Masterplan dewerkplaats tilburg 2011 lr

Page 1

MASTERPLAN SPOORZONE - TILBURG

26 APRIL 2011


Dit Masterplan is een samenwerking tussen de partijen:

Gemeente Tilburg Postbus 90157 5000 LL Tilburg

2

Credo Integrale Planontwikkeling BV Stationsweg 46 6861 EJ Oosterbeek

BDP.khandekar Secr. Runsinkbrink 1 2731 AG Benthuizen


INHOUD Voorwoord Toekomstvisie

A

KADERS

1

Locatie en omgeving

1.1 1.2 1.3 1.4

De Spoorzone in Tilburg Tilburg en Brabantstad Kerngebied Spoorzone Ontwikkelingen in de omgeving

2

Relevante Beleidskaders

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8

Structuurplan Spoorzone Bestemmingsplan Spoorzone Ambitiedocument Spoorzone Aanscherping ambities Kerngebied Binnenstadsvisie 2011-2020 Welstandsnota 2004 Handreiking Hoogbouw Groen & ecologie

3

Cultuurhistorie

3.1 3.2 3.3

Historische ontwikkeling van Tilburg NS Werkplaats Kloostergebied

5 7

9

B

BASISPLAN

59

11

5

Ontwikkelvisie

61

13 14 15 21

23 24 25 26 26 27 28 30 31

33

Beeldkwaliteit openbare ruimte 97

81

D’n Atelier Groen Stationsplein Spoortuinen Houtloodstuin Ketelhof en koepeltuin Clarissenhof en Theresiazone Burg. Brokxlaan

83 85 87 89 91 93

9

Beeldkwaliteit bebouwing

9.1 9.2 9.3 9.4

D’n Atelier Clarissenhof Theresiazone Zwijsen II

10

Voorbeelduitwerking

6.1 6.2 6.3

Uitgangspunten planconcept 69 Ruimtelijke Opbouw van de basisstructuur 72 Plankaart Ruimtelijke basisstructuur 77

Deelaspecten Masterplan Autoverkeer en parkeren Langzaamverkeer Behoud waardevolle gebouwen Openbare ruimte en groenstructuur Bouwhoogtes Functies

95

8

Basisstructuur Masterplan

7

BEELDKWALITEIT

8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7

6

7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6

C

67

99 103 107 110 111 112 113

117 119 137 145 149

151

34 38 42

4

Milieu en vervoer

45

4.1 4.2 4.3

Milieu en duurzaamheid ondergrond mobiliteit

47 51 53

INHOUDSOPGAVE

3


THERESIA

De:Werkplaats

BINNENSTAD

Het Spoorzoneproject is een grote binnenstedelijke herstructurering in Tilburg. De:Werkplaats is een omvangrijk gebied binnen de gehele Spoorzone.

4


VOORWOORD Het Spoorzoneproject in Tilburg is een van de grotere binnenstedelijke gebiedsontwikkelingen in Nederland. In de geschiedenis van Tilburg zelfs het grootste en meest beeldbepalende project van de stad. Het is een hoofdopgave voor de toekomst van Tilburg. De voormalige NS werkplaats binnen dit Spoorzonegebied grenst zowel aan het centraal station als aan de binnenstad. Mede door deze centrale ligging in de stad en de rijke industriële historie van dit gebied kan hier De:Werkplaats succesvol ontwikkeld worden. De:Werkplaats vormt voor Tilburg dé opgave voor de komende periode en zal duidelijke meerwaarden gaan bieden om onze positie als kennisstad verder te versterken. Wij hebben de ambitie om samen met de stad en de betrokken (markt)partijen het gebied de komende jaren te transformeren tot een hoogwaardig, nieuw stuk centrum van Tilburg. De geschiedenis van dit voormalige NS-terrein is daarbij een belangrijke drager; het gebied is al anderhalve eeuw met hekwerken een afgesloten, verboden gebied midden in de stad met een eigen karakter van spoorrails, treinen en grotendeels onzichtbare activiteiten. De historie zal nadrukkelijk zichtbaar blijven in de gehele ontwikkeling; niet alleen blikvangers zoals de Koepelhal en de Polygonale hal met de draaischijf blijven gehandhaafd, ook in de openbare ruimte zal veel zichtbaar blijven van de rijke historie. Op die manier zal het roemruchte verleden ook in de toekomst van De:Werkplaats blijven weerklinken.

de architectuur van de gebouwen als in de inrichting van de openbare ruimten. Bovendien zorgt een dergelijke dichtheid voor levendigheid die past bij een plek als De:Werkplaats: bruisend en dynamisch. Dit beeld geven wij vorm door middel van het Masterplan dat nu voor u ligt. Hiermee willen wij richting geven aan de realisatie van een duurzaam, levendig en flexibel binnenstedelijk gebied met een breed aanbod aan functies, een stedelijke bebouwingsdichtheid en een hoge kwaliteit van de bebouwde en onbebouwde ruimte. Het Masterplan kan gelezen worden als een routekaart en is beslist geen dogma. Met een planning van circa 10 tot 15 jaar is flexibiliteit in het plan van essentiële waarde om blijvend in te kunnen spelen op de nog ongewisse toekomst. Er worden kaders geschapen en er wordt richting gegeven aan de toekomstige planvorming. Het is één integrale visie vanuit alle betrokken vakgebieden: stedenbouw en architectuur, verkeer, openbare ruimte, milieu, planeconomie en cultuurhistorie. Met dit Masterplan werken wij vol vertrouwen aan de ontwikkeling van De:Werkplaats en aan de toekomst van Tilburg. April 2011 - Marieke Moorman, projectwethouder Spoorzone

Functies zoals wonen, werken, horeca, verblijven, cultuur en onderwijs vinden straks een goede plek in De:Werkplaats. Het totale terrein omvat zo’n 13 hectare en zal na volledige realisatie ruimte bieden aan circa 220.000m2 gebouwoppervlak. Daarmee ontstaat een hoogstedelijk milieu. Dit biedt kansen om een forse kwaliteitsimpuls na te streven in zowel de gewenste functies,

VOORWOORD

5


6


TOEKOMSTVISIE VRIJDAG 11 APRIL 2020; EEN MOOIE VOORJAARSDAG IN DE:WERKPLAATS De:Werkplaats is goed op stoom. De transitie van NS terrein naar een dynamisch, nieuw en hoogwaardig stuk binnenstad tekent zich stevig af. Er zijn al zo’n 1.500 wooneenheden opgeleverd, het ‘KennisPlus’ concept heeft flink vorm gekregen en de kantoorvolumes bieden ruimte aan moderne werkvormen. Toch is de heel eigen identiteit van de voormalige NS Werkplaats behouden; overal vind je elementen terug die herinneren aan het industriële verleden. De vele hier wonende en werkende jongeren en studenten zorgen voor een levendige sfeer en de vele voorzieningen en horecagelegenheden maken het beeld van een bruisend centrumgebied compleet. Al vanaf vroeg in de ochtend is er veel activiteit in het gebied. Mensen zijn onderweg naar de sportclub, anderen zijn onderweg naar het station. Het centraal station met het groene Stationsplein vormt een scharnier tussen de twee centrumdelen van de stad en is een echte ontmoetingsplek. Er wordt veel gebruik gemaakt van het openbaar vervoer door de bewoners en ‘gebruikers’ van De:Werkplaats. Een groot deel van de auto’s in het gebied bestaat uit elektrische auto’s, daarom zijn alle garages voorzien van oplaadpunten. De auto’s worden in de gebouwen geparkeerd, onttrokken aan het zicht. In de voormalige locomotiefhal is een grote openbare garage gerealiseerd met daarboven een grote overdekte publieke binnentuin, waar onder andere senioren die in de toren erboven wonen elkaar graag ontmoeten. Vanuit de tuin is er een prachtig uitzicht over De:Werkplaats, op voorbij rijdende treinen en de Tilburgse binnenstad.

Het nieuwe werken is goed uit de verf gekomen. Voorzien van de allernieuwste ICT-verbindingen, is het onderscheid tussen wonen – werken – verblijven nauwelijks nog waarneembaar. De dynamiek in de wijk is voelbaar aan alles. Werkruimten worden heel flexibel gebruikt door allerlei verschillende bedrijven. Geen grote monofunctionele gebouwen, maar prettige functieflexibele ruimten waarin diverse gebruikers hun tijdelijke woon- en/of werkplek vinden. De eerste studenten komen vroeg in de ochtend uit de veren, onderweg van hun studio’s naar de Universiteit en Hogeschool. De Hogeschool, waar gisteren nog tot middernacht een optreden en expositie in het auditorium plaatsvonden en nu de eerste studenten elkaar weer ontmoeten op weg naar de colleges. Veel studenten blijven ook na hun studie in De:Werkplaats wonen. Door de reuring in het gebied, de vele voorzieningen in de stad en de aantrekkelijke woningprijzen zijn starters op de woningmarkt zeer geïnteresseerd om in De:Werkplaats te kunnen blijven wonen. Daarnaast is een nieuwe zakelijke dienstverlenende sector ontstaan waar veel afgestudeerden op zelfstandige basis in een netwerkstructuur een onderneming starten. Vanuit de verzamelkantoren is een open innovatieconcept op gang gekomen waarin deze startende ondernemers van elkaars kennis en diensten gebruik maken om zodoende samen sterker en vernieuwend bezig te zijn. Rond half één lopen de horecagelegenheden vol met mensen die komen genieten van een gezonde lunch. Ook op het groene Stationsplein voor het station zitten mensen in de voorjaarszon te lunchen. Het restaurant in de bibliotheek is een overdekt centraal plein in het gebied waar mensen zitten te werken, informatie uitwisselen of gewoon komen voor een kop koffie met wat lekkers; het zijn niet alleen de mensen die er wonen en werken, ook mensen van elders komen hier graag.

De bewoners van De:Werkplaats zijn zeer divers, maar hebben gemeen dat ze graag in de stad op een mooie, levendige en toch betaalbare plek willen wonen. En dat hebben ze hier zeker gevonden. Er zijn studio’s vanaf 30m2 tot penthouses van 150m2 en groter, waarmee alle stedelijke woonwensen hier vervuld zijn. De Wijkvereniging van Eigenaars zorgt voor een extra verbindende schakel tussen de bewoners. Deze vereniging organiseert regelmatig bijeenkomsten, op die manier worden ideeën en adviezen van de bewoners verwerkt in de planvorming van De:Werkplaats. Vrijdagmiddag vanaf een uur of vijf lopen de cafés en restaurants opnieuw langzaam vol met bewoners, studenten en werkenden uit De:Werkplaats voor een borrel of hapje om het weekend te beginnen; een weekend waarin in De:Werkplaats weer van alles te doen is. Vanavond al is er een openluchtbioscoop op het Stationsplein. Het scherm staat al. De laatste stoelen worden neergezet. Vooraf wordt een korte film vertoond waarin nog eens wordt teruggekeken naar de rijke geschiedenis van dit bijzondere stuk Tilburg. Dankzij de bijzondere aandacht die tijdens de planvorming en uitvoering is besteed aan het integreren van de historische waarden van het terrein als totaal en de openbare ruimte en gebouwen in het bijzonder is het vroegere gebruik van het terrein als echte werkplaats nog steeds goed zichtbaar én voelbaar. De kernwaarden van De:Werkplaats zijn kwaliteit, bereikbaarheid, diversiteit, flexibiliteit en functionaliteit.

TOEKOMSTVISIE

7



DEEL

A

KADERS


10

Zeven loc’s uit de 1000 serie opgesteld in de Polygonale loods voor de draaischijf 1980 (bron: regionaal archief Tilburg).


1

LOCATIE EN OMGEVING In het voorliggende Masterplan De:Werkplaats worden de plannen gepresenteerd voor het Kerngebied Spoorzone, dat bestaat uit de deelgebieden NS Werkplaats en het al geruime tijd braakliggende voormalige MTS terrein. De Spoorzone is echter groter dan het Kerngebied alleen. Dit hoofdstuk gaat onder meer in op de ontwikkeling van de Spoorzone in Tilburg. Ook komt de ligging van Tilburg in Brabantstad aan de orde. Paragraaf 2.3 gaat verder in op de huidige situatie binnen het Kerngebied zelf . Tot slot volgt een korte toelichting op de ontwikkelingen in de directe omgeving, die van belang zijn voor het Masterplan De:Werkplaats.


THERESIA

Ahold

voormalig MTS terrein

woonzorgcentrum Lochtstraat

van Gend & Loosterrein

Zwijsen

NS Werkplaats

Hart van Brabant Haestrechtkwartier Westpoint

Vormenfabriek

OV-knoop

Holland CarrĂŠ Interpolis

BINNENSTAD

Deelgebieden binnen de Spoorzone.

12


1.1 DE SPOORZONE IN TILBURG

De NS Werkplaats gezien vanuit het oosten.

Tilburg is na de vier grote steden in de Randstad en Eindhoven de zesde stad van Nederland. Tilburg is zowel per auto als per trein goed bereikbaar. Ongeveer 150 jaar geleden is direct ten noorden van de binnenstad de spoorlijn aangelegd van Breda naar Eindhoven en ’s-Hertogenbosch. De spoorlijn vormt een oost-west as in de stad en vormt een barrière voor verbindingen in noord-zuidrichting tussen de noordelijke woonwijken en de binnenstad. Het gebied rondom de spoorbundel heeft zich in de loop van de tijd ontwikkeld tot een zone, die ruimtelijk gezien als rommelig en functioneel gezien als verouderd kan worden beschouwd. Daarom heeft de gemeente Tilburg al vanaf de jaren negentig de ontwikkeling van de Spoorzone, de zone direct ten noorden en zuiden van het spoor tussen de Ringbanen oost en west in, in gang gezet. Daarmee is een voor Nederlandse begrippen grote binnenstedelijke ontwikkeling op gang gekomen. Deze ontwikkeling is door de centrale ligging in de stad en de potentie om uit te groeien tot een nieuw stuk binnenstad van groot belang voor Tilburg. De Spoorzone is te verdelen in verschillende deelgebieden, zoals op de hiernaast afgebeelde kaart te zien is. Sinds de ontwikkeling van de Spoorzone is gestart zijn ondermeer Interpolis, Westpoint, Haestrechtkwartier en Holland Carré gerealiseerd. Voor andere deelgebieden zijn plannen in ontwikkeling of uitvoering. In het nu voorliggende Masterplan De:Werkplaats worden de plannen voor het Kerngebied van de Spoorzone gepresenteerd. Het kerngebied van de Spoorzone bestaat uit de deelgebieden NS Werkplaats en het voormalige MTS terrein. De NS Werkplaats ligt direct ten noorden van Station Tilburg (OV-knoop). Dit gebied is al bijna 150 jaar in gebruik als Hoofdwerkplaats van de NS en heeft daardoor een rijk industrieel verleden. In 2009 zijn de overeenkomsten getekend om de gronden over te dragen aan de gemeente en de werkzaamheden te verplaatsen naar Rotterdam en industrieterrein Loven aan de rand van Tilburg. Daarmee is een belangrijke stap gezet in de ontwikkeling van het kerngebied van de Spoorzone. Voor het ontwikkelen van de Spoorzone als geheel is de NS Werkplaats een belangrijke schakel door zijn ligging tussen de binnenstad en de woonwijk Theresia in. KADERS / LOCATIE EN OMGEVING

13


1.2 TILBURG EN BRABANTSTAD Brabantstad is een stedelijk netwerk waarin Eindhoven, ’s-Hertogenbosch, Breda, Tilburg en Helmond vertegenwoordigd zijn. De missie van Brabantstad is: “Brabantstad, een sterk internationaal concurrerend en duurzaam groeiend stedelijk netwerk”(bron: www.brabantstad.nl). Brabantstad streeft ernaar een toonaangevende kennis- en innovatieregio te zijn. Tilburg ligt centraal in het stedelijke netwerk Brabantstad. Aan de ene kant heeft Tilburg met deze centrale ligging de potentie een belangrijk knooppunt in de regio te vormen. Aan de andere kant zijn de grote aantrekkelijke binnensteden dichtbij. Het is dan ook van belang om de concurrerende positie van de Tilburgse binnenstad te versterken. Binnen Brabantstad zijn de stations de belangrijkste knooppunten. Met de ligging van de Spoorzone naast het station en grenzend aan de belangrijkste uitvalswegen, kan de Spoorzone een belangrijke rol vervullen in de knooppuntontwikkeling. Met de ontwikkeling van de Spoorzone zal de stationsomgeving transformeren tot een aantrekkelijk centrumstedelijk gebied, dat functioneert als kwalitatief hoogwaardig knooppunt in de regio. Op dit moment zijn kunst en cultuur, onderwijs, kennis en ondernemerschap sterke punten van de binnenstad waardoor Tilburg zich onderscheidt van andere binnensteden. Daarnaast is Tilburg met onder andere de Tilburgse Kermis een evenementenstad. Met de ontwikkeling van de Spoorzone kan de (concurrentie)positie van de Tilburgse binnenstad verbeterd worden. Het grootschalige karakter van de Spoorzone biedt de mogelijkheid om hier functies te vestigen waar in de binnenstad geen ruimte voor is. Daarnaast zal het aanwezige industriële erfgoed bijdragen aan een bijzondere sfeer in de Spoorzone waarmee Tilburg zich kan onderscheiden van andere steden binnen Brabantstad.

14

Tilburg ligt centraal in Brabantstad en heeft goede verbindingen met de omliggende steden Breda, ’s-Hertogenbosch en Eindhoven.


1.3 KERNGEBIED SPOORZONE NS WERKPLAATS

Het oudste gebouw op de NS Werkplaats is de Houtloods.

Vanaf het perron is de grote glazen Lochal duidelijk te zien.

De Polygonale loods met de draaischijf en het sporenstelsel.

De Wagenmakerij is een in baksteen uitgevoerd gebouwencomplex.

Deze foto laat duidelijk de verwantschap tussen bebouwing en open ruimte zien; de sporen lopen door in de gebouwen.

Niet alleen de buitenzijde, maar juist ook de binnenzijde en de constructies van de gebouwen zijn waardevol, zoals hier bij de Lochal te zien is.

De NS Werkplaats is al bijna 150 jaar in gebruik als herstelplaats voor locomotieven en rijtuigen. De NS Werkplaats omvat een groot deel van het in totaal 13ha grote kerngebied en is ca 800 m lang en ca 150 m breed. De NS Werkplaats kan beschouwd worden als één samenhangende ‘machine’ waarin een reeks van gebouwen haaks op een sporenstelsel staat: de transversale werkplaats. De sporen vormen samen met de gebouwen, de ruggengraat van de NS Werkplaats. Gezien het feit dat Nederland slechts twee van dergelijke werkplaatsen kent is de transversale werkplaats als geheel te beschouwen als bijzonder industrieel erfgoed dat kan bijdragen aan een bijzondere sfeer en identiteit bij de ontwikkeling van het gebied. De ontwikkeling van de NS Werkplaats (van stevige bakstenen gebouwen naar glazen hallen) is af te lezen aan de architectuur van de nu nog aanwezige gebouwen en constructies. Het oudste gebouw is de Houtloods aan de westzijde van het gebied. Aan de westzijde heeft de NS Werkplaats een meer open structuur en staat de Polygonale loods met de draaischijf vrij in de ruimte. Hier is de relatie tussen de onbebouwde ruimte en de sporen heel duidelijk te zien. De sporen lopen vanaf de (nog werkende) draaischijf verder de oostelijke richting en lopen daar door in een reeks van grote, overwegend noord-zuid gerichte hallen. De glazen ‘Lochal’ is de grootste en meest in het oog springende hal met z’n hoogte van bijna 20 m. Verder in oostelijke richting zijn wat kleinere los geplaatste gebouwen, zoals de Verensmederij en het Ketelhuis, gesitueerd. Aan de uiterste oostzijde staat een groot complex dat een samenstelsel is van verschillende gebouwen in baksteen architectuur (met stalen constructies). Deze gebouwen staan bekend als de Wagenmakerij en de Koepelhal. De Koepelhal met de ervoor staande bomen vormt een herkenbare entree vanaf het NS-Plein naar de NS Werkplaats.

KADERS / LOCATIE EN OMGEVING

15


Lange Nie

uwstraat

Fraterstraat

Gasthuisring

2 Burg. Brokxlaan

dring Bester

3

1

8

7

4

5

6

11 Atelierstr aat Plei

NS-

12

n

13

16 15

14

17 9 Hart van B

18

10

rabantlaa

n Spoorlaan

g

Heu vel rin

16

11 Houtloods (met bomenrij) 12 Polygonale loods met draaischijf 13 Locomotiefhal (Lochal) 14 Sporenstelsel 15 Verensmederij 16 Ketelhuis / Motorenproefstand 17 Wagenmakerij 18 Koepelhal

Willem II straat

1 Generalaat van de Fraters 2 Woonzorgcentrum Joannes Zwijsen 3 Clarissenklooster 4 Medeklinkert (met tuin) 5 Deprez 6 PNEM 7 Lumenplantsoen 8 Energieplein 9 Haestrechtkwartier (Stadsheer) 10 Station Tilburg


BARRIÈRE IN DE STAD

De NS Werkplaats is een verborgen stad die ontoegankelijk is voor het publiek.

De NS Werkplaats is door middel van hekwerken afgesloten van de omgeving (hier de woningen aan de Atelierstraat achter het hek).

Tegelijkertijd vormt de NS Werkplaats op dit moment een zeer gesloten, voor het publiek ontoegankelijk gebied dat gekarakteriseerd kan worden als ‘verborgen stad’. Alleen vanaf de perrons kan het publiek een glimp opvangen van de werkzaamheden op de NS Werkplaats. Ook de spoorlijn vormt een barrière. De onderdoorgangen onder het spoor bij de Gasthuisring en het NS-Plein liggen ca. één kilometer uit elkaar, terwijl juist direct ten zuiden van de NS Werkplaats de binnenstad van Tilburg ligt. Daarmee zijn er vanuit Theresia beperkte verbindingen naar het station en de binnenstad en vice versa.

STATION TILBURG

Het station heeft geen entree aan de noordzijde omdat het direct aan de ontoegankelijke NS Werkplaats grenst.

Het stationsgebouw van Tilburg is ontworpen in de jaren ’60 door K. van der Gaast en valt op door de bijzondere dakconstructie en perronoverkapping.

Station Tilburg ligt direct aan de Spoorlaan.

Het busstation gezien vanuit het westen.

Het station van Tilburg kent op dit moment één entree, aan de zuidzijde van het spoor. Daarmee is het station hoofdzakelijk op de binnenstad en de zuidelijke woonwijken georiënteerd. Het station van Tilburg, ontworpen door K. van der Gaast, is door z’n opvallende dak van hypparschalen een bijzonder element in de stad. Echter doordat de bebouwing van de binnenstad er dicht op staat en het station vanaf de noordzijde ontoegankelijk is, komt de opvallende dakconstructie onvoldoende tot zijn recht; het dak is nergens frontaal in de volle breedte te aanschouwen. De directe omgeving van het station is op dit moment geen aangename ruimte om te verblijven, maar wordt gedomineerd door verkeer. Als je het station uitkomt stuit je bijna direct op het verkeer van de Spoorlaan met naast het station het busstation, veel fietsenstallingen, de kiss&ride en taxistandplaatsen. Door de aanwezigheid van het vele verkeer ontbreekt er op dit moment bij het station een goede verblijfsplek.

KADERS / LOCATIE EN OMGEVING

17


at

benstra

Gasthuisring

eer Luij

Raadsh

t

raa

nst

ite

Ministe

Bu

TEL.CEL

r van Son

Gass

traat

straat Herb

ecks

Minckelersstra at

at

Pi laas Nico

tra oths

traat

Gass

traat

Beste

N

rdring

Van Mierlostraat Le Sag

Energieplein

ekstraa

e Ten Bro Leonard van Vechelstraat Leonard van Vechelstraat

Leonard van Vechelstraat

Caloriestra Calorie at straat

LPLAATS

raat

Energieple Energi in eplein

t

Stedekestraat Stedekestr aat

KINDERSPEE

Nijverst rstraa Nijve

Lumenpla Lumen ntsoen plantso

en

LanLang ge eNie Nieu wstr uw aat stra at

Energiep Energ lein ieplein

Energiep Energ lein ieplein

t

onsstraat

t

raat a

nst

ns

tra

iteite

Bu

Bu

14.12 14.08

Lichtstraa Lichtst t raat

Lange Nieuwstraa Lange Nieuwstraat t

Daltonerf Daltonerf

14.01

Joanne Joannes van s van Oisterw Oisterwijk straat ijkstraa Minckelers Mincke straat lersstra

at

Fraterstraa Fraters t traat

t

ø60 ø30

14.53

t

Oisterwijkstraat van Oisterwijkstraa Joannes van Joannes

Pascalerf Pascalerf

Lange Nieuwstraa Lange Nieuwstraat t

Nijverstra Nijvers at traat

ø35

Gasthuisring

f allerfer

sca

PaPasc

ø40

ø35 ø35

Lange Nieuwstraa Lange Nieuwstraat t

ø80

Korte Nieuwstra Korte Nieuwstraat at

ø35 ø35 ø35

ø20

ø35 14.68

ø40 ø40

ø60

ø40

ø50

ø15

ø15

14.08 ø15

ø15

ø40

ing

ø30

ø60

ing

ø80

Koest raat

ø40

ø35

ø70

Burgemeester Brokxlaan

Wagenstr Wagen aat straat

Burgemeester Brokxlaan

brokxlaan

ste errdrdr BeBest

Burgemeester

ø20

ø35

C.W.I

14.67

ø50 ø15 ø15

ø15

ø15

ø30

14.66

ø15

ø30

14.65

ø50

14.20

ø30 14.71

ø50 14.16

ø15 ø15

14.64

Atelierstr Atelier aat straat

ø30 ø30

ø40

14.04

Atelierstraat Atelierstraat

14.76 14.67

ø30

ø80

ø25

ø30

ø30

NS-Plein Plein NS-

ø20

ø30

ø30

14.71

ø40

ø30

N

ø25 ø30

14.66

ø30

TEL.CEL

ø40 ø15

ø30 ø30

ø30

14.81 14.72

ø50 ø60 14.67

ø40 ø60

ø60 ø60

ø40 ø40

ø120 ø20

ø15

ø40 ø40

ø30

ø60

ø15

ø15

14.74

ø20 ø60

14.80

ø60

ø60

NS-Plein NSPlein

ø40

ø80

ø70

ø30 ø20

14.77

ø10

ø50

ø20

ø30 14.72

14.84

14.78

PRIVE-TERREIN N.S.

ø15

14.79

ø60

ø25

ø10 ø10

ø25 ø30

ø70

ø60

ø30

14.70

ø70

ø30 ø60

ø25

ø25

14.66

t

ho

sc

En

14.78 14.74

ø20 ø30 ø60

Fraterstraat Fraterstraa t

aa

str

ø20 14.79

ø20

Fraterstraat Fraterstraa t

tse

ø20

14.70 14.83

ø60

14.70

ø80

ø20

ø80

ø80

ø25

14.80 14.72

14.66

ø25

ø25

ø20

ø25 14.69

PL PL PL PL

PL

ø70

PL ø20

SPOORL IJN BREDA

PL

PL

PL

14.80 PL

PL

ø30

ø20

PL

PL PL

PL PL

PL

stra

PL PL

at

PL PL PL

PL

14.67 ø10 ø10

en

PL

PL

PL

ø10

reg

ø10

en

PL

PL ø20

ø10

ø10

ud

PL

PL PL

ø10

ø10

PL

ø10

ø10

ø10

PL PL

ø15 ø10

Go

PL

PL

PL 14.67 ø10

ø30 PL

PL

14.69

PL

PL

PL

PERRON

PL PL

PL PL

PL

PL

PL

14.69 PL

PL

PL

ø20

ø50

PL

PL

PL PL

PL

ø20

ø20

PL

PL

ø20 14.72

PL

PL

PL PL

14.68

PL

PL

14.75

14.72

PL

PL

- TILBURG

PL

ø30

PL ø15

PL

PL

PL

PL

PL PL PL

PL

PL

PL

PERRON

PL

PL

ø30

PL

PL

14.75

14.74

PL

ø10 PL

PL

PL

PL

ø10

ø10

ø10

PL

PL

PL PL

PL

14.76

PL

PL

PL

PL

PL

ø30

PL

PL

PL

N

PL

PL

ø10

PL PL PL

N.S.-STATIO TEL.CEL

PL

NsNS-P lein Ple in

PL

PL

PL

TEL.CEL

ø40

PL

ø10

ø80

PL

PL

PL

at

stra

en

en

ud

Go

14.65

PL

reg

PL

PL

PL

PL 14.68 PL

14.70

PL PL PL ø30 ø30

Spoorlaan Spoorl aan

PL PL PL

ø25

PL

ø30 ø30

PL

N

PL

ø30 PL PL

TEL.CEL

Spoorlaan Spoorlaan

PL

64

65

PL

PL PL PL

65A

PL

69

67

PL

Zuid Oosterstraat

PL

MUSEUM

PL

66 68 HMP 22.8

str

Langestra

ord

at

aat Statio

nsstr

Utrechtsestraat

ekring Noordho

No

70

Willem II Straat

N

aa

elring

Parkeergarage

l Achter de Heuve

Bomeninventarisatie in en rondom het plangebied. Deze kaart is gebaseerd op de volgende bronnen: Bomeninventarisatie Spoorzone gemeente Tilburg (BTL bomendienst, 14.07.2008) Bomenwaardering Kerngebied NSW (werktekening gemeente TIlburg, augustus 2010) Situatiemeting Spoorzone Nedtrain terrein te Tilburg (Coenradie, 25.10.2010)

Heuv

Monumentale boom

Magazijnstraat

t

at

stra

Karre

Fabriekstraat

Zeer waardevolle boom

Fabriekstraat Poststraat

BRANDWEER

Poststraat Noo

Ijzerstraat

Statio nsstr

N

E

18

aafstra at

RGARAG

waardevol als groep (qua beeld of ecologie)

t

Veemarktstraa

Telegr

PARKEE

aat

raat

rdst

Overige boom

70A


NS P lein

Gasthuisring

Knegtel

Hart v Brabantlaan

Spoorla

an

Noordh

In- en uitgang parkeergarage

He uvelring

oekring

Spoorlaan

Pieter Vreedeplein

Eénrichtingsverkeer

Tivoli

VERKEERSSTRUCTUUR Piuspl ein

Heuvelpoort Bredaseweg

Emmapassage Scho

Koningsplein

aat

eg

Louis Bouwmeesterplein

ng

isri

Pale

Stadhuisplein

chop

rv els ew

ng

Biss

Ko

rgri

sstr

uwbu

Piu

r.

erst

Zom

ra nst

ijse Zw at

De Spoorlaan is als onderdeel van de Cityring opnieuw ingericht. De bebouwing kent een pandsgewijze opbouw van circa vier lagen hoog.

