FoliaMagazine weekblad voor HvA en UvA
nr. 36 27/06/2012
Sturen naar goud Anne Schellekens
inhoud #36 Op naar Londen 6
Drie olympiĂŤrs van UvA-HvA over hun weg naar de Spelen.
Afgestudeerd, en dan? 13 Klaar met colleges, maar ook voor de arbeidsmarkt?
Emotieprofessor 20
Sociaal psycholoog Gerben van Kleef vindt emoties opkroppen geen goed idee.
Toerist in huis 26
Toeristen vieren graag vakantie tussen de locals. Dus slaap eens wat vaker bij je ouders.
In memoriam Peter Karstanje 30
Onderwijskundige en pedagoog Peter Karstanje leefde voor het onderwijs.
Onlinedaten is taboe 32
Daten via internet wordt steeds normaler. Op papier.
Nussbaums waarden 36
Filosoof Martha Nussbaum komt op voor de democratie. En dus voor de geesteswetenschappen.
en verder de week/het moment/navraag 4-5 passie 11 promoties 12 opinie 16-18 Robbert Dijkgraaf 17 Fatihya Abdi 18 op de tong 19 objectief 24-25 & 42-43 drift 39 Folia maakt kennis 40-41 lezingenladder 44 overigens 45 prikbord 46-47 wasdom 48-49 stage 49 toehoorders 50 de lezer/deining 51
2
FoliaMagazine
redactioneel 6
21 Zomer
26
UvA en HvA maken zich klaar voor de zomer. Ik sprak een aantal studenten die net hun laatste tentamens achter de rug hebben, ergens eind augustus melden zij zich weer. Uitzonderingen daargelaten nemen ook de meeste medewerkers meer dan een maand vakantie op. Ook bij Folia was het gebruikelijk om gedurende de maanden juli en augustus bijna ‘dicht’ te gaan. Voor het eerst in onze lange geschiedenis gaan we de hele zomer door. Op FoliaWeb.nl komt een aantal nieuwe – zomerse – rubrieken; de nieuwsvoorziening gaat door en het radioprogramma Folia maakt kennis wordt wekelijks uitgezonden. Daarnaast blijven we via onze sociale mediakanalen bereikbaar. In augustus zullen we uitgebreid verslag doen van de Intreeweek en Kersvers. Voor nu rest me niets anders dan u een prettige vakantie te wensen. Jim Jansen, hoofdredacteur Folia Magazine, jim@folia.nl, @jimfjansen (twitter)
32
36
FoliaMagazine
3
de week De UvA en de HvA schakelen over op zomermodus.
D
e laatste tentamens zijn gemaakt en nagekeken, de vakanties zijn geboekt en alle essays, papervoorstellen en beoordelingsformulieren die maanden door het huis slingerden kunnen eindelijk bij het oud papier. Goed, het weer moet nog een beetje meehelpen, maar de zomer staat dan toch eindelijk voor de deur. En dat betekent dat alles op de UvA en de HvA de komende maanden op een wat lager pitje komt te staan. Maar hier in Amsterdam mogen ze dan overschakelen op de zomermodus, landelijk staat er nog genoeg te gebeuren in hogeronderwijsland. Zo zal eind juli duidelijk worden of studenten die vertraging oplopen voortaan meer dan 3000 euro extra collegegeld moeten betalen. Hoewel de langstudeerdersboete van demissionair staatssecretaris Halbe Zijlstra al goedgekeurd is door de Tweede en Eerste Kamer, daagden een aantal studentenbelangenorganisaties de staat in mei voor de rechter, omdat de maatregel de toegang tot het hoger onderwijs in gevaar brengt. Studenten van de UvA en de HvA doen het goed in de langstudeerrankings. Uit cijfers die de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) onlangs naar buiten bracht, blijkt dat de UvA met 5226 studenten het grootste aantal langstudeerders van Nederland telt. De HvA is met 5166 studenten een goede tweede. Het is maar een idee, maar misschien dat deze studenten het boeken van hun vakantie beter nog even uitstellen tot de rechter uitspraak heeft gedaan. Maar niet alleen studenten wordt het moeilijk gemaakt, zo vlak voor de zomer. De Vereniging van Universiteiten (VSNU) maakte afgelopen week bekend dat het integriteitsbeleid voor wetenschappers verder zal worden aangescherpt. Dat wil zeggen dat het voor de Diederik Stapeltjes onder ons voortaan niet meer zo eenvoudig zal zijn om – en dit is een puur uit
4
FoliaMagazine
Er is veel geprotesteerd tegen de bezuinigingen in het hoger onderwijs, dit collegejaar. In maart organiseerde de Asva nog een protestweek, waarbij er duizenden zwarte ballonnen werden losgelaten. Of dat veel zoden aan de dijk heeft gezet zal deze zomer blijken. Dan beslist de rechter of de beruchte langstudeerdersboete rechtmatig is.
de lucht gegrepen voorbeeld – een causaal verband aan te tonen tussen RTL4 kijken en een verdorven jeugd. Onder het motto ‘voorkomen is beter dan genezen’ zal er in de bachelor- en masterfase voortaan systematisch aandacht worden besteed aan de correcte manier van onderzoek doen. En terwijl studeren steeds duurder wordt en het bedrijven van wetenschap minder vrijblijvend, lopen de aanmeldingen voor het komende collegejaar aanzienlijk terug. FGw-decaan Frank van Vree sprak daarover in een mail naar studenten
en medewerkers zijn zorg uit. En ook op de HvA is de groei van het aantal aanmeldingen gestokt, bleek afgelopen week. Maar dat is allemaal van later zorg. Eerst maar eens zien dat de zon gaat schijnen, deze zomer. yyy Gijs van der Sanden
22 juni 2012
tweet van de week @charliem5 Charlie Mulholland SiS would be an interesting idea for a research project. I even have a title: SiS: big ICT and how the user gets forgotten. :) #cmda #HvA https://twitter.com/charliem5/status/
Omdat staatssecretaris Halbe Zijlstra (midden) de financiering op de schop wil nemen, zullen deeltijdopleidingen verdwijnen. Die vrees werd op 20 juni uitgesproken door Thom de Graaf (rechts), voorzitter van de HBO-raad, tijdens het eerste #HBOdiscoursdebat in Den Haag. Vanaf 2017 krijgen onderwijsinstellingen geen geld meer voor hun deeltijdopleidingen. Studenten kunnen dan alleen nog een beurs krijgen voor studies die volgens de overheid economisch of maatschappelijk nut hebben. Het debat in het kort: Zijlstra vindt die vrees onterecht. yyy tekst Jeff Pinkster / foto Erik Kottier
navraag Tirza Elias Een ransuil vloog eind maart de uitslag van de Docent van het Jaarverkiezing het Kohnstammhuis binnen. Daarmee haalde de HvA zich de woede van de Partij voor de Dieren (PvdD) op de hals. Tirza Elias, voorzitter PvdD-Amsterdam, heeft nu toegezegd gekregen dat de hogeschool geen dieren meer zal gebruiken tijdens evenementen.
Wat was nu eigenlijk jullie bezwaar tegen het gebruik van een ransuil? ‘Het gebruik van dieren voor vermaak gaat in de meeste gevallen ten koste van het welzijn. De vogel wordt in gevangenschap gehouden met als enige doel kunstjes doen voor publiek. Zo’n show creëert vervolgens weer meer vraag waardoor er meer vogels moeten worden gefokt. Van een hogeschool verwacht je beter, zij dragen kennis over.’ Het diertje wordt heel goed behandeld, verzekerden zijn verzorgers. ‘Dat is wel het minste wat je kunt doen als verzorger wanneer je een dier van zijn vrijheid berooft. Het is een vaak gehoord argument, ook
in circussen. Maar de kern van het verhaal is dat het dieren zijn die hun natuurlijke gedrag niet kunnen vertonen.’ Kunnen die uilen het ook niet gewoon leuk vinden om te doen? ‘We kunnen het ze in elk geval niet vragen. We weten wel dat een dier is te manipuleren, zijn wil is te breken. In ruil voor een hapje voedsel zullen ze uiteindelijk alles doen. Inmiddels zal deze ransuil ook niet beter weten. Het is een nachtdier dat van nature grote afstand houdt van de mens. Tijdens de verkiezing voor de beste docent stond het publiek er bovenop. Dat levert enorm veel stress op.’
In Spanje heb ik shows gezien, die veel schrijnender zijn. Moeten we niet blij zijn dat de beestjes hier goed verzorgd worden? ‘Het is natuurlijk geen argument dat we daar blij mee moeten zijn. Wij voeren de kinderarbeid ook niet opnieuw in, ook al komt dat in sommige landen nog steeds voor. En vergis je niet: onlangs was er in het Amsterdamse Bos nog een roofvogelshow. Als wij het goede voorbeeld geven, volgen andere landen hopelijk ons voorbeeld. De hogeschool geeft nu in elk geval het goede signaal door in het vervolg geen dieren meer in te zetten voor evenementen.’ yyy Jeff Pinkster
FoliaMagazine
5
Klaar voor de Spelen De aanloop is er een geweest van trainen, trainen, nog eens trainen én tentamens missen. Over precies een maand is het voor een twintigtal studenten van HvA en UvA eindelijk zo ver: dan staan ze aan de start van de Olympische Spelen in Londen. tekst Jeff Pinkster / foto’s Danny Schwarz
H
et is een indrukwekkend aantal. Zeventien studenten van de hogeschool en drie van de universiteit komen over precies een maand uit op het meest prestigieuze sporttoernooi ter wereld. In de tussentijd hebben nog eens vijf studenten een laatste kans om zich te kwalificeren. Topsport en studie combineren deze studenten al jaren. Bepaald geen pretje: trainingen vallen maar al te vaak samen met deadlines, tentamens en presentaties.
topsporters af te stemmen. Op de Johan Cruyff University is het nog te combineren, maar bij
‘De afgelopen jaren zijn de trainingen in vrijwel alle sporten steeds zwaarder geworden,’ zegt Dennis van Vlaanderen, topsportcoördinator van de hogeschool en verbonden aan de Johan Cruyff University, de school voor topsporters binnen de HvA. ‘Het wordt daarom steeds belangrijker studieprogramma’s op individuele
Een van de sporters die dat kan beamen is Anne Schellekens. De 26-jarige atlete studeert aan de UvA en is de stuurvrouw in de roeiboot van de Nederlandse vrouwen acht. Schellekens volgt de universitaire lerarenopleiding en staat regelmatig voor de klas. ‘De stages zijn soms lastig te combineren met alle trainingskampen in het
‘In vrijwel alle sporten zijn de trainingen zwaarder geworden’ andere opleidingen op de HvA en vooral op de UvA is dat veel lastiger.’
buitenland. Om te studeren moet ik echt ruimte maken in mijn programma.’ Daar kies je natuurlijk zelf voor, maar goede begeleiding is dan wel prettig, zeggen atleten Mariska Beijer (20, rolstoelbasketbal) en Vincent Muda (23, roeier in lichte mannen vier). Beijer en Muda studeren aan de Johan Cruyff University. De combinatie studie en topsport is bij vlagen zwaar, maar het is te doen. Waarom? ‘De begeleiding op de JCU,’ zegt Muda. Beijer: ‘Ze zorgen ervoor dat jouw studie wordt afgestemd op jouw trainingsschema.’ Maar hoe ziet hun leven er verder uit? Wat maakt het sporten zo interessant? En vooral: wie zijn deze studenten eigenlijk? Folia Magazine liep met drie olympische studenten mee tijdens hun voorbereiding op de Spelen.
Olympische sporters van HvA en UvA Billy Bakker, JCU, hockey. Mariska Beijer, JCU, rolstoelbasketbal. Nick Driebergen, JCU, zwemmen. Eva Goede, HvA, hockey. Jiske Griffioen, JCU, rolstoeltennis. Tim Heijbrock, HvA, roeien. Kelly Jonker, HvA, hockey. Kitty van Male, HvA, hockey. Jozef Klaassen, HvA, roeien. Ruben Knab, UvA, roeien. Vincent en Tycho Muda, JCU, roeien. Moniek Nijhuis, UvA, zwemmen. Roeline Repelaer van Driel, HvA, roeien. Marlou van Rhijn, JCU, paralympisch zwemmen. Anne Schellekens, UvA, roeien. Sophie Polkamp, HvA, hockey. Lennart Stekelenburg, JCU, zwemmen. Dennis Straatman, JCU, CP-voetbal (Cerebrale Parese-voetbal, Paralympics). Adrie Visser, JCU, wielrennen (reserve).
6
FoliaMagazine
Anne Schellekens (26) interfacultaire lerarenopleiding (ILO), UvA De ogen staan strak gericht op haar roeisters. Twee kilometer lang moeten de vrouwen acht zich geven op de Amsterdamse Bosbaan. ‘Push, wegleggen, nu!’ Haar buikspieren staan gespannen, de rug is recht, de cadans van de boot regelmatig. ‘Vasthouden, nu!’ Nog een kilometer. Een van de roeisters wendt haar hoofd af. ‘Koppen in de boot, taakuitvoering!’ De laatste vijfhonderd meter. De longen van de roeisters piepen, het zuur trekt in hun benen. ‘Afmaken, nu!’ Een paar uur na de training wandelt stuurvrouw Anne Schellekens (26) het restaurant aan de kop van de roeibaan in het Amsterdamse Bos binnen. Ze geeft een stevige hand en verontschuldigt zich onmiddellijk. ‘Je hebt nu toch geen verf aan je hand?’ Na de ochtendtraining hebben de Nederlandse roeisters de roeibladen die meegaan naar de Spelen voorzien van de Nederlandse driekleur. Een kleine stilte van verbazing. Lachend: ‘Dat is iets van het team, we verven de riemen altijd zelf.’ Het is eind april en de vooruitzichten zijn goed, en de bond heeft eindelijk bekendgemaakt
welke roeisters naar Londen zullen afreizen. Daarmee is een zenuwslopende periode tot een einde gekomen. ‘Zelfs voor mij als, in principe, de vaste stuur, blijft het spannend. Voor de roeisters is het helemaal slopend. In de selectieprocedure roeit iedereen tegen elkaar. Ineens ben je elkaars concurrent. En er valt altijd iemand uit het team af.’ Twee maanden eerder op roeivereniging Skøll dwingt de vrieskou van februari de olympische selectie binnen te trainen. Terwijl bestuursleden van de vereniging een feestje van de avond ervoor in de bestuurskamer uitslapen, maken de roeisters een verdieping lager kilometers op de ergometer. Schellekens licht haar rol als stuurvrouw – een positie tussen coach en groep – verder toe. ‘Ik roei niet, maar zit wel boven op de prestaties. Je kunt het voelen, zien, ruiken. Dat vind ik enorm gaaf,’ zegt de stuur. ‘Technisch kan ik er ook nog eens voor zorgen dat de boot harder gaat. Om die reden zit ik zo stil mogelijk in de boot, het liefst met mijn buikspieren aangespannen. Zo kan ik elk golfje water, elke slag voelen en bijsturen.’
Roeien Voordat Schellekens in 2010 aan de interfacultaire lerarenopleiding begint met de master lerarenopleiding geschiedenis, studeert ze geschiedenis in Utrecht. Bij roeivereniging Triton leert ze roeien. Haar kleine formaat, lichte gewicht én talent maken haar de ideale ‘stuur’. Het ene leidt tot het andere: na de Spelen van 2008 mag ze een keer komen trainen. Meest recente succes: de wereldbeker die de vrouwen acht vorige week wonnen. Inmiddels leidt ze een druk bestaan waarin ze schippert tussen training en studie. ‘Mijn sport komt eigenlijk wel goed van pas in het lesgeven.’ Lachend: ‘In mijn lessen maak ik er bij jongens vaak een wedstrijdje van, die zijn erg competitief ingesteld.’ Even later bewijst ze haar gelijk bij de roeibak van Skøll. ‘Meer over je heupen rollen,’ zegt ze terwijl het de verslaggever maar niet wil lukken een slag te maken. Aan de rand staat een van de roeisters inmiddels aandachtig te kijken – en te lachen. De druk wordt hoger. ‘Gewoon nog een keer proberen,’ motiveert Schellekens. En verdomd. Eén slag.
FoliaMagazine
7
Vincent Muda (23) sportmarketing, JCU (op de achtergrond zijn tweelingbroer Tycho) Maart 2012. De halter in de nek, de rug recht, door de knieën, precies twaalf keer, in een gelijk tempo. Het ritme waarmee de enorme gewichten op en neer worden getild is indrukwekkend. De minuut rust tussen de setjes door gebruikt hij om even op zijn iPhone te kijken. Volgende oefening. Zijwaartse krachttraining nu, gepuf, weer twaalf keer. Buiten is het ijzig koud, het stormt. Geen weer om te roeien. Met een pot pindakaas – Calvé light – in de ene en een halfje brood – casino bruin – in de andere hand wandelt Vincent Muda (23) even later door het trainingscomplex van de Nederlandse Roeibond aan de Amsterdamse Bosbaan. In de kantine smeert hij de ene na de andere boterham met pindakaas. ‘Herstellen je spieren sneller van,’ zegt Muda kauwend. ‘In een week werken we drie krachttrainingen af. Veel herhalingen en weinig gewicht, veel gewicht en weinig herhalingen en een keertje op uithoudingsvermogen.’ Vincent vormt samen met tweelingbroer Tycho het hart van de lichte mannen vier. Sinds het
8
FoliaMagazine
duo in 2009 werd gekoppeld aan Tim Heijbrock en Roeland Lievens geldt het team als een van de meest talentvolle in jaren. Toch is het olympisch ticket voor de Spelen in Londen nog steeds niet binnengehaald. Het gevolg van een reeks blessures en domme pech zo, zoals de voedselvergiftiging die het team afgelopen jaar trof tijdens het WK in Slovenië. ‘Dat ticket gaan we gewoon nog halen op het olympisch kwalificatietoernooi in Luzern in mei. Met dit team kunnen we echt heel ver komen,’ zegt de geboren Amsterdammer zelfverzekerd. Beide broers roeien al sinds hun elfde en daarom weten ze als geen ander waar winst valt te boeken. ‘We zullen vooral onze start moeten verbeteren. Lange halen maken, ervoor zorgen dat we sneller vertrekken. Dat is een proces dat nog wat tijd nodig heeft.’ De Nederlandse roeikampioenschappen, een paar maanden later. De olympische Holland Vier verslaat de lichte mannenvier met nog geen seconde. Gevloek klinkt over de Amsterdamse bosbaan. De Muda’s zijn woest. ‘Op trainingskamp hebben
Roeien we elke wedstrijd gewonnen,’ zegt Vincent later. Toch is het een prestatie op zich: de roeiers uit de olympische Vier komen uit in een zwaardere gewichtsklasse en worden geacht te winnen. Het maakt Vincent niet uit: ‘We roeiden gewoon kut.’ Hun Amsterdamse, directe manier van doen, maakt de tweeling een markante verschijning in de roeiwereld. Beide broers studeren sportmarketing aan de Johan Cruyff University, want ook na het roeien willen ze door in de sport. Waarschijnlijk in het bedrijf van oudere broer Hylco, leverancier van roei- en fietskleding. Eind mei. Erop of eronder. Het kwartet met daarin de broers Muda moet tijdens het kwalificatietoernooi in Zwitserland eindigen bij de laatste twee. De finale is zenuwslopend. De Amerikanen komen als eerste over de streep, met vlak daarna – nog geen tiende van een seconde –de Nederlanders. Na een jaar vol tegenslagen is het Olympische ticket eindelijk binnen. Vincent: ‘We zijn teruggekomen, opgestaan en sterker dan ooit.’
