Sociale Bescherming in België: ESSOBS data voor België 2009

Page 1

ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Sociale bescherming in BelgiĂŤ: ESSOBS data 2009

1


Sociale bescherming in BelgiĂŤ:

ESSOBS data 2009



Voorwoord Na meer dan een eeuw hoeft het belang van de sociale bescherming in onze maatschappij niet meer te worden aangetoond. Iedereen is het vandaag eens over de essentiële rol van de socialebeschermingssystemen in de preventie van sociale risico’s, de bestrijding van armoede en de bescherming van de armen. Vele landen hebben doeltreffende socialebeschermingssystemen uitgebouwd of hebben dat geprobeerd, om zo de maatschappij te verbeteren. Doeltreffende socialezekerheidssystemen invoeren is immers essentieel voor de sociale en economische ontwikkeling van een land. De staten proberen voortdurend hun sociaal systeem te verbeteren. Het is daardoor dat sinds de invoering ervan tot nu de sociale bescherming nooit een lange, rustige stroom is geweest. Ze heeft verschillende veranderingen doorgemaakt. De impact in België en in de andere landen van de EU heeft zich vertaald in een relatief sterke stijging van de uitgaven voor sociale bescherming in de loop van de eerste jaren van de 21e eeuw. De uitgaven voor sociale bescherming zijn dus geëvolueerd en vertegenwoordigen een niet te verwaarlozen deel van de overheidsuitgaven. Deze evolutie van de sociale uitgaven is vanzelfsprekend gekoppeld aan die van de sociale systemen. Ondanks de verschillende evoluties, moet de sociale bescherming steeds het hoofd blijven bieden aan verschillende economische, politieke, demografische en andere uitdagingen; in het bijzonder de vergrijzing van de bevolking, de epidemiologische ontwikkelingen, de wijzigingen in het economische klimaat, enz. Een andere belangrijke uitdaging waarvoor de staten staan, is de financiering van de socialebeschermingssystemen, om de houdbaarheid ervan te waarborgen. Het is in het kader van de ontwikkeling van de socialebeschermingssystemen en de versterking van de sociale cohesie dat de ESSOBS-databank een steeds belangrijkere rol gaat spelen. Veel internationale en nationale instellingen en organisaties maken van deze databank gebruik voor hun analyses. Het ESSOBS is dan ook een instrument dat ter beschikking wordt gesteld van al wie van ver of nabij te maken heeft met sociale bescherming (en deelneemt aan de debatten over de sociale zekerheid). Deze statistieken worden in het bijzonder gebruikt in het kader van verschillende jaarverslagen over sociale inclusie en sociale bescherming die door de Europese Commissie worden gepubliceerd. De FOD Sociale Zekerheid neemt actief deel aan de verbetering van deze databank door jaarlijks gegevens te bezorgen aan Eurostat en door zijn deelname aan de verschillende Task Forces die de ontwikkeling ervan omkaderen. Na de eerste editie van deze brochure, waarin het ESSOBS-systeem van geïntegreerde statistieken voor de sociale bescherming werd voorgesteld, willen we in deze tweede editie een meerjarenoverzicht geven van de recente evolutie van de sociale bescherming. Wij wensen u alvast veel leesplezier.


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Inhoudsopgave Voorwoord

4

Inleiding

6

I. Evolutie van de uitgaven voor sociale bescherming in BelgiĂŤ en in de EU

I.1. De Belgische sociale zekerheid doorheen de tijd

I.2. Evolutie van de economische en demografische indicatoren

8 8 10

A. Demografische evolutie

10

B. Economische evolutie

17

C. Gevolgen van de demografie en de economische conjunctuur op de sociale bescherming

20

I.3. Evolutie van de uitgaven voor sociale bescherming

21

A. Sociale uitgaven

21

B. Vergelijking tussen de evolutie van het BBP en van de uitgaven voor sociale bescherming

26

C. Sociale prestaties per risico (tegen lopende prijzen)

28

II. Evolutie van de inkomsten voor sociale bescherming in BelgiĂŤ en in de andere landen van de EU15

35

III. Gegevens over de Belgische sociale bescherming en vergelijking met de andere lidstaten van de EU

38

38

III.1. Gegevens over de Belgische sociale bescherming van 2009

A. Inkomsten voor sociale bescherming

38

B. Uitgaven voor sociale bescherming

40

C. Sociale prestaties per risico in 2009

41

D. Types sociale prestaties

42

III.2. Vergelijking met de andere EU-lidstaten: gegevens 2008

43

A. De inkomsten voor sociale bescherming in de EU

43

B. De uitgaven voor sociale bescherming in de EU

46

C. De sociale prestaties per risico in de EU

48

Lijst van de tabellen

52

Lijst van de figuren

52

Bibliografie

52

Websites

53

Afkortingen

53

5


ESSOBS : sociale bescherming in België

Inleiding In de eerste editie van de brochure “Sociale bescherming in België: ESSOBS-data voor België”, stelden we kort het Europese systeem van geïntegreerde statistieken voor de sociale bescherming ‘ESSOBS’ voor (de methodologie, de definities, de socialebeschermingsstelsels en de boekhoudkundige structuur). We gaven ook een overzicht van de financiële stromen op het vlak van de sociale bescherming in België volgens de ESSOBS-methodologie. In laatste instantie werden de gegevens over de financiële stromen in België vergeleken met die van een aantal andere EU-lidstaten (tabellen en grafieken). Alvorens tot analyses over te gaan, was het dus belangrijk om duidelijkheid te scheppen met betrekking tot het concept waarop Eurostat zich baseert en het verschil uit te leggen tussen ESSOBS, de klassieke sociale zekerheid en de sociale bijstand op het niveau van België. Zo kon de lezer ontdekken dat het ESSOBS een statistisch instrument is, gebaseerd op het begrip “sociale bescherming”, dat ruimer is dan de traditionele sociale zekerheid en sociale bijstand. In het ESSOBS vinden we ook geregionaliseerde materies terug, zoals kinderwelzijn, huisvesting, hulpmiddelen voor personen met een handicap, enz. De sociale prestaties zijn in het ESSOBS uitgesplitst per functie. Elke functie komt overeen met een risico of een behoefte die onder de sociale bescherming valt (Ziekte/ Geneeskundige verzorging, Invaliditeit, Ouderdom, Overleving, Gezin/Kinderen, Werkloosheid, Huisvesting en Sociale uitsluiting). De ESSOBS-statistieken beslaan zowel overheidsstelsels als private (collectieve) stelsels. Deze nieuwe editie is het vervolg op de vorige brochure. In deze editie worden de statistische gegevens van België voor 2009 voorgesteld en worden de gegevens voor 2008 vergeleken met die van de andere EU-lidstaten. Er wordt ook een kort overzicht gegeven van de evolutie van de Belgische sociale bescherming, in vergelijking met de andere EU-landen. Het doel van deze tweede editie is dan ook iedereen de kans te geven om aan de hand van enkele tijdreeksen een indruk te verkrijgen van het economische belang van de sociale bescherming in de loop van het laatste decennium. We zullen ook enkele economische (BBP) en demografische (bevolking) indicatoren voorstellen. Wat de evolutie van de sociale bescherming betreft, beschouwen we de periode 2000 – 2008. Voor het tweede deel, de vergelijking van de gegevens met de andere lidstaten, is het jaar 2008 gekozen. Op het tijdstip van de opmaak van deze brochure, gaat het om de recentste gegevens die door de lidstaten aan Eurostat zijn bezorgd. De gegevens van een aantal landen zijn nog voorlopig en andere gegevens zijn ramingen. Tussen 2000 en 2008 steeg de nominale waarde van de uitgaven voor sociale bescherming in de EU27 met 35,46%. In België stegen deze uitgaven met 51,76%, van 64 tot 97 miljard EUR. Tijdens dezelfde periode nam de Belgische bevolking toe met 4,2%, tegenover een gemiddelde van 3,1% voor de EU27.

6


ESSOBS : sociale bescherming in België

In 2008 vertegenwoordigden de uitgaven voor sociale bescherming in België 28,3% van het BBP, terwijl dat in de volledige EU gemiddeld 26,4% was. De pensioenen (ouderdoms- en overlevingspensioenen) vertegenwoordigden in de EU27 gemiddeld 45,3% van de sociale prestaties en hadden zo het belangrijkste aandeel in de uitgaven voor sociale bescherming. In België vertegenwoordigden ze 40,7% van de sociale prestaties. Op de tweede plaats kwamen de uitgaven voor ziekte/geneeskundige verzorging en invaliditeit met 37,8% van de sociale prestaties voor de EU en 35,5% van de sociale prestaties voor België. Omdat de sociale bescherming een omvangrijke en complexe materie is, is het onmogelijk om de hele evolutie toe te lichten in één brochure. We zullen de grote evoluties van de laatste jaren proberen uit te leggen. Andere aspecten van de sociale bescherming zullen gedetailleerder aan bod komen in de volgende edities. Deze brochure wil een beknopte bron van cijfers over de sociale bescherming zijn voor alle doelgroepen. De FOD Sociale Zekerheid zamelt deze cijfers in bij zijn verschillende partners om te voldoen aan zijn internationale rapporteringsverplichtingen.

7


ESSOBS : sociale bescherming in België

I. Evolutie van de uitgaven voor sociale bescherming in België en in de EU I.1 De Belgische sociale zekerheid doorheen de tijd In België vertegenwoordigt de sociale zekerheid het belangrijkste deel van wat in het ESSOBS onder ‘sociale bescherming’ wordt verstaan. Zoals we haar vandaag kennen, is ze het resultaat van een lange evolutie van onze verzorgingsstaat1. Enkele belangrijke jaartallen:

1844, de wet van 21 juli 1844: de eerste wet die een verplichte verzekering tegen sociale risico’s invoerde ten voordele van de zeevarenden onder Belgische vlag; 1851, de wet van 3 april 1851: de erkenning van de ziekenfondsen; 1903, invoering van de eerste verplichte arbeidsongevallenverzekering; 1924, invoering van de verplichte ouderdomsverzekering op basis van individuele kapitalisatie voor alle arbeiders en bedienden; 1944, het ‘Sociaal Pact’ legt de grondslagen van onze sociale zekerheid zoals we ze vandaag kennen. De besluitwet van 28 december 1944 maakt de ziekte- en invaliditeitsverzekering en de werkloosheidsverzekering verplicht;

1945, de besluitwetten van 10 januari en 7 februari 1945: Socialezekerheidsstelsel voor alle werknemers. Invoering van bijzondere stelsels voor zeelieden en mijnwerkers; 1953, de wet van 29 december 1953 betreffende het arbeiderspensioen was een eerste poging om een definitief stelsel in voege te laten treden en gaf de individuele kapitalisatie op. Bij deze wet werd dus het repartitiepensioenstelsel ingevoerd dat we vandaag kennen; 1967, invoering van het sociaal statuut van de zelfstandigen;

8

1 Zie ook de bibliografie.


ESSOBS : sociale bescherming in België

1995 , invoering van het globaal financieel beheer (om het beheer van de sociale zekerheid te optimaliseren). Sindsdien worden de verschillende takken gefinancierd op basis van hun behoeften; 1996, wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. Deze voert, zoals in vele Europese landen, bepalingen in inzake alternatieve financiering, met het oog op de verlaging van de tewerkstellingskosten, en maatregelen om de uitgaven voor geneeskundige verzorging te beheersen. De pensioenhervorming van 1996 verhoogt de wettelijke pensioenleeftijd voor vrouwen met 5 jaar;

1996, koninklijk besluit van 18 november 1996 houdende invoering van een sociale verzekering ten gunste van zelfstandigen, in geval van faillissement, en van gelijkgestelde personen. Naast de sociale zekerheid, kende ook de ruimere sociale bescherming evoluties. Van de meest recente evoluties vermelden we de volgende:

2001, invoering van de ‘zorgverzekering’ die financiële steunt toekent voor de hulp aan en de niet-medische verzorging van zwaar zorgbehoevende personen die in Vlaanderen of Brussel wonen;

2008, goedkeuring van het Federaal plan armoedebestrijding. Dat plan bevat een aantal specifieke maatregelen, in het bijzonder op het vlak van inkomen, gezondheid en tewerkstelling. Samengevat heeft het Belgische sociale systeem een permanent ontwikkelings- en verbeteringsproces gekend om tegemoet te komen aan nieuwe behoeften. Er zijn ook nieuwe beleidsmaatregelen ingevoerd. Deze ontwikkeling doorheen de tijd is één van de factoren die de stijging van de uitgaven voor sociale bescherming verklaren.

