FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA
nr. 34 13/06/2012
Wij doen het beter dan de Amerikanen
(advertentie)
De centrale belangenbehartiger van Amsterdamse studenten
In 2002 maakte de tweefasenstructuur
te studeren. Veel studenten lopen
plaats voor het hoger onderwijssysteem
derhalve studievertraging op als ze
zoals we dat nu kennen: de bachelor-
naar het buitenland togen. In het
masterstructuur. Na tien jaar maakt de
licht van de langstudeerboete is
ASVA studentenunie de balans op. Heeft
dat geen prettig vooruitzicht. Het
deze vernieuwing in onderwijsland het
Nederlandse onderwijsbeleid komt
gewenste resultaat opgeleverd, of zijn de
hiermee dus flink in de knel met de
opbrengsten aan de magere kant?
Europese onderwijsambities.
De opzet van de huidige BaMa-structuur
Is de keuzevrijheid van studen-
komt voort uit het Bologna-verdrag, dat
ten vergroot dankzij het BaMa-
voorzag in een Europese onderwijsruim-
systeem? Vooralsnog zijn er weinig
te. Naast vrij verkeer van personen en
aanwijzingen die dit idee kracht
kapitaal zouden ook studiepunten in de
bijzetten. Universiteiten hanteren
vorm van de bekende ECTS verder reiken
veelal strenge ingangseisen voor
dan de landsgrenzen. Studeren in het bui-
studenten die elders een bachelor
jaar is duidelijk dat volgens ASVA deze
tenland zou met andere woorden aantrek-
hebben afgerond. Een schakelprogramma
doelstellingen niet gerealiseerd zijn,
kelijker en eenvoudiger moeten worden.
of premaster is vaak noodzakelijk om te
mede doordat er de laatste jaren flink is
Daarnaast was een van de doelstellingen
worden toegelaten tot een master die
bezuinigd op het hoger onderwijs. Maat-
van het BaMa-stelsel dat studenten na
niet geheel aansluit op de bachelor. Dit
regelen als de langstudeerboete en het
hun bachelor een grote keuze aan master-
schakeltraject kan, mits het meer dan 30
instellingscollegegeld druisen regelrecht
opleidingen voorgeschoteld kregen. Ten
ECs bevat, worden aangemerkt als tweede
in tegen de ambities van het BaMa-stel-
slotte zou het bachelordiploma in waarde
studie. Gevolg: een prijskaartje van
sel. Deze inconsistentie in het onderwijs-
moeten stijgen, waardoor het volgen van
10.000 euro en een grote drempel om een
beleid zorgt ervoor dat de doelstellingen
een master niet noodzakelijk is om de ar-
‘afwijkende’ master te doen.
van de BaMa-structuur voorlopig niet
beidsmarkt op te gaan. UvA-rector Dymph
zullen worden behaald.
van den Boom noemt de invoering van
Dan het bachelordiploma, dat studenten
de BaMa-structuur ‘cum laude geslaagd’,
de mogelijkheid zou moeten geven gelijk
13 juni – 10 jaar bachelor-master:
maar zijn de mooie beloften ook werke-
de arbeidsmarkt op te gaan. Dat dit stre-
mislukking of succes?
lijkheid geworden?
ven verre van is bereikt behoeft weinig
Het onderzoeksbureau van de ASVA stu-
uitleg. Bachelors zijn in de regel te breed
dentenunie verzamelde bijdragen van
Het internationale stelsel van bachelors
om als voorbereiding in het beroepsveld
verschillende experts op onderwijsge-
en masters heeft studeren in het buiten-
te kunnen fungeren. Masteropleidingen
bied over het slagen dan wel mislukken
land inderdaad vereenvoudigd, maar de
bieden deze specialisatie wel. Het is dan
van het BaMa-stelstel. In SPUI25 vindt
praktijk leert dat dit voor veel studenten
ook niet meer dan logisch dat studenten
een debat plaats met onder anderen
nog altijd een ingewikkelde opgave is. Zo
zich na hun bachelor verder willen verdie-
Jasper van Dijk (Kamerlid SP), Dymph
is het onderwijs op buitenlandse univer-
pen in hun vakgebied.
van den Boom (Rector UvA) en Peter
siteiten vaak zodanig anders ingericht dat
Kwikkers, die mede verantwoordelijk
het niet aansluit op vakken die in Neder-
Met het invoeren van de bachelor-mas-
was voor de invoering van het stelsel.
land zijn gevolgd en is er zelden ruimte
terstructuur werd flexibeler en toegan-
Datum: woensdag 13 juni. Tijd: 17.00
in het programma om in het buitenland
kelijker hoger onderwijs beoogd. Na tien
uur. Aanmelden kan via www.spui25.nl
inhoud #34
redactioneel Jongensdroom
Seks uit het boekje 6
Een tijdje geleden maakte ik een filmpje bij de HvA over wat studenten na hun studie aan de hogeschool van plan zijn te gaan doen. ‘Ik wil manager worden,’ antwoordde een economiestudent met een overduidelijk Noord-Hollands accent. In welke sector hij dat zou gaan doen, maakte hem niet uit; het managen was een doel, geen middel. Met meer dan achtduizend medewerkers is de HvA/UvA een van de grootste werkgevers van Amsterdam. Een onbekend aantal van deze groep werknemers is manager. Wat ze precies doen, is lang niet altijd duidelijk, maar het heeft vaak te maken met leidinggeven, plannen maken en controleren. Om de manager letterlijk en figuurlijk een gezicht te geven is onze fotograaf Danny Schwarz langs een groot aantal UvA- en HvA-locaties gegaan. Vanaf pagina 34 en op onze site kunt u zien wie toch die mensen zijn die de tegenwoordig kennelijk begerenswaardige positie van manager bekleden.
Seksuele voorlichting verschilt per land, en dat zie je terug in de meisjesblaadjes.
Mond open a.u.b. 12
Studenten gaan niet naar de tandarts, behalve als ze moeten.
Het rommelt bij FGw 24
Een dodenlijst van opleidingen zorgt voor onrust, maar decaan Van Vree blijft kalm.
Hersenmarketing 28
Wie wil wat kopen? Die vraag wordt tegenwoordig beantwoord door hersenonderzoek.
De managers 34
Ze zijn met velen, maar niemand kent ze. Het gezicht van de bureaucratie. Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl, @jimfjansen
en verder
(twitter)
de week/het moment/navraag 4-5 op de tong 9 passie 11 drift 17 objectief 18-19 opinie 20-22 Robbert Dijkgraaf 21 Fatihya Abdi 22 promoties 23 lezingenladder 27 overigens 31 Folia maakt kennis 32-33 prikbord 38-39 wasdom 40-41 stage 41 toehoorders 42 de lezer/deining 43
FoliaMagazine
3
de week Het regende prijzen.
Terwijl we ons nog aan het afvragen waren in hoeverre onze zojuist genuttigde lunch ons in contact met de aarde had gesteld, kwamen ons alweer twee andere prestigieuze prijzen van internationale allure ter ore: de Hedy d’Anconaprijs voor excellente zorgarchitectuur en de gouden Piet Kranenbergring – wie kent ’m niet? De eerstgenoemde prijs ging naar het nieuwe Actagebouw aan de Zuidas, en de tweede naar HvAdocent stedenbouw Anneke Treffers, omdat ze zich zo ingezet heeft op het gebied van ‘vastgoed in de brede zin in Groot-Amsterdam’. Na zo’n prijzenregen kon Folia natuurlijk niet achterblijven. Deze week werd voor de eerste keer de Folia Startup Award uitgereikt. Acht student-ondernemers presenteerden ieder een bedrijfsplan waarmee ze in de toekomst ongetwijfeld miljoenen binnen gaan harken. Wat te denken van witlofplantages in leegstaande kantoorpanden of digitale reclame op de wc.
4
FoliaMagazine
foto: NWO/Arie Wapenaar
H
et was bijna niet bij te houden afgelopen week: de lintjes, penningen, prijzen, medailles en andere eretekens vlogen ons om de oren. Om te beginnen was er natuurlijk Annemarie Mol, die de begerenswaardige Spinozapremie – de ‘Nederlandse Nobelprijs’ – in ontvangst mocht nemen. De UvA-hoogleraar antropologie van het lichaam kan een slordige 2,5 miljoen euro bijschrijven op haar rekening. Dat bedrag gaat ze vooral besteden aan het binnenhalen van jonge onderzoekers voor haar project ‘Het etende lichaam’. In de Volkskrant lichtte Mol haar onderzoek voor alle duidelijkheid eventjes toe: ‘Als je de wereld “eet”, verdwijnt het eten uit je omgeving, en wordt het onderdeel van je lichaam.’ Een belangrijk inzicht volgens Mol, want op die manier maken we deel uit van de aarde. Halbe ‘Valorisatie’ Zijlstra zal wel even een oogje hebben toegeknepen.
UvA-hoogleraar Annemarie Mol ontving afgelopen week de Spinoza-premie à 2,5 miljoen euro. Daar moet ze toch behoorlijk wat sperzieboontjes voor kunnen kopen. Die komen vast goed van pas bij haar onderzoek naar ‘Het etende lichaam’, waarin ze zich afvraagt wat het eigenlijk betekent om te eten. ‘Wie proeft en verteert, maakt deel uit van de wereld.’
haar’) van stal om de scriptieprijs te presenteren. Een man die grootheden als Yolanthe Cabau van Kasbergen-Sneijder en Jon Bon Jovi heeft geïnterviewd zet zo’n prijsuitreiking toch flink wat luister bij. Proficiat Ivo en alle andere prijswinnaars van deze week! yyy Eva Rooijers en Gijs van der Sanden
Goudmijntjes. Uiteindelijk zag de jury het meest in het plan van HvA-student Donald Vossen die digitaal pakpapier aan de man wil brengen. Omdat het in deze barre economische tijden niet zonder risico is om een onderneming te beginnen, kreeg hij een steuntje in de rug ter waarde van vijftigduizend euro. Wij van ‘De Week’ kregen uiteindelijk ook de smaak te pakken en willen bij dezen een prijs uitreiken aan de beste presentator van een prijs. En die prijs gaat naar… Ivo Niehe. De UvA trok deze Tros-coryfee (door Gerard Reve ooit kleurrijk omschreven als ‘een plastic lul met paarden-
11 juni 2012
tweet van de week @dirkpaul Dirk Paul Flach Ik wordt wel een beetje iebel van al die taaltoetsen. Waarom accepteren we zomaar dat het voorafgaande onderwijs kennelijk onder de maat is? https://twitter.com/dirkpaul/status/
HvA-student Donald Vossen (23) heeft de Folia Startup Award gewonnen met Wrap A Gift. De onderneming maakt het mogelijk digitale cadeautjes te verpakken. De student Communication & Multimedia Design krijgt 50.000 euro startkapitaal, professionele begeleiding én een eigen bedrijfsruimte in de Indische buurt. ‘Ik heb gewoon een eigen baan gecreëerd. Dit is echt fantastisch,’ aldus een uitzinnige winnaar vlak na de uitreiking in Pakhuis de Zwijger, afgelopen woensdag. yyy tekst Jeff Pinkster / foto’s Danny Schwarz
navraag Evelien van Doorn Na het succes van octopus Paul twee jaar geleden, duiken de voorspellende dieren dit EK overal op. In Amsterdam wordt vooral Pad Do, gelanceerd door studenten van de HvA, als orakel geraadpleegd. Evelien van Doorn (20, media, informatie & communicatie) is een van de padvinders.
Hoe is een voorspellende pad onderdeel van jullie studieprogramma? ‘Voor het vak media-ethiek wilden we in de praktijk bekijken hoe de journalistiek te werk gaat. Hoe beïnvloeden de media elkaar? Doen journalisten wel aan hoor en wederhoor? In de klas hebben we vervolgens gebrainstormd over een goede actie die we zelf konden lanceren. Ik had toen net iets gelezen over octopus Paul en zo kwam ik op het idee van een voorspellend EK-dier.’ Een dierenorakel, waar vind je zoiets? ‘Hij moest natuurlijk de aandacht trekken, dus we waren op zoek naar een onooglijk dier. Daarom zijn we naar reptielenspeciaalzaak
Animal Attraction gegaan en hebben gevraagd: “Hebben jullie een dier met voorspellende gaven?” Toen bleek daar al een tijdje een voorspellende pad actief te zijn met de naam Pad Do. Perfect, want die naam trekt ook de aandacht.’
Hoe gaat Do te werk? ‘We hebben het verhaal gelanceerd dat ze door haar gifklieren af en toe gaat hallucineren. Vervolgens plaatsen we haar in een bak waar ze kan kiezen tussen drie larven: twee bij de vlaggen van de spelende ploegen, en één in het midden voor gelijkspel. De larf die wordt opgegeten voorspelt de uitslag van de wedstrijd.’
Doet ze het een beetje naar behoren? ‘De eerste wedstrijd had ze goed, maar bij de uitslag van Nederland-Denemarken is ze de fout in gegaan: Nederland won volgens haar. Waarschijnlijk was ze wat van slag door de spanning en had ze daarom een bad trip. De voorspellingen van de dag erna klopten wel weer allemaal.’ En hoe zit het met de media? ‘AT5 zendt Do nu dagelijks uit. En verder is ze al bij RTL Nieuws geweest en heeft ze in Spits! gestaan. Bij dat artikel hadden ze gewoon een foto van een heel andere pad geplaatst.’ yyy Clara van de Wiel
FoliaMagazine
5
Seks en de blaadjes Boudewijn de Groot zong het al: ‘De seksuele voorlichting, dat is een zeer gewichtig ding.’ Maar de manier waarop die voorlichting tot stand komt verschilt nogal per land. Communicatiewetenschapper Suchi Pradyumn Joshi bekeek de verschillende benaderingen van seks in Amerikaanse en Nederlandse meisjesblaadjes. tekst Eva Rooijers / illustratie Pascal Tieman
D
rugs en prostituees. Dat waren de eerste twee woorden die de Amerikaanse promovenda Suchi Pradyumn Joshi te binnen schoten als ze aan Nederland dacht. Dat stereotype beeld van een losgeslagen land was lastig te rijmen met een filmpje dat ze als jonge student te zien kreeg bij het vak gezondheidscommunicatie. Daarin werd verteld dat Nederland wereldwijd een van de laagste percentages tienerzwangerschappen kent. Terwijl Amerika van de westerse landen het hoogste percentage tienerzwangerschappen telt. Bovendien bleken Nederlandse jongeren ook nog eens veel minder soa’s te hebben dan hun Amerikaanse leeftijdsgenoten. Hoe kan dit? vroeg ze zich af. Zou het antwoord misschien liggen in de verschillen in seksuele voorlichting? Op het merendeel van de Amerikaanse middelbare scholen bestaat seksuele voorlichting alleen uit de bezwering vooral geen seks voor het huwelijk te hebben, vertelt Joshi in haar werkkamer aan de Kloveniersburgwal, op een steenworp afstand van de rosse buurt. ‘Soms aangevuld met basale informatie over voorbehoedsmiddelen. Maar bijna nergens in de VS wordt zo uitgebreid aandacht besteed aan seksuele voorlichting als in Nederland.’
6
FoliaMagazine
In Amerika geen geklooi met komkommer en condoom en geen uitgebreide verhandelingen over geslachtsziektes. Maar ook geen aandacht voor de plezierige kanten van seks, wat volgens Joshi steevast onderdeel is van de Nederlandse lessen. Bovendien kunnen veel Nederlandse kinderen in meer of minder expliciete mate met hun ouders over seks praten. ‘Dat is in de VS zeldzaam,’ zegt Joshi.
