Tuintips

Page 1

GAZET VAN ANTWERPEN

Tuin- en groentips

Algemeen Vaste planten Bloemen

De april­selectie van de redactie

Heesters Bomen Groenten Kamerplanten


Voorwoord

Ons eerste e­book Beste lezer, Welkom in ons eerste e-book van het jaar. Gazet van Antwerpen wil in 2017 haar digitale lezers verwennen. Elke week vindt u bij uw digitale krant een extra publicatie. Dat kan een boek zijn, of een strip, maar een keer per maand is dat een boek dat de redactie zelf voor u heeft samengesteld met het beste uit onze krant en onze bijlagen. Kranten en websites zijn vluchtige media. Hoe vaak lees je geen mooie verhalen, leuke tips, heldere analyses, die je later best nog eens zou willen lezen. Alleen ligt de krant dan al bij het oud papier en ken je de juiste codewoorden niet meer om het artikel terug te vinden in het archief. Jammer voor u, zonde van ons werk. Daarom zijn er nu de herbundelingen in e-books. Elke maand biedt Gazet van Antwerpen u een lezenswaardig boekje aan met een weloverwogen keuze van artikels, foto’s of cartoons uit uw krant.

Wat u allemaal nog meer krijgt, verklap ik nu niet. Maar we beginnen met een thema dat helemaal past bij de tijd van het jaar: de lente. Hoog tijd om aan de slag te gaan in uw tuin: snoeien, planten, onkruid wieden, zaaien, maaien… in de loop van het jaar heeft onze tuinspecialist Leen De Moor u altijd geholpen bij alle klusjes. Uit haar bijdragen in ons magazine De Markt heeft de redactie nu een selectie gemaakt. Alle artikels staan keurig gerangschikt per thema zodat u gemakkelijk dingen kunt opzoeken. Ik hoop dat u dankzij deze handige gids met nog meer plezier aan de slag gaat in uw tuin en dat hij er al gauw mooier bijligt dan ooit tevoren. Ik wens u veel leesplezier met onze nieuwe tuingids en ik zie u graag terug in onze volgende herbundeling volgende maand. Kris Vanmarsenille Hoofdredacteur


Algemeen Leen De Moor

Mei: fase 2 in tuin Mei brengt heel wat tuinwerk mee. Vroegbloeiende struiken kunnen worden gesnoeid, uitgebloeide bollen hebben zorg nodig, opschietend onkruid en vraatzuchtige plaagdieren moeten worden aangepakt, gazon en vijver hebben misschien nog wat opknapwerk nodig... Aan de slag dus! b Mei betekent werken in de tuin, maar omringd door fris groen en lentebloeiers is dat nauwelijks werken te noemen.

In de vijver: opletten voor algen. FOTO LEEN DE MOOR

Slakken zijn gek op jonge hostascheu­ ten. FOTO LEEN DE MOOR

Uitgebloeide bollen hebben ook zorg nodig. FOTO LEEN DE MOOR

Lentebloeiers mogen worden ge­ snoeid. FOTO RR

Bollen Heel wat narcissen, tulpen en andere bollen zijn uitgebloeid. Verwijder de zaaddozen die worden gevormd na de bloei. Als je dit niet doet, zal de plant al zijn energie steken in de vorming van zaad. Dat gaat ten koste van de bol, waar hij nu zo veel mogelijk reservevoedsel in moet opslaan. Afknippen dus, die zwellende zaadknoppen bovenaan de stengel. De bladeren van uitgebloeide bollen moet je laten staan tot ze helemaal verdord zijn. De bol haalt immers voedsel uit die bladeren. De verlepte bladeren zijn niet echt een mooi gezicht, maar daar is weinig aan te doen. Je kunt wel vaste planten rond de bollen zetten. Die schieten nu op en verbergen dan het minder fraaie uitzicht van de bollen die over hun hoogtepunt heen zijn. Als de bladeren helemaal verdord zijn, mag je ze verwijderen en weggooien. Dan haal je de bollen uit de grond. Als ze geen bloemstengel hebben geproduceerd, gooi je ze weg. Bij de goede bollen verwijder je zo veel mogelijk aarde. Laat ze op een beschutte plek drogen. Borstel dan al het zand eraf en leg ze in een mandje op een droge, donkere en koele plaats tot in de herfst. Bollen die geschikt zijn voor verwildering, mag je in de grond laten zitten. Snoeien Struiken die in de lente bloeien zoals forsythia of Ribes sanguineum mogen nu flink worden gesnoeid. Ze schieten snel uit en produceren volgend jaar opnieuw bloemen. En als je toch aan het opruimen bent, begin dan al maar meteen uit te kijken naar lastig onkruid, want dat groeit als kool na de regendagen van vorige week. Kleine veldkers, diverse klaversoorten, paardenbloemen, zevenblad, vogelmuur,

ze zijn er allemaal weer. Uittrekken, -graven of -hakken is de meest milieuvriendelijke manier om onkruid te verdelgen. Gebruik verdelgingsmiddelen echt alleen als het niet anders kan. Dat geldt ook bij lastige beestjes die zich als aasgieren op de jonge planten storten. Naaktslakken en bladluizen bijvoorbeeld. Probeer de slakken te vangen in slakkenvallen of vul lege conservenblikjes met bier en graaf die in tot de rand. Slakken zijn gek op bier en verdrinken in een roes. Als je tijdens het tuinieren zin krijgt in iets lekkers en je hebt Roomse kervel (Myrrhis odorata) staan, stop dan eens een paar jonge zaadjes van die plant in je mond. Ze smaken heerlijk naar drop. Gebruik enkel de jonge zaadjes. Als ze al een week of twee aan het groeien zijn bovenaan de bloeistengels, worden ze te hard. Klimop Een klimophaag heeft nu mogelijk ook wat zorg nodig. Klimop is wintergroen, maar zelfs de bladeren van groenblijvende planten blijven niet eeuwig groen. Heel wat oude bladeren sterven nu af en daardoor zijn er vaak gele vlekken in de haag. Neem een borstel en veeg er eens stevig mee over de haag. De afstervende gele bladeren zullen loslaten, zodat je ze gemakkelijk kan opkeren en meegeven met het gft of op de composthoop gooien. Vijver Het vijverwater warmt stilaan op en soms verandert het dan in een groen algensoepje. Algenvorming kan je vermijden door in de herfst alle afgevallen bladeren uit het water te halen en afstervende plantendelen te verwijderen. Zorg ook voor voldoende zuurstof(planten) en bacterieculturen in het vijverwater. Als er genoeg bacteriën aanwezig zijn, zullen die het opruimwerk wel doen. Neem niet te snel je toevlucht tot allerlei producten.


Bijenmagneten

Algemeen

Bijen hebben het de jongste jaren niet onder de markt. Ze worden geteisterd door de Varroa­mijt en door de mensen die bestrijdingsmiddelen rondstrooien en alles volbouwen, zodat de weiden met bijenlekkers verdwijnen. De Week van de Bij (van 1 tot 5 juni) staat voor de deur. Doe de bijen een plezier en zet in uw tuin planten die veel stuifmeel en nectar produceren. De bijen zijn er blij mee en zorgen in ruil voor de broodnodige bestuiving van de bloemen.

Leen De Moor

Caryopteris x cland­ onensis ‘Heavenly Blue’. FOTO

Sophora japonica of honingboom.

Bijenhotel in oude blikken.

FOTO GVA

FOTO LEEN DE MOOR

GVA.

Tetradium danielii of bijenboom. FOTO GVA

Heptacodium miconioides of zevenzonen­ boom. FOTO GVA

Rhus typhina met bor­ deauxrode bloemplui­ men. FOTO GVA

b Het zijn niet alleen honingbijen uit de kast van een imker uit de buurt die de bloeiende planten in uw tuin bezoeken. Vaak zijn het solitaire bijen, en die kunt u niet alleen aan eten, maar ook aan een huis helpen. Ruim niet té veel op in uw tuin. Zorg dat de bijen kunnen nestelen in spleten en kieren in muren, in een oude boomstronk of in holle stengels van vlier of riet. U kunt ook zelf een insectenhotel maken door bijvoorbeeld gaten te boren in een stuk boomstam of een leeg conservenblik te vullen met holle stengels. Ook bakstenen met gaten in kunnen perfect dienst doen als huis voor solitaire bijen. Om de bijen te voorzien van voldoende nectar (voor energie) en stuifmeel (voor proteïne) zijn geschikte planten nodig, die het eten op een schoteltje aanbieden. Dahlia’s zijn bijvoorbeeld heel goed om bijen aan te trekken, maar kies de dahlia’s met enkelvoudige bloemen, waar de bijen meteen kunnen toetasten. U kunt natuurlijk elk jaar eenjarigen zaaien waar bijen blij mee zijn - Phacelia (zie foto hiernaast) is bijvoorbeeld een topper - maar het is wel gemakkelijker om blijvers (bomen, struiken, vaste planten...) in de tuin te zetten. Dan zit u meteen voor jaren goed. Dus hebben we voor u een lijstje met planten waar bijen gek op zijn.

Bomen b Tetradium danielii of bijenboom: de naam geeft het al weg natuurlijk: met deze boom schiet u meteen in de roos. De witte bloemschermen zijn in de zomer echte bijenmagneten. Daarna verschijnen donkerrode doosvruchten, en de boom heeft ook nog eens een mooie vorm. Niets dan pluspunten dus. Het donkergroene blad is aan de onderzijde lichter. De bijenboom houdt van licht en zon, maar stelt voor de rest niet te veel eisen. Hij wordt minstens zes meter hoog. b Sophora japonica of honingboom: nog zo’n weggever. De roomwitte bloempluimen die in de nazomer verschijnen, kunnen tot dertig centimeter lang worden

en bevatten een massa nectar. Er is een maar: de boom begint pas na tien tot vijftien jaar te bloeien. Heb dus geduld, of koop een uit de kluiten gewassen exemplaar. Hoe warmer de zomer, hoe rijkelijker de honingboom bloeit. De takken hebben trouwens ook een opvallende groene bast met veel lichtere lenticellen. Deze boom kan wel vijftien meter hoog worden. Zet hem niet in een te natte bodem. b Rhus typhina (fluweelboom of azijnboom) wordt maar vijf meter hoog en is dus ook geschikt voor kleinere tuinen. Hij heeft in de breedte ook wel een paar meter nodig - hij lijkt vaak meer op een flink uit de kluiten gewassen struik dan op een boom. Twee nadelen: hij produceert nogal wat worteluitlopers en als u last hebt van hooikoorts, weert u hem ook beter uit uw tuin. De Rhus bloeit in juni en juli met geelgroene kaarsen, en daarna komen er bordeauxrode vruchten, die veel meer opvallen. Nog een pluspunt: de herfstverkleuring kan variëren van diepgeel tot vuurrood. Struiken b Heptacodium miconioides of zeven­ zonenboom: is een neefje van de kamperfoelie. Hij begint te bloeien in augustus en dat gaat door tot in oktober. Het bijzondere aan die witte bloemen is niet alleen dat ze enorm veel nectar bevatten, maar ook dat ze na een tijdje verkleuren tot rozerood, zodat er tegelijkertijd rode en witte bloemen aan deze struik staan. De zevenzonenboom wordt amper vier meter hoog. Hij houdt van humusrijke grond en zon. b Caryopteris x clandonensis ‘Hea­ venly Blue’: is een kleine heester die niet hoger wordt dan een meter. In de breedte dijt hij uit tot zo’n vijftig à zestig centimeter. De bladeren zijn grijsgroen en viltig en de bloemen zijn helderblauw en staan in pluimen met lange stelen. De meeldraden steken opvallend ver uit de bloem. Deze baardbloem bloeit in augustus en september op nieuw hout. Zet de struik in

volle zon in goed doorlatende, vrij droge grond en zorg dat hij beschut staat tegen koude noorden- en oostenwind. Vaste planten b Sedum of hemelsleutel: bijna alle Sedumsoorten trekken heel veel bijen aan. Hemelsleutel bloeit in de nazomer en niet alleen bijen, maar ook hommels en vlinders zijn er gek op vanwege het hoge nectar- en pollengehalte. Sedum spectabile is een aanrader. De kleur van de bloemen kan afhankelijk van de cultivar variëren van wit over roze tot donkerrood. Dit is een vaste plant; hij sterft dus bovengronds af in de herfst, maar de bloemstengels zijn ook in de winter mooi, zeker als ze bedekt zijn met een fijn laagje rijm of sneeuw. Deze plant verdraagt een klein beetje schaduw, maar doet het toch beter in volle zon. Eenjarigen b Phacelia: deze plant wordt in het Nederlands ook wel bijenvriend of bijenvoer genoemd, en dan weet u het wel. Bijen en hommels kunnen er geen genoeg van krijgen. Het is een snelle groeier: twee maanden na het zaaien staat hij al in de bloei. Phacelia wordt gebruikt als groenbemester in de moestuin, maar hij misstaat met zijn lila bloemen ze-ker niet in de siertuin. De bloemen zijn opgerold als een slakkenhuisje en staan aan het eind van stengels die tot 70 cm hoog kunnen worden. De plant bloeit van juli tot september. b Cosmos bipinnatus: dit is zo’n heerlijk ouderwetse bloem uit de boerderijtuinen van decennia geleden, met witte, lila of donkerpaarse bloemen en frisgroene geveerde bladeren. Cosmos (ook wel Cosmea genoemd) is flink uit de kluiten gewassen. Zijn stengels kunnen tot anderhalve meter hoog worden, maar meestal houdt hij het bij zo’n 70 à 80 cm. Geef deze plant volop zon en een goed gedraineerde bodem. Dan bloeit hij van juli tot oktober.


Algemeen

Een tuin om van te smullen

Leen De Moor

Ruim elf jaar geleden kocht tuinarchitect Ton van Wijtvliet een uitgeleefde boerderij met een hectare grond erbij, net over de Belgisch­Nederlandse grens. Nu is het huis een plaatje en de tuin werd herschapen in een lusthof, waar uitbundige beplanting in toom wordt gehouden door strakke hagen.

Malus­appeltjes trekken erg veel bestuivers aan. FOTO LEEN DE MOOR

Ton van Wijtvliet. FOTO

Superstrak geschoren hagen omzo­ men frivole bloeiers. FOTO LEEN DE MOOR

De strakke spiegelvijver.

FOTO LEEN DE MOOR

b Ton is tuinarchitect, en zijn tuin – De Hazelhof – is een levende portfolio van zijn expertise. ‘Mijn stijl is vrij strak, met veel doorkijken en zichtassen, maar ook met uitbundige beplanting. Ik heb ook graag zo veel mogelijk groen in een tuin. Bij ons zie je dus geen verharding, maar mag je overal over het gras lopen. Bij klanten is dat niet altijd mogelijk, maar in mijn eigen tuin vind ik dat erg belangrijk.’ De combinatie van strak en uitbundig valt meteen op bij het binnenkomen. Op de binnenkoer omarmen superstrak geschoren buxushagen een frivole bloemencombinatie. De buxus ziet er gezond uit, zonder een spoor van buxusschimmel of buxusmot. ‘Ik behandel de buxus steeds onmiddellijk na het snoeien met een speciaal product, en tot nu toe gaat het goed.’ De hele tuin staat er tiptop bij. Dat is te danken aan een combinatie van factoren: het grondmengsel, de keuze van de planten en de inzet van de tuinier. De ondergrond van De Hazelhof is bijna ideaal. ‘Het is een zandleemmengsel met een rijke humuslaag die tot bijna een meter diep reikt. Er is voldoende grondwater voor de bomen, en ik heb een ondergronds bevloeiingssysteem aangelegd. Daardoor hoef ik niet te veel extra te gieten. Ik kies mijn planten ook met zorg: ze moeten sterk zijn, en de winter kunnen doorkomen zonder dat ik ze hoef te beschermen tegen vorst.’ De tuin met zijn vele borders en tuinkamers op kleur, hagen, een enorme lap gazon, moestuin en boomgaarden vraagt veel werk, en aangezien Ton tuinarchitect is, spendeert hij zijn werkdagen in tuinen van klanten. Toch duikt hij met plezier ’s avonds en tijdens de weekends zijn eigen tuin in. ‘Ik tuinier gewoon graag, dat is echt mijn ding. Ik zie er niet tegen op. Er is voor mij niets lekkerder dan op zaterdag in mijn eigen tuin te werken. Anderen gaan naar het voetbal, ik werk tussen de planten en de bloemen.’

Kiwibessen en kastanjes En het blijft niet enkel bij sierplanten. ‘Een tuin is pas compleet als je er ook van kunt eten’, vindt Ton. ‘Dat is misschien niet altijd mogelijk, maar hier hadden we genoeg ruimte.’ Net als de bloeiende planten kunnen ook de fruitsoorten van De Hazelhof tegen een stootje. ‘Ik heb bijvoorbeeld geen perziken of vijgen staan omdat die kunnen bevriezen, en daar heb ik een hekel aan.’ Maar er blijft nog genoeg stoer lekkers over: kiwibessen, goudrenetten die dit

jaar zo dik zijn dat de takken van de appelaar dreigen te bezwijken, mirabellen, Elstar-appeltjes, een hele notengaard, kastanjebomen... In de buurt van al dat heerlijks staat ook een dubbele rij Malusappeltjes. Dit zijn sierappeltjes en ze ogen mooi, maar Ton heeft ze ook geplant voor een andere reden. ‘Ze bloeien heel lang en de bloesems trekken enorm veel bijen en hommels aan. Die bestuiven dan meteen ook de andere fruitsoorten.’ Opvallend: in deze weelderige tuin staan erg weinig rozen. ‘Dat is met opzet. Ik hou van probleemloze planten, en rozen hebben zo gemakkelijk last van allerlei plagen. Dan moet je ze gaan behandelen en daar heb ik geen zin in. Ik zet hier en daar een rozenstruik tussen de vaste planten in de border. Dan valt het niet zo op dat de bladeren niet perfect zijn.’ Ton heeft trouwens een radicale maar zeer effectieve methode om zijn kleurborders in optimale conditie te houden. ‘Om de vier jaar pak ik één border aan. Dan worden alle planten er uitgehaald, gescheurd en opnieuw geplant. Zo blijft de border vitaal.’ Kippen eten slakken Deze enthousiaste tuinier krijgt bij de bestrijding van slakken in de tuin hulp van de witte parelhoenders en de grappige Orpington-kippen. ‘Elke nacht moeten ze wel in een hok. Ik ben dat één keer vergeten, en toen heeft een vos ze bijna allemaal doodgebeten. Voor ik dit huis kocht, woonde ik in de stad, en dat er zoveel buitenleven was, was een verrassing. Mollen, konijnen, vossen, haviken, reeën, duiven... je moet er allemaal rekening mee houden.’ Hij heeft even schone kleren aangetrokken voor de foto, maar kan het toch niet laten: hier en daar trekt hij een ongewenste plant of een uitgebloeide bloem weg. Na tien minuten zijn de knieën van zijn schone jeans nat. Een onverbeterlijke enthousiaste tuinier.

Klokwinde of Cobaea scandens, een van de schoonheden van de witte tuin. FOTO LEEN DE MOOR

Rozen: alleen maar in de border tussen andere planten. FOTO LEEN DE MOOR


Algemeen Leen De Moor

Slakken weg! Je gaat niet op reis tijdens je vakantie? Maak dan eens wat tijd om je tuin grondig te bekijken en een paar veel te lang uitgestelde klussen op te knappen. Neem in de eerste plaats de schade op die werd veroorzaakt door de overvloedige regenval van de afgelopen weken en maanden, en zet het offensief tegen de slakken onverminderd voort, want als die honderden eitjes uitkomen ...

Slakkeneitjes liggen in een trosje bij elkaar. FOTO GVA

Ook segrijnslakken richten schade aan. FOTO GVA

Drainage aanleggen vergt heel wat werk, maar is soms nodig. FOTO GVA

Regenschade b Als je tuin dagen of weken onder water heeft gestaan, is er waarschijnlijk heel wat schade aangericht. Planten zijn mogelijk gerot en alle voedingsstoffen zijn uit de grond gespoeld. Als het water voldoende gezakt is, kun je de te erg beschadigde planten opruimen. Misschien volstaat het om het loof af te knippen en schieten de planten snel opnieuw uit. Als de wortels gerot zijn, is er niets meer aan te doen en moet je de planten weggooien en vervangen. Maak van de gelegenheid gebruik om de bodem te verbeteren en te voorzien van extra voedingsstoffen. Werk er dus flink wat bodemverbeteraar en/of compost onder. Kijk ook eens naar de oorzaak van de overstroming in de tuin. Ligt hij veel lager dan de omliggende tuinen? Misschien kun je het ontwerp aanpassen en werken met verhoogde bedden? Een drainagesysteem aanleggen vergt heel wat werk en als je tuin te laag ligt, is het eigenlijk dweilen met de kraan open. Slakken Het natte weer is een feest voor slakken, die met ongeziene vraatzucht planten aanvallen. Als je in de lente al begon met slakkenbestrijding en dit consequent hebt volgehouden, zoals het hoort, dan zal de plaag wel binnen de perken blijven. Als je nog geen maatregelen hebt genomen, zit je nu waarschijnlijk met een massa slakken, die ook nog eens honderden eieren leggen. Schiet dus in actie. Je kunt slakken doden zonder bestrijdingsmiddelen. Daarvoor ga je best op pad bij valavond, en bij voorkeur bij vochtig weer. Dan komen de slakken uit hun schuilplaatsen en gaan ze op rooftocht. Als je ze met de hand vangt, draag je best handschoenen, want de slakken scheiden een slijmerig goedje af. Als je dat op je handen krijgt, verwijder je het best met azijn. De verzamelde slakken kun je met een snelle haal van een scherp mes naar de andere wereld helpen, of je kunt ze in een zak verzamelen en die een paar uur in de diepvries stoppen. Die laatste manier zou zorgen voor een pijnloze dood. De dode slakken kunnen bij het afval. Is dat eigenhandig doden je toch iets te veel, dan kun je je toevlucht nemen tot biervallen of korrels met ijzerfosfaat. Een bierval maak je zelf: je graaft een leeg blikje in tot de rand nog ongeveer een

Decoratieve slakkenval met bier erin. FOTO TUINADVIES.BE

centimeter boven de grond uitsteekt. Vul het blikje met bier. Bruin bier werkt blijkbaar beter dan blond bier. De slakken komen eropaf, drinken van het bier, tuimelen in het blikje en verdrinken. Vervang de inhoud wel zeer geregeld, want slakken die beginnen te ontbinden, maken van het bier een heel vieze smurrie. Slakkenkorrels met ijzerfosfaat (EcoStyle) zijn efficiënt. Strooi ze in de hele tuin, maar gebruik zeker niet te veel. Leg de korrels zeker niet alleen bij planten die slakken lekker vinden, want de korrels bevatten een lokstof, en zo lok je de kat naar de melk. Als de slakken van de korrels eten, stoppen ze met eten, kruipen ze weg en sterven ze na een dag of twee. Wil je de slakken helemaal niet doden, dan wordt het moeilijk. Vangen en ergens in een bos opnieuw uitzetten, is een optie. Barrières van scherp zand of schelpen opwerpen rond kwetsbare planten of een reep koper rond potten bevestigen, helpt soms, maar lang niet altijd. Ga zeker ook op zoek naar slakkeneitjes. Die liggen op donkere beschutte plaatsen, zoals onder stenen. Het is vooral die volgende generatie die je in de kiem moet smoren. De eitjes zijn kleine glanzende melkwitte bolletjes die in een hoopje bijeen liggen. Vernietig ze zonder gewetensbezwaar; denk aan het welzijn van je planten. En lok zo veel mogelijk vijanden van de slak naar je tuin. Vogels, egels, kippen en eenden zijn dol op vette slakken.


Algemeen Leen De Moor

Invasieve uitheemse soorten: woekeraars in de ban Vandaag kan je de domeinwachters in het Deurnese Rivierenhof de hele voormiddag helpen met het bestrijden van de reuzenbalsemien (grote foto) die alles overwoekert in het domein. Deze plant staat nog niet op de zopas gepubliceerde lijst van invasieve uitheemse soorten, maar het is ook een echte woekeraar. Welke planten staan wel op de lijst?

Lysichiton americanus (moerasarons­ kelk). FOTO RR

Heracleum persicum (Perzische beren­ klauw). FOTO RR

Persicaria perfoliata.

FOTO RR

Pueraria lobata (Kudzu). FOTO RR

b Een eerste Europese lijst van zorgwekkende, invasieve uitheemse soorten werd op 13 juli goedgekeurd en gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze lijst omvat 37 planten- en diersoorten die een bedreiging vormen voor de diversiteit. Hun impact op het milieu kan door een gecoördineerde aanpak worden verminderd. De mens is de oorzaak van de verspreiding van deze lastige planten die in overtreffende trap aan gebiedsuitbreiding doen. Hij plantte deze soorten aan buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied en nu vormen ze een bedreiging voor de biodiversiteit.

De planten op de lijst De planten die op de Europese lijst staan, mogen niet worden verhandeld, getransporteerd of geteeld. Ze mogen ook niet in de natuur worden geplaatst. Elke terreinbeheerder is bovendien verplicht deze soorten te bestrijden. Dit zijn de boosdoeners op de lijst: - Baccharis halimifolia (struikaster) - Eichhornia crassipes (waterhyacint) - Lagarosiphon major (verspreidbladige waterpest) - Lysichiton americanus (moerasaronskelk) - Pueraria lobata (Kudzu) - Heracleum sosnowskyi (Sosnowsky’s berenklauw) - Parthenium hysterophorus - Cabomba caroliniana (waterwaaier) - Hydrocotyle ranunculoides (grote waternavel) - Ludwigia (waterteunisbloem en kleine waterteunisbloem) - Myriophyllum aquaticum (parelvederkruid) - Heracleum persicum (Perzische berenklauw) - Persicaria perfoliata. Er is ook nog een tweede lijst met invasieve soorten, waar onder meer de reuzenbalsemien op staat. Handel en verspreiding van deze planten is nog niet verboden, maar toch wordt aangeraden er niet te kwistig mee om te springen. Op die lijst staan onder meer ook de vlinderstruik (Buddleja), de rimpelroosgroep, de Japanse duizendknoopgroep, de bamboegroep, Amerikaanse vogelkers (Prunus serotina) en de reuzenberenklauw (Heracleum mantegazzianum). Heel wat van de planten op de twee lijsten zijn echt mooi, zoals de reuzenbalsemien, de moerasaronskelk en Kudzu. En

het is vooral voor kinderen heel leuk om de zaadjes van de reuzenbalsemien te laten wegspringen, maar doe dat toch maar beter niet, want zo werkt u de verspreiding nog in de hand. Alternatieven Via de websitelink onderaan dit artikel vindt u ook een interessante brochure met alternatieven voor de gewraakte planten. Al doet het daarin genoemde leverkruid (Eupatorium cannabinum) ook wel flink aan gebiedsuitbreiding, net als het meiklokje (Convallaria majalis). En gewone hop (Humulus lupulus) zou ik echt enkel aanplanten binnen een sterke rhizoombegrenzer, zoals u die gebruikt voor bamboe. Anders staat uw tuin binnen de kortste keren vol hop, en de wortels uitgraven is geen pretje... De gevlekte aronskelk (Arum maculatum) is niet zo decoratief als de moerasaronskelk, maar is zeker ook de moeite. De hondsroos of egelantier Rosa canina kunt u gebruiken als alternatief voor de rimpelrozen (Rosa rugosa). Let wel op wanneer u egelantiers koopt, want soms zijn ze geënt op een onderstam van Rosa rugosa. Een alternatief voor de vele invasieve waterplanten is bijvoorbeeld het aarvederkruid (Myriophyllum spicatum). Deze zuurstofplant is te verkiezen boven zijn invasieve neef het parelvederkruid.

i

De volledige lijst en alternatieven vindt u opwww.ecopedia.be/exoten/uitheemse_inva­ sieve_planten

Fallopia (duizendknoop).

FOTO RR


Algemeen Leen De Moor

Veelzijdig Vordenstein De culinaire tuinen zijn een aanwinst voor wandel­ en kasteelpark Vordenstein in Schoten. Rond de beschermde oranjerie kun je nu genieten van een enorme verscheidenheid aan tuinen: naast de culinaire tuinen ook de schaduwtuin met een opmerkelijke collectie varens, de watertuin, de Groei­ en Bloeiborder en vanaf de zomer de spectaculair bloeiende collectie dahlia’s. Veelzijdig en interessant genoeg om er minstens een paar uur in rond te wandelen.

De banken in de watertuin zijn een ideaal rustpunt.

Verzameling tijm in potten bij de beschermde muurserre.

Weelderige borders aan de rand van de watertuin.

Een imposante zilvergrijze Cynara links vooraan.

b De ommuurde oranjerietuin van Vordenstein, met zijn prachtige beschermde muurserres, staat nu op zijn mooist. Voor de muurtuin met leifruit is het nog wat vroeg, net als voor de langgerekte borders met vaste planten en grassen die uitblinken in de late zomer en de herfst en voor de ronduit fantastische collectie dahlia’s. De dahliatuin is nu nog egaal groen met hier en daar wat bordeaux toetsen van een donkerbladige soort ertussen. De planten banen zich gestaag een weg tussen de metalen rasters die straks de zwaarbeladen bloemstengels zullen rechthouden. Onthoud dit voor het najaar: de dahliatuin is een must. Nu ligt de focus op de tuintjes met vergeten groenten, de Groen- en Bloeiborder en vooral de bloementuin en de culinaire tuinen waaraan de bewoners van de bijenhal in de hoek van de tuin zich een indigestie eten.