Mariska Beijer (20) commerciële economie, JCU Het gekletter van staal is tot ver buiten de sportzaal te horen. De rolstoelbasketballers trainen om beurten in aanvallen en verdedigen. Met een flinke vaart stuurt een van de speelsters haar rolstoel behendig tussen twee verdedigers door, een derde is te laat en botst vol op de flank van de aanvalster, die de bal alsnog met een sierlijke boog door de basket weet te werpen. Terwijl aanvallers en verdedigers van positie wisselen, krijgt de doelpuntenmaakster er van de bondscoach flink van langs. ‘Het was een lekkere score, toch,’ zegt Mariska Beijer (20) even later in de kantine van de sporthal op olympisch trainingscomplex Papendal. Als een van de sterkere speelsters neemt Beijer de centerpositie in, de spitspositie. ‘Ik voerde mijn taken alleen verkeerd uit,’ zegt ze terwijl ze een hap van haar lunch neemt. ‘Als ik anders was ingekomen dan had ik twee verdedigers mee kunnen trekken. Dat deed ik niet waardoor mijn medespeelsters gedekt stonden. Op die patronen trainen we nu al een jaar. Ik snap wel waarom hij boos werd.’
Rolstoelbasketbal Al op jonge leeftijd constateren artsen bij de in Den Helder geboren Beijer het logesyndroom, een aandoening waarbij de bloedtoevoer in de ledematen wordt verstoord. Door de aandoening wordt de voet van Beijer op achtjarige leeftijd afgezet. Met een prothese sport ze aanvankelijk nog als lopend valide, maar als ze ook nog te kampen krijgt met een zenuwziekte komt ze terecht in een rolstoel. Na een uitstapje in het rolstoelbadminton belandt ze in het rolstoelbasketbal. Ze is verkocht: het samenspel, de snelheid, maar vooral de hardheid. ‘Rolstoelbasketbal heeft alles in zich,’ zegt Beijer, die commerciële economie studeert aan de Johan Cruyff University. ‘Dat harde, het beuken in het veld spreekt me enorm aan. Het is fijn dat ik op de JCU het basketbal kan combineren met mijn studie. In clubverband speel ik bij de Probuild Lions in Landsmeer en daarnaast bij Oranje. Zeker met de voorbereiding voor de Spelen is het dit jaar wel wat veel.’ Lachend: ‘Een jaartje vertraging komt er in mijn geval wel bij.’
Beijer heeft nog niet gescoord of verdedigers veranderen weer in aanvallers en aanvallers in verdedigers. De speelsters zetten twee keer aan, dribbelen met de bal, maken nog wat vaart en zetten hun rolstoel in een ruk stil. De verdedigers reageren minstens zo snel door slimme blokkades op te zetten. De botsingen zijn oorverdovend. Een van de basketballers kukelt zelfs omver. Tot scoren komt de aanvallende partij niet. ‘Daar moet je niet te veel over inzitten hoor,’ zegt Beijer lachend. ‘Het gaat er hard aan toe, maar we zijn wel wat gewend.’ Ze laat haar handen zien. Eén brok eelt. ‘Ik heb net nieuwe wielen, dus het is extra erg. Maar we rijden zonder handschoenen.’ Over de kansen van haar ploeg is ze zelfverzekerd. In de voorbereidingen hebben ze al veel gewonnen, dus over het toernooi zelf maakt ze zich ook absoluut niet druk. Terwijl we het speelschema doornemen, bladert ze door haar agenda. 7 september is dik omcirkeld. ‘Finals!’ yyy
FoliaMagazine
9
(advertenties)
Folia maakt kennis...
...met
Danny Mekic
Eigen Haard
Ondernemer, docent, publicist, oprichter G500
verkoopt door heel Amsterdam starterswoningen vanaf € 75.000 met
Woensdag 27 juni tussen 16.00 en 17.00 uur in de OBA (Oosterdokskade 143) Live te beluisteren op AmsterdamFM
€ 4.000 korting, 0% overdrachtsbelasting & GEEN notariskosten!
(106.8 in de ether en 103.3 op de kabel)
Vanaf 28 juni terug te luisteren op
www.foliaweb.nl
4 juli • Folkert Kuiken (hoogleraar Nederlands als tweede taal)
Folia het platform voor hoger opgeleid Amsterdam Amsterdam FM.nl de stem van de hoofdstad
Folia maakt kennis 36_Danny Mekic_1-4 pagina_v1.indd 1
www.kopenbijeigenhaard.nl
24-6-2012 14:07:37
FLOOR AGENDA
KOHNSTAMMHUIS, WIBAUTSTRAAT 2-4 | DO 28 jUNI - VR 13 jULI Conferentie JeUGDZorG 28 juni, 12.30 -17.30 Arena Het jeugdzorgstelsel verandert en Bureau Jeugdzorg verandert mee, in deze conferentie hoort u hoe het met deze veranderingen omgaat. Studenten en docenten zijn van harte welkom om mee te praten. Boekpresentatie ‘olympisChe hva stUDenten’ 3 juli, 15.00 -17.00 Arena Presentatie van boek over Olympische HvA studenten, georganiseerd door het domein Bewegen, Sport en Voeding. Volg twitter en facebook voor nog meer informatie. De toekomst van amsterDam 13 juli, 12.00 -18.00, Arena, Kohnstammzaal
CREATING TOMORROW
Inspireren, kennis delen, bouwstenen leggen voor de toekomst samen met de gemeente Amsterdam. Tijdens deze bijzondere en creatieve conferentie komen inspirerende sprekers in workshops vertellen over de kennis die er al is in Amsterdam en daarbuiten. De gemeente, bedrijven en bewoners van Amsterdam zijn aanwezig en willen graag met docenten en studenten in gesprek. Volg Floor op twitter @floorHvA en like Floor op www.facebook.com/floorHvA. Hier blijf je ook op de hoogte van het laatste nieuws over de debatten en bijeenkomsten.
passie Gerard Reve Hij heeft alles van Reve meerdere keren gelezen, maar met de typische Reve-humor hoeft René Randsdorp (50, docent sport, management & ondernemen) bij zijn studenten niet aan te komen. ‘Toen ik 22 was paste ik eens op het huis van een vriend. Zijn poezen hadden heel veel vlooien die me meteen besprongen, dus ik kon niet slapen. Toen ging ik maar iets zoeken om te lezen, en zo trof ik Werther Nieland aan, de novelle uit 1949. Die heb ik toen in één nacht uitgelezen, ik was er echt van ondersteboven. Vanaf dat moment ben ik alles gaan lezen, en werd Reve echt een held van me. Ik ben pas heel laat eerste drukken gaan verzamelen; het viel me enorm mee dat die niet zo veel kosten. Een eerste druk van De avonden kost maar 140 euro, dus dat loopt wel los. De bekende portretfoto van hem hangt op mij kantoor. Typisch reviaans, met z’n kroontjespen, een eerste druk, een drankvergunning: alles geënsceneerd. In die zin was hij heel perfectionistisch. Ik sprak eens iemand die twee huizen naast hem woonde in Greonterp in Friesland, die me vertelde over Reves innemendheid, dronkenschappen en zijn onmogelijke karakter. Dat was voor mij een bijzondere dag, ik vond het prachtig om te horen. Reve heeft echt een rol in mijn leven gespeeld, en het een stuk aangenamer gemaakt. Zat ik weer in mijn bed onbedaarlijk te lachen, dat mijn vrouw zei: “Wat zit je nu weer te lezen?” Dan las ik het haar voor, maar meestal vond zij het niet grappig. Ik heb studenten een keer iets laten meenemen wat hun dierbaar was; ik had een brief mee van Reve aan Simon C., waar ik het allerhardst om heb gelachen. Toen ik die voorlas keken alle studenten me meewarig aan. Humor veroudert kennelijk ook. De jonge generatie herontdekt Reve nog wel. Ik zou het heel leuk vinden om daar een voortrekkersrol in te spelen: dan richt ik zo een boekenclub op.’ yyy tekst Bob van Toor / foto Jan-Maarten Hupkes
FoliaMagazine
11
promoties maandag 2/07 14.00 uur: Dimitrios Palioselitis – Natuurkunde
Measurement of the Atmospheric Neutrino Energy Spectrum (Aula)
dinsdag 3/07 10.00 uur: Arjen Hoogendijk – Geneeskunde
Kinome Activity Profiling and Kinase Modulation of Pulmonary Inflammation (Agnietenkapel)
12.00 uur: Gerard Niemeijer – Economie
12.00 uur: Elijah Oyoo – Biologie
16.00 uur: Thomas de Haan – Economie
13.00 uur: Femke Deen – Geschiedenis
vrijdag 6 juli
Element Specific Transfer From a Parasite-Fish Host Assemblage to Children (Agnietenkapel) Moorddam. Publiek debat en propaganda in Amsterdam tijdens de Nederlandse Opstand (1566-1578) (Aula)
14.00 uur: Jelle de Wit – Geneeskunde
B and T Cell Crosstalk in Anti-Bacterial Immune Responses (Agnietenkapel)
Process Improvement in Healthcare (Agnietenkapel)
donderdag 5/07
14.00 uur: Elena Uliyanchenko – Scheikunde
10.00 uur: Willem Boterman - Sociale geografie
Ultra-Performance Polymer Separations (Agnietenkapel)
16.00 uur: Elini Spyropoulou – Biologie
Transcription Factors Regulating Terpene Synthases in Tomato Trichomes (Agnietenkapel)
woensdag 4/07 10.00 uur: Bergin Gjonaj – Natuurkunde
Digital Plasmonics; From Concept to Microscopy (Agnietenkapel)
Residential Practices of Middle Classes in the Field of Parenthood (Agnietenkapel)
12.00 uur: Jay Hetrick – Esthetiek
Cine-Aesthetics: A Critique of Judgment After Deleuze and Michaux (Agnietenkapel)
14.00 uur: Louk Peters – Onderwijskunde
Searching for Similarities: Transfer-Oriented Learning in Health Education at Secondary Schools (Agnietenkapel)
(advertenties)
Vier dagen Zwarte Cross.
Echt iets voor jou! 19-20-21-22 JULI 2012
The Don Hives, ummG , lo b , Dia Chiefs r e is a our, T bah, K y x la ids Ga e Dr um, Astero h Beats T l & The y d o Nob , Wil a k r u g TempKama , Within , Eli le p o e P Racoon en tation, d oy’ Ree b r ‘Pape r e e m l vee
Campingkaart €100,00 Dagkaart €27,50
WWW.ZWARTECROSS.NL
Strategic Communication Theory and Experiment (Agnietenkapel)
10.00 uur: Kirsten Smeele – Geneeskunde
The Role of Mitochondrial Hexokinase II in Ischemia-Reperfusion (Agnietenkapel)
13.00 uur: Claire Weeda – Geschiedenis
Images of Ethnicity in Later Medieval Europe (Aula)
14.00 uur: Aleksander Grabiec – Geneeskunde
Regulation of Inflammation by Histone Deacetylases in Rheumatoid Arthritis - Beyond Epigenetics (Agnietenkapel) Zie voor meer informatie www.uva.nl/agenda.
Net afgestudeerd
Hoe ga je de zomer in als je nog niet weet wat je daarna gaat doen? Of als je juist direct een baan hebt? Zes schoolverlaters over hun plannen. tekst Clara van de Wiel en Jozien Wijkhuijs / foto’s Bob Bronshoff
Anika van de Water (26) Master publieksgeschiedenis
Kiki Jansen (23) Verpleegkunde
‘Gisteren heb ik mijn scriptie ingeleverd. En nu zit het er echt op: na vier jaar bachelor en twee masters ben ik klaar. Echt uitblazen kan ik niet, want na dit weekend begin ik direct bij mijn nieuwe baan. Ik had me voorgenomen mezelf tijd te geven iets goeds te zoeken en niet te snel op te geven. Een jaar geleden heb ik er bovendien voor gekozen nog een master te gaan doen, om beter voorbereid te zijn op de arbeidsmarkt. Maar deze nieuwe baan, als projectcoördinator bij de Academie van de Stad, is me eigenlijk komen aanwaaien. Via-via hoorde ik dat ze iemand zochten en toen is het allemaal heel snel gegaan. Twee weken geleden ben ik aangenomen, ik ben er nog steeds een beetje beduusd van. Ik ben wel van plan nog een paar weekendjes weg te gaan om nog een beetje van de zomer te genieten. En in augustus ga ik samen met een vriendin werken op de Spelen in Londen, als horecameisje. Dat had ik al gepland, en gelukkig mag ik nog gewoon weg. Vanavond is het afscheidsfeestje van mijn oude werk, bij De Kleine Komedie. Dat zal wel een goed feestje worden. Meestal eindigen we ergens op het Thorbeckeplein. Maandag ga ik dan weer vol aan de slag.’
‘Nu ik klaar ben, ga ik eerst een week naar Griekenland. Daarna heb ik mijn diploma-uitreiking en nog een paar weken vrij voordat ik weer aan het werk ga. Er valt echt een last van mijn schouders nu ik ben afgestudeerd. Ik heb de afgelopen tien weken aan een grote opdracht gewerkt en heb de neiging om snel in de stress te schieten. Een tijd geleden zag ik de toekomst dan ook niet erg zonnig in en het kostte me veel moeite om te gaan solliciteren. Ik vroeg me serieus af wat ik nu moest gaan doen en dacht bij mezelf: dit is dus het zwarte gat waar iedereen het altijd over heeft. Uiteindelijk heb ik mezelf er toch toe kunnen zetten en ik heb gisteren te horen gekregen dat ik een baan heb in een ziekenhuis in Amsterdam, op de afdeling interne geneeskunde. Ik begin in augustus. Ik heb lang getwijfeld over wat ik wilde. Het liefst zou ik gaan reizen, maar daar heb je geld voor nodig. Verder zou ik misschien door willen studeren. Maar als verpleegkundige is het beter om eerst wat werkervaring op te doen en de praktijk te leren kennen. Bij het ziekenhuis heb ik een jaarcontract gekregen en ik zie dat als een mooi begin van mijn carrière.’
FoliaMagazine
13
14
Jaap Mengers (25) Master Political Communication
Rosan Trip (28) Master arbeids- & organisatiepsychologie
‘De allerlaatste puntjes zet ik op dit moment op de i. Volgende week vrijdag lever ik de definitieve versie van mijn scriptie in. Uiteindelijk heb ik weinig hoeven stressen en alleen de laatste weken ook in de avonduren nog doorgewerkt. Als het volgende week vrijdag eindelijk klaar is, ga ik allereerst flink stappen met wat vrienden. Verder is juli ook direct mijn laatste maand vrij. Vanaf 1 augustus begin ik bij mijn nieuwe baan, als junior consultant bij een softwarebedrijf. Voor het zover is ga ik eerst nog met vrienden naar een hockeytoernooi en naar een festival in Duitsland. Daar wilde ik vorig jaar eigenlijk ook al heen, maar toen zat ik nog met mijn bachelorscriptie in de knoop. Nu kan ik alsnog gaan. En aan het eind van de maand sta ik nog een paar dagen bij mijn ouders op de camping. Het vinden van deze baan ging me verrassend makkelijk af. Ik was op zoek naar een bijbaantje voor de zomer. Toen ik daarvoor bij een recruitmentbureau informeerde, brachten ze me meteen in contact met een IT-bedrijf dat een vacature had voor een fulltimebaan. Op vrijdagmiddag zocht ik contact, op maandag had ik een gesprek. Bovendien werd ik niet veel later benaderd door een ander bedrijf, dat me ook een aanbod wilde doen. Uiteindelijk koos ik toch voor de eerste en had ik opeens een baan. Best een bizarre situatie: opeens mocht ik gaan bepalen wat voor leaseauto ik zou willen. Het omschakelen naar een fulltimebaan lijkt me wel heftig, maar volgens vrienden die al werken went zo’n nieuw bestaan heel snel. De maand juli kan ik in elk geval nog even uitrusten. Alhoewel, voor die leaseauto moet ik nog wel mijn rijbewijs halen. Zo wordt het uiteindelijk toch nog een drukke zomer.’
‘Na het hbo, een bachelor en een master ben ik na negen jaar eindelijk klaar. Dat geeft een dubbel gevoel. Aan de ene kant ben ik blij met wat ik heb bereikt, maar deze nieuwe fase is ook wel heel spannend. Mijn eindstage rondde ik in april af. Toen ben ik eerst een weekje op vakantie gegaan met mijn vriend. Heel low budget, want ik moet goed op mijn geld letten. De opluchting van het afstuderen duurde maar heel kort. Ik ben meteen keihard aan de slag gegaan om een baan te vinden. Vacaturesites, Google, Linkedin: ik kon me in het begin dagen verliezen in het rondspeuren naar werk. Na het sturen van een paar brieven besloot ik het anders aan te pakken, en eerst beter proberen na te gaan wat ik nu eigenlijk precies zoek. Toen heb ik contact opgenomen met een loopbaanadviseur. Daar heb ik nu vier afspraken mee gehad, waarin we bespreken welke dingen ik het leukst vind om te doen. Ook moet ik thuis opdrachten doen, bijvoorbeeld een lijst maken van mensen die ik bewonder. De gekste opdracht was dat ik een grafrede over mezelf moest schrijven, om te bepalen wat ik wil bereiken. Die heb ik maar overgeslagen. Maar uiteindelijk hoop ik door die gesprekken een strategie te vinden om de baan te bereiken die me het beste ligt. Solliciteren doe ik even iets minder, maar ik start binnenkort wel met vrijwilligerswerk als talent coach bij de Regenbooggroep. Daarmee hoop ik weer iets beter uit te vinden wat me goed ligt. Verder probeer ik ook een beetje te genieten en ’s avonds met vriendinnen op een terras te zitten. Maar sommige dagen zit ik er echt doorheen en weet ik niet meer waar ik moet beginnen. Het is zo onzeker wat er hierna gaat komen. Je staat er opeens helemaal alleen voor.’
FoliaMagazine
Joram Binsbergen (22) Communication & Multimedia Design (CMD)
Rico den Burger (24) Master Political Communication
‘Woensdag heb ik nog een eindpresentatie bij de NOS, ik heb een project gedaan voor NOS op 3. Daarbij heb ik een ‘tweedescherm applicatie’ ontwikkeld, die extra informatie geeft bij nieuwsuitzendingen. NOS kiest drie twitteraccounts uit van mensen die er op dat moment toe doen om zo de kijker meer diepgang te geven bij een uitzending. Verder ben ik helemaal afgestudeerd, ik heb een 8,5 gehaald voor mijn afstudeerproject en ik heb mijn applicatie ook gepresenteerd in het MediaLAB op de HvA. Op dit moment ben ik vooral heel erg opgelucht en zou ik nog niet weten welke baan bij mij zou passen. Sommige van mijn medestudenten bij CMD hebben zich tijdens hun studie al gespecialiseerd, zij kunnen direct aan de slag. Mijn opleiding is juist altijd erg breed gebleven. In september ga ik daarom verder studeren aan de universiteit. Ik start dan met een schakeljaar, zodat ik door kan stromen naar de master nieuwe media & digitale cultuur. Doordat ik verder ga studeren, heb ik nog twee jaar de tijd om na te denken over mijn toekomst en me te specialiseren, zodat ik daarna kan gaan solliciteren. Voordat het zover is, ga ik op vakantie. Ik ga naar het Szigetfestival in Boedapest en ik ben ook van plan om te gaan interrailen en een aantal Europese steden te gaan bezoeken, zoals Berlijn en München. In de toekomst wil ik graag betrokken blijven bij nieuwemediaprojecten. Ik ben geïnteresseerd in de vele nieuwe bedrijfjes en de grote creatieve markt in Amsterdam. Het lijkt me geweldig om bij zo’n start-up te gaan werken om een nieuwemedia-idee op de markt te brengen.’
