Dit is Mijn woord. Alpha & Omega

Page 1

Dit is Mijn woord

A

& Ω

Het evangelie van Jezus

De Christus-openbaring, die inmiddels de ware christenen over de hele wereld kennen

Uittreksels uit het boek:

Uittreksels uit het

goddelijke openbaringswerk:

Dit is Mijn woord A & Ω

Het evangelie van Jezus. De Christus-openbaring, die inmiddels de ware christenen

over de hele wereld kennen

Maart 2023

© Gabriele-Verlag Das Wort GmbH

Max-Braun-Str. 2, 97828 Marktheidenfeld, Duitsland

Tel. 0049 (0)9391 504135, Fax 0049 (0)9391 504133

www.gabriele-publishing.com

Best. nr. G326nl

Originele Duitse titel: «Das ist Mein Wort»

Alle rechten voorbehouden

Uit het Duits vertaald met toestemming van de uitgever

Voor alle vragen betreffende de betekenis van de inhoud is de Duitse originele uitgave doorslaggevend

Druk: KlarDruck GmbH, Marktheidenfeld

R

Ter inleiding

Tweeduizend jaar geleden kondigde Jezus van Nazareth aan: “Als … de Geest der waarheid komt, zal Hij jullie in alle waarheid leiden.” Dit gebeurde en gebeurt nu door Gabriële, de profetes en afgezante van God voor onze tijd.

In Zijn grote openbaringswerk “Dit is Mijn woord. Alfa en Omega. Het evangelie van Jezus. De Christusopenbaring, die inmiddels de ware christenen over de hele wereld kennen”, verklaart Christus zelf gedetailleerd en omvattend de waarheid over Zijn leven en de leer van de Nazarener. Hij verbetert, wat onjuist werd geleerd, brengt ons bij, wat tot nu toe verzwegen werd, en veel, veel meer dan dat –de „zuivere waarheid“, zoals Hij het als Jezus reeds had beloofd.

Hier vindt u enkele uittreksels uit het werk van bijna duizend bladzijden

„Dit is Mijn woord“.

1

Jezus van Nazareth leerde en leefde de wetten van God

... Ik, Christus, kwam in Jezus tot de mensen en werd de mensenzoon. Ik kwam, om de mensen de weg te wijzen uit zonde en slavernij. Als Jezus van Nazareth onderwees Ik de wetten van God en leefde ze de mensen voor ...

Ik leerde de mensen elkaar lief te hebben, de dieren lief te hebben, de natuur te achten, de aarde als moeder te erkennen, in wiens schoot de mensenkinderen leven en werken.

Ik leerde de mensen de gelijkheid, de vrijheid, de eenheid, de broederschap en de gerechtigheid … (blz. 387)

Wie Jezus de Christus navolgt, is een wegwijzer voor velen

... En zij kozen er twee, Barsabas en Matthias, en zij baden en spraken: “O God, Jij, die de harten van alle mensen kent, laat ons zien, welke van de twee Jij hebt uitverkoren, om

2

aan het apostelschap deel te nemen, waaruit

Jij Jouw dienaar Petrus hebt verheven, om ons te leiden.“ Ik, Christus, verklaar, verbeter en verdiep het woord:

Ik heb geen mens verheven over de Mijnen te waken ...

Tot allen, die Mij navolgden – en ook tot Petrus, die Mij vroeg wie de leiding zou moeten hebben – sprak Ik onder andere met woorden van de volgende strekking: wie onder jullie de grootste is, zou de geringste moeten zijn, en wie het meeste aan licht en kracht gegeven kan worden vanwege zijn leven in de liefde van God, die zal een wegwijzer zijn voor velen, tot de liefde Gods. Ik heb jullie allen uitverkoren, om dragers van het licht te zijn …

Want wie zich verheft en laat vereren, leeft niet in Mijn Geest; hij zal vernederd worden … (blz. 1077)

3
K

De farizeeën spraken kwaad over de goede werken van Jezus van Nazareth ... zie, toen brachten zij een mens naar Hem toe, die stom was en bezeten door een demon. En toen de demon uitgedreven was, sprak de stomme. En het volk was verwonderd en sprak: “Zoiets werd nog nooit gezien in Israël.“ De farizeeën* zeiden echter: “Hij drijft de duivels uit door de overste van de duivels.“

Ik, Christus verklaar, verbeter en verdiep het woord:

Als Jezus van Nazareth werkte Ik daar, waar Mijn Vader Mij plaatste. Veel mensen kon Ik door de macht van de Vader verzachting en genezing brengen en hen ook tot inzicht leiden door het levende woord.

