunst en wetenschap creëren. Maar kunnen kunstenaars en wetenschappers eigenlijk wel door één deur?
Coördinator Jeroen Boomgaard bij een werk van Imke Ruigrok
dende kunst en design sinds 2004. Gelijktijdig is het European Artistic Research Network opgericht. Dit samenwerkingsverband tussen de kunstacademies van onder andere Utrecht, Helsinki, Londen, Dublin en Wenen streeft naar een verdere ontwikkeling van wetenschappelijk onderzoek binnen de kunst. Op PhD-niveau
‘ Het is prachtig om te zien hoe studenten gebaat zijn bij kunstzinnige methodes’ voor onderzoek in hun reguliere studie,’ aldus Cramer. De combinatie van kunst en wetenschappelijk onderzoek komt niet uit de lucht vallen. Het onderzoeksveld artistic research is bezig aan een opmars. Dankzij de Bologna-akkoorden is het al sinds 1999 mogelijk om te promoveren in de kunsten. Het Europese kunstonderwijs speelt hierop in door masteropleidingen in de kunsten mogelijk te maken. Zo heeft de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) al masters in beel-
24 | Folia 21
wordt in Nederland aan de weg getimmerd door ‘PhDArts’. Dit promotietraject in Leiden is tot stand gekomen door een samenwerking tussen de Universiteit Leiden en de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten Den Haag. Verder worden in Nederland bruggen geslagen tussen kunstonderwijs en wetenschappelijk onderwijs in onder andere Eindhoven (Design Academy en TU) en Groningen (Rijksuniversiteit Groningen en het Frank Mohr Instituut).
Dus kon de UvA niet achterblijven bij deze ontwikkelingen. In 2007 is de master Artistic Research van start gegaan. Kunsthistoricus Jeroen Boomgaard, oprichter en coördinator van de master, legt uit waarom een toenadering tussen kunst en wetenschap van belang is: ‘Het clichébeeld dat van de kunstenaar heerst in de maatschappij en vaak ook in de wetenschap, is dat van de romantische kunstenaar. Inspiratie zou bij deze kunstenaar uit de lucht komen vallen en zijn werk staat los van elke realiteit. Maar kunst heeft juist heel veel over de werkelijkheid te zeggen. Artistic research maakt een herprofilering van de kunstenaar mogelijk, waardoor de kunst een andere legitimatie kan krijgen. De theoretische reflectie op kunst kan dan door de kunstenaar zelf aangereikt worden. We kunnen dan verder kijken dan de traditionele bewering dat kunst op zichzelf staat,’ aldus Boomgaard. Schilder en voormalig student wijsbegeerte Imke Ruigrok volgde eerst het honoursprogramma Art en Research en maakte toen de overstap naar de master Artistic Research: ‘Tijdens mijn studie aan de kunstacademie miste ik theorie. Ik heb dat aan de UvA gevonden en kan nu met deze master de twee kanten van mezelf, theorie en praktijk, verenigen.’ Hoe prachtig dit alles ook klinkt, het samenvoegen van kunst en wetenschap roept ook vragen op. Want dient een artistieke methodologie de wetenschap, of leidt een systematische theoretische reflectie tot betere kunst? Ofwel: wat staat in dienst van wat? Vooral Henk Borgdorff (lector aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten), Camiel van Winkel (lector aan de kunstacademie van ’s-Hertogenbosch) en de eerder genoemde Jeroen Boomgaard voeren verwoed discussie over deze en andere vragen. Voor de studenten van het honoursprogramma blijkt het verschil tussen kunst en wetenschap eerder uit praktische situaties dan uit abstracte beschouwingen. Wanneer de deelnemers na een intensieve middag hun spullen bijeen zoeken om de ruimte te verlaten, valt het oog van een UvA-student op een stuk papier. ‘Zal ik dit opruimen?’ vraagt ze aarzelend. ‘Ja hoor, waarom niet?’ antwoordt de Rietveld-student verbaasd. ‘Nou ja, ik dacht dat het misschien kunst was,’ reageert de UvA-student. l Voor meer informatie over het honoursprogramma: www.artandresearch.nl. De masterstudenten exposeren tot 28 februari met ‘Best of Both Worlds’ in W139, Warmoesstraat 139. De honoursstudenten exposeren van 19 t/m 22 maart met ‘Sleep Around More!’ in de Veemvloer, Van Diemenstraat 410.
