FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA
nr. 23 13/03/2013
Rouwen helpt Sta stil bij je verdriet
(advertenties)
Folia maakt kennis... ...met Nico
Keuning
schrijver en docent HvA
EIT ICT Labs
MASTER SCHOOL
Woensdag 13 maart tussen 16.00 en 17.00 uur in de OBA (Oosterdokskade 143) Live te beluisteren op AmsterdamFM (106.8 in de ether en 103.3 op de kabel)
www.masterschool.eitictlabs.eu
Vanaf 14 maart terug te luisteren op
Two-Year Programme in ICT Innovation. 2 Master‘s Degrees. Seven Technical Majors. Minor in Innovation & Entrepreneurship. 19 Leading European Universities.
20 maart • Fleur Bouwer
www.foliaweb.nl
UvA promovenda (psychologie) en klarinettiste
Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam Amsterdam FM.nl de stem van de hoofdstad
FLOOR AGENDA
KOHNSTAMMHUIS, WIBAUTSTRAAT 2-4 | WWW.FAcEBOOK.cOM/FLOORHvA
FLOOr start een KOOr Leercentrum FLOOR is bezig met het oprichten van een zangkoor. Het wordt een laagdrempelig koor waarbij plezier en samen leren voorop staat, maar wel onder professionele leiding. Af en toe optreden hoort erbij. Studenten en medewerkers van de HvA en de UvA worden van harte uitgenodigd om mee te doen en weet je iemand van buiten de HvA/UvA die geïnteresseerd is: ook welkom! Als je zin hebt om eens per week van 17.00-18.00 uur te zingen in het Kohnstammhuis stuur dan een mailtje naar floor@hva.nl. Geef in je bericht jouw voorkeursdag op, dan kijken we wat de mogelijkheden zijn.
cREATING TOMORROW
Over FLOOr Leercentrum FLOOR van de Hogeschool van Amsterdam is een plek voor activiteiten en evenementen die onderwijs, bedrijfsleven en culturele- en maatschappelijke organisaties bij elkaar brengen. Een programma van onder meer debatten, symposia, presentaties, voorstellingen, lezingen, tentoonstellingen en workshops biedt ruimte voor uitwisseling en ontmoeting. FLOOR is er voor studenten, docenten, de beroepspraktijk en een breed geïnteresseerd publiek uit de stad. Kennis delen staat centraal, van elkaar leren en elkaar inspireren is het doel van alle activiteiten. FLOOR is te vinden in het Kohnstammhuis aan de Wibautstraat in Amsterdam.
inhoud #23
redactioneel Knullig
De Grote Vier 6
Deze maand wordt per HvAdomein iemand afgevaardigd om te strijden voor de titel ‘Docent van het Jaar’. Deze verkiezing wordt voor de vierde keer door de Asva voor de hogeschool georganiseerd. Het is goed dat docenten op deze manier in het zonnetje worden gezet – dat kan wat mij betreft niet vaak genoeg gebeuren. Toch is er iets vreemds aan de hand met deze verkiezing. Elk jaar worden bijna dezelfde mensen geselecteerd. Malcolm Biezeveld won de titel in 2012, terwijl hij in de jaren er voor op de derde en tweede plaats eindigde. Charlie Mulholland – de winnaar van 2011 – viel in 2010 ook al in de prijzen en is dit jaar opnieuw genomineerd. Ook Rem Pronk, docent sport, management & ondernemen, heeft al meerdere malen zijn smoking uit de mottenballen moeten halen. Persoonlijk heb ik niets tegen de nominatie van Mulholland of Pronk, maar de organisatie zou ervoor moeten zorgen dat niet elk jaar dezelfde personen worden genomineerd en winnen. Want dat staat knullig, en is bovendien ontmoedigend voor die honderden andere HvA-docenten die ook prima werk verrichten.
Brazilië, Rusland, India en China zijn de wereldmachten van de toekomst. Wat doen hun studenten dan hier?
(Niet-)integer gehandeld? 12
Rechtsgeleerde Peter Rijpkema was onzorgvuldig met zijn bronvermelding. En dat is dus geen plagiaat.
Praten lucht op 22
De dood van een dierbare zorgt voor veel verdriet. De rouwgroep leert je ermee om te gaan.
Duyvendaks Nederland 26
Tolerantie is niet typisch Nederlands, vindt socioloog Jan Willem Duyvendak. Maar het is wel belangrijk.
Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl, @jimfjansen
en verder
(twitter)
de week/het moment/navraag 4-5 passie 11 op de tong 15 opinie 16-18 Asis Aynan 17 Emma Curvers 18 brief 19 promoties 19 objectief 20-21 drift 25 overigens 29 Folia maakt kennis 30-31 Folia tipt 32-33 lezingenladder 33 prikbord 34-35 wasdom 36-37 stage 37 toehoorders 38 de lezer/deining 39
FoliaMagazine
3
de week Wat wil je nou écht in het leven?
E
en hoogleraar die onzorgvuldig te werk gaat met zijn bronvermeldingen: we kunnen ons voorstellen dat je dat niet van de daken schreeuwt. Voordat je het weet tuimel je geen tien maar vijftig plaatsen naar beneden op de World Reputation Rankings van Times Higher Education Magazine. Maar het onder de pet houden van het onderzoeksrapport naar de onzorgvuldige werkzijze van de betreffende hoogleraar Rijpkema is weer een ander verhaal. Zelfs na aanhoudelijk aandringen van de onderzoekscommissie om het rapport openbaar te maken, meent het College van Bestuur te kunnen volstaan met een summiere samenvatting. Dat doet vast wonderen voor hun reputatie. Niet ondenkbaar overigens dat er bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid binnenkort nog meer lijken uit de kast komen vallen. Studentenpanels krijgen binnenkort de schone taak toebedeeld om de kwaliteit van de faculteit wat op te krikken. Ze blijken bij rechten namelijk niet alleen last te hebben van narcistische hoogleraren; organisatorisch is het ook huilen met de pet op. Een student liet aan Folia Web weten soms drie tentamens op één dag te hebben. Dan denk je die tentamens te hebben gehaald omdat er een voldoende in SIS staat, zie je rustig een paar dagen later voor hetzelfde vak een onvoldoende in het systeem verschijnen. Ook het inschrijven voor een tentamen in SIS is geen sinecure. Sta je op het punt om de haren uit je hoofd te trekken van wanhoop omdat je geen snars snapt van de vakcodes of weer eens uit het systeem bent gegooid? Wend je dan eens tot tentamencoördinator Pieter Claeys. Hij is nooit te beroerd om een vraag over SIS te beantwoorden. Het leverde hem zelfs de titel medewerker van het jaar van het Domein Economie & Management op. De begripvolle
4
FoliaMagazine
Naar Marktplaats ga je tegenwoordig niet alleen meer voor een vintage fauteuil. Ook voor een echte minor kun je er prima terecht. Wie denkt dat het hier een grap betreft heeft het mis. Hogeschool Inholland heeft al interesse getoond, liet een medewerker van Knowmads – dat de minor aanbiedt – weten.
Claeys blijkt ook van een gebbetje te houden. ‘Als de studenten er na enige hulp wel in slagen om zich in te schrijven, zeg ik bijvoorbeeld: “Ik zie in jou wel een SIS Next Topmodel.’ Claeys heeft een cheque ter waarde van duizend euro gewonnen te besteden binnen het onderwijs. Misschien kan Claeys er de HvA-minor KnowMADic Learning Lab van kopen die sinds deze week wordt aangeboden op Marktplaats. Deze minor was vorig jaar nog te volgen aan de HvA, maar overlapte naar de smaak van de examencommissie te veel met de minor management van creativiteit & innovatie en werd geschrapt. Toch jammer. Want studenten leerden tijdens deze mi-
nor wat ze echt willen in het leven. Wij doen een gooi: een informatiesysteem dat werkt? Zorgvuldige hoogleraren? Of toch een transparant CvB? yyy Eva Rooijers en Gijs van der Sanden
8 maart 2013
tweet van de week Sissy @szzrd Docent: ‘Pink Floyd, dat is echt een heel grote band. Zeg maar echt de Coldplay van toen.’ Ik had niet naar school moeten gaan vandaag. https://twitter.com/szzrd/status/
Een onverwachte samenkomst van geestverwanten, donderdag 7 maart na afloop van Room for Discussion. Een vijftal studenten dat voor het nabijgelegen Sarphatihuis stond te demonstreren tegen de bezuinigingen op zorgwerkers, maakte van de gelegenheid gebruik hun sociaaldemocratische kameraad Jeroen Dijsselbloem om steun te vragen. Uiteindelijk toonde de minister van Financiën zich van zijn solidairste kant, en pakte hij zowaar een krantje aan van zijn jonge broeders en zusters. Om te lezen terwijl zijn chauffeur hem in zijn dienstauto naar een volgende afspraak bracht. yyy tekst en foto Clara van de Wiel
navraag Jan van Maarseveen Onderwijs in 2020? Nog steeds met hoorcolleges. Tijdens een HvA-debat over het ‘Onderwijs in tijden van Digitalisering’ brak de pasbekroonde UvA-Docent van het Jaar Jan van Maarseveen een lans voor de veelgeplaagde lesvorm.
U heeft geen ervaring met collegezalen vol smartphonezombies? ‘Helemaal niet! Je moet er tijdens een hoorcollege voor zorgen dat het interactief blijft. Dan merk je het ook direct als de aandacht een beetje wegzakt. Ik zie mensen zelden op hun telefoon kijken, en als ze praten gaat het vrijwel altijd over de stof. De docenten die roepen dat ze geen hoorcolleges meer kunnen geven, zijn gewoon slechte docenten!’ Is het niet efficiënter studenten de stof zelf te laten bestuderen? ‘De echte toppers hebben geen docent nodig.
Maar voor Jan met de pet blijft een hoorcollege ontzettend belangrijk. Daarmee breng je structuur aan in de stof. Wel denk ik dat de combinatie van hoorcolleges en opnames ontzettend goed is. Dan kan iedereen het nog een keertje terugkijken. Verder is het hetzelfde als bij muziek. Ik luister heel graag naar Pink Floyd op de radio, maar uiteindelijk ben ik het liefste bij een concert.’
De jeugd zou individualistischer zijn. ‘Ach welnee. De aard van de mens verandert helemaal niet. Volgens mij worden er ook een heleboel studenten helemaal gek van dat geface-
book. Die zijn blij als ze even twee uur heel geconcentreerd met iets anders bezig kunnen zijn. Ze kunnen wel thuis voor hun computer gaan zitten, maar dan zijn ze veel sneller afgeleid.’
Ook in 2020 zijn er dus nog hoorcolleges? ‘Absoluut. Het verschilt misschien per vak, maar voor het leren van het oplossen van een wiskundeprobleem is het essentieel dat een docent dat voordoet. Zoals men over honderd jaar ook nog steeds verliefd wordt, zo zal je om iets te leren dan ook nog steeds een docent moeten hebben die je iets overdraagt.’ yyy Clara van de Wiel
FoliaMagazine
5
Wereldmachten van Je woont in één van de landen die deze eeuw de nieuwe wereldmachten zullen worden. Wat drijft je dan om te vertrekken uit je moederland en te gaan studeren op een continent in crisis? tekst Henk Strikkers / foto’s Bram Belloni
T
ezamen vormen ze de helft van de wereldbevolking en hun economieen behoren tot de snelstgroeiende van de wereld. Sterker nog, ze staan te trappelen om de Verenigde Staten en de Europese Unie van te troon te stoten en de grootste economische en politieke macht van de wereld te worden. De voorspellingen van investerings-
Lucas Cândido (20) bouwkunde, HvA ‘Dat ik in Amsterdam terecht ben gekomen is eigenlijk puur toeval. De Braziliaanse overheid heeft een nieuwe studiebeurs uitgegeven zodat honderdduizend studenten naar Europa kunnen komen. Ik koos voor Nederland om mijn Engels te verbeteren, maar ik kon niet kiezen op welke universiteit of hogeschool ik terecht zou komen. Ik ben erg blij dat ik aan de HvA ben gekoppeld; ik vind Amsterdam een geweldige
‘In Brazilië verandert de omgeving constant’ stad. Vooraf had ik er niet echt een beeld van: in Brazilië kennen we Amsterdam alleen als stad vol coffeeshops en hoeren. In het semester dat ik hier ben is het al een echt thuis geworden. De mensen zijn hartverwarmend en staan altijd klaar om je te helpen. Wellicht dat ik na mijn studie terugkom: ik vind het hier geweldig. Wat me opviel toen ik hier aankwam was dat alles al klaar was. Alles is al geregeld en zoals het zou moeten zijn. In Brazilië verandert de omgeving constant. Ik kom uit Belém, een stad in het noorden van Brazilië die twee keer zo groot is als Amsterdam. Daar worden continu nieuwe wijken en fabrieken gebouwd. Belém ligt in een achtergebleven regio die hoofdzakelijk draait op de ijzerertsen bauxietmijnen in de buurt. We hebben veel
6
Brazilië
FoliaMagazine
problemen, maar vooral het onderwijsstelsel en de huisvesting moeten dringend verbeterd worden. De grote kracht van Brazilië is dat het vriendschappelijke banden heeft met bijna alle landen ter wereld. Het drijft handel met China, het drijft handel met andere landen in Latijns-Amerika, met de Verenigde Staten en ook met de Europese Unie.
Dat is de boodschap die Brazilië wil uitstralen: een vriendelijk en vreedzaam land dat geen vijanden heeft. Dat is ook de missie die tijdens het WK voetbal in 2014 en de Olympische Spelen in 2016 centraal zal staan. Hopelijk krijgen mensen daardoor een goed beeld van Brazilië en leren ze dat Brazilië meer is dan voetbal en de Copacabana.’
de toekomst bank Goldman Sachs wijzen erop dat over vijftien jaar Brazilië, Rusland, India en China tezamen (kortweg BRIC) groter zijn dan de G7 (Canada, Duitsland, Frankrijk, Italië, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten). Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw openden de veelal protectionistische regeringen van de BRIC-landen hun economieën, en met gevolg:
China en India zijn vanwege hun lage lonen ’s werelds grootste producenten en Brazilië en Rusland exporteren op grote schaal grondstoffen. Niet alleen op economisch gebied heeft de opmars van de BRICs gevolgen. Ook op politiek gebied laten de wereldmachten in spe hun stem steeds luider horen. Zo wil de hele westerse wereld bijvoorbeeld de druk op de Syrische regering verhogen,
maar staan China en Rusland voorlopig pal achter de regering van president Assad. Terwijl hun thuislanden steeds belangrijker worden in de wereld blijven er studenten die hun moederland verlaten en kiezen voor het oude continent Europa. Waarom maken zij deze keuze? En wat verandert er in de wereld als hun land de belangrijkste wereldmacht wordt?
Anna Ostrovskaya (20) Nederlandse taal & cultuur, UvA ‘In Sint-Petersburg studeer ik Nederlandse taal & cultuur, dus de keuze voor Nederland lag voor de hand. Ik ben voordat ik hier ging studeren ook in Utrecht gaan kijken, maar Amsterdam beviel me beter. Tijdens de vijf maanden dat ik nu in Nederland verblijf, ben ik verliefd geworden op Amsterdam. Het is een heel gezellige stad en ik vind de studiemogelijkheden ook erg goed. Amsterdam lijkt qua sfeer een beetje
‘Rusland is niet zoals de andere BRIC-landen’ op mijn eigen Sint-Petersburg, wellicht dat ik het er daardoor zo goed naar mijn zin heb. Rusland is niet zoals de andere BRIC-landen. Dat zijn allemaal snelgroeiende economieën die in rap tempo veranderen. In Rusland gaat het allemaal iets langzamer, wij zijn geen Dubai of Qatar. We groeien misschien wel snel, maar ons land verandert niet zo abrupt als bijvoorbeeld China en India. Daar ontstaan allerlei nieuwe steden en economische sectoren. Dat is bij ons totaal niet aan de orde. Waar we het meest van profiteren is onze groeiende export van olie en gas aan Europa en steenkool aan de oosterse economieën. Wellicht is het voor buitenstaanders gemakkelijker om grote veranderingen te zien in Rusland, maar ik zie
Rusland ze niet in mijn omgeving. Ik denk niet dat Rusland nog lang zo blijft doorgroeien. De producten die Rusland exporteert zijn brandstoffen die in steeds meer landen worden vervangen door duurzamere alternatieven. Wil Rusland blijven groeien dan zullen ook andere economische sectoren ontwikkeld
moeten worden en dat gebeurt op dit moment te weinig. Ik hoop overigens van harte dat Rusland niet een wereldmacht als de Sovjet-Unie van weleer wordt. We hebben destijds gezien dat het ongelooflijk uit de hand kan lopen en ik denk dat weinig mensen behoefte hebben aan een nieuwe Koude Oorlog.’