‘Ik heb zeven jaar gestudeerd, eerst op het hbo en daarna ben ik via een verkort bachelorprogramma doorgestroomd naar de master Political Communication. Over anderhalve week ben ik klaar, ik moet alleen nog de resultatensectie van mijn scriptie afmaken. Als het erop zit ga ik eerst op vakantie naar Barcelona. Daar kan ik nadenken over hoe de komende tijd er voor mij uit gaat zien. Op dit moment heb ik een eigen onderneming op het gebied van social media. Ik adviseer ondernemingen om Twitter en Facebook op meer manieren te gebruiken dan alleen als verkoopkanaal. In de toekomst wil ik graag ondernemer blijven. Tot nu toe heb ik dat altijd rustig aan moeten doen, omdat ik ook colleges moest volgen en papers moest schrijven. Hoewel ik niet kan wachten tot ik een eigen bedrijf heb, vind ik het idee dat ik straks geen student meer ben best eng. Misschien is dat deels wel de reden dat ik ga ondernemen, ik behoud zo een deel van de vrijheid van het studeren. Verder wil ik graag samenwerkingsverbanden aangaan met andere jonge ondernemers; het is niets voor mij om de hele tijd in mijn eentje te werken. Ik vind ondernemend Amsterdam ook erg inspirerend en hoop daar meer van te kunnen gaan zien. Het is erg spannend om in deze tijd een onderneming te beginnen, de economische situatie is niet ideaal. Toch zie ik de toekomst zeer positief in. Ik heb een goede opleiding gehad en daar heb ik veel kennis opgedaan. Verder denk ik dat als er één stad is waarin je klaar kunt zijn voor de toekomst, dat Amsterdam is. Ik word gelukkig van ondernemen, dus het is voor mij de enige optie.’ yyy
FoliaMagazine
15
opinie
Sociale opbrengsten verdienen aandacht De sociale opbrengsten van onderwijs zijn talrijk en zouden meer in de belangstelling moeten staan, vindt Anne Bert Dijkstra. illustratie Marc Kolle
D
at onderwijs een groot maatschappelijk belang vertegenwoordigt hoeft geen betoog. Onderwijs is een belangrijke voorspeller van levenskansen. Banen en inkomens, maar ook wonen of gezondheid hangen samen met genoten onderwijs. Ook de economische waarde van onderwijs is groot, denk bijvoorbeeld aan de Nederlandse concurrentiepositie of het innoverend vermogen van economie en samenleving. Dat er in onderwijsbeleid veel aandacht is voor de kwalificatiefunctie van de school verbaast dus niet. Zo leidde bezorgdheid over de achteruitgang van schoolprestaties in internationale vergelijkingen, zoals de Pisa-peilingen in 2009, vorig jaar tot nieuwe beleidsplannen voor basisen voortgezet onderwijs. Hoewel er evenmin veel meningsverschil zal zijn over het sociale belang van onderwijs, bestaat daarvoor minder aandacht. Dat geldt voor onderwijsbeleid, maar ook voor de kennis die over het functioneren van de sociale functie van de school beschikbaar is. Vragen als wat nu precies de sociale opbrengsten van onderwijs zijn, hoe in beeld kan worden gebracht hoe het onderwijs de socialiseringsfunctie vervult, in hoeverre en waar verbetering mogelijk is, of hoe scholen bijdragen – ‘wat werkt?’ – zijn voorlopig niet of beperkt te beantwoorden.
16
FoliaMagazine
Sociale opbrengsten van onderwijs verwijzen onder meer naar de indirecte effecten van schoolprestaties. Effecten waar het niet in de eerste plaats om begonnen is, maar die belang-
Dijkgraaf rijke voordelen bieden aan individu en samenleving. Denk aan vermindering van risicovol gedrag, positieve gezondheidseffecten, betere onderwijskansen voor je kinderen, reductie van het beroep op sociale voorzieningen of lagere kosten als gevolg van verminderde criminaliteit. Een andere categorie sociale opbrengsten bestaat uit de sociale competenties waarover mensen beschikken. De brede bundel van kennis, houdingen, vaardigheden en waarden op het sociale domein, die het vermogen bepalen om allerlei sociale rollen met succes te vervullen. Verwerving van sociale competenties is belangrijk voor individuele
In de meeste Europese landen behalen leerlingen betere resultaten ontplooiing en draagt ook bij aan realisering van allerlei andere nuttige doelen, zoals schoolsucces. Naast deze interpersoonlijke competenties, gericht op de omgang met anderen in uiteenlopende sociale settingen, zijn er de meer algemene maatschappelijke competenties, die van belang zijn voor deelname aan de samenleving. Zaken als het kunnen omgaan met diversiteit, maken van verantwoorde keuzes die recht doen aan eigen en collectieve doelen en inzicht in het functioneren van samenleving en democratie. Wat abstracter, maar niet minder belangrijk, zijn sociale opbrengsten van onderwijs in de vorm van sociale cohesie. Bij sociale cohesie voelt ieder wel aan waar het om gaat – zoiets als ‘de boel bij elkaar houden’ – en waarom dat belangrijk is. Sociale cohesie is een medaille met twee kanten, met ‘bij elkaar houden’ als de ene en ruimte voor variatie als de ander. Om ruimte te kunnen geven aan diversiteit en verschil is het noodza-
kelijk voldoende gemeenschappelijks te hebben. Cohesie verwijst daarmee naar een toestand van evenwicht, als regulering van conflicterende aanspraken die elke samenleving kenmerken. Voor het opvangen van verschil is democratie als samenlevingsvorm een belangrijk instrument, en de hypothese dat onderwijs bijdraagt aan versterking van democratie heeft oude papieren. Bovendien laat internationaal onderzoek zien dat deelname aan onderwijs een substantieel positief effect heeft op maatschappelijk vertrouwen en sociale participatie. Hoewel internationale rankings tegenwoordig een grote rol spelen in onderwijsland, hebben ze niet altijd grote impact. In 2009 deed Nederland mee aan het internationaal vergelijkende ICCS-onderzoek naar kennis en houdingen van middelbare scholieren op het terrein van civics, met betrekking op zaken als burgerschap, sociale rechtvaardigheid, maatschappelijke participatie en kennis over democratische instituties. Hoewel de resultaten met enige voorzichtigheid geïnterpreteerd moeten worden (Nederland voldeed niet aan de steekproefeisen) scoren Nederlandse leerlingen laag. In verreweg de meeste Europese landen behalen leerlingen betere resultaten, met de hoogste scores in Denemarken en Finland. De resultaten werden in 2010 gepubliceerd, maar zijn nauwelijks opgemerkt. De vraag die zich opdringt is of de sociale opbrengsten van onderwijs niet hoger op de agenda geplaatst zouden moeten worden. Meer aandacht lijkt nuttig. In het onderwijsbeleid én in het onderwijsonderzoek. De sociale baten van onderwijs zijn er belangrijk genoeg voor. yyy Anne Bert Dijkstra is bijzonder hoogleraar toezicht & socialisatie en verbonden aan de afdeling onderwijskunde en het Amcis. Hij sprak op 14 juni zijn oratie ‘Sociale opbrengsten van onderwijs’ uit.
Koning Toeval
Voetbal is geen oorlog, het is puur toeval. Dat was de ferme conclusie van Fussballprofessor Metin Tolan. Deze hoogleraar experimentele natuurkunde aan de Technische Universiteit van Dortmund hield enkele weken geleden een voordracht in Nederland. Behalve dat hij voorspelde dat Duitsland EK-kampioen wordt (we zullen zien), beweerde hij dat van alle balsporten voetbal het ‘oneerlijkst is’. Bij voetbal speelt geluk de grootste factor. Tennis is wat dat betreft het ‘eerlijkst’. Waarop is Tolans conclusie gebaseerd? Als je twee voetbalteams die even goed zijn tegen elkaar laat spelen, dan is de uitslag niet altijd een gelijkspel. Soms wint de een, soms de andere. Die overwinningen zijn eigenlijk onterecht, want niet de kwaliteit, maar het toeval is de beslissende factor. Als je nu achttien even sterke clubs in de eredivisie laat spelen dan zullen na 34 speelrondes niet alle teams evenveel punten hebben. Weer vanwege de statistiek winnen sommige teams wat vaker en andere wat minder vaak. In de berekeningen van Tolan kwam deze puur op toeval gebaseerde volgorde aardig in de buurt van een realistische uitslag. In de echte competitie staken alleen de bovenste twee en onderste twee clubs een beetje boven de statistiek uit. Zij kunnen met enig recht zeggen dat ze beter of slechter dan de andere zijn. Is het erg dat voetbal zo’n oneerlijke sport is? Nee, helemaal niet. Integendeel! Het toeval maakt het juist zo spannend. Anders dan bijvoorbeeld bij handbal, kan een zwabberbal of arbitragefout op het laatste moment de wedstrijd beslissen. De kijker moet dus op het puntje van zijn stoel blijven zitten. Coaches worstelen met opstellingen, de spelers zetten elkaar klem, de scheidsrechter zit er met z’n neus bovenop, analisten praten de blaren op de tong, maar ondertussen vliegt vrij tussen alles en iedereen door Koning Toeval. Hij scoort iedere keer. yyy Robbert Dijkgraaf
FoliaMagazine
17
Abdi
opinie
Ondernemen leer je elders Om het ondernemerschap van studenten te stimuleren zou het makkelijker moeten worden een kijkje in het buitenland te nemen, vindt Aram Goudsmit.
V
anuit de overheid wordt er al jaren geroepen dat het Nederlandse onderwijs ondernemerschap moet stimuleren onder studenten. Demissionair minister Verhagen (Economische Zaken, Landbouw en Innovatie) stelde afgelopen jaar zelfs vijftien miljoen euro beschikbaar om studenten te stimuleren naast hun studie ook ambitieus te zijn in ondernemerschap. Maar is staatssteun de oplossing? Ondernemerschap begint met het durven nemen van verantwoordelijkheid. Je moet kunnen doorzetten wil je tijdens je studie werken aan jouw gouden idee. Dat wordt in het Nederlandse studentenklimaat sterk belemmerd doordat volgens de omgeving de focus op de studie moet liggen. Tutoren en studiebegeleiders maken zich vooral zorgen als jouw prioriteiten ook ergens anders liggen. En wil je voor advies aankloppen bij docenten en hoogleraren, dan moet je maar even mailen, want ze hebben het al druk genoeg en krijgen altijd betaald voor minder. En dat terwijl onderwijsinstellingen er direct baat bij hebben als studenten ambitieus zijn, omdat dat de motivatie ten goede komt en Nederland eindelijk van de zesjescultuur kan afhelpen. Er heerst een bepaald gevoel van wantrouwen tegenover de Nederlandse student, zo blijkt ook als je een stage moet zoeken. Plekken waar je de ruimte krijgt voor innovatieve ideeën en zelf verantwoordelijkheid kunt dragen
18
FoliaMagazine
zijn schaars. Het besef van de win-winsituatie die zulke plekken voor beide partijen zouden kunnen opleveren, ontbreekt. Als het je als studerende ondernemer lukt om succesvol te zijn, word je bovendien door de Nederlandse overheid nog altijd gestraft. Bij een bepaald bedrag aan winst moet je de studiefinanciering als boete terugbetalen. Staatssecretaris Zijlstra kwam vorig jaar tot het inzicht dat we daar vanaf moeten, maar het typeert hoe dankbaar Nederland de ambitieuze student is. Al roepen de onderwijsinstellingen zelf ook al jaren te willen innoveren, de houding ten opzichte van initiatiefnemende studenten verandert niet mee. Dat gaat ook niet veranderen met steun van de overheid, maar kan bijvoorbeeld beter door het voor studenten eenvoudiger te maken in het buitenland te gaan kijken en zelf de voordelen te laten ontdekken. Ik leerde Israël kennen als een land waar studenten geprikkeld worden eigen initiatieven te nemen, wat zich resulteert in meer motivatie en passie om hoge cijfers te halen. Niet voor niets kent Israël wereldwijd het hoogste aantal start-ups en relatief het hoogste aantal universitair gediplomeerden. Voor de ambitieuze student zou het dan ook interessant zijn om eens in Israël te gaan kijken. En daar is geen vijftien miljoen voor nodig. yyy Aram Goudsmit studeert media, informatie & communicatie aan de HvA en studeerde het afgelopen semester aan Tel Aviv University.
Terugkijken Het is niet altijd makkelijk om terug te kijken. Zeker niet als tijd voor jouw gevoel snel voorbijvliegt. Die voortdurende druk om continu bezig te zijn, vaak op de automatische piloot, zal menigeen wel bekend zijn. Ik ben iemand die voortdurend probeert om zo veel mogelijk ballen omhoog te houden. Overal aanwezig te zijn. Altijd de leukste te zijn. Altijd hard aan het werk te zijn. Maar als dat niet lukt, ben ik ook de eerste om mezelf af te vallen. Die drukte die ik vaak ervaar als een verlichting omdat hij me bezighoudt en motiveert, kan ook beknellend zijn. Beknellend als je merkt dat je vrienden verliest, een schuldgevoel opbouwt jegens je moeders zwakke gezondheid, telefoontjes niet beantwoordt, je studie niet perfect loopt en je op een gegeven moment niet eens meer weet wat nog belangrijk is. Daarom vind ik terugkijken soms pijnlijk. Ik zie dingen die ik anders had kunnen doen. De meeste mensen kijken terug omdat ze willen voldoen aan een ideaalbeeld. Hoe vaak hoor je niet ‘goede’ voornemens en dan de teleurstelling die keer op keer volgt als het niet gehaald wordt? Waarom zou je terugkijken, denk ik dan? Ik was ook zoals ieder jaar weer van plan om het na de zomer ‘anders’ te gaan doen. Maar ik besef nu dat het beste voornemen dat ik kan hebben is om geen voornemens te hebben. Verwachtingen loslaten en fouten uit het verleden in het verleden laten. Ik zal vrienden blijven verliezen, maar ook nieuwe mensen leren kennen. En ik ben een chaoot qua communicatie maar fuck, 24/7 bereikbaarheid blijf ik onzin vinden. En ik zal me blijven opwinden over politiek, want dat ben ik. Terugkijken doe ik wel als ik uitgezakt, oud en met pensioen ben. Misschien schrijf ik tegen die tijd een boek. Wie weet. Vooruitkijken is toch leuker. yyy Fatihya Abdi
foto Danny Schwarz
op de tong
Burgermeester Plantage Kerklaan 37 (Centrum)
H
et valt niet mee om gezond buiten de deur te eten als je haast hebt. Er zijn veel fastfoodopties in de stad, maar doorgaans heb je na een uur weer trek en echt gezond is het niet. De eigenaren van Burgermeester sprongen in 2007 in dit
Duurzaam
Burgermeester voert geen biologische kaart, maar wel een duurzame. Het vlees is niet biologisch, maar is afkomstig van dieren die een goed leven hebben gehad en dus niet opgehokt en doorgefokt zijn. De groenten en appel-, perensap en melk zijn wél biologisch!
gat. Inmiddels zijn er drie filialen in de stad. Wij aten in de vestiging aan de Plantage Kerklaan. Door de ligging tegenover Artis kan het druk zijn. Binnen zijn drie booths als zitplek. Privacy is niet gegarandeerd: als het druk is, kunnen andere klanten naast je op de bank aanschuiven.
Maandburger
Klanten kunnen zelf suggesties voor een nieuwe burger aandragen. Elke maand kiest het personeel uit die inzendingen een winnaar. Dat wordt de ‘maandburger’ en de winnaar krijgt een burgermenu voor twee. Bovendien reserveren ze een tafeltje voor de winnaar. Dat is de enige keer per maand dat er een tafel gereserveerd kan worden.
De menukaart bestaat uit tien burgers, waarvan twee vegetarische, allemaal tevens als miniburger verkrijgbaar. Daarnaast kun je kiezen uit een aantal bijgerechten. Mijn vriendin kiest de biefburger met wit broodje, extra cheddar, een salade rucola en perensap. Ik neem de klassieke lamsburger met bruin broodje, een gepofte aardappel en een glas melk. De burgers zijn zo groot dat een hap nemen onmogelijk blijkt. We gaan de burgers te lijf met bestek. De lamsburger is van stevig vlees met een heerlijke compote van rode uien bovenop. De gepofte aardappel schijnt gevuld te zijn met crème fraîche en bosui. Het lijkt echter op slagroom. De kok zweert dat het écht crème fraîche is, maar ik mis de zure smaak die dat hoort te hebben. Mijn vriendin is enthousiast over haar biefburger en ook haar kom salade is lekker en goed gevuld. Zo goed, dat ze een half broodje moet laten liggen. Als nagerecht verkoopt Burgermeester brownies. Wij zitten echter vol en zijn uren later nog voldaan. Een prima prestatie van deze fastfoodketen. yyy Olga Rackwitsz Folia Magazine ontvangt graag je restaurantrecensie en vergoedt tot € 50,-. Maximaal 270 woorden, (suggesties voor de) kaders zijn welkom, maar niet verplicht. Mail je recensie naar redactie@folia.nl. Stuur je bon naar Folia Magazine, t.a.v. Stephanie Gude, Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD, Amsterdam.
Recept Meester Biefburger Gril een ½ paprika, ½ courgette en ½ aubergine, in stukken. Snij de blaadjes van 3 takjes tijm en 3 takjes peterselie. Hak 1 teen knoflook grof, snipper ¼ ui. Kluts 1 eidooier los. Giet de helft ervan bij 350 gr. rundergehakt. Voeg tijm, peterselie, knoflook, ui, peper en zout toe. Meng goed en vorm 2 burgers. Gril ze op een gloeiendhete grill ± 4 min aan elke kant. Leg ze op een broodje, beleg met de groente, en bestrooi met krullen parmezaan. Serveer met dragonmayonaise.
FoliaMagazine
19
De kracht van de emotie Hoogleraar sociale psychologie Gerben van Kleef wil een ander geluid laten horen over emoties. Die zijn namelijk volgens hem niet onhandig en vertroebelend voor je gedachten, maar vooral nuttig en belangrijk. ‘Het is heel erg onzinnig om emoties weg te stoppen.’ tekst Marieke Buijs / foto’s Jeroen Oerlemans
F
link uitvallen tegen je huisgenootje omdat ze jouw lekkere chocola heeft opgepeuzeld, het is not done. Als stoere vent een lekker potje janken bij een Disney-film evenmin. En op sommige eilandjes in de Stille Oceaan is het zelfs niet gepast je blijdschap te tonen. Sinds mensenheugenis wordt ons geleerd emoties te onderdrukken. Ratio en emotie worden tegenover elkaar gezet, alsof emoties je gedachten vertroebelen. ‘Zonde,’ zegt hoogleraar sociale psychologie, Gerben van Kleef. ‘Emoties zijn de smeerolie van sociaal contact.’ Met zijn 35 jaar is Van Kleef een piepjonge hoogleraar. En dan ook nog eens een hoogleraar die een indrukwekkende lijst van beurzen, prijzen, publicaties en sinds kort zelfs een populairwetenschappelijk boek op zijn naam heeft staan. Op basis van zijn onderzoek pleit Van Kleef ervoor onze emoties meer te waarderen en te benutten. In zijn nieuwe boek, Op het gevoel, zet hij uiteen hoe mensen elkaar beïnvloeden met hun emoties. In zijn opgeruimde werkkamer in de statige Diamantbeurs vertelt hij geanimeerd over zijn werk.
20
FoliaMagazine
In Op het gevoel breekt u een lans voor het uiten van emoties. Waarom? ‘Emoties hebben jarenlang in de verdrukking gezeten. Al sinds Plato wordt het uiten van emoties gezien als een teken van zwakte en irrationeel gedrag. Het is een hardnekkige misvatting dat je ze maar beter niet kunt uiten. Ik probeer een ander geluid te laten horen. Het is heel erg onzinnig om emoties weg te stoppen. Ze zijn er nu eenmaal, dat is niet voor
‘Emoties zijn de smeerolie van sociaal contact’ niets. Ze hebben de evolutie doorstaan, omdat ze bijdragen aan communicatie tussen mensen. Jouw emoties bieden de mensen om je heen een schat aan informatie over wat je van ze wilt, wat ze met je moeten en hoe jullie samen verder kunnen. Bijvoorbeeld in intieme relaties. Jongens is geleerd geen verdriet te uiten. Maar stel nu dat een jongen iets naars heeft meegemaakt en hij dat niet uit, dan zal hij ook niet de steun
krijgen waar hij behoefte aan heeft en kan hij de gebeurtenis moeilijk verwerken.’ Leidt het uiten van al die emoties, bijvoorbeeld boosheid, niet tot meer conflicten? ‘Ja, dat kan. Woede is een heel krachtige emotie. Die blijft zelden onopgemerkt en heeft een sterke uitwerking op anderen. Dat kan positief uitwerken; een boze leidinggevende geeft een duidelijk signaal aan zijn werknemers dat er iets moet veranderen. Dat blijkt effectief te zijn. Maar het kan ook juist negatief uitwerken, wanneer die werknemers het druk hebben en gestrest zijn doet de leidinggevende er goed aan de boosheid even in te slikken. Stress zorgt er bij mensen voor dat ze geen ruimte hebben te reflecteren op die boosheid. Dan treedt emotionele besmetting op, waarbij de werknemers de emotie van de leidinggevende gewoon overnemen en ook boos worden. Ik pleit er ook niet voor dat mensen al hun emoties maar de vrije loop laten, ik wil dat mensen zich bewust zijn van de kracht van emoties
en de informatie die ze bevatten. De eerste stap is er achter te komen wat voor uitwerking emoties op anderen hebben. Vervolgens kun je ervoor kiezen je emoties in dat soort situaties strategisch in te zetten.’ Dat is een wel erg instrumentele visie op emoties. Zet u ze zelf ook wel eens gericht in? ‘Nou, eigenlijk niet zo vaak. Maar door het schrijven van mijn boek ben ik me meer bewust geworden van de kracht van emoties. Ik ben vrij positief ingesteld, dus mensen zien vooral vaak blijdschap van mij. Maar ik ben er wel achter gekomen dat het goed is af en toe met de vuist
op tafel te slaan als iets je niet zint, dat is een duidelijk signaal aan de mensen om je heen dat iets mis is en dat zij dat moeten veranderen. Ik kan niet veel situaties noemen waarin dat voorkomt, maar in april moest ik voor mijn benoeming tot hoogleraar een toga aanschaffen. Dat gevaarte zelf is al schrikbarend duur, maar daar moest ik ook nog een beschermhoes van vijftig euro bij kopen. Eenmaal thuis aangekomen bleek de hoes tien centimeter te kort voor mijn toga. Een vriendelijk telefoontje leverde niets op behalve de suggestie mijn toga tijdig uit de hoes te halen en uit te hangen om kreukels te voorkomen. Toen ben ik boos geworden en hebben ze voor mij een grotere hoes gemaakt.’