06
Foto’s: Bram Belloni
weekgast
Wim Hupperetz (1966) is per 1 februari 2009 directeur van het Allard Pierson Museum. Maandag 2 februari Hoe vaak maak je eigenlijk een eerste werkdag mee in je leven? Afgezien van vakantiebaantjes en stages is dit pas mijn derde. De vorige keer was het vlak na Nieuwjaar en was ik zo’n beetje de enige in een vrijwel leeg kantoorpand. Nu bruist het van de collega’s. De nacht voorafgaand aan die eerste werkdag krijg je onherroepelijk dromen over te laat komen. Uiteindelijk sta je dan natuurlijk veel te vroeg op. Gelukkig was ik de afgelopen weken al regelmatig over de vloer geweest aan de Oude Turfmarkt waar Allard Pierson Museum en Bijzondere Collecties nu samen het hart van de nieuwe divisie Erfgoed van de Universiteit van Amsterdam vormen. Ik voel me toch wel heel bevoorrecht om op zo’n mooie plek te mogen werken. Daarbij verheug ik me vooral op de samenwerking met mijn collegae en ook met studenten en docenten van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Het meest indrukwekkende dat me vandaag is bijgebleven, is toch wel het gebouw met zijn diverse trappengangen, verstopte kamertjes en vreemde tussenniveaus. Mijn kantoor is op wel drie verschillende manieren te bereiken. De dag ging voor een groot deel op aan de eerste managementteamvergadering en enkele aansluitende besprekingen. Ik ben nog druk bezig met rommelen op mijn nieuwe werkkamer als plotseling wordt omgeroepen dat het museum gaat sluiten. Ik heb de computer eigenlijk pas net aangesloten en mijn mail nog niet eens kunnen lezen. Dat moet dan maar vanavond thuis.
Dinsdag 3 februari Vanochtend eigenlijk alleen maar bezig geweest met praktische dingen. Kantoorspullen, waar is mijn postvak, telefooninstellingen, toegang tot algemene schijven, gedeelde agenda’s, uren- en verlofadministratie, kortom het gebruikelijke bureaucratische bos dat binnen de UvA voor mij nog redelijk overzichtelijk is. Maar ik ben optimistisch van aard. Tussen de middag ging ik een koektrommel kopen, maar dat is nog
niet eenvoudig in hartje Amsterdam. Vanmiddag kwam een fotografe samen met restaurator José Lunsingh Scheurleer bij mij op de kamer om een klein rolzegeltje te fotograferen bij daglicht. Ik opende een van de grote voorzet-glas-in-loodramen en dat was voldoende. Het is een zegeltje van ongeveer 4200 jaar oud, afkomstig uit het huidige Irak. Wat vertelt het ons? Het staat symbool voor de verzegelde tijd, vrij naar Andrej Tarkovski (1932-1986). De rolzegel diende om een persoonlijke handtekening onder documenten te plaatsen. Het is een van de vijfenzeventig voorwerpen die centraal staan in de jubileumpublicatie van het Allard Pierson Museum ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan. Robert Lunsingh Scheurleer neemt met een prachtig geïllustreerd en vormgegeven boek afscheid als directeur. Vanmiddag ook nog met conservator René van Beek en directeur UvA-erfgoed Steph Scholten bijgepraat over de Vriendenvereniging van het Museum die ook dit jaar jubileert.
