UNICITY
NYC
The Highline
Hotspots
Van spoorlijn naar park
New York, Berlijn &NormandiĂŤ
Profiel
JosĂŠ Been
Wat mag je niet missen?
Via Twitter naar droombaan
Londen
Wandelen door Pride and Prejudice
Column
Dodenherdenking
Groen is all around
Op de plek des onheils
Herinneringen uit Hamburg
Komen die bommen op mij? Ruth Tenne & Peter van der Beek vertellen
Editorial
EEN UNIEKE KANS Als je er als redactie voor kiest om verhalen te schrijven met als overkoepelend thema ‘uniek’ dan kom je er niet onderuit om te moeten oordelen over wie en wat uniek is. Volgens Van Dale Online zijn er twee definities van het woord ‘uniek’ te onderscheiden. De eerste luidt: ‘Alleen bestaand, enig’ en daarnaast beschrijft Van Dale ‘enig in zijn soort, heel mooi’ als de betekenis van uniciteit. De definitie van het woordenboek is een toevoeging op het bekende cliché dat impliceert dat ‘iedereen uniek is’. Ik betwijfel of men met deze uitdrukking beweert dat iedereen ‘heel mooi’ is, maar wel willen we met deze uitspraak zeggen dat iedereen ‘uniek is in zijn soort’. En dat is nou precies wat ons thema tot een lastig thema maakt. Want om nog even in de clichés te blijven hangen, wanneer is iemand niet alleen zichzelf en daardoor enig in zijn soort, maar steek je ook hiermee boven het maaiveld uit? En zijn er in een tijd waar alles al lijkt te bestaan, gedaan of uitgevonden nog genoeg unieke initiatieven te vinden?
Jo lien
Adjunct-hoofdredacteur
‘In Rotterdam bezocht ik de Markthal. Dit is een plek waar verschillende culturen bij elkaar komen. Het is er gezellig en het ruikt er heerlijk’
Zoals ik al zei, het was aan ons als redactie om een oordeel te geven aan de uniekheid door de afgelopen tijd persoonlijke verhalen en bijzondere locaties, organisaties en projecten langs een spreekwoordelijke meetlat te leggen. En hoewel de definitie een klein beetje hulp bood, merkte ik zelf dat vooral mijn onderbuikgevoel mij hielp met het bepalen van de mate van hoe uniek iets of iemand is. Zo’n moment waar geen twijfel over de uniekheid van de gebeurtenis ontstond, maakte ik mee vlakbij Berlijn toen ik op vier mei aanwezig was bij de Nederlandse dodenherdenking bij het voormalige concentratiekamp Sachsenhausen. Josef Snep, oud-gevangene van dit kamp, sprak tijdens deze herdenking en de enige woorden die hij nodig had om iedereen het belang van herdenken mee te geven waren: ‘het was zo erg’. Alle redacteuren van dit magazine beleefden zo hun eigen bijzondere ervaringen tijdens onze trips in binnen- en buitenland. Dit keer bundelden wij onze ‘vakantie’-belevenissen niet in een fotoalbum of in een souvenir, maar in interviews en waarnemingen. Op reis gaan om een verhaal te maken, het was een unieke kans. Van uw hoofdredacteur,
Amber Spek
Eindredacteur
Lyanne
‘In New York ontdekte in de vriendelijkheid en behulpzaamheid van de inwoners van deze prachtige stad!’
2
Redacteur
Jasmijn
Eindredacteur
Laura
Fotoredacteur
‘In het Berlijnse straatbeeld zag ik veel initiatieven die voortkwamen uit de milieubewuste geest van haar inwoners’
Social media redacteur
‘In New York heb ik bovenop het 260 meter hoge Rockefeller Center gestaan. Vanaf die hoogte zie je de hele stad, dus ik had echt het gevoel alsof ik me ‘on top of the world’ bevond’
Stan
‘Bij Union Berlin trof ik een niet te evenaren voetbalsfeer aan, die sfeer kende ik alleen maar uit de boeken’
Nic o
‘Ik heb rustige, groene plekken in Londen gevonden. Hier zag ik de de tegenstrijdigheid tussen grote grijze gebouwen en de kleine stukken natuur’
Social media redacteur
Esra
Bij WIZO Amsterdam vertelden de Joodse vrouwen mij over hun passie voor Israël. Wat een positieve en inspirerende vrouwen’
Vormgever
Janita
‘In Berlijn heb ik een hele unieke bioscoop bezocht. Door de dvdkasten, de zitzakken en de kleine zaal kreeg ik een huiskamergevoel’
DE REDACTIE
3
Do not follow where the path may lead. Go instead where there is no path and leave a trail. -
Ralph Waldo Emerson
13-15&30
20
Band is geen garantie voor actie
Herinneringen aan Hamburg
16
Wandelen door Pride and Prejudice
24&28
Hotspots New York Berlijn NormandiĂŤ
4
8
José Been: Via Twitter naar droombaan
En verder 6 - Highline van New York
22- Rotterdam, van criminele stad naar
8- José Been: Via Twitter naar
toeristentrekpleister
droombaan
24- Hotspots: Waar moet je heen in
10- Onverpakt winkelen, the way to go?
New York en Normandië?