In de huidige situatie is de Spoorlaan tussen de Noordhoekring en de Heuvelring nog tweerichtingsverkeer, terwijl de rest van de cityring éénrichtingsverkeer is (bron: gemeente Tilburg).

In Tilburg is in de afgelopen jaren de Cityring gerealiseerd om de verkeersdoorstroming te bevorderen. De Cityring is de verkeersstructuur rond de binnenstad. Het profiel bestaat uit éénrichtingsverkeer met twee rijbanen, vrijliggende fietspaden en trottoirs. Daarnaast is er ruimte voor groen in het profiel, waarmee de Cityring de uitstraling van een groene laan heeft. De oost-west as Hart van Brabantlaan – Spoorlaan vormt de inprikker die de Cityring met de Ringbanen van Tilburg verbindt, die op hun beurt weer aansluiten op de auto(snel)wegen. Op dit moment is op de Spoorlaan tussen de Heuvelring en de Noordhoekring nog verkeer in twee richtingen mogelijk. Pas als parallel aan de Spoorlaan een ontsluitingsweg door de Spoorzone, de Burg. Brokxlaan, wordt gerealiseerd zal dit stuk eenrichtingsverkeer worden. Het eerste stuk van de Burg. Brokxlaan is al aangelegd aan de voorzijde van het nieuwe woonzorgcentrum Joannes Zwijsen.

GROENSTRUCTUUR

De bomenrij parallel aan de Houtloods vormt een waardevolle boomstructuur binnen het plangebied.

Een begroeide tuinmuur vormt de grens van de tuin van de Medeklinkert.

Een groen hof op de NS Werkplaats (met links het Ketelhuis).

Zorgvuldig ingerichte plekken op de NS Werkplaats.

In en rondom het kerngebied Spoorzone zijn diverse waardevolle groenstructuren aanwezig. Allereerst is er een bomenrij parallel aan de Houtloods. Deze maakte deel uit van de scheiding tussen de NS Werkplaats aan de ene kant en de Gasthuizen en gestichten aan de Lange Nieuwstraat aan de andere kant. Deze bomenrij loopt als het ware in een haak door langs de Medeklinkert. Ook de tuin van de Medeklinkert is een groen element in het gebied. Ten oosten van het nieuwe woonzorgcentrum Joannes Zwijsen ligt een tuin met grote bomen die bij het woonzorgcentrum hoort. Kenmerkend voor de Werkplaats zelf is dat er rond de gebouwen zorgvuldig ingerichte kleine perken, plekken en hofjes zijn gesitueerd waar bijvoorbeeld werknemers hun pauzes konden doorbrengen. Daarnaast zijn er rond de Wagenmakerij enkele grote waardevolle bomen te vinden. Ten noorden van de Lange Nieuwstraat liggen op het terrein van de voormalige Gasfabriek een buurtpark (Lumenplantsoen) en een bomenplein (Energieplein). KADERS / LOCATIE EN OMGEVING

19


BEBOUWING RONDOM DE NS WERKPLAATS De bebouwing in de woonwijk Theresia bestaat overwegend uit laagbouw (woningen van twee lagen met kap). Met name aan de Lange Nieuwstraat is er meer variatie in de bebouwing: woningen van één laag met een kap, maar ook de grotere gebouwen Deprez en het PNEM gebouw. Aan de Lange Nieuwstraat is ook het Clarissenklooster gesitueerd. Het torentje van het klooster is een oriëntatiepunt voor de buurt. Tegenover het Clarissenklooster ligt het nu braakliggende voormalige MTS terrein waar vroeger het St. Josephgesticht stond. Aan het NS plein en de Besterdring is wat hogere bebouwing gesitueerd van circa vier lagen. Ook de binnenstad bestaat uit overwegend laagbouw aan smalle straten. Aan de oostzijde is zeer recent grootschaligere bebouwing gerealiseerd rond het Pieter Vreedeplein. De bebouwing aan de Spoorlaan vormt de rand van de binnenstad. Deze bebouwing bestaat uit afzonderlijke tegen elkaar geplaatste panden van circa vier lagen hoog. Vanaf de jaren ’90 heeft de oost-west as Hart van Brabantlaan – Spoorlaan nog meer nadruk gekregen door de realisatie van drie hoge torens aan deze as. Westpoint is met ruim 140 m de hoogste toren en ligt op de hoek met de Ringbaan Oost. De Stadsheer is onderdeel van het Haestrechtkwartier dat ten westen van het station gesitueerd is. Dit complex bestaat hoofdzakelijk uit kantoorvolumes van ca 20 m hoog en een langgerekte parkeergarage van zes lagen langs het spoor. Het woonzorgcentrum Joannes Zwijsen aan de nieuwe Burg. Brokxlaan bestaat uit een lange wand van 20 m met in het midden een accent tot 45 m hoog.

20

De bebouwing aan de Lange Nieuwstraat bestaat voornamelijk uit één bouwlaag met kap.

De Medeklinkert heeft een voortuin en staat daarmee wat terug ten opzichte van veel andere bebouwing aan de Lange Nieuwstraat.

Het Clarissenklooster ligt aan de Lange Nieuwstraat. Op de voorgrond is het braakliggende MTS terrein zichtbaar.

Het onlangs gerenoveerde Deprez is één van de grotere gebouwen aan de Lange Nieuwstraat. Verder in de straat is het PNEM gebouw zichtbaar.

Het recent gerealiseerde woonzorgcentrum Joannes Zwijsen ligt aan de Burg. Brokxlaan.

Het Haestrechtkwartier bestaat uit meerdere kantoorvolumes, een parkeergarage en een toren.


1.4 ONTWIKKELINGEN IN DE OMGEVING Op dit moment zijn in de Spoorzone diverse andere deelgebieden in ontwikkeling die van belang zijn voor de ontwikkeling van De:Werkplaats.

SPOORZONE MIDDEN

Het ontwerp van Studio Leon Thier voor de Lochtstraat (bron: www.architectuur.org).

Voor de deelgebieden Lochtstraat en Zwijsen is in 2008 een stedenbouwkundig plan opgesteld (Stedenbouwkundig en Beeldkwaliteitplan Spoorzone West, BDP Khandekar, 22 oktober 2008). Inmiddels is de bouw op de locatie Lochtstraat (architect Studio Leon Thier) begonnen en worden de plannen voor de locatie Zwijsen verder uitgewerkt door AWG architecten. In de plannen is voorzien in U-vormige bouwblokken van 20 m hoog aan de Burg. Brokxlaan die ofwel naar het spoor ofwel naar de Burg. Brokxlaan geopend zijn. Op deze U-blokken zijn accenten tot 45m mogelijk. De bebouwing krijgt een robuust uiterlijk door de uitvoering in baksteen. Parkeervoorzieningen zijn uit het zicht onder een dek gesitueerd. De dekken krijgen een openbaar karakter met een groene inrichting.

OV-KNOOP Voor het ontwerp van de OV-knoop is architectenbureau Cepezed door de gemeente geselecteerd in 2010. Tot de OV-knoop behoren het ontwerp van het busstation, een nieuwe onderdoorgang onder het station met de noordelijke stationsentree en een nieuwe onderdoorgang onder het spoor ter hoogte van de Willem II straat. In de plannen wordt ook rekening gehouden dat er te zijner tijd een vierde perron aan de noordzijde wordt toegevoegd.

Voorlopig ontwerp voor de locatie Zwijsen (bron: AWG Architecten). KADERS / LOCATIE EN OMGEVING

21


22

Afdeling draaierij 1939 (bron: regionaal archief Tilburg).


3 2

RELEVANTE BELEIDSKADERS Dit hoofdstuk gaat in op de beleidskaders die van belang zijn voor de planvorming rond het Masterplan De:Werkplaats. Daarbij is het niet de bedoeling om een complete samenvatting van alle beleidskaders weer te geven, maar juist om beknopt in te gaan op die onderdelen die van invloed zijn op de planvorming.


2.1 STRUCTUURPLAN SPOORZONE Al sinds de jaren ‘90 zijn diverse beleidsstukken opgesteld waarin de ambitie is vastgelegd om de Spoorzone te ontwikkelen tot een hoogwaardig centrumgebied met grootstedelijke voorzieningen. In maart 2005 heeft de Tilburgse gemeenteraad het Structuurplan Spoorzone vastgesteld. Het Structuurplan stelt dat de Spoorzone een nieuw stedelijk stadsdeel kan worden met een hoogwaardige uitstraling dat als uitbreiding van de huidige binnenstad kan worden gezien. Bovendien heeft de transformatie van de Spoorzone toegevoegde waarde voor de omliggende wijken, onder meer door in te zetten goede verbindingen over het spoor heen. Daarnaast kan de Spoorzone door de ontwikkeling een volwaardig knooppunt in het stedelijke netwerk Brabantstad worden. Opvallend in het Structuurplan is de nadruk op sterke oostwestverbindingen: de as Hart van Brabantlaan – Spoorlaan (als onderdeel van de Cityring) en de ‘Noordlaan’ (in de huidige plannen uitgewerkt als Burg. Brokxlaan) ten noorden van het spoor. Bij de vaststelling van het Structuurplan heeft de gemeenteraad aangegeven dat openbaar groen een substantiële plek en functie moeten krijgen in de Spoorzone.

24

Plankaart Structuurplan Spoorzone.


2.2 BESTEMMINGSPLAN SPOORZONE Om het Voorkeursrecht Gemeenten op de noodzakelijke gronden te kunnen vestigen is tijdig, nog voordat de integrale planvorming voor dit omvangrijke en complexe gebied was gestart, het Bestemmingsplan opgesteld en in 2008 door de raad vastgesteld. Het Bestemmingsplan is zo opgezet dat locaties waar nieuwbouw al gereed is (zoals het Haestrechtkwartier) een directe bestemming hebben. Voor de nog te ontwikkelen bouwlocaties is de bestemming alleen op hoofdlijnen beschreven en zal er een uitwerkingsplan gemaakt moeten worden als de planvorming verder gevorderd is. In het Bestemmingsplan is de geplande hoofdverkeersstructuur opgenomen. De Burg. Brokxlaan ligt ten noorden van het spoor en loopt van de St. Ceciliastraat tot aan het NS-Plein en de Besterdring. Tussen de Burg. Brokxlaan en de spoorlijn ligt een bouwlocatie met de bestemming centrum. Deze locatie bestrijkt het grootste gedeelte van het Kerngebied Spoorzone. Binnen deze bouwlocatie is de toegestane bouwhoogte 20 -25 m met daarnaast ruimte voor hoogteaccenten tot 45 en 70 m.

tot 100 m. Daarnaast zijn het verlengde van de Stationsstraat, Willem II straat en Utrechtsestraat aangeduid als indicaties voor toekomstige passages onder het spoor. Dit is een verschil met het Structuurplan uit de 2005, waar alleen de verbinding ter hoogte van het station is aangeduid. Ten noorden van de Burg. Brokxlaan lopen de noord-zuidstraten vanuit Theresia door tot aan de Burg. Brokxlaan, zodat een goede aansluiting gewaarborgd is. De bouwlocaties hebben hier de bestemming gemengd, met uitzondering van de locatie direct tegenover het station (rondom Deprez) die ook de bestemming centrum heeft. De bouwhoogtes op deze locaties zijn, aansluitend op de kleinschaligere bebouwing beperkt tot 10m voor bebouwing direct aan de Lange Nieuwstraat en 12-15m voor bebouwing die aan de achterzijde grenst aan de bebouwing aan de Lange Nieuwstraat.

Rond het station is een zoekgebied voor een hoogteaccent

Plankaart Bestemmingsplan Spoorzone. KADERS / RELEVANTE BELEIDSKADERS

25


2.3 AMBITIEDOCUMENT SPOORZONE

2.4 AANSCHERPING AMBITIES KERNGEBIED

In februari 2009 heeft de raad de ambities voor de Spoorzone vastgesteld om voorafgaand aan de planvorming en de selectie van een ontwikkelaar voor het kerngebied aan te geven hoe de gemeente aankijkt tegen de Spoorzone. Het belangrijkste argument om de Spoorzone te ontwikkelen is dat het huidige centrum van Tilburg te klein is. De Spoorzone grenst aan de binnenstad en kan plaats bieden aan al die functies waar in de huidige binnenstad geen ruimte voor is. Daarmee kan de ontwikkeling van de spoorzone bijdragen aan de versterking van de positie van Tilburg en de Tilburgse binnenstad. De ambitie is om van de Spoorzone een dynamisch binnenstedelijk centrumgebied te maken waarin vele functies (werken, wonen, cultuur, onderwijs, horeca en vermaak, openbaar vervoer) met elkaar verbonden zijn. Daarbij biedt het aanwezige industriële erfgoed de mogelijkheid om een bijzondere sfeer te realiseren en historische gebouwen te combineren met moderne gebouwen. Het Ambitiedocument onderscheidt enkele deelgebieden: het kerngebied, de westelijke flank, het Van Gend & Loosterrein en de hoofdinfrastructuur & hoogwaardig openbaar vervoer knooppunt. De NS Werkplaats en omgeving vormen het kerngebied. Dit wordt het culturele, dynamische hart van de Spoorzone. Vanwege de cultuurhistorische identiteit speelt het Kerngebied een sleutelrol in de gehele ontwikkeling. De gemeente zal dan ook nadrukkelijk participeren in de planvorming. Hetzelfde geldt voor het Van Gend & Loosterrein waar gedacht wordt aan een multifunctionele indooraccommodatie. Voor de ontwikkeling van de westelijke flank tot een woon- en werkgebied (o.a. locatie Lochtstraat, Zwijsen) ligt het initiatief bij marktpartijen. De gemeente zal zich inzetten om de Burg. Brokxlaan tijdig te realiseren. Wat betreft de realisatie van het hoogwaardig openbaar vervoerknooppunt werkt de gemeente samen met belangrijke betrokken partijen als bijvoorbeeld de NS.

In december 2010 hebben het college en de raad de in 2009 geformuleerde ambities (zie paragraaf 3.2) voor wat betreft het Kerngebied bijgesteld. De belangrijkste bijstelling is dat in de ambities het accent verschuift van een meer cultureel profiel naar het KennisPlus profiel. Daarmee speelt de gemeente in op de trend dat Tilburg zich ontwikkelt tot een kenniseconomie. Ook sluit dit beter aan op de ontwikkelingen in de binnenstad en het Veemarktkwartier. Door in te zetten op het KennisPlus profiel kan de stedelijke as tussen de Universiteit en de Binnenstad uitgroeien tot kennisboulevard. Het KennisPlus profiel voor het Kerngebied in de Spoorzone houdt in dat er een concept ontwikkeld zal worden waarin functies als een bibliotheek van de toekomst, een innovatieve leeromgeving (i.s.m. Fontys, UvT en TiasNimbas), een kenniscampus, congres- en hotelfaciliteiten, hoogwaardige horeca en een vrij programmeerbare stadskoepelhal een rol

‘Spoorzone Tilburg-Ambities gemeente Tilburg 2009’

26

kunnen spelen. Voor de culturele instellingen waarvoor eerder een fysieke verhuizing naar de Spoorzone voorzien was, geldt dat dat voorlopig niet aan de orde is. Wel kunnen deze instellingen evenementen en activiteiten binnen de Spoorzone ontplooien. Daarnaast achten het college en de raad tijdelijk gebruik van de NS Werkplaats van groot belang voor de bekendheid en levendigheid van het gebied. Onder andere de tijdelijke huisvesting van de Hall of Fame in gebouw 90 is een voorbeeld hiervan.


2.5 BINNENSTADSVISIE 2011-2020 Eind 2010 heeft het college de binnenstadsvisie 2011-2020 vastgesteld. In februari 2011 is de binnenstadsvisie ook door de gemeenteraad vastgesteld. In de binnenstadsvisie wordt de Spoorzone nadrukkelijk tot de binnenstad gerekend vanwege de daar verwachte dynamiek. Op dit moment zijn kunst en cultuur, onderwijs en kennis en ondernemersschap identiteitsdragers waarmee de Tilburgse Binnenstad zich onderscheidt van andere binnensteden. Voor het succes van een binnenstad is een evenwichtige functiemix met naast bovengenoemde identiteitsdragers ook onder andere detailhandel, horeca, kantoren, wonen, groen van groot belang. Met name een veelzijdig en attractief winkelaanbod zijn beeldbepalend voor de herkenbaarheid van de binnenstad. Naast de functies behoren een goede bereikbaarheid en goede parkeermogelijkheden ook tot de fundamenten van een succesvolle binnenstad. Om de positie van de Tilburgse binnenstad te versterken zijn er zes strategische fysieke ingrepen geformuleerd, waarvan er twee in het Kerngebied van de Spoorzone zelf gelegen zijn: • Kerngebied Spoorzone en verbinding binnenstad: Van groot belang is om de verbindingen tussen de Spoorzone en de huidige binnenstad te verbeteren door fysieke barrières als de spoorlijn en de Cityring te verminderen. Daartoe zijn in elk geval twee nieuwe verbindingen onder het spoor door voorzien, namelijk onder het station en ter hoogte van de Willem II straat. Aan de noordzijde krijgt het station ook een entree met een groene inrichting. In het kerngebied zelf is een mix van onderwijs, kennis congresfaciliteiten en wonen •

voorzien.­­ Verbinding Spoorzone Oost en Veemarktkwartier: In de Binnenstadsvisie wordt de Koepelhal aan de oostflank van de NS Werkplaats aangeduid als een multifunctionele vrij programmeerbare stadshal. Deze vormt via het spoorviaduct en de Heuvelring de schakel naar het Veemarktkwartier. Daarbij zou tussen het Veemarktkwartier en het spoor in een nieuw parkeerbronpunt kunnen worden gerealiseerd in de vorm van de Klippergarage.

De binnenstadsvisie verdeelt de binnenstad in vijf deelgebieden met onderscheidende vestigingsmilieus. De Spoorzone vormt het vestigingsmilieu waar een schaalsprong kan plaats vinden ten opzichte van de oorspronkelijke binnenstad. Onderwijs, leisure, kantoren, cultuur, wonen en groen kunnen hier op een meer grootstedelijke schaal gesitueerd worden.

Samen met het hier aanwezige industriële erfgoed ontstaat zo een eigen identiteit. Naar het noorden toe is een goede overgang naar de woonwijk Theresia van belang. De Willem II straat zorgt voor de verbinding van de Spoorzone met de binnenstad.

Ontwikkelingsbeeld Binnenstad Tilburg (Bron: Binnenstadsvisie 2011-2020, BRO, concept 9 december 2010, p.20). KADERS / RELEVANTE BELEIDSKADERS

27


2.6 WELSTANDSNOTA 2004 De Welstandsnota 2004 van de gemeente Tilburg is op 1 oktober 2010 gewijzigd. Het motto van de welstandsnota is ‘meer aandacht waar dat moet en meer vrijheid waar dat kan’. Daarmee beoogt het beleid modern te zijn met zowel aandacht voor ruimtelijke kwaliteit als ook vrijheid voor individuele keuzes. Het welstandsbeleid maakt onderscheid in drie welstandsniveaus, te weten aandacht (niveau 1), regulier (niveau 2) en vrij (niveau 3). Niveau 1 ‘aandacht’ geldt voor bijzondere gebieden zoals bijvoorbeeld het centrum en de stedelijke hoofdstructuur. Voor niveau 1 geldt dat tenminste goede architectonische kwaliteit van nieuwbouwplannen vereist is, terwijl voor niveau 2 voldoende architectonische kwaliteit toereikend is. Wat architectonische kwaliteit is, wordt aan de hand van de algemene welstandscriteria bepaald, zie daarvoor de welstandsnota.

De Welstandsnota stelt: ‘het verdient aanbeveling om dit principe bij nieuwe hoogbouwaccenten in overweging te nemen. Omdat het bij knooppunten en landmarks toch vooral moet gaan om bijzondere en unieke oplossingen worden deze principes niet tot welstandscriterium verheven’ (Welstands nota 2004, gemeente Tilburg, p. 52).

De Welstandsnota onderscheidt een aantal gebiedstypen waarvoor verschillende welstandscriteria gelden. De hiernaast afgebeelde kaart met gebiedstypen laat zien dat de Spoorzone in de huidige situatie valt onder amorfe (bedrijfs)bebouwing, grenzend aan de secundaire lintbebouwing van de Lange Nieuwstraat. Naast de bestaande situatie heeft de Welstandsnota ook oog voor bestaande en nieuwe ontwikkelingsgebieden. De Spoorzone is, als grootschalig herstructureringsgebied met stedelijke ambities, volgens de Welstandsnota een nieuw ontwikkelingsgebied waarvoor welstandsniveau 1 zal gelden (zie afbeelding hiernaast). Daarnaast geeft de Welstandsnota aan dat voor nieuwe ontwikkelingsgebieden een beeldkwaliteitplan wordt opgesteld dat wordt vastgesteld door de raad en als aanvulling of wijziging op de Welstandsnota zal worden gehanteerd. Tot slot geeft de Welstandsnota enkele richtlijnen voor landmarks; landmarks liggen op of in nabijheid van knooppunten van de hoofdstructuur en versterken met hun markante bouwhoogte (meer dan 60 m) de identiteit van de stad. Karakteristiek voor de bestaande landmarks zijn een strakke en abstracte vormgeving. Gebiedstypen in Tilburg (bron: Welstandsnota 2004, gemeente Tilburg, inwerkingtreding laatste wijziging 1 oktober 2010).

28


Ontwikkelingsgebieden in Tilburg met welstandsniveau 1 en 2 (bron: Welstandsnota 2004, gemeente Tilburg, inwerkingtreding laatste wijziging 1 oktober 2010). (ook op de overige (niet-ontwikkelings) gebieden zijn welstandsniveaus van toepassing).

KADERS / RELEVANTE BELEIDSKADERS

29


2.7 HANDREIKING HOOGBOUW De handreiking Hoogbouw is vastgesteld door de raad van de gemeente Tilburg op 29 oktober 2007. Onder hoogbouw worden gebouwen hoger dan 15 meter verstaan. Hoogbouw kan een meerwaarde leveren voor de stad en een bijdrage leveren aan levendigheid, functiemenging, herkenbaarheid, en efficiĂŤnt ruimtegebruik in de stad. In de huidige situatie bevindt hoogbouw zich langs de stads- en groenranden, in centrumgebieden en langs de hoofdwegen, belangrijke kruispunten en knooppunten (zie de inventarisatiekaart hiernaast). Uitgangspunt is dat hoogbouw een positieve bijdrage moet leveren aan de omgeving. In de hiernaast afgebeelde prioriteitenkaart uit de Handreiking Hoogbouw worden voorkeursgebieden voor hoogbouw aangeduid (rood), worden gebieden aangeduid waar hoogbouw eventueel zou kunnen (geel) en waar hoogbouw ongewenst is (grijs). De kaart laat zien dat de Spoorzone een gebied is waar de gemeente Tilburg hoogbouw wenselijk acht. Belangrijkste redenen hiervoor zijn centrumvorming en verdichting.

Blauwe rand Groenrand, stadsrand Verdichting, centrumvorming Wegbegeleiding, knooppunten

Inventarisatiekaart voor hoogbouw in Tilburg (bron: Handreiking Hoogbouw, gemeente Tilburg, 27 oktober 2007).

Voorkeursgebied Hoogbouw mogelijk Hoogbouw ongewenst

30

Prioriteitenkaart voor hoogbouw in Tilburg (bron: Handreiking Hoogbouw, gemeente Tilburg, 27 oktober 2007).


2.8 GROEN & ECOLOGIE Tilburg, Berkel-Enschot en Udenhout hebben veel waardevol groen. Dit is een groot goed voor de identiteit, herkenbaarheid en de leefbaarheid van de stad en de dorpen voor zowel de mens als de flora en fauna. Groen levert een bijdrage aan diverse maatschappelijke opgaven. Zo biedt groen ruimte voor bewegen en kan groen bijdragen aan integratie en sociale samenhang in wijken, want parken zijn soms multiculturele ontmoetingsplekken. Ook op het gebied van economie doet groen het goed. Door de aanwezigheid van groen worden woningen meer waard. Tevens betekent de aanwezigheid van groen een aantrekkelijker vestigingsklimaat voor ondernemers. Op het gebied van milieu heeft groen een positieve werking: onder andere door het tegengaan van luchtverontreiniging (afvangen van fijnstof) en het bieden van verkoeling (tegengaan van hitteeilanden). Groen bergt en zuivert tevens (regen)water. In de Nota “Dichter bij Groen’ vastgesteld door de gemeente in 2010 wordt de gemeentelijke visie vanuit het perspectief van ‘groen’ vertaald in een aantal streefbeelden. In de Nota Groen is de Burg. Brokxlaan aangeduid als ‘Stadslaan’ en is met een ster aangegeven dat er binnen het kerngebied Spoorzone een ‘Groene attractie’ zal komen.

Dichter bij groen in de Oude Stad

VISIE ‘DICHTER BIJ GROEN’ Algemeen doel is om groen dichter bij de Tilburg te brengen, zowel qua beleving, bereikbaarheid, diversiteit als absolute nabijheid. Tilburg wil zich in de toekomst blijven profileren als een groene stad waar het goed wonen en werken is. Tilburg moet in 2020 een stad zijn waar zowel haar inwoners, bezoekers als bedrijven een aantrekkelijk groene woon- en werkomgeving hebben en waar de recreatieve omgeving wordt ervaren als een kwaliteit van de gemeente Tilburg. Tilburg streeft er dan ook naar een kwalitatief hoogwaardige groenstructuur duurzaam te ontwikkelen en deze veilig te stellen binnen de stedelijke context.

Om dit te bereiken wordt er naar gestreefd de Tilburger letterlijk en figuurlijk dichter bij groen brengen. Op hoofdlijnen betekent dit voor de spoorzone vooral: • Het tot zijn recht laten komen van de verschillende karakters van het groen. • Het versterken en behouden van natuurlijk groen, in het stedelijk gebied vooral betrekking hebbende op (potentiële) natuurcorridors. • De Burg. Brokxlaan is een ‘Stadslaan’ en binnen het kerngebied Spoorzone zal een ‘Groene attractie’ komen. Concreet betekent dit dat de openbare ruimte voldoende tegenwicht moet bieden aan de intensieve bebouwing en relatief grootschalige bebouwing. Dit stelt eisen aan zowel de kwantiteit als aan de kwaliteit. De openbare ruimte moet niet alleen een doorgangsroute zijn, maar ook een aangenaam verblijfsgebied. Groen speelt hierbinnen een belangrijke rol. Hierbij gaat het niet slechts om de visuele belevingswaarde van groen maar ook om functionele en ecologische waarden. Biodiversiteit in de leefomgeving speelt hierbij een grote rol. In de gemeentelijk nota ‘Biodiversiteit’ van 19 juli 2010 wordt aangegeven dat biodiversiteit staat voor de verscheidenheid aan planten, dieren en ecosystemen. Die verscheidenheid zorgt voor een natuurlijke balans in de omgeving en draagt bijvoorbeeld bij aan schoon water, vruchtbare grond, brandstoffen en een stabiel klimaat. Als expliciete doelstelling voor het stedelijke gebied rond de spoorzone geldt het ontwikkelen van ecologische structuren langs de spoorwegverbindingen en behoud/optimalisering van bomenrijen en oude bomen als fourageerplaats/verbindingszone voor vleermuizen, zoogdieren en als broedgelegenheid voor vogels. Bomenrijen langs wegen kunnen hierbij een belangrijke rol vervullen als stapstenen. Hierbij dient zoveel mogelijk gebruik gemaakt te worden van autochtone plantensoorten.

KADERS / RELEVANTE BELEIDSKADERS

31


32

Lange Nieuwstraat omstreeks 1970 (bron: regionaal archief Tilburg).


3

CULTUURHISTORIE Het plangebied heeft een rijke historie, die mede bepalend is voor de toekomstige identiteit van De:Werkplaats. Dit hoofdstuk geeft allereerst kort de historische ontwikkeling van Tilburg weer en dan met name de ontwikkelingen die relevant zijn voor het plangebied. Vervolgens wordt er ingezoomd op de ontwikkeling van de NS Werkplaats en het daar aanwezige industriĂŤle erfgoed. Tot slot gaat dit hoofdstuk in op de kloostergemeenschappen die in en rond het plangebied aanwezig zijn geweest (onder meer op het voormalige MTS terrein).


3.1 HISTORISCHE ONTWIKKELING VAN TILBURG HERDGANGEN EN LINTBEBOUWING Kenmerkend voor het Tilburg vanaf de 19e eeuw is de groei van de industrie en de ontwikkeling van een katholiek bolwerk. Dat had ook ruimtelijke consequenties voor de van oorsprong verzameling van gehuchten met een geschiedenis van landbouw, veeteelt en wolnijverheid. Een aantal van die karakteristieken is binnen het kerngebied van de Spoorzone (De:Werkplaats) nog herkenbaar aanwezig. In de ruimtelijke ontwikkeling van Tilburg is de combinatie van de al veel oudere lintenstructuur met de zogeheten herdgangen karakteristiek. Op de samenkomst van doorgaande zandwegen vormden zich vanaf de Middeleeuwen kleine woonkernen met driehoekige pleinen (herdgangen) en ontstond lintbebouwing langs de wegen. Een aantal van deze herdgangen (Wilhelminapark/Veldhoven, De Heuvel) en vele linten zijn nog goed herkenbaar in de huidige stedenbouwkundige structuur. Kenmerkend voor deze lintbebouwing is de combinatie van bedrijvigheid, kleinschalige, gevarieerde bebouwing en smalle lange straten. De Gasthuisring, naast het plangebied, is een voorbeeld van één van die oude linten. Met de aanwezigheid van veel schapenboeren groeit Tilburg in de loop van de eeuwen uit tot een belangrijk wolcentrum in Nederland. Aan de linten ontstaan bedrijven en vanaf eind 19e eeuw zijn er ook tussen de herdgangen veel textielfabrieken te vinden.