Donderdag 5 februari Na een overleg met hoofd publiekspresentaties Marian Schilder over de vele publieksactiviteiten, fiets ik samen met Steph Scholten naar de Artisbibliotheek aan de Plantage Middenlaan. Terwijl buiten de lama’s draven, gaan we hier praten over de gezamenlijke toekomst van Bijzondere Collecties en Allard Pierson Museum binnen de divisie Erfgoed. We krijgen er een rondleiding van conservator Piet Verkruysse. De bibliotheek is een van de parels van de Bijzondere Collecties, zij zit in een gebouw uit 1868. De collectie zoölogische prenten is de tweede ter wereld (na Madrid) en omvat zo’n 90.000 items. Er komen allerlei exotische namen en termen voorbij als Linnaeana, Darwiniana, Siboga-expeditie, Merian, Seba, Schlegel en de Descriptions d’Egypte. De meest markante afbeelding is die van de Mauretaanse duif, het ‘zusje’ van de dodo. Die toont de enige ingekleurde afbeelding van dit uitgestorven dier.
Woensdag 4 februari
Vrijdag 6 februari
In de trein tref ik bijna dagelijks Hans, die deze ochtend weer succes heeft met zijn ‘Goedemorgen jongedame’-grapje bij conductrices van 50+. Het effect van deze wat obligate opmerking is en blijft verbluffend. Vanochtend alweer taart, want Robert neemt afscheid als voorzitter van de museumvergadering en ik krijg de kans om in twee uur een steeds uitdijende agenda af te werken en proef veel enthousiasme. Tijdens de lunch tref ik onderzoekster Els Kloek, die de faciliteiten van Bijzondere Collecties – ze gebruikt nog de oude term ZKW (Zeldzame en Kostbare Werken) – ziet als de beste studieplek van Nederland. En dan met name vanwege de uitstekende service. Dat compliment kunnen mijn collegae van BC dus mooi in hun zak steken. In de middag is er een overleg met het Facilitair Centrum – die gaan over de gebouwen van UvA – over onderhoud en renovatie van het Allard Pierson Museum. Daar is nog een lange weg te gaan, maar dat wordt wel de meest uitdagende trip de komende jaren. En als het ons lukt om de renovatie uit te breiden tot een noodzakelijke herinrichting van het museum, ook de mooiste trip. Een geanimeerde kennismakingsborrel aan het eind van de middag levert weer wat nieuwe gezichten op bij bekende en onbekende namen.
Vanochtend een hele reeks startgesprekken ingepland met mijn collegae. Intern wordt er flink verhuisd omdat een aantal werkkamers wordt opgeknapt. Ook op mijn kamer is een vergadertafel met stoelen geplaatst en dat betekent dat ik in deze uithoek nu wat meer mensen over de vloer zal krijgen. Ondertussen veroorzaken de bouwwerkzaamheden voor de deur vanwege de Noord-Zuidlijn het gebruikelijke lawaai. Aan de gevel zitten sensoren met zwaailichten die gaan werken als de trillingen te sterk worden. Ik hoop dat het in juni weer voorbij zal zijn. Vanmiddag had ik nog een expertbijeenkomst vanuit mijn vorige werk over de voorgenomen modernisering van de monumentenzorg. Met architect Paul Meurs heb ik het over het plan van Ortiz en Cruz van de nieuwe bibliotheek in het Binnengasthuisterrein. Hij doet blijkbaar cultuurhistorisch onderzoek naar dit gebied en verbaasde zich erover dat het zo’n horizontaal plan is geworden. Dat is wel een compliment. Bij de discussie zijn UvA-collegae Heleen van Londen en Rob van der Laarse aanwezig en mijn nieuwe positie binnen de UvA schept toch meteen een band. Dat gaat toch sneller dan ik had gedacht. l Volgende Weekgast: Remco Bouma, UvA-student media en cultuur, vanuit Mexico.
Folia 21 | 25
Annonces zijn advertenties zonder winstoogmerk, bestemd voor de particuliere aanbieder. Annonces kunnen worden geplaatst in Folia én op de website www.folia.nl. Aanbieden van annonces kan op www.folia.nl via Folia Weekblad. Daar vindt u ook alle informatie over de tarieven e.d.
