weekblad voor de Universiteit van Amsterdam jaargang 64 24/06/2011 nummer 35
Waarom samen? Alles over de fusie met Havana
Roemrucht verleden Blaadje maken 1948-2011
De 100e-jaars
En andere sterke verhalen van oud-medewerkers
35% 24% 9% 18% 24%
frisse blik goede communicatieve vaardigheden enthousiast basketballer leergierig flexibele instelling
+
110% AIOS
Heb jij iets extra? Ben jij die proactieve leergierige arts die bij ons de opleiding wil volgen tot psychiater? Kijk dan voor de uitgebreide vacaturetekst op www.ggzoostbrabant.nl. Voor meer informatie over de functie neem contact op met G. Wetzer, opleider 073-8447817 of stuur je CV, onder vermelding van vacaturenummer AcB.1102-1636, naar personeelszaken@ggzoostbrabant.nl
United Kingdom Netherlands
Dour Belgium France
Germany
inhoud #35
Nog lang niet met pensioen
De geschiedenis van Folia beslaat bijna 65 jaar. Begonnen als ‘Weekblad voor de Civitas Academica’ in 1948 was Folia onderdeel en verslaggever van de meest bepalende decennia aan de UvA 10
Oud nieuws
De laatste Folia as we know it – dus we kijken terug op opvallend nieuws uit eerdere jaargangen 4
Nog vragen over de fusie?
De belangrijkste vragen over de fusie van Folia en Havana worden hier beantwoord. Zoals: waarom wordt er eigenlijk gefuseerd? 14
Leerschool en springplank
Veel journalisten en schrijvers leerden er het vak, of deden er van zich spreken. Aaf Brandt Corstius, Boudewijn Büch, Theo van Gogh: schrijven voor Folia bleek de basis van latere roem 17
Einde van een tijdperk
Een bakfiets voor een verhuizing, varkens voor je verzameling, of je verloren portemonnee; dankzij een annonce in Folia vond je ze. Maar nu niet meer 22
commentaar Nieuwe verleiding Het gebeurt hoogstzelden dat we in Folia aandacht besteden aan onszelf, Folia dus. In dit nummer wel, omdat deze papieren editie de laatste Folia is in zijn huidige verschijningsvorm. Na de zomer worden Folia en zusterblad Havana vervangen door Folia Magazine. Al langer werkten de bladen intensief samen, vanaf september zijn de redacties één en wordt Folia Magazine onderdeel van het Folia-platform, dat ook uit een nieuwe site, een leerschool, podcasts en een tv-kanaal bestaat. Folia Magazine blijft onafhankelijk. Een stichting, met in het bestuur onder anderen rechtendecaan Edgar du Perron en KNAWpresident Robbert Dijkgraaf, waakt voor die onafhankelijkheid. Toch is de stap om te stoppen met de huidige Folia een grote die zeker niet zonder risico is. Het nieuwe platform wordt ook primair voor studenten en medewerkers van de Hogeschool van Amsterdam gemaakt. Nog meer dan in de huidige situatie wordt de doelgroep hybride en bestaat er een kans dat de lezers vervreemden van de redactie. Daarnaast zijn studenten van de HvA anders dan die van de UvA. Natuurlijk zijn er overeenkomsten – min of meer hoogopgeleid en studerend in Amsterdam – maar ook de verschillen zijn talrijk. Daarnaast heeft Folia al meer dan zestig jaar een sterke naam in journalistiek Nederland en hebben talloze journalisten van naam hun eerste stappen op dit gebied gezet bij Folia. De nieuwe redactie moet waakzaam zijn en aan hen de gecompliceerde taak om een goed magazine aangevuld met een moderne site te gaan maken. De inhoud, het debat en de achtergrond mogen nooit verloren gaan, maar ook de studenten van de HvA moeten op een aantrekkelijke manier verleid worden het nieuwe magazine te gaan lezen. Dat is zeker niet onmogelijk, maar evenmin gemakkelijk. Als Folia Magazine inderdaad alle doelgroepen op de juiste manier bedient, dan is deze risicovolle stap een zinvolle geweest. U kunt het zelf vanaf 7 september beoordelen. Folia verschijnt sinds 1948 als onafhankelijk weekblad voor de Universiteit van Amsterdam. Het wordt uitgegeven door de stichting Folia Civitatis.
En verder:
weekblad
voor de Universiteit van jaargang 64 24/06/2011 Amsterdam nummer 35
nieuws 4-7, opinie/stage 8-9, objectief 12, bul 20, Fen is uit/ het beste/eten 21, lezingen 23, Dijkgraaf/Curvers/overigens 24
colofon
Waarom same n?
Alles over de fusie met Havana
Roemruch t verleden
Blaadje maken 1948-2011
De 100e-jaar s
En andere sterke verhale van oud-m n edewerkers
Folia: Weekblad voor de Universiteit van Amsterdam, Vendelstraat 2, 1012 XX Amsterdam, tel. 020-5253981, fax 020-5253980, redactie@Folia.uva.nl website: www.Folia.nl uitgever: Stichting Folia Civitatis redactie: Floor Boon, Mirna van Dijk (eindredacteur), Stephanie Gude, Luuk Heezen, Jim Jansen (hoofdredacteur), Margot Riedstra (secretariaat), Gijs van der Sanden, Henk Thomas, Harmen van der Meulen (assistent eindredactie), Dirk Wolthekker medewerkers aan dit nummer: Martien Bos (correctie), Bob Bronshoff, Emma Curvers, Robbert Dijkgraaf, Julie de Graaf, Marc Kolle, Harmen van der Meulen, Won Tuinema, Tjebbe Venema, Fen Verstappen, Hans van Vinkeveen redactieraad: Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn, Jurriaan Gorter, Jaap Kooiman, Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke zakelijke leiding: Paul van de Water art direction: Pascal Tieman opmaak: Carl Zevenboom druk: Dijkman Offset, Diemen advertentiewerving: Bureau van Vliet bv, Zandvoort, tel. 023-5714745, fax 023-5717680, zandvoort@bureauvanvliet.com abonnement: € 46,90 per jaargang opgave: 020-525 3981, mededelingen@ Folia.uva.nl of www.Folia.nl. Het is niet altijd mogelijk de rechthebbenden van de foto’s op de prikbordpagina te achterhalen. Rechthebbenden van het beeldmateriaal kunnen zich bij Folia melden via: redactie@Folia.uva.nl.
Folia 3
nieuws
In deze laatste Folia een terugblik op 62 jaar nieuws. Een selectie van oud nieuws, die door de onderwerpen en presentatie een idee geeft van de manier waarop Folia in de loop der jaren met nieuws omging.
9 juni 1962
29 januari 1955
4 Folia
30 oktober 1976
13 oktober 1948
16 oktober 1976
31 mei 1969
Folia 5
nieuws actueel nieuws op www.folia.nl
31 augustus 1990
28 november 1997
1 oktober 1983
6 Folia
27 februari 2004
22 oktober 1983
4 februari 2011
Folia 7
opinie
Een veelbelovend huwelijk Docent journalistiek Ton van Dijk likt zijn vingers af bij de fusie tussen Folia en Havana, want die biedt ongekende mogelijkheden in een tijd waarin gedrukte media steen en been klagen.
E
en goede collega van mij bezigde als definitie voor ons vak: ‘Journalistiek? Dat is: ober, mag ik van u een bonnetje?’ Zijn cynische uitspraak is bewaarheid. In vertwijfelde pogingen tot popularisering bij de ‘kwaliteitskranten’ is het consumptiebonnetje van het lunchgesprek – sorry voor het verschrikkelijk woord – een format geworden. Het is de nieuwe marsroute bij de strijd tegen ontlezing: mode, tuin, BN’ers, ‘binnenkijken’ bij ster of sukkel, wijn (puntig, zinderend, dynamisch, grapefruit, rozebottel, vleugje peper en een hint van chocola – je leest het echt) en zelfs is er tegenwoordig een recensie van de Opel Dombo Meriva. Maar, we blijven kritisch, de afstandsbediening van de Jaguar XJ is wel wat aan de grote kant. Nee, dan Folia Civitatis, blad van de gemeenschap, sinds 1982 kortweg Folia. Een doelgroep met een status om je reclamevingers bij af te likken, ruim vijfduizend hoogop-
Een compleet nieuw, onafhankelijk blad in het hart van een stad die al eeuwenlang het vrije woord eerde. Wie kan daar tegen zijn? geleide UvA-medewerkers plus een dikke dertigduizend studenten. Die doelgroep wordt tweemaal zo groot door de fusie met Havana, het blad van de HvA. In een tijd van steen en been in de media, waarin bedrukt papier uit de tijd zou zijn en op internet niets verdiend wordt aan inhoud, verdubbelt een blad zich in het aantal pagina’s en in redactiegrootte en heeft nieuwe plannen op internet en in de sociale media. Een veelbelovend huwelijk tussen de wetenschap van de UvA en de meer op vakbekwaamheid gerichte hogeschool. Eigenlijk een compleet nieuw, onafhankelijk blad in het hart van een stad die al eeuwenlang het vrije woord eerde. Wie kan daar tegen zijn? Ik ken een aantal universiteits- en hogeschoolkranten in Nederland, bij enkele 8 Folia
heb ik ook cursussen gegeven. Het is een mengeling van rijp en groen, van professionalisme en goedbedoeld amateurisme. Er zijn bladen die door docenten en studenten zo tussen de colleges door gevuld worden, waarbij vaak de docenten Nederlands het voortouw nemen – helaas blinkt hun kopij niet altijd uit door smeuïg taalgebruik of heldere schrijftrant. Al die bladen, goed of minder, voelen de hete adem van bezuinigingen, een regelmatig ontevreden bestuur (want bestuurders vinden nu eenmaal dat hun welgekozen woorden en hogere intenties nimmer goed worden weergegeven) plus het gehijg van de public relationsafdelingen in hun nek. Waag het niet de kroketten in de kantine af te keuren, laat staan de nieuwbouwplannen. His master’s voice. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt. In dat strijdperk staat Folia al decennia kaarsrecht. Ooit was het een must voor iedere student vanwege de tentamenroosters en collegetijden. Al die saaie pagina’s zijn al lang verdwenen. Het blad heeft zijn weg gevonden met interessante informatie, interviews die ergens over gaan, cultuur én redelijk relevante human interest, zeg maar van studentenkamers tot de snoepautomaat. De vijver is groot genoeg om in te vissen: wie heeft er zo veel hoogleraren, bachelors en masters en aanstaande bachelors en masters dus zo veel onderwerpen, feiten, meningen, onderzoeken en informatie binnen handbereik? Daar komt een net zo grote vijver bij. Wat zwemt daar allemaal onder de waterlelies? Ja, de Hogeschool van Amsterdam is meer gericht op vaardigheden, minder wetenschappelijk. Nou en? Wat is er mis met een mooie mix tussen kennis en kunde? Wie wil er een tandarts met een tien voor trekken en een twee voor boren? In deze tijd waarin de media elkaar verschraling aanpraten is het een mooi geschenk. Folia heeft een geschiedenis te verdedigen. Google maar eens naar alle talent dat daar ooit gewerkt heeft. Havana kan een symbiose goed gebruiken. Een tijd geleden zag het blad er wat ongecontroleerd en schreeuwerig uit, beetje alsof het, net als De Telegraaf tegenwoordig, Griekenland toch echt voor de laatste maal wil waarschuwen,
terwijl de onderwerpen niet van dien aard waren. Havana groeide, het is niet het nakomertje dat aan de hand moet worden mee genomen. Samen hebben Havana en Folia de kans om nieuwe geschiedenis te schrijven. Een mooi, leesbaar blad maken dat naar eigen wijze en keuze bericht uit en vóór een dubbel zo grote gemeenschap, een speerpunt in stad en land. Zonder de druk te ‘moeten’ berichten over het drugs- en botoxgebruik in Hollywood of de P.C. Hooftstraat, behalve als naar zulks deugdelijk onderzoek gedaan is. yyy Ton van Dijk (1943) is freelance verslaggever en docent journalistiek aan onder meer de UvA.
stage Nooit een sleur
Eén plus één is anderhalf Folia en Havana gaan verder als Folia Magazine. Dat klinkt als een beloftevolle versmelting, maar in feite verdwijnen de twee bladen zelf en is de kans groot dat er een inwisselbaar blad voor terugkomt, denkt Lennart Verhoef.
