'Special' informatiemagazine - meerjarenplan 2014 - 2019 by Informatiedienst Mol

NUMMER 49

Driemaandelijks tijdschrift - Jaargang 13

informatiemagazine

meerjarenplan 2014-2019

Jullie maken het verschilâ&#x20AC;&#x160;!

GEMEENTEDIENSTEN Administratief centrum ‘t Getouw Molenhoekstraat 2 Informatie- en onthaalbalie: 014 33 07 11 www.gemeentemol.be Openingsuren administratieve diensten: - Maandag: van 9 tot 12 uur - Dinsdag: van 9 tot 12 uur - Woensdag: van 9 tot 12 uur en van 13.30 tot 16 uur - Donderdag: van 9 tot 12 uur en van 16 tot 19 uur - Vrijdag: van 9 tot 12 uur OCMW Jakob Smitslaan 22/28, 014 33 15 11 www.ocmwmol.be Openingsuren: - administratie: elke werkdag van 9 tot 12 uur - sociale dienst: maandag, woensdag en vrijdag van 9 tot 12 uur, donderdag van 13.30 tot 16 uur en van 16.30 tot 19 uur - balie Ten Hove: maandag tot vrijdag van 9 tot 12 uur en van 13.30 tot 16 uur - restaurant: maandag tot vrijdag van 11.30 tot 13 uur. Voordat je komt eten, reserveer je een werkdag voordien voor 12 uur, persoonlijk aan de balie of op het nummer 014 33 16 00 - cafetaria: maandag tot zondag van 8.30 tot 17 uur. Er is elke dag bediening van 13.30 tot 16.30 uur - woonzorgcentrum: deuren dagelijks geopend van 7 tot 21 uur Cultuurcentrum ‘t Getouw Smallestraat 2 – 014 33 09 00 www.getouw.be Openingsuren: dinsdag t.e.m. zaterdag van 9 tot 12 uur - 1 uur voor aanvang van de voorstelling Bibliotheek Molenhoekstraat 2 - 014 33 07 64 bibliotheek@gemeentemol.be Openingsuren: Maandag: van 10 tot 20 uur Dinsdag: van 14 tot 20 uur Woensdag: van 10 tot 20 uur Donderdag: van 14 tot 20 uur Vrijdag: van 14 tot 18 uur Zaterdag: van 10 tot 16 uur Zondag: gesloten Containerparken Millegem, 014 31 59 61 Maandag: 8.30 – 12 uur Dinsdag: gesloten Woensdag: 8.30 – 12 uur Donderdag: 8.30 – 12 uur Vrijdag: gesloten Zaterdag: 9 – 15 uur Gompel, 014 32 02 66 Maandag: gesloten Dinsdag: 8.30 – 12 uur Woensdag: 8.30 – 12 uur Donderdag: gesloten Vrijdag: 8.30 – 12 uur Zaterdag: 9 – 15 uur

13 – 16.10 uur 13 – 16.10 uur 13 – 16.10 uur 13 – 16.10 uur

Nuttige telefoonnummers Politie: alarmnummer: 101 permanente wacht: 014 33 37 00 - 014 33 37 01 Brandweer: alarmnummer: 100 of 112 administratie: 014 33 74 40 COLOFON Informatieblad uitgegeven door gemeentebestuur Mol > Verantwoordelijke uitgever: Hans Schoofs, Molenhoekstraat 2, 2400 Mol > Info en vragen: communicatiedienst, 014 33 07 11 informatie@gemeentemol.be Layout en druk: Het Zoeklicht, Molderdijk 130, 2400 Mol Fotografie: o.a. Hans Cools

informatiemagazine | meerjarenplan 2014-2019

inhoud

MEERJARENPLAN 2014-2019 | nr 49

p. 3-5 | Het meerjarenplan in een notendop: onze plannen voor de komende zes jaar p. 6-7 | Mark Suykens: “Burgers gaan zelf meer verantwoordelijkheid moeten opnemen.” p. 8-9 | Nieuw binnenzwembad Den Uyt dringt zich op door torenhoge rekeningen p. 10-11 | Composteren kan je leren: “Laat de beestjes voor jou werken.”

p. 12 | Minder verzamelen is minder betalen

p. 13 | Wat is het prijskaartje van GFT?

p. 14-15 | “Een parkeerbeleid op maat van élke gebruiker? Een enorme uitdaging!” p. 16-17 | Subsidies voor lokale verenigingen blijven gevrijwaard van besparingen: “Alle leden profiteren mee” p. 18-19 | Welke investeringen in kerken? “Elke parochie heeft eigen toekomst in handen” p. 20-21 | Komt de nieuwe centrale kinderclub van de buitenschoolse kinderopvang op de Galbergen? p. 22-23 | Een nieuw hoofdkantoor voor onze politie

p. 24 | Vooruitblik

Het meerjarenplan in een notendop

Onze plannen voor de komende zes jaar

Maandag 16 december keurde de gemeenteraad het meerjarenplan goed. De OCWM-raad gaf eerder al zijn fiat. Daarmee liggen de krijtlijnen voor het gemeente- en OCMW-beleid van de komende zes jaar vast. Dit document bepaalt helder de richting die we uit willen. Uiteraard volgen er de komende jaren nog evaluaties en bijsturingen. In een notendop lichten we de belangrijkste krachtlijnen van het plan toe.

Een nieuwe aanpak voor de komende zes jaar

hebben. Het plan werd overkoepelend opgesteld voor het gemeentebestuur en het OCMW.

Ook in het verleden stelde het gemeentebestuur al meerjarenplannen op. Toch stappen we nu in een volledig nieuw verhaal. Vroeger was dit eerder een vrijblijvend, minder strikt gegeven. Nu gaat het om een geïntegreerd meerjarenplan waarin beschreven staat wat we allemaal gaan doen en de financiële middelen die we hiervoor ter beschikking

Voor het financiële luik vertrekken we in het plan van uitgebreide ramingen van zowel de verwachte inkomsten als uitgaven. Deze ramingen worden voortdurend bijgestuurd, bijvoorbeeld wanneer de belastinginkomsten afwijken van de verwachtingen. Het inhoudelijke luik vertelt wat we de komende jaren allemaal gaan doen en welke investe-

ringen er zullen gebeuren. Ook hier kunnen wijzigingen plaatsvinden, bijvoorbeeld wanneer er nieuwe maatschappelijke problemen opduiken. Dit meerjarenplan past in het verhaal van de zogenaamde Beleids- en Beheerscyclus, een nieuw systeem voor de beleidsplanning en financiële organisatie dat de Vlaamse overheid sinds deze legislatuur oplegt aan alle gemeentebesturen en OCMW’s.

www.gemeentemol.be

Elf doelstellingen, armoede als speerpunt

Stijgende uitgaven, inkomsten onder druk

Het inhoudelijke luik van het meerjarenplan vertrekt vanuit elf grote doelstellingen. Deze doelstellingen schuiven de beleidsprioriteiten naar voor van het gemeentebestuur en het OCMW voor de komende jaren.

Alles wat we willen realiseren, moeten we uiteraard ook kunnen betalen. Zonder sluitende financiën wordt het plan door Vlaanderen verworpen.

Inhoudelijk valt meteen op dat het bestrijden van armoede en maatschappelijke achterstelling veel aandacht krijgt. De komende jaren zullen we hierrond dan ook tal van nieuwe initiatieven ontwikkelen en bestaande dienstverleningen bijsturen.

Onze elf doelstellingen

1. Minder kansarmoede en mensen tot hun rechten laten komen. 2. Deelname ouderen aan maatschappelijk leven. 3. Proper en net Mol waar het goed is om te wonen. 4. We zorgen voor een veilig Mol. 5. Kwaliteitsvol vrijetijdsaanbod verzekeren. 6. Vergroten en verrijken van leerkansen (onderwijs). 7. Versterken en vergroten van het sociaal weefsel. 8. De toeristische ontwikkeling en een ondernemersvriendelijk klimaat stimuleren. 9. Internationale solidariteit en samenwerking bevorderen. 10. Kinderopvang aanbieden en opvoeding van kinderen ondersteunen. 11. Een sterke en kwaliteitsgerichte organisatie uitbouwen. Het volledige document met de verdere uitwerking van elke doelstelling kan je integraal lezen op www.gemeentemol.be.