INDUSTRIËLE ONTWIKKELING VAN TILBURG Vanaf het midden van de 19e eeuw en vooral in de eerste helft van de 20e eeuw werd de open ruimte tussen die gebieden (akkers en heide) meer en meer ingevuld, door fabriekscomplexen, door straten met arbeiderswoningen, en ook door nieuwe wijken en verbindingen, zoals (in het plangebied) de Lange Nieuwstraat, de Atelierstraat en de Fraterstraat. Soms volgen die ook nog de structuur van oude paden. De komst en ontwikkeling van het spoor en van de werkplaats in dit gebied betekende een doorbreking van deze organische ontwikkeling. In 1863 wordt de spoorlijn Breda – Tilburg geopend, die de

34

Tilburg ca. 1850: de structuur van lintbebouwing tussen de driehoekige dorpsbrinken (herdgangen) is duidelijk te zien.


structuur van een aantal belangrijke noord-zuid gerichte zandwegen verbreekt. Parallel aan de spoorlijn wordt de latere Spoorlaan aangelegd. Niet lang na de spoorlijn volgt ook een werkplaats voor onder andere locomotieven en rijtuigen. In 1873 wordt aan de Lange Nieuwstraat de Gasfabriek in gebruik genomen. Het complex breidt zich in de loop van de jaren uit en is vanaf 1910 ook verantwoordelijk voor de elektriciteitsvoorziening in de stad. Tot 1955 bepalen kerktorens en fabrieksschoorstenen de skyline van de stad. Ook Theresia (ten noorden van het plangebied) is onderdeel van de oude stad. Kenmerkend zijn de relatief smalle straten en arbeidershuizen uit het begin van de 20e eeuw. Skyline van Tilburg met kerktorens, verschillende fabrieksschoorstenen en de Lochal (bron: regionaal archief Tilburg).

De NS Werkplaats in 1939 gezien vanuit het oosten. (bron: regionaal archief Tilburg).

De NS Werkplaats in 1959 gezien vanuit het zuiden met op de achtergrond de koeltorens van de Gasfabriek (bron: regionaal archief Tilburg).

NAOORLOGSE ONTWIKKELINGEN De uitbreidingen na de Tweede Wereldoorlog hebben een grootschaliger en meer planmatig karakter. Als gevolg van de woningnood en het moderne stedenbouwkundige gedachtegoed doen galerij- en portieketageflats hun intrede, vooral langs de randen van buurten en langs infrastructurele lijnen. Vanaf einde jaren ‘50 wordt een oost-west boulevard (Spoorlaan-Hart van Brabantlaan-Professor Cobbenhagenlaan) gerealiseerd om universiteitsgebied, station en centrum beter met elkaar te verbinden. De aanleg van het hoogspoor rond 1960 versterkt de scheidende werking van het spoor in de stad. Er wordt ook een nieuw stationsgebouw gerealiseerd naar het ontwerp van K. van der Gaast. In de jaren ’60 t/m ‘80 verdwijnt de textielindustrie uit Tilburg. Veel van de voormalige fabrieken worden gesloopt, een aantal is bewaard gebleven en herbestemd. Ook de gasfabriek verdwijnt. De binnenstad wordt vanaf 1975 aangepakt en omwille van nieuwbouw en verkeersdoorstroming wordt veel historische bebouwing vervangen. In de jaren ’90 start de ontwikkeling van de Spoorzone. Langs de Oost-Westboulevard verrijzen drie hoge torens: Interpolis (92 m hoog 1996), Westpoint (143m hoog, 2004) en de Stadsheer (101m hoog, 2006). KADERS / CULTUURHISTORIE

35


Tilburg ca. 1880: Het stratenpatroon is al een stuk uitgebreider dan rond 1850 ( zie pag. 34) (onder meer de Lange Nieuwstraat is aangeduid). Ook zijn de spoorlijn, de eerste complexen aan de Gasthuisring, de eerste bebouwing op de NS Werkplaats en de gasfabriek zichtbaar (bron: regionaal archief Tilburg).

36

Tilburg in 1921: De wijk Theresia is deels gerealiseerd en deels in uitvoering. Het Wilhelminakanaal is aangelegd. Het kloostercomplex aan de Gasthuisring is gegroeid en aan de Lange Nieuwstraat zijn ook enkele gestichten gevestigd. De bebouwing van de gasfabriek en de NS Werkplaats zijn verder uitgebreid (bron: regionaal archief Tilburg).


Tilburg in 1945: Belangrijkste ontwikkeling ten opzichte van de jaren’20 is dat Tilburg verder gegroeid is en de uitbreidingsplannen van de jaren ’20 zijn gerealiseerd (bron: regionaal archief Tilburg).

Tilburg in 1978: Er zijn grootschalige uitbreidingen aan de randen van de stad gerealiseerd. De spoorlijn is opgetild en er is een nieuw station gerealiseerd. Opvallend is dat ook de gasfabriek per spoor bereikbaar is. Rondom de Gasthuisring zijn er gebouwen van het kloostercomplex afgebroken en andere nieuwe gebouwd (o.a. Generalaat van de Fraters) (bron: regionaal archief Tilburg). KADERS / CULTUURHISTORIE

37


3.2 NS WERKPLAATS Na de aanleg van het spoor tussen Breda en ‘s -Hertogenbosch kocht de Staatspoorwegen een groot, parallel aan dat spoor gelegen terrein in Tilburg om daar een werkplaats te ontwikkelen. De regering wilde twee werkplaatsen: voor het noordernet in Zwolle, en het zuidernet in Tilburg. Op deze werkplaatsen werden locomotieven, rijtuigen en wagens onderhouden, hersteld en gefabriceerd. De ruimtelijke ontwikkeling van dit grote Tilburgse complex is in zekere zin atypisch ten opzichte van de oudere textielbedrijven aan en achter de linten. Op de werkplaats zijn een veertigtal gebouwen te vinden. Opvallend is dat vrijwel alle gebouwen op een of andere wijze zijn gekoppeld aan het netwerk van sporen, die in hoofdzaak van west naar oost lopen. Het terrein van de voormalige NS werkplaats te Tilburg behoort tot Nederlands grootste aaneengesloten industriële gebieden, bedoeld voor één bedrijfstak. Het is binnen de typologie van de spoorwegwerkplaatsen de grootste en meest gave eenheid die resteert. In dit opzicht is het gebied uniek te noemen. Daarnaast heeft het gebied een grote cultuurhistorische betekenis voor de historie van het railvervoer in Nederland alsmede voor de stad Tilburg, waar generaties arbeiders werk vonden. Het gebied wordt vanaf de eerste opzet gekenmerkt door een parallelle ligging aan de Spoorlijn, waarbij de spoorvertakkingen aanhaken op verschillende gebouwonderdelen. Kenmerkend is de transversale opzet, waarbij dwarsverbindingen die in de gebouwen aanwezig zijn of waren, aansluiten op de sporen. Op deze wijze kon het productieproces efficiënt worden ingericht. Het huidige karakter wordt verder gekenmerkt door gebouwen uit verschillende perioden. Dit is niet alleen zichtbaar aan de buitenzijde, waar verschillende bouwstijlen en materialen verwijzen naar de invloed van ontwerpers die door de spoorwegen werden ingeschakeld. Het is ook duidelijk zichtbaar wanneer gekeken wordt naar de staalconstructies van de verschillende gebouwen. Het geheel is een ´staalkaart van bouwtechnieken in staal´ die in Nederland de afgelopen 140 jaar, van 1867 tot heden, zijn toegepast. Bij iedere nieuwbouw is de voor die betreffende

38

Luchtfoto uit 1976 van het plangebied met de NS Werkplaats en de verschillende gestichten en het St. Annahof.


1

Houtloods periode modernste bouwmethodiek gebruikt. Omdat het veelal afzonderlijke gebouwen betreft, zijn de constructies veelal ´naast elkaar´ zichtbaar waardoor de ontwikkeling duidelijk is te zien. Dit is voor zover bekend een uniek gegeven in ons land.

2 Deprez

Verensmederij

1867 De eerste gebouwen werd gebouwd, waaronder de Houtloods, het oudste nu nog staande gebouw op het terrein. Koepelhal

Wagenmakerij

1921 Het gebied na de eerste fase. Het Deprez-gebouw, de Verensmederij, de Wagenmakerij en de Koepelhal komen uit deze periode.

3

Polygonale loods

Lochal

4

Ketelhuis 1937 Het gebied na de tweede fase. De Lochal en de Polygonale loods komen uit deze periode.

De eerste bouwfase (1867-1914) op de werkplaats omvat de jaren 1867 tot 1914. De architectuur van deze gebouwen wordt gekenmerkt door de typerende vormentaal die bij meerdere gebouwen van de toenmalige Staatsspoorwegen te zien was. De gebouwen zijn alle opgetrokken uit baksteen, waarbij de gevels verlevendigd zijn met lisenen en lijsten van siermetselwerk. De vensters hebben voornamelijk getoogde of rondboogvormen en zijn voorzien van gietijzeren ramen. De constructies zijn verschillend. Zo heeft gebouw 41 (Bergplaats voor hout), dat het oudste is van bovengenoemde gebouwen, nog een houten spantconstructie, gebouw 92 (Wagenmakerij) heeft een constructie van gietijzeren kolommen waarop een houten sheddakconstructie rust, en gebouw 95 (Wagenmakerij) heeft een constructie van stalen knieboogspanten, wat een moderne constructiemethode was in 1905. De overige gebouwen hebben een traditionele constructie van Polonceau-spanten of een daaraan verwante constructie. De tweede bouwfase omvat de jaren ’30 van de twintigste eeuw. De architectuur van deze gebouwen is volledig anders dan die van de eerste fase en wordt gekenmerkt door het veelvuldig gebruik van glas en staal. De constructie van de gebouwen wordt gevormd door stalen staanders en liggers, waarbij de wanden zijn opgevuld met deels baksteen en deels glas. De daken bestaan uit betonnen platen. Deze gebouwen uit de jaren ’30 worden gekenmerkt door een stalen wandconstructie die deels opgevuld is met baksteen en deels met glas. Bij de bouw van deze nieuwe gebouwen heeft men de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van architectuur gevolgd, welke aansluiten bij de theorieën van het Nieuwe Bouwen over licht, lucht en ruimte.

Huidige situatie. Meedere gebouwen zijn in de afgelopen 50 jaar gesloopt, en slechts enkele zijn nieuw gebouwd, waaronder het Ketelhuis. KADERS / CULTUURHISTORIE

39


Waardestelling NS Werkplaats (bron: Centrale Spoorwegwerkplaats Tilburg, Bouwhistorisch onderzoek in opdracht van de gemeente Tilburg, BOEI, Februari 2008) Nr. 40 41 44 46 50 51 60A 60B 60C 61 63 65 66 67 70

40

Oorspronkelijke functie (‘naam gebouw’, bouwjaar) uitbreiding van hoofdmagazijn (1937) bergplaats voor hout (‘Houtloods’, 1867) wielendraaierij (1937) draaischijf / polygonale (reparatie-) loods (‘draaischijf’ / Polygonale loods’, 1929/1937) IJzergieterij en Stoomketelfabriek Deprez (‘Deprez’, 1878) magazijn (1997) rolwagenspoor (1932) locomotieven-stelplaats (‘Lochal’, 1932) ketelreparatiewerkplaats (‘Lochal’, 1932) testloods (1907/1981) schoonmaakloods (1978) ketelhuis, trafo en kolenbunker (1948) werkplaats electrisch lassen (1932/1944) proeflokaal, koperdraaierij (1913/32) locomotievenwerkplaats I (1867-1943)

76 78 79 80 81 82 83 84 88 90 92 93 95 NS

koperslagerij (1869) segment- en schilderwerkplaats (tussen draaierij en koperslagerij) (1934) draaierij (1868-1934) uitbreiding van nr 79 (1931) medisch centrum (1962) motoren proefstand; was- en kleedruimte (‘Ketelhuis’, 1954) smederij (1868) verensmederij, bankwerkerij (‘Verensmederij’, 1874/1902) draaierij (b.g.) en zadelmakerij en zolder (verdiepingen) (1868/1913) werkplaats voor wagens (vóór 1953 sloop westgedeelte) (‘Wagenmakerij’,1868/1871) wagenmakerij II en bankwerkerij (‘Wagenmakerij’,1891/1602) portiers- en ontvangstruimte (1960) wagenmakerij III (‘Koepelhal’, 1902) stationscomplex van Van der Gaast (1965)

59


De derde bouwfase omvat de periode 1940 tot heden Deze gebouwen zijn typerend voor die periode; de wederopbouw periode en de latere jaren ‘80 fabriekshallen. In deze periode zijn geen bijzondere gebouwen gemaakt die uniek zijn voor deze periode of voor Tilburg. Naast deze hoofdindeling van bouwperiodes zijn veel gebouwen in de loop der decennia veelvuldig gewijzigd en hebben daarom kenmerken van meerdere bouwperiodes. Het huidige terrein van de NS werkplaats is een samenvatting van de gehele geschiedenis van het terrein, vanaf 1867 tot heden. Ook de logistieke structuur met rails, wissels, bovenleidingen, artefacten etcetera is nog zeer goed herkenbaar, vooral omdat het nog tot 2011 is gebruikt. Houtloods, 1867

Wagenmakerij, 1868 Een aantal van de onderzochte gebouwen is van bijzondere waarde door leeftijd, typologie, uniciteit, gaafheid en/of zeldzaamheid. Van belang voor de toekomstige gebiedsontwikkeling is het behoud van de kenmerken van de basisfilosofie van het gebied en de gebouwen. Deze is voortgekomen uit de logica met betrekking tot de aanleg van het spoorwegstelsel en het productieproces. De nog bestaand samenhang van de onderdelen van dit complex (historisch, ruimtelijk, functioneel) is grote en unieke kwaliteit.

Deprez, 1878

Verensmederij, 1902

Lochal, 1932

Polygonale loods, 1937

Ketelhuis, 1954

Door BOEI (nationale maatschappij van behoud, ontwikkeling en exploitatie van industrieel erfgoed) zijn enkele gebouwen aangegeven die uniek zijn vanuit de industrie gezien of in Tilburg. Bouwhistorisch onderzoek leverde meer inzicht op in de monumentale waarden van de diverse onderdelen. Het complex is als geheel uniek, inclusief het logistieke systeem met rails, infrastructuur, kranen e.d. Op basis van een landelijke waarderingssysteem is op een plattegronden aangegeven welke onderdelen van dat complex bepaalde waarden hebben.

KADERS / CULTUURHISTORIE

41


3.3 KLOOSTERGEBIED Naast de duidelijke aanwezigheid van industrie in Tilburg is ook religie met onder meer de stichting van diverse kloosters kenmerkend voor de stad. In de 19e eeuw werden er door pastoor en later bisschop Joannes Zwijsen congregaties opgericht in Tilburg. Ook in het gebied rondom de Gasthuisstraat en de Lange Nieuwstraat bevond zich een groot conglomeraat van religieuze bebouwing. Aan de Gasthuisstraat bevonden zich onder andere de kloosters van de Fraters van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid (Fraters van Tilburg) en de Zusters van Liefde Van Onze Lieve Vrouw van Barmhartigheid (Zusters van Liefde van Tilburg), het ziekengasthuis en een weeshuis met drukkerij. In de loop van de jaren groeide het kloostercomplex aan de Gasthuisring steeds verder uit en eind 19e eeuw werden er ook instellingen met name voor de zorg aan de Lange Nieuwstraat gesitueerd. Hier (in plangebied) bevonden zich grote religieuze instellingen (onder meer op het voormalige MTS terrein). Hiertoe behoorde het Clarissenklooster en enkele instellingen voor de zorg van ouderen, zieken en armen. De eerste gebouwen horend bij het klooster ‘Fraters van Tilburg’ zijn in 1854 gebouwd. In de laatste 160 jaar zijn hier veel gebouwen bij gekomen en ook (weer) gesloopt. In 1888 is de eerste bebouwing gekomen op het plangebied; het Sint Josephgesticht. Hier werden ouderen verzorgd door de nonnen van de Zusters van Liefde van Tilburg. Hierna volgde het Sint Rochusgesticht in 1894, bedoeld voor de verzorging van mensen met besmettelijke ziekten. Het Sint Rochusgesticht hoorde bij het Sint Josephgesticht. En tenslotte werd in opdracht van de regenten van het RK Gasthuis tussen 1927 en 1929 naar een ontwerp van architect François de Beer het Sint Annahof gebouwd voor de verzorging van oudere echtparen.

Kaart uit 1880 (bron: regionaal archief Tilburg).

1 2

Kaart uit circa 1921 (bron: regionaal archief Tilburg).

1 2

1. Clarissenklooster 2. Sint Josephgesticht 3. Sint Rochusgesticht 4. Sint Annahof

42

3

Kaart uit circa 1945 (bron: regionaal archief Tilburg).

4

3


Een groot deel van dit plangebied is ook destijds onbebouwd geweest. Het waren tuinen horend bij het klooster en hierbij bij de gestichten. Het gebied kenmerkte zich (zoals op de luchtfoto uit 1933 te zien is) door bebouwing dat zich concentreerde rondom een hofje. De gevels waren opgebouwd uit baksteen met siermetselwerk en decoratieve lateien. Er zat een zadeldak op met af en toe een dakkapel. Nagenoeg alle aan het klooster gerelateerde bebouwing, inclusief bijbehorende moes- en siertuinen, is nu verdwenen. Alleen het Generalaat van de Fraters uit 1963 aan de Gasthuisring en de Medeklinkert (voormalig St. Annahof) herinneren nog aan het de aanwezigheid van deze congregaties in het gebied. Aan de noordzijde van de Lange Nieuwstraat staat ook het slotklooster van de Clarissen-coletinen (1889-1989). Tot 1989 was het klooster door de zusters in gebruik. Vanaf 2004 heeft het gebouw een nieuwe functie gekregen en momenteel is het klooster in gebruik als studentenwoningen en is de kapel te huren voor bijeenkomsten. De Lange Nieuwstraat is in 1870 aangelegd. Het was bedoeld als noordelijke tegenhanger van de Spoorlaan, met belangrijke gebouwen en villa’s. De straat heeft nooit de bedoelde centrumfunctie gekregen als bij de aanleg het doel was. Dit doordat het spoor en de werkplaats als te grote barrière werkte. De werkplaats werd tot circa 1926 aan de noordzijde begrenst door de Atelierstraat, met name aan oostzijde stonden veel arbeiderswoningen.

Luchtfoto uit 1933.

De tuin horend bij het St.Josephgesticht, met op de achter grond dit gesticht (bron: regionaal archief Tilburg).

De Lange Nieuwstraat, 1908 met links het St. Josephgesticht en rechts de toren van het Clarissenklooster (bron: regionaal archief Tilburg).

KADERS / CULTUURHISTORIE

43


44

Schrootopslag Atelierstraat 1939 (bron: regionaal archief Tilburg).


4

MILIEU EN VERVOER Voor De:Werkplaats is milieu en duurzaamheid een belangrijk thema. In dit hoofdstuk komen de ambities en uitgangspunten ten aanzien van onder meer energievoorziening, klimaat en geluid aan de orde. Door de ligging van De:Werkplaats parallel aan de spoorlijn is ook externe veiligheid een belangrijk thema. Paragraaf 4.2 gaat in op de bodemverontreiniging van het terrein en geeft een aanzet voor de saneringsaanpak. De:Werkplaats ligt op en rond de OV-knoop. Ook zal er een nieuwe weg door het plangebied aangelegd worden, die onderdeel uitmaakt van de hoofdontsluitingsstructuur van Tilburg. Het thema ‘mobiliteit’ is dan ook zeer relevant voor De:Werkplaats en komt aan bod in dit hoofdstuk.


46


4.1 MILIEU EN DUURZAAMHEID VISIE

ENERGIE

De Gemeente Tilburg heeft de ambitie om in de toekomst energieneutraal te zijn. Als onderdeel van de stad, past deze ambitie ook voor De:Werkplaats. Momenteel wordt een visie ontwikkeld ten aanzien van de nadere invulling van de duurzaamheid in De:Werkplaats, waarbij alle verschillende aspecten tevens worden afgezet tegen de financiële haalbaarheid en uitvoerbaarheid. In de visie wordt gestreefd naar zoveel mogelijk gesloten kringloop van afval-, materiaal- en energiestromen. Daarnaast vormen een goede leefbaarheid en gezondheid belangrijke aandachtspunten bij de herontwikkeling van De:Werkplaats.

Om de ambitie te kunnen bereiken wordt in grote lijnen uitgegaan van het zoveel mogelijk beperken van de energievraag, bijvoorbeeld door gunstige zonoriëntatie en het zodanig ontwikkelen van gebouwen dat die zo weinig mogelijk energie vragen. Vervolgens wordt gekeken hoe de resterende energievraag duurzaam kan worden ingevuld. Bij het ontwerp van de gebouwen, de installaties en de energieopwekking dient zoveel mogelijk rekening te worden gehouden met mogelijke functiewijzigingen en de (toekomstige) toepassing van duurzame maatregelen. Duurzaamheid houdt immers ook in grote mate flexibiliteit in.

Onderstaande GPR-scores zijn leidend bij de uitwerking van de verschillende bouwplannen.

Concreet wordt aan de volgende mogelijkheden gewerkt bij het nastreven van energieambitie:

Module

Warmte Koude Opslag (WKO) Uit eerdere studies is gebleken dat een gebiedsgerichte WKO een goede basis kan vormen voor een duurzame energievoorziening. Het zal echter noodzakelijk zijn om aanvullende maatregelen te treffen. Door zongerichte oriëntatie van functies kan de warmtebehoefte verlaagd worden. In overleg met het waterschap zal onderzocht worden op welke wijze warmte teruggewonnen kan worden uit afvalwater door gebouwgebonden, dan wel gebiedsbrede warmte terugwinning. Aanvullend warmtetekort, vooral voor warm tapwater kan aangevuld worden met warmtepompen. Voor de opwekking van de benodigde elektriciteit hiervoor wordt deelgenomen aan het in ontwikkeling zijnde windmolenpark aan de Noordzijde van Tilburg. Daarnaast zal de inzet van PV in gevels en daken op economische haalbaarheid worden onderzocht. Een eerste begin is hier mee gemaakt met de zonnepanelen op Hal 92 van De:Werkplaats.

Kantoren

Onderwijs

Energie

Woningbouw 8.4

8.1

8.2

Milieuzorg

8.2

7.0

7.8

Gezondheid

8.2

8.1

8.8

Gebruikskwaliteit 8.7

8.6

8.8

Toekomstwaarde

8.7

8.8

8.7

Spoorzone Energiebedrijf Afstemming van de diverse energiemaatregelen vraagt om een gebiedsbrede regie. Onderzocht wordt of het wenselijk is voor de ontwikkeling en exploitatie van de verschillende energieprojecten een gezamenlijke onderneming op te richten: Spoorzone Energie. Het doel van deze entiteit is het initiëren, ontwikkelen en exploiteren van duurzame energieprojecten waarbij een optimale energetische en economische afstemming kan plaatsvinden tussen de verschillende deelprojecten. De projecten die onder Spoorzone Energie kunnen vallen zijn bijvoorbeeld de ontwikkeling en exploitatie van de zonnepanelen op de daken binnen de Spoorzone en de ontwikkeling en exploitatie van WKO. Dit onderzoek zal nauw afgestemd worden met een al lopend onderzoekstraject om te komen tot een regionaal bedrijf voor duurzame energievoorzieningen (Midden Brabants ontwikkelingsmaatschappij voor energie en duurzaamheid MOED). Hierbij zullen ook nadere partners betrokken worden als energie- en nutsbedrijven en het waterschap. Intelligent elektriciteitnetwerk Een intelligent netwerk is benodigd om de zelf opgewekte elektriciteit op een optimale wijze daar te leveren waar dat nodig is, ter voorkoming van transportverlies en extra kosten. Een lokaal slim netwerk op wijkniveau kan worden aangevuld met domotica, die op gebouwniveau energiestromen regelt. Hierdoor krijgt de bewoner inzicht in de energetische gevolgen van zijn handelen, wat al leidt tot energiebesparing, en kan er gestuurd worden op verdere energiebesparende maatregelen.

KADERS / MILIEU EN VERVOER

47


48


KLIMAAT

EXTERNE VEILIGHEID

De:Werkplaats wordt klimaatbestendig ontwikkeld; dit betekent dat de ontwikkeling zodanig moet zijn dat rekening wordt gehouden met de lokale effecten van de klimaatverandering (hitte in de stad, extremen in het weer).

De:Werkplaats is gelegen in het werkingsgebeid van het bestemmingsplan Spoorzone (2008). Voor dit bestemmingsplan is onderzoek gedaan naar de effecten op gebied van Externe Veiligheid van de voorgenomen bebouwing. Hierbij is als uitgangspunt gehanteerd een contour voor het plaatsgebonden risico van 29m1 gelegen uit het buitenste spoor. Deze contour vloeide voort uit de vervoersgegevens geldende per 2003, en zijn door de gemeenteraad vastgelegd in haar besluit “Koersen op Veilig” uit 2008. In het Masterplan is deze contour aangehouden als grens waarbinnen geen gevoelige bestemmingen mogen worden gerealiseerd. Daarnaast werd een overschrijding van het groepsrisico geconstateerd. Op basis van in het bestemmingsplan aangenomen bouwprogramma naar aard en ligging is deze overschrijding geaccepteerd door de gemeenteraad waarbij aangegeven is dat per bouwplan de nodige maatregelen getroffen moeten worden ter verantwoording van deze overschrijding (ondermeer eisen ten aanzien van vluchtroutes, bereikbaarheid spoor voor brandweer, geen functies met beperkt zelfredzame personen in invloedgebied e.d.).

GELUID De:Werkplaats kent een hoge belasting met geluid van autoverkeer en de spoorweg. Aan de zijde van de spoorweg is in grote delen van het gebied sprake van overschrijding van voorkeurs- en hogere ontheffingswaarden. Binnen de zogenaamde GES methodiek gaat het gemeentelijk beleid ten aanzien van geluidsoverlast er vanuit dat er voor de woningen op een dergelijke locatie op gebouw niveau maatregelen dienen te worden getroffen. Dit betekent dat de woning minimaal een geluidsluwe zijde kent en een geluidsluwe buitenruimte. Een geluidsluwe buitenruimte op korter dan 50m1 of een parkvoorziening op minder dan 500m1 kan een alternatief bieden. De stevige bebouwing ten zuiden van de Burg. Brokxlaan heeft een belangrijke afschermende werking voor het achterliggende gebied. De hovenstructuur maakt de vorming van geluidsluwe buitenruimten en gevels aan die zijden mogelijk. Voor de hoogteaccenten, uitstijgende boven de basisblokhoogte van rond de 20m1, zullen gebouwmaatregelen nodig zijn om de gewenste geluidskwaliteit te bereiken. Voor het gehele gebied zal een akoestisch model worden gemaakt.

Inmiddels is door de tweede kamer nadere besluitvorming aan de orde geweest over de vervoersstromen over het spoor en de gevolgen opgebied van externe veiligheid. Op basis van vervoersplafonds, vastgelegd in het zogenaamde basisnet zijn nieuwe berekeningen gemaakt ten aanzien van plaatsgebonden risico en groepsrisico. De plaatsgebonden risicocontour is in principe teruggebracht tot een grens gelegen op buitenkant van de spoorbundel. De gemeente heeft deze nog niet doorvertaald in geactualiseerd gemeentelijk beleid. Wat betreft het groepsrisico is wederom geconstateerd dat er ook bij invoering van de vervoersplafonds van het basisnet een overschrijding van de oriënterende waarde voor het groepsrisico aan de orde is. Door verschillen in rekenmodel bij vaststelling van het bestemmingsplan en de rekenwijze voor het basisnet ligt de exacte overschrijding nog niet vast. Op dit moment wordt hieraan gerekend middels het opnieuw vaststellen van de referentie en berekening op basis van het nu voorliggende Masterplan. Hierbij wordt tevens onderscheid gemaakt naar de gevolgen bij het wel en niet realiseren van een grote campuscluster in De:Werkplaats. Afhankelijk van de resultaten van de nadere berekeningen zullen nadere conclusies worden getrokken en zal hier nader overleg worden gevoerd met het Rijk.

KADERS / MILIEU EN VERVOER

49


50


4.2 ONDERGROND BODEM

GRONDWATER

Door de lange historie van bijna 150 jaar NS-terrein is de bodem van het plangebied van De:Werkplaats door de diverse bedrijfsprocessen op verschillende plekken vervuild geraakt. De aanpak van nu nog aanwezige vervuiling richt zich op het wegnemen van de risico’s van de aanwezige bodemverontreiniging in relatie tot het toekomstige gebruik en de toekomstige inrichting van het gebied.

Diverse bedrijfsprocessen van de NS hebben naast een grondverontreiniging ook tot een grondwaterverontreiniging geleid. De Stichting Bodemsanering NS (SBNS) heeft in de periode 1998 – 2008 diverse maatregelen doorgevoerd om deze risico’s te verminderen en weg te nemen. Hiertoe zijn enkele kernen van grondverontreinigingen gesaneerd en op diverse plaatsen in-situ saneringen uitgevoerd die de concentraties aan verontreinigingen hebben teruggebracht. Het diepere grondwater is eveneens in zekere mate actief gesaneerd.

