Oktober 2017
ArchiDoc News
Uitgave van de Archief- en documentatiedienst van de Directie-generaal Oorlogsslachtoffers
ArchiDoc News
Uitgave van de Archief- en documentatiedienst van de Directie-generaal Oorlogsslachtoffers
BIJZONDERE FONDSEN Het Fonds van het Rode Kruis Al op 17 april 1939 wordt bij koninklijk besluit1 een telling van de burgerlijke gekwetsten en zieken, slachtoffers van de krijgsverrichtingen ingesteld. Het gaat om een anticiperende maatregel: zodra de oorlog uitbreekt, moet elke arts en gezondheidsdienst in het bezit zijn van dubbele controlefiches
om (vermoedelijke) slachtoffers van een krijgsverrichting te kunnen identificeren. Het Belgische Rode Kruis zal deze fiches opstellen in vredestijd om ze, wanneer de oorlog een feit is, uit te delen aan de provinciale geneeskundige commissies (ten behoeve van de burgerlijke ziekenhuizen), aan de gezondheidsdiensten van het Belgische Rode Kruis en aan die van het leger. Aldus gaan de artsen van de medische corpsen die eerste hulp verstrekken of feiten vaststellen al in augustus 19392 van start met het invullen van de fiche in twee exemplaren, waarvan er een bedoeld is voor de centrale zetel van het Rode Kruis en het andere aan de kledij van het slachtoffer wordt bevestigd; Deze tweede fiche blijft bij het slachtoffer gedurende diens volledig medisch traject. Wat zijn deze documenten nu precies? Uiteraard dienen ze om de slachtoffers zo goed mogelijk te identificeren. De getroffen burgers hebben immers niet altijd een identiteitsbewijs bij zich. Zijn er geen officiÍle documenten om het slachtoffer met zekerheid te identificeren, dan wordt verzocht een algemeen signalement van de betrokkene te geven (geslacht, haarkleur, snor/baard, kleur van de ogen, bijzondere kenmerken). Daarnaast vermeldt de fiche de woonplaats, het tijdstip en de plaats van de verwonding/het overlijden, de omstandigheden, de medische diagnose en de evacuatieplaats. De fiches worden vervolgens door de arts ondertekend en gedateerd. 1 Koninklijk besluit van 17 april 1939 houdende instelling van een telling van de burgerlijke gekwetsten en zieken, slachtoffers van krijgsverrichtingen (publicatie in Belgisch Staatsblad van 18 mei 1939, p. 3467-3470). 2 De eerste opgelijste getroffenen zijn de slachtoffers bij de onopzettelijke vernieling van de Pont d’OugrÊe op 31/08/1939. Het gaat om 83 personen.
-6-
De fiches zijn niet alleen bedoeld om de geneeskundige verzorging en slachtoffertelling te organiseren tijdens de oorlog. Ze zullen achteraf ook van pas komen bij de toekenning van schadevergoedingen zoals voorzien was bij een koninklijk besluit van 1 februari 1938. Vanaf 1946 wordt dit algemeen bestand, bijgehouden door de dienst Tellingen van het Rode Kruis, overgemaakt aan het Ministerie van Wederopbouw, zodat dit zijn diverse opdrachten op vlak van onderzoek en schadeloosstelling van de slachtoffers kan uitvoeren. Dit bestand is alfabetisch geordend en telt niet minder dan 98.000 slachtoffers.
Foto: DOS-Fonds van het Rode Kruis – Kaart voor telling van de burgerlijke zieken en gekwetsten slachtoffers van de krijgsverrichtingen
-7-
Naast deze fiches bevat het fonds dat aan het Minister van Wederopbouw wordt bezorgd 99 numerieke registers (een register per duizend slachtoffers). Na ontvangst van de fiches op zijn hoofdkantoor heeft het Rode Kruis elk slachtoffer een inschrijvingsnummer gegeven en alle beschikbare informatie op de fiches en in de deze registers vermeld. Daardoor beschikte het Rode Kruis over een alfabetische en een numerieke klassering. Op die manier krijgen we een beeld van de omvang van bepaalde oorlogsfeiten en kunnen we bijvoorbeeld vaststellen dat tal van opeenvolgende inschrijvingsnummers betrekking hebben op de burgerlijke slachtoffers van eenzelfde plaats en tijdstip.