Peters De culinaire tuinen zijn de recentste aanwinst van Vordenstein. Voor de uitbouw sloot het Agentschap voor Natuur en Bos een overeenkomst met Wim Maes van Cook and Herb - Kruidenwereld, die er zijn expertise op het gebied van courante en uitzonderlijke culinaire planten voor aanwendde. Wim Maes is kind aan huis bij sterrenchefs als Peter Goossens, Sergio Herman, Wouter Keersmaekers, Roger Van Damme en Viki Geunes, die het peterschap hebben opgenomen van verschillende onderdelen van de culinaire tuinen in Vordenstein. Er zit constant evolutie in de tuinen, die aangelegd zijn volgens biotoop. Als je hier genoeg geuren hebt opgesnoven, hoop dan op een plaats op een van de banken in de watertuin. Via metalen rasterpaden die net boven het wateroppervlak zweven, kun je hier dwalen tussen de manshoge beplanting. Je komt er een prieel tegen en af en toe een open stuk water waar libellen en waterjuffers laag over scheren. Ook dit onderdeel van de tuin moet je zeker nog eens bezoeken in het najaar, de topperiode van de grassen. In een wat vergeten hoekje naast de watertuin staat de bijenhal met een tiental kasten waar altijd bedrijvigheid heerst. Let op het schuine dak van de hal, die meer lijkt op een heksenhuisje: de beplanting van dit groendak staat nu in bloei, waardoor het gebouwtje bijna volledig

Ook de muurserres worden gebruikt. opgaat in het omringende groene decor. Na de watertuin volgt de vlinderheuvel, waar je spiraalsgewijs naar de top klimt, omringd door gefladder en gezoem. Hier heb je een uitzicht over de diversiteit van de Vordensteintuinen die worden gedomineerd door de gerestaureerde Oranjerie, die net als de oranjeriemuren en de muurserres beschermd is. Varens Vergeet na uw wandeling niet om een omwegje te maken langs de schaduwtuin, die een beetje verscholen ligt achter de watertuin. Hier heerst rust en de tuin baadt in een wat mysterieuze sfeer. Liefhebbers van varens kunnen hier hun hart ophalen. Het schouwspel is het mooist in de lente, wanneer de varenkrullen zich ontrollen, maar ook nu is een wandeling hier meer dan de moeite met de verschillende tinten frisgroen en bruin van de varenbladeren. Uiteindelijk kom je uit achter de majestueuze smeedijzeren toegangspoort van het park en bevind je je vlak bij de parking. Maar eigenlijk heb je nu nog maar een piepklein deel gezien van het Domein Vordenstein, dat 110 hectare groot is. Sla dus niet rechtsaf naar de parking, maar ga rechtdoor het bos in, en je bent vertrokken voor nog minstens een uur wandelplezier.

i

Park Vordenstein, parking in de Kopstraat, Schoten. In de zomer is het park elke dag open van 8 tot 21 uur. De toegang is gratis. Honden en fietsen zijn niet toegelaten.


Algemeen Leen De Moor

Gespot op de Chelsea Flower Show Dat een nieuwe plant niet in één twee drie wordt gekweekt, zal iedereen zich wel realiseren, maar de Acer shirasawanum ‘Moonrise’ die op de RHS Chelsea Flower Show werd voorgesteld, spant toch wel de kroon. Die werd maar liefst 25 jaar geperfectioneerd voor hij officieel aan de wereld werd getoond. Wij hebben in Chelsea nog meer nieuwe beauty’s gespot.

Clematis ‘Volunteer’. FOTO RAYMOND EVISON

FOTO

Chrysanthemum ‘Princess Charlotte’. FOTO LEEN DE MOOR

Lavandula ‘Silver Line’. MCKAY

FOTO RHS/HANNAH

Acer shirasawanum ‘Moonrise’ b Die nieuwe Japanse esdoorn die Hillier op Chelsea voorstelde, is echt wel een showstopper. Acer shirasawanum ‘Moonrise’ werd in 1991 door de befaamde esdoornkweker Charles Munn ontdekt als een toevallige zaailing op zijn kwekerij in Oregon in de VS. Daarna werd hij jarenlang zorgvuldig geselecteerd en verbeterd, en het resultaat mag er zijn. ‘Moonrise’ groeit traag en compact en is als volwassen plant 3 meter hoog en ongeveer een meter breed. De kleurnuances van deze plant zijn een tweede sterkte. De jonge bladeren ontvouwen rozerood om te evolueren naar chartreuse geel. Volgens de kweker heeft ‘Moonrise’ de mooiste gele bladeren van alle Acers. In de herfst komt de apotheose met een verkleuring tot bijna knalrood. Rhododendron ‘Sun Star’ Millais Nurseries vierde de honderdste verjaardag van de Rhododendron Society (nu bekend als de RHS Rhododendron, Camellia and Magnolia Group) met de voorstelling van vier nieuwe variëteiten tijdens de show. Wij pikten er Rhododendron ‘Sun Star’ uit, die ook genomineerd was voor de titel van Plant van het Jaar. ‘Sun Star’ is een prachtige bladverliezende azalea met dubbele geurende bloemen. De bloemknoppen zijn donker zalmroze, openen geel en vervagen tenslotte tot zacht oranje. Deze plant is flink winterhard en kan temperaturen tot -20 °C verdragen. Nog een pluspunt: in de herfst worden de bladeren rozig rood.

Rhododendron ‘Sun Star’. vooral hun kuiflavendels moet je gezien hebben. Ook Hillier stelde een nieuwe lavendel voor: Lavandula ‘Silver Line’. Hij is bladhoudend, met zilvergrijs blad en elegante lange bloemstengels met zuiverwitte bloemen. ‘Silver Line’ bloeit van mei tot augustus en is een echte magneet voor bijen en vlinders. De plant groeit compact (ongeveer 30 cm breed en hoog) en is geschikt voor potten en lage haagjes of kan vooraan in de border.

Chrysanthemum ‘Princess Charlotte’ Deze chrysant, die eigenlijk ‘Rossano Charlotte’ heet, werd genoemd naar de tweede baby van de Britse prins William en zijn echtgenote Kate, die een jaar geleden werd geboren. De gevulde bloemen zijn babyroze, met groene puntjes aan de bloemblaadjes. Een bloem voor de liefhebbers, die bij ons waarschijnlijk niet zo populair zal worden, maar de Engelsen zijn er gek op.

Clematis ‘Volunteer’ Deze grootbloemige clematis is heel interessant voor kleine tuinen, balkons of terrassen. Hij wordt maximum anderhalve meter hoog en doet het ook zeer goed in een pot, zo lang die niet in volle zon staat. ‘Volunteer’ bloeit in de zomer en vroege herfst. In de vroege lente mag je hem terugsnoeien tot op 15 cm.

Lavandula ‘Silver Line’ Lavendel zit al een tijdje in het verdomhoekje, maar is nu helemaal terug. In het Great Pavilion op het showterrein werd een prachtige miniborder aangelegd met allemaal verschillende variëteiten (zie grote foto). De lavendelcollectie van de Downderry Nursery is werkelijk apart, en

Rosa ‘Roald Dahl’ En we doen er nog snel een nieuwe roos bij van David Austin Roses: de ‘Roald Dahl’, zo genoemd vanwege de 100ste verjaardag van de geboorte van de auteur. Deze struikroos krijgt een massa perzikkleurige bloemen en is een doorbloeier.


Algemeen Leen De Moor

Klein & fijn Plantenkwekers houden er steeds meer rekening mee dat plantenliefhebbers niet allemaal een enorme tuin ter beschikking hebben. Vaak moeten we ons tevredenstellen met een terras of in het beste geval een paar vierkante meter tuin. Maar er wordt genoeg moois gekweekt om ook daar een plaatje van te maken.

Clematis chiisanensis ‘Amber’.

FOTO

TAYLORS CLEMATIS

Streptocarpus ‘Polka­Dot Purple’.

FOTO RR

Sansevieria Starpower ‘Emerald Star’. FOTO RR

b Een nieuwe variëteit van een plant kweken is een geduldwerkje. Het duurt jaren voor zo’n nieuwe plant op punt staat en dan moet hij ook nog eens in voldoende grote hoeveelheden worden gekweekt om hem te verkopen. De afgelopen jaren hebben heel wat kwe­ kers zich geconcentreerd op het vervol­ maken van zogenaamde dwergversies van bekende planten, die je perfect in een pot kan planten. Let er wel op dat je de potgrond af en toe ververst en dat je de plant geregeld extra voeding geeft, want in zo’n pot moet hij het natuurlijk met een klein territorium stellen. Wij kozen een paar planten uit die het perfect doen in potten, of die je in een tegeltuintje kunt zetten. Je verwijdert één of twee tegels uit het terras of het voetpad (tegen het huis), graaft een flink gat, vult dat op met goede potgrond en zet daar een klimplant in, eventueel omringd door een paar eenjarigen. Hou bij de keuze van de klimplant natuurlijk rekening met zijn favoriete standplaats.

Bekroonde toppers Een heel mooie klimplant is Clematis chiisanensis ‘Amber’ die vorig jaar werd bekroond tot RHS Chelsea Flower Show Plant of the Year. Deze Clematis wordt maximum 2,5 meter hoog, zodat hij zeker je gevel niet overwoekert en je hem mak­ kelijk kunt snoeien door op een laddertje te staan. Al is snoeien eigenlijk niet no­ dig. Hij heeft prachtige gevulde gele bloemen die hier en daar een roze waas vertonen. De bloei start in mei en duurt tot het midden van de zomer en in het najaar krijg je een tweede bloeiperiode die heel september kan duren. Deze Clematis is ook heel vorstbestendig. Nog een topper van de RHS Chelsea Flower Show van vorig jaar: Streptocar­

pus ‘Amy’ van kwekerij Dibleys (zie grote foto). Met deze terrasplant krijg je waar voor je geld, want hij bloeit maar liefst acht maanden aan een stuk en spreidt een massa donker geaderde purperen bloemen met witte vlekken tentoon. Heb je de bloemen liever wat lichter en met een wit randje, dan kies je best voor Streptocarpus ‘Polka­Dot Purple’ van dezelfde kwekerij. Je kunt hem trouwens ook binnenshuis zetten als kamerplant. Nog meer interessante kleinere kamer­ planten die in de zomer gerust buiten kunnen staan als het mooi weer is: San­ sevieria Starpower ‘Emerald Star’ en Dendrobium Compacta. De stevige klei­ ne sansevieria is er eentje van de Vogel­ nestjes Serie van kwekerij ForemostCo. Hij heeft, net als vele vrouwentongen, niet veel licht, weinig water en maar af en toe wat extra voeding nodig. Een ideale plant voor niet zo groene vingers. ‘Emerald Star’ heeft trouwens heel wat neefjes en nichtjes. De Starpower Vogel­ nestjes Serie bestaat nu al uit acht varië­ teiten met verschillend gekleurde blade­ ren, van egaal helder groen tot donker­ groen met een brede lichtgele rand of groen met zilverwitte golfjes. Zeven jaar kweken Silver Vase, een Amerikaanse topkweker van orchideeën en bromelia’s, lanceert een Dendrobium Compacta die amper 10 cm hoog is. De kweker belooft dat dit kleintje overvloedig bloeit, wat bij een orchidee altijd een beetje afwachten is. Nog een leuke kleine voor potten is de dwerghortensia Hydrangea macrophylla ‘Little XS’. Hij wordt slechts 60 cm hoog en is daardoor geschikt voor grote pot­ ten, lage borders of kleine tuinen. Deze hortensia wordt te koop aangeboden in zeven verschillende kleuren. De kwekerij had ook een rode variëteit aangekondigd, maar uiteindelijk bleek die toch hoger te worden dan 60 cm. Het heeft de Neder­ landse kwekerij zeven jaar gekost om deze serie dwerghortensia’s te creëren. Het Nederlandse Van Vliet New Plants promoot een selectie dwerg­skimmia’s met onder meer ‘White Dwarf’ en ‘Red Dwarf’. Ideaal voor potten en goed voor maandenlang plezier.

Skimmia ‘Red Dwarf’.

FOTO RR


Algemeen Leen De Moor

Herfstschoonmaak Nu de meeste bladeren gevallen zijn, kan je een kleine opruimactie houden in de tuin. Overdrijf er niet mee. Je hoeft niet van de grond te kunnen eten en afgevallen bladeren en afgestorven plantendelen hebben ook hun nut.

Zet gereedschap best met het steel­ einde op de grond.

Maak bloempotten en bakken schoon.

Bladeren moet je weghalen van het gazon.

Een net vermijdt dat bladeren in de vijver vallen.

b Al die afgevallen bladeren, wat doe je daar best mee? Je hoeft ze niet één voor één uit de border te vissen, maar op twee plaatsen moeten ze echt weg: op het gazon en in de vijver. Hark alle bladeren van het gazon met een bladhark. Dat is zeker nodig. Als de bladeren te lang op het gras blijven liggen, verstikt en vergeelt het gras en krijg je lelijke plekken in het gazon. Ik hark de berg bladeren meestal in de border of onder de struiken. Tegen de lente zijn al die bladeren veranderd in bladaarde en zie je er niets meer van. Intussen zijn ze een warm winterdek geweest voor de wortels van de vaste planten. Als het gaat om bladeren van bomen en/of struiken die zijn aangetast door een ziekte of door lastige insecten, dan geef je de bladeren best mee met het huisvuilnis. Als je ze op de composthoop gooit of in de tuin verspreidt, dan verspreid je meteen ook de ziektekiemen en de plaagdieren.

Vijver Haal afgevallen bladeren ook zeker uit de vijver. Beter nog is vermijden dat de bladeren in het water vallen door een net over het wateroppervlak te spannen, maar daar is het nu natuurlijk te laat voor. Onthoud het wel voor de herfst van volgend jaar. Vis de bladeren uit het water met een langstelig net en verwijder meteen alle dode planten(delen) uit de vijver. Als je de bladeren en de dode planten niet uit het water haalt, gaan ze rotten en zorgen ze de komende lente voor een explosieve algengroei in het water, nog vóór de watertemperatuur voldoende gestegen is om de zuurstofplanten in actie te laten schieten. Ook hier kan een preventieve ingreep veel ellende voorkomen. Vaste planten Moet je alle vaste planten nu tot tegen de bodem afknippen en alle plantendelen verwijderen tot er enkel een stoppelveld overblijft? Helemaal niet. Stengels met mooie zaaddozen mag je zeker laten staan. Net als siergrassen worden die alleen maar mooier met een laagje sneeuw of rijp in de winter (zie grote foto). De afgestorven plantendelen beschermen ook de wortels tegen de vrieskou. Niet dat het de afgelopen jaren stenen dik heeft gevroren, maar je weet maar nooit. Potten en bakken waar eenjarigen in hebben gestaan, kan je nu schoonmaken. De plantjes hebben hun beste tijd wel gehad. Gooi ze op de composthoop of in de gft-bak. Borstel de bakken goed schoon

en zet ze weg in het tuinhuis. Dan zijn ze klaar voor gebruik wanneer je er in de lente nieuwe plantjes in wilt zetten. Bekijk alle bakken en potten wel eerst met een kritisch oog. Kapotte exemplaren zijn niet meer van nut, tenminste als ze van plastic zijn. Kapotte terracotta potten kan je in stukken slaan met een hamer en de scherven in de lente gebruiken als drainagelaag op de bodem van bloembakken en bloempotten. Ook je tuingereedschap en de grasmaaier hebben een flinke beurt nodig. Ik heb dit jaar (voor het eerst ooit denk ik) het gras nog wel gemaaid begin november, maar dat was toch echt de laatste keer dit jaar. Na die laatste maaibeurt moet je de grasmaaier een grote schoonmaakbeurt geven. Laat het aangekoekte gras en zand goed drogen en verwijder het dan. Check de messen van de maaier en als ze bot geworden zijn, slijp ze dan of laat dat doen in een tuincentrum. Maak ook schop, riek, hark en snoeischaar schoon en geef ze indien nodig wat olie. Zet of hang het gereedschap op een droge plaats. Als het gereedschap rechtop staat, laat dan het uiteinde van de steel op de grond rusten, niet het deel waar je mee werkt. Zo bescherm je het gereedschap tegen vocht.


Algemeen Leen De Moor

Winterbloeiers Planten kunnen het noorden kwijt zijn door het uitzonderlijk zachte weer in november en december, had u vast ook al eens gezien in uw eigen tuin. Sommige vroege winterbloeiers zijn al bijna uitgebloeid, terwijl struiken en bomen die anders tegen februari in bloei komen, nu al volop hun bloemen showen. U wilt ze allemaal bij elkaar zien? Breng een bezoek aan het Arboretum Kalmthout.

Chimonanthus praecox of winterzoet met zalig parfum.

Lonicera fragrantissima met heerlijke geur. FOTO GETTY IMAGES/ISTOCKPHOTO

Cyclamen coum.

Prunus mume ‘Peggy Clark’.

b De wintersluiting van het Arboretum Kalmthout (laatste week van december en eerste week van januari) is bijna achter de rug. De poorten gaan opnieuw open en de tuin is er helemaal klaar voor. Als de weersomstandigheden het toelaten, staan niet alleen de toverhazelaars of Hamamelissen volop in bloei, maar ook heel veel andere winter- en lentebloeiers zoals elzen en hazelaars, Lonicera fragrantissima, Cornus mas, Cornus officinalis, de roze Prunus mume en vele kleinbloemige Japanse sierkersen, Chimonanthus praecox... Aan de voet van die bloeiende struiken vind je vaste planten die ook al bloeien: Helleborus orientalis, Cyclamen coum, Pulmonaria en Potentilla alba. De heerlijk geurende Viburnum x bodnantense die normaal met zijn bloemtrosjes pronkt tot begin maart, is bijna uitgebloeid, maar dat kan de pret niet drukken. Geniet van de winterbloeiers zolang het nog duurt, want als het plots hard begint te vriezen, kunnen sommige planten een flinke schok krijgen. De meeste kunnen tegen een stootje en herstellen zich wanneer de temperatuur opnieuw stijgt, maar aangezien weersomstandigheden als die van de afgelopen twee maanden zich nog maar zeer zelden hebben voorgedaan, is zeer moeilijk te voorspellen hoe planten zullen reageren.

manthus delavayi... Ook sommige toverhazelaars hebben een aangename geur en als extraatje een prachtige herfstverkleuring van het blad. Denk dus niet dat deze breed uitgroeiende struiken alleen maar mooi zijn tijdens de paar weken dat ze bloeien. Een Hamamelis heeft wel wat ruimte nodig. Hij groeit traag, maar uiteindelijk kan hij een paar meter breed worden. Hou daar dus rekening mee als u er een in uw tuin zet. Nog een topper is de staartaar (Stachyurus). Zoals wel meer struiken die in de winter bloeien, is dit een naaktbloeier: de bloemen verschijnen op bladerloze takken. De bloeiperiode kan wat variëren, van februari tot maart. Dan wordt deze wat saaie struik plots onwaarschijnlijk mooi, met de lange limoengele bloemtrosjes. Ook bij Stachyurus verkleuren de bladeren in de herfst spectaculair.

Geur In elk geval loont het de moeite om in uw tuin wat winterbloeiers te zetten. Ze hebben vaak witte, lichtroze of -gele bloemen die hun gebrek aan kleur compenseren door een heerlijke geur. Met hun parfum lokken ze de insecten die hen anders over het hoofd zouden zien. Ze hebben die immers nodig voor de bestuiving. Een paar aanraders: de al eerder genoemde Lonicera fragrantissima, Chimonanthus praecox, Os-

Vaste planten Op zoek naar winterbloeiende vaste planten? Cyclamen coum is dan zeker een aanrader, zowel voor de bloemen (wit, roze, magenta, purper) als voor het blad dat een zilverkleurige tekening vertoont op een donkere grijsgroene achtergrond. Plant deze kleine tuincyclamen in een flinke groep aan, dan krijgt u het mooiste effect. Naast Helleborussen, die uiteraard niet mogen ontbreken, kunt u de tuincyclamen combineren met longkruid (Pulmonaria) en Primula’s. Dat zijn beide lentebloeiers, maar als de winter er niet echt doorkomt, zullen ze snel in de bloei staan. Pulmonaria is een schaduwplant die perfect dienst kan doen als bodembedekker. Net als Cyclamen coum heeft longkruid decoratieve zilveren vlekken op zijn bladeren. De bloeiperiode hangt af van de soort, en ook en vooral van het weer. Normaal gezien bloeit longkruid in maart of april, maar in het Arboretum

Stachyurus praecox var. matsuzaki.

Zoet geurende Osmanthus delavayi.


Algemeen Leen De Moor

Hulst en spar voor kerst Ilex meserveae ‘Blue Princess’.

FOTO GVA

Merels zijn gek op de bessen.FOTO MOOIWATPLANTENDOEN.NL

Met wit­ of geelgerand of blauwgroen blad. FOTO MWPD

Roze randen bij jong blad van Ilex ‘Argentea Marginata’. FOTO GVA

Je wilde vandaag nog snel hulst gaan kopen voor de kerstversiering, maar alles was uitverkocht? Zet een boompje of struik in de tuin en volgend jaar hoef je slechts de snoeischaar boven te halen. En de kleine spar die je kocht ter versiering van de tuintafel? Plant die gewoon in volle grond en volgend jaar kan hij opnieuw dienen. b Je wist toch hopelijk al wel dat de klassieke kerstboom met de korte prikkende naalden geen dennenboom is, maar een spar? Je kunt het makkelijk zien aan de naalden: bij een spar (Picea) zijn die plat en ze staan apart; bij een den (Pinus) zijn ze rond en staan er verscheidene bij elkaar. Een fijnspar heeft zowel mannelijke als vrouwelijke kegels. Hij is dus eenhuizig. De mannelijke kegeltjes zijn klein en komen in de hele boom voor. De vrouwelijke kegels zijn veel groter (tot 15 cm lang) en staan enkel in de top van de boom. Rond deze tijd van het jaar zijn ze volledig tot ontwikkeling gekomen. Er worden steeds meer kleine fijnsparren in pot te koop aangeboden. Dergelijke sparretjes zijn ideaal als versiering voor de tuintafel, of zelfs als kerstboom voor in de woonkamer als zo’n enorm gevaarte (en de bijhorende naalden die je een halfjaar later nog terugvindt) je echt niets zegt. Zo’n boompje kun je probleemloos na de feestdagen in de tuin planten. Het heeft wel even een acclimatisatieperiode nodig, anders is de temperatuurschok te groot en kan de boom het loodje leggen. Zet het boompje na Nieuwjaar een week in een koelere ruimte binnenshuis, zoals een berging of garage. Dan kan het al wennen aan lagere temperaturen en kan het vervolgens de tuin in. Plant het niet in een periode met strenge vorst, maar wacht op wat zachtere temperaturen net boven het vriespunt. Een spar is geen lastige klant, hij gedijt zowel in de zon als in de schaduw. Hij groeit niet zo snel, maar wordt uiteindelijk wel een zeer grote boom die tot 40 of zelfs 50 meter hoogte kan bereiken en honderden jaren oud kan worden. En hij geeft een groene toets aan je wintertuin.

Hulst Dat geldt natuurlijk ook voor hulst. De traaggroeiende bomen zijn in lente, zomer en herfst tamelijk onopvallend, maar

wanneer de bladeren gevallen zijn, valt je oog er opeens op. En blijken er (in mijn tuin toch) alweer een paar miniboompjes bijgekomen te zijn. Die deel ik dan uit. Mijn hulst is de klassieke Ilex aquifolium met groene bladeren en rode bessen, maar tegenwoordig zijn er heel wat soorten en variëteiten, en dan vooral voor de liefhebbers van kleur. Het blad van Ilex aquifolium ‘Argentea Marginata’ bijvoorbeeld verandert zelfs van kleur naarmate het ouder wordt. Jonge bladeren hebben een roze rand, die na verloop van tijd wit verkleurt. Verkies je een gele bladrand, dan vind je je gading bij Ilex aquifolium ‘Golden Queen’. ‘Pyramidalis’ heeft de klassieke combinatie van groen (blad) en rood (bessen). Het blad heeft echter veel minder stekels en de boom kan in zijn eentje bessen krijgen. Er is geen bevruchting nodig van een andere boom, wat voor de meeste hulsten wel het geval is. Ook ‘Golden Van Tol’ is een zelfbestuiver, maar dan met gele bladranden. Als je gek bent op geel, kun je kiezen voor Ilex aquifolium ‘Madame Briot’. De meeste bladeren hebben een dunne goudgele rand, maar er zijn ook heel wat volledig gele bladeren. De bessen zijn oranje. Mijn voorkeur gaat uit naar de zogenaamde blauwe hulst, die geen blauwe bessen heeft, maar blauwgroene bladeren en paarsblauwe twijgen. Van deze Ilex meserveae heb je ook weer een mannelijke en een vrouwelijke plant nodig om bessen te krijgen, bijvoorbeeld ‘Blue Prince’ en ‘Blue Princess’. Eén ‘Blue Prince’ is genoeg om vier of vijf ‘Blue Princesses’ te bevruchten. De bladeren zijn zeer stekelig en de plant groeit zeer compact, wat hem nog meer dan de andere hulstsoorten geschikt maakt voor hagen. Hulst verdraagt over het algemeen zeer goed drastische snoei. Let wel op als je kleine kinderen hebt. De bessen van hulst zijn een lekkernij voor vogels, maar voor mensen zijn ze giftig.


Algemeen Leen De Moor

Groene inspiratie De lente is nog maar pas begonnen of er is al een nieuwe oogst... van tuinboeken. Eigenlijk is het nu niet het moment om te lezen, maar wel om volop aan de slag te gaan in de tuin. Dus sla deze informatie op in je achterhoofd en stel het lezen uit tot de zomermaanden, wanneer er wel tijd is om je te verdiepen in tuinboeken. Magie van een tuin b Tuin- en landschapsarchitecte Dina Deferme heeft al een paar boeken geschreven over haar tuin, die door liefhebbers van over heel de wereld wordt bezocht. In dit boek deelt ze, gerangschikt per maand, nuttige tips voor tuiniers en haar geroemde schema’s voor plantenborders. Met dit boek krijg je zomaar een pasklare handleiding om een mooie tuin te creëren, al hangt dat natuurlijk ook af van je persoonlijke smaak en inzet en je liefde voor de natuur. Een aanrader voor liefhebbers van romantische en natuurvriendelijke tuinen.

i

Magie van een tuin, Dina Deferme, Lannoo, 160p, 29,99 euro

Mijn moestuin Vijf jaar geleden bundelde moestuinman Wim Lybaert zijn kennis en ervaring in het boek Mijn moestuin en nu is de herwerkte versie van deze bestseller (40.000 exemplaren) verschenen. Daar zijn onder meer paginagrote fiches van 37 groenten aan toegevoegd. Die geven een handig overzicht van hoe je plant, oogst en bewaart, en je krijgt er meestal nog wat extra tips bij. Wim wil zo veel mogelijk mensen aanzetten tot kweken om te eten, en zijn enthousiasme is aanstekelijk. Dit boek is een klassieker voor moestuiniers. Mijn moestuin, Wim Lybaert, Manteau, 367p, 29,99 euro

De mooiste grassen Er zijn uiteraard de klassiekers van Piet Oudolf, maar voor de rest zijn er bitter weinig boeken over siergrassen en alleen al daarom is dit boek zeker welkom. Ook al omdat siergrassen fantastische tuinplanten zijn waar je eigenlijk bijzonder weinig werk aan hebt. Als je ze slim kiest, zijn ze in zomer, herfst en winter mooi. Die kale periode in de lente moet je er dan maar bijnemen. Grassenspecialist Tinneke Provoost van kwekerij De Grashalm koos samen met Laurence Machiels ruim negentig mooie, maar vooral gemakkelijke siergrassen voor tuin en terras en geeft er telkens een korte beschrijving van. De foto’s hierbij hadden nog iets meer close-ups mogen zijn, want vaak zie je alleen dan de specifieke verschillen tussen de grassen. Interessant zijn de beschrijvingen en foto’s van de tuinen waarin grassen werden toegepast. Zo zie je meteen wat de mogelijkheden zijn.

De mooiste grassen voor de tuin, Tinneke Provoost en Laurence Machiels, Lannoo, 224p, 24,99 euro

Het nieuwe moestuinieren ‘Natuurlijk moestuinieren en eerlijk voedsel’ is de ondertitel van dit boek van de Nederlandse moestuingoeroe Hans van Eekelen. Het is een naslagwerk van maar liefst 840 bladzijden voor beginners en gevorderden, met niet alleen algemene informatie over telen, bewaren en bereiden, maar ook handige kneepjes en een alfabetisch gerangschikte beschrijving van talloze groenten. Het is geen kijkboek, maar een leesboek waar je dagen zoet mee bent en dat je jarenlang kunt gebruiken. Praktijkboek Het nieuwe moestuinieren, Hans van Eekelen, KNNV Uitgeverij, 840p, 44,95 euro

Mijn tuin is een parkeerplaats Kendra Wilson behandelt in dit boek een aantal vrij frequent voorkomende problemen waar vooral een beginnende tuinier mee te maken kan krijgen. Ze bespreekt die kort en geeft tips om het probleem aan te pakken. Bijvoorbeeld ‘mijn tuin vangt te veel wind’ of ‘zijn rozen echt zo moeilijk?’ De auteur suggereert dan wat je kan doen of stelt vaak dat het eigenlijk geen probleem is en dat je er de mogelijkheden van moet ontdekken. Dit is een wel heel erg Engels boek, met voorbeelden uit grote plattelandstuinen en beplantingen die allemaal nogal neigen naar de cottage-stijl. Daar is niets mis mee, maar liefhebbers van andere stijlen blijven wat op hun honger zitten. En het dilemma ‘wat moet je met een grote voortuin?’ en haar oplossing – ‘kweek er groenten in’ – is zo’n typisch voorbeeld van het Engelse platteland. In de stad heb je om te beginnen zeer zelden een grote voortuin en als er elke dag een massa auto’s voorbij raast, zal het niet aan te raden zijn om vlak naast de weg groenten te kweken... Mijn tuin is een parkeerplaats en andere design dilemma’s, Kendra Wilson, Uitgeverij THOTH/ distributie EPO, 143p, 16,95 euro


Algemeen Leen De Moor

52 projecten voor de stadstuinier, B. Oftring, Kosmos, 126 blz., 16,99 euro. Tuin Smakelijk!, V. Greutink, Jan Van Arkel, 239p, 24,95 euro.