GESLOTEN GRONDBALANS Uit de rapportage van TTE (Saneringsvisie NS Revisieterrein Tilburg, 12 december 2008) was al gebleken dat veel grondverzet en in het bijzonder afvoer van verontreinigde grond leidt tot zeer hoge saneringskosten. Ten einde het grondverzet en afvoer te beperken en daarmee de financiële haalbaarheid van het plan te vergroten, wordt er in het Masterplan zo min mogelijk onder het huidige maaiveldpeil gebouwd. Dit betekent dat het aanleggen van ondergrondse parkeerfaciliteiten zoveel mogelijk wordt beperkt. Daarnaast dient de kwaliteit van de grond in het openbare gebied - kabels en leidingstroken, groenvoorzieningen e.d. afgestemd te worden op de toekomstige functie. Dit alles leidt er toe dat nog de nodige hoeveelheid verontreinigde grond verplaatst zal worden. Door een goede afstemming tussen grondwerkzaamheden met inbegrip van de Burg. Brokxlaan kan onnodig grondverzet en grondafvoer worden voorkomen. Doel van de integrale saneringsaanpak is het waar mogelijk realiseren van een gesloten grondbalans; aan- en afvoer van grond zoveel mogelijk voorkomen.

AANPAK Ten tijde van het schrijven van voorliggend Masterplan wordt nog nader invulling gegeven aan de te hanteren saneringsaanpak. In samenspraak zullen de randvoorwaarden en uitgangspunten voor de sanering en de mogelijkheden voor het herschikken van grond nader worden uitgewerkt en omschreven. Tevens zal nader worden gekeken naar een zo efficiënt mogelijke sanering in relatie tot hergebruik van geschikte grond binnen het plangebied en de beoogde ontwikkelingsplanning. Bij de uitwerking van de saneringsaanpak zal ook worden ingaan op de in het Masterplan voorgestelde ontwikkelingsfasering. De:Werkplaats is als onderdeel van de grotere Spoorzone opgenomen in de Crisis en Herstelwet, voor de aanpak van vervuilingen in de grond en het grondwater in De:Werkplaats geeft dit meer mogelijkheden om een gebiedsgerichte aanpak te formuleren waarbij de samenhangende gevallen integraal worden bekeken.

KADERS / MILIEU EN VERVOER

51


HEMELWATER

ONTVLECHTING

Het Masterplan voorziet er in om het hemelwater dat in dit gebied neerkomt niet ter plaatse te infiltreren in de bodem. Om te kunnen voldoen aan het beleid om hemelwater zoveel mogelijk in de bodem te brengen, wordt het hemelwater in het gebied opgevangen, zoveel mogelijk in onder meer groenvoorzieningen tijdelijk vastgehouden en vertraagd afgevoerd naar aangewezen inundatiegebieden aan de rand van Tilburg, dit alles volgens het gemeentelijk plan Blauwe Aders.

Met het oog op de voortvarende realisatie van het Masterplan en de gemeentelijke wens om het Tilburgse Cityring-systeem te voltooien, zal de aanleg van de Burg. Brokxlaan al in 2012 worden uitgevoerd. Het tracé is geprojecteerd over o.a. het bestaande ketelhuis dat naast de verwarming van diverse gebouwen ook een belangrijk schakelpunt voor nutsvoorzieningen is. Vanuit het ketelhuis lopen diverse nuts en stoomleidingen het plangebied in waarbij deze het tracé van de Burg. Brokxlaan kruisen, dit betekent dat er in een vroeg stadium al veel aan infrastructuur voor de bestaande gebouwen afgesloten of aangepast dient te worden.

WARMTE KOUDE OPSLAG (WKO) IN COMBINATIE MET SANERING Naast het leveren van warmte en koude kan een WKO-systeem ook fungeren als saneringssysteem, door bijvoorbeeld het toevoegen van een substraat, of door gebruik te maken van een actief koolfilter. Het systeem kan ook dienen als beheersing van het grondwater. Voor de Spoorzone is onderzoek (Unica Ecopower, Tauw, Innoforte - Spoorzone Tilburg ontwerp & businesscase WKO, 26 oktober 2010) gedaan naar de mogelijkheden van de toepassing van WKO in combinatie met verontreinigingsbeheersing. In het voorgestelde ontwerp wordt gekozen voor het oppompen en zuiveren van een deel van het grondwater door de WKO.

ONDERGRONDSE INFRASTRUCTUUR Het gebruik van het plangebied als NS-Werkplaats heeft er in combinatie met diverse uitbreidingen en aanpassingen in de afgelopen decennia voor gezorgd dat er een omvangrijk bovengronds én ondergronds infrastructuurnetwerk aanwezig is. In het traject dat aan het opstellen van het Masterplan voorafgegaan is, is bureauonderzoek gedaan en zijn diverse kaarten van zowel de Gemeente Tilburg als Nedtrain over elkaar heen gelegd en geanalyseerd. Naast een fijnmazig elektriciteitsgas en (vuil)waternetwerk zijn stoomleidingen en een omvangrijk datanetwerk aanwezig.

52

AANLEG NUTSTRACÉ Bij aanleg van de Burg. Brokxlaan zal, net als het hoofdriool, het hoofdtracé met nutsonderdelen aangelegd dienen te worden. Door het combineren van werkzaamheden valt in de uitvoering een groot voordeel te behalen dat tevens overlast voor de bouw, het verkeer en de (toekomstige) bewoners beperkt.


4.3 MOBILITEIT VERKEER EN VERVOER In het Masterplan wordt voor De:Werkplaats concreet invulling gegeven aan het beleid van de gemeente op gebied van verkeer en vervoer. De hoofdlijnen hiervan zijn beschreven in het Tilburg Verkeers- en Vervoersplan (TVVP), gemeente Tilburg, 2003. Dit heeft als basis gediend voor de hoofdontsluitingsstructuur van de binnenstad, verder vormgegeven in Masterplan Binnenstad, gemeenten Tilburg, 2003. Adequate autobereikbaarheid waarbij overlast door overmatig sluip- en zoekverkeer voorkomen wordt,doorstroming op de hoofdaders en ruim baan voor andere vervoersmodaliteiten als fiets en bus zijn hierbij uitgangspunt.

OPENBAAR VERVOER De Spoorzone ligt op en rond het centraal stedelijke knoop van Openbaar Vervoersvoorzieningen: Treindiensten, de HOVExpresselijnen van de stadsdiensten en de streeklijnen en de Regiotaxi voor vervoer van deur tot deur. Samen met de provincie en de andere grote Brabantse steden (Brabantstad) streeft Tilburg (o.a. in OV-netwerk BrabantStad verband) naar een verdere verbetering van het stads- en regionaal openbaar vervoer en betere treinverbindingen. Treinverkeer De aanwezigheid van het NS-Station betekent een belangrijke vestigingsplaatsfactor voor nieuwe bewoners, werkgelegenheid en andere activiteiten in de Spoorzone. Tegelijk met de gebiedsontwikkeling wordt gewerkt aan verbetering van capaciteit en functionaliteit van het station. Een van de belangrijkste ontwikkelingen hierbij is het station bereikbaar maken vanuit de Noordzijde. De gemeente Tilburg is in samenwerking met Prorail en NS bezig met een nieuwe stationpassage. Een directe verbinding van noord naar zuid door het station geeft het station een volwaardige tweezijdige oriëntatie zodat het station van beide zijden goed ontsloten is. Deze doorgang zal zo ontworpen worden dat deze verbinding als een 24-uurs toegankelijke interwijk-verbinding kan dienen. In deze opgave streven partijen ook vooruitlopend op de te

verwachten uitbreiding van het aantal treinreizigers een 4e perron te realiseren. Ook zullen in de nieuwe bebouwing van de entree en 4e perron één of meerdere fietsstallingen worden gerealiseerd, afgestemd op de aan deze zijde te verwachten reizigersstromen. Busverkeer Pal ten westen van het treinstation aan de zuidzijde van het spoor ligt het huidige busstation. Dit busstation kan in de huidige vorm niet voldoen aan toekomstige eisen onder meer wat betreft de capaciteit. Ook het reizigerscomfort en verkeersveiligheid zijn niet optimaal. In diverse ruimtelijke en verkeerskundige onderzoeken zijn de mogelijkheden naar de verbetering van capaciteit en ligging van het busstation verkend. Hieruit is gebleken dat uitbreiding op de huidige locatie de meest optimale oplossing is om te voldoen aan de gewenste en noodzakelijke toekomstige capaciteit. Uitgangspunt hierbij is streek en stadsvervoer vanwege gemak voor de gebruiker bij elkaar te houden op één locatie. Voor De:Werkplaats betekent dat er geen busstation binnen het plangebied ingepast hoeft te worden. Wel zal bij de vormgeving van de Burg. Brokxlaan rekening worden gehouden met voldoende doorstroming voor de buslijnen komende uit het noordoosten van de stad. Deze zullen via de Burg. Brokxlaan hun weg vinden naar het ten zuiden van het spoor gesitueerde busstation wanneer de Cityring voltooid is. Ter hoogte van het station zal voor deze laatst genoemde buslijnen een uitstaphalte komen voor overstappers van de bus naar de trein. Taxi en kiss&ride De belangrijkste taxistandplaats zal gehandhaafd blijven op haar huidige locatie ten zuiden van het station. Omdat de nieuwe noordelijke toegang van het station een volwaardige stationsentree wordt zal ook hier ruimte worden geboden voor taxivoorzieningen en kiss&ride-voorzieningen.

KADERS / MILIEU EN VERVOER

53


Hoofdontsluitingsstructuur voor autoverkeer in Tilburg

54


AUTOVERKEER Een belangrijk onderdeel van het TVVP is het Bereikbaarheidsplan Binnenstad. Uitgangspunt hierbij is het vanaf de ringbanen ontsluiten van het centrum via twee ‘inprikkers’ en het aanleggen van de Cityring met toepassing van éénrichtingsverkeer. De Burg. Brokxlaan vormt als belangrijke ondersteuner van de Cityring ook de ontsluiting van De:Werkplaats. Deze hoofdontsluitingsweg zal uitgevoerd worden als een 50-km weg. De autotoegankelijkheid van het gebied kenmerkt zich door de Burg. Brokxlaan die het gebied van oost en west doorkruist. Het profiel is uitgevoerd in 2+1 rijbaan met een brede groene middenberm. Tevens zijn over de volle lengte aan weerzijde servicestroken aanwezig. Deze doen wisselend dienst als uitvoegers, parkeergelegenheid, laad- en losmogelijkheid en dergelijke. Voor dimensionering van de Burg. Brokxlaan wat betreft capaciteit voor autoverkeer is het actuele stedelijke verkeersmodel maatgevend geweest. In dit model is de nieuwe hoofdverkeersstructuur, zoals deze na voltooiing van de Cityring aanwezig zal zijn, als uitgangspunt gehanteerd. Verder is een doorkijk gemaakt naar de te verwachten autobewegingen na voltooiing van het complete bouwprogramma voor de Spoorzone en overige relevante gebiedsontwikkelingen in het stedelijk gebied. Uit deze berekeningen is naar voren gekomen dat volstaan kan worden met genoemde twee rijbanen. Voorwaarde hierbij is dat er voldoende doorstroming mogelijk is door beperken van het aantal kruisende bewegingen. De genoemde brede middenberm met een centrale keermogelijkheid nabij het station maken dit mogelijk. Bijzonder aandachtspunt vormt nog de bereikbaarheid van De:Werkplaats voor groter vrachtverkeer. Door de beperkte doorrijhoogte onder de Spoorviaducten NS-plein, Gasthuisring en St. Ceciliastraat kan groter vrachtverkeer alleen via het stadsdeel Oud-Noord het gebied benaderen. Hierdoor heeft voornoemde keerlus extra maat nodig. Onderzocht wordt of het mogelijk is om de bestaande viaducten te verdiepen zodat ook het vrachtverkeer via de voorkeursroutes over de inprikkers het gebied kan bereiken. Gelet op het dominante woonprogramma zal het vrachtverkeer overigens beperkt zijn.

Bij de verdere verkeerskundige en ruimtelijke uitwerking is ervoor gekozen een onderscheid te maken tussen een duidelijke hoofdontsluiting (Burg. Brokxlaan) en toegangsmogelijkheden naar de diverse bouwblokken en de parkeergarages. De toegangswegen zijn dan ook duidelijk secundair en zullen ook een andere inrichting krijgen dan het profiel van de Burg. Brokxlaan. De openbare ruimte tussen bebouwing en spoor is autotoegankelijk, maar het gebied zal voornamelijk dienst doen als langzaam verkeerruimte. De inrichting van dit gebied zal ook bijpassend zijn, mogelijk een erfstructuur. Verkeersregelinstallaties in De:Werkplaats zullen alleen toegepast worden waar noodzakelijk. Uiteraard zal adequate bewegwijzering een nader onderdeel vormen van uitwerking van het Masterplan.

KADERS / MILIEU EN VERVOER

55


Fietsroutes in Tilburg.

56


LANGZAAM VERKEER

Fietsers Dwars door het gebied wordt de nog ontbrekende verbinding tussen de oostelijk en westelijk gelegen sternet fietsroutes gemaakt. In de Burg. Brokxlaan worden aan weerszijde vrijliggende fietspaden toegepast. Op deze wijze wordt het gebied voor fietsers goed aangesloten op de sternetroute komende uit de Reeshof, (oud)Noord en binnenstad. Naast de hoofdverbinding (oost-west) middels de Burg. Brokxlaan zijn in het Masterplan meerdere noord-zuid verbindingen langs de bouwblokken opgenomen, waardoor directe (fiets)verbindingen met Theresia mogelijk zijn. Een belangrijke hierbij is de route door de nieuwe Willem II-passage. Deze passage zal een belangrijke verbinding met de binnenstad vormen voor fietsers. Tevens is ook de fietsenstalling ter plaatse van het station goed te bereiken. Voetgangers De ambitie om een centrumstedelijk milieu te creëren en de centrale ligging nabij het station, zorgen ervoor dat er binnen het gebied veel voetgangers zullen zijn. Niet alleen de mensen die er wonen of werken, maar ook treinreizigers, bezoekers van de voorzieningen, studenten en scholieren. Binnen het Masterplan is gekozen om twee oost-west routes te creëren. De hoofdstructuur is gelegen aan de Burg. Brokxlaan, deze wordt dan ook uitgevoerd met brede stoepen (4 meter aan werkplaatszijde en 3 meter aan de zijde van Theresia). De tweede route ligt aan de spoorzijde, aan deze zijde wordt duidelijk een voorkant in de bebouwing gecreëerd. Hier kunnen voetgangers richting het station gaan, richting binnenstad door de WillemII passage of langs de Koepelhal richting het NS-Plein en De Heuvel lopen. Binnen de bouwblokken zijn een aantal informele noord-zuid routes opgenomen. Deze zorgen onder meer voor een vervlechting met de bestaande wijk Theresia als een zogenaamd dwaalmilieu. De brede groene middenberm op de Burg. Brokxlaan bevordert de oversteekbaarheid van deze weg,

dit zal op de meeste plaatsen zonder verkeerslichten mogelijk zijn. Wat betreft de toegankelijkheid voor mindervaliden zal bij de nadere uitwerking overleg aangegaan worden met de stichting Zet(open), adviseur in de stad Tilburg op dit gebied.

PARKEREN Voor dimensionering van de benodigde parkeervolumes in het Masterplan is een globale norm van 1 parkeerplaats per 70m2 functioneel programma aangehouden. Toetsing van het zo bepaalde aantal parkeerplaatsen bij een fictieve programmainvulling aan het vigerend parkeerbeleid van de gemeente Tilburg toont aan dat dit een bruikbare vuistregel is voor deze planfase. Bij de daadwerkelijke nadere invulling van het programma met concrete bouwinitiatieven zal voldaan worden aan de passende parkeernormen. Gebouwde parkeervoorzieningen zijn kostbaar, kosten veel ruimte en roepen mogelijk extra automobiliteit op. Daarom zal op basis van de normen en de specifieke locatiegegevens (type programma, nabijheid openbaar vervoer) een nadere strategie en invulling voor het wenselijke parkeervolume worden opgesteld. Uitgangspunten hierbij zullen zijn: • Bewoners/vaste gebruikers parkeren binnen de blokken, hiervoor is een norm van 1 parkeerplaats per 100m2 functie aangehouden. De overige parkeerruimte (voortvloeiende uit het totaal - gemiddelde van 1 parkeerplaats per 70m2) zal gerealiseerd worden in openbare bezoekersgarages. • Bezoekers parkeren in een drietal openbare garages, met adequate spreiding en loopafstand tot functies in het gebied. • Maaiveldparkeren zal beperkt zijn tot betaald kort parkeren in de servicestroken aan de Burg. Brokxlaan.

Overige aandachtspunten: • Bij de bezoekersgarage aan de Westzijde van het gebied zal tevens rekening worden gehouden met een benodigde openbare parkeervolume van 70 plaatsen voortvloeiende uit de mogelijke realisatie van een nieuwe moskee aan de Stedekestraat (wijk Theresia). • Nadere analyse op de mogelijkheden van dubbelgebruik opdat een zo optimaal mogelijke bezetting van te realiseren parkeergarages wordt verkregen. • Nadere analyse op normstelling voor met name kleinere wooneenheden, mede in het licht van de aanwezigheid van goede openbaar verkeersvoorzieningen en mogelijke alternatieven (deelauto’s). • Flankerend parkeerbeleid (m.n. parkeerregulering) voor de omgeving teneinde parkeeroverlast vanuit de nieuwe functies op de bestaande woonomgeving te voorkomen.

MOBILITEIT IN DE TOEKOMST Het centrumstedelijk karakter met de hoge bebouwingsdichtheid en de directe nabijheid van openbaar vervoer maakt het gebied bijzonder aantrekkelijk voor toepassingen van concepten als greenwheels. Dit is bovendien een concept dat bijzonder goed past bij de beoogde doelgroepen in het gebied. De betaalbaarheid, de frequentie van autogebruik en het direct beschikbaarheid van greenwheels zullen bij verder conceptuitwerking een extra plus in mobiliteit kunnen brengen. Zo ook zal bij verder uitwerking rekening gehouden moeten worden met voorzieningen voor elektrische auto’s en kan een directe verbinding met de universiteit (T-rail) tot de mogelijkheden bestaan.

KADERS / MILIEU EN VERVOER

57



DEEL

B

BASISPLAN


60

Locomotiefstelplaats 1970 (bron: regionaal archief Tilburg).


5

ONTWIKKELVISIE Uitgangspunten en ambities ten aanzien van te realiseren functies, programma’s en doelgroepen voor De:Werkplaats komen in de Ontwikkelvisie aan de orde. Ook gaat de Ontwikkelingvisie in op de periode waarin de huidige NS Werkplaats geleidelijk zal transformeren tot een nieuw en dynamisch stuk binnenstad in Tilburg. Er wordt ondermeer aangegeven met welke onderdelen de ontwikkeling zal starten en wat mogelijkheden zijn voor tijdelijk gebruik gedurende de transitieperiode.


62


TRANSITIEPERIODE

TIJDLIJN

De periode tussen het in functie zijn als werkplaats voor treinen tot de wording van een nieuw centrumgebied is de zogenaamde transitieperiode die wordt gekenmerkt door een afwisselend, creatief gebruik van het terrein en de (nog) aanwezige gebouwen. Deze geleidelijke verandering van het gebied loopt totdat de nieuw te realiseren delen genoeg massa hebben om zelf het gebied te kleuren. Dit neemt enkele jaren in beslag. Deze periode is echter van groot belang om het gebied alvast bekendheid te geven, er levendigheid te krijgen zodat het geen verlaten gebied wordt. Vanaf het begin is het duidelijk: hier gaat iets gebeuren!

Direct na het verhuizen van het laatste materieel van Nedtrain wordt het gebied opengesteld. Er zal meteen een begin gemaakt worden met de aanleg van de Burgemeester Brokxlaan die dwars door het gebied loopt en in twee richtingen de verbinding vormt tussen het NS-plein en de Gasthuisring. Met de realisatie van deze laan is het gehele gebied vanaf het begin goed ontsloten, ook voor de allereerste ontwikkelingen.

Het doel is om in de periode van transitie het gebied open te stellen voor de stad en haar bewoners zodat de aanwezige ruimte echt een deel van de stad wordt. Creativiteit en vernieuwende concepten krijgen hier de ruimte ontdekt te worden en zich te bewijzen. Succesvolle concepten die hun levensvatbaarheid bewezen hebben kunnen ook na de transitie op De:Werkplaats doorgroeien.

Er wordt snel gestart met de verbouwing van het centraal station, waarbij er ook aan de zijde van De:Werkplaats een royale entree komt. Hiermee ontstaat een station met twee voorkanten. Het station is daarmee straks voor voetgangers een belangrijke verbinding tussen de binnenstad en Tilburg Noord / Theresia. Bovendien krijgt ook de Willem II straat een verbinding met het gebied door een nieuw te realiseren passage onder het spoor voor fietsers en voetgangers . Deze bereikbaarheid van De:Werkplaats is van essentieel belang voor het tijdelijke gebruik van het gebied. Er komen ruimten voor festiviteiten, culturele activiteiten en andersoortige gebruik, denk bijvoorbeeld aan uitbreiding van de Tilburgse kermis. Maar ook voor de Hall of Fame is er tijdelijk ruimte gereserveerd en er zijn er volop mogelijkheden voor startende ondernemers.

BASISPLAN / ONTWIKKELVISIE

63


FUNCTIEMIX

64

en sociaal-culturele functies voorzieningen, in de plinten van de gebouwen is ruimte gereserveerd voor kleinschalige commerciële voorzieningen. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld kantoorachtige voorzieningen als een makelaardij, reisagentschap, uitzendbureau, sportvoorziening, kantoor aan huis, fysiotherapie e.d.. Daarnaast kan er gespecialiseerde detailhandel plaatsvinden die aanvullend is en niet concurrerend is met voorzieningen in de binnenstad.

Ook voor de toekomst na de transitieperiode wordt gestreefd naar een ruime mix van bij het gebied passende functies. Een goede mix is van grote waarde om de gewenste stedelijkheid en levendigheid op De:Werkplaats te krijgen. Er is voldoende ruimte voor stedelijke functies die vanwege de schaal in de huidige binnenstad geen passende ruimte kunnen vinden. De hoge dichtheid en de daarbij horende vernieuwende vormen van wonen en werken zullen aanleiding geven voor nieuwe concepten in dienstverlening voor de toekomstige stedeling.

Er wordt ruimte geboden voor allerlei functies, waaronder: • wonen; met name in stedelijke, gestapelde woonvormen, van compact tot royaal • werken; klein- en grootschalige kantoorruimten en werkplekken, aangepast aan moderne werkvormen • horeca; op diverse plekken op De:Werkplaats wordt ruimte gereserveerd voor restaurants, cafés en takeaways De aanwezige cultuurhistorische bebouwing en het hoogstedelijke en toekomstgerichte gebiedsconcept kunnen hierbij aangegrepen worden voor bijzondere formules • onderwijs; mogelijk komt Fontys Hogescholen met een grootschalige onderwijsvoorziening op De:Werkplaats. Op dit moment is er nog geen zekerheid over deze ontwikkeling, daarom is voor de ontwikkeling van De:Werkplaats een plan gemaakt dat goed functioneert mét en zonder deze voorziening • cultuur; met name de te handhaven Koepelhal (maar mogelijk ook andere gebouwen die behouden blijven) zijn zeer geschikt voor huisvesting van sociaal-culturele en creatieve voorzieningen. Zo zou op basis van een nader uit te voeren haalbaarheidsstudie plaats geboden kunnen worden aan een nieuwe Stadsbibliotheek, bij voorkeur gecombineerd met andere elkaar versterkende onderwijs

DOELGROEPENANALYSE Voorop staat dat De:Werkplaats ruimte biedt voor alle Tilburgers. De gehele stad zal op één of andere manier in contact komen met het gebied. Om er te wonen, werken, studeren, lunchen en dineren, of een voorstelling te bezoeken. Het gebied is er voor, door en vanwege Tilburg. Omdat het veel wonen in gestapelde bouw betreft, wordt verwacht dat de hoofdmoot van de toekomstige bewoners tussen de 20 en 40 is, of ouder dan 50 jaar is. Naar verwachting zullen het hoofdzakelijk één- en tweepersoonshuishoudens zijn, waarbij eventuele kinderen al grotendeels uitwonend zijn. Voor de zelfstandige woningen wordt onder andere gericht op hoogwaardige, compacte woningen in oppervlakten vanaf circa 30m2 bruto vloeroppervlakte (bvo) oplopend tot woningen van 150m2 en groter. Er wordt hiermee ingespeeld op de sterke toename van de eenpersoonshuishoudens in Tilburg, 42.000 (43%) nu tot 57.200 (50%) in 2040. Deze groep wil vaak centraal wonen nabij voorzieningen en levendigheid, dus in of nabij de binnenstad. Daarnaast is er ruimte gereserveerd voor het huisvesten van studenten en een hotel voor internationale studenten. De woningen worden in zowel huur en koop aangeboden.


PROGRAMMA EN FASERING Totaal wordt er uitgegaan van een programma van circa 220.000m2 bvo met de geplande functies als wonen, werken, onderwijs en (recreatief) verblijven. Uitgangspunt hierbij is realisatie voor de markt. De projecten worden ontwikkeld op basis van de marktvraag, waarbij de langere termijn marktontwikkelingen hierin leidend zijn. Daarbij blijft de in dit Masterplan gewenste plankwaliteit natuurlijk wel gehandhaafd. Gestreefd wordt naar een logische faseringsmogelijkheid in de bouwvelden. In hoofdlijnen hebben de bouwvolumes een maximale maat van 5.000m2 bvo-functie per bouwdeel. Hiermee kan ingespeeld worden op een beheersbare marktopname met behoud van de gewenste stedenbouwkundige beeldkwaliteit. Dit kan betekenen dat deelplannen in verschillende fasen gerealiseerd worden al naar gelang de opname door de markt op dat moment. Dit geldt voor zowel de functies werken als wonen.

Hierbij blijft flexibiliteit in omvang van functies mogelijk om marktontwikkelingen te kunnen blijven volgen, waarbij het uitgangspunt van diversiteit en functiemix niet uit het oog wordt verloren. De ontwikkeling en realisatie vindt op hoofdlijnen plaats van west naar oost omdat de locaties aan de westzijde vrij van bebouwing zijn en hiermee aangesloten kan worden op de naastgelegen nieuwbouwplannen. De bestaande hallen aan de oostzijde worden de komende periode gebruikt voor allerhande initiatieven gedurende de transitieperiode, zoals al eerder in dit hoofdstuk beschreven.

Globaal is uitgegaan van het volgende programma: - wonen 150.000m2 - werken 25.000m2 - horeca en cultuur 20.000m2 - onderwijs 10.000m2 (optioneel tot circa 50.000m2) - commerciĂŤle ruimten 10.000m2 - overig 5.000m2 Totaal programma ca. 220.000 m2

BASISPLAN / ONTWIKKELVISIE

65


66

Bouw loc-loodsen 1931-1933-36951 (bron: regionaal archief Tilburg).


3 6

BASISSTRUCTUUR MASTERPLAN In dit hoofdstuk worden de stedenbouwkundige kaders aangegeven waarbinnen verschillende deelplannen ontwikkeld kunnen worden. De uitgangspunten zijn vastgelegd in plankaart ruimtelijke basisstructuur. Deze kaart vormt de basis van het masterplan. Op de kaart zijn o.a. openbare ruimtes, routes, deelgebieden, rooilijnen en hoogteaccenten vastgelegd. Om de abstracte kaart meer inzichtelijk te maken is de opbouw van het plan eerst stapsgewijs weergegeven in een aantal schetsmatige vogelvluchten.


Het systeem van de transversale werkplaats is vanuit de lucht duidelijk zichtbaar: een reeks van gebouwen staat haaks op het stelsel van sporen.

68


6.1 UITGANGSPUNTEN PLANCONCEPT NIEUWE VERBINDINGEN STAD EN THERESIA De NS Werkplaats is zo’n anderhalve eeuw lang een afgesloten terrein geweest dat gedurende de ontwikkeling van Tilburg steeds centraler is komen te liggen. Het terrein wordt in publicaties wel eens ‘de verboden stad’ genoemd waarmee wordt gerefereerd aan het ommuurde paleis in Beijing. Ook de NS Werkplaats heeft zich ontwikkeld tot een samenstelsel van gebouwen, gebouwtjes, wegen en voorzieningen. Dat ook dit terrein een afgesloten gebied is, heeft een duidelijke keerzijde: het 1 km brede terrein vormt door z’n centrale ligging een grote barrière in de stad. Het vrijkomen van de NS Werkplaats biedt daarom mogelijkheden voor Tilburg om het aan te sluiten op het stedelijk weefsel van de stad zonder dat de identiteit van het terrein verloren hoeft te gaan: door goed in te spelen op de karakteristieken van de NS Werkplaats en het behoud van een aantal bijzondere gebouwen zal een markant stadsdeel van Tilburg ontstaan waarin het verleden van de NS Werkplaats herkenbaar en voelbaar is. Het wegvallen van de barrière biedt nieuwe mogelijkheden voor routes en verbindingen van Tilburg Noord en de wijk Theresia met het centrum van de stad. Deze verbinding is van groot belang, niet alleen voor de leefbaarheid en dynamiek van het gebied, maar ook vanwege betere bereikbaarheid van landelijk bekende voorzieningen als het Audax Textielmuseum en Museum De Pont. Ook in dat verband is het belangrijk dat het station nu ook aan de noordzijde een entree kan gaan krijgen. Dit bijzondere gebouw uit de jaren ‘60 met z’n karakteristieke ‘zwevende’ dakconstructie (ook wel ‘kroepoek’ genoemd) heeft een bijna iconische kwaliteit. Ondanks de alzijdigheid van het gebouw is het alleen aan de zuidzijde bereikbaar: de NS Werkplaats blokkeerde tot nu toe een entree aan de noordzijde. Het wegvallen van deze barrière maakt dat het station zich nu ook kan presenteren aan de noordzijde. Een nieuwe entree hier betekent niet alleen een verbeterde positie voor Theresia en omgeving, maar levert ook een nieuwe dynamiek en potenties voor de Spoorzone op. Het

bijzondere dak speelt daarin een cruciale rol: iedereen kent dit als symbool voor het station. Van belang is dan ook om dit zo goed mogelijk zichtbaar te maken in het gebied.