Het meerjarenplan vertrekt dan ook van realistische financiële verwachtingen. Zoals in elke gemeente staan ook in Mol de inkomsten sterk onder druk. Zo vielen de jaarlijkse dividenden van allerlei participaties fors terug en stijgen de belastinginkomsten minder snel door de economisch moeilijke tijden. Daartegenover staan de uitgaven die onvermijdelijk stijgen. Een eerste belangrijke uitgavenpost zijn de pensioenenlasten. Voor onze gemeente, het OCMW en de politie gaat het om een meerkost van maar liefst 9,8 miljoen euro de komende zes jaren. Andere sterk stijgende uitgavenposten zijn de energie- en de afvalkosten. Om een sluitend budget te verkrijgen besliste het gemeentebestuur om de algemene belastingen (opcentiemen op onroerende voorheffing en de aanvullende personenbelasting) niet te verhogen. Zo vrijwaren we de algemene koopkracht van onze inwoners. Wel voeren we het principe ‘de vervuiler betaalt’ consequent in voor het afvalbeleid. Daarnaast bevriezen we de werkingskosten op het niveau van 2012 en vervangen we slechts de helft van de medewerkers die op pensioen gaan. Via een fusie van de ondersteunende diensten van het gemeentebestuur en het OCMW mikken we op sterke interne efficiëntiewinsten.

informatiemagazine | meerjarenplan 2014-2019

Gemeente- en OCMW-diensten: een huwelijk in het vooruitzicht Op dit moment beschikken het gemeentebestuur en het OCMW nog over een eigen financiële dienst, een eigen secretariaat, een eigen ICT-dienst en een eigen personeelsdienst. Het spreekt voor zich dat er heel wat efficiëntiewinsten te behalen vallen, wanneer deze ondersteunende diensten fuseren en één dienst vormen die zowel voor gemeentebestuur als het OCMW werkt. Op dit moment is dat met succes al het geval voor de communicatiedienst. De komende zes jaar staat er een huwelijk op stapel voor al deze diensten. Uiteraard vraagt dit een intensief proces met verschillende tussenstappen.

Investeren in de toekomst Het meerjarenplan legt ook vast waarin het gemeentebestuur de komende jaren investeert. Verschillende grote projecten staan op stapel: • Met een nieuwbouw voor school Saigo (3,7 miljoen euro) en de lagere school in Gompel (1,98 miljoen euro) blijft gemeentelijke onderwijs een topprioriteit. • We voorzien gespreid over de komende twintig jaar een totale investering van 9,4 miljoen euro voor een nieuw politiehoofdkantoor. De drie gemeentes dragen samen de financiering.

De helft van de pensioneringen wordt vervangen Om de stijging van de personeelskosten af te remmen, besliste het gemeentebestuur om slechts de helft van de pensioneringen te vervangen. Maar liefst 113 personeelsleden van het gemeentebestuur en OCMW bereiken de komende zes jaar de leeftijdsgrens van 63 jaar. Er komt dus een grote natuurlijke uitstroom op gang, waarbij slechts één op twee vertrekkende medewerkers wordt vervangen. Het is een enorme uitdaging om de bestaande dienstverleningen te behouden met minder medewerkers.

• Er komen fietspaden langs de Postelsesteenweg (915 000 euro) en een dubbelrichtingsfietspad langs de weg naar Postel (2,2 miljoen euro). • Momenteel ligt de denkpiste op tafel om een nieuwe centrale kinderclub te realiseren op de Galbergen, in samenhang met de nieuwbouw voor Saigo en de speelpleinwerking. • Voor een nieuw overdekt zwembad wordt 13 miljoen euro uitgetrokken. Een overzicht van alle geplande investeringen vind je in de goedgekeurde beleidsdocumenten op www.gemeentemol.be.

www.gemeentemol.be

Directeur Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten Mark Suykens over de enorme uitdagingen van Mol

“Burgers gaan zelf meer verantwoordelijkheid moeten opnemen” Als iemand weet voor welke uitdagingen onze gemeente de komende zes jaar staat, dan is het Mark Suykens wel. Hij is algemeen directeur van VVSG, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. Als inwoner van Vorselaar is hij een echte Kempenzoon. “De tijd voor de cadeautjes is jammer genoeg voorbij”, stelt hij. “De financiële toestand dwingt alle steden en gemeenten tot een zuinig beleid. De burgers gaan hun verantwoordelijkheid zelf meer moeten opnemen en niet voor elk probleem naar hun gemeentebestuur kijken. Voor de besturen zelf stelt zich de vraag: op welke beleidsdomeinen zetten we nog in? Maar ook: wat gaan we niet meer doen?” 6

informatiemagazine | meerjarenplan 2014-2019

Alle gemeentebesturen stellen bij het begin van deze legislatuur voor het eerst een strategisch meerjarenplan op waarin ook financiële prognoses verwerkt zitten. Bovendien moeten ze tegen 2019 een financieel evenwicht voorleggen. Wat is de impact van deze nieuwe aanpak? Mark Suykens: “Concreet gaat het hier over het invoeren van de Beleids- en Beheerscyclus, kortweg BBC. Elk gemeente- of stadsbestuur moet op dit moment een uitgebreid plan opmaken voor de gemeenteraad en indienen bij Vlaanderen. Dit is een basisvoorwaarde om subsidies te krijgen voor sport, jeugd, cultuur en andere lokale beleidsdomei-

nen die de Vlaamse overheid financieel ondersteunt. In dit strategisch plan staat klaar en duidelijk welke ontvangsten de komende zes jaar verwacht worden en welke uitgaven er gaan gebeuren. Grote investeringen of de opstart van nieuwe dienstverleningen moeten dus bij naam genoemd worden, inclusief alle kosten. Dit nieuwe systeem dwingt de besturen om planmatig te werk te gaan, op zich een uitstekende zaak. Uiteraard zijn er mogelijkheden om in de loop van de legislatuur bij te sturen, bijvoorbeeld als er nieuwe maatschappelijke of andere uitdagingen opduiken. Daarnaast gelden er ook financiële eisen, mede onder druk van Europa. Alle besturen in ons land, ook

de gemeentes, dragen een stuk verantwoordelijkheid voor het terugdringen van de overheidsschuld. Dit betekent dat de besturen in het strategisch plan moeten aantonen dat ze tegen 2019 een financieel evenwicht bereiken.” Geen eenvoudige opdracht, zo blijkt ook uit het strategisch meerjarenplan van Mol. Mark Suykens: “De situatie van Mol valt perfect te vergelijken met vrijwel alle andere steden en gemeenten. De afgelopen zes jaar hebben de gemeentebesturen tal van eenmalige financiële meevallers gehad. Denk daarbij maar aan de schuldverlichting van 100 euro per inwoner die Vlaanderen heeft geschonken en de verkoop van verschillende overheidsparticipaties. De tijd van deze one shots is nu voorgoed voorbij. Daarte-

“Veel mensen willen voor hun individuele wensen een maximale dienstverlening in combinatie met een krimpende overheid en weinig belastingen. Die vlieger gaat niet op.”

genover staan de pensioenkosten die de komende zes jaar exploderen. Gemeentes en steden zijn de enige overheid die voor de volle honderd procent hun pensioenkosten zelf moeten financieren. De federale overheid heeft nagelaten de financiering tijdig aan te passen met extra algemene middelen. Daarnaast is er de enorme kost van de dagelijkse dienstverlening. De gemeentebesturen investeerden – op verzoek van de inwoners – de afgelopen jaren enorm in bijkomende diensten. Denk daarbij maar aan de realisatie van woonzorgcentra, dienstencentra, de uitbouw van het sociaal en seniorenbeleid, maar ook de bouw van nieuwe scholen en uitbreidingen voor kinderopvang. Al deze extra dienstverleningen vragen veel personeelsinzet en kosten daardoor elk jaar opnieuw een berg geld, en dit allemaal op het moment dat de belastinginkomsten door de economische crisis minder snel stijgen dan nodig om alles te blijven financieren.” Hoe moet een gemeentebestuur volgens jou met deze situatie omgaan? Mark Suykens: “Deze situatie vraagt ook een belangrijke mentaliteitswijziging

