Magazine

Page 1



Ru van Rossem is een project van journaliste Jerica Olsthoorn en fotograaf Paul van Bueren

Ru van Rossem Huis

Een onrusthuis voor de oudere kunstenaar
 
 
 
 
 
 Rudolf (Ru) van Rossem (Amsterdam 1924 Tilburg 2007) was een beeldend kunstenaar. Hij tekende, was beeldhouwer en docent. Zijn werk is over de hele wereld te zien en is onderdeel van de collectie van diverse belangrijke musea in de wereld.



Ru van Rossem Huis 
 Een onrusthuis voor de oudere kunstenaar
 “Verplicht aan de bingo of luisteren naar Jan Smit. Dat is niet weggelegd voor de kunstenaar* die opgevoed is met klassieke muziek of gewend is om zijn avonden te slijten met schilderen of boetseren.” meent oprichtster Fiona van Rossem. Oprichtster van het Ru van Rossem Huis. Een enorm pand in een oude villawijk in Tilburg. Waar sinds juli 2014 ouder wordende kunstenaars -of zoals ze het zelf noemen gelijkgezindensamen wonen, werken en leven. Een plek waar een kunstenaar de ruimte heeft om te blijven werken. Waar men op elkaar let en voor elkaar zorgt. Tot op zekere hoogte. “Steunkousen aantrekken of iemand douchen, daar komt gewoon thuiszorg voor.”

Recente bezuinigingen zorgen ervoor dat mensen langer thuis moeten blijven wonen. Er is veel eenzaamheid en ook de thuishulp heeft te kampen met bezuinigingen. “Eenzaamheid zal er zeker niet zijn en we verwachten dat bewoners minder snel zorg nodig hebben doordat ze prettig wonen en leven” ,vertelt Van Rossem. Zij is het Ru van Rossem Huis gestart omdat haar vader, de in 2007 overleden kunstenaar Ru van Rossem, dement werd. “Mijn vader moest er niet aan denken om in een bejaardenhuis terecht te komen. Hij had daar niet tussen gepast. Ik ben zelf activiteitenbegeleidster van beroep en ik weet hoe eenzijdig de activiteiten daar zijn. Gelukkig is dat mijn vader bespaard gebleven. Na een herseninfarct hebben we het kaarsje langzaam uit laten gaan.”



bemoedigend, ”dat zijn mensen die bijvoorbeeld bestuursfuncties hebben bekleed binnen de kunstwereld. En zij kunnen dan weer goed organiseren. En dat is ook hard nodig.” Want om geld binnen te krijgen en de huren naar beneden te krijgen, moet er van alles georganiseerd worden in het huis. “Dan komt er geld binnen en wanneer je oud en slecht ter been bent, heb je toch concerten, exposities of workshops om naar toe te gaan.” De meeste appartementen zijn nu een half jaar bewoond. De eerste activiteiten staan in de planning. En terwijl Stichting Ru van Rossem Huis hard op zoek is naar bewoners voor de laatste 6 appartementen, is Fiona al bezig plannen te maken voor een dependance. “Ik wil ook nog een huis waar de kunstenaar met de kleine beurs kan wonen. Er wonen zoveel kunstenaars in

Tilburg die er willen wonen, maar het niet kunnen betalen. En het is ook een beetje eigen belang” , grapt ze lachend. Om in het Ru van Rossem huis te mogen wonen, moet je lid zijn van de Stichting Ru van Rossem huis. Vervolgens bepaalt een commissie of je er mag wonen of niet. De commissie bekijkt bijvoorbeeld of het klikt met de overige bewoners. Daarnaast moet je professional zijn en anders een autodidact.

RU VAN ROSSEM HUIS; EEN RONDLEIDING DE VOORDEUR gaat automatisch achter je dicht. Er loopt een vrouw met emmers en een man met verward haar. Hij schuift een oude drukpers twee centimeter naar links. Dan geeft hij een hand. "Helma?



