Gabriele
Een kleine attentie voor jou:
Laat Niet los!
Gegeven door Gabriële, de profetes en afgezante van God
Oktober 2020
© Gabriele-Verlag Das Wort GmbH
Max-Braun-Str. 2, 97828 Marktheidenfeld, Duitsland
Tel. 0049 (0)9391 504135, Fax 0049 (0)9391 504133
www.gabriele-publishing.com
Best. nr. G328nl
Originele Duitse titel: «Lass nicht los!»
Alle rechten voorbehouden
Uit het Duits vertaald met toestemming van de uitgever
Voor alle vragen betreffende de betekenis van de inhoud is de Duitse originele uitgave doorslaggevend
Druk: KlarDruck GmbH, Marktheidenfeld
Laat niet los!
Veel mensen zijn getraumatiseerd, als ze het woord „God“ horen. Deze boodschap „Laat niet los!“ heeft met de god van de kerkelijke instituties niets te maken, niets met de god van de kerken, die in kunstzinnig gecreëerde ruimtes intrek zou hebben genomen, die als het ware gebedshelpers nodig heeft, om via de door de kerkelijk-institutionele heiligspreking de aangelegenheden van de mensen af te smeken. Daarin te geloven betekent echter, blinde blindenleiders aan te hangen, want de leer van Jezus van Nazareth zegt iets heel anders, namelijk, dat alles, wat Jezus onderwees, zin heeft. Hij leerde ons het Onzevader en leerde, dat de mens in gebed met God, zijn, onze Vader, zeer goed samenspraak houden kan.
In het Onzevader heeft Jezus van Nazareth ons mensen God, onze hemelse Vader, bijgebracht, tot wie wij direct kunnen en behoren te bidden, zonder kerkelijke bemiddelaars. Juist het
Onzevader is voor heldere denkers constructief, wanneer men in een hogere intelligentie gelooft en men van het Onzevader geen gebedsmantra maakt, het niet zonder gevoel en eerbied voor de Al-Ene aframmelt.
God, ons alles Vader, leidde de mensen niet in stenen tempels, want Hij sprak reeds door Zijn profeet Jesaja: „De hemel is Mijn troon en de aarde de voetbank voor Mijn voeten. Wat zou dat voor een huis zijn, dat jullie Mij zouden kunnen bouwen?“
De vrije Geest, de Geest der waarheid, leeft dus niet in stenen kerken. Jezus, de Christus, leidde ons tot onszelf, met de inhoudelijke woorden dat de mens de tempel van God is en God in de mens woont.
Zijn aanwijzing op het stille kamertje, om in de stilte tot God te bidden, onze hemelse Vader, die in ons woont, geeft kracht in moeilijkheden, in zorgen en nood, want in het stille gebed ligt kracht en bijstand.
Jezus sprak: „ … Ga in je kamer als je bidt en sluit de deur; bid dan tot je Vader, die in het verborgene is. Je Vader, die ook het verborgene ziet, zal het je vergelden.“
Wie zich oriënteert aan de leer van Jezus van Nazareth, begrijpt het thema: „Laat niet los“, wat o.a. zegt, zich aan de leer van Jezus van Nazareth te oriënteren.
„Laat niet los!“ – dat zijn drie woorden, in ons hart gesproken. Zij hebben een zeer diepgaande betekenis voor mensen, die geloven in een hogere macht die in ons woont, die in overvloed kracht, hulp en bijstand kan schenken.
„Laat niet los!“ – betekent: houdt je vast aan Degene, die in jou, in ons allen woont: de vrije Geest van de liefde.
Laat niet los! Bid tot Hem in het stille kamertje, bid tot Hem in moeilijke tijden, juist, als je aan het vertwijfelen bent.
„Laat niet los“ draagt ertoe bij, het innerlijke evenwicht te vinden, rust en harmonie te verkrijgen, waardoor wij mogen beleven, dat God aanwezig is.