annonces CULTUUR SLAA: Scheppingsverhaal: Gustaaf Peek. Met: Gustaaf Peek en Marja Pruis. Woensdag 11 februari 2009, 20.00 in De Balie. Zie www.slaa.nl Zondag naar de kerk? www.studentenekklesia.nl 11.00 uur – De Rode Hoed Keizersgracht 102 – A’dam
SPORT Kun jij het nog? Haal je niveau weer op bij Studenten Korfbal Vereniging Amsterdam. Info www. skvamsterdam.nl of 06 1470 7856. Ouderkerk korfbal zoekt selectiespelers. Voor ons jonge, gemotiveerde en gezellige 1e team (4e klasse) zoeken wij per direct enthousiaste korfballers die ons willen komen versterken. Meer info op www.ouderkerkkorfbal.nl of mail naar svouderkerk.korfbal@gmail.com
STUDENTEN SPORT CENTRUM USC Fitness - Fitnessfanaten opgelet! Begin je ‘traditionele’ fitness een beetje saai te vinden? Doe dan mee met de Next Level Workout, een minigroepstraining van ± 30 minuten waarin je traint op snelheid, uit-
houdingsvermogen, kracht, lenigheid en coördinatie. Start 2 februari. Iedereen met een combikaart (groeps)fitness kan meedoen, ma. 21.30-22.00 uur, di. 19.30-20.00 uur en do. 21.0021.30 uur op USC De Boelelaan. Check www.usc.uva.nl - Supervoordelige fitness. Met de combikaart (groeps)fitness kun je een heel jaar lang (groeps)fitnessen voor maar 120. Je kunt op de 4 USC-fitnesscentra terecht en hebt toegang tot het omvangrijke programma aan groepslessen (op USC De Boelelaan 7 dagen per week, met o.a. spinning, body power, aerobics en pilates). Onbeperkte toegang. Geldig vanaf dag van aanschaf. Check www.usc.uva.nl Wielrennen Start 7 maart a.s. bij het ASC (AMC Sport Centrum). 8 gevarieerde lessen met o.a. buitentrainingen, spinningles, met gebruik van hartslagmeter, deelname aan toertocht, workshop fietsonderhoud en reparatie, theorie over voeding. Studentencursusprijs 75. Breng je eigen fiets mee. Check www.usc.uva.nl Bommen Heb je een USC-sportkaart van welke sport dan ook, dan ben
je iedere maandag van 17.00 tot 18.00 uur welkom bij het uur Bommen in USC De Boelelaan. Een heerlijke, gezellige warming-up voor de rest van je sportavond. Check www.usc.uva.nl
STUDENTENZAKEN (UvA) Op www.uva.nl/studentenzaken staat alle informatie over de afdelingen van Studentenzaken – Studentendecanen, Bureau Studentenpsychologen, Loopbaan Advies Centrum, Bureau Internationale Studentenzaken, Trainingscentrum en het Service & Informatiecentrum. Studentenzaken is ook bereikbaar via tel. 020 525 8080.
VERDIENEN Gevraagd: Handige studente voor verzorgende werkzaamheden bij gehandicapte creatieve vrouw. Tussen de 20-30 jaar. Goed Nederlands sprekend. Bij voorkeur milieubewust. 1 à 2 ochtenden p.w. 12 per uur. Centrum. Tel. 620 8047. Gezocht oppas voor ons lief jongetje van 5 jaar. Liefst 1 x per week in de middag en soms ook ’s avonds. 06 4778 3859 Wouter Het AMC zoekt gezonde, niet-ro-
kende mannen (18-35 jaar) i.v.m. wetenschappelijk onderzoek naar de lokale afweer in de long. Deelnemers zullen 1 dag het AMC doorbrengen en ontvangen een ruime vergoeding. Info: Liesbeth Kager, arts-onderzoeker, L.M.Kager@amc.uva.nl
VRIJWILLIGERSWERK, STAGES, e.d. Een steentje bijdragen aan een betere wereld én nuttige vaardigheden opdoen? Word vrijwilliger bij CrossYourBorders! Nieuwsgierig? crossyourborders.nl Aandacht over? Word buddy voor daklozen of verslaafden bij De Regenboog Groep! Zie www.aandachtover.nl of bel 020 531 7600. Beste lezer, hoor jij ook alle negatieve/polariserende berichten over integratie en probleemjeugd? Heb jij creatieve ideeën en de behoefte om iets positiefs tegenover al die negativiteit te stellen? Lijkt het je leuk om lokaal en laagdrempelig aan de slag te gaan met jonge kinderen uit de buurt? Dan ben jij dé persoon die we zoeken om samen met ons een veelbelovend (prijswinnend) buurtinitiatief verder op poten te zetten in de Transvaal-
