FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA
nr. 22 29/02/2012
Psychose: gevangen in je eigen waanzin
RUIM
GRATIS POPMAGAZINE
NR 3 JAARGANG 17
60
PROGRAMM
A' S
VA N D E P O PPODIA
DER LAGE LAND EN
MAART 2012 LIVEXS.NL
MOSS NORMAAL ZIJN WE VAGER
CHAGALL MOZART, MC HAMMER EN EIGEN LIEDJES
SHAKING GODSPEED WE MOETEN NIET NAAR PERFECTIE STREVEN
VRIJWILLIGERS VAN LEVENSBELANG VOOR HET POPCIRCUIT
KYTEMAN IJSLAND, KYTOPIA EN EEN NIEUW ALBUM
LIVEXS IS GRATIS VERKRIJGBAAR IN POPPODIA, BIJ PLATENSPECIAALZAKEN EN VOORVERKOOPPUNTEN VAN CONCERTKAARTEN
Lees Li LiveXS XS P Popmagazine i
Iedere maand in alle poppodia gratis verkrijgbaar, deze week ook bij Folia Magazine
Kijk LiveXS op YouTube
Video-playlisten van de belangrijkste festivals als Pinkpop, Lowlands en Bospop youtube.com/livexstv
Surff Li S LiveXS XS W Website b i
Altijd het laatste podium- en festivalnieuws livexs.nl
Like LiveXS op Facebook
Win de laatste passepartouts voor 5 Days Off 2012 en weekendkaarten voor Pinkpop 2012 facebook.com/livexspopmagazine
IS HET GROOTSTE GRATIS VERKRIJGBARE POPMAGAZINE VAN NEDERLAND LIVEXS POPMAGAZINE IS OFFICIEEL MEDIAPARTNER VAN PINKPOP 2012 LIVEXS.NL > TWITTER.COM/LIVEXS > FACEBOOK.COM/LIVEXSPOPMAGAZINE > YOUTUBE.COM/LIVEXSTV
TWITTER.COM/PINKPOPFEST > FACEBOOK.COM/PINKPOPFESTIVAL > PINKPOPFESTIVAL.HYVES.NL
inhoud #22 De regie kwijt 10
Studenten lopen extra risico op het krijgen van een psychose. ‘Ik was zó bang om schizofreen te worden.’
@Dom Sagolla 22
Op het juiste moment op de juiste plaats. Twitter-oprichter Dom Sagolla komt langs op het Science Park.
In het zweet des Bikrams 28
Vroeger voorbehouden aan hippies, nu een wijdverbreid fenomeen: yoga. Maar dan bij veertig graden celcius.
Weten is meer dan meten 34
Financiële en economische doelstellingen zijn toonaangevend in alle facetten van de samenleving. Dat moet anders kunnen.
Liever geen slecht nieuws 42
Patiënten van Turkse en Marokkaanse komaf willen niet van hun arts horen dat ze uitbehandeld zijn. ‘Hoop doet leven.’
en verder uitgelicht 6-7 de week/het moment/navraag 8-9 op de tong 15 passie 17 opinie 18-20 Robbert Dijkgraaf 19 Fatihya Abdi 20 brieven/promoties 21 objectief 26-27 overigens 37 de adviesdienst 39 lezingenladder 40 drift 41 prikbord 46-47 wasdom 48-49 stage 49 toehoorders 50 de lezer/deining 51
4
FoliaMagazine
redactioneel 10
22 Geen interesse
28
34
Vorige week las ik een berichtje op FoliaWeb dat er tot op heden weinig kandidaten zich hebben aangemeld voor de verkiezingen van de Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) van de HvA. Dit berichtje werd op 22 februari 2012 geplaatst, maar die datum had net zo goed 3 maart 2001 of 6 april 2006 kunnen zijn. Er is namelijk maar een bijzonder klein gedeelte van de HvA-populatie – dus zowel medewerkers als studenten – geïnteresseerd in medezeggenschap. Een organisatie met meer dan dertig werknemers is wettelijk verplicht om een medezeggenschapsraad te hebben en raadsleden worden betaald, dan wel voor een deel vrijgeroosterd, om in de raad te zitten. En ook al is het bij wet vastgelegd dat er zo’n orgaan moet zijn; de kandidaatstelling loopt al jaren slecht en een opkomstpercentage van vijf procent bij verkiezingen is geen uitzondering. De afgelopen jaren werd er een verkiezingsbijlage gemaakt en gedistribueerd via Havana, maar dat leidde niet tot een spectaculaire stijging van het aantal mensen dat zich verkiesbaar wilde stellen. Dit jaar werd er een debat georganiseerd met een bekende cabaretier waarbij de bezoekers een iPad konden winnen; ook dat bood weinig soelaas. Daarbij was het overigens pijnlijk te constateren dat bij dat bewuste debat bijna niemand van het Stembureau – het orgaan dat de verkiezingen organiseert – en van de CMR aanwezig was. Volgens mij is de oplossing simpel: het Stembureau moet bij een volgende verkiezing helemaal niets doen. Geen grappenmaker inhuren of dure tablets weggeven; geen advertenties meer in Folia Magazine – helaas – en geen illustrator betalen om elk jaar het beeldmerk te vernieuwen. Medewerkers en studenten die geïnteresseerd zijn in de verkiezingen weten ervan en brengen hun stem uit; het overgrote andere deel van de HvA-populatie heeft geen interesse en laat daarom de verkiezingen aan zich voorbijgaan. Daar geld tegenaan gooien helpt helemaal niets. Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl, @jimfjansen (twitter)
42
FoliaMagazine
5
Klus je eigen kamer Als de gemeente niet voor voldoende studentenkamers zorgt, dan doen we het zelf wel. Dat is de gedachte achter het nieuwe project Go West, waarbij studenten zelf hun kamer in een leegstaand gebouw bewoonbaar maken. Het oude gebouw van de Acta aan de Louwesweg in Slotervaart wordt momenteel door studenten onder handen genomen. Na afloop van de klusperiode, die nog tot begin mei doorloopt, zijn daar naar verwachting 460 studentenkamers gerealiseerd. tekst Clara van de Wiel / foto Danny Schwarz
Eerder vond een soortgelijk project al plaats in Utrecht, waar studenten een voormalig KPN-kantoor tot wooncomplex ombouwden. Op initiatief van onder andere de Asva wordt nu ook in Amsterdam met het principe geëxperimenteerd. Dat is hard nodig, want met een tekort van tiendui zend studentenwoningen en 1,3 miljoen vierkante meter aan leegstaande kantoorruimte lijkt het een ideale oplossing. Naast studentenwoningen komen er in het oude Acta-pand ook een restaurant, feestzaal en ruimte voor culturele broedplaatsen.
Door mee te klussen verdienen de studenten een korting van tien procent op hun kamerhuur. Huurprijzen lopen uiteindelijk uiteen van € 265,50 voor een kamer van 11 m2 tot € 413,- voor 26 m2. Wie welke kamer gaat bewonen is in het huurcontract vastgelegd, maar tijdens de klusdagen kan het ook gebeuren dat je de kamer van de buurman onder handen moet nemen. Erg gezellig, vind HvA-student civiele techniek Ruben Verduin (19, achteraan op de foto). ‘Zo leer je je huisgenoten alvast goed kennen.’
6
FoliaMagazine
Deelnemers aan het project sluiten een werkcontract, waarin wordt vastgelegd welke prestatie tegenover de korting staat. In totaal moeten de studenten per persoon 48 uur klussen, verdeeld over zes klusdagen. Zo’n klusdag begint ’s ochtends om 07.00 uur en eindigt om 16.00 uur. Tussendoor wordt om 13.00 uur uitgebreid geschaft. Te laat komen wordt niet op prijs gesteld en bestraft met extra klusuren.
Bij het werk worden de studenten begeleid door professionele bouwvakkers, die tevens de veiligheid in de gaten houden. Zij verrichten ook de grotere kluswerkzaamheden, zoals het aanleggen van de verwarming en de waterleiding. Volgens een bouwvakker is het een hectische klus. ‘Ik krijg veel liever een duidelijke opdracht dan dat ik constant leiding moet geven aan anderen.’ Of hij zelf in een van de kamers zou willen wonen? ‘Nooit. Mij veel te chaotisch.’
Studenten houden zich voornamelijk bezig met de kleinere klus jes, zoals het monteren van scheidingswanden. Over hoe dat moet hebben ze les gehad en een instructiefilmpje bekeken. Volgens studente geneeskunde Enya Boon (19) is het geen moeilijk werk. ‘Ik denk echt dat iedereen dat kan. En anders kun je altijd wel helpen met het plakken van isolatiestrips in de deuropeningen. Dat kan zelfs iemand met twee linkerhanden.’ yyy
FoliaMagazine
7
de week
D
De UvA toonde zich een geldwolf in schaapskleren en broodjesmaker Tony werd gerehabilliteerd.
Het televisieprogramma De ombudsman sprong vorige week op de bres voor een andere groep studenten die slachtoffer wordt van de maatregel: hbo’ers die met een propedeuse doorstromen naar de universiteit. Zij hebben geen ruimte meer om een jaar uit te lopen. Maar De ombudsman ving bot bij Zijlstra. Hij was geenszins van plan om deze groep studenten een jaar extra te bieden. Integendeel, hij zei deze sluiproute naar de universiteit af te willen knijpen. Alsof hbo-studenten met ambitie om hogerop te komen ordinaire criminelen zijn. En als het je als hbo-student dan toch gelukt is de UvA binnen te dringen, dan is de kans groot dat de financiële strop om je nek alleen maar strakker wordt. Want ook op de UvA moeten studenten dieper in hun buidel gaan tasten. Laat onze staatssecretaris echter geen twijfel bestaan over zijn schrikbewind, de UvA toonde zich afgelopen week een heuse geldwolf in schaapskleren. Zeker dertig UvA-studenten die
8
FoliaMagazine
foto Danny Schwarz
e langstudeerdersboete van Halbe Zijlstra moet een einde maken aan het eeuwige gestudeer van luie uitvreters die zichzelf student noemen. En ook niet onbelangrijk: een hoop geld in het laatje brengen van de staatssecretaris. Maar nu blijken ook ijverige studenten de dupe te worden van het financiële regime van Halbe. Neem de jongens en meisjes die vrijwillig een jaar in het bestuur gaan zitten van een studentenvereniging of medezeggenschapsraad. Deze vlijtige cv-builders lopen al snel een jaar studievertraging op. Voor hen moet een uitzondering worden gemaakt. Tenminste, als het aan D66 en de VVD ligt. Zij gaan een wetsvoorstel indienen om het mogelijk te maken een bestuursjaar te doen zonder collegegeld te betalen. Of ze binnen een week 11.000 euro wilde over maken, stond er in de mail van de UvA. Student Kim Pronk (midden) vindt dat de UvA haar verkeerd heeft voorgelicht en vertelde erover in het radioprogramma Folia Live.
een tweede studie of master volgen moeten duizenden euro’s extra collegegeld betalen, terwijl hun eerder verzekerd was dat ze konden blijven studeren voor het normale collegegeldtarief. Studentenbond Asva voorziet de studenten van rechtshulp, maar of dat gaat helpen is de vraag: juridisch gezien staat de UvA in haar recht. Toch kan op de barricade staan – zelfs in erbarmelijke tijden als deze – nog wel degelijk zinvol zijn. De vele klachten over cateraar Eurest die binnenstroomden op de door de Asva in het leven geroepen website catercomments. nl leidde ertoe dat de alomgeliefde broodjesmaker Tony, die door de nieuwe cateraar uit zijn functie werd gezet, is gerehabiliteerd. Wie
naar het Atrium gaat om te lunchen kan zich tegenwoordig dus weer laven aan de Italiaanse bollen met gerookte kip en guacamole – als je dat als berooide student tenminste nog kunt betalen. yyy Eva Rooijers en Gijs van der Sanden
18 februari 2012
tweet van de week @TimSW Tim Wagemakers ‘Het is allemaal heel leuk en wel moeilijk, maar je leert veel en dat is leuk.’ Zometeen krijg ik denk ik nog een snoepzakje.#masterdag #uva https://twitter.com/#!/TimSW/
foto Danny Schwarz Mozzarella, tonijn, gegrilde groenten of gerookte kip. Voor een lekker broodje is eigenlijk heel weinig nodig, en Atrium-werknemer Tony Fernandes weet dat als geen ander. Sinds januari moesten zijn befaamde ‘Broodjes Tony’ plaatsmaken voor het standaardconcept van de nieuwe cateraar Eurest – tot groot verdriet van de vele Tony-fans. Na hevige protesten kon Eurest echter weinig anders dan inschikken en sinds maandag smeert Tony dus weer als vanouds zijn broodjes. Nog steeds lekker simpel, maar altijd met het goedhartige babbeltje dat je van hem gewend bent. ‘Met pijnboompitjes?’ yyy Clara van de Wiel
navraag Marijke Zwaag Na berichtgeving op FoliaWeb over het geringe animo onder HvA’ers voor deelname aan de medezeggenschapsraden, ontstond er een discussie op de site. Probleem zou niet alleen de korte beslissingstijd zijn, ook de wervingscampagne sloeg de plank mis. Marijke Zwaag, deelraadslid bij Onderwijs & Opvoeding, mengde zich in de webdiscussie.
De gekozen campagneleus ‘Schuilt er in jou een held?’ deed het niet echt lekker. ‘Het is moeilijk om een goede, scherpe tekst samen te stellen. Dat Sebas Veeke op FoliaWeb reageerde met “Er is vast een of ander M&Cmeisje helemaal losgegaan op deze campagne” vind ik flauw. Maar de leus is inderdaad ongelukkig geformuleerd, alsof je een superheld moet zijn om deel te nemen. Dat schrikt af. Jezelf als held neerzetten vind ik niet passen. Studenten zijn daar niet mee bezig.’ Blijkbaar ook niet met de verkiezingen. ‘Het probleem is niet alleen die campagne. Wij hebben bijvoorbeeld die M&C-campagne
losgelaten en eigen wervingsmateriaal gebruikt met onze foto’s erop. We willen herkenbaar zijn. Maar zelfs dat werkt niet afdoende, ook wij hebben nog niet genoeg kandidaten.’
De organisatie pleitte ervoor de in schrijvingstermijn met een week te ver lengen, maar dat wees het bestuur af. ‘Ik was voor het verlengen, maar ik weet ook dat een weekje extra er niet ineens voor zal zorgen dat het dan wel storm gaat lopen. Maar toch: als docenten net iets meer tijd hadden gehad om met hun leidinggevende te overleggen of het valt in te passen in hun rooster, zou dat al kunnen schelen. Voor studenten zag ik het voordeel niet, het is name-
lijk vakantie deze week. Maar het probleem van weinig interesse zit volgens mij ook nog ergens anders.’
Waar zit het probleem volgens u dan in? ‘In onze onzichtbaarheid. Maar dan nog: de domeinraad van MCI timmert goed aan de weg, maar zelfs zij hebben nog niet genoeg deelnemers. Wij vragen ons ook af: hoe kunnen we de student het best bereiken? Niet alles kan van ons afkomen, studenten moeten zelf ook een lange adem hebben. Medezeggenschap gaat vaak over langlopende zaken. Je kunt niet verwachten dat er morgen twintig nieuwe computers staan.’ yyy Annemarie Vissers
FoliaMagazine
9
Alleen met je angsten Jaarlijks krijgen zo’n drieduizend jongeren een eerste psychose. Vooral studenten vallen in de gevarenzone: nieuwe relaties, een andere stad en experimenteren met drank en drugs zorgen voor stress. Stress die grote gevolgen kan hebben. ‘Achteraf gezien was ik liever eerder opgenomen.’ tekst Renske Jonkman / foto’s Danny Schwarz
D
e camera blijft de jongen volgen, de hoofdrolspeler – met zijn handen tegen zijn oren gedrukt loopt hij rondjes door zijn kleine studentenkamer. Overal om hem heen liggen lege flessen wijn, uitgedrukte sigarettenpeuken, etensresten. Iemand lacht hoog. Iemand schreeuwt: ‘Homo!’ Er wordt onverstaanbaar door elkaar heen geroepen. Het gelach gaat over in geschreeuw. Luider nu. Iemand gilt: ‘Rood! Rood!’ Alles gaat in elkaar over, het is bijna niet te volgen wat er wordt gezegd. Maar dan weer dat geschreeuw. ‘Homo! Rood! Rood! Rood!’ De jongen kruipt onder het dekbed, zijn handen nog altijd tegen zijn oren, en schreeuwt naar de stemmen dat ze moeten ophouden, dat ze godverdomme moeten ophouden, maar als het doorgaat – ‘Homo! Rood! Rood! Rood!’ – grijpt hij een schroevendraaier met een rood handvat en steekt recht hem in zijn been.
10
FoliaMagazine
‘Als het aan mij lag had deze scène vier uur lang mogen duren,’ zegt Bas Lubruyère, filmmaker van Verloren Jaren. Hij schreef het scenario van deze autobiografische film, waarin de kijker samen met hem beleeft hoe het is
‘Als je een psychose hebt verlies je de regie over je leven’ om een psychose door te maken, een halfjaar nadat bij hemzelf de ziekte schizofrenie werd gediagnosticeerd. We zien hoe een talentvolle en intelligente filmacademiestudent verward raakt, probeert te vluchten in coke, xtc, drank en hasj, tot hij zich volledig van de samenleving afzondert en in zijn gekte vereenzaamd achterblijft. Inmiddels is de film, opgenomen
met een budget van minder dan veertigduizend euro (in filmtermen een budget van niks), uitgegroeid tot een hit op internet met meer dan vijfendertigduizend views. Daarnaast verzorgde Lubruyère meer dan honderd vertoningen binnen GGZ-instellingen en op openbare scholen én behoorde de film in 2010 tot de vaste lesstof voor de studenten psychologie aan de UvA. Het is een heftige film die zonder omhaal laat zien hoe het is om een psychose door te maken. Hoewel het lijkt alsof de kijker niet wordt gespaard, geldt volgens Lubruyère eerder het tegenovergestelde. ‘Mijn broer, die de film heeft geproduceerd, heeft me tegengehouden in de heftigheid, uit angst dat mensen tijdens het kijken zouden afhaken. Daarom hebben we geprobeerd er een tragikomische draai aan te geven. Toch had ik het liefst de mensen urenlang willen laten kijken naar die scène
Sander
waarin de hoofdrolspeler Wouter de Jong in zijn psychose doordraait. Omdat dit een beetje laat zien hoe het écht was.’ Stemmen in je hoofd Hoe het echt was? Stemmen die je non-stop, 24 uur per dag hoort. In alles een uiting zien van een complot dat tegen jou is gesmeed. Geloven
dat jouw paranoïde angsten de werkelijkheid zijn. Je terugtrekken. Twee jaar in volledige eenzaamheid in je studentenkamer doorbrengen. Als een beest in een isoleercel worden vastgezet. ‘Achteraf gezien was ik natuurlijk liever eerder opgenomen,’ zegt Lubruyère, die de waan had dat studiebegeleiders een film voor hem hadden opgezet met daarin andere studenten als acteur.
