Folia Magazine #25

Page 1

FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA

nr. 25 21/03/2012

Burn-out Een studie is stressvol Pizzatest Elf pizza’s, één winnaar Research Battle Soepel zijn doet pijn

De best wel aardige maar verder niet bijster interessante filosoof Rob Wijnberg


(advertentie)

Damien Jurado Maraqopa

SHARON VAN ETTEN TRAMP


F A T H E R

C R E E P E R


inhoud #25 Een beeld van Rob Wijnberg 10

We zien wat de media ons laten zien, en dát is wat Rob Wijnberg wil laten zien. ‘Niets is van grotere invloed op hoe wij de wereld zien dan beeldvorming in de media.’

Soepele spieren, psychische klachten 22

Fysiotherapeut Janneke de Vries won de HvA Research Battle met haar onderzoek naar het hypermobiliteitssyndroom.

De schijf van deeg 28

Welke pizzeria maakt de beste pizza Margherita van Amsterdam?

Getekend door Merian 36

Maria Sybilla Merian reisde in de 17e eeuw naar Suriname om insecten, planten en dieren te tekenen. Noortje de Groot reconstrueert haar levensverhaal.

Maak kennis met Astrid de Jager 40

De voorzitter van de centrale medezeggenschapsraad van de HvA wil de boel bij elkaar houden. Maar ze stemt CDA.

en verder uitgelicht 6-7 de week/het moment/navraag 8-9 passie 17 opinie 18-20 Asis Aynan 19 Emma Curvers 20 brieven/promoties 21 adviesdienst 25 objectief 26-27 drift 35 op de tong 43 lezingenladder 44 overigens 45 prikbord 46-47 wasdom 48-49 stage 49 toehoorders 50 de lezer/deining 51

4

FoliaMagazine


redactioneel 10 FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA

nr. 19 01/02/2012

FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA

FoliaMagazine

nr. 24 29/02/2012

weekblad voor HvA en UvA

nr. 25 21/03/2012

Burn-out Een studie is stressvol

Mooi zijn is ook werk

Pizzatest Elf pizza’s, één winnaar Research Battle Soepel zijn doet pijn

22

Veilig vrijen? Het is je eigen za(a)k

De best wel aardige maar verder niet bijster interessante filosoof Rob Wijnberg

Mediamaatjes Waarom je altijd Robbert Dijkgraaf ziet in DWDD Dure vergissing Onverwacht elfduizend euro collegegeld

Masterscriptie Gifschandaal leidde tot journalistiek hanengevecht

Noodlanding De vloek van het college op vrijdagochtend

Amsterdam 2028 Collegereeks voor voor- én tegenstanders van de Spelen

Tobie Goedewaagen Een NSB’er die voor de kunst opkwam

FOL_1211.indd 1

12-03-12 19:12

Covers

28

36

‘Mooie cover,’ zei een student afgelopen maandag toen ze langskwam op de redactie. Aan het eind van elke maandag hangt het complete nummer aan een muur van de productieruimte om de laatste correcties door te voeren alvorens het blad naar de drukker gaat. De cover is een van de meestbesproken onderwerpen bij de totstandkoming van elk Folia Magazine. Vaak wordt het onderwerp weken van tevoren bedacht en van elke cover worden er verschillende versies gemaakt. Zo hadden we van het covermodel van vorige week, Giselle Barbosa, ook opties met een portretfoto en een close-up in badpak. De cover van een paar weken geleden waarop een volle condoom om ons logo was geknoopt viel minder in de smaak, hoewel ik zelf vond dat hij origineel was en paste bij het onderwerp. Deze week is Rob Wijnberg ons covermodel en in verschillende opzichten is de cover wat mij betreft geslaagd. Eerst de persoon zelf. Wijnberg is schrijver en bovenal hoofdredacteur van nrc.next. Daardoor is zijn ‘kop’ vrij bekend en een voorkant met een min of meer bekende Nederlander zorgt ervoor dat het blad beter wordt meegenomen. Daarnaast is het beeld een tikje verwarrend hetgeen ook altijd goed werkt; je moet twee keer kijken om te zien wat er nu precies op staat. Rob Wijnberg geeft volgende week tijdens de onderwijsconferentie een workshop en verzorgt ook de Kohnstamm­ lezing, waarmee hij onderdeel is van twee belangrijke evenementen van HvA en UvA. Tot slot is het altijd goed dat de persoon op de cover een band heeft met een van beide onderwijsinstellingen en Wijnberg studeerde filosofie aan de UvA. Mocht u benieuwd zijn naar de andere opties; bijna iedere maandag zet ik de alternatieve covers op twitter. Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl, @jimfjansen (twitter)

48

FoliaMagazine

5


‘Hallo, met de Kindertelefoon’ 2. 1.

3.

2. Student toegepaste psychologie Pim le Febre (21) loopt bij de Kindertelefoon stage op de trainingsafdeling. Naast het begeleiden van trainingen was hij ook betrokken bij het selectieweekend voor nieuwe vrijwilligers. Daarin krijgen ze een eerste indruk van iemands kwaliteiten. ‘Belangrijk is vooral dat je meelevend bent en het kind centraal stelt, maar wel steeds de regie houdt over het gesprek.’

1. Studente culturele antropologie Irene Beydals (21) meldde zich in september in een opwelling als vrijwilliger aan. Sinds december zit ze wekelijks een paar uur aan de telefoon. ‘De verhalen van kinderen die op school gepest worden vind ik het naarst. Die kun je ook niet echt advies geven, want ze doen er vaak al alles aan. Fijn is dat je na zo’n heftig gesprek altijd even kunt praten met een collega. Je steunt elkaar heel erg.’

6

FoliaMagazine

3. De bij haar studie opvoedingsondersteuning geleerde stof komt goed van pas bij het werk voor de Kindertelefoon, denkt Julia Kranen (23). ‘Bijvoorbeeld gespreksvaardigheden, maar ook theorie over de belevingswereld van kinderen.’ Mooi vindt ze vooral de eerlijkheid van de kinderen. ‘Ze spelen nooit toneel. Als ze zich niet geholpen voelen zeggen ze dat ook gewoon meteen.’


Pesten, mishandeling, een dode cavia of gewoon op zoek naar iemand om even mee te kletsen. Sinds 1979 biedt de Kindertelefoon een luisterend oor voor kinderen met allerlei problemen. Onder de vrijwilligers zijn een hoop studenten, die voordat ze aan de slag gaan een intensieve training krijgen. Vooral het samenvatten van het probleem en het samen met het kind bedenken van een plan van aanpak staan daarin centraal. Ook wordt bijvoorbeeld geoefend in het zonder stotteren bespreken van seks. tekst Clara van de Wiel / foto Danny Schwarz

4.

5.

4. Via een stage voor haar opleiding pedagogische wetenschappen belandde Anna Dekker (23) in september 2010 bij de Kindertelefoon. Ze werkt er nog steeds met veel plezier. ‘Ik vind het supermooi dat die kinderen het lef hebben bij een wildvreemde met hun verhaal aan te kloppen. En als ik ze dan vervolgens weer een beetje op weg heb geholpen, merk je echt dat ze opgelucht zijn.’

5. Suzanne Bauman (31) werkt naast haar studie pedagogische wetenschappen 32 uur per week als coördinator, waardoor ze onder meer nieuwe vrijwilligers traint. ‘Het voor je houden van je eigen mening en het stimuleren van kinderen om juist zelf iets te bedenken, blijkt in de praktijk voor nieuwe vrijwilligers vaak lastig.’ De kindertelefoon staat volgens haar altijd open voor nieuwe medewerkers. ‘Als je affiniteit hebt met kinderen ben je bij ons altijd welkom. Het kost je zo’n vier tot tien uur per week.’

FoliaMagazine

7


de week Halbe liet buitenlandse studenten harder werken en de Acta was commercieel lekker op dreef.

B

uitenlanders, naar volk is het toch. Ze eten je de kaas van het brood waar je bij zit. Polen pikken onze banen in, niet-westerse allochtonen trekken de uitkeringskas leeg. En nu blijken buitenlandse studenten massaal studiefinanciering te potverteren. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat studenten hiernaartoe komen omdat ze denken dat ze een ‘mooi financieel arrangement’ kunnen krijgen, aldus staatssecretaris Zijlstra in het NOS Journaal. Gelukkig komt de doortastende Fries met een maatregel die het tij gaat keren. Moeten buitenlandse studenten nu nog acht uur per week werken om de volledige stufi te kunnen incasseren, vanaf september wordt dat veertien uur. De Vereniging van Nederlandse Universiteiten noemde het plan ‘bizar’. Zijlstra blijkt namelijk een paar kleine denkfoutjes gemaakt te hebben. Want was het niet dezelfde staatssecretaris die wilde dat studenten zo snel mogelijk afstuderen? En is niet aangetoond dat werken naast je studie het afstuderen juist vertraagt? Dan kosten buitenlandse studenten dus nóg meer geld en duurt het ook nog eens lánger voordat ze weer zijn opgehoepeld. Ten tweede lijkt het onwaarschijnlijk dat buitenlandse studenten hiernaartoe komen omdat het zo lekker billig is. Studeren in Duitsland, België en de Scandinavische landen is namelijk gratis of veel goedkoper. Waarom die buitenlandse uitvreters hier dan wel naartoe komen? De uitmuntende kwaliteit van het onderwijs kan het niet zijn. Deze week kwam de Onderwijsinspectie met het nieuws dat het afstudeerniveau van een aantal hbo-opleidingen onvoldoende is. Van de 395 dossiers die vorig jaar bekeken zijn, waren er volgens de inspectie 105 onder de maat. Het nieuws viel niet echt rauw op ons dak. De volgende krantenkop: ‘Kwaliteit van hbo-opleiding uitmuntend’ zou inmiddels meer opzien baren.

8

FoliaMagazine

Het uit glas opgetrokken Acta inspireerde directeur bedrijfsvoering en zorg, Alice Stäbler, tot de volgende woordgrap: ‘We zijn oogverblindend transparant.’ Ze sprak deze koddige woorden tijdens de presentatie van het actieplan ‘Samen naar kwaliteit en duidelijkheid.’ Donderdag 15 maart verwelkomde Acta de 150.000e patiënt.

Gelukkig hebben ze bij het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (Acta) net een actieplan ontwikkeld om de kwaliteit aldaar te verbeteren. Dat gebeurt onder de leus ‘Samen naar kwaliteit en duidelijkheid.’ Op die pakkende frase heeft een team van communicatiemedewerkers vast flink zitten broeden. Wellicht waren ze toen zo lekker op dreef dat ze direct de term easy markit-systeem bedachten. Een term die kundig verhult wat het inhoudt. Namelijk dat patiënten vlak voor hun afspraak een herinnerings-sms krijgen. Andere aangekondigde maatregelen: de kantine wordt een bedrijfsrestaurant met een verrijdbare bar, er komen

planten en foto’s aan de muur en mooie hoge én lage stoeltjes, in de hal komt een koffiebar met iPad-stations en leestafels. Misschien is de sfeervolle inrichting van onze onderwijsinstellingen wel de reden dat buitenlandse studenten hier zo graag naartoe komen? yyy Eva Rooijers 19 maart 2012

tweet van de week @ChristaRomp Christa Romp Vrolijke maandagochtend @ #hva. Mijn collega’s zingen in koor “Het is altijd lente in de ogen van de marketingdocenten...!” https://twitter.com/#!/ChristaRomp/


foto Bob Bronshoff Kunst- en vliegwerk, afgelopen donderdag in Crea. Onder toeziend oog van rector magnificus Dymph van den Boom vond daar de officiële openingsceremonie van de nieuwe locatie plaats. Vanaf een hoogwerker knipte zij daartoe een lint door, waarna het echte feest kon beginnen. Naast talloze optredens van Crea-acts door het hele pand werd ook het publiek uitgedaagd een kunstje te vertonen in de nineties-karaoke. Crea verhuisde begin dit jaar van het Binnengasthuis naar een nieuw gebouw op het Roeterseiland. yyy Clara van de Wiel

navraag Eline Peters Een cursus Zweeds, een fietstocht naar Den Haag en een masterclass over masters. Met speelse acties wil studentenbond Asva deze week studenten aansporen tot protest. De hervormingen die het kabinet wil doorvoeren zijn bespottelijk, vindt Asva-voorzitter Eline Peters.

Een cursus Zweeds? ‘Nederland zou een voorbeeld aan Zweden moeten nemen. Studeren kost er niets en de onderwijskwaliteit is er hoger. Studeren wordt in Nederland straks onbetaalbaar. Nu wil Halbe Zijlstra weer het ov-reisrecht inperken. Uit protest fietsen we woensdag van Amsterdam naar Den Haag.’ Wat willen jullie met al die speelse acties bereiken? ‘We willen laten zien dat studenten zich zorgen maken over de kwaliteit van hun onderwijs. We hopen daarom dat iedereen vrijdag naar de Dam zal komen. Vanwege alle bezuinigingen noemen we het een zwarte dag. We staan stil bij alle kansen en dromen die we als studenten

hebben gehad en nu niet meer kunnen verwezenlijken.’

Waar protesteren jullie tegen? ‘Tegen de opeenstapeling van maatregelen. Er wordt maar bezuinigd en bezuinigd, maar wat krijgen we ervoor terug? Op de UvA neemt het aantal studenten al jaren toe. Docenten zijn er niet bijgekomen. De colleges zijn veel groter geworden en daar moeten we wel meer voor betalen. Er wordt helemaal niet nagedacht over de kwaliteit van het onderwijs.’ Maar veel maatregelen, zoals de langstudeerdersboete, zijn al ingevoerd. ‘De afschaffing van de studiefinanciering in de masterfase is nog niet door de Kamer. Ook over

het inkorten van het ov-reisrecht moet nog een besluit worden genomen. Weer zo’n maatregel waar niet goed over is nagedacht. Juist in de masterfase moeten studenten vaak veel reizen voor onderzoek of stage. Ik vind het zeer kwalijk dat studenten andere keuzes moeten maken vanwege die financiële maatregelen.’

Is dat een verwachting of hoor je dat ook echt? ‘We hebben studenten net weer een week voorgelicht over alle maatregelen. Dan hoor je echt dat studenten zeggen: dan maar geen schakeljaar en master. Ik kan dat niet betalen. Dat vind ik heel erg.’ yyy Jeff Pinkster

FoliaMagazine

9


‘Ik wil die pr-machines blootleggen’ Nrc.next-hoofdredacteur, columnist, zelfverklaard spreekbuis van zijn generatie, en volgens de cover van een van zijn boeken zelfs ‘de jonge god van de filosofie’: Rob Wijnberg heeft over zijn imago weinig te klagen. Maar hij beseft als geen ander dat dat slechts beeldvorming is. ‘Je gaat er niet op zetten: de best wel aardige maar verder niet bijster interessante filosoof Rob Wijnberg.’ tekst Eva Rooijers / foto’s Martijn van de Griendt

10

FoliaMagazine


‘K

ijk hier staat het.’ Rob Wijnberg bladert naar pagina 20 van de nrc.next en leest voor: ‘Linda de Mol stelt af en toe een snackgerelateerde vraag aan de kandidaten.’ De presentatrice van het programma Ik hou van Holland lacht ons toe in een Cora van Mora tenue. Het artikel doet uit de doeken hoe snackfabrikant Mora het populaire spelprogramma sponsort in ruil voor quizvragen over bitterballen en kroketten. ‘De pr-industrie is zo’n sterk ontwikkelde sector geworden. Ze komen steeds met dit soort nieuwe overtuigingsmethodes. Dat moet je kritisch verslaan,’ zegt Wijnberg fel.

Jongeren ontlenen hun identiteit tegenwoordig voor een groot deel aan merken. Kijk alleen maar naar de enorme populariteit van Apple. Je bent het merk dat je draagt of gebruikt. Bij gebrek aan religieuze voorbeelden is dat onze religie geworden.’

‘In de krant staat niet wat belangrijk is, maar wat wij belangrijk vinden’

Ben je je eigenlijk bewust van het beeld dat bestaat van jou zelf? Stellig: ‘Nee. Heel slecht.’

Rob Wijnberg (29) lijkt het tot zijn persoonlijke missie gemaakt te hebben om dit soort vormen van pr en beeldvorming bloot te leggen. Dat doet hij gewapend met een filosofische bril en een team van enthousiaste redacteuren. Ook de Kohnstammlezing die hij 30 maart zal houden gaat over mediawijsheid in tijden van beeldvorming. ‘Niets is tegenwoordig van grotere invloed op hoe wij de wereld, de maatschappij en onszelf zien dan beeldvorming in de media.’ Hij somt wat voorbeelden op: ‘De partij die de meeste media-aandacht krijgt staat bijna altijd bovenaan in de peilingen, hoe groter het reclamebudget, hoe meer stemmen een partij krijgt.

Volgens Wijnberg moet daar meer aandacht voor komen in het onderwijs. ‘Als je leerlingen nu maatschappijleer geeft, ontkom je er niet aan de mediacratie te behandelen. We denken dat de generatie-Einstein, die is opgegroeid met internet, zich heel bewust is van de invloed van beeldvorming, maar volgens mij valt dat tegen.’