FoliaMagazine
7
BRICs in cijfers Brazilië, Rusland, India en China hebben tezamen 2,9 miljard inwoners en hun opgetelde bruto nationale producten bedragen 14,5 biljoen dollar. Dat is een vijfde van de wereldeconomie. Het gemiddelde inkomen van de inwoners in de vier landen is overigens laag. Het bruto nationaal product per hoofd van de bevolking is in Rusland nog het omvangrijkst met ruim 13 duizend dollar. Ter vergelijking: in Nederland is dat bijna vier keer zo hoog. Ook qua individuele vrijheden is het niet bepaald goed gesteld in de BRICstaten: met name China en Rusland schenden op grote schaal mensenrechtenverdragen.
Ankit Daftery (22) werkt aan een project in het MediaLAB van de HvA ‘Ik heb niet specifiek voor Nederland of Amsterdam gekozen. Ik was vooral op zoek naar interessante projecten die ik buiten India kon doen. Daarbij stuitte ik op het MediaLAB van de HvA en gelukkig ben ik door de selectie gekomen. In India is er niet echt veel belangstelling voor Amsterdam of Nederland; zelf wist ik ook niet goed wat ik kon verwachten. Mijn vrienden hebben een beeld van Amsterdam dat door allerlei films is gevormd. Ze maken altijd grappen over drank, drugs en velden vol tulpen. Deze stad bevalt me wel, alles is geordend en het weer vind ik ook aangenaam.
Het leeftempo verschilt nogal van dat in Mumbai, waar ik vandaan kom. In Mumbai wonen meer mensen dan in heel Nederland en het leven is er veel spannender. Iedere dag moet je laten zien dat je beter wilt zijn dan de ander. Je moet überhaupt steeds weer vechten voor een plekje in de bus en de trein. Dat mis ik wel in Nederland. De concurrentie tussen studenten en collega’s is hier veel minder hevig dan daar. De ongelooflijke concurrentiezin is inherent aan de Indiase economie. Daarnaast zijn er een miljard Indiërs en tien miljard behoeften. De Indiase economie produceert ook veel goede producten en is erg voordelig voor ondernemers. Op dit moment groeit de technologiesector ultrasnel; er zijn talloze nieuwe ondernemingen die
8
India
FoliaMagazine
nieuwe of betere producten maken of service bieden op technologisch gebied. Ik denk dat het aantal technologieondernemingen alleen maar zal blijven groeien. Als ik aan het India van de toekomst denk, denk ik aan een land dat niet gepest kan worden door andere landen en dat bekendstaat om
foto uit privécollectie Ankit Daftery
‘In India is weinig belangstelling voor Amsterdam’
zijn technologische durf en snufjes. Kortom, ik reken erop dat India een echte wereldmacht wordt.’
?
De opvolgers van de BRICs De BRIC-landen werden aan het eind van de vorige eeuw getipt als de nieuwe wereldmachten. Inmiddels zijn er nieuwe landen die zich tot de snelst opkomende markten mogen rekenen. Zo introduceerde Goldman Sachs in 2005 de Next Eleven (Bangladesh, Egypte, Filippijnen, Indonesië, Iran, Mexico, Nigeria, Pakistan, Turkije, Vietnam en Zuid-Korea) en sprak The Economist in 2009 over de CIVETS-landen (Colombia, Indonesië, Vietnam, Egypte, Turkije en Zuid-Afrika). Veel van deze staten zijn op dit moment politiek instabiel en veel kleiner dan de ontzaglijke BRICs. Of ze ooit dezelfde status zullen bereiken is dus hoogst onzeker.
Joyce Yuan (20) International Financial Management, HvA ‘In China kennen mensen over het algemeen het stereotiepe kaas- en tulpenbeeld van Nederland, slechts een kleine groep weet dat Amsterdam een prettige stad is om te leven. Ik ben zelf erg onder de indruk van de kwaliteit van het onderwijs hier in Amsterdam. Naast de goede studiemogelijkheden is Amsterdam natuurlijk een echte handelsstad en dat heeft ook meegespeeld bij mijn keuze. Ik woon nu naast de HvA-locatie Fraijlemaborg in een grote flat met alle uitwisselingsstudenten en vermaak me daar prima. Het gemis van het Chinese eten valt me af en toe wel zwaar.
‘China weet goed te profiteren van de globalisering’ Mijn thuisstad, Chengdu, is een van de grootste steden van China en staat bekend om haar eetcultuur. De filosofie achter eten is in Nederland totaal anders. Wij frituren veel en kunnen uren doen over het bereiden van een gerecht, terwijl mensen hier meer belang hechten aan eenvoud en voedingsstoffen. Wat me hier ook verbaast is dat veel Europese studenten China als een gevaar zien, terwijl wij niets kwaads in de zin hebben. Het zou goed zijn als er meer Europese studenten naar China zouden gaan en zien hoe het is om daar te leven. Wellicht stellen ze hun mening dan bij. Niet zo lang geleden was dat nog onmogelijk, maar de laatste twintig jaar is China veel opener geworden. Dat is een belangrijke oorzaak van de
China snelle economische groei. Daarnaast weet China goed te profiteren van de globalisering. Door de lage lonen hebben veel grote bedrijven de weg naar China gevonden. Mijn regio is bijvoorbeeld sterk gegroeid door de productie van schoenen en het vervaardigen van Apple-producten. Ik hoop dat er op korte termijn meer aandacht
komt voor het milieu en voor onderwijs. Daarin kan China nog iets leren van het Westen. Andersom zou het Westen wel iets van de oosterse filosofie kunnen overnemen. Die draait om het zoeken van harmonie met jezelf en met de rest van de wereld. We kunnen immers alleen een betere wereld creëren als we het samen doen.’ yyy
FoliaMagazine
9
(ingezonden mededeling)
Hoe ziet jouw Amsterdam eruit in 2025? Over 13 jaar bestaat Amsterdam 750
deze problemen opgelost kunnen worden.
Onze bedoeling is om zo veel mogelijk
jaar. Een respectabele leeftijd voor deze
Natuurlijk kunnen wij niet de economische
ideeĂŤn van studenten te verzamelen en
prachtige stad. Studenten hebben, sinds
en de ecologische crisis oplossen, maar wij
daarvan een studentenvisie te maken. Wij
de oprichting van de UvA, altijd een grote
kunnen wel ervoor zorgen dat Amsterdam
organiseren daarvoor brainstormavonden
impact gehad op de stad. Mede dankzij
bijdraagt aan het oplossen van deze
met studie- en studenten-verenigingen en
hen werd Amsterdam het centrum van de
problemen.
het Amsterdam Centre for Entrepreneurship.
internationale hippie beweging. Sinds de jaren zestig is er natuurlijk veel veranderd. Het homo-huwelijk, het gedoogbeleid op softdrugs, de democratisering van universiteiten en hogescholen en euthanasie zijn een aantal van de verworvenheden van deze tijd.
Daarom hebben wij besloten om een studentenvisie 2025 op te stellen. Hoe moet Amsterdam er uit zien over 13 jaar? Moet Amsterdam klimaatneutraal zijn? Moeten er speciale regelingen komen voor jonge ondernemers? Wat is de rol van de UvA/HvA in de stad? Zijn alle discotheken tot zeven
Onze tijd kent helaas geheel nieuwe pro-
uur in de ochtend open? Doen alle studenten
blemen. De economische ĂŠn de ecologische
vrijwilligerswerk? Zijn er regelvrije zones in
crisis zijn daarvan de beste voorbeelden.
Amsterdam?
Studenten hebben goede ideeĂŤn over hoe
De studentenvisie bieden wij op 6 mei aan burgemeester van de Laan aan. Op 14 maart is de kick-off van de studentenvisie 2025. Job Cohen, Maarten van Poelgeest, Paul Doop en Pieter Tordoir presenteren daar hun visie op Amsterdam in 2025 in de CREA theaterzaal. Het is het moment om inspiratie op te doen! Komt allen!
passie Honkbal PAtRICK SChUChARD (21, fiscale economie, UvA) droomt van de Amerikaanse Major League. ‘De hele dag honkballen op een Amerikaanse campus, wat zou dat fantastisch zijn. Niets anders aan je hoofd hebben dan beter worden, en nog beter. En daarnaast natuurlijk studeren, want dat is ook belangrijk. Jammer genoeg is dat leven alleen weggelegd voor de meest getalenteerde honkbalspelers op aarde, en voor jongens met extreem rijke ouders: de opleiding kost $ 40.000 per jaar. Voor je als Nederlander een beurs krijgt moet je wel echt de sterren van de hemel spelen. Er is zo ontzettend veel Amerikaanse concur-
rentie, kinderen worden in de VS geboren met een honkbalknuppel in hun handen. Ik ben goed, maar daar is amper tegen op te boksen. Naarmate de tijd vordert wordt de kans dat mijn droom – spelen in de Amerikaanse Major League – uitkomt steeds kleiner. Maar ik ga niet bij de pakken neerzitten. Ik ben een vechter en honkbal is mijn leven. Op zaterdag ga ik niet uit, maar honkbalfilmpjes kijken op You Tube en dan vroeg naar bed om zondagochtend fris op het veld te verschijnen. Ik wil beter worden, harder
rennen, verder slaan, geen enkele bal missen. Daar heb ik alles voor over. Ik heb ooit eens mijn pols gekneusd tijdens een wedstrijd. Ik mocht een paar weken niet spelen. Knettergek werd ik van het niets kunnen doen. Daar zat ik nutteloos aan de zijlijn terwijl mijn team me nodig had. Mijn gezondheid boeide me op dat moment niet. Ik heb mijn coach gesmeekt toch mee te mogen doen. Al was het alleen maar als renner. Zo veel hou ik van mijn sport, van mijn team.’ yyy tekst Marith Iedema / foto Fred van Diem
FoliaMagazine
11
Rijpkema-gate Peter Rijpkema, hoogleraar in de rechten, nam grote delen uit een studieboek over in een nieuw handboek dat hij onder een andere titel uitgaf. Met zijn eigen naam op de kaft. Dat leidde tot klachten. Een commissie van wijze heren boog zich over de zaak en oordeelde dat de hoogleraar ‘onzorgvuldig’ te werk was gegaan, maar dat er desondanks géén sprake was van niet-integer handelen of plagiaat. Folia Magazine kreeg het volledige rapport onder ogen dat rector Dymph van den Boom, tegen de uitdrukkelijke wens van de commissie, weigerde openbaar te maken. Een reconstructie. tekst Marieke Buijs / illustratie Pascal Tieman
2001 De vakgroep encyclopedie werkt 2008 De vakgroep beslist dat er na aan een nieuw studieboek voor eerstejaars rechtenstudenten. Zeven leden van de groep schrijven elk over hun eigen expertisegebied. Onder redactie van hoogleraar Popke Brouwer smelten hun bijdragen samen, zodat een gezamenlijk auteursrecht op alle stukken ontstaat.
ZOMER De eerste druk van het hand2003
boek, Recht, een introductie (REI) ligt in de winkel. Op het titelblad worden de auteurs in alfabetische volgorde genoemd, bij de hoofdstukken staan geen auteursnamen.
2006 Brouwer overlijdt op vierenvijf vierenvijftigjarige leeftijd.
2008
Peter Rijpkema volgt Brouwer op als hoogleraar algemene rechtsleer.
12
FoliaMagazine
onderwijshervormingen een nieuw handboek nodig is. Ze besluiten REI daarvoor als basis te gebruiken, in ingekorte vorm en aangevuld met teksten van handboeken uit Utrecht, waar Rijpkema eerder werkte. Rijpkema is van plan een eigen rechtsfilosofische draai aan het boek te geven. Rijpkema vraagt geen toestemming voor het gebruik van de teksten aan de erven van Brouwer, noch aan Ruud Bergamin en Eke Poortinga, twee auteurs van REI die inmiddels met pensioen zijn.
Begin Rijpkema selecteert teksten uit 2009
REI, kort sommige in, selecteert andere teksten uit Utrechtse handboeken, past de volgorde aan en stelt zo het nieuwe boek Inleiding in de rechtswetenschap (IIR) samen. Wegens tijdsdruk komt hij er niet toe de rechtsfilosofische inslag te veranderen. Op de kaft staat de titel, met daaronder ‘P. P. Rijpkema’. Op het titelblad staat ‘redactie’ onder zijn naam. In de verantwoording staat onder meer: ‘Dit boek bouwt voort op het werk van velen. In de
eerste plaats op het boek Recht, een introductie van P. W. Brouwer, R. J. B. Bergamin, A. M. Bos, C. L. B. Kocken, E. Poortinga, G. J. M. Veerman, J. J. C. M. Wirken.’
JUNI Een auteur van REI, die ano2009
niem wil blijven, klaagt bij Rijpkema. Het boek ligt dan al bij de drukker. Decaan Edgar du Perron stelt voor een inlegvel met aanvulling op de auteursvermelding in te voegen, maar Rijpkema wijst die suggestie van de hand.
ZOMER De eerste druk van IIR ligt in 2009
de winkel. Ook de andere auteurs van REI, die nog bij de vakgroep werken, kaarten bij Rijpkema aan niet tevreden te zijn over de auteursvermelding.
2010 Tweede druk IIR. Aan de auau-
teursvermelding in het boek is niets veranderd. Auteurs van REI klagen bij Du Perron.
en als in de verantwoording zou zijn aangegeven dat de redactie slechts het inkorten van teksten betrof. Al met al noemt de commissie het handelen van Rijpkema ‘onzorgvuldig’, maar acht zij het onaannemelijk dat Rijpkema ‘als wetenschapper niet integer heeft gehandeld door wetenschappelijke scheppingen van anderen voor eigen gewin en eer als zijn eigen resultaten te (willen) presenteren’. hoe oordeelt de integriteitscommissie in het rapport? De commissie oordeelt dat Rijpkema ‘eigengereid’ en ‘onhandig’ te werk is gegaan en dat hij en de uitgever van REI toestemming hadden moeten vragen aan de erven van Brouwer en
aan de gepensioneerde Bergamin en Poortinga. Verder vindt de commissie dat de auteursvermelding ‘volstrekt onvoldoende’ is om recht te doen aan het aandeel van anderen. De commissie had het logischer gevonden als alle auteurs van REI op het titelblad zouden zijn genoemd
voorjaar Drie wetenschappers van 2011 Du Perron legt de zaak voor aan 2012 de raadsman Wetenschappelijke Integriteit van de UvA, Jaap Zwemmer.
Medio Zwemmer concludeert dat 2011
Rijpkema’s auteursvermelding geen recht doet aan het werk van de auteurs van REI, maar dat geen sprake is van plagiaat. ‘Hij heeft niet stiekem de teksten van anderen overgeschreven om ze als eigen werk te presenteren.’
2011
Derde druk IIR. Op advies van Zwemmer staat op het omslag nu ‘Rijpkema e.a.’ Van de nieuwe rechtsfilosofische draai die Rijpkema aan het boek wilde geven is nog altijd geen sprake.
23 aug Du Perron mailt Rijpkema: met 2011
het advies van Zwemmer en de wijzigingen in de derde druk is voor hem de zaak van afgedaan.
buiten de UvA, die anoniem willen blijven, klagen bij de decaan over de auteursvermelding in IIR. Na een gesprek verwijst de decaan ze door naar het CvB. Dat vraagt hoogleraar intellectuele eigendomsrecht Jaap Spoor, hoogleraar informatierecht Egbert Dommering en hoogleraar strafrecht Hans de Doelder zich als integriteitscommissie over de zaak te buigen.
13 nov De commissie hoort de klagers. 2012 Rijpkema is hierbij aanwezig.
28 nov De commissie brengt advies uit 2012
aan het CvB en adviseert dit volledig openbaar te maken om speculaties over plagiaat te voorkomen.
feb Het CvB geeft aan het advies 2013
van de integriteitscommissie te volgen, behalve op het punt van de openbaarmaking.
Volgens de gedragscode is zorgvuldigheid een kernbegrip van wetenschappelijke integriteit. Dus hoe kan Rijpkema dan onzorgvuldig hebben gehandeld en toch integer zijn geweest? Commissielid Egbert Dommering: ‘Dat beginsel van de integriteitscode heeft hij inderdaad geschonden. Omdat de UvA de code van de VSNU onderschrijft, zou je kunnen zeggen dat Rijpkema zijn arbeidsovereenkomst heeft geschonden. Maar de code van de VSNU is niet bindend, daarom hebben wij de zaak getoetst aan het auteursrecht. En Rijpkema heeft niet verzonnen, gemanipuleerd of overgeschreven, de drie “hoofdzonden” in de wetenschap zoals de commissie-Schuyt ze benoemde. Vandaar dat wij menen dat geen sprake is van niet integer handelen.’ Waarom zijn de regels over wetenschappelijke integriteit zo onduidelijk? Frans van Steyn, integriteitsexpert van de VSNU, zegt daarover: ‘De klachtenregeling van de VSNU wordt door alle universiteiten onderschreven en biedt daardoor consistentie. Maar het is niet mogelijk keiharde regels op te stellen, omdat veel zaken niet zwart-wit zijn. Er is een groot grijs gebied. Om zorgvuldige toetsing te waarborgen moeten universiteiten een vaste commissie aanstellen voor het behandelen van integriteitsklachten.’ Werd Rijpkema rijk van de publicatie van IIR? Nee. De opbrengst van IIR werd, net als de opbrengst van REI, op de rekening van het vakgroepfonds gestort. yyy
FoliaMagazine
13
(advertorial)
‘De combinatie van het onderwijs en bedrijfsleven maakt Eerst de Klas uniek.’