Laat niet los! Bid tot God, om met onzuivere gevoelens en gedachten overweg te kunnen. Bid tot God in vertwijfeling, ziekte en nood. Bid tot God, om vrede, vrijheid en verwezenlijking te bereiken. Laat niet los!
Laat niet los! Bid tot God in jou om nieuwe orientering te bereiken in gevoelens en gedachten. Bid tot God om inzicht, overzicht, vrijheid en een blij gemoed.
Laat niet los! God is het licht. Zijn licht wil je beschijnen!
Laat niet los! Hou je vast aan de eeuwige macht in jou, want jij bent de tempel van God, en God in jou is de eeuwige bron van eeuwig leven.
Laat niet los! Blijf bij God, ook als je door twijfels wordt geplaagd. Hou je ondanks alles aan Hem vast, want Hij geeft kracht en staat je bij. Laat niet los, want ergens komt er een lichtje op je toe!
Laat niet los – ook als het lijkt alsof je door allen wordt verlaten. Wees ervan overtuigd: Iemand is bij jou, Iemand kent jou, Iemand houdt van je ware wezen. Iemand geeft je kracht en geeft je moed. Het is de Geest van jouw, onze hemelse Vader in jou, in ons allen. Daarom: laat niet los!
Laat niet los! Bid ook als je gebeden geen diepgang hebben. Bid, laat niet los! Laat niet los! Bid om goedheid en begrip tegenover je medemensen. Bid erom, in het negatieve het positieve te vinden, want alles heeft twee kanten.
Laat niet los! Bid in stilte, in afgezonderdheid, want Jezus van Nazareth leerde ons, wat men
altijd weer in het bewustzijn zou moeten roepen:
„
… ga in je kamer, als je bidt en sluit de deur; dan bid tot je Vader, die in het verborgene is. Je Vader die ook het verborgene ziet, zal het je vergelden.“
Laat niet los, om goedheid en vrede steeds meer te ontwikkelen. Dat moet echter niet betekenen, dat wat klaarblijkelijk gevaarlijk, onzuiver en zelfs schadelijk is, niet aan te spreken – het zou evenwel moeten gebeuren met begrip, welwillendheid en tolerantie, want wie inzicht bereikt heeft, weet, dat in al het negatieve ook het positieve is. Daarom: laat niet los, blijf rustig en erken: het is belangrijk om, voordat je spreekt, eerst te overleggen en te meten, om dan datgene te zeggen of te doen, wat van betekenis is en wat de ander, de medemens, op dat moment kan opnemen.
„Laat niet los“ betekent, vooral in gesprekken met anderen fijngevoelig te zijn, opdat ook in moeilijkheden, problemen en zorgen, samen met anderen oplossingen gevonden kunnen worden – ten eerste, wat het persoonlijke betreft, ten tweede, om te helpen. Het zou winst zijn voor allen als het zou lukken de naaste bij te staan, zodat ook hij, zover hij dat wenst, persoonlijke oplossingen kan vinden.
Elke dag zouden we onze eigen leerling moeten zijn om te leren wat de dag ons te zeggen heeft, en dat dit alles boodschappen zijn van de dag, die inhouden hebben, want alles, maar dan ook alles berust op zenden en ontvangen.
Wat de dag brengt is dus een boodschap, een zending aan ons, want het is onze dag, de dag van ieder persoonlijk. Als we bewust willen horen en beleven, wat ons betreft, dan zouden we onze „dagelijkse post“ moeten openen, wat wil zeggen; na te gaan wat de inhoud van de
boodschap betekent. In elke boodschap van de dag is het antwoord, maar eveneens de oplossing, ook als wij door tweeden of derden worden aangesproken of horen, wat over anderen wordt gezegd. Wat ons daarbij beweegt en ons eventueel opwindt, is dat een boodschap aan ons, dat wil ons iets zeggen.
