Lichamelijke opvoeding

Page 1

Venster op de leerdomeinen 1 Lichamelijke opvoeding 1

Campus St.-Jorisstraat Academiejaar: Opleiding: Module : Partim: Studiejaar: Semester: Lector:

2011 – 2012 bachelor in het onderwijs, lager onderwijs venster op de leerdomeinen 1 lichamelijke opvoeding 1 1 1 Stefanie Verstraete BEWEGINGSOMLOOP

Omschrijving Een bewegingsomloop is een organisatievorm waarbij de leerlingen herhaaldelijk een vaste volgorde aan opdrachten afwerken door een vast parcours in de zaal af te leggen. Hierbij kan de leraar een grote variatie aan materialen aanbieden met als doel zoveel mogelijk leerlingen gelijktijdig te laten bewegen met/op/over het materiaal en hen zo te stimuleren tot het beoefenen van verschillende bewegingsvaardigheden.

Cursus Lichamelijke Opvoeding – Stefanie Verstraete - Howest Brugge - Pagina 1


Een bewegingsomloop is geschikt voor alle leeftijden. Hoe meer ervaring leerlingen hebben

met

een

bewegingsomloop,

hoe

meer

je

kan

variëren

(bv.

meerdere

startplaatsen voorzien, dubbele omloop). Methodisch - didactische richtlijnen WERKRUIMTE -

Gebruik bij voorkeur de turnzaal!

-

De speelzaal of een ander leeg lokaal zijn ook mogelijk.

-

Eventueel buiten.

KEUZE VAN DE OEFENSTOF EN MATERIAAL -

De leerlingen moeten vlot de ene vaardigheid na de andere kunnen uitvoeren: evenwichtsoefeningen worden daarom best vermeden in een bewegingsomloop.

-

Hou er rekening mee dat je als leraar slechts op één plaats kan helpen! Twee moeilijke opdrachten in één omloop zorgen dus gegarandeerd voor opstoppingen. Gebruik daarom enkel relatief gemakkelijke, reeds geziene opdrachten zodat er geen bottlenecks of opstoppingen ontstaan.

-

Je kan differentiëren door de bewegingsomloop uit te splitsen: bij een moeilijkere opdracht of een opdracht die langer duurt, kan je een parallelweg opstellen. De leerlingen kiezen dan zelf of ze de moeilijke of gemakkelijke weg volgen. Op die manier kan je ook opstoppingen voorkomen (bv. kruipen door een grote of een kleine hoepel).

-

Zorg voor een evenwichtige tijdsverdeling van de oefeningen: wissel langzame en snellere oefeningen met elkaar af (bv. mat a: loopsprongen, mat b: voorwaarts rollen).

-

Gebruik bij voorkeur vast materiaal, hoewel je ook een combinatie van vast en hanteermateriaal kan gebruiken: -

Vast materiaal: klimrekken, sportramen, plinten, matten, rolmatten, valmatten, banken, trapezoïdes,…

-

Alternatief

vast

materiaal:

stoelen,

tafels,

matrassen,

kussens,

gespannen elastieken tussen stoelen,… -

Hanteermateriaal:

kaasdozen,

houten

blokken,

papierproppen,

pittenzakken,… -

Gebruik nooit ballen in een bewegingsomloop. Ze kunnen te gemakkelijk wegrollen en valpartijen veroorzaken. Vervang ballen eventueel door papierproppen of pittenzakken.

-

Let op: hanteermateriaal die van plaats A naar plaats B moet gebracht worden, impliceert een organisatorisch probleem. Na een bepaalde tijd zal al het materiaal

Cursus Lichamelijke Opvoeding – Stefanie Verstraete - Howest Brugge - Pagina 2


op plaats B liggen zodat de leraar steeds moet ingrijpen om het materiaal terug naar plaats A te brengen. Dit maakt je organisatie heel wat zwaarder! OPSTELLING VAN HET MATERIAAL EN VEILIGHEID -

De volgorde van de opdrachten moet duidelijk én logisch zijn. Pijlen, touwen, voetjes of handjes op de grond kunnen helpen om de volgorde aan te duiden.

-

Hou rekening met de veiligheid: 

zorg voor voldoende ruimte tussen de toestellen;

gebruik steeds voldoende matten;

zorg ervoor dat je de toestellen goed fixeert (bv. klauterbaan met gymblokken fixeren tussen 2 plinten, dan lange mat erover);

een overzichtelijke organisatie is ook een garantie voor meer veiligheid.