W
e spreken UvA alumnus en neerlandicus Laurens vlak voor hij naar school vertrekt om zijn VWO 3 klas te begeleiden als mentor. Als deelnemer van het traineeprogramma Eerst de Klas is hij drie dagen per week werkzaam als docent Nederlands op het Geert Groot College in Amsterdam. Daarnaast volgt Laurens de universitaire lerarenopleiding, voert hij een project uit bij Shell en krijgt hij o.a. trainingen op het gebied van persoonlijk leiderschap en ontwikkeling bij De Baak. Dat Laurens het onderwijs in zou gaan, lag tijdens zijn studie niet voor de hand. Hij deed de bachelor politicologie, had een bijbaan in de horeca en was lid van verschillende commissies binnen de roeivereniging, waar hij ook voorzitter van het bestuur was. Hier merkte hij dat hij het ontzettend leuk vond om voor een groep mensen te staan en leiding te geven. Via via hoorde Laurens over Eerst de Klas. ‘Na mijn master Nederlandse Taal en Cultuur wilde ik het onderwijs in, maar ik wilde ook mijn leiderschapskwaliteiten verder ontwikkelen. Eerst de Klas bood mij de perfecte combinatie.’ Na een intensieve selectieperiode begon Laurens in augustus 2012 aan het traineeprogramma. ‘Vanaf het eerste moment word je uitgedaagd in Eerst de Klas. Je spreekt een bestuurslid van de onderwijsbond, werkt samen met topmanagers in het bedrijfsleven en als docent word je in het diepe gegooid. Gelukkig biedt de introductie van de universitaire lerarenopleiding genoeg handvatten om de eerste dagen voor de klas door te komen.’ Voor Laurens was
de veelzijdigheid van het programma een belangrijke reden om te solliciteren:
‘Het bijzondere aan Eerst de Klas is dat je actief bent in het onderwijs, maar tegelijkertijd binnenkomt in de top van de bedrijven. Deze mooie samenstelling maakt Eerst de Klas uniek.’ Het project bij Shell voert Laurens samen uit met een geoloog en een grafisch ontwerper. Een niet voor de hand liggende, maar goedwerkende combinatie: ‘Het samenwerken met mensen uit andere disciplines werkt verfrissend en juist omdat we verschillen in onze benadering, vullen we elkaar goed aan. We worden dan ook serieus genomen; de bedrijven vinden echt dat je als jonge docent en leider meerwaarde kan hebben binnen de organisatie.’ Het is een intensief programma, waarin je je medetrainees snel, goed leert kennen: ‘We zijn echt een hechte groep geworden, binnenkort gaan we zelfs een weekendje weg met elkaar.’ Wat Laurens na twee jaar Eerst de Klas gaat doen? ‘Voorlopig vind ik het onderwijs ontzettend uitdagend, de combinatie met bestuur blijft voor mij heel aantrekkelijk en misschien kom ik wel terecht aan de bestuurlijke kant van het onderwijs.’ Wil jij ook participeren in een traineeprogramma dat onderwijs en bedrijfsleven combineert? Solliciteer dan voor 31 maart naar een plek bij Eerst de Klas. Kijk voor meer informatie op www.eerstdeklas.nl
foto Sandra Hazenberg
op de tong
Mensjelief
Nova Zemblastraat 586 (West)
C
afé Mensjelief is een plek waar alles klopt. De glühwein pruttelt op de bar, erboven hangen worsten en knoflook en de kaarsjes zorgen voor warm licht. Het is aangenaam binnenkomen als het buiten koud is. Enthousiast worden
we begroet door de dame achter de bar, die er vanavond alleen voor staat. We mogen zitten waar we willen en we kiezen voor een plekje tegen de mooie bakstenen muur en dichtbij de verwarming. De glühwein wordt ingeschonken en smaakt kruidig, warm en zoetig. De chocola-
demelk krijgt een dikke toef verse slagroom op zijn smakelijke kop. Omdat de bardame onze bestelling even vergeten was, krijgen we direct een gratis drankje aangeboden, terwijl we ons prima vermaken met een van de vele spelletjes die aanwezig zijn. Het brood is knapperig van buiten en zacht van binnen en de kruidenboter is zelfgemaakt en zeer smakelijk. Het vleesplankje bestaande uit worstjes en met een uienprutje besmeerde broodjes is van goede kwaliteit. De worstjes zijn lekker pittig. Het ene hoofdmaal is een Hollandse gehaktbal met aardappelpuree en geroerbakte groente en het andere is de vegetarische hap van de dag: fajitas. Erbij bestellen we de luiewijvenfriet, de beste friet die ik sinds tijden at: knapperig, maar niet droog. De maaltijden zijn in hoeveelheid ruim en in smaak voortreffelijk voor een eetcafé. Jammer alleen dat de fajitas zelf gevouwen en belegd moeten worden. Lekkerder was het als deze rechtsreeks met gesmolten kaas uit de oven kwamen. Een toetje past er niet meer in. Eigenlijk is de zorgzame, vriendelijke en attente bediening het toetje. En bij het betalen blijkt ook nog dat we te veel hebben gepind. yyy Suze de Wit Folia Magazine ontvangt graag je restaurantrecensie en vergoedt tot € 50,-. Maximaal 270 woorden, (suggesties voor de) kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail je recensie naar redactie@folia.nl. Stuur de originele bon naar Folia Magazine, t.a.v. Stephanie Gude, Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD, A'dam.
DOEN
NOVA ZEmBLA
GLühWEIN
Mensjelief wordt ondersteund door stichting DOEN, die financiële ondersteuning biedt aan ondernemende mensen met duurzame, culturele en sociale initiatieven. Het geld van stichting DOEN komt van de drie goededoelenloterijen: de Nationale Postcodeloterij, de Vriendenloterij en de BankGiroloterij. Voor alle door DOEN ondersteunde initiatieven geldt dat ze onvoorwaardelijk zijn in hun doel om een bijdrage te leveren aan de groene, sociale en/of creatieve samenleving.
Willem Barentsz en zijn bemanning waren in 1596 met een zeilschip uit Amsterdam vertrokken op zoek naar de noordelijke doorvaart naar Azië. Toen het schip vastraakte in het ijs ten noorden van het huidige Rusland bij Nova Zembla, bouwden ze een hut om in te overwinteren: het Behouden Huis. Overwinteraar Gerrit de Veer schreef na zijn behouden terugkomst een boek over hun belevenissen en maakte van Nova Zembla een ankerpunt in de Nederlandse geschiedenis.
Boen een sinaasappel schoon en snijd hem in plakken. Warm de inhoud van een fles rode wijn op op een laag vuur en voeg de plakken sinaasappel, 1 kaneelstokje, 1 kruidnagel en 2 el suiker toe. Zorg ervoor dat de wijn niet gaat koken, dat komt de smaak niet ten goede en dan kan de alcohol vervliegen. Laat het wijnmengseltje nog 30 minuten doorborrelen en giet het daarna in een stijlvolle beker. Genieten maar!
FoliaMagazine
15
opinie
Digitaal is niet alles Het voorbeeld van Inholland om de bibliotheek volledig te digitaliseren verdient vooralsnog geen navolging, vindt Jaroen Kuijper. illustratie Marc Kolle
L
eren doe je vanaf papier. Kan dat anders? Nee, want mensen zijn er niet op ingesteld. Zelfs in Silicon Valley, waar veel onderwijs wel een groot digitaal aandeel heeft, kiezen IT-magnaten voor scholen met traditionele lesmethoden. Maar Hogeschool Inholland kiest voor een digitale bibliotheek. Waarom? Dat blijkt helaas niet uit de nieuwsberichten. Het is een ‘prachtige innovatie’ volgens Inholland-voorzitter Doekle Terpstra en je kunt ‘makkelijk thuis de literatuur inkijken’ volgens de bibliotheekmanager. Je wilt thuis de stof doornemen, zet de laptop aan en gaat naar de webportal met het boek. Tsja, en dan? Downloaden en printen mag niet. Je moet het doen met de pixels op je scherm. Onderstrepen is niet mogelijk. Er zijn geen weblinks naar gerelateerde informatie, en delen met medestudenten kan ook niet. Wil je iets doen met de stof, dan zit er niets anders op dan knippen/plakken naar een eigen samenvatting. Die is dan ook nog eens bewerkbaar, printbaar en deelbaar. Maar dat kun je ook al met een boek. Zelf annotaties maken, kopiëren en uitlenen. En eventueel tweedehands verkopen. Niet met e-books. Dat elektronische boek is niet van jou. En zelfs niet van de bibliotheek. Het is van de uitgever en blijft van de uitgever. We betalen alleen voor het gebruik van de webpor-
16
FoliaMagazine
tal en niet voor het bezit. Toch kost het vrijwel evenveel als het papieren boek. Vreemd. Je verwacht een flink prijsvoordeel door lagere kosten
Aynan
Marokkanen (3) bij de uitgevers, die zelf laten weten dat die lagere beheerkosten echt bestaan. Jammer genoeg staan die bij kleine oplagen in geen verhouding tot de andere kosten en blijft het prijsvoordeel beperkt. Wat we er wel gratis bij krijgen is een gebruiksbeperking om kopiëren tegen te gaan. Bij elkaar geen vrolijk beeld voor bibliotheek en onderwijs om te beslissen een digitale collectie te gebruiken. Tenminste, niet voor leerboeken. Leesboeken zijn een ander verhaal. De boeken die worden gebruikt door studenten om meer over hun onderwerp te weten te komen. Of docenten die zich willen inlezen in het vakgebied en goede readers willen leveren. Dan is het voldoende om te kunnen lezen en de relevante stukken eventueel over te nemen. En dat kan! De HvA-bibliotheek biedt ongeveer 50.000 boeken in databanken aan. Variërend van licht informatief tot zwaar technisch. Die kun je lezen waar en wanneer je maar wilt. Wel in het Engels allemaal. Dit blijkt grotendeels de insteek van Inholland. Beperkte ondersteuning voor digitale leerboeken, en totaal digitaal voor leesboeken. Dat gaat problemen opleveren. Als voorloper struikelt Inholland over het onbestaande Nederlandstalige aanbod in webportals. Bibliotheken kopen namelijk geen losse e-books bij de boekhandel. Er bestaat geen enkel bibliotheeksysteem waarin die verwerkt kunnen worden. Bibliotheken kopen licenties op toegang tot een webportal naar databanken. In deze databanken zijn de boeken en tijdschriften dan te vinden. Maar Nederlandse uitgeverijen doen het slecht met zulke portals. De gewenste boeken ter verrijking van het onderwijs vind
je daarin niet terug. Laat dat nou ongeveer driekwart van het papieren bezit zijn in een gemiddelde hbo-bibliotheek. Inholland gaat deze problemen te lijf door meer internationalisering. Ik lees daarin, meer Engelse taal in het onderwijs. Als noodgreep, omdat er geen Nederlandstalig materiaal beschikbaar is in de databanken. Het vak verandert niet, de studenten zijn niet veranderd en de docenten ook niet. Alleen het beschikbare materiaal is nu Engelstalig, dus moeten de opleidingen zich aanpassen. Zonder te weten wat de gevolgen voor leerprestaties zijn, zal het onderwijs zich moeten instellen op lessen met Engelstalig, digitaal lesmateriaal. Hebben ze op Inholland al een afgerond traject ‘Learning Tomorrow’? Ik hoop het voor ze. Ik kan doorgaan met wijzen op de technische problemen bij gebruik van verschillende webportals. Alle uitgevers en leveranciers bieden een eigen portal aan. En dan nog de problemen die gebruikers van die systemen zullen krijgen. Het vinden en ophalen van het gewenste materiaal wordt er niet eenvoudiger op. De bibliotheek Inholland staat voor een interessante, ambitieuze overgang die ik met veel aandacht zal volgen. Maar wat mij betreft heeft Inholland het paard achter de wagen gespannen. Dan is de ingeslagen weg van de HvA zo slecht nog niet. Vernieuwen op het gebied van onderwijs en daarbij aansluiten met digitalisering. En gelukkig kunnen wij en andere bibliotheken leren van het voorbeeld van Inholland. yyy Jaroen Kuijper is informatiespecialist HvA Bibliotheek/informatieopleidingen.
In deel twee schreef ik dat bepaalde banden met Marokko, zoals de huwelijkswetten, niets anders dan pseudoverplichtingen zijn voor de Marokkaanse Nederlander. Lang heb ik nagedacht waarom men toch voor de Marokkaanse staat trouwt, omdat de geplaatste handtekeningen resulteren in grote ongelijkheid. De enige reden die ik kan bedenken is de vrees om van de gebaande paden af te wijken, zelfs als die vol scherven liggen. Gelukkig krijgt de Marokkaanse Nederlander steeds meer door dat er een groot verschil bestaat tussen culturele en juridische banden. De eerste verrijken, de tweede verarmen. Wie ook de vreemdste zaken van je vragen zijn imams. Ik heb er veel gekend, en met sommigen heb ik nog altijd een goede relatie, maar nooit maakte een van hen een opmerking die mijn geest deed groeien of wankelen. Een paar jaar geleden werden jongerenimam El Forkani en ik uitgenodigd door jongerenvereniging Argan om met elkaar in gesprek te gaan over de grote stad en de Marokkaanse jeugd. Gesprekken met overtuigde moslims draaien op de een of andere manier altijd uit op eros en in het bijzonder de afdeling lust. De jongerenimam zei dat afspraakjes tussen jongens en meisjes verboden zijn. Als een stelletje elkaar wil ontmoeten, dan moet dat onder (mannelijke) begeleiding. Nu heb ik een streng religieuze opvoeding gehad, maar dergelijke tnawies (beuzelpraat) is nooit tot mij gekomen. De imam verspreidde uit het hoofd geleerde theorieën die de wereld ontkennen. Moet hij weten. Maar wat mij raakte was het goedkeurende applaus. Het leek wel een politieke partijbijeenkomst waar op commando wordt geklapt. In het publiek zaten flink wat mensen die ik regelmatig tegenkom in het Amsterdamse nachtleven waar met scharrels biertjes worden gedronken. Het applaus verstomde. De imam in mij kwam naar boven en zei: ‘Jullie moet veel, heel veel neuken.’ yyy Asis Aynan
FoliaMagazine
17
Curvers
opinie
Mag het licht uit? De HvA zou duurzaamheid niet moeten prediken, maar moeten bezigen, vindt Elsa van Swieten.
I
ndien de Hogeschool van Amsterdam (HvA) een 24-uursvergunning krijgt, die ze duidelijk in de wacht willen slepen, zullen ze in ieder geval geen last krijgen van extra kosten met betrekking tot het licht. Dag en nacht laten ze op de HvA de lichten branden. Mochten zij geen interesse hebben in de vergunning, dan proberen ze waarschijnlijk te laten zien dat ze hardwerkende studenten hebben die de hele nacht doorwerken. Mijn oude studentenkamer, waar ik van 2010 tot 2012 woonde, lag op steenworp afstand van de HvA-locatie op het Rhijnspoorplein. Ik kwam er langs als ik naar de Albert Heijn ging en ik kwam er langs als ik in de nacht thuiskwam van het uitgaan. Natuurlijk is het zonde, maar ik begreep de luiheid wel, want in mijn studentenhuis waren we die twee jaar ook niet altijd milieubewust wat betreft het uitdoen van het licht. Nu ben ik daar een halfjaar weg en woon ik in een huis waar we er wel bij nadenken. Het hoort bij volwassen worden, denk ik. Het licht doe je uit als je weggaat. We moeten denken aan de toekomst. Het afgelopen halfjaar is er bij mij iets veranderd en ik vind het heel erg jammer dat dat niet voor de HvA geldt. Al minimaal twee en een half jaar laat de HvA elke avond na sluitingstijd op het Rhijnspoorplein – het zal vast niet de enige vestiging zijn – de lichten branden. De gehele vijfde verdieping geeft licht, de kantine die op de televisies nog zijn programmering uitzendt en her en der een verlicht klaslokaal. Zou het dan echt zo zijn dat er gewoon heel veel
18
FoliaMagazine
hardwerkende studenten zitten die de hele nacht doorwerken? Het lijkt me sterk; mic-studenten zijn over het algemeen lui en mopperen als ze een tweede dag in de week vroeg op school moeten zijn. Als het dan ook niet aan de hardwerkende studenten ligt, waar ligt het dan aan? Geeft de HvA gewoon niet om energie of om duurzaamheid? Je zou het bijna denken. Toch beweerde voormalig rector van de HvA, Jet Bussemaker, iets heel anders. Tijdens een netwerkbijeenkomst over duurzaamheid op 11 juni gaf ze de relatie aan tussen duurzaamheid en de HvA: ‘Duurzaamheid zou vanzelfsprekend moeten zijn en niet meer continu benoemd hoeven worden.’ De toenmalig rector gaf tijdens deze bijeenkomst aan dat de HvA haar studenten bewustzijn op het gebied van duurzaamheid probeert bij te brengen binnen de opleidingen. Daarnaast vindt er onderzoek plaats naar duurzame toepassingen van energiegebruik. Voor de HvA heb ik één tip: intern beginnen is extern winnen. yyy Elsa van Swieten studeert media, informatie & communicatie.