Eind van deze gang, gewoon doorlopen." Weg is hij. De bedrijvigheid, grote hal en statige trappen geven je niet het idee dat dit een soort rusthuis is. Totdat je de eerste stap in de gang zet. Het tapijt verraadt de geaardheid. Ja, zo woonde mijn oma ook. De appartementen zijn daarentegen totaal anders. Het zijn geen kleine hokjes met een bed, een tafel en een Perzisch tapijt zoals bij mijn oma. De ruimte is 10 meter lang met evenveel ramen. We zijn in het huis van Helma Keijzers-Hörmann (67). Helma woont sinds september in het Ru van Rossem Huis. Samen met haar man. Hij is gitarist, zij zangeres. De dozen staan nog onuitgepakt en haar broer verft de deur. De eerste bewoners zijn er in juli ingetrokken. Er staan nog 10 appartementen leeg. "We wonen hier nog maar net. Er moet nog

zoveel gebeuren. En je komt bijna nergens aan toe. Als je een stap op de gang zet, is er altijd wel iemand die iets wil weten of wil overleggen.” Helma is één van de weinige amateurkunstenaars. Ze zingt in het Tilburgs Bach cantatekoor en ze is ook de secretaris van de stichting. Dan komt ook Marianne Klep(76) de woning van Helma binnen. Een andere bewoonster van het Ru van Rossem Huis. Helma groet vriendelijk terwijl ze doorgaat met dozen openen. “Koffie? Oh jee, de koekjes zijn kwijt." Direct biedt Marianne aan om bij haar koekjes te halen. "Ja, dat is nou zo handig van dit project", zegt Marianne. Voordat ze verder kan praten, begint Helma te vertellen: "we zijn hier om elkaar te helpen. Mijn buurman is net geopereerd en



loopt op krukken. Ik ging vanmorgen een boodschap doen en dan vraag je gelijk of je iets mee kan nemen. Gister heb ik nog een brief voor hem gepost.� Marianne en Helma vertellen enthousiast over hun nieuwe huis. In dit huis leef je je eigen leven. Met extra ruimte voor je talent. Letterlijk. Want iedereen heeft zijn eigen atelier en er is ook een gezamenlijk atelier."We hebben ons eigen leven, maar je houdt elkaar wel in de gaten. Er zal hier niemand een dag dood in zijn stoel zitten.� Ze kunnen elkaar makkelijk helpen en dat wordt ook van je verwacht. Als iemand ziek is doe je boodschappen en kook je. "Maar er komt wel thuishulp. Wij helpen elkaar niet douchen. En ik help je ook niet

om je steunkousen aan te trekken. Dat is voor mij veel te zwaar", zegt Marianne hoofdschuddend. Tijd om het gebouw te bewonderen. Een (niet al te kleine) wandeling laat zien dat dit geen ordinair aanleunwoningencomplex is. Zo is er de kapel. De kapel is nog niet af. De betonnen vloer is aan het drogen. De ruimte is reusachtig. En helemaal leeg. Geen altaar, geen bank, alleen het kleine doopbakje zit nog in de muur bij binnenkomst. De bewoners willen er exposities gaan houden. De twee dames leiden ons door het complex. Van de kapel door de balzaal naar het gezamenlijke atelier, wat ooit een keuken was inclusief ruimte voor het personeel om te eten.



Er zijn 29 woningen beschikbaar waarvan er nu 23 bewoond zijn. Het gebouw telt drie verdiepingen, maar soms duikt er opeens een klein trapje op naar een tussenverdieping. Eén naar een gang met nog vijf ateliers. Eén naar enkele opslagruimten. “Dit is nog niet de zolder hoor. Die zien we straks”, zegt Helma enthousiast. Een trap omhoog brengt je bij vier keurig ingerichte ateliers om vervolgens via een trap in een gigantische zolder terecht te komen. De zolder is enorm lang en oogt smal. Hij heeft om de drie meter een schattig dakkapelletje, maar het blijft er donker. De raampjes zijn nog geen halve vierkante meter. De ruimte loopt over de gehele lengte van het gebouw. Nu is het opslag. "We gaan er heus wel iets mee doen. We weten alleen nog niet wat." Marianne praat zacht en bescheiden. In tegenstelling tot Helma, die is

zo enthousiast over het huis. Ze raakt er niet over uitgepraat. De beslissing om naar het complex te verhuizen was niet echt moeilijk. "Je levert wel wat in natuurlijk. Wij woonden in een groot vrijstaand huis. Maar je ziet al snel wat je ervoor terug krijgt!”