buurt! Wij zoeken studenten, het liefst woonachtig in de (buurt van de) Transvaalbuurt, stadsdeel Oost-Watergraafsmeer, die het leuk vinden om voor kinderen activiteiten te organiseren en hun ouders hierbij actief te betrekken. Studenten die hun tijd, creativiteit en organisatietalent inzetten om bijvoorbeeld uitstapjes met de kinderen te maken, een straatbibliotheekje op te zetten, ouders te strikken voor een voorleesochtend, enzovoort. Bij dezen ben je van harte uitgenodigd om tijdens een overheerlijke Marokkaanse lunch kennis te komen maken en te brainstormen over wat jouw bijdrage zou kunnen zijn. De brainstormlunch vindt plaats op 22 februari van 12.30 tot 14.00 uur in Kinderopvang Klein aan de La Reijstraat 1. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Mercedes Zandwijken 06 5439 8992. Je kunt je opgeven voor de brainstormlunch op het volgende e-mailadres: m.zandwijken@ hetnet.nl. Hartelijke groeten, en misschien tot dan! Namens de organisatie, Boudewijn Elsinga en Mercedes Zandwijken.
A’dam. Van stoep tot stoep: 35. Ook met verhuismannen en touw en blok. Ook buiten A’dam mogelijk. Bel Taco: 06 4486 4390; www.vrachttaxi.nl
DIVERSEN De Spermabank van het AMC is op zoek naar spermadonoren. Onkosten worden vergoed. Nadere informatie tel. 020-566 3090, spermabank@amc.uva. nl of www.spermadonoren.nl
OMBUDSMAN PERSONEEL U kunt bij Ombudsman Personeel - voorheen Vertrouwenspersoon Personeel - Anneke Vijgeboom op maandag, dinsdag en woensdag van 9.00-14.00 uur terecht met klachten die samenhangen met het werk. E-mail: vertrouwenspersoon-personeel@uva. nl, tel. 525 5548 / 6210 (secr.). Meer informatie is te vinden op www.uva.nl/vertrouwenspersoon
WONEN Iets te verhuizen? Ik kom met een grote bus voorrijden. Studentenverhuizingen binnen
Master’s in Justice and Safety & Security 26 February 2009 special information session with prof. dr. Ellen Hey please register by email: vansandwijk@frg.eur.nl
Het Muiderslot ken je natuurlijk van de interessante rondleiding door het 17e eeuwse ingerichte Hoge Huys met bijbehorende spreekwoorden. Maar er zijn ook routes door het middeleeuwse kasteel die bezoekers op eigen gelegenheid kunnen verkennen. Deze routes zijn vooral gericht op kinderen.
Erasmus School of Law
Kom ook werken bij het mooiste kasteel van Nederland. Voor het komende seizoen zijn wij op zoek naar meerdere uitblinkers voor de functie van gastheer/gastvrouw.
t t t t
‘learning by doing’ together with specialists internship / study abroad possibility small class sizes 2 year / 1 year* programme * when already holding a first master’s degree
www.frg.eur.nl/english/justice
Om: 2 bezoekers gastvrij en in stijl te ontvangen 2 informatie te verstrekken over de middeleeuwen 2 te zorgen voor een goede gang van zaken Wij vragen enthousiasme en liefst ervaring met kinderen. Maak je gemakkelijk contact met mensen en heb je ook ervaring met theater, muziek en/of dans, dan is dat helemaal mooi. Ben je van 1 april tot 1 november ruim beschikbaar, zoek je een functie met variabele werktijden (16 tot 36 uur per week), vooral in de schoolvakanties en weekenden, mail dan uiterlijk 22 februari naar iris.vanstaveren@muiderslot.nl Het Muiderslot ontving in 2008 ruim 130.000 bezoekers. Er werken 65 vrijwilligers en 35 betaalde medewerkers. Gesprekken zijn op 26 en 27 februari gepland.