Sixtijns debacle Maandag was ik in Rome, het pontifexloze kapitaal der katholieken. ‘Nohoho!’ bulderlachten de bewakingsitalianen aan de ingang van de Sixtijnse Kapel: wist ik niet dat daar een personeelsvergadering zou beginnen? Geen vinkje op mijn toeristenschema. Duizenden gedupeerde toeristen dropen bedremmeld af om dan in godsnaam die Sint Pietersbasiliek maar door te smiespelen. In de Kapel kwam intussen een houten verhoging om de vloer te beschermen, en een nieuwe schoorsteen om witte of zwarte rook te produceren – voorheen kwam er wel eens onbestemde rook uit. Dit keer is er rond de verkiezing een nieuw geluid te horen: de Duitse kardinaal Walter Kasper pleit voor hervorming en transparantie. Na aanvankelijke openhartigheid van enkele kardinalen volgde vorige week woensdag in plaats van de dagelijkse mediabriefing een mediastilte. Na Vatileaks zou er nu ook een topgeheim rapport over de curie rondzwerven, gemaakt door drie 007-kardinalen. Wat zoekt men in een nieuwe paus? Het calciumgehalte van Pius IX, de mobiliteit van John XXII en het cholesterolgehalte van een 64-jarige? Welnee! De drie grootste kanshebbers op het ambt, Scola, Bertone en Turkson, staan alle drie op de ‘dirty dozen-lijst’, een lijst van slechtst mogelijke pauskeuzen volgens een vereniging van misbruikte kinderen, SNAPNetwork. Bertone bijvoorbeeld vindt niet dat een bisschop een priester die van misbruik beschuldigd wordt hoeft te rapporteren. Turkson op zijn beurt zegt dat in Afrika misbruik niet voorkomt, omdat men daar ‘homoseksualiteit niet tolereert’. Het maakt in principe niet zo veel uit welk veenlijk er nou weer boven komt drijven. Zet om het even wie die mijter op. Kasper heeft net als de anderen geheimhouding gezworen. Hoe dikker de wolk om het Vaticaan blijft, hoe vaker er een uitgeputte paus moet worden vervangen. Een capabele haard staat er vast. yyy Emma Curvers
promoties
brief
DINSDAG 19/03
Non-argument
10.00 uur: Xander Vos – Geneeskunde
Genes and Environment in Graves’ Hyperthyroidism: a Prospective Cohort Study (Agnietenkapel)
14.00 uur: Iris Schneider – Psychologie
The Dynamics of Ambivalence: Cognitive, Affective, and Physical Consequences of Evaluative Conflict (Agnietenkapel)
WOENSDAG 20/03 14.00 uur: Marije de Bruin – Geneeskunde Connecting the Dots. Musculoskeletal Adaptation in Cerebral Palsy (Agnietenkapel)
16.00 uur: Inge Oudman – Geneeskunde Creatine Kinase and Blood Pressure. Clinical and Therapeutic Implications (Agnietenkapel)
DONDERDAG 21/03 10.00 uur: Matthijs Rooduijn – Politicologie
De prijs voor het grootste non-argument van 2013 gaat (nu al) naar Lara Tanke. In een interview met Folia Magazine 21 (27 februari) legt ze uit waarom zij bont draagt en waarom zij denkt dat dit ethisch niet verkeerd is. Bont vindt ze het mooiste materiaal ter wereld. Prima argument, geen speld tussen te krijgen (dat vinden de nertsen zelf denk ik ook). Daarna probeert ze met een I-don’t-care-andfuck-the-world-argument dat doet denken aan Engelse punkers van het eerste uur te bagatelliseren dat het wellicht niet alleen om haar jas, maar ook om de huid van een ooit levend dier gaat. Over dit eventuele morele dilemma zegt ze dat ze niets met dieren heeft, sterker nog, ze ‘haat’ dieren. Knap staaltje redeneren, zou ik niet zonder enig
A Populist Zeitgeist? The Impact of Populism on Parties, Media and the Public in Western Europe (Agnietenkapel)
sarcasme zeggen. Ten eerste lijkt het me een briljante ingeving om alles en iedereen dat wordt gehaat zonder pardon af te maken en het eventuele nuttige restafval te gebruiken voor persoonlijke doeleinden. Maar serieus, als je dieren echt zou haten, dan strijd je tegen bont en de ellendige industrie die daaraan verbonden is. Want als mensen dat bont niet zouden dragen, hoef je die dieren die je zo verschrikkelijk haat überhaupt niet meer tegen te komen. Er is immers geen enkele weldenkende boer die bij wijze van persoonlijke hobby 100.000 nertsen in zijn achtertuin houdt. yyy Douwe Truijens, student researchmaster Social Sciences
(advertenties)
12.00 uur: Anouk Urbanus – Geneeskunde Hepatitis C Virus Infection: Spread and Impact in The Netherlands (Agnietenkapel)
Mortality Prediction in the Intensive Care. Role of Mathematical Models in Benchmarking and DecisionMaking (Agnietenkapel)
VRijDAG 22/03
Boeiende deBatten eLke DOnDerDAg • 17.00 uur
amsterdamse academische cluB
10.00 uur: Linde Smeenk – Scheikunde
Double-CLIPS Technology for the Mimicry of Structurally Complex Antibody Binding Sites on Proteins (Agnietenkapel)
11.00 uur: Romulo Goncalves – Informatica
The Data Cyclotron: Juggling Data and Queries for a Data Warehouse Audience (Aula)
14 mAArt city and social movements AAnmeLDen viA AAc.uvA.nL/AgenDA
12.00 uur: Manon Ziech – Geneeskunde
• Oudezijds Achterburgwal 235 1012 DL Amsterdam 020 - 52 515 70 aac.uva.nl
14.00 uur: Lilian Minne – Geneeskunde
Crohn’s Disease, Advances in MRI (Agnietenkapel)
14.00 uur: Herman van Rens – Geschiedenis De vervolging van joden en Sinti tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse provincie Limburg (Agnietenkapel)
16.00 uur: Anne-Marijn Kreeft – Geneeskunde
Functional Inoperability of Oral and Oropharyngeal Cancer (Agnietenkapel) Voor uitgebreide informatie zie www.uva.nl/nieuws-agenda.
LEER ZEILEN op de Nieuwe Meer bij ZV De Roerkoning! CWO-erkend, € 235,-, mei/juni Aanmelding vóór 1 april: € 215,kijk op: www.roerkoning.nl
Wij zoeken met spoed instructeurs met ZI-2!
folia-roerkoning 130306.indd 1
Opstel, scriptie of proefschrift in helder en degelijk Engels? Native speaker helpt u hiermee (kosten n.o.t.k.). Contact via email, w.h.molloy@gmail.com
07-03-13 14:46 130109.indd 1 folia-molloy
10-01-13 16:01 Folia Magazine
19
20
FoliaMagazine
objectief SChEIKUNSt Er is na restauratie niets meer van te zien, maar lange tijd waren er vreemde kringen op dit werk te zien. Nu was Dalí een vreemde vogel en zit zijn werk vol onaardse figuren en surrealistische voorstellingen, maar deze kringen waren toch nooit zo bedoeld door de schilder, werd ontdekt bij het restauratieonderzoek. Katrien Keune en Annelies van Loon, paintings research scientists aan de UvA, onderzoeken met het PAinT-project, een samenwerking tussen de bètafaculteit en geesteswetenschappen, de verschillende chemische processen die invloed hebben op het verouderingsproces van olieverfschilderijen. Het op de juiste manier bewaren van belangrijke kunstwerken zoals dit werk van Dalí blijkt een moeilijke opgave. Dat de kringen niet op het schilderij thuishoorden werd ontdekt bij vergelijking van foto’s die kort na de voltooiing in 1936 gemaakt werden met foto’s van het werk uit 1960. In een relatief korte periode zijn er dus verschillende zichtbare veranderingen opgetreden. Keune: ‘Wat bijzonder is aan dit werk is dat de lijst er onderdeel van is. Het werk is altijd afgedekt geweest door een glasplaat, waardoor er een soort van microklimaat gecreëerd is.’ Hoewel elk schilderij een andere geschiedenis heeft is er toch een gemeenschappelijke deler volgens Keune: ‘Kijkend naar de chemische processen in een schilderij zijn veel verouderings- en degradatiefenomenen te relateren aan reacties die plaatsvinden tussen het bindmiddel en de pigmenten in de verf.’ Met het onderzoek hopen de onderzoekers een betere wetenschappelijke basis te leggen voor de conservering van olieverfschilderijen. yyy tekst Robrecht de Vocht / Salvador Dali, Couple aux têtes pleines de nuages, 1936, collectie Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam De resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd op het internationale symposium Issues in Contemporary Oil Paint, op 28-29 maart in Amersfoort.
FoliaMagazine
21
Voor de overlevenden Het kan eenzaam zijn als je als student te maken krijgt met de dood van een dierbare. De omgeving weet zich vaak geen houding te geven. ‘Het irritantst zijn de goedbedoelde adviezen.’ tekst Gijs van der Sanden / illustratie JeRoen Murré
H
et is boven verwachting druk op de zolderetage van de Van Limmikhof, een historisch pand aan de Nieuwe Keizersgracht. Zeker vijfentwintig mensen, voornamelijk studenten van de UvA en de HvA, zitten of hangen op grote kussens verspreid over de houten vloer. De grote ruimte is verlicht met kaarsen. ‘Vanavond mogen jullie stilstaan bij de persoon die jullie missen,’ zegt studentenpastor Riekje van Osnabrugge als de avond begint. ‘Dat mag natuurlijk altijd,’ haast ze zich te zeggen. ‘Maar jullie weten ook: daar krijg je lang niet altijd de gelegenheid voor.’
In Zak En As heet het initiatief van Studentenpastoraat Amsterdam en Protestants Jeugdwerk Amsterdam. Op het programma onder andere muzikale voordrachten en persoonlijke verhalen door en voor studenten die recentelijk, of ooit, een dierbare hebben verloren. Hun vrienden, staat nadrukkelijk op de uitnodiging, zijn ook welkom. Emma (21, antropologie) is een van de aanwezigen. Ze verloor haar moeder vlak voordat ze begon met studeren, nu twee jaar geleden. Darmkanker. Het verdriet overviel haar vooral in de trein. Op momenten dat ze even niks te doen had. ‘Het was heel raar,’ vertelt ze. ‘Ik begon aan een nieuw leven, ontmoette nieuwe mensen, kreeg een nieuw vriendje. Dat was allemaal heel leuk, maar tegelijkertijd verlangde ik terug naar vroeger. Naar de tijd dat mijn moeder er nog gewoon was.’ Twee meisjes voeren een sketch op. Schertsend: ‘Is je moeder net overleden, en dan hoor je een
22
FoliaMagazine
studiegenoot zeggen: “Ik haat mijn moeder, heeft ze wéér mijn spijkerbroek niet gewassen.”’ Instemmend gelach bij de aanwezigen. Het geeft goed weer waar studenten in rouw vaak tegenaan lopen: een omgeving die niet altijd oog heeft voor het verdriet waar zij doorheen gaan. Niet zo verwonderlijk, studenten bevinden zich immers in een levensfase waarin de
‘Vraag gewoon hoe het met me gaat’ meeste leeftijdsgenoten weinig ervaring hebben met het verlies van een dierbare, maar daardoor niet minder vervelend. tEGENGEStELD PROCES Daarom zijn dit soort avonden zo belangrijk, zegt Van Osnabrugge – bril, gebloemd jasje, vriendelijk gezicht. Zij is een van de organisatoren van In Zak En As en begeleidt daarnaast in samenwerking met een psycholoog van Bureau Studentenpsychologen een rouwgroep, die twee keer per jaar wordt georganiseerd. ‘Jonge mensen die iemand hebben verloren voelen zich er vaak alleen voor staan,’ vertelt ze. ‘Ik zie altijd een enorm gevoel van herkenning als studenten ontdekken dat ze niet de enige zijn die door die moeilijke periode gaan.’ Bovendien dwingen dit soort activiteiten mensen om stil te staan bij het verdriet, zegt de studentenpastor. En dat is niet altijd makkelijk in het drukke studentenbestaan. Neem Barbara (27, onderzoeksmaster psychologie). Ze dacht altijd: als mijn ouders er niet meer
zijn, dan houdt de wereld op te bestaan. Maar toen vijf jaar na haar vader ook haar moeder overleed, merkte ze dat het leven gewoon doorging. Ja, ze was er van ondersteboven, maar ze lag niet dagen achtereen depressief in haar bed. Wel had ze enorme moeite om zich te concentreren. Studeren ging bijna niet. Je moet rouwen, zeiden mensen dan tegen haar. ‘Maar ik had geen idee hoe dat moest,’ vertelt Barbara achter een groene thee. ‘Moest ik bloemetjes gaan plukken? Kaarsjes gaan branden? Toen mijn studieadviseur me vertelde over de rouwgroep dacht ik: dit is iets concreets wat ik kan doen. Dat was prettig.’ Emiel (27, master sociologie) twijfelde juist of hij wel begeleiding wilde. Zijn vader overleed een jaar geleden aan de gevolgen van schildklierkanker. De ziekte was zo agressief dat de euthanasie die het gezin had besproken niet meer nodig was. Tussen diagnose en overlijden zaten slechts zeven weken – daarvoor was er nooit een vuiltje aan de lucht. Hoewel hij probeerde er nuchter onder te blijven, raakte Emiel al gauw in de knoop met zijn emoties. Vaak ruzie met zijn vriendin, opgefokt in het verkeer. Alles kostte hem energie. Maar naar een rouwgroep? ‘Ik wilde mijn problemen liever zelf oplossen,’ vertelt Emiel. ‘Ik was bang om in zo’n Anonieme Alcoholistensfeer terecht te komen, waarin iedereen ineengedoken in een kringetje zit. Maar na de eerste keer was die twijfel weg. Het was heel fijn om verhalen van anderen te horen.’ Studenten staan weliswaar op eigen benen, maar leunen toch nog vaak – in ieder geval gedeeltelijk – op hun ouders. Jong je ouders verliezen
is daardoor een ander verhaal dan wanneer dat op latere leeftijd gebeurt. Toch laat onderzoek van de Amerikaanse psychiater Holly Prigerson zien dat negentig procent van de mensen die iemand hebben verloren, ook de jongeren, goed door de periode van rouw heen komt. Dat wil zeggen: zes maanden na hun verlies ervaren nabestaanden weliswaar nog steeds pijn, zijn ze nog altijd verdrietig en overstuur, maar des-
ondanks vinden zij betekenis in hun leven. Het lukt ze om dagelijks te functioneren. ‘De meeste mensen hebben dus geen extra ondersteuning nodig,’ zegt Daan Westerink. Ze is journalist, rouwdeskundige en auteur van de boeken Leven zonder ouders en Verder zonder jou. Wat voor studenten die een ouder verliezen vaak lastig is, zegt Westerink – ze is ook docent op de School voor Journalistiek in Utrecht – is dat er sprake
is van een tegengesteld proces: zij zouden zich los moeten worstelen van hun ouders, en niet andersom. ‘Ze vragen zich vaak af: is het wel normaal wat ik voel?’ tABOE Tijdens de pauze van In Zak En As wordt er koffie en thee geschonken. De flessen wijn blijven vooralsnog ongeopend op het aanrecht
FoliaMagazine
23
staan. Emma staat te praten met een groepje vriendinnen, die ze speciaal voor deze avond heeft uitgenodigd. Ze zijn er voor haar, zeggen ze. Maar ze weten lang niet altijd wat ze tegen haar moeten zeggen. Juist daarom heeft Emma ze uitgenodigd voor deze avond – om ze een klein inkijkje te geven in haar gevoelswereld. Het ongemak rondom de dood kan groot zijn, zeker bij mensen die er nooit eerder mee te maken hebben gehad. Een afwachtende of passieve houding van de omgeving is vaak het gevolg. Volgens Emma gaan mensen het onderwerp makkelijk uit de weg. ‘Dat doet weleens pijn. Vraag gewoon hoe het met me gaat. Ik barst heus niet in huilen uit.’ Barbara is zelf juist vaak degene die zich er ongemakkelijk bij kan voelen. ‘Ik kan best over de dood van mijn ouders praten. Daar heb ik geen moeite mee,’ zegt ze. ‘Maar als ik op een feestje sta en iemand vraagt naar mijn thuissituatie, ben ik toch vaak bang voor een domper op de sfeer te zorgen.’ Een taboe zou Westerink de dood niet per se willen noemen. Het is eerder dat de dood steeds meer uit ons leven is verdwenen. ‘Voor veel mensen is de dood volstrekt onbekend,’ vertelt ze. ‘Mensen sterven steeds vaker in ziekenhuizen en hospices. Bovendien worden we steeds ouder. Vijftig jaar geleden was de dood nog veel zichtbaarder. Dan bracht je een pannetje soep als er iemand in de straat overleed. Nu spreek ik weleens iemand van veertig die nog nooit een dode heeft gezien. Die mensen hebben vaak geen idee wat ze ermee aan moeten.’ GOEDBEDOELDE ADVIEZEN Ga langs, adviseert Westerink aan betrokkenen. Benoem het als je niet weet wat je tegen iemand moet zeggen. En blijf mensen vooral ook uitnodigen voor leuke dingen, want niemand wil zielig worden gevonden. Westerink: ‘Ik sprak ooit een moeder die jaarlijks met vier andere moeders en hun dochters ging winkelen – als een soort uitje. Toen een van die moeders overleed, besloot ze zonder overleg: dat winkelen slaan we dit jaar maar over, dat is veel te pijnlijk. Het kwam voort uit de beste bedoelingen, maar eigenlijk sloot ze dat meisje gewoon buiten. De omgeving vult vaak van alles in voor de nabe-