Foto: DOS-Fonds van het Rode Kruis – Register
-8-
Het spreekt voor zich dat de regelmatige instroom van fiches en het grote aantal ervan niet steeds toeliet de chronologische volgorde van de feiten aan te houden. Onderzoek naar een gegeven oorlogsfeit op een gegeven plaats en tijdstip kan dan ook een vervelende karwei zijn. Tot slot bevat het fonds van het Rode Kruis nog een uitgebreide correspondentie tussen de zetel van het Belgische Rode Kruis en de verschillende diensten en administraties die het Rode Kruis ondersteunden bij de oplijsting van de burgerlijke slachtoffers (gewonden en zieken) van een oorlogsfeit. Het gaat onder meer om briefwisseling met de verschillende lokale en provinciale afdelingen van het Rode Kruis, met de gemeentelijke administraties, met de Minister van Binnenlandse zaken en meer in het bijzonder de dienst Identificatie en begraving van oorlogsslachtoffers, en met andere ministeries. In deze brieven wordt informatie uitgewisseld over de identificatie van de betrokken burgerlijke slachtoffers, het opstellen van lijsten, documenten over individuele trajecten of documenten met betrekking tot organisatorische kwesties. Om de link te bewaren tussen zijn algemeen bestand en de opvolging van vragen om informatie vermelde het Rode Kruis op de fiche ook steeds alle referenties naar de correspondentie over het slachtoffer in kwestie. Deze correspondentie werd geklasseerd per provincie en per soort correspondent. Dat dit fonds vandaag nog steeds zeer nuttig is, staat buiten twijfel. We beschikken dan wel over tal van individuele dossiers over
-9-
burgers die tijdens de oorlog een uitzonderlijk parcours hebben afgelegd (politieke gevangenen, burgerlijke verzetsstrijders, weggevoerden met het oog op verplichte tewerkstelling, ‌), maar dit fonds biedt een van de weinige mogelijkheden om meer te weten te komen over de toevallige slachtoffers van oorlogsfeiten zoals bombardementen of verkeersongevallen, collaterale slachtoffers, enz.
Foto: DOS-Fonds van het Rode Kruis – Briefwisseling
- 10 -
De steekkaarten van de ‘Centrale Repartitiekas’ en de dossiers ‘Deutsche Krankenkasse für Belgien’ Wie opzoekingen doet in onze archieven komt vaak terecht bij de individuele documentatiedossiers (DDO) en statutendossiers. Dat is logisch, maar we proberen in onze werk ook de minder bekende archieffondsen te betrekken. We stellen er graag twee aan u voor: de steekkaarten van de ‘Centrale Repartitiekas’ (CRK) en de dossiers ‘Deutsche Krankenkasse für Belgien’ (DKK-B). Vooral voor wie informatie zoekt over tewerkstelling, kan hier mogelijk nog nieuwe gegevens vinden3. CRK De Centrale Repartitiekas (CRK, voluit ‘Centrale Kas tot repartie van de sociale en fiscale bijdragen’) ontving van de Duitse werkgevers een bedrag dat alle sociale lasten dekte. De CRK zou dan zorgen voor de verdeling ervan onder de verschillende private verzekeringsinstellingen. 3 Meer over de plaats van de CRK en DDK-B binnen het Belgische sociale stelsel kan gevonden worden in H. Algoed, ‘De sociale wetgeving tijdens de Tweede Wereldoorlog in België.’ UGent, 2009, 162 p.