bij de burger. Vele burgers verwachten vandaag dat een lokaal bestuur elk probleem meteen voor hen oplost. Op dat vlak zijn de grenzen meer dan bereikt. Burgers gaan zelf meer initiatief en verantwoordelijkheid moeten opnemen. Een bekende staatsman zei ooit: ‘Vraag niet wat je land voor jou kan doen, maar vraag wat jij kan doen voor je land?’ Een bestuur moet dan ook soms duidelijk ‘neen’ durven zeggen tegen inwoners. Niet op elke individuele vraag moet worden ingegaan. Het is in dat opzicht belangrijk dat inwoners meer inzicht krijgen in de werkelijke kostprijs van een dienstverlening. Als jij een zwemticket koopt, naar het cultuurcentrum gaat of je gebruikt de kinderopvang, dan betaal je slechts een fractie van de werkelijke kostprijs. De rest wordt bijgepast door de algemene gemeentekas. Op zich is dat ook de bedoeling van een herverdelende overheid, maar dit mag voor burgers niet vanzelfsprekend worden. Veel mensen willen voor hun individuele wensen een maximale dienstverlening in combinatie met een krimpende overheid en weinig belastingen. Die vlieger gaat niet op. In sommige gevallen moeten effectief de werkelijke kosten worden doorgerekend. Denk daarbij maar aan het afval. Omdat een gezin de reële afvalfactuur niet zelf betaalt, dalen de inspanningen van burgers om afval te voorkomen en correct te sorteren. Dit leidt dan weer tot extra collectieve kosten voor de afvalverwerking. Deze gerichte aanpak voor het doorrekenen van kosten is veel meer aangewezen dan het algemeen verhogen van belastingtarieven, een aanpak die Mol blijkbaar voorziet de komende jaren.” Tal van gemeentebesturen bouwen hun personeelsbestand af, ook in Mol gaat dit op een natuurlijke manier gebeuren. Een goede aanpak? Mark Suykens: “Naast de burger moeten ook de gemeentebesturen zelf inspanningen leveren. Dezelfde taken doen met minder personeel, betekent dat er aanzienlijke efficiëntieverhogingen moeten plaatsvinden. Automatisering en meer digitaal loket zijn daarbij belangrijke marsrichtingen, ook al vragen deze in een beginstadium aanzienlijke investeringen. Uiteraard zijn hier grenzen aan. Daarnaast zie ik heel wat mogelijkheden in een intense samenwerking tussen gemeentebestuur en OCMW. Het heeft geen zin dat beiden een eigen personeelsdienst, financiële dienst, technische dienst, secretariaat of communicatiedienst uitbouwen. Door overkoepelend te werken, boek je heel wat efficiëntiewinsten. Het zal er vooral op aankomen zuinig te besturen. Elke uitgave moet goed beredeneerd gebeuren en passen in het totaalverhaal.

Twee vragen zijn daarbij belangrijk. Wat vinden wij voor de toekomst belangrijk? Ik denk daarbij dan aan basiszaken zoals het dagelijks onderhoud van wegen, fietspaden en stoepen, maar ook onderwijs, sociaal beleid of kinderopvang. De volgende vraag is minstens even belangrijk: welke beleidsdomeinen moeten het in de toekomst met wat minder stellen? Elk bestuur moet dit plaatje op eigen leest invullen.” Welke inhoudelijke uitdagingen zie je nog voor een centrumgemeente als Mol? Mark Suykens: “Ik tel Mol bij dezelfde categorie van steden en gemeenten als Herentals, Turnhout, Geel of Lier. Elk hebben zij de afgelopen jaren een stevige dienstverlening uitgebouwd op vlak van sport, cultuur of zorg. Deze zaken overschrijden de gemeentegrenzen. Ook inwoners van de naburige gemeenten maken daarvan gebruik. Toch staat hier onvoldoende externe vergoeding tegenover. Dit spanningsveld vraagt een oplossing. Daarnaast zie ik enorme uitdagingen op vlak van kinderopvang en onderwijs. Het bevolkingsaantal groeit, samen met het aantal maatschappelijk kwetsbare inwoners. Denk daarbij maar aan de groeiende groep alleenstaande ouders. Het zijn juist kinderopvang en basisonderwijs die op dat vlak kunnen ingrijpen. Al deze evoluties vragen van

“Het zal er vooral op aankomen zuinig te besturen. Elke uitgave moet goed beredeneerd gebeuren en passen in het totaalverhaal.”

elk gemeentebestuur een enorme evenwichtsoefening. Een voorbeeldje: alle gemeenten samen investeren jaarlijks 2,1 miljard euro, vooral in bouwen wegenisprojecten. Wanneer dit stilvalt door te strenge bezuinigingen, dan krijgt de lokale economie direct stevige klappen. Als je dan op de regionale pagina’s van de krant leest dat een plaatselijke bouwaannemer failliet ging, dan heeft dit volledig te maken met de context die we hier net geschetst hebben. Krimpende budgetten, dus minder investeringen. Gemeentebesturen moeten de komende jaren uiterst creatief zijn om deze negatieve spiraal te vermijden.” www.gemeentemol.be

Binnenzwembad Den Uyt krijgt jaarlijks bijna 125 000 bezoekers over de vloer

Door torenhoge rekeningen dringt de investering in een nieuw zwembad zich op Het binnenzwembad van sportcomplex Den Uyt dateert uit het jaar 1972. Het is een sober zwembad dat kinderen de gelegenheid geeft om te leren zwemmen. Bovendien hebben heel wat watersportclubs er hun thuisbasis. Na jaren intensief gebruik is het bad aan vernieuwing toe. De zwemkom vertoont slijtage en het gebouw is onvoldoende ge誰soleerd. Torenhoge energie- en onderhoudsrekeningen zijn het gevolg. Daarom beslist het gemeentebestuur om te investeren in een nieuw zwembad. Ons zwembad is 41 jaar in gebruik en krijgt elk jaar bijna 125 000 bezoekers over de vloer. Het gemeentebestuur heeft nog een uitbatingsvergunning tot 2024. Intussen dringen herstellingen zich op. Bovendien waren er in de jaren zeventig nog geen strenge isolatienormen, waardoor de energierekeningen enorm oplopen. Als we de energie- en onderhoudskosten optellen, komen we tot een lopende rekening van ruim 200 000 euro per jaar.

Binnenzwembad Den Uyt is 41 jaar in gebruik. Intussen lopen de energie- en onderhoudskosten enorm op.

Een nieuw maar eenvoudig zwembad

Toen het zwembad een glijbaan kreeg, kon je over de koppen lopen.

informatiemagazine | meerjarenplan 2014-2019

Het gemeentebestuur voorziet in het meerjarenplan centen voor een nieuw zwembad op een nabije locatie. We kiezen voor een eenvoudig functioneel bad waar schoolzwemmen, zwemlessen en baantjeszwemmen voor inwoners en sportclubs prioriteit krijgen. Vermoedelijk krijgen we opnieuw een 25 meter bad en een instructiebad om kinderen de technieken van het zwemmen aan te leren. Het kostenplaatje wordt geraamd op 13 miljoen euro. Bedoeling is dat we in 2019 gebruik kunnen maken van het nieuwe bad. De startdatum van de werken is nog niet gekend. Wat wel zeker is, is dat het huidige zwembad open blijft tijdens de werken.

“Schoolzwemmen is dé basis voor elk kind!” Angèle Vanbijlen startte in ’84 als redster in zwembad Den Uyt. Zes jaar geleden ging ze met pensioen maar ze blijft een vaak geziene gast in het zwembad. Je ziet haar wekelijks als redster bij Dynamica en Recreas en lesgeefster bij het schoolzwemmen. Zij kent de evolutie van ons zwembad als geen ander… “Redster zijn was niet evident voor vrouwen in die tijd. Ik werkte tussen vier mannen”, herinnert Angèle zich. “Ze staken vaak de draak met mij. We hebben veel plezier gemaakt. Bovendien stonden ze altijd voor me klaar als het erop aan kwam. Opmerkelijk was wel dat de schoolkinderen mij de strengste vonden van allemaal.” “Als redder heb je het juiste diploma nodig. Uiteraard zijn EHBO, reanimatie en reddend zwemmen onmisbaar als je dagelijks aan het zwembad staat. Ook nu volg ik elk jaar bijscholingen. Er wijzigt veel in de technieken en het houdt je alert.”

Drummen voor de glijbaan

“In de beginjaren organiseerden we met ons reddersteam heel wat acti-

viteiten. Op vrijdagavond hielden we verspringwedstrijden vanaf de springplank. Een enorm succes. Zo herinner ik me ook dat het binnenzwembad een glijbaan kreeg. We kregen toen zo’n 300 tot 400 mensen over de vloer op één dag. We moesten zelfs touwen spannen om te vermijden dat mensen door het gedrum in het water vielen!”