Lubruyère zag die acteurs overal verschijnen en wantrouwde ze. ‘Op het moment dat je een psychose hebt verlies je de regie over je leven. Op het moment dat ik bij studiebegeleiders verhaal ging halen waarom er acteurs voor mij in de trein waren ingezet, had er ingegrepen moeten worden. Desnoods onder dwang. Want destijds stond ik helemaal niet voor open voor
FoliaMagazine
11
hulp van buitenaf; ik hád helemaal niet het idee dat ik ziek was. Maar toch, hoe bizar mijn situatie ook was, er is nooit actie ondernomen. Voor een groot gedeelte is dat onwetendheid. Als een vriend verkouden wordt dan zeg je tegen hem: “Neem een sinaasappel en ga lekker in bed liggen.” Maar wanneer iemand in een psychose dreigt te raken dan weten we niet wat we moeten doen. Er zijn geen modellen voor. Ik heb nog altijd schizofrenie, dat hou je voor de rest van je leven. Inmiddels ben ik een jaar medicatievrij zonder terugval en dat is behoorlijk uniek – vier op de vijf mensen die stoppen met medicatie krijgen een terugval.’ Achtervolgingswaan Vijf toch acht procent van de bevolking heeft weleens psychotische verschijnselen gehad. Schizofrenie komt voor bij een op de honderd mensen. Sommige mensen krijgen in hun leven één keer een psychose en anderen komen er nooit meer van af. Het is dan ook Lubruyères missie om met deze film mensen voor te lichten over psychoses; hoe kan je omgeving een psychose op tijd herkennen? Volgens hoogleraar psychotische stoornissen, Lieuwe de Haan, zijn de eerste jaren waarin een psychose zich openbaart inderdaad cruciaal. Uit zijn onderzoek voor Zorglijn Vroege Psychose van het AMC blijkt dat een goede behandeling in deze fase de psychotische terugval voorkomt en de vooruitzichten op de langere termijn verbetert. Juist studenten vallen in de gevarenzone: de meeste psychoses ontstaan bij mannen tussen de achttien en drieëntwintig jaar terwijl bij vrouwen de piek wat later ligt – tussen de drieëntwintig en achtentwintig jaar. ‘De studietijd is een periode met veel stress,’ zegt De Haan. ‘Je gaat het huis uit, krijgt nieuwe relaties, woont in een vreemde stad; allemaal belangrijke stressoren die bij iemand met een verhoogde psychotische kwetsbaarheid de kans op een psychose kunnen vergroten.’ Volgens De Haan zijn de belangrijkste kenmer-
12
FoliaMagazine
ken van een psychose: wanen, het horen van stemmen en ernstige verwarring. Een voorbeeld van een waan: iemand denkt dat hij wordt achtervolgd door een spionageorganisatie en wil niet meer naar buiten omdat hij bang is dat de mensen zijn gedachten kunnen lezen. De stemmen die daarbij gehoord worden zijn zintuiglijk, oftewel, de persoon met een psychose hoort deze stemmen ook écht. De verwarring treedt op omdat de eigen gedachten niet meer helder zijn, waardoor iemand gedesoriënteerd raakt. ‘Als iemand een of meer van deze symptomen heeft dan spreken we van een psychose,’ legt De Haan uit. ‘Als er daarbij ook nog gedurende
‘Ik heb het weer, dat rare in mijn hoofd!’ meer dan een halfjaar negatieve symptomen optreden – zoals lusteloosheid en gebrek aan doorzettingsvermogen – dan is de diagnose schizofrenie.’ Hij voegt daaraan toe: ‘Schizofrenie heeft niks te maken met een gespletenheid ín de geest, zoals mensen nog wel eens denken. Ik noem het liever “een scheiding tussen de geesten”; mensen met psychotische ideeën blijven eenzaam en vinden geen aansluiting bij andere mensen.’ De vooruitzichten van de behandeling zijn beter als mensen minder lang psychotisch zijn. Daarmee voorkom je isolatie, het niet-afronden van de opleiding of het verliezen van vrienden. Of zoals De Haan zegt: ‘Hoe vroeger je ingrijpt, hoe minder sociale schade er is.’ Hij benadrukt het belang voor de omgeving om bepaalde risicosymptomen te herkennen. Wat moet je doen als een vriend zich ineens terugtrekt, vreemde denkbeelden erop nahoudt? Zich vanuit het niets extreem verdiept in religieuze of filosofische zaken? Volgens De Haan hoeft dat niet altijd te betekenen dat je een psychose krijgt, maar hij meent wél dat je er alert op moet zijn.
‘Het punt is dat mensen met een psychose het liever voor zich houden omdat ze geen ziektebesef hebben; die paranoïde angsten zijn hun werkelijkheid. Waarom zouden ze zich moeten laten behandelen, vragen ze dan. Ze voelen zich immers niet ziek. Veel patiënten die een psychose krijgen denken: dit is mijn realiteit, dus bekijk het maar met je behandeling. Wat ook nog weleens voor problemen zorgt is dat het gedrag van iemand met een psychose wordt toegeschreven aan andere verschijnselen, zoals bijvoorbeeld veel blowen, waardoor er niet meteen juist wordt gehandeld.’ Drugs en angst De link tussen drugsgebruik en een psychose is snel gelegd: beide schoppen de hersenen dusdanig in de war dat je er vreemde denkbeelden aan over kunt houden. Zo ondervond ook student bouwkunde, Sander Boogaert (28) die na één avond met wat vrienden paddo’s te hebben gebruikt, daar nog jarenlang last van heeft ondervonden. ‘Ik was al een tijd aan het experimenteren met drugs,’ zegt Sander. ‘Veel blowen in het weekend en af en toe een pilletje. Ik werd steeds geïnteresseerder in die psychedelische middelen. Achteraf gezien heb ik nooit begrepen waarom ik het nou deed. Ik heb het nooit gedaan om een angst te onderdrukken, integendeel, ik kréég juist last van angsten door die middelen.’ Voordat Sander begon te experimenteren met drugs had hij een moeizame schoolperiode achter de rug; hij bleef drie keer zitten op het vwo en, terugkijkend op die periode, noemt hij zichzelf ‘een angstig en onzeker jongetje’. Sander: ‘Toen ik een jaar of vier was werd ik onder narcose gebracht omdat mijn amandelen geknipt moesten worden. Maar toen de artsen mij niet onder narcose kregen begon alles heel erg te draaien. Daar ben ik als kind zo bang van geworden dat ik al mijn hele leven alles wat draait associeer met angst. Een draaimolen, een achtbaan.’
Peter
Jaren later, toen Sander op zijn achttiende wakker werd na een avond paddogebruik, voelde hij een zware druk op zijn borst. Het bleek hyperventilatie te zijn. De hele week hield hij last van paniekaanvallen die uiteindelijk zo heftig werden dat hij ze niet meer onder controle kon houden. ‘Ik weet nog dat ik naar mijn moeder schreeuwde: “Ik heb het weer, dat rare in mijn
hoofd!” Het was een onbeschrijfelijke, diepe angst om de controle te verliezen. Een angst óm de angst. Ik was zo bang om schizofreen te worden, om stemmen te horen, de angst dat ik gek zou worden.’ De schade die hij door de paniekaanvallen opliep hield nog tijden aan – het lukte hem niet om een studie op te pakken, hij ontwikkelde presentatieangst, een angst
om te reizen (‘Zelfs een reis naar Texel vond ik doodeng’) en ging uiteindelijk alles uit de weg wat een potentiële angst kon veroorzaken. Het drugsgebruik leidde bij hem niet tot een psychose. Sander heeft na zijn paniekaanvallen uiteindelijk zijn leven weer kunnen oppakken – hij studeert weer, heeft een vriendin – en is nooit gek geworden, waar hij al die tijd zo bang voor
FoliaMagazine
13
Wat is een psychose?
De term ‘psychose’ verwijst naar een bepaalde mentale status en niet naar een specifieke stoornis. Het belangrijkste ziektebeeld waarbij psychosen optreden is schizofrenie. Daarnaast komen psychosen voor bij manisch-depressieve stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en een aantal aandoeningen die lijken op schizofrenie. Volgens de DSM-IV (Diagnostic Statistical Manual of Mental Disorders, 4e versie) worden psychotische ziektebeelden onderverdeeld in: schizofrenie; schizofreniforme en schizoaffectieve stoornis; kortdurende psychotische stoornis (minder dan één maand); waanstoornis en psychotische aandoeningen veroorzaakt door medicatie, toxische stoffen of misbruik van stoffen (met name cannabis); delirium; alcoholonttrekkingsverschijnselen en delirium bij dementie. Bron: www.pathofysiologie.nl.
was. Hoewel drugs zoals cannabis de kans op een psychose verdubbelen, betekent veel blowen niet automatisch een psychose. Wel kan je door cokegebruik kortdurend paranoïde raken. Hoogleraar De Haan: ‘Heel veel mensen blowen, maar niet heel veel mensen krijgen daardoor vreemde denkbeelden. Wat wij bij de Zorglijn Vroege Psychose doen om het zeker te stellen is iemand overtuigen tijdelijk te stoppen met blowen. Als klachten alleen maar door de drugs worden veroorzaakt dan verdwijnen ze binnen twee à drie dagen. Als ze dat niet doen dan is er sprake van een verhoogd risico om een psychose te krijgen.’ Een andere werkelijkheid Wanneer Peter Noortman (26) aan zijn 48-uurs psychose terugdenkt dan stelt hij zijn hersenen voor als ‘een computer waarin alles verkeerd stond afgesteld’. Hij herinnert zich dat hij ’s avonds naar de Olympische zwemmer Maarten van Velden keek en alle pionnen door elkaar in het water zag liggen. Dat zijn moeder met de stem van zijn oma sprak. Dat hij naar het toilet liep terwijl hij buiten bommenwerpers hoorde. ‘Mijn hersenen hebben een gigantische klap gekregen.’ Toen Peter als achttienjarige in Amsterdam ging studeren hield hij zich vooral bezig met hockey. Hij coachte en trainde veel, en studeerde bedrijfseconomie aan de UvA. Hij sloot zich aan bij het studentencorps en in het weekend zocht hij zijn vriendin op, die inmiddels in Rotterdam was gaan studeren. ‘Het was alleen maar rennen en vliegen,’ zegt Peter over die tijd. Toch leefde hij gezond en drugs gebruikte hij niet. Maar na twee jaar kwamen de zorgen: zijn relatie ging uit, hij vertrok voor een buitenlandse stage naar Singapore waar hij zich erg eenzaam voelde en twee keer in elkaar werd geslagen, zijn studie resultaten werden slechter. Soms sliep hij minder dan drie uur per nacht. ‘Het was een
14
FoliaMagazine
redelijke warboel,’ zegt Peter. ‘Ik begon mijzelf de schuld van alles te geven – de relaties die overgingen, dat ik in elkaar was geslagen, mijn geldzorgen, de studieachterstand. Als het even kon dan bleef ik het liefst thuis. Het gat tussen de persoon die ik wilde zijn en de persoon die ik op dat moment was, werd te groot.’ Pas na een maand durfde hij zijn ouders te vertellen over zijn geldzorgen. ‘Ik voelde me schuldig, wilde niet falen’. Ze namen hem mee voor een
‘Mijn ouders konden me niet meer volgen’ vakantie naar Nice zodat hij weer een beetje kon bijkomen. ‘Vanaf dat moment ervoer ik de werkelijkheid op een enigszins andere manier,’ zegt Peter. ‘Ik voelde me heel wankel, huilde veel, sliep weinig en piekerde alleen maar over hoe ik alles weer recht kon zetten.’ Voordat Peter met zijn ouders naar Frankrijk vertrok, ging hij met zijn ouders langs bij de huisarts. Die zei: ‘Joh Peter, dit is gewoon een deel van de volwassenwording. Hersenkneuzinkjes, noemen wij huisartsen dat.’ Maar op de terugweg van Nice naar Nederland, toen Peter achter in de auto van zijn ouders zat, begonnen de black-outs. Grote gedeeltes van de terugreis kan hij zich niet meer herinneren. ‘Soms zakte ik weg en dan waren er weer vier uur voorbij. Op de momenten dat ik wakker was sprongen mijn gedachten heen en weer in fragmenten van de vakantie, ik sprak van de hak op de tak en kon ineens geen goede volzinnen meer maken. Mijn ouders konden me niet meer volgen.’ Eenmaal thuis bezocht Peter een vriend van zijn vader, een psychiater bij de Bijlmerbajes, waardoor nog diezelfde dag de diagnose psychose werd gesteld. Bij de crisisdienst kreeg hij
medicatie om enigszins rustig te blijven. ‘In mijn herinnering was die pil zo groot als een Mentos. Het was een heel vreemde ruimte waar we stonden, geen geruststellende omgeving, terwijl je zintuigen door de psychose ontzettend geprikkeld worden. Ik weet nog dat er een trappenhuis was en iedere arts die naar beneden liep verdacht ik ervan dat hij er voor mij was, dat ze me kwamen halen. Boven de balie hingen panelen met de tekst “Overal waar je kijkt is iets te zien.” Toen ik om mij heen keek zag ik ineens zeven parkeerautomaten waar muntjes uitkwamen en waarop stond “Niet betaald, niet betaald, niet betaald.” Achteraf bekeken zag ik dat natuurlijk omdat ik geldzorgen had.’ Dankzij het snelle ingrijpen sloeg de medicatie goed aan. In het hele daaropvolgende jaar kreeg Peter hulp van een VIP-team (Vroege Interventie Psychose), een groep van gespecialiseerde verpleegkundigen, psychiaters en trajectbegeleiders van het AMC die hem thuis opzochten en begeleidden. Inmiddels heeft hij zijn studie afgerond en een goede baan bij een Business Intelligence en IT-bedrijf. ‘Bij mij is het goed gekomen. Maar ik raad iedereen met problemen aan om bij een studentenpsycholoog langs te gaan: als ik dat had gedaan dan had ik misschien niet die hele psychose doorgemaakt.’ Achteraf gezien is hij een redelijk licht geval geweest. ‘Het is bij een korte heftige psychose van 48 uur gebleven. Doordat het bij mij zo vroeg is gesignaleerd, is de schade uiteindelijk beperkt gebleven.’ Na een jaar mocht Peter onder begeleiding zijn medicatie afbouwen; zijn laatste pil heeft hij nog altijd onder aan zijn spiegel geplakt om hem aan die tijd te herinneren. yyy verlorenjaren.nl vipamsterdam.nl helpikhebeenpsychose.nl ypsilon.org
foto Danny Schwarz
op de tong
Genki
Nieuwezijds voorburgwal 161 (Centrum)
S
ushi is bij vele studenten geliefd, maar de prijs zorgt vaak voor een kater. Bij Genki kan je voor € 22,95 all you can eat sushi eten, inclusief sashimi, een goede prijs dus. Bij binnenkomst werd ik verrast door het aangename, sfeervolle maar ook sexy interieur; een beetje donker en mysterieus.
All you can eat Zo veel eten als je kunt is iets anders dan zo veel bestellen als je kunt en maar zien wat je opkrijgt. Je mag vijf items per ronde bestellen, met een maximum van vijf rondes. En dat in tweeënhalf uur. Maar bij Genki zijn ze tegen de verspilling van voedsel, en voor elk item dat je niet opeet moet je twee euro betalen, die vervolgens overgemaakt worden aan SOS Kinderdorpen. Dus bezint eer ge bestelt.
De bediening is uitermate vriendelijk en zelfs de make-up van de dames is tot in de puntjes verzorgd. Maar we komen hier voor het eten. Bij het eerste stukje sashimi merk ik: deze vis is kraakvers. Inmiddels heb ik al de nodige sushitenten van binnen gezien en deze vis komt overeen met die van de wat duurdere restaurants. De
Genki
Genki is de naam van een Japans tijdperk, dat zich in de geschiedenis bevindt tussen de tijdperken Eiroku en Tenshō. Wat betreft jaartallen strekte Genki zich uit van april 1570 tot juli 1573. De heersende keizer ten tijde van Genki was Ōgimachi, die leefde van 18 juni 1517 tot 6 februari 1593. Hij ligt, samen met andere keizers, in de keizerlijke graftombe, Fukakusa no kita no misasagi, in de wijk Fushimi in Kyoto. Bron: Wikipedia.
nigiri’s, maki’s en uromaki’s zijn verschrikkelijk lekker. Ze hebben heerlijke combinaties op het menu staan, zoals zalm, tonijn, avocado, krab en komkommer in één rolletje. Vervolgens neem ik wat tempura: ook die is heerlijk en ik lik mijn vingers af. Het valt me op dat de sushi supersnel arriveert, en aan de krakende nori van mijn handrol kan ik aflezen dat deze net gedraaid is, en niet zoals bij veel restaurants uren van te voren wordt klaargemaakt en in de koelkast wordt gedumpt. De sushi wordt met liefde gemaakt en met liefde gebracht. Een knap staaltje werk aangezien de hele tent vol zit. Het all you can eat-principe gaat in rondes, met vijf gerechten per persoon per ronde. Sommige gerechten bestaan uit meerdere stukjes, dus na ronde drie zit ik propvol. Voor de liefhebbers staan er nog een heleboel andere gerechten op de kaart, zoals teppanyakigerechten en noodles. Mijn buik barst bijna, maar wat heb ik genoten van de sensaties op mijn tong. yyy Daphne Martoredjo Folia Magazine ontvangt graag je restaurantrecensie en vergoedt tot € 50,-. Maximaal 270 woorden, (suggesties voor de) kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail redactie@folia.nl.
Iens Op Iens.nl komt Genki uitermate goed uit de verf: het eten krijgt gemiddeld een 8,0; het decor zelfs een 8,6 en de service een uiterst respectabele 7,3. Of er bij Genki bij het bereiden van het voedsel rekening gehouden wordt met duurzaamheid en bijvoorbeeld de Viswijzer is niet bekend, maar het is in ieder geval niet MSC-gecertificeerd. Zie voor informatie over duurzame vis www.goedevis.nl.