Niet ieder mens, die tot Mij kwam, kon Ik helpen en dienen. Velen legde Ik de hand op en werden niet gezond.

* Note vertaler: farizeeën waren schriftgeleerden van de Joodse wetgeving

4

Ook niet iedere donkere kracht, die Ik in de mens aansprak, week uit hem. Want de wet des levens luidt: volgens je geloof wordt je gegeven! En: zondig voortaan niet meer!

Ook nu nog gebruiken de farizeeërs dezelfde lasterlijke taal als toen Ik als Jezus van Nazareth over de aarde ging … Veel farizeeërs, die een kerkelijk gewaad dragen, zijn ervan overtuigd, in geloofskwesties deskundig te zijn. Zij betichten hun naasten ervan, satanisch of „des duivels” te zijn, omdat zij deze zelf met hun leven en denken min of meer dienen … (blz. 264-266)

Het avondmaal

... En toen allen plaatsgenomen hadden, sprak Hij tot hen: “Zo vaak jullie je verzamelen in Mijn naam, houd dit offer tot Mijn gedachtenis, bereid het brood van het eeuwige leven en de wijn van de eeuwige verlossing en eet en drink ervan met een rein hart, en jullie zullen de substantie en het leven van God, dat in Mij woont, ontvangen.” (blz. 872)

5

Ik, Christus verklaar, verbeter en verdiep het woord:

Brood en wijn dienden slechts als symbool voor de offergave van Mijn lichaam en Mijn bloed. Jullie moeten daaruit echter geen ceremonie maken, maar Mij altijd gedenken in al jullie gevoelens, gedachten, woorden en handelingen.

Ook als jullie de gaven des levens tot jullie nemen, die jullie door God gegeven zijn uit de schoot van moeder aarde, gedenkt in dank de Eeuwige en gedenkt ook Mijn verlossersdaad. En als jullie dit met een oprecht hart doen, zal niet alleen jullie aardse lichaam de geestelijke substantie, het geestelijke leven, ontvangen, maar ook jullie ziel ... (blz. 872)

... Als Jezus van Nazareth bad Ik veel tot God, Mijn Vader, en hield samenspraak met Hem. Tot Hem, de Eeuwige, bad Ik om zegen voor het laatste avondmaal met de Mijnen.

Ik sprak tot hen met woorden van de volgende strekking: wat Ik nu doe, doe dat voortaan tot Mijn gedachtenis. Het voedsel

6

is voor het lichaam. Ik reik het jullie aan als symbool voor de innerlijke bemoediging … (blz. 862-863) Het lijden en sterven van Jezus van Nazareth

… Waarom is Jezus zo vaak ontkomen aan Zijn achtervolgers en waarom niet in deze nacht? (blz. 877)

De duisternis had tot nu toe geen macht over Mij, omdat Mijn geestelijke lichaam smetteloos was en is. Zij kregen pas de macht Mij te grijpen, toen Ik Mij met de schuld uit het geslacht David en uit andere geslachten had omhuld en daardoor zichtbaar werd voor de duisternis … (blz. 890)

De duisternis belasterde, bespotte en doodde Mijn aardse lichaam; maar wat zij daarmee wilde bereiken, bereikten zij niet, namelijk: Mij door twijfel aan God van Hem te scheiden. Ik bleef in Mijn Vader en de Vader bleef in Mij.

Op deze wijze verheerlijkte Ik de Vader in Mij. En zo kwam de heerlijkheid van de Vader

7

als het licht van de verlossing in deze wereld, door Mij, de Christus. En niemand kan dit licht van de wereld uitblussen. Het heeft zich in alle zielen en mensen ingeboren – zelfs in de donkerste demon. Of hij het wil weten of niet: ook hij heeft van Mij het verlosserslicht ontvangen … (922-923)

… Ook al waste hij (Pilatus) zijn handen in onschuld, hij heeft zich toch schuldig gemaakt. Ofschoon hij overtuigd was van Mijn onschuld, leverde hij Mij, de onschuldige, over. Pilatus doorstond de proef niet, want hij gaf orders in strijd met zijn overtuiging. Het innerlijke inzicht baat weinig, als de mens niet doet, wat hij heeft ingezien … (blz.907)

Pilatus toonde zijn zwakte. Hij had angst voor het volk, want hij wilde zijn positie in de wereld behouden. Ook het gedrag van Pilatus was en is een symbool voor velen. Degene, die op de wereld is gericht, is afhankelijk van de massa, om in deze wereld zijn macht en positie te behouden. Daarvoor offert hij zijn naaste, om zijn aanzien te handhaven en zijn uiterlijke macht te bewaren. (blz. 916)

8

Details uit de leer van Jezus, de Christus Jezus trok naar Jeruzalem en kwam een kameel tegen met een zware last hout. De kameel kon haar niet de berg opslepen en de drijver sloeg en mishandelde hem op een wrede manier, maar kon het dier niet van zijn plaats krijgen.