Past die boosheid dan wel bij u? ‘Nou, het gaat me niet makkelijk af om boos te worden, het gebeurt ook niet zo vaak. Je moet woede alleen tonen als je die echt voelt. Als anderen jouw emoties in twijfel trekken, nemen ze je niet meer serieus. Dan word je al snel gezien als charlatan, die mensen probeert te manipuleren en daar niet eens goed genoeg in is om dat onopgemerkt te doen.’ Ziet u dat wel eens om zich heen? ‘Ja, denk maar aan Amerikaanse serveersters met een extreme neplach en gemaakte hoffelijkheid. Dan denk je al gauw: wat heb jij te verbergen? Of denk aan Maxime Verhagen op het
FoliaMagazine
21
(advertentie)
Studievereniging krijgt voet aan de grond op HvA De studievereniging mag voor zowat ie-
mee bezig zijn’, aldus voorzitter Johan
dere UvA-student een bekend fenomeen
van Santen. Net als Venae kent AAA een
zijn, op de HvA staan de zaken er heel
jonge historie. Pas sinds maart van dit
anders voor. Lang niet iedere opleiding
jaar heeft de vereniging een voltallig
kent een studievereniging. Desalniet-
bestuur.
temin lijkt er zich een stille revolutie te voltrekken. Het afgelopen jaar zijn er
Inmiddels is Venae door de HvA erkend
maar liefst vijf studieverenigingen opge-
als studievereniging. Die erkenning is
richt, waarmee het aantal verenigingen
volgens Blok van groot belang, omdat
is verdubbeld. Ook hebben een aantal
het de vereniging bindt aan de HvA. ‘Je
verenigingen flinke progressie geboekt.
staat daarmee veel sterker in onderhan-
Het begin van een fundamentele cultuur-
delingen om bijvoorbeeld een boekver-
omslag?
koop te regelen, zoals we dit najaar gaan doen.’ Zo ver is AAA vooralsnog niet.
Dat de HvA-student behoefte heeft aan
‘We hopen nog deze zomer door de HvA
een studievereniging werd de bestuur-
te worden erkend. De stukken liggen in
ders van SV Venae snel duidelijk. De
ieder geval klaar’, zegt Van Santen. AAA
overkoepelende vereniging van het
moet het dan ook voorlopig doen zonder
Domein Gezondheid is in een jaar tijd
vaste werkplek. ‘Dat maakt het lastig om
gegroeid van nul naar 350 leden. ‘Er was
gestructureerd te werk te gaan’, stelt de
ontzettend veel vraag naar onder stu-
AAA-voorman. ‘Als er iets belangrijk is
denten’, vertelt voorzitter Remco Blok.
voor een vereniging, dan is het conti-
Venea maakte vorig jaar een doorstart na
nuïteit. Dat hebben we eerder dit jaar
twee jaar waarin de vereniging praktisch
gemerkt toen er wat minder activiteiten
dood was. ‘Er was op het domein totaal
werden georganiseerd. Studenten haken
geen sfeer. Door het organiseren van
dan al snel af.’
borrels merken we dat er echt binding ontstaat tussen studenten van verschil-
De HvA-studievereniging is duidelijk in
lende opleidingen.’
opkomst, een trend die de ASVA studentenunie al jaren actief ondersteunt. ASVA
Maar het blijft niet bij borrelen alleen.
is van mening dat studieverenigingen
De vereniging richt zich in eerste instan-
bijdragen aan een actieve studenten-
tie op inhoudelijke verdieping. ‘Zo heb-
cultuur waarin studenten zich kunnen
ben we in het kader Week van de Actieve
ontwikkelen. Om die reden heeft ASVA
Student een soort college tour georgani-
ervoor gezorgd dat de HvA opdraait voor
seerd, waar Jet Bussemaker (rector HvA)
de kosten die het opstarten van een
een lezing hield over de bezuinigingen
studievereniging met zich meebrengt.
in de zorg en het onderwijs’, zegt Venae-
Daarnaast helpt ASVA bij het regelen van
bestuurder Jarmo van Nimwegen. Ook
huisvesting, het verkrijgen van erken-
SV AAA (spreek uit: triple A), studiever-
ning en brengt het HvA- en UvA-vereni-
eniging van Aviation, ziet het als haar
gingen bijeen tijdens het maandelijkse
core business om een meerwaarde voor
studieverenigingenoverleg. Meer weten?
de opleiding te zijn. ‘We proberen onze
Ga naar ASVA.nl/verenigingen.
activiteiten toe te spitsen op de projecten waar onze leden op dat moment
Woede in het lab Om emoties te bestuderen in het lab is een legio aan experimenten bedacht. Gemene deler is dat er vaak zowel nietsvermoedende studenten als infiltranten of acteurs bij betrokken zijn. Leugens en bedrog zijn aan de orde van de dag, want het is belangrijk dat proefpersonen niet weten wat er wordt onderzocht of hoe ze geacht zijn te reageren. In een van de onderzoeken naar het effect van boosheid van leidinggevenden werkt een groepje naïeve studenten samen aan
CDA-congres in oktober 2010, waarbij mogelijke samenwerking met de PVV centraal stond. Verhagen hield daar een demagogisch verhaal over zijn grootvader en zijn band met de partij en concludeerde met de zin: “Ik hou van onze partij en ik geloof in onze partij!” Daarbij klonk een snik door in zijn stem. Ik weet niet zeker of dat nep was, maar zoals Europees commissaris Neelie Kroes zei: “Dit was wel heel erg goed getimed.” Het speculeren over de oprechtheid van die emotie heeft het imago van Verhagen geen goed gedaan.’ Uw bevindingen zijn gebaseerd op experimenten. Strookt dat dan wel met de werkelijkheid? ‘Dat is een valide vraag en die moet je je altijd blijven stellen. Wij voeren onze onderzoeken bijvoorbeeld uit op psychologiestudenten en dat zou een vertekend beeld kunnen geven. Maar ik ben daar optimistisch over. Tijdens mijn promotieonderzoek ontdekte ik dat het tonen van boosheid lucratief is in onderhandelingen, omdat je daarmee duidelijk aangeeft dat de ander een grens heeft bereikt. Dat onderzoek heb ik uiteindelijk herhaald bij echte managers, met hetzelfde resultaat. Hoe weinig representatief de groep studenten ook is, in veel gevallen zijn studenten net mensen. We toetsen ons onderzoek soms ook in de echte wereld. Als we binnen de muren van het lab een nieuw, solide verband hebben gevonden, dan gaan we kijken of we dat ook in de buitenwereld kunnen vinden. Dat boosheid in onderhandelingen leidt tot beter resultaat, zie je dus ook
een taakje, waarbij ze door een leider worden gecoacht. De leider kan daarbij zowel opbouwend als boos feedback geven. Om ervoor te zorgen dat de reactie van de leider niet verschilt per situatie wordt voor beide feedbackstijlen een standaardfilmpje opgenomen. Maar studenten moeten toch het idee hebben dat ze live gecoacht worden. Daarom wordt gedaan alsof de coach toezicht houdt via een live videoverbinding. Om dat overtuigend te brengen zien
studenten bijvoorbeeld dat ze gefilmd worden en zijn ze getuige van het tot stand komen van de videoverbinding met de leider. Ze zien zelfs dat de leider dan nog even in de weer is, alsof hij niet door heeft dat er al verbinding is gelegd. Gerben van Kleef vertelt dat er altijd wel een paar studenten zijn die er niet intrappen, omdat ze al aan te veel van dit soort experimenten hebben meegedaan. Maar het gros van de proefpersonen heeft volgens Van Kleef niets in de gaten.
en dan ontstaat er wantrouwen jegens dat onderzoek. Soms glipt er een wetenschapper tussendoor die zijn hele leven niet betrapt wordt, maar uiteindelijk verdwijnt ongerepliceerd onderzoek toch uit het collectieve geheugen.’
in het echte leven. Ondanks alle ruis die daar wordt veroorzaakt door variatie in leeftijd, huidskleur, opleidingsniveau, sociaaleconomische status en ga zo maar door.’
‘In veel gevallen zijn studenten net mensen’ Het imago van de sociale psychologie heeft vorig jaar een flinke deuk opgelopen door het bedrog van uw collega Diederik Stapel. Werkt ‘zachte wetenschap’ dat bedrog in de hand? ‘Nee. Ik heb me enorm opgewonden over de suggestie dat sociale psychologie vatbaarder is voor fraude. Dat is echt de grootst mogelijke flauwekul. Gesjoemel komt voor in ieder wetenschapsgebied. Als je de boel wilt flessen, gemotiveerd bent en jezelf nog kunt aankijken in de spiegel, dan kun je ieder systeem ondermijnen. Maar wetenschap is een zelfreinigend systeem. Gefingeerde resultaten worden niet gerepliceerd
Wat is de verklaring van uw eigen succes als wetenschapper? ‘Ik heb de mazzel gehad een niche te vinden. Als student raakte ik tijdens colleges van de beroemde psycholoog Nico Frijda geïnspireerd door zijn onderzoek naar emoties. Toen ik ging promoveren op onderhandelingen tussen mensen heb ik geprobeerd emoties daarbij te betrekken. Dat was een gouden greep, want in tegenstelling tot onderzoek naar emoties binnen mensen bleek onderzoek naar emotionele wisselwerking tussen mensen een onontgonnen terrein. Dat maakt het makkelijk om echt nieuwe dingen te vinden en gepubliceerd te krijgen.’ Nu heeft u die niche gedeeltelijk gevuld. Wat wilt u verder nog onderzoeken? ‘Ik wil bezig blijven met emoties, maar wel weer een nieuw domein aanboren. Ik kijk nu naar emoties in de sport. Ik onderzoek bijvoorbeeld met een promovendus of emotionele reacties vanaf de tribune de beslissingen van een scheidsrechter beïnvloeden. En ik wil bekijken of de gezichtsuitdrukking van de pitcher invloed heeft op de kans dat de slagman de bal raakt. En of teamgenoten elkaar positief moeten stimuleren of juist af en toe een afbrander moeten geven. Er zijn nog zo veel interessante vragen die ik wil beantwoorden.’ yyy
FoliaMagazine
23
24
FoliaMagazine
objectief Schilderen met de ander In de centrale hal van het AMC zijn grote rollen papier uitgerold. Ertussen liggen rode lopers, er staan tafels en er is verf. Iedereen mag iets op de grond schilderen: medewerkers, bezoekers en patiënten – vooral de jongsten maken van het aanbod gebruik. Erg gezellig, maar het is ook kunst. Niet zozeer de kleurrijke creaties op de vloer, maar de hele installatie is namelijk een project van theatermaker Adelheid Roosen. Onder de titel ‘to the You I call the Other’ reisde zij vorig jaar af naar Syrië. De doelstelling: ontmoetingen met ‘de ander’. In Damascus woonde Roosen onder meer met Syrische studenten van de plaatselijke kunstacademie en de theaterschool drie dagen lang in een psychiatrische kliniek voor kinderen. Door op te vloer te schilderen kon iedereen ‘de ander’ ontmoeten. Terug in Amsterdam bleek het AMC een ‘open en uitnodigende omgeving voor alle betrokkenen’ te zijn, aldus het verslag van Roosen. Zie femaleeconomy.nu/totheyou voor meer informatie. yyy tekst Bob van Toor / foto Danny Schwarz
FoliaMagazine
25
Sla een slaatje uit je kamer Wil je op vakantie deze zomer, maar zit je krap bij kas? Via sites als Wimdu en AirBnB kun je jouw studentenkamer omtoveren tot hotelkamer, en verhuren aan toeristen van over de hele wereld. Maar wel even je bed verschonen, voor én na verhuur. tekst Judith Kuneken / foto’s Friso Spoelstra
J
e beddengoed verschonen, je kledingkast opruimen en je kamer er piekfijn uit laten zien: het kost wel even wat moeite om je studentenhok eruit te laten zien als een hotelkamer. Maar daar word je als het goed is prima voor beloond, want je kamer verhuren tegen hotelkamertarieven is een lucratieve business, zoals uit onderstaande voorbeelden blijkt. Met tarieven tussen de 60 en 95 euro per nacht (maar minder of meer kan natuurlijk ook) heb je via sites als AirBnB.com en Wimdu.nl je huur snel terugverdiend. De een vindt het leuk om nieuwe mensen te ontmoeten, de ander ziet het vooral als leuke inkomstenbron. Het is ook handig als je voor een langere periode naar het buitenland gaat of als je toch al vaak bij je vriendinnetje slaapt. De omgekeerde weg is natuurlijk ook mogelijk: via genoemde sites boek je een kamer of woning bij een particulier in duizenden steden in honderden landen.
26
FoliaMagazine
Het principe is simpel: je maakt een onlineprofiel via de website aan met foto’s van je huis en een kort verhaal over wie je bent. Geïnteresseerde gasten hebben ook een profiel en kunnen via de mail reageren en boeken. Ook kunnen zij zichtbare reviews over elkaar schrijven. Volgens Ole Ruch, directeur AirBnB Scandinavië en Nederland, kunnen reizigers die de
‘Je bent wel vaak je huis aan het schoonmaken’ standaardhotels zat zijn op deze manier ‘een authentieke belevenis’ meemaken: ‘Ze willen als een local leven.’ AirBnB (Airbed & Breakfast) is een van de grootste spelers in deze markt. Het bedrijf is in 2008 opgezet en explosief gegroeid. Op de website zijn meer dan tweehonderdduizend huizen in ruim 192 landen te vinden. De meest recente cijfers geven aan dat het aantal
boekingen van juni vorig jaar tot nu groeide van vijf miljoen naar tien miljoen. Door online reviews, profielteksten- en foto’s kunnen zowel gast als gastheer nagaan met wie ze te maken hebben. Ook kan iedereen zijn of haar Facebookprofiel aan de site koppelen. Een definitieve betaling van een boeking wordt pas 24 uur na het inchecken van een gast gedaan. Via een code geeft een reiziger aan of hij tevreden is met de geboekte locatie. Ook de website Wimdu, die in 2011 is begonnen, groeit snel: van nul naar vijftigduizend huizen in ruim honderd landen. Volgens Eefje Liebregts van Wimdu willen reizigers een ervaring. ‘Ze willen in het huis van een Amsterdammer zelf wonen en van de inwoners horen wat de plekjes zijn die je niet mag missen. Dan proef je de cultuur van een land pas echt.’ En daar kunnen Amsterdammers dan weer van profiteren.
Je eigen bed hosten? AirBnB en Wimdu hebben een intermediairsrol. Ze hebben niets te maken met het verblijf zelf of de beschikbaarheid van je huis. Wel met de transacties, de eventuele borgsom, schoonmaakvergoeding en klachten. Ook bepaal je zelf de prijs voor een overnachting en wie er in je huis verblijft. De websites ontvangen commissie op een boeking: de host betaalt drie procent en de gast twaalf procent over het totale boekingsbedrag. Het exacte adres van de woning evenals onder andere telefoonnummer en mailadres worden pas na een definitieve boeking doorgegeven. Het is gratis om een ‘listing’ van je huis te plaatsen. Op verzoek komt er een professionele fotograaf bij je langs om gratis foto’s van je huis te maken.
Luca Spanjaard (22) student economie, appartement 40m2 Da Costastraat (koopwoning ouders), vanaf 80 euro per nacht ‘Tweehonderd euro, dat heb ik elke maand wel zo’n beetje nog extra nodig. Ik was op zoek naar een bijbaantje en ik dacht: met alleen al een weekendboeking van twee nachten ben ik voor de hele maand klaar. Het is makkelijk geld verdienen en je hoeft er in wezen niet voor te werken. Nou ja, je bent wel vaak je huis aan het schoonmaken. Gasten rondleiden en een warm welkom heten is hartstikke leuk. “Welcome to Amsterdam, enjoy your stay!” Nu heb ik wel het geluk dat mijn ouders in Amsterdam wonen. Als ik gasten heb, kan ik bij hen overnachten. Mijn huis verhuur ik meestal voor een weekendje, soms ook langer. Zakenmensen, stelletjes, Koninginnedagfreaks, noem maar op. Dat die lui seks in je bed hebben, weet ik natuurlijk ook wel. Eerlijk: dat blijft moeilijk
te verkroppen. Ik probeer er niet aan te denken en draai zo af en toe mijn matras om. Prettig is dat je voordat een boeking plaatsvindt, profielen met foto’s en reviews van potentiële gasten kunt bekijken. Daardoor krijg je een redelijk goed beeld van de personen die willen boeken. Je wilt wel weten met wie je te maken hebt. Een gast kwam bijvoorbeeld een keer met het voorstel om alles buiten de site om contant te betalen. Die heb ik dus direct weggedrukt, daar begin ik niet aan. Op een gegeven moment had ik de smaak goed te pakken, toen zat ik bijna elk weekend bij mijn ouders. Dat is nu ook weer niet de bedoeling!’
FoliaMagazine
27
Susanne van de Water (27) docent media, informatie & communicatie, appartement 43 m2 Ten Katestraat (koopwoning), vanaf 95 euro per nacht ‘Sinds afgelopen juni staat mijn huis online. In het weekend zit ik sowieso al vaak bij mijn vriend. Zonde als mijn net gerenoveerde huis dan leegstaat. Nu kunnen ook andere mensen van mijn appartement genieten. In het begin moest ik even wennen aan het idee, maar nu weet ik hoe het is om mijn woning aan onbekenden te verhuren. En voordat je een boeking accepteert, krijg je door de online reviews, profielteksten- en foto’s een redelijke indruk van een geïnteresseerde gast. Je krijgt leuke reacties, maar een keertje heb ik een aanvraag voor een boeking van een of andere verloederde Duitser niet geaccepteerd. Hij was heel ongeduldig en op de foto zag ik bijna alleen maar lang haar en een snor. Of hij een weekendje met Tina kon boeken.
28
FoliaMagazine
In juni had ik vier boekingen. Onder andere van Portugese backpackers en Indiase studenten uit New York, zo ontmoet je dus interessante reizigers. Kostbare spullen zoals mijn iPad neem ik altijd mee. Ook betalen gasten een borg van 300 euro. Aan het idee dat vreemden in je bed slapen, kan ik nog niet echt wennen. Dat probeer ik te negeren. Tot nu toe heeft mijn huis er bij terugkomst nog altijd netjes uitgezien, lakens opgevouwen en wel. Ik ben er soms best druk mee, omdat de aanvragen blijven binnenkomen. Juli is alweer bijna volgeboekt.’