FoliaMagazine
15
(advertentie)
passie Racen ‘De liefde voor snelheid zit in mijn bloed. Je hebt van die mensen die het alleen al cool vinden om mee te doen en de hele race achteraan blijven rijden. Ik niet. Ik wil winnen. Iedereen inhalen. Als je angst voor snelheid hebt, heb je op de racebaan sowieso niets te zoeken. Het gaat er niet om hoe hard je gaat op het rechte stuk. Elke malloot kan op een rechte weg in Duitsland 230 rijden. Het gaat er juist om dat je hard de bocht doorgaat, dat je zo laat mogelijk remt en zo snel mogelijk weer op je gas gaat, dat je mensen inhaalt en dat je uiteindelijk wint. Soms ga je met zijn vieren de bocht in, bumper aan bumper. Je kan je dan niet permitteren om ook maar een microseconde niet op te letten, want dan lig je naast de baan. Mijn tweede wedstrijd remde ik te laat en sloeg ik over de kop. Mijn vriendinnen die naar de wedstrijd keken, schrokken zich kapot, maar ik vond het leuker dan de achtbaan. Daarna ben ik zo snel mogelijk weer die auto ingestapt. Een andere keer schoot mijn schouder uit de kom, omdat een auto vol op mijn wiel reed. Door de adrenaline die door mijn lijf gierde voelde ik nauwelijks pijn. Later heb ik hem zelf weer teruggezet omdat ik zo graag door wilde racen. Ja, het is een gevaarlijke sport. Er zijn ook mensen die dusdanig crashen dat ze hun rug breken. Maar dat is ook de kick. Dat het mis kan gaan. Als je die grens niet opzoekt, zul je nooit hard gaan. Die spanning vind ik juist zo gaaf.’ yyy Eva Rooijers
FoliaMagazine
17
foto Fred van Diem
Laura Katsma (23, student accountancy, UvA) is verslaafd aan snelheid.
opinie
Geef de markt de ruimte In plaats van alle huurders te subsidiëren zou de overheid de huurmarkt moeten liberaliseren, vindt Frans Schilder. illustratie Marc Kolle
E
en leuke baan, goed salaris en een leuke woning ergens in Amsterdam. Voor veel studenten zal het gewenste begin van de periode na het afstuderen er ongeveer zo uit zien. Van dat leuke toekomstbeeld blijkt in ieder geval die leuke woning niet vanzelfsprekend. Een betaalbare woning op een leuke locatie in Amsterdam is voor starters vrijwel niet te vinden. Dit geldt niet alleen voor Amsterdam, maar voor alle grote steden in Nederland. Het ‘tekort’ aan betaalbare woningen in grote steden is echter geen tekort in kwantitatieve zin: er zijn meer dan voldoende betaalbare woningen voor huishoudens met een beperkt inkomen. In een goed functionerende Nederlandse huurwoningmarkt zouden starters dan ook weinig problemen moeten ondervinden. Dat is duidelijk niet het geval en de beschuldigende vinger wijst vaak in de richting van de scheefwoners. Dat zouden profiteurs zijn: ze betalen te weinig huur en houden woningen, die eigenlijk voor anderen bedoeld zijn, bezet. Toch is scheefwonen eerder een symptoom dan de oorzaak van het probleem. Die oorzaak ligt in de organisatie van de huursector. Een andere, meer op marktwerking georiënteerde organisatie zou de positie van de starter in de huursector sterk verbeteren.
18
FoliaMagazine
Voor meer marktwerking in de huursector moet de huidige subsidiëring van de huurder op de schop. Nu is het zo dat huurders een
Dijkgraaf impliciete subsidie ontvangen doordat zij minder voor de woning hoeven betalen dan de markthuur, omdat de huur landelijk gereguleerd wordt. Dat werkt verstorend op de huurwoningmarkt. Door introductie van een markthuur – de jaarhuur die een object maximaal kan opbrengen in de markt – verdwijnt de impliciete subsidie, maar komt ook de betaalbaarheid van het wonen onder druk. Markthuren liggen gemiddeld vijftig procent hoger dan de huidige huren. In een stad als Amsterdam, waar de woningprijzen al tot de hoogste van Nederland behoren, is het verschil tussen de landelijk gereguleerde huur en de markthuur nog groter. Door de huidige huurtoeslagregeling te verruimen, door de maximale huurprijs waarbij men
Er zijn meer dan voldoende betaalbare woningen nog in aanmerking komt voor huurtoeslag te verhogen, kunnen de grootste problemen worden opgevangen. De nieuwe huurtoeslagregeling zou voor de overheid fors duurder uitpakken dan de huidige huurtoeslag. Meer dan vijftig procent van de huurders zou namelijk meer dan dertig procent van het besteedbaar inkomen kwijt zijn aan huur, als de markthuur betaald zou moeten worden. Deze huishoudens moeten ondersteund worden in de woonlasten om op een normale manier in het levensonderhoud te kunnen blijven voorzien. Nu betalen de verhuurders deze subsidie; bij introductie van markthuren komt deze subsidie voor rekening van de overheid. De extra lasten voor de overheid kunnen echter via een bezitsbelasting bij de verhuurder worden afgeroomd: de verhuurder wordt dan belast over de waarde van zijn bezit en heeft daarmee een prikkel om
marktconforme huren te rekenen. Verhuurders ontvangen meer inkomsten uit huur en kunnen daardoor de extra belasting makkelijk betalen. De beschreven opzet leidt feitelijk tot een grote omleiding van geld ten opzichte van de huidige situatie; een omleiding met grote voordelen. Alle verhuurders, ook private, kunnen een marktconform rendement halen op de huurwoningmarkt; dat is nu, door de te lage huren, niet mogelijk. Hierdoor zullen verhuurders meer gaan investeren. Huishoudens hebben niet langer de prikkel om niet te verhuizen; zij betalen immers precies de markthuur voor hun woning. Het blijven zitten in de huidige woning, puur om de impliciete subsidie te behouden, zoals scheefwoners nu doen, is dan niet meer mogelijk. Na de voorgestelde veranderingen in de huursector, waarbij nog altijd fors gesubsidieerd wordt, kan stapje voor stapje de totale subsidiëring van het wonen, ongeveer dertig miljard euro per jaar via zowel huurtoeslag als hypotheekrenteaftrek, worden afgebouwd. Het fors terugdringen van zinloze subsidies zal de overheid een flinke stap vooruithelpen het Nederlandse huishoudboekje op orde te krijgen en tegelijkertijd het functioneren van de markt sterk verbeteren. Is hiermee gegarandeerd dat net afgestudeerden meteen een goede woning in hartje Amsterdam kunnen krijgen? Nee, dat zal ook op de lange termijn niet het geval zijn. Immers, in een vrije markt zullen de beste woningen op de beste locaties bezet worden door diegenen die daar het meest voor willen (en kunnen) betalen. Voor de woningmarkt geldt uiteindelijk hetzelfde als voor je carrière: je moet onderaan beginnen. yyy
Verstoppertje Natuurkundigen denken dat ze het Higgs-deeltje op het spoor zijn. Of niet? De wereld van elementaire deeltjes hangt aan elkaar van toeval. Einstein mag hebben gezegd dat God niet dobbelt, maar voor fysici is de wereld één groot casino. De zoektocht naar een nieuw deeltje is een beetje te vergelijken met het tv-spelletje waarbij een foto pixel voor pixel wordt onthuld. Eerst zie je wat willekeurig ogende zwarte en witte stippen, vervolgens neemt je verbeelding een vlucht om na een aantal foute afslagen ten slotte bij de juiste uitkomst aan te komen: het is Lady Gaga! Met terugwerkende kracht is dat beeld dan altijd veel eerder te zien geweest. Natuurkundigen willen daarom zo zeker mogelijk van hun zaak zijn. Er is pas sprake van een officiële ‘ontdekking’ op het moment dat de kans op een vals positief kleiner is dan één op twee miljoen. Er is bijna geen gebied in de wetenschap dat de lat zó hoog legt. De kans dat je er dan naast zit is even groot als dat je 21 keer een munt gooit en dat deze alle 21 keer met de kop naar boven eindigt. Je moet dan wel erg goedgelovig zijn om niet te denken dat je met vals spel te maken hebt. Vreemd genoeg ligt de barrière voor de uitsluiting van een effect minder hoog, slechts bij een kans van één op honderd. Dus, als een natuurkundige zegt dat hij iets niet kan uitsluiten, betekent dat nog niet dat hij het gevonden heeft. En dat is verwarrend. Het is een beetje alsof je verstoppertje speelt in huis. Je hebt in alle kamers en kasten gekeken en onder alle bedden en tafels, behalve in de logeerkamer. Je doet de deur open en ziet… een bobbel onder de sprei. De perfecte cliffhanger. yyy Robbert Dijkgraaf
Frans Schilder is senior onderzoeker bij de Amsterdam School of Real Estate. Hij promoveerde op 17 februari op de economische aspecten van woonsubsidies.
FoliaMagazine
19
opinie
Abdi
Het beroepsgeheim en de prins
Wij/zij
Het verwijt dat Kees Tulleken zijn medisch beroepsgeheim heeft geschonden in de zaak Friso is onterecht, meent Johan Legemaate. Heeft emeritus hoogleraar neurochirurgie Kees Tulleken het medisch beroepsgeheim geschonden door een rol te spelen in het naar buiten brengen van details over de medische situatie van prins Johan Friso? Daarover is een uitvoerig debat ontstaan. De oud-hoofdredacteur van het artsenblad Medisch Contact, Ben Crul, stelt dat Tulleken in strijd met zijn beroepsgeheim heeft gehandeld. De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft aangekondigd met Tulleken een gesprek te willen voeren. Maar is daar wel aanleiding voor? De commotie over deze zaak ontstond na berichtgeving in NRC Handelsblad, waarin werd ingegaan op de specifieke gezondheidstoestand van de prins na zijn skiongeluk. De krant had deze informatie in handen gekregen doordat journalist Jannetje Koelewijn aanwezig was bij een gesprek tussen een van de behandelend artsen van de prins en haar man, neurochirurg Kees Tulleken. Tulleken was in Oostenrijk om een cursus te geven in het ziekenhuis waar Johan Friso is opgenomen. Op de dag van het ongeval zocht Tulleken zelf contact met zijn Oostenrijkse collega. Zij spraken elkaar dus in aanwezigheid van Koelewijn, die zich naar eigen zeggen aan de Oostenrijkse arts bekendmaakte als journaliste. Ervan uitgaande dat het inderdaad zo gelopen is, zie ik niet in hoe Tulleken verweten kan worden dat hij zijn beroepsgeheim heeft geschonden. Koelewijn kreeg de informatie immers rechtstreeks van de Oostenrijkse arts. Deze arts
20
FoliaMagazine
schond zijn beroepsgeheim dus wel. Hij had Tulleken en zijn vrouw geen informatie over de prins mogen geven. Maar ook als Tulleken de informatie zelf had vernomen en nadien aan zijn vrouw had gemeld, is het maar de vraag of er sprake is van een schending van het beroepsgeheim. Het uitgangspunt is dat je als arts een beroepsgeheim hebt in relatie tot je patiënt. En daar was in dit geval geen sprake van. Tulleken was immers geen behandelaar van de prins. Het is zeer de vraag of een arts die als passant, toerist of cursusleider een collega spreekt en van hem bepaalde informatie krijgt, onder alle omstandigheden gebonden is aan het beroepsgeheim. Dit alles neemt niet weg dat de aanpak van het echtpaar Tulleken-Koelewijn te denken geeft. Zij wisten natuurlijk heel goed dat de Oostenrijkse arts geen informatie mocht geven. Het is onjuist dat Tulleken, terwijl hij zelf geen onderdeel uitmaakt van het behandelend team, gebruikmaakte van zijn positie als arts om patiënteninformatie te bespreken met een collega, naar ik aanneem mede om zijn vrouw te faciliteren in haar rol als journalist. In de uitzending van De Wereld Draait Door van 20 februari 2012 schoof mevrouw Koelewijn alle verantwoordelijkheid door naar haar man; die moest zich maar verantwoorden. Dat is mij veel te gemakkelijk. In deze zaak gaat het niet alleen om medische, maar ook om journalistieke ethiek. yyy Johan Legemaate is hoogleraar gezondheidsrecht.
‘Wat kun je toch goed Nederlands,’ zei de vrouw recht tegenover me lachend. Ik legde mijn telefoon weg en keek haar verbaasd aan. ‘Pardon?’ stamelde ik. Even wisselde ik blikken uit met andere reizigers in de treincoupé, maar niemand zei iets. Misschien moest ik het niet verkeerd opvatten. ‘Waar kom je vandaan als ik vragen mag?’ vervolgde de vrouw. Ze had een rode, lakleren jas aan en haar haren stonden alle kanten op. IJverig beet ze op haar pen terwijl ze me observeerde. Ik zocht met mijn ogen naar de Spits of de Metro. Nergens te bekennen. De vrouw bleef me strak aankijken. Ik gaf toe en mompelde vervolgens dat mijn ouders uit Somalië kwamen. Politieke vluchtelingen. ‘O, Somalië! Prachtig en zo keurig Nederlands. Keurig!’ kirde ze. ‘Waarom is dat zo bijzonder?’ bitste ik haar toe. Er volgde een stilte. Mijn buren, twee vrouwen van rond de dertig, waren plotseling geïnteresseerd. Ze keken nieuwsgierig onze kant op. Ik was het zat om iedere keer weer braaf te antwoorden dat ik in Nederland geboren ben en dus een Nederlander ben. Helaas wordt er niet altijd zo naar mij gekeken. Nooit krijg ik als eerste vraag: ‘Wat studeer je?’ Bijna standaard wordt er gevraagd: ‘Waar kom je vandaan?’ Is het onwetendheid of onverschilligheid? Soms kan ik niet met zulke vooroordelen omgaan. Vooral omdat ik er vrij weinig tegen kan doen. ‘Ze stelt wel een goede vraag. Hoezo is dat bijzonder?’ zei een Marokkaanse jongen die links voor me zat. ‘Dat is toch normaal?’ vervolgde hij. De trein stopte even. Ze stond op, legde een kaartje neer en verliet de coupé. De Marokkaanse jongen en ik bleven verbijsterd achter. De andere reizigers waren plotseling weer onbekenden. Op haar kaartje las ik: ‘Mirjam de Gooij, Diversiteitsmanager’. We kregen de slappe lach. yyy Fatihya Abdi
brieven
promoties donderdag 8/03 10.00 uur: Edgar Andrade-Lotero – Logica
Grootste onzin
In Folia Magazine van 15 februari 2012 staat een stukje over een hoorcollege ‘toegepaste mechanica’ van de heer Engelsman. Dit stukje staat naar mijn mening vol met de grootste onzin. Allereerst staat dat er tijdens het college drie telefoons zijn afgegaan. Kan de heer Engelsman hier iets aan doen? Een nietszeggend feit, maar wel negatief voor het beeld dat mensen krijgen van de heer Engelsman. Daarna gaat het over het aantal petjes en mutsen dat wordt gedragen door de studenten. Ook dit heeft totaal geen invloed op de kwaliteit van het college en is dit ALWEER een getal zonder enige referentie. Onder het kopje ‘scrabblewoorden’ staan woorden uit het college die voor de heer Van Toor waarschijnlijk erg lastig te begrijpen zijn. Niet voor de gemiddelde bouwkunde- of civiele techniekstudent, en wat de heer Van Toor hiermee duidelijk wil maken is mij dus ook volstrekt onduidelijk. De heer Van Toor heeft geen enkel goed woord over voor de uitleg van de heer Engelsman. Is de heer Van Toor wel objectief? En heeft hij verstand van toegepaste mechanica? Zo niet (en aan de tekst is duidelijk te zien dat dit niet zo is), is het niet verstandig om mensen die verstand van zaken hebben dit soort colleges te laten bekritiseren? Daarnaast is het verhaal van de heer
olia maakt adio
Live geeft je iedere week
en informatie over het onderwijs in Amsterdam.
iedere woensdag van 17:00 naar Folia Live sterdam FM (106.8 in er en 103.3 op de kabel).
te beluisteren als podp www.foliaweb.nl. ter via een app op je of je tablet.
Van Toor ook tegengesteld aan de reacties van de studenten in het stukje. Van alle docenten die ik de afgelopen twee jaar langs heb zien komen is de heer Engelsman de fijnste docent en daarnaast de docent die het beste uitleg kan geven. Ik stoor mij heel erg aan het feit dat iemand zijn mening mag geven over een onderwerp waar hij geen verstand van heeft, alleen om hij dit mooi kan verwoorden. Dit stukje tekst is inhoudelijk incorrect en van een subjectieve en negatieve aard. Ik voel mij genoodzaakt om op te komen voor deze docent die mij al twee jaar lang goed heeft les gegeven. En ik weet dat de meerderheid van mijn medestudenten hier hetzelfde over denkt. Misschien kunt u de heer Van Toor beter inzetten om colleges waar hij wel verstand van heeft te laten bekritiseren. En zorg er dan gelijk voor dat hij iets doet aan zijn ongepast negatieve houding en zijn subjectiviteit. Een journalist hoort niet subjectief te zijn. yyy
Models of Language. Towards a Practice-Based Account of Information in Natural Language (Agnietenkapel)
11.00 uur: Jacques van der Zaag – Tandheelkunde
Sleep Bruxism. Contemporary Insights in Diagnosis, Etiology, and Management (Aula)
12.00 uur: Roy van der Weide – Econometrie The Time-Variation of Volatility and the Evolution of Expectations (Agnietenkapel)
14.00 uur: Nienke Bosschaart – Geneeskunde Quantitative and Localized Spectroscopy for Non-Invasive Bilirubinometry in Neonates (Agnietenkapel)
vrijdag 9/03 10.00 uur: Niall Martin – Literatuurwetenschap Neoliberalism and Iain Sinclair (Agnietenkapel)
12.00 uur: Xirong Li – Informatica
Content-Based Visual Search Learned from Social Media (Agnietenkapel)
13.00 uur: Benien van Berkel – Geschiedenis Dr. Tobie Goedewaagen (1895-1980), een leven lang nationaal-socialist (Aula)
Wouter Bakker, student civiele techniek HvA
14.00 uur: Walid El Houri – Mediastudies
De redactie verwelkomt ingezonden brieven en
oratie
opiniestukken. We behouden ons het recht voor deze zo nodig in te korten. Vermeld altijd uw naam en relatie tot de UvA/HvA; anonieme reacties worden niet geplaatst. Mail naar redactie@folia.nl.
(advertentie)
The Meaning of Resistance: Hezbollah’s Media Strategies and the Articulation of a People (Agnietenkapel)
donderdag 8/03 16.00 uur: Hilde Geurts, bijzonder hoogleraar autisme
Cognitie gedurende de levensloop: Autisme verandert? (Aula) Voor uitgebreide informatie, zie www.uva.nl/agenda.