En toen Jezus dit zag, sprak Hij tot hem: „Waarom sla je je broeder?“ En de man antwoordde: „Ik wist niet dat het mijn broeder was. Is het niet een lastdier en gemaakt om mij te dienen?“

En Jezus sprak: „Heeft niet dezelfde God van dezelfde stof dit dier geschapen en jouw kinderen, die je dienen, en hebben jullie niet beiden dezelfde adem van God ontvangen?“

En de man was zeer verbaasd over deze woorden. Hij hield op de kameel te slaan en bevrijdde hem van een deel van zijn last. Zo ging de kameel de berg op en Jezus ging hem voor en hij bleef niet meer staan tot aan het einde van zijn dagreis.

9

De kameel herkende Jezus, want hij had de liefde Gods in Hem gevoeld. En de man wilde meer weten van de leer, en Jezus onderwees hem graag en hij werd Zijn volgeling.

Ik, Christus verklaar, verbeter en verdiep het woord:

… Als Jezus van Nazareth sprak Ik tot veel mensen over de wet des levens, zo ook over de dieren, die evenals de mensen pijn, leed en vreugde voelen. Zoals de mens niet tegen maar vóór zijn naaste dient te zijn, zo moet hij ook vóór de dieren zijn en jegens hen verantwoordelijkheid dragen … Steeds weer leerde Ik de mensen, dat ook de dieren schepselen van God zijn, die de mens niet moet minachten, maar liefhebben. Wie hen slaat en kwelt, zal eens aan zijn ziel en aan zijn lichaam hetzelfde of iets dergelijks ervaren … (blz. 449-450)

10
K

En enkelen van de oudsten en schriftgeleerden van de tempel kwamen tot Hem en spraken: „Waarom leren Jouw discipelen de mensen, dat het tegen de wet is om het vlees van dieren te eten, omdat ze toch volgens bevel van Mozes als offer gebracht worden?...“

Ik, Christus verklaar, verbeter en verdiep het woord:

Mozes heeft het offeren van dieren niet bevolen, noch goedgekeurd. Hij greep echter niet in de satanische wil van diegenen in, die vlees wilden eten. Hij leerde en onderwees hen, dat zowel het verteren alsook het offeren van dieren zonde is …

Erken: ieder dier wordt gewaar en voelt wat de mens met hem van plan is.

In de tijdsomwenteling, waarin ik de inhoud van dit boek verklaar, verbeter en verdiep, heeft de meedogenloosheid tegenover de dieren- en plantenwereld een onvoorstelbare omvang bereikt. De dieren en de planten lijden onder de willekeur van de mensen. Veel mensen hebben niet alleen geen achting meer

11

voor hun eigen leven, maar ook niet voor de hele schepping. Als gevolg van de menselijke gedragingen zijn bijvoorbeeld de magneetstromen gestoord. Veel dieren kunnen zich daardoor niet oriënteren, vooral de trekvogels, die naar warmere landen vliegen. Door de verontreiniging van rivieren, meren en zeeën, alsook de aardatmosfeer, sterven veel dier- en plantensoorten uit ... (blz. 622-623)

Voel daarom de verbinding met ieder creatuur en met alle stenen en planten en bescherm het leven, dat jullie is toevertrouwd! … Slacht nooit een dier voor jullie persoonlijk gebruik. Zie, de natuur, het leven van de schepping, zorgt voor jullie. De vruchten van het veld, de tuinen en de bossen zouden genoeg voor jullie moeten zijn. En vertrap nooit moedwillig leven, noch dat van dieren, noch van planten … (blz. 196)

12
K

Gebruik geen geweld

en hoedt jullie voor het vergieten van bloed

… Het huis van God, de tempel van de heilige Geest zijn het menselijke lichaam en de ziel; de ziel is uit God en woont in het menselijke lichaam. Diep in de ziel is Gods liefde, wijsheid en gerechtigheid. God woont dus in de ziel. Dientengevolge zijn ziel en lichaam van de mens de tempel van God. Wie dus in het huis uit vlees en bloed inbreekt, doordat hij mensen geweld aandoet, hen onderdrukt, als slaven behandelt of zelfs doodt, zondigt tegen de heilige Geest …