Libellen van Europa, B. Dijkstra, Kosmos, 320 blz., 29,99 euro.

Natuurlijk tuinieren, Bob Flowerdew, Terra, 271 blz., 29,99 euro.

Gemakkelijk fruit, Guy De Kinder, Kosmos, 127 blz., 14,99 euro.

Koken uit de natuur, D. Dittmer, Kosmos, 160 blz., 16,99 euro.

Zomerlectuur Aan de voordeur van de zomer zetten we voor u wat vakantielectuur in de etalage. Van kleine projecten voor de stadstuin over tips voor permacultuur, natuurlijk tuinieren en het kweken van fruit tot een overzicht van een verrassend groot aantal libellen en lekkers dat u zelf kunt maken met ingrediënten uit de natuur. Libellen van Europa b Tijdens zomerse natuurwandelingen komt u in de buurt van vennen en vijvers vast wel libellen tegen. Van de ranke blauwe en groene waterjuffers die in innige omhelzing een hartje vormen tot imposante vuurrode heidelibellen die als tweedekkers laag over het water scheren. De auteur beschrijft gedetailleerd de verschillende juffers en echte libellen die voorkomen tussen de Noordpool en de Sahara. Een boek voor de echte liefhebbers. Koken uit de natuur Voorzichtigheid is uiteraard geboden bij het uitkiezen en plukken van de ingredienten, maar met planten die je in de natuur vindt, kun je zeker wat lekkers op tafel brengen. Dit boek volgt de seizoenen, en vertelt bijvoorbeeld hoe heerlijk daslook kan zijn (ook sterrenchefs gebruiken het in de lente). Let wel op: het blad van meiklokjes lijkt er erg op, en is giftig. Maar daslook heeft de onmiskenbare lookgeur. In een bos waar de plant als onderbegroeiing voorkomt, waart die geur in de lente tussen de bomen rond. De topjes van hopscheuten zijn zeker zo lekker als asperges en met vlierbloesem en -bessen kun je overheerlijke bowls, saus of taartjes maken. En wat rozenwhoopies zijn, moet u zelf maar eens uitzoeken. Natuurlijk tuinieren Bob Flowerdew, de Britse tuinier met de blonde – intussen grotendeels grijze – lange vlecht, is de koning van slow gardening, het ontspannen relaxte tuinieren. Neem er uw tijd voor, forceer niets, werk op het ritme van de seizoenen en bestrijd ongedierte en ziekten op een natuurlijke manier, dat is zijn credo. Hij verkondigt zijn visie echter niet als de enige echte

waarheid. “Het zijn mijn eigen ervaringen als tuinier die ik deel”, zegt Flowerdew. Probeer bijvoorbeeld zijn recepten voor zelfgemaakte potgrond eens. En als zijn levensfilosofie u aanstaat, vindt u nog een massa inspiratie in dit boek. Tuin Smakelijk! In dit boek vertelt de auteur haar eigen ervaringen met permacultuur in haar stadstuin. De tips die ze geeft, gelden zowel voor teelt in potten als bij de aanleg van een permanente bostuin. Dit boek bevat geen hapklare brokken leesvoer; je moet er even voor gaan zitten. Gemakkelijk fruit Vele tuiniers staan wat huiverig tegenover het telen van fruit. Moeilijk, vooral wat snoeien betreft, wordt vaak gezegd. Specialist Guy De Kinder selecteerde twintig soorten fruit waar hij zelf zeer goede ervaringen mee heeft. Vele daarvan kun je zelfs in potten of in piepkleine tuintjes zetten, en ze leveren er gegarandeerd een goede oogst op. Vitaminebommen als zwarte bessen bijvoorbeeld, lekkere doornloze bramen of zelfbestuivende pruimen. Bij elke fruitsoort vertelt de auteur welke nuttige stoffen (zoals vitamines) ze bevat. 52 projecten voor de stadstuinier ‘Projecten’ is misschien een iets te hoogdravend woord voor de huis-, tuin- en keukenklusjes die in dit boek beschreven zijn. Leuk is wel dat ze meestal amper een uur of twee vragen om helemaal af te werken. Ideaal voor een zomerse vakantiedag, wanneer je je wel een beetje nuttig wilt maken, maar het vooral niet te veel moeite mag kosten. Dan kun je een minivijver maken, of een hangende slatuin, of van een zak potgrond een plantenbak maken. Pretentieloze fun.


Algemeen Leen De Moor

Winterlectuur Nog wat opruimen en planten binnenkort, en dan zit het meeste tuinwerk erop voor dit jaar. Het is dus stilaan tijd om inspiratie op te doen voor het nieuwe seizoen, en die vindt u in de nieuwe lichting tuinboeken. Er zijn zowel praktische boeken met tuinontwerpen als boeken om bij weg te dromen. Of eentje met een onuitputtelijke voorraad weetjes over het seksleven van planten.

Axinea’s blazen stuifmeel naar vogels. FOTO GVA

30 tuinontwerpen, Forte Groen/Van Halewyck, 152p, 24,95 euro.

Wonder Plants, Lannoo, 240p, 34,99 euro. FOTO LANNOO

b Echt leuke winterlectuur is het nieuwe boek van Michael Allaby, die intussen al 83 is. Het levert je meteen een berg weetjes op die je kunt gebruiken om gesprekken nieuw leven in te blazen op saaie feestjes. Plantenliefde – de naakte waarheid over het seksleven van planten gaat over de voortplanting van planten, maar dat klinkt zo duf dat de redacteur het boek heeft opgeleukt met titels als Rosse buurten, Sletten en hoeren, Kidnappers en Zuiplappen en gelukszoekers. Dat hoefde misschien niet, maar het zet wel aan tot zoeken en ontdekken, en smullen van de soms merkwaardige manieren waarop planten zorgen voor nageslacht.

Nectar met alcohol Zoals de stekelige palm Eugeissona tristis, die bezoekers heel wat lol bezorgt. Wanneer zijn bloeiwijzen nectar produceren, ruiken ze naar een brouwerij. In de schuimende vloeistof die ze bevatten, zit 3,8% alcohol. De stamgasten die op het lekkers afkomen, verzamelen ook stuifmeel in hun vacht en wanneer ze lichtjes tipsy naar het volgende bloemencafé trekken, geven ze daar wat van dat stuifmeel af. Voilà, voortplanting verzekerd. De Chinese slaapboom Albizia julibrissin (zie grote foto) hoort volgens de auteur dan weer bij de promiscue categorie, omdat zijn bloemen door veel verschillende bestuivers (vlinders, bijen, kolibri’s...) worden bezocht. Dit boekje is echt een aanrader. Amusant, en u leert er ongetwijfeld heel veel uit. Bent u eerder nuchter en praktisch ingesteld? Dan vindt u misschien wel tips in 30 tuinontwerpen, een boek met creaties van vooral Nederlandse, maar ook een paar Belgische tuinontwerpers. Interessant is dat het gaat om ontwerpen voor kleine tuinen van 6 bij 10 meter, ofwel de afmetingen van een gemiddelde stadstuin. De ontwerpen worden voorgesteld zoals

XTRRDNR gardens, Erik Van Gelder, 241p, 59,50 euro. FOTO TERRA

het hoort: met een plannetje, een paar markante foto’s, een plantenlijst en een korte en duidelijke beschrijving van het type tuin en het uitgewerkte concept. Bij de keuze van de ontwerpen werd gezorgd voor voldoende diversiteit. Een nuttig boek voor wie een stadstuin wil (her)aanleggen. Luxueuze buitenruimtes Het boek XTRRDNR gardens is zijn tijd een beetje vooruit. Het is een typisch salontafelboek dat je cadeau geeft bij de eindejaarsfeesten. Het bundelt een aantal tuinen van de Nederlandse tuinontwerper Erik van Gelder. Zijn creaties zijn geen democratische stadstuintjes, maar luxueuze buitenruimtes. Soms ook beperkt in oppervlakte, maar allemaal behoorlijk exclusief. Wat niet betekent dat u er hier en daar niet iets kunt uithalen om toe te passen in een meer democratische setting. Zoals het hoort bij een koffietafelboek ligt het accent op foto’s en blijft de tekst beperkt. De knappe fotografie is van Peter Baas. Jungle binnenshuis Tijdens de donkere maanden kan je natuurlijk ook wat extra groen binnenshuis brengen, en daar vind je voorbeelden van in Wonder Plants – planten in je interieur. Auteurs Irene Schampaert en Judith Baehner tonen twintig interieurs in landen verspreid over de hele wereld. In de kamers werden op verscheidene manieren urban jungles gecreëerd. Soms staat er enkel hier en daar een plant, maar soms benadert het resultaat een echte jungle. Dat is bijvoorbeeld het geval met het huis van bloembinder Raf Verwimp in Lier, een oud schoolgebouw met hoge plafonds. Een gebouw dat zich perfect leent om aan te kleden met majestueuze planten. Handig is het lijstje met de gebruikte planten achteraan in het boek.

Plantenliefde, Michael Allaby, Terra, 239p, 20 euro. FOTO TERRA


Vaste planten Leen De Moor

Planten in kleine tuintjes Op de vakbeurzen voor kwekers van planten voor sier­ en moestuinen zijn weer tal van nieuwigheden voorgesteld. Veel planten zijn geschikt voor potten of voor de kleine tuin. Van pepertjes tot mini­Forsythia, van verbluffend mooie Salvia en Heuchera tot barbieroze Trachelospermum.

Heuchera ‘Black Pearl’.

FOTO WALTERS GARDENS

Capsicum annuum ‘Spicy Jane’ F1. FOTO PRUDAC

Forsythia x intermedia ‘Nimbus’. FOTO MINIER SOLUTIONS

Buddleja ‘Buzz Indigo’. MORGAN

FOTO THOMPSON

b Zelfs al heb je maar één of twee vierkante meter buitenruimte ter beschikking voor planten, toch zijn er planten genoeg die in aanmerking komen. Er zijn er zelfs steeds meer, want de kwekers en veredelaars houden rekening met de heersende tendensen en specialiseren zich steeds meer in planten die geschikt zijn voor de minituin of voor potten. We hebben een paar van de mooiste voor u uitgezocht. Deze Salvia (zie grote foto) werd vorig jaar al voorgesteld op de Chelsea Flower Show door Dyson’s Salvia’s en werd er derde in de New Plant Competition 2015. Sindsdien heeft de nieuwe plant nog zes prijzen in de wacht gesleept, waaronder zopas die van Best New Variety op de UK Grower Awards 2016. Met deze prachtige plant haalt u dus zeker een winnaar in huis. Heel wat kwekers hebben intussen een licentie voor Love and Wishes en je vindt de plant vast in catalogi online. Hij doet het heel goed in een pot, bloeit lang en trekt bijen aan.

Heuchera ‘Black Pearl’ De Heuchera-rage is een beetje over haar hoogtepunt, maar voor deze Black Pearl maak je toch best een pot op jouw terras vrij. Planten met echte zwarte bladeren of bloemen zijn de natte droom van heel wat kwekers en tuiniers en de tint van de glanzende bladeren van deze Black Pearl benadert het zwart toch wel heel sterk. De onderkant is purperroze en die tint is ook zichtbaar omdat de gelobde bladranden gegolfd zijn. De plant werd meteen toegevoegd aan de Proven Winners voor het seizoen 2016-2017. De Proven Winners zijn zestien vaste planten die gegarandeerd succes opleveren voor een mooie onderhoudsvriendelijke tuin. Met Black Pearl zit je gebeiteld. De Forsythia x intermedia ‘Nimbus’ is een compacte dwergforsythia die niet veel hoger wordt dan een halve meter. Je kunt hem in een pot zetten, maar ook in een border met vaste planten of vooraan in een struikenborder. In de lente zijn de takken volledig bedekt met gele bloemen met een oranje hartje en pas daarna volgt een dicht bladerdek. ‘Nimbus’ staat al in de catalogi van een aantal kwekerijen, zoals het Britse Thompson & Morgan. Buddleja ‘Buzz Indigo’ Ook de Buddleja ‘Buzz Indigo’, een vlinderstruik, is heel compact en surft mee op de trend van de donkere bloemen. De diepblauwe bloempluimen steken schitterend af tegen de zilverkleurige bladeren. De struik wordt maar zo’n anderhalve

Trachelospermum asiaticum ‘Pink Shower’. FOTO PÉPINIÈRES TRAVERS meter hoog, wat heel wat minder is dan de meeste Buddleja’s. Hij is perfect voor patiopotten en kleinere tuinen. De bloemen zijn steriel, dus je hoeft niet bang te zijn dat overal in de tuin struikjes opduiken. De Capsicum annuum ‘Spicy Jane’ F1 is een struikje dat een overvloedige oogst van kleine pepers geeft. Daarnaast is het ook decoratief. Het past perfect tussen terraspotten met bloemen. Zelfs de glanzende bladeren ogen mooi. Je hoeft de plant niet veel water te geven en hij is onderhoudsvriendelijk. Elaeagnus ebbingei Voor liefhebbers van struikjes met bont blad is deze nieuwe Elaeagnus ebbingei ‘Abrela’ Maryline een aanwinst. Het geel in de bladeren wordt intenser naarmate de seizoenen vorderen. De plant is gelukkig in een pot, maar je kunt hem bijvoorbeeld ook gebruiken als lage haag. Snoeien verdraagt deze ‘Abrela’ heel goed. We eindigen met een barbieroze Trachelospermum asiaticum ‘Pink Shower’. Als je hem niet zou vinden in catalogi: de plant wordt soms ook met een ‘S’ achteraan geschreven (Pink Showers). Deze sterjasmijn klimt rond een steun of kan bijvoorbeeld ook worden gebruikt als bodembedekker. De sterk geurende roze bloemen verschijnen van juni tot september en de bladeren zijn wintergroen. De plant is niet veeleisend en groeit probleemloos in een pot.


Vaste planten Leen De Moor

Vijftig tinten herfst Als je een herfstborder samenstelt, ga dan resoluut voor de diepe en dramatische tinten, van oranje over rood en bordeaux tot purper en bijna zwart. Net voor de winter moet je je nog eens kunnen laven aan die felle en uitbundige kleuren, die nog extra diepte krijgen door de herfstzon. Voeg daar nog wat ochtendmist en dauwdruppels aan toe en het feest is compleet.

Aster lateriflorus horizontalis. FOTO IVERDE

Imperata cylindrica ‘Red Baron’.

FOTO

IVERDE

Heuchera ‘Black Beauty’. FOTO IVERDE

Anemone hupehensis ‘Splendens’. FOTO IVERDE

b Niet iedereen heeft zoveel ruimte ter beschikking als op de grote foto hiernaast, maar als dat toch het geval zou zijn, dan is dit wel een tip: grote pollen van het decoratieve gras Miscanthus sinensis ‘Gracillimus’ (met een fijne witte streep in het midden van de bladeren) met daar bovenuit torenend een uitbundig bloeiende oranje trompetklimmer Campsis radicans.

Grassen Grassen zijn een must in de herfst. Er zijn er voor alle maten en stijlen van tuinen, van de roestbruine slanke bosjes Carex tot de vele varianten van het flink uit de kluiten gewassen prachtriet Miscanthus sinensis. Heel decoratief zijn de variëteiten met tweekleurige halmen, zoals ‘Gracillimus’ met de streep in het midden, of ‘Zebrinus’ met dwarsgestreept blad. Ook ‘Strictus’ heeft dwarsgestreepte bladeren, maar dit gras heeft meer ordelijke pollen, want het groeit stijf rechtop. De pollen van ‘Zebrinus’ daarentegen ogen soms wat rommelig. Maar zowel ‘Strictus’ als ‘Zebrinus’ zijn een aanrader voor plekken in de halfschaduw, die oplichten door de gele dwarsstrepen op de grashalmen. In het late najaar verliezen de halmen hun groene kleur. Die van ‘Strictus’ worden dan zilverwit, die van ‘Zebrinus’ veeleer crèmewit. Zelfs dan zijn de pollen nog heel mooi. Laat ze staan tot in de lente en knip dan alles af, zodat de nieuwe halmen ruimte hebben om te groeien. U hebt een kleine tuin of enkel wat bakken op een balkon? Experimenteer dan eens met het Japans bloedgras Imperata cylindrica ‘Red Baron’. Dit is een aanrader voor winterse bakken, met de dieprode brede bladranden.

Aster lateriflorus ‘Lady in Black’. FOTO IVERDE

meteen deskundige uitleg bij.

Heuchera Ook nog steeds knap, al is de hype wat over zijn hoogtepunt: Heuchera. Niet voor de bloemen, maar voor de uitzonderlijke bladkleuren. Elke goede kweker van vaste planten heeft Heuchera’s in zijn aanbod. Zoekt u iets aparts, dan moet u te rade gaan bij gespecialiseerde kwekers, zoals de Pépinière des Deux Caps van Dirk Scheys, die een aantal jaren geleden uitweek van Vlaanderen naar Réty in Frankrijk (www.hostas.be). Hij is te vinden op Belgische plantenbeurzen, maar u kunt ook online bestellen. Zijn assortiment Heuchera’s, Heucherella’s en Tiarella’s is uitstekend, met bladkleuren variërend Vaste planten van geel over limoengroen en karamel tot Er zijn zoveel bloeiende vaste planten die bijna fuchsia, bordeaux en diep purper. hun glorietijd beleven in de herfst. Asters Herfstanemonen zijn klassiekers en staan bijvoorbeeld. Vroeger werden die vaak garant voor een lange bloei. Er zijn ook geteisterd door meeldauw, maar nu zijn dubbelbloemige herfstanemonen, zoals er genoeg resistente soorten en variëteide donkerroze Anemone ‘Pamina’ of Aneten beschikbaar. Er zijn zowel planten mone hupehensis var japonica ‘Rotkäppmet een overdaad aan piepkleine bloechen’, die een nog diepere rozerode kleur men, zoals de zeer knappe Aster lateriflo- heeft. rus ‘Lady in Black’ (zie foto linksboven), als Toch geen liefhebbers van die kleurenorasters met veel grotere bloemen. Als u gek gie? De zuiverwitte Anemone ‘Honorine bent op asters, ga dan eens langs bij de Jobert’, klassieker bij uitstek, kan een stil Nederlandse kwekerij De Hessenhof rustpunt zijn in een vurige herfsttuin voor (www.hessenhof.nl). Daar hebben ze een oranje, rood en purper. uitgelezen collectie asters, en u krijgt er


Vaste planten Leen De Moor

Heuchera en zusjes Op de valreep nog op zoek naar planten die in de winter wat kleur brengen in de tuin, zeker in de schaduw? Koop dan nog snel wat Heuchera, Tiarella of x Heucherella. Hun opmerkelijk gevormde en gekleurde bladeren zijn een aanwinst voor de tuin. En volgend jaar in de lente en de zomer krijgt u er nog wolken witte en roze bloemetjes bij.

Heuchera ‘Birkin’.

FOTO RR

x Heucherella ‘Honey Rose’.

Heuchera ‘Electric Lime’.

Heuchera ‘Bella Notte’.

FOTO RR

FOTO RR

FOTO RR

b Heuchera’s zijn nu een hype zoals Hosta’s eind vorige eeuw. Er lijkt geen einde te komen aan de nieuwe planten die worden gelanceerd, al verschillen die soms weinig of niets van reeds bestaande Heuchera’s. Toch loont het de moeite om wat Heuchera’s toe te voegen aan uw tuin, maar koop ze wel bij een kweker die zijn vak kent. Op de grote foto bij dit stuk – de stand van de gespecialiseerde Britse kwekerij Heucheraholics op de RHS Chelsea Flower Show 2016 – zie je wat de pluspunten zijn van Heuchera: de fraaie bladkleuren en bij sommige ook de bloemen die in de lente en de zomer een roze en witte wolk vormen. De bladkleuren variëren van geel over alle tinten van groen, karamel en roze tot bordeaux, purper en bijna zwart. Je zet Heuchera best in de halfschaduw of schaduw, al doen sommige planten het ook wel goed in de zon. Maar de meeste kunnen daar niet zo goed tegen. Bij sommige Heuchera’s verbrandt het blad letterlijk, en zit je voor de rest van het jaar met lelijke dorre vlekken op de decoratieve bladeren. Een goed plekje is onder bladverliezende bomen of struiken, die het zonlicht in de zomer filteren. Een nadeel van Heuchera’s is dat je ze geregeld moet scheuren en verplanten. Dat moet je toch wel om de twee à drie jaar doen.

Tiarella Tiarella kan je op een gelijkaardige standplaats planten. Tiarella’s worden eveneens voor hun decoratieve blad gekweekt. De vorm van de bladeren is veel markanter dan bij Heuchera. Ze zijn veel meer ingesneden en hebben ook een opvallende tekening. De bloemen zijn vaak onbeduidend. Honderd jaar geleden kwam Fransman Emile Lemoine op het idee om een hybride te creëren met een Heuchera en een

x Heucherella ‘Cracked Ice’. FOTO RR

Tiarella als ouders. Dat werd x Heucherella tiarelloides. Intussen zijn er heel wat x Heucheralla’s, en zij verenigen in zich de kwaliteiten van beide ouders: het kleurengamma van de Heuchera en de bladvorm en -tekening van de Tiarella. x Heucherella is beter geschikt als bodembedekker dan Heuchera, die de neiging heeft zijn bladeren opwaarts te richten, en verdraagt meer schaduw. Hij bloeit ook wat vroeger. Deze planten voor lichte of diepere schaduw hebben niet veel last van ziekten of plagen. Let wel op voor de taxuskever, want die is er gek op. Controleer geregeld of de kevers zich niet in de planten hebben genesteld. Dat kan bijvoorbeeld bij het verplanten of scheuren. Heuchera heeft ook zijn eigen vorm van roest, die eveneens ontsierend kan zijn. Check planten goed eer u ze koopt. Kwekerijen Heel wat goede kwekers van vaste planten hebben Heuchera, Tiarella en x Heucherella in hun assortiment. Er zijn er ook die zich hier in hebben gespecialiseerd, zoals Dirk Scheys van Pépinière des Deux Caps. Die creëerde trouwens zelf de heel mooie hybride x Heucherella ‘Art Nouveau’, groen met een donker hart, die al een paar keer in de prijzen viel op tuinbeurzen. De kwekerij bevindt zich wel in Noord-Frankrijk, maar u kunt ook online bestellen. Ook bij Heucheradream uit Asper vindt u een uitgebreid assortiment Heuchera, Tiarella en x Heucherella. Het Britse Heucheraholics noemt zichzelf een kwekerij voor de hopeloos verslaafden. Ook hier kunt u probleemloos online bestellen. Het assortiment is echt zeer uitgebreid.

i

www.hostas.be (Pèpinière des Deux Caps) www.heuchera.org (Heucheradream) www.heucheraholics.co.uk

Tiarella ‘Timbuktu’. FOTO RR


Vaste planten Leen De Moor

Nieuwkomers Er worden constant nieuwe tuinplanten en snijbloemen op de markt gebracht. Aan die lancering zijn vaak jaren van kruising, veredeling en verfijning voorafgegaan. Bij de jongste nieuwkomers zitten heel wat barokke creaties, zoals de Meilland­roos ‘Meicaudry’ Frou­Frou en Hydrangea Beautensia Dali. Wij stellen er een aantal aan u voor.

Hydrangea paniculata ‘Little Lime’.

FOTO

GVA

Clematis ‘Amazing Oslo’. FOTO MARGINPAR.

Rhododendron Hortinno Christine Belli. FOTO GVA

Rosa ‘Meicaudry’ Frou­Frou.

Roos b De befaamde Franse rozenkwekerij Meilland heeft een nieuwe roos voorgesteld op de International Floriculture & Horticulture Trade Fair in Nederland: Rosa ‘Meicaudry’ Frou-Frou. De frivole dame is allesbehalve onopvallend met haar dikke rood, wit en roze gestreepte bloemhoofdjes. De kweker heeft hoge verwachtingen van de barokke roos, die balanceert op de rand van kitsch. FrouFrou heeft maar liefst 45 tot 50 bloemblaadjes, donkergroene bladeren en lange stengels en houdt het in een vaas tot twee weken uit. Hortensia’s We pikten twee nieuwe hortensia’s uit het grote aanbod van noviteiten. Hydrangea Beautensia Dali is gekweekt in Japan, en dat zie je gewoon. Haar verschijning lijkt meer ontsproten aan het penseel van een oosterse kunstenaar dan aan de grillen van de natuur en de kunde van een kweker. De nieuwe hortensia is er eentje van de hortensiakwekerij van de Sakamoto familie uit het Japanse Gunma. De bloem is één van de finalisten van de Flora Holland Award Glazen Tulp 2016 in de categorie snijbloemen. Een heel interessante plant die nu meer en meer wordt verspreid, is de hortensia Hydrangea paniculata ‘Jane’ of ‘Little Limelight’, Het is een dwergversie van de ‘Limelight’ die in talloze tuinen terug te vinden is. Little Limelight is in de VS al uitgeroepen tot Landscape Plant of the Year. Tuin- en landschapsarchitecten zijn er gek op omdat ze de schoonheid van ‘Limelight’ nu ook kunnen introduceren in kleinere tuinen. Hij wordt maximum 120 cm hoog, maar bloeit rijkelijk met groenwitte bloemen die roze verkleuren en tot aan de vorst mooi blijven. Volgens kenners wordt deze dwerghortensia één van de succesplanten van 2016.

Struikje Nog een dwergplant en bijna een naamgenoot van ‘Little Lime’ is Acacia cognata ‘Limelight’. Die frisgroene ragebol is ontwikkeld in Australië en is spijtig genoeg niet echt winterhard, al verdraagt hij op een beschutte plaats wel een paar graden vorst. Je kunt hem behandelen als een eenjarige terrasplant, maar hij oogt ook heel mooi als je hem hier en daar inpast in een zeer kleurrijke border. Zijn heldergroene verschijning brengt afwisseling. Ranonkel Nog een kanshebber op de Glazen Tulp 2016, de prijs voor de beste en meest veelbelovende marktintroductie van FloraHolland, is de knappe Ranunculus PonPon ‘Malva’ die werd gecreëerd in Italië. De bloemblaadjes van een Pon-Pon hebben meerdere kleuren, en bij deze ‘Malva’ zijn dat lila, groen en wit. Een frivole maar toch stijlvolle dame, deze nieuwe ranonkel. Clematis Ook erg stijlvol: Clematis ‘Amazing Oslo’. Het is een Nederlandse creatie van kweker Wim Snoeijer van kwekerij J. van Zoest. De snijbloem wordt geteeld in Tanzania. Niet alleen de bloemen zijn diep blauw tot purper. Ook de knop heeft dezelfde intense tint. Azalea De laatste in ons rijtje is een azalea die perfect past bij de eindejaarsfeesten: Rhododendron Hortinno Christine Belli. Hij heeft zuiverwitte bloemen met een groen hartje en glanzende donkergroene bladeren. Deze plant bloeit wel vijf weken lang en is beschikbaar vanaf begin december.

i

www.newplantsandflowers.com

Hydrangea Beautensia Dali. FOTO FLORA

Ranunculus Pon­Pon Malva.

HOLLAND

HOLLAND

FOTO FLORA


Vaste planten Leen De Moor

Heide is een zuurpruim U dacht dat een heidetuin heel erg jaren zeventig is? Het hangt er maar van af hoe je die tuin aanlegt, en met welke planten je de heide combineert. Winterheide brengt kleur in de tuin tijdens de eerste maanden van het jaar. Wie een beetje zoekt, vindt vast mooie variëteiten in diverse kleuren. Hou er wel rekening mee dat heide een zuurpruim is.

‘King George’. FOTO GVA

‘Springwood White’.

FOTO GVA

b Winterheide of Erica carnea kan een mooie aanvulling zijn van een wintertuin. Het lage struikje bloeit van januari tot begin april in schakeringen van wit, roze en paars, en de naaldachtige piepkleine bladeren blijven groen. Als je kiest voor heide, zet dan niet hier en daar één plantje, want dat oogt maar miezerig. Kies meteen voor een groot perk of een brede strook, bijvoorbeeld vooraan een border. Heide stelt zeer specifieke eisen aan de bodem. De plant houdt van zure grond en is allergisch voor kalk. Een zuurpruim dus. Winterheide is op dit vlak niet zo kieskeurig als zijn neefjes, maar neem toch maar het zeker voor het onzekere. Als je kiest voor een heidetuin, zal het vaak nodig zijn om de grond wat zuurder te maken. Dat kan door onder de tuinaarde een bodemverbeteraar voor zuurminnende planten te mengen. Om te vermijden dat je dat elk jaar moet herhalen, kan je de daaropvolgende jaren telkens een laag turf leggen op de aarde rond de heideplanten. Giet of sproei (in de zomer) nooit met kalkrijk water, dat is vergif voor heide.