De jonge god van de filosofie bijvoorbeeld. Wijnberg kijkt me licht spottend aan. Dat staat op de achterkant van een van je boeken. ‘Dat schrijft Vrij Nederland en dan plakt de uitgever het achter op het boek.’ Dat zet je niet zelf op je boek? ‘Nee, ben je belazerd. Dat zou ik echt nooit doen.’ Maar het lijkt me geen vervelend beeld toch? ‘Nee, daarom plakken ze het er ook op.’ Maar klopt het beeld? ‘Jonge god van de filosofie? Sowieso staat god niet echt heel goed in verhouding tot de filosofie.’ Het is wel een aansprekend plaatje. ‘Je ontkomt er in zekere zin ook niet aan. Nietzsche zei: “Dingen benoemen is het gelijkstellen aan elkaar van het ongelijke.” We noemen elke boom “boom”, maar geen enkele boom is hetzelfde. Je kan niet elke boom en elke tak en elk blaadje een aparte naam geven. Dus je moet op een gegeven moment generaliseren, hokjes maken. Dat gebeurt bij alles. In dit geval ook. Als je op de achterkant van het boek een

FoliaMagazine

11


totaal karakterprofiel wil geven van alle facetten die ik in mij draag, net zoals elk mens duizend facetten heeft, dan moet je er een boek achteraan plakken.’ Maar dit is wel een heel duidelijke keuze. ‘Ja, dat is natuurlijk commercieel ingegeven. Je gaat er niet op zetten: de best wel aardige maar verder niet bijster interessante filosoof Rob Wijnberg. Alhoewel ik dat wel heel erg komisch zou vinden.’ Dan valt het kwartje. ‘O, ik begrijp wat je bedoelt, dat is beeldvorming over mij. Dat is commercieel ingegeven beeldvorming.’ Ja precies. Lachend: ‘Overigens, ga naar GeenStijl en je vindt het omgekeerde. “Hoofdredacteur van de D66-bode heeft weer een filosofisch keuteltje gelaten over hoe ingewikkeld de maatschappij wel niet is en hier de samenvatting in één zin want wij hebben toch geen tijd om dit allemaal te lezen.”’ Maar je bent zelf helemaal niet bewust bezig met het beeld dat van je bestaat? ‘Nee, nee, nee. Voor wie is dat interessant? Laat ik het zo zeggen: ik ben er niet journalistiek mee bezig.’ Je bent niet een imago aan het opbouwen? ‘Ik heb het gewoon te druk met het maken van een krant om daar ook maar een moment bij stil te staan. Dat hangt ook samen met een soort weerzin tegen beeldvorming en de behoefte om dat de hele tijd te deconstrueren, om die prmachines bloot te leggen. Stel dat ik dan heel erg bezig zou zijn met hoe ik mezelf pr, als het ware. Dat zou voor mij erg ongemakkelijk voelen.’ Wijnberg deconstrueert die beeldvorming bijvoorbeeld als volgt: ‘Weet je nog dat Bos een draaier werd genoemd tijdens de verkiezingen?’ Ja, dat was de strategie van Balkenende. ‘Weet je ook nog op welk punt hij draaide?’

12

FoliaMagazine

Na lang nadenken: de AOW-leeftijd? ‘Ja, gok maar wat. Je bent niet de enige, hoor. Ik heb al in tien zalen gestaan en deze vraag gesteld. Iedereen herinnert zich de opmerking over het draaien. Maar niemand weet nog waarover het ging. Niemand. Ja, in Eindhoven was er laatst iemand die het nog wist. Het ging namelijk over de ouderenbelasting. Totaal triviaal. Maar de impact van die beschuldiging was enorm. Het heeft Bos nog jaren achtervolgd. Ook omdat die zin, “U draait”, de kop werd in de krant. Iedereen weet wel dat dit een retorische strijd is, maar mensen weten niet hoe zo’n strategie tot stand komt. Omdat de journalistiek dat helemaal niet beschrijft.’

‘Mensen hebben geen duidelijke definitie meer van wat waarheid is’ Maar er wordt ondertussen toch best veel over spindoctors in de politiek geschreven? Jack de Vries kreeg destijds heel veel aandacht omdat hij zo’n goede spinner was. ‘Ja, hij kreeg aandacht als de spinner. Maar weet jij hoe dit bedacht is? Dat is nooit in de media uitgelegd.’ Ik kan me voorstellen dat er een team bij elkaar komt dat hard na gaat denken over hoe ze het de tegenpartij zo moeilijk mogelijk gaan maken. ‘Daar gaan hele marktonderzoeken aan vooraf. Politieke partijen hebben focusgroepen van doorsneekiezers. Het CDA ook. Die hebben ze gevraagd om een cijfer te geven aan de karaktereigenschappen van de lijsttrekkers. Balkenende scoorde op alles lager dan Bos, behalve op betrouwbaarheid. Daar kwam dus uit dat ze vol moesten inzetten op de onbetrouwbaarheid van Bos. Hoe doe je dat? Door te laten zien dat hij zijn mening verandert. Maakt niet uit waarover. Het doet er ook niet toe waarom. Zo’n strategie wordt vervolgens gebruikt in het debat en ieder-

een gaat daar in de media over praten. Een paar journalisten zoeken misschien nog uit of hij wel gedraaid is, maar de meesten schrijven over hoe terecht of schandalig zo’n opmerking is. Dan gaat zo’n verhaal een eigen leven leiden.’ Wijnberg vindt dat een medium expliciet in de verslaggeving moet betrekken hoe zo’n beeld van een draaiende Bos tot stand komt. ‘Je moet de beeldvorming zelf deconstrueren. Anders versla je de gebeurtenissen alsof dat niet plaatsvindt.’ Mensen zijn ondertussen toch wel een stuk sceptischer en wantrouwende geworden? We vertrouwen zelfs de wetenschapper niet meer tegenwoordig. ‘Mensen hebben geen duidelijke definitie meer van wat waarheid is. Die wordt niet meer opgelegd, zoals vroeger. Daarom word je in algemene zin sceptischer. Dat is een probleem voor instituties die op waarheid drijven, zoals de journalistiek, rechterlijke macht en de politiek. Daar zie je dat ze ermee worstelen. Ik weet niet of je Richard Rorty kent, een invloedrijke postmoderne denker. Hij heeft een boek geschreven: Contingentie, ironie en solidariteit. Die drie trappen vatten heel zijn denken samen. Contingentie wil zeggen dat er niet één waarheid is. Het hangt er maar net van af hoe je het bekijkt. Ironie: je bent je daar ook van bewust. Je kunt je niet meer committeren aan een absoluut idee van wat waar en goed is. Toch wil je solidariteit bereiken, een gezamenlijk doel hebben. Dat is uiteindelijk wat een mensenleven de moeite waard maakt. Hoe doe je dat? Hoe kweek je dat saamhorigheidsgevoel zonder waarheid? Rorty zoekt dat in verbeelding, in het vertellen van verhalen, allemaal in hun eigen taal. Dat is ook wat ik in de krant probeer te doen. Het ene artikel heeft een objectief wetenschappelijk taal, de voorpagina heeft een subjectief persoonlijke taal. In de krant staat niet wat belangrijk is, maar wat wij belangrijk vinden. Dat benoemen we ook expliciet. Onze nieuwskeuzes zijn voor een groot deel gebaseerd op hoe overtuigend een redacteur een


verhaal kan pitchen. Alles kan dan nieuws zijn. Zelfs de groeiende mierenhoop in Nederland, om maar iets absurds te noemen. Zolang een redacteur maar met overtuigende argumenten komt waarom dat belangrijk is.’ Dat de krant doordesemend is van stap twee in Rorty’s gedachtegoed – er is niet één waarheid – mag duidelijk zijn. Maar Wijnberg klinkt zelf zo gedreven als hij over het maken van nrc.next vertelt dat de vraag rijst of er op persoonlijk vlak nog wel ruimte is voor ironie. ‘Ik waak er extreem voor dat ik heilig overtuigd raak van mijn eigen idee. Rorty heeft mij een eyeopener gegeven. Het oude Griekse idee van onderzoek was dat je op een bepaald moment tot rust komt, omdat je je doel bereikt hebt. Volgens de nieuwe pragmatische, postmoderne kijk van Rorty is het zo dat je geen idee hebt wat het doel is. Alles kan het doel zijn. Het proces zelf is meer dan genoeg om een waardevol leven te leiden. Ik

doe wat iedereen doet, maar met een soort ironie in mijn achterhoofd dat het niet tot een conclusie hoeft te komen. Ik denk dat heel veel mensen dat gevoel hebben. Maar in mijn ogen verbinden ze daar de verkeerde conclusie aan: dat niets ertoe doet. Daarom worden mensen zenuwachtig en

‘Ik ben niet ideologisch gemotiveerd in wat dan ook’ gaan ze twijfelen: doe ik wel het goede? Daar kom je niet achter. Die vraag moet je ook niet stellen, je moet gewoon doen. En je niet afvragen of er in the greater scheme of life een doel is.’ In een interview in Vrij Nederland zei je dat je bang bent om vergeten te worden. Dat je herinnerd wilt worden als een groot filosoof, een -isme zoals platonis-

me. Dat is toch wel een enorm doel. ‘Dat soort uitspraken doe ik ook omdat mensen, net zoals jij nu, altijd maar blijven doorvragen: waarom? Wat is nu uiteindelijk het doel? Dan kom je met dat soort antwoorden.’ Maar denk je er zelf nooit over na? Is het alleen omdat het je gevraagd wordt? ‘Het motiveert mij in het dagelijks leven heel weinig.’ Het is niet zo dat je ’s avonds gaat slapen en denkt: zo, ik ben weer een stapje dichter bij mijn doel? ‘Nee. Ik ben niet ideologisch gemotiveerd in wat dan ook.’ Waarvoor doe je het dan wel? Of voor wie? ‘Je doet het voor jezelf, voor degenen die trots op je kunnen zijn, voor de lezer. Ik haal heel veel genoegdoening uit iemand die mij mailt: ik

FoliaMagazine

13


(advertentie)

Amsterdams Wetenschappelijk Symposium over Mens en Informatietechnologie

AWESOME IT the future edition

13 APRIL 2012 · € 7,50 CASA 400 · AMSTERDAM WWW.AWESOMEIT.NL

via

Met o.a. Cybernetics Augmented Reality Interactive Advertising Autonomous Cars


Kohnstammlezing Rob Wijnberg houdt op vrijdag 30 maart om 15.00 uur in de aula van de UvA de dertiende Kohnstammlezing. De lezingenreeks is geïnspireerd door het werk van Philip Kohnstamm, de grondlegger van de wetenschappelijke pedagogiek in Nederland. De voordracht bevindt zich altijd op het snijvlak van het maatschappelijk debat, het wetenschappelijk onderzoek en de praktijk van onderwijs en opvoeding. Onder anderen universiteitshoogleraar duurzame ontwikkeling in internationaal perspectief Louise Fresco en oud-minister Pieter Winsemius gingen Wijnberg voor. De lezing wordt georganiseerd door het Samenwerkingsverband Onderwijs en Opvoeding Amsterdam.

Ik denk dat je op die manier ook meer kans maakt om niet vergeten te worden. Hij lacht. ‘Ja, dat denk ik ook. Als ik een massamoord pleeg of zo. Dat doen sommigen ook, zoals Breivik, die door een soort megalomanie werd gedreven. Dus als het me niet gelukt is, kan ik altijd nog om me heen gaan schieten.’ Om serieus te vervolgen: ‘Het heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat ik niet geloof

‘De enige manier om voort te leven is in de herinnering van mensen’ in het hiernamaals en onsterfelijkheid. Als ik omval dan is het klaar. Dus de enige manier om voort te leven is in de herinnering van mensen.’ Maar waarom moeten het er zo veel zijn? ‘Hoe meer mensen het zijn, hoe langer het duurt natuurlijk.’ yyy Donderdag 29 maart geeft Rob Wijnberg op de Onderwijsconferentie van de HvA een masterclass over de vrijheid van meningsuiting. Zie hva. nl/onderwijsconferentie.

CV Rob Wijnberg heb je stukje gelezen en vond het heel grappig. Of ik heb er iets van geleerd. Dat zijn kleine beloningen die ik meer dan genoeg vind. De krant is voor mij een succes als hij tachtigduizend of honderdduizend zeer tevreden lezers heeft en dat hij honderd mensen per jaar beweegt om iets te doen, maakt niet uit wat, dat hun of andermans leven verrijkt. En als je dan doorvraagt waar het uiteindelijk toe moet leiden, dan lijkt

het me heel leuk dat de optelsom van al die stapjes zo betekenisvol is geweest voor mensen dat ik er uiteindelijk ook nog een klein stipje mee in de tijd heb gezet. Want als je erover nadenkt zijn er in de geschiedenis van de mensheid maar een paar figuren die we ons nog herinneren. Plato, Mozart, Napoleon, Hitler. Ja, ook een hoop om de verkeerde redenen natuurlijk. De meesten eigenlijk.’

1982 geboren in Winschoten 2004-2007 studie filosofie aan de UvA 2001-2006 column in De Telegraaf 2007 Boeiuh. Het stille protest van de jeugd 2007 - heden column nrc.next 2009 Nietzsche en Kant lezen de krant 2010 - heden hoofdredacteur nrc.next 2010 Dus ik ben, samen met Stine Jensen 2010 En mijn tafelheer is Plato. Een filosofische kijk op de actualiteit

FoliaMagazine

15


(advertentie)

ROADTRIPS & RONDREIZEN

USA

Trek deze zomer met je vrienden door Amerika! AL TE HUUR

HUUR EEN CAMPERVAN

VANAF 21 JAAR!

EEN AUTO, KLEINER VAN BUITEN DE VS, GROTER DAN POPULAIR BIJ BACKPACKERS N EN STAAN WAAR JE N SLAAPPLEK BIJ JE, DUS GAA DAN EEN MOTORHOME. JE EIGE EPERKT AANTAL KM’S. EXTRA BESTUURDER EN ONB WILT! INCLUSIEF GPS, GRATIS

F ALLE VERZEKERINGEN

VANAF 90 EURO / DAG INCLUSIE

RONDREIZEN MET 40% KORTING

, BOEK DAN EEN NIG TIJD EN WIL JE VEEL ZIEN REIS JE ALLEEN OF HEB JE WEI ALE GROEPSREIZEN . DIT ZIJN KLEINE, INTERNATION ADVENTURE TOUR IN AMERIKA OM UIT TE KIEZEN! BEN MEER DAN 100 RONDREIZEN VOOR 18-35 JARIGEN. WE HEB

NU 40 TOURS MET 40% KORTING

/ BOEK VÓÓR 31 MAART

STUDENTENTICKETS

LOPEN OF VOOR EEN 26 EN GA JE WERKEN, STAGE BEN JE STUDENT OF ONDER DE ET BIJ KILROY. DEZE , BOEK DAN EEN STUDENTENTICK LANGERE TIJD NAAR AMERIKA EEN JAAR GELDIG! FLEXIBELE VLIEGTICKETS ZIJN

LES / LAS VEGAS

NEW YORK / MIAMI / LOS ANGE

KILROY travels Singel 413, Amsterdam Centrum www.kilroyworld.nl


passie Patrick Watson

‘Toen ik in 2008 naar Pinkpop ging, zag ik Patrick Watson voor het eerst optreden en was ik meteen gegrepen. De muziek is heel meeslepend en melancholisch. Thuisgekomen ontdekte ik dat er maar weinig over ze te vinden was. Toen besloot ik zelf een site te beginnen om nieuwtjes en bijzondere opnames te verzamelen. In het begin kwam daar misschien één keer in de week iemand, maar inmiddels gaat het richting de honderdvijftig unieke bezoekers per dag. Sommige dagen ben ik uren bezig met het updaten. Het is puur liefdeswerk, maar ik heb er inmiddels wel een redelijke band door opgebouwd met de groep. Na hun optreden vorig jaar tijdens Koninginnenacht heb ik de hele nacht met ze in de kroeg gehangen. Dan merk je niet eens dat zij de band zijn en ik de fan, want ze zijn heel open en vragen ook altijd hoe het met mij persoonlijk gaat. Inmiddels heb ik ze al negen keer live gezien. Je merkt echt dat ze het doen omdat ze er plezier in hebben, en niet omdat ze een showtje moeten draaien. Er wordt altijd op los geïmproviseerd; als een van de bandleden met iets begint, sluit de rest daar zo bij aan. Daardoor is geen enkel optreden hetzelfde en dat maakt het leuk om te blijven gaan. Vorig jaar speelden ze alleen in Portugal, dus toen heb ik een goedkope vlucht geboekt en ben ik daar naar twee shows gegaan. In Porto zag ik het mooiste optreden tot nu toe, in een prachtige oude klassieke schouwburg. Ze speelden toen tweeënhalf uur, met drie toegiften. Nadat ze een nieuw nummer speelden vroeg ik vanuit de zaal om de titel. De gitarist riep toen heel verrast: “Hé Chris, wat doe jij hier?” Ze herkennen me meteen. Ik denk dat ik ook wel de enige fan ben die voor ze naar Portugal reist.’ yyy Clara van de Wiel Christiaans website is te vinden op www.patrick-watson.net.

FoliaMagazine

17

foto Fred van Diem

Christiaan Widdershoven (20, student geneeskunde, UvA) beheert al drie jaar zijn eigen fansite over de band Patrick Watson.


opinie

Uitgeverijen verdienen verdediging De tegenstanders van wetenschappelijke uitgeverijen als Elsevier gaan voorbij aan de zwakke punten van de alternatieven, vindt Jan Bergstra. illustratie Marc Kolle

D

e klassieke wetenschappelijke uitgevers liggen al langer onder vuur, maar de kracht van het protest neemt toe. Ruim achtduizend onderzoekers hebben een petitie ondertekend waarin zij aangeven medewerking aan publicatie in tijdschriften van Elsevier te weigeren. Omdat ik van twee Elseviertijdschriften (Science of Computer Programming en Journal of Logic and Algebraic Programming) managing editor ben, verkeer ik al lang in de positie dat ik mijn activiteiten aan mijn collega’s moet verklaren. Wat rechtvaardigt nog het werken van, voor en met private wetenschappelijke uitgevers? Allereerst hun relatief transparante omgang met geld, in vergelijking met de wereld van open access publiceren. ‘Open’ wordt tegenwoordig vaak vereenzelvigd met gratis, maar het is een misverstand dat bij open access geen winstoogmerk zou bestaan. De geldstromen lopen alleen anders – zo moeten auteurs bijvoorbeeld vaak van tevoren betalen voor publicatie in een open­ accesstijdschrift – en ze zijn bovendien vaak volstrekt ontransparant. De doorgaans goede en uniforme vormgeving en productie, de voortdurende modernisering van het productieproces, de goede archivering en de harde garanties voor langdurige toegankelijkheid zijn andere sterke kanten van de wetenschappelijke uitgevers.