Houd dus jullie handen en jullie ziel rein –niet alleen van diefstal en roof, maar gebruik vooral geen geweld – zij het tegen mensen of dieren – en hoed jullie ervoor hun bloed te vergieten ... (blz. 498)

De wet van oorzaak en gevolg

… De eeuwige, alomvattende, universele wet, de wet van de hemelen, is onomstotelijk. Het is de wet van al het reine Zijn.

13

Door de val ontstond de wet van oorzaak en gevolg en deze kan slechts worden opgelost door de verwezenlijking van de eeuwige wetten. Ze kan echter niet worden ontlopen ...

De wet van zaad en oogst heeft zolang geldigheid, tot al het tegenstrijdige is goedgemaakt en in positieve energie is omgezet en elk wezen weer in God leeft, uit wie het voortkwam ... (blz. 307)

... God heeft alle geestwezens en ook alle zielen en mensen de vrije wil gegeven. Daarom bezit ieder mens de vrije wil: hij kan de wetten van de vrijheid en van het leven aannemen en verwezenlijken – of ze minachten en ook tegenstrijdig handelen ...

Het goede zaad brengt een goede oogst, het slechte zaad een slechte oogst. Ieder mens kan vrij kiezen, welk zaad hij zaait: goed, minder goed of slecht zaad. De daaruit voortkomende vruchten oogst iedereen zelf –en niet zijn naaste; iedereen oogst alleen de vruchten van zijn eigen zaad.

14

Veel mensen, die de gevolgen van hun oorzaken te dragen hebben, weten niet, dat het de vruchten van hun eigen zaad zijn en zijn daarom van mening, dat de toorn van God hen heeft getroffen.

God is liefde en Hij wordt niet toornig. God neem de mens zijn last af, echter alleen als deze ze berouwt, ze aan Hem overgeeft, het weer goedmaakt en ze niet meer doet ...

(blz. 429-430)

De leer van de eeuwige verdoemenis is een bespotting van God

En enkele van de farizeeën kwamen naderbij en vroegen aan Jezus “Hoe zei Je, dat God de wereld zal verdoemen? “En Jezus antwoordde en sprak: “Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij Zijn eniggeboren zoon heeft gegeven en in de wereld heeft gezonden, opdat allen, die in Hem geloven, niet verloren gaan, maar het eeuwige leven hebben …”

15

Ik, Christus, verklaar, verbeter en verdiep het woord:

... God verdoemt niet! De mens echter, die tegen de goddelijke wet denkt, spreekt en handelt, begeeft zich in zijn eigen gerecht en noemt dit verdoemenis … Je hoeft echter je hemelse Vader niet te vrezen, want Hij heeft je lief! Vrees eerder je menselijke gedachten, je woorden en je tegenstrijdige handelen; want zij kunnen je in een langdurige “verdoemenis” leiden. God is liefde! Vrees God dus

niet ... (blz. 140-141)

... De hel is geen plaats, maar de toestand van een ziel, die zich aan het tegenstrijdige, aan de “vorst der duisternis“ heeft overgegeven. (blz. 178)

Treurt niet over jullie doden

Wie treurt over de doden is nog ver van het eeuwige leven, omdat hij de dood als het einde van het leven ziet …

Het tijdelijke, het leven in het lichaam, is niet het leven van de ziel. De ziel heeft

16

slechts voor een kort tijdsbestek het lichaam aangenomen om in het tijdelijke datgene in orde te maken en te delgen, wat zij zich in verschillende incarnaties heeft opgelegd. De aarde is slechts als een doorgangsstation te beschouwen … (blz. 346)

Over de Gods- en naastenliefde

… Erken: wie tegen zijn naaste is, om welke reden dan ook, is tegen God. Wie tegen God is staat niet in de waarheid, in de vervulling van de wet van God, de liefde … (blz. 972)

… Wie zijn naaste niet aan- en opneemt, omdat hij vooroordelen tegen hem heeft, hem verwerpt, omlaaghaalt of zelfs haat, die schouwt de Vader niet, noch kent hij Mij, de Zoon van de Vader, Christus – en ook niet zijn naaste en zichzelf. Want ook in hem woont de Geest van de eeuwige Vader, die hij in zijn naaste niet aanneemt … (blz. 608)