TRANSFORMATIE EN INDUSTRIEEL ERFGOED ALS IDENTITEITSDRAGER De transformatie biedt de mogelijkheid om het terrein tot een nieuw levendig stadsdeel van Tilburg te maken. Dit is dan ook de reden dat hier een groot nieuw programma wordt voorzien in een hoge stedelijke dichtheid. Dit programma zal in een tijdsbestek van 15 à 20 jaar gerealiseerd worden. Hoe de precieze invulling van dit programma eruit gaat zien is nog onbekend, de omvang is wel al aangegeven: ca.200.000 m2 nieuwbouw en 20.000 m2 programma in de gebouwen die behouden blijven. Er wordt gedacht aan een combinatie van functies die past bij een dynamisch stadsdeel als wonen, werken en stedelijke voorzieningen zoals een bibliotheek, kunstinstellingen en eventueel een hogeschool. De NS Werkplaats is een uniek gebied dat onlosmakelijk verbonden is met de groei en wording van Tilburg. Ditzelfde geldt voor het noordwestelijk deel van het plangebied dat onderdeel was van een complex van voorzieningen zoals Gasthuizen, oorspronkelijk geïnitieerd door de bisschop Zwijsen. Beide terreinen waren vele decennia van maatschappelijk belang voor de stad, de één als zorgvoorziening, de ander als werkvoorziening. Uitgangspunt is om ruimtelijke karakteristieken van dit verleden als inspiratie te laten dienen voor de transformatie van het gebied.

KLOOSTERTUINEN EN FABRIEKSERVEN Typisch voor Tilburg is dat het geen groot stadspark heeft maar kleinschalige sfeervolle stadstuinen. Zo concludeert Atelier Quadrat in haar studie naar functioneel groen in de Spoorzone. Specifiek voor de Spoorzone spreekt zij over kloostertuinen en fabriekserven. Zij onderscheidt een aantal ensembles die potentie hebben bij de ontwikkeling van de Spoorzone, zoals de

BASISPLAN / BASISSTRUCTUUR MASTERPLAN

69


De hoofdopzet van D’n Atelier kent naast los geplaatste gebouwen een aaneengesloten reeks van hallen met het sporensysteem als ruggengraat

Basisprincipe voor de transformatie van de transversale werkplaats

70


Koepelhal met aangrenzende groene ruimtes en de volgroeide bomen erom heen. Ook het nu braakliggende MTS terrein van het vroegere St. Josephgesticht met de Houtloods, de bomenrij, de Medeklinkert met z’n tuin en de restanten van tuinmuren vormen waardevolle ensembles, en natuurlijk de diverse goed onderhouden tuinen van de NS Werkplaats. Karakteristiek is dus de grote diversiteit aan groene ruimtes zonder grootse formele gebaren in de openbare ruimte. Voor het Masterplan is het uitgangspunt om bij de transformatie van het terrein zo goed mogelijk bestaande groenstructuren en elementen te behouden.

BEHOUD VAN HET SYSTEEM VAN DE TRANSVERSALE WERKPLAATS Karakteristiek voor de NS Werkplaats zijn niet alleen de afzonderlijke gebouwen, maar vooral de ruimtelijke opzet van het geheel: de zogenaamde transversale werkplaats. Deze is te omschrijven als een lineaire opzet van een grote hoeveelheid gebouwen en hallen, overwegend direct tegen elkaar aan geplaatst. Deze ‘stoet’ van gebouwen staat haaks op het systeem van sporen, die aan weerzijden van het complex lopen, maar er ook doorheen. Dit systeem is van bijzondere cultuurhistorische waarde en zal in de planvorming dienen als identiteitsdrager voor de transformatie van het gebied. De sporen/rails zullen in de transformatie letterlijk of figuurlijk zichtbaar zijn in het gebied en een hoofdthema zijn bij de inrichting van de openbare ruimte van het gebied. De lijnen vormen de bindende factor in het gebied en zijn als het ware de ‘ruggengraat’ voor de verschillende gebouwcomplexen. Het systeem van sporen waaiert uit vanaf het hoofdspoor ter hoogte van de Polygonale loods met de draaischijf. Vervolgens loopt het systeem van sporen langs en door een zeer lange min of meer aaneengesloten reeks van hallen die veelal tegen

elkaar aan staan. Dit ruimtelijke principe zal leidend zijn bij de transformatie van het gebied. Daarvoor is het van belang dat voldoende bestaande gebouwen of elementen daarvan behouden blijven. Daarin zullen in ieder geval de Lochal en de Wagenmakerij/Koepelhal de ‘boekensteunen’ zijn van de reeks van gebouwen, met daartussen de Verensmederij/ Ketelhuis. Maar het is zeker wenselijk dat meer elementen van het transversale systeem behouden kunnen blijven in het transformatieproces van het gebied. Naast de aaneengesloten reeks van hallen zijn er op het terrein ook meer losgeplaatste gebouwen. Naast de Polygonale loods zijn dit o.a. de Houtloods en het gebouw Deprez. Typisch voor deze gebouwen is dat ze juist niet onderdeel zijn van een reeks, maar een meer eigenstandige positie hebben. Deze rol zullen de gebouwen ook in de nieuwe opzet gaan vervullen. Naast deze te behouden gebouwen is te onderzoeken of er meer constructies of onderdelen ervan van een nieuwe rol kunnen gaan spelen in het gebied. Een goed voorbeeld is de verhoogde railsconstructie voor de Houtloods. Overwogen kan worden om deze constructie te laten dienen als drager voor een kleine overdekte zondagsmarkt.

RUIMTELIJKE OPBOUW VAN DE BASISSTRUCTUUR Aan de hand van de hiervoor beschreven uitgangspunten wordt op de volgende bladzijden in een achttal stappen de ruimtelijke opbouw van het Masterplan weergegeven. Er wordt eerst aangegeven welke gebouwen en groenstructuren in ieder geval behouden blijven en welke vier deelgebieden de basis vormen voor de planvorming. Daarna wordt de ontsluiting van het gebied in beeld gebracht en hoe de nieuwe relaties met de directe context eruit zien. Vervolgens wordt weergegeven hoe de nieuwe bebouwing een voortzetting is van de transversale werkplaats en overige bebouwing een overgang vormt naar o.a. Theresia.

BASISPLAN / BASISSTRUCTUUR MASTERPLAN

71


Lochal Deprez

6.2 RUIMTELIJKE OPBOUW VAN DE BASISSTRUCTUUR

Medeklinkert bomenrij Houtloods

1: WAARDEVOLLE GEBOUWEN EN GROEN Op het terrein staan vele bijzondere gebouwen die tezamen onderdeel zijn van het transversale systeem van de NS Werkplaats. Het is daarom wenselijk dat zoveel mogelijk gebouwen behouden kunnen blijven of (deels) kunnen worden (her)gebruikt. Er zijn een aantal gebouwen die zo bijzonder zijn dat ze in ieder geval behouden blijven. Deze gebouwen zijn hiernaast gekleurd weergegeven, tezamen met waardevolle boomstructuren en bijzondere gebouwen in de directe context. Bij de verdere ontwikkeling van het gebied zal worden onderzocht of meer gebouwen en waardevolle constructies op het terrein behouden kunnen blijven.

Koepelhal Wagenmakerij waardevolle bomen

Verensmederij & Ketelhuis &waardevolle bomen Station met ‘kroepoekdak’

Polygonale loods

2: VIER DEELGEBIEDEN Er zijn vier deelgebieden te onderscheiden die elk een eigen specifieke relatie met het verleden en de stedenbouwkundige context hebben. Het grootste gebied is D’n Atelier, het hart van de NS Werkplaats, dat daarmee als geheel herkenbaar blijft. Rondom D’n Atelier bevinden zich drie kleinere deelgebieden die aansluiten op de directe context rondom de NS Werkplaats. Clarissenhof (dat verwijst naar het religieuze verleden) en de Theresiazone maken de overgang naar de kleinschaliger wijk Theresia. In het westen bevindt zich Zwijsen II, dat aansluit op de reeds ingezette ontwikkeling in Spoorzone Midden.

72


bajonet

voortzetting Burg. Brokxlaan

3: DE BURG. BROKXLAAN Voor een goede verkeersafwikkeling in Tilburg en de binnenstad in het bijzonder is het van belang om de structuur met de Cityring te voltooien. Daarvoor zal door het gebied in oost-westrichting een belangrijke ontsluitingsweg worden gerealiseerd; de Burg. Brokxlaan. Deze sluit aan de westzijde aan op het reeds gerealiseerde deel van de Burg. Brokxlaan en in het oosten op het NS-Plein. Van belang is een zorgvuldige inpassing in het gebied waarbij rekening wordt gehouden met de waardevolle bebouwingsstructuur van NS Werkplaats als geheel, de waardevolle gebouwen en bomen. De Burg. Brokxlaan krijgt een groen karakter en heeft verschillende verschijningsvormen.

ruim profiel met bestaande bomen

profiel met bomen in binnenberm en aan Theresiazijde

4: LANGZAAMVERKEERSROUTES Door het wegvallen van de barrièrewerking van de NS Werkplaats zijn er nieuwe noord-zuid routes mogelijk die het gebied verbinden met zowel Theresia als met het centrum van de stad. De Willem II route is één van de belangrijkste van deze nieuwe verbindingen; hiervoor wordt een nieuwe tunnel onder het spoor aangelegd. Ook onder het station komt een nieuwe doorgang die wordt gecombineerd met de nieuwe stationsentree aan de zijde van De:Werkplaats. Diverse informele noord-zuidroutes verbinden het gebied met het stedelijk weefsel van Theresia. Er zijn twee oost-west verbindingen: de Burg. Brokxlaan en langs het spoor.

route naar Theresia

informele verbindingen Willem II route

doorgang station

BASISPLAN / BASISSTRUCTUUR MASTERPLAN

73


Houtloodstuin

5: OPENBARE RUIMTE

Clarissenhof

In het gebied wordt een grote diversiteit van verschillende openbare ruimtes gerealiseerd. De grootste ruimte wordt gevormd door het groene Stationsplein. Dit plein maakt ruimte voor zicht op het markante ‘kroepoekdak’ van het station. De zone langs het spoor is openbaar en bevat een reeks van Spoortuinen. Zowel het Stationsplein als de Spoortuinen zijn onderdeel van D’n Atelier waar het stelsel van sporen in de openbare ruimte te herkennen is. Daarnaast zijn er verschillende bijzondere tuinen die aansluiten bij de te behouden gebouwen en boomgroepen zoals de Houtloodstuin, het Ketelhof en het Clarissenhof.

Spoortuinen Ketelhof

Stationsplein

6: BEBOUWING TOT 20-22 METER Elk deelgebied krijgt een eigen specifiek type bebouwing met een duidelijk onderscheidende uitstraling. De basisbebouwing in het hele gebied is 20-22 meter hoog, aan de zijde van Theresia bouwt deze zich af tot 10-11 meter. In D’n Atelier komt een reeks van stoere gebouwen/hallen, typisch voor de transversale werkplaats. Het Clarissenhof heeft een klassieke uitstraling met hofjes en steegjes, de Theresiazone heeft een pandsgewijze opbouw en Zwijsen II is een vervolg op de bebouwing aan de westzijde.

Theresiazone

Clarissenhof

D’n Atelier

Zwijsen II

74


toren 45m -70m

7: TWEE TORENS Op/bij de Lochal is een toren mogelijk tot 100 meter. Deze XXL toren markeert zowel de Lochal als het stationsgebied in Tilburg en is onderdeel van de torens in de Spoorzone (Interpolis, Stadsheer en Westpoint). De toren staat ver terug in de rooilijn zodat het duidelijk onderdeel is van de bebouwing van D’n Atelier. Bij Deprez komt een toren van 45-70 meter die de bajonet in de Burg.Brokxlaan markeert. Beide torens liggen in de zichtas van de Burg. Brokxlaan. Lochal toren max. 100m

8: HOOGTEACCENTEN De:Werkplaats is een ontwikkeling met een hoge dichtheid. Daarom zijn op een aantal plekken in D’n Atelier hogere accenten mogelijk tot 45 meter. Omdat de nadruk uitgaat naar de reeks van ‘gebouwen/hallen’ zijn hoogteaccenten zó geplaatst dat zij geen specifieke richting hebben en zich duidelijk onderscheiden van de onderbouw. Ook op de Zwijsen II locatie zijn hoogteaccenten toegestaan waarmee deze aansluit op de bebouwing ernaast.

BASISPLAN / BASISSTRUCTUUR MASTERPLAN

75


MASTERPLANKAART RUIMTELIJKE BASISSTRUCTUUR

76


6.3 PLANKAART RUIMTELIJKE BASISSTRUCTUUR De hiervoor beschreven ruimtelijke opbouw is in één kaart samengevat; dit is de ruimtelijke basisstructuurkaart, die hiernaast is afgebeeld. Op de kaart is de basis van openbare ruimtes, routes, deelgebieden, rooilijnen en hoogteaccenten vastgelegd. Een aantal aspecten zullen in deelkaarten hierna nog worden toegelicht. Op de kaart is zichtbaar gemaakt hoe het gebied is aangesloten op het stedelijk weefsel van Tilburg. Met de Burg. Brokxlaan wordt het autoverkeer afgewikkeld en aangesloten op de Cityring. Diverse noord-zuid langzaamverkeersverbindingen verbinden het gebied met het stedelijk weefsel van Theresia en de binnenstad. De belangrijkste daarvan zijn de Willem II route en de nieuwe doorgang onder het station. Met het groene Stationsplein (waarop ook de Polygonale loods staat) is een open ruimte gecreëerd waardoor het bijzondere kroepoekdak van het station goed zichtbaar is. Op dit plein komen vier deelgebieden van het plan samen. Het grootste en meest karakteristieke deelgebied is D’n Atelier. Dit gebied, de huidige NS Werkplaats, ligt tussen de Burg. Brokxlaan en het spoor. Het thema van de transversale werkplaats is in het Masterplan doorvertaald als een ‘stoet’ van aaneengeschakelde gebouwen of ‘hallen’. De minimaal te behouden gebouwen als de Lochal, Verensmederij en de Wagenmakerij maken onderdeel uit van deze reeks van gebouwen. Gedurende het ontwikkeltraject moet worden bezien of er meer elementen van de huidige bebouwing behouden kunnen blijven. Deze reeks van oude en nieuwe gebouwen wordt op drie momenten doorsneden door informele geknikte routes, waar de Willem II route er één van is. Een andere route leidt langs de Verensmederij/Ketelhuis. De routes zijn geknikt waardoor de reeks van gebouwen als één geheel kan worden ervaren. De zijde van het spoor wordt een markant openbaar gebied gericht op de fietser en voetganger. Wisselende rooilijnen (in de masterplankaart indicatief

aangegeven) maken hier verschillende groene plekken mogelijk: de Spoortuinen. Een hoge toren van 100 meter op of nabij de Lochal markeert het stationsgebied op stadsniveau. Deze toren staat ver terug in de rooilijn en ligt in de zichtas van de Burg. Brokxlaan. Op D’n Atelier zijn boven de basishoogte van 20-22 meter hoogteaccenten mogelijk tot 45 meter. Omdat de nadruk uitgaat naar de reeks van ‘gebouwen/hallen’ zijn de hoogteaccenten ‘at random’ geplaatst en hebben geen specifieke richting. De overige drie deelgebieden maken een goede overgang naar de directe context. Aan de noord-westzijde bevindt zich het Clarissenhof; een woonbuurt die refereert aan het religieuze verleden van dit gebied en een overgang vormt naar de wijk Theresia. Het heeft een hofje en een directe zichtlijn op het Clarissenklooster aan de Lange Nieuwstraat. Aan de zuidzijde grenst het met wisselende rooilijnen (in de masterplankaart indicatief aangegeven) aan de oude bomenrij en het oudste gebouw van de NS Werkplaats: de Houtloods. Eén toren van 45-70 meter ligt in de zichtas van de Burg. Brokxlaan. Aan de zuidwestzijde sluit Zwijsen II aan bij de bebouwing ernaast die zal worden gerealiseerd op de locatie Zwijsen. De geparceleerde bebouwing van de Theresiazone aan de noordzijde van de Burg. Brokxlaan vormt een afzoming en overgang naar de wijk Theresia.

BASISPLAN / BASISSTRUCTUUR MASTERPLAN

77


PROFIELEN BIJ RUIMTELIJKE BASISSTRUCTUUR

1

6

profiel 2

3

5

4

100m

70m

45m

20-22m

20-22m

Burg. Broxklaan Profiel 2

78

31m

Stationsplein 55m

Station


70m

45m

20m 17m

20-22m

10,5m 7,5m

Lange Nieuwstraat Profiel 1

12m

Profiel 3

45m

Houtloodstuin

Burg. Broxklaan

38m

28m

45m

45m

20-22m

20-22m

20-22m 14m

Willem II route Profiel 4

12m

Burg. Broxklaan

Spoortuin Profiel 5

20m

Profiel 6

37m

BASISPLAN / BASISSTRUCTUUR MASTERPLAN

79


80


7

DEELASPECTEN MASTERPLAN In dit hoofdstuk worden verschillende deelaspecten van de plankaart ruimtelijke basisstructuur in themakaarten weergegeven. Deze kaarten leggen de hoofdlijnen vast die van belang zijn voor het masterplan. De kaarten hebben betrekking op o.a. hoofdverkeersstructuren, groenstructuur, functies en behoud waardevolle bestaande gebouwen. De abstracte tekeningen geven de richting aan, waaraan de toekomstige plannen moeten voldoen.


MASTERPLANKAART AUTOVERKEER

82


7.1 AUTOVERKEER EN PARKEREN De Burg. Brokxlaan is de enige doorgaande weg voor autoverkeer in het gebied: vanaf hier zijn nagenoeg alle delen van het plangebied bereikbaar per auto. Op diverse plaatsen zullen aftakkingen aanwezig zijn die leiden naar de diverse parkeergarages. Daarmee wordt een groot deel van het autoverkeer geconcentreerd en is er veel ruimte in het gebied voor de fietser en de voetganger. De Burg. Brokxlaan (met 2+1 rijbaan) is aangesloten op de Cityring van Tilburg en daarmee goed bereikbaar. Aan de Burg. Brokxlaan worden voorzieningen voor kiss en ride en taxi’s mogelijk gemaakt en ook zullen er een aantal openbare parkeerplaatsen (in de vorm van langsparkeren) worden opgenomen in het wegprofiel.

De Burg. Brokxlaan is een belangrijke schakel in de verkeersstructuur van Tilburg.

Voor het opstellen van het Masterplan is uitgegaan van een ‘globale’ parkeernorm van één parkeerplaats per 70m2 bvo, ongeacht de functie en inclusief bezoekersparkeren. Het Masterplan gaat ervan uit dat het bezoekersparkeren wordt gescheiden van parkeerplaatsen voor bewoners en vaste gebruikers. Parkeerplaatsen voor bezoekers worden voor het grootste deel waarschijnlijk in drie openbare parkeergarages ondergebracht; de overige parkeerplaatsen worden op maaiveld gerealiseerd. Voor bezoekersparkeerplaatsen is de parkeernorm 0,43 parkeerplaats per 100 m2 bvo. Een parkeergarage in de Lochal zal een deel van dit gebouw vullen (zodat eromheen ruimte is voor bijzondere voorzieningen), een tweede parkeergarage zou aan de westkant kunnen komen (Zwijsen II) en een derde voorziening in of boven een beperkt deel van de Wagenmakerij. Een overweging is om deze laatste voorziening onder te brengen in ‘De Klipper’, een parkeergarage die aan de Spoorlaan zou kunnen komen. Voor bewonersparkeerplaatsen is het uitgangspunt dat deze uit het zicht binnen de bouwlocatie worden gerealiseerd. Dat wil zeggen ofwel (deels) ondergronds ofwel weggewerkt onder een dek en achter de plint, waarbij voorkomen dient te worden dat dode plinten ontstaan. De parkeernorm voor bewonersparkeerplaatsen is ongeacht de functie 1 parkeerplaats per 100 m2 bvo. BASISPLAN / DEELASPECTEN MASTERPLAN

83


MASTERPLANKAART LANGZAAMVERKEER

84


7.2 LANGZAAMVERKEER

De fietspaden langs de Burg. Brokxlaan maken deel uit van het fijnmazige netwerk van Sternet fietsroutes in Tilburg.

Daar waar de auto in het gebied grotendeels wordt beperkt tot de Burg. Brokxlaan, krijgen juist de fietser en voetganger veel ruimte in het gebied. Straatjes vanuit de wijk Theresia die nu doodlopen op de omheining van de NS Werkplaats worden voor langzaamverkeer doorgezet in het gebied. Ook ten zuiden van de Burg. Brokxlaan zijn diverse routes die leiden naar de zone langs het spoor. Als deze door D’n Atelier lopen zijn deze geknikt; één route leidt langs het Ketelhof. Het gebied langs het spoor is een aantrekkelijk flaneergebied langs D’n Atelier met voorzieningen en een bijzondere inrichting. Er worden twee nieuwe doorgaande noord-zuid langzaamverkeersverbindingen gerealiseerd. Een nieuwe doorgang onder het station door maakt een verbinding voor de voetganger mogelijk van en naar het centrum. Deze route krijgt naar het noorden z’n vervolg langs de Medeklinkert richting het Lumenplantsoen in Theresia. Fietsers zullen gebruik kunnen maken van de Willem II route: zij kunnen in het verlengde van de Willem II straat door een nieuwe passage onder het spoor naar het gebied en komen uit in D’n Atelier. De route wordt daarna verder doorgezet in Theresia. Fietsenstallingen zullen nabij het station worden gerealiseerd en goed bereikbaar worden gemaakt. Ook in oost-west richting zijn er natuurlijk goede verbindingen: aan de beide zijden van de Burg. Brokxlaan bevinden zich voet- en fietspaden die aansluiten op het fietspadennetwerk van Tilburg.

BASISPLAN / DEELASPECTEN MASTERPLAN

85


BESTAANDE BEBOUWING GEPROJECTEERD OP MASTERPLANKAART RUIMTELIJKE BASISSTRUCTUUR

Nr. 40 41 44 46 50 51 60A 60B 60C 61 63 65 66 67 70

86

Oorspronkelijke functie (‘naam gebouw’, bouwjaar) uitbreiding van hoofdmagazijn (1937) bergplaats voor hout (‘Houtloods’, 1867) wielendraaierij (1937) draaischijf / polygonale (reparatie-) loods (‘draaischijf’ / Polygonale loods’, 1929/1937) IJzergieterij en Stoomketelfabriek Deprez (‘Deprez’, 1878) magazijn (1997) rolwagenspoor (1932) locomotieven-stelplaats (‘Lochal’, 1932) ketelreparatiewerkplaats (‘Lochal’, 1932) testloods (1907/1981) schoonmaakloods (1978) ketelhuis, trafo en kolenbunker (1948) werkplaats electrisch lassen (1932/1944) proeflokaal, koperdraaierij (1913/32) locomotievenwerkplaats I (1867-1943)

76 78 79 80 81 82 83 84 88 90 92 93 95

koperslagerij (1869) segment- en schilderwerkplaats (tussen draaierij en koperslagerij) (1934) draaierij (1868-1934) uitbreiding van nr 79 (1931) medisch centrum (1962) motoren proefstand; was- en kleedruimte (‘Ketelhuis’, 1954) smederij (1868) verensmederij, bankwerkerij (‘Verensmederij’, 1874/1902) draaierij (b.g.) en zadelmakerij en zolder (verdiepingen) (1868/1913) werkplaats voor wagens (vóór 1953 sloop westgedeelte) (‘Wagenmakerij’,1868/1871) wagenmakerij II en bankwerkerij (‘Wagenmakerij’,1891/1602) portiers- en ontvangstruimte (1960) wagenmakerij III (‘Koepelhal’, 1902)

NS

stationscomplex van Van der Gaast (1965)


7.3 BEHOUD WAARDEVOLLE GEBOUWEN Op het terrein staan vele bijzondere gebouwen die tezamen onderdeel zijn van het transversale systeem. Het daarom wenselijk dat zo veel mogelijk gebouwen kunnen worden behouden of (deels) kunnen worden hergebruikt. Daarom geldt bij de ontwikkeling van het gebied een inspanningsverplichting t.a.v. de bestaande gebouwen en structuren (zoals sporen) op het terrein: 1. Onderzoek of bestaande structuren of gebouwen kunnen worden behouden en een nieuwe functie kunnen krijgen, óf 2. onderzoek of delen van de structuren of gebouwen hergebruikt kunnen worden (zoals spanten, puien, werktuigen, rails), óf 3. gebruik de bestaande gebouwen en structuren in het gebied als inspiratie voor bebouwing en inrichting van de openbare ruimte. Er is een aantal gebouwen die zo bijzonder zijn dat ze in ieder geval moeten worden behouden. De Locomotiefhal (‘Lochal’) en de Wagenmakerij/Koepelhal zijn twee van deze te behouden gebouwcomplexen. Zij zijn onderdeel van de reeks van gebouwen

die haaks op de sporen staan. In maat en vorm zijn zij elkaars tegenhanger: de Lochal is uniform, hoog en van glas, de Wagenmakerij is samengesteld uit meerdere hallen, van baksteen en laag. Eén van deze hallen is de Koepelhal aan de aan de oostkant van het terrein. Tussen beide gebouwcomplexen in bevindt zich de Verensmederij/Ketelhuis: twee kleinere bakstenen gebouwen die tezamen met een monumentale boom een fraai ensemble vormen. Nabij het station ligt de draaischijf met de bijbehorende vrijstaande glazen Polygonale loods. Het is door z’n eigenstandige positie meer onderdeel van het stelsel van sporen dan van de reeks van gebouwen. De Houtloods is het oudste gebouw aan de uiterste westkant van de NS Werkplaats. Ook dit smalle lange bakstenen gebouw blijft behouden. Net als het reeds gerenoveerde gebouw Deprez aan de Lange Nieuwstraat staat het verderaf van de andere te behouden gebouwen heeft daardoor een meer zelfstandige positie. Wenselijk is dat de oude bakstenen muur aan de lange Nieuwstraat (een restant is van het kloosterverleden van dit gebied) behouden blijft.

BASISPLAN / DEELASPECTEN MASTERPLAN

87


MASTERPLANKAART OPENBARE RUIMTE EN GROENSTRUCTUUR

AC T

UA L

88

ISE

REN


7.4 OPENBARE RUIMTE EN GROENSTRUCTUUR

Atelier Quadrat onderscheidt verschillende typen buitenruimte in en rondom de binnenstad in Tilburg (bron: Tilburg “stad van tuinen” Functioneel Groen in de spoorzone, Atelier Quadrat, februari 2011).

Ruimtelijk markeert de Burg. Broxklaan de overgang van verschillende deelgebieden en heeft daarmee asymmetrische randen. De Burg. Broxklaan krijgt een groen karakter met bomen; ter hoogte van D’n Atelier grote bomen in het midden van de laan met kleinere aan de zijde van Theresia waardoor hier het informele karakter van deze zijde wordt versterkt. Aan de oostzijde worden een aantal grote monumentale bomen onderdeel van de Burg. Brokxlaan en vormen daarmee een groene entree van het gebied. De Burg. Brokxlaan sluit aan de westzijde aan op het profiel bij de locatie Zwijsen met aan de zuidzijde van de weg een doorgaande bomenrij.

De Houtloodstuin heeft een meer zelfstandige positie, en vormt samen met de hier aanwezige oude bomen een lommerrijke plek. Ook om de hoek bij de Medeklinkert zijn deze oude bomen terug te vinden langs de doorgaande fietsroute naar Theresia.

Het plangebied kenmerkt zich verder door verschillende groenelementen die, buiten de Burg. Brokxlaan, niet volgens een sterke hiërarchie zijn opgebouwd. Zij vormen een reeks van groene informele ruimtes. Daarmee wordt de analyse van Atelier Quadrat gevolgd waarin zij Tilburg karakteriseert als een ‘stad van tuinen’. Ter hoogte van het station liggen aan weerszijden van de Burg. Brokxlaan twee groene ruimtes: het Stationsplein en de Houtloodstuin.

Het gebied kent een hoogstedelijke bebouwing waar de bomenstructuur een belangrijke bijdrage levert aan de ruimtelijke (groen)structuur alsmede de verblijfskwaliteit op straat.

Het Stationsplein is zowel een doorgangs- als een verblijfsplek waarin in de inrichting de dynamiek van het ritme van sporen terug te vinden is. Dit plein maakt en grote open ruimte voor het station waardoor het markante dak van het station (de kroepoek) volledig tot z’n recht kan komen. Het plein is onderdeel van D’n Atelier en zal in z’n uitwerking een verwijzing krijgen naar het ritme van sporen en andere karakteristieken van de NS Werkplaats. Daarin zal groen ook een belangrijk aspect gaan vormen, waardoor dit plein een prettige en aangename uitstraling zal krijgen.

Het gebied langs het spoor wordt een zonnig flaneergebied voor voetgangers met rustmomenten in deze lange lineaire ruimte in de vorm van ‘Spoortuinen’. Deze groene verblijfsplekken zijn gekoppeld aan voorzieningen in D’n Atelier. Via de bajonetroutes kan men door D’n Atelier dwalen en in hoven terecht komen zoals bij het Ketelhof. Met de Koepeltuin aan de oostzijde krijgt D’n Atelier aan deze belangrijke route een groen gezicht.

De ecologische kwaliteit voor het gebied ligt in de functie van ecologische corridor voor mobiele soorten. Het spoorwegtalud zal als doorgaand lineair groenelement worden vormgegeven. Daarnaast is er de wens de bomenstructuur van dit deel van de binnenstad meer biodiversiteit te geven. Vanuit de ecologische structuren in de stad bezien, biedt de Burg. Brokxlaan (naast de spoorwegtaluds en het groen in het kerngebied van de Spoorzone) een kans om de ecologische verbindingszone aan de Oude Stad te hechten en te versterken. Het is daarvoor van belang dat de boomsoort in de toekomstige Burg. Brokxlaan een bijdrage levert aan de biodiversiteit.