Ter herhaling: de inhoud van gevoelens, gedachten en woorden van ieder persoonlijk zijn boodschappen, is een zendpotentieel. Men
vraagt zich af: wie ontvangt ons zendingspotentieel en dat van anderen? Ieder mens ontvangt wat hij uitzendt; dat is zijn frequentie, zijn golflengte.
Elke dag zou men zich de vraag moeten
stellen: wat zend ik uit? Wat is de inhoud van mijn gevoelens, gewaarwordingen, gedachten en woorden? Wie zend ik dit daarmee? Wat
zou het kunnen zijn wat ik met mijn uitgezonden gevoelens en gedachten bij anderen ver-
sterk en wat zenden deze weer terug, dat ik weer ontvang? Want dat zou weer bij mij in mijn gevoelens en gedachten versterkt worden, omdat gelijke golflengten zich met gelijke frequenties verbinden. Men vraagt zich af: wie kan ik iets zenden en wie ontvangt de boodschap? Ieder mens ontvangt wat hij uitzendt en dat op dezelfde golflengte. Daarom let op! Elke dag is jouw dag. Wat zend je uit en wat ontvang je?
Wie heeft dat niet nu en dan beleefd, dat plotseling gedachten in ons zijn en wij ons afvragen: „Wat moet dat?“ In plaats van ze te ontsleutelen om een antwoord en een oplossing daarin te vinden, denken, denken en denken wij vaak in dezelfde of soortgelijke richting verder.
Het komt helemaal op onszelf aan, op ieder van ons, hoe onze gevoels- en denkwijzen zijn. Is onze geaardheid, zijn onze programma‘s negatief, dan zullen wij ook dienovereenkomstig
negatiefs ontvangen. Is ons zendpotentieel positief, dan zullen we ook positiefs ontvangen. Het komt dus helemaal op onszelf aan, niet op dat wat onze naaste denkt, wat hij uitzendt.
„Laat niet los“ wil ons aansporen, ons af te stemmen op de Heelalzender, God, de hoogste Intelligentie, de machtigste kracht in ons. De Heelalzender, God, weet alle dingen. Laten we ons op Hem afstemmen, door ons geleidelijk in alles wat wij denken, spreken en doen, te oriënteren op de wetmatigheden van het leven!
Wij kunnen bijvoorbeeld de geboden van God door Mozes en de leer van Jezus van Nazareth, vooral Zijn Bergrede, tot maatstaf nemen; dan zullen wij postitiefs zenden en positiefs ontvangen, waarin hulp en oplossing is, want Hij, die in ons woont, de Christus Gods, is altijd aanwezig om ons te dienen en ons te helpem. Daarom: laat niet los!
Laat niet los in nood, moeilijkheden, problemen en zorgen.
Laat niet los – ook niet, als je vandaag vertwijfeld en neergeslagen bent en denkt, allen, maar dan ook allen, zouden je hebben verlaten. Je kunt erop vertrouwen: Iemand verlaat je nooit: – de Eeuwige, God in jou, die de liefde is.
Daarom: laat niet los! Laat niet los, omdat in alles de positieve kracht is, de kracht van God. In elke situatie helpt de machtige Heelalzender van de liefde, God. Daarom: laat niet los!
Wij zouden ons moeten aanwennen om vaker over energie na te denken, want alles, maar dan ook alles berust op energie. Daarom de vraag aan onszelf: hoeveel energie heeft mijn zendpotentieel? Want overeenkomstig is zijn reikwijdte.
Een verdere vraag, die wij ons zouden kunnen stellen: wat zend ik uit en wat zullen anderen van mij ontvangen, die ik met mijn zendvolume kan bereiken en wat zullen deze terugzenden, dat ik zal ontvangen?
Laten we bedenken: het is niet ongevaarlijk, wat wij, ieder persoonlijk van ons, dagelijks aan boodschappen uitzenden. Ooit komen deze energieën op ons terug. Ook op deze manier kan een causaliteit, zelfs een causaliteitsketen van oorzaak en gevolg, van zaad en oogst, zich opbouwen.