… “Je zult een ander niet aandoen, wat jij niet wilt, dat hij jou aandoet“ wil zeggen: let op ieder ogenblik in je aardse leven. Dan heb je inzicht in je gevoels- en gedachtewereld en

17

kun je jouw menselijkheid tijdig aan Mij, de Christus, overgeven, voordat je jouw naaste dat aandoet, wat weer op jou terugvalt. Wat jij je naaste aandoet, dat doe je ook Mij, de Christus, aan – en jezelf …

Je dient dus je naaste te achten en voor hem doen, wat overeenstemt met de eeuwige wet – echter niet hetgeen hij onwetmatig van jou verkrijgt … (blz. 472)

Erken: verlang niet van je medemensen, wat je zelf niet bereid bent te geven. Als je van je naaste iets verwacht, dat hij voor jou moet doen, stel jezelf dan de vraag: waarom doe ik het niet zelf? … Wat je van je naaste verlangt, bezit je zelf niet in je hart ... (blz. 369)

… Wie zijn naaste doodt, vernietigt daarmee een tempel van God. De ziel van de gedode heeft dan in haar aardse lichaam niet meer de mogelijkheid, datgene af te dragen – of ook datgene te volbrengen – wat haar in dit aardse bestaan was opgedragen.

18

… Wie zijn naaste, de tempel van God, doodt of laat doden, zal hetzelfde of iets dergelijks ervaren. De angsten, het leed, de schrik en de dood zullen ook over hem komen. In zijn stervensuur zal hij geen rust kennen, want de ziel, wier aardse lichaam hij gedood heeft en die hem nog niet heeft vergeven, zal voor hem staan … (blz. 597)

… Wie zich door zijn medemensen laat ringeloren, wie dus doet, wat anderen zeggen, hoewel hij inziet dat dit niet zijn weg is, die wórdt geleefd en leeft aan zijn eigenlijke aardse bestaan voorbij. Wie zijn medemensen bindt, doordat hij hen zijn wil oplegt, is te vergelijken met een vampier, die de energie van zijn medemensen opzuigt … (blz. 349-350)

Het vergeven en de bede om vergeving maken de mens vrij en de ziel licht.

Wie vergeeft, om het even hoe vaak zijn naaste zich tegenover hem heeft schuldiggemaakt en schuldig maakt, die belast zijn ziel niet en houdt ook zijn lichaam vrij van belasting

19
K

Het oordeel van de rechter luidt: met dezelfde maat, waarmee jij meet, zul ook jij gemeten worden. Dat betekent: de maat van je tegenstrijdige gevoelens, gedachten, woorden en handelingen is je rechter – echter niet God. (blz. 679)

... Vergeef en je zult vergeving ontvangen. Als je om vergeving vraagt en je naaste je vergeeft, dan heeft ook je Vader in de hemel je vergeven. Maar als je om vergeving vraagt en je naaste vergeeft je nog niet, omdat hij daartoe nog niet bereid is, dan zal ook je eeuwige Vader jou niet vergeven. ... Als je om vergeving hebt gevraagd en je naaste nog niet bereid is je te vergeven, dan zal Gods genade zich in je versterken, je omhullen en dragen – Hij zal echter niet van je afnemen, wat nog niet in het reine is gebracht .... (blz. 343)

20
K

De letter is dood, de Waarheid maakt vrij

... De trouw aan de letter geeft uitsluitsel over de ontrouw tegenover God. De mens, die de Wetten van God niet verwezenlijkt, houdt zich daarom vast aan de letter. Dit lettergetrouwe denken heeft de wereld in een chaos gestort. Dat geschiedde te allen tijde en op alle plaatsen en het gebeurt ook in de huidige tijd ... (blz. 542)

Wie het woord van God vervult, is het ook gegeven de wereld het woord van God te verkondigen en te onderwijzen. Wie echter het woord van God niet zelf verwezenlijkt heeft, moge liever zwijgen. Want wie alleen over het woord van God spreekt, belast zijn ziel. Hij zondigt tegen het Heilige Woord, tegen God. Wie Gods woord alleen predikt en onderwijst, zonder het te hebben verwezenlijkt, diens woorden gaan niet in het hart van de naasten ... (blz. 869)

... De mens zal de aan hem geopenbaarde facetten van de Eeuwige Waarheid zolang met zijn verstand beschouwen en beoordelen,