9


ESSOBS : sociale bescherming in België

I.2. Evolutie van de economische en demografische indicatoren A. Demografische evolutie Ook de demografische situatie heeft de sociale bescherming sterk beïnvloed. In vele landen is ze een belangrijke rol gaan spelen in het sociaal beleid. De bevolkingstoename heeft immers een grote impact gehad op de evolutie van maatschappijen overal ter wereld. Omdat in vele landen de demografische situatie van essentieel belang is voor bijvoorbeeld de risicospreiding in de socialeverzekeringssystemen, moet voor de beleidsvooruitzichten en –ontwikkelingen ook rekening worden gehouden met het aantal individuen per leeftijdsklasse: jongeren, actieve bevolking, gepensioneerden. Die aantallen kunnen worden berekend aan de hand van onder andere de geboortecijfers, de sterftecijfers en de vruchtbaarheidscijfers. Hoe is de Europese bevolking, en in het bijzonder de Belgische bevolking, geëvolueerd? Hoe zit het bijvoorbeeld met de vergrijzing van de bevolking? Tabellen 1, 2 en 3 geven de trend weer in het eerste decennium van de 21e eeuw.

10


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Tabel 1: Evolutie van de bevolking in de EU (toestand op 1 januari) (In duizenden) In duizenden

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

Variatie 2008/2000

EU27

482.767,5

483.797,0

484.635,1

486.646,1

488.797,9

491.134,9

493.210,4

495.291,9

497.686,2

+3,1%

EU15

307.326,6

308.667,5

310.231,9

312.174,3

314.200,1

316.297,8

318.079,9

319.824,8

321.745,3

+4,7%

BE

10.239,1

10.263,4

10.309,7

10.355,8

10.396,4

10.445,9

10.511,4

10.584,5

10.666,9

+4,2%

DK

5.330,0

5.349,2

5.368,4

5.383,5

5.397,6

5.411,4

5.427,5

5.447,1

5.475,8

+2,7%

DE

82.163,5

82.259,5

82.440,3

82.536,7

82.531,7

82.500,8

82.438,0

82.314,9

82.217,8

+0,1%

IE

3.777,6

3.832,8

3.899,7

3.964,2

4.028,9

4.111,7

4.208,2

4.312,5

4.401,3

+16,5%

EL

10.903,8

10.931,2

10.968,7

11.006,4

11.040,7

11.082,8

11.125,2

11.171,7

11.213,8

+2,8%

ES

40.049,7

40.476,7

40.964,2

41.663,7

42.345,3

43.038,0

43.758,3

44.474,6

45.283,3

+13,1%

FR

60.545,0

60.979,3

61.424,0

61.864,1

62.292,2

62.772,9

63.229,6

63.645,1

64.007,3

+5,7%

IT

56.923,5

56.960,7

56.993,7

57.321,1

57.888,2

58.462,4

58.751,7

59.131,3

59.619,3

+4,7%

LU

433,6

439,0

444,1

448,3

455,0

461,2

469,1

476,2

483,8

+11,6%

NL

15.864,0

15.987,1

16.105,3

16.192,6

16.258,0

16.305,5

16.334,2

16.358,0

16.405,4

+3,4%

AT

8.002,2

8.020,9

8.063,6

8.100,3

8.142,6

8.201,4

8.254,3

8.283,0

8.318,6

+4,0%

PT

10.195,0

10.256,7

10.329,3

10.407,5

10.474,7

10.529,3

10.569,6

10.599,1

10.617,6

+4,1%

FI

5.171,3

5.181,1

5.194,9

5.206,3

5.219,7

5.236,6

5.255,6

5.277,0

5.300,5

+2,5%

SE

8.861,4

8.882,8

8.909,1

8.940,8

8.975,7

9.011,4

9.047,8

9.113,3

9.182,9

+3,6%

UK

58.785,2

58.999,8

59.216,1

59.435,5

59.697,0

60.038,7

60.409,9

60.781,3

61.192,0

+4,1%

Bron: Eurostat

11


ESSOBS : sociale bescherming in België

Met een stijging van 10,239 miljoen in 2000 tot 10,667 miljoen in 2008, een bevolkingsaangroei met 4,2% dus, is het Belgische groeipercentage iets lager dan dat van de EU15 (4,7%), maar hoger dan dat van de EU27 (3,1%). Tabel 1 toont ons voor België en de volledige EU een continue bevolkingsaangroei. Voor Duitsland toont tabel 1 ons echter een bevolkingstoename in het begin van de jaren 2000 en een bevolkingsafname sinds 2003. Het is evident dat verschillende evoluties verschillende uitdagingen inhouden voor de socialebeschermingssystemen. Om daarin duidelijkheid te scheppen, moet men proberen de oorzaken van deze verschillen (nataliteit, levensverwachting en migratie) en de verwachte evolutie ervan te begrijpen. Tussen 2000 en 2008 steeg in België het aantal geboorten2 (114.900 geboorten in 2000 en 128.000 in 2008: een stijging met 6,1%) en ook de levensverwachting steeg (van 77,79 jaar in 2000 tot 79,59 jaar in 2008, tegenover 78,6 jaar in 2000 en 80,7 jaar in 2008 wat Europa betreft). Ook de migratiesaldi liggen gedeeltelijk aan de basis van de demografische groei. Tabel 2 toont ons de stijging van het aandeel van de 65-jarigen en ouder in de totale Belgische en Europese bevolking tussen 2000 en 2008. We merken duidelijke verschillen tussen de verschillende landen: terwijl in Denemarken de leeftijdsgroep van de 0 tot 18-jarigen nog steeds in omvang toeneemt, neemt de omvang van deze leeftijdsgroep in alle andere landen af. Als we de variatie in de evolutie van de demografische verhoudingen bekijken, stellen we voor België een kleinere variatie vast voor het aandeel van de 65-jarigen en ouder. De variatie bedraagt 9,62% tussen 2000 en 2008 voor de EU27 en 10,43% voor de EU15; voor België zien we een toename met 1,85%. In de periode 2000-2008 vergrijsde de Belgische bevolking minder snel dan gemiddeld in de Europese Unie. De omvang van de bevolking in de actieve leeftijd neemt af in 3 landen: Denemarken, Duitsland en Italië. In Duitsland en Italië laat de vergrijzing zich sneller voelen: het bevolkingsaandeel van de 65-jarigen en ouder neemt er het sterkst toe. Als we dezelfde redenering toepassen op de 0 tot 18-jarigen, zien we dat het aandeel van de jongeren trager afneemt dan gemiddeld in Europa. Voor België liggen de demografische verhoudingen in de buurt van de Europese gemiddelden. In 2008 vertegenwoordigden de 0 tot 18-jarigen 21,79% van de Belgische bevolking en in de EU27 vertegenwoordigden 0 tot 18 jarigen 20,47%. De 19 tot 64-jarigen vertegenwoordigden 61,15% van de Belgische bevolking, tegenover 62,47% in de EU27. Tot slot vertegenwoordigden de 65-jarigen en ouder ongeveer 17,10% van de bevolking in België en in de EU 27. De bovenstaande vaststellingen worden gestaafd door een aangroeipercentage van de 0 tot 18-jarigen dat hoger is dan het Europese gemiddelde en een groeipercentage van de 65-jarigen en ouder dat lager is dan het Europese gemiddelde (zie tabel 3).

12

2 http://economie.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Tabel 2: Bevolkingsaandeel per leeftijdscategorie

Bevolkingsaandeel 0 tot 18-jarigen

Bevolkingsaandeel 19 tot 64-jarigen

Bevolkingsaandeel 65-jarigen en ouder

2000

2008

2000

2008

2000

2008

EU27

22,37

20,47

62,03

62,47

15,60

17,10

EU15

21,27

19,94

62,42

62,04

16,30

18,00

BE

22,39

21,79

60,86

61,15

16,75

17,06

DK

22,55

23,39

62,62

61,03

14,80

15,60

DE

20,18

18,16

63,57

61,75

16,20

20,10

IE

28,95

25,77

59,83

63,35

11,20

10,90

EL

20,86

18,40

62,67

62,96

16,50

18,60

ES

20,09

18,60

63,16

64,79

16,70

16,60

FR

24,45

23,63

59,73

59,99

15,80

16,40

IT

18,57

18,02

63,32

61,94

18,10

20,00

LU

23,32

22,91

62,41

63,10

14,30

14,00

NL

23,20

22,82

63,23

62,46

13,60

14,70

AT

22,01

20,17

62,58

62,70

15,40

17,10

PT

21,67

19,71

62,30

62,87

16,00

17,40

FI

23,41

21,91

61,76

61,58

14,80

16,50

SE

23,03

22,40

59,68

60,09

17,30

17,50

UK

24,07

22,74

60,12

61,15

15,80

16,10

Bron: Eurostat

13


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Figuur 1: Verdeling van de bevolking per leeftijdscategorie (2008)

100 % 17,1

18,0

17,1

10,9

15,6

18,6

20,1

16,6

16,4

20,0

14,7

17,1 17,4

14,0

16,5

17,5

16,1

60,1

60,2

22,4

22,7

SE

UK

80 %

60 % 61,2 62,5

62,0

20,4

19,9

61,9

61,0 61,7

63,0

62,7

62,9

22,8

20,1

19,7

NL

AT

PT

63,1

64,8

61,6

62,5

60,0

63,4

40 %

20 %

21,7

23,3

25,7 18,4

18,1

18,6

23,6

22,9 18,0

21,9

0% EU27

EU15

BE

DK

DE

0-18 jaar Bron: Eurostat 14

IE

EL

ES

FR 19-64 jaar

IT

LU

+ 65 jaar

FI

Figuur 1 toont ons de structuur van de bevolking in BelgiĂŤ en in Europa op basis van de leeftijdscategorie. Deze grafiek geeft ons ook een overzicht van het relatieve gewicht van de jongeren en de ouderen. Deze figuur zou kunnen worden verfijnd op basis van andere uitsplitsingen binnen elke leeftijdscategorie, zoals geslacht, enz., maar we beperken ons hier tot deze uitsplitsing.


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Tabel 3: Bevolkingsaangroei per leeftijdscategorie (2000-2008) De bevolkingsaangroei per leeftijdscategorie: het gaat om het groeipercentage van elke leeftijdscategorie tussen 2000 en 2008 (aan de hand daarvan kan men de variatie zien van het aantal personen in elke bevolkingsgroep).