Regels Over het geld dat je verdient, moet je veelal belasting betalen. Als je het volgens de regels wilt doen, moet je je mogelijk ook nog inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Informeer bij de Belastingdienst of kijk bij www.belastingdienst.nl onder ‘Tijdelijke verhuur eigen woning’ en ‘Kostgangers’. In veel landen is korte verhuur niet toegestaan. Zie het kader op pagina 29 voor een reactie van woningbouwvereniging De Key.
Elwin van der Klis (27) student rechten en Europese studies, kamer van 20m2 Wijttenbachstraat, gedeelde badkamer (huurwoning), vanaf 60 euro per nacht ‘Via mijn vroegere huisgenoot ben ik in dit wereldje gerold. Hij was ook al bezig met couchsurfing. Dat is hartstikke gaaf. Dan komen er allemaal van die hippies, gekken en leipo’s bij je over de vloer. Later hebben we sites zoals AirBnB ontdekt. Ook erg cool. Nu vangen we geld en moeten we meer ons best doen, omdat gasten betalen voor een kamer. We hebben wat voorbij zien komen. Meestal zijn het van die creatieve en hippe types. De Facebookgeneratie die je met een mobieltje in de hand over de grachten ziet fietsen, zeg maar. Veel groepjes vrienden die naar Amsterdam komen om lekker te blowen. Neil en Jack uit Londen, bijvoorbeeld. Gordijnen potdicht, op de bank blowen en Pulp Fiction kijken, daar kwam het zo’n beetje op neer. Ze hadden voor vijf dagen geboekt en zijn
twee keer een halfuur de deur uitgegaan. Sinds mijn “bestaan” anderhalf jaar geleden heb ik ongeveer 35 boekingen gehad. Als ik een gast heb, slaap ik bij mijn vriendin. Met een standaardboeking ben je ongeveer drie uur bezig. Schoonmaken, beddengoed verwisselen en je gasten in- en uitchecken. Dat is het zo’n beetje. Als ik op vakantie ben, vangt mijn huisgenoot mijn gasten in Amsterdam op. Andersom doe ik hetzelfde voor hem. Nog niet zo lang geleden heb ik twee maanden lang in San Francisco gebivakkeerd, waaronder in een AirBnBhuis. Tijdens mijn afwezigheid was het een komen en gaan van toeristen in mijn kamer in Amsterdam. In totaal hadden we zo’n negen weekboekingen staan: reken maar uit, mijn reis naar de VS heb ik ruimschoots terugverdiend.’ yyy
Reactie woningbouwvereniging Makkelijk binnenlopen met je studentenkamer klinkt aantrekkelijk, maar kan gevaarlijk zijn als je kamer onder de sociale huur valt. Woonstichting De Key laat weten dat onderhuur van studentenkamers enkel via de woningstichting zelf mag plaatsvinden en alleen tegen dezelfde huurprijs die de student ook betaalt. Illegale onderhuur wordt streng aangepakt met directe ontbinding van het huurcontract. Vooralsnog heeft De Key geen meldingen gehad van onderhuur aan toeristen. Ook is nog niet actief gespeurd naar kamertjesmelkers.
FoliaMagazine
29
Onderwijs als levenswerk
Hij werkte bijna veertig jaar bij de UvA, en meer dan dertig bij de HvA, op beide plekken gericht op onderwijskunde en pedagogiek. Bij Peter Karstanje zat onderwijs in zijn bloed. Hij overleed op 17 juni op 64-jarige leeftijd aan kanker. tekst Emma Boelhouwer / foto Marian Haringsma
H
ij zat steevast als eerste achter zijn bureau en ging als laatste weg. Rondom zijn werkplek op de afdeling pedagogiek, onderwijskunde & lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam had zich een enorme stapel boeken opgehoopt. ‘Als je binnenkwam, was het even zoeken: waar is Peter?’ aldus oud-collega Fons van Wieringen. Een gestructureerde chaos, want zelf wist onderwijskundige Peter Karstanje er prima de weg. Van Wieringen: ‘Hij was een consciëntieus verzamelaar van informatie. Hij had de drang om zo volledig mogelijk te zijn.’ Ook zijn laatste twee jaar, vechtend tegen kanker, las Karstanje zich nog een weg in de rondte. Optimistisch als hij was riep hij dat hij tachtig zou worden, maar het bleek een ongelijke strijd: op zondag 17 juni overleed hij, op 64-jarige leeftijd. Tot het allerlaatste moment bleef hij bevlogen door zijn grote passie: goed onderwijs. En een van de basisvoorwaarden daarvoor was volgens hem: goed leiderschap. Hardwerkende gentleman Collega’s herinneren zich Karstanje als een keurige heer. Vaak in overhemd, jas en das. Een gentleman zelfs, in uitstraling en in zijn werk. In alles netjes
30
FoliaMagazine
en rechtvaardig, geen onvertogen woord. Iemand met veel humor en zelfspot. Een Zeeuw uit een protestants gezin met een arbeidsethos van heb ik jou daar, aldus Sjoerd Karsten, collega bij pedagogiek, onderwijskunde & lerarenopleiding. ‘Een ongelooflijk harde werker. Soms te hard. Hij zei daar zelf een keer over: ik heb misschien wel roofbouw gepleegd op mijzelf.’ Zijn loopbaan bij de UvA begon in 1973. Karstanje had een aantal jaar als leraar wiskunde
‘Een ongelooflijk harde werker. Soms te hard’ gewerkt in het voortgezet onderwijs en daarna pedagogiek & didactiek gestudeerd aan de Vrije Universiteit. Hij solliciteerde bij Van Wieringen naar aanleiding van een vacature voor docent bij onderwijskunde en werd aangenomen. Naast het docentschap deed Karstanje onderzoek naar onder meer de middenschool en later de basisvorming op het voortgezet onderwijs, onderwijstypes waarbij leerlingen ongeacht verschillen in achtergrond en capaciteit twee of drie jaar gezamenlijk hetzelfde
programma doorliepen. Eind jaren zeventig verbond hij zich bovendien aan de opleiding pedagogiek aan de Hogeschool van Amsterdam en stond hij aan de wieg van de universitaire pabo, een samenwerking tussen de HvA en de UvA. ‘Geen saaie academicus. Hij verbond de praktijk en theorie met voorbeelden,’ aldus Jurjen Tak, collega op de HvA. Hans-Jan Kuipers kan zich nog de inspirerende colleges herinneren die hij begin jaren tachtig bij Karstanje volgde als student, later werden ze collega’s. ‘Ik kwam van de Pabo en ging onderwijskunde doen. Peter was mijn eerste docent en een gedreven sociaaldemocraat. We hadden in de klas discussies over de middenschool. Hij zag dat als een grote kans om het onderwijs te vernieuwen. Om gelijke kansen voor iedereen te bewerkstelligen. Geen schotjes tussen de mavo, havo en vwo. Hij kon met passie vertellen waarom hij dacht dat daardoor de klassenverschillen zouden verdwijnen.’ Nog zoiets: met zijn wiskundige achtergrond kon hij als een van de weinigen ‘zo’n saai klote-onderwerp’ als statistiek heel goed brengen, aldus Kuipers. Zijn syllabus is een begrip geworden en studenten kregen einde-
van de South-West University in Bulgarije voor zijn werk met een aantal Bulgaarse universiteiten. Hij had ze geholpen bij het ontwikkelen en realiseren van een internationaal geaccrediteerde masteropleiding onderwijsmanagement.
Peter Karstanje, Middelburg, 23 september 1947 - Amersfoort, 17 juni 2012
lijk het ‘ah zo zit het dus’-gevoel. ‘Waardoor ook deeltijdstudenten voor wie statistiek soms een te grote stap was, konden meekomen. Het paste binnen zijn emancipatorische opvatting over onderwijs.’ Onderwijspionier Midden jaren tachtig werd Karstanjes aandacht getrokken door de grote onderwijsvernieuwingen die plaatshadden. Het was de tijd van deregulering, oftewel: de overheid gaf de scholen steeds meer autonomie. Schoolleiders waren daarvoor uitvoerders geweest van overheidsbeleid, nu moesten ze opeens zelf beslissingen gaan nemen en beleid maken. Dat zat bij veel van hen niet in de genen. Er was daarom een opleiding nodig voor schoolleiders, vonden Karstanje en zijn collega Van Wieringen. Ze brachten bezoeken aan dergelijke opleidingsinstituten in andere landen en in 1989 was de Nederlandse School voor Onderwijsmanagement (NSO) een feit. Een
tweejarige masteropleiding, gedurende de eerste jaren gefinancierd door het ministerie van Onderwijs. Hermine Biekmann, docent op de NSO: ‘Een beetje schoolleider heeft tegenwoordig een NSO-opleiding gedaan.’ Al snel richtte Karstanje de blik ook op het buitenland. Van Wieringen ziet het nog voor zich: ‘Peter met zijn stevige zwarte rugzak en tas in dezelfde uitvoering weer op weg naar Schiphol voor een nieuwe klus in Rusland, Bulgarije, Vietnam of Zuid-Afrika. Daar had hij enorm veel plezier in. Misschien wel zijn vorm van ontwikkelingshulp.’ In het Oostblok was decennialang alles gereguleerd geweest vanuit de overheid, maar na het vallen van de muur konden ze wel wat expertise gebruiken voor het opleiden van autonome schoolleiders. Biekmann: ‘Het lukte hem heel goed om zijn ideaal over te brengen. Eerst vertellen hoe wij het in Nederland doen, dan bespreken wat voor de mensen daar de beste methode zou kunnen zijn.’ In 2005 ontving Karstanje een eredoctoraat
Een terriër Karstanje toonde respect voor de eigenheid van een land en werd daardoor ook vaak teruggevraagd en benaderd, maar op één punt was hij vasthoudend. Biekmann: ‘In veel van die landen zie je dat de macht van het directeurschap iets met mensen doet. Hij stond ervoor dat schoolleiders die macht niet naar zich toetrokken, maar deelden met hun docenten. Hij kon een terriër zijn als het daarom ging. Hij moest er flink voor ploeteren, maar het werkte. In Zuid-Afrika bijvoorbeeld zijn de zeer slecht scorende scholen met 80 procent vooruit gegaan doordat mensen uiteindelijk wilden en durfden samen te werken.’ Twee en een half jaar geleden werd bij Karstanje kanker geconstateerd, maar hij bleef zijn onderwijsidealen uitdragen. HvA-collega Tak: ‘Ik kan mij nog herinneren dat hij bij zijn eerste ziekmelding monter zei: “Ik ben er niet goed aan toe, maar mijn studenten merken er niks van, hoor.”’ Biekmann: ‘Vier à vijf weken geleden wilde hij nog alles weten van nieuwe projecten van de NSO in het buitenland. Er is nu bijvoorbeeld een spin-offproject waarbij de Balkanlanden elkaar gaan onderwijzen. Dat vindt hij fantastisch, daarmee worden de landen zelfstandig.’ Naast zijn liefde voor het onderwijs, was Karstanje fervent operaganger en speelde hij cello en piano – tijdens zijn ambtsjubileum in 2007 bracht hij de Schilderijententoonstelling van Moessorgsky ten gehore. Hij had een vrouw, drie kinderen en kleinkinderen. Zijn droom was ooit nog hét boek te schrijven over onderwijskundig leiderschap. Van Wieringen: ‘Hij heeft dat telkens vooruitgeschoven in de hoop op meer tijd. Die is hem helaas niet gegund.’ yyy
FoliaMagazine
31
Op zoek naar liefde Demografen weten het al eeuwen, hogeronderwijsinstellingen zijn prima huwelijksmarkten. Bibliotheken en collegebanken, overbevolkt met intelligente en knappe jonge mensen, zijn uitstekende pickup places, toch wordt de internetdatemarkt voor studenten steeds groter. En wat blijkt? ‘Het zijn niet alleen maar zielige, wanhopige types.’ tekst Clara van de Wiel / illustraties Pascal Tieman
E
enzaam was ze allerminst, toen Sophie Velthuizen (22, Nederlands) zich een halfjaar geleden inschreef op E-matching.nl. Maar, zo geeft ze toe: ‘In mijn studentenkringetje zie ik wel steeds dezelfde gezichten.’ Om die kring eens helemaal uit te stappen waagde ze de sprong naar het internet; aanvankelijk met de nodige twijfel. ‘Eigenlijk vond ik die reclames over “dating voor hogeropgeleiden” altijd vrij irritant. Maar het aanbod op de site viel me direct heel erg mee. Het zijn niet alleen maar zielige, wanhopige types. Gewoon mensen die je normaal gesproken ook zou kunnen tegenkomen.’ Inschrijven op E-matching is gratis, een actief lidmaatschap waarbij je ook zelf mensen kunt benaderen kost je € 30,- per maand. Alleen vrouwen mogen de eerste drie dagen ook zelf gratis berichtjes sturen. Sophie focuste zich in haar profiel vooral op haar liefde voor reizen en als potentiële date noteerde ze: ‘Een leuke man die eventueel wel mee zou willen naar Scandinavië. Of Portugal. Of Aruba. Of Maastricht.’
Wachten op reactie De eerste dagen actief lidmaatschap waren spannend, aldus Sophie. ‘Je stuurt een berichtje en daarna zit je eigenlijk de hele tijd te wachten op een reactie. Zelf had ik op twee personen gereageerd, waarvan er één vervolgens weer op mij reageerde. Daar heb ik toen mee afgesproken.’ Ook voor die eerste afspraak was Sophie
32
FoliaMagazine
flink zenuwachtig. Daarom sprak ze af in een bekend café. Tegen de bevriende barman zei ze dat ze de jongen via-via kende. ‘Uiteindelijk was het toch niet meer dan vriendschappelijk gezellig. Je weet allebei waar je op uit bent en dat maakt het een stuk minder spannend dan een spontane date.’ Niet al haar dates waren zo gezellig. Zo had ze ook een afspraak in Den Haag die minder goed beviel. ‘Al vanaf het moment dat hij uit zijn auto stapte dacht ik: o nee! En dan moet je nog de hele avond. Na afloop ging hij ook meteen sms’jes sturen. Die heb ik toen maar genegeerd.’ Uit onderzoek van Synovate uit 2009 bleek dat 1 op de 5 Nederlanders van boven de 25 jaar op
‘Je weet allebei waar je op uit bent’ internet op zoek gaat naar een relatie. Nederland staat met circa tweehonderd datingsites wereldwijd zelfs in de top 5 van landen met de meeste datingsites. Dat nu ook studenten de weg naar het internet maken, lijkt voor de hand liggend. Dat denkt ook bijzonder hoogleraar demografie aan de UvA Jan Latten: ‘We zien dat sociale contacten zich steeds meer naar het digitale veld verplaatsten. Het zou vreemd zijn om te denken dat men daar alleen vriendschap zoekt en zodra de relatie wat intiemer wordt internet ineens geen rol meer speelt.’ Communi-
catiewetenschapper Sauvine Vos studeerde vorig jaar af op een onderzoek naar internetdaten onder studenten. Sauvine kwam op het idee voor haar onderzoek door haar eigen ervaring op datingsites. Zo’n drie jaar geleden schreef ze zich in, om niet lang daarna haar huidige vriend via de site Paiq te leren kennen. Uit haar enquête bleek dat vijftien procent van de studenten ervaring heeft met datingsites. Opvallend was dat een beduidend groter aantal van zestig procent aangaf iemand anders te kennen die internetdate. Sauvine: ‘Dat duidt erop dat mensen eerder aangeven iemand anders te kennen die het doet, dan dat ze er zelf eerlijk over zijn. Kennelijk is er toch nog schaamte dit onderwerp te bespreken.’ Ook Vos hield zich aanvankelijk op de vlakte over de manier waarop ze haar vriendje ontmoet had. ‘Dat kwam omdat ik dacht dat andere mensen me zouden veroordelen. Ik heb het er bijvoorbeeld niet direct met mijn dispuut over gehad. Pas toen we een tijdje aan het daten waren heb ik verteld hoe we elkaar ontmoet hadden. In de praktijk bleek die veroordeling reuze mee te vallen, maar ergens verwachte ik dat mensen me zielig of wanhopig zouden vinden.’ Die ervaring herkent ook Sophie. Los van een heel goede vriendin heeft ze nog niemand verteld over haar inschrijving bij een datingsite. ‘Normaal ben ik heel open tegenover vrienden en kennissen, ook over meer persoonlijke dingen. Maar ergens schaam ik me hier voor.’ Makkelijk zoeken naar gelijkgestemden: inter-
FoliaMagazine
33
Tips voor succesvol internetdaten Sauvine • Wissel nooit zomaar persoonlijke gegevens uit, zoals je huisadres. • Let op taalfouten: zeker op sites voor hoogopgeleiden kom je anders dom over. • Niet meteen je hele hebben en houden op straat gooien! • Doe zoals je in het echte leven ook bent.
netdaten lijkt de jacht op de juiste partner in elk geval een stuk efficiënter te maken. Hoogleraar Latten ziet internetdaten in lijn met de algemene rationalisering van het datingproces. ‘Vroeger doorliep je direct het traject van verliefd, verloofd tot getrouwd. Nu zie je dat mensen steeds meer achtereenvolgende relaties hebben. Dan heb je minder tijd voor de zoektocht naar een partner. Het moet allemaal sneller, en daar moet je hulpmiddelen bij hebben.’ Vanuit je luie stoel surfend je betere helft vinden: makkelijker kan bijna niet. Zeker nu sites voor verschillende doelgroepen als paddenstoelen uit grond schieten. Van de hoogopgeleiden bij E-matching via de christenen bij Opzoeknaarjou.nl tot Seniorengeluk.nl voor de pensionado’s: de website
‘Iedereen schrijft hetzelfde gekakel’ selecteert wie er voor jou wel en niet in aanmerking komt en koppelt je vaak direct aan je meest geschikte match. Volgens Latten speelt ook de kennis die men tegenwoordig heeft over wat goede relaties zijn daarbij een rol. ‘We kunnen inmiddels bewijzen dat de kans op een duurzame relatie groter is wanneer de verschillen niet al te groot zijn. De meeste mensen weten dat nu, en denken: waarom zou ik al die dingen niet gewoon checken via een lijstje?’ Niet-discobezoekende vrouwen Voor drukke en ambitieuze studenten kan internetdaten een uitkomst zijn. Uit onderzoek in de Verenigde Staten uit 2005 bleek dat het vinden van een date via internet daar even populair is als het vinden van iemand via het werk. Het fenomeen lijkt daarmee in de VS al meer geaccepteerd dan in Nederland, waar volgens het onderzoek van Vos daten via internet nog steeds
34
FoliaMagazine
Ubbert • Geen hele verhalen sturen: daar zit niemand op te wachten. • Voor de mannen: niet te direct zijn. Dat schrikt af.
als tegengesteld aan een ‘normale manier’ van daten wordt gezien. Dat denkt ook masterstudent Medical Informatics Melchior Pot (21). ‘Een vriend van mij doet een opleiding met veel buitenlandse studenten en daar schijnen veel meer mensen via internetdating een relatie te vinden. Ook heb ik een medestudent die een master in Amerika heeft gevolgd. Daar zoekt volgens hem zelfs de meerderheid op internet naar een relatie.’ Pot staat zelf nu enkele maanden ingeschreven bij Relatieplanet, E-matching en Lexa, omdat hij naar eigen zeggen ‘niet echt een discotype’ is. ‘In het dagelijks leven kom ik praktisch nooit een vrouw tegen tot wie ik me aangetrokken voel en met wie ik ook wat betreft interesses en op intellectueel vlak op één lijn zit. Ik denk dat de wat serieuzere, niet-discobezoekende vrouwen het beste online te vinden zijn.’ De oppervlakkigheid van daten in het echte leven was ook voor VUstudent rechten en bedrijfskunde Ubbert Tjoeppe (23) aanleiding zich anderhalf jaar geleden in te schrijven op E-matching. ‘In Amsterdam is het volgens mij onmogelijk om iemand tegen het lijf te lopen die niet oppervlakkig is. Het lijkt wel of iedereen dat lege hier van elkaar kopieert.’ Zijn profiel op E-matching
liegt er niet om: ‘Inventief, ijverig, digibeet, cynisch, carnivoor, direct, ambitieus, sportief, kritisch, creatief, alcoholistisch, fanatiek, een familiemens, ondernemend, origineel en bovenal mezelf.’ Zoekprofiel: ‘vlotte en ondernemende dames’ met ‘gevoel voor (mijn) humor, ambitie
De beste datingssites voor studenten Steeds meer sites richten zich specifiek op studenten, bijvoorbeeld studentdating.eu en dating. studenten.nl. Ook is er inmiddels biddys.nl, waarmee je online kunt flirten met studenten die zich in je directe omgeving bevinden. Voor minder serieuze zoekers is er paiq.nl, waarmee je in eerste instantie met veel mensen tegelijk kunt chatten en pas later persoonlijk contact maakt. Voor een groot aanbod hoger opgeleiden kun je je het beste nog steeds het best tot E-matching.nl of parship.nl wenden.