A
llereerst, Folia en Havana worden gemaakt door echte specialisten die hun vak verstaan en hun doelgroep kennen en daarom past mij enige bescheidenheid. Ik kijk dan ook vanuit de lezer naar de plannen en voor de lezer is Folia op dit moment een gedegen blad. Het biedt faculteitsnieuws, verdiepende artikelen, interessante interviews, het laatste over cultuur en een kritische – en bovendien goed geïnformeerde – kijk op het beleid van de UvA. Precies zoals Ton van Dijk aangeeft. Maar met de voorgenomen samenvoeging van Folia en Havana tot Folia Magazine zal het lastig worden ditzelfde te bereiken. Voor wie? Op dit moment wordt Folia gemaakt voor 30.000 studenten en Havana voor 40.000 studenten. Tel daarbij alle
Havana en Folia hebben hun eigen unieke doelgroep, die kan je niet op één hoop vegen docenten en medewerkers op – oftewel de gehele Uva-HvA-gemeenschap – en je komt tot de enorme doelgroep die Folia Magazine moet gaan bedienen. Aan de ene kant is dat natuurlijk hartstikke leuk voor de redactie, maar aan de andere kant is het ook heel erg lastig. De doelgroep is te divers voor één blad, wanneer het dicht bij de lezer wil blijven staan. Waarom te divers? Eén blad voor deze enorme en enorm uiteenlopende doelgroep sluit onmogelijk beter aan bij de wensen van de lezers dan Folia en Havana dat op dit moment ieder voor zich doen. Natuurlijk delen de studenten veel interesses, bijvoorbeeld uitgaan, werken naast de studie, hun toekomstige carrière en wonen in Amsterdam. Maar de samenvoeging zal géén van de studenten – dus niet die van de HvA en niet die van de UvA – een beter blad opleveren dat beter
aansluit bij hun behoeften. Voor specifiek nieuws over een bepaalde HvA-opleiding of een vernieuwend scriptieonderwerp van een student zal minder aandacht zijn. Havana en Folia verliezen hun eigen identiteit, focus en lezersgroep en krijgen daar elkaars publiek voor terug. Eén plus één is hier dus géén twee, maar anderhalf. Ton van Dijk droomt van een ‘compleet nieuw, onafhankelijk blad’. Maar maak dan ook een nieuw blad met een nieuwe titel en laat Folia en Havana als zelfstandige bladen bestaan. Waarom moeten de bladen blijven bestaan? Havana en Folia hebben hun eigen unieke doelgroep, die kan je niet op één hoop vegen. Daarmee doe je deze groepen tekort. Onderscheid is hier juist goed, het betekent aandacht voor het unieke van de HvA én het unieke van de UvA. Dat unieke geeft de instellingen juist hun meerwaarde en het geeft Havana en Folia bestaansrecht. Maar wat komt er dan voor terug? Folia Magazine zal in het ergste geval Folia en Havana veranderen in een algemeen lifestyleblad met als kern ‘jong zijn in Amsterdam’. In dit segment zijn al genoeg bladen te vinden en sommige hiervan doen het goed. Natuurlijk kan je daar een blad voor maken, maar moet dat de doelstelling zijn vanuit de hogeronderwijsinstellingen UvA en HvA? Is er ook nog iets goed? Ja, de transformatie naar een crossmediaal platform is een heel goed voornemen. Je doelgroep op meerdere manieren van dezelfde ideeën, inzichten en berichten voorzien past bij deze tijd. In september verschijnt het eerste nummer van Folia Magazine, ik ben benieuwd en hoop vurig dat ik ongelijk zal blijken te hebben. yyy Lennart Verhoef (1987) heeft bedrijfskunde en privaatrecht gestudeerd aan de UvA en was hoofdredacteur van Rostra Economica en redactieraadslid van Folia. Hij werkt nu bij Value8, een investeringsmaatschappij.
Melanie de Vries (20) liep de afgelopen maanden stage op de redacties van Havana en Folia. ‘Ik had me de redacties van Folia en Havana eigenlijk heel anders voorgesteld. Veel kleiner, en met alleen maar docenten die dat journalistieke werk er een beetje naast doen. Dat bleek helemaal niet het geval, er werken juist veel jonge journalisten. Zelf studeer ik aan de School voor Journalistiek in Utrecht en een halfjaar geleden moest ik een stageplaats uitkiezen. Ik wist in ieder geval dat ik niet in de snelle wereld van dagbladen terecht wilde komen. Ik had al wat ervaring opgedaan bij een regionale krant en die gejaagdheid en fixatie op het nieuws is niks voor mij. Ik vind het veel leuker een onderwerp in te duiken en daar de tijd voor te nemen. Omdat ik een minor heb gedaan op de HvA was ik al bekend met Havana, het weekblad van de HvA, en het leek me wel wat om daar stage te lopen. Mijn overweging was: bij een kleinschaliger blad krijg je vast meer verantwoordelijkheden dan bij een grote, landelijke krant. Dat vermoeden is gegrond gebleken, want ik heb de afgelopen maanden heel veel artikelen kunnen schrijven, zowel grote achtergrondverhalen als korte nieuwsberichten. Hoewel ik voor Havana was aangenomen, kreeg ik Folia er gratis bij omdat de redacties in aanloop naar de fusie veel samenwerken. Het meest trots ben ik op mijn verhaal over privacy. De adjunct-hoofdredacteur van Het Parool, Ronald Ockhuysen, heeft me daar zelfs nog een complimentje voor gegeven. Naast het schrijfwerk heb ik trouwens ook veel gefotografeerd voor beide bladen. Fotografie is een uit de hand gelopen hobby van me, en omdat daar ook ruimte voor was heb ik mijn stage eigenlijk nooit als een sleur ervaren. Of er ook iets tegenviel? Misschien had ik hier en daar wel wat meer feedback op mijn stukken willen krijgen. Niet alleen bij Folia en Havana, maar eigenlijk overal geldt dat je vaak alleen maar commentaar krijgt als iets niet goed is. Ik vind het juist ook fijn om te horen wat je wel goed doet, zodat je op een gegeven moment weet wat je sterke punten zijn als journalist. O, en de muizen op de redactie waren ook niet altijd een pretje. Minstens een keer per dag sprong er wel iemand op zijn bureau omdat er zo’n beest voorbijschoot. En toch ga ik het missen.’ yyy Gijs van der Sanden
illustratie Marc Kolle
Folia 9
‘Oppositie in eigen huis’ Als mededelingenblad, als krant, als tijdschrift. Bijna 65 jaar hield Folia Civitatis de UvA een spiegel voor. Dirk Wolthekker / foto’s Henk Thomas
A
ls Folia in 1998 zijn vijftigjarig bestaan viert staat het voor ‘moeilijke keuzen’ ten aanzien van de toekomst van het blad, schrijft oud-Folia-redacteur Jos Dohmen in Academische toestanden. De Universiteit van Amsterdam volgens vijftig jaar Folia, een gedenkboek dat ter gelegenheid van het jubileum verschijnt. Zo wordt er op de redactieburelen aan de Herengracht nagedacht over de redactionele formule van het blad: moet er niet meer wetenschap en minder bestuurskwesties in? Past de onafhankelijke koers van het blad nog wel ‘bij de moderne tijd’ en is ‘het bedrijfsbelang’ van de UvA inmiddels niet belangrijker dan het journalistieke belang van de vrije nieuwsgaring? Geregeld verzucht collegevoorzitter Jankarel Gevers immers dat de aandelenkoers van de UvA
10 Folia
door Folia-publicaties in negatieve zin wordt beïnvloed. ‘Over het Folia van de toekomst bestaat een moedeloos makende stapel nota’s en andere papieren met meer kaf dan koren,’ schrijft hoofdredacteur Sjaak Priester in de jubileumeditie van 13 oktober 1998. Maar dat er niettemin toch iets nieuws moet komen lijkt zeker. Twee werktitels doen de ronde: De Nieuwe Folia en Folia 2000. ‘Het slaapverwekkende tractaatje’ Na bijna vijfenzestig jaar komt er nu dan toch een einde aan Folia als weekblad voor de Universiteit van Amsterdam. Maar wie door de annalen van Folia bladert, kan eigenlijk tot geen andere conclusie komen dat zulks al vele malen eerder had kunnen gebeuren, want gedoe met, over en rondom Folia is er eigenlijk
altijd geweest. Het blad kwam voor het eerst uit op 13 oktober 1948 als Folia Civitatis. Weekblad voor de Civitas Academica der Universiteit van Amsterdam. Rector magnificus Gerard Heringa had besloten dat de naoorlogse universiteit niet alleen onderwijs en onderzoek zou moeten voortbrengen, maar ook iets van academisch burgerschap, ingebed in een academische gemeenschap. De senaat (lees: het bestuur), de studenten, het wetenschappelijk personeel en de alumni zouden de dragers van deze academische gemeenschap zijn. Die gemeenschap had natuurlijk een tijdschrift nodig en dat werd Folia. Al te veel journalistieke pretenties heeft het blad aanvankelijk niet en aandacht voor studenten heeft het nauwelijks. Voor hen bestaat immers sinds 1890 het Amsterdams studentenweekblad Propria Cures. Maar met de oprichting van Folia Civitatis verliest ‘PC’, zoals het in de wandelgangen werd (en wordt) genoemd, haar status aparte binnen de universiteit: PC wordt, weliswaar onder haar eigen naam, onderdeel van Folia Civitatis. Het blijkt een ongelukkige keuze. In Een geschiedenis van Propria Cu-
res 1890-1990 halen de auteurs Lucas Ligtenberg en Bob Polak een anekdote uit 1949 aan waarin Folia een artikel publiceert over Zweedse werkstudenten die zaaddonor zijn. De schrijver van het artikel vraagt zich af of dit ook niet een bijverdienste voor Nederlandse werkstudenten zou kunnen zijn. Rector Heringa is woedend en spreekt van ‘ontsporing’ van de redactie van Folia, die de lezers prompt haar excuus aanbiedt. PC signaleert daarop dat ‘het zogezegde fatsoen zich gekrenkt voelt’. Zelf zegt PC een blad te willen zijn dat streeft naar de stijl ‘van het amusante schotschrift en niet die van het slaapverwekkende tractaatje zoals Folia is’. De halfslachtige samenwerking tussen Folia en PC duurt tot september 1955 en is sindsdien nooit meer hervat. Ook op de redactie zelf is het geregeld hommeles. Het begint eigenlijk al een paar maanden na de oprichting van het blad. Onder de kop ‘Afscheid’ kondigt een groepje redacteuren op 17 december 1948 aan dat ze het niet meer zien zitten en opstappen. Als argument noemen ze de voortdurende competentiestrijd over wie het nu eigenlijk voor het zeggen heeft bij het nieuwe blad – de redactie? de senaat?