"Wij wonen in een ONrusthuis” Harry Vlamings (76) was vanaf het begin betrokken bij de oprichting van Ru van Rossem Huis. "Het is prettig om met gelijkgezinden te wonen. Iedereen begrijpt hoe het is om kunstenaar te zijn. Wij hebben ruimte nodig. Alleen al praktisch gezien. Heb je gezien hoeveel werk ik heb? En ik houd



ook niet op met werken. Dat kan niet, het moet eruit. Daar is geen ruimte voor in een normaal rusthuis. Het is hier ook meer een ONrusthuis “ In het enorme gebouw wonen nu 27 kunstenaars. Het is een bont gezelschap. Er zijn natuurlijk schilders en beeldhouwers, maar het huis kent ook een boekbinder, gitaristen, zangers, een drummer en een kunstenares die eten maakt. Zij heeft een etalier in plaats van een atelier, eten voor in etalages. Taarten, broodjes, fruit. Alles wat je wilt tentoonstellen op het gebied van eten. Elke woensdag is er een samenkomst en één keer per maand wordt deze afgesloten met een gezamenlijke maaltijd. En als er iemand jarig is, dan kom je niet weg met een bloemetje. De

muzikanten vinden elkaar en maken een lied. Gedichten worden voorgedragen en uitgewerkt op meters papier met prachtige afbeeldingen.En ze hebben niet alleen de kunst als gemeenschappelijke deler. "We houden ook van een wijntje, dus het wordt nog weleens gezellig na een vergadering", zegt Helma. Marianne lacht instemmend mee. Die gezelligheid vindt dus nogal eens plaats in deze eerste weken. Marianne vertelt dat ze erg blij is met haar nieuwe huis. Ze is echter nog blijer als ze een half jaar verder zijn. “Alles moet overlegd en geregeld. Mag je kunst op de gang zetten? Hoe richten we de gezamenlijke woonkamer in? Wat doen we met de balzaal? Ga zo maar door.” Dan is het hele huis gezien. Van kapel tot zolder tot tuinkamer. Alle ateliers en appartementen. Het is een klein dorp. Er mist



nog een winkeltje. Maar wie weet, ze zijn nog lang niet gesetteld. En er moeten nog 6 kunstenaars gevonden worden om het geheel compleet te maken. Dan kunnen de concerten, exposities en workshops beginnen. “We vergeten hier gewoon oud te worden!” lacht Marianne nog net voordat ze de deur achter ons dicht doet.

MARIANNE KLEP (76) komt het Ru van Rossem huis binnen. Hét huis voor de oudere vrijzinnige kunstenaar. Er komt een keurige mevrouw binnen. Geen artistiekeling

met verf op de kleren en handen vol eelt. Zacht, net gekapt, wit haar. Kort. Typisch oma haar. Ze draagt een keurige ketting, makkelijk zittende pantalon en nette blouse. Alles ademt standaard derde-huis-van-hoek oma. Maar achter het keurige schuilt zoveel meer. Ze woont met Cécile. Cécile en zij werden verliefd toen Marianne Cecile les gaf op het conservatorium. Marianne loopt door het gebouw waar haar nieuwe huis in zetelt en vertelt over de plannen. De gezamenlijke woonkamer moet nog leuk worden aangekleed. “Ook comfortabel hoor! Ik kan niet zitten op die houten stoelen met mijn nieuwe heup.” Door haar vroeg versleten rugwervels heeft ze een baan bij de Antwerpse Opera moeten afslaan.



“Gelukkig kreeg ik op diezelfde dag een baan aangeboden als zangdocent op het conservatorium. Voor 20 uur, perfect zodat ik erbij kon blijven optreden. Ik kon niet leven van optredens alleen. Ik gaf veel lieder recitals en daar is maar een heel beperkt publiek voor.” Aangekomen bij haar woning laat ze trots het nieuwe huisje zien. Alle woonelementen in een rechte lijn geplaatst. De keuken lang en smal daaraan een plek waar de eettafel staat. Aansluitend de woonkamer. Tussen de woonkamer en de slaapkamer een studeerkamer. Op het bureau liggen stapels vergeelde krantenartikelen. “Ik ben mijn plakboeken opnieuw aan het maken.” Allemaal artikelen over het werk van Marianne Klep. Dan pakt ze één van de weinig niet vergeelde papieren; haar diploma. “Hier ben ik wel