‘Amerikaanse jongeren krijgen heel inconsistente signalen’ Haar interesse in het onderwerp voerde haar naar Nederland, voor promotieonderzoek. Ze onderzocht of die verschillende benaderingen van seks ook terugkomen in de tijdschriften die tienermeisjes lezen, zoals Fancy, Seventeen en Girlz!. Honderden heeft ze er doorgespit. Een blik op een stapel magazines leert dat er maar weinig is veranderd sinds vijftien jaar geleden, toen de verslaggeefster dit soort blaadjes verslond. Nog steeds prijken er frisse jonge vrouwen op de cover die hun hagelwitte tanden net iets te opgewekt bloot lachen. Op de beautypagina’s
krijgen meiden nog altijd advies over hoe je teennagels te lakken en ook de quizjes blijken immer populair. In CosmoGirl! kan je bijvoorbeeld aan de hand van zeven meerkeuzevragen checken of je er wel klaar voor bent om met je crush tussen de lakens te duiken. Een van de vragen die de meisjes op het juiste spoor moet brengen: ‘Een klasgenootje laat je de sekstape van Paris Hilton zien. Jij… A. kijkt en leert B. giechelt C. walgt.’ Ook de brievenpagina’s waar anoniempjes met hun meest prangende seksuele dilemma’s terechtkunnen, ontbreken niet. Sommige vragen lijken een onbeperkte houdbaarheidsdatum te hebben. ‘Wat doet die natte plek in de broek van mijn vriendje als ik met hem zoen?’ En: ‘Ik vind mijn beste vriendin leuk. Ben ik nu lesbisch?’ Met hier en daar een moderne variant. ‘Ik heb mijn borsten laten zien en mezelf gevingerd voor de webcam. Ik schaam me zo. Wat moet ik doen?’ De Amerikaanse tienerbladen lijken op het eerste gezicht van hetzelfde laken een pak. Toch vond Joshi opvallende verschillen tussen de manier waarop Nederlandse en Amerikaanse tijdschriften seks benaderden. ‘De risico’s en negatieve effecten van seks, zoals soa’s, verkrachting, fysieke pijn en tienerzwangerschappen,
komen vaker voor in de bladen in de VS.’ Joshi trekt een Cosmogirl US uit de stapels tijdschriften in haar archiefkast. Daarin staat het verhaal van Erica. Een meisje dat op haar veertiende verkracht wordt door een onbekende jongen. Ze schaamt zich zo dat ze het aan niemand vertelt. Negen maanden later denkt ze dat ze een blindedarmontsteking heeft, zo veel pijn doet haar buik. In het ziekenhuis krijgt ze ‘the surprise of her life’ als de dokter vertelt dat ze op het punt staat te bevallen. Daarnaast is er volgens Joshi in Nederland meer aandacht voor strelen als vorm van seks, terwijl Amerikaanse bladen bijna alleen aandacht besteden aan penetratie. ‘Nederlandse tijdschriften schrijven meestal dat het ook de bedoeling is dat vrouwen plezier beleven aan seks.’ In Amerika zijn artikelen als ‘Ten ways to please him between the sheets’ meer gebruikelijk. Hook-up culture Een van Joshi’s meest opvallende bevindingen is dat Amerikaanse tienerbladen veel meer schrijven over wat zij de hook-up culture noemt. Denk aan het meer losbandige werk als: onenightstands, summerflings en friends with benefits. De Nederlandse bladen schrijven juist vaker over seks binnen een serieuze relatie en benadrukken dat het belangrijk is om te vrijen met iemand op wie je echt verliefd bent. ‘Meisje met klotegevoel’ schreef bijvoorbeeld aan Girlz!: ‘Ik had hem afgetrokken omdat hij dat wilde, maar ik niet. Ik was bang dat hij boos of zo werd. Hij wilde eigenlijk al meteen vrijen – hij had zelfs condooms bij zich – maar ik heb dus nee gezegd. Ik ben pas 14. Ik vond het echt gewoon ranzig om te doen, en ik vond zijn spul vies. […]Ik vind het gewoon zo klote, vooral omdat ik niet verliefd op hem ben. Maar op iemand anders.’ Ze wil van Girlz! weten of ze het nu uit moet maken of niet. Het antwoord
FoliaMagazine
7
NL vs VS Suchi Pradyum Joshi onderzocht de meest gelezen meidenbladen in de periode 2006 t/m 2008.
Nederland Fancy, Cosmogirl! NL, Girlz! NL Verenigde Staten Seventeen, CosmoGirl! US, Teen
van het tijdschrift luidt: ‘Er zijn een heleboel redenen waarom je niet met hem door moet gaan. De eerste en belangrijkste: je bent niet verliefd op hem! En daarna: omdat je je gebruikt voelt, omdat je twijfelt aan de keuzes die je op dit moment maakt, omdat het je te snel gaat. […]’ Volgens Joshi is die nadruk op verliefdheid in het antwoord typerend voor de Nederlandse bladen. Terwijl jonge meiden in de VS bij wijze
van spreken op de ene pagina lezen dat het verliezen van je maagdelijkheid toch vooral een negatieve aangelegenheid is, om op de volgende bladzijde een stuk aan te treffen over hoe geweldig het is om een kortstondige zomerscharrel te hebben. Best verwarrend. Bovendien lijkt al die aandacht voor de hook-up culture in strijd met de conservatieve inborst van veel Amerikanen en de geheelonthoudingslessen die jongeren op de middelbare school krijgen. Terwijl de nadruk op liefde en serieuze relaties in het vrije Nederland ook verrassend te noemen is. ‘Het lijkt inderdaad enorm tegenstrijdig,’ beaamt Joshi. Toch ziet ze een rode draad. ‘Amerikaanse jongeren krijgen heel inconsistente signalen. In videoclips, films en televisieseries
‘Op school leren ze dat je moet wachten’ hebben jongeren continu seks. Maar op school leren ze dat je moet wachten tot het huwelijk. Precies die inconsistente signalen zie je terug in de tienerbladen. Nederlandse tieners krijgen daarentegen juist een heel consequente boodschap mee. Seks is fijn, maar doe het pas als je er echt aan toe bent, doe het veilig en bij voorkeur met iemand van wie je houdt. Dat zie je ook terug in de Nederlandse bladen.’ Of dat ook de reden is dat in Nederland relatief veel minder tieners zwanger raken, heeft Joshi niet onderzocht. Maar ze denkt dat de pragmatische Nederlandse aanpak er vast iets mee te maken heeft. ‘Wat dat betreft kunnen we in de VS nog heel wat leren van Nederland.’ yyy Suchi Pradyumn Joshi promoveerde 7 juni op haar proefschrift Adolescent Sexual Socialization & Teen Magazines: A CrossNational Study Between the United States and the Netherlands.
foto Ward Kuipers
op de tong
Pinsa’s
Spaarndammerstraat 772 (West)
T
oen deze moeder en zoon (kan het Italiaanser?) zich jaren geleden vestigden in de Spaarndammerstraat spraken ze geen woord Nederlands of Engels. Intussen zijn ze verhuisd naar een groter pand aan de overkant en spreken ze
Pasta maken
Neem 600 g bloem tipo 00 en zes grote eieren. Doe de bloem in een kom. Maak een kuiltje in het midden en breek daar de eieren in. Klop ze glad. Meng de eieren en de bloem beetje voor beetje door elkaar tot alles goed gemengd is. Kneed het tot een bal deeg. Als je eenmaal een bal deeg hebt, moet je die met je handen verder kneden, anders wordt je pasta bij het koken zacht en slap in plaats van elastisch en al dente. Als het deeg zacht en glad aanvoelt is het klaar.
Engels. Het begon met afhaalpizza’s en -pasta’s en zelfgemaakt ijs en breidde langzaam uit tot het smakelijkste en meest sympathieke restaurant van de buurt. De aankleding is eenvoudig: simpele keukentafels met keukenstoelen. De specialiteit is pizza.
Film e Pizza
Bij bioscoop Kriterion en pizzeria de Pizzabakkers kun je voor € 13,50 pizza eten en naar de film. Een goede combinatie, weet ook de Amerikaanse kooksite Chow.com. Zij stelden onder het kopje ‘Slice of Life’ een lijst samen van tien beroemde pizzamomenten in films, met daarin klassiekers als Wayne’s World, Manhattan, Goodfellas, Dog Day Afternoon en Saturday Night Fever. De bekende pizzaliefhebbers de Teenage Mutant Ninja Turtles schitteren door afwezigheid.
Die wordt met de beste, veelal biologische ingrediënten bereid. Moeder en zoon hebben hun opleiding tot pizzabakker in Rome voltooid, dus we eten pizza op z’n Romaans. Daarnaast serveren ze heerlijke ravioli en een aantal andere pasta’s en vleesgerechten. Op de kaart staat bij de wijnen een advies bij welk gerecht ze lekker smaken. De pizza’s kosten tussen de tien en vijftien euro, wat niet duur is voor de kwaliteit die je krijgt. In de bediening en keuken werken studenten uit alle windrichtingen. Niet iedereen spreekt Nederlands en de bediening is niet erg professioneel, maar wel heel aardig. Voor kinderen hebben ze in het nieuwe pand een kinderkamer vol speelgoed gemaakt. Ik weet uit ervaring dat eten met kinderen soms lastig is. Hier is het een feestje voor iedereen. De kamer is afgesloten, dus de andere gasten hebben er geen last van. Het kindermenu bestaat uit kleinere pizza’s en lekkere, biologische appelsap. En met een beetje geluk is er huisgemaakt ijs. Het leuke van deze zaak is dat ze ook workshops pizza bakken, verse pasta en ijs maken geven, waarbij je zeker weet dat je het van een kenner leert. yyy Minou van Beurden Folia Magazine ontvangt graag je restaurantrecensie en vergoedt tot € 50,-. Maximaal 270 woorden, (suggesties voor de) kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail je recensie naar redactie@folia.nl. Stuur je bon naar Folia Magazine, t.a.v. Stephanie Gude, Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD, Amsterdam.
Mamma mia
Zeven op de tien ongetrouwde, Italiaanse mannen boven de 35 wonen nog bij hun ouders en een op de drie Italiaanse mannen ziet zijn moeder elke dag. In een cultuur waar veel vrouwen thuis blijven is dat niet vreemd. Een zoon ziet zijn buitenshuis werkende vader gemiddeld vijftien minuten per dag, terwijl hij uren doorbrengt met zijn moeder. Dat is de reden dat Italiaanse mannen zo vaak met hun moeder spreken, zelfs als ze het ouderlijk huis hebben verlaten.
FoliaMagazine
9
(advertenties)
Kom werken bij de leukste kaartenwinkel van Nederland Bij Greetz zijn we altijd op zoek naar flexibele oproepkrachten voor ons distributiecentrum. In het distributiecentrum maken we alle kaarten en cadeaus klaar voor verzending naar ontvangers in Nederland én daarbuiten. Klinkt een afwisselende job in een dynamische omgeving die perfect te combineren is met je studie jou als muziek in de oren? En ben je flexibel inzetbaar, betrouwbaar, zorgvuldig én enthousiast? Dan zijn we op zoek naar jou!
Folia maakt kennis... ...met
Geleyn Meijer
Voorzitter domein Media, Creatie & Informatie
Stuur je motivatiebrief en CV naar jobs@greetz.com
Woensdag 13 juni tussen 16.00 en 17.00 uur in de OBA (Oosterdokskade 143)
Greetz is gevestigd op loopafstand van metrostation Overamstel. Kijk voor meer informatie over Greetz op www.greetz.nl
Live te beluisteren op AmsterdamFM (106.8 in de ether en 103.3 op de kabel)
Vanaf 14 juni terug te luisteren op
www.foliaweb.nl
20 juni • Peter van Gorsel (ex-domeinvoorzitter HvA)
Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam Amsterdam FM.nl de stem van de hoofdstad
folia-greetz 120605.indd 1
08-06-2012 08:52:42
passie Molens Jippe Kreuning (19, bèta-gamma, variant biologie) groeide op in een molen, en werd op zijn achttiende de jongste molenaar van Nederland. Later wil hij zijn eigen molen. ‘Ik ben opgegroeid in een Noord-Hollandse Binnenkruier. Kruien is de wieken naar de wind richten. Veel mensen denken meteen aan een molen om meel te malen, maar onze molen pompte een polder droog. In de zeventiende eeuw had je voor alles een molen: zaagmolens, papiermolens, zelfs boormolens om gaten in de kanonnen van de VOC te boren. Toen mijn vader me opgaf voor de molenaarscursus had ik er geen zin in. Ik was zestien en vond die molen maar een oud, vies ding. Maar na een tijdje greep het me. Er zijn een paar lesmolens in Nederland en je krijgt een molenmentor. Thuis kon ik oefenen, je moet veel draaiuren maken. Het examen was best moeilijk: je moet twee dikke boeken uit je hoofd kennen en weten hoe alle onderdelen heten – allemaal van die oud-Hollandse namen – en je wordt een halve meteoroloog. Het praktijkexamen was in een molen bij Hoorn. Dan staan er zes oude mannen met baarden vragen op je af te vuren: stel de wind komt van daar, en die breekt af, wat doe je dan? Ik kon ze nauwelijks verstaan. Sinds ik in Amsterdam woon moet ik het zonder molen stellen. Als ik bij mijn ouders ben leef ik me uit, ik help af en toe bij molens op open dagen en ik werk in het Zuiderzeemuseum als vrijwilliger in een klein rotmolentje. Het mooist vind ik dat ik als er oude mensen komen kijken, ze iets kan uitleggen over vroeger, in plaats van andersom. De gemiddelde leeftijd onder molenaars is heel hoog; er zijn maar iets van vijf jongens van mijn leeftijd die het ook doen. Over twintig jaar is er bijna niemand meer om al die molens te bedienen, en een molen zonder molenaar zakt uiteindelijk in elkaar. Dus mijn tijd komt wel.’ yyy tekst Bob van Toor / foto Fred van Diem (genomen in het Zuiderzeemuseum)
FoliaMagazine
11
Wees niet bang voor de stoel Komt het door geldgebrek, angst, of luiheid? Veel studenten gaan nooit naar de tandarts, terwijl de met suiker en drank gevulde studentenjaren toch ernstige schade aanrichten aan een gebit dat nog wel een halve eeuw mee moet. Drie studenten doen hun mond open. tekst Bob van Toor / foto’s Danny Schwarz
S
tudenten zijn notoire wegblijvers van tandarts, kaakchirurg en mondhygiënist. Met de verhuizing naar een studentenstad eindigt vaak de halfjaarlijkse controle van het gebit, en na vier of vijf jaar struisvogelpolitiek (‘als het geen pijn doet is er vast niks aan de hand’) is de schade vaak flink opgelopen. Tandarts Michiel Allessie weet dat als geen ander: vijftien procent van de studenten in zijn praktijk heeft tien gaatjes of meer. Het idee om speciaal met studenten te gaan werken kreeg Allessie toen hij een praktijk had in de Jordaan. ‘Daar zag ik vooral yuppen die allemaal drie, vier jaar niet geweest waren, sinds ze begonnen waren met hun studie. Daarbij moesten we veel aan sanering doen. Het verbaasde me dat hoogopgeleide mensen niet weten dat ze regelmatig naar een tandarts moeten gaan.’ Op aanraden van Peter Vonk, hoofd van het Bureau Studentenartsen van de UvA en patiënt in zijn tandartspraktijk, besloot Allessie Studentist op te richten: een tandartspraktijk exclusief voor
12
FoliaMagazine
studenten, met studentikoze prijzen. ‘We zijn de goedkoopste praktijk van Nederland,’ zegt Allessie. ‘Dat kan omdat we niet alle apparatuur hoeven aan te schaffen. We kunnen hier bijvoorbeeld geen protheses maken.’
‘Kijk eens wat ik van één tand af haal?’ Met verloren schaapjes Adinda, Dylan en Job (respectievelijk drie, vier en bijna vijf jaar weggebleven) treden we het efficiënt ingerichte gebouw aan de Nieuwe Doelenstraat binnen. Dylan mag als eerste bij de balie komen. ‘Wat studeer je? Antropologie, leuk! Weet je al wat je daarmee wil doen?’ Merel Jacobs, naast haar werk bij Studentist ook student Europese studies, weet zenuwachtige patiënten kundig af te leiden terwijl ze hun gegevens in het systeem opneemt. Vanaf nu krijgt Dylan elk halfjaar een oproep per mail om terug te komen.
Ook de tandartsen zelf hebben geleerd dat een directe, maar persoonlijke benadering bij studenten het best werkt. ‘Je hebt flink wat tandsteen,’ zegt tandarts Laura Jacobs als Adinda in de stoel ligt. ‘Kijk eens wat ik van één tand af haal? Ik denk dat jouw probleem meer ligt in ontstoken tandvlees dan gaatjes. Daar moeten we wat aan doen, anders kan het chronisch worden.’ Ondertussen neemt Allessie Job onder handen. ‘We praten veel met de studenten,’ zegt hij. ‘Vroeger in de Jordaan kreeg ik patiënten die zeiden: kun je die kies maken? Nu zeg ik daarop: “Ja, maar weet je ook hoe het probleem is ontstaan?” Het fijne aan studenten is dat ze adviezen vaak ook opvolgen, vindt de tandarts. ‘Daardoor voel ik me gewaardeerd, anders is een tandarts soms een soort garage.’ Na afloop ogen de studenten ontspannen, al heeft Dylan meteen twee spoedafspraken. Ze zijn blij dat ze weer geweest zijn. Dylan laat een gratis tandenborstel in zijn jaszak glijden. ‘Ik ga mijn leven beteren,’ zegt hij vroom.
Is dat verzekerd? Sinds 2011 zijn alle tandheelkundige behandelingen voor patiënten boven de 17 jaar uit het basispakket van de zorgverzekering verdwenen. Om bijvoorbeeld een wortelkanaalbehandeling vergoed te krijgen moet je een aanvullende verzekering afsluiten. De eerste afspraak bij Studentist kost tussen de € 50,- en € 120,- omdat bijvoorbeeld ook röntgenfoto’s worden gemaakt, daarna is een periodieke controle € 19,50.