Alles voor een 25 m-brevet “Ik geef al jaren zwemles aan de kinderen uit de laatste kleuterklas van Achterbos. Ik ben ooit als vrijwilliger naar Bangladesh geweest en de school zorgde toen voor enorm veel sponsorgeld. Het lesgeven is voor mij een manier om iets terug te doen. Bovendien beleef ik er enorm veel plezier aan!”, vertelt Angèle. “De kinderen vinden me een strenge juf, maar dat moet als er twintig kleuters in het zwembad zitten. De meesten maken enorm veel vooruitgang tijdens het schooljaar. Ze doen alles voor om een brevet van 25 m schoolslag te behalen. Het ging zelfs een keer zo ver dat een kind in het zwembad sprong tijdens de test. Ze kwam niet boven, want ze volgde geen lessen. Ik heb

haar uit het water gehaald. Als ik haar vroeg waarom ze het deed, zei ze dat ze héél graag ook een diploma wilde”, lacht Angèle.

Jong geleerd… “Ik vind het heel belangrijk dat kinderen op jonge leeftijd leren zwemmen, voor hun eigen veiligheid. Schoolzwemmen zorgt voor een belangrijke basis. Zeker voor kinderen die niet met hun ouders gaan zwemmen.” “Zelf trek ik elke woensdag baantjes. Zo blijf ik in vorm en heb ik ook iets voor mezelf. Ik blijf dit doen tot ik niet meer kan. Het zwembad is mijn leven. Ik ken daardoor een heleboel mensen en het houdt me jong. Ik heb nog geen zin om in mijn zetel neer te ploffen!”, besluit Angèle. “Het schoolzwemmen is de basis. Hiermee leren kinderen nadien sneller zwemmen.”

Wist je dat ✓ 21 scholen uit onze gemeente gebruik maken van het zwembad? Samen goed voor 43 817 zwemmende schoolkinderen per jaar. ✓ Ruim 250 kinderen en volwassenen zwemlessen volgen bij Sportfocus? ✓ 10 zwemclubs samen voor 33 482 zwembeurten zorgen? ✓ Er jaarlijks 47 206 individuele bezoekers een duik wagen?

www.gemeentemol.be

GFT verzamelen, af en toe beluchten en de beestjes doen de rest: composteren kan je leren!

“Laat de beestjes voor Composteren kan je leren. Je hebt er niet veel voor nodig. Staf Heurckmans, kringloopkracht in onze gemeente en specialist als het over composteren gaat, geeft een woordje uitleg en weerlegt de vooroordelen. “Door te composteren hergebruik je tuinresten in je tuin en maak je een kringlooptuin. Groot of klein, strak of spontaan, bloemenrijk of grasrijk,... elke tuin kan een kringlooptuin zijn”, verzekert Staf. “Je creëert minder afval en spaart heel wat geld uit.”

Je moet een kenner zijn. Staf Heurckmans: “Met een beetje basiskennis kan je makkelijk zelf aan de slag. Je moet weten welk afval je niet op een composthoop gooit en hoe je je compost verlucht. Wie graag basiskennis opdoet is welkom op de informatieavond op 28 januari in ‘t Getouw.”

Je mag niet starten met composteren in de winter. Staf Heurckmans: “Start nooit bij vriesweer. Het composteringsproces komt dan moeilijker op gang. Eens de compostering opgestart is, loopt deze het hele jaar door. In de winter gaat de verwerking wel trager omdat de temperatuur lager is.”

Je hebt veel materiaal nodig. Staf Heurckmans: “Het enige wat je nodig hebt is een compostvat of een –bak en eventueel kippen om je gekookt en verwerkt keukenafval te verwerken. Een riek of een beluchtingsstok (deze koop je voor 5 euro bij een compostvat) zijn nodig om je compost af en toe om te woelen.”

Je mag niet al je afval op een composthoop gooien.

Je compostvat- of bak af en toe beluchten versnelt de compostering.

informatiemagazine | meerjarenplan 2014-2019

Staf Heurckmans: “Gekookt voedsel, saus, vetten en olie, luiers, beenderen, vis- en vleesresten, stof van de stofzuiger en kattenbakvulling horen niet thuis op een composthoop. Hiervan gooi je bepaalde dingen bij het restafval, andere geef je aan de kippen. Fruit- en groenteresten, koffiedik en filters, theezakjes, noten, snoeiafval, grasmaaisel, bladeren,… mogen wel op een composthoop.”

je werken” De knijptest vertelt je of je compost klaar is. Als hij blijft plakken, kan je ermee aan de slag om je tuin te bemesten.

Je moet een grote tuin hebben. Staf Heurckmans: “Mensen met een grote tuin gebruiken best een compostbak. Wie een kleine tuin heeft, gaat aan de slag met een compostvat. Dit is een grote ton waarin je voornamelijk keukenafval verwerkt. In een kleine tuin creëer je minder afval en dus minder compost. Deze kleinere hoeveelheid krijg je makkelijk zelf verwerkt. Je bemest je haag ermee of strooit het tussen je planten.”

Je moet er veel tijd in investeren. Staf Heurckmans: “Je gooit je afval in een compostvat- of bak en je woelt af en toe om. Hoe vaker je het doet, hoe sneller de compost klaar is. Als je afval gecomposteerd is, gebruik je het om je tuin te bemesten. Je investeert dus amper meer tijd dan wanneer je je afval in een container gooit en je tuin onderhoudt.”

Composteren stinkt.

Een compostbak en -vat mag niet dicht zijn. Staf Heurckmans: “Het proces van composteren wordt sterk bevorderd door de compost te beluchten. Dit doe je door het regelmatig om te woelen met een riek of beluchtingsstok. Maar ook de toevoer van verse lucht is belangrijk. Bij een compostbak zorg je hiervoor door deze niet volledig dicht te maken aan de zijkant. Een compostvat krijgt lucht door de gaatjes in de bodemplaat. Je plaatst het vat op een pallet zodat er ook voldoende lucht door de gaatjes komt.”

Je kan niet zien wanneer je compost klaar is. Staf Heurckmans: “Neem een handvol compost vast en knijp erop. Blijft het aan elkaar plakken en ruikt het naar bosgrond? Dan is je compost klaar voor gebruik.”

Staf Heurckmans: “Als je geen gekookt voedsel op je composthoop gooit, stinkt deze bijna niet. Is je compost klaar? Dan ruikt het naar bosgrond.” www.gemeentemol.be

Composteren kan je leren! Kom naar onze infoavond ‘Composteren kan je leren’ op dinsdag 28 januari om 20 uur in Zaal ’t Getouw, Molenhoekstraat 2. Je leert er alles over composteren. Je kan ter plaatse een compostbak of –vat kopen aan voordeeltarief.

Koop een goedkoop compostvat of –bak Koop een goedkoop compostvat of -bak. Het gemeentebestuur verkoopt een compostbak voor 20 euro en een compostvat voor 17 euro. Je kan deze aankopen en afhalen in het containerpark van Millegem. Wil je een compostbak of -vat gratis aan huis laten leveren? Dat kan op voorwaarde dat je deze voor 1 juni 2014 koopt en betaalt aan de informatie- en onthaalbalie van ’t Getouw (Molenhoekstraat 2). De groendienst levert zo snel mogelijk nadat de betaling in orde is.

Bespaar 12 euro Lever je (tweede) GFT-container in en bespaar 12 euro. Hiervoor contacteer je de gratis DIFTARinformatielijn: 0800 97 687. Je spreekt af wanneer je container wordt opgehaald. Bel je voor eind januari? Dan betaal je geen extra kosten vanaf 1 februari 2014.

informatiemagazine | meerjarenplan 2014-2019

Minder verzamelen is minder betalen! Wist je dat? ✓ Je vanaf 1 februari 2014 meer betaalt voor je afval volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’? Hoe meer afval je meegeeft, hoe hoger de rekening? ✓ Je begin januari een folder ontvangt met de nieuwe afvaltarieven? ✓ Wij als inwoners van Mol gemiddeld 12 kilogram of 20% meer restafval meegeven in vergelijking met de inwoners van de omliggende gemeenten? ✓ Een gemiddelde inwoner uit onze gemeente 140 kg GFT per jaar produceert? Dat is meer dan het dubbele van wat een gemiddelde Kempenaar jaarlijks meegeeft. ✓ Je gemengde plastic vanaf nu in groene zakken kan afgeven bij de containerparken? Je betaalt 3 euro per rol. Op elke rol zitten 12 zakken van 60 liter. Je koopt de zakken aan de informatie- en onthaalbalie in ’t Getouw of de containerparken. ✓ Je geen gratis PMD-zakken meer krijgt? Je betaalt 6 euro per 24 zakken. ✓ Het gemeentebestuur je goedkope compostbakken en -vaten aanbiedt? Je betaalt respectievelijk 20 en 17 euro.