BASISPLAN / DEELASPECTEN MASTERPLAN

89


MASTERPLANKAART BOUWHOOGTES

90


7.5 BOUWHOOGTES Het algemene principe in De:Werkplaats is dat de hoogte in het gebied 20-22 meter is. Daarbij wordt rekening gehouden met de kleinschalige bebouwing van Theresia: de bouwhoogte trapt af naar deze zijde. Op de hoogte van 20-22 meter zijn op bepaalde plekken uitzonderingen mogelijk tot maximaal 45 meter. Er is één hoge toren mogelijk tot 100 meter. Elk van de vier deelgebieden heeft z’n eigen bouwhoogtes. In D’n Atelier is de basishoogte 20-22 meter met mogelijke accenten tot 45 meter. Op/bij de Lochal is een toren mogelijk tot 100 meter die in de zichtas ligt van de Burg. Brokxlaan. Op de locatie Zwijsen II geldt ook deze hoogte van 20-22 meter met accenten tot 45 meter. In het Clarissenhof is de maximum hoogte 20-22 meter (aan de zijde van de Burg. Brokxlaan) die afbouwt tot een max. hoogte van 10-11 meter aan de Lange Nieuwstraat. Enige uitzondering hierop is een toren van 4570 meter, die in de zichtas staat van de Burg. Brokxlaan. De bebouwing van de Theresiazone aan de Burg. Brokxlaan is maximaal 14 meter hoog.

BASISPLAN / DEELASPECTEN MASTERPLAN

91


MASTERPLANKAART FUNCTIES

92


7.6 FUNCTIES Het Clarissenhof leent zich goed voor een gevarieerd en afwisselend woonmilieu met de mogelijkheid van voorzieningen in de plint. Dit geldt ook voor de Theresiazone. In Zwijsen II passen het best kantoren of voorzieningen (maar het zou ook wonen kunnen worden): het ligt aantrekkelijk dicht bij het station. D’n Atelier moet een dynamisch gebied gaan worden met een combinatie van functies zodat het op elk moment van de dag een aantrekkelijk gebied is. Er wordt gedacht aan een combinatie van wonen, onderwijs en (culturele) voorzieningen. De ligging aan het spoor en bij het station betekent dat De:Werkplaats goed bereikbaar is. Aan de andere kant brengt de ligging aan het spoor beperkingen en risico’s met zich mee ten aanzien van geluid, externe veiligheid en ook luchtkwaliteit (zie hoofdstuk 11). Vanuit het oogpunt van externe veiligheid is het niet toegestaan om dichter dan 29 m vanuit het hart van het buitenste spoor verblijfsfuncties (zoals wonen, onderwijs) te situeren. Dit gegeven is als uitgangspunt meegenomen in de ontwikkeling van het Masterplan.

BASISPLAN / DEELASPECTEN MASTERPLAN

93



DEEL

C

BEELDKWALITEIT


96

Polygonale loods 1939-37001 (bron: regionaal archief Tilburg).


3 8

BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE In dit hoofdstuk worden kaders aangegeven ten aanzien van de Openbare ruimte. Dit wordt gedaan aan de hand van de verschillende openbare ruimtes die zich in het gebied bevinden. De belangrijkste daarvan is D’n Atelier waarvan het Stationsplein, de Houtloodstuin, de Spoortuinen, de Ketelhof en de Koepeltuin apart worden beschreven. Daarnaast wordt de Theresiazone en het Clarissenhof beschreven. Ook de inrichting van de Burg. Brokxlaan wordt toegelicht.


Sporen verbinden alles in oost-west richting.

98

Materialen zijn stoer en wisselend.

Bovenleidingportalen en leidingen versterken de oost-west richtingen.


8.1 D’N ATELIER

Groen

D’n Atelier

Ketelhof

Stationsplein Spoortuinen

Spoortuinen

Koepeltuin

Houtloodstuin

Het concept van D’n Atelier is dat het gebied één vloer heeft van stoere materialen met hierin het beeld van de sporen die als ruggengraat alles verbindt. Daarmee krijgt de historische samenhang van de transversale werkplaats gestalte. Het industriële karakter wordt versterkt door stoere bestratingmaterialen zoals natuursteen, metaal en beton. Ook inrichtingselementen als boomroosters, vuilnisbakken, afzetpaaltjes e.d. stralen deze industriële robuustheid uit. Artefacten van voormalige NS Werkplaats kunnen in D’n Atelier een plek vinden in de inrichting. Ze versterken de band met het verhaal van het verleden en kunnen aanleidingen vormen voor nieuw gebruik. De bovenleidingportalen dienen als inspiratie voor de verlichting van D’n Atelier bijvoorbeeld in de vorm van bovenleidingen met hangende verlichtingsarmaturen. Om de herkenbaarheid van D’n Atelier te vergroten komen door het hele gebied zitelementen voor met een stoere robuuste uitstraling en die op meerdere manieren te gebruiken zijn. In de inrichting zijn alle bewegwijzering, vereersborden en alle zichtbare nutsvoorzieningen nadrukkelijk meeontworpen of in de bebouwing opgenomen. In het gebied worden enkele historische gebouwen behouden, waaraan bijzondere groene openbare ruimtes zijn gekoppeld, waarbij het Stationsplein een belangrijk onderdeel is. Daarmee wordt de analyse van Atelier Quadrat gevolgd waarin Tilburg wordt gekarakteriseerd als een ‘stad van tuinen’.

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE

99


Het gebied krijgt een hoogwaardige inrichting waarin het verleden van de NS Werkplaats is terug te herkennen.

Artefacten maken een link met het verleden.

100

Inrichtingselementen zijn een familie in stoere industriĂŤle materialen.

Boomroosters passen in de sfeer en benadrukken de lengterichting van D’n Atelier.


SFEERBEELDEN D’N ATELIER Inrichtingsprincipes D’n Atelier: • Het gebied is een vloer met het beeld van sporen die als ruggengraat alles verbindt • Inrichtingselementen stralen industriële robuustheid uit

De bestrating neemt de sporen op en benadrukt de lengterichting.

De verlichting is geïnspireerd op de bovenleidingen.

Zitelementen hebben een stoer karakter en een meervoudig gebruik. BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE

101


102


8.2 GROEN STATIONSPLEIN Het Stationsplein maakt een grote open ruimte voor het station waardoor het markante dak van het station (kroepoekdak) volledig tot z’n recht kan komen. Het plein is zowel een doorgangs- als een verblijfsplek waar in de inrichting de dynamiek van het ritme van sporen terug te vinden is. De inrichting van het plein is erop gericht de oost-west verbinding van de NS Werkplaats door middel van de sporen te verduidelijken. De materialisering zal aansluiten bij D’n Atelier; stoer en industrieel bijvoorbeeld door gebruik van natuursteen, metaal en hoogwaardig gebruik van beton. Daarin zal groen ook een belangrijk aspect gaan vormen, waardoor een prettige en aangename uitstraling ontstaat. Een beeldbepalend element op het plein vormt de Polygonale loods met een horecafunctie en de bijbehorende draaischijf. Zij zijn onderdeel van het plein dat in z’n uitwerking een verwijzing zal krijgen naar het ritme van sporen en andere karakteristieken van de NS Werkplaats.

Het stationsplein zal een divers gebruik krijgen met horeca, terrassen, zitplekjes, fietsroutes. Daarnaast zal de ruimte geschikt zijn voor het organiseren van evenementen, festivals (en natuurlijk de Tilburgse kermis).

Op het Stationsplein komen een groot aantal functies samen en het wordt begrensd door levendige plinten. Aan de zuidzijde in de vorm van het vierde perron met hieronder de entree van het station, commerciële ruimtes en fietsenstallingen. De bebouwing aan weerszijde van het plein hebben hier hun entrees en de oostzijde is ideaal voor horeca. Bij het ontwerp van het plein zal dan ook rekening moeten worden gehouden dat er ruimte is voor terrassen. De Burg. Brokxlaan vormt de noordelijke grens van het plein met K&R, taxi en bushalte. Deze functies vragen naast een helder ontwerp ook om een bepaalde mate van verharding. Er zal dan ook een goed evenwicht moeten worden gevonden met de groene uitstraling die het plein moet gaan krijgen.

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE

103


STATIONSPLEIN Inrichtingsprincipes D’n Atelier: • Lange lijnen als sporen zijn duidelijk herkenbaar in het plein • Er wordt een goede balans gerealiseerd tussen een groen karakter en verharding tbv looplijnen en verblijfsfuncties zoals terrassen

Groen is een belangrijk ingrediënt voor het Stationsplein, maar zal altijd het idee van de dynamiek van de spoorlijnen en het emplacement ondersteunen.

104

Het idee van de lange lijnen van de sporen die D’n Atelier binden, kan op het Stationsplein op verschilende manieren worden geïnterpreteerd.


Stationstuin

Tekst

B Openbare ruimte & verkeer - De Werkplaats - Spoorzone Tilburg - Ateliersessie 11.11.2010 BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE

105


106

Impressie van de Spoortuinen met links de Wagenmakerij en rechts het spoortalud.


8.3 SPOORTUINEN Tussen de spoordijk en de werkplaatsbebouwing ligt een brede zone openbaar gebied dat is georiënteerd op het zuiden met hieraan nadrukkelijk de voorkanten van de bebouwing met een levendige plint. De overgang naar de bebouwing krijgt een kleinschaliger karakter in de vorm van een afwisseling van tuinen, verhoogde perrons en pleintjes. De ‘spoortuinen’ vormen rustmomenten voor voetgangers in dit flaneergebied. De samenhang in de Spoortuinen ontstaat door het lijnenspel van de sporen in de bestrating en in de derde dimensie door bijvoorbeeld de bovenleidingportalen te behouden en te gebruiken voor de met verlichting.

De spoortuinen

De spoortuinen zijn kleine ‘pocketparkjes’ die verblijfsplekken maken aan de spoorzijde. De kant van het spoor wordt nadrukkelijk ook een voorzijde van het gebied. De verschillende spoortuinen zijn met elkaar verbonden door fiets- en voetgangersroutes.

X

Het spoordijktalud krijgt een bijzondere groene uitstraling en wordt nadrukkelijk meegenomen in het landschapsontwerp als één lineair groen element. Hierlangs ligt een doorgaande fietsroute in bestratingmateriaal van D’n Atelier, zodat het fietspad onderdeel lijkt van deze lange lineaire ruimte. De Werkplaats - Spoorzone Tilburg

Mogelijke uitwerking - Bovenbouw

datum: 07.12.2010

Tekening getekend op Situatiemeting Coenradie dd. 25.10.2010 NB Locomotiefhal niet maatvast

BDP.khandekar 0

10

20

30

40

50 m

Aan de westzijde loopt de Spoortuinen-zone door boven op de parkeerdeks en sluit aan op de dektuinen in Spoorzone Midden.

Doorsneden Spoortuinen.

Tekst

Detail bovenaanzicht Spoorzone

De Werkplaats - Spoorzone Tilburg - Voorlopig Ontwerp december 2010

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE

107


SFEERBEELDEN SPOORTUINEN

De Spoortuinen zijn als gebruiksgroen bedoeld om te verpozen en met spelaanleidingen.

108

Verhoogde perrons als overgang naar de bebouwing van D’n Atelier vormen terassen op het zuiden.

Het spoortalud wordt vormgegeven als één doorgaand groen element.


De Spoortuinen zullen een bruisend onderdeel van de binnenstad vormen met genoeg ruimte om evenementen te laten plaatsvinden. BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE

109


8.4 HOUTLOODSTUIN De Houtloodstuin is vernoemd naar het hier aanwezige oudste gebouw van de NS Werkplaats met hieraan de stalen hefconstructie. De tuin is onderdeel van D’n Atelier, maar ligt aan de andere zijde van de Burg. Brokxlaan. De Houtloodstuin krijgt het karakter van een klassieke stadstuin met stoere elementen van D’n Atelier. De tuin heeft een duidelijke inkadering met aan de noordkant de oude bomenrij en de bebouwing van Clarissenhof. Om de tuin duidelijk te markeren is ook aan de zuidzijde een begrenzing gewenst. Als overgang naar de Burg. Brokxlaan komt hier een nieuwe afscheiding met een transparanter industriële uitstraling. Zo ontstaat enerzijds vanuit de Burg. Brokxlaan de verwijzing naar D’n Atelier en zal het besloten tuinkarakter aan de tuinzijde worden versterkt.

Een transparante industriële afscheiding naar de Burg. Brokxlaan.

Bijzondere verlichting versterkt het contemplatief karakter.

De Houtloodstuin krijgt een groen karakter en zal als verblijfsgebied een rol spelen voor de bewoners van het Clarissenhof. De oude bomenrij ten noorden van de tuin bepaalt grotendeels het groene karakter van de tuin, wat wordt versterkt door een kleinschalige, terughoudende vormgeving. Speciale aandacht moet worden besteed aan de verlichting van de tuin om deze sociaal veilig te krijgen en tegelijkertijd de groene, contemplatieve sfeer te versterken.

Mogelijke uitwerking Water kan een ontwerpelement zijn.

110

Er is ruimte voor kleinschalige evenementen.

Impressie van gebied rond de markt

De algemene sfeer is groen en contemplatief.


8.5 KETELHOF EN KOEPELTUIN Deze twee groene ruimtes in D’n Atelier zijn gekoppeld aan de te behouden industriële gebouwen in combinatie met bestaande (monumentale) bomen: deze bepalen grotendeels de sfeer. Het Ketelhof ligt verscholen in een bouwveld en is bereikbaar via een informele route tussen de Burg. Brokxlaan en de Spoortuinen. In het hof staan het karakteristieke Ketelhuis en de Verensmederij. Het is een duidelijk vormgegeven plek rondom de twee beeldbepalende haagbeuken en de twee gebouwen. Het hof functioneert als verblijfsplek met functies of woningen rondom. Speciale aandacht verdient de overgang naar de omringende nieuwbouw van D’n Atelier. De materialisering van de bestrating en de inrichtingselementen is evenals de rest van D’n Atelier uitgevoerd in stoere, hoogwaardige industriële materialen.

Er is ruimte voor terrassen in Ketelhof en Koepeltuin.

Het gebruik van metaal in de inrichting versterkt de industriële sfeer.

In het Ketelhof en Koepeltuin versterken oude industriële elementen de sfeer.

Aan het NS-Plein vormen trappen een informele verblijfsplek.

De Koepeltuin vormt een groene overgang naar het NS-Plein.

De Koepeltuin is gekoppeld aan de Koepelhal, het meest oostelijke gebouw van De:Werkplaats. Het vormt het karakteristieke industriële gezicht van De:Werkplaats aan de Besterdring en het NS-Plein. De Koepeltuin krijgt het karakter van een siertuin met hierin de verschillende beeldbepalende boomgroepen, zoals Iepen aan de Burg. Brokxlaan, Platanen aan de Besterdring en Eiken aan het spoor. De keermuur met hek dat nu de NS Werkplaats scheidt van de Besterdring heeft een gesloten, defensief karakter. De Koepeltuin zal ruimtelijk geopend worden naar het NS-Plein, bijvoorbeeld met trappen, waardoor de Koepeltuin zich opent naar de stad en een informele verblijfsplek ontstaat.

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE

111


8.6 CLARISSENHOF EN THERESIAZONE De Clarissenhof en Theresiazone worden gekarakteriseerd door een gezellige informele sfeer. Het gebied bestaat uit een serie hofjes gelegen aan doorsteekjes die de Lange Nieuwstraat met de Burg. Brokxlaan verbinden. De warme gezellige sfeer vindt zijn weerklank in de materialisering van de openbare ruimte: gebakken klinkers, hout en natuurstenen details. De hoogteverschillen in de Clarissenhof naar de hoven op parkeerdeks worden informeel opgelost. Strategische geplaatste bomen geven het gebied een groen karakter. ‘s Avonds ontstaat een prettige sfeer door uitgekiende verlichting van het gebied. Voor de woningen worden als overgang ‘privé-stoepjes’ aangelegd waardoor een informeler beeld ontstaat, passend bij Theresia. In de inrichting zijn alle bewegwijzering, vereersborden en alle zichtbare nutsvoorzieningen nadrukkelijk meeontworpen of in de bebouwing opgenomen.

Clarissenhof

In het Clarissenhof bevindt zich een pleintje tegenover het Clarissenklooster aan de Lange Nieuwstraat. De vormgeving van het pleintje is ingetogen, passend bij het klooster. Langs de doorgaande fietsroute naast de Medeklinkert tussen Theresia en station zijn de oude bomen ingepast waardoor deze route een informeel karakter krijgt. Aan de achterzijde van het industriële monument Deprez bevindt zich een informeel hof. Hier is ruimte voor een terras en de sfeer sluit aan op het meer industriële verleden van Deprez. Langs de Willem II fietsroute, aan het oude Atelierstraatje bevindt zich eveneens een hof. De inrichting is groen en informeel.

112

Theresiazone

Ketelhof

Hoogteverschillen worden informeel opgelost.

Stoepjes als overgang naar openbare ruimte maken het beeld informeel.

s’Avonds een prettige sfeer door uitgekiende verlichting.


8.7 BURG. BROKXLAAN Burg. Brokxlaan Oost

Burg. Brokxlaan West

De bajonet in de Burg. Brokxlaan maakt een centraal pleintje waar een kunstwerk het draaimoment accentueert.

De Burg. Brokxlaan krijgt een groen karakter met bomenrijen en hagen die de verschillende verkeersstromen in een groen kader plaatsen. De Burg. Brokxlaan vormt functioneel een belangrijke verbinding met de Cityring. In tegenstelling tot deze ring is de Burg. Brokxlaan tweerichtingsverkeer. De Burg. Brokxlaan doorsnijdt in zijn gehele lengte gebieden met verschillende karakters. Het karakter van de Burg. Brokxlaan past zich per gebied aan, wat voor dit plan betekent dat het profiel voor het oostelijk deel anders is dan voor het westelijk deel. De grote schaal van gebouwen in D’n Atelier vraagt om een passend wegprofiel. Het oostelijk deel is daarom formeler met grote bomen in een brede middenberm. Als overgang naar Theresia is er een strook met kleinere bomen waardoor het informele karakter van deze zijde wordt versterkt. Aan de oostzijde worden een aantal grote monumentale bomen onderdeel van de Burg. Brokxlaan en vormen daarmee, komend vanuit het oosten, een groene entree van het gebied. Bij het station wisselt het profiel van de laan middels een bajonet in de weg. In de inrichting zijn alle bewegwijzering, vereersborden en alle zichtbare nutsvoorzieningen nadrukkelijk meeontworpen of in de bebouwing opgenomen.

De plint aan de zijde van D’n Atelier heeft een levendige uitstraling. BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE

113


PROFIEL BURG. BROKXLAAN OOST

Profiel van het oostelijke deel van de Burg. Brokxlaan.

De middenberm in het oostelijk deel van de Burg. Brokxlaan geeft de weg een groen karakter.

114

Het oostelijk deel van de Burg. Brokxlaan heeft een brede groene middenberm met bomenrijen.


PROFIEL BURG. BROKXLAAN WEST

Profiel van het westelijke deel van de Burg. Brokxlaan.

Het westelijk deel van de Burg. Brokxlaan heeft een enkelzijdige bomenrij, maar een groen karakter door de Houtloodstuin.

In de detaillering van de Burg. Brokxlaan vormt natuursteen een belangrijk thema waardoor een hoogwaardige uitstraling ontstaat. BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT OPENBARE RUIMTE

115


116

Het emplacement oostzijde met zicht op de NS Werkplaats in 1971 (bron: regionaal archief Tilburg).


3 9

BEELDKWALITEIT BEBOUWING In dit hoofdstuk worden de kaders aangegeven t.a.v. de bebouwing in het gebied. Aan de hand van richtlijnen, schetsen en referentiefoto’s wordt weergegeven wat de ambities zijn voor de uitstraling van de bebouwing in de verschillende deelgebieden. Voor D’n Atelier worden principes weergegeven hoe de ‘reeks van hallen’ gestalte kan krijgen in samenhang met de bestaande gebouwen. Voor het Clarissenhof en de Theresiazone wordt aangegeven hoe de bebouwing van deze deelgebieden in maat, sfeer en identiteit een overgang vormen naar de kleinschaligere bebouwing van de wijk Theresia en hoe deze zich daarin tegelijk onderscheiden van D’n Atelier.


Het stelsel van sporen en de ‘stoet’ van gebouwen vormen tezamen de transversale werkplaats, ook na de transformatie!

De NS Werkplaats: een reeks van gebouwen/hallen staan haaks op het systeem van sporen.

118

Woongebouwen met voorzieningen in de plinten zijn onderdeel van D’n Atelier.


9.1 D’N ATELIER SFEER EN IDENTITEIT VAN DE BEBOUWING VAN D’N ATELIER

D’n Atelier is een dynamisch gebied met veel activiteiten.

Bestaande en nieuwe gebouwen vormen een compact en hecht geheel.

Hoogbouwaccenten zijn duidelijk onderscheidend vormgegeven.

D’n Atelier is het grootste en meest markante deelgebied en is bepalend voor de identiteit van De:Werkplaats. Dit gebied straalt een grote dynamiek uit en heeft een sterk stedelijk karakter. Het heeft een dichte en compacte bebouwing met een grote mate aan variatie. Het principe van de transversale werkplaats is de basis voor D’n Atelier: een lineaire reeks van gebouwen of ‘hallen’ die tegen elkaar zijn geplaatst. Een belangrijk aspect van de transversale werkplaats is het systeem van sporen die daarmee de openbare ruimte tot een belangrijke bindende factor maken. Ook bij de transformatie zal daarom de openbare ruimte een belangrijke rol gaan spelen: deze bindt de gebouwen tot één complex. Zowel aan de Burg. Brokxlaan als aan de spoorzijde vormt de openbare ruimte de ‘ruggengraat’ voor de bebouwing. Maar zeker ook de ruimtes binnen D’n Atelier zoals de bajonetten en de hoven maken deel uit van de inrichting van D’n Atelier: hierin zal het systeem van sporen zichtbaar worden gemaakt. In het hoofdstuk Beeldkwaliteit openbare ruimte wordt hier dieper op ingegaan. De bestaande gebouwen, zoals de Lochal en de Wagenmakerij/ Koepelhal zijn onderdeel van de reeks van gebouwen, net als de Verensmederij/Ketelhuis. Ook de nieuwe gebouwen krijgen een stoer en industrieel uiterlijk. Hiermee zal een nieuw samenhangend geheel ontstaan waarin de individuele gebouwen hun eigen karakter kunnen behouden. Om deze samenhang (maar tegelijk ook de diversiteit) te waarborgen wordt in dit hoofdstuk een aantal richtlijnen aangegeven.

Kenmerkend voor D’n Atelier is een reeks van stoere kloeke gebouwen met een industrieel uiterlijk waarin de bestaande gebouwen in zijn opgenomen. BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

119


RUIMTELIJKE BASISSTRUCTUUR D’N ATELIER Bestaande te behouden gebouwen

Openbare ruimte met groen karakter

Bouwvelden Clarissenhof

Belangrijke bomenstructuur

Bouwvelden Theresiazone Bouwvelden D’n Atelier

120

P

Openbare parkeergarage Brug. Brokxlaan

Mogelijk hoogteaccent 70m - 100m

Inprikker autoverkeer

Hoogteaccenten 45m - 70m

Fietsroute

Accenten tot 45m (locatie en aantal

Informele openbare langzaamverkeersroute

nader te bepalen)

Markante openbare langzaamverkeersroute

Openbare ruimte d’n Atelier

Zichtlijn hoogteaccenten Burg. Brokxlaan


BASISSTRUCTUUR D’N ATELIER De bebouwing van D’n Atelier heeft een duidelijk aaneengesloten karakter. Om die reden zijn er geen directe noord-zuid doorzichten, maar verlopen deze altijd via een ‘bajonet’. Er zijn drie van deze doorsteken aanwezig. De eerste is onderdeel van de Willem II route, de tweede verloopt via de Verensmederij en de derde gaat langs de Wagenmakerij. Het is toegestaan om deze routes te overbouwen als dit het beeld van de transversale werkplaats versterkt. De bebouwing aan de Burg. Brokxlaan staat in één rooilijn, net als de bebouwing aan het Stationsplein. Aan de zijde van het spoor zijn echter juist wisselende rooilijnen gewenst, zodat deze de lineaire structuur van het spoor doorbreken en er in de openbare ruimte plekken worden gevormd. De rooilijnen op de hiernaast liggende plankaart betreffen op dit punt een suggestie en liggen niet vast. Wenselijk is om de verspringingen in nauwe samenhang met de inrichting van de openbare ruimte te ontwerpen. Er zijn een aantal monumentale bomen in het gebied die behouden moeten blijven: twee bomen bij de Verensmederij/ Ketelhuis en een aantal bomen aan de spoorzijde.

De oriëntatie van de bebouwing is zowel gericht op de Burg. Brokxlaan als ook op de spoorzijde. Nadrukkelijk is het de bedoeling dat de spoorzijde een aantrekkelijke voorkant wordt met voorzieningen en levendigheid in de plinten. Ook de drie bajonetroutes zullen worden begeleid door de bebouwing. Daarnaast is het wenselijk om in het gebied openbare hoven te creëren. Eén hof moet in ieder geval gerealiseerd worden: rondom de twee bomen en de Verensmederij/Ketelhuis komt het Ketelhof. De bebouwing eromheen vormt een goed en evenwichtig kader voor dit hof. Het hof is zowel vanaf de Burg. Broxklaan als vanaf het spoor bereikbaar. Het geheel van ‘hallen’, hofjes en straatjes vormen het bijzondere en wat ongepolijste karakter van D’n Atelier. De bebouwing van D’n Atelier is 20-22 meter hoog, vergelijkbaar met de hoogte van de Lochal. Daarboven zijn ‘accenten’ mogelijk tot 45 meter. Op of nabij de Lochal komt een hoge XXL toren van max. 100 m.

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

121


SAMENHANG DOOR REEKS VAN ‘HALLEN’ Het karakter van de transversale werkplaats wordt, naast het systeem van sporen, bepaald door een lineaire reeks van gebouwen of ‘hallen’ die tegen elkaar zijn geplaatst. Om die reden krijgt de nieuwe bebouwing een ‘grove’ parcelering van 20 tot 50 meter. Deze parcelering creëert een ritme van ‘stoere’ gebouwen die zich in omvang goed verhouden tot de Lochal en de Wagenmakerij/Koepelhal. Om dit ritme aan de Burg. Brokxlaan en de zijde van het spoor te waarborgen zijn de gebouwen noord-zuid gericht. De gebouwen zullen zo’n 20-22 meter hoog worden waarmee wordt gerefereerd aan de breedte en hoogtemaat van de Lochal. De gebouwen zijn onderling duidelijk te onderscheiden door materiaalgebruik en gevelindeling. De herkenbaarheid kan nog eens worden vergroot door een flauwe kap toe te passen (vele gebouwen op de NS Werkplaats hebben een kap). De vormgeving van de gebouwen is zo gekozen dat de bestaande gebouwen onderdeel worden van de totale reeks. Richtlijnen t.a.v. samenhang en ritme: • Reeks van stoere gebouwen met een parcelering van 20-50 meter • De gebouwen zijn overwegend noord-zuid gericht. • De gebouwen zijn onderling duidelijk onderscheidend, door materiaalgebruik, gevelindeling en/of kapvorm (max. 15 graden). • Maximale hoogte van 20-22 meter. • Opname van de bestaande gebouwen in de reeks.

122

D’n Atelier bestaat uit een reeks van stoere ‘industriële’ gebouwen.

De gebouwen hebben een industrieel karakter.

De gebouwen hebben een grove parcelering en zijn duidelijk herkenbaar.

Kloeke robuuste gebouwen bepalen de sfeer van D’n Atelier.


STOER EN INDUSTRIEEL: FRAMES

Voorbeeld van Frame met beton en baksteen.

Voorbeelden van frames die laten zien dat er vele uitwerkingen denkbaar zijn.

In de gevel van de Lochal zijn diverse typen Frames zichtbaar.

Voorbeeld van Frame met baksteen en glas.

De gebouwen op D’n Atelier krijgen een stoer uiterlijk met een ‘industrial look’. Karakteristiek voor veel industriegebouwen is de opbouw van de gevel in een stalen of betonnen draagconstructie die is ingevuld met een ander materiaal zoals glas, panelen of baksteen. Voorbeelden hiervan zijn ook op de NS Werkplaats te vinden, bijvoorbeeld in de Lochal: het hoofdvolume is een metalen pui met glas en de lage aanbouw is uitgevoerd in een betonnen frame met invullingen in baksteen en glas. Dit principe wordt in D’n Atelier ingezet als een gemeenschappelijk thema waarmee samenhang wordt verkregen. Het grote voordeel is dat deze ‘frames’ een enorme vrijheid bieden in de materialisering, die daarmee niet wordt vastgelegd. Ook zijn diverse gebouwtypes, zoals woningbouw, school, kantoren, musea etc. in dit thema uit te voeren. Belangrijk is daarbij wel dat de ‘frames’ in de gevels duidelijk te herkennen zijn (waarbij wordt opgemerkt dat zij niet per se constructief hoeven te zijn). Elke ‘hal’ heeft een eigen uitwerking waardoor tegelijk ook een grote diversiteit ontstaat die zo karakteristiek is voor de NS Werkplaats. Richtlijnen t.a.v. vormgeving: • Op D’n Atelier komen stoere gebouwen met een ‘industrial look’. • Elk gebouw heeft een ‘frame’ in de vorm van een duidelijk zichtbaar raster (met een horizontale en een verticale component). • De gebouwen onderscheiden zich onderling door toepassing van verschillende frames met verschillende invullingen. • Frames zijn duidelijk herkenbaar in de gevel en zijn voldoende fijnmazig. • Materiaalgebruik voor zowel de frames als de invulling van de frames is vrij. • Wat betreft kleur wordt aangesloten bij de nu aanwezige terughoudende kleuren in wit-grijs tinten en rood-bruin tinten.