18

FoliaMagazine

Ook zijn de uitgevers in staat gebleken de prijs per gedownload artikel blijvend tot een zeer gunstig niveau te verlagen. Dat feit wordt door Elseviers tegenstanders wel erg gemakkelijk afgedaan als irrelevant. Men zegt dat die prijs


Aynan slechts zo laag wordt door aan de sterke tijdschriften veel zwakke toe te voegen en de klanten (universiteitsbibliotheken wereldwijd) te dwingen die minder relevante tijdschriften ook te kopen. In de verklaring van de initiatiefnemers van de petitie tegen Elsevier wordt de suggestie gedaan om in plaats van dit systeem bij voorkeur te werken met de tijdschriften van de society’s (de vakorganisaties per discipline). In mijn vak, de informatica, is zo’n society de ACM, de Association for Computing Machinery. Inderdaad een bijzonder sterke organisatie met vele tienduizenden leden en met prachtige tijdschriften. Ik heb hun

‘De wetenschap mag niet afhankelijk worden van anonieme giften’ Journal of the ACM vijf maal bereikt, dus ik kan ermee werken. Maar de ACM levert geen fractie van de publicatiemogelijkheden die de informatica op dit moment wereldwijd nodig heeft en ik vind het beleid van de ACM uitgesproken elitair en weinig uitnodigend. Zelf wil ik er beslist niet van afhankelijk zijn. Het idee dat men met enkele ACM-achtige organisties voldoende publicatiemogelijkheden kan aanbieden vind ik apert onjuist en onverhuld elitair. Enkele society’s die bepalen hoeveel men kan publiceren, en zelfs wát men kan of mag publiceren; een uiterst onplezierig idee. Het is van groot belang dat wereldwijd zo veel mogelijk onderzoekers als auteur zonder kosten toegang krijgen tot een groot publicatieplatform. Dat is voor mij het primaire argument om mijn medewerking aan de genoemde Elsevier-tijdschriften te blijven leveren. Ik ben wekelijks actief als reviewer of

redacteur voor dergelijke open access digitale tijdschriften, dus zeker geen absoluut tegenstander. Ook maak ik veel gebruik van arXiv, een prachtig online archief voor wetenschappelijke artikelen, waar de UvA inmiddels aan meebetaalt. Van de open­ sourcefaciliteit van arXiv, waarbij ook de data vanwaaruit de finale tekst van een artikel wordt gemaakt vrij beschikbaar worden gesteld, kunnen uitgevers als Elsevier en Springer beslist nog iets leren. Maar bij de openaccessmedia blijven de vragen – wie ervoor betaalt en waarom dat gebeurt en voor hoelang dat nog zal gebeuren – niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Dat geldt ook voor de vraag waar deze electronische data over honderd jaar zullen zijn en wie er dan bij kan of mag. Het gevaar van een openaccesstijdschrift dat bij gebrek aan baten ophoudt te bestaan moet niet worden onderschat. Dat de mensen achter de petitie tegen Elsevier niet van elke uitgever transparantie over kosten en inkomsten vragen is een groot probleem betreffende hun argumentatie. De wetenschap kan en mag niet afhankelijk worden van anonieme giften van onbekende partijen. Elsevier en Springer hebben een rijke historie en hebben grote verdiensten op het vlak van het wetenschappelijk uitgeven. De aanpassing van deze uitgeverijen aan nieuwe technologie, in het bijzonder aan nieuwe businessmodellen, is niet eenvoudig, maar vindt wel degelijk plaats. Voor de garantie op kostenloze publicatie en langdurige toegankelijkheid van artikelen, die uitgeverijen als Elsevier en Springer bieden aan wetenschappers wereldwijd, dragen hun tegenstanders geen overtuigend alternatief aan. yyy Jan Bergstra is hoogleraar informatica en voorzitter van de centrale ondernemingsraad van de UvA.

Verzet Weet u nog wie Rita Verdonk is? Dat was een knurft die het voor elkaar kreeg minister van Integratie te worden. Ook heeft ze Trots Op Nederland opgericht, maar haar grootste prestatie was dat in 2006 620.555 nog grotere stommelingen op haar stemden. De onverklaarbaarheid van de tijdgeest. Toen Verdonk minister was in een van de vier kabinetten van Balkenende bezocht ik een debat waar zij sprak over de integratie van minderheden. Een thema waarover tijdens haar ministerperiode enorm veel discussieavonden zijn georganiseerd. Ook floreerden initiatieven waar men nooit meer iets van heeft vernomen, zoals Islam & Burgerschap. Er was veel publiek op Verdonks optreden afgekomen, omdat haar departement op het punt stond een nieuwe wet uit te voeren, die het mensen uit ‘niet-westerse’ landen moeilijker maakte met iemand uit Nederland te trouwen. Ik begreep waarom de regels werden aangescherpt, maar ik kon het niet eens zijn met het besluit. Ik had destijds vrienden die in de illegaliteit verkeerden. Mijn loyaliteit lag bij hen. Om mijn trouw te bewijzen, wilde ik een daad van verzet plegen tegen de weg die Nederland was ingeslagen. Maar wat moest ik doen? Je hebt als nietig individu geen invloed, maar dat maakte mij niets uit, als ik maar iets deed. Al was het maar een speldenprik in iemands kont. Aan een van mijn kameraden zonder papieren vertelde ik mijn plan en vroeg hem mee. In eerste instantie durfde hij niet, maar uiteindelijk ging hij toch mee naar het debat. De illegaal en ik gingen schuin achter Verdonk zitten. Vanwege de massale aandacht voor Verdonks plannen was er niet alleen veel publiek maar ook een boel pers aanwezig. ’s Avonds keken we met een groep vrienden het achtuurjournaal bij mij thuis. Verdonk lachte in de lens van de camera de natie toe. Achter haar trokken twee opstandelingen vreemde gezichten. yyy Asis Aynan

FoliaMagazine

19


Curvers

opinie

Schoolkrantdag was ideale springplank Het is zonde dat media, informatie & communicatie stopt met de organisatie van de Schoolkrantdag, vindt Gina Miroula.

D

e plek waar jong schrijftalent zich kan ontwikkelen is niet meer. Na vijftien edities stopt de organisatie van de HvA-opleiding media, informatie & communicatie (mic) met het organiseren van de Nationale Schoolkrantdag. Ontzettend zonde: het was de ideale springplank voor journalisten in spe, een podium waar leerlingen hun creativiteit kwijt konden. Ik weet het nog goed; op mijn middelbare school werd iedereen aangespoord een kijkje buiten zijn vakkenpakket te nemen. Wilde je deel uitmaken van een groter geheel, dan ging je bij een schoolclub. Keuzes genoeg, want er was een roeivereniging, een schaakclub, een fotoclub én de schoolkrant. Er is geen twijfel over mogelijk: schrijven voor Halo (Het Amsterdams Lyceïsten Orgaan) was de beste beslissing die ik in zes jaar tijd kon nemen. Eens per maand verzamelde de redactie zich in de woonkamer van onze schoolkrantbegeleider Patrick van den Hanenberg, leraar geschiedenis en tevens theaterrecensent voor de Volkskrant. Ieder nummer werd gekenmerkt door een thema. Zo was er het kerstnummer, de Valentijnseditie, en natuurlijk de krant om mee mee te dingen naar prijzen op de Nationale Schoolkrantdag; het hoogtepunt van ieder jaar. Elke keer stond de vraag centraal: ‘Gaan we winnen?’ In 2007 werd die vraag met ‘ja’ beantwoord. We ontvingen een wisselbokaal en 2500 euro. Bovendien mocht de redactie een editie van het toenmalige blad XS van Cultureel Jongeren Pas-

20

FoliaMagazine

poort (CJP) ontwerpen en uitvoeren. Cabaretier Dolf Jansen en zijn broer Jim, hoofdredacteur van Folia, reikten deze hoofdprijs uit. De euforie was groot. Voor velen van ons is de interesse in het journalistieke vak met de Nationale Schoolkrantdag begonnen. Een dag waar, behalve prijzen, ook workshops werden gegeven. Vormgeving, eindredactie, interviewen en het schrijven van nieuwsberichten zijn hieruit een kleine greep. Het was ook de dag waarop ik leerlingen uit heel Nederland ontmoette met dezelfde interesses. Maar aan alles komt een eind. Zo ook aan de Nationale Schoolkrantdag. Mic heeft zijn vijf afstudeerprofielen ‘tegen het licht moeten houden’ in het kader van ontwikkelingen in het beroepenveld, vermeldt de website van de HvA. Daarbij was het evenement Schoolkrantdag vooral gericht op het maken van papieren kranten. Dit evenement zou ‘minder goed bij de crossmediale ontwikkelingen in het medialandschap en bij de brede mediaopleiding die mic is’ passen. Wellicht komt de opleiding volgend jaar terug met een nieuw evenement dat een betere afspiegeling zal zijn van mic. Spijtig, want voor mij zullen gedrukte media dankzij de Schoolkrantdag altijd de grootste charme houden. yyy Gina Miroula studeert Duits. In 2007 won zij de Schoolkrantdag met Halo (Het Amsterdams Lyceïsten Orgaan), de schoolkrant van het Amsterdams Lyceum.

Lekker stil

Er hoeft maar iemand met een term voor een maatschappelijke ontwikkeling op de proppen te komen of ik begin het verschijnsel in kwestie overal waar te nemen. Zo ben ik in de veronderstelling komen te leven dat we mij tot de flexmensen kunnen rekenen, dat ik lijd onder m’n hyperconnectiviteit, en dat er ergens in Nederland een zorgwekkende fatsoenskloof ligt en ik helaas aan de verkeerde kant woon. Opiniemakers produceren voortdurend neologismen om een verhaal aan op te hangen. De term wordt een gegeven en ineens windt men zich er massaal over op. Ook dáár is natuurlijk een woord voor: ‘stemmingsbesmetting’. Massapsycholoog Jaap van Ginneken introduceert het in Het enthousiasmevirus. Mensen nemen stemmingen ongemerkt van elkaar over. Doen ze altijd, maar door hyperconnectiviteit (heb je ’m!) slaat de stemming in de publieke discussie explosief over. Plotsklaps lijkt iedereen verheugd over een mogelijke Elfstedentocht, het volgende moment verontwaardigd over een politicus en een uur later oververhit over een asociale journalist. Voor je goed en wel toegerust bent er iets zinnigs over te zeggen, is het onderwerp al platgelopen door een horde die met hooivorken in de hand op weg is naar het volgende. Nou ken ik duizend mensen, en mijn duizend mensen op hun beurt duizend mensen. U begrijpt dat ik van stemmingsbesmetting het ergste vrees. Helemaal met onze toenemende hyperconnectiviteit! Gelukkig lopen mijn miljoen verbindingen terug naar een aantal afgelegen schiereilandjes met dezelfde mensen. Wanneer ik zo’n woordje bij niet-schrijvende vrienden aankaart, komt me dat vaak op opgetrokken wenkbrauwen te staan. ‘Fatsoenskloof? Waar heb je het over? Een moraalloze antisemiet? Jij? Hahaha,’ zegt vriendin I., terwijl ze een kopje thee voor me inschenkt. Misschien wonen de meeste mensen gewoon argeloos aan deze of gene zijde van de kloof. Heerlijk. Jammer genoeg besmet hun stilte niet zo lekker. yyy Emma Curvers


brief

promoties dinsdag 27/03 14.00 uur: Domenico Massaro – Economie

Bescheidenheid

Jacob Eikelboom reageert in ‘De hel bestaat niet op de HvA’ op een debat over homoseksualiteit dat door Floor is georganiseerd. Ik lees het betoog van Eikelboom als volgt: hij is tegen de discussie van homoseksualiteit binnen een hogeronderwijsinstelling omdat deze discussie gevoed wordt door religie. Nu lijkt mij een van de redenen voor Floor om dit debat te organiseren de actualiteit van het onderwerp. Ambtenaren die geen homo’s willen trouwen, homo’s die in Amsterdam in elkaar worden geslagen: het geeft stof tot nadenken. En als we nu érgens leren kritisch te denken dan is dat toch in een hogeronderwijsinstelling. Juist daar moet een dergelijk debat gevoerd worden, omdat dan niet alleen met commonsense-argumenten heen en weer wordt gegooid. Hier komen mijn vraagtekens bij de reactie van Eikelboom; waarom vermeed hij debatten en wil hij zich er nu ook niet echt in mengen? Het antwoord zit hem in religie. Dat er mensen zijn die geloven en op basis van hun geloof een mening vormen lijkt Eikelboom ver van de academische wereld te willen houden. Dat geloof en academisch denken moeilijk samengaan, ben ik zeker met Eikelboom eens. Dat is voor mij echter geen sterk argument tegen het voeren van een dergelijke discussie. Wil er emancipatie van

Aanvulling Bij de coverfoto van Folia Magazine #24 ontbrak de naam van de fotograaf:

de religieuze student plaatsvinden, dan moet de student juist zijn religie van thuis meenemen naar het hoger onderwijs. Het gaat er tenslotte om dat men niet langer een achtergestelde positie heeft in de samenleving. Tenzij Eikelboom zijn studenten liever bekeert tot de wetenschap. En daar heeft het hier toch veel van weg. ‘Ja voor vrijheid’ is ook ja voor de vrijheid van een gelovige om zijn mening te laten horen.

weekblad voor HvA en UvA

Mooi zijn is ook werk

nr. 24 29/02/2012

12.00 uur: Wouter Weeda – Psychologie

New Methods for the Analysis of Trial-to-Trial Variability in Neuroimaging Studies (Agnietenkapel)

14.00 uur: Soumitra Roy – Geneeskunde

Diversity of Adenoviruses in Humans and in Non-Human Primates (Agnietenkapel)

donderdag 29/03 10.00 uur: Diederick de Boo – Geneeskunde

Advances in Digital Chest Radiography: Impact on Reader Performance (Agnietenkapel)

Waar het in het debat aan ontbreekt is enige bescheidenheid van beide zijden. We weten het allemaal niet, zeker niet in ethische kwesties, zo is mijn (postmoderne) opvatting. Slechts door een debat te voeren kunnen we tot een common middle ground komen van waaruit we de rechten voor iedereen respecteren en naar deze rechten gaan handelen. We moeten naar elkaar luisteren, met elkaar in dialoog gaan, willen we elkaar begrijpen. Maar dat lijkt me voor een docent communicatie een open deur. yyy

woensdag 28/03

Silke van den Berg, masterstudent opvoedings­ filosofie aan de VU, bijvakker wijsbegeerte aan de UvA en oud-HvA student sph

De redactie verwelkomt ingezonden brieven en Mediamaatjes Waarom je altijd Robbert Dijkgraaf ziet in DWDD

woensdag 28 maart

Waar ik het meeste over val is het argument van Eikelboom dat men ‘de tijd probeert terug te draaien’ en dat men ‘tornt aan geslagen palen’. Slechts door te tornen aan geslagen palen is ooit de homo-emancipatie ontstaan. Het is als burger van een democratie ons recht, misschien wel onze plicht, om te tornen aan geslagen palen. Klakkeloos dingen aannemen omdat ‘het een feit is’, kan geen academisch denken genoemd worden. Verder meen ik bij Eikelboom zelf een ‘gebrek aan historisch besef ’ te bespeuren. Ook de discussies over vrouwenstemrecht waren niet van de ene op de andere dag verdwenen. Progressie gaat niet over een nacht ijs.

Floris Naber.

FoliaMagazine

Bounded Rationality and Heterogeneous Expectations in Macroeconomics (Agnietenkapel)

opiniestukken. We behouden ons het recht voor

Dure vergissing Onverwacht elfduizend euro collegegeld

deze zo nodig in te korten. Vermeld altijd uw naam

Tobie Goedewaagen Een NSB’er die voor de kunst opkwam

en relatie tot de UvA/HvA; anonieme reacties worden niet geplaatst. Mail naar redactie@folia.nl.

12.00 uur: Peter Okuma – Geneeskunde

Improving Drug Regimens and Implementation Strategies for Malaria Prevention in Pregnant Women in Western Kenya (Agnietenkapel)

14.00 uur: Amber ten Hoedt – Geneeskunde

Phenylketonuria: Impact and Implications (Agnietenkapel)

vrijdag 30/03 14.00 uur: Breg Braak – Geneeskunde

How Stress Affects the Digestive Tract. Unravelling the Pathophysiology of Functional Bowel Disorders (Agnietenkapel)

oraties

16.00 uur: Dhr. prof. dr. Marc Benninga, hoogleraar kindergeneeskunde, in het bijzonder kindermaag-, darm- en leverziekten Wetenschap is topsport (Aula)

donderdag 29/03 16.00 uur: Dhr. prof. dr. Kees Koonings, hoogleraar Brazilië-studies Brazilië als paradigma? Ontwikkeling, ongelijkheid en democratie in de ‘B’ van BRICS Voor uitgebreide informatie zie www.uva.nl/agenda.

(advertentie)

OKTOBERFEST MÜNCHEN 22 sep - 7 okt 2012 3 Volle dagen Oktoberfest Reis + Verblijf + Biertafels + Afterparty + Fun!