‘Golden Starlet’. FOTO GVA

‘Ruby Glow’. FOTO GVA

Snoeien Is snoeien nodig bij zo’n kleine planten? Zeker. Heide is een struik, en net als lavendel wordt het een lelijke warrige bos met verharde kale stengels als je niet op tijd snoeit. Wanneer moet je dat doen? Net als bij veel planten na de bloei. Snoeien zorgt ervoor dat de plant een mooie vorm behoudt en nieuwe scheuten krijgt. Heide snoeien gaat het makkelijkst met een heggenschaar. Zo kan je de hele bos netjes op dezelfde hoogte afsnijden. Overdrijf niet, en knip de planten zeker niet tot bij de grond af. Zet de schaar erin net boven het begin van de scheuten die het afgelopen jaar zijn gegroeid. Na het snoeien verwen je de planten het

best met wat meststof speciaal voor heideplanten (of voor rododendrons, azalea’s en hortensia’s). Dat is krachtvoer om nieuwe scheuten aan te maken. Je hoeft heide niet per se in volle grond te zetten. Hij gedijt ook in een pot. Gebruik ook hier aangepaste potaarde voor zuurminnende planten. Als je kiest voor potten in pastelkleuren, kan dat een heel mooie combinatie vormen met de kleur van de heidebloempjes. Let wel op dat er onderaan in de pot gaatjes zijn om overtollig gietwater te laten weglopen. En als je de potten buiten zet, moeten ze wel bestand zijn tegen de vorst. Variëteiten Niet elke heideplant heeft de klassieke kleur die twijfelt tussen donkerroze en purper. Een interessante kwekerij die gespecialiseerd is in heide is die van Henk-Jan Heideboer uit Loenhout. Daar vind je een heel uitgebreid assortiment, niet alleen van Erica carnea maar ook van onder meer Erica darleyensis, Calluna vulgaris en Erica tetralix. ‘Springwood White’ is een aantrekkelijke witte winterheide. Die verdwijnt natuurlijk in het niets als er sneeuw ligt, maar zeg nu zelf, hoe dikwijls blijft de sneeuw liggen in Antwerpen? Toch liever kleur? ‘Ruby Glow’ is magenta tot rood met een wit uiteinde. ‘Whiskey’ bloeit lichtrood, maar het aparte aan deze plant zijn de blaadjes, die bijna amberkleurig zijn - vandaar de naam ‘Whiskey’. ‘Winterfreude’, ‘Wintersonne’ en ‘Winter Beauty’ vertonen dan weer nuances van purper en roze. Heide kan je combineren met bijvoorbeeld Skimmia japonica, Gaultheria procumbens en vroegbloeiende bolletjes. www.henkjanheideboer.be


Bloemen Leen De Moor

Blauw, blauw, blauw Geranium ‘Brookside’.

FOTO GVA

Als je de Vlaamse wolkenluchten zou willen herscheppen in de tuin, zou je dat kunnen proberen met de verschillende tinten blauw, purper en wit van Delphinium of ridderspoor. Blauwe bloemen hebben iets heel sereens. Ze zijn perfect om een heel stijlvolle en rustgevende border mee samen te stellen. Blauw heeft zoveel nuances, van het zuivere lichtblauw van vergeet­me­nietjes tot het adembenemende knalblauw van Salvia patens. Combineren? Met geel of met lila, roze en purper.

b Het heeft iets onwezenlijks, wanneer de bosbodem in de lente volledig wordt bedekt door bloeiende bluebells of boshyacinten. Als je lang naar al dat blauw staart, verlies je je focus en verdwijnt de wereld om je heen. Blauw is met voorsprong mijn favoriete bloemkleur. Niet dat mijn tuin er vol mee staat, maar in de lente scheelt het toch niet veel. Dan duiken de Scilla’s ook bij mij op, en ik combineer ze met witte of crèmekleurige narcissen. Vroeger koos ik voor de combinatie geel/blauw, met winterakonieten, narcissen, krokussen en boterbloemen, die dan een paar weken hun gang mogen gaan. Ik ben ook gek op Delphiniums of riddersporen, al zijn dat niet de gemakkelijkste klanten. Ze doen het één jaar goed, maar verpieteren dan om ten slotte volledig te verdwijnen. “Dat probleem hebben veel tuiniers”, zegt Peter Houben van Amara Florea, een kwekerij gespecialiseerd in Delphiniums. “Je moet de juiste planten kopen, ze op de juiste plaats zetten, al heel vroeg in de lente beginnen met slakkenbestrijding en ten slotte, heel belangrijk: Delphiniums moet je na een paar jaar verplanten.” Peter Houben pleit voor gestekte of gescheurde planten, omdat je dan zeker bent van het resultaat. Als je zaait, weet je nooit op voorhand wat de bloemkleur zal zijn. Hij raadt tevens aan riddersporen te kopen van de geslachten belladonna en elatum. U plant ze het best in goed doorlatende zandgrond of lichte kleigrond in volle zon. Geef meteen wat meststof mee, en in het najaar hebben de planten kalk nodig. Als ze er eenmaal staan, moet u ze beschermen tegen belagers. Slakken zijn stapelgek op riddersporen. Ze vreten ze kaal tot op de stengel, en de jonge scheuten verdwijnen in de lente soms volledig. Dan geeft de plant het snel op. Begin dus in februari al met slakkenbestrijding. Peter Houben gelooft in een dikke barrière van schelpengruis rond de planten, maar vaak moet u de slakken ook effectief

bestrijden. Na de bloei kunt u de planten terugsnoeien tot op 30 cm en de overblijvende holle stengel in de helft ombuigen zodat er geen water in kan lopen, anders rot de plant (ja, het is echt een lastige). Als alles goed gaat - geef eventueel wat extra meststof - krijgt u een tweede, iets bescheidener bloei in augustus/september. En hoe geniet u jarenlang van die fantastische blauwtinten van Delphinium? “Verplant ze telkens na een jaar of twee”, zegt Peter Houben. “Haal ze in februari/maart uit de grond, deel ze indien nodig en plant ze wat verder opnieuw. Als u ze op dezelfde plaats laat staan, krijgen ze last van schimmels en treedt bodemmoeheid op die niet te compenseren is. Gewoon om de twee jaar verplanten, en het probleem is opgelost.” Op zoek naar aparte riddersporen? Probeer het eens met Delphinium centurion ‘Gentian Blue’ of Delphinium elatum ‘Cobalt Dreams’.

Hydrangea macro­ phylla ‘Blue Dia­ mond’. FOTO GVA

Klimplant Ipomoea ‘Heavenly Blue’.

Een moeilijke: Meconopsis beto­ nicifolia. FOTO GVA

Blauwe zusjes Salvia patens. Deze siersalie heeft echt diepblauwe bloemen. De plant is helaas geen heel lang leven beschoren, maar ik koop hem steeds opnieuw vanwege de spectaculaire bloemkleur. Salvia patens wordt bijna een meter hoog en kan in de breedte uitgroeien tot 50 cm. Blad en stengel zijn fijn behaard. De lipbloemen verschijnen in volle zomer. Helaas vallen ze vrij snel af, maar er staan heel veel bloemetjes op een aar, zodat u er toch een paar weken plezier van hebt. De plant kan slecht tegen vorst. -5°C is het koudste dat hij kan hebben, anders geeft hij de geest. U kunt proberen hem goed te beschermen, en mogelijk komt hij dan de winter door. Mij lukte het al een paar keer. Ipomoea tricolor‘Heavenly Blue’. Als u op zoek bent naar een klimplant met blauwe bloemen, dan kan deze klimmende winde zeker dienst doen. De bloemen zijn vijf à zes cm groot . Ze openen ’s mor-

FOTO GVA

Niet echt winter­ hard: Salvia patens. FOTO GVA

gens en sluiten ’s avonds en elke dag verschijnen er nieuwe, van begin zomer tot in de herfst. ‘Heavenly Blue’ is een topper, maar ik hou ook wel van Ipomoea indica. De bloemen van deze plant zijn ’s morgens diepblauw en verkleuren in de loop van de dag naar paars. Twee voor de prijs van één. De klimmende winde is een tropische plant en overwintert zeer zelden in ons klimaat. Toch een aanrader. Geef hem veel zon en veel vocht. Hydrangea macrophylla ‘Blue Diamond. Een blauw bloeiende hortensia is ook altijd mooi meegenomen. ‘Blue Diamond’ is maar een voorbeeld, u kunt net zo goed kiezen voor ‘Blue Wave’ of ‘Blue Arrow’. U weet waarschijnlijk wel dat de bloemkleur van deze hortensia’s afhankelijk is van de samenstelling van de grond waar hij in staat. In zure grond is de blauwe kleur intenser. Wilt u geen roze hortensia in plaats van een blauwe, zet hem dan niet in kalkhoudende grond en voeg indien nodig aluin of aluminiumsulfaat toe. Giet niet met kalkhoudend kraantjeswater, maar met regenwater. Agapanthus. Dit is nog een topper die afhankelijk van de cultivar bloemen in verscheidene blauwtinten kan hebben. Agapanthussen worden vaak in potten gezet. Ze zijn bijzonder decoratief op het terras. Geef ze van bij het begin wel een voldoende grote pot, want ze zijn niet zo gek op verplanten. Zet Agapanthussen altijd in de zon, en breng in de potten een goede drainagelaag aan, want ze staan niet graag met hun voeten in het water. Geef in de vroege lente en in de late zomer, na de bloei, extra meststof. Deze plant is niet winterhard. Als hij in een pot staat, kunt u hem tijdens de winter in een vorstvrije ruimte zetten. Dat geldt voor bladhoudende soorten. Bladverliezende Agapanthussen kunnen buiten blijven, maar moeten wel afdoende worden afgedekt, bijvoorbeeld met noppenfolie of vliesdoek.

Agapanthus. GVA

FOTO


Bloemen Leen De Moor

Bollen in potjes Het gaat nu blijkbaar toch eindelijk vriezen, dus moeten we nog wel even wachten op de meeste kleurrijke lentebloeiers in volle grond. In potten zijn ze al wel te koop. Hyacinten, tulpen, narcissen en druifjes kunt u zowel binnen als buiten plaatsen. Een decoratieve pot errond en u hebt instant lente.

Hippeastrums met een krans van Monstera­bladeren’.

Muscari ‘Blue Magic’.

Muscari ‘White Magic’.

Tulipa ‘Arma’.

b Leeg en wat triest hé, zo’n huiskamer waar alle kerst- en eindejaarsversiering net uit verwijderd is. Geen nood: ga naar het tuincentrum en koop een tiental potten met bloeiende bollen. Zij zorgen voor kant-en-klare vrolijkheid met hun primaire kleuren: knalrode tulpen, botergele narcissen, blauwe druifjes en hyacinten. U houdt het toch liever wat rustiger? Kies dan gewoon voor de witte versie van al die bloeiende bollen. Zelfs van blauwe druifjes is er een witte variëteit. Als u er wat lentegeur bij wilt, kunnen niet alleen hyacinten, maar ook narcissen daarvoor zorgen. De geur van Narcissus ‘Bridal Crown’ bijvoorbeeld is trouwens subtieler en fijner dan het wat zware en zwoele aroma van hyacinten, dat naarmate ze het einde van hun levensduur naderen wat ranzig wordt. ‘Bridal Crown’ heeft een wat zoete maar toch frisse geur en de crèmewitte bloemen met een geel hartje mogen er ook best zijn.

Potten Kies zorgvuldig bijpassende potten of bakken. Houd rekening met de kleur en de textuur van de bloemen die erin moeten staan. Als u de lentebloeiers buiten wilt zetten, moeten de potten natuurlijk bestand zijn tegen weer en wind. Nog een tip als de bloemen op uw terras komen: zet er niet één petieterig potje met drie bloemen. Dat zie je nauwelijks staan. Ga voor de grotere hoeveelheden, met drie, vier of zelfs vijf kleine potjes samen in een grotere versierde of gekleurde pot. Dat is veel mooier. Heel wat merken, bijvoorbeeld Serax, hebben decoratieve zakken waar u de potjes met bloeiende bollen in kunt zetten. Erg mooi, maar let op met gietwater. Deze zakken zijn gewoonlijk aan de binnenkant waterdicht gemaakt met plastic. Als u de bloemen hebt gegoten, laat het

water dan even intrekken en giet na een kwartier het overtollige water dat langs onder uit de pot is gelopen weg. Anders staan de potten in een voetbad en dat hebben de meeste planten niet graag. Hangen U wilt eens iets anders dan bakken, potten of plantzakken? Ga dan voor hangpotten en bevestig die aan de overkapping van uw terras of aan een paar stevige takken van bomen die dicht bij het huis staan. Zo kunt u er binnen en buiten van genieten. Blauwe of witte druifjes doen het heel goed in een hangende pot of mand. Heimwee Toch nog een beetje heimwee naar de kersttijd? Vul dan een hoge vaas met Hippeastrums (de correcte naam van de plant die meestal amaryllis wordt genoemd). Het is belangrijk dat u een hoge vaas neemt voor de langstelige bloemen, zodat die genoeg steun hebben. Als er drie of vier bloemen aan een stengel hangen, is dat een behoorlijk gewicht en kan de stengel knakken. Er is dan nog wel een noodoplossing (zie foto bovenaan uiterst rechts): snijd de stengels af en zet de bloemen in een schaal. Zorg er wel voor dat de bloemblaadjes het water niet raken, anders zijn ze snel om zeep. U vindt de bloemen van de Hippeastrums mooi, maar u vindt die lange kale stengels maar niks? Koop dan twee of drie bladeren van een gatenplant of Monstera en zet die rond de stengels van de bloemen mee in de vaas. Knip de stengels van de gatenplantbladeren op de juiste lengte zodat de onderkant van het blad op de rand van de vaas rust. Zo vormen de grote bladeren een krans van groen rond de kale stengels.


Bloemen Leen De Moor

Geuren en kleuren van vroeger De voorjaarsedities van de plantenbeurzen zijn op komst, en dat zijn ideale gelegenheden om je eens flink te laten gaan en een heleboel vaste planten of zaden te kopen. De kwekers hebben altijd nieuwigheden bij, maar misschien kan je ook eens een heerlijk ouderwetse selectie maken met ridderspoor, scharlei, zinnia’s, leeuwenmuilen, Zeeuwse knoopjes, gebroken hartjes ...

Delphinium ‘Atlantis’. FOTO IVERDE

Antirrhinum ‘Rembrandt’. FOTO RR

Salvia sclarea.

FOTO IVERDE

Purper en blauw b Wildemanskruid (Pulsatilla vulgaris, grote foto), dat nu volop bloeit, is zo’n mooie en aparte plant met een nostalgisch tintje. Hij heeft een hoge aaibaarheidsfactor met de zachte zilveren haartjes op stengel en bladeren, en nadat de bloemen zijn uitgebloeid, verschijnen er ook nog eens (zoals bij Clematis) decoratieve pluizen. De klokvormige knikkende bloempjes zijn paars met een opvallend geel hart. Wildemanskruid bloeit in maart, april en mei en kan zeker voor afwisseling zorgen tussen de meer klassieke lentebloeiers. Als u houdt van purperen en blauwe bloemen, kunt u natuurlijk de riddersporen of Delphiniums niet negeren. Er zijn zuiver witte cultivars, maar het meest geroemd en populair zijn toch de blauwe riddersporen, in tinten van een wolkeloze zomerhemel tot diep koningsblauw. Dit zijn niet altijd makkelijke planten, en vaak genoeg verdwijnen ze zelfs voor altijd na slechts één seizoen in de tuin. Ze hebben extra zorg nodig, en zeker een grondige bescherming tegen slakken, want die zijn er werkelijk verzot op. Zonder overdrijven: soms schiet er na een massale nachtelijke slakkenactie slechts een triest stompje stengel vol slakkenslijm over. Maar toch loont het de moeite, of u er nu voor kiest om riddersporen te verweven in de border of een groep creëert met een paar tientallen planten. Bont U houdt van bonte kleuren, van een vrolijk allegaartje van geel, wit, rood, purper, oranje? Zaai dan eens Molino zinnia’s. Zinnia’s zijn onlosmakelijk verbonden met de boerderijtuinen van voorheen en worden nog steeds (of opnieuw) gebruikt ter verfraaiing van moestuinen. De Molino’s met enkelvoudige kleine bloemen bloeien de hele zomer door. Nog een

Astrantia major ‘White Giant’. FOTO IVERDE

Zinnia Molino in verschillende tinten. FOTO RR

pluspunt: bijen en vlinders zijn er gek op. Ook goed voor een massa veelkleurige bloemen, soms maandenlang: leeuwenmuilen of Antirrhinum. U kunt ze zelf zaaien en stevige planten kunnen onze zachte winters van tegenwoordig zonder al te veel problemen overleven. Ik heb er een in de tuin die al aan zijn derde of vierde jaar toe is. Hij bloeit al volop, en gaat daar nog maandenlang mee door. Wit U past voor zo’n kleurenorgie en hebt het liever maagdelijk wit? In dit seizoen is dan het witte gebroken hartje, Dicentra spectabilis ‘Alba’, een aanrader. De zuiverwitte hartvormige bloempjes staan in een lange rij en steken knap af tegen de grijsgroene bladeren. Na de bloei valt de plant nauwelijks nog op en verdwijnt hij zelfs bijna, om pas het volgende voorjaar opnieuw op te duiken. Zorg er dus voor dat hij goed omringd is door later bloeiende planten, zodat er na de bloei geen gat ontstaat in de border. Dit witte hartje is een echte lentebloeier. Hebt u liever de hele zomer gebroken hartjes, dan kiest u best voor Dicentra formosa, maar die is wel hardroze in plaats van wit. Nog een heel mooie witbloeiende plant met een romantische uitstraling is het Zeeuwse knoopje. Astrantia major ‘Super Star’, ook wel ‘White Giant’ genoemd, is een heel mooie witte. Natuurlijk zijn er ook hier kleurige versies, zoals de donkerrode met donkere stengels ‘Ruby Star’. Geur Als u op zoek bent naar de geuren van weleer, zaai dan reukerwten (bijvoorbeeld de purperblauwe ‘Heathcliff’), of plant Salvia sclarea. Elke keer je langs deze muskaatsalie of scharlei strijkt, stijgt een heel aparte geur op die je nooit meer vergeet.

Astrantia ‘Ruby Star’. FOTO RR


Bloemen Leen De Moor

Lente in huis Maartse buien blazen u omver en uw tuin is een drassig hoopje miserie? Haal dan de lente in huis. Stel zelf een boeket samen met lentetakken of vertrouw op de kunsten van uw florist. Een suggestie: kies eens voor ranonkels. Ze ogen prachtig, en met een beetje geluk hebt u er minstens een week plezier van. Combineer met anjers, dé retro­bloemen, of met frisgroene Viburnum.

Een picotee­ranonkel met een fijn gekleurd randje. FOTO GVA

Voor een romantisch effect: anjers bij de ranonkels. FOTO GVA

Ranonkels zijn er ook in felle kleuren als oranje en rood. FOTO GVA

Dianthus barbatus ‘Green Trick’. GVA

FOTO

b Dacht je dat een roos het toppunt van schoonheid was, met de ingenieuze opbouw van elkaar overlappende bloemblaadjes? Dan heb je de ranonkel nog niet goed bekeken. Vooral bij de picotee’s met hun gekleurde randjes valt op hoe verbluffend kunstig zo’n bloem in elkaar zit. Je hebt ze in tal van kleuren, van subtiel roze tot knaloranje, rood en magenta of lentegeel. Een tuiltje met alleen ranonkels, of enkel wat voorjaarsgroen erbij, kan best. Je kunt ook andere combinaties uitproberen. Als je ranonkels combineert met frisgroene Viburnum bloesems, dan wordt het Voor een fris lenteboeket: met Vibur­ een echt lenteboeket. Wil je de romantische toer op, combineer de ranonkels dan num. FOTO LDM met wat anjers, de retrobloemen bij uitstek. Voeg geen groen bij zo’n boeket, voor een los lenteboeket, bijvoorbeeld maar laat de bloemen van anjers en ramet Campanula’s en wat takken van een nonkels aansluiten. Niet te strak, want de krulwilg, zoals op de grote foto. In een ranonkels moeten nog openbloeien (en strak gebonden boeket passen deze tulzien er dan weer helemaal anders uit). pen niet, want ze groeien er in een wip Ook een combinatie met tulpen is mogebovenuit en helpen je compositie om lijk. Let er wel altijd op dat er niet te veel zeep. Gebruik best wel een hoge vaas water in de vaas staat. Dat tast de stengels voor deze langstelige tulpen. van de ranonkels aan. Vul beter het vaaswater geregeld aan. Takken Anjers Om een boeket een echte lentetoets te Anjers waren enkele decennia geleden geven, kun je er wat takken of bloesems hot en dat zijn ze opnieuw. Alleen zijn er aan toevoegen. Takken van Viburnum nu veel meer tinten beschikbaar. Voeg met bloesems in knop doen het altijd bijvoorbeeld eens een paar grasgroene goed, net als wat takjes met opensprinbloemen van Dianthus ‘Green Trick’ toe gende knoppen van eender welke boom aan een bosje of een bloemstukje met of struik. anjers in roze of zelfs oranje tinten. Katjes zijn ook een mogelijkheid, van de ‘Green Trick’ is niet goedkoop, maar oerpoezelige zilvergrijze wilgenkatjes tot de sterk. Het is een anjer, maar de bloem hangende katjes van bijvoorbeeld de lijkt nog het meest op een toefje sprieterig hazelaar of de els. mos op een stengel. Heel decoratief, zowel in boeketten als in bloemstukken. Basisregels ‘Green Trick’ blijft gegarandeerd wekenVergeet nooit de basisregels voor snijbloelang mooi. men: * Zet de vaas nooit vlakbij de verwarming, in de tocht of bij een mand met Franse tulpen rijpend fruit. Misschien heb je ze al zien staan bij uw * Zorg dat er geen bladeren in het vaasflorist, de extra lange Franse tulpen. Ze water terechtkomen. Maak de bloemstenzijn tot 30 centimeter langer dan de gegels steeds goed schoon. wone tulpen die als snijbloem worden * Gebruik een schone vaas. In vazen van verkocht, ze hebben grote lange bladeren aardewerk blijven aan de binnenkant en zijn behoorlijk stoer. Deze tulpen zijn vaak nog resten zitten van boeketten die al groot en kunnen in de vaas nog tot 20 er eerder in stonden. Glazen vazen zijn centimeter groeien. Veel meer nog dan gewone tulpen. Ze wringen zich dan in de veel beter schoon te houden. gekste bochten. Deze tulpen zijn ideaal


Bloemen Leen De Moor

Moederdagboeket Je tast flink in je portemonnee voor een moederdagboeket en dan hangen de kopjes van de bloemen de volgende dag omlaag of verandert het vaaswater binnen de kortste keren in een stinkende brij. Hoe kun je dat vermijden en welke bloemen zijn supersterk? Volg onze tips. b Niet elke snijbloem moet op dezelfde manier worden behandeld, maar er zijn wel een aantal algemene tips waarmee je bij elke bloem rekening moet houden.

1

De top van de rode rozen: de fluwelige dieprode ‘Grand Prix’.

De schudtest in de winkel: vooral interessant voor boeketten die daar waarschijnlijk al een tijdje staan. Houd het boeket ondersteboven en schud er eens lichtjes mee. Als het (bloem)blaadjes begint te regenen, laat het boeket dan staan.

2

Bij snijbloemen moet de bloemkleur van de knoppen al zichtbaar zijn. Knoppen die nog helemaal groen zijn, komen mogelijk niet open.

3

Let op met gemengde boeketten. Soms (lees: vaak) worden er bloemen bij elkaar gezet die op verschillende tijdstippen open komen. Zo duurt het wat langer eer lelies open komen. Vaak is de rest van het boeket dan al grotendeels verwelkt.

Gerbera’s.

4

Laat een pas gekocht boeket geen uren in een hete auto liggen. Als je moeder een flink eind weg woont, zet dan een emmer met een tiental centimeter water tussen de achterbank en de voorzetel en plaats daar het boeket in. Laat de bloemen in de verpakking.

5

Gebruik een schone vaas waar zeker geen resten van oude boeketten in zijn achtergebleven. Het is nog het best om glazen vazen te gebruiken. Die maak je het gemakkelijkst schoon en daar zie je ook meteen aan of ze nog vuil zijn. In vazen van aardewerk is dat niet het geval.

Lelies blijven minstens een week mooi.

6

Snijd de onderkant van de bloemstengels schuin aan, over een lengte van drie tot vijf centimeter. Doe dat met een scherp mes. Gebruik geen schaar, dan knijp je de vaten van de stengel dicht en kan de bloem nog maar moeilijk water opzuigen.

7

Doe niet te veel water in de vaas. Meestal volstaan tien à vijftien centimeter. Vul geregeld wat water bij.

8

Verwijder alle bladeren onderaan de bloemstengels zodat er zeker geen bladeren in het vaaswater hangen. Als dat wel het geval is, gaan die bladeren rotten, vervuilen ze het vaaswater en raken de vaten van de bloemstengels verstopt.

Een paar zonnebloemen vormen meteen een groot boeket.

9

Zet een vaas met snijbloemen nooit in volle zon, maar wel op een lichte plek. Vermijd ook de nabijheid van rijpend fruit dat ethyleengas afscheidt en het verwelkingsproces van de bloemen versnelt.

10

Hou het boeket en vooral het vaaswater in de gaten (dat gaat het best bij glazen vazen). Als het vaaswater troebel wordt, vervang het dan en snijd opnieuw een paar centimeter van de onderkant van de bloemstengels. Als je deze tips volgt, heeft een moederdagboeket een veel grotere overlevingskans. Kies sterke bloemen Wat natuurlijk ook helpt, is de keuze van sterke bloemen. Als Gerbera’s of de kleinere Germini’s van goede kwaliteit zijn, houden ze het soms wel twee weken uit in een vaas. Je hebt ze in heel wat kleuren, van vlammend oranje en fuchsia over rood en geel tot subtiel roze-beige. Geef deze bloem zeker niet te veel vaaswater, anders gaat de stengel verslijmen en is de vaas binnen de kortste keren gevuld met een stinkende smurrie. Gebruik een vrij hoge vaas en laat de bloemist een ijzerdraadje rond de stengels bevestigen. Rozen zijn klassiekers, ook voor Moederdag. De klassieker der klassiekers is de donkerrode langstelige roos ‘Grand Prix’. Een trucje als je ziet dat de kopjes van rozen gaan hangen: wikkel de bloemen in een stuk papier (zoals ze worden verpakt in de winkel), laat een beetje lauw water in een emmer of een afwasbak lopen, zet de stengels er in en snijd er onder water een stukje af. Laat de bloemen een uurtje in het water staan. Dat zou moeten helpen. Is dat niet het geval, snijd dan de stengels af net onder de bloem en laat de bloemen drijven in een schaal met water. Dat helpt bijna altijd, en het is nog decoratief ook. Lelies zijn ijzersterke snijbloemen. Geef ze genoeg ruimte in de vaas, zodat de bloemen zich allemaal mooi kunnen ontvouwen. Hou er rekening mee dat sommige lelies een zeer sterke geur afscheiden. Sommigen houden ervan, anderen krijgen er hoofdpijn van. Vraag de bloemist eventueel om lelies die niet geuren, die zijn er ook. Zet een boeket lelies ergens waar je er niet tegenaan kunt lopen. Het stuifmeel veroorzaakt vlekken die aartsmoeilijk te verwijderen zijn. Nooit wrijven op leliestuifmeel. Blaas, klop of schud het weg.


Bloemen Leen De Moor

Dahlia’s in topvorm In twee Antwerpse provinciale domeinen zijn ze in de vroege herfst in volle glorie te bewonderen: dahlia’s in alle vormen en kleuren. Zowel in het Mechelse Vrijbroekpark als in Domein Vordenstein in Schoten vormen de dahliatuinen een ware kleurenorgie, met muzikale begeleiding van de duizenden bijen die hier komen shoppen. In Vordenstein krijg je er ook nog de geurtuinen bij.

Dahlia ‘Verrone’s Obsidian’. FOTO GVA

FOTO

Dahlia ‘Marie Schnugg’.

FOTO GVA

b De dahlia is een echte herfstprinses. De struiken zijn nu al in volle bloei en met een beetje geluk houden ze het uit tot het gaat vriezen (of als het opnieuw nauwelijks vriest: tot eind oktober). Voorwaarde is dat je zorgt dat vooral de hogere soorten een stevige steun hebben (eigenlijk moest je die voor de zomer al aanbrengen) en dat de uitgebloeide bloemen geregeld worden weggeknipt. Zowel in het Vrijbroekpark in Mechelen als in Vordenstein in Schoten bij Antwerpen wordt veel tijd en zorg besteed aan de dahliatuinen. Vooral in Vordenstein is de dahliatuin overweldigend door de grote verscheidenheid. Als je voor je eigen tuin op zoek bent naar een geschikte dahlia, ga dan vooral hier kijken. Je vindt er zowel hoge als lage soorten, met alle beschikbare bloemvormen en kleuren, en ook heel wat donkerbladige dahlia’s. Toch was er dit jaar heel wat extra werk nodig in de dahliatuin. “Je merkt het misschien niet meer, maar we hadden een echt rampjaar”, zegt Dirk Chevalier, voorzitter van Tuinpunt, dat de tuin beplant. “Een groot deel van de dahlia’s is gerot in de grond, en we hebben opnieuw moeten planten. Vandaar dat de dahlia’s in verhouding nog klein zijn, maar met het huidige warme weer gaan ze waarschijnlijk nog wel tot eind oktober door met bloeien.” Voor Dirk Chevalier is de uitschieter onder de dahlia’s Verrone’s Obsidian. “Deze stervormige, zeer donkere dahlia vervangt de vroegere Black Honka. Nog een uitschieter blijft voor mij Twynings After Eight met zeer donker blad en enkele witte bloemen met een roze waas (zie grote foto). Enkele bloemen zijn gemak-

kelijk in de border in te passen en lokken veel insecten en vlinders.” In pot U hebt geen tuin, maar u houdt toch van dahlia’s? Laagblijvende soorten doen het ook best goed in een pot, die u buiten op de vensterbank of het terras kunt zetten. De nieuwste aanwinst op dat gebied is de Rebel, ontwikkeld door de Nederlandse kweker Hilverda Kooij en beschikbaar in zeven kleuren: Skitty (geel, roze en rood), Booster Gold (geel), Atom Ant (zalm), Elasti Girl (donkerrood), Powerpuff (donkerroze), Donatello (lila) en Angel (wit). De bloemen van Rebel-dahlia’s hebben in het midden een paar opgerolde blaadjes en staan op stevige stengels. Rebel is een zonneklopper, net zoals bijna alle dahlia’s. In de schaduw zullen ze verpieteren. Geur Er zijn heel wat dahlia’s die ook heerlijk geuren, zoals de mooie rode Marie Schnugg, die u ook in Vordenstein vindt. Als u daar de dahlia’s gaat bewonderen, neem dan ook even de tijd voor de prachtige geureilanden met eenjarigen en vaste planten die hier werden aangelegd. “Bij de geureilanden is voor mij vooral Isotoma of Laurentia axillaris (vak 30) zeer mooi”, zegt Dirk Chevalier van Tuinpunt. “Heel mooie blauwe bloemen, maar met de geur van verschaald bier. Ook de eenjarige lavendel Lavandula multifida (vak 17), die werd gezaaid in mei), is opmerkelijk, want de geur is allesbehalve die van lavendel, maar veeleer van verbrand rubber.” Heel geurig, maar zonder dat je er hoofdpijn van krijgt, is Jasminum azoricum (vak 18). “Ook het vak met de geurpelargoniums oogst veel bijval, met aroma’s van onder meer ceder, limoen, hars en rozen. Opvallend is tevens Petunia axillaris (in vak 36), een witte stevige heerlijk geurende Petunia, helemaal anders dan diegene die we vaak in een bloembak plaatsen.”