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

123


ACCENTEN EN OPBOUWEN Op de bebouwing van de hallen is hogere bebouwing mogelijk tot 45 meter. Deze bebouwing wordt hier ‘accenten’ genoemd. De accenten zijn duidelijk een toevoeging aan het beeld van ‘hallen’. Daarom zijn deze accenten als het ware ‘at random’ en niet in een bepaalde richting geplaatst en hebben geen markerende functie. De accenten maken zich los van de onderbouw en hebben een afwijkende materialisatie. Daarbij zijn deze ofwel teruggeplaatst in de rooilijn (min. 5 meter), óf hebben een duidelijke taille (min. 2 meter), óf zijn duidelijk verschoven over de rooilijn (min. 2 meter).

Of accenten liggen terug... Accenten hebben een taille...

Of accenten steken uit...

Richtlijnen t.a.v. accenten en opbouwen: • Accenten zijn teruggeplaatst in de rooilijn (min. 5 meter), óf hebben een duidelijke taille (min. 2 meter), óf zijn duidelijk verschoven over de rooilijn (min. 2 meter). • Accenten hebben een duidelijke andere materialisering dan de onderbouw. • Accenten op de bestaande gebouwen hebben een lichte materialisering en maken zich los van de onderbouw.

124

Accenten hebben een duidelijk afwijkende materialisering en gevelbeeld.

Ook de accenten hebben een bijzondere vormgeving.


ALGEMENE OMGANG BESTAANDE GEBOUWEN Er zijn een aantal gebouwen in De:Werkplaats die zo bijzonder zijn dat ze in ieder geval moeten worden behouden. De meer vrij geplaatste gebouwen met een eigenstandig karakter zijn: de Polygonale loods, de Houtloods en Deprez. De gebouwen die onderdeel van de reeks van gebouwen zijn: Verensmederij/ Ketelhuis, de Locomotiefhal (‘Lochal’), de Wagenmakerij/ Koepelhal. Deze laatste twee complexen worden apart toegelicht.

Er geldt een inspanningverplichting voor hergebruik: De staalconstructie bij de Houtloods kan een overdekte zondagsmarkt worden.

Voor transformatie van de gebouwen gelden de volgende algemene uitgangspunten: • De gebouwen moeten kunnen worden getransformeerd, zodat zij een nieuwe functie kunnen huisvesten. Daarbij is de sterke wens dat (een deel van) de gebouwen een openbare voorziening bevat die de levendigheid van het gebied bevordert en iedereen kan genieten van de vaak spectaculaire interieurs. • Bij de transformatie moet de identiteit en sfeer van het gebouw behouden blijven en het gebouw als geheel herkenbaar blijven (van binnen of van buiten). • Bij de transformatie moeten de gebouwen onderdeel kunnen worden van de specifieke stedenbouwkundige context. Dus voor de Lochal, de Wagenmakerij/Koepelhal en de Verensmederij/Ketelhuis betekent dit dat zij onderdeel zijn van de ‘stoet’ van gebouwen/hallen. Voor de gebouwen Polygonale loods, Houtloods en Deprez betekent dit dat zij duidelijk als losgeplaatst object herkenbaar zijn. Op de NS Werkplaats staan vele gebouwen die de moeite waard zijn om te behouden. Ook gebouwen of constructies die hierboven niet zijn genoemd. Constructies of delen ervan kunnen een nieuw leven krijgen, bijvoorbeeld als zondagse markhal of als drager van groen. Ook is het mogelijk dat spanten worden hergebruikt in nieuwe gebouwen.

Hergebruik van spanten: kansen voor D’n Atelier.

Nieuw leven: passage in de openbare ruimte

Begroeiing in een oude constructie. BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

125


TRANSFORMATIE WAGENMAKERIJ/KOEPELHAL Voor de te behouden gebouwcomplexen is het van belang dat deze als eenheid herkenbaar blijven. Dit geldt zeker voor de Wagenmakerij/Koepelhal: de (bakstenen) gevels rondom de Wagenmakerij/Koepelhal blijven behouden. Tegelijk is het ook van belang dat de complexen en dus ook de Wagenmakerij/ Koepelhal onderdeel worden van de reeks van gebouwen en in het geheel worden opgenomen. De Wagenmakerij/Koepelhal is een relatief laag complex en zou in de nieuwe constellatie (met een basishoogte van 20-22 meter) duidelijk afsteken. Om het complex bij het geheel te betrekken is het daarom toegestaan om een aantal opbouwen te realiseren, zó, dat deze de eenheid van het oorspronkelijke complex niet verstoren. De forse verschijning van de Lochal leent zich goed voor één hoge toren, waarmee dit bijzondere complex nog een extra wordt geaccentueerd. Richtlijnen voor transformatie van de Wagenmakerij/Koepelhal: • De Wagenmakerij/Koepelhal blijft als geheel herkenbaar: alle (bakstenen) gevels rondom blijven behouden. • De Koepelhal blijft als geheel behouden inclusief kapconstructie en krijgt zo mogelijk een openbare functie. • Op de Wagenmakerij zijn opbouwen mogelijk waarmee het onderdeel wordt van de reeks van gebouwen. • De opbouwen zijn max. 22 m hoog met max. 2 accenten van 45 meter, met totale max. footprint van 50%. • De opbouwen staan min. 10 m terug t.o.v. de oorspronkelijke gevel. • De opbouwen hebben een lichte materialisering en maken zich los van de Wagenmakerij (bijvoorbeeld door een versmalling).

126

Bestaande gebouwen worden onderdeel van de reeks van gebouwen, door op- aan- of overbouwingen...

Een lichte opbouw met een taille is mogelijk op de bestaande gebouwen

De bestaande gebouwen blijven als geheel herkenbaar


TRANSFORMATIE LOCHAL EN XXL TOREN

Panoramisch zicht vanaf de inbouw in de Lochal

De inbouw in de Lochal staat vrij van de gevel

Ook de Lochal moet als duidelijke eenheid herkenbaar blijven: het casco blijft behouden (m.u.v. de zuidelijke aanbouw) en de gevel krijgt net als nu een glazen invulling. In het Masterplan is aan weerszijden bebouwing mogelijk; daarmee wordt de Lochal onderdeel van de reeks. Om de bijzondere Lochal extra te accentueren is op of naast de forse hal ook een forse toren mogelijk van 100 meter: een XXL toren. Bij voorkeur staat de toren daadwerkelijk in/op de Lochal. De toren is onderdeel van D’n Atelier en staat daarom niet direct aan het Stationplein, maar is bewust teruggeplaatst en staat bovendien in het verlengde van de Burg. Brokxlaan. Door z’n hoogte is deze toren onderdeel van de reeks van hoge torens in het Spoorzone gebied. richtlijnen voor transformatie de Lochal: • De Lochal blijft als geheel herkenbaar: het casco blijft behouden en de gevel krijgt net als nu een glazen invulling • De Lochal is geen solitair gebouw, maar onderdeel van de reeks van gebouwen: daarom kan deze aan weerzijden worden bebouwd • De kopgevels en zo mogelijk (een deel van) de zijgevel zijn zichtbaar vanuit de openbare ruimte • In de Lochal is een inbouw mogelijk met een max. footprint van 70% • De inbouw staat (deels) ‘los’ in de Lochal met voldoende ruimte eromheen voor (zo mogelijk) openbare voorzieningen richtlijnen voor de XXL toren: • (Bij voorkeur) op de Lochal is één toren mogelijk van max. 100 m. • De toren heeft een licht, slank en rank uiterlijk • De toren maakt zich los van de Lochal (bij voorbeeld door een versmalling) • Hoge architectonische kwaliteit • De toren staat min. 10 meter terug in de rooilijn en in het verlengde van de zichtas van de Burg. Brokxlaan

De toren heeft een licht, slank en rank uiterlijk BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

127


128

Voorbeelduitwerking van het gevelbeeld van D’n Atelier kijkend vanaf het spoor: een reeks van duidelijk te onderscheiden stoere gebouwen in verschillende materialen waarin de Lochal en


de Wagenmakerij en Koepelhal zijn opgenomen. BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

129


GROENE HOVEN EN DEKS Binnen de reeks van ‘hallen’/gebouwen zijn diverse groene hoven aanwezig (zoals die nu ook aanwezig zijn op de NS Werkplaats). Met hoven worden nadrukkelijk ook binnengebieden op hoger gelegen deks bedoeld. De groene hoven vormen kleine oasen in de dichte en intensieve bebouwing van D’n Atelier. Richtlijnen t.a.v. groene hoven en deks: • De binnenhoven zijn nadrukkelijk mee ontworpen en hebben een hoogwaardige uitstraling. • De hoven hebben een groene uitstraling. • Parkeren is uit het zicht door parkeervoorzieningen onder een dek te situeren. • Privé buitenruimtes op het dek zijn mogelijk mits erfafscheidingen zijn meeontworpen met de architectuur (hoge erfafscheidingen of volledig uitgeven als tuinen niet toegestaan).

De hoven vormen een gevarieerd binnenmilieu.

De hoven hebben een groen karakter

Erfafscheidingen zijn meeontworpen met het dek.

130

D’n Atelier heeft ook voor woningen een groene uitstraling.

De hoven hebben een kwalitatief hoogwaardige uitstraling


INFORMELE ROUTES EN DOORZICHTEN De groene hoven zijn gekoppeld aan de informele routes door D’n Atelier. De hoven zijn vanaf de openbare ruimte zo mogelijk toegankelijk of in ieder geval zichtbaar. In het gebied zijn verrassende doorkijkjes mogelijk. Richtlijnen t.a.v. informele routes en doorzichten: • De hoven zijn toegankelijk middels trappartijen vanuit de openbare ruimte. • De hoven zijn vanuit het openbaar gebied zichtbaar. • Openingen, doorkijkjes, trappartijen zijn onderdeel van het informele systeem van D’n Atelier. • Entrees naar de deks zijn mee ontworpen in de plint.

Informele groene routes zijn onderdeel van D’n Atelier

De hoven zijn vanuit het openbaar gebied zichtbaar.

Deks zijn toegankelijk middels trappartijen vanuit de openbare ruimte.

In het gebied zijn verrassende doorkijkjes mogelijk BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

131


PLINTEN EN VOORZIENINGEN Het gebied krijgt een openbaar en levendig karakter. Daarom is het van belang dat de plinten van de gebouwen een transparante en open uitstraling krijgen. Er zijn hier entrees van woningen en zo mogelijk op strategische plekken kleinschalige bijzondere voorzieningen. Te denken valt daarbij aan de Spoortuinen of het Ketelhof. Maar ook aan de Bajonet-doorsteken of aan de Burg. Brokxlaan zouden voorzieningen kunnen komen. Slechts beperkt komen gesloten plinten voor; deze hebben dan een bijzondere ‘industriële’ uitwerking, passend bij D’n Atelier. Richtlijnen t.a.v. plinten en voorzieningen: • Plinten hebben een open uitstraling (lange doorgaande blinde gevels worden vermeden). • Begane grondhoogte is min. 4m zodat voorzieningen mogelijk zijn. • Entrees bevinden zich zowel aan de Burg. Brokxlaan als aan de Spoortuinen. • Het parkeren achter de plinten is aan het zicht onttrokken. • Beperkte gesloten plinten; deze hebben een ‘industrieel’ karakter passend bij D’n Atelier.

Op strategische plekken zijn voorzieningen opgenomen in de plinten

Een aantal plinten zijn bijzonder vormgegeven

Ook entrees van woningen zijn in de plinten opgenomen

132

De plinten hebben een open en levendig karakter.

Eventuele muren zijn meeontworpen..


BNA Gebouw van het Jaar 2009

pagina 1 van 1

BALKONS EN BUITENRUIMTES Balkons en buitenruimtes behorende bij de gebouwen zijn goed mogelijk en gewenst in D’n Atelier: deze geven een verlevendiging en variatie in het gevelbeeld. Balkons zijn zo vormgegeven dat zij passen in het beeld van de ‘industrial look’. Balkons hebben een open karakter. Richtlijnen t.a.v. balkons en buitenruimtes: • Balkons zijn mogelijk: zij passen binnen het stoere industriële beeld van D’n Atelier. • Voor de buitenzijdes van de ‘hallen’ geldt dat balkons integraal zijn meeontworpen met het industriële beeld van de frames.

Balkons zijn meeontworpen met de frames.

Buitenruimtes worden ingezet voor een groene uitstraling.

Balkons passen binnen het stoere uiterlijk van D’n Atelier.

<< vorige foto

volgende foto >>

http://www.bnagebouwvanhetjaar.nl/prijsvraag/picture.php?prijsvraag_name=prijsvraa... 21-2-2011

Balkons vormen een integraal onderdeel van de gevel

Balkons hebben een open en transparant karakter BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

133


Het Stationsplein is met zijn Polygonale loods en spoorlijnen duidelijk onderdeel van de D’n Atelier.

134

De Wagenmakerij / Koppelhal wordt onderdeel van de reeks hallen.


Zicht op de Spoortuinen en de reeks van hallen van D’n Atelier.

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

135


136


9.2 CLARISSENHOF SFEER EN IDENTITEIT VAN DE BEBOUWING VAN CLARISSENHOF

Doorzichten en wisslende gevels.

Verhoogd binnengebied.

Het Clarissenhof is een duidelijk cluster van gebouwen die tezamen een eigen wereld maken. Het oogt als één complex dat is opgebouwd uit verschillende massa’s, met verschillende lengte, diepte en hoogte en dakvormen. De principes die hier worden weergegeven zijn afgeleid van het Gasthuiscomplex, zoals dat in de directe omgeving van de locatie heeft gestaan. Daarbij gelden de volgende principes: • • • • •

Woningen zijn gegroepeerd rondom een hofje.

Binnen en buitenkant van het blok hebben eenzelfde sfeer, en zijn vormgegeven als totaal.

Samenstelsel van verschillende gebouwen Verticale gevelopbouw Overwegend langskappen (zadeldak of mansardedak) in diverse richting Hofjes en steegjes maken onderdeel uit van het geheel Routes verbinden de plekken met elkaar

Dit deelgebied heeft een fijn, klassiek en gedetailleerd karakter. Een divers geheel van gebouwen met kappen omsluit een bijzonder binnenmilieu van hofjes, straatjes en steegjes. Daarmee verwijst het naar het religieuze verleden van het gebied. De Medeklinkert (het vroegere St. Annahof) wordt onderdeel van dit gebied en het Clarissenklooster speelt een belangrijke rol door het hofje ervoor en een zichtlijn naar de torenspits. Aan de zuidzijde wordt het begrensd door de oude bomenrij. De bebouwing aan de Lange Nieuwstraat is kleinschaliger en naar het zuiden toe wordt deze 20-22 meter hoog. Ook deze zijde aan de Burg. Brokxlaan heeft een afwisselende opbouw met wisselende rooilijnen.

Gebruik van kappen en variatie in wand. BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

137


RUIMTELIJKE BASISSTRUCTUUR CLARISSENHOF

138

Bestaande te behouden gebouwen

Openbare ruimte met groen karakter

Bouwvelden Clarissenhof

Belangrijke bomenstructuur

Bouwvelden Theresiazone

Brug. Brokxlaan

Bouwvelden D’n Atelier

Fietsroute

Bouwvelden Zwijsen II

Informele openbare langzaamverkeersroute

Hoogteaccent 45m - 70m

Max bouwhoogte 10-11m

Accenten tot 45m (locatie en aantal nader te

Min hoogte 16m - max hoogte 20-22m

bepalen)

Eventueel te behouden muur

Openbare ruimte d’n Atelier

Zichtlijn hoogteaccenten Burg. Brokxlaan


PRINCIPES CLARISSENHOF

BASISSTRUCTUUR CLARISSENHOF

De onderstaande thema’s zijn afgeleid van het vroegere kloostercomplex van de Fraters.

1. Samenstel van gebouwen met verschillende massa’s, vormen en hoogtes.

2. De gebouwen hebben overwegend langskappen in verschillende richtingen.

3. Hofjes en steegjes maken onderdeel uit van het geheel.

4. Routes verbinden de plekken met elkaar.

De bebouwing heeft een alzijdig karakter naar alle randen (Lange Nieuwstraat, Fraterstraat, Burg. Brokxlaan). De Lange Nieuwstraat kenmerkt zich door kleinschalige bebouwing die overwegend in de rooilijn staat afgewisseld met grotere bebouwing die verder terug staat. Om die reden is bebouwing aan de Lange Nieuwstraat max. 10—11 meter hoog als deze in de rooilijn staat. Als deze min. 5 meter terug staat kan deze max. 13 m hoog zijn (incl. kap). Zo mogelijk wordt de oude muur tussen Deprez en de Medeklinkert behouden en geïntegreerd in het ontwerp. De bebouwing heeft aan de Lange Nieuwstraat een geparceleerd en gevarieerd karakter. Naar het zuiden loopt de bebouwing op tot max. 20-22 meter aan de Burg. Brokxlaan. Hier staat de bebouwing in wisselende rooilijnen met verschillende typen bouwmassa’s zodat ook hier een gevarieerd beeld ontstaat. Tegenover het Clarissenklooster wordt een groene open ruimte, een hofje, gecreëerd op maaiveld. Naar dit hofje is een verplichte directe zichtlijn vanaf de Houtloodstuin. Daarnaast zij er ‘dwaalroutes’ door het complex die ook weer leiden naar het hofje bij het klooster. De langzaamverkeersroute langs het gebouw de Medeklinkert wordt begeleid met bebouwing die zich hier met voorkanten toont. Eén toren van 45- 70 meter staat in het verlengde van de Burg. Brokxlaan tegenover het station. Deze toren markeert de asverschuiving van de laan. Deze toren krijgt een bijzonder en eigenstandig karakter.

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

139


Een mix van verschillende buitenruimten.

wisselende massaopbouw, gevels en daken

Bebouwing rondom een binnentuin. nok max. 20-22 m goot max. 17 m

Buitenruimten informeel / speels over de gevel verspreid.

140

Groene schermen als erfafscheiding.

Buitenruimten door grote verhoging.


RICHTLIJNEN CLARISSENHOF Materiaal en kleur • Het materiaalgebruik is overwegend baksteen in warme bruine en bruinrode tinten. Voornamelijk kappen in de langsrichting over één laag of meedere waarbij dakkapellen zijn toegestaan.

Balkons • Balkons en buitenruimtes passen binnen het totale architectonische beeld. • Uitgangspunt is een gevarieerd beeld van balkons, loggia’s, serres. • Geen monotone lange reeksen van dezelfde balkons.

Sterke variatie in maat en grootte van bouwblokken én duidelijke begrenzing randen.

min. 16 m max. 20 m

Aan de Burg. Brokxlaan zijde is de bebouwing variërend in hoogte en lengtemaat en de rooilijn verspringend.

Lichte/zachte tinten baksteen

Variatie in gevel per bouwblok, maar wel samenhangend als geheel. nok max. 20-22 m goot max. 17 m

Plint • Plinten hebben een open uitstraling (lange doorgaande blinde gevels worden vermeden). • Begane grondhoogte is min. 4m zodat voorzieningen mogelijk zijn. • Entrees bevinden zich zowel op het dek als in de plinten. • Het parkeren achter de plinten is aan het zicht onttrokken. • Entrees naar de deks zijn mee ontworpen in de plint en zijn openbaar. Inrichting deks • De hoven en stegen zijn nadrukkelijk mee ontworpen en hebben een kwalitatieve uitstraling. • De hoven en stegen zijn vanuit het openbaar gebied zichtbaar en hebben een groen karakterDeks zijn toegankelijk middels trappartijen vanuit de openbare ruimte. • Privé buitenruimtes op het dek zijn mogelijk mits erfafscheidingen zijn meeontworpen met de architectuur (hoge erfafscheidingen of volledig uitgeven als tuinen niet toegestaan). • Privé buitenruimtes hebben een open relatie met een hof.

nok max. 10,5 m goot max. 7,5 m

aan Burg. Broxklaan-zijde

aan Lange Nieuwstraat

Verticale gevelopbouw BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

141


XL TOREN De XL toren markeert de asverspringing in de Burg. Brokxlaan en staat vanuit het oosten gezien in de zichtas van de laan. Daarbij staat de toren tegenover het stationsgebouw. Dit tezamen maakt dat deze toren een belangrijk gebouw is dat veel aandacht behoeft. Alhoewel het feitelijk onderdeel is van het deelgebied Clarissenhof kan het zich in beeldvorming hieraan onttrekken; het heeft een eigenstandige positie. Richtlijnen XL toren: • Toren max. 45-70 m. • De plint is opgetild zodat openbare ruimte door kan lopen. • Bijzondere en markante vormgeving.

Het hoogteaccent heeft een markant uiterlijk.

De bebouwing is opgetild, zodat de openbare ruimte op maaiveld doorloopt

142


Zicht naar het oosten met op de achtergrond de XL en de XXL toren op de Lochal.

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

143


De Theresiazone laat een afwisselende reeks van woongebouwen zien.

144


9.3 THERESIAZONE RUIMTELIJKE BASISSTRUCTUUR THERESIAZONE

SFEER EN IDENTITEIT VAN DE ‘THERESIAZONE’ Tegenover D’n Atelier ligt de Theresiazone. Deze onderscheidt zich duidelijk van D’n Atelier door de fijnere parcelering waarmee het een overgang vormt naar de wijk Theresia. De bebouwing is qua karakter vergelijkbaar met die aan de Spoorlaan. Deze kan worden uitgevoerd als individuele particuliere bebouwing, maar ook goed als appartementen waarvan de gevels een individuele uitstraling hebben. De bebouwing is maximaal 14 meter hoog.

Bestaande te behouden gebouwen

Openbare ruimte d’n Atelier

Bouwvelden Clarissenhof

Openbare ruimte met groen karakter

Bouwvelden Theresiazone

Belangrijke bomenstructuur

Bouwvelden D’n Atelier

Brug. Brokxlaan

Mogelijk hoogteaccent 70 - 100m

Inprikker autoverkeer

Hoogteaccent 45m - 70m

Fietsroute

Accenten tot 45m (locatie en aantal nader

Informele openbare langzaamverkeersroute

te bepalen)

Zichtlijn hoogteaccenten Burg. Brokxlaan

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

145


ROOILIJNEN, ORIテ起TATIE EN HOOGTES De bebouwing staat in de rooilijn aan de Burg. Brokxlaan. De bebouwing heeft een pandsgewijs karakter. Deze panden (d.w.z. de korrelmaat van de bebouwing) zijn min. 10 meter en max. 25 meter breed. De panden onderscheiden zich van elkaar door verschil in gevelindeling en/of materiaalgebruik en/of kapvorm. De bebouwing heeft een verticale gevelopbouw en zowel platte daken als kappen zijn toegestaan.

146


RICHTLIJNEN THERESIAZONE Materiaal en kleur • Het materiaalgebruik en kleurgebruik is vrij. Materiaal en kleurgebruik worden ingezet om variatie te bereiken in het gevelbeeld.

Parkeren uit het zicht door bijvoorbeeld een dek.

Plint • Plinten hebben een open uitstraling (lange doorgaande blinde gevels worden vermeden). • Begane grondhoogte is min. 4m zodat voorzieningen mogelijk zijn. • Het parkeren achter de plinten is aan het zicht onttrokken. • Het parkeren is van bovenaf aan het zicht onttrokken door louvres of een (houten)dek. • Indien in de plint woningen aanwezig zijn kan in de openbare ruimte een ‘stoepzone’ worden ingericht. Balkons • Balkons en buitenruimtes passen binnen het totale architectonische beeld. • Uitgangspunt is een gevarieerd beeld van balkons, loggia’s, serres. • Geen monotone lange reeksen van dezelfde balkons.

Verschillende soorten buitenruimtes.

Inrichting deks, parkeren •

Parkeren is uit het zicht door parkeervoorzieningen onder een (houten)dek of een begroeide pergola/louvre te situeren.

Openbare plintzone door kleine verhoging.

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

147


Hoogteaccent en onderbouw vormen ĂŠĂŠn geheel.

Het gebouw heeft een dynamisch karakter.

148

Het gebouw heeft een robuuste uitstraling.


9.4 ZWIJSEN II RUIMTELIJKE BASISSTRUCTUUR ZWIJSEN II

De locatie Zwijsen II sluit aan op de locatie Zwijsen waar AWG architecten een ontwerp voor heeft gemaakt: verschillende volumes in één materiaal en vormgeving. Ook voor de locatie Zwijsen II wordt dit voorgesteld, zodat dit complex zich daarmee duidelijk onderscheidt van D’n Atelier (waar de accenten een duidelijk ander materiaal en gevelbeeld hebben). De bebouwing staat in de rooilijn aan de Burg. Brokxlaan. De bebouwing is opgedeeld in twee volumes met daarop een hoogbouwaccent van 45 meter. De bebouwing is zowel georiënteerd op de Burg. Brokxlaan als op het spoor. Aan de zijde van het Stationsplein mag het hoogteaccent nadrukkelijk zichtbaar zijn en een wand vormen. Aan het spoor mag geen achterzijde ontstaan, maar dit moet een aantrekkelijk beeld vormen als binnenkomst in Tilburg.

RICHTLIJNEN ZWIJSEN II Bestaande te behouden gebouwen Bouwvelden Clarissenhof Bouwvelden Zwijsen II Accenten tot 45m (locatie en aantal nader te bepalen) Openbare ruimte d’n Atelier Openbare ruimte met groen karakter

P

Belangrijke bomenstructuur Openbare parkeergarage Brug. Brokxlaan

Materiaal en kleur • Het materiaal/kleurgebruik sluit aan op het ontwerp van AWG. Plint • Plinten hebben een open uitstraling. • Begane grondhoogte is min. 4m zodat voorzieningen mogelijk zijn. • Het parkeren achter de plinten is aan het zicht onttrokken.

Fietsroute Markante openbare langzaamverkeersroute Zichtlijn hoogteaccenten Burg. Brokxlaan

Inrichting deks, parkeren • Parkeren is uit het zicht d.m.v. een (houten)dek of een pergola/louvre. • Het dek is aantrekkelijk hoogwaardig ingericht en heeft een groene uitstraling. • Het dek is zo mogelijk openbaar en bevat een langzaamverkeersroute langs het spoor.

BEELDKWALITEIT / BEELDKWALITEIT BEBOUWING

149


150

NS Werkplaats met zicht op de Lochal omstreeks 1980 (bron: regionaal archief Tilburg).


10

VOORBEELDUITWERKING De voorbeelduitwerking heeft als doel te laten zien hoe de hiervoor vastgestelde principes ten aanzien van de ruimtelijke basisstructuur en beeldkwaliteit vertaald kunnen worden in een mogelijk eindbeeld voor De:Werkplaats. Echter binnen de vastgestelde principes zijn meerdere uitwerkingen denkbaar, deze voorbeelduitwerking laat slechts één mogelijkheid zien. Met behulp van onder andere een plankaart, profielen en maquettefoto’s wordt de voorbeelduitwerking in beeld gebracht.


Lange Nieuwstraat Deprez Medeklinkert

Houtloods

Burg Brokxlaan

Polygonale loods

Station Tilburg

Spoorlaan

152


rin

rd ste Be g

NS-Plein

Burg Brokxlaan

Wagenmakerij

Koepelhal

Verensmederij Ketelhuis

Lochal

Willem II straat

VOORBEELDUITWERKING

153


MAQUETTEFOTO’S BIJ VOORBEELDUITWERKING

154


Impressie van de Burg. Brokxlaan gezien vanuit het oosten met links D’n Atelier en rechts de Theresiazone

155


Diverse noord-zuid lijnen worden doorgezet in het gebied zoals de Willem II - route.