trots op hoor. 'Koninklijk Conservatorium Den Haag. Einddiploma solozang een 9. Met onderscheiding hé!” Ze zet een cd op. Er klinkt een prachtige vrouwenstem. Marianne zingt mee in haar hoofd en droomt even weg.Het is de enige opname die ze van zichzelf heeft. Tijd om de rest van het complex te zien. En dan, wanneer we bij Harry zijn, komt het eruit.Dat waar ik maar geen grip op kon krijgen bij deze lieve rustige gepensioneerde zangeres. Spierreuma. Haar stem is er in 2004 mee opgehouden. Ze kan geen noot meer zingen. Geen noot. Jaren heeft ze concerten en collega's gemeden en ontlopen. Pijn.



Toch woont ze nu tussen de kunstenaars. Alleen maar mensen die hun passie uitoefenen. Ze heeft de pijn overwonnen. Ze heeft nieuwe passies. Zo geeft Marianne reiki aan medebewoners met pijnlijke ledenmaten. Ze gaf voorheen zelfs reiki cursussen. De rondleiding gaat door. Van Harry's appartement op de tweede verdieping, naar zijn atelier op de derde. Harry is de vleesgeworden kunstenaar. Terwijl Harry rustig doorkletst, laat Marianne weten dat de thee straks klaarstaat. “Doe rustig aan, maar ik ga vast zitten.” En de thee staat klaar. Cécile en Marianne zijn allebei thuis. We zitten aan de eettafel en drinken thee. Cécile vertelt het verhaal over hoe ze bij elkaar gekomen zijn. Ik had het al gehoord, maar het verhaal is veel leuker nu ze bij elkaar zitten. Cécile

vertelt haar versie: “Ik mocht haar lessen begeleiden op de piano. Nou, er was echt wel een andere student die veel beter kon spelen dan ik.” En dan zie ik hem. Die ondeugende lach 'ja die was er echt wel..’ Ze moeten er allebei nog om grinniken. En dan verdwijnt de keurigheid. En zie ik opeens Marianne Klep. De jonge vrouw die het hart van haar studente veroverde. Nu al 40 jaar. You go girls! Geluidsfragment: Hoe het was om in die tijd met een vrouw te gaan? Harry en Mary In het Ru van Rossem huis moeten de kunstenaarssfeer nog gaan leven. De gangen zijn nog leeg en keurig. Dan, in de



rechtervleugel op de tweedeverdieping aan de rechter kant, wordt het toch duidelijk; een kunstenaarshuis. Schilderijen aan de wand. Doeken tegen de muur. Een drieluik, een portret, een soort collage. Veel verschillend werk. Ook staat er veel beeldende kunst. En het nummerbord is een som. Een som die niet klopt, maar de postbode komt toch niet zelf naar boven. En wie voor Harry Vlamings(76) komt, is het sowieso duidelijk waar je moet zijn. Volg het spoor van kunst. Harry woont samen met zijn vrouw Mary Storh(75). De deur staat open. Ik roep 'Goed volk'. Er volgt een vragende 'ja' zacht en vertwijfeld. Mary is alleen. Ze komt naar de deur. Gebogen en langzaam. “Oh hallo. Harry komt er zo aan. Ga maar vast zitten.” Met de eerste vraag 'hoe is het met u' komt de verklaring. “Naar omstandigheden goed. Ik heb parkinson, vandaag is een goede dag.

Tot nu toe dan, want het kan per kwartier verschillen.Maar Harry komt er zo aan.” Ze praat niet graag over zichzelf. Of ze is het niet gewend. En zodra Harry binnen is, is duidelijk waarom. Harry is aanwezig. Hij praat zo makkelijk. Zoveel woorden als hij in een minuut kan stoppen, zoveel werk komt er uit zijn handen. “Ik word elk moment geplaagd door mijn denkbeeldige muze. Het is een plezierig gevoel dat de ideeën maar blijven komen." Zijn lange dunne lichaam beweegt gemakkelijk en constant. Zwierig gaan zijn armen naar boven met het woord ‘ideeën’. "Ik heb dat van huis uit meegekregen. Mijn vader zat altijd tekeningetjes te maken. Hij had iets met stroom en tekende uitvindingen." Even imiteert hij de houding