Dahlia ‘Rebel Skitty’. FOTO HILVERDAKOOIJ


Bloemen Leen De Moor

Rozenmaand Lang bloeien, resistent zijn tegen ziektes en heerlijk geuren: we eisen bijna dat alle rozen die eigenschappen combineren. Dat is niet evident. Veel moderne rozen ogen prachtig en zijn heel gezond, maar ze ruiken naar... niets. Toch doen kwekers en veredelaars de jongste jaren alle mogelijke moeite om opnieuw rozen met een heerlijk parfum te creëren. Zoals het befaamde David Austin Roses, dat zopas de roos ‘Sir Walter Scott’ lanceerde. Zoetgeurend, en behoorlijk ziekteresistent.

Rosa ‘Belgali’.

FOTO KORDES ROSEN

Rosa ‘Guirlande d’Amour’. FOTO GVA

Rosa ‘Alec’s Red’. FOTO GVA

Rosa ‘Vesalius’.

FOTO GVA

b David Austin Roses lanceerde dit jaar drie nieuwe Engelse rozen. David C.H. Austin, die het bedrijf leidt samen met zijn zoon David Junior, geeft toe dat het niet gemakkelijk is om een ziekteresistente geurende roos te creëren. ‘Het is altijd moeilijk om de schoonheid van de bloem, groeivorm en zoete geur te combineren met meer praktische vereisten als gezondheid en groeikracht. Toch proberen we dat te doen. Sir Walter Scott, een van de drie rozen die we dit jaar introduceren , is bijvoorbeeld een charmante roos met een ongewoon zoete geur, en ze is tegelijkertijd zeer goed bestand tegen alle ziekten.’ Het bedrijf investeert erg veel in het uittesten van zijn rozen om zeker te zijn dat ze aan alle eisen voldoen. ‘Het kost ons acht jaar om een nieuwe roos te produceren. We moeten 70.000 kruisingen maken en 150.000 zaailingen produceren. Al die zaailingen worden zorgvuldig gecontroleerd en geselecteerd tot er misschien drie overblijven die we goed genoeg vinden om ze te introduceren als variëteiten met een eigen naam.’ De drie gelukkigen van dit jaar waren naast de zoetgeurende Sir Walter Scott ook nog Desdemona en The Ancient Mariner.

Drie variëteiten Sir Walter Scott krijgt vrij kleine maar goedgevulde donkerroze bloemen die verbleken naarmate ze langer openstaan. Het is een robuuste roos die tegen een stootje kan en haar bloemen hebben de charme van een klassieke oude roos. Desdemona heeft roze knoppen die witte bloemen met een wolkje teer roze verbergen. De bloemen zijn volgens Austin bestand tegen regen en ze geuren naar mirre. Desdemona bloeit heel lang, is gezond en is zowel geschikt voor een rozenborder als voor gebruik in een gemengde border. Ook The Ancient Mariner bloeit van juni tot aan de eerste vorst, met rijkgevulde roze bloemen die je na verloop van tijd een glimp van hun meeldraden gunnen. Dit is een echte Austin-blikvanger, aan te planten als solitair, of in het midden of achteraan een border. Geur evolueert Of een roos geurt of niet, hangt niet alleen af van het vakmanschap van de veredelaar, maar ook van zeer prozaïsche omstandigheden als bijvoorbeeld het weer of het tijdstip.

’s Morgens bevatten de bloemblaadjes van een roos het hoogste gehalte etherische olie, maar de geur is het sterkst tegen de middag op een mooie zonnige dag. En een licht briesje om het parfum te verspreiden, is mooi meegenomen. De geur evolueert ook mee met de roos. Een pas ontloken knop verspreidt een heel ander aroma dan een overrijpe roos die op het punt staat haar blaadjes los te laten. Op een regenachtige kille dag doen rozen niet veel moeite om hun geur te verspreiden. De bestuivers die ze daarmee willen lokken, zijn dan immers ook niet erg actief. Nuttige adressen U hebt geen tijd/budget voor een bezoek aan de Rose Gardens van David Austin Roses in Wolverhampton? Deze Belgische kwekers en veredelaars hebben ook meer dan genoeg klasse in huis: • In Oudenburg: www.lens-roses.be • In Putte bij Mechelen: Casteels, www.casteelsrozen.be • In Malmedy: www.danielschmitz-roses.com • In Evergem: www.rozenkwekerij-bauwens.be • In het Zeeuws-Vlaamse IJzendijke (Nederland): www.bierkreek.nl. De meeste van deze kwekerijen hebben ook een webshop op hun website, zodat u niet eens uit uw stoel hoeft te komen om rozen te bestellen. Maar een bezoek aan een dergelijke kwekerij is meestal echt de moeite. Ook een bezoek waard, gewoon als uitstap of om inspiratie op te doen, is de rozentuin Coloma in Sint-Pieters-Leeuw - www.natuurenbos.be/coloma.


Bloemen Leen De Moor

Zomerbollen Het staat prachtig, een boeket met bloemen uit eigen tuin op de tuintafel tijdens zomerse feestjes. U ziet dat wel zitten? Dan moet u nu beginnen met de voorbereidingen. Plant zomerbollen, en met hun bloemen maakt u over een paar maanden prachtige creaties. b Wanneer plant je ze? Zomerbollen mag je planten zodra het niet meer vriest. Een enkele vorstnacht kan er nog wel zijn in april, maar het zal geen stenen dik meer vriezen. Hou je liever het zekere voor het onzekere, dan mag je nog wachten met planten tot eind april of zelfs begin mei, maar dan moeten de zomerbollen echt wel de grond in.

Tijgerbloem of Tigridia pavonia ‘Au­ rea’. FOTO IBULB

Vurige Crocosmia. FOTO IBULB

Begonia fimbriata ‘Double Scarlate’. FOTO IBULB

Ornithogalum ‘Star of Bethlehem’. IBULB

FOTO

Hoe plant je ze? Bijna allemaal zoals gewone bollen, twee keer zo diep als ze hoog zijn. Dahlia’s en begonia’s vormen een uitzondering, die moet je net onder de oppervlakte planten. Graaf een plantputje of geul, maak onderin de grond los en maak de bodem van het putje gelijk. Leg de bol erin, maar duw niet aan. Bedek de bol met aarde en geef onmiddellijk na het planten een flinke geut water, zodat de bol kan beginnen te groeien. Vanaf juli beginnen zomerbollen volop te bloeien. Waar plant je ze? Je kunt ze in groepen bij elkaar zetten, maar het mooiste, vrolijkste, bonte en natuurlijke effect krijg je als je ze in de border tussen andere bloeiende planten zet. Dan wordt het een echte pluktuin. Geef deze bollen wel een zonnige plek, dat hebben ze nodig om zich in volle glorie te ontplooien. Je kunt ze ook probleemloos in potten zetten, die je op je terras plaatst of op kale plekken in de tuin. Zo heb je daar ook meteen een instant oplossing voor. Pas de pot wel aan de bollen of knollen aan. Een dahliaknol kan, afhankelijk van de cultivar, uitgroeien tot een forse struik. Die zet je dus niet in een kleine pot. Waarmee combineer je ze? Heb je geen inspiratie voor combinatiemogelijkheden? Dit zijn een paar tips. Siergrassen zijn op zich al heel decoratief, maar vaak bereiken ze pas in de nazomer hun top, wanneer hun bloeiaren verschijnen. Zet eens wat dahlia’s tussen de gras-

sen, dat oogt meteen helemaal anders. Je hoeft het niet te bont te maken. Dahlia’s zijn er in bijna alle mogelijke kleuren en met zeer veel verschillende bloemvormen. Je kunt de combinatie zowel kakelbont als zeer ingetogen houden. Lagere siergrassen kan je combineren met de zuiver witte Ornithogalum of vogelmelk. Van deze bloeiende zomerbol heb je ook heel lang plezier. De vurige Crocosmia kleurt mooi bij dahlia’s met lichte tinten. Natuurlijk kan je deze bloem ook gebruiken in een border met gele, oranje en rode bloemen, in het gezelschap van bijvoorbeeld Achillea, Coreopsis en Echinacea. Tigridia of tijgerbloem is een zomerbol die nog niet zo veel wordt gebruikt. Combineer deze exotisch ogende bloem met decoratieve bladplanten zoals de grijsbladige Helichrysum (kerrieplant) of de roodbladige Coleus (bonte netel). Een sierlijk en stijlvol effect krijg je als je kleinbloemige gladiolen (Gladiolus x colvillei, Gladiolus nanus of Gladiolus primulinus) samen zet met lavendel. Zomerbol van het jaar De zomerbol van het jaar is in 2016 eigenlijk een knol: de begonia. Variatie biedt deze plant genoeg: er zijn rechtopstaande en hangende begonia’s, enkelbloemige, dubbelbloemige, kleinbloemige en grootbloemige, en met een vrij uitgebreid kleurenassortiment. Een begonia bloeit echt maandenlang. Let wel even op als je de knol plant: zet hem met de holle kant naar boven, en er mag slechts een dun laagje aarde over. Bescheiden oogt deze zomerbol van het jaar zelden. Maar als je houdt van een uitbundig bloeiende plant waar je maandenlang geen omkijken naar hebt, dan haal je hiermee een winnaar in huis.

i

www.bulb.com www.bolgewas.be


Bloemen Leen De Moor

Lelietijd Dit is de tijd van de flink uit de kluiten gewassen snijbloemen, zoals lelies en gladiolen. Lelies zijn oersterk. U kunt kiezen tussen Aziatische lelies, oriëntaalse lelies of trompetlelies. Last van de geur? Geen probleem, sommige van die beauties zijn geurloos. Blijf alleen uit de buurt van de meeldraden.

Dubbele Aziatische lelie ‘Elodie’.

FOTO

GVA

Lelies (‘Sorbonne’) in een bolvormige vaas. FOTO IBULB

Trompetlelie of Lilium longiflorum. FOTO GVA

b Lelies zijn er nu volop. Zowel Aziatische als oriëntaalse en trompetlelies. Trompetlelies (Lilium longiflorum) zijn altijd zuiver wit en hebben ranke stengels die wel anderhalve meter lang kunnen worden. Deze lelie verspreidt vooral ’s avonds een milde zoete geur. Die typische geur hebben ook de oriëntaalse lelies. Geen kans op subtiliteit bij deze dames. Ze hebben lange stelen en imposante bloemen met een diameter die kan oplopen tot 20 centimeter. De bloemkleuren zijn wit, roze, rood of lila en alle mogelijke combinaties van deze tinten. Als u kiest voor deze lelies, kan het nuttig zijn om in het boeket ook wat groentinten te verwerken die voor rust kunnen zorgen, zoals de Viburnum in het boeket op de grote foto hiernaast. Zo komen de lelies ook beter tot hun recht. Bind het boeket niet te strak. De bloemen van de lelie nemen heel wat plaats in na het ontluiken.

Geurloos De ene houdt van de vrij zware geur van lelies, die ook vieze luchtjes zoals van huisdieren camoufleert. De andere krijgt er hoofdpijn van. Wilt u lelies die niet geuren? Dat kan. Kies dan voor Aziatische lelies, want die zijn volkomen geurloos. Bij deze soort is het aantal beschikbare kleuren ook het grootst, van donkerpaars tot crème wit, gestippeld, effen of met meerdere kleuren op één bloem. Over het algemeen heeft de Aziatische lelie kleinere bloemen en kortere, stevigere stelen dan de oriëntaalse lelie. In deze groep vindt u tevens heel wat lelies met dubbele bloemen; al zijn er ook wel dubbele oriëntaalse cultivars. Stuifmeelvlekken Zet lelies (net als alle andere snijbloemen) in een schone, bij voorkeur glazen vaas. Snij een flink stuk van de stengel schuin af (dat mag wel vier tot vijf centimeter zijn) en haal van het deel van de

Lilium ‘Salmon Pride’. FOTO IBULB

stengel dat in het water staat alle bladeren weg. Vul het vaaswater geregeld bij, want lelies drinken nogal gulzig. Zet de vaas met lelies op een plek waar u niet tegen de bloemen kunt lopen. De lange meeldraden kunnen immers voor vervelende vlekken zorgen. Hebt u toch stuifmeel van lelies op uw kleren, ga er dan niet onmiddellijk verwoed op wrijven met een natte doek. Dat maakt het probleem alleen maar veel erger. Blaas om te beginnen voorzichtig zo veel mogelijk stuifmeel weg, gebruik een droge borstel (maar zorg dat u de stuifmeelkorrels niet dieper in de stof borstelt) of haal het stuifmeel weg met een stukje plakband. Het stuifmeel eerst in de zon laten drogen, en het dan wegblazen of -borstelen of er een stukje plakband bijhalen, wil ook nog wel eens helpen. Tip: dubbelbloemige lelies hebben zelden of nooit stuifmeel, en zijn ook geurloos. Geen geur en geen stuifmeel, dus bij deze bloemen hebt u enkel de lusten en geen lasten. De meeldraden wegknippen is ook een optie, maar dan haalt u wel een groot deel van de schoonheid van de bloemen weg. Sommigen spuiten haarlak op de meeldraden, zodat het stuifmeel vastkleeft en geen onheil meer kan aanrichten. Truc: snijd de stengel van een paar lelies bijna volledig weg en leg de bloemhoofdjes in een grote bolvormige glazen vaas (zie de foto met de ‘Sorbonne’-lelies onderaan). Zo bent u ook beschermd tegen het stuifmeel. In de tuin U kunt lelies trouwens perfect in uw eigen tuin kweken. Zet de bollen in volle grond of in potten, en in de late lente of de vroege zomer zorgen ze voor drama in uw border of op uw terras, in bijna elke gewenste kleur.

i

www.lelieinfo.nl www.ibulb.org

Zomerse combina­ tie met gladiolen. FOTO IBULB

Opletten: het stuifmeel kan voor vervelende vlekken zorgen. FOTO IBULB


Bloemen Leen De Moor

Agapanthus: zonneklopper Dit is de glorietijd van de Agapanthus, ook wel bekend als Kaapse lelie, lelie van de Nijl of liefdesbloem. Beschikbaar in oneindig veel variaties van wit en blauw en beslist niet zo’n lastige klant. Kies gewoon voor de juiste soort en geef de plant wat hij nodig heeft. Hij laat u in ruil wekenlang meegenieten van zijn schoonheid.

Agapanthus ‘Northern Star’.

FOTO GVA

Agapanthus ‘Mood Indigo’. FOTO GVA

Agapanthus ‘Enigma’. FOTO GVA

Agapanthus ‘Black Magic’.

FOTO GVA

b Agapanthussen in optimale conditie zijn imposant, met de tientallen bloemhoofdjes die aan het eind van een hoge stengel sa­ mentroepen in talloze varianten van wit en blauw, van zuiverwit over wit met een streep­ je blauw of een zweem van roze over licht­ blauw, hemelsblauw en lila tot bijna nacht­ zwart. U bent niet de eerste die ervoor valt en te­ leurgesteld wordt omdat de plant na een jaar gewoon sterft of slechts één of twee verpie­ terde bloemstengels produceert. Zoals steeds helpt het om de eigenschappen van de plant te kennen om de juiste verzor­ ging te kunnen toepassen.

Soorten Er zijn twee soorten Agapanthussen: blad­ houdende en bladverliezende. Bladhoudende soorten zijn het minst bestand tegen vorst. Zij moeten overwinteren op een vorstvrije plaats, of ze overleven het niet. Zorg wel voor voldoende licht in de winter, anders worden de bladeren geel. De planten in de kelder zetten, is dus geen oplossing. Bladverliezende Agapanthussen zijn afkom­ stig van de bergstreken van Zuid­Afrika. Hun bladeren verdwijnen in de herfst en verschij­ nen opnieuw in de lente. In hun land van oorsprong kan het vrij koud zijn, en deze planten kunnen dus wel wat vorst verdragen. Bij strenge vorst hebben ze echter ook be­ scherming nodig met noppenfolie (voor potten) of een laag stro of dode bladeren. Om te vermijden dat het winterdek weg­ vliegt, bedekt u het met een vliesdoek dat u vastpint in de grond, of met kippengaas. Verzorging Een Agapanthus moet in volle zon staan. Als hij niet genoeg zon krijgt, zal hij niet of nau­ welijks bloeien. En al zijn het zonnekloppers, toch hebben Agapanthussen wat extra water nodig tij­

Agapanthus ‘Strawberry’.

FOTO GVA

dens lange droogteperiodes. Maar: de plant houdt niet van natte voeten en moet dus in goed doorlatende grond staan. Als u in uw tuin zware klei­ of leemgrond hebt, meng dan in het plantgat wat grind of argexkorrels. Ook in potten moet onderaan zeker een draina­ gelaag worden aangebracht. Geef uw planten in het begin van de lente en na de bloeiperiode meststoffen. Gebruik meststof met een niet te hoog stikstofgehal­ te. Stikstof wordt op de verpakking van meststoffen aangeduid met het symbool N, van de combinatie NPK (stikstof, fosfor, kalium). Het getal van N moet relatief laag zijn, zoals bijvoorbeeld bij meststof voor tomaten. Interessante kwekerijen Voor twee van de meest interessante kweke­ rijen die gespecialiseerd zijn in Agapanthus moet u vanuit Antwerpen een heel eind rij­ den, maar u kunt een bezoek heel goed combineren met een vakantie aan zee of in Normandië. * In Vlaanderen is de Agapanthuskwekerij van Jan Wildemeersch en Maurice Vergote in het West­Vlaamse Hertsberge bij Oostkamp een must (Lodistraat 84). . * Kwekerij Hostas en Zo, die naast Hosta’s ook een uitgebreid aanbod Heuchera’s en Agapanthussen heeft, verhuisde van het Leuvense naar het Normandische Rety en noemt zich nu Pépinière des Deux Caps. Te ver voor u? Geen probleem, u kunt bestellen via de website en de planten worden opge­ stuurd, of u kunt ze afhalen tijdens één van de tuinbeurzen in het najaar of het voorjaar.

i

www.agapanthuskwekerij.be www.deuxcaps.fr

Combinatie met Hydrangea ‘Annabelle’, Echinops en Salvia ‘Mainacht’. FOTO GVA


Bloemen Leen De Moor

Bloembollen: van multicolor tot wit Bloembollen saai? Vergeet het maar. Het enige saaie is die tientallen bollen in de herfst in de grond stoppen. Maar de prachtige nieuwe creaties, zoals de late dubbele tulpen ‘Ice Cream’ en ‘Blue Wow’, maken een dag bollen planten meer dan goed. Zijn die barokke bloemen voor u iets te veel van het goede? Ga dan voluit voor zuiver wit.

Tulipa ‘Blue Wow’.

FOTO RR

Tulipa ‘Purple Tower’.

FOTO RR

Narcissus ‘Lemon Beauty’.

Fritillaria meleagris ‘Alba’ IMAGES/ISTOCKPHOTO

FOTO RR

FOTO GETTY

b Ik vind ze onweerstaanbaar, die nieuwe dubbele late tulpen. Vooral ‘Ice Cream’ (grote foto), die als een toef ijs oprijst uit een fuchsia hoorntje met hier en daar een lik groen. Die witte toef lijkt ook wel wat op het verenkleed van een eend of een zwaan. Dik, zacht en aaibaar. Ik kan niet wachten tot ze open komen, maar dat duurt nog meer dan een half jaar. Dit zijn late tulpen, die pas tot volle schoonheid komen in mei. ‘Ice Cream’ is mijn favoriet, en ik heb er veel te weinig van gekocht. Maar ik wilde ook nog ‘Blue Wow’, het purperen zusje. Ook indrukwekkend en voluptueus, maar toch minder apart dan ‘Ice Cream’. En ik heb ook nog een paar exemplaren van ‘Purple Tower’ gekocht. Dat is pas een merkwaardige tulp (tweede foto van links bovenaan). What you see is what you get. Op de foto zie je niet een tulp in knop, dit is wel degelijk de volledige bloem. “Hij lijkt een beetje op een artisjok”, zegt de man van de Mechelse bollenspecialist Alkemade waar ik deze drie tulpen heb gekocht. “Onderaan heb je de groene blaadjes met gekartelde randen en bovenaan steken er een paar purperen topjes uit. Meer kleur krijg je niet te zien.” Dit is er eentje voor de liefhebbers. Als je houdt van dubbele tulpen, dan is de ‘Vaya Con Dios’, een gele tulp met franjes die abrikoos verkleurt naarmate ze langer openstaat, ook een aanrader.

Wit met veegje kleur Dit is allemaal veelkleurig geweld, en heel wat mensen kiezen daar bewust voor. Ze willen in de lente een shot kleur als tegengif tegen de donkere wintermaanden. Anderen doen het in de lente liever wat kalmer aan, en borduren nog voort op de zwart-witcombinaties van de winter, met hier en daar een voorzichtig veegje kleur. Er zijn massa’s bollen die witte bloemen tevoorschijn toveren. Ik ben een fan van Narcissus ‘Thalia’, een Victoriaanse variëteit van Narcissus triandis. Aan elke stengel komen twee tot drie zuiver witte bloemen met lichtjes terugwijkende blaadjes. Nog een pluspunt: de bloemen verspreiden een delicate geur, die nog meer tot zijn recht komt als je een paar stengels afsnijdt en ze binnen in een vaas zet. ‘Thalia’ past bij alle tuinstijlen: zowel in een strakke tuin met voor de rest enkel groen, als in een vrolijke losse cottage garden. Kievitseitjes (Fritillaria meleagris) horen

Narcissus ‘Thalia’. FOTO GETTY IMAGES/ISTOCKPHOTO ook bij mijn favoriete bloembollen. En ook daar is een witte versie van. Als de donkere bloemen met stippen te somber zijn voor u, kies dan de ‘Alba’, met zuiver witte hangende klokjes. Toch liever een vleugje kleur? Ook dan zijn de mogelijkheden bijna eindeloos. Bij de narcissen heb ik gekozen voor Narcissus ‘Lemon Beauty’. Geen knalgele trompet, maar een witte bloem met een geel hartje waar een fijn penseel in is gedoopt dat een paar citroenkleurige streepjes heeft achtergelaten. Subtiel, maar net genoeg. Ook van de witte bolbloemetjes bij uitstek, de sneeuwklokjes, zijn er genoeg met groene en zelfs gele accenten. Voor volgend jaar heb ik Galanthus nivalis ‘S. Arnott’ gekozen. De knikkende bloempjes met een groene V op de kelk hebben ook nog eens een delicaat honingparfum. Zet deze sneeuwklokjes in halfschaduw. Onder een bladverliezende struik of boom bijvoorbeeld, daar staan ze perfect. Je wilde nog een sneeuwklokje met een geel accent? Ze zijn vaak zeldzaam. Galanthus nivalis lutescens en Galanthus plicatus ‘Wendy’s Gold’ hebben een geel vruchtbeginsel boven de bloem. Heel mooi is de dubbele Galanthus nivalis ‘Lady Elphinstone’, maar de lady heeft kuren. Sommige jaren zijn de bloemblaadjes die geel horen te zijn, gewoon groen...

i

www.bulbes.net www.sterkebollen.nl


Bloemen Leen De Moor

Hippeastrum, showstopper op stengel Je wilt een snijbloem die niet te duur is en mits de juiste omkadering een echte blikvanger tijdens de feestperiode? De amaryllis, of juister gezegd de Hippeastrum, doet het zonder enige moeite. Ze heeft er zelfs geen aarde of water voor nodig. En ze is verkrijgbaar met een feestjasje in was.

Hippeastrums in een mini­etalage.

FOTO

MOOIWATBLOEMENDOEN.NL

Bloeiende hyacintenbollen met een wollen jasje. FOTO IBULB

b Wat wij amaryllis noemen, heet eigenlijk Hippeastrum of ridderster. Amaryllis bestaat wel degelijk en behoort tot dezelfde plantenfamilie, maar het is een volledig andere plant. Bijvoorbeeld: Hippeastrum heeft holle stengels en een viertal bloemen per stengel. Amaryllis heeft een stevige stengel die tot twaalf bloemen kan dragen. De majestueuze bloemen in rood, wit en roze, die je nu volop in de bloemenwinkels ziet, zijn dus Hippeastrums. Deze bloemen worden nog steeds ten onrechte onderschat. Ze zijn oersterk en erg mooi. Je kunt er zelfs in combinatie met een decoratieve tak met bessen en wat hyacintenbollen een prachtig kersttafereel mee maken, dat eventueel een kerstboom kan vervangen. Kies bijvoorbeeld diep donkerrode bloemen, die ogen spectaculair.

In pot Als je een bol in pot koopt waarbij de bloemstengels nog maar net uit de bol komen piepen, dan duurt het nog een paar weken voor de bloemen openstaan. Als je een bol koopt die nog niet is ingeplant, zet die dan in een pot met aarde, maar laat de helft van de bol uit de aarde steken. Bedek hem nooit helemaal, want dan loopt het mis. Als de plant uitgebloeid is, hoef je hem niet echt weg te gooien, want hij kan nog een tweede keer bloeien. Hou er wel rekening mee dat de plant niet bepaald mooi is wanneer hij niet bloeit. Knip de bloemstengel na de bloei af op een paar centimeter boven de bol. Laat de jonge bladeren die beginnen te groeien ongemoeid. Die bladeren geven de bol voedsel en moeten het hele jaar blijven staan. Geef af en toe wat meststof. Als de bladeren geel worden, haal je ze weg en zet je de plant een tijdje in het donker op een koelere plek om te rusten. Als je het tijd vindt dat de bol opnieuw gaat bloeien, dan zet je hem terug op een lichte plaats,

eventueel in verse potgrond. Hij zal dan snel nieuwe bladeren en bloemstengels vormen. En als je dat allemaal te veel gedoe vindt, koop je een nieuwe... Met was Steeds meer zie je Hippeastrumbollen die aan de buitenkant een gekleurd laagje was kregen, al dan niet versierd met glitters. Deze bollen zijn op een metalen voetje gezet en je kunt ze zo op de kast plaatsen. Ze hebben geen water of aarde nodig. Zet ze op een warme (ongeveer 21 °C) en lichte plek, maar vermijd direct zonlicht. Dan zullen de bloemstengels snel groeien. Draai de bol geregeld een kwartslag om scheefgroeien te voorkomen. Na vier à zes weken in de huiskamer zullen de bloemen open komen. Ga niet zelf een Hippeastrumbol in kaarsvet doppen, want dat loopt niet goed af. De bollen die in de winkel worden verkocht, zijn op een speciale manier geprepareerd. Verzorging van snijbloem Dit zijn ook heel goede snijbloemen. Als je de stelen van de bloemen lang laat, moet je ze in een hoge vaas zetten die de stengels steun geeft. Anders breken ze af onder het gewicht van de bloemen. Je kunt ook voor de zekerheid een bamboestokje in de holle stengel steken, dat geeft extra steun. Aan elke stengel komen normaal gezien drie en soms vier of zelfs tot zes bloemen. Die komen niet allemaal tegelijk open. Verwijder steeds de uitgebloeide bloemen, zo blijft het geheel mooi. 10 centimeter water in de vaas volstaat. Hoe meer water, hoe meer risico er is dat de stengels gaan knakken of verslijmen. Vul indien nodig na een paar dagen het water bij. In de juiste omstandigheden blijven de bloemen een kleine twee weken mooi.

i

www.kebol.nl

Kersttafereel: kaarsen, een tak met bessen en versierde bollen. FOTO IBULB

Hippeastrum­bollen omhuld met een laagje was. FOTO IBULB

Hippeastrums zijn er in vele kleuren­ combinaties. FOTO IBULB


Bloemen Leen De Moor

Lelies en Calla’s U hebt een absolute afkeer van overdadig opgetuigde kerstbomen, maar u wilt voor Kerstmis en Nieuwjaar uw interieur toch een feestelijk tintje geven? Dat kan uiteraard met bloemen. Lelies en Calla’s zijn er uitermate geschikt voor en als u er de juiste schaal of vaas bij kiest, staan uw gasten verstomd.

Lilium ‘Siberia’ met groengeel accent in zilveren vaas.

Calla ‘Captain Trinity’ en ‘Captain Ventura’.

Calla ‘Captain Ventura’ omwikkeld met rode raffia.