24
FoliaMagazine
staanden zonder te vragen naar hún behoeftes.’ Het lastige is alleen: zelf weten rouwenden vaak ook niet wat ze willen. En de omgeving kan al snel iets fout doen. Emiel: ‘Het irritantst zijn de goedbedoelde adviezen van mensen die helemaal niet weten waar ze het over hebben. Toen mijn vader net was overleden kwam er een jongen naar me toe die iets zei in de trant van: het wordt alleen nog maar erger. Dan denk ik: zelfs al is dat zo, waarom zou je dat nu tegen mij zeggen?’ LEVENSLANG VERLANGEN Het programma van In Zak en As loopt op een einde. Hoewel de invulling van de avond niet kerkelijk is, kunnen de aanwezigen – als ze dat
‘Voor veel mensen is de dood volstrekt onbekend’ willen – een kaarsje aansteken. Ondertussen wordt er een lied gezongen. Zachtjes neuriën de studenten mee met Als alles duister is. ‘Ik vind dat fijn,’ zegt Emma. ‘Ik ben zelf niet gelovig en doe dus nooit aan dit soort rituelen. Zo sta ik er even actief bij stil.’ Toch blijft het aanpoten, zegt Barbara. Ze is niet meer voortdurend met de dood van haar ouders bezig, maar er komt altijd wel weer een moment waarop ze met haar neus op de feiten wordt gedrukt. Zoals laatst, toen ze haar scriptie inleverde. Twee dagen was ze ontzettend blij. Afgestudeerd, eindelijk. ‘Maar daarna kwam het besef dat mijn ouders niet bij de buluitreiking gaan zijn. Dat doet pijn. Ik weet hoe trots ze op me waren geweest.’ Het ‘levenslang verlangen’ noemt Westerink
dat. Zelf verloor ze ook beide ouders op jonge leeftijd. ‘Zelfs nu ik zelf moeder ben, kan ik het op sommige momenten moeilijk vinden dat ik geen kind meer van iemand ben. Die onvoorwaardelijke liefde die je van je ouders krijgt vind je nergens anders.’ Toch heeft de dood van haar ouders haar ook veel gebracht. Toen haar vader overleed – haar moeder was al gestorven – besloot ze haar succesvolle carrière bij Endemol op te geven en rouwdeskundige te worden. ‘Ik lummel niet meer. Het heeft me tot de kern gebracht van wie ik wil zijn.’ Het gemis blijft, zegt Westerink. ‘Maar die rouw die je helemaal van je benen zwiept, waardoor je soms niet meer weet waar je het zoeken moet, die gaat voorbij.’ yyy
Rouwgroep Jaarlijks bezoeken zo’n tien à vijftien studenten Bureau Studentenpsychologen van de UvA en de HvA vanwege het verlies van een dierbare. Slecht slapen, moeite met studeren, een veranderende relatie met de overgebleven gezinsleden; het zijn typische problemen waar studenten in rouw last van kunnen krijgen, vertelt studentenpsycholoog Esther Boucher. ‘Wij bieden één-opééngesprekken aan en we organiseren twee keer per jaar een rouwgroep in samenwerking met het Studentenpastoraat Amsterdam.’ Niet iedereen heeft daar oor naar. Vaak vinden mensen het moeilijk om over hun verdriet te praten. ‘We dwingen niemand, maar we raden het wel aan. Het delen van ervaringen kan enorm opluchten.’ En soms, zegt ze, komen studenten gewoonweg iets te vroeg. ‘Als mensen vier weken na het overlijden van een dierbare bij ons langskomen, adviseren wij vaak: geef het nog wat tijd. Praat erover met vrienden en familieleden. Het is heel normaal dat je je zo verdrietig voelt.’
In april gaat er een nieuwe rouwgroep van start. Voor deelname kunnen studenten zich aanmelden bij Bureau Studentenpsychologen of bij het Studentenpastoraat Amsterdam. Voor meer informatie, zie www.studentenpastoraat.nl.
illustratie Denise van Leeuwen
drift
Liever alleen
T
hijs (27), student communicatie: ‘Ik heb echt wel honderden kennissen, ook door mijn werk in de horeca. Veel aandacht van vrouwen ook. Daar blijft weleens iemand van slapen ja. Ik kan me voorstellen dat mensen me daarom als een popiejopie zien, een oppervlakkige gast die nooit echt iemand goed genoeg voor zichzelf vindt. Dat interesseert me geen reet, omdat ik weet dat het niet waar is. Ik doe gewoon wat het beste is. Het is niet zo dat ik nooit een relatie gehad heb. Lang geleden – ik was denk ik zestien – ben ik een tijdje samen geweest met Anna en vijf jaar geleden had ik een korte relatie met Nicolien. Anna was een slim maar verlegen meisje en bovendien een stuk jonger dan ik. Nicolien was stoer – ze is kort geleden met haar band naar New York vertrokken – en bepaald niet op haar mondje gevallen. Twee totaal verschillende types, maar in één opzicht bleken ze gelijk: ze konden me totaal niet aan. Mijn moeder en mijn zus beginnen zich inmiddels wel een beetje zorgen te maken geloof ik. Er gaat geen week voorbij of ik krijg dezelfde vraag
voorgeschoteld. Of er misschien een vriendinnetje aan zit te komen. Nee, dat irriteert me niet. Ik vind het lief dat ze geïnteresseerd zijn en ik snap dat ze het vragen. Maar er komt nooit een ander antwoord en ik heb geen zin om er verdere uitleg bij te geven. Ik heb geen zin om te psychologiseren. Het
‘Ik geef me niet gauw over’ zou door de afwezigheid van mijn vader kunnen komen ja, maar misschien zit het ook wel gewoon in mij. Een relatie haalt het slechtste in mij naar boven. Als iemand mij het bloed onder de nagels vandaan haalt – en dat doen mensen nu eenmaal vaak bij elkaar als ze een relatie hebben – dan word ik agressief, zeker als ik daarbij wat gedronken heb. Slaan, schelden. Ik geef me niet gauw over aan iemand, laat me niet snel zien. Als al die kennissen en al die vrouwen morgen wegvallen dan zal ik ze niet missen denk ik. Sterker nog, als ik er goed over
nadenk dan zijn er maar twee mensen ter wereld die een beetje een idee hebben van hoe ik in elkaar zit. Dat zijn mijn moeder en mijn zus, en zelfs zij weten maar een fractie. Nicolien heb ik niet meer gezien of gesproken sinds ze naar Amerika is vertrokken, maar Anna kwam ik vorig jaar nog eens tegen in de kroeg waar ik werk. Ik schrok heel erg toen ik haar zag, heb niet echt goede herinneringen aan onze tijd samen. Maar zij reageerde heel enthousiast. We hebben een tijdje staan kletsen en toen ze zei dat ze hoopte dat het goed met me ging raakte dat me wel. Alsof ze me vergaf. Sindsdien moet ik vaak aan haar denken. Er is nogal wat te vergeven ja.’ yyy Fen Verstappen
Om privacyredenen zijn de namen gefingeerd. Wil je ook meedoen aan deze rubriek, mail dan een korte motivatie naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
25
‘Het beleid heeft gefaald’ Hoogleraar sociologie Jan Willem Duyvendak deed vier jaar onderzoek naar immigratie en de Nederlandse identiteit. De integratie gaat goed volgens hem, ondanks het beleid. ‘We hebben het nog steeds over migranten alsof ze gisteren aankwamen, dat is ongelooflijk!’ tekst Marieke Buijs / foto’s Jan-Maarten Hupkes
‘D
é Nederlander bestaat niet.’ Aanstaand koningin Máxima haalde zich een stortvloed aan verwijten op de hals toen ze bij de presentatie van een rapport over de Nederlandse identiteit de veelzijdigheid van het Nederlanderschap trachtte te vatten. Nederlanders voelden zich aangevallen, de brievensecties van kranten stonden vol verontwaardiging en pogingen dat Nederlanderschap te definiëren. Zo schreef mevrouw J. Jansen uit Bunnik in het AD: ‘Wij Nederlanders die hier de bezetting hebben meegemaakt, denken en voelen heel anders dan degenen die dit niet hebben meegemaakt. Die zware onderdrukking was niet te doen. Heel gelukkig waren wij, en zijn wij nog steeds, bevrijd te zijn. En vooral ook Nederlander te mogen zijn.’
Hoogleraar sociologie Jan Willem Duyvendak (53) vindt de commotie over Máxima’s uitspraak tekenend voor het denken over burgerschap in Nederland. ‘Het thema identiteit, Nederlanderschap, leeft ontzettend, maar niemand weet precies te definiëren wat dat Nederlanderschap is. Vaak wordt daarom teruggegrepen op het verleden en de vaderlandse geschiedenis, zoals
26
FoliaMagazine
mevrouw Jansen ook doet.’ Het roerige eerste decennium van de eenentwintigste eeuw, met de aanslagen van 11 september en de politieke moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, heeft zijn sporen nagelaten in de Nederlandse maatschappij. Duyvendak onderzocht hoe die heftige ontwikkelingen de Nederlandse politiek en samenleving troffen. En dan vooral wanneer het gaat om het denken over immigratie en ‘Ne-
‘Het integratiebeleid is tegenstrijdig’ derlanderschap’. Samen met collega-hoogleraren Evelien Tonkens en Peter Geschiere gaf Duyvendak leiding aan een groep sociologen en antropologen die vier jaar lang onderzoek deden naar de Nederlandse identiteit. Het team bestudeerde krantenberichten, ging undercover in NieuwWest en analyseerde interviews met Turkse en Marokkaanse jongeren van de tweede generatie. Nu maakt Duyvendak de balans op. Aan zijn met stapels boeken overwoekerde werktafel in het Spinhuis vertelt Duyvendak
over zijn onderzoek naar onze maatschappij. Hij praat gemakkelijk en levendig, maar pauzeert een enkele keer om zijn woorden zorgvuldig te kiezen. Duyvendak verklaart waar de obsessie met de Nederlandse identiteit vandaan komt. ‘Onder druk van globalisering en migratie hebben we het gevoel dat we nu moeten definiëren wat echt Nederlandschap is, voordat het te laat is. Daarom willen we de canon van onze geschiedenis vastleggen en een Nationaal Historisch Museum oprichten.’ NEGAtIEVE NOStALGIE Sommige politici geloven dat het definiëren van wat Nederlands is, migranten helpt te integreren. Dan weten ze immers waar ze naar zouden moeten streven. Maar Duyvendak ziet een ander, negatief effect van die nostalgie. ‘Wanneer je
vastlegt wat Nederlanderschap is, en die definitie primair invult aan de hand van de geschiedenis van autochtone Nederlanders, maak je het moeilijker voor immigranten om daar deel van uit te maken. Zij delen die geschiedenis immers niet.’ Die koppeling van burgerschap aan cultuur en geschiedenis neemt Duyvendak ook in de politiek waar. ‘Waarden als gelijkheid tussen man en vrouw en homo’s en hetero’s zijn genationaliseerd. Kijk maar naar de laatste integratienota uit 2011 van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Piet Hein Donner. Daarin staat niet: het is mooi om liberale waarden te omarmen omdat het goede waarden, universele waarden of zelfs mensenrechten zijn. Nee, daarin staat dat migranten die waarden moeten volgen omdat het “Nederlandse” waarden zijn, die “zijn ontstaan door de inzet, inspanningen,
verwachtingen en overtuigingen van generaties die ons hier voorgingen”. Zo koppelt Donner universele waarden aan onze liberale geschiedenis van de Gouden Eeuw en de jaren zestig. Hij suggereert op die manier ten onrechte dat Nederland altijd zo progressief is geweest als het gaat om vrouwen- en homorechten. Bovendien impliceert hij dat migranten nooit progressieve waarden kunnen omarmen, omdat zij die geschiedenis niet delen.’ Duyvendak vindt het onderscheid tussen autochtoon en allochtoon, tussen native en nieuwkomer überhaupt achterhaald. ‘Het idee hierachter is dat je twee duidelijk te onderscheiden groepen hebt, de autochtone meerderheid en de allochtone nieuwkomers. We hebben het nog steeds over migranten alsof ze gisteren aankwamen, dat is ongelooflijk! Migranten kwamen
hier vijftig, zestig jaar geleden, maar wij noemen ze tot in de derde generatie “allochtoon”.’ hUIS Of GEmEENSChAP Is het erg dat burgerschap steeds meer aan cultuur wordt gekoppeld? Daar denkt Duyvendak lang over na. Als wetenschapper die de maatschappij waarin hij zelf leeft onder de loep neemt, brengt hij onderscheid aan tussen zijn bevindingen als neutrale wetenschapper en zijn opvattingen als burger. Voordat hij zijn persoonlijke mening geeft, schetst hij twee soorten samenlevingen. De één is als een huis, waarin medeburgers een soort familieleden of vrienden zijn, mensen waar je heel goed mee overweg kunt en met dezelfde opvattingen. En een samenleving als civiele gemeenschap, van heel verschillende mensen die min of meer toevallig hetzelfde territorium delen en het daar
FoliaMagazine
27
samen rooien. Zo ging het er bijvoorbeeld tijdens de verzuiling aan toe, de subjectieve verschillen tussen de zuilen waren enorm en toch hielden mensen het met elkaar uit. Duyvendak: ‘Mijn ideale samenleving is geen huis, we hoeven niet allemaal hetzelfde te zijn. Ik pleit niet voor onverschillig langs elkaar heen leven, je moet continu met elkaar in discussie over wat het betekent deel van de samenleving te zijn. Maar in die discussie mag het traditieargument niet overheersen en telt mijn stem even zwaar als die van jou, die van een derdegeneratie-immigrant of iemand die net Nederlands staatsburger is geworden.’ DWINGEND Dan geeft hij antwoord als wetenschapper. ‘Het integratiebeleid is tegenstrijdig. Aan de ene kant heeft het als doelstelling dat mensen moderner en progressiever worden. Aan de andere kant moeten immigranten zich meer Nederlands voelen en bijvoorbeeld minder Marokkaans. In dat opzicht is de Nederlandse politiek buitengewoon dwingend en bemoeit zich dus zelfs met het gevoelsleven van zijn onderdanen.’ Maar uit onderzoek van Marieke Slootman, een promovenda van Duyvendak, blijkt dat van het zich Nederlander voelen de laatste jaren juist weinig terechtkomt. Duyvendak: ‘Slootman ontdekte dat Marokkanen in Nederland in 2006 minder als Marokkanen onderling deden dan in 1999. Ze hadden meer gemengde vriendengroepen, meer gemengd werk en zaten vaker op een gemengde sportclub. Maar tegelijkertijd voelden ze zich sterker Marokkaan en niet zo Nederlands. Dat is een effect van het debat: “zich Nederlander voelen” is bezet door autochtonen, Nederlandse Marokkanen identificeren zich met de positie die hen wordt toebedeeld. En dat geldt niet alleen voor jochies in Amsterdam West, ook hoogopgeleide Marokkanen zijn zich minder Nederlands gaan voelen. Het beleid heeft dus gefaald en ik vind dat de Nederlandse politiek zich dat moet aantrekken.’ Het huidige monoculturele assimilatiebeleid, waarbij immigranten geacht worden de Nederlandse cultuur volledig over te nemen, is volgens Duyvendak mede ingevoerd omdat begin
28
FoliaMagazine
De politieke vraag werd of moslims niet te weinig geïntegreerd waren omdat ze cultureel niet geassimileerd zouden zijn. Dat de werkloosheid beperkt was of dat de tweede generatie steeds hogere opleidingen volgde, dat was niet meer relevant.’
eenentwintigste eeuw links en rechts overtuigd waren van het feit dat multicultureel beleid de oorzaak was van het falen van de integratie. Na de moorden op Fortuyn en Van Gogh boog het Verwey-Jonker Instituut, waar Duyvendak toentertijd directeur was, zich in opdracht van de commissie-Blok over het integratiebeleid in Nederland. Zij toetsten de effecten van dertig jaar beleid op de sociaaleconomische
‘Het gaat goed met de integratie’ doelen waar het beleid op gericht was. Zaken als arbeidsparticipatie, scholing en welvaart. Hun conclusie: het gaat relatief goed met de integratie in Nederland en het beleid heeft het niet slecht gedaan. Maar bij de presentatie van het rapport zei VVD-Kamerlid Ayaan Hirsi Ali: ‘Dit kan niet waar zijn!’ Duyvendak: ‘Dat geeft het klimaat rond 2002 aardig weer. Hirsi Ali had het rapport nog niet eens gelezen, maar wist al zeker dat het niet goed kon gaan met de integratie in Nederland. De sociaaleconomische prestaties die wij hadden onderzocht waren niet meer belangrijk, daar ging het debat na 11 september helemaal niet meer over. Het ging om cultuurverschillen, over loyaliteit aan de natie, over moderne, westerse waarden, zoals het denken over vrouwen en homoseksualiteit.