- 11 -
Foto: DOS-Fiche CRK
Het archief van de CRK bestaat niet uit persoonlijke dossiers, zoals DKK-B, maar uit twee reeksen steekkaarten met informatie op voor- en achterzijde. Beide reeksen, gesorteerd volgens familienaam, beslaan het volledige alfabet. Wat de twee van elkaar onderscheidt, moet nog verder onderzocht worden. Op het eerste gezicht vullen ze elkaar mooi aan. De bestanden overlappen elkaar nauwelijks, de meeste namen komen in slechts ĂŠĂŠn van beide collecties voor. Zeker is dat het niet gaat om de periode
- 12 -
waarin de kaarten werden opgesteld, want beide reeksen dekken de periode 1942-1944. Op de voorzijde van de kaart staan de gebruikelijke persoonsgegevens, de begindatum van de tewerkstelling en een aantal cijfers die onder meer verwijzen naar de werkgever. Deze staat soms voluit vermeld op de achterzijde van de kaart. Indien niet, dan is het nodig het identificatienummer van de werkgever op de voorzijde op te zoeken in een concordantielijst. Dit zijn drie schriftjes die, met de hand ingevuld, een volledig overzicht geven van alle werkgevers. Het gaat om de vertegenwoordigers van de Duitse bezetting zoals allerlei Dienstellen, kazernes en vliegvelden, bedrijven onder controle van de bezetter, maar ook bouwbedrijven, transportfirma’s… DKK-B Vanaf december 1941 moesten alle werknemers van bedrijven die aangesloten waren bij de CRK verplicht een ziekteverzekering afsluiten bij de ‘Deutsche Krankenkasse für Belgien’. In veel gevallen was de werknemer daarmee beter beschermd tegen ongevallen dan in Belgische bedrijven, en dat was één van de troefkaarten waarmee de bezetter de vrijwillige arbeid wou stimuleren. Het fonds is vrij omvangrijk: het meet 225 strekkende meter en bevat mogelijk tot 200.000 individuele dossiers. Alle
- 13 -
Foto: DOS-Dossier DKK-B
- 14 -
Foto: DOS-Dossier DKK-B
- 15 -
zitten alfabetisch gerangschikt, wat de opzoeking eenvoudig maakt4. Vandaag is de reeks niet meer volledig, al zijn de ontbrekende stukken niet verloren gegaan. In de loop der jaren werd ongeveer één tiende van alle dossiers uit het klassement gehaald, meestal in het kader van een dossier ‘Verplichte Tewerkstelling’ of een aanvraag vanwege de Duitse pensioendiensten. Na raadpleging keerden de documenten niet altijd terug naar het originele klassement, maar werden ze eenvoudig toegevoegd aan het persoonlijke dossier ‘Dienst Documentatie en Opzoekingen (DDO)’ van die persoon. Door de typische blauwe kleur die de formulieren meestal hebben, zijn ze ook vandaag nog snel herkenbaar in de DDO’s. Op de documenten kunnen de volledige persoonsgegevens weergevonden worden, eventueel een verblijfsadres in Duitsland en een verwijzing naar de plaats waar de persoon tewerkgesteld was. Sommige werkgevers in België duiken regelmatig op, zoals de Deutsche Waffen und Munition Fabriken en FN Herstal. Minder verwacht waren werkgevers als de stadsadministraties van Brussel en Charleroi. Omdat de dossiers daarnaast ook informatie bieden over de redenen waarom een persoon tijdelijk arbeidsonbekwaam was, bieden ze een erg persoonlijke inkijk in de tewerkstelling. 4 De dossiers opgemaakt voor een vrouw – goed voor bijna een kwart van het totaal – werden soms ingeschreven onder de naam van hun echtgenoot.
- 16 -
Niet alleen voor familiegeschiedenis is dit een interessante bron, want op basis van dit archief is het ook mogelijk onderzoek te doen naar bijvoorbeeld arbeidsongevallen in de oorlogsindustrie. Of naar de vraag of de verslechtering van de voedselvoorziening zich ook toonde in een verzwakking van de werknemers, die steeds vaker ziek werden? En in welke mate konden gezinsleden meegenieten van de voordelen die de DKK-B haar leden bood? De documenten hebben ook een aantal beperkingen. Noch uit de reeks CRK, noch uit de reeks DKK-B, kan opgemaakt worden of een tewerkstelling verplicht was of vrijwillig. Evenmin laten ze toe de volledige loopbaan van een persoon op te maken. Ze bieden slechts een momentopname, met informatie over de tewerkstelling op een bepaalde datum. Onderzoekers kunnen er weervinden voor wie een bepaald persoon werkte, en in de reeks DKK-B wellicht ook waar hij of zij toen woonde.
- 17 -
Verzameling foto’s betreffende de « Thielbeck » Bij het archieveren van een tentoonstelling die onze dienst in de jaren 50 samenstelde, konden een aantal interessante documenten gerecupereerd worden. Het meest indrukwekkend is een reeks van 23 foto’s, gemaakt bij de lichting van het wrak van de ‘Thielbeck’ in 1950.