Redactieadressen van Folia (Civitatis) door de jaren heen; van links naar rechts en van boven naar onder: Keizersgracht 604, in het Instituut voor Perswetenschap (1948-1954 en 1960-1969); Prinsengracht 681 (het adres van de uitgever Stichting Civitas Academica Amstelodamensis, vanaf 1954); Prinsengracht 238-240 (redactie en drukkerij, vanaf 1957); Oude Turfmarkt 151 (1969); Oude Hoogstraat 24 (1978); Nieuwe Doelenstraat 15 (1984); Herengracht 514/516 (1992); Sarphatistraat 104 (2001). Sinds januari 2008 is de redactie gevestigd in de Vendelstraat 2 op het Binnengasthuisterrein (niet op de foto)
studenten? – en de financiële situatie: die is niet rooskleurig. Maar, schrijven de afhakende redacteuren, ‘de grootste tegenslag was wel het feit dat van de zijde der studenten zo weinig medewerking ondervonden werd. We rekenden erop dat iedere civis zich lid der universitaire gemeenschap zou voelen en alles in het werk zou stellen om van Folia te maken wat het moet zijn: het gezicht van de civitas. Hiervan hebben wij echter bitter weinig gemerkt.’ Prof. Koekebakker is verhinderd Wat staat er in de beginjaren zoal in de krant? Onder de titel ‘Zo zijn onze manieren’ staat in het eerste redactioneel commentaar te lezen wat de missie van Folia is: ‘Folia Civitatis heeft in de eerste plaats een informatieve taak, in de overtuiging dat deze een samenbindende zal blijken te zijn.’ Wie de edities doorbladert ziet dat Folia tot ver in de jaren vijftig vooral een mededelingenblad van faculteiten voor studenten en medewerkers is. ‘Voor kandidandi in de Psychologie bestaat gelegenheid het eindtentamen Physiologie af te leggen op maandag 17 december a.s. des morgens om 9.30 uur in het Physiologisch Laboratorium, Rapenburgerstraat 136’ en ‘Prof. Koekebakker is tot zijn spijt verhinderd op woensdag 10 oktober college te geven en spreekuur te houden’. Commer-
ciële advertenties staan er nauwelijks in, annonces waarin docenten zich aanbieden als ‘repetitor’ des te meer. De redactie, die zich ‘redactiecommissie’ noemt, bestaat uit wetenschappers, studenten, medewerkers en alumni die het redactiewerk er zo’n beetje bij doen. Naast de praktische mededelingen bevat de krant, want tot 2000 is Folia vormgegeven als een echte krant, historische en wetenschappelijke beschouwingen, af en toe een mooi gedicht en toespraken van erepromovendi en hoogleraren. Een groot deel van die beginjaren is de redactie gevestigd in het monumentale zeventiende-eeuwse pand ‘Int derde vredeiae’ op de Keizersgracht 604, waar het Instituut voor Perswetenschap is gevestigd. In 1958 slaat de redactie een nieuwe koers in, zo blijkt uit Folia van 6 september. Daarin wordt melding gemaakt van ‘redactieplannen’. ‘De redactie wil, meer dan tot dusverre het geval was, Folia in de eerste plaats beschouwen als een nieuws orgaan,’ schrijft de redactie. Folia werd vanaf dat moment de dorpspomp van de UvA, vertelt de founding father van Folia nieuwe stijl, wijlen Hans Daudt, in de jubileumeditie van 13 oktober 1998. ‘Het nieuws dat toevallig kwam aanwaaien werd meegenomen. Voor actieve nieuwsgaring ontbrak de tijd. Daarom werd geprobeerd tipgevers te werven bij de faculteiten.’ Hoe
succesvol die werving verliep melden de annalen niet, feit is wel dat Folia de jaren daarna een echt nieuwskrantje wordt. De latere collegevoorzitter Jankarel Gevers oppert zelfs eens gekscherend van Folia maar een dagblad te maken. ‘Gevaarlijke’ democratie De jaren zijn er ook naar om een nieuwsblad te maken: de roep om universitaire democratisering klinkt steeds vaker en luider en Folia is erbij om verslag te doen, niet zelden tot groot ongenoegen van UvA-bestuurders, die zich geconfronteerd zien met ‘oppositie in eigen huis’, waar het huisorgaan dan ook nog eens uitgebreid verslag van doet. Over de Maagdenhuisbezetting van mei 1969 wordt zelfs een verslag ‘van uur tot uur’ gepresenteerd, waarbij ook de door de bezetters buitgemaakte ‘geheime stukken’, waarin rector Belinfante democratie als uitgangspunt ‘gevaarlijk’ noemt, worden geopenbaard. Het college van curatoren, voorloper van het college van bestuur, is niet blij, maar ziet in dat inperking van de journalistieke vrijheid onder de huidige omstandig heden niet opportuun is. Het jaar daarop doet zich weer een kwestie voor: redacteuren Joost Smiers, Johan Frieswijk en Rob Sijmons zetten een tafel, bureaustoel en typemachine op straat en tikken daar hun kopij uit protest tegen de directeur van het Persinstuut die een van
hen wegens onwelgevallige berichtgeving de deur uit had gezet. De tikkende redacteuren worden prompt door een legertje fotografen bestormd en staan de volgende dag met hun verhaal in alle kranten. De jaren verlopen, de politisering en democratisering van de universiteit ook. De Wet Universitaire Bestuurshervorming (1970), die medewerkers en studenten grote bestuurlijke bevoegdheden toestaat, wordt in 1997 teruggedraaid. Spannende debatten in de hal van het Maagdenhuis, de Folia-verslaggever met pen en opschrijfboekje in een hoekje, komen steeds minder voor. In 2001 ontstaat er nog een relletje als het College van Bestuur hoofdredacteur Sjaak Priester dwingt op te stappen. Priester gaat, Folia blijft, al wordt het een echt tijdschrift, inclusief onafhankelijke berichtgeving. Daarvoor moet de redactie wel traditiegetrouw af en toe op de barricaden. Maar zij houdt zich vast aan wat Hans Daudt in 1998 zei: ‘Waarom zouden universitaire apparatsjiks het bij Folia voor het zeggen moeten hebben en niet onafhankelijke journalisten?’ Die vraag zal de redactie van Folia Magazine ook in de toekomst waar nodig blijven stellen. yyy De titels Folia en Folia Civitatis worden in dit artikel door elkaar gebruikt. Voor meer verhalen over de geschiedenis van Folia zie www.Folia60jaar.nl
Folia 11
Folia 01 oktober 1948
Folia 27 19 juli 1958
Folia 01 6 september 1958
Folia 38 13 aug
Folia 01 1 september 1973
Folia 40 19 juni 1982
Folia 01 21 augustus 1982
Folia 40 25 jun
Folia 28 17 maart 2000
Folia 01 1 september 2006
Folia 02 8 september 2006
Folia 22 19 feb
12 Folia
gustus 1969
objectief
Folia 01 6 september 1969
Folia 37 30 juni 1973
De cirkel is rond
ni 1993
Folia 01 20 augustus 1993
Folia 27 10 maart 2000
bruari 2010
Folia 23 5 maart 2010
Folia 34 10 juni 2011
Maar liefst negen keer is Folia van uiterlijk veranderd, sinds het voor de eerste keer verscheen op 13 oktober 1948. Meestal waren dat vrij subtiele wijzigingen, zoals de invoer van een gekleurd logo en enkele kaderlijntjes in september 1969, of een bescheidener logo op de voorpagina en een ander lettertype in september 1982. De meest radicale wijziging stamt uit maart 2000, toen Folia met de frisse moed van een nieuw millennium van een krant naar een groot formaat tijdschrift transformeerde. Opvallend is dat met het stijgen der jaren het geduld met de lay-out is afgenomen. Ging een huisstijl tot en met de jaren tachtig nog zo’n negen tot elf jaar mee, vanaf de jaren negentig vond men het achtereenvolgens na zes en na drieÍnhalf jaar tijd voor een verandering. En de laatste stijlwijziging spande de kroon: vanaf maart 2010 was Folia slechts anderhalf jaar in die vorm te bewonderen. En in die gedaante wordt het blad officieel in de archieven opgeborgen. Want met ingang van 1 september 2011 gaat Folia op in de nieuwe uitgave Folia Magazine. Een tijdschrift, op magazineformaat en gedrukt op glossy papier. Niet in een nieuw millennium, maar wel met frisse moed. yyy Luuk Heezen
Folia 13
Van papieren ‘blaadje’ naar veelomvattend platform Folia en Havana verdwijnen als zelfstandige titels. Er komt een nieuw blad voor in de plaats: Folia Magazine. Vijf vragen over de fusie tussen universiteitsblad Folia en hogeschoolblad Havana. Floor Boon / illustratie Pascal Tieman
W
aarom gaan Folia en Havana fuseren? De universiteitsjournalistiek heeft het, net als alle geprinte media, moeilijk de laatste jaren. Bij veel media is het probleem vooral van financiële aard: de advertentie-inkomsten dalen en door concurrentie van nieuwe media lopen abonnees weg. In de universiteits- en hogeronderwijsjournalistiek concentreren de problemen zich rond een ander fenomeen: de overtuiging van veel universiteits- en hogeschoolbesturen dat hun ‘blaadjes’ zich te onafhankelijk opstellen. In de jaren zestig en zeventig kwam de onafhankelijke universiteitsjournalistiek – synchroon met de ontzuiling – op als een kracht in het academische veld. Eerder waren de bladen vooral een mededelingenplatform van universiteiten. De laatste twee decennia zien universiteitsbesturen zich geconfronteerd met onafhankelijk opererende bladen die de eigen instelling niet per definitie in een goed daglicht stellen. Beeldvorming en corporate communication zijn voor de instellingen steeds belangrijker geworden, en het liefst zien zij hun blad dan ook als verlengstuk van de eigen communicatieafdeling. Het U-blad uit Utrecht verdween al ten gunste van een door de afdeling communicatie geleid online platform en het Nijmeegse Vox Magazine werd zonder pardon ingelijfd door de afdeling communicatie. Hoewel Folia al 63 jaar statutair onafhankelijk is en de bestuursvoorzitter van de UvA en HvA, Karel van der Toorn, recentelijk nog het belang van onafhankelijke en vrije universiteitsjournalistiek publiekelijk benadrukte, moeten ook Folia en Havana zich bezinnen op de toekomst. Door samen te gaan, maken de bladen zich sterker, is de gedachte. Een breed platform dat zich op verschillende plekken wortelt in Amsterdam. Hoe dieper 14 Folia