Adinda van der Hoeven (22) culturele en maatschappelijke vorming Niet geweest sinds ‘Drie jaar geleden ongeveer? Ik weet het niet precies.’ Waarom ‘Ik ben niet meer gegaan sinds het moment dat mijn moeder vond dat ik oud genoeg was om zelf afspraken te maken bij de tandarts. Maar dat deed ik dus niet, ik denk uit luiheid.’ Poetsen ‘Twee keer per dag, ik flos nooit.’ Favoriete snoep ‘Ik denk dat het bij mij niet aan snoep zal liggen, maar ik drink best veel frisdrank en wijn, dat is ook niet erg goed.’
Voor ‘Ik ben bang dat het niet zo goed gaat met mijn gebit. Ik heb nergens last van, maar ik gok wel op een paar gaatjes.’ Denkt twee gaatjes Na ‘Ik had geen gaatjes, maar wel drie opkomende. Ik bleek wel ontstoken tandvlees te hebben, dat had ik totaal niet door. Ik ga een afspraak maken bij mijn oude tandarts, denk ik. Ik ben wel blij dat ik gegaan ben en ik ben erg opgelucht dat mijn verstandskiezen er niet uit hoeven.’
FoliaMagazine
13
Job van Ballegoijen de Jong (26) rechten Niet geweest sinds ‘Ik denk dat het 2007 of 2008 was. We kunnen het mijn tandarts in ieder geval niet meer vragen, die is inmiddels met pensioen. Ik ben in 2010 nog wel eens bij een kaakchirurg geweest voor een controle van een kaakoperatie uit 2004. Die heeft toen ook in mijn mond gekeken en leek niet erg te schrikken.’ Waarom ‘Als ik een tandarts ging zoeken dacht ik de ene keer: ik weet niet welke goed is; de volgende keer las ik in de media dat tandartsen zulke lange wachtlijsten hebben. En dan maakte ik toch weer geen afspraak.’ Poetsen ‘Twee keer per dag. Flossen heb ik
14
FoliaMagazine
een week geprobeerd, maar dat is niet aangeslagen. Ik heb nog nooit klachten gehad over slechte adem.’ Favoriete snoep ‘Ik snoep heel weinig, als ik met een pistool op m’n hoofd moet kiezen, dan maar een lolly.’ Voor ‘Ik hoop dat ik niets heb, maar vrees van wel. Een gaatje zou niet zo heel raar zijn, mensen die elk halfjaar gaan krijgen die ook. Ik hoop dat ik geen kunstgebit hoef.’ Denkt één gaatje Na ‘De tandarts was onder de indruk van hoe lang ik niet geweest was, veel langer dan het
gemiddelde van twee, drie jaar onder studenten. Dat is toch een compliment. Verder vond hij dat ik een goed gebit heb, maar ik moet meer flossen. Ik heb drie kleine gaatjes. Als die verholpen zijn ga ik mijn tanden laten sealen, dan doen ze er een beschermend laagje op. Ik vroeg: “Moet er worden geboord, en doet dat pijn?” Toen zei de tandarts: “Ik ga je wel verdoven, hoor.” Maar ik ben juist het meest bang voor die naald met verdovingsmiddel.’
Dylan Henebury (23) antropologie Niet geweest sinds ‘Ik in Amsterdam woon, zo’n vier jaar.’ Waarom ‘In Groningen ging ik naar de tandarts van mijn ouders, dat vond ik geweldig: ik had nooit wat. Toen ik verhuisde heb ik geen nieuwe gezocht, maar maakte me wel steeds meer zorgen. Ik bijt op mijn nagels, en toen ik een keer uitschoot schraapte ik per ongeluk een stuk tandvlees weg. Het kwam niet meer terug, dus ik dacht: dit is het moment om naar de tandarts te gaan. Maar inmiddels vertrok ik bijna naar India voor zeven maanden, en zelfs mijn moeder vond dat ik maar na mijn reis moest gaan.’
Poetsen ‘Eén keer per dag, alleen ’s avonds. Ik flos niet.’ Favoriete snoep ‘Van alles, het hangt van mijn bui af. Als ik dan toch moet kiezen, dan Snickers. Maar als je eenmaal zo’n zak mini’s hebt leeggegeten duurt het wel een maand voor je er weer zin in hebt. En ik rook en drink.’ Voor ‘Ik denk niet dat ik gaatjes heb. Dat zou je toch moeten voelen? Ik weet eigenlijk niet eens of mijn verstandskiezen er al zitten. Maar ik vrees meer voor de financiële consequenties dan voor mijn tanden zelf.’ Denkt nul gaatjes
Na ‘Twee gaatjes die direct attentie nodig hebben en vijf beginnende. Ik moet vaker poetsen en flossen of desnoods tandenstokers gebruiken – maar ik kan me nauwelijks voorstellen dat ik het deze keer wel vol ga houden. Die verstandskiezen bleken er wel degelijk te zitten, de onderste twee zitten helemaal vast. Eén komt in de buurt van een zenuw, dus ze moeten allebei worden getrokken. Ik moet volgende week terugkomen. Het moest gebeuren, ik ben blij dat ik gegaan ben.’ yyy
FoliaMagazine
15
DO DE e E
1
1
UW
01
TR
O
N LE
GOE
(advertenties)
2
welzijn en cultuur
Mede mogelijk gemaakt door het UAF
Het UAF helpt al 60 jaar hoger opgeleide vluchtelingen om zich hier te ontwikkelen door studie. Voor duizenden getalenteerde vluchtelingen hebben we dat al mogelijk gemaakt: artsen, ingenieurs, economen, juristen en vele anderen. We zijn trots dat dit is beloond met de 1e plaats in het Trouw-onderzoek naar de prestaties van 800 goede doelen. Ook nieuw gevlucht talent willen wij de kans geven zich te ontwikkelen. En dat kun jij mede mogelijk maken! Kijk op www.uaf.nl
TWEEDEGRAADS LERAAR WORDEN?
olia-100x128mm.indd 1
30-01-12 10:35
OPEN AVOND 19 JUNI
CREATING TOMORROW
HVA ONDERWIJS EN OPVOEDING
Binnen een jaar de populairste van de klas. Heb je tijdens je studie ontdekt dat je het leuk vindt om jouw vakkennis over te dragen aan anderen? Met de praktijkgerichte kopopleiding Tweedegraads Leraar voor hbo- en wo-bachelors heb je binnen een jaar al je tweedegraadsbevoegdheid. En kan je als docent aan de slag. Kijk voor meer informatie op www.hva.nl/kop of kom naar de open avond op 19 juni.
illustratie Denise van Leeuwen
drift
Naar het donker van de club
D
iederik (25), student geneeskunde: ‘Ik ben mager, verlegen en zie er jonger uit dan ik ben; onder mijn vrouwelijke medestudenten ben ik niet echt een succesnummer. In de homokroegen word ik daarentegen warm onthaald. Ze vinden me knap, sexy, een trofee zelfs. En hoewel de gedachte aan seks met een man me niet aanstaat – me beangstigt misschien wel – laat ik me graag als trofee meevoeren. Tot aan de fiets in ieder geval, waar we zoenen. Ik vind het een stomme vraag. De vraag naar wat je bent. Alsof een seksuele identiteit – die volgens mij minstens net zo complex is als iemands emotionele of rationele identiteit – in een enkel antwoord te vatten is. Alsof je aan de hand van de woorden hetero, homo of bi weet wat iemand lekker vindt, en mooi, waar iemand opgewonden van raakt en tegen wie iemand ’s nachts graag aankruipt. Ik weet niet wat ik ben. Ik weet dat ik hou van het mollige lichaam van mijn vriendinnetje, van haar lange haren, van hoe haar lichaam voelt wanneer we samen in bed liggen. Maar ik weet
ook dat ik een deel van mezelf zou ontkennen wanneer ik niet ook de spanning kan opzoeken van de mannenclubs. Wat maakt dat mij? Ik weiger om een etiket op mijn keuzes te plakken, net zoals ik weiger om er verantwoording over af te leggen. Er zijn een paar mensen die weten van mijn uitspattingen. En na de initiële verontwaardiging over het bedrog tegenover mijn vriendin, na de eerste verbijstering over
‘Ik weet niet wat ik ben’ het feit dat deze vormelijke jongen blijkbaar heimelijk zijn verzet zoekt in de Amsterdamse homoscene, accepteren zij het stuk voor stuk en weet ik mijn geheim veilig. Gelukkig maar, want er is geen haar op mijn hoofd die erover peinst mijn vriendin te bekennen dat ik wekelijks met mannen zoen. Netzomin als ik erover peins om ermee te stoppen. Ik speel cello in het studentenorkest, geef bijles en ben een prima student. Ik kleed me graag keurig, hou van klassieke muziek en zie mezelf
later zeker trouwen en een gezin stichten. Dat is wat ik ben. Maar als ik me te lang naar dat keurige keurslijf heb gevormd, als ik me te lang geconformeerd heb aan de vriend die ik voor mijn vriendin wil zijn, aan de keurige student op wie mijn ouders trots zijn, dan moet ik me ontworstelen. Dan moet ik naar het donker van de club, naar de vrolijke en ongecompliceerde spanning die heerst onder zo veel mannen bij elkaar. Ik hou van de aandacht die ik krijg, van het gemak waarmee er contact gelegd wordt en van de gretigheid waarmee er gekust wordt. Ingewikkeld natuurlijk – en vooral niet helemaal eerlijk – maar dat is evengoed wie ik ben. yyy Fen Verstappen
De naam van de geïnterviewde is op zijn verzoek gefingeerd. Wil je ook meedoen aan deze rubriek, mail dan een korte motivatie naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
17
18
FoliaMagazine
Het laatste avondmaal Militarisme is onlosmakelijk verbonden met Israëlische kunst en cultuur. Dat stelt Noa Roei in haar dissertatie Shifting Sights, Civilian Militarism in Israeli Art and Visual Culture, waarop zij 14 juni promoveert. De militaire en de civiele sfeer lopen in elkaar over, stelt Roei, en het leger heeft een fundamentele impact op de Israëlische identiteit, cultuur en maatschappij. Een van de werken die Roei noemt is ‘Untitled (Last Supper)’ van de beroemde Israëlische fotograaf Adi Nes. Geïnspireerd op Leonardo
objectief da Vinci’s ‘laatste avondmaal’, maar dan met soldaten in de rol van Jezus en zijn discipelen, en met nagenoeg dezelfde compositie als het beroemde vijftiende-eeuwse fresco. Een duidelijk eerbetoon aan de grote meester, maar met bepaalde aanpassingen die volgens Roei wijzen op een ‘kritische dialoog met het verleden’. Zo voegde Nes een geïsoleerde veertiende figuur toe aan de compositie, als enige staand en met de letters Z.H.L. op zijn borst – de afkorting voor het Israëlische verdedigingsleger. Door de
scène naar het hier en nu te verplaatsen laat de kunstenaar niet alleen zien dat de discipelen ook ooit Joodse soldaten waren, stelt Roei, maar ook dat de hedendaagse soldaten tegelijk gedoemd en verlost zijn door hun geloof in Jezus. De kunstenaar speelt, aldus Roei, met connotaties als broederschap, loyaliteit, heroïek en een wisse dood. We zouden bijna vergeten dat het ook gewoon een prachtig kunstwerk is. yyy tekst Mirna van Dijk / foto Adi Nes (Israël, 1966), Untitled (Last Supper), 1999, collectie The Israel Museum, Jerusalem
FoliaMagazine
19
opinie
In Europa is het altijd crisis De goede aspecten van de Europese samenwerking verdienen meer aandacht, vindt Menno Spiering. illustratie Marc Kolle
I
n Engeland worden regelmatig romannetjes gepubliceerd waarin de totale teloorgang van de Europese Unie wordt beschreven. Een recent voorbeeld is The United States of Europe, van Ken Jack. Het Verenigd Koninkrijk wil zich afscheiden van een failliet en dictatoriaal Europa, maar dit wordt door Brussel niet op prijs gesteld. Euro-soldaten stromen door de Kanaaltunnel het land binnen en moorden er lustig op los. Lekker griezelen over Europa. Ik sluit niet uit dat dit soort verhaaltjes ook in Nederland geschreven gaat worden, wellicht met hordes Polen in plaats van Euro-soldaten in de hoofdrol. Het goede nieuws dat te melden is over Europa wordt nauwelijks gehoord. Een gezamenlijke markt, vrij verkeer van goederen en burgers, een begin van een gezamenlijke aanpak van criminaliteit, een stabiel ‘Oost-Europa’, studenten die met behoud van studiefinanciering kunnen studeren waar ze willen. En natuurlijk een afwezigheid van grote oorlogen voor een nu al onwaarschijnlijk lange periode. Het is in toenemende mate bon ton te suggereren dat het Europese samenwerkingsproject nooit meer heeft gediend dan het eigenbelang van de lidstaten en hun politieke elites. Het is het bericht van menig docent aan de jonge student die naĂŻef
20
FoliaMagazine
Dijkgraaf
Drie kwartier uit een boekje napraat dat de wens van ‘nooit meer oorlog’ de grondslag vormt van het moderne Europa. Alle Menschen werden Brüder, zo willen Friedrich von Schiller en het Europese volkslied ons doen geloven. Wat een onnozel idee. Maar in 1946 stonden vele Nederlanders wel degelijk te juichen toen Winston Churchill in Den Haag een pleidooi hield voor een verenigd Europa. Er was, en is, niets mis met dit idealisme. Maar nu is er dus die crisis. Volgens de media is het twee voor twaalf. Moet ook de grootse Eurofiel nu niet een toontje lager zingen? Net als in het onderwijs, is het in Europa altijd crisis. Een doorlopende landbouw- en budgetcrisis, de ‘lege-stoel-crisis’ van 1966 (toen Frankrijk besloot niet meer aan te
Vluchten is zinloos schuiven aan de vergadertafel), een lange periode van ‘Eurosclerosis’ in de jaren zeventig, en een eindeloze reeks van valutacrises (het Britse pond, de Franse franc en de Italiaanse lire), die steeds weer leidden tot paniek en instabiliteit, en dus ook slecht waren voor de zogenaamde harde Duitse mark en Nederlandse gulden. De huidige crisis van de euro is een grote, daar is geen twijfel aan. Maar er is iets opmerkelijks met crises in de EU. Ze worden steeds weer opgelost. Het is zeker waar dat geen enkele ‘oplossing’ ooit totaal is, dus op termijn weer leidt tot het volgende probleem. Zo werkt dat in de politiek, en al helemaal in een mega-organisatie die voor het eerst een echte Europese samenwerking moet uitvinden. Resultaten uit
het verleden bieden geen garantie voor de toekomst, maar in Europa is het tot nu toe altijd een kwestie geweest van twee stappen vooruit en één terug. Dat is goed nieuws, althans als je vindt dat een onzekere weg naar samenwerking nog altijd te prefereren is boven een terugtocht naar een verdeeld Europa. Het is onderhand wel duidelijk dat een groeiend aantal figuren de eurocrisis helemaal niet wil oplossen. Populisten spelen handig in op anti-Europese emoties. Stomme Grieken, Polen en Hongaren, aangevoerd door de wolven uit Brussel. Ze kunnen de pot op. We trekken ons terug in ons vertrouwde landje en gooien de sleutel weg. De werkelijkheid is dat het verlaten van Europa net zo min kan als het stappen uit je eigen schaduw. Europa is na zestig jaar volwassen aan het worden, met alles wat daarbij hoort: politieke en sociale tegenstellingen, demonstraties, stakingen, onderhandelingen, crisisberaad, verraad. Het lijkt warempel wel Nederland. Maar niemand roept: ‘Laten we uit Nederland stappen!’ Waar wordt samengewerkt zijn problemen. Vluchten is zinloos. Juist voor studenten, en jongeren in het algemeen, zou een vergaande ontmanteling van de Europese samenwerking slecht uitpakken. Achter de landsgrenzen is er voor hen weinig toekomst in een markt die in een rap tempo globaliseert. Om nog maar te zwijgen van de bewezen instabiliteit van die goede oude landsgrenzen. Alle Menschen werden Brüder. Het blijft het proberen waard. yyy Menno Spiering is universitair docent Europese studies.