EtNICItEIt Maar volgens Duyvendak is die beschuldigende vinger richting multicultureel beleid volstrekt onterecht, omdat in Nederland nooit sprake is geweest van multicultureel beleid. Wel begrijpt hij waar die misvatting vandaan komt. Het Nederlandse beleid kent namelijk een obsessie met het groeperen en classificeren van burgers, die ten onrechte wordt uitgelegd als het koesteren van die groepen. ‘De overheid en wetenschap categoriseren mensen eindeloos. We willen altijd weten hoe het zit met etniciteit. Als we een fileprobleem hebben, willen we nog weten of het nu Marokkanen of Nederlanders zijn die het veroorzaken.’ Voor zover Nederland beleid heeft gekend dat zich specifiek op bepaalde groepen richtte, werd dat volgens Duyvendak niet gemotiveerd vanuit een multicultureel ideaal. ‘Het is niet zo dat politici toen dol waren op al die culturen en ze wilde subsidiëren om ze in stand te houden. De politiek wilde vooral voorkomen dat mensen met een andere achtergrond ook nog eens de sociaaleconomische onderlaag zouden vormen, omdat dat een licht ontvlambare cocktail is. Denk maar aan de rellen in de Franse banlieues. Kijk bijvoorbeeld naar onderwijs in eigen taal en cultuur. Dat werd toegestaan. Niet omdat men graag wilde dat de Turkse taal in stand zou blijven, maar omdat taalkundigen meenden dat kinderen die hun moerstaal leren ook sneller een tweede taal oppikken. Het was beleid op instrumentele grondslag.’ Bovendien ging en gaat het volgens Duyvendak niet slecht met de integratie. ‘Mijn stelling zou nu nog zijn dat het in Nederland goed gaat met de integratie. Kijk maar naar opleidingsniveau, arbeidsparticipatie en sociaaleconomische mobiliteit. Ook bij Nederlandse Marokkanen. Dertig procent van de Marokkaanse vrouwen volgt hoger onderwijs. In vergelijking met andere landen doen wij het goed.’ yyy
overigens Op advies van de rectoren van Nederlandse universiteiten verwerpt minister Bussemaker het plan om universiteiten in staat te stellen de doctorstitel van frauderende wetenschappers af te pakken.
Frauderende wetenschappers zijn niet geschikt voor hun vak. De universiteit zou hun doctorstitel moeten kunnen intrekken.
Ad de Jongh hoogleraar angst- en gedragsstoornissen in de tandheelkundige praktijk
Peter Sloot hoogleraar Computational Science Raoul Engelbert lector fysiotherapie
Ad de Jongh ‘Helemaal mee eens. Ik snap niet waarom de rectoren hebben besloten dat je iemands doctorsgraad niet zou mogen afpakken. Als iemand ooit zijn rijbewijs heeft gehaald betekent dat toch ook niet dat je dat niet weer zou kunnen afnemen als hij zich een gevaarlijk chauffeur toont. Zeker als die persoon een ernstige aandoening heeft zoals dementie of, in het geval van frauderende wetenschappers, hevig narcisme. Je hebt zo’n maatregel nodig als middel ter afschrikking. De universiteit lijkt nauwelijks te hebben geleerd van de grove fraudegevallen. Er is een commissietje opgetuigd en een rapportje verschenen en daarna is het weer business as usual. Ik vind dat er op de werkvloer onvoldoende wordt gediscussieerd over hoe we fraude kunnen voorkomen. We moeten alles in het werk stellen om ervoor te zorgen dat mensen niet aan hun gegevens kunnen morrelen omdat de uitkomsten van hun onderzoek niet mooi genoeg zijn. Daartoe moeten we dwingend afspreken dat we het beheer en de verantwoordelijkheid over onze datasets altijd delen tussen minstens twee personen.’
Raoul Engelbert ‘Eens. Promoveren is het afleggen van een proeve van bekwaamheid als zelfstandig wetenschapper. In de medische wereld is de opleiding tot onderzoeker pittig en is het onderzoek aan duidelijke regels gebonden. De meeste onderzoekers gaan dan ook zeer integer te werk. Toch zijn er mensen die voor eigen gewin gaan, uit ijdelheid en hang naar status. Als mensen daardoor grove misstappen begaan, tonen ze zich geen goed onderzoeker en lijkt het mij terecht dat ze hun titel afstaan. Het moet daarbij niet gaan om zomaar een foutje, het universiteitsbestuur moet per geval beoordelen of de misstap zo ernstig is dat iemand zijn doctorstitel ervoor moet inleveren. Het gaat mij niet om de afschrikwekkende werking. De angst moet niet regeren. Je kunt fraude beter voorkomen en de controle goed regelen, bijvoorbeeld doordat mensen hun datasets delen en bespreken. Een ander aspect is dat je onderzoekers van voldoende financiële middelen moet voorzien om goed en vernieuwend onderzoek te kunnen uitvoeren en aan de hoge publicatie-eisen te kunnen voldoen.’
Peter Sloot ‘Ik ben het er absoluut niet mee eens indien de fraude na de promotie heeft plaatsgevonden. Behaalde resultaten bieden nooit garantie voor de toekomst. Iemand kan nu geweldig onderzoek uitvoeren en over een paar jaar volkomen de fout ingaan. Een doctorstitel is een proeve van bekwaamheid: het resultaat van goed onderzoek, dat respectvol en gedegen is uitgevoerd. Door de graad met terugwerkende kracht in te nemen benadeel je ook de universiteit en de promotor, alsof zij medeplichtig zijn aan fraude die een wetenschapper later pleegt. Dat klopt niet. Het is een ander verhaal als later fraude uit de promotietijd aan het licht komt. Dan is de promotie blijkbaar onterecht geweest en moet je de titel direct intrekken en gaan praten met universiteit en promotor om erachter te komen hoe de fraude heeft kunnen plaatsvinden. Sowieso moeten wetenschappers blijven bewijzen dat ze bekwaam zijn. Die controle zit ingebouwd in het systeem. Aan de hand van peer-review en publicaties kom je er wel achter of een wetenschapper nog steeds goed werk aflevert.’ yyy Marieke Buijs
FoliaMagazine
29
Ambassadeur van het schrijverschap Aan de vooravond van de Boekenweek in Folia maakt kennis: Nico Keuning, neerlandicus en docent taalbeheersing en creatief schrijven aan de HvA. tekst Dirk Wolthekker / foto Danny Schwarz
V
oorbij Vaison-la-Romaine, op het laatste rechte stuk naar onze plaats van bestemming in de Vaucluse, doemt plotseling de berg voor ons op. Hoog, uitdagend en dreigend: de Mont Ventoux, de reus van de Provence. Op het wegdek voor de motorkap van de auto tekent de lage zon de schaduw van onze fietsen die op het dak staan te wiebelen, te trillen van ongeduld. Mij komt deze reis, ons doel die berg met de fiets te beklimmen, plotseling voor als een belachelijk plan waar ik mij door het enthousiasme van Matthijs [zijn zoon, red.] in mee heb laten slepen. ‘De ruïne van Entrechaux,’ wijst hij. En in dezelfde adem ‘bij de rotonde linksaf ’. Als we door het karakteristieke Zuid-Franse dorp rijden, is De Berg uit het zicht verdwenen. Hij bestaat niet meer. Even lijkt het alsof we gewoon op vakantie zijn. Dit autobiografische verslag van de beklimming van de Mont Ventoux schreef Nico Keuning in 2008 in HP/De Tijd. Het verhaal verschijnt komend voorjaar in een geheel herziene druk van het wielerboek De kale berg over fietsen op en over de onder wielrenners bekend staande ‘berg der bergen’, de 1912 meter hoge Mont Ventoux. Maar fietsen is maar één van de vele activiteiten van neerlandicus Nicolaas Petrus (Nico) Keuning (Elten, 1952). Hij noemt zichzelf in
30
FoliaMagazine
zijn curriculum vitae ‘schrijver, publicist en letterkundig biograaf ’. Hij is biograaf van de letterkundigen Jan Arends, Max de Jong en vooral Bob den Uyl. Daarnaast schrijft en schreef hij over literatuur voor alle mogelijke media: NRC Handelsblad, Trouw, Biografie Bulletin, De Revisor, De Parelduiker, Awater en Vrij Nederland. Boekjes over ‘schrijvers en hun schooltijd’ en
‘Nico is een soort kameleon’ over ‘schrijvershuizen’, maar ook een letterkundige reisgids. Boeken worden uitgegeven bij gerenommeerde uitgeverijen of bij zijn eigen uitgeverijtje Reservaat, dat overigens ook boeken uitgeeft van andere auteurs, waardoor Nico dus ook nog uitgever is. Maar Nico is ook organisator van feestjes en bijeenkomsten waar veel te lachen is en waar de leuke citaten en anekdotes over de tafel gaan. Zoals een paar maanden terug, toen Nico zijn zestigste verjaardag vierde met een feestje in zijn oude dokterswoning in Heiloo. ‘Dat was een ontzettend leuk feest,’ zegt VPRO-radiomaker Anton de Goede. ‘Waarschijnlijk omdat Nico ook docent is, is hij een sociaal mens, maar ook
origineel en humoristisch. Zo had hij voor dat feest Teigetje en Woelrat uitgenodigd, de twee vroegere geliefden van Gerard Reve. Zij hebben veel prachtige aan hen gerichte brieven van Gerard in hun bezit, die ze wegens het auteursrecht niet mogen uitgeven. Maar ze mogen ze natuurlijk wel gewoon voorlezen. En dat deden ze op Nico’s feestje. Heel bijzonder.’ Dat Nico zo graag ‘de sporen van schrijvers’ natrekt heeft volgens De Goede te maken met zijn katholieke achtergrond. ‘Katholieken houden, evenals veel schrijvers, van beelden en relikwieën. Zijn schrijverschap is voor hem ook een soort bedevaart, inclusief het aansteken van een kaarsje.’ Zelf trekt Nico een verband tussen zijn schrijverschap en het fietsen. ‘Net als schrijven is fietsen een creatief proces. Je wilt niet weten wat zich in je hoofd afspeelt als je heel langzaam tegen een berg omhoog fietst. Er gebeurt op zo’n moment heel veel met je geest en je krijgt een enorm oog voor detail, wat ook bij schrijven belangrijk is.’ Marga Deutekom is redacteur van uitgeverij Thomas Rap. Zij begeleidde Nico redactioneel bij het schrijven van Een zeker onbehagen, de biografie van Bob den Uyl (1930-1992). Wat haar vooral opvalt is Nico’s identificatie met wat hij doet. ‘Nico kruipt als het ware in de huid van zijn hoofdpersoon. Veel fietstochten die Bob den
Folia maakt kennis Uyl maakte en die een rol in diens werk spelen, heeft Nico nagefietst. Ook bezocht Bob graag cafétjes en stationnetjes. Die bezocht Nico ook. Nico is eigenlijk een soort kameleon die schrijft in de kleur en de taal van de schrijver waarover hij schrijft. Hij is ook slim. Door veel te schrijven over succesvolle schrijvers reflecteert hun succes in zekere zin ook op hem. Nico is de man van de reflective glory. Bovendien vind ik hem een hele ambitieuze en consciëntieuze schrijver. Hij houdt zich heel goed aan deadlines, kan goed plannen en communiceert goed.’ Met al die schrijversactiviteiten zou je bijna vergeten dat Nico ook nog ‘gewoon’ docent is. Maar ook dat lijkt hij niet ‘gewoon’ te doen. ‘Ik zou hem “de ambassadeur van de excellentie” noemen,’ zegt Irena van Nynatten, programmaleider bij de HvA. ‘Wat Nico kan is rust en ruimte uitstralen waardoor hij zijn verhaal tijdens het college niet hoeft te pushen, maar hij zijn studenten als het ware vanzelf meeneemt. Natuurlijk weet hij veel van d’tjes en t’tjes, maar dat is bij Nico eigenlijk alleen maar een tool. Hij weet mensen te enthousiasmeren. Hij speelt op een bijna emotionele manier met woorden. Misschien moet hij maar eens een boek schrijven over excellentie.’ yyy Folia Radio zendt op 13 maart een interview uit met Nico Keuning. Aan de orde zullen komen het geheim van ‘studiesucces’, de stand van de letteren aan de vooravond van de Boekenweek en fietsen. Te beluisteren via Amsterdam FM, in de ether op 106.8 en op de kabel op 103.3, tussen 16.00 en 17.00 uur. Vanaf de volgende dag terug te luisteren via foliaweb.nl/radio. De uitzending is op zaterdagmiddag 15.00 uur terug te zien op Salto TV. Daarna via salto.nl.
FoliaMagazine
31
Folia tipt
Kinderen van de Zon
O
nder anderen Jacob Derwig, Halina Reijn en Gijs Scholten van Aschat schitteren in deze uitvoering van Maxim Gorki’s Kinderen van de Zon, geregisseerd door Ivo van Hove. Het stuk dat Gorki uitbracht in 1905 gaat over de wetenschapper Protassof, die geobsedeerd is door het idee van een ideale wereld en afgezonderd van de maatschappij in een huis woont met zijn vrouw en zus. Uren kan hij discussiëren met hen en zijn vrienden over de ideale mens. Ondertussen werkt hij ook als een bezetene aan de ontwikkeling van die ‘mens van de toekomst’, die zijn biologische beperkingen zal overwinnen en een nieuwe maatschappij zal stichten. Ondertussen heeft Protassof geen oog voor de anderen en sluit hij zich af voor de geruchten over opstand en cholera in de stad. Hij verliest zich in experimenten en gesprekken met de kunstenaar Wagin die zijn vrouw het hof maakt en de veearts Tschepoernoy die zijn zus ten huwelijk vraagt maar telkens weer wordt afgewezen. Gebrek aan medeleven en sociale bewogenheid leiden ertoe dat de situatie binnen en buiten de muren van het landgoed escaleert. Als buitenshuis een revolte losbarst, dendert de chaos ook het huis van de Protassofs binnen. yyy Harmen van der Meulen Kinderen van de Zon – Toneelgroep Amsterdam/NTGent / Stadsschouwburg / 13-16 en 19-23 maart / € 31,50, € 26,50, € 24,50, met sprintpas € 10,-
tIP 1: Tobi ‘Ik weet niet waar ze begraven ligt, die mooie Nickie, en ik wil het ook niet weten – het helpt niet voor zo’n steen te staan.’ Vincent Overeem valt met de deur in huis in zijn nieuwe roman Tobi: er is een meisje dood, en hoofdpersoon Tobi heeft daar iets mee te maken gehad. Ook Tobi’s moeder is overleden, en met zijn vader, broer en zus kan hij daar niet over praten. En wat wil die donkere figuur van hem? Zijn moeder zag die ook. Wordt Tobi gek? Tobi – Vincent Overeem / De Bezige Bij / € 18,90
32
FoliaMagazine
tIP 2: PIEN fEIth Indiechick Pien Feith presenteert haar nieuwe plaat in Bitterzoet. Tough Love heet het kleinood, en het staat vol elektronische popliedjes. Naar eigen zeggen vormen de twaalf nummers een ‘kaleidoscopisch landschap waarin Pien Feith op eigenzinnige wijze een verbinding maakt tussen elektronische muziek en indiepop’. De teksten bevatten reflecties van Feith over haar leven als dochter, zus en vriend.
tIP 3: EEn andErE show Ronald Snijders, onder meer bekend van het VPRO-latenightprogramma De Staat van Verwarring, werkt aan een absurde split personality show. In het charmante theatertje Het Perron is hij iedere tweede donderdag van de maand te zien met nieuwe teksten. Zijn vorige show werd in de pers omschreven als ‘absurdisme van het hoogste niveau’. Verwacht meer van hetzelfde.