die wortels, hoe onmisbaarder het blad en hoe moeilijker het voor een volgend College van Bestuur is om daar desgewenst abrupt een einde aan te maken. Folia Magazine is straks niet alleen interessant om te lezen voor studenten, medewerkers, hoogleraren en lectoren, maar voor iedereen die iets meer wil weten over hoger onderwijs, wetenschap en de studentencultuur in Amsterdam. Is de fusie een bezuinigingsmaatregel? Nee, Havana en Folia gaan niet om financiële redenen samen. De bladen worden gefinancierd door respectievelijk de HvA en de UvA, twee instellingen die bestuurlijk gefuseerd zijn, maar die wel twee aparte geldstromen handhaven. Wel had Havana van oudsher een groter budget dan Folia. Dat komt mede door de inflatiecorrectie de afgelopen vijf jaar niet werd toegepast
Door samen te gaan, maken de bladen zich sterker, is de gedachte op de subsidie van Folia: de kosten om een blad te maken stijgen ieder jaar omdat prijzen in het algemeen stijgen, maar het budget dat Folia kreeg, steeg nooit met die kostenstijging mee. Om Folia Magazine zo sterk, mooi en doordacht mogelijk te maken, worden beide budgetten nu nagenoeg samengevoegd. Hoe gaat zo’n fusie in zijn werk? Een fusie is een precair proces dat tijd nodig heeft: mensen moeten aan elkaar en aan het idee kunnen wennen voordat een vloeiend samengaan wordt bereikt. Sinds augustus 2009 zitten de redacties van Havana en Folia al fysiek in dezelfde ruimte: een grote kamer in het Studentencentrum (Stuc), ook bekend als Crea 2. De redacteuren zijn op die manier heel letterlijk bekend geworden
met elkaars werk en zijn in de loop der tijd ook steeds meer met elkaar gaan samenwerken. Toen in januari 2011 intern bekend werd dat de bladen zouden samengaan, moesten de redacteuren toch even wennen. Zou het nieuwe blad niet te veel een voortvloeisel van Folia worden, vroegen de Havana-redacteuren zich verschrikt af? En zou het schrijven voor hogeschoolstudenten niet ten koste gaan van inhoudelijke en wetenschappelijke stukken, vreesden de redacteuren van Folia? Veel praten, overleggen, denken, uitwerken en schetsen was het gevolg. Na een tweedaagse heisessie in Egmond aan Zee met de voltallige redactie, werkte een kerngroep van zes mensen de daar opgedane ideeën uit. Wie is de doelgroep? Hoe moet het blad eruit zien? Welke rubrieken kunnen blijven? Hoeveel ruimte moet er zijn voor wetenschap, achtergrond, lifestyle en human interest? Allemaal vragen die zorgvuldig werden doordacht en uitgeprobeerd tot het blad langzaam vorm begon te krijgen. Na de productie van de allerlaatste Folia en Havana oude stijl kan de redactie zich nu helemaal richten op het nieuwe blad. Zitten er ook nadelen aan deze fusie? Dat ligt er maar net aan hoe je het bekijkt. Aan de reacties te merken, vrezen veel mensen dat er nadelen aan het samengaan van Folia en Havana kleven. Bezuiniging? Is vaak de eerste vraag die wordt gesteld. En hebben hogeschoolstudenten en universitaire studenten wel dezelfde wensen? Het is niet alleen geen bezuiniging, Folia Magazine zal zelfs meer journalisten aannemen om zich op verschillende terreinen te ontwikkelen als een scherp journalistiek platform. Een groter bereik gaat niet per se ten koste van de kwaliteit, ook niet nu de doelgroep groter wordt. Dat studenten van de HvA andere wensen hebben dan de studenten van de UvA is waar. Net zo goed zitten er grote verschillen in de wensen van studenten aan de UvA onderling en tussen de wensen van studenten en hoogleraren. Folia Magazine wil een zo groot mogelijk publiek bedienen. Niet door zomaar en ondoordacht allerlei stijlen door elkaar heen te gooien, maar door een kwalitatief hoogstaand blad te maken dat door zijn keuzes, invalshoeken en uitwerkingen interessant genoeg is voor iedereen. Als je een
paar weken na het verschijnen van Folia Magazine klachten hebt, dan horen we die graag. Wat kunnen de lezers verwachten van het nieuwe blad? Het nieuwe Folia wordt een combinatie van een wekelijks blad, Folia Magazine; een mooie en snelle website, Folia Web, met daarop nieuws, blogs, filmpjes en doorverwijzingen naar interessante, grappige en noemenswaardige artikelen over hoger onderwijs die elders op het web staan; meer gebruik van sociale media via Folia Facebook en Folia Twitter zodat lezers ook direct met Folia in gesprek kunnen gaan; een wekelijkse podcast, Folia Radio; een eigen discussieavond, Folia Nieuwscafé; en een leerschool om jong talent de kans te geven de eerste stappen in de journalistiek te zetten, Folia Leerschool. Folia wordt kortom een platform dat veel verder gaat dan een papieren blad met leuke artikelen over het leven op en rondom universiteit en hogeschool. Diepgravende journalistiek gecombineerd met luchtige reportages, stevige interviews afgewisseld met actuele trends en belangrijk nieuws naast leuke weetjes. De vormgeving van het blad blijft ook vertrouwd. Nu al hebben Folia en Havana dezelfde artdirector, Pascal Tieman, en de
Een groter bereik gaat niet per se ten koste van de kwaliteit, ook niet nu de doelgroep groter wordt. stijl waarin de bladen nu worden vormgegeven, blijft herkenbaar. Wel wordt het papieren blad veel kleiner en dikker. De columnisten Robbert Dijkgraaf en Emma Curvers blijven bij Folia Magazine, net als de rubriek ‘Overigens’ waarin hoogleraren en lectoren reageren op een actuele stelling. Er komt een rubriek over seks, over de passie van lezers, colleges worden gerecenseerd en studenten en docenten kunnen anonieme raad vragen over prangende dilemma’s. De redactie zet in op het maken van een veelzijdig, origineel en interessant blad. Op 8 september kun je zelf een oordeel vellen, dan ligt het eerste nummer van Folia Magazine in heel Amsterdam in de bakken. yyy
illustratie Pascal Tieman
Folia 15
Foto: Ward Kuipers
De centrale belangenbehartiger van Amsterdamse studenten
ASVA symposium: Urban Recycling
I
n Amsterdam staat meer dan
de aanwezigen bevonden zich project-
project onder handen te nemen? Meld
woningen te realiseren in lege kanto-
een miljoen vierkante meter aan
ontwikkelaars, woningcorporaties,
je dan aan via www.ASVA.nl/ACTA voor
ren. Een ander heikel punt is het feit
kantoorruimte leeg. Creatief om-
studenten, architecten, journalisten
meer informatie.
dat de gemeente nauwelijks middelen
gaan met leegstaand vastgoed
en enkele Amsterdamse politici, onder
biedt echter kansen voor stu-
wie wethouder Maarten van Poelgeest
Tijdens het slotdebat werd helaas dui-
aan te pakken. Verbetering is daarom
(Ruimtelijke Ordening).
delijk dat het weer in gebruik nemen
voorlopig niet in zicht.
dentenhuisvesting. Dat is ook hard nodig, want in Amsterdam ontbreekt het
heeft om eigenaren van lege kantoren
van leegstaande (kantoor)panden geen
aan meer dan 10.000 studentenkamers
Urban Recycling ving aan met zeer
gemakkelijke opgave is, ondank het
Een op slot zittende woningmarkt,
en dit tekort blijft oplopen. Daarom
goed nieuws: het leegstaande ACTA-
feit dat er legio gebouwen in Amster-
starre eigenaren van leegstaande
organiseerde de ASVA studentenunie
gebouw in Nieuw-West wordt dit najaar
dam te vinden zijn die potentie bieden
kantoren, structurele overwaardering
het symposium Urban Recycling, waar
omgebouwd tot een studentencomplex
voor studentenhuisvesting. Een van
en een gebrek aan middelen bij de
belangrijke spelers uit de vastgoedsec-
dat woonruimte biedt aan maar liefst
de problemen is dat eigenaren zich
overheid om werk te maken van onge-
tor bij elkaar kwamen. Hoofdvraag was:
460 studenten. Woningbouwvereniging
niet genoodzaakt voelen iets met hun
bruikt onroerend goed: hergebruik van
wat zijn de mogelijkheden om van lege
De Alliantie, eigenaar van het pand,
leegstaand vastgoed te doen. Dit is
leegstand kent jammer genoeg vele ob-
kantoorpanden studentenwoningen te
heeft hiervoor groen licht gegeven.
ronduit opmerkelijk, omdat leegstand
stakels. Tijdens Urban Recycling werd
maken?
De nog op te richten stichting Tijdelijk
eigenaren bakken met geld kost. Ze
duidelijk dat er desondanks kansen
Wonen Amsterdam zal met behulp van
missen niet alleen huurinkomsten,
liggen om werk te maken van leeg-
In het Trouwgebouw aan de Wibaut-
het Transformatieteam en de toekom-
maar moeten ook vaak erfpacht betalen
stand, zoals het ACTA-project bewijst.
straat gaf ASVA-voorzitter Lodewijk
stige bewoners zorg dragen voor het
aan de gemeente. Daarnaast worden
ASVA blijft daarom in gesprek gaan met
Berkhout het startsein voor een middag
bewoonbaar maken van het pand. De
lege gebouwen in Amsterdam structu-
eigenaren van kantoorpanden en de
vol presentaties, workshops en discus-
stichting zal het complex vervolgens
reel overgewaardeerd, dat wil zeggen
gemeente om hen te overtuigen van het
sies over de (on)mogelijkheden van het
gaan beheren en exploiteren. Studen-
dat de waarde van de panden kunstma-
nut van studentenkamers in leegstaan-
aanpakken van leegstaand vastgoed
ten die het beheer van het pand op zich
tig hoog wordt gehouden. Gevolg: een
de kantoren.