Folia Radio zoekt stagiair 4 – 5 dagen per week Vooral redactioneel werk Info bij paul@folia.nl of 06 39478895
Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam Amsterdam FM.nl de stem van de hoofdstad
FoliaMagazine
21
‘Je bent wie je volgt’ Hij stond aan de wieg van socialmediagigant Twitter, schreef een boek over het vormgeven van je online profiel en helpt bij het verbeteren van de iPhone. Californian surfdude Dom Sagolla is verworden tot socialmedia-expert. Deze week bezoekt hij de UvA. tekst Marieke Buijs / illustratie Pascal Tieman
D
om Sagolla was op het juiste moment op de juiste plek. In 2006 deed hij mee aan een brainstormsessie om zijn noodlijdende werkgever, internetbedrijf Odeo, er weer bovenop te helpen. ‘We moeten een product ontwerpen waarmee je je vriendengroep overal mee naartoe kan nemen,’ zei Doms collega Jack Dorsey. De groep liep er warm voor, ontwierp een programma voor het delen van nieuwsupdates en twttr – zoals het toen nog heette – was geboren. Nu is Dom socialmedia-expert. App-ontwikkelforum Appsterdam haalt hem als ‘International Genius’ naar Amsterdam, om hier te filosoferen over de toekomst van sociale media en de rol die onze stad daarin kan spelen. Hij bezoekt ook het Science Park, waar hij studenten feedback geeft op hun internetprojecten. We spreken Dom via Skype, vlak voor zijn vertrek naar Nederland, terwijl hij thuis in San Francisco herstelt van een ooglaseroperatie. In zijn dagelijkse tweet meldt hij al dat het herstel niet meevalt. ‘Sorry dat ik laat ben, mijn ogen remmen me af,’ zegt hij, wanneer hij een uur te laat op Skype verschijnt. Terug naar het begin. Waar komen die 140 tekens vandaan? ‘Omdat we Twitter als medium voor realtime
22
FoliaMagazine
persoonlijke nieuwsupdates zagen en mobiel internet nog niet bestond, was telefonie de enige optie. Twitter ontstond als een groeps-smsdienst. We begonnen zonder lettertekenlimiet, maar dat werd een zooitje. Berichten werden toch in stukken met 160 lettertekens opgeknipt en kwamen niet in de juiste volgorde aan. In 2007 besloten we een maximumlengte van 140 tekens per bericht te stellen. Zo bleef er nog ruimte over voor de gebruikersnaam.
‘Twitteraars zijn getuige van alle grote gebeurtenissen’ Die beperking is ook de charme van Twitter. De eenvoud, en esthetiek, dat is de aantrekkingskracht. Dat hadden we bij aanvang ook voor ogen. Jack zei: “Je moet iets zo eenvoudig kunnen delen, dat je er niet eens over hoeft na te denken.” De hoge kosten van de groepssms’jes zorgden ervoor dat mensen sceptisch stonden tegenover het vroege twttr. Het was moeilijk om genoeg early adopters te vinden om het balletje aan het rollen te krijgen. Maar met de lancering van de eerste iPhone nam het aantal twittergebruikers een vlucht.’
Nederland is een van de landen met de hoogste twitterdichtheid ter wereld. Hoe verklaar je dat? ‘Het verbaast me helemaal niet als ik bedenk wat voor mensen ik in Nederland ben tegengekomen. Jullie zijn creatief, hoogopgeleid en hebben gevoel voor esthetiek. Dat is het soort mensen dat zich aangetrokken voelt tot de eenvoud van Twitter. Maar er is nog een andere eigenschap die meespeelt. Wanneer je op de wereldkaart kijkt, zie je dat Twitter behalve in Nederland ook populair is in bijvoorbeeld Brazilië en Indonesië. Dat hangt samen met de expressieve, open cultuur in die landen. Die leidt ertoe dat mensen hun wetenswaardigheden graag met anderen delen.’ Is dat de functie van Twitter, je belevenissen delen? ‘Voor mij is het in eerste instantie een journalistiek medium, een nieuwsverspreider. Dat speelt op kleine schaal, om op de hoogte te blijven van het leven van de mensen die je interesseren. Maar het geldt zeker ook op grote schaal: twitteraars zijn getuige van alle grote gebeurtenissen, die kunnen daar meteen verslag van doen. Dat zag je bijvoorbeeld toen er een vliegtuig neerstortte in de Hudson in New York en bij de bomaanslag in Mumbai, in juli vorig jaar. Ook de Arabische lente is een voorbeeld van
FoliaMagazine
23
(advertentie)
Lees FoliaMagazine
Surf FoliaWeb
Iedere woensdag op HvA- en UvA-locaties verkrijgbaar
Altijd het laatste nieuws op www.foliaweb.nl
Bezoek FoliaDebat
Luister FoliaLive
Prikkelend, informerend, interactief en betrokken
Iedere woensdag 16.00 -17.00 en donderdag 15.00 -16.00 uur
Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam
Twitter als bron voor onderzoek
illustratie Eric Fischer
Twitter is niet alleen interessant voor realtime nieuwsgaring, maar biedt ook een onuitputtelijke bron onderzoeksgegevens. In 2010 heeft het bedrijf zijn volledige archief overgedragen aan de Amerikaanse Library of Congress. Voor sociale wetenschappers is dat een dataset om je vingers bij af te likken. Natuurlijk brengt Twitter wel nieuwe complicaties met zich mee. Wat onderscheidt de 300 miljoen gebruikers van de miljarden mensen die niet op Twitter zitten? En zijn mensen niet geneigd vooral positieve statusupdates te delen? Dat zijn vragen om rekening mee te houden in onderzoek, maar de bedenkingen wegen niet op tegen de nieuw verworven onderzoeksmogelijkheden. Bekijk Wefeelfine.org voor een mooi voorbeeld van Twitter als databron. De illustratie links geeft weer waar het meest getwitterd wordt, hoe lichter van kleur, des te actiever het land.
het nut van Twitter. Ik wil niet zeggen dat die door Twitter tot stand is gekomen, maar Twitter heeft wel geholpen in de verspreiding van de beweging.’ Maar Twitter is ook bij uitstek het medium om te pas en te onpas irrelevante statusupdates de wereld in te sturen. ‘Dat klopt ook. Ik let daarom goed op wie ik volg. Je bent wie je volgt. Diegenen dicteren immers welk nieuws en welke opinies jou bereiken. Ik volg alleen mensen die iets interessants te melden hebben. Behalve dan die vrienden op wie ik zo dol ben dat ik ook wil weten dat ze op de bank hangen, of wat ze vanavond eten.’ Je hebt ook een boek geschreven: 140 Characters: A Style Guide for the Short Form. Hierin geef je advies over het optimaliseren van je boodschap op sociale netwerksites. Wat is de meest voorkomende blunder? ‘Humor. Humor werkt totaal niet via Twitter. Timing en intonatie zijn daarbij essentieel en die vallen juist weg. Mensen denken dan dat je sarcastisch bent, of snappen er gewoon niets van.’ En hoe moeten we het dan wel aanpakken? ‘Schrijf zoals je praat. Blijf jezelf. Tweet geen dingen die je niet ook live zou zeggen. Dat is eigenlijk het belangrijkste. Verder moet je kie-
zen voor kwaliteit in plaats van kwantiteit. En probeer inventief te zijn, probeer bijvoorbeeld dichters te imiteren.’ Veel studenten klagen over de constante bron van afleiding die sociale netwerken vormen. Heb je daar zelf ook last van? ‘Zeker. Mijn allereerste tweet was: “oh this is
‘Humor werkt totaal niet via Twitter’ going to be addictive”. Het menselijk brein is erop gebouwd meerdere prikkels gelijktijdig te verwerken. Dat is een overlevingsmechanisme. We zijn dus heel vatbaar voor de constante informatiestroom die Twitter biedt. Als ik me echt wil concentreren, moet mijn laptop
gewoon uit. Of ik switch naar mijn iPad, daarop kan ik niet multitasken. Ik vertel mezelf: het is een stream, geen inbox. Je hoeft niet alles te lezen. Maar als je die verslaving eenmaal hebt gevoeld, is het moeilijk om je af te sluiten. De drang om Twitter te volgen ontstaat bij mij uit eenzaamheid, of uit de neiging om op knopjes te drukken. Ik werk in m’n eentje, dus ik verzin nu andere manieren om aan die eenzaamheid te ontsnappen. Ik trek eropuit en probeer echte mensen te ontmoeten. Overigens wil ik wel tegen studenten zeggen dat ze zich geen zorgen moeten maken over afleiding en uitstelgedrag door sociale media. Je hebt misschien het gevoel dat je je nergens op concentreert en je alleen maar verplichtingen voor je uitschuift, wanneer je in de bieb zit en je continu laat afleiden door Facebook en Twitter, maar ondertussen gebeurt er wel degelijk iets. Misschien niet datgene wat je gepland had, maar dan ontstaat er wel iets anders.’ yyy Kijk op FoliaWeb voor een videoverslag van het bezoek van Dom Sagolla aan het Science Park.
Dom Sagolla 140 Characters: A Style Guide for the Short Form Wiley, 208 pagina’s, € 16,–
FoliaMagazine
25
26
FoliaMagazine
objectief Pil James, Jennifer, Georgina is een bijzonder boek. Het echtpaar Butler ontdekte dat het alcoholisme van vader James onder controle bleef wanneer zij op reis waren. Vervolgens bleven ze daarom tien jaar weg en stuurden ze hun dochter Georgina in die periode 1136 ansichtkaarten. De kaarten, interviews en portretten vormen de drie delen waarin het boek openvalt. Wie dit bijzondere verhaal wil lezen, kan het kolossale werk aanschaffen voor 435 euro. Gelukkig is het ook gewoon op te vragen bij Bijzondere Collecties, evenals de tientallen andere boeken in de nieuwe tentoonstelling The Printed Book: a Visual History. Niet de Butlers, maar ontwerpster Irma Boom, die het boek bond in een zes centimeter brede, knalgele kaft, is de reden dat het de bekroning van de tentoonstelling vormt. ‘De boeken vormen een canon van de boekdrukkunst,’ vertelt conservator Matthieu Lommen. ‘Grote namen als Jenson, Froben en Baskerville – van het lettertype – staan ertussen. De selectie is vooral gericht op vormgeving en niet, zoals vaak gebeurt, vanuit de humaniora ingegeven.’ Interessant is daarbij de nadruk op boeken óver boekproductie, zoals de eerste gedrukte drukkershandleiding in het Frans, uit 1723. De laatste, en misschien wel grootste ontwikkeling voor de boekdrukkunst is natuurlijk de opkomst van het digitale boek. Designcriticus Alice Rawsthorn stelde bij de opening van de tentoonstelling dat het boek in de toekomst een luxe designproduct gaat worden. Het boek van Boom, dat opengeslagen bijna een papieren sculptuur wordt, is daar een goed voorbeeld van. Maar of het echt die kant op zal gaan, blijft koffiedik kijken, volgens conservator Lommen. ‘Ik hou van papier. Alles wat geen meerwaarde had als drukwerk, zoals woordenboeken, is al aan het verdwijnen. Maar uiteindelijk willen mensen tóch iets om vast te houden.’ yyy Bob van Toor foto Bijzondere Collecties
FoliaMagazine
27
90 minuten, 26 Yoga is al lang niet meer esoterisch, of iets voor middelbare vrouwen in lila trainingspak. Het is een lifestyle, een serieuze sport, en bovenal een trend, dus kijk niet gek op als je vriendin vertelt dat ze net terug is ‘van de Bikram’. Dat betekent: halfnaakt steeds dezelfde posities uitvoeren bij veertig graden Celsius. Bikram Choudhury, de man die hot yoga cool maakte, komt deze week naar Nederland, en hij kan tevreden zijn: Amsterdam is massaal aan de Bikram. tekst Bob van Toor / foto’s Fred van Diem
O
peens was er een moment, een paar maanden geleden, waarop alle mensen die ik ken in twee ongeveer even grote groepen te verdelen waren. De ene helft deed wél aan Bikram, de andere niet. Toen ik er op ging letten, merkte ik dat het steeds meer begon op te duiken op straat, op televisie en in gesprekken op verjaardagen. Zelf heb ik nog steeds alles weten te vermijden wat meer op yoga lijkt dan af en toe je tenen aan proberen te raken. Nu anderen het doen ben ik er vanzelfsprekend net zo enthousiast en open-minded over als over roken, SP stemmen en fixie-fietsen, en stel geïnteresseerd vragen als wéér een vriendin, die ik toch goed dacht te kennen, opeens al vier maanden wekelijks blijkt te bikrammen. De yogi zijn er op hun beurt, net als rokers, SP’ers en fixie-adepten, nooit op uit om je over te halen. Ze beperken zich tot een licht meewarige toon in hun stem: jij weet nog niet hoe het is. Juist dat goedgemutste gebrek aan bekeringsdrang maakt het onmogelijk om echt iets tégen deze wat mysterieuze activiteit te hebben. Het is vast gezond, het is niet zo bela-
28
FoliaMagazine
chelijk als aan een peperduur fitnessapparaat te gaan hangen voor een glazen etalageruit in een drukke yuppenstraat en er straalt een prettig peace & love-sfeertje vanaf zonder dat je er gelijk boeddhist voor hoeft te worden. Nat en heet Maar wat is het precies, dat zeven dagen per week, zes keer per dag op gezette tijden plaatsvindt, achter de deuren van de studio’s aan de
‘De eerste keer is het alsof je doodgaat’ Korte Prinsengracht en de Ceintuurbaan? Een vriend legt uit: je trekt al je kleren uit, op iets kleins en comfortabels na. Het gaat nat worden, dus zwembroeken zijn geen uitzondering. Dan ga je met een man of twintig, dertig in de studio staan en doorloop je, onder begeleiding, een vast programma van anderhalf uur. Bikram is een vorm van hot yoga, waarbij de traditionele yogahoudingen (asana’s) worden
houdingen, 40 graden
Redacteur Bob van Toor doet aan participerende journalistiek bij Bikram Yoga Amsterdam, rechts docent Therese Aartsen.
uitgevoerd bij veertig graden Celsius en een luchtvochtigheid van veertig procent – wat behoorlijk droog, en dus draaglijk, aanvoelt. De van oorsprong Indiase Bikram Choudhury bedacht in de jaren zeventig een serie van 26 specifieke asana’s, en sindsdien is zijn vorm van hot yoga de meest beoefende. ‘Ik merk dat het een van de weinige sporten
is die ik de afgelopen jaren ben blijven doen,’ vertelt Femke Gazendam, aio bij de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Ze doet het nu bijna twee jaar. ‘Iets trekt me er aan. Het is een combinatie van factoren: het is prettig om te doen, je voelt je goed na afloop, en je slaapt dieper. De meditatieve effecten zijn ook positief: je bent negentig minuten op die stem
gefocust, maar toch is het sportiever dan Hatha yoga, omdat het je gewrichten sterkt en je steeds een hoge hartslag hebt.’ Een diepere kijk in de wereld van zweterige sportbroekjes, blote voeten en gladde matjes brengt echter ook een paar onheilspellende zaken aan het licht. Zo blijkt het op aandringen van een vriend slechts vijf minuten met de
FoliaMagazine
29
handen ten hemel gestrekt opzijbuigen meteen al resultaat te hebben: de volgende 48 uur heb ik het gevoel dat de zijkanten van mijn ribbenkast door een vastberaden bokser zijn bewerkt. Foto’s en filmpjes op internet van wereldkampioen Kasper van den Wijngaard maken duidelijk dat yoga voor sommige yogi geen ontspanning, maar zelfs heuse competitie is. En verder moet worden gezegd dat de gemiddelde Japanse horrorfilm het menselijk lichaam minder verwrongen verbeeldt dan dit: hoofden tussen de knieën door, gekantelde bekkens die bij een gewoon mens al lang in drie stukken zouden breken en gewrichten die drie keer om de eigen as draaien. Nooit echt zwaar Wat is het, dat honderden Amsterdammers naar de studio trekt? Waarom ondergaan zo veel van mijn vrienden wekelijks of vaker deze zweterige beproeving? Er zit niets anders op dan zelf mijn kleinste broekje uit de mottenballen te vissen en met geheven hoofd en blootsvoets de studio te betreden. Aanhaken bij een klasje in een van de twee Bikramscholen is laagdrempelig: de eerste les kost twaalf in plaats van de gebruikelijke vijftien euro, matje en handdoek zijn te
30
FoliaMagazine
huur en de tweede les is zelfs gratis. ‘De eerste les is meestal behoorlijk intensief,’ legt Therese Aartsen, Bikramdocent en eigenaar van beide scholen, per mail uit. ‘Een veel grondiger gevoel krijg je pas nadat je de yoga al geruime tijd hebt beoefend.’ Daar zit natuurlijk wel wat in, dus ik beloof mezelf en Therese het ten minste een paar weken te proberen. Een beetje nerveus fiets ik naar mijn allereerste
‘De spirituele voorschriften gaan een beetje langs me heen’ Bikramsessie. De koude regen in mijn gezicht maakt het vooruitzicht van een snikhete zaal een stuk prettiger dan ik het me de afgelopen dagen voorstelde. Opvallend genoeg zijn het niet de horrorverhalen van mensen die één keer zijn geweest om nooit meer terug te komen, maar juist de adepten die me een beetje bang maken. ‘Je voelt je na afloop vooral heel fijn,’ is een veelgehoord eufemisme. ‘Ja, de eerste keer is het alsof je doodgaat. Hoewel, eigenlijk is het
nog steeds elke keer een klein beetje doodgaan,’ zei iemand bemoedigend. Misschien is het juist wel door deze onheilstijdingen dat ik, als ik eenmaal op mijn matje zit, het allemaal reuze mee vind vallen. De ruimte is ondanks de liters zweet die hier dagelijks sijpelen brandschoon, de hete lucht ruikt droog en een klein beetje naar kamillethee. Ik kijk rustig om me heen, door de on-Amsterdams goed isolerende ramen en naar een vrouw die zichzelf dubbelvouwt tegen een zijmuur. Dan komt de docent binnen. Iedereen gaat op zijn matje staan en het feest begint. Vanaf de eerste ademhalingsoefening protesteert mijn lichaam en gutst het zweet – tot zover alles naar verwachting. Maar terwijl de geoefende stem van Therese het klasje door de zesentwintig posities heen loodst, merk ik dat het nooit echt zwaar wordt. Ik ben geen sporter, en als je me meer dan tien seconden een arm omhoog laat houden maak je me niet gelukkig, maar de afwisseling van houdingen maakt het draaglijk. Als je zoals ik niet met rechte knieën je tenen aan kunt raken of zelfs maar op één been kunt balanceren, mag je altijd even gaan zitten op je matje en vol bewondering kijken
naar je buurman die zijn been tweemaal om het andere heen kan slaan. Dan blijkt dat zitten in die warmte eigenlijk minder prettig is dan gewoon meedoen, dus sta je maar weer op. En dat is ook precies de bedoeling van Bikram. Na de tweede ademhalingsoefening meldt de docent dat we nu eigenlijk aan het mediteren zijn. Dat klopt wel: met niets om naar te kijken behalve de glibberige lijven van dertig anonieme anderen en niets om op te letten behalve je lichaam en de rustige stem van de docent ben je heel erg ‘in het nu’. De houdingen worden simpel en helder uitgelegd, in bewoordingen die iedere docent op een cursus leert. Gouden hotpants Na een frisse douche kom ik nog wat nazwetend maar volstrekt ontspannen thuis. Ik besluit om, naast mijn fysieke pad naar verlichting, ook mijn theoretische huiswerk te doen. Uit-
vinder Bikram Choudhury blijkt goed van zijn yoga te boeren: hij is inmiddels zestig en multimiljonair. Bikram schijnt zijn zaken te doen van achter een met ivoor ingelegd bureau in het Bikramhoofdkwartier te Hollywood, en ontving een journalist van The Guardian gekleed in gouden spandex hotpants en diamanten Rolex. Zijn stoel, staat te lezen, is gedrapeerd met tijgerprintdoeken, om hem aan zijn geboortedorp in de straatarme staat Bihar in India te herinneren. Een les van Bikram zelf wordt op internetfora beschreven als een soort militaire oefening, waarbij honderden mensen aan zijn lippen hangen terwijl hun goeroe tussen de oefeningen door schunnige grapjes maakt en soms een scheldkanonnade afvuurt. ‘De leraren praten weleens over Bikram,’ zegt Jordy Hijnen (26, Business Studies). ‘Er is een Amerikaanse docent, die is wel van het no pain no gain. Hij zegt
weleens: “Kom op! Bikram heeft deze oefening ontworpen met drie herhalingen in plaats van twee, deze les duurde oorspronkelijk tweeënhalf uur!”’ Bikram wordt beschreven als een harde zakenman, die het merk Bikram goed beschermt. Naast yogastudio’s heeft hij een kleding- en een juwelenlijn met yogathema, tot afgrijzen van andere yogi die vinden dat het spirituele element op die manier verdwijnt. Om dat spirituele is het de meeste Bikrammers echter niet te doen. ‘Ik ben in India met yoga in aanraking gekomen,’ vertelt Mischa Woutersen (27, sociale geografie). ‘Daar moesten we ook mediteren en er waren lezingen over de herkomst en de verschillende soorten yoga, maar dat is bij mij allemaal een beetje op de achtergrond geschoven. Het is ook niet zo dat ik mijn hele levensstijl er op aanpas. Al die dingen over karma en niyama, de spirituele voorschriften, gaan een
FoliaMagazine
31
(advertenties)
presenteert conferentie
Michael J. Sandel
What Money Can’t Buy
première
The moral limits of markets
Conferentie 24 mei 2012 Aula VU, De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam
Sandel stelt dat:“the vacuum of modern politics can only be remedied by a return to morality” van arthur miller regie eric de vroedt
Inleiding:
Moderators:
Prof. Drs. Jeroen Smit Prof. Dr. Goos Minderman
Bas Heijne Drs. Magareth de Wit
In debat met:
met kitty courbois, tamar van den dop, fred goessens, marieke heebink, fedja van huêt, marwan chico kenzari, karina smulders, leon voorberg e.a.