21

tot hij dat, wat hij op een bepaald ogenblik inziet, stap voor stap verwezenlijkt. Dan eerst zal hij in staat zijn, een hogere waarheid te ontvangen … (blz. 988-989)

Het juiste bidden

Als je bidt, trek je dan in een stille kamer terug en verzink in je innerlijk, want binnen in jou woont de Geest van de Vader, wiens tempel je bent …

Erken: wanneer je in het gebed God aanspreekt en in je leven niet waarmaakt waar je om hebt gebeden, wanneer dus je gebeden slechts een voorstelling zijn van je eigen ik en niet uit de diepte van je ziel komen, noch bezield zijn door de liefde tot God, dan zondig je tegen de Heilige Geest ... (blz. 333)

De weg naar binnen

naar het hart van God

Ik ... verkondigde als Jezus van Nazareth

het Evangelie van de Liefde, dat vrij maakt. Ik

22

verkondig het weer als Christus door hen, die Gods wil vervullen. Op de weg naar het innerlijk, die Ik de Mijnen gebracht heb en breng, kan iedereen Mij vinden ... (blz. 148)

... Erken: in de Eeuwige Wet bestaat geen dwang. God, de Eeuwige, heeft al Zijn kinderen de vrije wil gegeven. Wie vrij beslist, heeft met de vrije keuze de kracht voor wat het ware christendom kenmerkt: gelijkheid, vrijheid, eenheid, broederschap en gerechtigheid. Elke dwang komt voort uit de wet van oorzaak en gevolg, die ook valwet wordt genoemd. Het is de mens geboden, zijn geestelijke weg vrij te kiezen. Ik, Christus, bood en biedt de weg aan naar het hart van God, maar Ik dwing geen mens, die ook te gaan ...

Sommige zogenaamde christelijke godsdiensten dwingen hun gelovigen tot het doopsel met water. Reeds kleine kinderen, wier vrije wil nog niet ontwikkeld is en die daarom ook nog niet zelf kunnen beslissen, worden door het doopsel met water tot lidmaatschap van een kerk gedwongen ... (blz. 305-306)

23

De geleefde Bergrede is de Innerlijke Weg naar het hart van God. Wat de mens niet onbaatzuchtig doet, doet hij voor zichzelf. Onbaatzuchtigheid is liefde tot God. Eigenbelang is menselijke liefde. Wie aan zijn naaste alleen goed doet, als deze hem daarvoor dankt en zijn goede daden roemt, heeft het niet voor zijn naaste gedaan, maar voor zichzelf. Dank en lof zijn dan zijn loon. Daarmee is hij al beloond en zal van God geen loon meer ontvangen. Alleen onbaatzuchtigheid wordt door God beloond ... De eerste stap daarheen is de gedachtencontrole: zet in de plaats van egoïstische, negatieve, piekerende of hartstochtelijke gedachten, positieve, hulpvaardige, blije, edele gedachten en gedachten aan het goede in de mens en in alles, wat je ontmoet ...

(blz. 331)

Innerlijke en uiterlijke rijkdom

Wie alleen bedacht is op zijn persoonlijke welzijn, bespeurt de roofvogel nog niet, die zijn vleugels al heeft gespreid om het nest te vernietigen en de rijkdom weg te halen, die

24

de rijke, de bouwer van het nest, zijn persoonlijke eigendom noemt.

Wie echter eerst naar het Koninkrijk van Gods streeft, verzamelt innerlijke waarden, innerlijke schatten ... Wie in zijn innerlijk Koninkrijk is, zal in het uiterlijke geen gebrek lijden. Maar wie in het uiterlijke rijk is en rijkdom vergaart, zal eens gebrek lijden … (blz. 353)

Ieder mens is een kind van God en behoort niet in bedelaarskleed over de aarde te gaan. De mens behoort echter ook niet in luxe en rijkdom te zwelgen en zijn medemensen te laten werken, opdat het alleen hem goed gaat. Want ieder mens zou het gebod „bid en werk“ moeten vervullen. Iedere arbeider is zijn loon waard. Wie rechtschapen werkt, is ook rechtvaardig tegenover zijn naaste ... (blz. 585)

Bid en werk

... Erken: volgens de wetten van de Eeuwige komt eenieder, die zich onbaatzuchtig aan het gebod „bid en werk” houdt, hetzelfde toe; want God geeft iedereen wat hij nodig heeft

25

en meer dan dat. Zolang echter nog niet alle mensen zich aan dit gebod houden, zijn er op aarde de zogenaamde rijken. Hun opdracht is, hun vergaarde rijkdom uit te delen en hetzelfde te leven als zij, die onbaatzuchtig het gebod „bid en werk” vervullen. Als zij op deze wijze niet aan hun eigen welzijn denken, maar aan het welzijn van allen, dan keert de innerlijke rijkdom zich geleidelijk naar buiten en geen mens zal meer honger of gebrek lijden … (blz. 293)

Aards recht –goddelijke gerechtigheid

Erken: God is niet het recht, maar de gerechtigheid.