Foto: DOS-Verzameling foto’s betreffende de « Thielbeck »
- 18 -
De Thielbeck was een vrachtschip dat op 3 mei 1945 bij de haven van Lübeck tot zinken werd gebracht door geallieerde vliegtuigen, samen met het schip Cap Arcona. Op de schepen – en op de de Athen, dat aan de aanval ontkwam – bevonden zich duizenden gevangenen uit het concentratiekamp Neuengamme, op de vlucht gedreven door de SSbewakers. De Thielbeck en de Cap Arcona zonken snel en van de naar schatting 7000 gevangenen konden maar w e i n i g e n overleven. Anderen werden neergeschoten op de omliggende stranden. In februari 1950 werd het wrak van de Thielbeck Foto: DOS-Verzameling foto’s betreffende de « Thielbeck »
- 19 -
gelicht. De foto’s tonen hoe het wrak de haven van Lübeck wordt binnengesleept, begroet door vertegenwoordigers van de voormalige politieke gevangenen. Latere beelden tonen de Thielbeck van vlakbij, terwijl arbeiders en duikers het schip leegpompen en de eerste menselijke resten bergen. Later kan de fotograaf het schip zelf betreden, dat zichtbaar in slechte staat is. Dat in een dergelijke omgeving nog identificeerbare resten gevonden kunnen worden, is weinig waarschijnlijk. Een tweede reeks foto’s werd genomen bij het monument in Neustadt, wellicht kort na de berging van de Thielbeck. Foto: DOS-Verzameling foto’s betreffende de « Thielbeck »
DE STATUTEN VAN NATIONALE ERKENTELIJKHEID
DE ZEEVISSERS IN OORLOGSTIJD De wet van 5 juli 1971 kende al een rente toe aan zeevissers die werkten vanuit havens in Groot-Brittannië, Frankrijk en België tijdens de oorlog 1914-1918, en vanuit havens in GrootBrittannië tijdens de oorlog van 1940-1945. Het is pas veel later, wanneer deze zeevissers nog steeds niet over een eigen statuut beschikten, dat men de nood zag hieraan tegemoet te komen door hen een morele ondersteuning te geven, hun bijzondere verdiensten te erkennen en de nationale erkentelijkheid te tonen. Zo ontstond “het statuut van nationale erkentelijkheid van de zeevissers in oorlogstijd”, vastgelegd in het “Koninklijk Besluit van 8 februari 1984, houdende het statuut van nationale erkentelijkheid ten voordele van de zeevissers die tijdens de oorlog 1914-1918 de zeevisserij hebben beoefend vanuit Britse, Franse of Belgische havens of vanuit Britse havens tijdens de oorlog 1940-1945.” Het is nog steeds mogelijk om een aanvraag in te dienen tot het bekomen van dit statuut, op basis van de wet van 16 januari 2006 houdende de heropening van de termijnen voor de toekenning van een statuut.
NIEUWE WET BETREFFENDE DE SLACHTOFFERS VAN TERREURDADEN De wet van 18 juli 2017 betreffende de oprichting van het statuut van nationale solidariteit, de toekenning van een herstelpensioen en de terugbetaling van medische zorg ingevolge daden van terrorisme, werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 augustus 2017. Vanuit de wil tot collectieve solidariteit met de slachtoffers en wie hen dierbaar is, verleent deze nieuwe wet verschillende vormen van financiĂŤle schadevergoedingen en erkentelijkheid aan de slachtoffers van terreurdaden. De wet wil de slachtoffers de mogelijkheid geven zich te herstellen en wil tussenbeide komen om de vele kosten van het schadelijke feit te dragen.