Dr. Alexander Rinnooy Kan Drs. Saskia Stuiveling Prof. Dr. Ab Klink Prof. Herman Philipse Sywert van Lienden
1 t/m 10 mrt stadsschouwburg amsterdam
lees ook
Voor informatie en tickets www.michael-sandel.nl Speciaal tarief voor studenten exclusief bij CBE
betaal slechts e 10 met de sprintpas van de stadsschouwburg | ssba.nl
tga.nl
A avd. Folia 100x127,5.indd 1
volg ons op twitter
@cbenieuws
Hét traineeprogramma voor excellente academici, in onderwijs én bedrijfsleven!
10-2-12 17:58
Wat bieden we? • • • • • • Het grootste carrière-evenement van Nederland met de beste werkgevers!
•
Een uitdagend tweejarig traineeprogramma in onderwijs en bedrijfsleven Direct een baan als leraar in het voortgezet onderwijs Een universitaire opleiding tot eerstegraads leraar Een hoogwaardig leiderschapsprogramma aangeboden door topbedrijven Training gericht op talentontwikkeling en brede oriëntatie Een uitstekende start voor een carrière in onderwijs en/of bedrijfsleven Goede arbeidsvoorwaarden
Meer weten en solliciteren: www.eerstdeklas.nl
Direct een baan in het onderwijs en een intensief leiderschapsprogramma.
16 & 17 maart Amsterdam RAI www.carrierebeurs.nl
Solliciteer nu! Sollicitatie sluit op 31 maart a.s. w w w. e e r s t d e k l a s . n l
Hatha, wat? Het woord ‘yoga’ is te vertalen als ‘juk’ of ‘beheersing’. Officieel wordt onder yoga de algemene hindoeïstische filosofie verstaan, die beheersing van lichaam en geest ziet als manier om dichter bij het goddelijke te komen. Wat de meeste mensen yoga noemen is eigenlijk Hatha yoga: een fysieke vorm van yoga die door ademhalingsoefeningen en lichaamshoudingen (asana’s) een betere beheersing over het lichaam geeft. Bij vinyasa yoga worden de houdingen in vloeiende series uitgevoerd. Ten slotte is er de recentelijk opgekomen hot yoga, onder te verdelen in de vastomlijnde Bikram yoga, en andere, vrijere vormen, zoals Moksha (‘bevrijdende’) yoga.
beetje langs me heen. Dat je goed moet leven en aardig tegen iedereen moet zijn, wist ik al.’ Honderd dagen op rij Bij Bikram draait yoga om het beste uit je lichaam halen, elke keer een stukje meer. De rustige opeenvolging van instructies in een les is daar ook op gericht: ‘Druk je handpalmen tegen elkaar, strek je armen zo ver mogelijk naar achteren, buik in, hoofd omhoog en span je spieren aan,’ klinkt het in één adem. ‘Alleen kun je je niet makkelijk verbeteren,’ vindt Jordy Heijnen. ‘Ze stimuleren je in de lessen echt om beter te worden; er is nooit een les dat ik er maar bij hang. De energie van de groep stimuleert ook. Je moet zelf steeds weer dat punt opzoeken waarop het zwaar wordt, als je dat blijft doen kun je steeds beter worden.’ De pleitbezorgers van Bikram claimen dat het stress en spanning vermindert, het hart en de spieren versterkt, de bloedsomloop verbetert, afvalstoffen afvoert uit het lichaam en blessures kan voorkomen en genezen. Maar of die claims wetenschappelijk bewezen zijn, is onderwerp van
veel discussie. Femke Gazendam kreeg na een jaar Bikram opeens last van een vreemd bijverschijnsel: ‘Mijn hartslag daalde niet meer na de les. Normaal moet je hartslag na ongeveer twintig minuten wel weer normaal zijn, maar nu bleef hij urenlang heel hoog. Op internet staat dat de backwards bendings bedoeld zijn om je hartchakra open te zetten en dat dat effect heeft op je emoties. Dat geloof ik ook wel tot op zekere hoogte, maar het verklaart niet hoe dit kan. Maar ik geloof ook wel dat er dingen zijn die we met de huidige wetenschappelijke methoden nog niet kunnen verklaren.’ Dat Bikram niet in de zorgverzekering zit en de man op het portret boven de muurspiegel controversieel is, deert de deelnemers van mijn klas maar weinig. Wat hier telt zijn de andere foto’s, van diehards die honderd dagen achter elkaar elke dag een les hebben gevolgd. Hoewel het nauwelijks haalbaar lijkt, hangen er toch een stuk of dertig portretten van vrolijk lachende mannen en vrouwen in de halvemaanhouding of de balancing stick. Jordy Heijnen kent er een paar. ‘Ze zeggen dat ze enorme vooruitgang voelen, en dat het hun
lichaam reinigt, maar ze kunnen niet echt uitleggen wat precies de voordelen zijn. Dan zeggen ze: “Hoe zou jij je voelen als je nog maar één keer in de week zou gaan, in plaats van drie keer?” Dan zou ik me inderdaad minder goed voelen, maar dat is ook logisch. Dat is zo bij iedere sporter die meerdere dagen in de week sport, in vergelijking met iemand die het maar één keer doet.’ Toch keer ook ik een week later zonder tegenzin terug. Als je op je buik ligt te proberen je voeten en je hoofd tegelijk in de lucht te houden denk je niet aan werk of studie, laat staan aan de politieke correctheid van de bedenker van dit alles. Of ik over een jaar ook aan de 100-day challenge bezig ben? Wie zal het zeggen. Voor hetzelfde geld kun je in de bioscoop gaan zitten, maar ik heb na afloop mooi weer het gevoel dat ik uren in de sauna ben geweest én hard aan een sterker en wellicht aantrekkelijker lijf heb gewerkt. Toch niet gek. yyy Bikram Choudhury geeft op 3 maart een lezing in Tuschinski. Kaartjes zijn voor 35 euro te koop bij Bikramscholen of 50 euro aan de deur.
FoliaMagazine
33
De markt kan niet zonder moraal Economisering, het centraal stellen van financiële en economische doelstellingen, is leidend in de samenleving en dat is een kwalijke zaak, vindt Tobias Reijngoud. Hij schreef een boek over de noodzaak van alternatieve benaderingen. ‘Wie alleen gericht is op geld verdienen, mist veel. In één woord: cultuur.’ tekst Harmen van der Meulen / illustratie Pepijn Barnard / foto’s Boot en De Swaan: Jeroen Oerlemans
J
ournalist Tobias Reijngoud (1970) schrijft in zijn voorwoord van Weten is meer dan meten: ‘Ons leven als koningen en farao’s is een manier van leven op de pof die ten koste gaat van de aarde, het milieu, de samenleving en de toekomst.’ In zijn boek poogt Reijngoud alternatieven te vinden voor de dominantie van de economische en financiële benadering, die de wereld aan de rand van de afgrond heeft gebracht. Want, zoals de door Reijngoud geciteerde Amerikaanse journalist Thomas Friedman het zegt, we naderen het punt waarop both Mother Nature and Father Greed [will] hit the wall at once. De vraag die centraal staat in de stukken van de veertien spraakmakende opinieleiders die door Reijngoud zijn opgetekend, is: wat gaat er verloren als marktwerking en financiële doelstellingen de toon aangeven? De vraag lijkt hypothetisch, door het gebruik van het woord ‘als’, maar is dat natuurlijk niet. In vrijwel de gehele samenleving geven tegenwoordig financiële, of op zijn minst meetbare, doelstellingen de toon aan. Vandaar ook de nadruk die in het onderwijs wordt gelegd op het belang van zogenaamde ‘nuttige vakken’ als wiskunde en Engels, die
34
FoliaMagazine
een kind voorbereiden op een succesvolle entree op de arbeidsmarkt. Publicist en oud-leraar geschiedenis Jan Blokker neemt het op voor de ‘onnuttige’ vakken, zoals geschiedenis: ‘Wie alleen gericht is op geld verdienen, mist veel. In één woord: cultuur. Je bent een vollediger mens wanneer je je kunt oriënteren in de wereld, wanneer je begrijpt waar je vandaan komt, wanneer je oog hebt voor de rijkdom van cultuur en geschiedenis. Je kunt de krant niet begrijpen als je alleen wiskunde in je pakket had.’ Marktwerking in het onderwijs leidt tot verschraling, zoals ook filosoof Hans Achterhuis
‘Je kunt de krant niet begrijpen als je alleen wiskunde in je pakket had’ illustreert door te vertellen dat hij door collega’s op de vingers werd getikt omdat hij twee studenten had aangeraden aan een andere universiteit te gaan studeren dan de Universiteit Twente,
Arnoud Boot Hoogleraar Corporate Finance en financiële markten aan de UvA Arnoud Boot (1960) betoogt dat we in een transactiemaatschappij leven, waarbij ondernemingen hun ziel hebben verloren en slaven zijn van de markt: ‘In een “normale” situatie is de aandelenkoers de resultante van de prestaties van het bedrijf en de bedrijfsstrategie. Maar doordat financiële markten zo alomtegenwoordig zijn en de ontwikkelingen daar worden opgeklopt en opgezweept door de media en analisten, wordt de aandelenkoers juist bepalend voor de strategie en daarmee voor de presentatie. De koers als input voor de bedrijfsstrategie, in plaats van een uitkomst ervan.’
waar hij hoogleraar is. ‘Of ik wel wist dat het de universiteit geld kostte wanneer studenten in Twente hun opleiding halverwege afbraken? En of ik wel doorhad dat ik met andere universiteiten hoorde te concurreren om studenten?’ Maar ook in de zorg doet marktwerking meer
kwaad dan goed. Of zoals socioloog en bijzonder hoogleraar actief burgerschap Evelien Tonkens het zegt: ‘Marktwerking in de gezondheidszorg is een gedrocht.’ Niet alleen is marktwerking in de zorg altijd gereguleerd, want te belangrijk om helemaal aan de grillen van de
markt over te laten en daarom niet effectief, maar het zet ook aan tot maximale productie, waardoor het eerder verkwistend dan kostenbesparend werkt. Als voorbeeld noemt Tonkens de wildgroei aan ‘poli’s’, speciale afdelingen van ziekenhuizen die worden opgezet rond bepaalde
FoliaMagazine
35
Evelien Tonkens Bijzonder hoogleraar actief burgerschap Evelien Tonkens (1961) verzet zich tegen one size fits all in de zorg en pleit voor ruimte voor de professional: ‘Zeggenschap van de patiënt op het vlak van de medische behandeling daarentegen hoort beperkt te zijn. Want op dit medisch domein zijn artsen en verpleegkundigen nu juist onderscheidend: het is hun vak. Van professionals mag je daarom verwachten dat ze op dat vlak leiding nemen. Niks medezeggenschap van de patiënt dus maar juist een primaat van de zorgverlener. De professional als autoriteit. Maar wel een lúísterende autoriteit.’
klachten, aandoeningen en gedrag. ‘Er zijn plaspoli’s, snotterpoli’s, hoestpoli’s, duizeligheidspoli’s, snurkpoli’s, obesitaspoli’s, en ga zo maar door.’ Tonkens vervult zelf een adviserende functie bij een ziekenhuis, en ziet daar dat het ziekenhuis poli’s gebruikt om patiënten aan zich te binden, hoe bizar dat ook moge klinken. ‘Poli’s zijn laagdrempelig en klantgericht. De hoop is dat een patiënt in de toekomst ook naar het ziekenhuis terugkeert als hij daadwerkelijk klachten heeft, ook als die niets met de poli te maken hebben. Dan kan worden behandeld en dat levert omzet op.’ De poli bij ziekenhuizen als equivalent van het studentenabonnement bij kranten: een investering in de toekomst. Het is dit soort cynisme dat volgens socioloog en emeritus universiteitshoogleraar Abram de Swaan kenmerkend is voor het neoliberalisme. ‘Wanneer je het te ver en te absoluut doorvoert,
36
FoliaMagazine
verwordt de vrije markt tot een fundamentalistische ideologie: de neoliberale heilsleer van het marktisme. Het neoliberalisme is een uiting van fundamentalistisch marktgeloof.’ Hoewel dat geloof ook weer zo opzij wordt geschoven, als de nood aan de man is, merkt De Swaan op. ‘Het is een dubbelhartige houding: propageren van de vrije markt als het goed gaat en en passant de bijbehorende miljoenenbonussen opstrijken, maar vervolgens smeken om overheidsingrijpen als het even tegenzit.’ De markt kan niet zonder moraal en die moraal moet uit de mensen zelf komen, betoogt De Swaan. ‘De wetten van de vrije markt leiden niet als vanzelf tot moreel gedrag of tot het besef bij marktpartijen dat ze opereren in een context waar ze ook zelf verantwoordelijk zijn. Dat morele besef moet uit deelnemers aan de markt zélf komen, het is geen inherent onderdeel van de markt.’ Economoom Arjo Klaver ziet de oplossing in het centraal stellen van de oikos: ‘Grieks voor “thuis”, voor de plaats waar het haardvuur brandt. Maar het begrip is breder dan alleen gezin en familie. De mensen die deel uitmaken van een oikos delen een lotsbestemming met elkaar.’ Als mensen dat gevoel van verbondenheid met elkaar terugvinden, wordt zelfs bezuinigen
‘Marktwerking in de gezondheidszorg is een gedrocht’ op de zorg een peulenschil: ‘Het begrotingsprobleem van de minister van Volksgezondheid zou in één klap zijn opgelost als we met z’n allen beter op onze en elkaars gezondheid zouden letten. En als we onze kinderen zodanig opvoeden (oikos!) dat ze het belang van gezond eten en genoeg bewegen inzien. Niet de overheid of de markt is de oplossing van de kostenover-
Abram de Swaan Emeritus universiteitshoogleraar sociologie Abram de Swaan (1942) ziet een mogelijke teruggang in welvaart als gevolg van de crisis niet als een probleem: ‘We hebben in het Westen te lang op de pof geleefd en zullen mogelijk een fors deel van onze welvaart moeten inleveren. Dat lijkt op het eerste gezicht misschien een ramp. Maar als we eerlijk zijn kunnen we ons afvragen: wat geeft het eigenlijk? In vergelijking met pakweg een halve eeuw terug en in vergelijking met mensen in andere delen van de wereld, zijn we verschrikkelijk rijk. Er kan best iets van af, hoewel we de kans lopen in dat proces veel van de mooie en waardevolle dingen te verliezen die de afgelopen decennia zijn opgebouwd.’
schrijdingen, maar wijzelf.’ Niet iedereen ziet de toekomst zo rooskleurig in. Jan Blokker heeft er een hard hoofd in: ‘De historicus in mij zegt: ooit zal er weer een nieuwe tegenbeweging ontstaan en zal het tij keren. Dat kan haast niet anders, gezien de wetmatigheid van de golfbeweging van de geschiedenis. Maar de scepticus in mij heeft soms moeite om de historicus te geloven en optimistisch te blijven.’ Zolang er nog boeken als Weten is meer dan meten worden geschreven, is er in ieder geval nog hoop. yyy
Tobias Reijngoud Weten is meer dan meten Uitgeverij Lias 160 bladzijden € 18,95
overigens
In deze rubriek reflecteren wetenschappers op een actuele stelling.
Gezien de lage opkomst bij MR-verkiezingen, interesseert niemand zich meer voor inspraak en kan de MR worden opgeheven. Jesse Weltevreden lector online ondernemen
Christianne de Poot lector forensisch onderzoek
Arnoud Boot hoogleraar ondernemingsfinanciering en financiële markten
Jesse Weltevreden: ‘Oneens. Het is onzin om de medezeggenschapsraad af te schaffen omdat er weinig belangstelling voor is. De raad biedt tegenwicht aan plannen van bestuurders en vertolkt de belangen van medewerkers en studenten. Dat is heel belangrijk. Bovendien weet ik, als voormalig lid van een ondernemingsraad, uit eigen ervaring dat mensen je bij problemen altijd weten te vinden en actie van je verwachten. Er is dus wel degelijk behoefte aan inspraak. Mensen zijn echter steeds meer individualistisch ingesteld en voelen zich minder verbonden met een collectief belang. Dat zie je ook bij de vakbonden, waar de organisatiegraad al jaren daalt. Studenten stellen zich niet verkiesbaar en maken vaak geen gebruik van hun democratisch recht, maar verwachten wel actie op het moment dat hun belang wordt geschaad. Dat kun je hypocriet noemen, maar daar schiet je niet veel mee op. Je moet het accepteren en achterhalen waarom de medezeggenschapsraad studenten niet interesseert. Ga daarover met studenten in gesprek en maak de raad weer aantrekkelijk en sexy.’