Wat is het prijskaartje van GFT? Het ophalen en verwerken van GFT kost het gemeentebestuur jaarlijks 0,5 miljoen euro. Omdat onze inwoners GFT gratis mochten aanbieden, zamelden we ruim dubbel zoveel afval in, in vergelijking met inwoners van andere Kempense gemeenten. In totaal komt dit neer om zo’n 140 kilogram per inwoner. Vanaf februari betaal je 0,12 euro per kilogram. Dit bedrag is voldoende om alle verwerkingskosten te dekken.

Een blik achter de schermen vertelt je waarom de verwerking van GFT zoveel geld kost…

➊

➋

Het afval wordt bij je thuis opgehaald.

De groene vrachtwagens storten het GFT in een stortbunker.

➎ Alle afval komt in de composteringshal terecht. Een graafwiel verplaatst de hopen wekelijks en zorgt voor de beluchting.

➏

Via een biofilter worden geurdeeltjes afgebroken.

➌

➍ Met een elektromagneet wordt het ijzer aangetrokken dat in het GFT terecht kwam.

➐

Na vijf weken is het compost voldoende rijp om afgezeefd te worden. De deeltjes die niet voldoende gecomposteerd zijn, komen terug bij het verse GFT terecht.

Een kraan laadt het GFT op een doseerband. Van daaruit gaat het in een grote zeeftrommel die grote stukken en onzuiverheden verwijdert.

➑

Het resultaat: herbruikbare compost!

Meer info: > gemeentebestuur, milieudienst, 014 33 07 35, milieudienst@gemeentemol.be, www.gemeentemol.be > IOK Afvalbeheer, afvallijn, 014 56 27 75, www.iok.be > mijn afval > DIFTAR-informatielijn: 0800 97 687 www.gemeentemol.be

Inwoners denken na over een constructief parkeerbeleid

“Een parkeerbeleid op maat van élke Enkele grote parkings dreigen de komende jaren te verdwijnen. De parkeerdruk op de stationsparkings verhoogt door een groeiend aantal treinreizigers. De aantrekkingskracht van het Centrum stijgt. De centrumscholen groeien. De verkeersdruk neemt toe. Allemaal factoren die invloed hebben op het parkeren in en rond het Centrum. Bovendien hebben handelaars, bewoners, pendelaars en centrumbezoekers elk hun eigen belangen. Een klankbordgroep geeft hen een stem en adviseert het gemeentebestuur over de parkeeruitdagingen in het Centrum van vandaag en in de toekomst.

Wat zijn de grootste uitdagingen in het parkeerbeleid? ✓ Een oplossing zoeken voor het verdwijnen van enkele grote parkings op privéterreinen door bouwprojecten. Bijvoorbeeld parking De Schans, Guido Gezelle, Cash & Fresh,… ✓ De toenemende parkeerdruk in het Centrum in goede banen leiden. ✓ De nood aan laad- en loszones voor handelaars oplossen. ✓ Bewoners die niet kunnen parkeren een oplossing aanreiken. ✓ Zoekverkeer dat almaar toeneemt beter de weg wijzen.

Kristien Luyckx,

Guy Delespaul,

Wat is je motivatie om deel te nemen aan de klankbordgroep? “Ik wil tegengewicht bieden aan alle kritiek die er is op het parkeerbeleid. Kritiek geven kan iedereen. Positief zijn, ruimer denken en een mentaliteitswijziging meegeven – je moet niet altijd voor de deur parkeren – zijn mijn motivatie om deel te nemen.”

Wat is je motivatie om deel te nemen aan de klankbordgroep? “Onze school bevindt zich in de drukke Jakob Smitslaan waar parkeren moeilijk is. Voor de school is het belangrijk om hierover op een positieve manier na te denken. Verder ben ik bekommerd om de leefbaarheid van het Centrum.”

Wat is voor jou belangrijk in het parkeerbeleid? “Een dynamisch parkeerbeleid. Betaal ik meer om dichtbij te parkeren of parkeer ik gratis verderop voor een lang bezoek? De keuzemogelijkheid is cruciaal.”

Wat is voor jou belangrijk in het parkeerbeleid? “Enerzijds de veiligheid van onze leerlingen. Anderzijds de toegankelijkheid voor het personeel. Het is een uitdaging om hierin de meest geschikte middenweg te vinden.”

centrumbezoeker

Sint-Jan Berchmanscollege

De ideale oplossing bestaat niet. Samen naar het beste evenwicht zoeken is dé uitdaging van de klankbordgroep.

We blijven een goedkope parkeergemeente Het uurtarief voor parkeren stijgt vanaf januari 2014 van 0,50 naar 0,60 euro per uur. Het uurtarief werd nooit geïndexeerd, meteen ook de reden om het bedrag te verhogen. Het verhoogde tarief is nog steeds goedkoop als je het vergelijkt met de omliggende gemeenten.

informatiemagazine | meerjarenplan 2014-2019

e gebruiker? Een enorme uitdaging!” Lieve Heurckmans,

Rudy Bertels,

Heidi Loos,

Wat is je motivatie om deel te nemen aan de klankbordgroep? “Mobiliteit en parkeren liggen me nauw aan het hart. Het is een uitdaging om onze sterk groeiende gemeente bereikbaar te houden. Als pendelaar spreek ik hierover met treincollega’s, we wisselen ideeën uit en ik doe suggesties naar het beleid. Openstaan voor verandering is hierbij cruciaal.”

Wat is je motivatie om deel te nemen aan de klankbordgroep? “Ik streef naar een Centrum met een goed doordacht ruimtelijk beleid. Positief nadenken over de juiste mix tussen parkeren en open ruimte is mijn grootste motivatie om mee te denken.”

Wat is je motivatie om deel te nemen aan de klankbordgroep? “Als bewoners worden we dagelijks geconfronteerd met de parkeerproblemen in de stationsomgeving. Na veel opmerkingen en klachten van buurtbewoners vind ik het een goed initiatief om mensen met verschillende ervaringen samen te brengen.”

pendelaar

Wat is voor jou belangrijk in het parkeerbeleid? “Voldoende parkeergelegenheid in de stationsomgeving, zonder dat de bewoners hiervan hinder ondervinden is mijn grootste bekommernis. Het aantal reizigers neemt toe, dus we moeten ook toekomstgericht denken.”

✓ • • • •

Gratis parkeren blijft mogelijk: Op de randparkings: Rivierstraat (157 plaatsen) Den Uyt (230 plaatsen) Station (190 plaatsen) Keirlandse Zillen (86 plaatsen)

Op de betaalparkings met het gratis kwartiertje ✓ Parkeren aan uurtarief, goed voor 469 plaatsen: • Rondplein • ’t Getouw

uitbater/handelaar

Wat is voor jou als uitbater belangrijk in het parkeerbeleid? “De reactie ‘Je geraakt Mol bijna niet meer in en eens in Mol moeten we terug omdat er geen parkeerplaats is’ de kop in drukken. Een goede doorstroom, voldoende parkeergelegenheid met veel aandacht voor groen en open ruimte is mijn bekommernis.”

• Sint-Pieter • Centrumstraten ✓ Parkeren met parkeerschijf in blauwe zone. Goed voor 293 plaatsen op: • Markt • Edmond Van Hoofstraat • Gasthuisstraat • Corbiestraat (gedeeltelijk) • Molenstraat • Sint-Pietersstraat • Rozenberg (gedeeltelijk)

bewoner

Wat is voor jou als bewoner belangrijk in het parkeerbeleid? “Ik hoop dat we de verkeersoverlast en de parkeerdruk kunnen verlichten en dat Mol dankzij onze samenwerking een leuke en goedbloeiende gemeente mag worden.”

• Statieplein • Graaf de Broquevillestraat (gedeeltelijk) ✓ Centrumbewoners die in een betalende of blauwe zone wonen, kunnen een bewonerskaart aanvragen aan 50 euro per jaar. ✓ De parkeerretributies voor een verstreken of niet gelegd parkeerticket verhogen niet. Je betaalt ook in 2014 12,50 euro.