in Amsterdam en de potentie die er
nemen krijgen hiervoor een vergoe-
uiterst starre woningmarkt. Hierdoor is
ligt voor studentenhuisvesting. Onder
ding. Lijkt het jou een uitdaging om dit
het moeilijk om betaalbare studenten-
‘ We stopten onze hart en ziel in dat blaadje’ Schrijvers en journalisten, voor velen was Folia een springplank waar ze hun eerste redactionele ervaring opdeden. Herinneringen aan 1 aprilgrappen, rellen over omstreden advertenties en merkwaardige interviews. Floor Boon en Gijs van der Sanden
Boudewijn Büch (1948-2002) was verbonden aan Folia als redacteur tussen 1981 en 1984 en als medewerker tot 1996. Büch was bekend als publicist, schrijver, tvpresentator en dichter. Hij overleed in 2002 op 53-jarige leeftijd aan een hartstilstand. Een goede polemiek nooit uit de weg Boudewijn Büch werkte al enkele jaren voor Mare, het universiteitsblad van de Universiteit Leiden, voor hij op zijn 33e de overstap maakte naar Folia. De getalenteerde Büch begon als redacteur, maar al gauw bleek dat hij als gewone redacteur niet goed inzetbaar was, memoreert Margot Riedstra, verbonden aan Folia sinds 1978. Hij was een ‘ongeleid projectiel’, iemand die zich moeilijk liet temmen,
maar columns schrijven, dat kon hij goed. Een goede polemiek ging hij nooit uit de weg. Jarenlang beschreef Büch de halve achterpagina van Folia met columns over straatnamen, wetenschappers, schrijvers of literaire observaties. Zijn columns verschenen onder de titels ‘Love in vain’, ‘Het slijk der aarde’ en ‘Straatbrieven’ en tussen 1993 en 1995 wisselde Büch brieven uit met de polemische Theo van Gogh op de achterpagina onder de titel ‘Wassenaarse brieven’. Büch lokte heftige reacties uit met zijn persoonlijke aanvallen. Riedstra herinnert zich één voorval in het bijzonder. Nadat Büch een paar weken achtereen de dood als thema nam voor zijn columns, plakte iemand de ingang van Folia – in die tijd gevestigd in de Oude Hoogstraat – vol met stickers met daarop teksten als ‘lijkenpikker’. De
etiketten moesten een voor een worden losgetrokken voor het pand veilig kon worden betreden. Sjaak Priester (1952) werkte van 1983 tot en met 2001 in diverse functies bij Folia, waarvan een groot aantal jaren als hoofdredacteur. Tegenwoordig is hij redacteur van de Volkskrant. ‘Actievoerders staken tweeduizend Folia’s in brand’ ‘Ik ben altijd een voorstander geweest van de fusie tussen Folia en Havana. Een pak van mijn hart dat het nu dan toch eindelijk zover is. Evengoed is het een einde van een tijdperk, waar ik bijna twintig jaar deel van uit heb gemaakt. Ik zou een boek kunnen vullen met alles wat ik in die tijd heb meegemaakt. Een van de episodes die
Sjaak Priester en Boudewijn Büch op de redactie in de Nieuwe Doelenstraat in 1983 / foto Klaas Koppe
me helder voor de geest staat is de tijd dat Shell nog in het blad adverteerde, eind jaren tachtig. Shell was omstreden, omdat het bedrijf aanwezig was in Zuid-Afrika waar apartheid nog altijd aan de orde van de dag was. Toen Shell in Folia en andere Nederlandse universiteitsbladen ging adverteren om academisch geschoolde werknemers aan te trekken, leidde dat tot hevige reacties onder sommige studenten. Anonieme actievoerders wisten op een dag beslag te leggen op een deel van de oplage door de chauffeur van de drukkerij te bedreigen. Zij scheurden de advertenties uit het blad en retourneerden de Folia’s met een eigen pamflet, waarin ze hun motieven uitlegden. Het bestuur van Folia vond echter dat het blad geen ander advertentiebeleid moest hanteren dan de reguliere pers. De lezers moesten het verschil kunnen zien tussen een redactioneel artikel en een commerciële advertentie, vonden wij. Daarop staken de actievoerders een week later een stapel van zo’n tweeduizend Folia’s in brand, midden op het Binnengasthuisterrein. De politie moest eraan te pas komen. Binnen de universiteit liepen de meningen over de kwestie sterk uiteen, maar een officieel
Redactieleden, met geheel links Ewoud Sanders, in de Nieuwe Doelenstraat in 1985 / foto Henk Thomas
Folia 17
verzoek van de studentenfractie om te stoppen met de Shell-advertenties werd door de Universiteitsraad afgewezen. Een paar maanden later, aan het begin van 1990, werd de apartheid afgeschaft. De kou was toen inmiddels wel uit de lucht.’ Ton Elias (1955) werkte van 1977 tot 1982 als redacteur bij Folia. Hij zette zijn journalistieke carrière voort als politiek verslaggever bij Den Haag Vandaag en later bij RTL 4. Vervolgens werkte hij als directeur communicatie bij een groot bedrijf en startte hij twee eigen pr-bedrijven. Tegenwoordig is hij Tweede Kamerlid voor de VVD. ‘We waaiden nooit mee met de algemene opinie’ ‘ Folia was in mijn tijd een blad met gezag. We deden aan echte parlementaire verslaggeving en waren vaak de eerste met landelijk nieuws over het hoger onderwijs. Kranten schreven ons na. Het blad was in die jaren echt toonaangevend. In tegenstelling tot de meeste universiteitsbladen nu, durfden we in die tijd nog veel onafhankelijker te opereren ten aanzien van het College van Bestuur. Zo herinner ik me nog goed de affaire-Buikhuisen. Professor Buikhuisen was een criminoloog die onderzoek wilde doen naar de rol die biologische factoren zouden spelen bij het ontstaan van criminaliteit. Tegenwoordig kijkt niemand daar meer van op, maar eind zeventiger jaren was dat omstreden.
Iedereen geloofde toen nog dat crimineel gedrag werd aangeleerd. Vanuit bijna alle onderzoeksgebieden werd Buikhuisen verguisd, bekritiseerd en zelfs bedreigd, waardoor zijn onderzoek nooit echt van de grond is gekomen. Die man is gewoon helemaal kapotgemaakt en werd als een halve fascist weggezet. Uiteindelijk moest Buikhuisen de handdoek in de ring gooien en is hij in de antiekwinkel van zijn vrouw gaan werken. Bij Folia maakten we ons hard voor wetenschappelijke vrijheid en hebben we het altijd voor hem opgenomen, samen met het Leidse
‘In tegenstelling tot de meeste universiteitsbladen nu, durfden we in die tijd nog veel onafhankelijker te opereren’ Universiteitsblad Mare. Daar ben ik tot op de dag van vandaag trots op. Ik was dan ook zeer blij toen Buikhuisen enkele jaren geleden werd gerehabiliteerd, in een tvprogramma van de KRO. Het goede aan Folia was dat we nooit meewaaiden met de algemene opinie. We stopten echt onze hart en ziel in dat blaadje’. Theo van Gogh (1957-2004) was tussen september 1993 en februari 1995
columnist op de achterpagina van Folia. Van Gogh was regisseur, scenarioschrijver en schreef columns voor verschillende bladen. Hij baarde vaak opzien met de controversiële inhoud van zijn columns. Op 2 november 2004 werd hij vermoord. De grens van gepastheid ruimschoots overschreden Theo van Gogh was in de eerste helft van de jaren negentig te lezen op de achterpagina van Folia. Eerst wekelijks in een briefwisseling met Boudewijn Büch, later tweewekelijks met een eigen column. Van Gogh was berucht om zijn onverbiddelijke cynisme. UvA-wetenschappers die in zijn ogen overdreven politiek correct waren, kregen er in zijn column regelmatig van langs. De grootste rel ontketende van Gogh met een column die verscheen op 25 november 1994. Daarin maakte hij antisemitische en seksuele opmerkingen aan het adres van de historica Evelien Gans, die door haar en door vele anderen als bijzonder kwetsend werden ervaren. Hoewel van Gogh vond dat de column hooguit was te beschouwen als een sick joke, was iedereen het erover eens dat hij de grens van gepastheid ruimschoots had overschreden. Het bestuur van de vakgroep nieuwe en theoretische geschiedenis, waaraan Gans verbonden was, zei verbolgen te zijn over het feit dat de column was gepubliceerd en diende
Aaf Brandt Corstius en Ward Wijndelts in 2001
18 Folia
een klacht in bij de redactieraad van Folia. De redactie gaf onmiddellijk toe een fout te hebben begaan met het plaatsen van de tekst en verontschuldigde zich op de achterpagina voor de ‘antisemitische uitlatingen’. Van Gogh reageerde op zijn beurt woedend op de beschuldiging van antisemitisme, en stapte direct op. Volgens hem had de redactie het hem onmogelijk gemaakt verder voor het blad te werken. Sjaak Priester, indertijd hoofdredacteur van Folia, zei in die periode nogal ‘bang’ te zijn als hij Van Gogh op straat
Volgens Van Gogh had de redactie het hem onmogelijk gemaakt verder voor het blad te werken tegenkwam. Priester: ‘Hij heeft me wel eens de huid vol gescholden. Overigens was Folia niet het eerste, en ook zeker niet het laatste blad waar hij met ruzie vertrok.’ Ewoud Sanders (1958) begon zijn Folia-carrière in 1982 met een stage en werd aansluitend aangenomen als redacteur. Dat bleef hij tot 1985. Sanders werkt sinds 1986 bij NRC Handelsblad waar hij onder
Sjaak Priester op de redactieburelen aan de Herengracht in 1998 / foto Xander Remkes
Theo van Gogh in 2001 / foto Bob Bronshoff
andere een wekelijkse taalcolumn schrijft op de achterpagina. ‘Ik kreeg mijn stukjes altijd rood onderstreept terug’ ‘Ik was nog jong toen ik begon bij Folia. Tijdens mijn studie geschiedenis had ik de redactie gevraagd om stage te mogen lopen. Dat was bij geschiedenis ongebruikelijk in die tijd, maar ik mocht komen. Na drie maanden kwam er een vacature vrij en kon ik blijven. Hoewel ik een contract had voor tweeënhalve dag in de week, bracht ik meer tijd door bij Folia dan in de studieboeken, soms wel vijf dagen per week. Mijn tijd bij Folia herinner ik me als leuk en inspirerend, vooral door de leuke redactie met daarin ook Boudewijn Büch, die met zijn wilde plannen en onstuurbare karakter de boel nogal eens kon opschudden. Boudewijn was mijn mentor en van hem leerde ik onder andere over de opbouw van argumenten in een artikel. Zijn stijl vond ik inspirerend. Ik schreef veel over het studentenleven, grote stukken van soms wel twee pagina’s waar heel wat reacties op kwamen. Over studentenverenigingen en het corps schreef ik op cynische toon, iets wat ik nu niet zo snel meer zou doen, en daar maakte ik gauw vijanden mee. Ik ben nooit bedreven geweest in politieke journalistiek, ook toen niet. Eén keer moest ik een verslag schrijven van een bestuursvergadering, maar daar werd ik helemaal wanhopig van. Ironisch genoeg kon ik in die tijd slecht spellen en kreeg ik mijn stukjes van Sjaak
Redactie in café de Engelbewaarder bij het afscheid Sjoerd de Jong (staand in het midden) / foto Henk Thomas De redactie, met als tweede van links Ton Elias, aan het werk in café de Schutter in 1980 / foto onder Klaas Koppe
Priester altijd rood onderstreept terug. Ik ben nu taaljournalist en heb op aanraden van Sjaak ook flink aan mijn grammatica gesleuteld.’ Sjoerd de Jong (1960) werkte tussen 1985 en 1989 voor Folia, het eerste jaar als leerling-redacteur, later als gewoon redacteur. Is sinds 1990 verbonden aan NRC Handelsblad in verschillende functies. De Jong was jarenlang adjunct-hoofdredacteur van de krant en is sinds 2010 de ombudsman van NRC. ‘Ik moest mijn vragenlijstje afwerken’ ‘Het gekste wat ik heb gedaan voor Folia, al realiseerde ik me dat pas achteraf, was een interview met Pim Fortuyn in 1989. Fortuyn was directeur van de OV-studentenkaart BV met als doel de OV-jaarkaart in te voeren: hij zat toen nog in zijn liberale privatiseringsfase. De toenmalige hoofdredacteur Sjaak Priester stuurde me op pad en ik werd uitgenodigd bij Fortuyn thuis in een groot huis in Rotterdam-Zuid. Hij deed de deur open in een driedelig pak, best gek voor iemand die thuis werkt, en hij nam plaats onder een manshoog olieverfportret van zichzelf waarop hij ook stond afgebeeld in driedelig pak. Achter hem stond een tekening waarop een chauffeur een portier van een limousine openhoudt met de tekst: “Directeur BV OV-kaart waarschijnlijk ontvoerd.” De chauffeur zegt: “Er is geen geliefder persoon, geen fijner mens en
geen betere baas dan Pim Fortuyn.” De setting was ronduit vreemd en Fortuyn wilde veel liever over zichzelf praten dan over het project OV-kaart. Al na tien minuten meldde hij een narcist te zijn en dwaalde het gesprek steeds meer af. Ik zat daar heel gereserveerd en krampachtig, want ik had een vragenlijstje van mijn hoofdredacteur meegekregen dat ik moest afwerken. Avances heeft Fortuyn overigens niet gemaakt. Mijn gevoel voor tijd verdween volkomen en eenmaal op het station voelde ik me op een rare manier ontregeld. Ik heb een heel braaf stuk getypt, maar achteraf gaf het interview een mooie persoonlijke schets van de man Fortuyn. Hij veroorzaakte ontregeling en ontremming en omdat het mij persoonlijk was overkomen, heb ik goed kunnen begrijpen hoe hij jaren later de samenleving in zijn greep kreeg.’ Aaf Brandt Corstius (1975) werkte tussen 1997 en 2000 voor Folia, eerst als leerling-redacteur, later als gewoon redacteur. Ze had onder meer een eetrubriek en schreef later de column ABC op de achterpagina van Folia. In 2006 werd ze de dagelijkse columnist van nrc.next. Tegenwoordig is ze columnist van de Volkskrant. ‘Een heel artikel uit onze duim gezogen’ ‘Mijn mederedacteuren en ik werkten vaak ’s avonds op het kantoor van Folia, want dan konden we uit eten op kosten van de zaak. Op zulke avonden waren we
vaak leuke plannetjes aan het bedenken voor artikelen in het blad. Het was een vrolijke tijd waarin we ons helemaal vrij voelden om precies te doen wat we wilden. Zo ben ik een keer met collega Mariken Smit undercover gegaan bij Lanx, het studentencorps van de VU, in de tijd dat overmatig alcoholgebruik tijdens ontgroeningen nog vaak in het nieuws was. Ik weet niet hoe het kwam, maar op de een of andere manier geloofden ze daar dat we nog kersverse, achttienjarige studenten waren. We probeerden zo natuurlijk mogelijk over te komen en gingen af en toe even naar de wc om aantekeningen te maken in ons kladblokje. We hebben het later ook nog bij het echte corps geprobeerd, maar daar werden we gesnapt. Een ander gedenkwaardig moment was die keer dat mijn collega Ward Wijndelts en ik bij wijze van 1 aprilgrap een heel artikel uit onze duim hadden gezogen. Het ging over een “honderdstejaars” rechtenstudent, die dus zogenaamd een eeuw aan de rechtenfaculteit verbonden was en de ongelooflijke leeftijd van 118 jaar had. Overduidelijk een grap, dachten wij, maar veel mensen – onder wie onze hoofdredacteur Sjaak Priester – geloofden het gewoon! Mensen zeiden echt dingen als: “Wat goed dat jullie die vrouw hebben gevonden.” Sjaak was niet vaak boos, maar toen bleek dat het een grap was kregen we behoorlijk op onze lazer. We hebben het uiteindelijk met een rectificatie opgelost, maar Ward en ik hebben het er nog steeds over.’ yyy
Folia 19
bul 1982 Bob Bronshoff
Leeftijd: 53 (geboren op 21 maart 1958) Beroep: Fotograaf Studie: Nederlands, afstudeerrichting moderne letterkunde Afgestudeerd: 1982 Docent: ‘Anthony Mertens en Jef Bogman, beiden docent moderne letterkunde en toen ik studeerde kon je hen in één adem noemen. Ze zaten op dezelfde lijn wat betreft het geven van onderwijs en ik heb heel veel van ze opgestoken.’ UvA-locatie: ‘Het Lambert ten Katehuis, het instituut van Neerlandistiek aan de Herengracht. Een geweldig pand met een prachtige tuin, waar je kon zitten en die doorgang bood naar het pand aan de Keizersgracht.’