156


Het gebied langs het spoor wordt een prettige flaneerzone: rechts is D’n Atelier zichtbaar met de ‘stoet’van gebouwen en de diverse Spoortuinen. In de verte is het station zichtbaar. TITEL VOOR HET HOOFDSTUK 157


Dalton Dalto

Minckelersstraat

Minckelersstraat Minck elersstraat

Oisterwijkstraat aat van Oisterwijkstr Joannes van Joannes

Pascalerf Pascale rf

Le Sage

Nijverstraat Nijver straat

rdring Beste alelerf rf scca PPaas

BEBOUWING OP MAAIVELD (PLINT & PARKEREN)

N

at stra

at

stra

Van Mierlostraat

ø35

Energieplein

Ten Bro

ø35

Gas

Lange Nieuwstra Lange Nieuwstraat at

ø40

ø35

Pieck

JoannJoannes es van van Oisterwi Oisterjkstraat wijkstraat

at

Fraterstraat Frater straat

stra

wstraat

ø30

aas Nicol

both

Lange Nie u

ø60 14.53

Her

Lichtstraat Lichts tra

aat

Lange Nieuwstra Lange Nieuwstraat at Leonard van Vechelstraat Leonard van Vechelstraat

Burg. Br

14.12 14.08

14.20

14.66

14.01

14.65

14.64

Lange Nieuwstra Lange Nieuwstraat 14.67 at

Lichtstraat Lichts traat

14.71

14.81

Fraterstraat Frater straat

14.72

14.67

okxlaan

14.76

14.80

PRIVE-TERREIN N.S. 14.78

Atelierstraat Atelie rstraa

t

at

Atelierstraat Atelierstraat

14.04

NS-Plein Plein NS-

ø80

TEL.CEL JoannJoannes es van van Oisterwi Oisterjkstraat wijkstraat

wstraat

ø30

14.16

14.66

Lange Nie u

ø60 14.53

ø30

14.08

N

14.71

Energieplein Ener gieplein

at

trata

tra

Koestra

ns

Daltonerf Daltonerf

Bui

g

ns

ittee

Bu

rdrin

ø30

ø40

ing rdr

ø60

Energieplein Energ ieplein

ø40 ø40

ø80

Wagenstraat Wage nstraat

ø35

ø60

14.72

ø50 ø120

Minckelersstraat Minck elersstraat

Stedekestraat Stedekes traat

ø70

Korte Nieuwst Korte Nieuwstraat raat

ste Be te Bes

Burg. Brokxlaan

ø40

ELPLAATS

C.W.I

14.68

ø40

ø35

KINDERSPE

traat at Nijvers rstra Nijve

Lumenplantsoen Lume nplantsoen

ø35

14.67

Energieplein Energ ieplein

Caloriestraat Calor iestraat

ø35 ø35

ø35

14.84

14.74 ø60

14.77

Lange Nieuwstra Lange Nieuwstraat at

ø20

14.79

NS-Plein NSPlein

Oisterwijkstraat aat van Oisterwijkstr Joannes van Joannes

ø20

PPaas

ø40

NSplein

ø40

ø80

ø70

ø60

ø60

14.79

14.80

rf

14.70

14.72

PL PL

29

14.68

PL

ø20

PL

PL

PL

14.67 ø40

PL

PL

14.67

PL

PL PL

ø30

ø10

PL

Burg. Br

PL

14.20

PL

TEL.CEL

PL

14.66

PL

14.65 PL

N.S.-STATION

PL

PL

14.64

TEL.CEL

14.67

ø10

PL

PL

14.71

PL

PL

PL

Atelierstraat Atelie rstraa

PL

PL

PL

t

PL

PL

ø30

PL

PL

PL

14.76

14.04

ø30

ø40

PL

PL

PL

14.16

PL

14.08

ø80

PL

PL

PL

PL

PL

PL

ø10

ø30

PL

PL

PL

PL

PL

PL ø10

okxlaan

14.76

PL

PL

PL

PL

g

ø40

14.71

14.75

14.74 PL

PL

rdrin

ø60

Wagenstraat Wage nstraat

ø40 ø40

ø80

ing rdr

Burg. Brokxlaan

ø60

PL

ste Be te Bes

ø35

ø70

PL

PL

ø35

PERRON

Korte Nieuwst Korte Nieuwstraat raat

PL

t

ø40

ø30

PL

PL

PL

aa

PL

str

PL

en

PERRON

eester Brokxlaan

PL

PL

reg

PL 14.67 PL

PL

PL

en

PL

14.69 14.68

14.69

PL

PL

PL

ud

ø35 ø35

PL

PL

PL

PL

PL

PL

Go

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

14.72 14.80 ø50

ø35

PL

PL

ø80

PL

ø35

PL

at

14.75

14.72

PL

PL

PL

Koestra

PL

ø80

14.69

PL Lange Nieuwstra Lange Nieuw at PL straat

ø70

C.W.I

ø35

ø80

ø80

ø35

NsNS-Ple Plein in

14.66

t aa str en reg en ud Go TEL.CEL

Atelierstraat PL Atelierstraat

PL

ø80 14.65

PL

PL

14.72

14.66 PL

ø50

PL 14.67

ø120

PL

14.74 ø30 ø60

14.80

Spoorlaan Spoo rlaan

Spoorlaan

14.79

14.70 14.74

NS-Plein NSPlein

14.79

ø30

PL PL

PL

64

ø20

65

ø20

PL

PL 14.78

PL

14.70

PL

65A

PL

14.83

PL

14.70 14.80

14.72

14.66

67

ø80

ø80

69

ø80

Zuid Oosterstraat

PL 14.69

MUSEUM

PL

PL PL

PL

ø20

PL

PL

Willem II Straat

at sstra

at Langestra

Station

PL

PERRON

PL PL

PL

PL

PL

PL

14.67

PL

PL

PL

14.74

ø10

Magazijnstraat

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

14.76 PL

PL

ø30

PL

PL

Achter de Heuv

PL

raat

rest

Kar

TEL.CEL

PL

ø30

ø40

PL

PL

PL

ø10

PL

PL

PL

ø80 PL

ø10

elrin g

PL PL PL

PL

PL

PL PL PL

PL

N.S.-STATION

ø30 PL

PL

PL

ø10

Heuv

PL

PL

Parkeergarage TEL.CEL

PL

14.75

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL PL

14.65

PL

PL

14.68

14.70

el

29

PL

Fabriekstraat

70A

PL

PL

PL

PL

PL PL

70

PL

PL

PL

PL

PL

PERRON

HMP 22.8 ø30

PL

PL

PL

PL

14.67

PL

PL

PL

14.69

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

14.69

PL

68

PL PL

N

ø50 PL

PL

PL

PL

PL 14.72 14.80

PL

PL

PL

14.68

29

PL

PL

14.75

14.72

PL

PL

PL

66

ø70

NsNS-Ple Plein in

29

14.77 ø30

PL

14.66

Fraterstraat Fraterstr aat

PL

NSplein

ø40

ø80

ø70

ø30 PL 14.84

TEL.CEL

ø60

ø30

ø25

PL

14.72

29

PRIVE-TERREIN N.S.

ø60

PL PL

PL

ø30

N

14.78

PL

NS-Plein Plein NS-

14.68

14.70

N

29

PL 14.81

Pascalerf Pascale rf

t

aa

str

tse

ho

sc

En

rf

14.83

cale

14.78 14.70

14.66

scale

ø35 14.74

Nijverstraat Nijver straat

14.70

PL

Leonar

t

ekstraa

ø80

PL PL

Poststraat

PL ø30

Spoorlaan Spoo rlaan

ø30

PL

Poststraat

PL

PL

ø25

PL

ø30 PL

ø30

PL PL

TEL.CEL

ø30

29

Spoorlaan

N

Spoorlaan Spoorlaan

PL

PL

64

65

PL

PL

raa

rdst Noo

PL

PL

65A

PL

69

67

PL

t

Z

PL

traat

fstraat

N

Stati

N

N

De Werkplaats - Spoorzone Tilburg datum: 21.03.2011

Tekening getekend op Situatiemeting Coenradie dd. 25.10.2010 NB Locomotiefhal niet maatvast

Parkeren vier lagen in Locomotiefhal (70% van footprint)

HMP 22.8

0

20

60

80

100 m

elrin

g

40

raat

rest

Kar

el

Fabriekstraat

Poststraat

Parkeren één laag (op maaiveld onder dek)

NDWEER

Poststraat

Parkeren één laag (halfverdiept) Ijzerstraat

onss Stati

fstraat

Veemarktstraat N

GE

Mogelijke uitwerking - Begane grond (= plint + parkeren)

Telegraa

RGARA

Parkeren twee lagen (halfverdiept)

PARKEE

traat

t

raa rdst

Noo

158

70

Achter de Heuv

Parkeren vijf lagen boven Wagenmakerij

68

Heuv

Parkeergarage

Plint

BDP.khandekar

Magazijnstraat

t

at

Station

aa

Langestra

str

Willem II Straat

at sstra

Utrechtsestraat

ord

66

Veemarktstraat

GE

onss

Telegraa

RGARA

Ijzerstraat

PL

ke uitwerkingPlint- inBegane grond (= plint + parkeren) bestaande bebouwing No

PARKEE

MUSEUM

N

De Werkplaats - Spoorzone Tilburg datum: 21.03.2011

Tekening getekend op Situatiemeting Coenradie dd. 25.10.2010 NB Locomotiefhal niet maatvast

BDP.khandekar 0

20

40

60

80


ø35

1,5m

1,5m

20m

20m

20m

20m

ø10

ø80

PL

ø10

14.16

20m

PL PL

20m

14.67 14.80

IIa

45m

20m

PRIVE-TERREIN N.S. 14.78

14.70

IIb

III

45m

geb 46

Spoorlaan

N

14.79

14.74

4,5m

VIIa

TEL.CEL

45m

PL PL

Willem II Straat

at

at Langestra

PL

PL PL PL

at Koestra

ø30

65

14.78

ge65Ab 90

14.83

14.70

PL

14.72

PL

20m

PL

ø10

ø80

PL

Magazijnstraat

ø10 PL

PL

PL

PL

re

PL

PL

PL

HMP 22.8

ø30

PL

PL

ø30

PL

PL

PL

PL

PL

geb 95

ø30

36m

ø40

PL

PL

ø30

PL

PL

PL

14.65

29

PL PL

14.68

14.70

PL

el

Fabriekstraat

70A

PL

PL

PL

70

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

14.76

45m

IXc

PL

PL

PL

PL

PL

PL

at stra

Zuid Oosterstraat

14.69

PL

PL

PL

PL

PL

PL PL PL

69

PL

PL

Achter de Heuv

PL

PL

ø10

PL

PL

IXb

IXa Heuv el

PL

PL

PL

PL

PL

45m 20m

PL

PL

PL PL

PL

PL

PL

68PL

PL

PL

PL

14.75

ø10

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

geb 92

PL

PL

20m

20m 14.74

PL

PL

PL

4,5m

PL

PL

PL

ø20

20m

PL

PL PL

66

VIIIb

14.67

ø80

14.69

PL

PL PL

14.75

ø80

PL

67 PL

PL

N

45m

ø80

14.80

PL

ø50

PL

Kar

ø30 ø20

64

PL

14.72

PL

TEL.CEL

ø20

PL

PL

geb 84

PL

N.S.-STATION Parkeergarage

36m

14.72

PL

NS-Plein NSPlein

14.79

ø30 ø25

14.80

14.67

NSplein

ø40

ø80

ø70

14.77

ø30

14.70

PL

TEL.CEL

Daltonerf Daltonerf N

ø120 14.74 ø60

ø60

ø60

geb 82

ø70

PL

PL

ud

Go ø50

ø30

PL

20m

NS-Plein Plein NS-

t aa str en TEL.CEL reg en

ø80

14.68

14.70

PL

m

4,5m

sstra Station

PERRON

ø30

PL

20m

VIIIa4,5m 20

14.69

PERRON

20m

PL

36m

20m

PL

PL

PL

4,5m

PL

PL

PL

PL

14.65

14.84

PL

PL

PL

PL

45m

PL

14.68

29

PL

PL

PL

PL

PL

14.72

20m

PL

ø30

ø40

Atelierstraat Atelierstraat

PL

PL

PL

VIIc

geb 60

14.66

MUSEUM

geb 95

PL

14.66

100m

PL

PL 14.08

X 36m

14.76

PL

PL

VIIb

14.66

29

Fraterstraat Fraterstr aat

4,5m

ø30

Spoorlaan Spoo rlaan

PL

PL

PL PL

ø30 PL

PL

PL

PL

14.04

t

PL

PL

20m

Atelierstraat Atelie rstraa

PL

PL

PL

PL

IXb

PL

PL

PL

PL

PL

PL

Korte Nieuwst Korte Nieuwstraat raat ø30

PL

PL

t

ø10

okxlaan

14.71

PL

PL

PL

PL

IXc

PL

aa

36m

PL

14.81

PL

PL

PL

str

TEL.CEL

14.72

PL

14.76

PL

14.69

PL

PL

PL

en

PL PL PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

reg

PL

14.65

14.64

14.67

PL PL

IXa

45m 20m

PL

PL

45m

en

14.20

PL 14.66

PL

N.S.-STATION

ø10

PL

PL

PL

VI

PL

g

Burg. Br

PL

PL

14.75

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

20m

PL

PL

PL

geb 92

rdrin

PL

14.71

PL PL

PL

PL

VIIIb3m

13m 20m 14.74

PL

PL

PL

PL

ing rdr

PL

ø80

PL PL

14.67

PL

at

tra

ud

PL

ø80

ø80

14.80

14.75

ø20

45m

13m 20m

ø40

ø30

PL

PL

PL

20m 4,5m

4,5m

sc

En

14.70

Lange Nieuwstra Lange Nieuwstraat at

ø50

V

14.67

14.83

es

14.69

14.72

3m

PL

ø40

TEL.CEL

geb 84

geb 82

ø70

Pascalerf Pascale rf

ts ho

ste Be te Bes

ø60

geb 90

14.80

ø40

ø80

PERRON

14.78

14.72

14.69

ø35 ø35

ø60

20m

36m

14.68

45m

36m 14.70

14.72

ø35

ø40

20m

4,5m

ø35

ø40

ø70

VIIIa

ø20

Go

Ic

20m

ester Brokxlaan

Burg. Brokxlaan

20m

ø35 ø35

geb 41

PERR 14.67 ON

IV

45m

geb 60

14.68

PL

PL

ø80

m

ø20

at

ø35 14.66

NS-Plein NSPlein

Koestra

14.66

1,5m

NSplein

ø40

14.79

N

20m

PL

Ib

17m

14.84

Oisterwijkstraat aat van Oisterwijkstr Joannes van Joannes 14.77

NsNS-Ple Plein in

20m

PL

17m

4,5m

ø50 ø120 14.74 ø80

ø70

ø60

ø60

ø60

20m

C.W.I

14.74

20m Lange Nieuwstra Lange Nieuwstraat at

rf

III

Ia

ø35

14.72

rf

IIb

4,5m

14.79

ø40

45m

10,5m 4,5m

alele scca

14.70

17m 45m

29

14.78

TEL.CEL

Nijverstraat Nijver straat

20m

PRIVE-TERREIN N.S.

Lange Nie uwstraat 100m VIIb geb 50 VIIa VIIc 13,5m 4,5

14.66

PPaas

45m

NS-Plein Plein NS-

ø80

JoannJoannes es van van Oisterwi Oisterjkstraat wijkstraat

NsNS-Ple Plein in

ø30

Atelierstraat Atelierstraat

14.04

t

29

ø60

Atelierstraat Atelie rstraa

ring

20m

14.53

ø30

14.16

Wagenstraat Wage nstraat

10,5m 14.80

geb 46

20m

X

okxlaan

Lichtstraat Lichts traat

36m

14.81

1,5m

14.71

Minckelersstraat Minck elersstraat

Fraterstraat Frater straat

14.67

14.76

C.W.I

Burg. Br

14.64

14.67

14.08

g

VI

rdrin

Lange Nieuwstra Lange Nieuwstraat at

14.65

Wagenstraat Wage nstraat

3m

13m 14.20

14.66

10,5m

Minckelersstraat Energieplein Ener gieplein

Fraterstraat Frater straat

N

Minckelersstraat Minck elersstraat

Energieplein Energ ieplein

13m

14.01

14.71

14.72

IIa

Caloriestraat Calor iestraat

Lumenplantsoen Lume nplantsoen

Stedekestraat Stedekes traat

at

trata

tra

29

ns

ø40

10,5m

20m

Dalton Dalto

Lichtstraat Lichts tra Bui

Korte Nieuwst Korte Nieuwstraat raat

Energieplein Energ ieplein

ing rdr

Bu

ø30

3m

V

ste Be te Bes

ø60

ns

ittee

ø40 ø40

ø80

rdring

ø35 ø35

ø60

Leonard

traat

45m

ELPLAATS

14.12 14.08

rf

14.68

ø40

cale

ø35

ø40

ø70

urg. Brokxlaan

20m

ø35 ø35

ø35

KINDERSPE

Nijvers rstraat Nijve

Ic

20m

Leonard van Vechelstraat Leonard van Vechelstraat

Lange Nieuwstra Lange Nieuwstraat at

IV

ø80

Pascalerf Pascale rf

rf scale

20m

20m

geb 41

14.67

1,5m

PPaas

20m

Energieplein

4,5m

t

20m

1,5m

Oisterwijkstraat aat van Oisterwijkstr Joannes van Joannes

13,5m

ekstraa

ø35

at

stra

Nijverstraat Nijver straat

ø35

Ten Bro

1,5m

Le Sage

ø35

Gas

Lange Nieuwstra Lange Van Mierlo Nieuwstraat at straat

geb 50

ø40

17m BOVEN BEBOUWING Ia 17 Ib DE PLINT m

wstraat

Beste

10,5m

1,5m

JoannJoannes es van van Oisterwi Oisterjkstraat wijkstraat

Lange Nie u

raat ckst

ø30

s Pie

ø60 14.53

icolaa

10,5m

at

10,5m 17m

hstra

aat

10,5m

PL PL ø30

Spoorlaan Spoo rlaan

PL

Spoorlaan

N

Spoorlaan Spoorlaan

PL

PL

ø25

PL

ø30 PL

ø30

PL PL

TEL.CEL

ø30

29

Poststraat

ø30

PL

PL

64

65

PL

PL

Poststraat

PL

PL

65A

PL

t raa rdst Noo

69

67

PL

Zu

PL

MUSEUM

PL

Ijzerstraat

traat

at

at

sstra Station

Langestra

N

De Werkplaats - Spoorzone Tilburg datum: 21.03.2011

Bestaande bebouwing lijke uitwerking - Bovenbouw aa

t

BDP.khandekar 20

40

60

80

100 m

raat

Achter de Heuv

Bebouwing 20m - 22m

0

rest

Kar

el

Fabriekstraat

Poststraat

Accenten

DWEER

Poststraat

Noo raa

rdst

Ijzerstraat

onss

Veemarktstraat N

GE

Stati

fstraat

RGARA

Mogelijke uitwerking - Bovenbouw

Telegraa

PARKEE

traat

t

Hoogteaccent 100m Verhoogd dek

70

elrin

Parkeergarage

HMP 22.8

g

Magazijnstraat

Tekening getekend op Situatiemeting Coenradie dd. 25.10.2010 NB Locomotiefhal niet maatvast

68

Heuv

str

Veemarktstraat N

N

Willem II Straat

onss Stati

Utrechtsestraat ord

fstraat

GE RGARA

No

Telegraa

PARKEE

66

N

De Werkplaats - Spoorzone Tilburg

BDP.khandekar

datum: 21.03.2011 BEELDKWALITEIT / VOORBEELDUITWERKING 0 Tekening getekend op Situatiemeting Coenradie dd. 25.10.2010 NB Locomotiefhal niet maatvast

20

159 40 60

80


nister van

aat

Gasstr

Sonstraat

thstraa

t ckstraa as Pie Nicola

Herbo Minckelersstraat

t aat

Gasstr

Besterdri

Van Mierlostraa

ng

N

t

Le Sage

Energieplein

Ten Broek

10,5m

20m

ø35 ø35

1,5m

1,5m

20m

20m

3m

ø35 ø35

ø35

ø35 14.68

geb 41

V

45m

ø40 ø40

13m

ø35

ø60

ø40 ø40

Burg. Br 14.20

14.66

14.65

14.64

45m

14.67

14.71

20m

20m

14.67 14.80

IIa

45m

20m

PRIVE-TERREIN N.S. 14.78

14.70

IIb

III

45m

geb 46

4,5m

ø30

VIIa

14.79

14.74

VIIb

14.66

4,5m

29

45m

45m

PL

20m

45m

20m

PL

PL

PL

PL

ø10

ø80

PL PL ø10 PL

PL

ø10

PL

45m 20m

PL

aa

str

t

ø80

PL

PL

45m PL

PL

IXc PL

ø30

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL ø30

PL

PL

PL

PL

geb 95

ø30

45m

ø40

PL

PL

PL

PL

PL

PL

14.69

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

14.76

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL PL

PL

PL

PL

PL

IXb

IXa

PL

PL

PL

PL

PL

14.75

PL

PL

PL PL

PL

ø10

PL

PL

PL

PL

PL

PL PL

PL

PL

PL

geb 92

PL

PL

20m

PL

PL

PL

PL

ø20

VIIIb

14.67

PL

PL

at tra

PL

PL

N.S.-STATION TEL.CEL

ø80

14.69

PL

20m 14.74

ø80

14.80

PL

PL PL

4,5m

45m

20m

PL

PL

14.70

PL

PL

PL

PL

TEL.CEL

14.83

tse

ho

sc

En

geb 90

14.72

14.67

PERRON

ø20

14.75

ø50

4,5m

PL

PL

NS-Plein NSPlein

14.79

14.78

geb 84

14.72

14.80

45m

20m

14.69

PERRON

ø20

14.70

geb 82

ø70

NSplein

ø40

ø80

ø70

14.77

14.72

20m

ø60

ø60

ns rege en ud Go

PL

PL

TEL.CEL

ø50

VIIIa

4,5m

PL

NS-Plein Plein NS-

ø80

ø120 14.74 ø60

20m

4,5m

VIIc

20m

PL

Atelierstraat Atelierstraat

14.04

14.84

14.68

29

PL PL

PL

Atelierstraat Atelierstra at

20m

14.72

PL

PL

14.16

14.66

100m

geb 60

14.66

PL

PL

X

okxlaan

14.76

14.81

t

14.08

N

14.71

14.72

Korte Nieuwstraat Korte Nieuwstraa

VI

ø30

ø40

ring

ø60

ng

ø80

Pascalerf Pascalerf

erdri Bestterd Bes

ø70

Oisterwijkstraat van Oisterwijkstraat Joannes van Joannes

Lange Nieuwstraat Lange Nieuwstraat

3m

13m

ø35

Burgemeester Brokxlaan

Burg. Brokxlaan

4,5m

IV

ø80

Ic

20m 14.67

Daltonerf Daltonerf

13,5m

1,5m

20m

Lange Nieuwstraat Lange Nieuwstraat

alerferf Pasccal Pas

20m

Ib

17m

17m

wstraat

Nijverstraat Nijverstraa t

Ia

Joannes Joannes van van Oisterwijks Oisterwijkstraat traat

Lange Nieu geb 50

ø35

Koestraat

ø30

ø40

NsNS-Ple Plein in

ø60

14.53

C.W.I

10,5m

Wagenstraat Wagenstra at

Fraterstraat Fraterstraat

10,5m 1,5m

17m

Minckelersstraat Minckelers straat

Lange Nieuwstraat Lange Nieuwstraat

Lichtstraat Lichtstraat

14.01

profiel 3

profiel 2

14.08

10,5m

Fraterstraat Fraterstraat

Energieplein Energiep lein

Caloriestraat Caloriestra at

Lumenplantsoen Lumenplan tsoen

Energieplein Energieple in

at

traat nsstra iteten

Bui

Bu

14.12

20m

Leonard van Vechelstraat

Nijverstraat at Nijverstra

profiel 1

Stedekestraat Stedekestraat

Energieplein Energieple in

straat

Leonard van Vechelstraat Leonard van Vechelstraat

KINDERSPEELPLAAT S

ø30

PL

PL

ns

29

at

tra

en

ud

Go

14.65

PL

rege

PL

PL

PL PL PL PL

14.68

14.70

PL PL PL ø30

Spoorlaan Spoorlaan

ø30

PL PL

PL

ø25

PL

ø30 PL

ø30

PL PL

TEL.CEL

ø30

29

Spoorlaan

N

Spoorlaan Spoorlaan

PL

PL

64

65

PL

PL PL

PL

65A

PL

69

67

PL

Zuid Oosterstraat

PL

MUSEUM

PL

66 68

HMP 22.8

t Stations

tra

Langestraat

70A

100m

at

t

Achter de Heuvel

Heu

Parkeergarage

velring

Magazijnstraat

ords

straa

Utrechtsestraat

No

70

Willem II Straat

N

restraa

Kar Fabriekstraat

Poststraat

BRANDWEER

Poststraat

t straa

Veemarktstraat N

AGE

Stations

traat

N

De Werkplaats - Spoorzone Tilburg datum: 07.03.2011

Mogelijke uitwerking - Bovenbouw

PARKEERGAR

Ijzerstraat

t

straa

Noord Telegraafs

Tekening getekend op Situatiemeting Coenradie dd. 25.10.2010 NB Locomotiefhal niet maatvast

BDP.khandekar 0

20

40

60

80

100 m

70m

36m

20-22m 10,5m 7,5m

bestaande bebouwing Lange Nieuwstraat Profiel 2

160

12m

4,5m Burg. Broxklaan 31m


PROFIELEN BIJ VOORBEELDUITWERKING

70m

45m

20-22m 17m

20-22m

10-11m 7m

4,5m Houtloods

Lange Nieuwstraat Profiel 1

38m

12m

Burg. Broxklaan 28m

45m 36m

20-22m

20-22m 14m 4,5m Lange Nieuwstraat bestaande bebouwing Profiel 3

Burg. Broxklaan 37m

Ketelhuis 37m BEELDKWALITEIT / VOORBEELDUITWERKING

161


nister van

aat

Gasstr

Sonstraat

thstraa

t ckstraa as Pie Nicola

Herbo Minckelersstraat

t aat

Gasstr

Besterdri

Van Mierlostraa

ng

N

t

Le Sage

Energieplein

Ten Broek Energieplein Energiep lein

Caloriestraat Caloriestra at

Lumenplantsoen Lumenplan tsoen

Leonard van Vechelstraat

Nijverstraat at Nijverstra

Stedekestraat Stedekestraat

Energieplein Energieple in

straat

Leonard van Vechelstraat Leonard van Vechelstraat

KINDERSPEELPLAAT S

Energieplein Energieple in

at

traat nsstra iteten

Bui

Bu 14.12 14.08

10,5m ø60 ø30

14.53

10,5m 13,5m

1,5m

ø35

1,5m

20m

3m

ø35 ø35

ø35

Korte Nieuwstraat Korte Nieuwstraa

t

ø35 14.68

geb 41

V

45m

ø40 ø40

13m

ø35

ø60

ø40 ø40

Burg. Br 14.20

14.66

14.65

14.64

45m

14.67

14.71

20m

20m

14.67 14.80

IIa 14.70

45m

PRIVE-TERREIN N.S. 14.78

proIIbfiel 4 20m

III

45m

geb 46

4,5m

ø30

VIIa

14.79

14.74

14.66

4,5m

29

Fraterstraat Fraterstraat

PL

VIIb

45m

PL

4,5m

45m

ø20

geb 90

PL

PL

20m

PL

PL

PL

ø10

ø80

PL

ø10 PL

PL

ø10

PL

45m 20m

PL

aa

str

t

ø80

PL

PL

PL

PL

PL

ø30

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL ø30

PL

PL

PL

PL

geb 95

ø30

45m

ø40

PL

PL

PL

PL

PL

14.69

PL

PL

PL

PL

PL

PL

45m

PL

PL

14.76

PL

PL

IXc

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL PL

PL

PL

PL

PL

PL

IXb

IXa

PL

PL

PL

PL

PL

PL

14.75

ø10

PL

PL

PL

PL PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

PL

geb 92

PL

PL

20m

PL

PL

PL

PL

ø20

4,5m

VIIIb

14.67

20m

PL

ø80

14.69

PL

PL

PL

PL

N.S.-STATION TEL.CEL

ø80

14.80

PL PL

14.72

45m 14.74

PL

14.70

PL

PL 14.75

ø50

4,5m

20m

PL

TEL.CEL

14.83

tse

ho

sc

En

14.78

geb 84

PL

PERRON

ø20

14.70

14.72

14.80

45m

14.67

PL

NS-Plein NSPlein

14.79

at tra

PL

20m

geb 82

ø70

NSplein

ø40

ø80

ø70

14.77

14.72

profiel 5

20m

14.69

PERRON

TEL.CEL

ø50

ø60

ø60

20m

ns rege en ud Go

PL

PL

NS-Plein Plein NS-

ø80

ø120 14.74 ø60

VIIIa 20m

PL

Atelierstraat Atelierstraat

14.04

14.84

4,5m

20m

PL

PL

Atelierstraat Atelierstra at

20m

14.72

VIIc

14.68

29

PL PL PL

45m

geb 60

14.66

14.16

14.66

100m

PL

PL

X

okxlaan

14.76

14.81

14.08

N

14.71

14.72

20m

VI

ø30

ø40

ring

ø60

ng

ø80

erdri Bestterd Bes

ø70

3m

13m

ø35

Burgemeester Brokxlaan

Burg. Brokxlaan

IV

ø80

Ic

Koestraat

20m

Pascalerf Pascalerf

Lange Nieuwstraat Lange Nieuwstraat

NsNS-Ple Plein in

1,5m

20m 14.67

4,5m

ø35

20m

Oisterwijkstraat van Oisterwijkstraat Joannes van Joannes

Lange Nieuwstraat Lange Nieuwstraat

C.W.I

20m

wstraat

alerferf Pasccal Pas

20m

Ib

17m

17m

ø35

Nijverstraat Nijverstraa t

Ia

Joannes Joannes van van Oisterwijks Oisterwijkstraat traat

Lange Nieu geb 50

ø40

Wagenstraat Wagenstra at

Fraterstraat Fraterstraat

10,5m 1,5m

17m

Minckelersstraat Minckelers straat

10,5m

Lichtstraat Lichtstraat

Lange Nieuwstraat Lange Nieuwstraat

Daltonerf Daltonerf

14.01

ø30

PL

PL

ns

29

at

tra

en

ud

Go

14.65

PL

rege

PL

PL

PL PL PL PL

14.68

14.70

PL PL PL ø30

Spoorlaan Spoorlaan

ø30

PL PL

PL

ø25

PL

ø30 PL

ø30

PL PL

TEL.CEL

ø30

29

Spoorlaan

N

Spoorlaan Spoorlaan

PL

PL

64

65

PL

PL PL

PL

65A

PL

69

67

PL

Zuid Oosterstraat

PL

MUSEUM

PL

66 68

HMP 22.8

N

70A

100m

Willem II Straat

t Stations

tra

Langestraat

at

t

Achter de Heuvel

Heu

Parkeergarage

velring

Magazijnstraat

ords

straa

Utrechtsestraat

No

70

restraa

Kar Fabriekstraat

Poststraat

BRANDWEER

Poststraat

Ijzerstraat

straa

Veemarktstraat N

AGE

Stations

traat

N

De Werkplaats - Spoorzone Tilburg

Mogelijke uitwerking - Bovenbouw

PARKEERGAR

t

t

straa

Noord Telegraafs

datum: 07.03.2011

Tekening getekend op Situatiemeting Coenradie dd. 25.10.2010 NB Locomotiefhal niet maatvast

BDP.khandekar 0

20

40

60

80

100 m

45m

45m

20-22m

20-22m

Ketelhuis

Lochal Profiel 5

162

56m

12m

76m


PROFIELEN BIJ VOORBEELDUITWERKING

45m

20-22m

45m

20-22m

Polygonale loods

20m Profiel 4

45m

45m

20-22m

Verensmederij 76m

Wagenmakerij 12m

Koepelhal

140m BEELDKWALITEIT / VOORBEELDUITWERKING

163



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.