Neemt bijv. een ander onze negatieve boodschap op, of zelfs meerderen, die op dezelfde golflengte zenden en ontvangen – en versterken wij daardoor het tegenstrijdige van hem, dat hij dan verder denkt en denkt, in zichzelf beweegt, en op basis daarvan eventueel een handeling begaat, die in strijd is met de goede zeden – dan zijn wij met het gedeelte van onze
gezonden boodschap, die hem daartoe heeft verleid, aan hem gebonden. Daarom opgelet: het negatieve trekt het negatieve aan en versterkt het. Het positieve trekt het positieve aan en versterkt zich eveneens.
Zoals gezegd: alles, maar dan ook alles, komt weer op ons terug, zowel het negatieve als het positieve.
Wat ieder van ons van zijn leven maakt, beslist iedereen zelf. Of we wenden ons tot de Heelalzender, God in ons, en vinden in de dagelijkse situaties een positieve oplossing en brengen ons negatieve in het reine, waardoor wij dan meer en meer positieve kracht ontvangen, of wij laten een verkeerde ontwikkeling toe.
Wie bij negatieve gevoelens, gedachten en spreken verblijft, accepteert daarmee, negatiefs te ontvangen. Met recht kan men zeggen: ieder smeedt zijn eigen geluk.
Niet voor niets gaf God ons door Mozes de geboden. Niet voor niets was de zoon van God in Jezus van Nazareth bij ons mensen, om ons de positieve boodschap van het leven te brengen, die als levensconcept in de Bergrede staat. Wij worden door de geboden van God en de leer van Jezus van Nazareth verzocht om ons te oriënteren aan de Heelalzender, de eeuwig vrije Geest, want alleen van de vrije Geest, de ware God, komt hulp, zodat wij kunnen inzien wat wij, ieder persoonlijk, behoren te leren, om hogere waarden te ontvangen, die van betekenis zijn. Zij geven ons aanwijzingen, hoe wij in de omgang met onze medemensen of in verschillende dagelijkse gebeurtenissen positieve oplossingen kunnen vinden, die een verdere ontwikkeling in zich bergen.
De machtige Heelalzender God, sluit het leven van de dieren- en plantenwereld mee in; de hele aarde is vervuld van Zijn boodschap.
„Laat niet los“ betekent dus, onder alles, wat op ons mensen toekomt, eerst eens rustig te blijven, om zich af te stemmen op de Heelalzender God, die alleen de hulp is – en dat in elke situatie.
God, de Geest van onze hemelse Vader, die alle dingen weet, wil ons bijstaan en helpen – echter vaak niet zoals wij het graag zouden hebben. Hij, de machtige Geest, weet, wat op de eerste plaats goed is voor de ziel en dan gedenkt Hij de mens.
Voor degene, die wil leren om hogere waarden te bereiken, om zijn zendpotentieel om te programmeren op het postieve en op Gods wil, kan zich o.a. ook oriënteren aan zijn zenuwstelsel. Want wie zich opwindt, zodra hij
onrustig wordt, kan er zeker van zijn, dat in zijn fysieke lichaam een boodschap is aangeko-
men. Dat betekent, dat wij onze gevoelens en gedachten zouden moeten analyseren, om te constateren wat de inhoud van de boodschap aan ons is. Zouden we een nieuwe oriëntering in ons leven willen nastreven, dan zouden we ons een zogenaamde omprogrammering van onze denkwijze moeten voornemen.
Bij elke nieuwe oriëntering, die onvermijdelijk een omprogrammering tot gevolg heeft, zouden we ons op de eerste plaats moeten bezinnen op de Heelalzender God. Wie met de kracht van de Allerhoogste hogere waarden nastreeft, zal zeer spoedig merken, dat dan, wanneer een verkeerde boodschap in onze gevoelswereld wil binnen dringen, de boodschap komt:
„Laat niet los! Ik, de Al-liefde en Wijsheid, sta je bij. Herken je zendpotentieel en breng het verkeerde in het reine.