Trouw aan fotograferen
Café: ‘Van Puffelen. Geen typisch studentencafé, maar wel mijn favoriete café waar ik meer dan tien jaar heb gewerkt. Eerst als schoonmaker, later achter de bar.’ Afknapper: ‘Toen ik als fotograaf terugkwam op de UvA, ontdekte ik dat bij neerlandistiek sommige docenten uit mijn tijd waren vertrokken, maar er praktisch geen nieuwe docenten waren bijgekomen.’
foto Bob Bronshoff
Hij studeerde Nederlands, werkte meer dan tien jaar in café Van Puffelen en werd veelgevraagd fotograaf: Bob Bronshoff. Julie de Graaf
‘I
k wilde naar Amsterdam en ik wilde studeren. Het is heel banaal, maar ik las veel en hield van literatuur dus koos ik voor Nederlands. Ik was zo’n jongen die op de middelbare school Reve en Claus las, maar ik had geen idee wat ik met een studie Nederlands wilde doen. Toen ik begon realiseerde ik me niet eens dat de meeste neerlandici in het onderwijs terechtkomen. Dat was niet mijn ambitie. En ik wilde ook niet, zoals veel studiegenoten, stiekem schrijver worden. Ik wilde gewoon mooie boeken lezen en daar meer over te weten komen. Toen ik was begonnen met studeren,
20 Folia
vond ik dat ik mijn studie dan ook maar moest afmaken. Niet dat ik dat met tegenzin deed, integendeel. Nederlands is goed geweest voor mijn algemene ontwikkeling en ik heb nog steeds veel aan de kennis en de academische manier van denken die ik heb opgedaan. Het was een studie waarbij je erg vrij werd gelaten en er was veel ruimte voor studenten om zelf onderwerpen te kiezen en verdieping te zoeken. Bovendien hadden de studenten veel zeggenschap: we konden meepraten en meedenken met de vakgroepen en dat maakte ons betrokken. Ik deed veel naast mijn studie: ik werkte bij café Van Puffelen, was actief bij de
Asva en betrokken bij de kraakbeweging. Er gebeurde toen vrij veel in Amsterdam op dat gebied: er waren veel kraakpanden en die hadden aandacht nodig, dus dat kostte nog best wat tijd. Verder hield ik mij toen al bezig met fotografie. Ik had een donkere kamer, met de spullen van mijn vader, waar ik mijn filmpjes zelf ontwikkelde en afdrukte. Dat vond ik ontzettend leuk. Ik fotografeerde in de kraakbeweging, op mijn studie en voor wat blaadjes. Zo gauw ik afstudeerde, wist ik dat ik verder wilde met fotografie. Ik besloot fulltime in het café te gaan werken en daarnaast in mijn vrije tijd te fotograferen. Toevallig kwam ik vlak na mijn afstuderen op straat Ernie Tee tegen. Hij werkte toen voor het filmtijdschrift Skrien en vroeg me of ik daar niet eens wat foto’s voor wilde maken. Dat wilde ik wel en binnen no time stonden allerlei grote regisseurs als Akira Kurosawa en Wim Wenders voor mijn lens. Ik besloot om minder in de kroeg te gaan
werken en meer foto’s te maken. Eigenlijk was ik van plan om nog een studie fotografie aan de Rietveld Academie te volgen, maar dat werd me afgeraden door fotograaf Hans Aarsman. Hij gaf daar wel eens les en vond mij te oud om daar nog te beginnen. Hij had toevallig wat van mijn werk gezien en raadde me aan om niet nog een opleiding te volgen, maar vooral door te gaan met fotograferen. Dat advies heb ik opgevolgd. Een paar jaar later vroeg fotograaf Henk Thomas mij of ik wat foto’s voor Folia wilde maken en dat is eigenlijk nooit meer opgehouden. Tegenwoordig maak ik veel portretten, zoals voor deze rubriek in Folia, maar daarnaast doe ik eens in de zoveel tijd eigen projecten, en ben ik min of meer de vaste fotograaf van artiesten zoals Youp van ’t Hek, de Dijk en Acda en de Munnik. Dat is wel een kenmerk van mij: als ik iets doe, dan doe ik het vaak heel lang. Ik ben trouw aan mijn opdrachtgevers, en zij aan mij.’ yyy
Fen is uit
het beste
eten
Een schot in de roos
New Model Army
Lekker lepelen
Het echte leven diverse locaties
Jim Jansen (40) hoofdredacteur Folia Magazine
Balthazar’s Keuken Elandsgracht 108
Ik ben nu dan wel bijna dertig, toen ik begon met studeren was ik nog vitaal en knap en pas eenentwintig. Dat betekent gelukkig niet dat ik negen volle studiejaren op mijn conto mag (en op mijn cv moet) schrijven. In 2002 begon ik met Europese studies, bezocht ik zeven colleges en maakte ik geen enkel tentamen. Pro forma stapte ik na drie maanden nog even over op media en cultuur en in januari had ik me als UvA-student alweer uitgeschreven. De universiteit en ik, bedacht ik, vormden geen gelukkig koppel samen. Te groot, te massaal, te veeleisend, te anoniem. En ik te klein en te onzeker.
Spel: ‘Flipperen, dat doe ik al dertig jaar. Een ouderwets spel waarbij de bal nooit geheel te controleren is. “The ball is wild.” Een fysiek spel ook waarbij je je goed kunt afreageren. In elk café moet een kast!’
Na een jaar bier tappen bleek ik wel weer voldoende gemotiveerd wat aan mijn toekomst te doen. De keuze viel in de eerste plaats op de Schrijversvakschool (kleinschalig en persoonlijk) maar na twee jaar knaagde er óók een honger naar meer. Meer verdieping, meer kennis, meer abstractie en meer wereld. En zo gebeurde het dat ik mij, drie jaar nadat ik een eventuele carrière aan die overweldigende universiteit had vervloekt en had afgezworen, in 2005 weer inschreef voor drie eerstejaarsvakken wijsbegeerte.
Muziek: ‘Een grote liefde, popmuziek, maar al twintig jaar stabiel het allerbeste: New Model Army. Om de combinatie van sterke songs, goede teksten die een actuele waarde houden en het moment dat een band in je leven komt. Ik was toen zeventien, ging volop naar bandjes, maakte tapes. Een mooier nummer dan “Green and Grey” is niet gemaakt.’