namelijk dat ze van reizen houden of iets dergelijks.’ Zo’n acht keer heeft hij inmiddels in het echte leven met iemand afgesproken. ‘De eerste was maar op één ding uit. Maar dat was nu juist niet de reden waarom ik was gaan internetdaten. Dat meisje heb ik dus vrij snel afgewimpeld. Een ander zat zichzelf alleen maar de hele tijd te verdedigen over waarom ze op internet was gaan zoeken naar een date. “Het lukt me normaal niet, het lukt me steeds echt niet!” Dat was gewoon sneu.’
en passie’. Ubbert kreeg direct vanaf zijn inschrijving wekelijks drie tot vier reacties op zijn profiel, waarvan hij de meeste negeerde. ‘Het opvallendst vond ik dat al die reacties eigenlijk hetzelfde waren: ontzettend suf en oppervlakkig. Echt iedereen schrijft hetzelfde gekakel,
Op zoek = zielig Volgens Ubbert is de misvatting onder veel internetdaters dat het daten gebeurt door middel van de online communicatie. ‘Dan krijg je weer zo’n hele lap tekst toegestuurd over wat ze allemaal in Thailand hebben gedaan. Maar het blijft altijd om persoonlijk contact gaan. Je kunt iemand toch niet beoordelen op basis van zo’n verhaal?’ Zich schamen voor zijn date-perikelen doet
Ubbert zich in tegenstelling tot veel andere studenten niet. ‘Ik vertel grappige en stomme anekdotes over mislukte dates ook gewoon tegen mijn vrienden. Misschien lachen sommige mensen me er wel om uit. Het is natuurlijk ook lachwekkend. Maar stiekem hoop ik toch dat er uiteindelijk wel een geschikt iemand tussen zit.’ Met zijn openheid lijkt Ubbert onder studenten een uitzondering te zijn. Sophie praat nog steeds liever niet in het openbaar over haar internetdateperikelen. ‘Laatst kwam het gesprek tijdens een borrel van mijn vereniging op internetdaten. Iedereen begon om het hardst te schreeuwen dat je dan toch wel heel diep gezonken bent. Ik hield me toen maar een beetje op de
‘Misschien lachen sommige mensen me er wel om uit’ vlakte.’ Voor haar is het vooral de druk om zelfstandig te zijn die het een beladen onderwerp maakt. ‘Het wordt in deze maatschappij zielig gevonden als je op zoek bent. Dan kun je het alleen kennelijk niet af.’ Dat denkt ook Sauvine, die inmiddels drie jaar samen is met haar vriend en binnenkort gaat samenwonen. Uit haar onderzoek bleek dat zodra mensen ervaring hebben met internetdaten, hun waardering ervoor positiever wordt. Misschien is het alleen een kwestie van tijd voordat iedereen openlijk de jacht op internet inzet. Demograaf Latten denkt dat het inderdaad zo zal gaan. ‘Omdat het vroeger bekendstond als een soort laatste redmiddel is men misschien nog wat huiverig erover te praten. Dat gaat geleidelijk, maar dat het internet een steeds gebruikelijkker middel wordt voor het vinden van relaties: daarvan ben ik overtuigd.’ yyy
FoliaMagazine
35
Met geesteswetenschap meer mens Martha Nussbaum is een van de meest invloedrijke filosofen ter wereld, en de bekendste voorvechter van de geesteswetenschappen. Want zonder geesteswetenschappen krijg je geen goede burgers. En dat is gevaarlijk. ‘Als je die niet hebt, dan heb je misschien een democratie in naam, maar een vitale, stabiele democratie zal dat niet zijn.’ tekst Harmen van der Meulen / foto’s Joost van den Broek
T
echnische studies goedkoper of gratis maken, zoals CDA en PvdA willen, kan het begin van het einde betekenen. Het einde van de democratie wel te verstaan. Die staat namelijk onder druk, en de overmatige aandacht voor technische en economische studies ten koste van de geesteswetenschappen draagt daar sterk aan bij. Daarvan is de Amerikaanse filosoof Martha Nussbaum (65) overtuigd. De schrijver van tientallen boeken en houder van veertig eredoctoraten van universiteiten was in Nederland voor de promotie van haar nieuwste boek Mogelijkheden scheppen (in het Engels verschenen als Creating Capabilities). Met ons sprak Nussbaum vooral over haar vorige, op het hoger onderwijs gerichte boek, Niet voor de winst (Not For Profit), dat als ondertitel heeft: ‘Waarom de democratie de geesteswetenschappen nodig heeft’. Het antwoord van Nussbaum op die vraag is duidelijk, en uitvoerig. ‘Omdat we gezonde landen willen, met betrokken burgers, die weten hoe ze zaken moeten
36
FoliaMagazine
beoordelen en die beschaafd met elkaar van mening kunnen verschillen, in plaats van elkaar uit te schelden. Als je die niet hebt, dan heb je misschien een democratie in naam, maar een vitale, stabiele democratie zal dat niet zijn. Daar zijn de geesteswetenschappen voor nodig, om mensen kritisch te leren denken, om te leren argumenteren en iemand anders zijn argumen-
‘Zonder basis geen nuttige toepassingen’ ten op waarden te schatten. Dat leer je door filosofie. Je moet de geschiedenis van de wereld en de verschillende wereldreligies begrijpen, dat leer je door geschiedenis en religiestudies. En daarvan leer je de wereld te bekijken vanuit verschillende gezichtspunten. We weten wel hoe het is om de wereld te bekijken door de ogen van onze buurman of familie, maar niet door die van iemand die zwart is of aan de andere kant van de wereld woont.’
U geeft in uw boek het voorbeeld van een provincie in India waar het gebrek aan kritisch denken in het onderwijs, waarin Hitler in geschiedenisboeken als een held werd voorgesteld, uiteindelijk massamoord tot gevolg had. Waarom gebruikt u zo’n extreem voorbeeld? ‘Ik gebruik dat voorbeeld ómdat het extreem is. Je hebt niet veel pure voorbeelden, van een situatie waar er geen enkel kritisch denken op scholen meer is en geen enkel geesteswetenschappelijk onderwijs, zoals het geval was in de Gujarat in India. En ik heb er een heel boek [The Clash Within, red.] over geschreven, dus ik weet er nu eenmaal veel van. Maar daar hadden ze na jaren van openbaar onderwijs dat volledig op technische vaardigheden was gericht een provincie vol ingenieurs die vatbaar bleken te zijn voor propaganda, en uiteindelijk, zelfs tot genocide op religieuze minderheden in staat bleken [In 2002 werden honderden islamitische burgers vermoord door bendes rechtse hindoes, red.]. Niemand ontkent dat we ingenieurs nodig
hebben, maar we hebben ingenieurs nodig die ook goede burgers zijn.’ En hoe kan hoger onderwijs er zorg voor dragen dat studenten goede burgers worden? ‘Idealiter doet een universitaire opleiding twee dingen, dat is al bekend sinds de inaugurele rede van John Stuart Mill op de St. Andrews Universiteit in Schotland in 1867. Hij zei: “In
Engeland denken ze dat onderwijs op universitair niveau je voorbereidt op een baan, maar dat is te smal. Misschien doet het dat wel, maar het bereidt je ook voor op burgerschap en op de rest van het leven.” Daarom moet het bestaan uit een specifiek deel en een algemeen deel, zoals in Amerika, waar alle studenten algemene onderwijsverplichtingen hebben op het gebied van de liberal arts. Ik hoop van harte dat dat zo blijft. Want dit is de beste manier om om te gaan met
het dilemma van de ouder die vraagt: “Hoe kan ik mijn kind filosofie laten studeren, terwijl hij werk nodig heeft?” Het antwoord is: “Hij volgt een studie, om hem op de arbeidsmarkt voor te bereiden, en hij volgt vakken filosofie, om zich voor te bereiden op burgerschap”.’ Maar wat zegt u dan tegen politici en universiteitsbestuurders die van elke studie en van elk onderzoek willen zien
FoliaMagazine
37
wat het bijdraagt aan de economie? ‘Tegen hen zeg ik dat ze bezig zijn China en Singapore van vijf jaar geleden te imiteren, en dat ze daar beter mee op kunnen houden. Als je een gezond bedrijfsleven wilt dat zorgt voor economische groei, dan heb je innovatie nodig. De wereld en daarmee de economie verandert voortdurend; de vaardigheden die je gisteren geleerd hebt zijn morgen niet meer bruikbaar. Daarom heb je mensen nodig met een flexibele geest. Daarom hebben ze in China en Singapore de afgelopen jaren meer geesteswetenschappen en kunsten ingebouwd in hun onderwijssystemen.’ Je kunt ook wijzen op de waarde van de geesteswetenschappen voor de economie. UvA-hoogleraar Rens Bod doet dat bijvoorbeeld, door erop te wijzen dat allerlei ICT-doorbraken niet mogelijk zouden zijn geweest zonder bepaalde theorieën uit de linguïstiek. ‘Dat is misschien een goed argument om te gebruiken als je de president bent van Stanford University en je wilt dat iemand een gift doet aan de linguïstiekafdeling, maar in het algemeen vind ik dat die manier van argumenteren getuigt van een beperkte, instrumentele opvatting van de geesteswetenschappen. Hij heeft wel gelijk als hij zegt dat je niet moet vergeten dat veel toegepaste vaardigheden voortkomen uit theorie. Dat wisten we in Amerika al tijdens de Koude Oorlog, toen wetenschappers het Ministerie van Defensie ervan hebben weten te overtuigen dat het niet alleen geld moest uittrekken voor toegepast nucleair en verdedigingsgeoriënteerd onderzoek, maar voor de wetenschap in het algemeen. Zonder basis krijg je ook geen nuttige toepassingen. ’ U bent een groot voorstander van liberal arts colleges waar studenten algemeen, grotendeels geesteswetenschappelijk onderwijs volgen, zoals hier het Amsterdam University College. Kunt u verklaren
38
FoliaMagazine
had de regering het voor het zeggen op de universiteiten en op het moment dat ze bedachten: die geesteswetenschappers zijn nutteloos en lastig, konden ze het budget voor geesteswetenschappen schrappen. In Ierland geeft de regering een bulksom aan de universiteit en mogen de onderwijzers [‘Educators’ is het woord dat ze gebruikt, red.] vervolgens zeggen hoe dat geld besteed wordt. Dat is veel beter.’
hoe het kan dat dergelijke instellingen hier in Nederland ten voorbeeld worden gesteld aan andere universiteiten, nota bene door politici die hameren op economisch belang? ‘Het liberal-artsmodel is me lief en ik ben blij dat het groeit in Nederland. Natuurlijk willen politici in hun hart onderwijs van goede
‘Hoe meer je doet, hoe meer je kan doen’ kwaliteit, maar tijdens verkiezingen moeten ze concrete resultaten van hun beleid laten zien. Dus daarom moeten ze kortetermijndoelen nastreven, in plaats van de gezondheid van de democratie op de lange termijn. En dat is gevaarlijk, zeker in een systeem van publieke financiering, zoals jullie hebben.’ Wanneer de verslaggever Nussbaum uitlegt dat in Nederland de regering door middel van haar topsectorenbeleid grote invloed heeft op de verdeling van financiën over universiteiten, trekt ze een bedenkelijk gezicht. ‘Ik ben op veel plekken geweest, en ik heb geleerd dat het een erg slecht idee is om politici invloed te geven op universiteiten. In Engeland
U bedoelt wetenschappers, neem ik aan? Nederlandse academici zullen zich niet zo snel onderwijzer noemen. ‘Je kunt de beste onderzoeker van de wereld zijn, maar als je het niet goed kunt overbrengen leer je niemand iets. Op mijn universiteit observeren we uitvoerig hoe promovendi lesgeven, we lezen evaluatieformulieren en we bespreken ieder jaar hun voortgang, zeker ook op het gebied van lesgeven. Op veel plekken in Europa is het zo dat als je uiteindelijk een leerstoel bemachtigt je niks meer te maken hoeft te hebben met studenten. Mijn dochter deed promotieonderzoek in Duitsland en ondervond daar dat professoren niet eens met de promovendi omgaan, laat staan met gewone studenten.’ Maar het is toch niet zo gek dat hoogleraren geen tijd of zin hebben om het werk van individuele studenten te beoordelen? ‘Kijk naar mij, ik ben een vrij belangrijke hoogleraar, maar ik geef vier vakken per jaar. En ik ga nu naar huis om zeer veel uren te besteden aan het nakijken van tentamens. Dat is wat we doen, en ik zou het niet anders willen. Ik heb vandaag ge-e-maild met een student die naar Uganda gaat en graag een leeslijst wil, een bachelorstudent. En ik trek er veel tijd voor uit om haar advies te geven welke boeken zij moet lezen als ze in Uganda is. Ik denk niet dat Europese hoogleraren van mijn statuur dat zouden doen. Maar het is leuk, en het weerhoudt me er niet van om mijn boeken te schrijven. Hoe meer je doet, hoe meer je kan doen, zo zie ik het.’ yyy
illustratie Denise van Leeuwen
drift
Salsa op zijn Surinaams
V
era (25), student International Business & Languages, HvA: ‘Ik geloofde niet in de liefde. Na een relatie van drie jaar met een Surinaamse jongen die me een keer of honderd had bedrogen, vertrouwde ik geen enkele man meer. 2007 zou mijn jaar worden, vertelde ik mijn vriendinnen met oud en nieuw. Ik zou vrijgezel blijven en me alleen op mezelf concentreren. En vooral: ik zou nooit meer iets met een Surinamer beginnen. Een maand later was ik op een feestje. Ik wilde net weggaan, toen hij binnenkwam. Die blik. Iemand stelde ons aan elkaar voor. Ik kon mijn eigen naam niet zeggen, ik hoorde niet wat hij zei. Er waren geen woorden, geen meningen, geen andere personen meer. Ik wist: dit is mijn levenspartner. Het gevoel was zo sterk dat ik er bang van werd. Een foute jongen, zagen mijn vriendinnen meteen. Een Surinamer, ja. Een mooie jongen. Hij zag eruit als een player, glad. Hij praatte nauwelijks met mensen op dat feestje, alsof hij zich te goed voelde. “Laat hem, ga naar huis!”
zeiden mijn vriendinnen. Dat kon niet, ik moest iets doen. Ik dronk mezelf moed in en vroeg zijn telefoonnummer. Hij lachte, en zei dat-ie liever mijn nummer had. Drie vreselijke dagen volgden. Ik huilde veel. Ik dacht dat ik hem nooit meer zou zien. Dat kon ik niet verdragen, ik wist zeker dat hij bij mij hoorde. De vierde dag kreeg ik een sms’je. Hij nodigde me uit voor een salsa-avond.
‘Hij zag eruit als een player’ Mijn leven hing af van die date. Uren en uren speelde ik alle mogelijke scenario’s af in mijn hoofd. Wat moest ik zeggen, hoe moest ik me gedragen? Wat moest ik aan? Ik belde vriendinnen om te vragen hoe de ideale salsa-outfit eruitziet. Hoe moest mijn haar, mijn make-up? In de salsabar danste iedereen. Hij kon het heel goed, net als zijn vrienden. Ik wilde het liefst verdwijnen. Waarom had ik me nooit in salsa verdiept? Waarom? Dan had ik nu iets gekund, dacht ik.
Tot de derde date gebeurde er niks. Geen kus, geen handjes vasthouden. Ik werd gek van onzekerheid. Na ons derde afspraakje vroeg ik of hij nog even koffie kwam drinken. Vijf uur lang zaten we op mijn kamer te praten. Toen hij net een paar minuten weg was, ging de bel. Ik opende de deur. Hij zei niets, kwam naar boven, kuste me, draaide zich om, en vertrok. Ik stond daar. Versteend. Was dit echt? Het was alsof ik voor het eerst leefde. Mijn vriendinnen zijn nog lang tegen onze relatie geweest. Ze dachten aan de ellende uit het verleden, waren bang dat hij me zou kwetsen. Inmiddels zien ze in dat hij mij gelukkig maakt. Ik ben nog steeds verliefd. Als hij niet bij mij is, staat de tijd een beetje stil. Iedere dag. Ik weet precies hoe de motor van zijn auto klinkt. Als hij nog niet thuis is van zijn werk, spits ik mijn oren bij iedere passerende auto. Als zijn auto voorrijdt, spring ik op. Daar is-ie weer!’ yyy Catrien Spijkerman De naam van de geïnterviewde is op haar verzoek gefingeerd. Wil je ook meedoen aan deze rubriek, mail dan een korte motivatie naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
39
Een attente ondernemer Deze week in Folia maakt kennis: rechtenstudent en internetondernemer Danny Mekić. tekst Dirk Wolthekker / foto Danny Schwarz
‘A
ls hij iets wil, krijgt hij het voor elkaar ook,’ zegt oud-rechtenstudent en jeugdboekenschrijver Laura Burgers over oud-studiegenoot Danny Mekić. ‘Toen ik mijn boek Copycat. Oog in oog met je dubbelganger schreef, bleef Danny maar aan mijn hoofd zeuren dat hij een personage in mijn boek wilde worden. Uiteindelijk stemde ik erin toe. Bij een ander denk je al snel: je kan de boom in, maar dat is bij Danny onmogelijk. Wat hij ook zegt of doet, het gaat altijd gepaard met een glimlach en enthousiasme. Dat bleek ook uit de heroprichting van de juridische pleitvereniging G.R.O.T.I.U.S. Die was ter ziele gegaan, maar dat vonden Danny, wat jaargenoten en ik belachelijk voor een juridische faculteit. Danny nam ons mee naar de notaris en de UvA had weer een pleitvereniging. Danny Mekić (Amsterdam, 1987) is een fenomeen. Hij richtte op vijftienjarige leeftijd zijn eerste internetbedrijf op en geldt inmiddels als alom gerespecteerd en schatrijk internetgoeroe. Hij is oprichter, directeur en partner van het consultancybedrijf New Team en is daarnaast schrijver en adviseur. Nu al heeft hij een
40
FoliaMagazine
flitsende carrière achter de rug. En dat voor iemand die zijn middelbare school niet afmaakte, vervolgens toch maar een colloquium doctum deed en zich zodoende toegang verschafte tot de UvA. Hij begon aan een honoursbachelor rechten, maar deed ook nog vakken bij communicatiewetenschap en psychologie en was bovendien in no time voorzitter van de Facultaire studentenraad. Een diploma haalde hij – tot dusver
‘Zijn houding is: succes is maakbaar’ – niet. ‘Daar heeft hij die studie volgens mij ook nooit om gedaan,’ zegt Burgers. ‘Hij wil gewoon een succesvol ondernemer worden en dan is het handig als je ook wat rechts- en wetskennis hebt. Alles wat hij doet moet een bijdrage leveren aan zijn doel: op een positieve manier beroemd worden.’ Danny Mekić komt uit een Bosnisch-Nederlands gezin: zijn vader is als arbeidsmigrant uit Bosnië-Herzegovina (toen nog Joegoslavië) gekomen en trouwde met een Nederlandse vrouw.