Lilium ‘Da Silva’, ‘Universe’, Pico, Calla ‘Captain Romance’.

b U hoeft uw hele huis niet vol te zetten met bloemen tijdens de feestdagen. Daar geeft u een fortuin aan uit en door de overdaad ziet u de schoonheid van één enkele bloem niet meer. Kies liever voor tien tot vijftien lelies en Calla’s. Als u ze koopt bij een florist die kwaliteit in huis heeft, dan blijven deze bloemen zeker een tiental dagen mooi. Als u dus een arrangement maakt net voor Kerstmis, dan zit u safe tot na Nieuwjaar. Misschien moet u hier en daar een bloem vervangen, maar veel zijn er dat niet.

Vazen en schalen Waar zet u de bloemen het best in? De keuze van de juiste vaas of de meest geschikte schaal is minstens even belangrijk als die van de bloemen. Hier mag u zich gerust even laten gaan. Exemplaren die u helemaal achteraan in de kast hebt gezet omdat u ze toch wat te kitscherig of te kleurrijk vindt, kunt u voor de feestdagen probleemloos gebruiken. Hoge zilverkleurige of goudkleurige vazen bijvoorbeeld of theelichtjes met gouden accenten of diepzwarte schalen met een parelmoerglans. Leg in zo’n platte schaal twee of drie kort afgeknipte witte en/of roze lelies (zie grote foto) en het oogt ronduit schitterend. Als u het echt niet kunt laten, kunt u desnoods in de schaal ook nog een kerstbal laten drijven om de kerstsfeer compleet te maken, maar dat hoeft zeker niet. Opletten Let wel op als u lelies gebruikt als decoratie. Zet deze schalen of vazen niet op tafel tijdens het eten. Het stuifmeel maakt op het tafelkleed en kleding vlekken die er bijna niet meer uit te krijgen zijn. Zet de decoraties met lelies het best op een kast, zodat ze geen schade kunnen aanrichten aan uw feestkleding en uw mooie tafellinnen. Nog een reden om de lelies weg te houden van de feesttafel: de doordringende geur beïnvloedt uw smaak en niet in goede zin. En sommige mensen krijgen er hoofdpijn van. Dit is wel op te lossen door geurloze lelies te kiezen. Uw florist kan u hierbij helpen. Of u kiest voor die andere prachtige bloem: de Calla. Zij valt u niet lastig met geur of met stuifmeel dat vlekken maakt. Calla’s zijn beschikbaar in tal van kleuren. Voor de feestdagen liggen wit en rood voor de hand, maar er zijn ook roze, gele of oranje cultivars. Rood en wit combineren prachtig in een zwarte glazen vaas. Of u kunt de stengels van een paar Calla’s

strak samenbinden met een decoratief lint of gekleurde raffia. Zet de bundeltjes in een hoge smalle vaas en u hebt een ideale tafeldecoratie die niet hinderlijk is. Geef ze ruimte Mag het toch ietsje meer zijn? Neem dan een voorbeeld aan het flamboyante roze boeket met drie verschillende lelies en een Calla op één van de foto’s bovenaan. Als u een soortgelijk boeket samenstelt, hou er dan rekening mee dat lelies heel wat ruimte nodig hebben wanneer ze open komen. Bind ze dus niet te strak bij elkaar, anders wordt het een lelijk rommeltje wanneer de bloemen zich ontvouwen. Ook theelichtjes bieden heel wat mogelijkheden, zeker voor tafelversiering. Koop bijvoorbeeld een tak Cymbidium orchideeën. Aan één tak staan vaak meer dan tien bloemen. Knip die er voorzichtig af en zet elke bloem apart in een decoratief theelichtje. Elke tafelgast krijgt zo’n bloem naast zijn bord. Het is zo klaar en het oogt prachtig. Zo’n tak Cymbidium kost wel wat, maar je hebt meteen versiering voor de hele tafel. Eventueel kun je de bloemen (met theelichtje) aan je gasten schenken, zodat ze er thuis ook nog plezier van hebben.


Bloemen Leen De Moor

Fleurig balkon in de stad U woont in de stad en hebt enkel een balkon dat het grootste deel van de dag in de schaduw ligt, maar u wilt toch bloeiende planten? Geen probleem. U moet wel planten gebruiken die aangepast zijn aan de omstandigheden, maar als u dat doet, staat niets de bloemenweelde in de weg. b Planten op een balkon moeten in potten of bakken staan, en eens die gevuld zijn met aarde, planten en gietwater, kunnen die behoorlijk zwaar worden. Zorg dus in de eerste plaats dat het balkon stevig genoeg is. Als u het balkon geregeld gebruikt, zal er gewoonlijk geen probleem zijn. ‘Het mooist zijn stenen potten, maar die moeten wel bestand zijn tegen wat vorst’, zegt Johan Possemiers van het Arboretum Kalmthout. ‘Plastic potten zijn minder zwaar, en dat is een voordeel als je de potten geregeld wilt verzetten.’

Clematis ‘Nelly Moser’. FOTO GVA

Fremontodendron californicum.FOTO RR

Klimhortensia (Hydrangea anomala ssp. petiolaris). FOTO GVA

Cycaspalm (Cycas revoluta).

FOTO GVA

Iris reticulata. FOTO GVA Kleur aan de muur Bloeiende klimplanten vormen een prachtige basis of achtergrond voor een gevelof balkontuintje. Informeer je wel goed over de groeikracht van de plant die je kiest. Het kan niet de bedoeling zijn dat je elke maand moet gaan snoeien omdat je vensters (of die van de buren links, rechts en boven) dichtgroeien. Als je buren er geen probleem mee hebben dat de klimplant ook tegen hun gevel groeit, wordt het natuurlijk extra mooi. De meeste bloeiende klimplanten hebben Clematis vitalba. FOTO GVA een steun nodig om tegen en tussen te groeien. Zorg dus voor een stevig rasterwerk, geen gammele draadconstructie. ook bolgewasjes kunnen planten als Iris Johan Possemiers heeft een originele reticulata (blauw), Narcissus ‘Tête à Tête’ suggestie voor een bloeiende plant die (geel), Crocus sieberi ‘Tricolor’ (paars, tegen een gevel kan worden geleid. ‘De geel en wit), blauwe druifjes, hyacinten...’ flanelstruik Fremontodendron californicum is een half wintergroene struik, die Wintergroen niet bestand is tegen zware vorst. Maar in Het is ook van belang minstens één winde stad en als hij wordt geleid tegen een tergroene plant op het balkon te zetten, muur ga je jaren kunnen genieten van anders wordt dat in de winter een erg deze prachtig bloeiende plant met 5 cm trieste boel. Johan Possemiers suggereert grote, goudgele bloemen, van mei tot een Cycaspalm (Cycas revoluta). ‘De eind september. Plant hem in een vrij donkergroene bladeren staan zeer sierlijk grote pot die goed afwatert. Het grondin een krans ingeplant. De plant groeit mengsel moet kalkhoudend zijn.’ traag en doet het zeer goed in de halfEr zijn ook Clematissen die perfect gelukschaduw. Zelf heb ik deze plant al vele kig zijn in halfschaduw of schaduw. De jaren in een pot staan. Enkel als het vriest, grootbloemige Nelly Moser bijvoorbeeld, gaat hij naar binnen en in de stad zal dat of de kleinbloemige Clematis vitalba. maar enkele dagen en nachten per jaar Ook een klimhortensia doet het goed in nodig zijn.’ deze omstandigheden, maar hij bloeit niet Vul het balkon aan met wat eenjarige zo lang. De bloemschermen zijn wel bloeiende planten als vlijtig liesje (Impatiprachtig, en geuren naar nootmuskaat. ens), siertabak (Nicotiana) en Oost-IndiEen klimhortensia groeit wel fors. Daar sche kers (Tropaeolum majus). zullen je buren ook plezier van hebben. In terraspotten doen hortensia’s (Hydran- Lekkers gea’s) het zeer goed, en zij houden van Je kunt ook wel wat lekkers op je balkon schaduw. Johan Possemiers: ‘Van hortenplanten. Trostomaatjes bijvoorbeeld, of sia’s zijn er erg veel cultivars. Ze hebben een paar potjes kruiden. Toch fantastisch een vrij lange bloeiperiode en na de bloei als je je gasten op een zomeravond mojiverkleuren ze mooi. Om in het vroege to’s met zelfgekweekte munt en aperitiefvoorjaar ook al bloeiende planten te hebhapjes met eigen trostomaten kunt voorben, zou je in de potten van de hortensia’s zetten?


Bloemen Leen De Moor

Zomerbollen en ­knollen Met het planten van zomerbollen wacht je best nog een paar weken, tot er zeker geen vorst meer in de grond zit. Maar je kunt ze zeker nu al bestellen of kopen: dahlia’s, tijgerlelies, gladiolen, begonia’s, zigeunerbloemen en curcuma’s.

Curcuma alismatifolia.

FOTO RR

Dahlia ‘American Dream’.

Dahlia ‘Twilight Time’.

FOTO IBULB

FOTO IBULB

b Van bloeiende zomerbollen kan je genieten van juni tot oktober. Dahlia’s zijn het summum: ze blijven vaak met gemak doorbloeien tot ze letterlijk kapotvriezen. Zomerbollen en -knollen mogen binnenkort de grond in, wanneer de kans op vorst bijna verwaarloosbaar is. Geef de bollen een zonnige plek en plant ze twee keer zo diep als de bol hoog is. Dat geldt echter niet voor dahlia’s en begonia’s. Die mogen maar met een dun laagje aarde worden bedekt, want ze hebben letterlijk zonnewarmte nodig om zich te ontwikkelen.

De winnaar De dahlia werd uitgeroepen tot zomerbol van het jaar, hoewel het eigenlijk strikt genomen een knol is. Maar de bekroning verdient deze plant zeker. Er zijn zoveel verschillende soorten, bloemvormen en -kleuren, en de hoogte van een dahlia kan variëren van amper 30 centimeter tot ruim 2 meter. Er is altijd wel een dahlia te vinden die bij je tuin past en die je ofwel achteraan ofwel vooraan in de border kunt planten. Heel mooi zijn de stralende en elegante Honka-dahlia’s met hun smalle bloemblaadjes, maar je kunt natuurlijk ook gaan voor pompondahlia’s, cactusdahlia’s, anemoon- of halskraagdahlia’s. Zet dahliaknollen in een ruim plantgat met het verdroogde restje van de stengels van vorig jaar naar boven. Vul het plantgat met aarde en geef een flinke geut water. Variatie Dahlia’s, gladiolen en begonia’s zijn klassiekers, maar je kunt ook kiezen voor minder bekende zomerbollen zoals Sparaxis, Tigridia, Nerine en Curcuma. Als je houdt van vrolijke bonte bloemkleuren, dan moet je zeker een flinke groep Sparaxis-knolletjes planten. Deze zigeunerbloemen of harlekijnbloemen lijken een beetje op Ixia’s, maar zijn wat kleiner. Je hebt ze in wit, geel, oranje,

FOTO IBULB

Nerine Nerine of de kliplelie (zie grote foto) heeft sierlijke stengels die tot 90 centimeter lang kunnen worden. De bloemen zijn wit, roze, oranje of rood en staan prachtig in een vaas. De roze (Nerine bowdenii) worden het meest verkocht. Zij bloeien in het begin van de herfst (september, oktober) wanneer het groeiseizoen op zijn einde loopt en de bladeren bijna verwelkt zijn. Curcuma En nu we toch in de roze bloemetjes zitten, nog eentje om het af te leren: Curcuma alismatifolia. Deze plant komt uit tropisch Azië en floreert op een warme en vochtige standplaats. Hoe meer zon de plant krijgt, hoe intenser roze de bloemkleur is. Dit is een vrij vroege zomerbloeier, met bloei van juli tot september. De roze bloemen staan gedraaid rond de stengel die tot 80 centimeter lang kan worden. Curcuma doet het zeer goed in potten. Na de bloei kan je de potten naar binnen halen om ze koel en vorstvrij te laten overwinteren. In de lente mogen de knollen een lading verse potgrond hebben en kunnen ze opnieuw gaan groeien.

Tigri­ dia.

Dahlia ‘Honka’.

FOTO

FOTO IBULB

IBULB

Sparaxis.

roze en rood met een opvallend hart in een contrasterende tint. Tigridia of de tijgerlelie lijkt wel een zusje van de zigeunerbloem. Tijgerbloemen of tijgerlelies danken hun naam aan het donkerrode hart met tijgervlekken in de bloemkelk. De bloemblaadjes zelf zijn geel, roze of rood. Een minpuntje is dat deze bloemen slechts één dag of maximum twee dagen bloeien, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd: uit elke knol komen meerdere bloemstengels. De bloemen kunnen een diameter van wel 15 centimeter hebben. Als je een vrij grote groep op een centrale plek in de tuin plant, dan wordt dat een knaller in de nazomer en de herfst.


Bloemen Leen De Moor

Bloembakken met laagjes Breng een beetje leven in je zomerse bloembakken door te werken met laagjes. Combineer hangers en lage en hogere planten. Met hangplanten kan je ook lelijke bakken camoufleren. En als je grassen gebruikt, zorgen die in de late zomer met hun aren voor een extraatje. Planten met zilverkleurig blad brengen rust in een veelkleurige plantencombinatie.

Dichondra argentea gecombineerd met Pelargonium. FOTO GVA

Helichrysum petiolare.

Zilvergrijs Hangplanten met zilvergrijs blad zoals Dichondra argentea zijn ideaal voor bloembakken. Lelijke bakken worden snel overgroeid door de hangende stengels van de plant en bovendien brengt zo’n zilvergrijze ondergrond rust in een bloembak waarin vaak heel wat kleuren worden gecombineerd. Nog een mooie zilvergrijze hangplant is Helichrysum petiolare. De bloempjes zijn onooglijk, net als bij Dichondra argentea; deze planten gebruik je voornamelijk vanwege hun decoratief blad. Beide planten zijn ook zonnekloppers, al kan een beetje halfschaduw geen kwaad. Als je al dat zilver wat te veel van het goede vindt, kan je kiezen voor de hangende Glechoma hederacea variegata, de bonte hondsdraf. Dit plantje behoudt zijn blad in de winter, dus kunt u het eventueel ook toepassen in winterbakken.

FOTO GVA

Glechoma hederacea variegata.

b U kiest toch maar opnieuw voor Pelargoniums op een rijtje? Waarom niet eens wat meer leven in je bloembakken proberen te krijgen?. Als het dan toch Pelargoniums moeten zijn, kies dan voor de hangende vorm en combineer ze zoals op de grote foto hiernaast met een ondergrond van Dichondra argentea en wissel de Pelargoniums af met een paar siergrassen, zoals Pennisetum alopecuroides. Zo heb je in één klap een bloembak met drie lagen en in de herfst krijg je er de pluimen van de grassen gratis bij. Deze combinatie staat garant voor maanden plezier.

FOTO GVA

Klassiekers Er zijn natuurlijk ook klassieke hangplanten, zoals de Bacopa, gegarandeerd goed voor maanden bloeiplezier en beschikbaar met diverse bloemkleuren. De overgrote meerderheid van de eenjarige planten die worden verkocht voor bloembakken, gedijen het best in volle zon. Toch kan je in de schaduw ook een

Glechoma samen met Lobelia. FOTO GAP PHOTOS/FRIEDRICH STRAUSS

Witte Bacopa.

FOTO GVA

mooi resultaat krijgen. Vlijtige liesjes (Impatiens) zijn heel blij in de schaduw. In de zon hangen ze binnen de kortste keren slap. Ook heel wat fuchsia’s zijn blij met schaduw. Er is keuze genoeg wat bloemkleuren betreft, zowel bij de liesjes als bij de fuchsia’s. In de schaduw komen ook decoratieve planten als hosta’s in aanmerking. Kies er met wit of geel in het blad, dat oogt beter op donkere schaduwplekjes. Ook grassen als Carex, beschikbaar in diverse tinten, komen in aanmerking. Algemene tips Er zijn nog een paar algemene tips waar u rekening mee kunt houden bij het vullen van je bloembakken: - Maak de bakken goed schoon voor u ze opnieuw vult. - Zorg dat er onderaan een paar gaten zijn waardoor overtollig gietwater kan weglopen. Er zijn al veel meer planten gestorven van te veel water dan van te weinig. - Leg onderaan in de bak een drainagelaag van korrels of potscherven. - Vul de bak niet helemaal tot aan de bovenste rand. maar stop op een tweetal centimeters van de rand. Zo kan je gemakkelijker gieten. Anders loopt het water over de rand nog voor het in de grond kan dringen. Hou er rekening mee dat je in volle zomer elke dag moet gieten. Niet alleen de zon maar ook de wind kan de potgrond razendsnel laten uitdrogen. - Als uw bloembakken in de schaduw staan, kies dan voor lichte bloemkleuren. Als de inhoud van de bakken vrij donker is, zal de bak opgaan in de achtergrond en zult u er waarschijnlijk niet zo veel plezier van hebben. - Voor bakken in volle zon moet u gaan voor felle bloemkleuren. In volle zon verbleken kleuren. Met alleen maar pastelkleuren worden uw bloembakken dan een fletse bedoening. Opvallende tinten zoals rood, oranje en blauw en purper doen het in de zon wel goed.


Bloemen Leen De Moor

Winters rood Een tuin vol rode winterbloeiers lijkt misschien ongewoon, maar het kan perfect. Met katjes, toverhazelaars, Camellia’s, Helleborussen en Cyclamen kan je een vurig ogende tuin samenstellen.

Cyclamen hederifolium.

FOTO LDM

Camellia japonica. FOTO RR

Helleborus ‘Red Lady’.

FOTO RR

Het rode herfstblad van Hamamelis x intermedia ‘Diane’. FOTO RR

b Rode bloemen worden meestal geassocieerd met warme herfstborders, waar vlammend rode bloeiers worden gecombineerd met oranje, zonnig geel en roestbruin. Toch verdienen ze ook hun plaats in de wintertuin, al was het alleen al maar om wat leven in de brouwerij te brengen. Bij winterbloeiers zijn geel en wit vaak de overheersende tinten. Denk maar aan Helleborus, Hamamelis, Chimonantus praecox, staartaar... Toch hebben heel wat van die planten ook roodbloeiende versies.

Hamamelis Hamamelis of toverhazelaar bijvoorbeeld. Een klassieker is Hamamelis x intermedia ‘Diane’. Robert en Jelena De Belder die het Arboretum Kalmthout creëerden, gaven deze plant met bruinrode bloemen de naam van hun dochter. Het opmerkelijke is echter dat deze toverhazelaar ook in de herfst fantastisch oogt omdat zijn bladeren dan ook knalrood verkleuren. ‘Diane’ is beslist een aanwinst, net als de andere roodbloeiende toverhazelaars ‘Feuerzauber’, ‘Ruby Glow’ en ‘Jelena’. Maar we zijn vooral gecharmeerd door ‘Arnhem’, een nieuwe oranjerode Hamamelis met robuuste bloemtoefjes. Een tip: als je veel plaats hebt in je tuin, kan je twee Hamamelissen met verschillende bloemkleuren door elkaar laten groeien, zoals op de grote foto op deze bladzijde. De rozerode massa van ‘Ruby Glow’ wordt hier wat verzacht door een geelbloeiende toverhazelaar. Helleborus Rode Helleborus? Ja, het kan, al komen ze niet zoveel voor en neigen ze vaak naar bordeaux. Je hebt bijvoorbeeld de schitterende hybride ‘Red Lady’ of de dubbele ‘Red Sapphire’ of ‘Double Red’... Helleborussen zijn altijd mooi en het loont de moeite om bij gespecialiseerde kwekerijen

Rozerode katjes bij Salix chaenomeloi­ des ‘Mount Aso’. FOTO LDM

op zoek te gaan naar aparte kleuren.

Cyclamen Cyclamen zijn waardevolle winterbloeiers, niet alleen vanwege de bloem maar zeker ook om de decoratieve bladeren. Bij Cyclamen hederifolium, die bloeit tot december, vind je ook rode bloemen. Bij Cyclamen coum, die binnenkort in bloei staat, zijn de tinten veeleer lila en roze, al neigen sommige ook naar fuchsia. Zo’n groepje cyclamen onder bladverliezende bomen of struiken zorgt alleszins voor een meerwaarde in de tuin. Camellia De vroegst bloeiende Camellia’s of Japanse rozen ontvouwen zich ook stilaan. De meeste bloeien echter pas binnen een paar weken. Met zijn glimmende hardgroene bladeren en zijn haast perfect ogende dubbele witte, roze of rode bloemen lijkt het soms wel een plastic plant. Niet voor iedereen weggelegd dus, maar niemand kan beweren dat een Camellia-struik die volop in bloei staat niet spectaculair is. Zet een Camellia steeds op een beschutte plaats, uit de wind, en geef hem lichtzure grond. Katjes Een heel apart ogende boom, toch in dit seizoen, is de wilg Salix chaenomeloides (of gracilistyla) ‘Mount Aso’. Hij krijgt namelijk geen zilvergrijze maar rozerode katjes. De boom kreeg zijn naam van de Japanse vulkaan Aso, omdat hij in die streek groeit. Deze wilg groeit traag en heeft na tien jaar een hoogte van ongeveer drie meter. ‘Mount Aso’ heeft blauwgroene bladeren. Hij is nog maar zeer beperkt verkrijgbaar. Je kan hem bewonderen in het Arboretum Kalmthout.

De oranjerode Hamamelis x intermedia ‘Arnhem’. FOTO LDM


Heesters Leen De Moor

Siergrassen op hun mooist in het najaar Op mistige najaarsdagen, wanneer de zon met moeite door de laaghangende wolkensluiers breekt, zijn siergrassen op hun mooist, met glinsterende neveldruppels aan hun bloeiaren en een vliesdun vochtlaagje over de halmen. Eén bos prachtriet tilt uw tuin meteen naar een hoger niveau, en u hebt er maandenlang plezier van.

Pennisetum glaucum ‘Purple Majesty’: parelgierst. FOTO GVA

b Nu is de glorietijd van de siergrassen. In de lente, wanneer ze pas zijn afgeknipt, ogen de pollen wat triest, maar tegen juni verschijnen de frisse jonge halmen en in de herfst halen de grassen alles uit de kast met hun prachtige bloeiaren. Als u er plaats voor hebt, loont het de moeite om een paar pollen te integreren in uw tuinontwerp. Trouwens, lang niet alle grassen vormen metershoge en -brede pollen. Er zijn er zeker die meer bescheiden van omvang zijn. Ook de bladkleur kan enorm variëren, van felgeel tot frisgroen, met een witte rand of gele dwarsstrepen tot goudbruin of donkerpaars. We hebben een paar uitschieters voor u uitgezocht.

Prachtriet

Miscanthus sinensis ‘Yakushima Dwarf’: Chinees prachtriet. FOTO GVA

Carex elata ‘Aurea’: gras met helder goudgeel blad. FOTO GVA

Een topper is Chinees prachtriet of Miscanthus sinensis. Er zijn tientallen verschillende cultivars die heel verschillend ogen en ook enorm variëren in hoogte. Miscanthus sinensis ‘Yakushima Dwarf’ is zoals de naam al laat vermoeden een vrij lage plant. Hij wordt amper een goeie meter hoog en oogt in een kleine tuin dus niet te overweldigend. De pluimen zijn eerst crèmewit en verkleuren dan tot lichtbruin. Ook ‘Kleine Silberspinne’ blijft relatief laag, met een hoogte tussen een meter en anderhalve meter. De pluimen van ‘Kleine Silberspinne’ zijn eerst roodbruin en verkleuren later tot zilverwit. Miscanthus sinensis ‘Zebrinus’ wordt in de eerste plaats gekozen voor zijn opmerkelijk blad: het heeft frisgele dwarsstrepen op een lichtgroene achtergrond. ‘Zebrinus’ wordt maximum twee meter hoog en krijgt crèmegele pluimen die bruin verkleuren. Net als de meeste siergrassen staat deze plant graag in de zon, maar hij verdraagt ook wel wat schaduw. Op meer schaduwrijke plekken in de tuin brengt hij door de geelgevlekte bladeren wat extra licht. Miscanthus sinensis ‘Malepartus’ is een heel rijke bloeier. Hij krijgt in het najaar een massa bruinrode bloeiaren die naar de winter toe zilverig verkleuren. Ze blijven de hele winter mooi. Deze plant wordt ruim twee meter hoog. Per vierkante meter zet u twee planten, dat volstaat. ‘Malepartus’ verdraagt flink wat vorst. Temperaturen van -20 °C vormen normaal gezien geen probleem.

Geel en purper Pennisetum alopecuroides ‘Japoni­ cum’: met witte pluimen. FOTO GVA

Op zoek naar grassen met een andere bladkleur dan groen?

Miscanthus sinensis ‘Zebrinus’: frisgele strepen op blad. FOTO GETTY IMAGES/ISTOCKPHOTO Pennisetum glaucum ‘Purple Majesty’ of parelgierst blijft niet onopgemerkt in je tuin. Je kunt gewoon niet naast de diep purperen bladeren en bloeiaren kijken. Bijen zijn er gek op, en vogels smullen van de zaden in de aren. Deze plant trekt dus heel wat dierenleven aan. Hij bloeit wel vroeger dan prachtriet. De aren verschijnen vaak al tijdens de zomervakantie. Een nadeel: hij kan niet tegen vorst. U behandelt hen best als eenjarige en zaait hem elk jaar opnieuw. Het is zeker een aanwinst in een border. Carex elata ‘Aurea’ brengt dan weer licht op donkere dagen. Het blad van dit siergras is, met uitzondering van een smalle groene buitenrand, helder goudgeel. Zet deze stijve zegge in halfschaduw, of zelfs in volledige schaduw. Daar gedijt hij het best en zorgt hij voor wat extra leven in de brouwerij. De bloeiaren van deze plant zijn het vermelden nauwelijks waard. Ze verschijnen in mei-juni en zijn zwartbruin. Carex elata ‘Aurea’ wordt maximaal ongeveer 70 cm hoog en is goed winterhard. U hebt toch liever een gras met meer opvallende pluimen? Pennisetum alopecuroides ‘Japonicum’ wordt ook maar 90 cm hoog, maar krijgt grappig ogende pluimen. Het witte kuifje bovenaan de bruingrijze aren lijkt op een wit konijnenstaartje dat afsteekt tegen de bruingrijze rug van een konijntje.


Heesters Leen De Moor

Bescherm uw buxus Je moet het gezien hebben om het te kunnen geloven: de verbijsterende snelheid waarmee de rupsen van de buxusmot een buxusstruik kunnen kaalvreten. Na twee hardnekkige schimmels is de buxusmot de derde plaag die de buxus treft. Zijn aangetaste struiken nog te redden? Hoe kan je dat doen? Moet je uitkijken naar alternatieven of is dat niet nodig?

De buxusmot, Cydalima perspectalis. FOTO GVA

Aangetaste snoeivormen ogen echt niet mooi meer.

Sporenhoopjes bij Volutella buxii.

De rups van de buxuxmot.

b Als je de eigenaar bent van mooie grote buxushagen of -snoeivormen, dan hou je nu mogelijk je hart vast. Als je buxus de afgelopen jaren al gespaard bleef van de twee lastige schimmels Cylindrocladium buxicola en Volutella buxi, dan kan hij nu ten prooi vallen aan de rupsen van de buxusmot, die volop actief is in het Antwerpse. Die beestjes hebben een enorme vraatzucht, en kunnen dankzij hun perfecte schutkleur vaak een tijdje ongestoord hun gang gaan. Wanneer je de vraat opmerkt, hebben de rupsen meestal al aanzienlijk schade aangericht. De buxusmot, met een vleugelspanwijdte van amper een viertal centimeter, is een paar jaar geleden vanuit Azië in Europa terechtgekomen. De nachtvlindertjes leggen in april en mei hun eitjes op de onderkant van de bladeren van buxus. De jonge rupsen zijn eerst vuilgeel en evolueren naar grasgroen met zwarte stippen. Als je niet weet dat ze er zijn, zie je ze nauwelijks zitten in een buxusstruik of -haag. Ik heb ze pas opgemerkt toen een buxuspiramide er erg slecht begon uit te zien en onderaan de pot op de grond een kring van groene rupsuitwerpselen verscheen. Ik heb de pot op een groot zeil gezet en heb de buxus bewerkt met een borstel. Resultaat: een massa rupsen viel op het zeil. Gooi die beestjes niet bij het gft, maar deponeer ze in een zak die je stevig afsluit. Geef hem mee met het restafval. Vervolgens heb ik de plant bespoten met een aangepast product op basis van pyrethrum. Bespuit de plant zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant, en herhaal dat na een week of drie nog eens. Geef de plant ook extra meststof, zodat hij goed kan herstellen. Want de plant is zeker niet verloren. Na zes tot acht weken verschijnen er nieuwe blaadjes. Deze methode is doenbaar voor kleinere struiken en hagen, maar wat doe je met grote buxusmassieven en snoeivormen? Dan schakel je best professionele hulp in. Tuinaannemers kunnen aangetaste planten met succes behandelen met bijvoorbeeld het biologische middel Bacillus thuringiensis, dat voor particulieren niet beschikbaar is. Onze raadsman Johan Possemiers heeft zelf een mooie grote buxushaag. “Als die aangetast wordt, ga ik die misschien wel vervangen door iets totaal anders. Ilex crenata (een exoot) wordt gepromoot als alternatief voor de inheemse buxus, maar die plant is niet geschikt voor elke grondsoort. Hij doet het alleen goed op zand-

Ilex crenata: niet altijd een goed alternatief. grond met een lage pH. Oudere planten worden soms kaal onderaan, en dat is toch geen gezicht voor een haag. Als ik zou moeten kiezen voor een alternatief voor mijn buxushaag, dan zou ik durven gaan voor een haag van de moschata- roos ‘Stadt Rom’ of zelfs van pluimhortensia’s. Die kan je elk jaar snoeien op de gewenste hoogte. Dergelijke hagen zijn niet zo strak als buxus, maar je hebt wel maandenlang plezier van de bloemen.” Behandeling Rupsen van de buxusmot verraden zich door de zichtbare schade aan de bladeren en door de spinsels in de plant. De beesten er uitborstelen of de plant bespuiten met een stevige waterstraal helpt al een beetje, en dan moet je de plant behandelen. Didier Hermans van Herplant, buxuskweker en -onderzoeker: “Bestrijding van de buxusmot kan met biologische middelen. Producten op basis van Bacillus thuringiensis (biologisch) of spinosad (Conserve Garden), werken gelukkig goed. Omdat de eitjes van de vlinder niet allemaal tegelijk uitkomen, is een nabehandeling na één tot twee weken aanbevolen.” Houd de planten na de behandeling met argusogen in de gaten. Eens je weet hoe de rupsen er uitzien, ontdek je ze ook makkelijker in de plant en kan je tot actie overgaan.

i

www.buxuscare.com


Heesters Leen De Moor

Decoratieve takken Ze komen weer tevoorschijn nu bijna alle bladeren gevallen zijn: de felgekleurde decoratieve takken en twijgen van Cornus en Acer. Het loont de moeite om een paar van deze struiken of kleine bomen in de tuin te zetten. Hun opvallende twijgen fleuren de wintertuin op, en in de zomer kan je genieten van hun even decoratieve bloemen en bladeren.