Groeipercentage 0 tot 18-jarigen

Groeipercentage 19 tot 64-jarigen

Groeipercentage 65-jarigen en ouder

EU27

-5,68

3,82

12,75

EU15

-1,82

4,04

15,66

BE

1,36

4,68

6,10

DK

6,54

0,13

7,92

DE

-9,95

-2,80

23,72

IE

3,71

23,38

12,95

EL

-9,29

3,32

16,41

ES

4,67

15,98

12,15

FR

2,15

6,17

9,54

IT

1,65

2,46

15,87

LU

9,61

12,82

9,35

NL

1,73

2,15

12,19

AT

-4,73

4,16

15,51

PT

-5,27

5,10

13,15

FI

-4,07

2,21

14,09

SE

0,78

4,34

4,95

UK

-1,66

5,88

6,07

Bron: Eurostat 15


ESSOBS : sociale bescherming in België

Deze gegevens geven ons reeds een indicatie over de bevolkingsevolutie en tonen aan dat de vergrijzing onontkoombaar is. De leeftijdscategorie van de 65-jarigen en ouder is sterker gegroeid dan de andere leeftijdscategorieën. De sociale systemen zullen onder andere rekening moeten houden met al deze gegevens. Zo zal de vergrijzing van de bevolking een impact hebben op de uitdagingen waarvoor de socialebeschermingssystemen staan en op de daaruit voortvloeiende financiële lasten (denken we nog maar aan pensioenen en geneeskundige verzorging). Volgens het jaarlijkse verslag van de Studiecommissie voor de vergrijzing van juni 20113, zouden de budgettaire kosten van de vergrijzing, gedefinieerd als de evolutie van alle sociale uitgaven tussen 2010 en 2060, in procent van het BBP, 5,6% bedragen. De pensioenuitgaven zouden toenemen met 4,3% en de uitgaven voor de gezondheidszorg met 3%. Algemeen zien we dat de leeftijdscategorie van de 65-jarigen en ouder sterker is gegroeid dan de twee andere leeftijdscategorieën. De categorie van de 0 tot 18-jarigen groeide het zwakst tussen 2000 en 2008.

16

3 http://www.plan.be/admin/uploaded/201107120844080.Rapport_CEV_NL.pdf


ESSOBS : sociale bescherming in België

B. Economische evolutie Om de evolutie van de economische context te schetsen, gebruiken we het bruto binnenlands product (BBP) als indicator. Het BBP is een maatstaf voor de economische activiteit. Het vertegenwoordigt de waarde van alle goederen en diensten die op het grondgebied van een land zijn geproduceerd, verminderd met de waarde van de goederen en diensten die voor de productie ervan zijn aangewend. Deze indicator wordt gebruikt om de uitgaven voor sociale bescherming internationaal te vergelijken. Het gewicht van de sociale bescherming in het BBP geeft dus het deel van het nationaal inkomen weer dat wordt herverdeeld via het socialebeschermingsbeleid. We maken ook gebruik van twee belangrijke begrippen uit de economie: lopende prijzen en constante prijzen. -  Lopende prijzen zijn de prijzen zoals vastgesteld een bepaalde periode, ze worden uitgedrukt in nominale grootheden; -  Constante prijzen zijn de prijzen uitgedrukt in reële grootheden, d.w.z. dat ze zijn aangepast aan prijsstijgingen ten opzichte van een bepaalde basis of referentie (in ons geval is het referentiejaar 2000: indexcijfer van de consumptieprijzen – jaar 2000). Tabel 4 geeft de jaarlijkse evolutie weer van het bruto binnenlands product tegen constante prijzen (basis 2000) tussen 2000 en 2008. Wij baseren ons op het BBP tegen constante prijzen om enkel rekening te houden met de evolutie van de reële productie (of in volume). Een stijging van het BBP die enkel het gevolg is van een prijseffect is immers niet synoniem met groei. Het Belgische BBP steeg significant in 2002, 2004, 2006 en 2007 (met een jaarlijkse groei van meer dan 2%). Voor de andere jaren was deze procentuele variatie lager en tussen 2007 en 2008 (financiële en economische crisis) was ze zelfs negatief. Tussen 2000 en 2008 steeg het BBP van 252,2 tot 286,6 miljard EUR, een groei met 13,61%. In de EU27, bedroeg die groei 18,38% tussen 2000 en 2008.

17


ESSOBS : sociale bescherming in België

Tabel 4: Evolutie van het BBP tegen constante prijzen (basis 2000) in België en in Europa, van 2000 tot 2008 Groeipercentage BBP

2001/2000

2002/2001

2003/2002

2004/2003

2005/2004

2006/2005

2007/2006

2008/2007

EU27

2,07

2,17

1,89

2,55

1,78

3,19

3,17

0,26

2,14

18,38

EU15

2,06

2,02

1,69

2,30

1,68

2,86

2,82

0,00

1,93

16,49

BE

0,94

2,10

1,31

3,02

1,39

2,00

2,43

-0,29

1,61

13,61

DK

0,90

1,00

0,78

3,40

3,84

3,58

1,64

-0,46

1,83

15,55

DE

0,64

0,24

-0,49

0,73

0,09

2,71

2,66

0,28

0,86

7,03

IE

6,84

5,71

3,10

4,75

6,76

6,65

3,30

-7,74

3,67

32,35

EL

4,62

4,32

6,46

4,38

1,71

4,24

3,97

0,52

3,78

34,37

ES

4,45

4,11

4,14

3,73

4,47

4,57

3,63

-0,21

3,61

32,70

FR

2,14

2,42

1,12

2,15

2,15

2,48

2,79

-0,02

1,90

16,24

IT

2,18

0,78

0,34

1,59

0,47

1,15

1,74

-1,72

0,82

6,67

LU

0,59

5,77

5,31

3,80

7,29

9,34

8,13

3,67

5,49

52,95

NL

2,51

0,91

0,19

1,97

2,41

3,04

3,87

2,88

2,22

19,17

AT

0,58

2,28

0,37

2,28

1,95

3,31

3,08

1,50

1,92

16,39

PT

2,04

1,63

-0,84

1,47

0,52

1,19

2,19

-0,76

0,93

7,63

FI

2,90

0,95

1,79

4,23

2,61

3,82

6,20

-0,71

2,72

23,80

SE

1,43

2,55

2,37

3,77

3,01

4,95

4,82

-0,10

2,85

25,09

UK

2,59

3,73

3,96

3,68

1,88

3,02

2,76

-0,19

2,68

23,46

Bron: Eurostat

18

Gemiddelde jaarlijkse groei

Groeipercentage 2008/2000


ESSOBS : sociale bescherming in België

Tabel 5: Evolutie van het BBP tegen lopende prijzen in België en in Europa, van 2000 tot 2008 Groeipercentage BBP

2001/2000

2002/2001

2003/2002

2004/2003

2005/2004

2006/2005

2007/2006

2008/2007

Gemiddelde jaarlijkse groei

Groeipercentage 2008/2000

EU27

4,11

3,78

1,69

4,93

4,28

5,67

5,96

0,79

3,90

35,67

EU15

3,69

3,63

1,79

4,68

3,60

5,25

5,25

-0,18

3,46

31,17

BE

2,86

3,40

2,78

5,48

4,13

5,05

5,32

2,96

4,00

36,79

DK

3,22

2,78

2,04

4,68

5,39

5,59

3,67

2,72

3,76

34,27

DE

2,46

1,42

0,96

2,18

1,42

3,76

4,55

2,01

2,34

20,30

IE

11,54

11,38

7,32

6,67

8,68

9,26

6,78

-4,96

7,08

71,39

EL

7,45

6,96

10,10

7,44

5,16

7,75

7,44

4,50

7,10

72,94

ES

8,00

7,13

7,37

7,42

8,06

8,31

7,04

3,28

7,07

72,65

FR

3,87

3,43

2,99

4,10

3,97

4,66

4,92

2,81

3,84

35,18

IT

4,84

3,73

3,10

4,21

2,73

3,91

4,09

1,40

3,50

31,64

LU

2,60

6,29

7,68

6,28

10,29

12,01

10,53

5,73

7,68

80,18

NL

7,12

3,90

2,52

2,99

4,52

5,22

5,84

4,28

4,55

42,65

AT

2,39

2,99

2,04

4,25

4,64

5,49

5,86

4,07

3,97

36,41

PT

5,61

4,48

2,05

4,06

3,29

4,26

5,28

2,00

3,88

35,51

FI

5,37

3,12

1,31

4,63

3,39

5,30

8,49

2,75

4,29

39,77

SE

3,66

4,05

4,14

4,56

4,07

6,32

6,17

2,80

4,47

41,86

UK

4,64

5,26

5,97

5,55

4,25

5,93

5,76

2,90

5,03

48,03

Bron: Eurostat

19


ESSOBS : sociale bescherming in België

Tabellen 4 en 5 geven de evolutie van het BBP weer, respectievelijk op basis van volume (constante prijzen) en op basis van prijzen (lopende prijzen). Tabel 4 toont ons de reële evolutie van het BBP (de economische groei). De evolutie van het BBP tegen constante prijzen verschilt duidelijk van de evolutie tegen lopende prijzen, wat in het bijzonder aantoont dat de evolutie van de prijzen de werkelijke evolutie van de economie (de economische groei) maskeert.

C. Gevolgen van de demografie en de economische conjunctuur op de sociale bescherming De demografische veranderingen en de economische evolutie hebben een zekere weerslag op de sociale bescherming. De demografische gegevens wijzen ons op een verandering in het evenwicht tussen de leeftijdscategorieën van de bevolking. Zo impliceert de stijging van het geboortecijfer dat er meer kinderbijslag moet worden uitbetaald. De aangroei van de categorie van de 65-jarigen en ouder zal resulteren in een toename van de pensioenuitgaven en van de uitgaven op het vlak van geneeskundige verzorging en zorgbehoevendheid. Bovendien zal een zwakke aangroei van de werkende bevolking in de actieve leeftijd zorgen voor beperkte inkomsten ter financiering van de sociale bescherming. We zullen dan ook onze verbeelding en creativiteit moeten laten werken om ons socialebeschermingssysteem te laten evolueren en tegelijk een goed dekkingsniveau te behouden. In periodes van economische recessie zijn de ondernemingen geneigd om hun personeelsbestand in te krimpen, wat gevolgen heeft voor de sociale zekerheid. Tijdens de laatste financiële en economische crisis speelde de sociale zekerheid zo de rol van economische stabilisator. Een goede economische conjunctuur kan een positief effect hebben op de tewerkstelling, waardoor de werkloosheid kan dalen. Een tewerkstellingscrisis heeft echter gevolgen voor de sociale bescherming (werkloosheid kan aanleiding geven tot sociale uitsluiting en zo leiden tot armoede). In de volgende hoofdstukken kunnen we zien hoe de demografische en economische evoluties zich hebben vertaald in termen van sociale uitgaven (in het bijzonder de evolutie van de functies ouderdom en werkloosheid: hoofdstuk over de sociale prestaties per risico).

20


ESSOBS : sociale bescherming in België

I.3. Evolutie van de uitgaven voor sociale bescherming A. Sociale uitgaven Tabel 6 geeft het belang weer van de sociale uitgaven in de loop van het eerste decennium van de 21e eeuw. In België steeg het aandeel van de uitgaven in het BBP met 10,95%, terwijl het in de EU15 slechts steeg met 1,07%. In landen zoals Spanje, Italië, Griekenland en vooral Ierland steeg het relatieve aandeel van de sociale uitgaven significant. In Duitsland en het Verenigd Koninkrijk daarentegen, daalde het relatieve aandeel van de sociale uitgaven. Aangezien de variaties van het BBP specifiek zijn voor elke lidstaat van de EU en ze verschillende effecten hebben op het relatieve aandeel van de sociale uitgaven, zullen we gebruik maken van de groeipercentages van de uitgaven. Net als voor het BBP, geven we ook in dit hoofdstuk de variaties in de uitgaven weer in constante prijzen (basis 2000) en in lopende prijzen (waardoor we rekening kunnen houden met de volume- en prijseffecten).