Meer info: verkeersdienst, 014 33 09 80, verkeersdienst@gemeentemol.be www.gemeentemol.be

Subsidies voor lokale verenigingen blijven gevrijwaard van besparingen

“Alle leden profiteren hiervan mee!” Ook de komende zes jaar ondersteunt het gemeentebestuur het verenigingsleven in onze gemeente maximaal. Met de subsidies voor socio-culturele verenigingen, sportclubs, sociale organisaties, jeugdverenigingen en derde wereldorganisaties stimuleren we de talrijke inwoners die zich dagelijks vrijwillig inzetten, om enthousiast door te gaan. Jaarlijks voorzien we hiervoor 1,3 miljoen euro.

Gym Mol

Mieke Praet: “Toegankelijk blijven voor iedereen” Subsidies: Sport voor allen: 4 079 euro, Impulssubsidie: 5 495 euro Gym Mol, opgericht in 1922, biedt dagelijks turn- en danslessen aan, zowel in recreatief als in competitief verband. Daarnaast richt de club tal van sportieve manifestaties in. “Onze club telt 45 trainers, 6 bestuursleden en 425 leden waarvan de jongste in de eerste kleuterklas zit en de oudste 90 jaar is. Dankzij de subsidies kunnen we het lidgeld laag houden en blijft Gym Mol voor iedereen toegankelijk. Als deze subsidies wegvallen, moeten we nog meer acties organiseren zoals een truffel- of wafelverkoop. Door deze extra gelden kunnen we makkelijker beslissen over de huur van sportzalen, opleidingen van onze train(st)ers, de aankoop van materialen,… Een airtrack (een opblaasbare tumblingbaan) bijvoorbeeld kost al gauw 7 500 euro. Zo profiteren alle leden hiervan mee.”

Ziekenzorg CM

Peter Hannes en Marie-Christine Vleminckx “Extra kansen om eenzaamheid te doorbreken” Subsidie: 1 527 euro “Ziekenzorg CM is een vereniging van en voor chronisch zieken en mantelzorgers. “Onze gemeente telt negen ziekenzorgkernen waar heel wat vrijwilligers de kar trekken. De meeste aandacht gaat naar huisbezoeken bij zorgbehoevenden. Daarnaast organiseren we activiteiten zoals ontmoetingsnamiddagen met animatie of vorming en gaan we op uitstap. Onze bedoeling is chronisch zieke mensen en mantelzorgers uit hun isolement te halen. De subsidie van het gemeentebestuur biedt ons extra mogelijkheden. Nu kunnen chronisch zieken gratis aansluiten en houden we onze deelnameprijs voor activiteiten bewust laag. Zo kan iedereen deelnemen. Er zou heel wat veranderen als we de subsidie niet meer ontvangen.”

Meer info: communicatiedienst, 014 33 07 11, informatie@gemeentemol.be 16

informatiemagazine | meerjarenplan 2014-2019

Scouts Ginderbuiten St. Carolus

Robin Vanhoof en Lennert Vanhoof: “Subsidie nodig om te overleven” Subsidies: 656 euro basissubsidie, 399 euro kamptoelage, 596 euro nieuwe waterleiding en watermeter, subsidies jeugdinfrastructuur 7 500 euro voor brandveiligheidswerken waarvan 1 520 euro momenteel al opgebruikt “Als kleine scoutsgroep zijn de gemeentelijke subsidies absoluut nodig om te overleven. Natuurlijk ondernemen we zelf ook acties om onze rekening te spijzen. Onze grootste inkomstenbron is de verhuur van het lokaal. Maar door dringende renovatiewerken en het verplicht brandveilig maken van het lokaal, vielen deze inkomsten tijdelijk weg. Gelukkig konden we rekenen op de steun van sponsors en het gemeentebestuur. Een subsidie aanvragen is makkelijk en de jeugddienst helpt ons heel goed bij het in orde brengen van de papieren. Zo kunnen wij ons volop bezighouden met wat écht belangrijk is: toffe scoutsactiviteiten organiseren voor onze leden!”

Zaba Kina

Chris en Els Philipsen, Nicole Vos: “We voelen ons geruggesteund” Subsidie: 2 277 euro Zaba Kina is een kleine vzw die sinds 2002 sociale projecten ondersteunt in Congo. “We voorzien opvang en onderwijs voor meer dan 100 wees-, straat- en heksenkinderen in een opvangtehuis in Boma. We zorgden voor drinkbaar water voor deze kinderen en voor de straatarme bevolking in de buurt. We bouwden een schooltje en betalen elke maand acht Congolese leerkrachten en we richtten een ziekenfonds op. In Kimpese werken we aan een microlandbouwproject. De subsidie van het gemeentebestuur heeft ons engagement alleen maar versterkt! We voelen ons door hen erkend en geruggesteund. Dankzij deze erkenning komen we ook geloofwaardiger over bij andere organisaties waar we beroep op doen. Dit is voor ons veel belangrijker dan de centen, want zonder die subsidie zouden we ook doen wat we nu doen. Natuurlijk is het geld heel erg welkom om onze projecten in Congo te realiseren.”

Theater Ootello

Kris Luyckx: “Mogelijkheid om te groeien” Subsidie: renteloze lening 70 000 euro, subsidie: 909 euro Theater Ootello speelde zijn eerste stuk in 1987. Sindsdien groeide de vereniging zienderogen en telt ze 50 vaste vrijwilligers. Jaarlijks staan er zo’n 50-tal activiteiten op het programma. Deze maand speelt het gezelschap de lichtvoetige comedy ‘Snullendiner’. “Voor de aankoop en verbouwing van de theaterzaal in Ezaart kregen we een renteloze lening van het gemeentebestuur. Daarnaast ontvangen we nog een jaarlijkse subsidie. We zetten ook heel wat eigen middelen in en proberen creatief met geld om te springen. Maar zonder de steun van het gemeenbestuur was dit alles onmogelijk. De subsidies worden op een goede manier toegewezen volgens een gezond principe: wie meer initiatieven neemt, ontvangt meer subsidies. Het creëert mogelijkheden om te groeien in wat we willen doen en ondernemen.”

www.gemeentemol.be

Welke investeringen voorzien het gemeentebestuur en de kerkfabrieken

“Elke parochie heeft eige

De parochies in onze gemeente staan de komende jaren voor een belangrijk veranderingstraject. In 2012 publiceerde de Antwerpse bisschop een visietekst waarin hij pleit voor het idee van één parochie per gemeente. Norbert Wauters, federatiecoördinator en pastoor van veertien parochies in Mol en Balen, en René Hendrickx, dekenassistent van de dekenij Zuiderkempen, vertellen over de gevolgen van deze evoluties voor het parochiaal leven, de kerkfabrieken en de kerkgebouwen.

informatiemagazine | meerjarenplan 2014-2019

Wat is de achtergrond van de visietekst die de Antwerpse bisschop Johan Bonny in 2012 verspreidde? Norbert Wauters: “Parochies zijn traditioneel georganiseerd rond een dorpskern. Onder invloed van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen zien we het kerkbezoek dalen. Daarnaast worden vele van onze vrijwilligers een dagje ouder. Verschillende parochies kampen daarom met een slinkend draagvlak om de parochiale werking inhoudelijk vorm te geven. Voor de huidige vrijwilligers staan er geen opvolgers klaar. Met deze maatschappelijke realiteit in het achterhoofd neemt de bisschop geen afwachtende houding aan, maar geeft hij een prikkel om het parochiaal landschap te laten evolueren. Pastorale eenheid luidt nu het sleutelwoord. Op territoriaal vlak vertaalt de bisschop dit in één parochie per gemeente als streefdoel op lange termijn.”

spreken hier over het engagement en het geloof van mensen. Het bisdom heeft mij afgevaardigd als procesbegeleider. In principe bepaalt een parochieteam autonoom zijn toekomst. Als er zich in een parochie voldoende vrijwilligers aandienen om de kar te blijven trekken, dan is dat prima. Sommige parochieteams stellen vast dat hun werking op termijn niet langer haalbaar is. Zo is er het gegeven van Achterbos waar het parochieteam aangeeft te willen doorgaan tot na de viering van Sint-Apollonia in 2015. Nadien stopt het. Er is niemand bereid om de fakkel over te nemen. Ook in Donk besliste het parochieteam om de ontbinding van de parochie aan te vragen. Voor beide parochies volgt er wellicht een fusie met de parochie Sint-Pieter en Pauwel. We voorzien een begeleidingstraject om alle betrokkenen naar elkaar te laten toegroeien.”