Stem je af op een hoger energetisch zendvolume om van de zenderrijkdom te ontvangen, die
Ik Ben, de Heelalzender, de alomtegenwoordige Geest, God.“
Ieder mens, als hij wil en zijn dagen benut om in de dagelijkse situationen te leren, om zichzelf een nieuwe oriëntering te geven, zal mettertijd beleven, dat in hem de wens gaat leven, door de eeuwige Bron te worden geleid, die goedheid, consideratie, bijstand en hulp schenkt. Dat betekent echter ook, om in het dagelijkse leven discipline te beoefenen, met zijn krachten spaarzaam om te gaan om hogere, dus positieve krachten te bereiken, die overeenkomstige positieve boodschappen in zich hebben.
Nogmaals: of de gedragswijze van de mens positief of negatief is, alles, maar dan ook alles, bepaalt ieder mens zelf door zijn voelen, denken, spreken en handelen.
Daarom steeds weer de roep ter dagelijkse
nieuwe oriëntering: laat niet los! Want de positieve Heelal-intelligentie woont in jou.
Wij mensen denken of zeggen al te snel, de ander draagt aan dit of dat onopgeloste probleem of aan een of andere onaangename situatie de schuld. Zelden zoekt de mens zijn eigen negatieve aandeel. Als we ons zouden bezinnen en eerst eens overleggen, voordat we iets zeggen, merken we al gauw, dat ook wij een aandeel hebben aan wat afgehandeld moet worden.
De woorden „Laat niet los!“ kunnen ertoe leiden, dat wij mettertijd sensitiever worden en tot onszelf komen in het actieve bewustzijn: ik laat niet los, omdat de Heelalzender, God, de liefde, goedheid en hulp in mij zendt en ik de grote genade uit het heelal mag ontvangen.
Wat te doen om met de positieve krachten in verbinding te komen, ja, ze te ontvangen? De enige werkzame maatregel is de omprogrammering van ons zendpotentieel. De nieuwe programmering heet daadwerkelijk de inhoud van de Tien Geboden van God en de Bergrede van Jezus te doorgronden.
Ter nieuwe oriëntering van ons leven zouden wij de Tien Geboden Gods en de Bergrede van Jezus niet gewoon moeten lezen, zoals men een ander boek leest of even doorbladert. Een nieuwe oriëntering vereist, de diepte van de geboden van God en de Bergrede van Jezus te begrijpen en tevens ons denken, spreken en doen tegenover de inhoud van de geboden te plaatsen. Want alleen zo zullen we zelf ervaren wat wij ieder ogenblik denken en hoe wij ons zendpotentieel kunnen verbeteren.
De massa der mensen denkt er nauwelijks over na, wat zij zo dagelijks uitzenden en overeenkomstig ontvangen. De tegenwoordige wereld lijkt op een kruitvat, waarbij het kruit het agressiepotentieel van veel mensen is. Wanneer de agressiviteit het zendepotentieel is, wat kan dan anders op de mensheid toekomen dan wederom agressiviteit? Waar gaat het heen, als hetzelfde en iets dergelijks steeds weer wordt uitgezonden? In deze situaties kan een
vechtpartij ontstaan, eveneens diefstal, oorlogen, moord en doodslag. Het is dus niet ongevaarlijk om uit te zenden wat aan een negatief potentieel in onze gedachten ligt. Inmiddels is bekend, dat ook gedachten energieën zijn, die van ons uitgaan en tenslotte weer in ons binnengaan.