21


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Tabel 6: Uitgaven voor sociale bescherming in % van het BBP

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

EU27

26,40

26,57

26,82

27,18

27,04

27,06

26,63

25,74

26,36

-0,15

EU15

26,79

26,98

27,24

27,62

27,54

27,61

27,22

26,37

27,08

1,07

BE

25,47

26,34

26,70

27,43

27,45

27,37

27,11

26,84

28,26

10,95

DK

28,90

29,20

29,70

30,90

30,70

30,20

29,20

28,80

29,70

2,77

DE

29,30

29,50

30,10

30,50

29,80

29,70

28,70

27,70

27,80

-5,12

IE

13,90

14,90

17,20

17,80

18,00

18,10

18,40

18,90

22,10

58,99

EL

23,50

24,30

24,00

23,50

23,60

24,60

24,60

24,50

26,00

10,64

ES

20,30

20,00

20,40

20,70

20,70

20,90

20,90

21,00

22,70

11,82

FR

29,50

29,60

30,40

30,90

31,30

31,40

30,70

30,50

30,80

4,41

IT

24,70

24,90

25,30

25,80

26,00

26,40

26,60

26,70

27,80

12,55

LU

19,60

20,90

21,60

22,10

22,30

21,70

20,40

19,30

20,10

2,55

NL

26,40

26,50

27,60

28,30

28,30

27,90

28,80

28,30

28,40

7,58

AT

28,40

28,80

29,20

29,60

29,30

28,90

28,40

27,90

28,20

-0,70

PT

20,90

21,90

22,90

23,30

23,90

24,60

24,60

24,00

24,30

16,27

FI

25,10

25,00

25,70

26,60

26,70

26,70

26,40

25,40

26,30

4,78

SE

29,90

30,50

31,30

32,20

31,60

31,10

30,30

29,10

29,40

-1,67

UK

26,40

26,80

25,70

25,70

25,90

26,30

26,00

23,30

23,70

-10,23

Bron: Eurostat

22

Variatie-percentage 2008/2000

2000


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Tabel 7a: Groeipercentage van de sociale uitgaven tegen lopende prijzen

2001/2000

2002/2001

2003/2002

2004/2003

2005/2004

2006/2005

2007/2006

2008/2007

Gemiddelde jaarlijkse groei

Groeipercentage 2008/2000

EU27

4,78

4,75

3,07

4,40

4,35

3,99

2,43

3,19

3,87

35,46

EU15

4,42

4,62

3,23

4,37

3,87

3,74

1,96

2,52

3,59

32,57

BE

6,38

4,78

5,61

5,57

3,82

4,04

4,31

8,39

5,36

51,76

DK

4,54

4,73

6,12

3,98

3,58

2,01

2,31

5,74

4,13

38,09

DE

2,89

3,60

2,20

-0,02

1,12

0,16

0,87

2,31

1,64

13,85

IE

19,25

28,62

11,36

8,13

8,89

10,89

9,74

11,47

13,54

172,78

EL

9,86

5,60

7,70

8,12

9,64

7,63

7,02

10,75

8,29

88,96

ES

6,48

9,06

8,82

7,70

9,28

7,88

7,80

11,66

8,58

93,13

FR

4,32

6,14

4,85

5,38

4,25

2,51

3,98

3,83

4,41

41,15

IT

5,83

5,24

5,13

4,94

4,27

4,95

4,41

5,44

5,03

48,03

LU

9,35

9,87

10,45

7,01

7,35

5,56

4,40

10,29

8,04

85,29

NL

7,57

8,13

5,09

3,28

2,74

8,79

4,00

4,81

5,55

53,84

AT

3,82

4,32

3,61

3,13

3,27

3,62

3,76

5,24

3,85

35,23

PT

10,68

8,95

4,02

6,81

6,17

4,29

2,60

3,55

5,88

57,59

FI

5,09

5,97

4,91

4,83

3,55

4,21

4,15

6,48

4,90

46,55

SE

-3,71

7,85

7,72

2,47

0,92

3,71

2,02

-0,21

2,60

22,15

UK

4,20

-0,29

-3,58

8,19

5,06

5,27

-5,72

-9,94

0,40

1,76

Bron: Eurostat

23


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Figuur 2: Groeipercentage van de sociale uitgaven: 2000 tot 2008 (tegen lopende prijzen) 200,00 180,00

172,78

160,00 140,00 Van 2000 tot 2008 stegen de uitgaven voor sociale bescherming tegen lopende prijzen in de EU15 regelmatig (32,57%). De gemiddelde jaarlijkse groei bedroeg 3,59%.

120,00 100,00 88,96

93,13 85,29

Tijdens de beschouwde periode stegen in BelgiĂŤ de uitgaven voor sociale bescherming met 51,76%, van 64 tot 97 miljard EUR tegen lopende prijzen (met een gemiddelde jaarlijkse groei van 5,36%).

80,00 60,00 40,00

51,76 35,46

48,03

46,55

41,15

38,09

32,57

57,59

53,84 35,23

22,15

20,00

13,85 1,76

0,00 EU27

EU15

BE

DK

DE

IE

EL

ES

FR

IT

LU

NL

AT

PT

FI

SE

UK

Bron: FOD Sociale Zekerheid

Uit tabel 7a blijkt voor Ierland een zeer sterke gemiddelde jaarlijkse groei (13,54%), maar ook in Luxemburg (8,04%) en Spanje (8,58%) was er een sterke groei. In Duitsland daarentegen, was de gemiddelde jaarlijkse groei van de uitgaven zwak (1,64%). Het Verenigd Koninkrijk is een atypisch geval, met een zwakke gemiddelde jaarlijkse groei: 0,40% (een toename van de sociale uitgaven met 1,76% tussen 2000 en 2008). We merken een zwakke groei van de sociale uitgaven in de EU tussen 2006 en 2007 (2,43%). De groei is echter versneld in 2008.

24

Meerdere factoren kunnen de evoluties van de uitgaven voor sociale bescherming verklaren: de verschillende sociale beleidsmaatregelen die zijn goedgekeurd, aanpassingen in de sociale prestaties, de kwaliteit van de gegevens, de economische conjunctuur, demografische factoren, enz.


ESSOBS : sociale bescherming in België

Tabel 7b: Groeipercentage van de sociale uitgaven tegen constante prijzen (basis 2000)

2001/2000

2002/2001

2003/2002

2004/2003

2005/2004

2006/2005

2007/2006

2008/2007

Gemiddelde jaarlijkse groei

Groeipercentage 2008/2000

EU27

2,73

3,14

3,27

2,03

1,84

1,55

-0,27

2,65

2,12

18,20

EU15

2,78

2,99

3,13

2,00

1,94

1,39

-0,39

2,70

2,07

17,73

BE

4,40

3,46

4,09

3,11

1,08

1,01

1,45

4,97

2,95

26,05

DK

2,19

2,92

4,81

2,71

2,05

0,07

0,31

2,46

2,19

18,84

DE

1,07

2,40

0,74

-1,43

-0,20

-0,86

-0,95

0,58

0,17

1,29

IE

14,23

22,07

6,98

6,18

6,96

8,25

6,16

8,19

9,88

110,64

EL

6,97

3,00

4,14

5,04

6,04

4,13

3,56

6,53

4,93

46,82

ES

2,98

5,98

5,55

4,00

5,66

4,15

4,37

7,89

5,07

48,45

FR

2,57

5,11

2,95

3,40

2,42

0,39

1,86

0,98

2,46

21,37

IT

3,15

2,25

2,32

2,30

1,98

2,17

2,06

2,19

2,30

19,96

LU

7,21

9,33

8,03

4,52

4,43

3,03

2,14

8,14

5,85

57,29

NL

2,94

5,02

2,71

2,26

0,66

6,54

2,07

3,41

3,20

28,52

AT

1,99

3,60

1,92

1,19

0,62

1,48

1,04

2,64

1,81

15,39

PT

6,93

5,98

1,07

4,14

3,32

1,22

-0,41

0,75

2,88

25,17

FI

2,63

3,74

5,41

4,43

2,76

2,75

1,95

2,90

3,32

29,81

SE

-5,79

6,29

5,88

1,70

-0,11

2,37

0,72

-3,03

1,01

7,71

UK

2,16

-1,73

-5,41

6,28

2,67

2,38

-8,40

-12,65

-1,84

-15,13

Bron: Eurostat

Tabel 7b geeft de reële groei weer van de sociale uitgaven in België en in de EU zonder rekening te houden met de prijseffecten. In België bedroeg de reële groei van de sociale uitgaven 26,05%, met een gemiddelde jaarlijkse groei van 2,95%. In de EU15 bedroeg de reële groei van de sociale uitgaven 17,73%, met een gemiddelde jaarlijkse groei van 2,07%. Het Verenigd Koninkrijk onderscheidt zich met een sterke daling (-15,13%). 25


ESSOBS : sociale bescherming in België

B. Vergelijking tussen de evolutie van het BBP en van de uitgaven voor sociale bescherming Tabel 8a: Variatie van het BBP en van de sociale uitgaven tussen 2000 en 2008 (lopende prijzen)

Variatie 2008/2000

Uitgaven voor sociale bescherming

EU27

35,46

35,67

EU15

32,57

31,17

BE

51,76

36,79

DK

38,09

34,27

DE

13,85

20,30

IE

172,78

71,39

EL

88,96

72,94

ES

93,13

72,65

FR

41,15

35,18

IT

48,03

31,64

LU

85,29

80,18

NL

53,84

42,65

AT

35,23

36,41

PT

57,59

35,51

FI

46,55

39,77

SE

22,15

41,86

UK

1,76

48,03

Bron: Eurostat + FOD Sociale Zekerheid 26

BBP in lopende prijzen

Op basis van tabel 8a kunnen we zien hoe de uitgaven voor sociale bescherming zijn geëvolueerd ten opzichte van het BBP. We stellen vast dat in de meeste lidstaten de sociale uitgaven duidelijk sterker zijn gestegen dan het BBP, met uitzondering van landen als Duitsland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, waar het omgekeerde is gebeurd. Deze verschillende gegevens tonen minstens aan dat de sociale uitgaven vaak afhangen van de beleidsmaatregelen die elk land invoert. Het lijkt dus moeilijk om een rechtstreeks verband te leggen tussen de economische groei en de toename van de sociale uitgaven zonder grondiger analyse. Bovendien kan werkloosheid bijvoorbeeld niet rechtstreeks in verband worden gebracht met economische groei (bv.: inactieve personen kunnen op de arbeidsmarkt komen om een voorgestelde job in te vullen). De oorzaken van de verschillende evoluties van de sociale uitgaven en van de BBP’s kunnen dus enkel structureel zijn en niet conjunctureel.