Het was natuurlijk een grote eer om bij De Wereld Draait Door een televisiecollege te mogen geven. Geweldig dat 1,2 miljoen mensen naar de oerknal gekeken hebben. Zoals iemand zei: vier keer meer dan er universitaire studenten zijn. Dat is de kracht van televisie. Meestal geef ik zo’n publiekslezing voor een zaal van honderd man. Dat moet je dan veertig jaar lang iedere dag doen, om zo veel kijkers te bereiken. Dat zijn een hoop boekenbonnen! De leukste reactie was het filmpje dat een kijker mij stuurde van zijn twee vierjarige zoontjes. Ze horen hoeveel sterren de Melkweg bevat om, na een enorme gaap, tegelijkertijd uit te roepen: ‘Honderd miljard?!’ Maar is het ook niet bizar dat we na eeuwen onderzoek eindelijk de geschiedenis van het heelal hebben begrepen en dat dit kosmische verhaal dan bij hoge uitzondering drie kwartier aandacht van de kijkbuis mag hebben? Even over die drie kwartier. Ik kreeg commentaar hoe bijzonder het was dat ik precies 45 minuten kon volpraten. Inderdaad, in een tijd van soundbites van enkele seconden of een snelle quote in het journaal voelen al die minuten als een eeuwigheid waarin je gemakkelijk kunt verdwalen. Maar wacht even. Televisie is niet de enige plek waar tegen een publiek wordt gepraat. Iedere dag staan zo’n honderdduizend leraren voor de klas. Ze spreken allemaal 45 minuten, meerdere keren per dag. En dat doen ze al jarenlang. Iedere leraar weet precies wanneer de bel zal afgaan en dat voor die tijd het verhaal een natuurlijk einde moet krijgen. Deze spanningsboog bepaalt het succes van de les. Het is een teken van deze tijd dat we de alledaagse prestaties in het onderwijs vergeten. Alleen al in het voorgezet onderwijs volgen iedere dag een miljoen leerlingen meerdere keren een live college. Dat zijn pas kijkcijfers! yyy Robbert Dijkgraaf
FoliaMagazine
21
opinie
Abdi
Proefstuderen als droom
Voor jou een ander
Proefstuderen is de beste manier om scholieren te matchen met een studie, vindt Linda Duits.
P
as geleden hield de rechtenfaculteit een pilot met proefstuderen. Proefstuderen is bedoeld voor vwoscholieren ter oriëntatie op de studie. Tijdens de pilot volgden 130 geïnteresseerden een dag colleges en werkgroepen, om daarna een tentamen te maken. De dag was een succes, zowel volgens de vicedecaan als volgens de deelnemers die de evaluatie invulden. Terecht, want toekomstige studenten laten proeven aan studeren heeft alleen maar voordelen.
Veel eerstejaarsdocenten proberen studenten te waarschuwen voor wat de studie niet inhoudt en de meeste studies kennen eerstejaarsvakken die bedoeld zijn om te selecteren. Met proefstuderen is het mogelijk af te schrikken voordat het leed geleden is. De kosten van teleurstelling zijn immers hoog. Voor de opleiding zitten er vooral kosten in uitval. Ook voor de student zijn er financiële kosten, maar daarnaast ook hoge psychologische kosten. Een (half)jaar verliezen is demotiverend op allerlei vlakken van het leven.
Als je 17 bent, is het onmogelijk om je een voorstelling te maken van een studie. Op een voorlichtingsdag legt een knappe student je uit dat politicologie veel boeiender is dan communicatiewetenschap en vertelt een enthousiaste docent je dat je vakken gaat krijgen die ‘politieke en economische geschiedenis’ en ‘bestuur en beleid’ heten. Je ziet een collegezaal van binnen, maar wat daar normaal gesproken gebeurt, blijft een raadsel.
Laat het proefstuderen – dat in januari 2013 breed ingevoerd wordt – geen promopraatje worden. Opleidingen moeten het gebruiken als selectiemiddel waarmee ze zichzelf maar vooral de aankomend fout-kiezer veel leed besparen. Het is daarom een goed idee om een proefstudeerweek verplicht te maken voor alle aankomende studenten. Noem het een ingangseis. Wanneer de overheid de universiteit toestaat ook consequenties te verbinden aan een onvoldoende (uiteraard na herkansing) voor het proefstudeertentamen, wordt het proefstuderen helemaal een droom. Er kan dan aan de poort geselecteerd worden door de kennis te toetsen die specifiek voor deze opleiding vereist is. yyy
Proefstuderen biedt de mogelijkheid echt te zien wat er komen gaat. Hoe de leerstof eruitziet, wat je in een werkgroep doet en – als kers op de taart – hoe dit alles getoetst wordt. De scholier ervaart zo of de gewenste studie (te) saai, snel, ingewikkeld, suf, uitdagend, lastig dan wel prikkelend is. Er is naast daadwerkelijk de studie gaan volgen geen betere manier om erachter te komen of scholier en studie met elkaar matchen – op interesse maar ook op kennis en vaardigheid.
22
FoliaMagazine
Linda Duits was tot 2010 aan de UvA verbonden als universitair docent en werkt sindsdien als freelancedocent bij de afdelingen sociologie en communicatiewetenschap. In 2010 richtte ze Diep Onderzoek op, een bureau gespecialiseerd in kennis over populaire cultuur, zie dieponderzoek.nl.
We zijn de lul. Nederland zit in een recessie. Ook studenten worden geconfronteerd met een steeds onzekerdere toekomst. Het is ieder voor zich. Tal van studenten solliciteren zich suf; andere lopen fulltime stage, terwijl ze daar (bijna) niets voor betaald krijgen. Ja, dat leest u goed. Studenten zijn zo wanhopig om bij bepaalde bedrijven – ngo’s bijvoorbeeld – aan de slag te kunnen dat ze alles ervoor hebben. Dus ook veertig à zestig uur in de week werken en daarvoor slechts een reiskostenvergoeding te krijgen. Deze cultuur zorgt ervoor dat studenten niet alleen elkaar benadelen, maar ook dat dit algemeen geaccepteerd wordt. Pardon? Sinds wanneer is het normaal dat in een welvarend land als Nederland studenten zich laten uitbuiten voor een paar regels op hun cv? Ja, je leert vaardigheden en doet ervaring op tijdens een stage. Maar bedrijven maken ook keihard gebruik van jou. Want terwijl jij het werk vervult van een fulltimemedewerker, hoeven zij voorlopig niet iemand aan te nemen en kunnen ze collega X weer aan flexcontract nummer 20 helpen. De hele arbeidsmarkt is ultraflexibel en de oppositie ertegen is nihil. Langzamerhand ontstaat er een vicieuze cirkel waarin de (rechts-)positie van studenten en pas afgestudeerden steeds meer afhankelijk wordt van een door winst op de korte termijn gedreven bestuurders die weigeren om te investeren in kwaliteit. Immers, winst gaat om cijfers en niet om mensen. En dan heb ik het nog niet eens over studenten in het mbo waarin het onderwijs bijna voor de helft bestaat uit korte stages. Concurrentie is goed, maar de hoop op een baan moet er niet toe leiden dat studenten zich laten uitbuiten. yyy Fatihya Abdi
promoties dinsdag 19/06
donderdag 21/06
10.00 uur: Michaël Deinema – Geografie
12.00 uur: Sabine van der Veer – Geneeskunde
The Culture Business Caught in Place. Spatial Trajectories of Dutch Cultural Industries, 1899-2005 (Agnietenkapel)
Systematic Quality Improvement in Healthcare. Clinical Performance Measurement and Registry-Based Feedback (Agnietenkapel)
12.00 uur: Grigoris Effraimidis – Geneeskunde
14.00 uur: Maarten Vink – Geneeskunde
Effraimidis: Early Stages of Thyroid Autoimmunity: Follow-Up Studies in the Amsterdam AITD Cohort (Agnietenkapel)
The Merit of Radial Access, Thrombus Aspiration, and DrugEluting Stents in Primary PCI. Controversies in the Treatment of Acute Myocardial Infarction (Agnietenkapel)
woensdag 20/06 10.00 uur: Machteld Boel - Geneeskunde
vrijdag 22/06
Susceptibility to Malaria With a Focus on the Postpartum Period (Agnietenkapel)
10.00 uur: Florie Borel – Geneeskunde
12.00 uur: Ramy El-Dardiry – Natuurkunde
RNAi-Based Gene Therapy of Hepatocellular Carcinoma: Targeting ABC Transporters (Agnietenkapel)
Sources and Gain in Photonic Random Media (Agnietenkapel)
11.00 uur: Michael Schouten – Rechtsgeleerdheid
13.00 uur: Robert Hakvoort – Geneeskunde
The Decoupling of Voting and Economic Ownership (Aula)
Voiding Dysfunction After Vaginal Prolapse Surgery. Etiology, Prevention and Treatment (Aula)
12.00 uur: Lisette Hoekstra – Geneeskunde
14.00 uur: Marije de Goede – Psychologie
13.00 uur: Karin Wittkampf – Geneeskunde
Searching For a Match. The Formation of Person-Organization Fit Perceptions (Agnietenkapel)
Suffering in Silence. Studies About Screening For Major Depressive Disorder in Primary Care (Aula)
Towards Safer Liver Resections (Agnietenkapel)
14.00 uur: Dolf Timmerman – Natuurkunde Optical Spectroscopy of Carrier Multiplication by Silicon Nanocrystals (Agnietenkapel)
oraties/afscheidscollege woensdag 20/06 16.00 uur: Mw. prof. dr. Simone Pront-van Bommel, leerstoel energie en recht Een redelijke energieprijs (Aula)
donderdag 21/06 16.00 uur: Dhr. prof. dr. Frank Cobelens, bijzonder hoogleraar epidemiologie en bestrijding van armoede gerelateerde infectieziekten De langste dag (Aula)
vrijdag 22/06 15.00 uur: Prof. dr. ir. Kees Grimbergen, hoogleraar medische technologie Geneeskunde en techniek; moet dat verder zo? (Aula) Voor meer informatie zie www.uva.nl/agenda.
(advertentie)
As I Left My fAther’s house Wo 20 junI, 15:00 -17:00 uur | ArenA, KohnstAMMhuIs, WIbAutstrAAt 2-4 20 juni is Wereldvluchtelingendag. Op deze bijzondere dag presenteren Floor en Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF in samenwerking met New Dutch Connections As I Left My Father’s House. In dit indrukwekkende theaterstuk vertellen vluchtelingen met verschillende culturele en religieuze achtergronden over hun wereld. Een wereld van mensen die leven met de gevolgen van vijandigheid, geweld, oorlog en extremisme en die met deze bagage een nieuw bestaan moeten opbouwen.
CreAtInG toMorroW
FoliaMagazine
23
Wie niet verdient, verdwijnt Ineens was daar ‘het lijstje’, met namen van opleidingen die niet passen in het nieuwe profiel van de UvA en mogelijk zelfs worden opgeheven. Heeft het College van Bestuur snode plannen of berust alle onrust op een misverstand? ‘Het is gewoon geknoei van ambtenaren op het Maagdenhuis.’ tekst Marieke Buijs en Eva Rooijers / illustratie Bas Kocken
‘D
e geest van Wilders is bij de UvA aangekomen.’ Josef Früchtl, departementsvoorzitter bij wijsbegeerte klinkt aangeslagen. Hij is boos en ongerust over het profileringsdocument dat de universiteit begin mei naar Den Haag stuurde [zie kader op pagina 25]. Daarin schrijft het College van Bestuur (CvB) dat een aantal opleidingen mogelijk geschrapt gaat worden. Früchtl: ‘Dat is niet verwonderlijk als je opleidingen enkel aan de hand van economische, neoliberale criteria beoordeelt. Studies als wijsbegeerte, theaterwetenschap en kunstgeschiedenis zijn dan niets meer dan de linkse hobby’s waar Wilders over klaagt.’ Früchtl is niet de enige die zijn hart vasthoudt. Binnen de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) is er ‘grote onrust en diepe bezorgdheid’ ontstaan over het document, schrijft decaan Frank van Vree op 25 mei in een brief aan het CvB. Grootste punt van zorg is de resttabel, in de wandelgangen ook wel ‘dodenlijst’ of ‘sterf-
24
FoliaMagazine
huistabel’ genoemd. Studies die volgens het college niet direct onder een van de zeven onderzoekszwaartepunten vallen, komen op deze lijst [zie kader op pagina 26]. In het profiel staat dat het college op basis van twee criteria beoordeelt of het de studies zal behouden: arbeidsmarktperspectief en economische levensvatbaarheid. Veel geesteswetenschappelijke opleidingen komen aan de hand van die criteria niet goed uit de bus. Terechte reden voor paniek, zou je denken. Maar decaan Van Vree zegt aan de
‘Dit soort lijstjes gaat een eigen leven leiden’ telefoon dat hij er persoonlijk alle vertrouwen in heeft dat er geen opleidingen geschrapt worden. ‘In vergaderingen heeft het college nooit gesuggereerd dat er opleidingen opgeheven gaan worden.’ Hij kan zich wel voorstellen dat er paniek is ontstaan over de tekst. ‘Ik denk dat het
college onderschat heeft wat voor effect dit soort lijstjes op de werkvloer sorteren. Die gaan een eigen leven leiden.’ Maar volgens hem berust het allemaal op een misverstand. Sommige opleidingen zijn ‘per abuis’ en andere opleidingen ‘ten onrechte’ in de resttabel opgenomen, zo schrijft hij op 5 juni in een nieuwe brief aan het CvB. Daarin verdedigt hij de relatie met de onderzoekszwaartepunten voor iedere FGwopleiding in de onfortuinlijke tabel. Makkelijker schrappen Draait alle commotie werkelijk om een ongelukkig misverstand? Jaap Oosterwijk, voorzitter van de Facultaire studentenraad van de FGw, heeft daar geen vertrouwen in. Hij wijst op een
Profileringsdocument Den Haag eist van universiteiten dat ze zich meer profileren. De universiteiten moeten keuzes maken en niet langer proberen alles te doen. De UvA formuleerde zeven (veelal interdisciplinaire) zwaartepunten in een dik dossier, het zogenoemde ‘profiel’ dat ze begin mei naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stuurde. De losse opleidingen worden daarin ondergebracht bij de verschillende onderzoekszwaartepunten. Zo valt de studie geschiedenis onder Globalisation, Identity, Inequality and the Urban Environment en economie & bedrijfskunde onder Sustainable World.