E R A S M U S S C H O O L O F L AW E R A S M U S U N I V E R S I T E I T R OT T E R D A M
folia 090213.indd 2
Meer informatie: www.muiderslot.nl
06-02-2009 10:13:09
roem
Wasbak Door Dirk Wolthekker
Dat Bernard Wientjes in tijden van crises en recessie tijd heeft voor een gesprek is eigenlijk verbazingwekkend. ‘Ik ben 23 uur per dag bezig met de crisis en de gevolgen daarvan voor het Nederlandse bedrijfsleven. Onze leden lijden in groten getale onder de crisis en het is mijn taak ervoor te zorgen dat de regering zo veel mogelijk rekening houdt met hun noden. Ondernemers worden geconfronteerd met een vraaguitval die ze nog nooit eerder hebben meegemaakt, dus we zetten alles op alles om ervoor te zorgen dat ze overeind blijven, want zonder ondernemers is de economie kansloos.’ Bernard Wientjes (1943) is voorzitter van de werkgeversvereniging VNO-NCW, de grootse en belangrijkste werkgeversvereniging van Nederland. VNO-NCW vertegenwoordigt ruim 115.000 Nederlandse ondernemingen. Wientjes is voorzitter sinds 2005. Daarvoor was hij meer dan dertig jaar eigenaar-directeur van een van de grootste producenten in Europa van kunststof badkuipen, douchebakken en (later) whirlpools. ‘Nee, dat heeft niets te maken met het feit dat ik in mijn studententijd vijf jaar verstoken was van goed sanitair. Ik woonde bij een hospita in de Eerste van Swindenstraat, alleen op een kamertje. Wassen bij de wasbak en baden in het badhuis.’ Bernard Wientjes begon in 1962 met een studie rechten aan de UvA. ‘Ik had gymnasium bèta gedaan, dus ik had ook scheikunde of wiskunde kunnen gaan studeren. Maar ik kom uit een ondernemersfamilie en wilde zelf ook per se ondernemer worden, dan liggen economie of rechten meer voor de hand. Het werd rechten, maar als ik daar nu op terugkijk lijkt die studie in sommige opzichten wel een bètastudie. De toepassing en uitleg van wetgeving is soms van een mathematische complexiteit. Bij rechten volgde ik trouwens wel economiecolleges. Van professor Heertje. Die gaf mij een zes min voor het economietentamen en roept nu in columns dat ik vanwege mijn opvattingen over milieu en duurzaamheid wat hem betreft nog steeds het zes minniveau niet ben ontstegen. Ik heb er inderdaad nooit naar gestreefd om cum laude af te studeren, maar ik heb aan mijn studie wel een bepaalde manier
Foto: Bob Bronshoff
Hij studeerde rechten en werd voorzitter van de Nederlandse werkgevers: Bernard Wientjes.
Bernard Wientjes
van denken overgehouden, geleerd problemen terug te brengen tot de overzichtbare kern en van daaruit te werken aan een creatieve oplossing. Professor Pitlo is de man waar ik dan direct aan denk: een origineel en creatief denker die het zijn studenten lastig maakte, maar ze ook enthousiasmeerde voor het vak. Mijn vijf studentenjaren zijn voor mij de bekende “mooie jaren” geweest. Dat ik ergens anders zou gaan studeren dan in Amsterdam, was ondenkbaar. Ik was er geboren en wilde er studeren. Amsterdam is niet een universiteitsstad, maar een stad met een universiteit. Een erg moeilijke studie was rechten niet. Laat ik het maar zo zeggen: drie maanden studeren en negen maanden feesten. Ik was lid van de katholieke studentenvereniging Thomas Aquino, die inmiddels niet meer bestaat. Ik herinner mij nog het jaarlijkse biervatgevecht op het Museumplein met de gereformeerde studenten van de VU: “Calvijn was een zwijn en Kuyper was een zuiper”, scandeerden we.