Als eetgrage student heb ik naast to-do-lijstjes met academische verplichtingen, ook een to-eat-lijst. Bovenaan stond Balthazar’s Keuken al een tijd te trappelen om bezocht te worden. Zodoende schoof ik op een vroege zomerse vrijdagavond aan in de huiskamer van Alain en Karin op de Elandsgracht. De voordeuren staan wijd open. Er is geen terras, maar je zit wel in de frisse lucht. Het restaurant is lang en smal; de open keuken neemt een aanzienlijk stuk van het achterste gedeelte in. De tafeltjes staan strak langs de muren, en zijn zo klein dat je elkaar zelfs fluisterend verstaat. Het voelt heel huiselijk. Balthazar’s Keuken werkt met twee shifts per avond, en wij hadden de vroege – dan kan je vanaf zes uur aanschuiven en heb je tot ongeveer half negen de tijd. Om nog meer keuzestress te voorkomen is er een dagmenu dat wekelijks wisselt en drie gangen telt, met bijpassende wijnen. De gastheer pakte een nog onbezette stoel en kwam naast ons zitten om het menu van de dag uit te leggen. Het voorgerecht wordt op een verhoogde tafel naast ons bereid, we hadden dus al even gespiekt. Het bestaat uit een groot bord vol kleine hapjes, op een standaard gepresenteerd, zodat het broodbakje er nog onder past. Ruimtelijk inzicht hebben ze hier zeker. Je moet wel samen van kleine bordjes willen prikken, dus neem niet te grote eters mee, voor je het weet zijn alle potjes, bordjes en schaaltjes leeg. Persoonlijke favoriet van de avond was de crostini met bietenmousse en een stukje haring, op de voet gevolgd door de linzensalade met eend. Door de venkelsalade met olijven zat een beetje chili, en het potje zeebaars hebben we helemaal leeggelepeld. Een zacht geitenkaasje was versierd met een halfgedroogd tomaatje uit de oven. Na dit staaltje eclecticisme stroomde het restaurant vol en kwam extra personeel binnen, maar de persoonlijke aandacht verslapte niet. Als hoofdgerecht kozen we voor vis in plaats van vlees, geserveerd met pikzwarte sepia risotto en twee scheermessen. Precies zoals je ze vroeger op het strand vond, maar dan met de bewoners er nog in. Nog nooit gegeten, dus een nieuwe smaak. De bouillon van de risotto was zo lekker dat we een lepel vroegen om het zwarte bord zo wit mogelijk terug te kunnen geven. Lekker lepelen. Bij het eten dronken we vooral water met prik, gelukkig werd in het toetje ruim gecompenseerd voor dit gebrek aan alcohol. Een baba au rhum, een klein cakeje gedrenkt in rum deed mijn wangen zelfs na twee happen al rood gloeien. Voor een afsluitende espresso hadden we helaas geen tijd, de vroege shift sloot naadloos aan op de rest van het avondprogramma. En de volgende keer dat ik voor vrienden kook, weet ik weer wat het grootste compliment is: als ze om een lepel vragen. yyy
Dat bleek wat die honger betreft een schot in de roos. De filosofie en ik genoten de afgelopen zes jaar een stormachtig maar gepassioneerd huwelijk en in augustus hoop ik na wat ongetwijfeld nog een bloedstollende finale gaat worden – verbaal stuntel ik een stuk steviger dan schriftelijk – met een masterdiploma de UvA uit te lopen. En nu ik mij zo met die laatste loodjes bezighoud, nu ik zo zoetjesaan afscheid neem van zo veel inspirerende docenten, een poel aan geweldige studenten, van die studie waarin ik best mijn tanden heb gezet en van mijn jarenlange werk bij Crea, nu ik de laatste punten druk achter mijn columns in Havana en in Folia en daarmee niet alleen een fantastisch podium verlies voor mijn vingeroefeningen in het columnschrijven maar ook zeker voor mijn bandje Piet dat zich geboren zag in het studentenleven; nu ik – kortom – reflecteer op de studententijd die ik bijna tien jaar geleden nog zo gevreesd en vervloekt heb, kan ik niet anders dan dankbaar en trots zijn. Dankbaar, dat ik zo veel tof volk en mooie kansen naar mijn hoofd geworpen heb gekregen. En trots dus. Oók daarom. yyy Fen Verstappen Wil je wel eens zien wie al die tijd deze stukjes schreef en wat dat bandje Piet nu precies is? Ga dan naar de reprise van de albumpresentatie van Spaak, op 3 juli in de Roode Bioscoop. Kaarten à 10 euro zijn te bestellen via info@muziekvanpiet.nl onder vermelding van ‘Kaarten Rrrrrrroode Bioscoop’. Voor meer info, zie www.muziekvanpiet.nl
Humor: ‘Ik kan heel hard lachen om voetbalanalisten Johan Derksen en René van der Gijp. Een lelijke oude man met foute snor en pak en een authentiek persoon waarvan je er steeds minder ziet. Ze relativeren het voetbal tot wat het is: iets simpels. Elf verwende snotneuzen krijgen te veel geld voor amper hard werken.’
Boek: ‘De wereld als markt en strijd van Houellebecq, een niet-weglegboek dat je meesleept in een wereld vol ellende. De hoofdpersoon heeft een kutbaan, slaapt in achenebbisje hotels. Hoe diep kun je als mens zinken? Het boek relativeert, zet aan tot nadenken: dit kan jou en mij ook overkomen.’ Film: ‘Ik ben verknocht aan de Scandinavische cinema. Die heeft altijd iets deprimerends en gaat over menselijke tekortkomingen. Susanne Bier is by far mijn favoriete regisseur. Sterke films die vaak bij een volgende keer kijken nog beter worden. De beste: Brothers.’ Afknapper: ‘Ik citeer mijn favoriete columnist Robbert Dijkgraaf: “Er is in Nederland een ongelooflijke onderwaardering van de wetenschap.” In de trant van: het kost geld, studenten doen niks. Ik heb het over de gevestigde politieke partijen. Daarvan gaat de rekening komen. Wetenschap is de ontwikkeling van een land.’ Kunst: ‘Graffiti en street art. Het is anarchistisch, illegaal, een manier van leven; ik heb zelf lang gespoten. Delta steekt erboven uit, Keith Haring vroeger. Het gaat mij ook om het vrije woord. Je pakt een muur en laat zien dat je bestaat. Voor mij is het credo ‘wie schrijft die blijft’ daarvandaan gekomen.’ Gadget: ‘Een halssieraad gemaakt door mijn echtgenote toen ik nog niet wist dat zij dat zou worden. Het is het logo van New Model Army: een Keltisch kruis. Het betekent dat niets is vastgelegd. Ik ben ook half-Ier.’ Tijdschrift: ‘De wekelijkse glossy Folia Magazine, het nieuwe tijdschrift voor HvA en UvA: een onmisbaar platform voor studenten, medewerkers en hoogopgeleid Amsterdam.’ yyy Hans van Vinkeveen
Barbara Putman Cramer
Prijs: € 29,50 voor drie gangen, keuze tussen vlees of vis Keuken: internationaal Mysterie: wie is Balthazar?
Folia 21
Klein leed in een paar regels Ze waren aanleiding voor vreemde ontmoetingen, zielige verhalen en aardige gebaren. Bijna dertig jaar lang verzorgde redactiesecretaresse Margot Riedstra de ‘annonces’. Tot vorige week. Hoogtepunten uit de vreemde wereld van de annonce: ‘Ik had riant uitzicht op zijn kloten.’ Luuk Heezen
D
e annonces komen uit de tijd dat Folia naast de gebruikelijke geldstromen ook zelf geld moest gaan verdienen, wat toen nogal een vies idee gevonden werd. Dus kwam het idee voor advertenties van en voor de academische gemeenschap, zonder winstoogmerk. En zo geschiedde: de allereerste annonce verscheen op 8 januari 1983 (zie inzet). Het duurde even voor het publiek eraan wende, herinnert Riedstra zich. Zelf was ze een van de eersten die succesvol van de nieuwe dienst gebruikmaakte: ‘Ik heb zelf in het begin ook een annonce geplaatst, in Folia van 29 januari 1983: “Wie helpt mijn verzameling varkens (360 miniaturen, spaarpotten, speelgoedbeestjes, pren-
ten, e.d.) uitbreiden? Margot Riedstra. 525 3981.” Een week later kreeg ik een telefoontje, en kon ik op de letterenfaculteit een peper- en zoutstel ophalen dat bestond uit twee olijke varkentjes.’ Rare snuiters Om een annonce te plaatsen moest een formuliertje uit Folia worden uitgeknipt en ingevuld. ‘Daarbij kwam de typisch Nederlandse kruideniersmentaliteit naar boven. Aangezien iedere regel een
‘Mensen die hun portemonnee verloren hadden, kregen van mij een gratis annonce’ gulden kostte, werden er vaak leestekens bij een letter in het hokje gepropt. Bij het uittypen werd zo’n tekst dan automatisch langer, maar daar deed ik nooit zo moeilijk over. Al die mensen, soms wel vijfentwintig per week, kwamen persoonlijk langs om het briefje in te leveren en af te rekenen. Het was meestal leuk om even een praatje te maken. Soms zaten er ook minder leuke mensen bij. Bijvoorbeeld de neef van een niet nader te noemen bekende Nederlander. Wat een griezel was dat. Hij zocht altijd studenten die bij hem wilden wonen, verhaaltjes voor wilden lezen, of voor hem wilden poseren. En in de zomer stond er eens een student voor me die alleen gehuld was in een veel te klein sportbroekje. Die heb ik wel even laten weten dat ik het riante uitzicht op zijn kloten niet kon waarderen!’ Compassietarief Grote schandalen kan Riedstra zich evenwel niet herinneren. ‘Er was ooit een klein relletje over een annonce waarin een stel een oppas zocht die een “authentieke” Nederlander was. Die tekst is geloof ik in de eindredactie aangepast. Maar de meeste annonces gingen over de zoek-
22 Folia
Margot (toen en nu) met de varkentjes die zij via een annonce verkreeg / foto Pascal Tieman
tocht naar een kamer, bepaalde boeken of verloren eigendommen.’ Klein menselijk leed, verwoord in een paar bondige regels. ‘Bijvoorbeeld van mensen die hun portemonnee verloren hadden, of een dictatenbundel. Die kregen van mij het compassietarief, oftewel een gratis annonce.’ Pas in september 2001 begon Folia met e-mail te werken, en werden annonces digitaal aangeleverd. Door de opkomst van sites als marktplaats.nl en kamernet.nl bestaat de laatste jaren het gros van de annonces uit werving voor verenigingen, besturen en vrijwilligerswerk. In het totaal vernieuwde Folia Magazine is geen plek meer voor de annonces: ze passen niet meer bij de uitstraling en staan de verkoop van
grotere advertenties in de weg. Een gemis, vindt Riedstra. ‘Nu moeten studentenclubs op een andere manier aan aandacht komen. En ik vond het ook gewoon altijd erg leuk om te doen.’ yyy
Studenten Services
lezing
lezingenladder
Palestinian children in Israeli detention
De Balie
het cultureel studentencentrum van UvA & HvA
WO 22/6 20.00 uur LET OP! OPEningsTijdEns sErvicE En infOrmaTiEcEnTrum gEwijzigd! Op www.uva.nl/sic vindt je de meest recente informatie over onder andere de openingstijden in de zomer. Voor antwoorden op veelgestelde vragen kun je terecht op www.uva.nl/vragen. Op deze site vind je ook een verwijzing naar de webformulieren voor het stellen van een vraag aan het Service & Informatiecentrum. For answers to frequently asked questions see www.student.uva.nl/english/faq. On this website you will find a web form if you wish to ask a question to the Service & Information Centre.
www.uva.nl/sic
EffEcTiEf sOLLiciTErEn - TwEEdaagsE zOmErTraining vr. 12 en vr. 19 aug. van 09.30 - 16.30 uur
In de zomer is er weer een tweedaagse training Effectief Solliciteren. Er wordt aandacht besteed aan het belang van een realistisch zelfbeeld, hoe krijg je toekomstwensen helder, informatie verzamelen en netwerken, een brief en cv schrijven en tot slot de gelegenheid een sollicitatiegesprek te oefenen.
www.uva.nl/trainingscentrum
Since 1967, Palestinian children as young as 12 have been prosecuted in Israeli military courts and imprisoned inside Israel. These children are generally arrested in the middle of the night by heavily armed soldiers and taken, bound and blindfolded, to interrogation and detention centres, usually located inside settlements. Reports of ill-treatment during arrest, transfer and interrogation are common place, leading to the provision of confessions and conviction by military court in the overwhelming majority of cases. This lecture will give an overview of the problem and some of the options available to those wishing to provide a defence to children in the system. free for students, e 5,- all others
DO 23/6 20.00 uur
CREA Klassiek
Een podium voor klassieke amateurmusici. Beleef hun optredens in een informeel concert. Wil je zelf optreden? Stuur dan een e-mail naar: klassiek@crea.uva.nl. toegang gratis
DO 23/6, zA 25/6 20.15 uur
CREA Orkest speelt Dvorák en Rimski-Korsakov
Boris, Cypress Hill, Pennywise, Papa Roach en Suede zijn vijf van de ruim tweehonderd bands die geprogrammeerd staan voor het Dour Festival in België. In vier dagen zullen de bands op een van de zeven podia optreden. Folia geeft twee keer twee kaarten weg. Winnen? Ga naar Folia.nl/prijsvraag
Het CREA Orkest speelt dit zomerprogramma de achtste symfonie in G Major van Antonín Dvorák en de Scheherazade suite symphonique van Nikolaj Rimski-Korsakov. Concert in de Dominicuskerk in Amsterdam. toegang e 12,-, studenten e 8,-
theAter
Vr 24/6 en zA 25/6 20.30 uur, zO 26/6 14.00 uur
The Damned - Claire-obscur
Luchino Visconti’s meesterwerk The Damned is een controversieel, boeiend kunstwerk dat je grijpt vanaf het begin. Vermomd als een glorieuze soapopera, vertelt het de desastreuze neergang van een rijke Duitse adellijke familie die een staalimperium bezit en uit puur opportunisme wapens en kanonnen gaat produceren voor de nazi’s. Het stuk is een schrijnende analyse van het mechanisme van de macht en de schadelijke effecten van misplaatste macht. De slotscène zal niemand onberoerd kunnen laten. Een voorstelling van het CREA gezelschap Claire-Obscur (Theater IV). Spel: Diederik van Tuyll, Lars Melkert, Marijke Zondervan, Jet Steinz, Nitchka Wefers Bettink, Lidewij Severins. Regie: Francien Stigter. toegang e 7,-, studenten e 5,-
OKTOBERFEST MÜNCHEN 17Sep-02Okt11 3 Volle dagen Oktoberfest Vervoer + Verblijf + Fun!
