Europees beleid inzake vergrijzing: naar een nieuw denkkader?

Page 1

EUROPEES BELEID INZAKE VERGRIJZING: NAAR EEN NIEUW DENKKADER? DOOR CHRISTINE CANAZZA Faculté de droit et de criminologie, Université catholique de Louvain

INLEIDING

De Lidstaten van de Europese Unie hebben te maken met een vergrijzing van hun bevolking door de hogere levensverwachting en een laag geboortecijfer1. Rond het begin van de jaren negentig begint de Unie zich te buigen over dit verschijnsel, vooral voor de problematiek van de financiering van de sociale zekerheid. Deze demografische verandering gaat echter gepaard met andere gevolgen dan degene die louter te maken hebben met de financiering van de sociale zekerheid. Ze veroorzaakt namelijk ingrijpende veranderingen die het sociaal recht in zijn geheel beïnvloeden. Men stelt een stijging vast van het aantal 50-plussers op de arbeidsmarkt2, gekoppeld aan een aanzienlijke vermindering van de bevolking op arbeidsgeschikte leeftijd. De situatie van werknemers ouder dan 55 jaar op deze markt – en in het bijzonder op het ogenblik van de aanwerving – wordt heel zorgwekkend geacht volgens de laatste barometer van de Europese Commissie3. In de meeste Lidstaten is het sociaal recht gebaseerd op het criterium leeftijd om de aanwerving van oudere werknemers of het behoud van oudere werknemers op de arbeidsmarkt te bevorderen, rekening houdend met hun specifieke situatie. De mogelijkheid om maatregelen goed te keuren bedoeld om nadelen bij een groep personen van een bepaalde leeftijd (de zogenaamde ‘positieve acties’, cf. hierna) te compenseren, wordt bepaald door de Europese richtlijn 2000/78. Hoewel het gebruik van het criterium leeftijd in de sociale wetgeving vaak tot doel heeft om bepaalde categorieën werknemers te beschermen, leidt het echter ook tot discriminerend gedrag tegenover deze categorie van werknemers. (1) Eurostat, Active ageing and solidarity between generations. A statistical portrait of the European Union 2012, Eurostat Statistical books, pp. 37-38, 2012 ed. (2) Zo stijgt het aantal ouderen van 50 tot 64 jaar die actief zijn op de arbeidsmarkt, in de Unie van de 27, van 40.988 in 2000 naar 54.080 in 2010. Deze stijging is te wijten aan de vergrijzing van de bevolking op arbeidsgeschikte leeftijd en aan de stijging van het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt. De belangrijkste reden om geen werk meer te zoeken, aangehaald door niet-werkende 50-plussers, is echter het feit dat ze afhangen van een socialezekerheidsstelsel (pensioen of invaliditeitsvergoeding) dat hen meestal vrijstelt om te werken. Zo wil 50,8% van hen geen werk zoeken omdat ze een pensioen krijgen en 19,8% omdat ze arbeidsongeschikt zijn: Eurostat, op. cit., p. 51. Tot slot ziet men een geringe stijging van het aantal ouderen in het werkloosheidsstelsel. (3) Europese Commissie, Discrimination in the EU in 2012 ‒ Special Eurobarometer, 393, november 2012. Blijkbaar is deze situatie bovendien verergerd sinds de economische crisis in 2008.

89


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.
Europees beleid inzake vergrijzing: naar een nieuw denkkader? by FPS Social Security - Issuu