WWW.OKTOBERFESTREIZEN.NL

FoliaMagazine

21


Zo lenig dat het pijn doet Een soepel en lenig lichaam en toch slappe spieren en psychische klachten. Het hypermobiliteitssyndroom is een raadsel voor de wetenschap. Fysiotherapeut Janneke de Vries doet er onderzoek naar. Met haar presentatie won ze de HvA Research Battle. tekst Jeff Pinkster

E

en danseres ligt met haar benen in de split. Voorovergebogen en ogenschijnlijk ontspannen. Naast haar warmt een dubbelgevouwen collega zich op voor de voorstelling. Soepel en lenig zijn hun lichamen. Maar de een gaat af en toe wel heel makkelijk door haar enkels. En last van haar knieën heeft ze ook. Aan het krakende geluid van haar gewrichten is ze gewend geraakt. Dat ze er soms emotioneel doorheen zit, vind ze wel vervelend. Met angst ligt ze dan in bed, denkend aan de volgende training. Het onderzoek naar hypermobiliteit, een aandoening waarbij een extreem soepel en lenig lichaam leidt tot fysieke en psychologische klachten, werd vorige week uitgeroepen tot beste onderzoek van de HvA. Janneke de Vries, fysiotherapeut van het Domein Gezondheid, versloeg de zes finalisten van de andere domeinen. In een presentatie van vijf minuten maakte ze een vergelijking tussen dansers uit het tv-programma So You Think You Can Dance en hypermobiliteit. De jury was op slag overtuigd van het onderzoek en de waarde voor het

22

FoliaMagazine

onderwijs. Het leverde De Vries een reischeque op ter waarde van tweeduizend euro. The show must go on ‘Mensen die lijden aan het hypermobiliteitssyndroom zijn beperkt in hun functioneren. Ze hebben minder spierkracht, langdurige pijnklachten en vaak ook psychologische klachten. We weten er alleen nog weinig vanaf,’ legt De Vries uit. ‘Daarom zijn we in het onderzoek gaan kijken naar mensen die een schijnbaar

Soepelheid is een aangeboren talent voordeel hebben van hun soepelheid. Danseressen hebben een druk leven, een goede conditie en kunnen mede door hun soepelheid steeds weer presteren op het podium.’ De vraag die het onderzoek moest beantwoorden: waarom kunnen zij wel presteren, terwijl een soortgelijke groep mensen thuis zit met klachten? Soepel bewegen de danseressen zich over het

podium, waarbij sommigen de pijn die ze voelen verbijten. The show must go on. Twintig uur trainen in de week gaat niemand in de koude kleren zitten. Het lichaam zal vast overbelast zijn geraakt van al die trainingsuren. Wat kan het anders zijn? Dat het weleens aan hun soepele ledematen, hun weke delen, zou kunnen liggen is wel heel vergezocht. Soepelheid is een aangeboren talent. Dansopleidingen selecteren op lenigheid. Tien tot vijfentwintig procent van de Nederlandse beroepsbevolking kan hypermobiel worden genoemd. Het syndroom wordt vastgesteld aan de hand van de zogeheten Beighton-test. Daarmee wordt de soepelheid van duim, pink,


foto Marc Driessen Studenten fysiotherapie meten de fysieke en psychologische gesteldheid van dansers van de Hogeschool voor de Kunsten. Onderzoeker Janneke de Vries (l) kijkt toe.

elleboog, knie en rug gemeten. Het bindweefsel van hypermobiele mensen is niet stug, maar elastisch. In de meest ernstige gevallen uit zich dat in gewrichten die uit de kom schieten, slappe spieren, vermoeidheid en psychologische klachten zoals angsten. Vervelend is dat het syndroom nauwelijks nog is te behandelen, simpelweg omdat wetenschappers niet kunnen achterhalen waardoor de klachten precies worden veroorzaakt. Atleet of patiënt De 36 danseressen die deelnamen aan het onderzoek vormden voor De Vries de ideale onderzoeksobjecten. Want hoewel niet gezegd kan

worden dat dansers per definitie hypermobiel zijn, is wel met zekerheid te stellen dat ze beschikken over soepele ledematen en daar grote voordelen van hebben. Een vergelijking met een controlegroep moest inzichtelijk maken welke factoren de fysieke en psychologische klachten veroorzaken. Vijftien weken zijn de dansers en niet-dansers van top tot teen gemeten door wetenschappelijk getrainde studenten fysiotherapie. ‘We hebben gekeken naar fysieke fitheid door onder andere de spierkracht te meten en de maximale loopafstand te meten. Verder hebben we gekeken naar pijn en vermoeidheid en naar angst- en depressieklachten in beide groepen,’ zegt De Vries. Het resultaat is opmerkelijk: de

danseressen die als hypermobiel uit de testen kwamen bleken exact dezelfde klachten te hebben als de hypermobiele niet-dansers. Minder spierkracht, meer vermoeidheid en een slechtere conditie. Hypermobiele danseressen blijken gemiddeld zelfs tweehonderd meter minder ver te kunnen lopen dan hun ‘gezonde’ collega’s. Op de psychologische tests bleken de hypermobiele mensen gevoeliger voor angsten zoals straatvrees en bewegingsangst. De onderzochte danseressen dansen nog altijd, ook al weet tweederde nu dat ze hypermobiel zijn. De klachten die voor niet-dansende hypermobiele mensen zo zwaarwegend zijn dat ze hun functioneren belemmeren, zijn voor

FoliaMagazine

23


Publieksprijs

foto Roger Cremers

Het publiek wees docent Michel Knoppel (foto) van het Domein Economie & Management aan als beste onderzoeker. Knoppel voerde een studie uit naar financieel besmettingsgevaar, een relatief nieuw fenomeen in de economie waarbij problemen uit de ene economie overwaaien naar andere economieën. Het uitgangspunt is de scriptie die hij schreef voor zijn master internationale economie aan de UvA. ‘Daarbij keek ik specifiek naar de crisis op de huizenmarkt, die vanuit Amerika overwaaide naar Nederland,’ zegt Knoppel. ‘Zo’n besmetting doorloopt een hele keten. En dat is in het licht van Griekenland weer helemaal actueel geworden. Het is belangrijk dat studenten dat begrijpen.’ Een eervolle vermelding ging naar bewegingsfysioloog Jan Willem Teunnissen van het Domein Bewegen, Sport & Voeding. Hij nam de groeispurt bij kinderen onder de loep.

Research Battle

In de HvA Research Battle strijden de beste onderzoekers van de hogeschool om de titel onderzoek van het jaar. Elk domein vaardigt een onderzoeker uit na een reeks voorrondes. Tijdens de finale, dit keer in het Kohnstammhuis, presenteren de zeven onderzoekers hun onderzoek in vijf minuten aan een jury en publiek. De jury, voorgezeten door HvA-rector Jet Bussemaker, keek onder meer naar de koppeling tussen wetenschap en onderwijs en de kwaliteit van de presentaties. Het is de derde keer dat de wedstrijd is gehouden. Eerder ging de wedstrijd door het leven als Very Short Introductions.

hypermobiele dansers kennelijk onderdeel van het vak. Het onderzoek heeft volgens De Vries niet duidelijk kunnen maken waarom de ene hypermobiele persoon een atleet wordt, terwijl de andere eindigt als patiënt. Maar een hypothese is er nu wél: atleten hebben wellicht beter geleerd hun motoriek aan te sturen. En die kennis kan volgens de onderzoeker in de toekomst mogelijk

Met dit onderzoek loopt de HvA voorop

foto Roger Cremers

goed worden ingezet. In veel gevallen zijn de behandelmethoden die op het moment worden ingezet namelijk helemaal niet effectief. De een pleit voor krachttraining, de ander voor conditie­training. Wereldwijd loopt de HvA inmiddels voorop met het onderzoek naar hypermobiliteit. Meer kennis leidt tot betere diagnoses en mogelijk zelfs een adequate behandeling. Beetje bij beetje kunnen daardoor steeds meer patiënten geholpen worden. Om meer over het hypermobiliteitssyndroom te weten te komen zal het onderzoek met de dansers de komende jaren worden voortgezet. De Vries hoopt daar bij betrokken te blijven. Maar eerst op reis. ‘Naar een land met veel zon.’ yyy Janneke de Vries

24

FoliaMagazine


de adviesdienst illustratie Pascal Tieman

Spontaan trakteren

I

k heb aan mijn tijd bij een studentenvereniging een hechte groep vriendinnen overgehouden. We eten nog vaak samen, of gaan met z’n drieën of vieren koffiedrinken. De afgelopen jaren is de gewoonte ontstaan dat één iemand aan het eind spontaan de rekening betaalt, met het idee dat het uiteindelijk dan wel uitbalanceert. Dat is sneller dan altijd de rekening verdelen en scheelt een hoop gedoe met wisselgeld. Het afgelopen jaar deed ik dat vaak, omdat ik de enige was die snel een baan vond. Zonder ouderbijdrage en met studieschuld moet ik echter de eindjes aan elkaar knopen, maar als ik probeer dat aan te kaarten als de rekening verschijnt wordt dat weggelachen door mijn vriendinnen, en vier van de vijf keer betaal ik. Wat te doen? Anne (26, junior docent, UvA)

Verkennen Praten over geld blijft lastig, vooral omdat het hevige emoties kan oproepen. Daarom is het in zulke gevallen handig om de uitgaven bij te houden, zodat je bij twijfel altijd iets objectiefs hebt om op terug te vallen. Er bestaan allerlei (gratis) online applicaties hiervoor, zoals billmonk.com, maar je kan ook zelf een excelbestandje maken en dit met elkaar delen via googledocs of dropbox. Dat je het bijhoudt hoeft natuurlijk niet te betekenen dat jullie meteen op iedere cent

alles moeten gaan verrekenen, je kan het ook gebruiken om de grote lijn in de gaten te houden en die paar euro aan het eind van een jaar laten zitten. Sanne Brinkhorst (23, studente logica)

Leuke manier Als je alleen wat krap bij kas bent kun je best af en toe betalen, maar het echte probleem is hier natuurlijk dat jij gewoon te vaak betaalt. Dat moet je aankaarten. Niet door er een heel groot probleem van te

maken. Gewoon op een leuke, grappige manier zeggen. Iets van: hallo, ik ga vandaag niet weer betalen! Anton Post (deeltijd bedrijfskunde, UvA)

Prioriteiten Wat vind je belangrijker? Dat je maandelijks meer geld voor jezelf te besteden hebt, of dat je leuke avonden met je vrienden hebt? Zo gaan die dingen nu eenmaal; later betalen zij vast wel weer eens iets voor jou! Job (23, economie, UvA)

Serieus Ik zou er wel even een serieus gesprek met je vriendinnen over aangaan. Niet op het moment zelf, maar gewoon op een rustig moment van tevoren. Dat je het vervelend vindt om te zeggen, maar dat dit toch niet de bedoeling is van het om beurten betalen. Zij zouden het ook vervelend vinden als zij steeds voor de rekening zouden opdraaien, dat mag je best aankaarten. Michelle Blind (lerarenopleiding Nederlands, HvA)

volgende week: samenwerken? Samen met een van mijn beste vriendinnen volg ik een bepaald vak aan de HvA. Bij dat werkcollege moeten we binnenkort duo’s vormen die samen aan een eindopdracht werken. Mijn vriendin gaat er al helemaal van uit dat wij samen gaan werken. Alleen: eigenlijk wil ik liever niet met haar. Ze is echt een ontzettende chaoot, doet alles op het laatste moment en werkt totaal niet goed samen. Een eerdere keer is me dat ook al heel slecht bevallen. Hoe maak ik haar duidelijk dat ik liever een andere

partner heb voor deze opdracht, zonder dat onze vriendschap onder druk komt? Studente CMV, HvA

Mail je advies voor studente HvA, of een eigen kwestie waarin je geadviseerd wilt worden, aan redactie@folia. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten.

FoliaMagazine

25


26

FoliaMagazine


objectief Hakjesdag Was het nou al rokjesdag, vorige week? Het Parool kopte van wel, maar de bijgevoegde foto van een terras vol mannen in lange broeken overtuigde niet. En daarbij, is een rokje nog wel de beste graadmeter voor de komst van de lente? Met alle respect voor Martin Bril, maar het rokje heeft, nu het steevast met broek of legging wordt gecombineerd, aan zomersheid ingeboet. Nee, het is beter om de ogen nog iets verder omlaag te laten dwalen. Hakkendraagsters hebben hun Uggs met een zucht van verlichting aan de wilgen gehangen en klakken weer vrolijk over de straten. Ze hebben het niet makkelijk gehad: zo tegen december was zelfs het gehakte laarsje niet meer afdoende om de voet warm te houden, laat staan die vintage stiletto. Beenwarmers, zegt u? Die hebben een fijne jarentachtiglook, maar aan een broeierig verwarmde enkel heb je weinig als je tenen uit je pump vriezen. Een voordeel van de strenge winter was dan weer dat een beetje hakkendraagster ook stevig staat op hoge noren. Gelukkig is hakjesdag alweer aangebroken en is geen hak meer te hoog. Onder een broek of, als het startschot eenmaal gegeven is, een rokje. yyy Bob van Toor

foto’s Danny Schwarz

FoliaMagazine

27


Galeria maakt de Een ronde schijf met kaas en veel tomaten. De pizza: wie is er niet dik van geworden? Snel, vet en goedkoop, dus het perfecte studentenmaal. Folia Magazine, terzijde gestaan door een team van negen ervaringsdeskundige studenten, testte elf pizza’s Margherita. tekst Bob van Toor / foto’s Danny Schwarz

N

iemand weet zeker hoe hij ontstaan is, de Pizza Margherita. Maar het verhaal gaat dat de pizza met mozzarella, basilicum en tomatensaus in 1889 werd bedacht door Raffaele Esposito, toen koningin Margaretha van Italië naar zijn stad Napels kwam. Het traditionele beleg, knoflook, vond hij niet geschikt voor

28

FoliaMagazine

koninklijke smaakpapillen, en de pizza in de kleuren van de Italiaanse vlag werd een grote favoriet van Marghareta. En dat snappen we, honderdtwintig jaar later met nog een tientje op onze rekening en het menu van de plaatselijke pizza/shoarmaboer voor onze neus, maar al te goed. Maar de ene pizza is de andere niet: wie maakt de beste Margherita van Amsterdam?

Om die vraag te beantwoorden zijn we vandaag bij elkaar gekomen: negen studenten met grote eetlust – een enkeling heeft vandaag zelfs speciaal de lunch overgeslagen – en verstand van lekkere pizza. Zo is Thomas (24, geschiedenis) wel eens in Italië geweest. ‘Maar meestal neem ik de kebab,’ zegt hij tussen twee happen pizza door. Folia Magazine-redacteur Eva (28) en student


e lekkerste kunstgeschiedenis Rieke (29) mogen graag met pizza ontbijten, ‘als we echt héél brak zijn’. Huib (22, Human Resource Management) laat zelden iets bezorgen: ‘Je doet gewoon zo’n dokter Oetker-ding in de oven, of je gaat bij de Italiaan zitten.’ Ook Bart (25, internationale betrekkingen) zweert bij de Albert Heijn-pizza, maar voor Micha (26, geschiedenis) gaat er niets boven versgebakken – al is het volgens hem de vraag of alle pizzeria’s dat wel doen. We weten wat we willen, en we willen het om 17.30, en om 17.40, 17.50 uur, tot we de elf populairste pizzeria’s op Justeat een voor een op onze borden hebben gehad. Een lange rij bezorgers, verrast zich in elkaars gezelschap

te bevinden, verzamelt zich op straat voor ons huis. Dat de eerste pizza, van La Gonda, in de verste verte niet lijkt op wat ze in Italië een pizza

‘ Wat zit hier op, babykots? noemen verbaast niemand: de Margherita is in Nederland verbasterd tot een schijf brooddeeg met rode saus en geraspte kaas (al geven we de pizzeria’s die een ‘pizza mozzarella’ op het menu hebben nog een kans, dan bestellen we die). Als ze niet onder de twintig euro bezorgen gaat het

feest bovendien niet door: zo rijk zijn we echt niet aan het eind van de maand. En zo begint het proeven, waarbij meteen opvalt dat over smaak zeker te twisten valt. ‘Deze bodem is gewoon verbrand!’ roept Joris (25, journalistiek & media). ‘Juist niet, gewoon eindelijk eens goed doorbakken,’ vindt Micha. ‘Nu smaakt het tenminste ergens naar.’ Slechts één absoluut pizzadieptepunt brengt het panel nader tot elkaar. Als de doos van Del Italiano opengaat stijgen ontzette kreten op. ‘Wat zit hier op, babykots?’ roept Emmelie (24, holocausten genocidestudies) terwijl Minte (20, Human Resource Management) voorzichtig aan de roze brij ruikt.

FoliaMagazine

29


Over de twee lekkerste pizza’s verdelen de gelederen zich echter weer. Maccheroni levert ons de enige pizza met Italiaans dunne bodem, maar we zien nauwelijks kaas. ‘De saus smaakt tenminste naar tomaat,’ zegt Micha. Elders worden echter zesjes uitgedeeld. Met een 3,4 van Huib moet Maccheroni het afleggen tegen

de meer Hollandse pizza – dikkere bodem, veel kaas – van Galeria. ‘Kijk, dit smaakt in ieder geval ergens naar,’ zegt hij. En dat klopt, Galeria ruikt en smaakt heerlijk, maar om een reden die Raffaele Esposito zou verafschuwen: een flinke portie knoflook. yyy

Fantasia

Pizza Margherita € 6,50 De jury weet het niet helemaal met deze pizza, tot Rieke opmerkt: ‘Dit smaakt naar een kaaspannenkoek.’ Instemmend gebrom volgt. ‘Droog en disgusting,’ volgens Minte. ‘Een goede ontbijtpizza,’ vindt Eva. Eindcijfer 6,2

La Gonda

Pizza Mozzarella € 7,50 ‘Is dit mozzarella? Het smaakt boterig.’ ‘Smakeloos en vet.’ Slechte prijskwaliteitverhouding, ondanks de vriendelijke prijs. Eindcijfer 6,1

30

FoliaMagazine

Pasta Villa

Pizza Margherita € 6,00 Een broodachtige bodem, met ‘lekkere kaasbite,’ aldus Emmelie. De presentatie houdt niet over, maar voor die prijs valt het mee. Eindcijfer 5,8

Solo pasta & pizza

Pizza Margharita € 7,50 Goed gekruid en goed op smaak, of is dat omdat hij wel erg donkerbruin is van onder? De ‘broodrooster-pizza’, zoals hij gedoopt wordt, is in ieder geval knapperig. Eindcijfer 6,7

Pizza Donna

Pizza Mozzarella extra groot € 11,75 ‘Slappe hap,’ vindt Minte, en Rieke is het met haar eens: ‘Een soort meelbal die aan je gehemelte blijft plakken.’ De pizza is wel lekker peperig en krijgt compensatiepunten voor de verse basilicum. Eindcijfer 6,4

Maccheroni

Pizza Margarita € 9,50 ‘Dit wordt ook niet veel soeps jongens,’ roept Joris, maar de meningen zijn verdeeld: is de korst lekker krokant, of ‘keihard’, zoals Huib zegt? Micha: ‘Karig belegd, maar de saus smaakt naar tomaat’. ‘Of E-nummer tomaat,’ mompelt Eva. Eindcijfer 6,2


Winnaar

Pico Bello

Pizza Mozzarella, € 7,00 Dit ziet er lekker uit. Thomas vindt de bodem ‘zompig’, maar de smaak kan ermee door. Eindcijfer 7,0

Del Italiano

Pizza Mozzarella € 9,50 De beruchte ‘babykots-pizza’ die de juryleden nog lang zal heugen. Na wat kreten van afschuw moet er dan toch geproefd worden. ‘Hij smaakt iets beter dan hij eruitziet,’ meldt Minte nog terwijl ze dapper kauwt. ‘Als ik dit thuisbezorgd zou krijgen, zou ik héél pissig zijn,’ zegt Bart. Eindcijfer 3,9

Galeria

Pizza Margherita € 6,00 Knoflook. Het hoort niet op een pizza margherita maar geeft wel smaak. En daar houdt het panel van: ‘Goede bodem en smaak!’ noteert Rieke. ‘Het vet druipt eraf, nu heb ik een vlek op mijn broek,’ klaagt Micha. Die vettigheid kan de andere juryleden niet deren: het is warm, het smaakt naar Italiaans en straks nemen we wel een pepermuntje. Eindcijfer 7,2

Werkwijze

Bella Italia

Pizza Mozzarella € 9,50 De menukaart belooft kruiden, die proeven we niet. Er ligt wel een onaangekondigd bergje olijven in het midden van de pizza. ‘Er zitten geen bobbels op, dat is een slecht teken,’ zegt Minte, en inderdaad: de pizza is niet helemaal gaar. Fascinerend: de mozzarella ligt los op de gewone kaas. ‘Het lijkt op kokosbrood,’ aldus Rieke. Eindcijfer 6,3

Pizzagirl/boy

Pizza Margherita € 10,75 Rieke: ‘Ik proef kruiden, lekker!’ De jury vindt de presentatie goed, ‘maar waarom is hij zo duur?’ Eindcijfer 6,9

Het testen werd serieus aangepakt. De pizza’s werden besteld volgens een strak schema, met steeds tien minuten tussenpauze. Na bezorging (overigens steeds netjes op tijd, tot verrassing van het panel) bekeken de panelleden de pizza kritisch, alvorens hem in punten te verdelen. Vervolgens werd gesnuffeld en uiteindelijk geproefd, waarna de discussie losbarstte en oordelen als ‘kruidig’, ‘smakeloos’ en een enkele keer ‘kokosbrood’ over tafel vlogen. Tot slot pende ieder zijn eindcijfer neer in de categorieën prijs-kwaliteitverhouding, presentatie, smaak en geur.