De zeven onderzoekszwaartepunten van de UvA 1. Transnational Law and Governance 2. Human Health 3. Cognition, Socio-Economic Behaviour and Neuroscience 4. Globalisation, Identity, Inequality and the Urban Environment 5. Communication and Information 6. Fundamentals of Natural Science 7. Sustainable World
brief die het CvB in januari naar de Centrale Studentenraad (CSR) en de Centrale Ondernemingsraad (COR) stuurde. Daarin kondigt het college aan geen instemming meer te vragen aan de beide raden wanneer een opleiding wordt opgeheven. ‘De CSR heeft zich hier fel tegen verzet,’ zegt Oosterwijk. ‘Uiteindelijk is de brief teruggetrokken, maar er ging wel een duidelijk signaal vanuit: het CvB wil het makkelijker maken om opleidingen te schrappen.’ Er is volgens Oosterwijk sterke druk vanuit Den Haag om het aantal opleidingen terug te brengen. Dat was ook een van de aanbevelingen van de commissie-Veerman, die de toekomstbestendigheid van het Nederlandse hoger onderwijs onderzocht. Op de werkvloer heerst vooral onbegrip over
het ontransparante proces en de gebrekkige communicatie die voorafgingen aan de totstandkoming van het profiel. Departementshoofd Früchtl van wijsbegeerte: ‘Wij hebben maandenlang gediscussieerd
‘We komen er redelijk bekaaid van af’ over de onderzoeksthema’s van de faculteit en de bijdrage die wijsbegeerte kan leveren aan de profilering van de UvA. Ineens zie je dan wijsbegeerte in dat dodenlijstje staan, dat sloeg bij mijn collega’s en mij in als een bom.’ De onrust wordt versterkt doordat het
profiel in verschillende stadia ter informatie is opgestuurd naar de departementshoofden en de COR. ‘Maar op het moment dat het profiel richting de minister ging, was die resttabel er ineens aan toegevoegd,’ zegt Jonneke Bekkenkamp van de COR. Ze hekelt de totale willekeur waarmee opleidingen in de tabel zijn geplaatst. Voor de COR aanleiding om op 9 mei een kritisch advies aan het college te sturen waarin ze de samenstelling van de zeven zwaartepunten onevenwichtig en inhoudelijk niet overtuigend noemt. Waarom valt religiestudies bijvoorbeeld niet onder het kopje Globalisation, vragen ze zich af. Want nergens in het profiel motiveert het CvB waarom de opleidingen in het restlijstje niet onder een van die zwaartepunten zouden vallen. Ook afdelingsvoorzitter Henk van Nierop was stomverbaasd toen hij zijn researchmaster geschiedenis in het lijstje zag staan. Van Nierop: ‘Ik zou niet weten waarom ze
FoliaMagazine
25
de onderzoeksmaster willen opheffen. We vallen helemaal onder het zwaartepunt Globalisation, hebben ieder jaar een kleine veertig studenten, de opleiding loopt goed en is rendabel.’ Hij denkt dat de samenstelling van de tabel niet op willekeur maar op onkunde berust. ‘Het is gewoon geknoei van ambtenaren op het Maagdenhuis. Ze hebben geen idee waar ze het over hebben.’ Diezelfde indruk heeft Früchtl. ‘Dat er geen verband zou zijn tussen de masterprogramma’s in de wijsbegeerte en deze zeven onderzoeksthema’s is voor ons een volstrekt onacceptabele stellingname,’ schrijft hij in een brief aan het CvB. ‘Klaarblijkelijk bestaat er bij de auteurs van het profiel erg weinig begrip van wat filosofen, in het bijzonder die aan de UvA, heden ten dagen aan het doen zijn.’ Früchtl noemt de werkwijze van het CvB kafkaësk. ‘Kennelijk zitten er twee of drie ambtenaren in het Maagdenhuis die zelf kunnen bepalen waar het heengaat met de wijsbegeerte. En niemand op de faculteit weet wie dat zijn. Dat verwacht je niet bij een universiteit die pretendeert naar de werkvloer te luisteren. Het is in het geheel niet transparant.’ Gebrek aan waardering Daarnaast stuit het veel van de ondervraagde geesteswetenschappers tegen de borst dat ze zo weinig waardering voor hun tak van sport terugzien in het profiel. Zelfs de optimistische Van Vree vindt dat er uit het profiel niet heel veel erkenning spreekt voor wat de geesteswetenschappen doen. ‘We komen er redelijk bekaaid van af.’ Dat is des te wranger omdat het juist bij de FGw voor de wind gaat. ‘We zijn financieel kerngezond,’ zegt Van Vree. ‘We investeren de komende jaren zelfs drie miljoen extra in onderwijs en onderzoek terwijl er in Utrecht drie miljoen euro bezuinigd moet worden bij de Faculteit Geesteswetenschappen. We voeren de internationale rankings aan. In de Times Higher Education Ranking staan we op plaats 30. De waardering daarvoor ontbreekt in het document.’ Hij plaatst dit gebrek aan waardering in een bredere landelijke trend. Vanuit Den Haag wordt zwaar ingezet op topsectoren die bijna
26
FoliaMagazine
allemaal in de bètahoek liggen. Het kabinet heeft economisch nut hoog in het vaandel staan. Ook binnen het onderzoek, dat zich bij voorkeur snel uitbetaalt in harde euro’s. ‘Dat zie je terug in het profiel,’ zegt Van Vree. ‘Alsof economisch gewin het enige is waartoe wij op aarde zijn.’ Ook de COR hekelt de ‘business-like’ invulling van valorisatie. ‘Er zijn zo veel manieren van valorisatie mogelijk die niet direct de kassa doen rinkelen, maar die wel van belang zijn voor maatschappij en cultuur,’ zegt COR-lid Bekkenkamp. ‘Als onze studenten bij theaterwetenschap onderzoek doen dat zich vertaalt in een nieuwe Brecht-interpretatie voor het Amsterdamse toneel, is dat ook valorisatie. Of als een onderzoeker een nieuw schoolboek voor lessen Nederlands maakt.’ Uiteraard heeft Folia Magazine een reactie gevraagd aan het CvB om duidelijk-
‘Alsof economisch gewin het enige is’ heid te krijgen over het gewraakte restlijstje. Moeten de geesteswetenschappers die aan de opleidingen verbonden zijn zich echt zorgen maken? Hoe is bepaald welke opleidingen onder welk zwaartepunt passen? En wat zijn de concrete implicaties van het profiel voor de FGw? Een mail met deze en andere vragen is tijdig naar de persvoorlichting van het college gestuurd. Dymph van den Boom, rector magnificus van de UvA, liet echter via een woordvoerder weten niet op de vragen in te willen gaan. Ze wil geen uitspraken doen over de situatie bij geesteswetenschappen, omdat ze alleen de implicaties van het profiel voor de universiteit als geheel wil behandelen. En daar vindt ze het te vroeg voor,
omdat het profiel nu bij een reviewcommissie van het ministerie ligt. Mogelijk worden er na opmerkingen van die commissie nog wijzigingen doorgevoerd in het profiel. Een uitkomst waar de ondervraagde geesteswetenschappers vurig op hopen. Bekkenkamp van de COR: ‘Ik ben redelijk optimistisch dat het profiel er in deze hoedanigheid niet doorheen komt. Laat het CvB eerst haar huiswerk maar eens overdoen.’ yyy
Dodenlijst Een aantal opleidingen past volgens het CvB onder geen van de zwaartepunten. Die opleidingen staan in tabel 5, die inmiddels tot resttabel, dodenlijst of sterfhuistabel is gedoopt. Bijna alle studies in de resttabel vallen onder de faculteiten rechten en geesteswetenschappen. Het lot van deze opleidingen is onduidelijk. In de komende twee jaar worden ze getoetst op economische levensvatbaarheid en arbeidsperspectief. Geesteswetenschappenstudies in de resttabel: Bacheloropleidingen Kunstgeschiedenis Religiestudies Theaterwetenschap Masteropleidingen Archeologie en prehistorie Conservering en restauratie van cultuurerfgoed Dramaturgie General Linguistics Nederlands als tweede taal Tekst en communicatie Theaterwetenschap Wijsbegeerte Redacteur/editor Onderzoeksmasters Geschiedenis Religiewetenschappen
lezingenladder
het cultureel studentencentrum van de UvA & HvA
CREA RoeterSeiland Adres: Nieuwe Achtergracht 170 Voor een ieder die geïnteresseerd is in lezingen en debatten is er de Folia Magazine-lezingenladder. Wij streven ernaar hierin de meest interessante lezingen en debatten in Amsterdam op één plek te verzamelen.
Popup University Castrum Peregrini WO 13/06, 16.45 uur PopUpUniversity is een vorm van academisch activisme, ontstaan aan de universiteit van Utrecht. Negen mini-lezingen van o.a. Anneke Smelik (auteur van Ik, cyborg) en Arjo Klamer, hoogleraar culturele economie aan de Erasmus Universiteit.
Bachelor-Master: 10 jaar later Spui 25 WO 13/06, 17.00 uur
Bereikbaar via de Sarphatistraat en de Plantage Muidergracht
voor het ontstaan van genocide (bureaucratie, ontmenselijking) of juist bescherming biedt.
theater & muziek
Leven op Mars
CREA Open Podium
Trippenhuis MA 18/06, 18.00 uur
Een afwisselende avond met singer-songwriters,
Minisymposium over de betekenis van het Marsonderzoek, de stand van zaken en de mogelijkheden die de volgende generatie Marsrobots biedt voor de zoektocht naar buitenaards leven.
do 14 / 20.30 uur
stand-up comedians, theatermakers en cabaretiers. Zelf een keer optreden? Stuur een e-mail naar openpodium@crea.uva.nl. Plaats: CREA Muziekzaal. Toegang: gratis.
theater
Het is inmiddels tien jaar geleden dat de Bachelor-Master structuur is ingevoerd in het hoger onderwijs. Zijn de doelen die toen zijn gesteld gehaald? Een debat met o.a. UvA-rector Dymph van den Boom.
De rol van de staat
Extreem rechts in Boedapest
Eten! Literatuur!
Pakhuis de Zwijger DO 14/06, 20.00 uur
Lab 111 MA 18/06, 20.00 uur
Facebook. Mooi, interessant, geliefd en gelukkig.
Waarom stemmen hoogopgeleide jongeren in Hongarije op een extreem rechtse partij? Dat is het onderwerp van een documentaire, waarvan deze avond de première is. Met aansluitend politicoloog Sarah de Lange over de verschillen en overeenkomsten met Nederland.
Avond over eten en literatuur, met o.a. Kees ’t Hart, Frits Lambrechts, Gilles van der Loo en Hiske Versprille.
Zo komen ze over. Toch? Deze voorstelling licht
Wat denkt de computer?
niet-studenten: E 9,-. Reserveren: 020 525 1400.
De Balie MA 18/06, 20.00 uur
lezing
Henriette van Lynden Lezing Rode Hoed DO 14/06, 20.00 uur Prof. Tamar El-Or (Hebrew University) en Orly Erez-Likhovski (advocate Israel Religious Action Centre) over vrouwenrechten in Israël.
Literaire salon
Auditorium VU MA 18/06, 18.00 uur Onderzoeksdirecteur van het Transnational Institute, Hilary Wainwright, over sociale verandering en de rol van de staat.
Martijn van Calmthout praat met wetenschappers over kunstmatige intelligentie. Met o.a. Catholijn Jonker (hoogleraar interactieve intelligentie aan de TUDeft) en Peter Sloot (hoogleraar Computational Science aan de UvA).
Sweet little lies
vr 15, za 16, 20.30 uur / zo 17, 14.00 uur
STAtus – STA! Een blauwe revolutie.13 profielen. 5.365 vrienden.13.267 likes.1.598 foto’s. Begluur deze mensen op www.facebook.com/blauwerevolutie. STAtus toont de levens van een groep mensen die met elkaar verbonden zijn via het (over)heersende
af en toe een tipje van de sluier op. Wie bevinden zich werkelijk achter deze profielen? Regie: Marilien Mogendorff. Plaats: CREA Theater. Toegang: E 6,-,
ma 18 / 20.00 uur
Real World Economics: Greece, Goldman and the Wicked World of Derivatives This event aims to clarify the dynamics behind derivatives: the instruments, sellers and buyers, and
Bitterzoet MA 18/06, 20.00 uur
their impact upon society. More concretely, what role has Goldman Sachs played in Greece qualifying
Ze schelen ruim twintig jaar, maar zijn beiden zowel auteur als recensent bij De Groene Amsterdammer: Marja Pruis en Joost de Vries. Een gesprek over de spanning tussen schrijven en recenseren.
Café Scientifique, met o.a. hersenwetenschapper Tomas Knapen over zijn onderzoek met visuele illusies; Mattijs Joosten, over zijn boek over cognitieve dissonantie; en Roger Pruppers, over het irrationele handelen van de mens en hoe marketeers hier gebruik van maken.
Geschiedenis van het kwaad
U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee
Verzetsmuseum VR 15/06, 20.00 uur
graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje
Pools-Britse socioloog Zygmunt Bauman over hoe de moderniteit instrumenten biedt
naar harmen@folia.nl onder vermelding van ‘Aanmel-
Arti et Amicitiae VR 15/06 16.00 uur
for euro membership? What happened to Dutch housing association Vestia? Speakers: Rodrigo Fernandez, researcher at the UvA and the Centre for Research on Multinational Corporations and Reijer Hendrikse, researcher at the UvA. Moderated by Dimitris Pavlopoulos, economist at the VU. Location: CREA Muziekzaal. Admission: students free,
ding lezingenladder’.
others E 5,-. No reservations.
WWW.CREA.UVA.NL FoliaMagazine
27
Wat koopt ons brein? Precies weten welk product mensen willen en hoe je dat het beste aan de man kunt brengen is de droom van iedere marketeer. Specifiek op de markt gericht hersenonderzoek – neuromarketing – brengt die droom dichterbij, maar is niet zonder gevaren. ‘Een product waar mensen eerder van doodgaan, kan nooit het “juiste” product zijn.’ tekst Brechtje Keulen / illustraties Pepijn Barnard
H
et gebruik van hersenonderzoek om een merk of product beter in de markt te zetten, volgens Martin de Munnik, marketeer van onderzoeksbureau Neurensics, is het de toekomst van marketing. Wat tegenstanders ook mogen beweren: wie een succesvolle reclamecampagne wil voeren, kan volgens hem binnenkort niet meer om neuromarketing heen. ‘Tegen de tijd dat mensen erachter komen dat het wél werkt, zijn ze te laat. Als twee merken gebruikmaken van neuromarketing, heeft de rest geen kans meer’. In de enorme vergaderruimte van Neurensics laat De Munnik een projectiescherm uit het plafond zakken. Hij wijst op een serie foto’s van vijf verschillende spijkerbroeken en vraagt: ‘Welke denk je dat de duurste is?’ Pas als ook de merken in beeld verschijnen, is het duidelijk: die van Versace natuurlijk. Hoe kan het dat een merk zulke sterke gevoelens weet op te roepen dat mensen bereid zijn driehonderd euro te betalen voor een broek die er net zo uitziet als een broek van veertig euro? In gesprek met Victor Lamme, hoogleraar neuropsychologie aan de UvA, werd De Munnik duidelijk dat ons brein daarin een heel belangrijke rol speelt. Samen richtten ze Neurensics op.
Het brein als weegmachine ‘Koopgedrag is één groot emotieverhaal,’ zegt Victor Lamme. ‘Ons brein is de hele dag bezig aan alles wat je ziet of meemaakt een waarde
28
FoliaMagazine
toe te kennen. Dat proces noemen we in de psychologie een emotie. Als het brein voor een beslissing staat, doet het niks anders dan die emoties tegen elkaar afwegen. Het brein is een weegmachine.’ Dat afwegen van emoties gebeurt onbewust, al zijn we geneigd te denken dat we daar invloed op hebben. De Munnik: ‘We rationaliseren die beslissingen voor onszelf, maar we maken pas achteraf een construct, dat vaak niet overeenkomt met het beeld dat de hersenen laten zien.’ Zo werd er aan de universiteit van Californië een onderzoek uitgevoerd waarbij proefper-
‘Koopgedrag is één groot emotieverhaal’ sonen die in een scanner lagen informatie kregen over zonnebrandcrème. Na de scan moesten ze aangeven of ze van plan waren de crème te gaan gebruiken. Toen hen een week later gevraagd werd wat ze gedaan hadden, bleek dat dat voor een groot deel van de mensen anders was dan ze hadden ingeschat. De resultaten van de scanner bleken wél te correleren met het gedrag van de proefpersonen. Conclusie: ons brein maakt een beslissing op het moment dat informatie binnenkomt; onze gedachten en rationalisaties hobbelen daar achteraan. Lamme: ‘Daarom heeft bijvoorbeeld onderzoek naar consumentenvertrouwen geen zin. Mensen
kunnen alleen iets zeggen over hun bestedingen in het verleden, maar daarmee meet je niet wat ze in de toekomst gaan uitgeven.’ Viktor Lamme doet zelf vooral onderzoek naar het bewustzijn. Neuromarketing is ‘de toepassing in het wild’ van de kennis die hij in het lab opdoet. Dankzij Lamme kan Neurensics gebruik maken van fMRI-scanners (zie kader) van de UvA. Proefpersonen liggen in de scanner en kijken naar reclamefilmpjes of foto’s, terwijl de scanner aan de hand van oplichtende gebieden bepaalde netwerken in hun brein in kaart brengt. Aan de hand van die netwerken kan worden afgeleid hoeveel vertrouwen, begeerte of woede een product of merk oproept. Lamme: ‘We weten: als we op een bepaalde plek in het brein activiteit zien, dan duidt dat op vertrouwen. Dat heeft bijvoorbeeld te maken met een gebied dat de amygdala heet. Er zijn andere emoties die ook iets met de amygdala doen, zoals seksuele opwinding. Je moet dus alert zijn en niet alleen naar plekken, maar naar netwerken in het brein kijken’. Met zelf ontwikkelde software worden de resultaten van zo’n fMRI-scan in een diagram verwerkt: brainrating wordt dat genoemd. Zo kan een heel scala aan emoties gemeten worden. Als uit onderzoek bijvoorbeeld blijkt dat een product hoog scoort op vertrouwen, maar laag op zelfrelevantie – de mate waarin mensen het product relevant vinden voor zichzelf – kan een bedrijf zijn marketingstrategie daarop aanpassen.
Bij een tijdschrift dat in drie edities met verschillende covers in de winkels lag, voorspelde Neurensics bijvoorbeeld vooraf correct welke editie het beste zou verkopen. Vaak is dat een kwestie van testen in de scanner. De Munnik: ‘Het is nu nog vooral vergelijken, maar we krijgen steeds meer kennis waardoor we vooraf al kunnen zeggen wat je wel en niet moet doen.
We weten bijvoorbeeld dat het goed werkt als mensen op een foto je aankijken.’ Een mooiere wereld ‘Tachtig procent van de nieuwe producten mislukt binnen de eerste twee jaar,’ vertelt De Munnik. ‘Ons doel is om met onze technieken de juiste producten, op het juiste moment, bij de
juiste mensen te brengen. Dat is een geweldige vooruitgang.’ Toch zijn er ook critici. Want hoe bepaal je wat het juiste product is? Bij Neurensics mogen kinderen niet in de scanner, en aan politieke partijen verleent het bedrijf geen medewerking. Verpakkingen van alcohol worden wel getest, en pas geleden werd er nog gespro-
FoliaMagazine
29
fMRI-scanner
Dode zalm
De fMRI-scanner (functionele MRI) wordt in neuromarketing gebruikt om activiteit in het brein te meten. Martin de Munnik legt uit: ‘Als je ergens over nadenkt, worden er neurale netwerken aangezet, dan wordt er energie gebruikt en moet er dus ook weer energie worden aangevuld. Dat gebeurt in de vorm van zuurstof en glucose door het bloed. Doordat bloed magnetisch reageert, kunnen we met de scanner de doorbloeding van het brein meten.’