Arnoud Boot: ‘De MR is een indirect en statisch orgaan en dat is niet van deze tijd. Je ziet dat de belangstelling voor een MR of OR bij bijna alle bedrijven afneemt. Aan de andere kant is de behoefte invloed uit te oefenen op de organisatie waartoe men behoort groter dan ooit. Medewerkers en studenten moeten dus de mogelijkheid houden om hun stem te doen gelden. De MR overboord zetten voordat je een goed alternatief hebt, lijkt me zeer onverstandig. Hoe inspraak in de toekomst gestalte moet krijgen, weet ik niet precies. Maar hou voor ogen waar mensen werkelijk behoefte aan hebben. Men wil op ieder moment en direct zijn eigen belangen kunnen bewaken. Via sociale media is het mogelijk een platform te creëren waar studenten en medewerkers direct meepraten met het bestuur. Daar zullen leidinggevenden nog een bittere pil aan hebben, want zij moeten die dialoog in goede banen leiden en proactief sturen. De MR kon je soms zoet houden met kleine concessies, maar een groep individuen op Facebook laat zich minder makkelijk sturen.’
Christianne de Poot: ‘De waarde van de medezeggenschapsraad staat wat mij betreft niet ter discussie. Hoe meer studenten en personeelsleden bij besluitvormingsprocessen zijn betrokken, hoe meer draagvlak er ontstaat voor gekozen beleid en hoe beter dat beleid zal worden uitgevoerd. De MR vervult hierbij een belangrijke taak. Het debat moet zich volgens mij richten op de vraag hoe je dat proces van inspraak kan verbeteren. In deze periode van kandidaatstelling voor de MR hoor je veel over de raad en vraagt men zich af waarom bijna niemand zich verkiesbaar stelt. Maar gedurende het jaar laat de zichtbaarheid van de MR te wensen over. Dat werkt door in de relatie tussen de MR en de achterban. Om inspraak en draagvlak te creëren moet informatie tussen de achterban en bestuurders worden uitgewisseld. Via bijvoorbeeld een eigen website of Facebookpagina is dat beslist haalbaar. De MR-leden moeten daar continu duidelijk maken waar ze mee bezig zijn en benaderbaar zijn voor input van de achterban. Ook moeten ze daarop hun successen meer naar buiten brengen.’ yyy Marieke Buijs
FoliaMagazine
37
(advertenties)
FLOOR AGENDA
KOHNSTAMMHUIS, WIBAUTSTRAAT 2-4 | WO 29 FEBRUARI - DO 12 APRIL UAF / HvA bijeenkomst 9 maart, 14.30 - 17.00, Kohnstammzaal Vluchtelingen studenten die bij de HvA studeren vertellen hun verhaal. FinALe reseArcH bAttLe 13 maart, 19.00-21.00, Arena Tijdens de finale, een feestelijke presentatie met verschillende muzikale en andere intermezzo’s, strijden de zeven domeinwinnaars om de eerste plaats en om de publieksprijs. WorksHop mick HeALey 12 april, Kohnstammzaal Zeer interessant voor docenten. Mick Healey is bekend van “de docent als reflective practioner”.
FLoor WorksHops Wil je samen met professionele theatermensen en musici werken en samen met hen toewerken naar een voorstelling dan kan je nu inschrijven bij j.r.gorter@hva.nl. De workshops beginnen in april en iedereen kan meedoen. Volg Floor op twitter @floorHvA en Like Floor op www.facebook.com/floorHvA, hier blijf je ook op de hoogte van het laatste nieuws over de debatten en bijeenkomsten. FLoor.HvA.nL Agenda en nieuws vind je op onze website.
‘FLoor’
Het Floor magazine is op te halen bij de bibliotheek.
CREATING TOMORROW
yoga
studentenac tie Wil jij je lekker in je vel voelen? Heb je behoefte aan meer
energie of wil je leren hoe je kunt ontspannen ? Kom dan nu 2 PRO EFL ESSEN volgen voor 15 EURO bij Puur Yoga. Ontvang bij aankoop van een 10-strippenkaart 10 % STUD ENTENKO RTIN G . (op vertoon van je studentenkaart)
Check www.puur-yoga.nl of bel Lisette, 06 489 296 79 voor meer informatie.
puur studio • t weede atjehstra at 55 • amsterdam • 06 489 296 79
puur_adv folia_ 230x137,5.indd 1
26-02-12 22:52
de adviesdienst
Flessen stelen
‘I
Onder werktijd Je zegt zelf dat je collega’s geweldig zijn. Ieder horecamens weet dat je team het belangrijkste is: op superdrukke avonden sta je allemaal keihard te werken, en dan is je baas vast nergens te bekennen. Ik heb als barman altijd de regel: op het werk moet je toch wat te drinken hebben, maar je neemt niks mee naar huis. Daar is het toch niet gezellig drinken? Deel die fles lekker onder werktijd, dan valt het ook niet op als je baas straks de lege flessen eens natelt: dat komt
namelijk nog wel eens voor. Bas (25, HvA)
Ingewikkeld Ik heb zelf in de horeca gewerkt. Af en toe een biertje aan een vriend geven of er zelf een nemen is nooit een probleem, maar flessen stelen is niet oké. Als je met z’n allen een hele nacht aan het werk bent en er gaan één of twee flessen drank doorheen achter de bar is dat niet erg. Op regelmatige basis flessen stelen is iets heel anders, dat kan niet. Je collega’s aangeven bij je
baas is erg ingewikkeld, dat zou ik niet doen. Maar doe in ieder geval niet mee, en zeg er wat van tegen je collega’s. Loeki Westerveld (politicologie)
Verantwoordelijk heid Wees trouw aan jezelf: stelen doe je niet, ongeacht van wie. Maar als je baas zo’n hufter is, en je collega’s zijn leuk, dan moet je gewoon je mond houden. Het is niet jouw verantwoordelijkheid. Carli (23, culturele antropologie)
illustratie Pascal Tieman
k werk met veel plezier en geweldige collega’s in een ontzettend leuke kroeg. Dat het salaris verschrikkelijk laag is neem ik op de koop toe, alleen: mijn baas is ook nog eens een ontzettende hufter die de hele winst in zijn eigen zak steekt. Dat we af en toe een biertje achter de bar nemen zonder daarvoor te betalen kan ik dus wel verantwoorden. Alleen: sommige collega’s zijn nu ook begonnen met het stelen van hele flessen drank. Hoewel ik dat ergens wel terecht vind, is het toch diefstal. Moet ik wegkijken of ze aangeven bij de baas? Studente sociologie, UvA
Eerlijk Wat een vervelende situatie. Je moet sowieso niet meedoen, dat is gewoon diefstal. Je loyaliteit zou hierin niet bij je collega’s moeten liggen, noch bij je baas, maar alleen bij jezelf. Ga voor jezelf dus na: wil je eerlijk zijn of leuk gevonden worden door je vrienden? Het is jouw beslissing, maar ik zou eerlijk zijn. Alijssa (culturele antropologie)
volgende week: Mond houden? Ik voer vaak het hoogste woord in werkcolleges. Door toeval zit ik in beide groepen met voornamelijk meisjes. Sommigen hebben de teksten überhaupt niet gelezen, maar bij de rest zie je gewoon dat ze wel weten waar het over gaat, maar te verlegen zijn om hun mond open te doen. Ik denk nu: we zitten in de masterfase, we moeten nu toch wel discussies kunnen voeren. De laatste tijd merk ik ook dat mijn groepsgenoten zich aan mij
ergeren, omdat ik, na een minuut stilte, wéér degene ben die ingaat op de vraag van de docent. Het is niet zo’n fijn gevoel om elk college de irritatie van mijn klasgenoten op te merken, maar moet ik daarom dan maar mijn mond houden? R. (22, student psychologie) Mail je advies voor R., of een eigen kwestie waarin je geadviseerd wilt worden, aan redactie@folia. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten.
FoliaMagazine
39
lezingenladder
het cultureel studentencentrum van de UvA & HvA
CREA RoeterSeiland
Adres: Nieuwe Achtergracht 170 Voor eenieder die geïnteresseerd is in lezingen en debatten is er de Folia Magazine-lezingenladder. Wij streven ernaar hierin de meest interessante lezingen en debatten in Amsterdam op één plek te verzamelen.
Bereikbaar via de Sarphatistraat en de Plantage Muidergracht
Het ontstaan van de islam
Ponten van Habbekrats en tv-presentator Art Rooijakkers over een boek naar keuze.
comedy
De Donkere Kamer #9
Easylaughs
De Balie WO 29/02, 20.00 uur Volgens schrijver Tom Holland is de islam niet een door God geopenbaarde godsdienst, maar een geloof dat schatplichtig is aan jodendom, christendom en het zoroastrisme. Een discussie.
Live magazine met allerlei visies en gasten uit verschillende disciplines van de fotografie.
Hilarious improvised comedy by the international group easylaughs. Admission: e 5,- for every show. Reservations: tickets@easylaughs.nl
Mediamatic Bank WO 29/02, 20.30 uur
It’s food stupid!
film
Twaalf presentaties van vijf minuten, deze keer onder andere over lolcats, bonsaibomen, architectuur en leven zonder afval te produceren.
Rode Hoed DI 06/03, 20.00 uur
ma 5/3 20.00 uur
Voedsel is de basis van onze samenleving. ‘Erst kommt das Fressen, dann die Moral’ is een beroemde uitspraak van Bertolt Brecht. Serie over het belang van voedsel, met vanavond onder meer oud-minister van Landbouw Cees Veerman.
Piled Higher and Deeper - Life (or the Lack Thereof) is a popular webcomic dedicated to the plight of doctoral candidates. This is the live-action adaptation of that comic, a world wide hit on campuses all over the world. Admission: e 5,-
Ignite Amsterdam 15
Rhetoric: A classical method for successful learning in the humanities Amsterdam University College DO 01/03, 18.00 uur
Wat is retorica? En hoe kan het studenten helpen bepaalde academische analyse- en spreekvaardigheden onder de knie te krijgen? Of ze zelfs meer verantwoordelijke burgers maken?
Pakhuis de Zwijger MA 05/03, 20.00 uur
The Métamatic Artists’ Lezingenserie #4: Olaf Breuning Felix Meritis DI 06/03, 20.00 uur De Zwitserse kunstenaar Olaf Breuning spreekt over zijn werk, het werk van de Frans-Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely.
De ideologie van de PVV
Wat is wijsheid – pijn
De nieuwe liefde VR 02/03, 15.30 uur
De Nieuwe Liefde DI 06/03, 20.00 uur
Arabist Jan Jaap de Ruiter gaat naar aanleiding van de verschijning van zijn boek De ideologie van de PVV in gesprek met Nexus-directeur Rob Riemen.
Wat is pijn, waartoe dient pijn, hoe moet je je verhouden tot pijn? Over deze vragen gaan Colet van der Ven en Daan Roovers in gesprek met o.a. Connie Palmen en zenleraar en emeritus hoogleraar Slavische letterkunde Ton Lathouwers.
Amsterdam in gesprek Stadsarchief Amsterdam ZO 04/03, 15.00 uur Salvador Bloemgarten, historicus en auteur over herinneringen aan het Joodse leven in Amsterdam tussen 1890 en 1940.
Literaturfest V Rode Hoed MA 05/03, 20.00 uur Tim de Gier (Vrij Nederland), Toine Donk (Das Magazin) en Ernst-Jan Pfauth (NRC Handelsblad) bespreken een boek en praten met nrc. next-columnist Renske de Greef, Victor D.
40
za 3/3 20, 21 & 22.00 uur
FoliaMagazine
Kustaw Bessems met Hans Spekman De Balie DI 06/03, 21.00 uur Journalist en columnist van De Pers in gesprek met de nieuwe PvdA-voorzitter Hans Spekman. Met medewerking van acteur Frank Lammers. U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje
The PHD Movie
docu
di 6/3 20.00 uur
An Ecology of Mind Nora Bateson tries to discover who her father really was and what his legacy is to science. Using bits and scraps, interviewing the people that knew him best, she paints a picture of professor Gregory Bateson, anthropologist, social scientist, linguist, visual anthropologist, semiotician, cyberneticist and above all passionate ecologist. Free admission for students.
muziek, poezie & meer wo 7/3 20.00 uur
Podiumavond Helios Leden van de afdeling Neerlandistiek tonen hun talenten. Met muziek, theater, cabaret en poëzie. Alle belangstellenden zijn welkom. Niet leden e 4,-, leden e 3,-
15/3 CREA-feSt !
Feestelijke opening van CREA Met Herman in een Bakje Geitenkwark, Thijs Maas, Van der Laan & Woe (Geen Familie), Nineties Karaoke, THE BENELUX, Fata ‘el Moustache’ Morgana, dj’s en meer! Toegang gratis.
naar harmen@folia.nl onder vermelding van ‘Aanmelding lezingenladder’.
WWW.CREA.UVA.NL
illustratie Denise van Leeuwen
drift
‘Ik was bont en blauw na afloop’
M
ark (26), student psychologie: ‘Op de weg naar waar we nu zijn heb ik heel wat blauwe plekken en schrammen moeten verbergen. Hoe groter haar minderwaardigheidscomplex, hoe meer ik uit de kast moest halen om mijn toegetakelde nek, armen en rug aan het oog te ontrekken. Ik zag haar voor het eerst tijdens oud en nieuw. Goed aangeschoten liep ik door Club 11, op weg naar de uitgang, toen ik haar zag staan. Een klein rossig meisje met sproetjes en een hoedje. In een opwelling vroeg ik haar om haar nummer, en tot mijn verbazing kreeg ik het nog ook. Ze had dat leuke hoedje weer op toen we elkaar een paar dagen later troffen in een café in de Jordaan. Langzaam werden we dronken, terwijl we in razend tempo ons levensverhaal op tafel gooiden. Dat is de riedel die je afwerkt toch, tijdens een eerste afspraakje? Gelukkig gebeurde het aan de hand van zwartgallige anekdotes doorspekt met veel schaamtevolle details, en moesten we daar steeds vreselijk om lachen. Die eerste ontmoeting werd op die manier
ongewoon intiem. Ik vond haar ontwapenend, ontspannen, grappig. Hoe anders was zij tijdens de seks later die avond. Fel was het, en fanatiek. Beestachtig zelfs. Ze krabde en beet, zoog en smeet. Ze nam me genadeloos te grazen, laverend – leek het – tus-
‘Ze krabde en beet, zoog en smeet’ sen woede en schaamte, tussen zich willen verbergen en willen opdringen. Zo weerbarstig als ze zich bewoog. Ik was bont en blauw na afloop. En ik heb het nooit begrepen. De afkeer en onvrede die dit meisje heeft ten aanzien van haar lijf. Hoe kun je zelfverzekerd een hoedje opzetten, en mij met alle charme om je vinger winden, en dan bloot toch zo gesloten zijn? Ik ben ook niet perfect, maar ik geniet van wat ik met mijn lijf kan en wat ik een ander ermee kan geven. En ik zal nooit iemand kunnen straffen voor wat ik niet mooi vind aan mezelf. Dat gekke rode meisje met dat hoedje. We zijn
elkaar de afgelopen drie jaar steeds vaker gaan zien, en iedere keer met wat minder drank. Hebben elkaar beter leren kennen, meer leren vertrouwen. En gisteren, toen wij elkaar via Skype troffen, viel me opeens op wat dat vertrouwen met haar gedaan moet hebben. Hoe anders zij nu is. Zo comfortabel als ze lijkt met haar lijf en haar seksualiteit. Hoe ze zichzelf meer accepteert, en het niet langer probeert te vernielen met drank en sigaretten. Ze heeft de meest sensuele frasen via het web in mijn oor gefluisterd, en zichzelf zo opwindend betast dat ik na afloop van het gesprek snel naar de douche moest rennen. En hoewel we elkaar alle vrijheid gunnen in de tijd dat zij in Zweden studeert, kan ik me op dit moment nauwelijks voorstellen dat ik daar gebruik van ga maken. Ik ben namelijk met het mooiste meisje ter wereld. Simpelweg omdat zij dat eindelijk zelf ook gelooft.’ yyy Fen Verstappen
De naam van de geïnterviewde is op zijn verzoek gefingeerd. Wil je ook meedoen aan deze rubriek, mail dan een korte motivatie naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
41
Zeg maar niets meer Dood gaan we allemaal, maar hoe we omgaan met die wetenschap verschilt per cultuur. Mensen van Turkse en Marokkaanse afkomst houden bijvoorbeeld liever hoop, dus willen ze niet dat de dokter zegt dat ze zijn opgegeven. ‘Het is aan Allah om te besluiten wanneer iemand zal sterven.’ tekst Eva Rooijers / illustraties Marc Kolle
E
en jonge Marokkaanse vrouw komt bij de dokter. Diagnose: borstkanker. Ongeneeslijk. Omdat de vrouw – we noemen haar hier Malika – nauwelijks een woord Nederlands spreekt, vertaalt haar echtgenoot in de spreekkamer. Hij is dertig jaar ouder en weduwnaar. Toen zijn eerste vrouw overleed, is zijn nichtje Malika hiernaartoe gehaald om met hem te trouwen en voor zijn kinderen te zorgen. Niet lang daarna is zij ook zwanger. Malika is dolgelukkig als het kindje wordt geboren. Maar nu heeft ze kanker. De Nederlandse verpleegkundige legt uit dat Malika kaal zal worden door de chemo en dat ze een pruik kan krijgen, als ze dat wil. De man overlegt dit niet met zijn zieke vrouw. Hij vertaalt het niet eens. ‘Dat is niet nodig. Ik vind haar mooi genoeg zo,’ zegt hij. Dat is zijn zaak toch helemaal niet, denkt de Nederlandse verpleegkundige. Ze heeft ook het vermoeden dat de man Malika niet eens vertelt dat ze borstkanker heeft en dat ze daar uiteindelijk aan zal sterven. De verpleegkundige plant daarom een gesprek in met de oncoloog en een vertaler van het ziekenhuis.