FoliaMagazine

31


Beter afremmen dan opbranden Een burn-out, dat is toch iets voor veertigers die zich over de kop hebben gewerkt in het bedrijfsleven? Zeker, maar ook studenten krijgen ermee te maken. ‘Men onderschat hoe fit je moet zijn om goed te kunnen studeren.’ tekst Annemiek Recourt / illustraties JeRoen Murré

‘O

p een gegeven moment vond ik alles een opgave. Zelfs boodschappen doen. Minutenlang stond ik voor de schappen om te kiezen welke yoghurt ik zou nemen.’ Na een zwaar propedeusejaar, waarin haar oma overleed en een goede jeugdvriendin kanker kreeg, begon Carien (21, politicologie UvA) doodmoe aan een nieuw studiejaar. ‘Ik deed mijn best om alles bij te houden: vakken, mijn sociale leven, maar in de eerste tentamenweek lukte het niet meer. Ik sliep slecht, kon geen bladzijde lezen, laat staan dat ik iets onthield. Daarvan raakte ik totaal in paniek, wat het natuurlijk nog erger maakte.’ Carien had last van een typische burn-out. Burn-out, dat wordt toch veroorzaakt door een baan? Inderdaad hebben dertig- tot vijftigjarigen de grootste kans op een burn-out. Maar een studie verschilt niet zo veel van werk, legt studentenpsycholoog Pien Wijn uit: ‘Je krijgt een burn-out als je meer energie uitgeeft dan er binnenkomt. En juist studenten zijn vaak erg druk en doen veel dingen tegelijk: twee studies, een studentenbestuur, meerdere bijbanen. Ze moeten veel van zichzelf.’

32

FoliaMagazine

Rosa (19, media, informatie & communicatie, HvA, voorheen geschiedenis, UvA): ‘Ik vond mijn studie erg zwaar, was altijd moe en gespannen. Maar ik wilde bewijzen dat ik het kon, wilde niet opgeven. Toen haalde ik een vak niet, waardoor ik enorme studievertraging opliep. Op het moment dat ik dat hoorde, blokkeerde ik volledig.’ Volgens Wijn ontwikkel je een burn-out niet in een paar maanden: ‘Het komt niet alleen door een overvolle agenda, er is altijd een voorgeschiedenis. Vaak is het al jarenlang “ren je rot”, was er op school al veel stress rond het eindexa-

‘Studenten moeten veel van zichzelf’ men, meestal in combinatie met een gespannen thuissituatie. Op de middelbare school zit je nog in een vaste structuur: je eten staat voor je klaar, je hebt een vaste vriendengroep. Als je gaat studeren, valt een groot deel van die boeien weg, helemaal als je op kamers gaat: je kent nog niet veel mensen, bent voor het eerst alleen. De stress neemt dan toe.’

Vermoeide helden Niet iedereen is gevoelig voor het verlies van die boeien. Volgens Wijn zijn het juist de zelfstandige types die vatbaar zijn voor burn-outklachten: ‘De mensen die nooit zullen afbellen en die eerder aan de ander denken dan aan zichzelf. Het zijn juist niet de klagers en de piepers.’ Carien herkent zich in dat beeld, ze noemt zichzelf perfectionistisch: ‘Ik deed altijd honderdduizend dingen tegelijk en alles moest goed. Toen ik ging studeren, had ik me voorgenomen veel nieuwe vrienden te maken, zodat ik niet op mijn kamertje zou vereenzamen. Dus was ik bij elke activiteit van de studentenvereniging én studievereniging te vinden. Ik kende die mensen nog amper, dus ik wilde me alleen maar van mijn goede kant laten zien en geen nee zeggen.’ De studentenpsycholoog noemt ze de ‘vermoeide helden’, degenen die moeilijk toegeven dat ze iets niet kunnen: ‘Naar je lichaam luisteren, grenzen aangeven, aandacht vragen en je gevoelens uiten, dat zijn dingen die goed voor je zijn. Maar als je onvoldoende geleerd hebt te voelen en te zeggen wat je wel en niet wilt, wijs je dat voor jezelf af.’


Zo draaide ook Rosa om haar situatie heen: ‘Als vrienden vroegen hoe het ging, antwoordde ik zo positief mogelijk. Ik was bang dat zij er moe van zouden worden als ik steeds zou zeggen dat ik moe was. Het duurde dan ook lang voordat ik me realiseerde dat ik de verkeerde kant opging en mijn gezondheid verpestte.’ Slinkend banksaldo Een van de vooroordelen waar studenten met een burn-out mee te maken hebben, of in ieder geval bang voor zijn, is dat anderen hen zwak vinden. Dat komt onder meer doordat de symptomen bij een burn-out vaag zijn. ‘Je lichaam gaat steeds meer over op de hoofdzaak: overleven,’ legt Wijn uit. ‘Dus allerlei wat onbelangrijkere lichaamssystemen beginnen minder

goed te functioneren.’ Met als gevolg klachten als verkoudheid, spierpijn of een geïrriteerde huid. Verder kun je last hebben van concentratieproblemen, vergeetachtigheid, emotionele

‘Je lichaam gaat steeds meer over op de hoofdzaak: overleven’ schommelingen en lusteloosheid. De hoofdklacht echter is vermoeidheid. Wijn denkt dat het taboe op burn-out kleiner wordt door een goede uitleg: ‘Door te weinig rust is er, in plaats van “gewone” energie, te lang een overproductie van adrenaline, die weer

hoge concentraties cortisol tot gevolg heeft en zo je lichaam ontregelt. In feite pleeg je roofbouw op je lichaam. Dat is voor iedereen die het horen wil te begrijpen.’ Ze trekt de vergelijking met een slinkend banksaldo: zolang er een flinke reserve op staat, kun je goed functioneren en onverwacht grote uitgaven aan. ‘Maar als je jong bent, ken je je grenzen nog niet, je gaat maar door, energie sparen is voor saaie pieten. Tot je nog maar een kleine reserve hebt. Dan wordt je moeder ziek, zit de studie tegen, of loop je een ontgroening. Opeens sta je bijna rood: je kunt niets meer. Dan ben je niet zwak, maar heb je gewoon te veel uitgegeven, te weinig gespaard. Men onderschat hoe fit je moet zijn om goed te kunnen studeren.’ Toch schaamde Carien zich verschrikkelijk toen

FoliaMagazine

33


Burn-out

Het aantal mensen met een burn-out neemt toe. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek krijgt een op de acht mensen op een zeker moment last van deze ‘emotionele uitputting door het werk’. Vooral hooggeschoolde vrouwen die ‘hoofdarbeid’ verrichten, zijn de klos. Jongeren hebben relatief minder klachten: van alle 15- tot 25-jarigen heeft een op de tien te maken met burn-out. Omdat onderzoek vaak wordt verricht binnen breder onderzoek naar arbeidsomstandigheden, zijn exacte cijfers over studenten met een burn-out niet bekend.

ze uiteindelijk echt stil kwam te staan: ‘Tegenover studie- en verenigingsgenoten draaide ik eromheen. Ik verzon dat ik andere afspraken of avondcolleges had.’ In werkelijkheid zat ze twee maanden bij haar ouders, waar ze vooral op bed lag, films keek en heel veel sliep. Niet meer in de ‘doe’-stand Een arts of studentenpsycholoog kan vaststellen of je een burn-out hebt, en niet bijvoorbeeld depressieve klachten of de ziekte van Pfeiffer. Vervolgens is de belangrijkste stap, die je volgens Wijn moet zetten, die diagnose accepteren. ‘Stop acuut met roofbouw plegen. Zie het als een gebroken been, waarmee je minstens een

‘Alles wat moet, moet nu even niet’ paar maanden omhoog moet. Het is cruciaal dat je beseft dat er echt iets moet veranderen.’ Verder moet je de remedie volgens Wijn zoeken in het aanvullen van je energie: ‘Denk aan het opladen van je telefoon: wanneer of bij wie heb jij het gevoel dat je die blokjes omhoog ziet gaan? Doe alleen die dingen. Alles wat moet, moet nu even niet.’ Bij Rosa gingen de blokjes naar beneden als ze onder de mensen was. ‘Ik ben normaal heel sociaal, maar heb nu een paar maanden veel rust genomen en mijn vrienden op afstand gehouden. Ik vond het irritant om steeds

34

FoliaMagazine

diepzinnige gesprekken te moeten voeren, steeds te moeten zeggen hoe het met me ging en waarom. Zo vermoeiend!’ In plaats daarvan ging ze veel sporten en naar buiten. Wijn adviseert studenten met een eventuele burnout goede begeleiding te zoeken. Ook raadt ze ze aan hun situatie uit te leggen aan hun omgeving: ‘Zo geef je jezelf een vrijbrief, voel je je niet schuldig als je op het laatste moment een afspraak afzegt.’ Wel pleit ze ervoor te proberen de studie geen vertraging op te laten lopen, want dat geeft vaak juist meer stress. ‘Misschien moet die bestuursfunctie even overboord. Misschien zijn er mogelijkheden je baantje even stop te zetten, wat geld te lenen. Maar soms is dat niet genoeg en kan het goed zijn je een tijdje uit te schrijven en je te concentreren op herstel. Er zijn geen algemene regels te geven.’ Gaat het weer iets beter

Studentenpsychologen

Vermoed je dat je een burn-out hebt? Bij Bureau Studentenpsychologen kun je een afspraak maken voor een oriënterend gesprek. Ook met andere problemen van psychische aard kun je er terecht, zoals het hanteren van studiestress, faalangst, gebrek aan zelfvertrouwen, motivatieof disciplineproblemen en eenzaamheid. Het bureau heeft telefonisch spreekuur van maandag tot en met vrijdag tussen 10.30 tot 12.30 uur op (020) 5252599. Zie ook www.student.uva.nl/a-z/ studentenpsychologen.

met de burn-out, dan is het zinvol te kijken naar de oorzaken. Wijn: ‘Het risico bestaat dat je te snel denkt: hé, ik ben er weer, en vervolgens in je oude patronen vervalt. Dan blijft het kwakkelen. Met als gevaar dat je van jezelf gaat denken dat je een labiel persoon bent, of dat je niet zo veel aankan. Je zelfbeeld gaat dan schuiven en de kans op een nieuwe burn-out is groot.’ Uiteindelijk lijdt een burn-out volgens Wijn bijna altijd tot structurele, positieve verandering. Zoals bij Carien. Die hoeft niet zo veel meer van zichzelf. ‘Ik ben met de vereniging gestopt. Voor m’n studie neem ik wat meer tijd. Ik heb een paar goede vrienden, maar plan soms ook een bankhangavond voor mezelf. Ik ontloop mezelf niet meer zo, sta niet meer voortdurend in de “doe”stand. En sindsdien geniet ik veel meer.’ Rosa heeft eveneens een oplossing gevonden: ze is van studie veranderd. ‘Mijn burn-out was een teken dat ik op de verkeerde weg zat. Ik doe nu een studie die veel beter bij me past en heb meer vrije tijd. Ik kies bewuster voor wat ik wel en niet wil. Wel moet ik nog steeds opletten, want stressgevoelig ben ik nog altijd.’ yyy De naam en gegevens van Carien en Rosa zijn om privacyredenen gefingeerd.


illustratie Denise van Leeuwen

drift

‘Hij stelde zich niet voor’

A

nna (20), student filosofie: ‘Daar stond-ie dan, met zijn Albert Heijn-tasje vol jus d’orange, witte broodjes en vruchtenhagel. Gadver. Ik háát jus d’orange, eet het liefst bruin brood en in ieder geval nooit vruchtenhagel. Kon hij ook niet weten. Wat hij daarentegen wel kon weten, was dat ontbijt op bed niet bepaald bij deze deal hoorde. Ik heb me gedoucht, me in een degelijke blouse gehesen, me opgemaakt en tegen hem gezegd dat ik nog een halfuur had om de trein naar mijn ouders te halen. Om, nadat hij de deur achter zich dicht had getrokken, in vol ornaat weer terug in bed te duiken natuurlijk. Dat verdient misschien geen schoonheidsprijs. Maar goed, voor die prijs kwam deze ontmoeting in zijn geheel al niet echt in aanmerking. Ik werk in een eetcafé en tussen het glazen spoelen en vieze borden stapelen door had ik die avond quasi-gefrustreerd tegen een collega gefluisterd dat ik al zo lang geen seks meer had gehad, dat ik op het punt stond heel hard te gaan gillen. Ik was die avond zo opgewonden dat ik al kon klaarko-

men door heel hard aan seks te dénken, zei ik. Deze collega, een kleine dikke blaaskaak met een groot gevoel voor humor, moest daar hard om lachen en beloofde me dat ik diezelfde nacht nog een man voor mijn deur zou vinden. Vanzelfsprekend onder de voorwaarde dat ik dan ook

‘Ik denk dat hij zich wel een beetje schaamde’ echt met deze vent de koffer in zou duiken. Ik had die bolle praatjesmaker helemaal niet serieus genomen. Maar toen ik na het werk naar huis liep, zag ik dat er een scooter voor mijn huis stond met daarop een lange kale jongen. Hij stelde zich niet voor toen ik de voordeur opendeed, maar zei “hoi” en liep achter me aan. Ik heb bewust niet te lang nagedacht. Niet over wie hij was en wat hij wel niet van mij moest denken, niet over zijn gouden oorbel en zijn bomberjack, over geslachtsziekten, mijn ongeschoren benen of de ontzettende zooi in mijn slaapkamer. Ik heb alleen maar de kleren van

zijn lijf gerukt en me gelaafd aan zijn fijne, grote, gespierde lijf en zijn enorme geslacht. Hem alle hoeken van de kamer laten zien en hem mij alle hoeken van de kamer laten zien, geschreeuwd zoals ik nog niet eerder geschreeuwd heb en schaamteloos genoten. Ik denk dat hij zich ’s ochtends wel een beetje schaamde, met zijn vers gehaalde ontbijtje. Dat hij blijkbaar niet had begrepen dat dit fijne, geile, verschrikkelijk ordinaire maar onvergetelijke samenzijn geen vervolg zou krijgen als het weer licht zou zijn. Soms zie ik hem nog wel eens door mijn straat rijden op zijn scooter, maar hij kijkt niet op of om. En ik denk alleen maar: lieve, lekkere vruchtenhageljongen met oorbel. Je was geweldig en beslist niet voor herhaling vatbaar.’ yyy Fen Verstappen

De naam van de geïnterviewde is op haar verzoek gefingeerd. Wil je ook meedoen aan deze rubriek, mail dan een korte motivatie naar redactie@folia.nl.

FoliaMagazine

35


Van rups tot vlinder in Suriname Terwijl de meeste vrouwen van haar tijd zich om de aardappels en de was bekommeren, stapt Maria Sybilla Merian in 1699 als alleenstaande moeder aan boord van een zeilschip met bestemming Suriname. Zo wil ze de wetenschap verder helpen. Geschiedenisstudent Noortje de Groot stort zich voor haar bachelorscriptie op het leven van Merian. tekst Marieke Buijs

M

aria Sybilla Merian tuurt de horizon af, maar na weken op zee is er nog steeds geen land te bekennen. Ze vaart als passagier mee op een overvol schip dat soldaten naar Suriname brengt. Het is snikheet en de zon staat hoog aan de hemel, ze moeten ongeveer op de evenaar zitten. Merian probeert zich te concentreren op het tekenen van een kever die ze gevangen heeft bij de laatste stop op Madeira. Tekenen is haar lust en haar leven. Daarom wil ze ook naar Suriname, om exotische vlinders te schilderen en daarmee de wetenschap verder te helpen. De lange zeereis trekt een zware wissel op Merian, die als tweeënvijftigjarige al bijna bejaard is naar zeventiende-eeuwse standaarden. Haar rug doet pijn. Ze kan nergens rechtop staan en ook in de bedstee die ze met Dorothea, haar twintigjarige dochter, deelt, kan ze niet languit liggen. Er zijn maar twee toiletgaten aan boord, die door de 250 opvarenden worden gedeeld. De geur van pis en poep uit het ruim mengt zich met die van ongewassen lichamen, gepekeld vlees en de stank van de varkenshokken op het bovendek. Geschiedenisstudent Noortje de Groot probeert het leven van Maria Sybilla Merian (1647-1717) te reconstrueren voor haar bachelorscriptie. Dat valt niet mee. ‘Over Merians werk als wetenschappelijk tekenaar is veel geschreven, maar

36

FoliaMagazine

ik vraag me juist af hoe haar leven eruitzag. Merian hield geen dagboeken bij en in de bijschriften van haar tekeningen is ze heel feitelijk. Het is dus moeilijk om haar te leren kennen,’ zegt Noortje. Om Merian toch een gezicht te geven, heeft Noortje diverse secundaire bronnen geraadpleegd. Ze bezocht een replica van

‘Collega-verzamelaars noemden haar “dat juffie”’ een zeventiende-eeuws schip, las dagboeken van vrouwelijke tijdgenoten die een lange zeereis maakten en verdiepte zich in het leven in koloniaal Suriname. ‘Ik heb een goed beeld van haar leven gekregen, maar haar gevoelens blijven soms giswerk. Ik weet wel dat Merian zeer gedreven en zakelijk was.’ Ze heeft hard gewerkt voor haar reis. Om die te financieren heeft ze al haar wetenschappelijke prenten te koop aangeboden in de Amsterdamsche Courant. In tegenstelling tot mannelijke collega’s kon Merian op geen cent subsidie rekenen. ‘Die ongelijkheid kwam ze overal tegen,’ zegt Noortje. ‘Haar collega-verzamelaars wiens collecties ze voor vertrek bezocht noemden haar “dat juffie” en namen haar aanvankelijk niet echt serieus.’

