2 minute read
Coda: Kousen
Slechts in de winter dragen de mensen daar kousen. Het is die tijd van het jaar. Een gebeuren. Drie seizoenen lang hebben zij ernaar uitgekeken, al hun kousen iedere maand wel een keer netjes heropgevouwd tot de dag uiteindelijk daar is – de winter.
Uiteraard draait het deze mensen nooit om de winter, maar slechts om hun obsessie met de eigen kousen. Het is zoals de dieren en een nieuwe vacht. Iets tastbaar is dan bij hen, verlaat hen niet –zelfs in de slaap dragen de mensen daar hun kousen. Uiteraard enkel ‘s winters.
Advertisement
Aldus toont men elkaar fier zijn opgetrokken exemplaren. Fijn pasje rechts. Fijn stapje links. Het biedt deze mensen een nieuwe mogelijkheid om aan elkaar te verschijnen. Het lijkt misschien vreemd maar een simpele kous is daar van onoverschatbare waarde en telkens je er ‘s winters iemand ontmoet, trekken deze mensen fier hun broekspijpen hoog en tonen elkaar nauwkeurig hun kousen.
Fiere bomma’s, trotse kinderen, verveelde tieners. Iedereen heeft zijn reden, zijn keuze, zijn moment. Want het is exact in de kousen, het verschijnen van deze kousen, dat deze mensen een nieuwe taal aangereikt krijgen waarmee ze zichzelf kunnen uiten.
Fijne groene stoffen kousjes. Hoogopgetrokken witte sportkousen. Een prachtig grijsblauw sokje. Erotische donkerbruine jarretels. Zorgvuldig vouwen deze mensen hun kousen op en bewaren deze een jaar lang als draagbare, zelfgekozen ogenkleuren in houten sigarendoosjes.
Wanneer je daar ’s winters iemand voor het eerst ontmoet is het deze eerste kousenkleur die de verdere gedachten aan iemand een leven lang begeleidt.
Jens Vydt, jensvydt.be