Portret van: Niels Honig

Voorzitter Raad van Bestuur, Niels Honig

Sinds 1 juli 2023 is Niels Honig voorzitter Raad van Bestuur van Franciscus. Honig kijkt ernaar uit om samen met alle collega's en regionale partners de zorgsector en het topklinische Franciscus verder te ontwikkelen. Zijn uitdaging: ‘Hoe houd je de zorg ook in de toekomst voor iedereen toegankelijk?’

‘Ik ben 42 jaar, getrouwd en heb 3 tienerkinderen. Ik ben begonnen als verpleegkundige voordat ik de stap zette naar management- en bestuursfuncties. Ik startte in 2020 als lid Raad van Bestuur bij Franciscus en nam het voorzittersstokje dit jaar over van collega-bestuurder Marjolein Tasche. De zorg staat voor een flink aantal uitdagingen. Samen met mijn collega’s draag ik graag mijn steentje bij aan het creëren van de beste zorg voor iedereen!’

‘Als topklinisch opleidingsziekenhuis hebben wij veel aandacht voor opleiden en onderzoek. Onze professionals blijven een leven lang leren. Opleidingen en trainingen moeten daarom nog aantrekkelijker worden. Binnen Franciscus leiden wij op alle niveaus op. Dat doen wij samen met de andere zorgorganisaties en met de scholen en opleidingsinstanties in de regio. Werken in de zorg is misschien wel het mooiste werk dat er is. Ik wil meer mensen stimuleren om de stap te zetten naar werken in de zorg.’

‘Ik vind het belangrijk dat wij collega’s zoveel mogelijk betrekken bij de ontwikkelingen in het ziekenhuis. Bijvoorbeeld over hoe wij de zorg beter kunnen organiseren, over verbouwingen en nieuwbouw, maar ook over de werkomstandigheden. Ook de ideeën van patiënten zijn heel erg waardevol.. Binnen Franciscus hebben wij een actieve Cliëntenraad. Door middel van gesprekken en online vragenlijsten vertegenwoordigen zij op veel onderwerpen de stem van onze patiënten. Als je ziek bent (geweest), weet je vaak goed wat je nodig hebt. Daarom is het belangrijk dat wij goed naar elkaar luisteren.

‘Afgelopen jaren zien wij een snelle ontwikkeling van digitale mogelijkheden, ook in de zorg. Bijvoorbeeld consulten via de telefoon of met beeldbellen, zodat patiënten niet onnodig naar het ziekenhuis hoeven te komen. Die ontwikkeling is nog niet ten einde. Ik ben van mening dat o.a. digitale mogelijkheden ons kunnen helpen in het goed én toegankelijk houden van de zorg. Het is zeker niet zo dat alle patiënten van het ziekenhuis al voldoende digitaal vaardig zijn. Daar proberen wij zo goed mogelijk rekening mee te houden en ondersteuning te bieden.’