Cornus stolinifera ‘Flaviramea’: groen­ geel. FOTO GVA

Cornus alba ‘Kesselringii’: donkerrood tot purper. FOTO GVA

Acer palmatum ‘Sangokaku’: rood. FOTO GVA

Cornus sanguinea ‘Midwinter Fire’: geel, oranje en rood. FOTO GVA

b Als je planten uitkiest voor je tuin, is het heel belangrijk dat die ofwel heel lang mooi blijven, bijvoorbeeld door een lange bloeiperiode, ofwel in verschillende periodes van het jaar aantrekkelijk zijn. Het volstaat dus niet dat struiken mooi gekleurde takken hebben, als ze de rest van het jaar onooglijk en saai zijn. In het beste geval bieden ze zowel decoratieve bladeren als mooie bloemen of een markant silhouet. Vooral Japanse esdoorns voldoen aan veel van die eisen, maar ook Cornus heeft heel wat aantrekkelijke eigenschappen. Japanse esdoorns hebben vaak heel fraai gevormde bladeren die ook nog eens vlammende herfstkleuren krijgen. In sommige gevallen ontstaat er een bijzonder mooi contrast tussen bladeren en takken, zoals bij Acer palmatum ‘Sangokaku’, met rode twijgen en groengele bladeren. Acer palmatum ‘Summergold’ is een iets bescheidener versie met donkerrode takken en okergeel blad. Een opmerkelijke esdoorn met oranjeroze stam is Acer pensylvanicum ‘Erythrocladum’. Het blad van Cornus alba ‘Kesselringii’ verkleurt in de herfst opvallend purperrood, en als die bladeren gevallen zijn, onthult deze kornoelje zijn zeer markante purperen twijgen. Let wel op: bij de kornoeljes zijn het enkel de jonge twijgen die zo opvallend kleuren. Je moet dus oordeelkundig snoeien om het juiste effect te bereiken. Natuurlijk heeft niet iedereen een tuin die zo groot is dat je er een hagelblank berkenbos in kunt planten, met een ondergroei van Cornus met felrode takken, wat leidt tot het verbluffende contrast op de grote foto hieronder. Als je door dit bosje wandelt op een mistige winterdag, geeft dat een heel aparte gewaarwording. Maar ook in een kleinere tuin kan je gelijkaardige effecten bereiken. Plant een paar Himalayaberken (Betula utilis var Jacquemontii) die een bijna verblindend witte

stam hebben en omring ze met Cornus alba ‘Sibirica’ met vuurrode twijgen. Of combineer twee verschillende soorten Cornus, zoals op de kleine foto uiterst links bovenaan, met Cornus alba ‘Sibirica’ en de groengele Cornus stolinifera ‘Flaviramea’. Echt weinig plaats in je tuin? Sommige Cornussen hebben meerkleurige takken, zoals Cornus sanguinea ‘Midwinter Fire’ en ‘Winter Beauty’. De namen van de planten spreken al voor zichzelf. Bij ‘Winter Beauty’ zijn de takken onderaan knaloranje, in het midden roze en bovenaan rood. Pure kitsch, denk je misschien, maar als je zo’n paar struiken combineert met bijvoorbeeld siergrassen die ook de hele winter mooi blijven, heb je een absolute blikvanger in je wintertuin. Kronkelaars Niet iedereen houdt ervan, maar bomen of struiken met kronkelende takken die soms heel grillige vormen aannemen, kunnen ook decoratief zijn. Een klassieke krulwilg in je tuin zetten, is niet altijd aangewezen, want het ding groeit als kool en wordt al snel superhoog. Maar er zijn alternatieven, zoals de schijnacacia’s Robinia pseudoacacia ‘Tortuosa’ of ‘Twisty Baby’. Vooral deze laatste is geschikt voor kleinere tuinen, want hij wordt maximum vier meter hoog. ‘Tortuosa’ kan tot vijftien meter hoog worden, maar heeft wel een heel markant wintersilhouet als je hem voldoende plaats geeft. Bij de krulhazelaar Corylus avellana ‘Contorta’ krijg je niet enkel takken die de vreemdste kronkels en bochten maken, maar ook katjes in februari of maart, en later in het jaar hazelnoten. De bladeren verkleuren in de herfst goudgeel. Het loont echt de moeite om aandacht te besteden aan het winterse uitzicht van je tuin, want het duurt toch vijf maanden eer de bladeren opnieuw verschijnen.


Heesters Leen De Moor

Tijd om te snoeien Er is alweer heel wat snoeiwerk in de tuin, tenminste als je winter­ en lentebloeiende struiken en vroegbloeiende klimplanten hebt. Daar mag nu fors de schaar in. Ook hortensia’s mag je kortwieken. Doe dat wel volgens de regels, anders heb je dit jaar geen bloemen.

Viburnum x bodnantense ‘Dawn’. FOTO RR

Akebia quinata. FOTO RR

b In deze periode van het jaar evolueert de tuin razendsnel. Struiken die in de lente bloeien, zijn al over hun hoogtepunt heen. Je mag ze nu snoeien, want anders gaan ze na verloop van tijd verwilderen. Zorg er in de eerste plaats voor dat je de planten in je tuin kent: hoe ze groeien, of ze bloeien op eenjarig of tweejarig hout, en wanneer de bloemen precies verschijnen. Een algemene regel is dat je snoeit na de bloei. Forsythia snoei je dus niet in februari, en Viburnum x bodnantense ‘Dawn’ niet in september. Doe je dat wel, dat snijd je alle bloemknoppen van dat jaar weg.

Hortensia Vooral beginnende tuiniers piekeren vaak over de snoei van hortensia’s of Hydrangea macrophylla. Wanneer moet dat gebeuren, wat mag er worden weggeknipt... De bloemknoppen van deze rijkbloeiende struiken zijn nu al zichtbaar. Dat maakt ze extra gevoelig voor late nachtvorst, zoals eerder deze week. Als er vorst wordt voorspeld, bescherm je de planten best met vliesdoek. Zijn ze toch wat bevroren, laat de plant dan met rust en snoei pas half mei, want dan kan je zien hoeveel schade de vorst precies heeft aangericht. Ben je er gerust in en staan je planten op een beschutte plaats, dan mogen de hortensia’s nu al worden gesnoeid. Hydrangea macrophylla, met de grote bolbloe-

men in wit, blauw of roze, bloeien op tweejarig hout. Deze plant moet geregeld worden verjongd, want na een paar jaar zullen er steeds minder bloemen aan een tak komen. Maar: als je alle takken wegsnoeit, heb je dit jaar geen bloemen. Voer de verjongingssnoei dus in fasen door. Knip dit jaar bijvoorbeeld de helft van de takken die ouder zijn dan vijf jaar weg, en doe volgend jaar de andere helft. Dan heb je altijd nog bloemen aan de struik. Er komen elk jaar nieuwe scheuten uit de grond, zodat je over twee jaar een volledig verjongde en rijkbloeiende hortensia hebt. Voor de pluimhortensia of Hydrangea paniculata gelden andere regels, want die bloeit op eenjarig hout. Deze struik mag je dus elk jaar grondig snoeien. De nieuwe scheuten die nu uitschieten, dragen nog dit jaar grote bloempluimen. Forsythia De felgeel bloeiende Forsythia is nu volledig uitgebloeid en mag grondig worden gefatsoeneerd. Kort alle takken in en verwijder eveneens kruisende en dode takken, zodat je een mooie open struik krijgt. Maak je geen zorgen, Forsythia groeit snel en is voor je het weet alweer een meter hoger. Akebia quinata Bij mij slingert onder meer in de Forsythia een zeer groeikrachtige klimplant: Akebia quinata. Dit is ook een vroege bloeier, en ik vind de combinatie van de gele Forsythia en de lichtgroene bladeren en purperen bloemtrosjes van de Akebia in maart en april prachtig. Het is heel handig dat ze nu allebei samen mogen worden gesnoeid. Akebia quinata groeit echt razendsnel. Ik knip hem bijna volledig terug tot op een paar hoofdtakken en laat hem dan de rest van het jaar zijn gang gaan. Tijdens een lange warme zomer krijgt de plant in mijn tuin zelfs grote vruchten. De knoppen van de roze bloeiende Tamarix tetandra staan op springen en binnenkort staat ook deze struik in volle bloei. Die mag dan binnen een maand worden gekortwiekt, waarna de piepkleine blaadjes verschijnen. De rest van het jaar is deze struik geen hoogvlieger, maar ik laat hem staan omdat ik zijn bloei in de lente zo mooi vind. Hij is goed omringd door andere struiken en hoge vaste planten, zodat hij in zomer en herfst niet al te erg opvalt en hij krachten kan verzamelen voor de volgende spectaculaire lentebloei.


Bomen Leen De Moor

Bomen planten: let op blad en bloem Nu breekt een ideale periode aan om bomen, heesters en hagen te planten. Als het niet vriest natuurlijk. In deze tijd van het jaar kunt u tijdens een herfstwandeling in bossen, parken en arboreta de najaarstinten van bomen beoordelen en aan de hand daarvan beslissen welke exemplaren perfect passen in uw tuin.

Parrotia persica ‘Vanessa’.

FOTO GVA

Tulpenboom (Liriodendron tulipifera). FOTO GVA

Malus ‘D.V.P. Obel’. FOTO GVA

Acer japonicum aconitifolium. FOTO GVA

b Zelfs een kleine tuin heeft nood aan een boom, die zo’n lapje stadsgroen meteen veel meer karakter geeft. Er zijn bomen genoeg die niet pijlsnel uitgroeien tot reuzen, en flink uit de kluiten gewassen struiken kunnen een goed alternatief zijn als u er toch niet helemaal gerust in bent. Bij het uitkiezen van een geschikte boom houdt u best niet alleen rekening met de uiteindelijke grootte, maar ook met bladvorm, herfstverkleuring, bloemen, vruchten, decoratieve schors, meest geschikte standplaats... Als u van het weinig geduldige type bent, kunt u meteen een grote boom kopen. Dat merkt u dan uiteraard ook aan het prijskaartje. We hebben voor u een paar bomen en struiken uitgekozen die om een of andere reden aantrekkelijk zijn.

Herfstverkleuring De esdoorns staan hoog in de rangschikking van bomen en struiken met een prachtige herfstverkleuring. Kijk bijvoorbeeld naar de prachtige Acer palmatum ‘Mon papa’ op de grote foto hiernaast. Deze struik groeit traag en is na tien jaar zo’n drie meter hoog, maar hou er rekening mee dat hij ook behoorlijk in de breedte uitzet. Deze Japanse esdoorn heeft bronsgroen blad dat in de herfst oranjerood verkleurt. Daar kunt u echt niet naast kijken. Het groene blad van zijn neefje Acer japonicum aconitifolium is heel mooi ingesneden en wordt in de herfst eveneens oranjerood. Deze struik bereikt een maximumhoogte van ongeveer vier meter. U hoeft hem niet te snoeien, anders verpest u de natuurlijke vorm. Heel mooi als solitair. Ook een aanrader als u van felle najaarskleuren houdt: Parrotia persica ‘Vanessa’. Deze boom groeit uit tot zo’n zes à acht meter en doet het goed op vochthoudende vrij zure grond. De herfsttinten van de bladeren gaan van geel over oranje tot knalrood en bordeaux. Nog een topper die diverse troeven heeft: Cornus. Deze breed uitgroeiende struiken hebben mooie bloemen, krijgen vruchtjes en sommige verkleuren ook nog eens op een spectaculaire manier en laten u in de winter genieten van de gekleurde takken. Neem nu de Cornus alba ‘Kesselringii’. Deze witte kornoelje wordt drie meter hoog, krijgt in de lente roomwitte bloemen en de jonge twijgen zijn purperrood tot purperzwart. Hij mag in volle zon, houdt van vochthoudende en zure grond

en is zeer winterhard. In het najaar wordt het blad dieprood. Bloemen en vruchten U zoekt een flinke boom met opvallende bladeren en decoratieve bloemen? Dan is de tulpenboom (Liriodendron tulipifera) een mogelijkheid. Deze bladverliezende loofboom kan ruim 20 meter hoog worden. De bladeren hebben een lichtgroene bovenkant en grijswitte onderkant en de tulpvormige bloemen (zie foto boven) verschijnen in juni en juli. Na de bloei worden kegelvormige vruchtjes gevormd. U hebt een kleinere tuin? Kies dan voor de ‘Fastigiata’ (15 tot 18 meter hoog), ‘Ardis’ (groeit trager) of ‘Roothaan’ (8 meter hoog). Nog een aanrader: Malus-appeltjes. Zo’n sierappeltjes zijn een aanwinst voor uw tuin. Ze trekken met hun overvloedige bloesems bijen aan en de vruchtjes blijven in het najaar heel lang aan de boom hangen, ook nadat het blad al lang afgevallen is. Probeer eens ‘Red Sentinel’ of ‘D.V.P. Obel’. Dakbomen En wilt u op natuurlijke wijze een overdekt terras creëren? Plant dan dakbomen. U kunt een levend dak vormen met platanen, lindes of moerbeien. Een interessante gespecialiseerde kwekerij is Espaliers uit Wetteren.

i

www.espaliers.eu


Bomen Leen De Moor

Unieke verzameling Het Arboretum van Wespelaar is vooral bekend bij dendrologen en plantenfreaks. Spijtig, want de fantastische collectie verdient meer bezoekers. Maar ook goed, want je kunt hier gemakkelijk een uur of twee, drie ongestoord rondwandelen en je vergapen aan de uitzonderlijke bomen en struiken.

Pseudolarix amabilis. De zachte naal­ den kleuren geel in de herfst.

Liquidambar styraciflua ‘Aurea’ met bont blad.

x Chitalpa tashkentensis naast Cotinus ‘Grace’.

Acer shirasawanum ‘Aureum’ brengt licht in de tuin. FOTO'S LEEN DE MOOR

b Het ligt pal in het centrum van het Vlaams-Brabantse dorp Wespelaar, en als je niet goed oplet, loop je de ingang zo voorbij. Hier begon dendroloog Philippe de Spoelberch in de jaren zeventig van vorige eeuw in de tuin van het voorvaderlijk domein aan zijn uitzonderlijke collectie bomen en struiken. Die barstte na een tijdje uit haar voegen, en de verzameling werd uitgebreid op nabijgelegen gronden. Het aanplanten van het huidige Arboretum begon in 1983. De gronden werden met de plantencollectie in 2008 overgedragen aan de Stichting Arboretum Wespelaar, opgericht in 2001. Het Arboretum opende in 2011 in alle stilte zijn deuren. Een geïnteresseerde bezoeker kan hier zonder overdrijven urenlang rondlopen, vanuit het bezoekerscentrum langs de zeer verzorgde borders met vaste planten tot in het 20 hectare grote eigenlijke Arboretum, dat met zeer veel kennis en oog voor landschappelijke waarde is aangelegd. Centraal staan een aantal plantengeslachten: Magnolia, Acer, Rhododendron, Stewartia en Hydrangea, maar het Arboretum heeft nog veel meer verborgen schatten. Wat dit domein extra aantrekkelijk maakt, is de afwisseling in de vormgeving. De magnoliaweide rond de grote Artois-vijver lijkt op de combinatie van een golfterrein en een Engels landschapspark. De glooiingen in dit deel van het park zijn niet alleen aangelegd vanwege het esthetische effect. De bomen worden op de heuvels geplant om te vermijden dat ze met hun wortels in stagnerend grondwater terecht zouden komen en daardoor zouden wegkwijnen. Achter de magnoliaweide ligt een zomereikenbos, aangeplant door de familie de Spoelberch op het einde van de negentiende eeuw. De afgelopen decennia werden tussen de eiken bloeiende collectieplanten gezet die hier voor toefjes licht en kleur zorgen: Cornus, Acer, Stewartia, Viburnum en Hydrangea. In deze periode van het jaar bloeit er niet zo heel veel in dit Arboretum. Wie spectaculair bloeiende bomen en struiken wilt zien, krijgt een overdosis in april en mei wanneer de Magnolia’s en aansluitend de Rhododendrons laten zien wat ze kunnen. In oktober ligt de focus dan weer op de verbluffende herfstverkleuringen van de bomen. Maar toch is een bezoek tijdens de zomermaanden meer dan de moeite. Aan de receptie krijgen bezoekers zelfs een kaart van het domein mee waar de tien meest aantrekkelijke planten en bo-

De struikvormige paardenkastanje Aesculus parviflora blijft laag. men van dat moment op staan. Op dit moment is dat bijvoorbeeld de uitzonderlijke intergenerische kruising x Chitalpa tashkentensis, een kruising tussen een trompetboom en een woestijnwilg die de slanke bladeren van een wilg combineert met een lilaroze bloem die lijkt op die van de Catalpa. Naast deze topper staat een bronsgroene pruikenboom (Cotinus ‘Grace’) mooi te wezen. Bont Bontbladige bomen en struiken zijn mijn ding niet. Ik vind dat ze vaak onnatuurlijk en zelfs wat ziekelijk ogen. Misschien moet ik mijn mening toch herzien. De reden: Liquidambar styraciflua ‘Aurea’, de bonte vorm van de amberboom. Op een donkere dag is hij een lichtbaken, en de herfstverkleuring is verbluffend. Ook een mooie voor een lichtvlek onder de bomen: Acer shirasawanum ‘Aureum’ met geelgroen decoratief blad en donkerrode gevleugelde vruchtjes. Hij groeit traag, houdt van schaduw en verkleurt karmijnrood in de herfst. Een aanwinst voor een kleine en niet zo zonnige tuin. Net als de struikvormige paardenkastanje Aesculus parviflora trouwens. Hij wordt amper drie meter hoog en bloeit in de zomermaanden met witte bloempluimen met roze meeldraden. En dan hebben we het nog niet gehad over de naaldbomen in het Arboretum. Op de valreep eentje die echt de moeite is: Pseudolarix amabilis. Deze goudlarix heeft lange zachte naalden die in de herfst goudgeel verkleuren en dan afvallen, zoals bij een gewone lork. In de winter is hij dus kaal, maar zijn verschijning tijdens de rest van het jaar maakt dat meer dan goed.


Bomen Leen De Moor

Kleurenorgie Nu is het geschikte moment om bomen te kopen die een mooie herfstverkleuring hebben, of tenminste die bomen eruit te pikken die je mooi vindt. Schuim parken, bossen en arboreta af op zoek naar de perfecte kleurnuances. Ze worden er nu allemaal in overvloed geëtaleerd.

Parthenocissus tricuspedata ‘Veitchii’. FOTO GVA

FOTO

Fothergilla major.

FOTO GVA

Liquidambar styraciflua.

FOTO GVA

b Als je houdt van bomen of struiken met bladeren die in de herfst spectaculair verkleuren, dan moet je die nu uitkiezen. In dit seizoen ontdek je immers hoe het herfstblad er uitziet. Net zoals je bloeiende planten het best koopt wanneer ze in bloei staan. Dan krijg je geen nare verrassingen wanneer de bloemen zich openen, en ze misschien een heel andere kleur vertonen dan je had gedacht. Hoe gaat dat ook weer in z’n werk, die herfstverkleuring van de bladeren? Aan het begin van de bladsteel wordt een kurklaagje gevormd, waardoor het blad uiteindelijk zal worden afgestoten. Door dit proces verdwijnt het bladgroen of chlorofyl en worden andere kleuren die reeds in het blad aanwezig waren maar door het groen werden overheerst, beter zichtbaar. Caroteen geeft een gele kleur, anthocyaan maakt bladeren rood. Het afstotingsproces en de verkleuring worden in gang gezet door het korten van de dagen, met minder uren daglicht. Onze inheemse bomen verkleuren niet echt spectaculair. Ze houden het meestal bij geel en bruin. Voor de echte knalkleuren moet je bij Amerikaanse boomsoorten zijn. De verkleuring hangt dus samen met de soort, maar ook met de bodemtoestand en met het weer in het najaar. De nachten moeten koud zijn, maar het mag zeker niet vriezen, want dan sterven de bladeren af en verdrogen ze. Een temperatuur tegen het vriespunt is ideaal, met daarbij zonnige en relatief warme dagen. Ook de zuurtegraad en de mineralen in de bodem hebben een invloed op de herfstverkleuring. Welke bomen en struiken kies je uit? Dat is uiteraard een zeer persoonlijke keuze, maar we kunnen toch een paar tips geven. Staar je om te beginnen niet blind op de bladkleur. De boom of struik in kwestie moet ook passen in je tuin. Hou rekening met de plaats die hij nodig heeft, met de geschikte bodem en standplaats. Hoe meer zon, hoe feller de kleuren. Deze drie soorten zijn alleszins het overwegen waard: Liquidambar, de amberboom, heeft spectaculaire najaarskleuren. Hij wordt steeds meer gebruikt als straatboom, en is in deze periode echt een aanwinst voor het straatbeeld. De amberboom heeft ook een mooie, piramidaal gevormde kroon, glanzende bladeren met puntige lobben, een beetje zoals bij een esdoorn maar dan dieper ingesneden, en een decoratieve schors die in de winter een

extra blikvanger is. Hydrangea quercifolia, de eikebladhortensia, verkleurt eveneens heel decoratief. ‘Snow Queen’ of ‘Applause’ geven een knap effect. De bladeren, die lijken op die van de Amerikaanse eik, ogen ook in de lente en zomer aantrekkelijk, en de grote witte bloempluimen zijn een extra troef. Acer japonicum ‘Aconitifolium’ is maar een van de vele Japanse esdoorns met een verbluffende herfsttooi. Hij wordt ongeveer vier meter hoog en even breed. Het blad verkleurt in de herfst van oranjerood tot roze en wijnrood. Deze kleine bomen verdienen een opvallende plek in de tuin waar je ze aan alle kanten kunt bewonderen. Zet hem wel wat beschut en let op met te felle zomerzon, want die zou de bladeren kunnen verbranden. En dan ben je er aan voor de moeite, want verbrande en verschrompelde bladeren verkleuren natuurlijk niet meer in de herfst. Het lijstje met aanraders is eindeloos. Nog een paar om het af te leren: de moeraseik Quercus palustris ‘Isabel’, de klimplant Parthenocissus tricuspedata ‘Veitchii’ en de fluweelboom Rhus typhina, die oranje verkleurt. Ga eens wandelen in de arboreta van Beveren, Kalmthout of Wespelaar. Daar dragen de bomen een naamplaatje, zodat je meteen weet wat je aan je boomkweker moet vragen.

Ginkgo biloba. FOTO GVA


Bomen Leen De Moor

Coniferen Wintergroene planten houden een tuin ook in het koude en donkere seizoen levendig. U houdt niet van buxus, taxus en klimop? Probeer het eens met coniferen. Ze hebben een saai en oubollig imago, maar als u ze op de juiste manier toepast, ogen ze verrassend fris. Zowel in potten als in volle grond. Of in een glazen fles, als blikvanger van een minilandschap.

Coniferen passen bij een oosters getinte tuin. FOTO GVA

Zorg ook voor kleur in een coniferen­ tuin. FOTO GVA

Blauwe of grijze potten passen bij blauwe coniferen. FOTO VISIONSPICTURES

b De coniferentuinen van de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw waren inderdaad wat saai en eentonig, met als trieste topper de hagen van Chamaecyparis leylandii die metershoog werden en uit pure wanhoop in de helft werden afgezaagd, zodat nog lelijkere misbaksels overbleven. Dat hoeft niet zo te zijn. Coniferen kunnen voor de nodige structuur zorgen in de wintertuin. Er zijn tegenwoordig heel wat dwergvormen of traag groeiende soorten beschikbaar die in elke tuin passen (voor interessante kwekerijen, zie kader). De naalden of schubvormige blaadjes zijn groen, blauw, geel, zilvergrijs... En denk niet dat een conifeer het hele jaar door hetzelfde oogt. Sommige soorten lopen in de lente frisgroen uit, of verkleuren in de winter bronsgroen. Ook de zaadkegels zorgen voor kleur. Heel knap zijn de blauwzwarte kegels van Abies koreana. Ook de vorm van coniferen kan enorm verschillen, van breed uitgroeiende lage bodembedekkers zoals jeneverbessen Juniperus communis ‘Green Carpet’ of Juniperus horizontalis plumosa tot heel mooie dwergbomen zoals de Japanse ceder Cryptomeria japonica ‘Vilmorin Gold’. Deze laatste past perfect in Japanse tuinen of rotstuinen, net als andere dwergconiferen. Overdrijf niet met het aantal coniferen in de tuin. Zorg zeker ook voor andere kleuren en texturen en planten die per seizoen een andere aanblik bieden, zodat er steeds voldoende afwisseling is in uw tuin.

In pot Dwergconiferen zijn natuurlijk ook bij uitstek geschikt om in potten te planten en er in de winter je terrastafels of kale plekken in de tuin mee op te fleuren. Let er dan wel op dat de potten bestand zijn tegen vorst, want het zal toch wel eens beginnen te vriezen. Als je kiest voor coniferen met blauwe naalden, zoals Juniperus squamata ‘Blue Star’, dan passen blauwe of grijze potten daar heel goed bij. Zij zetten de blauwgrijze tint van de naalden nog meer in de verf. Zet op de terrastafel een paar dwergconiferen bij elkaar. Kies er met naalden of schubben in verschillende vormen en tinten. Als je gaat voor de blauwgrijze tinten, dan kan je er zeker een baby eucalyptus bijzetten. Die heeft bladeren in dezelfde tinten, maar weer een heel

Juniperus squamata ‘Blue Star’. FOTO RR andere groeivorm. In de fles U bent op een donkere middag in een creatieve bui en u hebt nog een grote lege bokaal liggen? Maak er dan met wat rotsen, mos, een dwergconifeertje en een beetje aarde een minilandschap in. Het vraagt niet zo veel werk, en als het klaar is, weet u niet wat u ziet. Zet zo’n originele creatie niet in een warme huiskamer met (te) droge lucht, maar beter in een koele ruimte, zoals een slaapkamer bijvoorbeeld. Buitenbeentjes Niet alle coniferen zijn wintergroen (of -blauw, of -geel). Sommige verliezen ook hun naalden, zoals de lorken of lariksen. Voor ze afvallen, vertonen hun naalden wel een schitterende herfstkleur. Dat is ook weer een pluspunt. Geen echte conifeer, maar meer een missing link tussen coniferen en loofbomen is de Ginkgo biloba, ook wel Japanse notenboom of tempelboom genoemd. De waaiervormige bladeren worden in de herfst schitterend geel. In Japan, waar ze vaak aangeplant staan langs weerszijden van de lange lanen die naar een tempel leiden, is dat dan een adembenemend gezicht. Een Ginkgo biloba is steeds een aanwinst voor een tuin. Deze boom kan erg hoog worden, maar hij groeit zeer traag en zuilvormig en neemt dus niet uitzonderlijk veel plaats in.


Groenten Leen De Moor

Angelo zaait Af en toe een minuscuul snuifje van een nog verre lente is genoeg voor een nieuwe oogst van boeken voor moestuiniers. De echte hype is voorbij, maar het loont meer dan ooit om je eigen gezonde groenten en fruit te kweken, zelfs als je daar niet veel ruimte voor hebt. Angelo Dorny, de Vlaamse koning van de moestuin, schreef zijn zevende moestuinboek: ‘Goed Gezaaid’. b Auteur, blogger en groenjournalist Angelo Dorny is een bezig baasje. Hij is pas 27, maar brengt met Goed Gezaaid al zijn zevende groenboek uit, en bovendien ging hij deze week van start met een online moestuinprogramma. En zijn zesde boek Pomodori haalde zopas de shortlist van de World Cookbook Awards.

Rucola heeft heel decoratieve bloe­ men. FOTO GVA

Beta vulgaris (snijbiet).

FOTO GVA

Pastinaca sativa (pastinaak).