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Tabel 8b: Variatie van het BBP en van de sociale uitgaven tussen 2000 en 2008 (constante prijzen: basis 2000)

Variatie 2008/2000

Uitgaven voor sociale bescherming

BBP in constante prijzen

EU27

18,20

18,38

EU15

17,73

16,49

BE

26,05

13,61

DK

18,84

15,55

DE

1,29

7,03

IE

110,64

32,35

EL

46,82

34,37

ES

48,45

32,70

FR

21,37

16,24

IT

19,96

6,67

LU

57,29

52,95

NL

28,52

19,17

AT

15,39

16,39

PT

25,17

7,63

FI

29,81

23,80

SE

7,71

25,09

UK

-15,13

23,46

Tabel 8b toont ons dat in de meeste lidstaten de sociale uitgaven sterker zijn gestegen dan het BBP, met uitzondering van landen als Duitsland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk, waar het omgekeerde is gebeurd.

Bron: Eurostat + FOD Sociale Zekerheid

27


ESSOBS : sociale bescherming in België

C. Sociale prestaties per risico (tegen lopende prijzen) In dit punt kunnen we zien hoe de sociale uitgaven voor elke functie zijn geëvolueerd in de tijd.

Tabel 9: Groei van de sociale prestaties tussen 2000 en 2008 (uitgaven tegen lopende prijzen) Ziekte/ Geneeskundige verzorging

Invaliditeit

Ouderdom

Overleving

Gezin/ Kinderen

Werkloosheid

Huisvesting*

Sociale uitsluiting*

EU27

46,68

32,27

33,93

19,93

35,41

15,49

28,16

60,49

EU15

43,65

30,10

30,31

16,52

32,56

15,11

27,46

59,09

BE

73,23

10,25

47,76

24,82

33,14

54,82

836,95

138,44

DK

59,53

75,49

39,48

-15,00

38,79

-36,40

43,57

-2,54

DE

17,37

14,02

19,10

-1,41

6,98

-18,66

117,12

30,77

IE

166,42

178,67

201,51

101,83

190,76

142,31

123,42

165,10

EL

106,78

83,10

72,58

372,87

59,64

54,79

21,91

81,99

ES

102,55

73,99

73,01

65,48

167,39

125,52

100,48

273,54

FR

48,15

45,43

46,67

55,24

32,12

13,81

23,41

41,65

IT

53,96

43,82

43,33

29,17

82,74

68,04

193,33

105,41

LU

87,19

63,06

37,50

479,20

125,25

167,16

204,35

305,13

NL

73,06

16,28

48,26

29,54

125,25

15,88

40,06

95,75

AT

38,09

8,38

43,19

14,99

30,71

38,66

47,00

114,53

PT

46,80

22,33

97,68

72,12

70,87

104,77

33,33

41,64

FI

65,05

33,15

59,25

24,69

35,79

-0,65

66,24

60,67

SE

17,61

39,18

31,55

5,77

40,68

-49,14

-7,79

12,73

UK

31,88

18,27

-11,58

-80,78

7,88

-14,87

-4,34

5,69

Bron: Eurostat

28

* De functies huisvesting en sociale uitsluiting zijn weergegeven ter informatie. Deze functies moeten met de nodige omzichtigheid worden beschouwd, aangezien de verschillen te wijten zijn aan onderbrekingen in reeksen of andere factoren die we niet hebben onderzocht. Voor België bijvoorbeeld bevatten deze gegevens bij het begin van de reeks slechts een gedeelte van de gegevens over huisvesting.


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Tabel 10: Gemiddelde jaarlijkse groei per risico voor 2000-2008 (uitgaven tegen lopende prijzen) Onderstaande tabel bevat een extra kolom met de gemiddelde inflatiepercentages. De gemiddelde inflatiepercentages of geharmoniseerde indexcijfers van de consumptieprijzen (GICP) zijn bedacht om de inflatie van de consumptieprijzen internationaal te kunnen vergelijken.

Ziekte/ Geneeskundige verzorging

Invaliditeit

Ouderdom

Overleving

Gezin/ Kinderen

Werkloosheid

Huisvesting

Sociale uitsluiting

Gemiddeld inflatie percentage 2008/2000

EU27

4,91

3,57

3,72

2,33

3,87

1,93

3,30

6,13

2,29

EU15

4,64

3,36

3,37

1,97

3,60

1,89

3,24

6,02

2,33

BE

7,26

1,75

5,02

2,84

3,66

5,68

35,60

12,36

2,36

DK

6,03

7,31

4,25

-1,98

4,19

-5,05

4,68

-0,13

2,13

DE

2,04

1,67

2,21

-0,17

0,90

-2,34

12,24

4,03

1,81

IE

13,11

13,68

15,42

9,22

14,58

11,92

10,70

13,31

3,47

EL

9,55

7,91

7,16

27,41

6,12

6,01

2,68

7,83

3,43

ES

9,23

7,19

7,10

6,51

13,30

10,96

9,29

18,34

3,33

FR

5,04

4,81

4,91

5,83

3,55

1,83

2,70

4,48

2,07

IT

5,59

4,71

4,61

3,26

7,89

7,04

15,70

10,90

2,50

LU

8,18

6,45

4,58

43,03

11,03

13,45

19,16

26,09

3,07

NL

7,20

1,99

5,06

3,48

10,93

2,45

4,58

9,51

2,43

AT

4,13

1,01

4,59

1,76

3,43

4,37

5,09

10,33

2,06

PT

5,04

2,62

8,92

7,06

7,53

10,50

20,71

6,35

2,99

FI

6,47

3,65

5,99

2,80

3,91

0,00

9,20

6,16

1,84

SE

2,12

4,32

3,56

0,89

4,42

-7,06

-0,97

1,65

1,83

UK

3,79

2,34

-1,26

-12,39

1,10

-1,31

-0,17

2,66

1,81

Bron: Eurostat

29


ESSOBS : sociale bescherming in België

Prestaties gekoppeld aan de functie ziekte/geneeskundige verzorging: In België stegen deze uitgaven tussen 2000 en 2008 met 73,23%, dat is een gemiddelde jaarlijkse groei met 7,26%. In vergelijking met de andere prestaties, wordt het aandeel van de functie ziekte/ geneeskundige verzorging in de Belgische uitgaven voor sociale bescherming steeds groter. In de beschouwde periode zijn niet alleen de aanvullende verzekeringen (hospitalisatieverzekeringen, enz.) voortdurend uitgebreid, maar ook de eerste pijler: in dat opzicht werden de budgettaire problemen van de ziekteverzekering vaak gemediatiseerd, maar er moet ook rekening mee worden gehouden dat de basisdekking is uitgebreid (bv. maximumfactuur, zorgforfait, verbetering van het OMNIO-statuut, chronisch zieken, enz.). Tabel 10 toont ons dat niet alleen in België de gezondheidsuitgaven sterk zijn gestegen. Ook in onder andere Ierland, Griekenland, Spanje, Finland en Luxemburg stegen de gezondheidsuitgaven sterk. Ierland staat op kop met een gemiddelde jaarlijkse groei van 13,11%, terwijl de gemiddelde jaarlijkse groei in de EU15 4,64% bedroeg.

30


ESSOBS : sociale bescherming in België

Figuur 3: Ziekte/Geneeskundige verzorging -uitgaven – gemiddelde jaarlijkse groei: 2000-2008 (tegen lopende prijzen) Figuur 3 geeft de verschillen weer tussen de landen van de EU15 op het vlak van de gemiddelde jaarlijkse groei. 14,00 13,11

12,00

10,00

9,55

9,23 8,18

8,00

7,26

7,20 6,47 6,03

6,00

5,59 4,91

5,04

5,04

4,64 4,13

3,79

4,00

2,12

2,04 2,00

0,00 EU27

EU15

BE

DK

DE

IE

EL

ES

FR

IT

LU

NL

AT

PT

FI

SE

UK

Bron: FOD Sociale Zekerheid 31


ESSOBS : sociale bescherming in België

Prestaties gekoppeld aan de functie ouderdom: Net zoals we bij de functie ziekte/geneeskundige verzorging vaststelden, wordt ook het aandeel van de uitgaven inzake ouderdom in de Belgische en, in het algemeen, in de Europese uitgaven voor sociale bescherming steeds groter. De Belgische uitgaven inzake ouderdom stegen met 47,76% tussen 2000 en 2008, dat is een gemiddelde jaarlijkse groei met 5,03%. De langere levensduur en de toename van de eigen pensioenrechten van vrouwen zijn daar zeker niet vreemd aan, naast de herwaarderingen van bepaalde categorieën van pensioenen (minimumpensioen voor zelfstandigen, verbetering van de IGO, minimumrecht per loopbaanjaar, …). In de EU15 stegen deze uitgaven met 30,31% tussen 2000 en 2008, met een gemiddelde jaarlijkse groei van 3,37%. Ierland vormt een uitzondering, met een groei van 201,51% tussen 2000 en 2008 (deze uitgavenexplosie kan worden verklaard door massale immigratie).

Figuren 3 en 4 geven enkel de evoluties weer van de belangrijkste risico’s, namelijk de functies ouderdom en ziekte/geneeskundige verzorging. In 2008 vertegenwoordigden deze functies op het vlak van de Europese Unie ongeveer 39% van het totaal van de sociale prestaties voor ouderdom en 29% van het totaal van de sociale prestaties voor de functie ziekte/geneeskundige verzorging.

32


ESSOBS : sociale bescherming in België

Figuur 4: Ouderdomsuitgaven – gemiddelde jaarlijkse groei: 2000-2008 (tegen lopende prijzen) 18,00

16,00

15,42

14,00

12,00

10,00

8,92

8,00

7,16

5,99

6,00

4,00

7,10

5,03 3,72

4,91

4,25

4,61

4,58

5,06

4,59 3,56

3,37 2,21

2,00 -1,26

0,00

-2,00

EU27

EU15

BE

DK

DE

IE

EL

ES

FR

IT

LU

NL

AT

PT

FI

SE

UK

-4,00 Bron: FOD Sociale Zekerheid

33


ESSOBS : sociale bescherming in België

Prestaties gekoppeld aan de functie invaliditeit: In tegenstelling tot wat we bij de functie ziekte/geneeskundige verzorging vaststelden, stegen de uitgaven voor de functie invaliditeit slechts licht. Tussen 2000 en 2008 stegen deze uitgaven met 10,25% (een gemiddelde jaarlijkse groei met 1,76%). Net als in België, stegen ook in Nederland, Oostenrijk, Portugal en het Verenigd Koninkrijk de uitgaven inzake invaliditeit slechts licht ten opzichte van het Europese gemiddelde. In Griekenland en Ierland daarentegen stegen de uitgaven inzake invaliditeit sterk, met een groei van respectievelijk 83,10% en 178,67% in de periode 2000-2008 (d.w.z. een gemiddelde jaarlijkse groei met 7,91% en 13,68%).

Prestaties gekoppeld aan de functie gezin/kinderen: Op basis van de cijfers van tabel 9, stellen we vast dat vier landen zich duidelijk onderscheiden van de rest wat de groei van de uitgaven betreft. Het gaat om Ierland, Spanje, Luxemburg en Nederland. De uitgaven van deze landen stegen met respectievelijk 190,76%, 167,39%, 125,25% en 125,25%. In België was er een stijging met 33,14% tussen 2000 en 2008 (32,56% voor de EU15). In ons land gaat deze stijging grotendeels gepaard met de evolutie van de rechtgevende kinderen. Volgens de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers (RKW) is het aantal rechtgevende kinderen tussen 2000 en 2008 gestegen met 5,40% (van 1.830.133 tot 1.929.012).