Foto: Belgisch Staatsblad van 04-08-2017
- 24 -
De wet erkent 3 categorieën van slachtoffers: • De rechtstreekse slachtoffers •De onrechtstreekse slachtoffers •De rechthebbenden De begunstigden zullen, afhankelijk van de categorie waartoe zij behoren, recht hebben op: • een herstelpensioen of een pensioen van rechthebbende; • de terugbetaling van de kosten voor medische verzorgen die zijn veroorzaakt door de terreurdaad; • aan het statuut van nationale solidariteit. De DG Oorlogsslachtoffers is verantwoordelijk voor de toepassing van de wet inzake de toekenning van het statuut en de toekenning van een herstelpensioen en van de pensioen
- 25 -
van rechthebbende. De terugbetaling van de medische zorgen wordt ondersteund door het RIZIV, de mutualiteiten en de HZIV (Directie Oorlogsinvaliden). Als u slachtoffer bent van een terreurdaad kan u een aanvraag doen bij het Uniek loket voor slachtoffers terreurdaden van de “Commissie voor Financiële Hulp aan Slachtoffers van Opzettelijke Gewelddaden en aan de Occasionele Redders” van de FOD Justitie : Uniek loket voor slachtoffers terreurdaden. Eversstraat 2-8 - 1000 Brussel Tel.: 0471 12 31 24 E-mail: terrorvictims@just.fgov.be Heeft u nog vragen over deze wet, de procedures te volgen, of specifieke vragen, contacteer dan de Directie-generaal Oorlogsslachtoffers. DG Oorlogsslachtoffers Luchtvaartsquare 31 - 1070 Brussel Tel.: 02/528.91.00 Fax: 02/528.91.22 Bijkomende informatie over het nieuwe statuut van nationale erkentelijkheid kan eveneens gevonden worden op de website www.socialsecurity.belgium.be van de FOD Sociale Zekerheid.
AANPASSING VAN DE WET VAN 15 MAART 1954 BETREFFENDE DE HERSTELPENSIOENEN VOOR DE BURGERLIJKE SLACHTOFFERS VAN DE OORLOG 1940-1945 EN VAN HUN RECHTHEBBENDE
Op 1 februari 2017 werd de wet van 15 maart 1954 aangepast, voor wat betreft de voorwaarden voor burgers invaliden van de oorlog 1940-1945, die een aanvraag willen doen voor een herstelpensioen. De wet van 12 januari 2017 met versoepeling van de nationaliteits- en verblijfsvoorwaarden, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 januari 2017: 1/ Nationaliteit op 1 januari 2003 De Belgische nationaliteit is vereist vanaf 1 januari 2003 en niet vanaf 1 januari 1960. 2/ Ononderbroken verblijf ingetrokken De voorwaarde van het ononderbroken verblijf sinds 1 januari 1931 of sinds de geboorte van de aanvrager werd opgeheven. 3/ Vanaf nu is een verblijf in BelgiĂŤ op het moment van de oorlogsfeiten vereist
OVERDRACHT VAN DE OPDRACHTEN VAN de DE DIRECTIE-GENERAAL OORLOGSSLACHTOFFERs OP 1 JANUARI 2018 Op 8 september laatsleden, heeft de ministerraad zich akkoord verklaard met de overdracht van de opdrachten van de DG Oorlogsslachtoffers naar de Federale Pensioendienst en naar het Algemeen Rijksarchief, tegen 1 januari 2018. Deze overdracht gebeurt in het kader van de optimalisering van de organisatiestructuur van de federale administratie, waarin het regeerakkoord voorziet. De opdrachten van de
...
DG Oorlogsslachtoffers zijn als volgt verdeeld: • het deel ‘Toekenning van rechten’ aan de Federale Pensioendienst (FPD); • het deel ‘Archieven en documentatie’ aan het Algemeen Rijksarchief (AR). In overleg tussen alle betrokken diensten wordt de overdracht van de bevoegdheden grondig voorbereid, om de continuïteit van de dienstverlening te verzekeren. De huidige contactgegevens (adres, telefoonnummers, email, website) blijven onveranderd tot het einde van 2017. De contactgegevens van de nieuwe diensten worden verspreid van zodra deze bekend zijn.
FOD Sociale Zekerheid Directie-generaal Oorlogsslachtoffers Luchtvaartsquare 31 1070 Brussel Tel: 02/528.91.00 Fax: 02/528.91.75 E-mail: archidoc@minsoc.fed.be Website: http://warvictims.fgov.be Hebben aan deze editie meegewerkt Gert De Prins, Geneviève Lurquin, Alexandra Matagne, Véronique Schifflers Opmaak Dienst Communicatie, FOD Sociale Zekerheid Vertaling Vertaaldienst, FOD Sociale Zekerheid Directie generaal Oologsslachtoffers Verantwoordelijke uitgever Geneviève Lurquin – oktober 2017 Papier: D/2017/10.770/15 Elektronisch: D/2017/10.770/17