FOTO GVA

Bloemkolen: weduwen en vrijsters, afhankelijk van de planttijd. FOTO GVA

YouTube Angelo zette deze week de eerste spadesteken in zijn gloednieuwe moestuin. Hoe het hem daar vergaat, kan iedereen volgen in Grow, Cook, Eat op Angelo’s eigen YouTubekanaal. Zijn doel is (minstens) een jaar lang te leven van eigen bodem met lekkers recht uit de tuin. In twee afleveringen per week toont Angelo samen met productiehuis Landvogel hoe zijn tuin zich ontwikkelt en hoe hij er vier seizoenen lang van kan eten. “Online uitzenden laat ons toe om zeer kort op de bal te spelen”, zegt Angelo. “Vriest het dat het kraakt, valt er sneeuw of is het uitzonderlijk warm? Daar krijg ik ook mee te kampen in mijn tuin. De omstandigheden die je ziet in Grow, Cook, Eat zijn dezelfde als die waar anderen op dat moment mee worden geconfronteerd. Ik probeer de problemen waar we allemaal tegelijk mee zitten, op te lossen.” Hij maakt met plezier gebruik van internet. “Het internet is simpelweg een snel medium dat iedereen in staat stelt zijn eigen verhaal te vertellen, en dat kan zeker op een kwaliteitsvolle manier.” Goed Gezaaid Hij kan zich volop op dit nieuwe project gooien, want zijn nieuwste boek ligt nu in de winkel. Goed Gezaaid is een zeer praktisch boekje dat eigenlijk alles bevat wat een beginnende (of al iets meer gevorderde) moestuinier moet weten. Want groenten zaaien, ligt niet altijd voor de hand. De meeste beginners kopen in de lente plantgoed en daar is niks mis mee. “Maar als je je groenten zelf zaait, krijg je veel meer inzicht in het plantenleven en kun je specifieke variëteiten kiezen”, zegt Angelo. En sommige groenten moet je gewoon ter plaatse zaaien, zoals wortelen en radijzen. Die kun je niet verspenen. Dit is een no-nonsense-boek van iemand die weet waarover hij het heeft. In het boek vind je in het eerste gedeelte met algemene richtlijnen waarheden als een koe, die maar al te vaak worden vergeten: als je geen geduld hebt, moet je niet be-

ginnen aan een moestuin, en je moet alleen planten wat je zelf lekker vindt (of waarvan je zeker weet dat je er iemand een plezier mee kunt doen), want anders zit je daar met je mooie oogst en doen de buren snel de deur op slot als ze je weer eens zien aankomen met een mand courgettes ... Je leert dat het zaad van de ene groente al na een paar dagen kiemt, maar van de andere pas na een paar weken en dat je zaaigrond zelf kunt mengen (met 1/3 potgrond zonder turf, 1/3 wit zand en 1/3 goed gezeefde en verteerde compost). Combinaties Ook over interessante en te mijden combinaties van teelten steek je wat op. Bijvoorbeeld: bieslook voelt zich goed bij OostIndische kers (dat de bladluizen weghoudt bij andere planten), salie, snijbiet, munt en citroenmelisse. Komkommers en tomaten zet je best niet naast elkaar. Want komkommers drinken gulzig, terwijl tomaten toekomen met weinig water, want anders krijgen ze last van schimmels. En radijsjes kun je samen met wortelen in eenzelfde rij zaaien. Na een zestal weken zijn de radijzen geoogst en hebben de wortelen die trager groeien alle ruimte...

i

Goed Gezaaid­de start voor een mooie moes­ tuin, Angelo Dorny, M­Books/WPG, 128p, 14,99 euro, angelodorny.be


Groenten Leen De Moor

Mooie groente Een mooie moestuin, is dat echt nodig? Helemaal niet. Maar als je toch groenten teelt, waarom zou je dan ook geen aandacht besteden aan het decoratieve aspect? Je gaat er zo ver in als je wilt. Je kiest bijvoorbeeld klassieke groenten in niet­conventionele kleuren, zoals roodpaarse selder, witte komkommers en roze bonen, of je maakt bedden op kleur, of je plant niet zo courante groenten. b Als de herfstopruiming in de tuin achter de rug is, heb je tijd om plannen te maken voor volgend jaar. Als je een moestuin hebt of er voor het eerst één wilt aanleggen, dan kun je daar ook een plaatje van maken, net als van een siertuin. Dat kan bijvoorbeeld door het gebruik van kleur.

Blauwschokkers (Pisum sativum) groeien als doperwten. FOTO GVA

Gele courgetten ‘Cucurbita pepo ‘Gold Rush’. FOTO GVA

Witte komkommers (Cucumis sativus ‘White Wonder’). FOTO GVA

Roze Borlotti­bonen kun je vers eten of laten drogen. FOTO GVA

Gewone groente, ongewone kleur Alledaagse groenten zijn hoe langer hoe meer beschikbaar in niet-alledaagse kleuren. Als je consequent kiest voor gewone groenten met een ongewone kleur, zal je moestuin echt wel apart ogen. Een paar voorbeelden: * Witte komkommers: echt zuiver wit zijn ze niet, want ze hebben een lichtgroene zweem, maar ze ogen toch helemaal anders dan de groene komkommer. ‘White Wonder’ is een vrij kleine komkommer met stevig vruchtvlees dat lekker zoet smaakt. Als je zaait in maart, kun je mogelijk in juni al oogsten. * Roodpaarse selder: Apium graveolens ‘Red Venture’ is bladselder met opvallende roodpaarse stengels. Je kunt die stengels zelfs nog opvallender maken door ze te bleken. Dan worden ze lichtroze. ‘Red Venture’ heeft de klassieke seldersmaak. Zet deze plant in volle zon en in goed doorlatende grond. * Blauwzwarte tomaten: Tomaten heb je in klassiek rood, maar ook met gele, oranje, witte, groene, blauwzwarte en gestreepte of gevlekte vruchten. ‘Bosque Blue’ is een blauwzwarte variëteit. Het is een gezonde plant die een goede opbrengst geeft. De smaak van de tomaten is vrij vlak, maar een beetje dressing kan dat verhelpen. * Roze bonen: De Borlotti-bonen ogen heel frivool met hun roze en witte gespikkelde peulen. De bonen zelf hebben dezelfde kleurencombinatie. Je kunt de bonen vers eten of ze laten drogen. De planten worden ongeveer twee meter hoog en hebben een steun nodig: een piramide van bamboestokken of gaas bijvoorbeeld.

Purperen tomaten ‘Bosque Blue’.

FOTO GVA

dan weer klassiek groen, maar dat zie je niet als de peulen nog aan de plant hangen. Kapucijners smaken als erwten, maar wat minder zoet. * Snijbiet of warmoes (grote foto): dit is een echte blikvanger in de moestuin. De dikke stengels en bladnerven kunnen wit, rood, geel, oranje of paars zijn. Zowel de bladeren als de stengels zijn eetbaar. Je kunt deze groente op dezelfde manier bereiden als spinazie, maar snijbiet moet wel langer koken. Deze groente moet onmiddellijk na het oogsten worden bereid, anders wordt ze slap. Even bewaren kan als je ze in een vochtige doek wikkelt.

Bedden op kleur Als je echt een opvallende moestuin wilt, kun je bedden op kleur maken. Dan zet je dus allemaal groenten met dezelfde kleur bij elkaar in één bed. Ik vind het wat vergezocht, maar misschien vind jij het wel mooi. Een voorbeeld: een oranje bed Ongewone groenten met aubergine, Oost-Indische kers, worteJe kunt je moestuin ook vullen met niet len, tomaten en snijbiet, of een paars bed zo courante groenten zoals blauwschokmet boerenkool, bonen, uien, snijbieten kers en snijbiet of warmoes. * Blauwschokkers: Dit zijn kapucijners die en radijsjes. tot dezelfde familie behoren als erwten en i Inspiratie nodig? Consulteer dan eens het bonen (de vlinderbloemigen). Niet alleen nieuwste boek van Peter Bauwens van kweke­ de peulen zijn blauwpaars, ook de bloerij De Nieuwe Tuin: ‘De Nieuwe Moestuin, de men ogen prachtig, met lilaroze tinten. basis, planten en plannen’, Uitgeverij Kosmos, De vruchtjes die eruitzien als erwten zijn 160 blz., 24,99 euro


Groenten Leen De Moor

Tuin op kinderformaat De lente is de ideale periode om een kindermoestuin aan te leggen. Experimenteer met groenten (en ook een beetje fruit) in originele vormen en kleuren, en zorg voor een paar snelle groeiers zodat je kleintjes snel resultaat zien. En misschien zijn ze nu ook sneller geneigd om dat zelfgekweekte lekkers ook op te eten.

Lekkere bosaardbeitjes. FOTO GVA

b Steeds meer gezinnen reserveren een deel van hun tuin voor groenten en kleinfruit. Zo weet je wat je eet, je bespaart op je uitgaven en je hebt altijd wel iets bij de hand voor een lekkere lunch als je geen tijd meer hebt om langs de supermarkt of de groentewinkel te passeren. Als je kinderen je zien werken in de moestuin, zijn ze met een klein beetje aanmoediging misschien wel geneigd om in een eigen hoekje ook wat groenten te kweken. Bonen hebben ook mooie bloemen. Hou daarbij een paar regels in acht, en FOTO GVA het levert zeker resultaat op.

1. Niet te groot Een tuintje voor kinderen mag niet te groot zijn. Een vierkante meter is het maximum. Zo blijft het onderhoud beperkt en beschouwen de kinderen het ook als ontspanning, en niet als corvee.

Spectaculaire tweekleurige worte­ len: ‘Purple Haze’. FOTO GVA

Radijzen; snel groot en in diverse kleuren. FOTO GVA

2. Begeleiding Zeker als je kinderen nog nooit getuinierd hebben, hebben ze nood aan begeleiding. Leg bijvoorbeeld uit hoe ze best de planten verzorgen: uitdunnen, onkruid wieden, op tijd gieten maar niet te veel, planten controleren op rupsen, slakken en andere lastigaards... Als er in het tuintje een probleem opduikt met ziekten en plagen, ga dan niet meteen aan de slag met bestrijdingsmiddelen. Als het gaat om rupsen of slakken, verwijder die dan met de hand. Leer je kinderen zelf natuurlijke bestrijdingsmiddelen te maken, bijvoorbeeld om bladluizen te bestrijden. Help zeker de eerste weken mee in de kindertuin. Afhankelijk van de leeftijd van de kinderen kan je ze daarna alleen laten tuinieren, maar wel van op afstand een oogje in het zeil houden. 3. Snelle opbrengst Als je zaden uitkiest voor een kindermoestuin, moet je ervoor zorgen dat zeker de helft van de gekozen groenten voor een snelle opbrengst zal zorgen. Kies dus zeker radijzen en sla, of snelgroeiende bonen. Een rijtje wortelen kan ook, maar leg dan wel aan je kinderen uit dat het weken kan duren eer de eerste kiemplantjes hun kopje boven het zand steken. Kinderen zien graag snel resultaat in hun tuintje. Heb je echt ongeduldige kinderen? Koop dan op de markt of bv. bij Aveve jonge groenteplantjes, dat gaat sneller.

Letterlijk sla op kindermaat: ‘Tom Thumb’. FOTO GVA

4. Mooi en/of veelkleurig Het oog wil ook wat. Waarom kies je niet voor groenten in niet-klassieke kleuren? ‘Purple Haze’ wortelen bijvoorbeeld, met een oranje hart maar een purperen schil en buitenste laag. Ook radijzen, aardappelen en kerstomaten zijn er in minder courante kleuren. Ook de bloemen van sommige groentesoorten zijn heel mooi, zoals die van erwten en bonen en de bolvormige bloeiwijze van uien. Tussen de rijtjes groenten wat eenjarige veelkleurige bloemen zaaien, kan ook perfect. Zo leren je kinderen meteen het principe van de mooie moestuin. 5. Opbrengst Kinderen (en geef toe, wij ook) zien graag resultaat van hun werk. Een plant die een grote opbrengst oplevert, zal zeker bij hen in de smaak vallen. Een topper op dat gebied is de aardappel. Je stopt er eentje in de grond, en na een tijdje krijg je een flinke hoop aardappelen terug. Ook bosaardbeitjes zijn hier een aanrader. Ze dragen maandenlang vruchten. Telkens je in de tuin komt, kan je er een paar plukken om tijdens het tuinieren van te snoepen. 6. Eigen materiaal Geef de kinderen eigen materiaal om te tuinieren. Dat is best een mini versie van je eigen schop, hark, riek enz. In elk tuincentrum kan je tuinmateriaal op kindermaat kopen. De lange stelen van normale tuinspullen zijn voor kinderen moeilijk te hanteren.

i

Op zoek naar zaad van niet zo veel voorko­ mende groenten? Die vind je bijvoorbeeld bij www.denieuwetuin.be. Ook bij www.vlaams­ zaadhuis.com vind je veel verschillende groen­ tezaden.


Groenten Leen De Moor

Kweek zelf lekkers Nog veel te vroeg om te oogsten? Niet voor tuinboeken. Uit de nieuwe oogst zochten we er een aantal uit die je helpen bij het telen van lekkers, en zelfs bij het verkrijgen van goede zaden om te zorgen voor een volgende oogst. Zelfs aan kleine tuiniers is gedacht.

Pomodori, Angelo Dorny, Davidsfonds, 215 blz., 24,99 euro. FOTO DAVIDSFONDS

Tomaten zijn er in tal van kleuren en vormen. FOTO ROOS MESTDAGH

Pomodori b Pomodori is de nieuwe telg van Angelo Dorny (foto hiernaast). Angelo is pas 25, en dit is al zijn zesde tuinboek. En pas in dit zesde boek laat hij zich volop gaan over zijn eerste liefde: die voor de tomaat in alle mogelijke vormen, kleuren en smaken. De twaalfjarige Angelo was al een verwoed tomatenverzamelaar die de regels van de kunst onder meer leerde bij ‘Madame Tomate’ Rita De Clercq uit Hamme en dit boek dan ook aan haar opdraagt. Dertien jaar later weet Angelo echt veel over tomaten en deelt hij zijn kennis met plezier in dit boek. “Mijn liefde voor tomaten en lekker eten” is de ondertitel van dit boek, en die liefde voel je ook. In Pomodori vind je al het nodige om tomaten te kweken, een selectie van interessante rassen en (hoe kan het ook anders bij foodlover Angelo) een reeks recepten om die zelfgekweekte tomaten om te zetten in lekkers voor op tafel. Het boek oogt mooi, is interessant en kweekt zeker goesting om zelf aan de slag te gaan met iets meer uitdagends dan een simpele huis-, tuin- en keukentomaat, zowel in de tuin als in de keuken. Probeer eens een Russian Cossack, Etoile Blanche d’ Anvers, Moonglow of Téton de Vénus. Niet te versmaden. Zelf zaden telen De eerste vereiste om in de moestuin goede resultaten te behalen, is goed zaad of goed plantgoed. Er zijn weinig boeken die uitsluitend gewijd zijn aan het zelf telen van goed zaad voor moestuinplanten, en alleen al daarom is dit een interessant boek. Raszuiver zaad kweken is niet zo eenvoudig. In het boek worden eerst de algemene principes uiteengezet en wordt de lezer ook wat biologische en botanische basiskennis bijgebracht over bestuivers en voortplantingsmanieren van planten. Daarna wordt per groente de juiste werk-

wijze uiteengezet. Achteraan in het boek vindt u nog interessante bijlagen. In de gewassentabel ziet u met één oogopslag hoe u te werk moet gaan voor een bepaalde groente en of het de moeite loont voor beginners (zaad winnen van selder en wortelen is bijvoorbeeld voor gevorderden, bij sla en spinazie is het dan weer een stuk makkelijker). Zelf zaad telen, vergt wat extra werk, maar met dit boek worden de principes en de werkwijze u zeker wat duidelijker. Ketnet tuinboek Als je bij kinderen enthousiasme kunt kweken voor tuinieren, zullen ze vaak ook als volwassene nog graag in tuinaarde wroeten en zelf groenten kweken (kijk maar naar Angelo Dorny). Als je dit boek als leidraad neemt, kan tuinieren gewoon niet saai zijn. Het is ingedeeld per seizoen, met telkens een aantal groenten erbij die dat seizoen kunnen worden geplant of gezaaid, wat ‘groen geknutsel’, zoals het in het boek wordt genoemd, en wat eenvoudig klaar te maken lekkers met ingrediënten uit de eigen tuin. De groene knutselwerkjes gaan van madeliefjeskettingen tot een pallettuin, een limonadetuintje of kandelaars. Lekkers van eigen bodem kunnen bijvoorbeeld knolselderfrietjes, chips van rode biet, aardbeienijsjes of vlierbloesemsiroop zijn. Het boek levert inspiratie voor zonnige dagen (planten en onderhouden) en regenachtige dagen (koken), en geeft ook nog wat achtergrond over zaaien, uitplanten, ecologisch tuinieren en alternatieve plantenbakken zoals conservenblikken, afgedankte emmers en kopjes, lege PETflessen en oude schoenen en sneakers. De lay-out van het boek oogt speels, en spreekt kinderen zeker aan. Leuk om hen uit de zetel te krijgen en hen te leren hoeveel plezier je kunt hebben van lekkers van eigen kweek.

‘Zelf Zaden Telen’, Jan van Arkel/Velt/ EPO, 143 blz, 17,95 euro. FOTO FRANÇOIS DE HEEL Zaden uit de moestuin. FOTO FRANÇOIS DE HEEL


Kamerplanten Leen De Moor

Huiskamergroen Net als in de jaren zeventig is het weer helemaal in om je huiskamer om te toveren tot een mini­oerwoud. Om te vermijden dat je elke week uren moet besteden aan het onderhoud van je huisplanten of dat ze na een paar maanden al staan te verpieteren, kies je ze best zorgvuldig uit. Een paar markante planten volstaan om een weelderig effect te creëren.

Alocasia ‘Zebrina’.

b Een kamerplant kan je niet zomaar ergens neerpoten. Net als een tuinplant heeft hij een favoriete standplaats en daar zet je hem het best meteen neer. Als je gaat rondsjouwen met een kamerplant en hem nu eens hier en dan weer daar neerzet, zal hij protesteren. Een kamerplant vindt het niet prettig dat hij wordt verplaatst. Er zijn planten die het kunnen doen met een beperkte hoeveelheid licht, maar de meeste staan toch wel graag op een lichte plaats. Dat betekent niet dat ze rechtstreeks zonlicht moeten hebben, want dat kan de bladeren verbranden. Planten zijn net als meubelen een essentieel onderdeel van je interieur. Behandel ze dan ook als zodanig en hou er rekening mee bij de inrichting van je kamers. Als je houdt van markante grote planten, dan verdienen die een opvallende plek en genoeg ruimte. Zo’n blikvanger is bijvoorbeeld de Chinese geldplant Pilea peperomioides (zie grote foto hiernaast), die ook wel pannekoekenplant wordt genoemd. Het glanzende vlezige schijfvormige blad staat aan het einde van groenrode stengels. Hij heeft veel licht nodig en zijn potgrond mag nooit uitdrogen. Ook een mooie, vooral vanwege zijn stengels: Alocasia ‘Zebrina’. De bladeren van deze plant lijken op een olifantsoor, maar de decoratieve factor zit vooral in de dwarsgestreepte stengels. Ook de vinnetjespalm of vissenstaartpalm (Caryota mitis) is niet mis. Hij houdt van licht en wel zodanig dat hij ernaartoe groeit. Om te vermijden dat je na een tijdje een scheve plant krijgt die naar één kant overhelt, moet je hem geregeld een klein stukje draaien. Zo blijven de decoratieve stengels mooi recht.

FOTO RR

Schefflera arboricola.

FOTO RR

Epipremnum pinnatum. FOTO RR

Phlebodium aureum of zinkvaren. RR

FOTO

Snelle groeiers Misschien kom je in de verleiding om te kiezen voor snelle groeiers, zodat je kamer sneller ‘aangekleed’ lijkt. Met Epipremnum pinnatum zit je dan zeker goed, want deze hangplant zie je bijna groeien. Maar je zit binnen de kortste keren ook met meterslange bebladerde slierten. Die kan je wel probleemloos afknippen en dan begint de plant gewoon van voor af aan. Hij is quasi onuitputtelijk en heeft zelfs niet al te veel licht nodig. Nog snelle groeiers zijn bijvoorbeeld de gatenplant Monstera deliciosa, de kamerlinde Sparmannia africana, de vingerplant Fatsia japonica en de vioolbladplant Ficus lyrata.

Caryota mitis (vinnetjespalm of vissen­ staartpalm). FOTO RR Licht Licht is erg belangrijk voor planten. Als een plant te weinig licht krijgt, worden de stengels veel langer en zal de plant in de richting van de dichtstbijzijnde bron van natuurlijk licht groeien. Zo krijg je een lelijke, lang uitgerekte en scheefgroeiende plant. Nog een veeg teken dat je plant te donker staat, is dat de bladeren veel donkerder worden en dat de tekening van bonte bladeren vervaagt. Komt er niet veel licht in de kamer? Kies dan voor een van deze planten: Bromelia, Epipremnum, Monstera deliciosa, de kamervaren Adiantum hispidulum, de Chinese geldplant of pannekoekenplant Pilea peperomioides, Philodendron, rubberbladplant Ficus elastica, Schefflera arboricola, venushaar (Adiantum raddianum) of zinkvaren (Phlebodium areum). Water Water is eveneens levensnoodzakelijk voor je planten. De ene plant heeft vrij veel nodig, de andere erg weinig. Informeer je daarover wanneer je een plant koopt. Als een plant te weinig water krijgt, gaan de bladeren slap hangen. Als de slappe bladeren ook nog eens vergelen en bruin worden, dan is de plant aan het verdrinken en moet je snel ingrijpen. Geef hem dan vlug andere (droge) potgrond.


Kamerplanten Leen De Moor

Tips en trucs Nu het kouder wordt, staan de huisplanten of kamerplanten opnieuw binnen en moeten we daar wat meer aandacht aan besteden. Daarom geven we een aantal nuttige tips en reiken we ideeën aan voor een andere benadering van het concept kamerplant, zoals een flessentuintje of een Bromelia in een vaas. Haal voor de wintermaanden in elk geval groen in huis. Het is goed voor je humeur.

Je kunt een decoratieve plant ook tegen de muur hangen. FOTO GVA

b 1. Let op met kamerplanten als je kinderen of huisdieren in huis hebt. Sommige kamerplanten zijn giftig, en kleine kinderen en katten en honden hebben nu eenmaal de neiging om van alles in hun mond te stoppen... Zet in dat geval de planten op een zo onbereikbaar mogelijke plaats (al is dat voor katten quasi ondoenbaar), bijvoorbeeld op een kast of een piëdestal. Deze planten vermijd je beter: Dieffenbachia, Monstera en Ficus elastica zijn giftig.

2. Check voor je een plant koopt wat zijn ideale standplaats is. Als je alleen maar plaats hebt in volle zon en je koopt een plant die dat niet verdraagt, dan zal die niet lang leven. 3. Zet nooit planten vlakbij de verwarming of op een vensterbank boven een radiator. Zet ze liever op een tafeltje en weg van warmtebronnen.

Dieffenbachia is giftig. Opgepast met kinderen en dieren dus. FOTO GVA

4. Heb je vloerverwarming en staan je kamerplanten op de vloer? Dat zullen ze niet zo graag hebben. Vul een planten-onderzetter met water, zet er een kleinere plantenschotel omgekeerd in en zet op dat eiland de potplant. Zo verdampt het water en blijft de lucht vochtig, maar staat de plant toch niet met zijn wortels in het water. 5. Giet nooit met ijskoud water. Als je al je planten hebt gegoten, kun je de gieter al onmiddellijk opnieuw vullen met water. Het water heeft dan tijd tot de volgende gietbeurt om op kamertemperatuur te komen.

Woestijnroos of Kalanchoë thyrsiflora. FOTO GVA

8. Krijgt je plant steeds minder en steeds kleinere bladeren? Dat kan diverse oorzaken hebben: te weinig licht, een te warme standplaats in de winter, nood aan een ruimere pot en/of aan verse potgrond. Zorg voor voldoende licht, koelte in de winter en op tijd wat voeding. Als de bladeren van je kamerplant slap hangen, geel verkleuren en/of bruine randen krijgen en afvallen, dan ben je waarschijnlijk bezig hem te verdrinken. Laat de potgrond goed opdrogen, en als het echt te erg is, doe je er het best aan de grond volledig te vervangen. Als de bladeren afvallen maar niet verkleuren, kan dat worden veroorzaakt door temperatuurschommelingen, tocht of kou. Zet de plant op een andere, tochtvrije plek. 9. Een plant verplaatsen of de pot zelfs maar een halve slag ronddraaien, kan genoeg zijn om de groei te verstoren. Vermijd verplaatsingen. Als een plant ergens goed gedijt, laat hem daar dan staan. 10. Een Bromelia of Guzmania hoeft niet in een pot met aarde te staan. Een mooi alternatief: haal de plant uit de pot, schud er wat aarde af (er mag wat blijven aanhangen) en zet hem in een glazen vaas of pot. Giet de plant voortaan in de koker in het hart. Dat volstaat. Op zoek naar meer originele tips voor kamerplanten? Je vindt ze in het boek Het Plantenlab van Judith Baehner, Uitgeverij Lannoo/Forte Groen, 128 blz., 19,95 euro

6. Woon je in een kleine flat of een studio, zet dan niet her en der planten, dat oogt vaak rommelig. Kies voor één grote plant als blikvanger, of koop een hele reeks miniplantjes, zet die in opvallende potjes en schik ze samen op een bijzettafeltje, op een dienblad of in een ronde schaal. 7. Als de potgrond van een plant wit is uitgeslagen, dan komt dat waarschijnlijk door kalk of zouten uit het kraantjeswater waarmee je giet. Haal de bovenste laag aarde met de witte aanslag uit de pot, giet flink met regenwater en vul de pot aan met verse potgrond. Giet voortaan altijd Alocasia heeft opvallende bladeren. met regenwater. FOTO GVA

Sansevieria cylindrica oogt mooi in een modern interieur. FOTO GVA


Kamerplanten Leen De Moor

Ster of roos? Ice Punch: kerster, alsof er laagje ijs op de schutbladeren ligt. FOTO GVA

Luv U Pink: roze kerstster met witte rand en groen blosje. FOTO GVA

Black Diamond: de leisteenzwarte kerstroos. FOTO GVA

Helleborus niger: de echte witte kerstroos. FOTO GVA

De enige echte kerstroos is de hagelwitte Helleborus niger, maar ook haar oosterse zusjes, de Helleborus orientalis­hybriden, worden zo genoemd. Kerstster is dan weer de populaire naam voor Poinsettia of Euphorbia pulcherrima. De kerstroos voelt zich het best buitenshuis, maar de kerstster is een koukleum. Je moet haar zelfs beschermen tijdens de rit van de winkel naar huis. b De twee kerstplanten bij uitstek vullen elkaar dus aan: de ene fleurt de tuin op, de andere brengt kleur in huis. De kerstroos is ideaal voor bloembakken of voor de terrastafel. In volle grond zal ze zich nog beter voelen, en brengt ze leven in de soms wat trieste winterse tuin. De mooiste bloeiers zijn Helleborus niger, de sneeuwwitte kerstroos, en vooral de hybriden van Helleborus orientalis die in steeds meer kleuren en bloemvormen beschikbaar zijn. De tinten variëren van wit over geel, roze en rood tot donkerpaars en bijna zwart. Heel apart zijn de leisteenzwarte exemplaren zoals de Black Diamond. Naast de eenkleurige bloemen zijn er de picotee Helleborussen met fijne gekleurde aders in de bloemblaadjes. Ongelooflijk mooi. Toppunt van frivoliteit zijn de dubbel gevulde hybriden die soms ook nog golvende bloemblaadjes hebben die bezaaid zijn met donkere stippen. Helleborussen mogen gewoon niet ontbreken in een tuin. Ze hebben niet alleen prachtige bloemen, maar sommige soorten vormen ook vrij grote planten die een architecturale aanwinst zijn voor de border, zoals Helleborus foetidus (nieskruid), Helleborus argutifolius of Helleborus x nigercors. Maar hou het nu in de kerstperiode maar bij niger en orientalis. Als je deze planten in de tuin zet, moet je wel wat zorg besteden aan de voorbereiding van de grond. Helleborussen stellen geen specifieke eisen wat betreft de grondsoort. In zure grond kun je eventueel wat kalk bijvoegen. De aarde waarin je plant, moet wel goed bewerkt zijn. Spit de grond dus diep genoeg om en meng flink wat organisch materiaal door de aarde. Gebruik organische meststof, bijvoorbeeld beendermeel. Rond de plant kun je eventueel een laagje mulch van een paar centimeters dik aanbrengen. Knip in het najaar de oude bladeren weg, dan komen de bloemen beter tot hun recht.

Helleborussen hebben weinig last van de winterkou. Als het flink vriest, gaan de bloemstengels wel wat slap hangen, maar ze richten zich op als de temperatuur opnieuw stijgt. Kerstster In je huiskamer breng je meteen kerstsfeer met een paar kerststerren. Kwekers hebben ervoor gezorgd dat die ook beschikbaar zijn in tal van tinten en kleurencombinaties. Ze selecteren planten niet alleen op de tint van de gekleurde schutbladeren bovenaan de plant, maar ook op de kleur van de bladeren. Sommige planten hebben zelfs heel donkere zwartgroene bladeren. Deze plant houdt absoluut niet van koude of van tocht. Laat hem inpakken voor de rit van de winkel naar huis en zet hem thuis ook niet in de tocht. Een kerstster heeft voldoende water nodig, maar niet te veel. Lastig dus. De potgrond mag nooit uitdrogen. Let daar ook op in de winkel. Een kerstster met een uitgedroogde potkluit zal het niet lang meer trekken. Geef geregeld een beetje water (niet ijskoud, beter lauw) en let er op dat er geen water in het schoteltje onderaan de plant blijft staan. Als ze natte voeten heeft, houdt de kerstster het voor bekeken. Ze laat haar bladeren vallen, en dan rest er niets anders dan de gft-container. Zet ze ook niet te warm, en direct zonlicht is evenmin ideaal. Een licht plekje waar een temperatuur heerst tussen 15 en 22°C is ideaal. Als je de plant op de juiste manier verzorgt, kan de kerstster maandenlang haar gekleurde schutbladeren behouden. De eigenlijke piepkleine bloemen, die midden in de rozet van schutbladeren staan, zijn dan wel al lang uitgebloeid, maar dat maakt niet uit aangezien je ze toch nauwelijks opmerkt.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.