De mens heeft zijn aardse wetten; zij zijn voor hem het recht. Zolang de mens niet de wet van het leven, de gerechtigheid kent, meent hij vaak juist te handelen. Doch daarmee verstrikt hij zich steeds opnieuw in de wet van zaad en oogst, omdat het recht niet altijd overeenkomt met de gerechtigheid. Het

26

recht van de mensen is nog lang niet de gerechtigheid van God. (blz. 690)

Man en vrouw zijn gelijkwaardig

... Erken: in iedere kracht, gevend of ontvangend, bevindt zich het Zijn. Daarom zou de vrouw net zo gerespecteerd moeten worden als de man ... Wie in de wereld de vrouw als minderwaardig beschouwt en de man boven de vrouw plaatst, overtreedt de wet van het leven, het Vader-Moeder-principe, dat de Alwet is … (blz. 737)

De verlossersdaad van Christus

Ik Ben de eerstgeschouwde- en eerstgeboren zoon van de Vader, de mederegent van de hemel. Ik Ben in de vier scheppingskrachten, de vier wezenheden van God – Orde, Wil, Wijsheid en Ernst – alomtegenwoordig … Daardoor

Ben Ik God in de Scheppersgeest van de Vader

... God betekent: hoogste, alomtegenwoordige energie, die alles voortbracht en voortbrengt en die is, van eeuwigheid tot eeuwigheid.

27

Uit deze alomtegenwoordige energie, het eeuwig stromende Oerpotentieel, de Geest, nam Ik een groot deel van Mijn geestelijke erfdeel en plantte het als vonken in de zielen … (blz. 204)

… De eeuwige Vader, wiens zoon Ik Ben, gaf Mij de kracht om datgene te volbrengen, wat in Zijn wil, de eeuwige wet, staat: al het Zijn als geheel te bewaren. Door de verlossersdaad ontving elke zwaar belaste ziel de verlossersvonk. Daarmee wordt de ziel gesteund en zo wordt de mogelijkheid uitgesloten, dat zij zich in de alomtegenwoordige Geest, de goddelijke stroom, oplost en daarin als stromende energie overgaat. Door de verlossing wordt de ziel weer tot geestwezen en blijft in de geestelijke vorm het kind van God …

Het is Mij dus door de Vader gegeven, als Verlosser te werken voor alle diepgevallen zielen en mensen en hen, Zijn kinderen, weer terug te leiden tot Zijn hart. Voor iedere ziel

Ben Ik daarom de Verlosser, tot zij de reinigingsgebieden heeft overwonnen … (blz. 205)

28

De ondergang van de oergemeenten

2000 jaar geleden

Na Mijn hemelvaart ontwikkelden zich in de loop van de tijd zogenaamde voorgangers, die hun ambtsbevoegdheid lieten gelden, omdat de vele mensen, die tot de apostelen en discipelen kwamen en die in de loop van de tijd de gemeenten vormden, leiding nodig hadden. Enkelen van de discipelen brachten heidense aspecten in de wordende christelijke gemeenten.

Zodoende ontwikkelde zich steeds meer een zogenaamd christendom met uiterlijke rituelen en ceremoniën, en een hiërarchie met zogenaamde ambtsbekleders, dat wil zeggen: hogergeplaatsten en waardigheidsbekleders. Dat heb Ik als Jezus van Nazareth en als de Christus Gods niet geleerd.