Aan hersenonderzoek zitten nog vele haken en ogen. In 2005 legde hersenonderzoeker Craig Bennett van de universiteit van Californië een dode zalm in de fMRI-scanner. Ook bij het dode dier bleek het mogelijk om hersenactiviteit te registreren. Bennett wees daarmee op een van de gevaren van interpretatie, de zogenaamde false positives: op een willekeurig moment zijn altijd een aantal neurongroepen geactiveerd, zonder dat dat iets betekent.
ken over een stoppen-met-rokencampagne. Maar wat als straks de tabakslobby voor de deur staat? Lamme: ‘Ik zou daar wel moeite mee hebben.’ De Munnik: ‘Een product waar mensen eerder van doodgaan, kan nooit het “juiste” product zijn.’ Die ethische afwegingen roepen ook de vraag op hoe effectief neuromarketeers een boodschap kunnen maken. ‘We kunnen geen koopzombies maken,’ zegt De Munnik. ‘Maar wij kunnen een fabrikant wel helpen een zo groot mogelijke groep te bereiken.’ Hij vergelijkt het met het bakken van een appeltaart om een huis te verkopen. Je speelt effectief in op het onbewuste om een product beter aan de man te brengen. De Munnik en Lamme geven allebei toe dat die wetenschap ook verkeerd gebruikt zou kunnen worden. Toch zegt Lamme: ‘Volgens mij wordt de wereld er alleen maar
‘We kunnen geen koopzombies maken’ mooier van. We krijgen leukere reclames en betere producten.’ Belangrijk om in het oog te houden is dat onderzoek in neuromarketing niet gericht is op het brein van een individu, maar op het in kaart brengen van de voorkeuren van groepen mensen. ‘We lijken van binnen meer op elkaar dan we denken,’ zegt De Munnik. Daardoor is er maar een relatief kleine groep proefpersonen nodig voor ieder onderzoek. En dat komt goed uit, want fMRI-onderzoek is erg duur. ‘Bij 32 proefpersonen hebben we een geldig onderzoek en krijgen we een handtekening van de professor, maar vaak zien we dat significantie al met vijf proefpersonen bereikt
30
FoliaMagazine
wordt. Natuurlijk denkt iedereen anders over een fles Dreft, maar binnen die groep van andersdenkenden zijn er clusters die hetzelfde denken.’ Lamme: ‘Er is veel dat we nog niet weten, maar het is gebleken dat wij aan de hand van het brein ons gedrag beter kunnen voorspellen dan met andere marketingmethodes. Dat lijkt me handig. Als je empirisch vast kunt stellen dat je er iets mee kan, waarom zou je dat dan niet doen?’ yyy
Reacties van experts Willemijn van Dolen, hoogleraar marketing, Amsterdam Business School ‘Ik hou neuromarketing met veel belangstelling in de gaten. Iedereen ziet dat er potentie in zit, maar tegelijk is duidelijk dat we er nog lang niet zijn. Hersenonderzoek is zo vreselijk complex. Als iets oplicht in de scanner, weet je niet altijd waaróm het oplicht, want je weet niet wat er in iemands hoofd gebeurt. Bij een foto van Obama denkt iemand misschien aan een bepaald interview of aan zijn vrouw of kinderen. Het is gevaarlijk om al te specifieke conclusies te trekken. Ik zou graag nauwe samenwerking zien tussen neuromarketingbedrijven en de universiteit, waarbij het belangrijk is dat bedrijven transparant zijn over hun methodes, zodat we gezamenlijk kunnen werken aan het vergroten van kennis hierover. Een marketeer kijkt naar de beste manier om een product aan de man te brengen, maar “het beste” kan voor een bedrijf anders zijn dan voor de consument. Voorzichtigheid is geboden.’
Hans Krabbe, docent communicatieen bedrijfsethiek, HvA ‘Marketing is altijd op zoek geweest naar de behoeften van consumenten om daar op in te spelen. Neuromarketing is een vooruitgang, maar net als bij de “oude” marketing kan er bij neuromarketing sprake zijn van misleiding. Daarnaast gaan er ethische vragen spelen als neuromarketing wordt ingezet voor schadelijke producten, zoals alcohol, tabak of frisdrank. Een nieuw bierflesje dat beter verkoopt dan het oude, levert meer winst op, maar ook meer alcoholgerelateerde ziekten en verzuim. Wie gaat dat betalen? Wie is daar verantwoordelijk voor? De belangrijkste ethische kanttekeningen zijn aan de ene kant de ongewenste effecten van producten op het individu, zoals obesitas en verslavingen, en aan de andere kant de versterking van ongewenste waarden in de samenleving: neuromarketing kan op termijn leiden tot bijvoorbeeld extra materialisme, consumptisme en een eenzijdige cultuur.’
overigens
In deze rubriek reflecteren wetenschappers op een actuele stelling.
Halbe Zijlstra’s pleidooi voor Nederlandstalige masters is niet van deze tijd, wetenschap is juist grensoverschrijdend. Damiaan Denys hoogleraar psychiatrie
André Nollkaemper hoogleraar internationaal publieksrecht
Willem van Winden lector Amsterdamse kenniseconomie
Damiaan Denys ‘Eens, het idee is volstrekt onbegrijpelijk. We leven in een geglobaliseerde wereld en het is volkomen legitiem dat daar op masterniveau rekening mee wordt gehouden. Ten eerste biedt dat studenten de uitdaging om zich goed in het Engels te bekwamen en zich voor te bereiden op een internationale baan. Zeker bij een carrière in de wetenschap is het beheersen van Engels essentieel om toegang te hebben tot nieuwe onderzoeksgegevens en om te kunnen publiceren. Daarnaast zijn Engelstalige masters natuurlijk toegankelijk voor buitenlandse studenten en kun je zo de meest intelligente studenten uit het buitenland aantrekken. Het voorstel getuigt van een conservatieve reflex van Zijlstra. Ik weet niet precies wat daarachter schuilt, maar kan me voorstellen dat het samenhangt met liefde voor de Nederlandse taal. Dat is positief, maar het is te laat om je daar pas in de masterfase hard voor te maken. Je moet zorgen dat kinderen op de basis- en middelbare school de liefde voor het Nederlands meekrijgen en zich ook in die fase de taal goed eigen maken.’
Willem van Winden ‘Het uitgangspunt moet zijn: masteronderwijs in het Engels. Dat is onvermijdelijk, binnen de EU vindt steeds meer uitwisseling van studenten plaats, vooral in de masterfase. Daarnaast is Engels de lingua franca van de wetenschap. Dus een masteropleiding, die toch op onderzoek is gericht, moet gewoon in het Engels. Maar je kunt uitzonderingen maken voor opleidingen met enkel Nederlandse studenten over een Nederlands onderwerp, bijvoorbeeld bij literatuurwetenschap. De zorg is natuurlijk dat het Engels van docenten en studenten niet toereikend is om een goede inhoudelijke discussie te kunnen voeren. Dat komt de kwaliteit van het onderwijs niet ten goede, maar dat is geen reden om meer masters in het Nederlands te geven. Het is juist een reden om aan de beheersing van het Engels te werken. Docenten die lesgeven in de master moeten via een toets aantonen dat ze het Engels voldoende onder de knie hebben. En voor studenten geldt hetzelfde. Als die een master willen doen, moet hun beheersing van het Engels aan harde eisen voldoen.’
André Nollkaemper ‘Je kunt de masters in drie categorieën onderverdelen. Allereerst is er een categorie waarbij zowel het onderwerp als het wetenschapsveld voornamelijk van nationale aard is, zoals delen van het Nederlands recht. Bij zo’n opleiding slaat het nergens op haar in het Engels te geven. Aan de andere kant van het spectrum zijn opleidingen als International Finance, waarbij het volstrekt logisch is om ze in het Engels te geven. Ten slotte is er een groot middengebied, waarbij het onderwerp niet per se internationaal is, maar de wetenschappelijke discussie zich wel in het Engels voltrekt – bijvoorbeeld sociologie. Die masters moeten in het Engels gegeven worden, om aansluiting te vinden bij het internationale debat en om een international classroom te creëren. Zo’n internationale impuls is een verrijking voor een opleiding. Mocht dat niet van de grond komen en zitten er na een paar jaar alsnog alleen Nederlanders in de klas, dan moet je de opleiding afschaffen, of hem weer deels in het Nederlands geven. Want het gebruik van Engels moet wel een doel dienen.’ yyy Marieke Buijs
FoliaMagazine
31
Een bèta in een alfajas Deze week in Folia maakt kennis: de domeinvoorzitter van het Domein Media, Creatie & Informatie Geleyn Meijer. tekst Dirk Wolthekker / foto Danny Schwarz
T
wee jaar geleden solliciteerde domeinvoorzitter Geleyn Meijer als bestuurslid van het Kenniscentrum van D66. In een toelichting op zijn sollicitatie schreef hij ervan ‘overtuigd’ te zijn ‘dat we in Nederland en Europa veel te weinig uit het creatieve vermogen van onze maatschappij halen. We moeten meer geloven in eigen kracht om uitdagingen als kansen te zien. Het concreet maken van de Europese kenniseconomie is een grote drijfveer van me. De politiek heeft daarin een sleutelrol. Zorgen dat we in Europa het sociaalliberale gedachtegoed uitdragen door een combinatie van gedegen kennis en verrassend frisse inzichten.’ De bestuursfunctie ging aan zijn neus voorbij, maar Meijer, toen nog partner van het (net voor twee miljard door het ICT-bedrijf CGI overgenomen) IT-consultancybedrijf Logica, kon ergens anders zijn visie ook wel kwijt. Namelijk op de HvA, waar Geleyn Roelof Meijer (1960) sinds juli 2011 domeinvoorzitter is van het Domein Media, Creatie & Informatie. Hij heeft een lange staat van dienst op het snijvlak van wetenschap en bedrijfsleven. Zijn carrière begon met een studie natuurkunde, gevolgd
32
FoliaMagazine
door een promotieonderzoek in de informatica en robotica. Sindsdien is hij steeds als directeur, mededirecteur of partner werkzaam geweest bij (multi)nationale ondernemingen in de consultancy-, IT- en/of innovatiesector. ‘Een mensenmens’, ‘een leider die mensen in de organisatie laat groeien’, ‘communicatief ’, ‘een hippie die innovatie en vernieuwing in zijn hart draagt’, ‘iemand die zijn medewerkers
‘Iemand die de dingen wil zien werken’ open tegemoet treedt waardoor ze het beste van zichzelf aan het team kunnen geven’. Het zijn een paar typeringen die Gerben Mak, directeur Innovatie van Logica, geeft over zijn oud-collega Geleyn Meijer. Mak vat zijn typeringen van Meijer zelf zo samen: ‘Geleyn is op het eerste gezicht een alfaman, totdat je met hem gaat praten over de inhoud, dan blijkt dat hij wel degelijk een bètaman is die zeer goed op de hoogte is van wat zich op zijn vakgebied afspeelt.’ Ondanks zijn keuze voor een meer bestuurlijke carrière is Geleyn Meijer altijd een fysicus geble-
ven, zei hij bij zijn aantreden tegen het HvA-blad Itopic. ‘Ik ben natuurkundige en heb nog steeds een passie voor natuurkundige ontwikkelingen. Een artikeltje over neutrino’s die sneller dan het licht gaan, daar wil ik dan wel iets meer van weten.’ Maar al tijdens zijn studie raakte hij naar eigen zeggen ‘steeds meer geïnteresseerd’ in de praktische kant van onderzoek. ‘Daarom ben ik gepromoveerd op een toegepast onderwerp in plaats van een theoretisch onderwerp: hoe zorg je ervoor dat een robotautootje zelf kan inparkeren? Ik ben iemand die de dingen wil zien werken.’ Hoogleraar Arnold Smeulders van het Instituut voor Informatica van de UvA zit samen met Geleyn Meijer in de directie van het bedrijf Commit, een publiek-private onderzoekscommunity op het gebied van informatie- en communicatiewetenschap. ‘Daar heb ik hem leren kennen als kundig, zeer sociaal vaardig en buitengewoon effectief,’ zegt Smeulders. ‘Hij gaat zo met mensen om dat een nieuwe strategie ook echt in een organisatie indaalt en geïmplementeerd raakt. Je kunt mensen moeilijk de opdracht geven met een goed idee te komen, maar Geleyn gaat zo met ze om dat ze als vanzelf met een goed idee komen.’
Folia maakt kennis
Bij zo veel complimenten rijst al snel de vraag of er ook nog puntjes van kritiek zijn. ‘Het repertoire van zijn talenten is zo breed dat het soms niet eenvoudig voor hem is om geconcentreerd te blijven,’ zegt Smeulders. Gerben Mak voegt eraan toe: ‘Geleyn loopt soms voor de troepen uit.’ Maar hij voegt er gelijk aan toe dat Meijer ‘genoeg zelfkennis’ heeft om daarop te anticiperen. De domeinvoorzitter is nu een jaar in functie, maar oud-collega Mak ziet hem toch nog wel eens de politiek in gaan. ‘Want Geleyn is iemand die iets terug wil doen voor de maatschappij. Overigens zal dat denk ik eerder de Amsterdamse dan de landelijke politiek zijn, want op lokaal niveau is beleid zichtbaarder en dat is meer iets voor hem.’ De domeinvoorzitter heeft nog twee jaar de tijd: de gemeenteraadsverkiezingen vinden plaats in het vroege voorjaar van 2014. yyy Folia Radio zendt op 13 juni een interview uit met Geleyn Meijer. In het gesprek zal hij terugblikken op zijn eerste jaar als domeinvoorzitter. Daarnaast gaat het over publiek-private samenwerking in onderwijs en onderzoek, (Europese) innovatie en D66. Te beluisteren via Amsterdam FM, in de ether op 106.8 en op de kabel op 103.3, tussen 16.00 en 17.00 uur. Vanaf de volgende dag terug te luisteren via foliaweb.nl/radio. De uitzending is op zatermiddag 15.00 uur terug te zien op Salto TV. Daarna via salto.nl.
FoliaMagazine
33
De managers van het onderwijs Wie zijn toch die figuren in pak die de UvA- en HvA-kantoren ‘bemensen’? Fotograaf Danny Schwarz ging op zoek naar de mensen achter de beleidsplannen: de managers. tekst en foto’s Danny Schwarz
M
eer dan achtduizend medewerkers werken er bij de UvA en HvA. Om al die mensen en hun werkzaamheden in goede banen te leiden is er een breed leidinggevend kader nodig: een leger van managers op diverse niveaus. Waar studenten en docenten herkenbaar zijn, is het beeld van de manager minder scherp. Hoe ziet een leidinggevende eruit? Hoe zitten zij erbij en waar kijken ze op uit? Zijn ze al ten prooi gevallen aan de papieren tijger van de onderwijsbureaucratie of is hun werkplek juist opgeruimd en steriel? Fotograaf Danny Schwarz ging op verschillende locaties van hogeschool en universiteit op zoek naar de manager. Deze serie geeft geen volledig beeld, maar een impressie van managers in hun natuurlijke habitat. Er zijn veel voor de hand liggende overeenkomsten, zoals het bureau en overlegtafel met stoelen. Op enkele progressievelingen na die flexwerken en graag tussen collega’s en studenten zitten. En de foto’s van kinderen en kleinkinderen en uitzicht op een stukje Amsterdam zie je overal wel terug. Verder zijn het zonder uitzondering gepassioneerde onderwijs- en onderzoekspecialisten die het
34
FoliaMagazine
onderwijs in het algemeen en hun team in het bijzonder willen verbeteren en daar hard voor werken. Verschillen zijn er ook genoeg. Zo is er de echte professor, op leeftijd, ietwat wereldvreemd, maar ook het prototype van de manager: de man in pak, een tikkeltje saai. Gelukkig is de ambitieuze vrouw ruim vertegenwoordigd, al dan niet in mantelpak. Opvallend is dat de
‘Alsjeblieft niet en profil’ reden om mee te doen aan dit project varieert van bekendheid geven aan de eigen afdeling, het instituut of onderzoek tot herkenbare ijdelheid, jezelf willen laten zien. En dan toch even de bril af en de lenzen in, een laatste blik in de spiegel en ‘alsjeblieft niet en profil’. Een enkeling is sinds dit jaar in functie, velen lopen al jaren mee, met als toppunt de manager die zichzelf de ‘oudste bobo van de universiteit’ noemt. En net diegene was zijn stropdas vergeten. Over uitzicht hebben de meeste managers geen klagen. Hier en daar een troosteloos plat dak of bouwkranen, maar wat denk je van een
mooi stukje Roetersstraat, het Amstel Hotel, de Nes, het Koningsplein of de Westertoren? Mooiste uitzicht? Balkons, de achterkant van een woonblok, waar volgens de manager het Amsterdamse leven aan de kijker voorbijtrekt; van vier bevriende families die hangend over de balkons de dag doornemen tot een omaatje dat in een grote onderbroek was ophangt en denkt dat niemand haar ziet. Onontkoombaar is het TL-licht. Lelijk en sfeerloos, soms gecompenseerd door een eigen lichtbron. En dan zijn daar nog de details die een glimp van persoonlijkheid laten zien. Bijvoorbeeld lijsten die al maanden op de grond staan, koffiemokken met opdruk (tekst of foto), maar ook een foto van een overleden collega. Hier en daar hangt er wat kunst aan de muur, al dan niet van de kunstuitleen, een panoramafoto van verre voorgangers of posters van onderwijsevenementen. Ergens op een bureau ligt een oranje pluimstaart als sleutelhanger, staan stapels kartonnen koffiebekertjes en hangt een gele valhelm. Gekker dan dat wordt het niet bij de manager. Uiteindelijk is de boodschap van de fotograaf: oordeel vooral zelf. yyy
Alice van Kalsbeek, coördinator Instituut voor Nederlands Taalonderwijs en Taaladvies (INTT), Faculteit der Geesteswetenschappen, P.C. Hoofthuis, geeft leiding aan 27 medewerkers. ‘Ik wil allereerst de toekomst van mijn instituut veiligstellen.’