42
FoliaMagazine
De arts begint niet direct met de mededeling dat ze zal sterven. Hij vraagt Malika eerst wat ze al weet en wat ze graag wil weten. Waarop zij zegt: ‘Ik weet dat ik doodga.’ Haar man heeft dat niet verteld, ze voelt het. ‘Dat klopt,’ zegt de arts. ‘Wat wilt u verder weten?’ Malika zegt dat ze wil dat haar man hertrouwt, want haar dochtertje moet een nieuwe moeder krijgen. ‘Daaruit bleek ineens zonneklaar dat zij inder-
‘Nederlanders vinden dat je overal over moet kunnen praten’ daad niet geïnteresseerd was in al die keuzes die het medische Nederlands bestel oplegt, zoals wel of geen pruik,’ zegt promovenda Fuusje de Graaff. ‘De toekomst van haar dochtertje, dat was wat haar bezighield. Dat wist die Nederlandse verpleegkundige niet. Dat had ze ook niet kunnen aanvoelen omdat ze, als ze zelf in die positie was geweest, wel alle opties door had willen spreken.’ Dit voorbeeld illustreert volgens sociaal
geografe De Graaff heel goed dat Nederlandse zorgverleners vaak heel andere ideeën hebben over wat goede zorg is dan Turkse en Marokkaanse patiënten. Maar ook hoe moeizaam de communicatie daarover soms kan lopen. Door de taalbarrière en óók omdat Turken en Marokkanen andere ideeën hebben over wat goede communicatie is. Zeg je als arts bijvoorbeeld dat iemand doodgaat, of dat het je spijt dat je de medicijnen niet hebt om iemand beter te maken? Afgelopen donderdag promoveerde De Graaff op het onderwerp. Ze sprak met 33 ongeneeslijk zieke kankerpatiënten van Turkse en Marokkaanse komaf en hun families. Want dat is direct een van de belangrijkste verschillen. ‘Nederlandse artsen zien de patiënt vaak als iemand die autonoom beslissingen neemt over zijn of haar behandeling. Terwijl Turkse en Marokkaanse families dit meestal gezamenlijk beslissen,’ zegt De Graaff. Ook ondervroeg ze de specialisten, huisartsen en thuiszorgmedewerkers van de patiënten. Bijna tweehonderd in totaal. Die bleken inderdaad heel verschillend te denken over de vraag wat goede zorg is.
Drie belangrijke verschillen worden uitgelicht aan de hand van uitspraken van de zorgende dochters. Want het zijn bijna altijd de dochters die de zorg op zich nemen. ‘Hij was eigenlijk te zwak voor een derde en een vierde keer, maar we hebben gezegd: “We gaan gewoon door.” We geloven erin. Hij gaat beter worden. We stoppen er niet mee. We gaan door.’ (Dochter van Turkse, mannelijke patiënt)
‘De Nederlandse artsen hadden aangegeven dat deze man met kanker aan de ingewanden uitbehandeld was. Waarop de familie hem meerdere malen meenam naar Turkije. Daar kreeg de patiënt nog wel een zak bloed. Ook al zou het hem niet genezen. Nederlandse artsen kunnen zeggen dat dit symboolpolitiek is. Ze kunnen ook zeggen dat het goed is om de familie het gevoel te geven dat ze alles hebben gedaan. Wat kost nou een zak bloed? Als je daarmee het afscheid
vergemakkelijkt, doen we dat toch? Ik kan niet zeggen wat het beste is,’ aldus De Graaff. Dit voorbeeld is kenmerkend voor Turkse en Marokkaanse patiënten. Zij gaan vaak langer door met chemotherapie of vragen om een second opinion. ‘Het idee dat je tot het bittere einde toe moet vechten, leeft sterk onder deze migranten. Sommigen zien het als een religieus gebod. Dus als ze kunnen kiezen tussen nog een keer bestralen of naar huis terugkeren om daar
FoliaMagazine
43
rustig te sterven, dan kiezen ze voor nog een keer bestralen. Terwijl Nederlanders sneller zullen zeggen: Dat heeft zulke nare neveneffecten; dat willen we pappa niet aandoen. Als er geen genezing meer mogelijk is, nemen Nederlandse gezinnen de patiënt meestal mee naar huis. Dan heeft pappa eindelijk rust. Ook zal de familie veel sneller vragen om de patiënt uit zijn lijden te verlossen. Deels is dat ingegeven uit liefde voor de patiënt. Deels komt het voort uit onmacht van de naasten die maar moeilijk kunnen aanzien zien hoe vader of moeder vecht.’ Tot het bittere einde doorgaan, ook al hebben de artsen gezegd dat het geen zin heeft, is niet alleen iets typisch Turks of Marokkaans. De Graaff: ‘Ik heb vrij veel vriendinnen verloren aan borstkanker. Ook zij bleven hopen op een wonder. Voor de ene patiënt is het religieus gefundeerd: God laat mij niet in de steek. Ik heb hier nog een taak te vervullen. Voor anderen is het meer het gevoel dat ze alles uit de kast moeten halen. Ze gaan de gekste dingen doen, van zangtherapie tot andere alternatieve geneeswijzen. Als ze nog mee kunnen doen aan een proefonderzoek in het ziekenhuis doen ze dat.’ ‘Toen ik hoorde dat de tumor kwaadaardig was, kon ik het hem niet vertellen. Ik vroeg de dokter om het ook niet met mijn vader te bespreken. Hij heeft hoop nodig.’ (dochter van Turkse, mannelijke patiënt) ‘Nederlanders vinden dat je overal over moet kunnen praten. Dus ook over dat je doodgaat. Terwijl een Turkse dochter denkt: je gaat mijn vader toch niet vertellen dat hij doodgaat. Hoop doet leven. Sommige familieleden wilden om religieuze redenen die hoop niet wegnemen. Het is namelijk aan Allah om te besluiten wanneer iemand zal sterven, en ook de mogelijkheid op genezing ligt in Allahs handen. Strenggelovige christenen denken er overigens vaak net zo over. Deze dochter heeft haar vader dus niet verteld dat hij zou sterven,’ zegt De Graaff. Omdat de kinderen vaak als tolk optreden heb-
44
FoliaMagazine
ben ze veel invloed op de informatie die de patiënt wel of niet krijgt. Het plaatst Nederlandse artsen voor een ethisch dilemma als de familie erop staat dat de patiënt niet volledig wordt geïnformeerd. Iedere arts gaat hier anders mee om. ‘Sommige artsen willen geen uitzonderingen maken. Als het voor een Nederlandse vader goed is om te weten dat hij doodgaat, is dat voor een Turkse en een Marokkaanse vader ook goed. Dat leidt soms tot conflicten. Maar andere artsen zeiden ook niet aan iedere Nederlandse vader te vertellen dat hij doodgaat. Die bekeken per geval wat iemand kan hebben.’ Volgens de Graaff vergemakkelijkt het volledig informeren van patiënten vooral de communicatie voor de Nederlandse artsen. ‘Als zij precies de diagnose uitleggen, kunnen ze gaan plannen. De
‘Je gaat mijn vader toch niet vertellen dat hij doodgaat?’ vraag is of dit ook voor de patiënt makkelijker is. Sommige patiënten gaven aan dat ze hun ziekte wel met de dokter wilden bespreken, maar niet met hun zoon of dochter. Maar als die zoon of dochter vertaalt, zit je in een lastig parket.’ Het zijn trouwens niet de Turken en Marokkanen die uitzonderlijk zijn maar de Nederlanders. ‘Wij zijn extreem open. Allochtonen zeggen zelfs dat wij schaamteloos openhartig zijn. In Rotterdam is onderzoek gedaan naar de manier waarop artsen in Nederland, België en Italië omgaan met de laatste levensfase van een patiënt.’ De Graaff pakt er een tabel bij. Daarin staat dat in Nederland 92 procent van de artsen het belangrijk vindt om te vertellen dat iemand ongeneeslijk ziek is en 98 procent wil de diagnose doorspreken. In België is dat respectievelijk 42 en 67 procent. In Italië vertelt maar 11 procent van de artsen een patiënt dat hij terminaal is, 53 procent doet dat alleen als de patiënt er expliciet naar vraagt.
‘Het gekke is dat wij twintig jaar geleden ook niet zeiden dat iemand doodging. Tot net na de oorlog was het echt not done om over kanker te spreken. Alleen al het feit dat het K werd genoemd. Iemand was ontvallen en dan werd er achter je rug gefluisterd: hij had K.’ ‘Vanaf het moment dat haar hersenen waren aangetast, bespraken ze met ons of we haar niet beter in slaap konden houden. Ik had het gevoel dat we onder druk werden gezet, dat we niet echt onze eigen keus konden maken. Dat wilde ik niet. Het is niet toegestaan om zo de dood tegemoet te treden.’ (Dochter van Marokkaanse, vrouwelijke patiënte) ‘Patiënten en hun families weigeren soms pijnmedicatie omdat ze met een heldere geest voor Allah willen verschijnen. Dit kan nogal eens botsen met zorgverleners die het lijden juist zo dragelijk mogelijk willen maken met behulp van pijnstillers. Sommige hulpverleners gaven toe dat ze dit ontzettend moeilijk vonden,’ zegt De Graaff. ‘Als hun eigen moeder daar had gelegen, hadden ze die graag willen helpen met alle middelen die ze hebben. Maar deze vrouw wilde dat niet. Haar dochters wilden het ook niet.’ De Graaff herinnert zich dit specifieke geval nog goed. ‘De huisarts zei nog nooit iemand te hebben gezien die zo vreselijk verward raakte aan het einde. De tumor was uitgezaaid naar haar hersenen waardoor de vrouw schizofreen was geworden van alle prikkels in haar hoofd. Daarbij had ze verschrikkelijke aanvallen van spastisch overgeven. De specialist stond erop dat de vrouw medicijnen kreeg om deze symptomen te bestrijden. Maar haar twee dochters zeiden dat dit absoluut niet was wat ze gewild zou hebben. Ze wilde haar eigen weg gaan en niet op een medische manier aan haar einde komen. Uiteindelijk is in overleg besloten om de vrouw alleen ’s avonds pijnbestrijdende middelen te geven.’ Natuurlijk kan het verschrikkelijk zijn voor een arts om aan te moeten zien hoeveel pijn zo’n
vrouw lijdt. Tegelijkertijd is dat ook subjectief volgens De Graaff. ‘Kijk naar Nederland, waar we tegen vrouwen met barenspijn ook zeggen dat ze er wel tegen kunnen. Daar denken ze in veel andere landen heel anders over. Amerikaanse vrouwen in Nederland gaan vaak terug naar de VS om te bevallen omdat ze daar wel een ruggenprik krijgen. Het grappige is dat verloskundigen hier hebben geleerd om die pijn aan te zien en niet direct in te grijpen. Terwijl
wij bij de zorg aan ongeneeslijk zieke mensen heel snel geneigd zijn om naar allerlei middelen te grijpen.’ Turken en Marokkanen staan daar soms ook achterdochtig tegenover omdat Nederland bekendstaat als een land waar euthanasie is toegestaan, wat in eigen land niet mag. ‘Dat vertrouwen ze toch niet helemaal. Daar wordt ook over gepraat in de eigen gemeenschap. Natuurlijk wordt in Turkije ook wel eens een behande-
ling stopgezet waardoor je weet dat iemand niet lang daarna zal overlijden. Maar daar wordt dan niet over gepraat. In Nederland vinden we dat alles besproken moet worden.’ yyy
Fuusje de Graaf promoveerde op 23 februari. De titel van haar proefschrift is Partners in Palliative Care? Perspectives of Turkish and Moroccan Immigrants and Dutch Professionals.
FoliaMagazine
45
prikbord HvA DMR Hulpverleners
DEM Duaal
Peter Kemper van programma Implementatie in de jeugdzorg gaat het domein vertegenwoordigen tijdens de finale van de HvA Research Battle op 13 maart met zijn onderzoek ‘Wie helpt de hulpverlener?’ Met het onderzoek gaat hij hulpverleners in de jeugdzorg helpen de effectiviteit van hun handelen aan te tonen. Het onderzoek van Kemper draagt volgens de domeinjury het beste bij aan onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. De finale is op dinsdagavond 13 maart in het Kohnstamhuis. www.hva.nl/researchbattle
De duale en deeltijdopleidingen economie gaan flink op de schop. De hervorming is een ultieme poging het aantal studenten dat succesvol de eindstreep haalt te verhogen. Het voor de duale opleidingen zo kenmerkende ‘halfjaar werken, halfjaar studeren’ wordt afgeschaft. Voor deeltijdstudenten wordt een baan die aansluit bij hun studie verplicht. Momenteel studeert slechts dertig procent van de duale studenten en veertig procent van de deeltijdstudenten af na het afronden van de propedeuse. Dat moet negentig procent worden.
DBSV Sport
DT Positief
in beweging
en deeltijd
oordeel
In stadion de Galgenwaard in Utrecht wordt 14 maart het congres Sport in beweging georganiseerd voor iedereen die zich wil oriënteren op sport en de arbeidsmarkt. Vragen die beantwoord zullen worden: hoe kom je als relatief onervarene in sportland aan de bak? En wat is er allemaal mogelijk voor studenten met een sportopleiding? Professionalisering in de sport en de sportarbeidsmarkt zullen de hoofdthema’s zijn van deze bijeenkomst in het stadion van voetbalclub FC Utrecht. Kijk voor meer informatie op www.sport-netwerk.nl.
De opleiding Forensisch Onderzoek heeft een positieve accreditatie ontvangen van The Forensic Science Society (FSSoc), een van de oudste en grootste forensische verenigingen ter wereld. Het is de eerste ‘FSSocaccreditatie’ buiten Groot-Brittannië. De opleiding is beoordeeld op drie onderdelen: interpretatie, evaluatie en presentatie van forensisch bewijsmateriaal; onderzoek plaats delict; en laboratoriumanalyse. Alle drie de componenten werden goedgekeurd. In het bijzonder werd de verwevenheid tussen onderzoek, onderwijs en het bedrijfsleven geroemd.
DOO Kennisdag
HvA Nominaties
Het domein organiseert 15 maart weer de jaarlijkse kennisdag. Het thema differentiatie vormt de rode draad in de verhalen van keynote sprekers Aart Bontekoning en Rutger Kappe, beiden organisatiepsycholoog. Ook de workshops spelen hier op in. Het wordt een dag waarin de medewerkers elkaar aan het denken moeten zetten en inspireren. De slogan van de dag luidt dan ook Let’s Celebrate Difference! Het evenement wordt 15 maart gehouden in de Kohnstammzaal op de negende verdieping in het Kohnstammhuis, vanaf 09.00 uur.
De zeven domeinen van de Hogeschool van Amsterdam hebben bekendgemaakt welke docenten volgende maand kans maken om gekroond te worden tot Docent van het Jaar. De genomineerden voor Docent van het jaar zijn: Malcolm Biezeveld (Domein Maatschappij & Recht), Niek Kuijer (Domein Gezondheid), Jeroen Bergsma (Domein Techniek), Sanne Hiddema (Domein Onderwijs & Opvoeding), Binnert de Beaufort (Domein Media, Creatie & Informatie), Ivo van der Werk (Domein Economie & Management) en Rem Pronk (Domein Bewegen, Sport & Voeding).
DG We
DMCI Schoolkrantdag
Amsterdam
Dit jaar wordt op 29 maart het grootstedelijke profiel van de HvA besproken tijdens de onderwijsconferentie. Het overkoepelende thema: ‘We Amsterdam’. Maar wat betekent dat nu eigenlijk, het grootstedelijke profiel van de HvA? Hoe krijgt dat vorm en inhoud? Welke meerwaarde levert dat studenten en medewerkers op? Wat heeft de HvA de stad te bieden? In workshops en masterclasses komen al deze vragen aan de orde. Meer informatie over het programma is te vinden op het intranet van het domein.
46
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
FoliaMagazine
De opleiding media, informatie & communicatie (mic) stopt met de organisatie van de Nationale Schoolkrantdag. Dat heeft de HvA donderdag bekendgemaakt. Het medialandschap is volgens de opleiding grondig veranderd en daar past een dag die gericht is op het maken van een papieren krant niet meer bij. ‘Zo’n evenement past minder goed bij de crossmediale ontwikkelingen in het medialandschap en bij de brede mediaopleiding die mic is,’ valt te lezen in de verklaring op de website.
prikbord UvA FGw Piet
Verkruijsse
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
FGw Joep
Pelt
Op 20 februari is boekhistoricus en oud-conservator a.i. van de Artis Bibliotheek Piet Verkruijsse (1943) overleden. Zijn leven was de UvA: hij studeerde Nederlands aan de UvA en heeft haar na zijn afstuderen nooit meer verlaten. Hij was in verschillende functies veertig jaar werkzaam bij de afdeling historische Nederlandse letterkunde. ‘Zijn conservatorschap heeft hij meer dan geweldig gedaan. Ik heb zelden iemand zo op zijn plek gezien als Piet tussen de natuurhistorische collectie aan de Plantage Middenlaan,’ zegt oud-collega Garrelt Verhoeven.
Op 13 maart vindt er in De Melkweg een benefietavond plaats voor oud-UvA-student Engels en ‘muzikale globetrotter’ Joep Pelt. Hij raakte begin januari levensgevaarlijk gewond bij een auto-ongeluk in ZuidAfrika, waar hij met zijn vrouw Hester op vakantie was. Zijn vrouw kwam om het leven, hij lag zes weken in een ziekenhuis in Johannesburg. Inmiddels is hij terug in Nederland. Joeps muzikale vrienden treden belangeloos op om zo veel mogelijk geld bijeen te brengen voor zijn herstel. Aanvang 20.00 uur. Entree: 15 euro. Zie www.joeppelt.net.
UvA E-mail
UvA Peer
De studentenmail Google Apps for Education start op 6 maart. Per faculteit worden studenten uitgenodigd om zich aan te melden. UvA-medewerkers kunnen studenten mailen op hun studentnummer via Outlook, ook na invoering van Google Apps. Het IC laat weten dat dit alléén kan door het studentnummer – zonder @student.uva.nl – in te vullen in het vakje ‘aan’, ‘cc’ of ‘bcc’ en daarna te klikken op ‘check names’. Automatisch wordt het e-mailadres van de student, dat bij de UvA geregistreerd is, gekoppeld aan het studentnummer. Info: S.W.A.Dijkstra@uva.nl.
Studeer je aan de UvA, maar vind je dat je meer uit je studie kunt halen? Dan is er vanaf nu Studenten voor Studenten. Op 16 februari is dit allereerste ‘peer coaching’-programma van de UvA van start gegaan: een laagdrempelige voorziening en een aanvulling op de bestaande ondersteuning van studieadviseurs en Studenten Services. De peer coaches (studenten) geven praktische informatie aan hun peers (studenten) over de UvA in het algemeen en geven advies en coachende ondersteuning bij studievaardigheden en planning. Info via www.uva.nl/peertopeer.
Acta Onderzoeksprijs
FMG Kohnstamm-lezing
Tijdens de IOT-tandheelkunde researchdagen op 2 en 3 februari is de prijs voor de beste presentatie van een junior onderzoeker naar ACTA-wetenschapper Michail Koutris gegaan. Op de bijeenkomst in Lunteren kreeg Koutris, werkzaam bij de leerstoelgroep orale kinesiologie de prijs voor zijn presentatie ‘Overloading the Masticatory Muscles: Pathophysiological and Diagnostic Considerations’. De presentatie ging over het overbelasten van de kauwspieren en de achtergrond daarvan.