Pien feith / Bitterzoet / donderdag 14 maart,
donderdag 14 maart, 21.00 uur / € 10,-
20.30 uur / € 8,-
Een andere show – Ronald Snijders / Het Perron /
lezingenladder Voor een ieder die geïnteresseerd is in lezingen en debatten is er de Folia Magazine lezingenladder. Wij streven ernaar hierin de meest interessante lezingen en debatten in Amsterdam op één plek te verzamelen.
Toekomst van de roman De Balie WO 13/03, 20.00 uur Schrijver Oek de Jong over de toekomst van de roman. Schrijvers Wanda Reisel, Christiaan Weijts en Joost de Vries reageren.
Filosofie op de Zuidas Symphony’s DO 14/03, 16.30 uur
JULIAN URGERt (22) MEDIA, INFORMATIE & COMMUNICATIE GAAt hEt LIEfSt NAAR NOODLANDING ‘Ik spendeer mijn wekelijkse stapavond het liefst in poppodium Paradiso. Op donderdagavond is er Noodlanding, wat bij menig student wel bekend in de oren zal klinken. Van de HvA heb ik een pasje gekregen waarmee ik gratis naar binnen kan. De muziek is een goede mix van hiphop en dubstep, lekker dansbaar! Gelukkig sta je nooit hutjemutje opgepropt, de ruimte is enorm. Al kom ik er het liefst pas na enen, anders is de zaal nog halfleeg. Wanneer de rij voor de bar erg lang is, ga ik gewoon naar beneden waar ze ook drankjes verkopen. Je kunt daar zelfs ijsjes krijgen, aan het einde van de avond neem ik altijd een raketje. Iedere keer als ik er ben, zie ik dezelfde werknemer altijd helemaal uit zijn dak gaan. Geweldig! Laatst kon ik het niet laten om te vragen of ik met hem op de foto mocht. Meestal ga ik met vrienden van mijn studievereniging Mimagine, van tevoren drinken we dan biertjes in de Gieter.’ yyy tekst en foto Hester Hinloopen
VU-filosoof Ad Verbrugge interviewt oudhoofdredacteur van nrc.next Rob Wijnberg, over de waarde van nieuws.
Student in Gouden Eeuw ABC treehouse DO 14/03, 19.00 uur Amerikaanse historicus en journalist Benjamin Roberts over hoe het was om student en jong te zijn in de Gouden Eeuw.
Boekenweek Spui25 DO 14/03, 20.00 uur Drie hoogleraren (Ena Jansen, Michiel van Kempen en Pamela Pattynama) van het departement Neerlandistiek over het thema van de Boekenweek 2013: Gouden tijden, Zwarte bladzijden.
Amsterdam mediastad De Balie DO 14/03, 20.30 uur Is Amsterdam het nieuwe Hilversum? Omroepen kiezen steeds vaker Amsterdam als thuisbasis. Wat zijn de consequenties van deze ontwikkelingen voor Hilversum én Amsterdam?
Vloek van de farao Amsterdam Expo VR 15/03, 14.00 uur Egyptoloog Huub Pragt gaat dieper in op de kunstschatten die bij de ontdekking van het graf van Toetanchamon aangetroffen werden en de vloek van de farao.
Kirti Rinpoche
in Tibet, houdt een lezing over de inperking van de vrijheid van religie en van meningsuiting in Tibet.
Aanslag Stadsarchief ZO 17/03, 15.00 uur Karel Warmenhoven, voorzitter van de Plantage Weesperbuurtvereniging, over de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister in 1943.
Voorbij m/v De Balie MA 18/03, 20.00 uur Wetenschapsjournalist Martijn van Calmthout kijkt met wetenschappers en deskundigen naar de dagelijkse gevolgen van transgender zijn, de zorg en culturele verschillen.
Sociale media Spui25 DI 19/03, 17.00 uur Hoogleraar mediastudies José van Dijck presenteert haar nieuwe boek The Culture of Connectivity. A Critical History of Social Media. Aansluitend discussie over de toekomst van de sociale media.
Vrijheid De Nieuwe Liefde DI 19/03, 20.00 uur Avond over onze egoïstische vrijheidsbeleving en wat we daar tegenover kunnen stellen met de Vlaamse theoloog en filosoof Marc De Kesel en schrijver en filosoof Stine Jensen.
Datajournalistiek Pakhuis de Zwijger DI 19/03, 20.00 uur Hoe wordt data-analyse en -journalistiek ingezet om maatschappelijke trends te verklaren? Met o.a. Nu.nl-hoofdredacteur Wouter Bax.
U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje
Rode hoed ZA 16/03, 15.00 uur
naar harmen@folia.nl onder vermelding van ‘Aan-
Kirti Rinpoche, de abt van het Kirti Klooster
melding lezingenladder’.
FoliaMagazine
33
prikbord HvA DMR Boekpresentatie
DT Academie
Op woensdagmiddag 20 maart 2013 wordt in het auditorium van gebouw Leeuwenburg het boek Samen bouwen 2.0. Visie en houding voor de sociale professional van de toekomst gepresenteerd. De auteurs zijn docenten en onderzoekers van de studierichtingen cmv, sjd, sph en maatschappelijk werk & dienstverlening. Na de presentatie van het boek zullen enkele deskundigen ingaan op voorbeelden van nieuwe praktijken. Daarnaast zullen er acht workshops worden gegeven door de auteurs van het boek. Aanmelding via de website van kenniscentrum DMR.
Het nieuwe aanbod van de HvA Academie is bekend. Bij de HvA Academie kunnen docenten, onderzoekers, managers en medewerkers van de HvA trainingen en cursussen volgen. Nieuw is de praktische training digitaal notuleren. Deze training verbetert je vaardigheid in het maken van vergaderverslagen met behulp van een laptop. Ook is er een cursus waar je een site voor je eigen project in DLWO leert opzetten. Bekijk het volledige programma op academie. hva.nl en schrijf je in.
DOO Kohnstammlezing
DMCI Unlike
De HvA en de UvA nodigen alle belangstellenden uit voor de 14e editie van de Kohnstammlezing, op vrijdag 22 maart 2013 om 15.00 uur in de aula van de UvA. De lezing wordt jaarlijks georganiseerd door het Samenwerkingsverband Onderwijs & Opvoeding Amsterdam met een thema op het grensvlak van het maatschappelijk debat, het wetenschappelijk onderzoek en de praktijk van onderwijs en opvoeding. Spreker is dit keer Sywert van Lienden, bekend van jongerenbeweging G500, die zijn lezing houdt over ‘Het karakter tussen personalities en robotbreinen’.
Op 14 maart wordt in de medialounge van het Theo Thijssenhuis de nieuwe Unlike Us-app gelanceerd. Theo Ploeg, cultuursocioloog en CMD-docent, Geert Lovink, lector netwerkcultuur en Marc Stumpel, oudCMD-student en redacteur, presenteren daar de app, met toegankelijke artikelen over Facebook en social media. De presentatie wordt gevolgd door een quiz getiteld ‘Hoe goed ken jij je eigen Facebook-profiel?’. Deelnemers maken onder andere kans op toegangskaarten voor de Unlike Us #3-conferentie op 22 en 23 maart. Aanvang is 17.00, entree is gratis.
DG Zorgtechnologie
HvA CAO
De komende maanden gaan 47 HvA-studenten aan zes vraagstukken werken voor zorgaanbieder Amsta. De studenten ontwikkelen slimme oplossingen met zorgtechnologie, zoals een app om jongeren met een verstandelijke beperking te ondersteunen, een interactieve zorgmuur en een website voor mantelzorgers. De studenten zijn afkomstig van de minors zorgtechnologie en Ambient Intelligence. Deze laatste ontwikkelden vorig jaar reeds een interactieve zorgmuur met sensoren die reageren wanneer ouderen gaan ‘dwalen’.
Volgens de nieuwe hbo-cao, die vorige week definitief werd vastgelegd, krijgen werknemers met een aanstelling vanaf 0,4 fte jaarlijks het recht veertig uur van hun werktijd aan bijscholing te besteden. Hogescholen moeten jaarlijks ten minste zes procent van het jaarinkomen vrijmaken voor professionele ontwikkeling. Voor het vergoeden van deze uren wordt de helft van het budget gebruikt. Met de andere helft moeten aanvullende kosten zoals studiemateriaal en reiskosten worden vergoed. Het volledige akkoord is te raadplegen via de website van de HBO-raad.
DBSV Pit
DEM Startup
Stop
Op 18 maart vindt de eerste meeting van Pit Stop plaats; een nieuwe reeks voor ondernemers in de sport. Deze editie staat de wereld van sport, internet en nieuwe media centraal. Er zijn interviews met twee sport- en internetondernemers, een presentatie van een nieuw product en een buffet. Kosten zijn € 49,95 inclusief buffet en een exemplaar van het boek Ondernemen in de sport. Verhalen van pioniers en vernieuwers. Aanmelden via de website van kenniscentrum DBSV.
34
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
FoliaMagazine
Us
Kids
Na twee uitverkochte edities organiseert ACE in samenwerking met Kickstartup op 28 maart nog één laatste viewing van The Startup Kids, een documentaire over jonge webondernemers die hun dromen achterna gingen met ondernemingen als Vimeo, Dropbox en Soundcloud. De vertoning is van 19.00 tot 0.00 uur in de Zuiderkerk. Het belooft een inspirerende avond te worden met veel aanwezige ondernemers, uiteraard de documentaire The Startup Kids en een dj, die de avond afsluit. Kaarten verkrijgbaar via www.kickstartup.nl.
prikbord UvA
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
FNWI Enquête
FGw Acasa
De centrale ondernemingsraad (COR) houdt samen met de facultaire ondernemingsraad (OR) een enquête onder medewerkers en studenten van de UvA en de VU naar de voorgenomen fusie van de drie Amsterdamse bètafaculteiten van UvA en VU. De COR wil onder meer weten wat men vindt van de samenwerking voor het imago van beide instellingen, of men er überhaupt wel een voorstander van is en of men al dan niet vreest voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Vul de enquête hier in: www.foliaweb.nl/organisatie/ondernemingsraden-houden-enquete-over-betafusie.
Het team Acasa, het Amsterdam Centre for Ancient Studies and Archaeology van de UvA en VU, won op 7 maart de Ken-Uw-Klassieken Pubquiz in het Leidse Rijksmuseum van Oudheden. In 42 teams kruisten zo’n 200 classici, studenten en docenten, de degens onder leiding van quizmaster en classicus Fik Meijer. Deelnemers Gerard Boter, Evert van Emde Boas, Bas van der Mije, Suzanne Adema en Michiel van der Keur gingen er met het prijzenpakket en de eeuwige roem vandoor. De pubquiz vond plaats op de eerste dag van de Week van de Klassieken (7 t/m 15 maart).
BC Máxima
Studentenraad Kandidaten
Prinses Máxima zal op 2 april voor de laatste keer als prinses de UvA bezoeken. Bij de Bijzondere Collecties zal ze een vel postzegels in ontvangst nemen ter gelegenheid van de tentoonstelling 1001 vrouwen die daar momenteel loopt. Op de postzegels portretten van ontdekkingsreizigster Alexandrine Tinne, schrijfster Belle van Zuylen, oorlogsheldin Trijn van Leemput, schilderes Maria van Oosterwijck, landsvrouwe Maria van Bourgondië en theologe Anna Zernike. De tentoonstelling laat de levensverhalen zien van bijzondere vrouwen uit de voorbije eeuwen.
De studentenraden van de UvA zoeken studenten die zich willen kandideren om zitting te nemen in een van de zeven facultaire studentenraden en/of de centrale studentenraad. Elk van de zeven faculteiten aan de UvA heeft zijn eigen facultaire studentenraad (FSR). Op sommige onderwerpen heeft de FSR adviesrecht, op andere hoorrecht en weer op andere instemmingsrecht. Daarnaast is er één overkoepelende centrale studentenraad (CSR), die de gesprekspartner is van het CvB. De verkiezingen vinden plaats van 13 tot en met 17 mei. Zie www.studentenraad.nl.
FGw Beste
FdR Studentenpanels
student
De facultaire studentenraad is op zoek naar een nieuw lid ter vervanging van het vertrokken lid Juliane Homann. Studenten die een goed plan hebben om de faculteit of zelfs de hele UvA een boost te geven kunnen een plek in de raad winnen. Omdat er begin mei alweer studentenraadsverkiezingen zijn is de zittingstermijn van de huidige raad beperkt. ‘Maar omdat het jammer is de opengevallen plek vacant te laten hebben we besloten Julianes plek toch op te vullen,’ zegt raadsvoorzitter Esther Crabbendam. De kick-off is deze week. Zie www.studentenraad.nl/fgw.
Er komen studentenpanels om de zogenoemde ‘kleine kwaliteit’ te verbeteren. Het gaat dan om zaken als roosters, websites of tentamens. Leidraad voor de panels zullen de zestien categorieën zijn aan de hand waarvan de kwaliteit van een opleiding wordt gemeten in de nationale studentenenquête (NSE). Er komt voor elk bachelorjaar een panel van tien studenten dat problemen en klachten gaat inventariseren. Elk panel maakt na afloop een rapport waar het faculteitsbestuur mee aan de slag gaat. Deelnemen? Meld je bij Heleen van Galen via h.vangalen@uva.nl.
FGw Sta-penning
Academische Club
Universiteitshoogleraar en kunsthistoricus Henk van Os heeft ter gelegenheid van zijn 75e verjaardag de Grote Sta-penning van de UvA ontvangen. Zelf maakte hij bekend een fonds in het leven te roepen voor studie- en promotiereizen op het vlak van de geesteswetenschappen. De penning is de hoogste onderscheiding van de UvA en wordt uitgereikt aan een persoon die zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt voor universiteit en samenleving. Van Os is de vierde die deze onderscheiding ontvangt. Michael Ellman, Frans van Eemeren en Sander Bais gingen hem voor.
‘Jullie debatteren helemaal niet echt in de club,’ zeiden enkele leden van studentendebatvereniging Bonaparte onlangs tegen Maaike Ambags, directeur van de Academische Club (AAC). Die was in haar wiek geschoten. ‘Want we programmeren toch elke week een debat?’ Toch ging ze de uitdaging aan en organiseert ze op 21 maart een debatwedstrijd tussen Bonaparte en de AAC. AAC-leden Christiaan Alberdingk Thijm en Jim Jansen debatteren met ervaren sprekers van Bonaparte. Aanvang: 17.00 uur. Aanmelden via aac.uva.nl/agenda/item/ debatwedstrijd.html.
Debat
FoliaMagazine
35
wasdom Vrijwillig gehersenspoeld Mathijs Bouman Leeftijd 46 (geboren op 1 mei 1966) Beroep Econoom en journalist, beurscommentator voor RTL-Z en regelmatig te zien als deskundige bij De Wereld Draait Door en EenVandaag. Studie Economie Afgestudeerd 1993 Docent ‘Henk Jager, professor internationale economie. Hij was een goede docent en regelde veel voor zijn studenten: stages, maar ook vakken die we zelf voorstelden.’ Locatie ‘Economie zat eerst op de Jodenbreestraat in het Maupoleum, een gruwelijk gebouw met heel slechte airconditioning. Iedereen viel er ’s middags tijdens college in slaap. Het laatste deel van mijn studie volgde ik op Roeterseiland.’ Café ‘Tis Fris, een kroeg op het hoekje van de Jodenbreestraat.’ Afknapper ‘Alles was buitengewoon slecht georganiseerd; colleges die niet plaatsvonden op de afgesproken locatie en niemand die wist waar dan wel, geen enkele coördinatie binnen de vakgroepen over de te onderwijzen studiestof. In de jaren tachtig was de UvA nog een rood bolwerk, met veel oud-marxisten. Niet bepaald de hotspot van economisch Nederland dus.’