Naast Danny kregen ze een dochter: Samantha. Danny had een lastige jeugd: er was weinig geld in het gezin en zijn moeder was veel ziek. ‘Als je uit zo’n gezin komt heb je denk ik een extra drive om iets te bereiken, in ieder geval om te voorkomen dat jou hetzelfde overkomt,’ zegt zijn beste vriend Sietse Bakker. ‘Zijn houding is: succes is maakbaar, maar je moet de kansen die je krijgt wel herkennen en grijpen.’ Toch gaat het Danny niet per se om het geld, meent Bakker. Het is de drive om verder te komen. Eerder zei hij het in Folia Magazine zo: ‘Danny kickt op het binnenhalen van een deal, maar de factuur kan wel even wachten.’ Ook met zijn studie gaat Mekić relaxed om. Bakker: ‘Of hij dat diploma ooit nog zal halen vraag ik me af. Het gaat hem an sich niet om dat papiertje. Het gaat hem om de weg ernaartoe.’ Rechtendecaan Edgar du Perron heeft veel te maken gehad met Danny toen die voorzitter was van de Facultaire studentenraad. Hij omschrijft Danny als ‘een jongen met ongelooflijk veel energie en heel prettig om mee te overleggen’. Dat komt volgens Du Perron vooral omdat Mekić een dialooggerichte houding heeft. ‘Hij
Folia maakt kennis
creëert een sfeer waarin iedereen openstaat voor elkaars argumenten. Van zijn kant komt dat denk ik omdat hij contactueel heel sterk is. Hij is gewoon heel aardig en attent. Ik denk niet dat dat gespeeld is, het zit gewoon in hem. Ik ontvang nog steeds geregeld een berichtje of een sms’je van hem en ik weet zeker dat als ik hem zou vragen iets voor de faculteit te doen, hij daarin zou toestemmen.’ Wat kun je nog bereiken als je op je vijfentwintigste al binnen bent? De wetenschap zal het in ieder geval niet worden, denkt Du Perron. ‘Danny mist het zitvlees om vier jaar aan een proefschrift te werken.’ Sietse Bakker ziet het buitenland gloren voor zijn kompaan. ‘Ik zie hem steeds vaker lezingen en spreekbeurten houden in het buitenland. Ik denk dat hij de grens over gaat.’ yyy Folia Radio zendt op 27 juni een interview uit met Danny Mekić. Het gesprek zal gaan over zijn rechtenstudie, internet en nieuwe media, rijkdom en zijn bedrijf New Team. Te beluisteren via Amsterdam FM, in de ether op 106.8 en op de kabel op 103.3, tussen 16.00 en 17.00 uur. Vanaf de volgende dag terug te luisteren via foliaweb.nl/radio. De uitzending is op zaterdagmiddag 15.00 uur terug te zien op Salto TV. Daarna via salto.nl.
FoliaMagazine
41
42
FoliaMagazine
objectief Staande ovatie Het publiek in leercentrum Floor is muisstil wanneer theatermaker en acteur Bright O. Richards aan hen vraagt: ‘Maanden leef ik alleen in een kamer, zonder licht. Als ik hier zou sterven, alleen in deze kamer, wie zou mij dan missen?’ Samen met theater- en beeldendekunstgroep New Dutch Connections presenteerden de HvA en het Universitair Asiel Fonds (UAF) vorige week woensdag op Wereldvluchtelingendag de voorstelling As I Left my Father’s House. De theatermaker is zelf een oud-UAF-student en kon mede daardoor zijn studie afronden. Met debatten en muziek- en theatervoorstellingen probeert het UAF aandacht te vragen voor studentvluchtelingen. Het publiek, zittend op bankjes in een labyrint, is zichtbaar geroerd door de zeer persoonlijke verhalen van de vluchteling-acteurs en geeft na de voorstelling dan ook een staande ovatie. Toch is de voorstelling niet alleen intens en zwaar, maar door de afwisseling van zang en accordeon en snaarinstrumenten ook bij vlagen zorgeloos en speels. Het toneelstuk laat ook een nieuw begin zien: een leven waarin de vluchtelingen niet meer wegrennen voor hun verleden, maar erkennen waar ze vandaan komen en blij zijn met het feit dat er mensen om ze geven, volgens Richards. ‘De samenleving staat niet stil bij de rauwe, pijnlijke waarheid van het leven. Deze voorstelling opent je ogen.’ yyy tekst Annemarie Vissers / foto Danny Schwarz
FoliaMagazine
43
lezingenladder
het cultureel studentencentrum van de UvA & HvA
CREA RoeterSeiland Adres: Nieuwe Achtergracht 170 Voor een ieder die geïnteresseerd is in lezingen en debatten is er de Folia Magazine-lezingenladder. Wij streven ernaar hierin de meest interessante lezingen en debatten in Amsterdam op één plek te verzamelen.
TedGlobal
KLASSIEK do 28 / 20.00 uur
De Balie WO 27/06, vanaf 9.15 uur
Amsterdam Transition Town
Via een livestreamverbinding kun je, in vier blokken, alle lezingen van de TEDGlobalconferentie in Edinburg live volgen. Per blok zijn er kaartjes te koop, en bij je kaartje krijg je twee consumptiebonnen.
Pakhuis de Zwijger DI 3/07, 19.30 uur
CREA Klassiek
Ondanks of misschien wel juist vanwege de oprukkende economische crisis starten Amsterdammers massaal nieuwe en kleinschalige initiatieven. Wat is er gaande en wat kunnen we van elkaar leren?
Een podium voor klassieke amateurmusici. Beleef
Lancering PBK W139 WO 27/06, 16.00 uur
PechaKucha #22
Een jaar na de Mars der Beschaving hebben kunstenaars, ontwerpers, curatoren en critici hun krachten gebundeld in Platform Beeldende Kunst. Vanavond presenteren zij hun plannen.
Roest WO 4/07, 21.30 uur
The Future of the Newspaper Trouw Amsterdam DO 28/06, 20.00 uur Met de opkomst van Wikipedia en open data lijkt graven in data de toekomst van de journalistiek te zijn. Tijdens deze avond leer je je verhaal vertellen met data.
Beelden van Paaseiland Tattoo Museum DO 28/06, 20.00 uur Het staat bekend als de meest afgelegen bewoonde plek op aarde: Paaseiland, met zijn reusachtige beelden en boomloze landschap. Bioloog en theoloog Jan Boersema vertelt over de relatie tussen mens en natuur op Paaseiland.
Back to No Future Perdu VR 29/06, 20.30 uur Toen de crisis nog een krisis was, de economie nog ekonomie heette en de Partij van de Arbeid het kapitalisme nog wilde afschaffen, bloeide de literatuur, kunst en muziek. Hoe verhoudt de krisis zich tot de crisis?
Vijf jaar Pakhuis de Zwijger MA 2/07, 19.30 uur Een avond over de antwoorden op de vraag ‘Wat moet er de komende vijf jaar in Amsterdam gebeuren?’ Met Adelheid Roosen, 100%Isis en vele anderen.
44
Bereikbaar via de Sarphatistraat en de Plantage Muidergracht
FoliaMagazine
Presentaties van twintig dia’s van twintig seconden, van o.a. KesselsKramer-oprichter en filmmaker Johan Kramer, industrieel designer Jolán van der Wiel and 22tracks-oprichter Vincent Reinders.
Leren feesten Mediamatic VR 6/07, 19.00 uur Een avondje workshoppen met creatieve evenementorganisatoren uit het culturele veld. In twee rondes kun je aanschuiven bij workshops van o.a. Museumnacht Amsterdam, Nuit Blanche en 5 Days Off.
hun optredens in een informeel concert. Wil je zelf optreden? Stuur dan een e-mail naar: klassiek@crea. uva.nl. Plaats: CREA Muziekzaal. Toegang: gratis. Reserveren: niet mogelijk.
Theater do 28, vr 29 en za 30 / 20.00 uur zo 1 juli / 14.00 uur
De Jodenverraadsters CREA productie De Jodenverraadsters is een toneelstuk van Helmert Woudenberg rond het thema verraad en in het bijzonder het verraden van Joodse medeburgers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wat beweegt iemand tot verraad? Is het pure hebzucht, opportunisme, angst, rassenwaan, overlevingsdrang, politieke overtuiging of vergelding? Het stuk werpt opnieuw licht op de ‘gewone’ mensen achter de efficiënte machinerie, die uiteindelijk verantwoordelijk was voor de dood van meer dan 100.000 Joodse Nederlanders. Regie: Olaf Pieters. Plaats: CREA Theater. Toegang: studenten: E 6,-, anderen: E 10,-. Reser-
De duinen in
veren: 020 525 1400.
In de natuur ZA 7/07 11.00 uur en DO 12/07, 19.00 uur
klaSSIEK
Rolf Roos, ecoloog en publicist, geeft veldcolleges in de duinen. Aanmelden via de Hortus of kantoor.natuurmedia@gmail.com. Op zaterdag op Texel en op donderdag in Wijk aan Zee.
De Donkere Kamer #11 Pakhuis de Zwijger MA 9/07, 20.00 uur Fotografieprogramma met ditmaal de JapansEngelse fotografe Chino Otsuka, fotograaf Martin Roemers, Anouk Kruithof, Jim Casper, Lars Boering en Edie Peters. U organiseert een lezing of debat en wilt daarmee graag op deze pagina staan? Stuur tijdig een mailtje
vr 29 / 20.15 uur
CREA Orkest o.l.v. Bas Pollard Programma: Gustav Mahler - Vierde symfonie; Maurice Ravel – Shéhérazade. Het CREA Orkest is een ambitieus studentenorkest van CREA en telt ongeveer 65 vaste leden, waarvan het overgrote deel studeert aan de Universiteit en Hogeschool van Amsterdam. Plaats: Muziekgebouw aan ’t IJ (Piet Heinkade 1). Toegang: E 18 / E 14,50. Verkoop aan de kassa van het Muziekgebouw aan ‘t IJ en via www.muziekgebouw.nl. Reserveren: niet mogelijk.
CREA Zomercursussen 9 juli t/m 17 augustus Schrijf je nu in!
naar harmen@folia.nl onder vermelding van ‘Aanmelding lezingenladder’.
WWW.CREA.UVA.NL
overigens
In deze rubriek reflecteren wetenschappers op een actuele stelling.
Studenten en werknemers in het hoger onderwijs hebben veel te veel vakantie. Peter Sloot hoogleraar computational science
Ans Kolk hoogleraar Sustainable Management
Louis Tavecchio lector vraaggerichte methodiekontwikkeling
Peter Sloot ‘Het slaat nergens op dat men voor de wetenschap vasthoudt aan zo’n zomerstop. Alsof je onderzoek met een vakantieprikklok aan en uit kunt zetten. Onderzoekers vormen een zelfstandige beroepsgroep, die de ruimte moet hebben zijn vakanties volledig vrij in te delen. Vaak komt het helemaal niet uit om vrij te nemen, bijvoorbeeld omdat je net iets spannends op het spoor bent of aan een nieuwe samenwerking bent begonnen. Dan moet je dus vooral kunnen doorstomen. Op andere momenten doet zich juist een natuurlijk pauzemoment voor. Dat moment moet je dan benutten. Die flexibiliteit betekent dat je soms een paar jaar niet op vakantie kunt en op andere momenten juist weer vaak. Dat is prima. Je hoeft niet bang te zijn dat onderzoekers die vrijheid zullen misbruiken. Wetenschappers stellen hun eigen doelen en worden afgerekend op resultaten, dat is genoeg motivatie. Een risico is wellicht dat we te veel doorwerken en te weinig uitrusten. Maar daarvoor geldt hetzelfde. Het is onze eigen verantwoordelijkheid om niet opgebrand te raken.’
Louis Tavecchio ‘Ik vind het moeilijk om daar algemene uitspraken over te doen. Zelf vind ik zo’n blok van zes of zeven weken vakantie te veel. Ik heb er geen behoefte aan en heb ook het gevoel dat ik studenten of collega’s tekortdoe door lang niet bereikbaar te zijn. Veel collega’s hebben dat volgens mij ook. Zij gebruiken de vakantie deels om het oude jaar fatsoenlijk af te ronden en het nieuwe voor te bereiden. Zo blijven er misschien vier weken “echte” vakantie over. De werknemer die wel zes weken op een tropisch eiland doorbrengt is denk ik een uitzondering en heeft het misschien ook wel nodig om zo lang achterover te leunen.Voor studenten ligt het weer anders. Veel studenten benutten die weken om herkansingen voor te bereiden of achterstallig werk in te halen. En die studenten die gedurende het jaar zo hun best hebben gedaan dat dit niet hoeft, die gun ik de lange vakantie van harte. Jonge mensen moeten ruimte hebben om te genieten en feest te vieren. Die hebben de rest van hun leven nog om tijd tekort te komen en doelgericht te zijn.’
Ans Kolk ‘Oneens. Dat er in juli en augustus geen colleges worden gegeven betekent niet dat er dan niets gebeurt. Medewerkers in het hoger onderwijs hebben zes weken vakantie per jaar. Dat is niet meer dan andere kenniswerkers bij de overheid of het bedrijfsleven. Ook in mijn onderzoeksgroep gaat het werk gewoon door in de zomer. Onderzoekers bezoeken congressen en docenten bereiden hun colleges voor. Zes weken is wellicht veel als je het vergelijkt met bijvoorbeeld de VS, maar daar is niets mis mee. De arbeidsproductiviteit is hier relatief hoog, dus om te bezuinigen op vakantiedagen vind ik een beetje kruidenieren. Ook voor studenten vind ik de hoeveelheid vakantie niet overdreven. Althans, voor studenten die daadwerkelijk in vier jaar afstuderen. Die steken iedere week veertig uur in hun studie en moeten in de zomer vaak nog het een en ander afmaken of hun scriptie schrijven. Natuurlijk zijn er ook studenten die gedurende het hele jaar niet veel uitspoken en dus ook niet in de zomer, maar dat staat los van het aantal vakantiedagen.’ yyy Marieke Buijs
FoliaMagazine
45
prikbord HvA
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
DMR Schoolverzuim
DEM Noodtelefoons
Heeft de samenwerking tussen politie, gemeente en scholen geleid tot veiligere buurten en minder schoolverzuim? Het lectoraat management van cultuurverandering presenteert tijdens een conferentie over dezelfde thema’s de resultaten van hun onderzoek. Op het Calvijn met Junior College zal onder meer onderwijswethouder Lodewijk Asscher het toekomstige gemeentebeleid uiteenzetten. De conferentie start maandag 2 juli om 10.00 uur. Meer informatie op www.hva.nl/cultuurverandering.
Op elke verdieping van de HvA-panden is onlangs een rode noodtelefoon geplaatst. Met deze telefoon kun je een gevaarlijke situatie of calamiteit doorgeven aan de meldkamer HvA/UvA. De telefoon maakt verbinding met de meldkamer zodra de hoorn van het toestel wordt gehaald. Zodra de verbinding is gelegd, vraagt de centralist naar de locatie (gebouw en verdieping) en wat er aan de hand is. Na het gesprek verbindt de meldkamer de beller door met de receptie van de desbetreffende locatie. Zij zullen verdere instructies geven.
DBSV Bedrijvenschaak
DT Bijsluiter
De HvA zoekt studenten en docenten die 29 september willen deelnemen aan het Nederlands Kampioenschap Bedrijvenschaak. De wedstrijden worden gespeeld door viertallen, maar een team kan bestaan uit acht spelers. Het toernooi wordt dit jaar georganiseerd op het ministerie van Veiligheid en Justitie. Voor het zogeheten rapidtoernooi, waarbij spelers tien minuten bedenktijd per persoon hebben, kunnen HvA’ers zich melden bij Simon Gribling (s.t.m.gribling@ hva.nl). Meer informatie op www.schaakbond.nl.
Hogescholen en universiteiten worden vanaf 2014 verplicht een studiebijsluiter in het voorlichtingsmateriaal op te nemen. Daarmee wordt het voor studenten mogelijk opleidingen onderling beter te vergelijken. Dat heeft demissionair staatssecretaris Halbe Zijlstra van onderwijs bekendgemaakt. In de bijsluiter moeten opleidingen verplicht informatie verstrekken over onder meer het aantal contacturen, het studiesucces en de baankansen. De informatie, op basis van gegevens van vergelijkingswebsite studiekeuze123, wordt aan het bestaande voorlichtingsmateriaal toegevoegd.
DOO Xbox
DMCI Toptalent
Veel studenten weten het niet, maar bij de servicebalie is het voor studenten mogelijk audio-, video- en computerapparatuur te lenen. Het gaat om beamers, usbsticks en opnameapparatuur. Sindskort zijn er naast laptops ook spelcomputers te leen voor maximaal een dag. Studenten hebben hiervoor een geldige studentenkaart nodig, die ingeleverd dient te worden als borg. De Nintendo Wii, de Playstation 3 en de Xbox 360 worden overigens alleen uitgeleend voor experimenten met onderwijsdoeleinden.
Tijdens het MCI Honours 2011-2012 eind-event op 29 juni zullen de beste studenten van het domein zichzelf en hun werk presenteren. Geïnteresseerden krijgen zo de kans kennis te maken met de nieuwste lichting creatief toptalent van de HvA. De middag start met verschillende presentaties van studenten die deel hebben genomen aan het honourstraject, daarna wordt er een informatiemarkt georganiseerd en tot slot is er een borrel met live muziek. De toegang in het Benno Premselahuis is gratis, de middag start om 14.00 uur.
DG Studentengezondheidstest HvA Londen Hoe sta jij ervoor op het gebied van leefstijl en gezondheid? En ben je tevreden over je studie en studentenleven? De studentenartsen hebben www. studentengezondheidstest.nl ontwikkeld om studenten in een vroeg stadium gezondheidsklachten te laten herkennen. Door de zelftest te doen, krijg je inzicht in je gezondheid, leefstijl, kwaliteit van leven, en hoe je scoort ten opzichte van je studiegenoten. Www.studentengezondheidstest.nl biedt informatie en tips op maat, zodat je, indien nodig, snel actie kunt ondernemen.
46
FoliaMagazine
De studenten van HvA en UvA die deze zomer meedoen aan de Olympische Spelen in Londen worden 3 juli uitgezwaaid in het Kohnstammhuis aan de Wibautstraat. Jet Bussemaker zal er onder meer benadrukken dat de overheid voor topsporters een uitzondering moet maken op de langstudeerdersregeling. Zeventien studenten van de hogeschool en drie van de universiteit komen over precies een maand uit op het meest prestigieuze sporttoernooi ter wereld. Vijf studenten hebben nog kans zich te kwalificeren.
prikbord UvA FGw Boeken
van ver
ideëen voor deze rubriek: redactie@folia.nl
FGw Muziekwetenschap
De leerstoelgroep boekwetenschap & handschriftenkunde en de Bijzondere Collecties (BC) organiseren in augustus een summerschool over de geschiedenis van het boek. Het thema is ‘Boeken van ver’ en sluit aan bij de tentoonstelling De diaspora van het Armeense boek 1512-2012, te zien bij de BC. Naast cursussen en workshops zijn er een boekensalon, voorstellingen met een toverlantaarn en een openluchtlezing in Artis. De summerschool wordt afgesloten met de vierde Frederik Mullerlezing. Data: 20 t/m 31 augustus. Zie www.uba. uva.nl/bijzonderecollecties.
Van gastonderzoeker muziekwetenschap Helen Metzelaar en freelance musicoloog Barend Linders is bij AUP het boek Sempre appassionato. 75 jaar muziekwetenschap in Amsterdam verschenen. Het boek beschrijft deze jaren op basis van archiefonderzoek en een groot aantal interviews met direct betrokkenen. De Tweede Wereldoorlog, de democratisering van de universiteit en de doorbraak van de nieuwe media vormen de achtergrond van een verhaal over idealen, ambitie, succes, conflicten en oplossingen. Check: ISBN 978 90 5629 697, 208 pagina’s. Prijs: € 24,50.
FMG LAB
UvA Raad
LAB heeft deze maand officieel zijn deuren geopend. In LAB, gevestigd op het Roeterseiland, zijn onderzoeksvoorzieningen en geavanceerde apparatuur van de FMG bijeengebracht: van slaaplab tot babylab en van virtual reality tot hersenscans. LAB is aangekondigd als ‘de plek waar onderzoek en onderzoekers en studenten van psychologie, pedagogiek & onderwijskunde, communicatiewetenschap en sociale wetenschappen bijeenkomen en elkaar versterken’. Ook andere disciplines – uit binnen- en buitenland – kunnen gebruikmaken van de faciliteiten.