-

Bij opdrachten die langer duren of moeilijker zijn, maak je best een parallelweg (om opstoppingen te voorkomen).

PLAATSEN VAN HET MATERIAAL Het plaatsen van het materiaal vergt veel tijd en moet dan ook zo efficiënt mogelijk gebeuren. Pas daarom één van de volgende mogelijkheden toe: -

Het materiaal wordt samen met de leerlingen geplaatst in het begin van de les. De leerlingen laten helpen is zeer positief omdat dit hun sociale vaardigheden bevordert en hen inzicht geeft in veiligheid. De leraar moet echter steeds rekening houden met de mogelijkheden van de leerlingen. De leraar let er ook steeds op dat de leerlingen de materialen op een rugvriendelijke manier heffen en dragen.

-

De leraar kan ook een afspraak maken met de andere lesgevers: zo kan één bewegingsomloop op één dag gebruikt worden door alle klassen. Het materiaal, geplaatst door de eerste groep, blijft staan en wordt aangepast aan de leeftijd en het niveau van de volgende groepen. De laatste groep bergt het materiaal op.

AFSPRAKEN -

Spreek een duidelijk start- en stopsignaal af.

-

Zeg duidelijk wanneer de volgende leerling mag vertrekken (bv. kenteken plaatsen).

-

Maak afspraken rond veiligheid:

Cursus Lichamelijke Opvoeding – Stefanie Verstraete - Howest Brugge - Pagina 3


-

tijdens de demonstratie wijs je de leerlingen op eventuele afspraken rond veiligheid (bv. niet hoger klimmen op het sportraam dan gekleurd lintje/doekje/ballon);

-

voor de leerlingen starten aan de omloop zeg je hen duidelijk dat ze elkaar niet mogen voorbijsteken en elkaar niet mogen trekken/duwen.

INSTRUCTIE EN PRENTEN -

Instructie en demonstratie gaan steeds samen! Hou tijdens de instructie oogcontact met de volledige groep en stel jezelf zo op dat je met je buik naar de groep staat (overzicht!).

-

Hou de instructie kort en bondig zodat er nog veel oefentijd overblijft. Begeleid de demonstrerende leerling verbaal en leg accenten i.v.m. veiligheid indien nodig. Als de opstelling voor zich spreekt, geef je niet te veel extra uitleg maar moedig je de demonstrerende leerling aan.

-

Je kan de omloop inkleden en/of voorzien van prenten/tekeningen. Deze prenten kunnen als geheugensteun dienen en geven aan wat de leerlingen bij een bepaalde opstelling moeten doen (bv. op 1 been springen). De prenten kunnen ook aantonen hoe de omloop is ingekleed (bv. tocht door het oerwoud of bos: over boomstronk wandelen, in bomen klimmen, over stenen in vijver stappen…). Een combinatie van beide is ook mogelijk (bv. teken een leerling die over een boomstronk wandelt). Het gebruik van prenten is zeer motiverend voor de leerlingen (zeker eerste graad!!) én helpt hen om de verschillende oefeningen te onthouden.

BEGELEIDING -

Als er opstoppingen voorkomen, moeten deze zo snel mogelijk, in de les zelf, door de leraar weggewerkt worden (bv. een toestel bijplaatsen, een zijweg plaatsen, een oefening korter of gemakkelijker maken).

-

De leraar grijpt onmiddellijk in als de leerlingen zich vergissen in de te volgen weg of in de werkwijze. Daarvoor dient het algemeen stopsignaal! Zoniet loopt de les in het honderd!

-

De leraar staat steeds aan de buitenzijde van de omloop en moet steeds alle leerlingen kunnen zien: behoud overzicht!

-

Varianten of moeilijkere oefeningen worden slechts aangebracht als de af te leggen weg gekend is! Je kan de leerlingen ook vragen om iets mee te nemen

Cursus Lichamelijke Opvoeding – Stefanie Verstraete - Howest Brugge - Pagina 4


(bv. pittenzak) of om samen de omloop af te leggen (bv. handen geven, stok vasthouden, samen in fietsband). -

Per omloopbeurt worden slechts aan 1 of 2 toestellen een moeilijkere oefening of variant aangeboden, meestal in probleemvorm.