36
FoliaMagazine
stage Hij studeerde economie en werd econoom en journalist: Mathijs Bouman. tekst Julie de Graaf / foto Bob Bronshoff
‘T
oen ik ging studeren heb ik drie open dagen bezocht. Op de Erasmus Universiteit zaten alle potentiële economiestudenten tussen hun ouders in en stelden de vaders de vragen. De Vrije Universiteit vond ik hartstikke leuk, maar dat wilden mijn grootouders heel graag en uit recalcitrantie koos ik daar dus niet voor. Bij de open dag van de UvA speelde er een bandje en hing er een alternatieve sfeer, dat sprak me wel aan. Ik koos voor economie omdat het me interessant leek en ik er op de middelbare school goed in was. Eigenlijk had ik natuurkunde willen studeren, maar daar was mijn wiskundeknobbel te klein voor. Toen ik begon aan economie waren er zevenhonderd eerstejaarsstudenten, waarvan er zo’n zeshonderd na twee jaar voor bedrijfseconomie kozen. Daarna bleven er honderd man, waaronder ik, over bij algemene economie. Ik had geen idee wat ik later wilde doen en die eerste twee jaar heb ik me geregeld afgevraagd waarom ik deze studie deed. Dat ik gewoon doorstudeerde, kwam door een combinatie van laksheid en plichtsbesef. De studie werd pas echt interessant toen de richtingen scheidden en ik en veel keuzevakken kon doen. We kregen onderwijs in kleine groepen en bedachten zelf vakken die we graag zouden volgen. We zochten daar vervolgens een docent bij en keken of we er punten voor konden krijgen. Ik had een leuke vriendengroep die het niet stoer vond om een zesje te halen, maar wel om een acht te halen. Die peer pressure heeft mij zeker geholpen: ik werkte hard voor mijn tentamens en probeerde hoge cijfers te halen.
Op een gegeven moment merkte ik dat onze gesprekken in de kroeg steeds vaker over economie gingen. Mensen denken vaak dat economie heel ingewikkeld is, maar dat is niet zo. Ik beschouw het als een heel leuke vorm van hersenspoeling: je krijgt een bepaald denkkader aangeleerd waarmee je de wereld anders gaat bekijken. Als je dat trucje eenmaal door hebt, wordt economie een geweldig leuk spel. Tegen het einde van mijn studie kwamen topprofessoren Rick van der Ploeg en Sweder van Wijnbergen de vakgroep macro-economie versterken. Zij hadden samen een paar promotieplekken en daar kreeg ik er een van. Ik mocht dus nog vier jaar langer de student uithangen, maar dan betaald. Ik kan het iedereen aanraden. Bij zijn aantreden wilde Van der Ploeg een mooi onderzoeksinstituut neerzetten, dus huurde hij voor zijn aio’s een pandje aan de Keizersgracht met een tuin en een dakterras. Promoveren was hartstikke leuk, behalve in het laatste jaar: toen moesten we er opeens nog een proefschrift uitknallen. Zo hard als in dat jaar heb ik nog nooit gewerkt. Na mijn promotie heb ik mijn studententijd nog een tijdje gerekt en ben ik een jaar postdoc geworden aan de VU en de Universiteit Leiden. Daarna werd ik gevraagd om te schrijven voor economisch tijdschrift FEM Business. Daar heb ik zes jaar stukjes getypt en ben ik drie maanden adjunct-hoofdredacteur geweest. Toen leek het me wel weer handig om als econoom aan de slag te gaan en heb ik een tijdje bij De Nederlandsche Bank gewerkt. Na twee jaar en ben ik voor mezelf begonnen. Dat bevalt me goed; ik ben nu beurscommentator, columnist en journalist. Eigenlijk doe ik alles, zolang het maar over economie gaat.’ yyy
merel Nieuwint (24) Studie Media, informatie & communicatie Stage webredacteur bij Kassa (VARA) Verdiensten € 275 per maand Beoordeling JJJJJ ‘Jarenlang was ik ervan overtuigd dat mijn roeping lag in het uitgeverswereldje, maar door deze stage denk ik daar nu helemaal anders over. Sinds een aantal weken merk ik hoe leuk ik het vind om als webredacteur te werken. Iedere ochtend bespreek ik de taakverdeling samen met de andere stagiair. Deze bestaat uit de website vullen met nieuwtjes, Twitter en Facebook bijhouden en in de gaten houden of de reacties op het forum netjes blijven. Ook maak ik af en toe de teletekstpagina’s. Soms is dit best frustrerend, want het systeem waarin dit gebeurt, is een tikkeltje ouderwets en valt regelmatig zomaar uit. Ik heb al vaak genoeg van voor af aan moeten beginnen. Er hangt een fijne werksfeer op de redactie. Meestal is het stil en hoor je alleen het driftige getik op de toetsen, maar af en toe schalt het geluid van de radio door de ruimte. Gelukkig kan ik erg lachen met mijn begeleider. Hij is voor Feyenoord en ik ben een Ajacied in hart en nieren dus dat levert de nodige discussies op. Ik leer veel op mijn stageplek, vooral doelgroepgericht schrijven waar ik eerst nog weleens moeite mee had. Later zou ik heel graag willen werken bij de publieke omroep, maar misschien is dat ietwat onrealistisch vanwege de vele bezuinigingen die nu worden doorgevoerd. Voorlopig ben ik ontzettend blij met mijn stage op het Media Park.’ yyy Hester Hinloopen
FoliaMagazine
37
FoliaMagaz ine weekblad
toehoorders
cover JeRoen Murré
voor HvA
donderdag 7 maart, 15.00 uur, Oudemanhuispoort tekst en foto’s Robrecht de Vocht Verhouding laptops/pennen 1-10 Overhemdtrend Ruitjes Winterhoofddeksels Eén mutsje Scrabbelwoorden creationism, desegregation, exceptionalism
H
oewel de UvA het academisch kwartiertje in 2007 afschafte, trekt Manon Parry zich hier weinig van aan en wordt er tot kwart over drie gezellig geroezemoesd, met name over het net gemaakte tentamen: ‘best wel makkelijk’. Het gaat vandaag over Education and citizenship in the USA: creationism versus evolution. Het college is verdeeld in twee delen: het Scopes Trial en de Textbook Wars in de jaren zestig voor de pauze en de Textbook Wars vanaf de jaren negentig en het Creation Museum na de pauze. Het draait allemaal om de strijd die losbarst in 1925 wanneer een onderwijzer besluit zijn leerlingen in de evolutietheorie te gaan onderwijzen. Religieuze fanatici reageren furieus en wanneer vervolgens besloten wordt dat het tekstboekaanbod op scholen diverser moet worden – de Bijbel is niet meer afdoende – escaleert de situatie. Spannende ontwikkelingen dus, maar de monotone, Engelstalige woordenstroom van Parry kan de studenten er vandaag maar moeilijk bij houden. Na de pauze wordt er begonnen met een musical interlude: Biscuithead & the Biscuit Badgers zingen ‘Dinosaurs come back we love you’. Een voorproefje op wat komen gaat. Eén van de studenten heeft in de pauze gemeld dat Parry toch wel erg snel praat – ‘I apologize for that’ – maar het tempo blijft er lekker in. We zijn aangekomen bij het Creation Museum, waar ze in plaats van de evolutietheorie te verwerpen deze herinterpreteren. In een minutenlang humoristisch filmpje leren we dat de aarde slechts 6000 jaar oud is en vegetarische dinosauriërs een plekje kregen op de ark van Noach. Het filmpje ontlokt eindelijk wat leven aan het versufte publiek en er wordt hardop gelachen. Helaas blijft deze stemming maar kort hangen en eindigt het college een stuk stiller dan het begon. yyy
38
FoliaMagazine
Aimee Plukker (19, geschiedenis)
‘We hebben voor dit vak twee hoorcolleges per week, op dinsdag de Nederlandse geschiedenis van het publieke debat en op donderdag de Amerikaanse. Het college van vandaag vind ik niet erg goed. Het gaat nauwelijks over het publieke debat, de powerpoints sluiten niet aan bij de stof en de docent leest alles voor. De colleges op dinsdag vind ik wel heel leuk. Die docent vertelt met humor en enthousiasme en is heel inspirerend.’
Lotte van Hasselt
(20, geschiedenis en archeologie) ‘Normaal vind ik de colleges van deze docente op donderdag heel leuk, maar vandaag niet zo. Ze springt erg van de hak op de tak en is niet erg duidelijk. De filmpjes die ze laat zien zijn meestal leuk en houden je aandacht er een beetje bij, maar vandaag sluiten ze niet echt bij de stof aan. Wat ook jammer is, is dat de artikelen die we voor de colleges moeten lezen bijna niet terugkomen in het hoorcollege.’
Karin Lieftink (22, geschiedenis)
‘Ik heb de tekst voor vandaag niet gelezen en heb daarom wat moeite om het te volgen. Ze praat heel snel, maar eigenlijk is alles wat ze zegt belangrijk. Ik typ blind met tien vingers, maar kan het niet bijhouden. De docente gaat er ook te veel van uit dat we net zo veel achtergrondkennis van de Amerikaanse geschiedenis hebben als zij. Vorige week moest ik bijvoorbeeld wel even opzoeken hoe het ook weer zat met de Amerikaanse Burgeroorlog.’
nr. 23 13/03/201 3
Rouwen he lpt
Sta stil bij
Hoorcollege Geschiedenis in publieke debatten door Manon Parry,
en UvA
je verdriet
colofon
Weekblad voor de HvA en UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en Havana (1996). Redactieadres Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD Amsterdam, telefoon 020-5253981, e-mail: redactie@folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Marieke Buijs, Sandra Hazenberg, Luuk Heezen, Hester Hinloopen, Wim de Jong, Vera Lentjes, Eva Rooijers, Gijs van der Sanden, Emilie Tondeur, Annemarie Vissers, Robrecht de Vocht, Clara van de Wiel, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee Asis Aynan, Bob Bronshoff, Emma Curvers, Fred van Diem, Julie de Graaf, Martijn van de Griendt, JanMaarten Hupkes, Marith Iedema, Marc Kolle, Denise van Leeuwen, JeRoen Murré, Danny Schwarz, Henk Strikkers, Won Tuinema, Tjebbe Venema, Fen Verstappen Eindredactie Harmen van der Meulen Correctie Wim de Jong, Harmen van der Meulen Opmaak Pascal Tieman, Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider) Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl Folia Magazine probeert altijd de rechthebbenden van fotomateriaal te contacteren. Bent u rechthebbende en hebben wij u niet kunnen bereiken? Mail dan naar redactie@folia.nl.
(advertentie)
Cultureel Studentencentrum Nieuwe Achtergracht 170 Huur een repetitiestudio voor je eigen project, bezoek en lezing of drink een drankje in het dagelijks geopende CREA Café. Van scherp debat tot meeslepend theater en van repetitiestudio tot fotocursus. Als student kun je nergens in Amsterdam goedkoper en beter terecht dan bij CREA, hét cultureel studentencentrum van UvA en HvA.
do 14 | 20.00 uur | brainstorm ASVA - Amsterdam in 2025
Hoe ziet Amsterdam er uit in de toekomst? ASVA roept studenten op hierover mee te denken in een brainstormsessie. Alle ideeën worden verzameld in de studentenvisie ‘Amsterdam in 2025’ voor burgermeester Van der Laan. Sprekers: Job Cohen, Maarten van Poelgeest, Paul Doop en Pieter Tordoir. De toegang is voor studenten gratis, maar reserveer vooraf wel je plekje! CREA Theater | Studenten/ AUV pas gratis, overigen E 5,- | Vooraf inschrijven
de lezer
In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.
mEREL BRINKmAN (22), StAAtS- EN BEStUURSRECht, UvA ‘De cover is wel een beetje somber. Het had wel iets vrolijker mogen zijn dan grijze gebouwen en sneeuw. Zeker nu het mooi weer begint te worden. Het artikel bij de cover over Rusland vond ik wel heel interessant. Zeker omdat iedereen regelmatig loopt te klagen is het goed je te realiseren dat het er ergens anders in de wereld heel anders aan toegaat. Wij hebben het zo slecht nog niet. De foto’s bij het artikel vind ik echt geweldig. Net alsof je twintig jaar terug in de tijd gaat. De korte rubrieken als “de Week”, “Navraag” en “Op de tong” lees ik graag. Het is prettig om op de hoogte te zijn van wat er gebeurt op de UvA. Maar “Passie” en “Drift” mogen van mij meteen geschrapt worden. Als ik over dat soort onderwerpen wil lezen koop ik wel een Cosmo.. Een seksrubriek hoort niet thuis in een universiteitsblad. Ik zou graag meer artikelen willen zien over het onderwijs, over wat er verbeterd kan worden, waar we naartoe gaan. Het interview met Thom de Graaf en “Folia maakt kennis” met Edgar du Perron vind ik interessant. Iets meer gericht op het academische, dat zou ik interessant vinden. In de ru-briek “Overigens” komen wel hoogleraren aan het woord, maar dat zou van mij veel meer mogen. Meer ruimte voor opinie of inhoudelijke artikelen over interessante promotieonderzoeken. Wat me verbaast is dat er in Folia Magazine geen aandacht wordt besteed aan het onzorgvuldig handelen van Rijpkema. Daar wil ik meer van weten.’ yyy tekst en foto Vera Lentjes
di 19 | 20.00 uur | film & debat NIOD - Roads to Justice
A series of film and debate that discusses roads to justice, or lack thereof, around the globe. This edition the documentary We were children (Tim Wolochatiuk, 2012) will be screened about Aboriginal children and the residential schools in Canada. These schools were set up to eliminate parental involvement in the intellectual, cultural and spiritual development of Aboriginal children. The schools were funded by the state en run by the church. CREA Theater | Free for students/ AUV pass, others E 5,- | No reservations
wo 20 | 19.00 uur | film & lezing Het ethos van de Israëlische familie
Lost Islands (Reshef Levy, 2008) is een opzwepende, grappige en ontroerende autobiografische film over de dynamiek in een Israëlische familie in 1980. De harde realiteit treft de familie als een van de broers naar de Libanon-oorlog wordt gestuurd. Spreker: Maya Foner (Israeltrendwatcher). I.s.m. Sechel en Filmisrael. CREA Theater | Studenten/ AUV pas gratis, overigen E 5,- | Vooraf inschrijven
www.crea.uva.nl
deining ‘Ik had een casus met zonnepanelen waar ik niet uitkwam. Toen dacht ik: als ik nu eens een knop maak die dit en dit kan, is het probleem dan niet opgelost?’ ChRIStIAAN BREStER legt uit hoe zijn idee voor zonne-energie voor VVE’s ontstond, in Vrij Nederland.’ ‘Ze waren zo rauw in hun expressies. In hun taal, maar ook in hun kledingstijlen.’ Oprichter van Rambler CARmEN VAN DER VECht beschrijft in Vrij Nederland de ontmoeting met de Engelse straatjongeren met wie ze haar modelabel heeft opgezet. ‘Is er eigenlijk wel zoiets als een collectieve identiteit die twintigers van alle opleidingsniveaus en sociale milieus met elkaar verbindt?’ Columnist fLOOR RUSmAN vraagt zich af of de vele recente twintigerspublicaties wel echt de hele generatie van twintigers behandelen, in Vrij Nederland.
‘Van afstand aangestuurd door de thuiswerker rijden de robots door het kantoor, kijken mee over de schouder bij een collega die wel fysiek aanwezig is, of sluiten aan in de rij voor de koffieautomaat.’ Journalist KOEN hAEGENS schetst de toekomst van de moderne werknemer: thuis werken en tóch op kantoor zijn, in De Groene Amsterdammer. ‘Er komt iedere dag wel een voorstel in de media. Daar doe ik niet aan mee.’ In de Volkskrant wil minister LODEWIJK ASSChER niet reageren op het plan van FNV Bouw om de tienduizend bouwvakkers van zestig jaar voor deeltijdpensioen te laten kiezen.
Opvallende quotes uit de afgelopen week van (voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien, mail het naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
39
LEARNING TOMORROW HVA ONDERWIJSCONFERENTIE 11 APRIL 2013 VOOR ALLE HVA-MEDEWERKERS OCHTENDPROGRAMMA CARRÉ
Masterclasses, workshops, events: De ideale studiedag van een
10.00 – 10.45 uur
Ontvangst en voorprogramma
student in 2025 – Gamification in het onderwijs – Lesgeven
10.45 – 12.30 uur
Welkomstwoord Geleyn Meijer, speeches Louise Gunning,
met een tablet, toetsen op een smartphone – Bibliotheek in je
Huib de Jong en Anka Mulder
broekzak – Visuele communicatie in onderwijs en onderzoek –
Prijsuitreiking Docent van het Jaar
De HvA op Twitter, Facebook, Google+ en Queck – Facebook:
Lunch
van kritiek tot alternatief – en meer…
12.30 – 13.30 uur
MIDDAGPROGRAMMA KOHNSTAMMHUIS
MEER INFORMATIE / INSCHRIJVEN:
14.00 – 16.30 uur
Masterclasses, workshops, events
WWW.HVA.NL/ONDERWIJSCONFERENTIE
16.30 – 18.00 uur
Borrel
232x297 Advertentie Folia_Onderwijsconferentie 2013.indd 2
08-03-13 12:36