Onder de titel ‘Mediawijsheid in tijden van beeldvorming’ houdt Rob Wijnberg, hoofdredacteur van nrc. next en oud-student wijsbegeerte, op 30 maart de dertiende Kohnstammlezing, de jaarlijkse lezing op het grensvlak van debat, onderzoek en de praktijk van onderwijs en opvoeding. Beeldvorming is volgens hem een factor van belang in een samenleving die ‘mediacratie’ is gaan heten. Hij pleit voor een nieuw bewustzijn: wie burgerzin van jongere generaties verwacht, zal ze moeten leren wat ‘framing’, ‘pr’ en ‘spinnen’ is. Locatie: aula. Aanvang: 15.00 uur.
FMG Eerst
FEB Conferentie
de klas
Voor academici die zich willen ontwikkelen op het gebied van leiderschap én leraarschap bestaat het programma ‘Eerst de Klas’. Dit tweejarige programma bevat een universitaire opleiding tot eerstegraads leraar waarbij recent afgestudeerden direct aan het werk gaan als docent op een middelbare school, en bevat deelname aan een leiderschapsprogramma. Geïnteresseerden kunnen op 7 maart deelnemen aan een voorlichtingsbijeenkomst bij het Service & Informatiecentrum, Binnengasthuisstraat 9. Aanvang: 16.30 uur.
to peer
Het Amsterdam Center for Law & Economics (ACLE) organiseert op vrijdag 20 april voor de achtste keer de jaarlijkse Competition & Regulation Meeting. Onderwerp van de conferentie is dit jaar ‘Behavioral Competition and Regulation’, met keynote sprekers Botond Köszegi (University of California, Berkeley) en Maurice E. Stucke (University of Tennessee). De locatie van de conferentie wordt later bekendgemaakt. Wie nog wil deelnemen met een paper en/of aan de conferentie moet zich deze week aanmelden via acle@uva.nl.
FoliaMagazine
47
wasdom Verlangen naar verandering Sterre van Rossem Leeftijd: 27 (geboren op 12 december 1984) Beroep: Schrijver en oprichter van artiestencollectief Furthur Labelz en schrijverscollectief De Jagers Studie: Bachelor algemene literatuurwetenschap en researchmaster Cultural Analysis Afgestudeerd: 2011 Docent: ‘Esther Peeren, docent literatuurwetenschap en Cultural Analysis, vond ik goed omdat zij echt een degelijke docent is. Ze houdt studenten aan deadlines en geeft goede feedback. Ik heb ook les gehad van Solange Leibovici. Zij gaf vakken over psychoanalyse en literatuur en weet hoe ze haar studenten moet motiveren. Haar vak over populaire cultuur in de jaren zestig heeft mij echt gevormd.’ Locatie: ‘Het Bungehuis, een mooi gebouw met een prettige sfeer waar het nog naar school ruikt.’ Café: ‘Ik zat vaak in het Creacafé en vind het erg jammer dat het nu verhuisd is. Verder vond ik Festina Lente een geweldig café.’ Afknapper: ‘De houding en mentaliteit op de universiteit. Veel studenten lopen de kantjes ervan af. Als je wel je best doet, word je al snel als een strebertje gezien.’
48
FoliaMagazine
stage Zij studeerde literatuurwetenschap en Cultural Analysis en werd schrijver: Sterre van Rossem. tekst Julie de Graaf / foto Bob Bronshoff
‘N
a mijn eindexamen kocht ik mijn eerste laptop en heb ik een jaar gereisd en geschreven. Ik hou van schrijven, maar ook van vragen stellen en kennis opdoen. Ik wilde graag studeren en koos voor literatuurwetenschap aan de UvA. Die studie was net opengesteld voor propedeusestudenten en nog heel breed georiënteerd. Ik deed allerlei keuzevakken en volgde tijdens mijn bachelor minors bij religiestudies en filosofie. Daarnaast ben ik de studievereniging Fabula Rasa begonnen, die had literatuurwetenschap namelijk nog niet. Ik had in die tijd niet het idee dat ik van schrijven mijn beroep wilde maken, maar schreef wel af en toe gedichtjes en korte verhalen en zat bij het schrijverscollectief Meer Licht. Op een gegeven moment ben ik samen met een vriendin een blad voor de studievereniging gaan maken. We noemden het PreFab en schreven allebei veel kopij om het elke keer te vullen. Uitgeverij Prometheus las een van mijn korte verhalen in het blad, nodigde me uit op gesprek en vroeg of ik een bundel met korte verhalen wilde schrijven. Ik heb een extra jaar aan mijn bachelor geplakt om een uitwisseling te doen naar New York. Het leek me een magische stad, die ik tot dan toe alleen maar kende uit boeken en films. De stad en de uitwisseling waren geweldig. Ik studeerde aan Eugene Lang, het liberal arts college van The New School, en woonde in een heel tof huis in Williamsburg, Brooklyn. Studeren is in Amerika minder vanzelfsprekend dan hier en studenten zijn er over het algemeen meer gedreven. Op The New School kregen we les in kleine groepen en was iedereen zeer actief en gemotiveerd. Die gedrevenheid werkte aanstekelijk en
toen ik na de uitwisseling terugkwam op de UvA begon ik met veel enthousiasme aan mijn master. Ik deed de onderzoeksmaster Cultural Analysis, maar werd veel minder meegesleept door het onderwijs dan ik had gehoopt. Op een gegeven moment volgde ik bij Solange Leibovici een vak over de jaren zestig; over de populaire cultuur in die tijd, maar ook de politieke bewegingen en de veranderingen in de maatschappij. Ik vond dat vak zo inspirerend dat ik een jaar met mijn studie ben gestopt om zelf creatief bezig te kunnen zijn en met het idee om samen met andere mensen verandering teweeg te kunnen brengen. Ik schreef me uit bij de universiteit, zegde de huur op en begon samen met mijn vriend, danser Matthew Pawlicki-Sinclair, en muzikant Thijs Havens het artiestencollectief Furthur Labelz. Matthew en ik verhuisden voor een paar maanden naar New York, waar we gedichten, korte films en voorstellingen maakten. Eenmaal terug in Amsterdam zijn we doorgegaan met Furthur Labelz. In dat tussenjaar heb ik ook mijn bundel met korte verhalen Een smaak van liefde geschreven. Uiteindelijk wilde ik toch graag afstuderen en heb ik mijn master afgerond met een onderzoek over verbeeldingen van het leven na de dood in literatuur en populaire cultuur. Inmiddels ben ik afgestudeerd en heb ik schrijverscollectief De Jagers opgericht, waarmee we met een groep jonge schrijvers optreden op avonden die we zelf organiseren en op festivals als Crossing Border. Ik maak graag onderdeel uit van een collectief, omdat ik geloof in de kracht van samenwerking en het romantische verlangen koester om deel uit te maken van een groep of generatie waarin iedereen het beste uit zichzelf haalt en zo boven zichzelf uitstijgt.’ yyy
Alfred Prevoo (26) Studie Economie Stage Verenigde Naties Verdiensten Geen Beoordeling JJJJJ ‘Ik raakte geïnteresseerd in de Verenigde Naties toen ik deelnam aan Teimun, een Europese model-VN, en heb toen een open sollicitatie gestuurd aan het hoofdkantoor in New York. Er zijn zo’n vierduizend sollicitanten per jaar, daar wordt maar vijf procent van aangenomen. Ik kwam erdoorheen, maar ik was dan ook erg productief geweest. Ik keek welke afdelingen ik interessant vond, en heb daar mensen opgebeld om te vragen waar ze mee bezig waren, en wat ze daarbij voor hulp konden gebruiken van een stagiair. Van de vijfentwintig mensen die ik sprak, zeiden er acht dat ze mijn naam zouden doorgeven. Eén heeft dat daadwerkelijk gedaan, en ik kreeg de stage. Er zijn op het hoofdkantoor altijd ongeveer zeshonderd stagiairs aan het werk, onbetaald. Gelukkig zagen mijn ouders het als een investering in mijn toekomst. Een kamer vinden in New York bleek trouwens veel makkelijker dan in Amsterdam. Uiteindelijk heb ik er drie maanden gezeten, toen moest ik terug naar Den Haag voor een stage bij Shell, die ik al eerder had geregeld. Ik heb gewerkt voor de afdeling policy analysis van het Economic and Social Council (Ecosoc), het kloppend hart van het sociale en economische beleid van de VN. Meteen de eerste week mocht ik een draft voor een speech schrijven voor de president van Ecosoc. Degene die dat moest doen had geen tijd, en zag dat ik door mijn bestuurservaring bij Aiesec en FSA dat ook zou moeten kunnen. “Baseer het maar op oudere speeches,” zei hij. Daardoor kon er niet al te veel mis gaan.’ yyy Bob van Toor
FoliaMagazine
49
FoliaMagaz ine weekblad
voor HvA
Psychose: gevangen in je eigen waanzin
toehoorders
en UvA
nr. 22 29/02/201 2
cover Pascal Tieman model Luuk Heezen
Open UvA-college ‘Het Geheim. Duitse schilderkunst 1850-1900’ door Henk van Os, woensdag 22 februari 10.00 uur, Aula tekst en foto’s Clara van de Wiel
colofon
Weekblad voor de HvA en
UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en
Gemiddelde leeftijd: 68 Pied-de-poulejasjes: 16 Verhouding MacBook-vulpotlood: 1 tegen 50 Scrabblewoorden: centaurenjacht, hiernamaalsfiguur, levensdraden, aquarellist
‘S
ommigen van u zijn net als ik,’ begint Henk van Os zijn college, en daarmee slaat hij de spijker op z’n kop. De zaal zit deze ochtend vol heren, en vooral dames van meer dan middelbare leeftijd, die hij als ware hij een primus inter pares inwijdt in de schoonheid van de vaak verguisde Duitse laatnegentiende-eeuwse kunst. Dat is handig, want zo begrijpt Van Os als geen ander dat het fenomeen Blackboard voor menigeen lastige taferelen kan opleveren. ‘Maar u drukt daar gewoon op file. FI-L-E inderdaad. En dat schijnt dan heel fijn te zijn.’ Dat het college om 14.00 uur nogmaals wordt gegeven draagt ongetwijfeld bij aan het ontbreken van jongere toehoorders. De langslapers ziet hij vanmiddag pas. Van Os begint het college met nog eens uit te leggen waar het eigenlijk om draait in de kunstgeschiedenis. Niet om de vraag of een werk mooi of lelijk is, maar om de vraag of de kunstenaar in zijn artistieke opgave is geslaagd. Dat weerhoudt Van Os er in de rest van het college overigens niet van in de meest uitvoerige bewoordingen zijn lof over de getoonde kunstwerken uit te spreken. Virtuoos, fantastisch, ongelooflijk en fascinerend: bij het omschrijven van de grafieken van Max Klinger schieten woorden hem te kort. De werken zijn er bij uitstek om met ‘een oh en een ah’ naar te kijken. Bij één exemplaar horen we zelfs even helemaal niets. ‘Hier ben ik gewoon helemaal stil van.’ Hoogtepunt van Klingers grafiekwerk is zijn serie De Handschoen. Vlak voor de pauze zien we dat de handschoen in kwestie wordt verloren, maar over wat ermee gaat gebeuren laat Van Os ons nog even in spanning – een heuse cliffhanger. Wat nadien volgt is een reeks waarin het ding op de meest fabuleuze plekken opduikt: tussen de golven, in een koets of in de bek van een monstervogel. Ter afsluiting bekijken we de ets Das Schicksalslied, terwijl we luisteren naar het gelijknamige werk van de componist Brahms. Menigeen sluit even de ogen. De ervaring van het gesamtkunstwerk in optima forma. yyy
50
FoliaMagazine
Vera Bruinsma-Witte (74, gepensioneerd jurist)
‘Eigenlijk ben ik jurist, maar vanwege mijn passie voor kunst volg ik tegenwoordig colleges over kunstgeschiedenis. Eerst bij de concurrent Hovo, maar daar ging wel heel veel tijd in zitten. Dan zat ik de hele maandag met mijn neus in de boeken. Dit zijn meer lezingen, wat het een stuk minder verplichtend maakt. De Duitse schilderkunst spreekt me erg aan, en ook de wijze waarop Van Os vertelt is ontzettend enthousiasmerend.’
Havana (1996). Redactieadres Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD Amsterdam, telefoon 020-5253981, e-mail: redactie@folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Floor Boon, Marieke Buijs, Luuk Heezen, Wim de Jong, Jeff Pinkster, Eva Rooijers, Gijs van der Sanden, Danny Schwarz, Youri Straver, Bob van Toor, Annemarie Vissers, Clara van de Wiel, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee
Jo Neus
(79, kunstkenner) ‘Ik vond het college ontzettend goed. Jarenlang was ik alleen geïnteresseerd in kunst van nog levende kunstenaars. Maar toen ik een aantal jaren geleden in Zwitserland op deze werken stuitte kon ik niet om hun schoonheid heen. Door die hernieuwde kennismaking heb ik me direct ingeschreven voor dit college. Het is puur “voor het leven”, want een tentamen doe ik niet. Dat mag ook niet als niet-student.’
Fatihya Abdi, Pepijn Barnard, Bob Bronshoff, Fred van Diem, Robbert Dijkgraaf, Julie de Graaf, Renske Jonkman, Marc Kolle, Denise van Leeuwen, Won Tuinema, Tjebbe Venema, Fen Verstappen Eindredactie Harmen van der Meulen Correctie Martien Bos Opmaak Hannah Weis, Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman,
Julie Meester
(22, algemene cultuurwetenschappen) ‘Van Os is altijd goed, het maakt niet uit wat hij geeft. Al is dit college wel een tandje hoger dan normaal en kijken we op een meer filosofische manier naar kunst. Hoewel ik niet zo veel met grafiek heb, grijpen deze werken me toch sterk. Dat komt ook door de manier waarop Van Os ons uitdaagt verder te kijken. Overigens doe ik wel gewoon tentamen. Als je een 9 of een 10 haalt word je door Van Os zelfs meegenomen op een reisje.’
Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider) Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl
deining ‘Je moet wel zeer zwartgallig en negatief in het leven staan wil je je niet thuis voelen in de leeromgeving van de Hogeschool van Amsterdam.’ Docent Ellen van Kooten verzet zich tegen het beeld van de verziekte sfeer op de HvA, in Het Parool. ‘In samenlevingen waar nog geen dominees op bezoek zijn geweest, vind je vaker polygamie.’ Evolutiebioloog Martijn Egas vermoedt dat monogamie cultureel bepaald is, in HP/ De Tijd. ‘Over het algemeen heb ik me kunnen terugtrekken in de academische wereld, waar twijfel in je voordeel en niet in je nadeel spreekt. Ik daar wel te maken gekregen met lastige radicale studenten, maar die zijn toch niet te vergelijken met SS’ers.’ Emeritus hoogleraar Joop Goudsblom (1932) in een interview over het schrijven van zijn memoires, in De Groene Amsterdammer. ‘Onze kwetsbaarheid stimuleert inlevingsvermogen en voedt ons op. Zo niet op internet. Daar stompen anonimiteit en onkwetsbaarheid onze morele voelsprieten juist af.’ Ibed-onderzoeker Marc Davidson pleit voor een verbod op de internetboerka, in de Volkskrant. ‘Ik verheug me op de lente, dan kunnen we lekker buiten in het zonnetje ontbijten met warme broodjes en croissantjes, heerlijk!’ Mister Zondagochtendblad en UvA-student Julian Freen is een echte levensgenieter, op Zaanstreek Dichtbij.
Opvallende quotes uit de afgelopen week van (voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien,
de lezer
In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.
Sarah Bajraktarevic (18), media, informatie & communicatie, HvA ‘Ik pak Folia Magazine elke week mee, al is het om even door te bladeren tijdens college. Je merkt aan de onderwerpen, het uiterlijk en de schrijfstijl dat het een kwaliteitsblad is, maar ik vind het af en toe een beetje saai. De vorige lezer vond dat Havana te sensatiebelust was, ik vind juist dat het wel wat choquerender mag. ‘Drift’ lees ik bijvoorbeeld iedere week, en ik zie mijn klasgenoten altijd als eerste naar die rubriek bladeren. Het stuk over die schaatser heb ik niet gelezen. Ik heb daar niets mee, al realiseer ik me dat veel andere mensen er wel gek van zijn. Wat ik wel interessant vond, was het artikel over streetart, omdat het op een ongebruikelijke manier naar kunst kijkt. Verder lees ik altijd ‘de Adviesdienst’, omdat ik nieuwsgierig ben naar wat andere mensen denken over een probleem. Daarom vond ik het opinieartikel over de Olympische Spelen ook leuk, ook omdat ik het met de schrijfster eens ben. Ik vind de balans tussen artikelen over wetenschap en stukken die meer over het dagelijks leven gaan goed, al denk ik dat mijn omgeving vooral de laatste soort stukken leest. Zo’n interview met de nieuwe collegevoorzitter lees ik niet. Dat is misschien heel oppervlakkig van me, maar het trekt me totaal niet, en ik weet dat ik daarin niet de enige ben. Nieuws over de HvA, zoals met die vermeende diplomafraude, volg ik wel via Nu.nl of kranten, niet door een blad van de school zelf te lezen.’ yyy tekst en foto Bob van Toor
volgende week Baden in luxe
Niet vergeten!
Studenten van nu bijten allesbehalve op een houtje.
Door middel van geheugentraining kun je de volgorde van een geschud pak kaarten onthouden. Maar hebben studenten er ook iets aan?
Wie is de Nederlander?
Liefde aan UvA-HvA
Emeritus hoogleraar en volkscultuurkenner Herman Pleij over de Nederlandse mentaliteit.
Hoogleraren en docenten zijn net mensen, ook zij houden zich bezig met de liefde. Sommigen schreven er zelfs een boek over.
mail het naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
51
RESEARCH BATTLE HET BESTE ONDERZOEK VAN DE HVA 7 DOmEiNEN 7 ONDERZOEKERS 1 wiNNAAR
fiNALE 13 mAART, 19.00 uuR KOHNSTAmmHuiS (Bij fLOOR), wiBAuTSTRAAT 2-4 HOOfDpRijS € 2.000,- REiSCHEquE puBLiEKSpRijS ipAD pRESENTATiE pAuL VAN DE wATER (fOLiA) juRy jET BuSSEmAKER, mARCELLE pEETERS, LOuiS TAVECCHiO, wijNAND DuyVENDAK, pAuL VAN DE wATER KijK VOOR mEER iNfORmATiE Op www.HVA.NL/RESEARCH-BATTLE CREATiNG TOmORROw