Bruisende stad Merians fascinatie voor de natuur zit diep. Als dertienjarig meisje slijt ze haar dagen in de tuin van haar ouderlijk huis in Frankfurt. Daar bekijkt, verzamelt en tekent ze insecten en bloemen. Vooral rupsen vindt ze mooi, hoewel in die tijd nog algemeen wordt aangenomen dat rupsen spontaan uit afval ontstaan. Ze bestudeert de dieren en ziet gefascineerd toe hoe ze in kleurrijke vlinders veranderen. Maria Sybilla Merian is een telg uit een werelds en artistiek gezin. Haar stiefvader heeft een atelier. Hij beschouwt haar tekentalent als welkome aanvulling op het familiebedrijf en brengt haar de kneepjes van het kunstenaarsvak bij. Ze ontwikkelt zich tot vrijgevochten dame. Na een mislukt huwelijk verbreekt ze alle banden met haar ex-man en neemt ze haar dochters en moeder mee naar de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. ‘Dat was een eerste sprong in het diepe. Ik weet niet of ze toen Nederlands sprak,’ zegt Noortje. ‘En ze kende hier niemand, behalve haar twintig jaar oudere halfbroer.’ In 1691 vestigt Merian zich met haar dochters van dertien en tweeëntwintig in het bruisende Amsterdam. Ze haalt haar hart op tussen de kunstenaars, kaartenmakers, boekdrukkers, verzamelaars en wetenschappers. In de omgeving van Amsterdam verzamelt ze rupsen en vlinders. Noortje: ‘Als alleenstaande moeder


Boven, twee prenten van Maria Sybilla Merian, waarop ze de metamorfose van Surinaamse rupsen weergeeft. Linksonder: portret Maria Sybilla Merian, maker onbekend. Rechtsonder: dit gevecht tussen een krokodil en een slang is een van de weinige werken van Merian waar geen insecten op staan.

FoliaMagazine

37


Folia maakt kennis...

première

...met

Astrid de Jager Docent en voorzitter CMR HvA

Woensdag 21 maart tussen 16.00 en 17.00 uur in de OBA (Oosterdokskade 143)

naar molière regie dimiter gotscheff

Presentatie Paul van de Water en Jim Jansen Live te beluisteren op AmsterdamFM (106.8 in de ether en 103.3 op de kabel)

‘ze spelen de pannen van het dak’ Knack

Vanaf 22 maart terug te luisteren op

www.foliaweb.nl

28 maart • Souraya Bouwmans (directeur AMFI)

22-31 mrt | 16-19 mei stadsschouwburg amsterdam | tga.nl

Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam

betaal slechts €10,00 met de sprintpas van de stadsschouwburg | ssba.nl

Amsterdam FM.nl de stem van de hoofdstad

FLOOR AGENDA

KOHNSTAMMHUIS, WIBAUTSTRAAT 2-4 | WO 21 MAART - ZA 31 MAART filmvertoning van de Uaf 21 maart, 17.00 -18.30, Kohnstammzaal Filmvertoning ‘Birma VJ- Reporting from a closed country’, aansluitend nagesprek over Birmese verkiezingen (1 april) met Birmese vluchtelingstudenten. onderwijsconferentie 29 maart, 13.00 -18.30, Arena Maak kennis met de talloze raakvlakken en samenwerkingsverbanden tussen de HvA en de stad. Opgeven kan via www.hva.nl/onderwijsconferentie landelijke tP dag 30 maart, 9.30 -17.00, Arena en Kohnstammzaal Congres voor docenten toegepaste psychologie. Thema is ontmoeting.

CREATING TOMORROW

Ontmoeting met elkaar, ontmoeting met de inhoud; het curriculum, ontmoeting met het werkveld, ontmoeting met het beroepsbeeld, ontmoeting met mooie initiatieven, ideeën en dilemma’s. library camP 31 maart, 08.00 -18.00, Kohnstammzaal Een “unconference” voor iedereen die geïnteresseerd is in het moderniseren en transformeren van bibliotheken. Volg Floor op twitter @floorHvA en Like Floor op www.facebook.com/floorHvA, hier blijf je ook op de hoogte van het laatste nieuws over de debatten en bijeenkomsten.


Christelijke sekte

Na haar emigratie uit Duitsland wordt Merian in 1686 met moeder en dochters lid van een labadistische gemeenschap in Friesland. Deze sekte volgt de sober christelijke leer van de Fransman Jean de Labadie (1610-1674). Voor een eigen wil en persoonlijke bezittingen was geen ruimte, kinderen werden gescheiden van hun ouders. ‘Waarom Merian zich aansloot bij de labadisten is me een raadsel,’ zegt Noortje. ‘Kunst werd als nutteloze mooidoenerij beschouwd. Alleen wetenschap in dienst van God was toegestaan, dus Merian zal haar insectenonderzoek wel hebben voortgezet.’ Met haar vertrek naar Amsterdam verliet Merian ook de sekte.

die rondrent om vlinders te vangen en in de modder wroet op zoek naar rupsen, zal ze zeker de aandacht hebben getrokken. Ze moest zelfs uitkijken niet voor heks te worden versleten.’ Met haar dochters gaat Merian aan de slag en tekent ze het ene miniatuur na het ander. Voor eigen documentatie, maar ook om te verkopen aan de gegoede burgerij. Op hun buitenverblijven en in de net geopende Hortus Botanicus – die bij uitzondering toegankelijk was voor vrouwen – wordt haar interesse voor de tropen gewekt. Ze bezoekt de naturaliënkabinetten van collega-verzamelaars en vindt die prachtig, maar mist er ook iets in. Haar stokpaardje, de metamorfose van rups tot vlinder, is nergens terug te zien. Dat gebrek aan kennis motiveert haar de gevaarlijke tocht naar Suriname te ondernemen. Myn Neger Het leven in de tropen valt Merian zwaar. Ze vindt geen aansluiting in het koloniale wereldje van de suikerrietplantages. In een van haar boeken over Suriname schrijft ze: ‘Ja sy [de mensen in Suriname, red.] bespottede my, dat ik iets anders in het land ging opzoeken als zuiker, daar dog wel meer dinge in het Bos (myns oordeels) te vinden waren.’ De monocultuur van suikerriet biedt Merian in de omgeving van Paramaribo niet de soortenrijkdom waar ze op hoopte. Vergezeld door een slaaf – die ze aanduidt als ‘myn Neger’ – en een paar indianen trekt ze het bos in. In het ‘Neger-Engels’ vertellen de indianen en slaven haar welke planten en vruchten eetbaar zijn en welke als medicijn dienen. Bij de tekeningen die Merian maakt staan dan ook vaak de indiaanse naam en toepassing. Merian is ook een outsider, omdat ze zich bekommert om het lot van verdreven indianen en ingevoerde Afrikaanse slaven. Hoewel ze

zich in haar boeken meestal beperkt tot het vermelden van de feiten, laat ze zich bij een afbeelding van de pauwenbloem uiterst kritisch

‘Ze moest uitkijken niet voor heks te worden versleten’ uit over het leven van de slaven en indianen. Pauwenbloem wordt door de indianen gebruikt als abortuskruid. ‘De Indianen, die niet wel gehandelt worden, als ze by de Hollanders in dienst zyn, dryven daar mede haare kinders af, niet willende dat hare Kinders Slaven zyn, gelyk als zy. De swarte Slavinnen van Guinea en Angola moeten al heel heuslyk getracteert worden, of sy brengen haar selven by wylen om het leven, wegens het gewoonlyke harde tractement dat men haar aandoet, want sy zyn van gevoelen, dat sy in haar Land van haare vrienden in een vreijen staat wederom herbooren zullen worden, gelyk sy

my uit haar eigen mond onderrecht hebben.’ ‘Dit soort uitlatingen is opvallend. Alle westerlingen waren het er wel over eens dat slaven niets meer waren dan gewone handelswaar,’ aldus Noortje. Na anderhalf jaar wordt Merian ziek. Ze heeft waarschijnlijk malaria, krijgt heftige koortsaanvallen, vermagert en verlangt naar de koelte in Amsterdam en het comfort van haar eigen huis. Ze keert terug naar Amsterdam. Ze heeft slechts één seizoenscyclus meegemaakt en is teleurgesteld dat ze nog niet genoeg heeft kunnen zien. Ze neemt zo veel mogelijk uit Suriname mee naar huis. Planten, insecten, dieren op sterk water, perkament en op de paklijst van het schip staat zelfs een indiaanse vrouw vermeldt. ‘Die ging waarschijnlijk mee als wandelende encyclopedie,’ zegt Noortje, ‘want eenmaal in de Republiek kon Merian niets meer nazoeken.’ In Amsterdam knapt Merian op. In vijf jaar tijd tekent en schrijft ze met haar dochters en de indiaanse vrouw de Metamorphosis Insectorum Surinamensium ofte Verandering der Surinaamse Insecten. Lezers kunnen kiezen tussen een Latijnse en Nederlandse uitgave en tussen een zwart-witte of een met de hand ingekleurde versie. Na publicatie krijgt ze wel erkenning voor haar wetenschappelijke werk. Haar boek vindt gretig aftrek, ze wordt opgenomen in het nieuwe classificatiesysteem van Carl Linnaeus en haar verzameling wordt als ‘niet te missen’ bestempeld in een Duitse reisgids over Amsterdam. Twaalf jaar na publicatie overlijdt Merian, kort voor haar zeventigste verjaardag. Het kerkhof waar ze ligt begraven is inmiddels verworden tot een parkeerplaats op het Raamplein. ‘Ik vind dat ze een standbeeld verdient,’ zegt Noortje. Maar voorlopig wordt ze alleen door een naamplaat op de gevel van het aquarium in Artis gememoreerd. Als enige vrouw tussen de mannelijke geleerden. yyy

FoliaMagazine

39


De akela van de medezeggenschap Deze week in Folia maakt kennis: Astrid de Jager-van Hellenberg Hubar, jurist en voorzitter van de centrale medezeggenschapsraad van de HvA. tekst Dirk Wolthekker / foto Danny Schwarz

‘Z

e is heel erg betrokken. Astrid kan niet langs de kant blijven staan en toekijken hoe anderen de zaken regelen. Ze bemoeit zich er liever zelf mee. En ze wil goed doen voor de gemeenschap. Dat kan de gemeenschap zijn waar ze woont – ze was ooit actief bestuurslid van een lokale afdeling van D66 – maar ook de schoolgemeenschap waar ze werkt.’ Engagement. Dat is volgens oud-collega Henk Mreijen de drijfveer in het leven van Astrid de Jager, jurist en docent recht aan de HvA, maar vooral bekend als voorzitter van de centrale medezeggenschapsraad van de hogeschool. Mreijen, voormalig docent bestuursrecht en inmiddels met pensioen, heeft jarenlang met haar samengewerkt op de afdeling management, economie en recht van de hogeschool en roemt haar samenbindende vermogen. ‘Wij werkten aanvankelijk beiden op de Hogeschool voor Economische Studies (HES). Daar was veel weerstand tegen het samengaan met de HvA. Astrid bood een luisterend oor. Ze legde uit,

40

FoliaMagazine

praatte met ons, jutte op, nodigde ons uit voor een borrel en smeedde zo een sfeer van saamhorigheid. Dat kan ze.’ Astrid de Jager, geboren Van Hellenberg Hubar (Amsterdam, 1948) is de dochter van bankier en jurist Bob van Hellenberg Hubar, in de jaren zeventig directeur-secretaris van De Nederlandsche Bank. Na de middelbare school begint ze in 1970 aan een studie rechten aan de UvA. ‘Daar ontmoette ik haar op een corpsfeestje,’ vertelt haar

‘Eigenlijk had ze burgemeester moeten worden’ man, schrijver en antropoloog Jef de Jager. ‘Astrid was daar als corpsmeisje, ik als barman. Corpslid was ik natuurlijk niet, het corps was voor dommeriken, niet voor ons. Dus ik heb haar snel weggehaald uit die wereld.’ Astrid en Jef trouwden al snel en kregen twee kinderen, waaraan inmiddels twee kleinkinderen zijn toegevoegd. ‘Volgens mij houdt ze zich met de medezeg-

genschap bezig sinds de onderwijspacificatie van 1917,’ zegt oud HvA-baas Rob Scheerens grappend. Dat ze als lid van de medezeggenschapsraad het hogeschoolbestuur erg kritisch volgde kan hij zich niet herinneren. ‘Juist helemaal niet. Dat zij op de hogeschool wel eens besmuikt “Van Helleveeg Hubar” zou worden genoemd, herken ik niet, integendeel. Het gaat haar er eerder om aardig gevonden te worden. Ze wil zich nadrukkelijk presenteren als iemand die iets voor de medewerkers doet en de club op die manier aanvoert. Ik noemde haar altijd “de akela van de medezeggenschap.” Een prater is ze, vindt ze zelf. Schrijven doet ze liever niet. In het voormalige HvA-blad Havana zei ze over zichzelf: ‘Ik ben erg van praten en vragen stellen. Liever niet mailen. Als studenten vragen hebben mogen ze mij bellen.’ Sympathiek, maar ook tactisch: niet al te veel schriftelijk toezeggen, want mondeling kun je je – althans voor wie goed gebekt is – altijd weer uit een zaak redden. En dat kan belangrijk


Folia maakt kennis

zijn voor wie werkt in de medezeggenschap of de politiek. ‘Praten kan ze, met groot gemak,’ zegt haar man. ‘Als een regent probeert ze de mensen voor haar zaak te winnen: liberaal, tolerant, vrijzinnig, maar wel met oog voor samenhang. Samenbinden en solidariteit, dat is het. Daarom stemt ze tegenwoordig CDA. Eigenlijk had zij burgemeester moeten worden. Maar dan wel in de tijd dat echte regenten nog aan de touwtjes trokken. Zij groeide op na de regententijd en vindt dat denk ik jammer. Want de wereld van de regenten is echt haar wereld.’yyy

Folia Radio zendt op 21 maart een interview uit met Astrid de Jager. Het gesprek zal gaan over de verkiezingen voor de medezeggenschapsraden van de HvA, HvA-affaires als de handenschudkwestie en stilteruimtes, en haar docentschap. Te beluisteren via Amsterdam FM, in de ether op 106.8 en op de kabel op 103.3, tussen 16.00 en 17.00 uur. Vanaf de volgende dag terug te luisteren via foliaweb.nl/radio.

FoliaMagazine

41


(advertenties)

Ouders met studerende kinderen opgelet!

Bent u het zoeken naar een dure huurwoning zat? Kom dan kijken naar Djambistraat 21-I te Amsterdam. Betaalbaar appartement met groot balkon en een enorme zolderberging in hippe en opkomende wijk. Gelegen op 10 minuten fietsafstand van de binnenstad. Gunstige ligging ten opzichte van de UVA, HVA, metrostation Wibautstraat en het Muiderpoort station. Vraagprijs EUR 172.500,= k.k. Op zaterdag 31 maart van 11.00 tot 13.00 uur bent u van harte welkom op het open huis. U kunt natuurlijk ook gewoon een afspraak voor een bezichtiging maken. Voor verdere informatie zie: www.remkobijvoet.nl Remko Bijvoet Makelaardij, tel. 020-7794959. Lid NVM.

akelaar1.indd 1

16-03-12 13:32

HVA ONDERWIJSCONFERENTIE 29 MAART 2012 LAAT JE INSPIREREN! VOOR ALLE HVA MEDEWERKERS KIJK OP WWW.HVA.NL/ONDERWIJSCONFERENTIE VOOR MEER INFORMATIE EN SCHRIJF JE IN

Muzikale theatertour 22 maart - 3 april

Regie John Leerdam www.uaf.nl/monologen

Studie en werk voor hoger opgeleide vluchtelingen

CREATING TOMORROW


op de tong

foto Danny Schwarz

warme inleiding op de huisregels, dan worden ze naar binnen geleid door de kelners en kunnen daar de buitenwereld vergeten en zich met veel verschillende traktaties verwennen. Ctaste biedt high teas, diners, chocoladeproeverijen en brunches. Wij hebben zelfs een viergangenchocoladeproeverij getasted, die nu niet meer in de aanbieding lijkt te zijn; over het menu kan dus niet precies verteld worden, maar wel over de ervaring. Elk stukje was mooi gepresenteerd op verschillende kleine schoteltjes, zodat je met je vingers kon voelen hoe aandachtig het was gearrangeerd. Het eten was van goede kwaliteit en met fantasie bereid, maar je kan pas weten wat je hebt gegeten als je na de proeverij een lijst van alle ingrediënten ontvangt. Want hoewel in het donker je resterende vier zintuigen hard proberen te compenseren, leert de ervaring dat we veel met onze ogen eten. Toch kan je lang zitten raden en zo van elke hap een genietervaring maken. Ook met vrienden, collega’s of gezin is een avond bij Ctaste een gezellig avontuur in smaak en verschil. yyy Candida Leone

Ctaste

Amsteldijk 55 (Zuid) Als je langs de Amsteldijk loopt, zijn de nabijgelegen oude krantgebouwen nog te zien: Trouw, het Volkskrantgebouw, Het Parool. Daardoor afgeleid kom je bijna toevallig bij het onopvallende Ctaste. Het motto van deze bijzondere locatie, ‘to ctaste it must be dark’, zegt veel

Dining in the Dark Ctaste is het eerste restaurant in Nederland waar je in het donker kunt eten, maar in andere steden kon dat al langer. In Keulen bijvoorbeeld heb je de unsicht-Bar, waarvan ook vestigingen bestaan in Hamburg en Berlijn. In Amerika is er de keten Opaque, met vestigingen in Dallas, Los Angeles, New York, San Diego en San Francisco. De keten Dans le Noir is begonnen in Parijs en heeft tegenwoordig restaurants in Londen, Sint Petersburg, New York en Kiev.

over de speciale sfeer die daar te ervaren is. Ctaste is een stijlvolle plek voor nieuwsgierige gasten en een werkmogelijkheid voor visueel beperkte mensen en anderen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Binnen het restaurant is er geen licht. Gasten krijgen op de veranda een

Donker

Donker moet echt donker zijn bij Ctaste. Telefoons, aanstekers, digitale horloges en andere lichtbronnen moeten daarom buiten blijven en kunnen opgeborgen worden in kluisjes. De visueel beperkte obers begeleiden je naar je plek, en staan klaar voor al je vragen en om je bijvoorbeeld naar de wc te begeleiden. Die laatste is overigens wel verlicht. Bij het diner kan gekozen worden uit diverse verrassingsmenu’s, om maximaal te kunnen genieten van eten in het donker.

