2.
D. Kosten en belastingen D E PE R S O N E N B E L A S T I N G Voor de meeste studenten zijn belastingen nog verre toekomstmuziek. Maar wie bijverdient als zelfstandige, ziet mogelijk zijn eerste belastingbrief passeren … en moet een deel zuurverdiende centen afdragen aan de fiscus. Hoeveel belastingen je betaalt, hangt af van je inkomen. Verdien je in één jaar minder dan 9.050 euro, dan hoef je geen belastingen te betalen. Het grensbedrag van 9.050 euro slaat op je netto belastbare jaarinkomen. Dat betekent: je omzet min je beroepskosten. (zie verder)
Voorbeeld Je hebt als student-zelfstandige 10.000 euro verdiend. Maar tijdens het jaar kocht je ook een laptop en een smartphone die je voor je zaak gebruikt. Bovendien heb je huur betaald aan een coworkingspace. Al die zaken kan je ‘aftrekken’ als beroepskosten (zie pagina 15), waardoor je slechts 7.600 euro inkomsten overhoudt. Resultaat: je blijft onder de grens en hoeft geen belastingen te betalen.
12
/
S TA R T E R S G I D S S T U D E N T-ZE L FS TA N D I G E
Tarieven Wat je verdient boven de belastingvrije som van 9.050 euro, wordt belast volgens de ‘opklimmende tarieven van de personenbelasting’. Dezelfde regeling geldt trouwens voor loontrekkenden: Tot 13.540 euro 13.540 tot 23.900 euro 23.900 tot 41.360 euro Boven de 41.360 euro
25% 40% 45% 50%
Fiscaal voordeliger: de vennootschapsbelasting Terwijl je in een eenmanszaak in de hoogste schijf de helft van je inkomen afdraagt, betaal je in een (kleine) vennootschap een vlak tarief van 20% voor aanslagjaar 2022 (met een boekjaar dat ten vroegste begint vanaf 1 januari 2021). Dat tarief geldt enkel op je eerste schijf van 100.000 euro winst, maar da’s natuurlijk al heel wat als student-ondernemer. Let op, in een vennootschap komen de inkomsten in de eerste plaats toe aan de onderneming. Enkel via een beperkt aantal mogelijkheden (bezoldiging, dividenden, interesten, huur, ...) kan je inkomsten aan jezelf uitkeren. Op dat bedrag betaal je ook nog eens personenbelasting.