Prestaties gekoppeld aan de functie werkloosheid: Ten opzichte van de andere functies, stegen de uitgaven inzake werkloosheid slechts licht in Europa. In de EU15 was eer een stijging met 15,11%. In Luxemburg, Ierland, Spanje en Portugal stegen de uitgaven inzake werkloosheid het sterkst, met respectievelijk 167,16%, 142,31%, 125,52% en 104,77%. In België stegen de uitgaven inzake werkloosheid met 54,82% tussen 2000 en 2008. Denemarken, Zweden, Finland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk wisten daarentegen hun uitgaven inzake werkloosheid sterk terug te dringen. De evolutie van de uitgaven inzake werkloosheid is evenwel de meest wisselvallige, aangezien deze uitgaven sterk worden beïnvloed door de economische conjunctuur. Sociale prestaties als rustpensioenen en kinderbijslag zijn gebaseerd op fenomenen die veel stabielere trends vertonen. Omdat in België de werkloosheidsuitkeringen ook gekoppeld zijn aan de lonen, is er over de beschouwde periode niet enkel een nominale groei ingevolge de indexering van de sociale uitkeringen, maar heeft ook de reële groei van de lonen een effect gehad, naast de evolutie van het aantal werklozen, bruggepensioneerden en anderen. In deze functie zijn ook de kosten van de activeringsprogramma’s opgenomen. Samengevat stellen we voor de beschouwde periode (2000 tot 2008), een aanzienlijke stijging vast van de uitgaven met betrekking tot de functies ouderdom en gezin en een sterke stijging van de uitgaven met betrekking tot de functie ziekte. Deze uitgaven zijn samen met de bevolking van de lidstaten van de EU gestegen. 34

4 http://www.rkw.be/Nl/PortalStat/LT/childrendashLT.mht


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

II. Evolutie van de inkomsten voor sociale bescherming in BelgiĂŤ en in de andere landen van de EU15 Tabel 11: Groei van de inkomsten voor sociale bescherming tussen 2000 en 2008 (lopende prijzen)

2001/2000

2002/2001

2003/2002

2004/2003

2005/2004

2006/2005

2007/2006

2008/2007

Gemiddelde jaarlijkse groei

Groeipercentage 2008/2000

EU27

3,81

4,44

2,31

4,73

4,05

3,94

4,85

2,57

3,84

35,12

EU15

3,42

4,31

2,46

4,70

3,53

3,59

4,37

2,05

3,55

32,18

BE

3,00

6,78

1,76

8,28

0,84

4,90

5,19

7,11

4,73

44,42

DK

6,81

3,86

7,15

2,39

4,82

1,31

1,80

5,99

4,27

39,47

DE

1,66

2,81

2,64

0,72

0,28

2,00

1,99

3,10

1,90

16,21

IE

18,80

32,16

10,80

8,33

9,16

11,70

9,79

9,37

13,76

175,92

EL

7,27

6,41

9,33

10,28

6,72

7,62

7,41

11,13

8,27

88,66

ES

6,97

11,52

5,50

7,34

9,36

8,53

7,67

8,56

8,18

87,44

FR

4,88

4,02

3,17

4,28

4,97

4,28

4,21

4,09

4,24

39,38

IT

4,88

5,63

1,79

8,26

2,83

6,32

4,73

3,67

4,76

44,92

LU

12,90

5,36

8,67

4,26

7,85

8,66

6,96

11,59

8,28

88,52

NL

2,40

6,22

8,13

3,49

1,99

5,55

4,72

6,38

4,86

45,96

AT

4,84

3,56

2,98

2,97

3,34

3,75

3,57

5,35

3,80

34,69

PT

7,33

12,38

6,02

13,30

5,10

4,68

3,07

3,39

6,91

69,87

FI

5,98

5,01

2,94

3,55

4,81

5,74

4,70

5,86

4,82

45,73

SE

-2,10

5,24

8,83

3,38

0,11

2,36

6,95

-3,23

2,69

22,94

UK

1,84

0,51

-4,33

6,98

5,63

-0,83

5,15

-10,83

0,52

2,91

Bron: Eurostat

35


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Tabel 12: Type inkomsten en percentage van de totale inkomsten

Inkomsten werkgevers

Inkomsten overheden

Andere inkomsten

2000

2008

2000

2008

2000

2008

2000

2008

EU27

38,52

37,31

22,25

20,41

35,53

38,00

3,70

4,28

EU15

38,47

37,20

22,24

20,38

35,72

38,46

3,56

3,96

BE

45,48

42,94

22,43

21,16

29,10

33,49

3,00

2,41

DK

9,14

11,39

20,30

20,78

63,86

61,75

6,71

6,08

DE

38,25

34,90

27,59

28,21

31,85

34,97

2,31

1,92

IE

25,61

25,83

15,48

15,66

58,56

54,14

0,35

4,36

EL

38,21

32,74

22,57

21,10

29,17

34,64

10,05

11,51

ES

51,76

47,01

16,14

15,04

29,46

36,17

2,64

1,78

FR

45,98

43,76

19,91

20,79

30,35

32,04

3,77

3,41

IT

42,84

40,18

14,90

15,99

40,62

42,25

1,64

1,59

LU

24,73

25,85

23,84

24,13

46,88

46,32

4,55

3,70

NL

29,41

32,36

38,07

34,19

14,38

21,27

18,14

12,18

AT

39,21

38,01

27,15

27,23

32,33

33,23

1,31

1,54

PT

35,57

30,80

17,40

15,31

39,12

44,91

7,91

8,98

FI

37,98

38,40

12,04

11,16

42,94

43,73

7,03

6,71

SE

40,44

37,72

9,41

9,76

45,88

49,58

4,27

2,95

UK

29,89

32,45

22,53

11,40

46,38

49,41

1,20

6,74

Bron: Eurostat

36

Inkomsten beschermde personen


ESSOBS : sociale bescherming in België

Op basis van tabel 11 kunnen we vaststellen dat de inkomsten voor sociale bescherming in België sterker zijn gegroeid dan het Europese gemiddelde. In België zijn de inkomsten tussen 2000 en 2008 gestegen met 44,42%, terwijl ze in de EU15 stegen met 32,18%. Landen als Ierland, Luxemburg, Spanje en Griekenland onderscheiden zich door een sterke stijging van hun inkomsten tijdens de beschouwde periode. In de EU15 kende enkel het Verenigd Koninkrijk slechts een lichte stijging van de sociale inkomsten.

We merken in tabel 12 een aanzienlijke stijging op van de sociale inkomsten afkomstig van de overheden. Deze percentages tonen welke inspanningen de lidstaten hebben geleverd om de houdbaarheid van hun socialebeschermingssystemen te waarborgen. Met name in België is deze stijging onder andere het gevolg van de verhoging van het aandeel van de ‘alternatieve financiering’ in de financiering van de sociale zekerheid, die een zeer belangrijk deel vormt van de sociale bescherming.

37


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

III. Gegevens over de Belgische sociale bescherming en vergelijking met de andere lidstaten van de EU In dit deel stellen we de recentste gegevens over de Belgische sociale bescherming (2009) voor en vergelijken we BelgiĂŤ met bepaalde Europese landen, evenwel op basis van de gegevens voor 2008. Op die manier kunnen we ons land situeren ten opzichte van de buurlanden. De gebruikte cijfers zijn de recentste die door de lidstaten van de EU aan Eurostat zijn bezorgd.

III.1. Gegevens over de Belgische sociale bescherming van 2009 In 2009 bedroeg het Belgische bruto binnenlands product (BBP)5 339,16 miljard EUR (345 miljard in 2008).

A. Inkomsten voor sociale bescherming Tabel 13: Bedragen van de Belgische sociale inkomsten in 2009 In miljoen EUR

In % van het TSI6

Bijdragen werkgevers

43.940,02

12,96

42,69

Bijdragen beschermde personen

21.722,58

6,40

21,10

Bijdragen overheid

34.610,17

10,20

33,62

Andere inkomsten

2.661,40

0,78

2,59

102.934,17

30,35

100,00

Totale inkomsten Bron: FOD Sociale Zekerheid

38

In % van het BBP

5http://www.plan.be/databases/PVar.php?VC=MODRESV&DB=MOD&XT=1&ND=&lang=nl 6 TSI: Totaal van de sociale inkomsten


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Figuur 5: Verdeling van de sociale inkomsten in 2009 (in miljoen EUR)

2.661,40

34.610,17

43.940,02

In 2009 vertegenwoordigden de werkgeversbijdragen 42,69% van de inkomsten voor sociale bescherming in BelgiĂŤ, ofwel het grootste gedeelte. De bijdragen van de overheid en van de beschermde personen vertegenwoordigden respectievelijk 33,62% en 21,10% van de sociale inkomsten. De andere inkomsten vertegenwoordigden 2,59%.

Bijdragen werkgevers Bijdragen beschermde personen Bijdragen overheid Andere inkomsten 21.722,58 Bron: FOD Sociale Zekerheid

39


ESSOBS : sociale bescherming in België

B. Uitgaven voor sociale bescherming Tabel 14: Sociale uitgaven van België in 2009

In miljoen EUR

In % van het BBP

In % van het TSU7

Sociale prestaties

98.433,00

29,02

95,00

Werkingsuitgaven

3.234,31

0,95

3,12

Andere uitgaven

1.944,37

0,57

1,88

103.611,67

30,55

100,00

Totale uitgaven Bron: FOD Sociale Zekerheid

Figuur 6: Verdeling van de sociale uitgaven in 2009 (in miljoen EUR) 120.000,00

100.000,00

98.433,00

80.000,00

60.000,00

40.000,00

20.000,00

0,00 40

Sociale prestaties

7 TSU: Totaal van de sociale uitgaven

3.234,31

1.944,37

Werkingsuitgaven

Andere uitgaven

Tabel 14 toont ons dat de sociale prestaties het grootste deel vormen van de uitgaven voor sociale bescherming. In 2009 vertegenwoordigden ze 95% van de sociale uitgaven. De werkingsuitgaven en de andere uitgaven vertegenwoordigden respectievelijk 3,12% en 1,88% van het totaal van de sociale uitgaven. In 2009 besteedde België 30,55% van zijn BBP aan sociale bescherming, terwijl dat in 2008 28,3% was. Wegens de economische crisis is er sprake van een ‘noemereffect’.


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

C. Sociale prestaties per risico in 2009 Tabel 15: Bedragen van de sociale prestaties per risico Risico's

In miljoen EUR

Ziekte/Geneeskundige verzorging

In % van het BBP

In % van het TSP8

27.801,16

8,20

28,24

Invaliditeit

6.964,24

2,05

7,08

Ouderdom

32.166,45

9,48

32,68

Overleving

7.406,45

2,18

7,52

Gezin/Kinderen

7.581,28

2,24

7,70

13.048,41

3,85

13,26

767,15

0,23

0,78

2.697,85

0,80

2,74

98.433,00

29,02

100,00

Werkloosheid Huisvesting NEGSU9 Totaal

De uitgaven inzake pensioenen (ouderdom en overleving), ziekte/geneeskundige verzorging en invaliditeit wegen zwaar door in de uitgaven voor sociale bescherming. In 2009 vertegenwoordigden ze 75,52% van het totaal van de sociale prestaties (of 21,92% van het BBP).