Hoe moet deze evolutie concreet vorm krijgen? René Hendrickx: “Dit zijn gevoelige thema’s die we heel voorzichtig aanpakken. We

Wat gebeurt er na het stopzetten van een parochie met de kerkgebouwen? Norbert Wauters: “Verschillende opties staan open. Ofwel blijft de parochiekerk

n in de parochiekerken?

en toekomst in handen” een bijkerk en behoudt deze de mogelijkheid om erediensten te houden. Aangezien het dagelijks en structureel onderhoud van een kerk bijzonder veel geld kost, moet dit goed overwogen worden. In het andere geval beslist de bisschop over een onttrekken aan de eredienst. Nadien is het aan de kerkfabriek om de verdere toekomst van het gebouw te bepalen. In Donk bijvoorbeeld gaan er stemmen op om in de kerk het gemeenschapscentrum onder te brengen. Het spreekt voor zich dat we nergens overhaaste beslissingen nemen en na het verlaten van de kerk best een afkoelingsperiode respecteren.”

Het meerjarenplan en de investeringen in onze kerken

Hoe zie je persoonlijk de toekomst van de kerk? Norbert Wauters: “Tal van theologen breken zich momenteel het hoofd over deze vraag. Ik wil vooral een boodschap van hoop uitstralen. Er zal altijd een kerk zijn waar een gemeenschap samenkomt om hun geloof te delen. Binnen welke structuren en gebouwen dit moeten gebeuren, is een vraag die we de komende jaren samen moeten beantwoorden.”

Wat is het verschil tussen een parochie en de kerkfabriek? De kerkelijke structuur en de manier waarop parochies en kerkfabrieken georganiseerd zijn, is niet eenvoudig. Een poging om het uit te leggen.

✔ Parochies én overkoepelende vzw Elk bisdom is onderverdeeld in parochies, waarbij elk stukje grond tot een bepaalde parochie behoort. Elke parochie heeft bij voorkeur een parochieraad of parochieteam. Dit team bestaat naast de pastoor uit parochianen die vrijwillig de parochiale werking en de erediensten inhoudelijk vorm geven. Het materiële beheer van de verschillende parochies wordt behartigd door een vzw-structuur. Alle parochies van één dekenaat vormen samen één vzw. Alle boekhoudingen van de verschillende Molse parochies zijn terug te vinden bij de vzw Zuiderkempen regio Mol. Deze middelen staan ten dienste van de pastorale werking van de parochie: gemeenschapsopbouw, catechese, uitbouw van parochiecentra, tussenkomsten in lokalen voor jeugdbewegingen en scholen,… Voor de pastorale werking moeten alle parochies in hun eigen middelen voorzien. Op dit terrein is geen enkele subsidiëring door de overheid voorzien.

Ook grote investeringen in kerken moeten in het gemeentelijk meerjarenplan vermeld staan. Omdat er op lange termijn nog onduidelijkheden bestaan over hoe de parochies in onze gemeente zullen evolueren, werd afgesproken om – met een uitzondering voor Donk – voorlopig géén grote investeringen meer te voorzien. Het gemeentebestuur brengt van zijn kant de technische toestand van alle kerken in onze gemeente grondig in kaart. De Pastorale eenheid Balen/ Mol zal samen met de parochies een toekomst uittekenen voor de parochiale werking in onze gemeente. Pas wanneer beide trajecten afgerond zijn, beslissen alle betrokken partijen in nauw overleg in welke kerken we op lange termijn nog zullen investeren.

✔ De kerkraad en de kerkfabriek Naast deze vzw-structuur bestaat de kerkraad die verantwoordelijk is voor de kerkfabriek. Dit is een bij wet geregeld openbaar bestuur. De kerkfabriek beheert de materiële middelen die nodig zijn om de erediensten in een parochiekerk te organiseren. Zeg maar, de zakelijke kant. De kerkraad is samengesteld uit verkozen leden. De kerkraad staat in voor het dagelijks en structureel onderhoud van de kerk, regelt de verwarming, en alle bijhorende materiële zaken. Een kerkfabriek heeft eigen inkomsten, zoals de opbrengsten van collectes in de vieringen, vergoedingen voor bijzondere diensten zoals uitvaarten en huwelijken, offerblokken en soms ook van verhuur en verpachtingen van gronden en gebouwen. Een kerkfabriek mag zich niet zomaar verarmen, maar heeft de verplichting om zijn eigendommen op peil te houden. Wanneer een kerkfabriek tekorten heeft op zijn jaarlijks budget – bijvoorbeeld bij grote investeringen aan de kerk of bij een jaarlijks exploitatietekort – is het gemeentebestuur verplicht om het verschil bij te passen. Daarom worden er ook vooraf budgetten vastgelegd en worden grote investeringen aan de kerken afgesproken en samen in de tijd gepland.

www.gemeentemol.be

Mogelijk nieuwe locatie voor centrale buitenschoolse kinderopvang

Domein Galbergen, meerdere gebruikers onder één dak? Kunnen we de centrale kinderclub, de speelpleinwerking, de nieuwbouw voor Saigo, een kampplaats en een kinderboerderij combineren op domein Galbergen? Dat is de vraag waar het gemeentebestuur zich samen met de verschillende partners de komende maanden grondig in wil verdiepen. Bij dit verhaal zijn tal van organisaties betrokken: • Het kampgebouw op domein Galbergen is dringend aan renovatie toe. Het gemeentebestuur is contractueel verplicht om de renovatiewerken aan dit gebouw op korte termijn uit te voeren. • Speelplein Galbergen is gehuisvest in lokalen op het domein. Tijdens de paas- en zomervakantie organiseren zij tal van activiteiten voor kinderen en jongeren. Heel wat ouders doen een beroep op dit vrijetijdsaanbod. • Sinds oktober 2012 runt vzw De Sprong een arbeidszorgproject op domein Galbergen. De medewerkers staan in voor het onderhoud van het domein en verzorgen de dieren op de zorgboerderij.

Zonevreemde gebouwen Het huidige kampgebouw op domein Galbergen, gebouwd in 1957, ligt op het gewestplan ingekleurd in parkzone. Hierdoor kan het enkel verbouwd worden op de oppervlakte die vergund is. Wil het gemeentestuur het gebouw uitbreiden, dan moet er een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) opgemaakt worden.

• In november startten de nieuwbouwwerken voor Saigo in de Don Boscostraat. • De gebouwen van centrale kinderopvang ’t Krekeltje op de Molderdijk verkeren in een slechte staat. Het gemeentebestuur moet dringend op zoek naar een nieuwe locatie. Dit gezegd zijnde stellen we ons volgende vraag: kunnen we dit alles in één concept gieten om zo op de Galbergen tot een geslaagde mix te komen? Alle trajecten moeten nog opgestart worden en vragen heel wat studiewerk. Het gemeentebestuur streeft vooral naar economische oplossingen die leiden tot een win-win situatie waarbij meerdere partners dezelfde lokalen gebruiken.

Meer info: communicatiedienst, 014 33 07 11, informatie@gemeentemol.be 20

informatiemagazine | meerjarenplan 2014-2019

Een eventuele mogelijkheid is de zone van openbaar nut aan de overkant van de Don Boscostraat iets verderop gelegen in de bossen, via een RUP om te zetten naar parkgebied. En de oppervlakte van openbaar nut in het uitvoeringsplan op te nemen aan de kant van de kampplaats, het monitorenlokaal en het in pacht gegeven gebouw aan vzw De Sprong. Pas wanneer het RUP goedgekeurd is, liggen de huidige gebouwen van domein Galbergen in de correcte zone en is uitbreiden door een renovatie of nieuwbouw mogelijk.