Bart Visser, opleidingsmanager oefentherapie Mensendieck / Lector oefentherapie, Tafelbergweg, geeft leiding aan 20 medewerkers. ‘Ik wil een team vormen, een coalitie met docenten, en denk erover na hoe je moet zorgen dat je niet allemaal losse poppetjes hebt.’
Hans Mackaaij, opleidingsmanager van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding, Dr. Meurerlaan, geeft leiding aan 40 medewerkers. ‘De twee teamleiders met wie ik mijn kamer deel zijn echte motorfanaten. Ik word helemaal gek van al die motordingen hier, maar het is wel onwijs gezellig. De werkdruk is ontzettend hoog en humor is het beste instrument om daar niet aan onderdoor te gaan.’
Henk van der Liet, departementsvoorzitter Taal- en letterkunde en hoogleraar Scandinavistiek, P.C. Hoofthuis, geeft leiding aan 170 medewerkers. ‘Ik wil zorgen dat de invoering van 8-8-4 zo goed mogelijk verloopt binnen mijn zeer onderwijsintensieve departement.’
Frank van Kampen, directeur studenten services, BG3, geeft leiding aan 65 medewerkers. ‘Mijn speerpunt als manager is om studenten in hun ambities te ondersteunen.’
Gimène Spaans, afdelingshoofd Front Office ITS-HvA en afdelingshoofd Front Office IC-UvA, Rivierstaete, geeft leiding aan 60 medewerkers. ‘Goede samenwerking is belangrijk. Alleen ben je sneller, maar samen kom je verder.’
FoliaMagazine
35
Jans van Kooij-van der Horn, opleidingsmanager DEM/HES, Fraijlemaborg, geeft leiding aan 29 medewerkers. ‘Ik vind het een geweldige baan. Vooral omdat ik kan zorgen voor rust in de tent. Met alle veranderingen die constant worden doorgevoerd is het bieden van een luisterend oor voor collega’s belangrijk. Zodat mensen zich goed in hun vel voelen en goed presteren.’
Liduine Bremer, directeur bedrijfsvoering FGw, Bungehuis, geeft leiding aan 289 medewerkers. ‘Dit zijn mijn laatste weken als manager bij de FGw. Er is een Joodse verwensing die zegt: “Ik wens je veel personeel toe.” Dat heb ik niet zo ervaren. Er zijn soms problemen, maar het is ook geweldig om mensen te kunnen bijsturen en helpen als ze ergens mee worstelen.’
36
FoliaMagazine
Michael Ellman, voorzitter afdeling Business Studies, Amsterdam Business School, geeft leiding aan 120 medewerkers. ‘Ik heb niet met enthousiasme voor het managerschap gekozen. Niemand anders wilde het doen, en een bijdrage leveren aan de organisatie hoort ook bij het hoogleraarschap. Ik heb het gevoel dat ik een positieve bijdrage heb geleverd, dat is het belangrijkste.’
Jurriën Wind, hoofd onderwijslogistiek DMCI, Benno Premselahuis, geeft leiding aan 36 medewerkers. ‘Als het hele roostersysteem van de HvA uitvalt, zoals laatst gebeurde, is dat niet leuk, maar het maakt mijn baan wel levendig.’
Marjolijn Kaak, afdelingshoofd dienst studentenzaken HvA, Kohnstammhuis, geeft leiding aan 50 medewerkers. ‘Flexwerken is kostenbesparend. Er moet geld worden besteed aan onderwijs, niet aan nieuwe kantoorgebouwen.’
Pieter van Leeuwen, directeur personeel & organisatie, Vendelstraat 7, Binnengasthuisterrein, geeft leiding aan 7 medewerkers. ‘Het staat hier vol: stapels koffiebekertjes, een valhelm. Het zijn verzamelingen die door de jaren heen zijn ontstaan.’
FoliaMagazine
36
Nol Verhagen, directeur bibliotheken HvA en UvA, UB, geeft leiding aan 400 medewerkers. ‘In principe moeten medewerkers en studenten niet te veel met de organisatiekant lastig worden gevallen. Soms heb ik de indruk dat sommigen denken dat de digitale informatie die ze vinden uit de lucht komt vallen, en niet via de bibliotheek. Maar we winnen ieder jaar de tevredenheidsmonitor, dus ze zien het kennelijk wel.’
Paul Helbing, directeur marketing & communicatie, Maagdenhuis, geeft leiding aan 25 medewerkers. ‘Als manager kun je mensen helpen hun doel te bereiken. Het geheim daarvoor is een individuele benadering, want niet iedereen heeft dezelfde sturing nodig. Als het je lukt om mensen met meer succes en plezier te laten werken, dan geeft dat voldoening.’
Sander Nieuwland, opleidingsmanager sociaal juridische dienstverlening, Europahuis, geeft leiding aan 50 medewerkers. ‘Ik zit op één dag met een student, een lector en een domeinvoorzitter om de tafel. De dynamiek maakt het soms chaotisch, maar dat is waar ik van hou.’
Patricia Pisters, voorzitter departement mediastudies, BG 1, geeft leiding aan 100 medewerkers. ‘Als hoogleraar moet je ook de verantwoordelijkheden van het managerschap dragen. Dat is soms zwaar, bijvoorbeeld als je een moeilijke boodschap aan een medewerker moet brengen. En je staat een stuk verder van je vak af. Maar het werken aan een goed team is ook heel uitdagend.’
Susanne Koenders, opleidingsmanager HRM, Wenckebachweg, geeft leiding aan 40 medewerkers. ‘Als je zelf flexwerken belangrijk vindt voor een open en transparante cultuur en beter wilt omgaan met je vierkante meters, kun je dat niet implementeren zonder zelf mee te doen. Waarom zou ik een eigen kamer moeten terwijl docenten misschien wel een belangrijkere bijdrage leveren dan ik?’
Willem Baumfalk, voorzitter Domein Maatschappij & Recht, Jan Bommerhuis, geeft leiding aan 450 medewerkers. ‘Ik mis het directe contact met studenten. Dat heb ik nu nog wel, maar in een andere context. Je krijgt er echter veel moois voor terug, namelijk een rol waarin je kunt bijdragen aan onderwijskwaliteit.’
FoliaMagazine
37
prikbord HvA
38
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
HvA Studentenkamers
DEM Bikepad
In het Kohnstammhuis is de expositie ‘Op kamers’ van fotograaf Henny Boogert geopend. De fotograaf reisde de afgelopen twee jaar naar gebieden waar studeren niet zo vanzelfsprekend of financieel toegankelijk is als in Nederland en heeft daar studenten in hun kamers geportretteerd en geïnterviewd. Met name de minimale voorzieningen in de sloppenwijk Mathare in de Keniase hoofdstad Nairobi maakten diepe indruk op hem. De expositie is tot en met 26 augustus te bezoeken van maandag tot en met donderdag van 9.00-21.00 uur en op vrijdag van 9.00-17.00 uur.
Student commerciële economie Noury Westers (20) heeft met twee collega’s van de Hogeschool Utrecht de publieksprijs van de Folia Startup Award gewonnen. De studenten ontwikkelden een smartphonehouder voor op de fiets. Telefoons die op de houder worden gelegd zuigen zichzelf automatisch vast. De studenten wonnen twee uur professionele begeleiding, drie Bol.com-cadeaubonnen ter waarde van vijfhonderd euro en een advertentie in Folia Magazine. Student Communication & Multimedia Design Donald Vossen (23) won de hoofdprijs: 50.000 euro startkapitaal.
DBSV NK-wielrennen
DT Zonnebootrace
HvA-docent René Randsdorp is zondag als derde geëindigd tijdens het Nederlands Kampioenschap wielrennen voor docenten. Het rood-wit-blauwe kampioenstricot ging naar Hermi Beute, docent aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen. De rit voerde ruim anderhalf uur lang over het 1,4 km lange wielerparcours van Beverwijk. Onder barre omstandigheden – de koudste junidag in veertig jaar – reden zo’n vijftig deelnemers de wedstrijd die voor de tweede keer werd georganiseerd door eerstejaarsstudenten sport, management & ondernemen (sm&o).
De Elfstedentocht, maar dan per boot. En wel in boten die op zonne-energie varen. Van 8 tot en met 14 juli wordt de Friese zonnebootrace weer gehouden. Het Domein Techniek doet mee met het Solar Team HvA, een studententeam van vijftien studenten van de opleidingen Engineering, Design & Innovation en E-Technology. Tijdens de Dong Energy Scolar Challenge varen de deelnemers uit binnen- en buitenland in een zelfgebouwde zonneboot een afstand van 220 kilometer langs alle Friese elfsteden. Grootste uitdaging? Varen als de zon niet schijnt.
DOO Coach
DMCI MIC
Studenten van de onderwijsopleidingen van de HvA gaan Amsterdamse scholieren uit het lager en voortgezet onderwijs een jaar lang persoonlijk begeleiden. Studenten moeten zo beter voorbereid worden op de belevingswereld van het Amsterdamse kind. Gisteren zijn de afspraken met drie Amsterdamse scholen bekrachtigd. De proef met vijftig studenten van de opleiding pedagogiek, de pabo en de lerarenopleidingen gaat komend studiejaar van start. Bij succes wordt het coachingstraject een vast onderdeel van de lesprogramma’s.
De opleiding media, informatie & communicatie heeft drie nieuwe overeenkomsten gesloten met buitenlandse partnerscholen. Het gaat om de University of Central Oklahoma in de Verenigde Staten, en de Belgische Arteveldehogeschool Gent en Hogeschool West-Vlaanderen Kortrijk/Brugge. Studenten die graag een minor in het buitenland volgen kunnen zich nog tot 17 september aanmelden. Er zijn alleen nog plekken in het tweede semester. Ook voor docenten bestaat de mogelijkheid korte tijd in het buitenland te doceren. Meer informatie op intranet.
DG Wereldvluchtelingendag
DMR Bibliotheek
Tijdens Wereldvluchtelingendag op 20 juni wordt in het Kohnstammhuis de toneelvoorstelling As I Left My Fathers House opgevoerd. In het toneelstuk vertellen vluchtelingen met verschillende culturele en religieuze achtergronden over hun wereld en de jarenlange gevolgen van vijandigheid, geweld en oorlog. De makers hopen dat de voorstelling het begrip en vertrouwen onder studenten vergroot ten aanzien van vluchtelingstudenten. De voorstelling loopt van 15.00 tot 17.00 uur in het Kohnstammhuis aan de Wibautstraat. De toegang is gratis.
Met het oog op de bouw van de Amstelcampus verhuist de bibliotheek van het Jan Bommerhuis vanaf 2 juli naar het Kohnnstamhuis. De bibliotheek in het Jan Bommerhuis is te gebruiken tot en met vrijdag 29 juni. Vanaf 2 juli kunnen boeken ingeleverd worden op de nieuwe locatie, lenen kan pas zodra de collecties zijn samengevoegd. Het informatiepunt van de bibliotheek is te vinden op de derde etage van het pand, de exacte locatie wordt later bekendgemaakt. Van 23 juli tot en met 12 augustus is de bibliotheek gesloten vanwege de zomervakantie.
FoliaMagazine
prikbord UvA
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
FMG Spinozapremie
AMC AMC-loop
NWO heeft aan UvA-antropoloog Annemarie Mol de Spinozapremie 2012 toegekend. Mol, hoogleraar antropologie van het lichaam, ontvangt een bedrag van 2,5 miljoen euro, vrij te besteden aan een onderzoek naar keuze. De Spinozapremie geldt als de Nederlandse Nobelprijs en is de hoogste onderscheiding die een Nederlandse wetenschapper ten deel kan vallen. Mol is sinds 1996 de elfde UvA-onderzoeker die de premie ontvangt. Naast Mol ontvangen de Nijmeegse wetenschappers Mike Jetten en Ieke Moerdijk en de Leidse wetenschapper Xander Tielens de premie.
De 29e AMC-loop wordt gehouden op zondag 17 juni. De jaarlijks georganiseerde loop bestaat uit een prestatieloop van 5, 10 of 15 kilometer, een kinderloop van circa 1 kilometer en een bedrijvenloop van 5 of 10 kilometer. Het festijn start om 11.00 uur. Start, horecaterras en kleedruimtes zijn te vinden op parkeerterrein P4 van het AMC. De AMC-loop is opgenomen in de dertig mooiste looproutes van Nederland en de AMC bedrijvenloop geldt sinds 2011 als het officieuze Ziekenhuiskampioenschap van Nederland. Zie www. amcloop.nl.
UvA Scriptieprijs
UvA J.Pzn
Fysicus Thijs van Putten, promovendus bij het Anton Pannekoek Instituut voor sterrenkunde, heeft de UvA-scriptieprijs 2012 gewonnen. De prijs voor de beste masterscriptie van het afgelopen jaar werd hem op 2 juni uitgereikt door juryvoorzitter Bart Noordam tijdens de slotmanifestatie van de Universiteitsdag. Van Putten kreeg de prijs, een oorkonde en drieduizend euro, voor zijn onderzoek naar opgebrande sterren. De tweede prijs (tweeduizend euro) ging naar Roel Mocking en de derde (duizend euro) ex aequo naar Clotilde Caillault en Niki Frencken.
Het UvA-orkest J.Pzn Sweelinck geeft ook dit jaar een concert in het Concertgebouw. Gespeeld wordt een ‘spectaculair transatlantisch programma’: een opdrachtcompositie van het componistencollectief ‘Het Atelier’, bestaande uit een Braziliaan, Amerikaan en een Nederlander, verbonden aan het Koninklijk Conservatorium. Daarnaast het altvioolconcert van Béla Bartók, dat hij schreef als vluchteling in New York. Na de pauze zal het orkest de negende symfonie van Dvořák spelen, bijgenaamd ‘Uit de nieuwe wereld’. Datum: 16 juni. Info: www.sweelinckorkest.nl.
FEB Rudzani
AUC Robbert
Matshili
Sweelinck Orkest
Dijkgraaf
Economiestudent Egor Gorshkov is met vier andere UvA-studenten een crowdfundingsactie begonnen om voor 1 juli tienduizend dollar bij elkaar te krijgen voor de zeventienjarige Zuid-Afrikaanse activist en fotograaf Rudzani Matshili. Zij fotografeert de ellende in townships, maar heeft geld nodig voor een professionele camera, een laptop en een universitaire opleiding. Momenteel fotografeert ze in de township Diepsloot bij Johannesburg. Check www. supportanactivist.org om te doneren. Foto’s van Matshili zijn te zien bij galerij Qlick Editions in De Pijp.
De vertrokken president van de KNAW Robbert Dijkgraaf krijgt een naar hem genoemde collegezaal in het nieuwe Amsterdam University College op het Science Park. Dit heeft de directie van het AUC in overleg met Dijkgraaf besloten. Dijkgraaf, die per 1 juli directeur wordt van het Institute for Advanced Study in Princeton, is een van de medeoprichters van het AUC. De zaal waar het om gaat krijgt de naam ‘Robbert Dijkgraaf Auditorium’. Ook de wetenschappers Charles Darwin, Maria Sybilla Merian en Albert Einstein krijgen een zaal naar zich vernoemd.
KNAW Ridder
FNWI Albert
Robbert
Robbert Dijkgraaf is op 5 juni, bij zijn afscheid als president van de KNAW, benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Tijdens de Akademiemiddag 2012, die plaatsvond in het Muziekgebouw aan ’t IJ, werden hem de daarbij behorende versierselen opgespeld door demissionair minister-president Mark Rutte, die zei ‘ongelofelijk trots’ te zijn op Dijkgraaf, die per 1 juli naar de Verenigde Staten vertrekt, waar hij directeur wordt van het Institute for Advanced Study in Princeton. Dijkgraaf wordt opgevolgd door geneticus Hans Clevers.
Polman
Hoogleraar fysica en KNAW-lid Albert Polman heeft de ENI Renewable and Non-Conventional Energy Prize 2012 gekregen. Hij is verbonden aan het Institute of Physics. Polman krijgt de prijs samen met Harry Atwater van het California Institute of Technology. Ze ontvangen de prijs voor hun onderzoek naar efficiënte zonnecellen. Die zetten nu vaak niet al het zonlicht om in elektriciteit en zijn relatief duur vanwege hoge materiaalkosten. De prijs wordt op 15 juni in Rome uitgereikt in aanwezigheid van de Italiaanse president Napolitano.