Bron: FOD Sociale Zekerheid

Figuur 7: Uitgaven per sociaal risico in % van het BBP in 2009 3,85

0,23 0,80 8,20

2,24

2,18

Ziekte

Gezin

Invaliditeit

Werkloosheid

Ouderdom

Huisvesting

Overleving

NEGSU

2,05 9,48 8 TSP: Totaal van de sociale prestaties 9 Niet elders geklasseerde sociale uitsluiting

41


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

D. Types sociale prestaties10 Tabel 16: Prestaties in geld en prestaties in natura In % van het totaal van de sociale prestaties

Figuur 8: Aandeel van de prestaties in geld en in natura (in % van het totaal van de prestaties)

Prestaties in natura

Prestaties in geld

35,00

25,11

3,14

30,00

Invaliditeit

1,68

5,39

Ouderdom

0,53

32,15

Overleving

0,02

7,50

Gezin/Kinderen

1,56

6,14

Werkloosheid

0,20

13,06

Ziekte/Geneeskundige verzorging

Huisvesting

0,78

0,00

NEGSU

0,54

2,20

Totaal

30,42

69,58

0,53

25,11

25,00

20,00 32,15

15,00

0,20

10,00 0,02

0,20

1,56 13,06

Bron: FOD Sociale Zekerheid

5,00 3,14 0,00

In BelgiĂŤ worden de meeste sociale prestaties uitbetaald in geld. In 2009 vertegenwoordigden de prestaties in geld 69,58% van alle prestaties inzake sociale bescherming (39,65% voor de ouderdoms- en overlevingspensioenen en 29,93% voor de andere prestaties in geld). De prestaties in natura vertegenwoordigden 30,42% van het totaal van de prestaties (25,11% voor functie ziekte/geneeskundige verzorging en 5,31% voor de andere prestaties in natura).

42

Ziekte

7,50

13,06

6,14

0,54 0,78

Invaliditeit

Ouderdom

Overleving

Prestaties in natura

Gezin

Werkloosheid Huisvesting

Prestaties in geld

10 - Prestaties in geld zijn prestaties die worden uitbetaald in geld en waarvoor geen bewijs van de daadwerkelijke uitgaven van de gerechtigde wordt vereist; - Prestaties in natura zijn prestaties die worden toegekend in de vorm van goederen of diensten. De terugbetalingen van onze verzekering voor geneeskundige verzorging worden beschouwd als prestaties in natura.

2,20 NEGSU


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

III.2. Vergelijking met de andere EU-lidstaten: gegevens 2008 In dit hoofdstuk maken we gebruik van de cijfers inzake sociale prestaties zoals ze zijn geregistreerd door de lidstaten, zonder enige aftrek van belastingen of andere verplichte inhoudingen die door de rechthebbenden zijn verschuldigd. De gebruikers van de gegevens dienen te weten dat voor bepaalde types van analyses het gebruik van gegevens betreffende brutoprestaties tot foute conclusies kan leiden. De in het kader van de sociale bescherming toegekende prestaties kunnen verschillende vormen aannemen. In het kader van het ESSOBS zijn ze evenwel beperkt tot: - Contante betalingen aan beschermde personen; - Terugbetaling van de door de beschermde personen gemaakte uitgaven; - Rechtstreeks aan de beschermde personen geleverde goederen en diensten. Het gaat dus om rechtstreekse voordelen, in die zin dat ze een rechtstreekse verhoging van het beschikbare inkomen van de gerechtigden tot gevolg hebben.

A. De inkomsten voor sociale bescherming in de EU Voor de leesbaarheid vermelden we niet de gegevens van alle landen waarvoor ‘ESSOBS’-statistieken beschikbaar zijn, maar beperken we ons tot een selectie uit deze landen. De volledige gegevens kunnen worden geraadpleegd op de website van Eurostat (http://circa.europa.eu/Public/irc/dsis/esspros/info/data/esspros_public_data/publication/index.htm).

43


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Tabel 17: Inkomsten voor sociale bescherming per type in % van het BBP en in % van het totaal van de sociale inkomsten (TSI) in 2008

Bijdragen werkgevers

Bijdragen beschermde personen

Bijdragen overheden

Andere inkomsten

Totaal

In % van het BBP

In % van het TSI

In % van het BBP

In % van het TSI

In % van het BBP

In % van het TSI

In % van het BBP

In % van het TSI

In % van het BBP

In miljoen EUR

EU27

10,3

37,3

5,6

20,4

10,5

38,0

1,2

4,3

27,6

3.442.754

EU15

10,5

37,2

5,8

20,4

10,9

38,5

1,1

4,0

28,3

3.259.665

BE

12,4

42,9

6,1

21,2

9,7

33,5

0,7

2,4

28,9

99.653

DK

3,8

11,4

7,0

20,8

20,7

61,7

2,0

6,1

33,5

78.075

DE

10,3

34,9

8,3

28,2

10,3

35,0

0,6

1,9

29,6

734.100

ES

11,1

47,0

3,6

15,0

8,6

36,2

0,4

1,8

23,7

257.909

FR

13,5

43,8

6,4

20,8

9,9

32,0

1,1

3,4

30,9

602.754

IT

11,3

40,2

4,5

16,0

11,9

42,2

0,4

1,6

28,1

440.899

LU

5,9

25,9

5,5

24,1

10,6

46,3

0,8

3,7

22,8

9.032

NL

10,6

32,4

11,2

34,2

7,0

21,3

4,0

12,2

32,9

195.920

FI

11,3

38,4

3,3

11,2

12,9

43,7

2,0

6,7

29,5

54.542

SE

12,4

37,7

3,2

9,8

16,3

49,6

1,0

2,9

32,8

109.585

UK

8,0

32,4

2,8

11,4

12,2

49,4

1,7

6,7

24,7

448.445

Bron: Eurostat

In 2008 waren de sociale bijdragen ( werkgevers en beschermde personen) de belangrijkste financieringsbronnen voor de sociale bescherming in de EU. Die bijdragen vertegenwoordigden gemiddeld 57,7% van de totale inkomsten (15,9% van het BBP). In BelgiĂŤ waren de bijdragen van de werkgevers hoger dan gemiddeld in Europa. Ons land stond op de tweede plaats met 12,4% van het BBP, net na Frankrijk (13,5% van het BBP).

44


ESSOBS : sociale bescherming in België

Figuur 9: Verdeling van de inkomsten voor sociale bescherming in % van het BBP in 2008 35,00 2,0

4,0

1,0

1,1

30,00 1,2

1,1

0,7

0,4

9,9

25,00 10,3

9,7

20,00

2,0

0,6

10,5

0,4

0,8

16,3 12,9

11,9

20,7

10,9

1,7

7,0

8,6 6,4

5,6

12,2

11,2

6,1

15,00

10,6

8,3

5,8

3,2

4,5

3,6

3,3

10,00

2,8

5,5

5,00

10,3

Bijdragen werkgevers

13,5

7,0 12,4

Figuur 9 geeft goed de verschillen weer tussen de landen op het vlak van de financieringsstructuur van de sociale bescherming. Deze verschillen zijn te wijten aan de modellen van de socialebeschermingssystemen. Over het algemeen hebben de noordelijke landen andere financieringssystemen dan de zuidelijke landen (systemen die oorspronkelijk waren gebaseerd op het model van Bismarck of het model van Lord Beveridge, ook al heeft thans geen enkel systeem nog de ‘zuivere’ kenmerken van deze modellen).

10,3

11,1

11,3

10,6

10,5

11,3

12,4

Bijdragen beschermde personen 8,0

5,9

3,8

Bijdragen overheden Andere inkomsten

0,00 EU27

EU15

BE

DK

DE

ES

FR

IT

LU

NL

FI

SE

UK

Source : Eurostat 45


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

B. De uitgaven voor sociale bescherming in de EU Tabel 18 geeft de structuur weer van de uitgaven voor sociale bescherming. Daardoor kunnen we ook zien welk deel van de nationale rijkdom is herverdeeld via de sociale bescherming. Met andere woorden, deze tabel toont de inspanning die is geleverd voor de sociale bescherming. De uitgaven van het Groothertogdom Luxemburg zijn vermeld ter informatie. Door de specifieke situatie van het land, met een BBP dat in belangrijke mate wordt gecreĂŤerd door grensarbeiders, is het moeilijk te vergelijken met de andere Europese landen.

Tabel 18: Structuur van de uitgaven voor sociale bescherming in 2008

Prestaties In miljoen EUR

46

Werkingskosten

In % van het BBP

In miljoen EUR

Andere kosten

In % van het BBP

In miljoen EUR

Totale uitgaven

In % van het BBP

In miljoen EUR

In % van het BBP

EU27

3.160.420

25,3

99.242

0,8

33.394

0,3

3.293.057

26,4

EU15

2.986.438

26,0

95.517

0,8

33.262

0,3

3.115.217

27,1

BE

91.917

26,6

3.117

0,9

2.468

0,7

97.501

28,3

DK

67.332

28,9

1.866

0,8

-

69.197

29,7

DE

661.661

26,7

25.032

1,0

2.053

0,1

688.747

27,8

ES

241.523

22,2

5.261

0,5

354

0,0

247.138

22,7

FR

570.790

29,3

23.753

1,2

4.875

0,3

599.418

30,8

IT

415.396

26,5

11.726

0,7

8.562

0,5

435.684

27,8

LU

7.842

19,8

124

0,3

19

0,0

7.984

20,1

NL

160.144

26,9

7.483

1,3

1.998

0,3

169.625

28,4

FI

47.087

25,5

1.485

0,8

-

-

48.572

26,3

SE

96.125

28,8

1.981

0,6

-

-

98.105

29,4

UK

412.717

22,7

7.195

0,4

0,6

430.584

23,7

Bron: Eurostat

-

10.671


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Figuur 10: Sociale uitgaven in % van het BBP in 2008

23,7

UK

29,4

SE 26,3

FI

28,4

NL 20,1

LU

In 2008 vertegenwoordigden de uitgaven voor sociale bescherming gemiddeld 26,4% van het BBP in de EU27. BelgiĂŤ situeerde zich met 28,3% van zijn BBP op de vijfde plaats, net na Frankrijk, Denemarken, Zweden en Nederland.

27,8

IT

30,8

FR 22,7

ES

27,8

DE DK

29,7 28,3

BE EU15

27,1 26,4

EU27

0,00

5,00

10,00

15,00

20,00

25,00

30,00

35,00

Bron: Eurostat

47


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

C. De sociale prestaties per risico in de EU Tabel 19: Sociale prestaties in % van het BBP in 2008 Om de gegevens van de verschillende landen beter te kunnen vergelijken, maken we gebruik van het BBP, aangezien we proportioneel vergelijken op basis van de nationale rijkdom.