Zeg a.j.b. niet te snel: „Mijn gedachten zijn grotendeels in orde.“ Vergissen we ons echter niet! Nu en dan bedriegt de schijn. Dat wordt ons pas duidelijk als we onze gedachten observeren, wat daarachter of daaronder afloopt. Men doet het vaak lichtzinnig af als slechts een gevoel of sentimentaliteit – wat evenwel ook energie is, die meetelt. Mettertijd wordt de mens nu eenmaal tot dat wat hij uitzendt. Dat is dan zijn karakterbeeld, dat zich in sommige situaties verbergt.
Daarom staat iedereen elke dag voor de vraag: laat ik los – of laat ik niet los? De enige zekerheid is in elk geval de Heelalzender, de Heel-
al-intelligentie, die wij in het avondland God noemen. Zoals gezegd: ieder van ons bepaalt zijn aardse leven zelf, want iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn denken, spreken en handelen. Daarom telkens weer de roep: stem je af op de Heelalzender, God, en programmeer je levensprogramma‘s volgens hetgeen God ons door Mozes schonk en Jezus in Zijn leer, vooral in de Bergrede.
Menigeen heeft vastgesteld, dat er nauwelijks
hulp van buiten bestaat. Ooit zal iedereen inzien: ware hulp, die bijstand en troost brengt, komt alleen van God, de Heelalzender, de Gods- en naastenliefde, die in ons zendt, in de oerbasis van elke ziel, dus in ieder mens.
Denk wijs na over religies, die God, de Eeuwige, als een straffende en tuchtigende God propageren. In waarheid echter straffen zij zichzelf; zij zelf tuchtigen zich door hun negatief denken, door hun negatief zenden, hun negatief ontvangen, dat eventueel aanzet om het verkeerde, dat wat tegen Gods wil is, te doen.
Laten we niet uit ons bewustzijn: de ware, eeuwige Zender is goedheid, liefde, barmhartigheid, hulp in elke situatie; het is de vrije, eeuwige Geest, die in de oerbasis van elke ziel zendt.
Alleen diegene ontvangt uit de bron van het eeuwige Zijn van de vrije Geest, die zich op God oriënteert en zijn zendfrequentie overeenkomstig afstemt.
Meningeen vraagt zich af, waar de zend- en ontvangstfrequentie zich bevindt bij de mens.
Het zend- en ontvangststation zijn bij ieder mens de hersenen. De inhoud van onze gevoelens, gewaarwordingen, denken, spreken en handelen geven wij in de hersenen in. De
inhoud van ons voelen, gewaarworden, denken, spreken en handelen slaan we dus op in onze zender, de hersenen.
De opslag in de hersenen zijn als radio- en televiesieprogramma‘s, want wij slaan overwegend in beelden op. Dat is dan ook onze golflengte. Onze hersenen geven hun programmering aan zijn, dus ons fysieke lichaam door en bovendien aan onze ziel. Daaruit ontwikkelt zich – zoals gezegd – ons karakter, ontwikkelen zich onze karaktereigenschappen, die het fysieke lichaam kenmerken. Dat is dan het verschijningsbeeld van de mens.
Laten we aannemen dat de mens vandaag zou sterven – dan zou dat voor de ziel, die haar lichaam heeft verlaten, vandaag dezelfde zijn. Na het overlijden van de mens is de ziel wat zij als mens was. Of je vandaag een eenvoudig mens bent of met titels en middelen versierd, direct na je dood ben jij, de mens, dan ziel, zonder titels en middelen, uitsluitend ziel en niets anders. Daarom is iedere dag in ons
aardse bestaan van betekenis. Want zoals de boom valt, blijft hij liggen. En ieder ogenblik is beslissend, omdat ieder mens elk moment zendt en ontvangt.
Laten we er nog eens over nadenken, om ons in te prenten wat voor ieder van ons belangrijk is: hoe vaker wij dezelfde of gelijksoortige programma‘s uitzenden, destemeer worden gelijksoortige energieën in onze hersenen en in ons lichaam gepotentieerd. Hetzelfde neemt ook onze ziel, het fijnstoffelijke lichaam, op.