WWW.OKTOBERFESTREIZEN.NL
Meer informatie over de CREA agenda: www.crea.uva.nl
crea zomer cursussen 4 juli t/m 19 augustus 2o11 www.crea.uva.nl
Naamloos-2 11 Naamloos-15
Naamloos-4 1
17-06-2011 15:45:38 09:52:46 15-04-2011
07-11-2008 08:56:48
Felix Meritis
WO 22/06, 08.45 uur Dag van de Valorisatie Congres over creëren van economische en maatschappelijke waarde uit wetenschappelijke kennis. Met o.a. staatssecretaris Halbe Zijlstra en VSNU-voorzitter Sijbolt Noorda.
Oudemanhuispoort
Muziek
Muziek
Prijsvraag
DI 28/06, 20.00 uur Patriotism and The Jewish State Vooraanstaande Israëlische rechtsgeleerde prof. Ruth Gavison over relevantie van loyaliteiten van joden én niet-joden in Israël aan hun land als joodse natie-staat.
ZA 25/06, 11.00 uur GET 2011 Duurzaamheidsevenement georganiseerd door de Commissie Duurzaamheid met workshops, tours en lezingen. Met o.a. Louise Fresco.
Pakhuis de Zwijger WO 22/06, 13.00 uur Muziek Telt! presenteert: Muziek en het brein Muziek(educatie) maakt slim, sociaal, verbetert het concentratievermogen en de leerprestaties. Met o.a. Dick Swaab. WO 22/06, 20.00 uur Free Press Unlimited presenteert Evgeny Morozov Schrijver van The Net Delusion gaat in debat met UvA-hoogleraar New Media Geert Lovink over de donkere kanten van het internet. MA 27/06, 18.00 uur Women Inc. Talkshow Thema ‘Techniek? Très chic!’, over de betekenis die moderne techniek kan hebben voor vrouwenemancipatie.
Smart Project Space ZO 26/06, 17.00 uur Debating Acta Over de gevolgen van de Anti-Counterfeiting Trade Agreement voor artiesten, industrie en publiek. Met o.a. Tim Kuik van Stichting Brein.
Trouw
WO 22/06, 21.00 uur PechaKucha Night Amsterdam Volume 18 Verhalen over biologisch afbreekbare schoenen, het internet als LSD, een lettertype speciaal voor dyslectici en meer. U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje naar Folialezing@gmail.com onder vermelding van ‘Aanmelding lezingenladder’. Voor adressen zie www.Folia.nl/lezingenladder.
Folia 23
De student
Dijkgraaf & Fresco
Van der Meulen & Curvers
Mijn leven als columnist
Afscheidsfeestnummer
De hoogleraar
‘Je zit vijfentwintig jaar stil in een hoekje te werken. Niemand heeft waardering voor je en je collega’s steken ook nog eens een mes in je rug.’ Zo hoorde ik een Nobelprijswinnaar zijn carrière in de wetenschap samenvatten. En dat was nog wel op een feestelijke dag! Hoe zouden de slechte dagen voelen, bedacht ik me. Het leven van een onderzoeker is niet altijd een pretje, maar bovenstaande zou ook een aardige beschrijving van het columnistenbestaan kunnen zijn. Het is heerlijk om regelmatig je meningen en ervaringen aan het papier te mogen toevertrouwen. Maar papier is geduldig en het zegt weinig terug. Al die jaren dat ik deze column in Folia heb geschreven – onder verschillende titels, voor of achter in het blad, tussen collega’s, studenten of gasten – is het totaal aantal reacties te tellen geweest op twee handen.
Is dat erg? Moet je noodzakelijk antwoord krijgen? Is de column niet eerder flessenpost die je vanuit een eenzaam eiland de grote oceaan ingooit en die ooit op een ver strand zal aanspoelen? Of is het meer een kleffe pannenkoek die je tegen de keukenmuur aan kwakt en die dan vormloos op de grond valt? Ik las laatst een mooie beschrijving van het menselijk bestaan van de hand van Rudy Kousbroek in een brief aan Gerard Reve: Je bent eeuwig opgesloten in een kerker, zonder te weten wat er buiten is of wat je misdaan hebt. Alleen met klopsignalen kun je communiceren. Soms hoor je vaag kloppen uit een andere kelder. Hoeveel andere kelders kent de gevangenis? Is er een heel systeem? Wie zitten daar en wat willen ze zeggen? Dat is het lot van de mens en dat is het lot van de columnist. Ik blijf in ieder geval kloppen en… luisteren. yyy Robbert Dijkgraaf
Jean Tillie hoogleraar electorale politiek
Je hebt van die jolige mensen die voor dit soort gelegenheden een songtekst vol hoogtepunten kunnen schrijven op een bekende melodie, die zich niets leukers kunnen voorstellen dan dít moment te bezingen. Dan heb je de zangers, en dan de mensen die sikkeneuren aan de bar. Mensen, die aan het begin van het feest al bedachten hoe het dadelijk allemaal afgelopen zou zijn. Mensen als ik. Ik ben als de dood voor verandering. Na de klap van een fusie én een naamsverandering, kun je van míj geen olijk stukje verwachten. Ik ben alvast weemoedig voor als het oude verdwenen is en óók alvast verbolgen voor het geval het onbekende slechter zal zijn. Ik kan er niets aan doen, ik kan het oude Folia pas echt bezingen als het dan tóch beter bleek dan het nieuwe. Halfvolleglasmensen zullen zeggen dat ik negatief doe. Halfvolleglasmensen zullen zeggen dat verzet tegen verandering verzet is tegen het leven zelf. Wie geen verandeClaes de Vreese hoogleraar politieke communicatie
ring wil, wil eigenlijk een beetje dood. Zal wel. Wij halfleegtypes zijn tenminste positief over de grootte van het glas, én over het verleden. Want Folia’s lange verleden, dát gaf mij vertrouwen. Dat het al héél lang zo’n beetje hetzelfde was. Ik was er dus mee aan, met het laatste nummer, tot iemand me vroeg of ik eigenlijk mocht schrijven wat ik wilde in Folia. ‘…Dat mag!’ begon ik nét iets te enthousiast. ‘Alles! Zelfs dat ik die fusie gewoon stóm vind, de toevoeging “Magazine” volstrekt onnodig, en dat ik de toekomst vol scepsis en angst tegemoet zie! Geen letter wordt daaraan veranderd!’ Ineens zag ik het. Folia verandert eigenlijk, om te kunnen blijven wat het is. Folia verandert om een onafhankelijk blad te kunnen blijven garanderen, in een tijd waarin dat bedreigd wordt. Als er dus iets te vieren valt, dan is het dat er in wezen tóch niets verandert. Bijna. Daar proost ik op met een gemiddeld gevuld glas. yyy Emma Curvers Marita Mathijsen hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde
overigens Door te fuseren met Havana is Folia nog beter in staat een luis in de pels te zijn van de UvA en de HvA. Jean Tillie: ‘Ja en nee. Ja, want bij het samengaan van beide bladen wordt de redactie groter en krijgt het nieuwe tijdschrift meer middelen om wekelijks een blad te maken. Nee, want een grotere organisatie betekent doorgaans ook een moeilijker hanteerbare organisatie. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Of, om het op z’n Cruijffiaans te zeggen: elk voordeel heb z’n nadeel. Toch denk ik dat het voordeel in dit geval groter is dan het nadeel. Door groter te worden én meer een luis in de pels te zijn, zal de invloed en de impact van Folia op beide instellingen groter worden. Het College van Bestuur heeft laten zien dat ze heel gevoelig is voor media-aandacht met als gevolg dat de redactie waarschijnlijk ook meer gecontroleerd zal worden door de communicatiemensen en voorlichters van de UvA. Dat is op zichzelf niet slecht, maar het geeft aan dat de redactie zich 24 Folia
stevig zal moeten weren. Het hangt daarom ook van de redactie af of de fusie tussen beide bladen een succes zal worden of niet. De tijd zal het leren.’ Claes de Vreese: ‘Hierover drie dingen. Het eerste is dat bijna alle fusies mislukken. Het samenvoegen van twee organisaties is doorgaans geen enkele garantie voor een beter product. De cultuurverschillen vormen het grootste risico en zowel de redactie als de mensen die het proces begeleiden moeten ervoor waken dat die niet in de weg van een vruchtbare samenwerking komen te staan. Ten tweede is het op zich heel verstandig en belangrijk om een onafhankelijk universiteitsblad te hebben. Vooral de functie van luis in de pels is daarbij belangrijk en dat brengt me ook meteen op het derde punt, namelijk dat het zijn van een luis in de
pels richting de universiteit bijzaak begint te worden met de plannen die zich in Den Haag ontvouwen. Vrij en onafhankelijk onderzoek wordt, als het aan Den Haag ligt, alleen nog maar gedaan als onderdeel van de economische agenda. Die inbreuk op vrij onderzoek en de bezuinigingen zijn problemen waar de universiteitsjournalistiek zich echt zorgen over moet maken. Het zou daarom goed zijn om de focus te richten op de Tweede Kamer in plaats van op het universiteitsbestuur.’ Marita Mathijsen: ‘Ik vind dat Folia nu niet echt een luis in de pels is, maar de vraag is of dat überhaupt gewenst is. Luis heeft iets weg van querulant, dat moet het ook niet zijn. Eerder moet het blad de universiteit kritisch volgen op verschillende gebieden en wat mij betreft doet Folia dat nog te weinig. Het zou kunnen
zijn dat een verdubbeling van talent dat beter kan. Het lijkt me dat wanneer twee ploegen hun krachten bundelen, daar iets goeds uit kan komen. Meer focus op misstanden binnen de universiteit, maar ook meer aandacht voor de uitwisseling van kennis op onderwijsgebied. Het komt nu vrijwel niet voor dat docenten van de UvA en HvA samenwerken. Kijkend naar beide bladen is het duidelijk dat Folia meer diepgang heeft. Havana is meer gericht op visualiteit en korte stukjes, minder op analyses. Wel heeft Havana, in tegenstelling tot Folia, aandacht voor internationale studenten: de bladen zouden daarom het beste van beiden kunnen bundelen. Ik hoop dat daarbij de diepgang van Folia blijft overheersen.’ yyy Floor Boon In deze rubriek reflecteren wetenschappers op een actuele stelling.