In % van het BBP

Invaliditeit

Ouderdom

Overleving

Gezin/ Kinderen

Werkloosheid

Huisvesting

Sociale uitsluiting

EU27

7,5

2,0

9,9

1,6

2,1

1,3

0,5

0,3

EU15

7,7

2,1

10,1

1,6

2,1

1,4

0,6

0,4

BE

7,6

1,9

8,7

2,1

2,1

3,3

0,2

0,7

DK

6,7

4,4

11,1

-

3,8

1,4

0,7

0,8

DE

8,1

2,1

9,4

2,0

2,8

1,4

0,6

0,2

ES

6,8

1,6

6,8

2,0

1,5

3,0

0,2

0,3

FR

8,7

1,7

11,5

1,9

2,5

1,7

0,8

0,4

IT

7,0

1,6

13,6

2,5

1,3

0,5

-

0,1

LU

5,0

2,3

5,3

1,8

3,9

0,9

0,2

0,4

NL

8,8

2,4

9,5

1,2

1,8

1,0

0,4

1,8

FI

6,8

3,2

8,8

0,9

3,0

1,8

0,4

0,6

SE

7,5

4,3

11,5

0,6

3,0

0,9

0,5

0,6

UK

7,6

2,5

8,8

0,2

1,7

0,6

1,2

0,2

Source : Eurostat

48

Ziekte/ Geneeskundige verzorging


ESSOBS : sociale bescherming in België

Tabel 19 toont ons het gewicht van elke functie in de lidstaten van de Europese Unie. Deze gegevens leren ons onder andere het volgende: -  De uitgaven inzake vergrijzing in ons land waren lager dan het Europese gemiddelde (EU27). De pensioenuitgaven (ouderdom en overleving) bedroegen in België ongeveer 10,8% van het BBP, tegenover 11,5% van het BBP in de volledige EU; -  Wat de uitgaven inzake ziekte/geneeskundige verzorging en invaliditeit (verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen) betreft, situeerde België zich met 9,5% van het BBP op het Europese gemiddelde in 2008; -  De uitgaven inzake gezin/kinderen situeren zich in België en in de Europese Unie op hetzelfde niveau; -  Ons land besteedt minder aan huisvesting dan het Europese gemiddelde, namelijk 0,2% van het BBP tegenover 0,5% van het BBP voor de EU27. De uitgaven inzake huisvesting zijn veel lager dan in het Verenigd Koninkrijk (dat aanzienlijk meer besteedt aan huisvesting dan de andere EU-lidstaten); -  In België zijn de uitgaven inzake werkloosheid veel hoger dan in de andere Europese landen. Dat komt deels door ons systeem van werkloosheidsvergoedingen. In ons land worden de werkloosheidsuitkeringen niet automatisch beperkt in de tijd; -  De uitgaven inzake sociale uitsluiting in België liggen hoger dan het Europese gemiddelde (2,7% van het BBP in België tegenover 1,4% van het BBP in de EU27). Er dient te worden opgemerkt dat in sommige landen de uitgaven voor de andere functies elementen van het sociale vangnet bevatten, terwijl die voor België allemaal in de functie ‘sociale uitsluiting’ zitten.

49


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Figuur 11: Verdeling van de sociale prestaties per risico in % van het BBP in 2008

16,0

14,0

13,6

12,0

10,0

10,1

9,9

9,5

9,4 8,8

8,7

8,7

8,0

11,5

11,5

11,1

8,8

8,8

8,1 7,7

7,5

7,6

7,6

7,5 7,0

6,8 6,8

6,7

6,8

6,0 5,0

4,0 3,3

2,0

1,3

3,0

3,0

2,8 2,1

1,4

1,4

3,0

Ouderdom

2,5

2,1

1,4

Ziekte

3,9

3,8

2,1

5,3

1,7

1,5

1,8 1,3

1,7

0,9

0,9

0,5

1,8 0,9

0,6

Werkloosheid

EU27

Bron: Eurostat

50

Gezin

EU15

BE

DK

DE

ES

FR

IT

LU

NL

FI

SE

UK


ESSOBS : sociale bescherming in BelgiĂŤ

Tabel 20: Sociale prestaties in % van het totaal van de sociale prestaties (TSP) in 2008

Onderstaande tabel geeft het aandeel weer dat elke functie vertegenwoordigt in het totaal van de sociale prestaties.

In % van het TSP

Ziekte/ Geneeskundige verzorging

Invaliditeit

Ouderdom

Overleving

Gezin/ Kinderen

Werkloosheid

Huisvesting

Sociale uitsluiting

EU27

29,7

8,1

39,1

6,2

8,3

5,2

2,1

1,4

EU15

29,8

8,0

38,8

6,2

8,3

5,3

2,1

1,4

BE

28,4

7,1

32,7

7,9

7,8

12,4

0,9

2,8

DK

23,3

15,2

38,4

0,0

13,2

4,8

2,5

2,6

DE

30,5

7,8

35,4

7,6

10,6

5,4

2,2

0,6

ES

30,8

7,2

30,7

8,9

6,8

13,6

0,9

1,2

FR

29,8

6,0

39,4

6,5

8,4

5,8

2,7

1,5

IT

26,4

5,9

51,3

9,4

4,7

1,9

0,1

0,2

LU

25,2

11,5

26,8

9,2

19,8

4,6

0,9

2,0

NL

32,8

8,8

35,4

4,5

6,6

3,8

1,4

6,6

FI

26,8

12,6

34,6

3,4

11,6

7,1

1,7

2,2

SE

26,0

15,1

39,9

1,9

10,4

3,0

1,6

2,1

UK

33,3

11,0

38,9

0,8

7,3

2,5

5,4

0,8

Bron: Eurostat

De uitgaven voor ouderdom vormen in bijna elk land de grootste uitgavenrubriek binnen de sociale zekerheidsuitgaven. Als men daarenboven de uitgaven voor ouderdom en gezondheid optelt, vormt dit voor alle landen (tabel 20) meer dan de helft van de sociale zekerheidsprestaties.

51


ESSOBS : sociale bescherming in België

Lijst van de tabellen

Lijst van de figuren

Tabel 1: Evolutie van de bevolking in de EU (toestand op 1 januari) (In duizenden)

11

Figuur 1: Verdeling van de bevolking per leeftijdscategorie (2008)

Tabel 2: Bevolkingsaandeel per leeftijdscategorie

13

Figuur 2: Groeipercentage van de sociale uitgaven: 2000 tot 2008 (tegen lopende prijzen) 24

Tabel 3: Bevolkingsaangroei per leeftijdscategorie (2000-2008)

15

Figuur 3: Ziekte/Geneeskundige verzorging -uitgaven – gemiddelde jaarlijkse groei:

Tabel 4: Evolutie van het BBP tegen constante prijzen (basis 2000) in België en

in Europa, van 2000 tot 2008

2000-2008 (tegen lopende prijzen)

14

31

18

Figuur 4: Ouderdomsuitgaven – gemiddelde jaarlijkse groei:

Tabel 5: Evolutie van het BBP tegen lopende prijzen in België en in Europa, van 2000 tot 2008

19

Tabel 6: Uitgaven voor sociale bescherming in % van het BBP

22

Figuur 5: Verdeling van de sociale inkomsten in 2009 (in miljoen EUR)

39

Tabel 7a: Groeipercentage van de sociale uitgaven tegen lopende prijzen

23

Figuur 6: Verdeling van de sociale uitgaven in 2009 (in miljoen EUR)

40

Tabel 7b: Groeipercentage van de sociale uitgaven tegen constante prijzen (basis 2000)

25

Figuur 7: Uitgaven per sociaal risico in % van het BBP in 2009

41

Tabel 8a: Variatie van het BBP en van de sociale uitgaven tussen 2000 en 2008 (lopende prijzen)

26

Figuur 8: Aandeel van de prestaties in geld en in natura

Tabel 8b: Variatie van het BBP en van de sociale uitgaven tussen 2000 en 2008

(constante prijzen: basis 2000)

Tabel 9: Groei van de sociale prestaties tussen 2000 en 2008 (uitgaven tegen lopende prijzen)

(uitgaven tegen lopende prijzen) (lopende prijzen)

28

Figuur 10: Sociale uitgaven in % van het BBP in 2008

47

Figuur 11: Verdeling van de sociale prestaties per risico in % van het BBP in 2008

50

29 35

Tabel 12: Type inkomsten en percentage van de totale inkomsten

36

Tabel 13: Bedragen van de Belgische sociale inkomsten in 2009

38

Tabel 14: Sociale uitgaven van België in 2009

40

Tabel 15: Bedragen van de sociale prestaties per risico

41

Tabel 16: Prestaties in geld en prestaties in natura

42

Tabel 17: Inkomsten voor sociale bescherming per type in % van het BBP en in %

van het totaal van de sociale inkomsten (TSI) in 2008

Bibliografie -  Alles wat je altijd al had willen weten over de sociale zekerheid, FOD Sociale Zekerheid, juli 2010. -  Beknopt overzicht van de sociale zekerheid in België, FOD Sociale Zekerheid, 2010. -  Belgische pensioenatlas, Jos Berghman, Annelies Debels, Hugo Vandenplas, Frederik Verleden, Anke Mutsaerts, Hans Peeters & Rika Verpoorten, 2010. -  ESSOBS-handleiding, Eurostat, 2008.

44

Tabel 18: Structuur van de uitgaven voor sociale bescherming in 2008

46

Tabel 19: Sociale prestaties in % van het BBP in 2008

48

Tabel 20: Sociale prestaties in % van het totaal van de sociale prestaties (TSP) in 2008

51

52

42

Figuur 9: Verdeling van de inkomsten voor sociale bescherming in % van het BBP in 2008 45

Tabel 11: Groei van de inkomsten voor sociale bescherming tussen 2000 en 2008

(in % van het totaal van de prestaties)

33

27

Tabel 10: Gemiddelde jaarlijkse groei per risico voor 2000-2008

2000-2008 (tegen lopende prijzen)

-  Les transformations du système belge de sécurité sociale, Pierre Reman, 21 août 2004. -  Socialezekerheidsrecht, Willy van Eeckhoutte, 2000.


ESSOBS : sociale bescherming in België

Websites http://circa.europa.eu/Public/irc/dsis/esspros/info/data/esspros_public_data/publication/index.htm http://circa.europa.eu/Public/irc/dsis/esspros/library?l=/4_publications/esspros_manual_1996/ks-ra-07-027-en/_FR_1.0_&a=d http://economie.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/ http://statbel.fgov.be/nl/binaries/Structuur%20v.%20d.%20bevolking%20per%20leeftijd%20en%20geslacht%20-%20BE%20-%20Per%20jaar_final_tcm325-114592.xls http://statbel.fgov.be/nl/binaries/Evolutie%201830-2008_tcm325-102321.xls http://economie.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/sterfte_leven/tafels/ http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/population/data/database http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/government_finance_statistics/data/database http://epp.eurostat.ec.europa.eu/tgm/table.do?tab=table&language=fr&pcode=tsieb060&tableSelection=1&footnotes=yes&labeling=labels&plugin=1 http://www.rkw.be/Nl/PortalStat/LT/childrendashLT.mht http://www.plan.be/databases/PVar.php?VC=MODRESV&DB=MOD&XT=1&ND=&lang=nl http://www.plan.be/admin/uploaded/201107120844080.Rapport_CEV_NL.pdf

Afkortingen BBP: Bruto binnenlands product. ESSOBS: Europees systeem van geïntegreerde statistieken voor de sociale bescherming. EUROSTAT: Statistisch bureau van de Europese Unie. FOD: Federale Overheidsdienst GICP: geharmoniseerd indexcijfer van de consumptieprijzen. EU: Europese Unie. EU15: De 15 landen van de Europese Unie vóór 1/5/2004

(België, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Griekenland, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland,

Oostenrijk, Portugal, Finland, Denemarken, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.

EU27: De 27 landen van de Europese Unie (EU 15 + Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen,

Hongarije, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije, Bulgarije en Roemenië).

AT: Oostenrijk. BE: België. DE: Duitsland. DK: Denemarken. EL: Griekenland. ES: Spanje. FI: Finland. FR: Frankrijk. IE: Ierland. IT: Italië. LU: Luxemburg. PT: Portugal. NL: Nederland. SE: Zweden. UK: Verenigd Koninkrijk.

53


Sociale bescherming in BelgiĂŤ:

ESSOBS data 2009



Š 2011 FOD Sociale Zekerheid Administratief Centrum Kruidtuin Finance Tower Kruidtuinlaan 50, bus 115 1000 Brussel www.socialsecurity.fgov.be dg-soc@minsoc.fed.be dg-strat@minsoc.fed.be Verantwoordelijke uitgevers Jan Bertels & Tom Auwers Redactie Christel Nuyens, Dirk Moens & Michel Mingiedi Eindredactie DG Sociaal Beleid & DG Beleidsondersteuning Vertaling Vertaaldienst Opmaak Dienst Communicatie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.