van zijn tekenende vader. "Van hem heb ik de technische kant. Van mijn moeder het creatieve.” Mary zit rustig naast hem. Of zit ze helemaal niet rustig? Doet ze krachtig haar best om de kromme rug rechter te maken? "Mijn oudere broer zat al op de academie, toen ik nog jong was. Hij leerde mij buiten schilderen. Op school kreeg ik klassiek tekenen. Er was een stapel plaatjes. Daar moest je er één uit kiezen om hem precies na te tekenen. Het was voor mij een sport om mijn tekeningen in die voorbeeldstapel te krijgen en de originele eruit te halen.” “Zo goed was hij nou.” Haar hoofd komt omhoog. De glinsteroogjes verraden de plagende spot. Harry ratelt door over zijn docentschap aan de academie van Tilburg

van '73 tot '98. Over hun twee kinderen. Selfmade women Margo. Vernoemd naar Margot Fonteyne. Ze is vormgever. En zoon Ysogo – vernoemd naar de man met het gouden hart Grysogonos- maakt meubels van hout. Dat hij (Harry) geen tijd heeft om dingen uit te vinden, maar wel een map met uitvindingen heeft. Over zijn geloof in het heelal, maar niet in de bijbel. “Het is maar een boek. Een boek dat uitgevonden is door de mens. Een olifant heeft niks met de bijbel, maar die leeft toch ook fijn.” En daar is Mary weer.”Dat weet jij toch niet.” Harry moet lachen. Slaat een arm om haar heen. Dan gaat hij rustig verder. “Een beetje relativeren zou goed zijn voor de



mens. Wat pretendeert een mens dat hij denkt macht te kunnen uitoefenen? Kijk naar Charlie Hebdo. Ik zou wel zo een kunstenaar willen zijn. De beelden zitten in mijn hoofd, maar mijn werk is te abstract. Ik heb wel een banier gemaakt. Bij binnenkomst moet je over die banier heenstappen. Je struikelt als het ware over een drempel van vrijheid.” Mary schenkt koffie in en pakt koekjes. Het gaat heel langzaam. Ik moet de neiging onderdrukken om het niet voor haar te doen. Het gaat misschien langzaam, we hebben allemaal warme koffie en koek. “En Mary speelde piano.” zegt Harry opeens. De aandacht op zijn vrouw vestigend. “Op gezelligheidsniveau”, antwoord ze. Harry komt er gelijk achteraan: “doe jezelf niet tekort. Jij hebt het conservatorium gedaan en lesgegeven.”

Mary vindt het niet moeite waard. “Ik vind mezelf geen kunstenaar. Ik luister muziek. Er komt hier vaak een vriendin en dan analyseren we stukken. We kiezen een stuk en gaan verschillende uitvoeringen vergelijken. Ik ben passief met kunst bezig. Al is het een hele inspannende activiteit.” Mary kan niet meer spelen door de parkinson. Ze gaat naar concerten en luistert thuis. “Het is de bedoeling dat hier ook concerten gegeven worden. Dat zou perfect voor mij zijn. Deze ziekte houdt me de hele dag bezig. Ik ben een uur bezig om me aan te kleden. Ik kan de tijd niet vinden om naar Cécile te gaan luisteren. En ik houd van Flamengo.” Een grote lach licht haar gezicht op. Ze staat op en loopt naar de door haar zoon gemaakte



boekenkast en pakt een boek over Flamengo. “Die schoenen van die vrouwen. En die dans, het grijpt zo aan.” Haar gebogen hoofd, de schouders omhooggetrokken, de rug krom, maar haar ogen stralen bij het woord Flamengo. “We zijn wel eens naar de Moskee van Cordoba geweest. Prachtig. Daar moet je heen. God Harry, waar is dat fotoalbum?” Harry gaat zoeken, maar kan het vinden. “Dan doen we dat toch gewoon zo.” Hij pakt zijn ipad. Daar neemt Mary geen genoegen mee. “Daar staan wij toch niet op?” Ze kibbelen even verder en zien dan ons weer zitten. "Eten jullie een boterhammetje mee?" vraagt Harry terwijl hij al opstaat? "Marianne en Cécile hebben ons al uitgenodigd, bedankt.” "Dan moeten wij

gaan eten Mary. En je moet je medicijnen nemen.” Mary zat al klaar met haar rij pillen. We laten de twee achter. De stem van Harry gaat gewoon door.





Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.