Voor- en nadelen Voordelen: -

een hoge activiteitsgraad: alle leerlingen oefenen gelijktijdig zodat veel en intens bewegen mogelijk is;

-

veel beweging leidt tot bewegingsherhaling waardoor de beweging verbetert;

-

door gissen en missen, kijken naar andere leerlingen, leren ze zelfstandig zijn;

-

de opstelling van het materiaal nodigt uit tot bewegen, is uitdagend en motiverend;

-

de situatie kan zo uitgebouwd worden dat de leerlingen zelf moeilijkere oefeningen/varianten vinden.

Nadelen: -

deze werkvorm vergt veel organisatie. Het klaarzetten van de omloop vergt vaak veel tijd;

-

je kan als leraar niet bij elke deel van de opstelling aanwezig zijn om te helpen, je kan enkel bijstaan bij de moeilijkste opdracht. De overige opdrachten zullen dus niet steeds even uitdagend/moeilijk zijn;

-

heel vaak komen opstoppingen voor in een bewegingsomloop: probeer dit te voorzien en oplossingen te vinden.

Lesverloop Opwarming 

Plaatsen (of aanpassen) van toestellen.

Het bewegingsmoment/opwarming moet steeds in functie zijn van de opstelling van het materiaal. Laat de leerlingen bewegen in de zaal met toestellen. Maak hierbij reeds de nodige afspraken. Een tikspel op (tikkertje verhoog) of rond de toestellen (hindernis tikspel) zijn hierbij goede voorbeelden.

Je kan de leerlingen extra motiveren door de bewegingsomloop in te kleden.

Kern a. Instructie + demonstratie van de opdrachten: -

Stel de leerlingen zo op dat ze een goed overzicht hebben over de zaal (bv. op een bank tegen de muur of in het midden van de turnzaal).

Cursus Lichamelijke Opvoeding – Stefanie Verstraete - Howest Brugge - Pagina 5


-

Bij het gebruik van meerdere startpunten, verdeel je de groep over de verschillende startpunten: o

zorg voor een 3 tot 4-tal startpunten verspreid over de omloop, duidelijk aangeduid met een merkteken (gekleurde kegel, lint in een fel kleur,‌);

o

verdeel de klasgroep in een 3 tot 4-tal subgroepen, duidelijk aangeduid door bv. gekleurde polsbandjes of sjaaltjes (dit gebeurt liefst op een actieve wijze tijdens de opwarming);

o

elke groep zit neer bij zijn merkteken en zal vanaf dat punt de omloop starten. Eventueel kan je het merkteken tijdens de instructie meer naar het midden van de zaal brengen zodat alle leerlingen een goed overzicht hebben.

-

Een leerling demonstreert de af te leggen weg zodat de leerlingen een globaal beeld van de omloop krijgen. Indien nodig geeft de leraar hierbij instructies of tips i.v.m. veiligheid.

-

Maak/herhaal de afspraken (start- en stopsignaal, veiligheid).

b. De leerlingen leggen de omloop af gedurende een 5 tot 10-tal minuten -

De leraar begeleidt de leerlingen tijdens de omloop: stel je zo op dat je steeds alle leerlingen kan zien (overzicht!).

-

Stel je voornamelijk op bij de moeilijkste opdracht in de bewegingsomloop. Blijf daar echter niet steeds staan: ook bij de andere opdrachten hebben de leerlingen hulp en aanmoediging nodig!

-

Bevestig, moedig aan of daag de leerlingen uit.

c. Na 5 tot 10 minuten onderbreek je de omloop: -

Laat de leerlingen bij hun eigen merkteken neerzitten of bij de stopplaats; vraag stilte en aandacht.

-

Herhaal indien nodig de belangrijkste afspraken omtrent orde en veiligheid.

-

Voeg een aantal nieuwe of alternatieve bewegingen toe aan de gekende omloop. Plaats geen materiaal bij, tenzij sommige delen van de omloop te moeilijk of te gevaarlijk blijken!

-

Zet de leerlingen ,,terug aan het werk!

-

Materiaal opruimen.

-

Een kalmerend spel spelen.

Slot

Cursus Lichamelijke Opvoeding – Stefanie Verstraete - Howest Brugge - Pagina 6


Cursus Lichamelijke Opvoeding – Stefanie Verstraete - Howest Brugge - Pagina 7


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.