Oud-minister en oud-staatssecretaris Atzo Nicolaï (VVD) is door demissionair minister van OCW Marja van Bijsterveldt benoemd tot voorzitter van de Raad van Toezicht van de UvA. Hij is ook benoemd tot voorzitter van de Raad van Toezicht van de HvA. Nicolaï volgt waarnemend voorzitter Inge Brakman op. Atzo Nicolaï (1960) heeft politicologie en staats- en bestuursrecht gestudeerd aan de VU en is sinds 1 juni 2011 directeur van DSM Nederland. Voor die tijd was hij Tweede Kamerlid. Nicolaï was tot voor kort ook voorzitter van debatcentrum De Balie.
AMC Masterlaunch
AUC Verhuizing
In september begint de nieuwe master bij geneeskunde. Daarin zitten veel elementen die nieuw zijn ten opzichte van de oude coschapfase. Om opleiders en studenten daarover te informeren wordt op dinsdag 3 juli op het J-Plein de ‘masterlaunch’ georganiseerd, een feestelijke lancering van de nieuwe master. Er zijn informatiesessies en een informatiemarkt. Nieuw in de master zijn de terugkomdagen, de nieuwe manier van toetsen en de mogelijkheid om het laatste jaar deels zelf in te richten en een eigen profiel te kiezen. Aanmelden: masterlaunch@amc.nl.
De nieuwbouw van het Amsterdam University College op Science Park is klaar. Op 4 juli gaan de medewerkers over van de Plantage Muidergracht naar het Science Park waar hen een brandnieuw pand wacht, ontworpen door architectenbureau Mecanoo. In het nieuwe pand wordt de staf gevestigd, vinden colleges plaats en is een mensa. Studenten zijn (en blijven) gehuisvest in de speciaal voor hen gebouwde studentenwoningen op Science Park. De nieuwbouw wordt officieel geopend op 20 september. Het nieuwe adres is: Science Park 113, 1098 XG Amsterdam.
FMG Jonge
UvA Intreeweek
Socialisten
Student politicologie Toon Geenen (23) is verkozen tot voorzitter van de Jonge Socialisten (JS), de jongerenorganisatie van de PvdA. Slechts een tiende van de JSleden is actief en dat moet volgens Geenen veranderen. ‘Er wordt nog te vaak in zompige zaaltjes vergaderd over huishoudelijke reglementen. Het moet weer over politiek gaan binnen de JS.’ Over het jongerenplatform G500 zegt hij: ‘Ik ben het niet eens met de initiatiefnemer dat de generatiekloof hét probleem is in de politiek. Het probleem ligt bij de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden.’
van Toezicht
De Commissie Intree zoekt voor de komende Intreeweek (27-31 augustus) nog crewmembers en begeleiders. Als crewlid help je mee evenementen op te zetten, als begeleider begeleid je een groepje nieuwe studenten tijdens de Intreeweek. Het is jouw verantwoordelijkheid om ze Amsterdam van zijn beste kant te laten zien. Om begeleider te worden is het noodzakelijk dat je aan de UvA studeert, de hele Intreeweek beschikbaar bent en een van de begeleidersdagen op 10 juli, 9, 14, of 21 augustus bezoekt. Zie: www.intreeweek.nl/mijnintree/subscription.
FoliaMagazine
47
wasdom Geleerd om af te zien Murat Isik Leeftijd: 34 (geboren op 11 september 1977) Beroep: Schrijver en jurist. Zijn debuutroman Verloren grond verscheen afgelopen voorjaar. Studie: Rechten Afgestudeerd: 2002 Docent: ‘Harmen van der Wilt, hoogleraar internationaal strafrecht. Een heel intelligente man. Hij was mijn scriptiebegeleider en ik had goede gesprekken met hem.’ Locatie: ‘Ik heb veel tijd doorgebracht op de Oudemanhuispoort en woonde praktisch in de studiezaal. Vaak was ik van negen uur ’s ochtends tot negen uur ’s avonds op de faculteit. Tussen het studeren door ging ik dan met vrienden lunchen of wat drinken; het was een leuke tijd.’ Café: ‘Het Crea-Café, daar ging ik vaak in een verloren uurtje de krant lezen of een kop koffie drinken.’ Afknapper: ‘De eerste twee jaar was de studiestof erg droog en was er weinig ruimte voor creativiteit of je eigen mening. Pas in het derde jaar kreeg ik vakken die ik interessant vond, zoals rechtsfilosofie.’
48
FoliaMagazine
stage Hij studeerde rechten en werd jurist en schrijver: Murat Isik. tekst Julie de Graaf / foto Bob Bronshoff
‘M
ijn studententijd kende een stroeve start. Ik was zeventien, had me niet echt verdiept in verschillende studies en toen mijn vader voorstelde dat ik rechten zou gaan studeren, vond ik dat wel prima. Het eerste jaar aan de universiteit moest ik echt wennen en rommelde ik wat aan. Pas in mijn tweede jaar begon ik een beetje te begrijpen wat er voor nodig was om tentamens te halen. Aan het begin van het derde jaar was ik het zat dat ik nog steeds mijn propedeuse niet had en dat ik geen goede cijfers haalde. Ik heb toen overwogen om te stoppen, maar dat was mijn eer te na. Ik wilde hoe dan ook mijn diploma halen en uit die vastberadenheid putte ik motivatie. Ik heb dat jaar keihard gewerkt om mijn achterstand weg te werken. Alles moest wijken voor mijn studie. Als je iets zo belangrijk maakt dat het een graadmeter voor je eigen geluk wordt, dan lukt het ook. Ik mocht van mezelf bijvoorbeeld niet naar een feestje als ik de volgende dag een tentamen had, of niet met vrienden wat gaan drinken als ik die dag mijn studiedoel niet haalde. Die instelling heb ik nu ook als ik schrijf. De discipline opbrengen en het kunnen afzien om je doel te behalen, dat is de belangrijkste les uit mijn studententijd geweest. Ik heb de afgelopen vier jaar aan mijn roman Verloren grond gewerkt, terwijl ik ook een fulltimebaan had. Ik stond vroeg op, werkte ’s avonds laat door en schreef ook op vrije dagen en in het weekend. Bij het schrijven stel ik mezelf nog steeds een daglimiet van minimaal vijfhonderd woorden en pas als ik dat haal, mag ik stoppen. Nadat ik was afgestudeerd, ben ik als jurist gaan werken. Ik wilde graag een vaste baan,
omdat ik een huis wilde kopen en zekerheid wilde hebben. In mijn vrije tijd schreef ik veel. Mijn verlangen om schrijver te worden, was er al sinds mijn kinderjaren. Ik durfde er alleen lange tijd niet aan toe te geven, omdat ik te onzeker was over mijn talent. In mijn studententijd heb ik dat talent ontwikkeld. Ik schreef korte verhalen voor een studentenblad, volgde tijdens een uitwisseling naar San Francisco het vak Creative Writing en mailde veel verhalen naar het thuisfront. Ik merkte toen al dat ik mensen kon raken, maar wist tegelijkertijd dat ik mijn pen nog moest slijpen. In 2004 heb ik daarom een cursus creatief schrijven gevolgd. Mijn docent zei na het lezen van mijn eindverhaal: “Jij komt er wel.” Dat zinnetje heeft veel voor mij betekend en was het duwtje in de rug dat ik nodig had. Vanaf dat moment ben ik heel bewust grote schrijvers als Márquez, Coetzee en Hermans gaan lezen om te kijken hoe zij een roman schrijven. Ik wilde gevoed en geïnspireerd worden. Daarnaast schreef ik korte verhalen, die ik publiceerde op mijn blog of instuurde voor wedstrijden. Vier jaar geleden begon ik aan mijn debuutroman. Ik wilde graag een origineel verhaal vertellen en schreef daarom een familiegeschiedenis die zich afspeelt in Turkije. Mijn boek is de afgelopen weken heel goed ontvangen en is inmiddels toe aan de vierde druk, en hoewel ik daar nu van probeer te genieten, wil ik niet te lang stilstaan. Want uiteindelijk wil ik een oeuvre opbouwen, dat is mijn ultieme doel.’ yyy Zie voor meer informatie over Murat en zijn werk www.muratisik.nl. Ga naar foliaweb. nl/prijsvraag om kans te maken op zijn boek Verloren grond.
Linda Veldhuizen (22) Studie Operations Research Stage KLM Cargo Verdiensten: 424 euro per maand Beoordeling: JJJJJ ‘Ik was blij dat ik op gesprek mocht komen bij KLM, maar bij de zoektocht naar een geschikte opdracht bleek dat ze er geen hadden voor iemand met mijn opleiding. Gelukkig kwam er toch nog een plek vrij via een van mijn studiegenoten die ze al gesproken hadden. Zij besloot op het laatste moment voor een andere stage te gaan. KLM heeft vanwege de crisis een personeelsstop en ik weet dus dat ik hier straks geen baan kan krijgen. Dat was de reden dat die klasgenoot voor een andere stage koos. Ik doe bij KLM onderzoek op de vrachtafdeling: KLM Cargo. Ik heb een simulatiemodel gebouwd om de werkdrukte in een van de vrachtgebouwen in kaart te brengen. Op deze manier kan er in de toekomst beter ingespeeld worden op het vrachtaanbod. De simulatie wordt nu alleen nog voor mijn onderzoek gebruikt, maar de kans bestaat dat het later ook daadwerkelijk in het bedrijf gebruikt wordt. Ik kijk hier op kantoor uit op alle pakketten en pallets; dat geeft een leuke sfeer. Je bent dichtbij hetgeen waar je het allemaal voor doet en je staat echt met je benen op de werkvloer. Aangezien ik op een vliegveld werk heb ik te maken met de nodige veiligheidsmaatregelen. Ik ben gescreend door de veiligheidsdienst en heb aan het begin van mijn stage een training gekregen zodat ik bijvoorbeeld weet wat te doen als ik een verdacht pakketje aantref. Mijn afstudeerstage duurt tot begin september, daarna wil ik het liefst ergens een logistieke functie beoefenen.’ yyy Max Lange
FoliaMagazine
49
FoliaMagaz ine weekblad
toehoorders
cover Danny Schwarz
Bijspijkercursus economie Amfi door Jerke van der Woerdt, vrijdag 22 juni, 10.00 uur, Theo Thijssenhuis tekst en foto’s Clara van de Wiel Gemiddelde leeftijd: 18 Disciplineniveau: hoog Thema van de etuis: Beertje Paddington Scrabblewoorden: productlevenscyclus, themareclame, marketingmix, lijnorganisatie
G
eslaagd voor de havo en toegelaten tot het Amfi is er nog één horde te nemen. Want hoe heerlijk het ook was economie zo snel mogelijk uit je vakkenpakket te gooien, voor een modeopleiding blijkt het toch wel erg handig te zijn. Bijspijkeren dus die kennis, en wel tijdens de vrije vakantieuurtjes in een klein lokaaltje aan de Wibautstraat. De concentratie onder de pasgeslaagden is er niet minder om. De schoolboeken liggen opengeslagen op de lessenaar en in de pauze komen de boterhamzakjes tevoorschijn. De les gaat vandaag over de levensloop van een product: van de opkomst via verzadiging tot de neergang. De cd bijvoorbeeld, zit al zwaar in de neergangsfase. Superjammer, vindt een studente. ‘Ik wil wel weer eens gewoon iets vastigs hebben!’ Een jongen biedt hoop: ‘Ze zijn weer echt een rage aan het worden, hoor!’ Als opdracht heeft iedereen een product meegenomen dat hem of haar aanspreekt. Schoenen, tassen, panterprinttelefoonhoesjes en roze nagellak verschijnen op tafel. De getoonde schoenen zitten inmiddels ook in de neergangsfase, want de winkel is failliet. ‘Daarom waren ze heel goedkoop,’ legt de studente uit. Direct informeert menigeen waar de uitverkoop in kwestie te vinden is. Behendig weet Van der Woerdt de concentratie terug te brengen. Enkel het woord ‘toets’ laten vallen is genoeg om iedereen weer strak in positie te krijgen. Het volgend hoofdstuk op het programma gaat over leiderschap. Iedereen heeft wel eens te maken gehad met leidinggevenden. ‘Ik ga ook wel eens uit met mijn leiding, is dat raar?’ vraagt een meisje. Dat toont in elk geval maar weer eens hoe verschillend leiderschap kan zijn, legt Van der Woerdt uit. Iemand anders beschouwt zijn leider meer als ‘een soort papa’. Een discussie over bij welke fastfoodketens (Burger King of McDonalds?) de leiders de ‘grootste honden’ zijn smoort Van der Woerdt in de kiem. Dat zit sowieso niet in de toets. yyy
50
FoliaMagazine
voor HvA
en UvA
nr. 36 27/06/201 2
Sturen naar goud
Anne Sch ellekens
colofon
Weekblad voor de HvA en
UvA Folia Magazine is in 2011 voortgekomen uit Folia (1948) en
Marit van der Spruit
(20, toekomstig student Fashion & Branding) ‘We zijn hier een paar weken bezig met de voorbereiding van de toelatingstoets. Dat is wel even heftig, maar het is natuurlijk wel voor een goed doel. De stof vind ik wel best veel en het gaat ook heel snel. Ik had me eigenlijk nooit eerder verdiept in economie, maar ik ben wel blij dat ik het nu leer. Dan kan ik ook meepraten met mijn vriend, die op de HES zit. En het zal ook wel belangrijk zijn.’
Havana (1996). Redactieadres Prins Hendrikkade 189b, 1011 TD Amsterdam, telefoon 020-5253981, e-mail: redactie@folia.nl Hoofdredacteur Jim Jansen Chef redactie Mirna van Dijk Art director Pascal Tieman Redactie (print/web) Femke Awater, Marieke Buijs, Luuk Heezen, Wim de Jong, Jeff Pinkster, Eva Rooijers, Gijs van der Sanden, Danny Schwarz, Bob van Toor, Annemarie Vissers, Clara van de Wiel, Jozien Wijkhuijs, Dirk
Jazzmin Nilson
(18, toekomstig student Fashion & Branding) ‘Ik had economie direct laten vallen, maar nu merk ik dat het toch best wel heel erg belangrijk is. Alles heeft daar uiteindelijk mee te maken. En nu vind ik het zelfs bijna leuk. De docent is jong en aardig. Chill dat we niet een of andere opa hebben. Het is wel weer wennen om hard te moeten studeren voor iets en huiswerk te maken. Maar ik haal het wel. Later wil ik graag styliste worden.’
Wolthekker Aan dit nummer werkten mee Fatihya Abdi, Emma Boelhouwer, Joost van den Broek, Bob Bronshoff, Robbert Dijkgraaf, Julie de Graaf, Marian Haringsma, Jan-Maarten Hupkes, Marc Kolle, Judith Kuneken, Max Lange, Denise van Leeuwen, Jeroen Oerlemans, Catrien Spijkerman, Friso Spoelstra, Won Tuinema, Tjebbe Venema Eindredactie Harmen van der Meulen Correctie Martien Bos Opmaak Hannah Weis,
Jules ten Velde
(17, toekomstig student Fashion & Design) ‘Ik woon nog in Emmen, dus mijn vader brengt me elke dag hierheen met de auto. De stof vind ik pittig. Ik dacht dat we gewoon even een klein cursusje kregen, maar nu moeten we ineens twintig hoofdstukken leren. De bijspijkerles wiskunde gaat me zelfs nog beter af dan dit. Maar als ik iets na drie keer nog niet snapt, legt de docent het gewoon nog een keer uit. De groep is wel gezellig. En het is leuk dat het je toekomstige klasgenoten zijn.’
Carl Zevenboom Uitgever Stichting Folia Civitatis Redactieraad Wouter Breebaart, Simon Dikker Hupkes, Ilse Duijn, Jurriaan Gorter, Jaap Kooijman, Ronald Ockhuysen (voorzitter), Jean Tillie, Sebas Veeke Secretariaat Stephanie Gude (projectbegeleider) Zakelijke leiding Paul van de Water Drukker Roularta Printing, Roeselare België Advertenties Bureau van Vliet, Zandvoort, 023-5714745, zandvoort@bureauvanvliet.nl
deining ‘Alles is goed. Een middagje naar het natuurhistorisch museum? Prima. Een bezoekje aan een verpleeghuis? Ook goed.’ Lessen in burgerschap hoeven niet zo moeilijk te zijn, aldus hoogleraar sociologie Evelien Tonkens, in Nederlands Dagblad. ‘Vraag kleuters die een zandkasteel bouwen hoe ze er een tunnel onderdoor kunnen maken.’ Het stimuleren van een wetenschappelijke houding moet al vroeg beginnen, aldus ontwikkelingspsycholoog Maartje Raaijmakers in de Leeuwarder Courant. ‘Andere modellen inspireren mij, maar ik probeer mijn eigen ding te blijven doen.’ Model Nina Oud doet er bovendien nog een studie Europese studies naast, in Noordhollands Dagblad. ‘De kans dat er in Amsterdam meerdere mensen wonen met dezelfde postcode en geboortedatum, is groter dan in Lutjebroek.’ Informaticus Matthijs Koot waarschuwt voor het gevaar van ‘geanonimiseerde persoonsgegevens’, in Trouw. ‘Het denken over duurzame ontwikkeling is al lang verder dan het beschermen van de ijsbeer of het idealiseren van arme rijstboeren of riksjarijders.’ Louise Fresco verdedigt haar vak, in Trouw. ‘Amateurisme als ideaal is bij het sporten zelf geleidelijk verdwenen, maar in de organisatie is het nog steeds aanwezig.’ Lector Sportbusiness Development Jan Janssens benadrukt de meerwaarde ondernemerschap in de sport, in de Volkskrant. ‘Mensen denken dat ze op rationele gronden een merk of model kiezen, maar een auto is het meest emotionele product dat er is.’ Daar moet je volgens hersenonderzoeker Victor Lamme dus je marketing op aanpassen, in De Limburger. Opvallende quotes uit de afgelopen week van (voormalig) HvA’ers en UvA’ers. Iets leuks gezien,
de lezer
In de rubriek ‘de lezer’ blikt wekelijks iemand terug op het vorige nummer. Wil jij diegene een keer zijn? Meld je dan aan via redactie@folia.nl.
Valerie van Lieshout (20), sociale geografie, UvA ‘Meestal neem ik het blad mee naar college, dan scan ik het en lees wat me opvalt door een leuk plaatje, of een goede kop. De lezingenladder was me nog nooit eerder opgevallen, maar vond ik echt heel leuk. Goed om te weten welke lezingen er zijn in de stad, volgende week wil ik graag naar een optreden van Arnon Grunberg. De recensie over de Biertuin vond ik ook leuk: daardoor leer je nieuwe dingen in je eigen stad kennen. Verder lees ik “Drift” altijd wel. Het is lekker kort, en vermakelijk. Over het algemeen hou ik meer van teksten die makkelijk lezen; ik pak Folia Magazine toch om te ontspannen. Nieuws en langere stukken sla ik daarom meestal over. Ik was wel begonnen in het interview met Sywert van Lienden, maar verloor halverwege mijn concentratie. Het stuk over de PopUpUniversity las ik als eerste, dus dat heb ik wel uitgelezen. Het was interessant, niet te lang en de illustraties waren mooi. Ik zou het makkelijker vinden als duidelijk werd aangegeven wat voor artikel het is dat je gaat lezen, zoals bij “Opinie”. Het beste vind ik stukken met verhalen van medestudenten die bijvoorbeeld naar het buitenland zijn geweest. Dat wil ik ook gaan doen, en ik vind het goed om te kunnen lezen wat studenten erover zeggen.’ yyy tekst en foto Bob van Toor
In de zomer Het volgende nummer van Folia Magazine verschijnt op 5 september. Tot die tijd kun je terecht op FoliaWeb.nl voor onder meer:
• Nieuws over HvA en UvA. • Folia TV gaat op bezoek bij familie en vrienden van olympische sporters van de HvA en UvA die de Spelen thuis volgen. • Folia Zomer met onder andere een terrassentest, zomermode en boekentips. • Folia Vond opmerkelijk studenten- en hogeronderwijsnieuws elders op het web.
mail het naar redactie@folia.nl.
FoliaMagazine
51