Folia Magazine ontvangt graag je restaurant­recensie en vergoedt tot € 50,-. Maximaal 270 woorden, (suggesties voor de) kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail je recensie naar redactie@folia.nl. Stuur je bon naar Folia Magazine, Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD, Amsterdam.

Blinddoek

Het concept van eten in het donker is bedacht door Jorge Spielmann, een blinde predikant uit Zürich. Gasten die bij de Spielmanns aten droegen soms een blinddoek tijdens het eten, om hun solidariteit te uiten en te proberen Jorges wereld te begrijpen. Jorge merkte dat hun smaak en andere zintuigen door het dragen van de blinddoek versterkt werden, waardoor ze een plezieriger eetervaring hadden. Dat bracht hem op het idee voor een restaurant, dat hij opende in 1999.

FoliaMagazine

43


lezingenladder

het cultureel studentencentrum van de UvA & HvA

CREA RoeterSeiland Voor eenieder die geïnteresseerd is in lezingen en debatten is er de Folia Magazine-lezingenladder. Wij streven ernaar hierin de meest interessante lezingen en debatten in Amsterdam op één plek te verzamelen.

Transatlanticism at the Crossroads

Opgeruimd staat netjes

Duitsland Inst. WO 21/03, 10.00 uur

Programma over de beeldvorming over en het nut van zwaarder straffen. Een debat met experts en betrokkenen.

Heather Conley, senior fellow & directeur Europe Program bij het Center for Strategic and International Studies over de toekomst van transatlantische relaties, de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2012 en de economische crisis.

Escher and the Droste effect Amsterdam University College WO 21/03, 20.00 uur Wiskundige Bart de Smit vertelt over de wiskunde achter het grafische werk van M. C. Escher.

Mijn idee voor Nederland: Lodewijk Asscher De Balie WO 21/03, 20.00 uur PvdA-wethouder en gedoodverfd lijsttrekker Lodewijk Asscher presenteert zijn toekomstbeeld van Nederland.

De Balie VR 23/03, 20.00 uur

KNAW-symposium over voedsel en gezondheid Trippenhuis MA 26/03, 16.00 uur Topwetenschappers gaan in op de wetenschappelijke substantie van gezondheidsclaims van voedselproducenten.

The challenge of interdependency Auditorium VU MA 26/03, 18.00 uur Oprichter van Climate Change Capital, James Cameron, expert op het gebied van beleid gericht op klimaatverandering, spreekt over hoe de toenemenende afhankelijkheid van grondstoffen als voedsel, water en energie, het concept van natie en staat beïnvloedt.

Filosofie op de Zuidas: Robbert Dijkgraaf

It’s complicated

Amsterdam Bright City DO 22/03, 16.00 uur

Café Scientifique over liefde in de 21e eeuw. Met ‘wiskundemeisje’ Ionica Smeets over de wiskundige kant van de liefde en socioloog Cas Wouters over de sociologische kijk op veranderingen in de liefde.

Filosoof Ad Verbrugge gaat in gesprek met scheidend KNAW-president en universiteitshoogleraar Robbert Dijkgraaf over onder meer de integriteit van wetenschappelijk onderzoek.

Bitterzoet MA 26/03, 20.00 uur

Boek uit de band

Felix & Sofie: Over filosofie en literatuur

OBA VR 23/03, 10.00 uur

Felix Meritis DI 27/03, 20.00 uur

Conferentie over het maken van e-boeken. Met e-boek-experts, uitgevers en schrijvers als Tonnus Oosterhoff en Sidney Vollmer.

Hoe is de verhouding tussen filosofie en literatuur? Neerlandicus en filosoof Niels Cornelissen, cultuurcriticus Arnold Heumakers en literatuurwetenschapper Joost de Bloois houden een referaat en gaan in debat.

Privacycafé: Het Elektronisch Patiënten Dossier Felix Meritis VR 23/03, 17.00 uur Met een aantal deskundigen uit het veld wordt gekeken hoe beschermd patiëntengegevens op dit moment zijn in de gezondheidszorg en wat het nut en/of het gevaar is van het EPD.

44

FoliaMagazine

U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee

Adres: Nieuwe Achtergracht 170 Bereikbaar via de Sarphatistraat en de Plantage Muidergracht

Lezing

do 22/3 20.00 uur Alternatives to Privatisation With David McDonald (professor of Global Development Studies), Hilary Wainwright (editor of Red Pepper magazine in the UK) and Daniel Chavez (TNI Fellow). Admission: students free, others E 5,-.

debat

ma 26/3 20.30 uur

1798, 1814, 1848, 1917 Vier historici geven hun visie over welke Nederlandse grondwet het beste is. Welke bracht de grootste verandering teweeg? Met dr. Mart Rutjes (UvA), dr. Mathijs Lok (UvA), dr. Jouke Turpijn (UvA) en dr. Erie Tanja (Ministerie van Binnenlandse Zaken). Toegang: gratis voor studenten, anderen E 5,-.

MaSterclaSS do 29/3 20.00 uur P>LUX (1)

Twee professionals vertellen over de praktijk van de documentaire. Regisseur Ingeborg Beugel is vandaag de hoofdgast. Zij maakte onder andere een serie over de Tokkies en de succesvolle serie Geloof, Seks & (Wan)hoop over islamitische ideeën met betrekking tot seksualiteit en vrouwen in onze multiculturele samenleving. Toegang: gratis voor studenten, anderen E 5,-.

Muziek do 29/3 en vr 30/3 20.15 uurCREA Orkest Stravinsky & Schubert Programma: Stravinsky - Petrouchka, Schubert - 8e symfonie. Plaats: Dominicuskerk Amsterdam. Toegang: E 12,- Kortingsprijs studenten: E 8,-. Kaartverkoop: alleen aan de deur, drie kwartier voor aanvang concert.

graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje naar harmen@folia.nl onder vermelding van ‘Aanmelding lezingenladder’.

WWW.CREA.UVA.NL


overigens

In deze rubriek reflecteren wetenschappers op een actuele stelling.

Comazuipers laten bijdragen aan de kosten voor behandeling zal ze een belangrijk lesje leren. Maarten Pieter Schinkel hoogleraar Competition Economics and Regulation

Raoul Engelbert lector fysiotherapie

Wilma Scholte op Reimer lector Evidence Based Nursing

Maarten Pieter Schinkel ‘Het zal ze vast een lesje leren, maar ik ben het niet eens met het voorstel. Het suggereert dat de behandelkosten de zuiper afschrikken. Maar dat veronderstelt een mate van rationaliteit en een vooruitziende blik die comazuipers bepaald niet aan de dag leggen. Ze blijken immers bereid om de enorme hersenschade van overmatig alcoholgebruik voor lief te nemen. Het lijkt me een gevaarlijk voorstel. Pas als het tijd is om een ambulance te bellen, bedenkt de Bob in de vriendengroep zich dat dat veel geld kost. Uit angst om achteraf voor die kosten aansprakelijk gesteld te worden door de inmiddels handelingsonbekwame zuiper, zoekt die dan geen hulp. Dat is nog schadelijker, voor de zuiper en de maatschappij. En ik kan nog wel wat voorbeelden bedenken van roekeloos gedrag met medische kosten. Gaan we sportblessures ook verhalen op de fanatieke amateurvoetballer? Tegen comazuipen moet je opvoeden. Laat daarbij maar aansprekende beelden van hersenschade zien, zoals de afgeblazen vingers in die vuurwerkspotjes. Dat lijken me effectievere lesjes.’

Wilma Scholte op Reimer ‘Ik geloof er niets van dat een boete werkt tegen overmatig drankgebruik. Toch snap ik de gedachte wel, want die jongeren nemen grote risico’s. In die zin is het vergelijkbaar met mensen die extreme sporten doen en daarvoor een extra verzekering afsluiten. Maar bij de gedachte een “comazuipverzekering” in het leven te roepen, zie je waar die vergelijking mank gaat. Als je gaat skiën, calculeer je het hoge risico in. De jonge drinkers maken juist onbewust foute keuzes. Het zijn probleemgevallen en daar moeten we zorg voor dragen. Ik vind het ook hypocriet dat comazuipers er nu worden uitgepikt. Dat heeft vast te maken met het feit dat ze veel in de media zijn. Andere risicogroepen brengen veel hogere kosten met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan eetverslaving, waar steeds meer mensen aan lijden. Bovendien, de ziekenhuiskosten zijn zo hoog, die jongeren doen er jaren over om dat bedrag op te hoesten. Een boete voor ordeverstoring of openbare dronkenschap vind ik wel redelijk. Als het maar onderdeel is van een breder hulpverleningstraject.’

Raoul Engelbert ‘Ik ben het niet eens met dit idee. Gezondheidszorg is een recht voor iedereen, daar mag wat mij betreft niet aan worden getornd. Ook mensen die door eigen toedoen een beroep doen op medische zorg, hebben daar recht op. Waar leg je anders de grens? Mensen die te dik zijn, of te dun, die hard rijden en die roken, ze lopen allemaal moedwillig een hoger risico op fysieke problemen en doen vaker een beroep op de zorg. Wat mij betreft is het een ander verhaal als zuipende jongeren andere mensen overlast bezorgen met hun ongecontroleerde dronkenschap. Als ze herrie schoppen en zich zo gedragen dat er politie aan te pas moet komen, dan vind ik het alleszins redelijk om ze voor die kosten te laten opdraaien. Ouders zijn de sleutel tot het terugdringen van comazuipen bij jonge kinderen. Als mijn kinderen zich zo zouden misdragen zou ik ze daar flink op aanspreken. Jongeren die in het ziekenhuis zijn beland zouden met hun ouders een cursus of ander lestraject moeten volgen om ze te doordringen van de desastreuze gevolgen van drankmisbruik.’ yyy Marieke Buijs

FoliaMagazine

45


prikbord HvA DMR Roparun

DEM Lunchbijeenkomst

Dit jaar neemt een team van het domein Maatschappij & Recht deel aan de Roparun; een estafetteloop van 520 kilometer van Parijs naar Rotterdam met als doel geld ophalen voor mensen met kanker. Om het team te steunen worden medewerkers en studenten opgeroepen een lot van 2,50 euro te kopen. Met het lot maken deelnemers kans op een Mercedes. Het team als geheel kan ook gesponsord worden door een bedrag te doneren op naam van team 272, ‘HvA-team Maatschappij & Recht’. Dat kan via de volgende link: www. roparun.nl/teams/2012/272.html.

Reclamehistoricus Wilbert Schreurs zal tijdens een lunchbijeenkomst van alumnivereniging Hou’ & Trouw de culturele en maatschappelijke betekenis van de auto toelichten aan de hand van internationale reclamecampagnes. In automobielmuseum Louwman in Wassenaar zal de historicus ook een inleiding geven over de tentoonstelling ‘Blij dat ik rij’. Schreur is als onderzoeker en docent reclamegeschiedenis verbonden aan de VU. Hij schreef onder meer het standaardwerk Geschiedenis van de reclame in Nederland. Aanmelden kan tot 22 maart via www.houentrouw.nl.

DBSV Geld

DT Taalspreekuur

Onder het thema ‘Show me the money’ wordt op 25 april de zevende editie van de SM&O-summit gehouden. Tijdens het congres wordt gesproken over de vraag waar het geld nu eigenlijk zit in de sportevenementenwereld. Gastsprekers zijn onder meer Reinout Oerlemans, Durk Jan de Bruin en Susanne Piët. Verder zullen sportondernemers hun ervaringen delen met studenten, docenten en medewerkers van het domein. Voor het evenement worden nog medewerkers gezocht die willen optreden als vrijwilliger. Meer informatie is te vinden op het intranet van het domein.

Voor alle techniekstudenten is er een individueel taalspreekuur om taalvragen en taalproblemen te bespreken. Het spreekuur maakt onderdeel uit van het nieuwe taalbeleid van het domein. Het is ingesteld omdat bijna de helft van de groep studenten die instroomt een lager taalniveau heeft dan in de propedeuse van het hbo van ze wordt verwacht. Het studiesucces hangt nauw samen met de taalvaardigheid. Op maandag is het taalspreekuur van 16.00 tot 16.50 uur in A1.18; op donderdag van 16.00 tot 16.50 uur in A1.18.

DOO Lunchconcert

DMCI Masterbeleid

In het Kohnstammhuis wordt op maandag 26 maart een lunchconcert georganiseerd. Fraukje Weishaupt (klarinet), Irene Nuñez (altviool) en Mengjie Han (piano) zullen optreden. Zij zullen onder meer werk spelen van Wolfgang Amadeus Mozart en Ludwig Spohr. Het is het tweede concert uit een reeks die wordt georganiseerd in samenwerking met het Conservatorium van Amsterdam. Het concert is gratis voor medewerkers en studenten en buurtbewoners en loopt van 13.00 tot 14.00 uur. Een zitplaats kan gereserveerd worden op het intranet.

Het domein heeft nieuw masterbeleid opgesteld om het voor medewerkers aantrekkelijk en haalbaar te maken een master te behalen. Zo is het mogelijk dat het domein een deel van de kosten vergoed. Ook bestaat de mogelijkheid dat medewerkers voor langere tijd vrijgesteld worden van hun werkzaamheden. Het domein heeft zich als doel gesteld dat in 2014 68 procent van de medewerkers een master heeft behaald. Het nieuwe beleid moet daaraan bijdragen.

DG Research

HvA Meesterschapsdebat

Battle

Janneke de Vries heeft dinsdag de finale gewonnen van de HvA Research Battle. Met haar onderzoek naar soepelheid bij dansers won de docent fysiotherapie een reischeque ter waarde van tweeduizend euro. De publieksprijs, een iPad 2, ging naar Michel Knoppel van het Domein Economie & Management. Een eervolle vermelding ging naar bewegingsfysioloog Jan Willem Teunissen van het Domein Bewegen, Sport & Voeding. Hij nam de groeispurt bij kinderen onder de loep. Zie ook pagina 22.

46

ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl

FoliaMagazine

De educatieve faculteiten van de Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Windesheim, Hogeschool Inholland en Hogeschool Utrecht organiseren op 11 april het vierde Meesterschapsdebat over heterogeniteit in de grootstedelijke omgeving. Studenten, lectoren en politici debatteren over een aantal thema’s. Er zal onder meer besproken worden wat de gevolgen van de bezuinigingen op het passend onderwijs voor Amsterdam betekenen. Het programma start om 14.30 uur. Aanmelden kan tot 4 april, op hva.nl.


prikbord UvA

ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl

FNWI Comeniusprijs

FEB Karteltheorie

Scheidend president van de KNAW en universiteitshoogleraar Robbert Dijkgraaf krijgt de Comeniusprijs voor zijn ‘openhartig en gedreven optreden in de media en als groot pleitbezorger van goede vorming en onderwijs en verdere ontwikkeling van onderzoek en wetenschap’. De prijs is bestemd voor een persoon of organisatie die het gedachtegoed van de zeventiende-eeuwse Tsjechische wetenschapper Comenius laat doorklinken in deze tijd. Dijkgraaf ontvangt de prijs op 24 maart in het Comeniusmuseum in Naarden. Hij krijgt daar een in Bohemen geblazen kelk.

Promovendus Martijn Han heeft de Concurrences Thesis Award gewonnen voor zijn proefschrift Vertical Relations in Cartel Theory. Hij kreeg de prijs tijdens het jaarlijkse congres van het Institute of Competition Law. Martijn Han schreef zijn proefschrift bij het Amsterdam Center for Law & Economics en promoveerde cum laude. De jury prees het proefschrift over de verticale dimensie in mededingingsvraagstukken ‘voor de manier waarop de hoofdstukken een harmonieus geheel vormen’. Het proefschrift is te downloaden op carteltheory.com.

AMC Campus

BC Tom

Het AMC, de UvA, de HvA en de gemeente hebben het plan om minimaal vijfhonderd studentenwoningen te bouwen in de Bijlmer. Plan is om een zogenoemde ‘AMC campus’ te bouwen aan de Meiburgdreef, want Zuidoost moet van wethouder Freek Ossel meer studenten huisvesten. Dat brengt volgens hem namelijk ‘meer reuring’ in het gebied. De Bijlmer heeft te kampen met een slecht imago, daarom is aan studenten in een enquête gevraagd of ze überhaupt in Zuidoost willen wonen. Daaruit bleek dat 61 procent graag een woning in de buurt van het AMC wil hebben.

Tom Lanoye, schrijver van het Boekenweekgeschenk Heldere hemel, komt op 22 maart naar het museumcafé van de Bijzondere Collecties waar hij in gesprek gaat met uitgever Joost Nijsen en vormgever Ron van Roon over de vorm van het boek: hoe bepalend is de vormgeving voor het boek als literair werk en als commercieel product? En hoe beïnvloeden auteur, uitgever en vormgever elkaar bij de totstandkoming van de vormgeving? Tot en met 26 maart is ook een tentoonstelling te zien over Lanoyes boeken. Locatie: Oude Turfmarkt 129. Tijdstip: 17.00 uur.