FoliaMagazine
39
wasdom Redder van verhalen Carlijn Vis Leeftijd: 29 (geboren op 3 maart 1983) Beroep: Schrijver, haar debuutroman Vrij Spel verscheen afgelopen voorjaar Studie: Visual Marketing (HvA) en International Business (Universiteit Utrecht) Afgestudeerd: 2007 College: ‘Statistiek van Ralph Müller, aan de Universiteit Utrecht. Het is natuurlijk het meest nerdy vak dat je kan bedenken, maar tot mijn verbazing vond ik het echt leuk om de methodes te leren en later te gebruiken voor mijn scriptie-onderzoek.’ Locatie: ‘Ik had altijd les aan de Wibautstraat, maar heb daar nooit echt bij stilgestaan. Het was niet meer dan de plek waar ik studeerde: een doodnormaal, saai gebouw.’ Café: ‘De Ysbreker, vlak bij de HvA met een groot terras aan de Amstel en lekkere tosti’s.’ Afknapper: ‘Mijn diploma-uitreiking. Na bijna vier jaar op de HvA te hebben rondgelopen, zaten we met heel veel studenten in een grote zaal en werd er over niemand iets persoonlijks gezegd.’
40
FoliaMagazine
stage Zij studeerde Visual Marketing en International Business en werd schrijver: Carlijn Vis. tekst Julie de Graaf / foto Bob Bronshoff
‘I
k koos voor Visual Marketing omdat ik graag iets creatiefs wilde doen, maar merkte na het eerste jaar dat de opleiding mij inhoudelijk niet genoeg prikkelde. Toch wilde ik niet zomaar stoppen, dat zou voelen alsof ik anderhalf jaar studie zou weggooien. Na overleg met een studie-adviseur besloot ik de studie dan maar versneld af te maken, om daarna nog een universitaire master te volgen. Naast het versnelde traject deed ik een minor journalistiek. Die beviel zo goed, dat ik mijn verplichte stage voor Visual Marketing graag op een redactie wilde lopen. Zo’n stage sluit natuurlijk niet echt aan bij een studie over merkmanagement, conceptontwikkeling en communicatieplannen, maar mijn stagevoorstel werd toch goedgekeurd. Ik werd stagiair bij Quote en mocht meteen interviews en artikelen maken. Ik heb het daar erg naar mijn zin gehad en veel geleerd. Na mijn afstuderen aan de HvA heb ik in Utrecht een master International Business gevolgd. Ik had voor Quote zo veel mensen gesproken over ondernemerschap en bedrijfsvoering, dat het me leuk leek om daar meer over te weten te komen. Voor mijn scriptie deed ik onderzoek naar de manieren waarop jongeren nieuws consumeren in Nederland. Tijdens mijn afstuderen werd nrc.next opgericht, waar ik aan de slag kon als marketingmanager lezersmarkt. Een baan waarin mijn studies samenkwamen; in een journalistieke omgeving was ik bezig met bedrijfsvoering en marketing. Twee jaar geleden begon ik met het schrijven van mijn boek Vrij spel. Het is een roman gebaseerd op het leven van mijn oma: Ellis Brandon. Zij zat tijdens de Tweede Wereldoorlog in het verzet en is de laatste vrouwelijke Engelandvaarder die nog leeft.
Ik praatte altijd al veel met mijn oma over de dingen die zij heeft meegemaakt. Zo vertelde ze mij over de periode waarin ze moest onderduiken omdat ze gezocht werd door de Gestapo. Ze heeft maanden haar familie niet gezien en zelfs toen haar oma overleed kon ze niet terug. Op een dag was ze als koerier van de verzetskrant op pad, toen ze in de trein opeens haar vader tegenkwam. Toen alle andere mensen de coupé hadden verlaten, konden ze elkaar begroeten en haalde haar vader een doosje uit zijn binnenzak. Het was de ring van haar oma, die hij elke dag bij zich droeg in de hoop zijn dochter tegen te komen. Toen ze dat verhaal vertelde, wist ik: dit moet ik opschrijven. Het is zonde als zulke verhalen verloren gaan. Ik heb meteen diezelfde dag het eerste hoofdstuk van mijn boek geschreven. In de twee jaar die volgde, heb ik elke zondag mijn oma geïnterviewd. Ik had toen nog een fulltimebaan, maar in mijn vrije tijd schreef ik en deed ik research. Het resultaat, mijn debuutroman Vrij spel, is afgelopen voorjaar verschenen. Het eerste exemplaar heb ik op de presentatie aan mijn oma uitgereikt. Zij vindt het te gek dat ik dit heb gedaan en het hele proces heeft ons nog dichter bij elkaar gebracht. Op een van de interviewopnamen zegt ze: “Ik denk niet dat iemand mij nu beter kent dan jij.” Dat was voor mij zo waardevol. Het is heel bijzonder dat mijn generatie nog de kans heeft om de ervaringen van mensen die de oorlog hebben meegemaakt uit eerste hand te horen. Ik ben dan ook altijd heel nieuwsgierig naar verhalen van andermans opa’s en oma’s.’ yyy Ga naar www.foliaweb.nl/prijsvraag om kans te maken op het boek Vrij spel van Carlijn Vis.
Julia van Grieken (25) Studie Architectuurgeschiedenis Stage Nederlands Architectuurinstituut (Nai) Verdiensten: 200 euro bruto Beoordeling: JJJJJ ‘Na mijn bachelor kunstgeschiedenis wilde ik er even tussenuit, om te kijken hoe het er in het werkveld aan toegaat. Ik solliciteerde bij het Nederlands Architectuurinstituut, waar ik terecht kwam op de afdeling presentatie. Wij organiseerden elke donderdagavond een debat of lezing. Voor deze avonden deed ik het vooronderzoek, maar ik was vaak ook praktisch bezig. Zo moest ik bijvoorbeeld een keer een Indiase architect ophalen op Schiphol. In de taxi naar Rotterdam hebben we heel lang zitten praten, en achteraf gaf hij mij een van zijn boeken cadeau. Een heel bijzondere ervaring. Mijn studie is vrij wetenschappelijk, maar deze stage was een mooie combinatie van wetenschap en praktijk. De grootste klus was het symposium Architectuur 2.0, een geheel verzorgde dag voor enkele honderden mensen. Ik was lange tijd de enige stagiair, waardoor ik gewoon meedraaide met de rest van het team en werd behandeld als volwaardige medewerker. Veel mensen buiten de afdeling wisten zelfs niet dat ik stagiair was. Zodra ik klaar ben met mijn studie wil ik graag weer in de culturele sector aan de slag. Toen ik weg ging bij deze stage zeiden sommigen dan ook: “We zien je binnenkort toch gewoon weer terug?” Misschien gaat dat ook gebeuren, want ik heb er inmiddels weer gesolliciteerd. Ik ben nu bezig met mijn afstudeerscriptie, maar ik wil dat graag combineren met werken bij het NAi. Desnoods doe ik iets langer over mijn scriptie.’ yyy Roel van Luijk
FoliaMagazine
41
FoliaMagaz ine weekblad
toehoorders woensdag 6 juni 11.00 uur, Science Park tekst en foto’s Clara van de Wiel
D
42
FoliaMagazine
nr. 34 13/06/201 2
Wij doen het dan de Am beter erikanen
Hoorcollege ‘Organismen in het milieu’ door Kenneth Rijsdijk,
e zondvloed is zojuist losgebarsten en menig toehoorder drupt nog wat na. Geen mooier moment om de gevolgen van een ‘netto neerslagoverschot’ op de bodem te bespreken. Geo-ecoloog Rijsdijk is te gast bij deze zaal biologen en hij is zich daar goed van bewust. ‘Bij sommige dingen moeten jullie maar controleren of het klopt wat ik vertel,’ grapt hij bij aanvang. Normaal gesproken doet Rijsdijk namelijk heel andere dingen. Vaak is hij te vinden op het eiland Mauritius, om een dodo-massagraf te onderzoeken. Vandaag is hij hier om de relevantie van de bodem voor het ecosysteem dat erop ontstaat te benadrukken. Hoe de vruchtbaarheid van die bodem zich ontwikkelt is namelijk fascinerend. Bijvoorbeeld als er water in de ‘spleet van het gesteente’ drupt en zo bij het ‘moedermateriaal’ komt. Nooit was de geologie opwindender. Maar te veel vocht is niet goed. De ‘vloeibare fase’ van een bodem kan namelijk variëren en voor je het weet spoelen al je kostbare nutriënten weg. Een ‘jammerlijke situatie voor het ecosysteem,’ benadrukt Rijsdijk, terwijl de regen met bakken uit de lucht komt. Als hij het einde van zijn college nadert, legt hij nog even snel de link met de biologie. Want ook de bloemetjes en de bijtjes hebben zo hun invloed. Een worm kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat er voor de bodem kostbare humus ontstaat die honderden jaren meegaat. Ook zogenaamde springstaarten hebben die gave. ‘Biologie is toch een wonderlijk vak voor ons aardwetenschappers,’ zegt Rijsdijk stralend, terwijl hij zich in volle vaart door zijn powerpoint met plaatjes van kleine beestjes heen klikt. Voor hem is het natuurlijk het mooist als beestjes massaal op één plaats het loodje leggen. Ter afsluiting wenst hij ons dan ook veel plezier bij het zelf onderzoeken van de aarde. Op Mauritius zal dat wel niet zijn. Maar ach, de gevolgen van zo’n neerslagoverschot kunnen misschien ook beter hier onderzocht worden. yyy
en UvA
cover Pascal Tieman
FOL_1222.indd
Luchtvochtigheid: Hoog tot zeer hoog Geruite blouses: 7 Scrabblewoorden: anthropogeen, protonenbombardement, nutriëntenbeschikbaarheid, humusinspoelingshorizonten
voor HvA
1
colofon
Weekblad voor de HvA en
UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en
Nienke Beets (19, biologie)
‘Er werd veel verteld wat we eigenlijk al wel wisten. Maar een beetje herhaling is altijd fijn. En het is wel heel interessant dat een heel ecosysteem in zo’n klein stukje grond zit. Het lijkt me leuk om hierin verder te gaan. Binnenkort gaan we ook een week op excursie naar Limburg om daar beestjes te verzamelen.’
Havana (1996). Redactieadres Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD Amsterdam, telefoon 020-5253981, e-mail: redactie@folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Femke Awater, Marieke Buijs, Luuk Heezen, Max Lange, Roel van Luijk, Wim de Jong, Jeff Pinkster, Eva Rooijers, Gijs van der Sanden, Danny Schwarz, Bob van Toor,
Floris Nat (20, biologie)
‘Dit was voor ons het derde uur achtereenvolgend. Dan zakt mijn aandacht onder het dieptepunt. Ik probeerde wel op te letten, maar heb ook zitten whatsappen met medestudenten. Bijvoorbeeld over een domme vraag die werd gesteld en de persoon die hem stelde. Achteraf eigenlijk wel jammer dat ik niet beter heb opgelet, want de stof was wel interessant. En de docent vertelde heel enthousiast.’
Annemarie Vissers, Clara van de Wiel, Dirk Wolthekker Aan dit nummer werkten mee Fatihya Abdi, Pepijn Barnard, Bob Bronshoff, Fred van Diem, Robbert Dijkgraaf, Julie de Graaf, Brechtje Keulen, Bas Kocken, Marc Kolle, Ward Kuipers, Denise van Leeuwen, Adi Nes, Won Tuinema, Tjebbe Venema, Fen Verstappen Eindredactie Harmen van der Meulen Correctie Martien Bos Opmaak Hannah Weis, Carl Zevenboom
Isabelle van der Zanden (19, biologie)
‘Ze hebben alle colleges in één week gepropt zodat we de komende weken tijd hebben voor de excursies. Volgende week gaan we bijvoorbeeld naar Texel. Maar daardoor hebben we er nu wel heel veel achter elkaar. Ik had meer verwacht van dit college. Geologie leek me altijd wel interessant, maar dit wist ik allemaal al. Ik ben nu in elk geval blij dat ik geen aardwetenschappen ben gaan studeren.’
Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider) Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl
11-06-12
17:38
deining ‘Verkeerde klemtonen en klungelig geformuleerde zinnen, zoals geen mens ze zegt en niet eens opschrijft, dat zijn de kenmerken van de taal van ’t NOS-Journaal.’ De taal van het journaal laat veel te wensen over, vindt spreektaaldeskundige Jan Stroop, in de Volkskrant. ‘Het zijn toch, om een echt elitair en snobistisch woord te gebruiken, de meer “verfijnde”, hoger opgeleide Nederlanders die nu geconfronteerd worden met hun anders-zijn in het mavo/havoland dat wij Nederland noemen.’ Oranje-waanzin hangt nauw samen met opleidingsniveau, stelt socioloog Bowen Paulle, in BN/De Stem. ‘Zoals ook het begrip “stoel” velerlei verschijningsvormen kent.’ Autisme is er in vele varianten, benadrukt autismehoogleraar Hilde Geurts, in de Volkskrant. ‘Ik ben ervoor om eerst ergens iets te eten, anders is het met die gasten al om halfelf gebeurd.’ Schrijver Philip Huff waarschuwt voor het gevaar van te vroeg pieken tijdens de VrijMiBo, in Volkskrant Magazine. ‘Ik wil helemaal niet door een hoer gepijpt worden en ik heb al meer dan drie jaar een heel lieve vriendin die ik geen “hoer” noem.’ Rapper Pepijn Lanen legt uit hoe hij zich aan het hiphopgenre conformeert, in PS van de Week. ‘Ik heb mijn collectie laatst uitgedund en er zijn zo’n dertig, veertig paar overgebleven.’ Hoofd kunstzaken AMC Sabrina Kamstra heeft niet zo veel schoenen meer, in NRC Handelsblad. ‘Soms bel ik een vriendin: “We hebben net twee mensen vermoord, enig!”’ Advocaat Britta Böhler voelt zich helemaal thuis in haar rol als thrillerschrijver, in Volkskrant Magazine. Opvallende quotes uit de afgelopen week van (voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien,
de lezer
In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.
Stephanie Scholte (27), Corporate Communication, UvA ‘Ik moet eerlijk bekennen dat ik Folia Magazine nooit lees. Sinds ik enige tijd geleden ben begonnen met twitteren lees ik sowieso nog maar weinig bladen. Alle belangrijke nieuwtjes komen daar toch wel voorbij. De cover van deze week sprak mij wel aan vanwege de mooie kleuren en de strakke vormgeving, maar ik miste wat informatie over de inhoud. De cover bepaalt voor een groot deel of mensen het blad pakken. Als je niet in een oogopslag kan opmaken wat erin staat ben je toch minder snel geneigd hem mee te nemen. Het stuk over de Folia Startup Award was erg leuk. Ik heb pas met mijn studievereniging een soortgelijk evenement opgezet. De winnaar ging bij ons natuurlijk wel met een veel lager bedrag naar huis. Ik vind “Drift” een beetje kinderachtig, zo’n seksrubriek hoort toch niet in een blad als Folia Magazine thuis. Je ziet dat het lastig is om zowel HvA als de UvA aan te spreken. Misschien dat het magazine beter in tweeën opgesplitst kan worden, met voor elke doelgroep een eigen helft. Ik heb het stuk over het EK met plezier gelezen, al oogden die oranje pagina’s wel wat goedkoop. De opmaak komt überhaupt nogal chaotisch over; je moet goed kijken wat bij wat hoort. Het leek net of sommige rubrieken bij de advertentie ernaast hoorden. Leuk dat er een special over Robbert Dijkgraaf bij zat. Een unieke vent die zeker veel lezers aantrekt. Als het even meezit studeer ik eind deze maand af, dus ik denk niet dat ik het blad nog vaak ga lezen.’ yyy tekst en foto Max Lange
volgende week Martha Nussbaum De meest invloedrijke vrouwelijke intellectueel van Amerika was in Nederland.
Amfi@Londen Studenten van het Amsterdam Fashion Institute showen hun kleding in Londen.
Achter gesloten deuren
Spreekbuis Sywert
Amsterdam University College wordt binnenkort geopend. Een fotografisch voorproefje.
Waarom ziet Sywert van Lienden zichzelf als aangewezen persoon om het land te hervormen?
mail het naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
43
(advertentie)
Wereldreis voor een euro Nu 8 numm ers â‚Ź8 360, Nederlands nieuwste magazine, brengt elke twee weken de beste artikelen uit 900 buitenlandse kranten en tijdschriften 360 magazine, onmisbaar voor wie wil weten wat er in de wereld speelt
Maak voordelig kennis en lees 8 nummers voor maar 8 euro ( normaal â‚Ź 39,80)
Ga nu naar www.360magazine.nl 360nl @360nl