Economisch bouwen Samen met de verschillende partners zoekt het gemeenbestuur de komende maanden naar oplossingen. In het meerjarenplan voorziet het gemeentebestuur alvast 825 000 euro voor een nieuwe centrale kinderclub en 400 000 euro voor de renovatie van de kampplaats. Door beide bedragen bij elkaar te voegen tot 1 200 000 euro scheppen we meer mogelijkheden. Alle pistes liggen nog open, alles gebeurt onder voorbehoud. Wordt vervolgd …

Buitenschoolse kinderopvang Vanaf 1 september online inschrijven Vanaf 1 september moeten ouders die gebruikmaken van de buitenschoolse kinderopvang, vooraf online inschrijven. Met het nieuwe systeem wil het gemeentebestuur de veiligheid en de kwaliteit van de kinderclubs ook in de toekomst blijven garanderen. De dienst buitenschoolse kinderopvang organiseert voor- en naschoolse kinderopvang en opvang tijdens schoolvrije dagen. In negen gehuchten worden kinderen van de basisscholen opgevangen in kinderclubs die gelinkt zijn aan de plaatselijke scholen. Om gebruik te maken van de kinderopvang volstond het voor de ouders om na een intakegesprek en opmaak van een dossier, op een zeer flexibele manier gebruik te maken van deze dienstverlening, zonder op voorhand in te schrijven. Het aantal kinderen dat in de kinderclubs opgevangen wordt, blijft stijgen. Ondanks tal van investeringen in infrastructuur en personeel, kunnen de veiligheidsnormen opgelegd door Kind en Gezin, niet meer nageleefd worden. Om de veiligheid en de kwaliteit van de opvang ook in de toekomst te blijven garanderen, dringt een online inschrijvingssysteem zich op. Samen met de scholen en de oudercomitĂŠs werd daarom een overleggroep opgericht waar we het concrete inschrijvingssysteem bespreken en bijsturen. De klankbordgroep bekijkt ook hoe en wanneer alle ouders te informeren en begeleiden. Op 1 september gaat het nieuwe online inschrijvingssysteem van start.

Meer info: dienst buitenschoolse kinderopvang, 014 33 05 31, bkomol@gemeentemol.be

Nieuwbouw Saigo Moderne klassen met veel lichtinval Op 12 november startte aannemer Building & Partners NV met een nieuwbouw van Saigo. Deze School voor Aangepast Individueel Gemeentelijk Onderwijs ligt midden in de groene omgeving van de Galbergen. De bouwplannen voorzien acht moderne klaslokalen met veel lichtinval, acht therapielokalen, een ruime polyvalente zaal en berging met daarbovenop een groendak, een educatieve keuken met bergruimte, een lerarenlokaal, een directieruimte en secretariaat, een overdekte speelruimte en een nieuwe fietsenstalling. Het kostenplaatje bedraagt 2 713 971 euro, waarvan 1 991 639 euro gesubsidieerd wordt door de Vlaamse overheid. Het einde van de werken is voorzien in 2015.

Meer info: Saigo, 014 31 36 96, saigo@skynet.be

www.gemeentemol.be

Investeren in veiligheid

Een nieuw hoofdkantoor Het gemeentebestuur investeert de komende jaren, samen met Balen en Dessel, in een nieuw hoofdkantoor voor de lokale politie. De langverwachte nieuwbouw in de Guido Gezellestraat gaat ten vroegste eind 2014 van start. Waarom is deze nieuwe hoofdpost eigenlijk nodig? Wat zijn de voordelen van de locatie? En wat kost het hele project?

Een deel van de voormalige schoolgebouwen in de Guido Gezellestraat is al afgebroken. Op deze site komt, naast de bestaande Academie voor Muziek en Woord en een nieuw woningcomplex, een voldoende groot politiekantoor. Jarenlange onderzoeken naar een geschikte locatie en onderhandelingen leidden ertoe dat de politie in 2012 een deel van de site kocht als oplossing voor de huisvestingsproblematiek.

Nood aan een functionele en moderne werkplek Al sinds de politiehervorming in 2002, waarbij de vroegere rijkswachtbrigades en de gemeentepolitie van Balen, Dessel én Mol samengingen, is de huidige hoofdpost in ‘t Getouw te klein. Het gebouw was berekend op vijftig personeelsleden, terwijl het aantal korpsleden op deze werkplek meer dan verdubbeld is. Ook latere wetswijzigingen zorgden ervoor dat de nood aan een functionele en moderne werkplek groter werd.

informatiemagazine | meerjarenplan 2014-2019

Naar een betere dienstverlening Om het nijpend ruimtegebrek op te vangen, zit de lokale politie momenteel verspreid over drie locaties in onze gemeente: de hoofdpost in ‘t Getouw, de wijkpost in de Statiestraat en de woning gelegen achter de wijkpost. Het samenvoegen van deze drie werkplekken op één locatie komt niet alleen ten goede van de dienstverlening aan de bevolking maar levert voor de zone ook een jaarlijkse besparing van zo’n 106 000 euro huurlasten op. De wijkpost in de Statiestraat, de oude Rijkswachtkazerne, is daarnaast eigendom van de politie en zal worden verkocht.

Andere voordelen van de nieuwe locatie De nieuwe hoofdpost situeert zich in het centrum van de politiezone. Hierdoor kunnen de interventieploegen voor dringende oproepen ook beter uitrijden naar onze buurgemeenten Balen en Dessel. De interventieploegen hebben

r voor onze lokale politie

op de nieuwe locatie de mogelijkheid om langs meer uitvalswegen te vertrekken dan nu het geval is met het kruispunt op de Rozenberg als enige ontsluitingsweg. Het nieuwe hoofdkantoor ligt bovendien in het centrum van Mol en op loop- en fietsafstand van het station. Deze plaats is goed bereikbaar voor zowel de inwoners als de korpsleden.

Verdere stappen De effectieve bouw van het nieuwe politiekantoor start ten vroegste eind 2014. De procedure voor de aanstelling van een architect is lopende. Vijf kandidaten hebben volgens een wedstrijdformule een ontwerp voor de nieuwe hoofdpost gemaakt met onder andere het federaal normenboek voor politiegebouwen en het stedenbouwkundig advies als richtlijn. EĂŠn van deze ontwerpen zal leiden tot het definitieve plan. De verdere stappen bestaan uit de aanstelling van een aannemer, een mobiliteitsstudie en het verkrijgen van de vereiste vergunningen.

Hoeveel kost het project? Dit omvangrijke project vraagt uiteraard een enorme investering. De totale kostprijs is geraamd op 9,4 miljoen euro. Hierin zitten zowel de kosten voor de sloopwerken, de projectbegeleider en de architect als de kosten voor de volledige bouwwerken van de kantoren, parkeergarage en buitenaanleg. De financiering gebeurt met een lening van twintig jaar. Deze lening komt ten laste van de drie gemeenten. Voor de dagelijkse politiewerking dragen de drie gemeenten twee derde van het politiebudget en de federale overheid een derde. Van die twee derde betaalt Mol zestig procent in de vorm van een jaarlijkse dotatie aan de politiezone. Om grote stijgingen van de jaarlijkse gemeentelijke bijdragen voor de politiezone te drukken, is bewust gekozen om de aankoop van de grond, de sloopwerken en de bouw van het nieuwe politiekantoor over een aantal jaren te spreiden. Dit gebeurt in combinatie met andere besparingen binnen de politie.

www.gemeentemol.be

Vooruitblik... Veiliger fietsverkeer Samen met de Vlaamse overheid legt het gemeentebestuur een vrijliggend dubbelrichtingsfietspad aan vanaf de baileybrug naar Postel. Ook langs de Postelsesteenweg, tussen de kruispunten met de Zuiderring en de Kiezelweg, komen vrijliggende fietspaden. Een investering van 3,12 miljoen euro.

Opwaarderen kerkplein Rauw Het gemeentebestuur wil zijn steentje bijdragen om tot een nette leefomgeving te komen waar het goed is om wonen. Voor het vernieuwen van de omgeving van kerkplein Rauw voorziet het gemeentebestuur 425 000 euro. Het plein is het kloppende hart van Rauw waar tal van lokale verenigingen hun activiteiten organiseren.

School Gompel in nieuw kleedje Het gemeentelijk onderwijs krijgt ook de komende jaren extra aandacht. Voor de gemeentelijke basisschool Gompel voorziet het gemeentebestuur 1,98 miljoen euro voor een nieuw gebouw en de renovatie van de school. De Vlaamse overheid subsidieert dit project met 1,18 miljoen euro.

Het skatepark aan sportcentrum Den Uyt is door intens gebruik dringend toe aan renovatie. De skaters in onze gemeente zullen de investering van 50 000 euro door het gemeentebestuur zeker weten te waarderen.

Vernieuwd skatepark

www.gemeentemol.be Verantwoordelijke uitgever: Hans Schoofs, schepen van informatie en public relations, Molenhoekstraat 2, 2400 Mol