Mijn vader hield mij tijdens mijn studententijd heel kort en ik moest vaak leven van een appel en een ei, dus ik heb allerlei bijbaantjes gehad, van het bezorgen van bloemen en auto’s tot het verpakken van augurken in de zuurfabriek van Luyckx. Daar kwam je stinkend naar augurken van thuis. Afgezien van die jaren ben ik nooit werknemer geweest. Dat is niet goed. Laat zo veel mogelijk jongeren ondernemer worden. Je moet ook eens een tijdje aan de andere kant van de tafel hebben gezeten, om te begrijpen hoe het is om ondernemer te zijn. Dat er tegenwoordig op universiteiten meer aandacht is voor het ondernemerschap is goed, al denk ik dat het doceren van ondernemerschap niet voldoende is om een succesvol ondernemer te zijn. Daar moet je ook aanleg voor hebben. Het mooiste van het ondernemen is de creativiteit ervan: je bedenkt iets wat anderen niet al hebben bedacht, hoopt dat het aanslaat en dan komt de kick van het succes. Dat is prachtig en werkt verslavend. l
Folia 21 | 27
foto’s: Henk Thomas
dijkgraaf & fresco
Prijseten In de herfst zong ik al de lof van de ideale universitaire mensa met laptopaansluitingen en comfortabele zitjes, vingervoedsel, uitgebreide informatie over productsamenstelling – en de onvergetelijke kantinepoes. Goed, Sorbonissimo komt er natuurlijk niet in één dag, dat begrijp ik ook wel. Mijn informanten zwerven elke dag langs Atrium, Agora en andere hotspots om verslag te doen. Ik heb geduld. Immers, veranderingen, zeker aan universiteiten, gaan langzaam, en uitbestede taken zijn daar geen uitzondering op. Maar nu. In Folia van 30 januari zegt de interim-manager van Sorbon dat de prijsstijgingen van de afgelopen maand ‘onvermijdelijk en keihard’ zijn. Reden: de grondstoffenprijzen zijn zo fors gestegen. Uit het stukje (op pagina 4) blijkt dat hij gedeeltelijk refereert aan de periode van de laatste drie jaar, en aan zuivel, koffie en granen. Hier begrijp ik niets van. We zijn hier weliswaar in de universitaire periferie, maar ook dan is zuiver argumenteren een vereiste, en hebben we niets aan vage generalisaties. Ter illustratie: de prijs van tarwe, het belangrijkste ingrediënt van brood, is in 2008 met 50 procent gedaald en staat nu nauwelijks boven de prijs van drie jaar geleden. Dus daar kan het niet aan liggen. Dat klopt ook precies, want elders in hetzelfde interviewtje zegt hij dat de prijs van de boterham niet verandert. Over welke andere granen hebben we het dan? Dat handjevol rijst in de soep? Dat enkele roggebroodje? Dan het geval van de koffie. Ogenschijnlijk is daar het prijsargument terecht. De gemiddelde prijs is sinds 2005 met 25 procent omhooggegaan. Maar daarbij moet meteen gezegd worden dat de prijs eind 2008 net onder het niveau van 1998 lag, na zeer scherpe dalingen (tot 60 procent) begin jaren negentig. En hier ligt gelijk de tragiek. Zulke sterke prijsfluctuaties zijn rampzalig, en leiden tot cyclisch gedrag. Als de prijzen dalen, schakelen producenten waar mogelijk over op andere producten of investeren niet meer in hun plantages. Als de prijs dan stijgt, springt iedereen er weer op in. Zo rennen vraag en aanbod achter elkaar aan. Voor middenstand en distributie is dat ook moeilijk bij te houden. Maar telkens zien we dat prijsdalingen worden veronachtzaamd en prijsstijgingen worden doorberekend. Ik blijf dus bij mijn pleidooi dat een universitaire kantine of mensa de eerste moet zijn om de consumenten helder te informeren. Over de prijs en over veel meer. Louise O. Fresco is universiteitshoogleraar duurzame ontwikkeling.
Zweeds kruiswoorraadsel
Helemaal ingevuld? Mail de oplossing (o.v.v. naam en huisadres) uiterlijk dinsdag 17 februari naar mededelingen@folia.uva.nl en maak kans op twee toegangskaartjes voor bioscoop Kriterion, www.kriterion.nl