Erken: de grootste onder de Mijnen is hij, die de “steen der wijzen” heeft ontsloten – hij is het geheiligde bewustzijn in de diepte van de ziel. Hij is de onbaatzuchtige dienaar van allen ... Ik benoemde geen evangelisten, dia-

29

kens en priesters. Ik wilde en wil één kudde, wiens herder Ik Ben, Christus … Ook een zogenaamd priesterschap riep Ik niet in het leven, doch een schaar van onbaatzuchtige dienaren, die de dienaars zijn van allen ... (blz. 1081-1082)

Het misbruik van de naam van Jezus, de Christus

... Veel vertegenwoordigers van de kerkelijke en wereldlijke overheden bedrijven politiek en gebruiken het woord “christelijk” voor onchristelijke doeleinden. Zij gebruiken Mijn naam, om hun eigen naam eer aan te doen. Zij spreken tot het volk over het evangelie van de liefde. Bijna niemand echter van hen leeft ernaar. Zij vaardigen menige wet uit, die tegenover de goddelijke wet staat en treden zo het heiligste, de wet van de liefde en het leven, met voeten. Zij laten toe, dat dieren worden gedood. Zij eten grote hoeveelheden vlees en drinken sterke drank. Velen van hen zijn medeverantwoordelijk voor de schending, uitbuiting en vergiftiging van de aarde,

30

en velen, die zich christelijk noemen, bewapenen zich voor oorlogsdoeleinden.

Nu nog zitten de kerkelijke hoogwaardigheidsbekleders op ereplaatsen, zowel bij een feestmaal, alsook in hun kerken, en laten zich door hun gelovigen met eretitels aanspreken.

Tot in de huidige tijd vereren zij nog steeds een mens met de titel “Heilige Vader”, ofschoon Ik als Jezus van Nazareth leerde, dat er maar één Heilige Vader is ... (blz. 702-703)

De goede herder gaat ieder schaap na

De goede herder kent al Zijn schapen ... Als Jezus van Nazareth gaf Ik Mijn aardse leven voor alle mensen. Als Christus Gods gaf Ik Mijn goddelijke erfdeel weg, om voor alle mensen een houvast en een weg naar het Vaderhuis te zijn.

Omdat nu in alle zielen en mensen de verlossersvonk, een lichtstraal van Mijn geestelijke erfdeel, straalt, vinden allen weer de weg tot de eeuwige Vader ...

31

Ik, de Christus Gods, zorg voor ieder schaap; want ieder schaap is een deel van Mij. Geen mens en geen ziel is eeuwig verloren ... (blz. 655-656)

... de Christus gaat niet meer in Jezus over deze aarde – de Christus, o mensenkind, is in jou! En waar je ook bent, waarheen je ook gaat: Ik Ben in jou de kracht van de verlossing, die ook de genezing van je lichaam bewerkstelligt wanneer dit goed is voor je ziel.

Jij, o mens, hoeft Mij niet te zoeken – je vindt Mij in jou! Je hoeft niet hier- of daarheen te gaan – Ik Ben in jou! En overal, waar jij bent, daar Ben Ik ...

En als je in je geloof geen twijfel aan Mij toelaat, zal datgene gebeuren, dat goed voor je is en het heil van je ziel dient. Zoals toen geldt ook nu de wet: je geloof heeft je geholpen. En als je niet meer zondigt – door je in te spannen, de geboden van het leven te onderhouden – is het gebed van je ziel al verhoord.

In je ziel en aan je lichaam zal de genezing zich dan uitwerken, als het tot verdere ontwikkeling van je ziel dient. (blz. 244-245)

32

Dit is Mijn woord A & Ω Het evangelie van Jezus. De Christus-openbaring, die inmiddels de ware christenen over de hele wereld kennen 1126 pag., hardcover, bestelnr. S007nl ISBN 978-3-96446-054-7 Ook als E-Book www.gabriele-publishing.com U kunt de actuele boekenlijst en gratis uittreksels over veel onderwerpen bestellen: Gabriele-Verlag Das Wort GmbH Max-Braun-Str. 2, 97828 Marktheidenfeld, Duitsland Tel. +49 (0)9391/504135, Fax +49 (0)9391/504133 www.gabriele-publishing.com
brochures voor u:
Jezus en de dieren.
Gratis
Laat niet los!
Woorden des levens.
Uittreksels uit het boek „De rehabilitatie van de Christus Gods“: ‚De misdaad van de kerk aan kinderen‘. En: ‚Verachting en onderdrukking van de vrouw.‘

Dit is Mijn woord A &

“Dit is Mijn woord – A & Ω” is een boek, dat authentiek het leven, denken en werk bevat van Jezus van Nazareth, die wij als de grootste profeet van God, Geestelijke Leraar en Wijze ervaren.

Hij Zelf, de Christus Gods, openbaarde ons in deze machtige tijdsomwenteling –details van Zijn machtige aanwezigheid in Jezus van Nazareth.

De vrije universele Geest is de leer van de Gods- en naastenliefde voor mens, natuur en dieren

www.gabriele-publishing.com

Ω

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.