Ter herhaling: zoals op een voormiddag onze programma‘s luiden, zo blijven ze, wanneer plotseling ons lichaam bijv. in de namiddag sterft. De ziel is dezelfde zoals de mens was.
Ook de boom, die vandaag werd geveld, behoudt dezelfde soort. Denken we dus niet, dat wij eens – als wij gestorven zijn – een ander zouden zijn. Geen ziel kan van deze wereld iets meenemen. Haar enige reisbagage zijn de
programma‘s, die haar toenmalige mens haar heeft opgezadeld.
Wij zouden onszelf steeds vaker de vraag moeten stellen: wie ben ik vandaag? Wie zal ik morgen zijn? Veel mensen zijn van mening dat er geen morgen is; zij zouden in de genen van hun kinderen en kleinkinderen verder le-
ven. Men zou zich behoren af te vragen of de genen, die materieel zijn, zo beslissend zijn?
Want het zou toch niet fair zijn om wat wij mensen ons vandaag aan programma‘s hebben opgezadeld, onze kinderen en kleinkinderen mee te geven, die het dan te dragen en eventueel op te lossen hebben. Na ons overlijden zijn wij zielen, zoals gezegd, zoals de boom valt, blijft hij liggen. Daarom zouden we de dagen moeten benutten in het bewustzijn: wie ben ik? En wie zal ik morgen zijn? Want niemand weet, wanneer de boom valt.
„Laat niet los“ betekent, zich elke dag meer af te stemmen op de Heelalzender God, die ons door Mozes de geboden gaf en door Jezus de Bergrede.
Geef nooit op! Ga ook in moeilijke situaties in gebed. Vraag om hulp!
Geloof in de machtige kracht, die je wil bijstaan.
Ervaar je eventueel vandaag geen hulp, misschien ook morgen niet – ooit komt er toch een sprankje hoop, een lichtje op je toe, dat in jou aankomt. Het is de Geest, die je roept, het is de liefde van God, die je beroert. In dit lichtje is hoop en vertrouwen.
Doof het kleine vlammetje niet uit – laat niet los, bid!
Laat niet los! In jou is het eeuwige leven en het eeuwige leven is liefde, goedheid, hulp,
bijstand; het is altijd aanwezig, het is God, de Al-Ene.
Blijf niet in de menselijke gevarenzone! Beslis voor het volhouden in het rustige bewustzijn: ergens vandaan komt er een lichtje op je toe, dat hoop, vertrouwen, hulp en bijstand schenkt.
Hou het motto in je vast: laat niet los! Laat niet los, hoe donker de dag ook is, hoe somber de uren zijn, die vaak hopeloos schijnen. Bid in gebed om vertrouwen, laat het lichtje in je schijnen.
Geloof in de machtige kracht! Bid tot haar! Neem, als je wilt, de Tien Geboden en de Bergrede van Jezus ter hand – lees daarin!
Laat de Geboden of de Bergrede in je naklinken en plotseling komt er een woord in je op, dat tot je spreekt.
Hou je daaraan vast. Laat dit woord niet los! Het is het lichtje, een klein vlammetje, dat hulp en bijstand brengt – zover je over je verkeerde gedrag nadenkt en hun aandeel aan het donkere, troosteloze oplost, en dat met de kracht van de Christus Gods. Al gauw zul je inzien, dat de eenvoudige woorden „laat niet los“ een schat uit de hemelen zijn.
• Het eeuwige woord. Uittreksels uit het grote openbaringsboek: „Dit is Mijn woord. A & Ω.“
• God in ons. Door Gabriële.
• Woorden des levens. Uittreksels uit de omvattende Christus-openbaring: „Oorzaak en ontstaan van alle ziekten“.
• Jezus en de dieren.
• Uittreksels uit het boek „De rehabilitatie van de Christus Gods“: ‚De misdaad van de kerk aan kinderen‘. En: ‚Verachting en onderdrukking van de vrouw.‘