FdR Top-subsidie

FGw Vriendschap

Hoogleraar informatierecht Bernd Hugenholtz heeft een zogenoemde TOP-subsidie van NWO in de wacht gesleept om onderzoek te doen naar alternatieve manieren om het auteursrecht te handhaven. Met het bedrag van rond de zeven ton gaan een promovendus en twee postdocs onderzoek doen onder zijn leiding. Volgens Hugenholtz wordt het hoog tijd dat er een nieuw auteursrecht komt. ‘Want het is inmiddels onbegonnen werk om het auteursrecht op internet staande te houden op de manier zoals dat nu gaat. En dan verliest het zijn legitimiteit in de samenleving.’

Op 23 maart is er een literatuurmiddag rond het Boekenweekthema ‘vriendschap in de literatuur’. Wetenschappers als Marita Mathijsen, Karel van der Toorn en Piet Gerbrandy behandelen deze middag ieder een vriendschap uit de wereldliteratuur. Het oudste voorbeeld daarvan is de vriendschap tussen Enkidu en koning Gilgamesj uit het Gilgamesj-epos. De vriendschap tussen Max en Onno in Harry Mulisch’ De ontdekking van de hemel is een voorbeeld uit onze tijd. Locatie: Spui25. Tijdstip: 13.00-17.00 uur. Toegang: € 29,-. AUV-leden en medewerkers: € 20,-.

UvA 71e

Acta Gelddieven

plaats

Vijf Nederlandse universiteiten staan in de top 100 van de wereld, waaronder de UvA. Dat blijkt uit de ‘World Reputations Rankings’ van het Britse tijdschrift Times Higher Education (THE). De UvA staat in de ranglijst op de 71e plaats. Naast de UvA staan in de top 100 de universiteiten van Delft (51), Utrecht (78), Leiden (87) en Wageningen (100). Daarmee staat Nederland derde als het gaat om het aantal universiteiten in de lijst, samen met Japan. Harvard University voert de ranglijst aan. Ook Berkeley, Cambridge en MIT staan hoog op de lijst.

Lanoye

Er zijn gelddieven actief bij de parkeerautomaten op het Acta-terrein. Op de parkeerplaatsen aan de Gustav Mahlerlaan lopen skimmers rond. Bij skimming wordt vóór de sleuf van de betaalautomaat een apparaatje geplaatst dat de magnetische strip op de pas kan lezen en kopiëren. De politie is op de hoogte en patrouilleert. Toch adviseert Acta iedereen die gebruikmaakt van het parkeerterrein goed op te letten. ‘Let op dat niemand kan meekijken als de pincode wordt ingetoetst en laat u niet afleiden. Waarschuw de politie als u iets verdachts ziet.’

FoliaMagazine

47


wasdom Voor de drank en de journalistiek Arthur van Amerongen Leeftijd: 52 (geboren op 4 november 1959) Beroep: Journalist en schrijver Studie: Semitische talen aan de UvA Afgestudeerd: 1991 Docent: ‘Professor doctor meester Ruud Peters, in mijn tijd hoofddocent Arabisch en islamitische studies. Ik heb veel vakken bij hem gevolgd, ben bij hem afgestudeerd en heb hem na mijn studie vaak gesproken en geïnterviewd.’ Locatie: ‘Het Spinhuis, want daar zat een café in het gebouw. De meest afschuwelijke locatie is trouwens het P.C. Hoofthuis. Ik kreeg er altijd hoofdpijn door het gebrek aan zuurstof.’ Café: ‘De Engelse Reet in de Begijnensteeg, maar ook House of Liquors in de Spuistraat. Dat laatste werd gerund door tante Kor, was bekleed met fluweel en had plek voor vier personen. Ik dronk er graag likeurtjes.’ Afknapper: ‘Er werd op de UvA totaal geen aandacht besteed aan schrijven en voordragen. Amerikaanse en Engelse studenten zijn daar veel beter in, omdat het er bij hen op de universiteit wordt ingeramd.’

48

FoliaMagazine


stage Hij studeerde Semitische talen en werd journalist en schrijver: Arthur van Amerongen.

‘I

k wilde graag in de journalistiek werken, maar kwam erachter dat je zonder academische achtergrond nergens binnenkomt. Daarom besloot ik op mijn zesentwintigste dat het maar eens tijd werd om te gaan studeren. Tot die tijd was ik voornamelijk bezig geweest met drank en drugs. Ik scheef me in voor Semitische talen omdat ik dacht daarmee gelijk aan de bak te kunnen in de journalistiek. De nadruk lag op Hebreeuws, Arabisch en Aramees. Ik was een van de eerste studenten die na zijn propedeuse een vrij doctoraal deed en dus een eigen vakkenpakket mocht kiezen. Vakken als Arabisch waren loodzwaar; voor een tentamen was ik drie maanden aan het blokken en dan was het nog niet eens zeker dat ik er een voldoende uit zou slepen. Daarom koos ik voor mijn doctoraal zo veel mogelijk vakken van studies als antropologie, sociologie en etnische studies. Voor die vakken kon ik in een uur een paper in elkaar flansen en dan had ik weer twaalf studiepunten gehaald. Zo had ik vrij snel al mijn studiepunten binnen en kon ik na drie jaar op kosten van de UvA een jaar in Israël studeren. Tenminste, ik was ingeschreven aan de universiteit van Jeruzalem, maar hoefde geen vakken te halen en heb dat jaar voornamelijk veel gezopen. In die tijd was het Midden-Oosten een hot onderwerp; er speelde veel en er was nog hoop dat er een oplossing zou komen. Ik kreeg dan ook gelijk: na mijn studie kon ik meteen naar Algerije om te schrijven voor onder andere De Groene Amsterdammer. Ik merkte dat ik met de titel doctorandus een voorsprong had op journalisten die bijvoorbeeld al twintig jaar in het Midden-Oosten

tekst Julie de Graaf / foto Bob Bronshoff

woonden, maar geen papiertje hadden. Ik verkocht mijn verhalen altijd en had weinig concurrentie, al was dat ook omdat ik hele rare verhalen maakte, die vaak politiek incorrect waren en met humor geschreven. Ooit heb ik op het punt gestaan om te gaan promoveren op de Europese islam, maar ik ben heel blij dat ik dat niet heb gedaan. Ik heb namelijk niets met het academische wereldje en na het schrijven van mijn boek Brussel: Eurabia kwam de islam mijn strot uit. Omdat ik in Nederland na de verschijning van dat boek niet meer aan de bak kwam bij mijn oude opdrachtgevers, heb ik de afgelopen vier jaar in een soort vrijwillige ballingschap doorgebracht in Zuid-Amerika. Als ik nu zou gaan studeren, dan zou ik zeker voor Spaans en Portugees kiezen. Hoewel het nog steeds moeilijk is om een verhaal te verkopen over Zuid-Amerika, gaat dat zeker veranderen. Er is daar namelijk nauwelijks crisis en in de landen waar er wel een crisis is, zeuren mensen niet en steken ze de handen uit de mouwen. Hoewel ik academici over het algemeen grijze muizen zonder humor vind, heb ik in mijn studententijd toch aardig wat promoties meegemaakt. Een promotieborrel is netwerken met heel veel gratis drank. Ik keek altijd in Folia naar de agenda met het lijstje promoties van die week en liep dan gewoon naar binnen. Eigenlijk was het een soort verantwoord party crashen. Je moet alleen wel zorgen dat je pas na het praatje binnenkomt, anders zit je eerst een uur naar saai geleuter te luisteren.’ yyy Het nieuwe boek van Arthur van Amerongen heet Mambo Jambo, gaat over zijn belevenissen in Zuid-Amerika en verscheen bij Nijgh & Van Ditmar.

Pieter Jens (23) Studie sport, management & ondernemen Stage Nederlandse Basketball Bond Verdiensten geen Beoordeling JJJJJ ‘Ik heb vroeger gebasketbald bij ABC Amsterdam. Tijdens de Ardennenweek, de introductie van mijn opleiding, raakte ik daarover aan de praat met een begeleidster. Zij had ook de opleiding sport, management & ondernemen gedaan en werkte voor de Nederlandse Basketball Bond (NBB). In de loop van het gesprek zei ze dat als ik ooit een stage wilde lopen, ik maar eens moest bellen. Dat heb ik gedaan, en zo kwam ik terecht bij Mark Schuurman. Hij gaat bij de NBB over topsport en werkt samen met het Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO). In een gesprek hebben we besloten dat ik me zou gaan bezighouden met een analyse en projectplan voor een toekomstig CTO mannenteam. Nu is er alleen nog een CTO vrouwenbasketbalteam, en op basis van de ervaringen daarvan onderzoek ik de mogelijkheden voor het opstarten van een mannenteam. De Amerikanen noemen ons de sleeping giants, omdat Nederlanders wel lang zijn, maar nauwelijks aan basketbal doen. Ik werk twee dagen in de week, onder begeleiding van Mark Schuurman. Hij heeft zelf de ALO gedaan en als topsportmanager is hij een goed contact om te hebben in de sportwereld. Het grootste gedeelte van de tijd werk ik aan het projectplan. Als dat klaar is wordt het afwisselender, dan ga ik ook praten met andere partijen en contacten van de NBB. Ik ben ook gevraagd om in de zomer manager te worden van het team onder de 16. Of ik ook in deze sector wil gaan werken weet ik nog niet, daarom geef ik deze stage vier sterren. Eerst wil ik me vol op mijn studie storten en dan zie ik wel of ik de sportwereld of het bedrijfsleven in wil.’ yyy Bob van Toor

FoliaMagazine

49


FoliaMagaz ine weekblad

voor HvA

en UvA

nr. 25 21/03/201 2

toehoorders

Burn-out Een studie is stressvol Pizzatest Elf pizza’s één winna , ar Research Battle Soepel zij n doet pijn

cover Martijn van de Griendt

Hoorcollege ‘Politieke theorieën’ door Meindert Fennema, donderdag 15 maart, 11.00 uur, Oudemanhuispoort tekst en foto’s Bob van Toor

De bes wel aardig t maar verdere niet bijster interessan te filos Rob Wijnb oof erg

colofon

Weekblad voor de HvA en

UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en

Laptops: 31 Tijd dat powerpoint weigert: 17 minuten Tijd die buurman doorbrengt op Facebook: 98 minuten Scrabblewoorden: utilitairisten, schadebeginsel, cultuurrelativisme, panopticum

A

ls we binnenkomen staan Fennema en een facilitair medewerker om de beurt ‘hallo, hallo’ in de microfoon te zeggen. Dan draait de docent zich naar de zaal en dirigeert iedereen vriendelijk naar de voorste rijen, en blijft dat gedurende het college ook monter bij iedere laatkomer doen. ‘Naar voren meneer! U mag uw pet ophouden, als u maar hier vooraan komt zitten.’ Fennema begint ontspannen met prettige basstem te vertellen over het liberale denken van James Mill en zijn zoon John Stuart. Als de powerpoint hapert, klikken mijn buren zonder uitzondering resoluut terug naar Facebook. Ook als het verhaal weer op gang komt, blijven de schermen door een soort cyclus zappen. NOS sport, Facebook, vk.nl, Facebook, twitter, de cijfers van het vorige tentamen, Facebook, en een enkele keer zelfs de collegeslides. Maar denk niet dat hier een ongeïnteresseerd publiek zit: de combinatie van politici in de dop en social media-adepten is vlijmscherp. Naar verluidt heeft Fennema na een vorig college flinke klachten gekregen toen hij licht cynisch over Antilliaanse hoeren sprak, en twitterende studenten verzorgen een doorlopende online recensie van zijn colleges. Als Fennema te politiek wordt (wat nogal eens gebeurt, Wilders passeert vier keer de revue), of als ‘een student hem eruit lult wat betreft vaderlandse geschiedenis’: het wordt meteen getweet. Je zou er als docent paranoïde van worden, maar Fennema – hoewel duidelijk geen fan van moderne techniek – blijft onverstoord kleurrijke anekdotes en memorabele voorbeelden aanhalen om het liberalisme te illustreren. Zoals over zijn docent die ooit een peniskoker meenam naar college en zijn studenten vroeg wie vond dat de drager ervan stemrecht zou moeten hebben. ‘Daar maakte hij zich in die tijd van de apartheid in Afrika niet populair mee, maar volgens Mill is het een terechte vraag. Maar: wat bedoelde Mill nu met “beschaafd”? Kan iemand met een laptop van Apple daar iets over zeggen?’ yyy

50

FoliaMagazine

Arwen van Stigt (21, politicologie)

‘Ik had over Fennema gehoord dat hij warrig college geeft, dat hij niet inspirerend was en lachwekkend slecht met moderne techniek. Toen hij begon dacht ik inderdaad: wat is dit? – vooral vanwege de manier waarop hij iedereen die binnenkwam persoonlijk aansprak. Dat was best uit de hoogte, zo creëert hij een afstand met de studenten. Maar uiteindelijk vond ik het toch een goed verhaal, hij weet wel te boeien.’

Havana (1996). Redactieadres Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD Amsterdam, telefoon 020-5253981, e-mail: redactie@folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Marieke Buijs, Luuk Heezen, Wim de Jong, Jeff Pinkster, Eva Rooijers, Gijs van der Sanden, Danny Schwarz, Bob van Toor, Annemarie Vissers, Clara van de Wiel, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee

Maarten Ketelaar (20, politicologie)

‘Aan de ene kant weet je nooit precies wat je aan Fennema hebt; andere docenten houden zich meer aan een puntsgewijs schema in colleges en maken duidelijk wat belangrijk is voor het tentamen. Aan de andere kant vertelt hij interessante verhalen, het blijft wel hangen. Sommigen houden er niet van, en vinden het vervelend dat hij mensen persoonlijk aanspreekt, maar ik vind het wel grappig.’

Asis Aynan, Bob Bronshoff, Roger Cremers, Emma Curvers, Fred van Diem, Marc Driessen, Julie de Graaf, Martijn van de Griendt, Marc Kolle, Denise van Leeuwen, JeRoen Murré, Annemiek Recourt, Won Tuinema, Tjebbe Venema, Fen Verstappen Eindredactie Harmen van der Meulen Correctie Martien Bos Opmaak Hannah Weis, Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn,

Kasper Goosen (18, politicologie)

‘Ik weet niet waarom, maar hij pikt altijd de Apple-mensen eruit. Verder is hij een relaxte docent. Het vak gaat over theorie, maar hij maakt het leuker met al die voorbeelden. Je kan alles wat op het tentamen komt ook in het handboek lezen, maar dat is gortdroog. Het feit dat hij veel onderzoek in het veld heeft gedaan over die theorieën maakt het levendig.’

Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider) Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl


deining ‘Tot nu toe heb ik binnen de HvA een goede pers. Het groepje docenten bij economie staat niet te juichen om mij, maar ik ben niet aangesteld om aardig gevonden te worden. Ik ben aangesteld om te verbeteren.’ Rector Jet Bussemaker zoekt haar vrienden niet op de werkvloer, in Intermediair. ‘Het is echt lekker werk. Dat ambachtelijke. De naald nét goed in het groefje doen, en dat je dan ziet dat een huid weer een beetje sappig wordt. Dat komt dan heel dor en droog binnen, met zo’n gerimpeld mondje. En dat maak ik dan weer juicy.’ Cosmetisch arts Floor Claus combineert in haar werk het nuttige met het aangename, in Elsevier. ‘Als er op de VU een computer niet werkte, kregen “de sukkels van de afdeling ict” de schuld. Hier is het: “Zie je wel, typisch de UvA.’” Docent sociologie Gerben Moerman legt uit dat kankeren op de UvA de norm is aan de UvA, in HP/DeTijd. ‘Er was een stilteruimte, ook door moslim­ studenten te gebruiken, maar deze werd door moslimstudenten al te opdringerig overgenomen, waardoor deze gesloten werd. Dit is ironie die de moslimstudenten blijkbaar ontgaat. Dit is het kenmerk van de kraker of bezetter: hij eist geen recht, maar een voorrecht.’ Schrijver Hafid Bouazza laat zich uit over de affaire-gebedsruimte, op vk.nl. ‘We reageren op beslissingen die al gevallen zijn. We staan dus steeds voor voldongen feiten.’ Studentenraadslid en student sociologie Ilios Willemars legt uit dat de medezeggenschap aan de UvA er een lastige manier van werken op nahoudt, in HP/DeTijd.

Opvallende quotes uit de afgelopen week van (voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien,

de lezer

In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.

Katja Mirck (22), media & cultuur, UvA ‘Folia Magazine pak ik eigenlijk altijd wel mee. De cover sprak me deze keer nog extra aan: ik hou zelf wel van fashion. Verder blader ik altijd meteen door naar ‘Drift’ en ‘Passie’: dat zijn mijn favoriete rubrieken. ‘Drift’ vond ik deze keer extra interessant, omdat die over een homoseksueel stel ging en ik zelf veel bezig ben met genderstudies. De ‘Passie’ over koffie was ook leuk. Ook ‘De adviesdienst’ neem ik altijd wel even door. Dat zijn allemaal korte stukken die je even snel tussendoor kunt lezen. Van de langere stukken lees ik er af en toe eentje. Deze keer vond ik het coverartikel over de bijbaantjes interessant om te lezen. Ik werk zelf in de horeca, en af en toe vraag ik me inderdaad wel eens af of dat nu wel zo zinvol is. Ook het stuk over de wetenschappers op televisie vond ik erg leuk. Dat sluit ook aan op mijn studie media & cultuur. Folia Magazine ziet er sinds de restyling heel mooi en professioneel uit. Het doet me altijd een beetje denken aan de PS van de Week, het zaterdagmagazine van Het Parool. Het is echt een blad dat ik voor mijn plezier even doorblader.’ yyy tekst en foto Clara van de Wiel

volgende week Debutanten moeten scoren

Startup award

Uitgevers geven zo veel mogelijk debuten uit, van schrijvers die vooral jong moeten zijn. Wat betekent dat voor de literatuur?

Een interview met initiatiefnemer Gijs Barends van de Folia Startup Award, een ondernemersprijs voor Amsterdamse studenten.

Bloggende wetenschappers

Leren van de beste

Blog-expert Ernst-Jan Pfauth kijkt hoe er wordt geblogd aan UvA en HvA.

De beste docenten van Domein Onderwijs & Opvoeding gaven college over goed lesgeven. Wat maakt een les goed?

mail het naar redactie@folia.nl.

FoliaMagazine

51


De centrale belangenbehartiger van Amsterdamse studenten

Een zwarte dag voor het hoger onderw캐s Laat zien dat je treurt om je vervlogen dromen

23 maart, 16.00 uur, de Dam. Kom in het zwart. www.ASVA.nl/zwartedag


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.