12- Column: ‘Positief gedrag inspireren’
26- Rox van der Helm: een echte leider
13- Herinneringen aan Hamburg:
28- Berlijn ademt historie
Ruth Tenne
30- Herinneringen aan Hamburg:
16- Wandelen door Pride and Prejudice
Peter
18- Berlijn, voetbalstad pur sang
31- column: Dodenherdenking
van der
Beek
20- Band is geen garantie voor actie
5
EEN SPOORLIJN OPGEKNAPT TOT PARK: THE HIGH LINE
Tussen 1980 en 1999 reden er goederentreinen. Toen er geen treinen meer reden werd het een verlaten en verwilderd terrein. Nu is het een van de grootste hotspots van New York. Toeristen en inwoners van de stad komen er om van de natuur en het uitzicht te genieten. Den Bosch en Chicago hebben inmiddels soortgelijke parken. Welkom bij the High Line. TEKST EN FOTO’S: LYANNE LEVY
Op een bankje in de brandende zon leest ze een boek. Terwijl ze uitkijkt over de stad geniet ze van haar vrije zondagochtend. Meredith Avery woont in de wijk Chelsea, op loopafstand van the High Line. Of ze hier vaker komt? ‘’Wanneer vrienden en familie mij komen opzoeken neem ik ze altijd mee naar the High Line. Ik ga wel vroeg in de ochtend, want later op de dag wil je hier echt niet zijn. Dan is het zo druk en zijn er zo veel toeristen dat je niet normaal kunt lopen. Vandaag is ze hier even gaan zitten om van het mooie weer
6
te genieten. ‘’Ik wist dat het niet druk zou zijn omdat het een zondagochtend is. Als je vanmiddag zou komen, loop je schouder aan schouder. Het is jammer dat het dan zo druk is.’’ En druk is het. Wanneer je rond drie uur in de middag komt, is het dringen. Wat maakt het park voor Meredith zo bijzonder, terwijl er veel andere parken in de stad zijn? ‘’Ik vind het een heel mooi park. “Wat echt gaaf is, is dat het een ander perspectief geeft van de
stad. Je staat boven de straten.’’
Geschiedenis De 2,5 kilometer lange route loopt van de wijk Meatpacking District tot Hell’s Kitchen. Op meerdere plekken in de wijken kun je opstappen, maar je kunt ook de hele route van begin tot eind uitlopen. The High Line is inmiddels een groot succes. Het staat bekend als een van de dingen die je echt niet mag missen wanneer je een bezoek aan de Big Apple brengt. Maar voordat The High Line
een groot succes werd, was er behoorlijk wat commotie over het aanleggen van het park. In 1999 wilde de toenmalige burgemeester Rudy Giuliani het park slopen. Friends of The High Line werd opgericht met de hoop om de sporen te redden en het terrein bruikbaar te maken als publieke ruimte. In de jaren veertig werd de lijn gebouwd om vlees af te leveren in het Meatpacking District. In de jaren tachtig was dit niet meer nodig omdat vrachtwagens het vlees gingen vervoeren. De rails bleven liggen, het werd een leeg treinspoor. Steven Ma jke, medewerker van the High Line: ‘’Het was verwilderd en werd een plek voor mensen om naar toe te gaan, er was geen controle. Het was een leeg terrein. Vanaf 2009 werden er steeds nieuwe gedeelten geopend.’’
‘New Yorkers doen niet aan toeristische activiteiten’ Succes
Kan hij het succes van het park verklaren? ‘’Het is een New York City park, maar het is niet te vergelijken met de andere parken. Het is ontworpen om de stad, de bomen en de natuur te kunnen zien terwijl je aan het wandelen bent, in plaats van dat je stilzit. Het is een echte ervaring.’’ Maar de enorme toestroom van toeristen zorgt er wel voor dat New Yorkers het park weinig bezoeken. Volgens Steven hebben de meeste New Yorkers het park nu wel gezien. ‘’Mensen uit de buurt komen er nog wel, maar het zijn vooral toeristen.’’ Buiten de looppaden zijn op veel plekken loungestoelen geplaatst.
Op de helft van het pad
Op een van die stoelen ligt Allison Field. Het is tien uur s’ochtends en ze heeft net haar trein gemist. ‘’Ik ben hier gaan zitten omdat ik even moet wachten. Toen het park net open was, woonde ik in de buurt en kwam ik vaak. Het is een fijne plek, maar nu is het zo druk en toeristisch dat ik bijna nooit meer kom.’’
Parken in dezelfde stijl De vele toeristen hebben het park tot een succes gemaakt. Op meerdere plekken in de route zijn er stands gebouwd waar je souvenirs kan kopen. Het grote succes is ook andere steden opgevallen. Chicago heeft inmiddels het Bloomingdale Trail, een park geïnspireerd op the High Line.
En zelfs Nederland kan niet achterblijven. Op 9 mei werd de Paleisbrug in Den Bosch geopend. Het is een 255 meter lange brug over het spoor. De brug is ontworpen door dezelfde architect als van the High Line, de Nederlandse tuinarchitect Piet Oudolf. Het is steeds drukker aan het worden in het park. Meredith slaat haar boek dicht en vertrekt. Het is haar te druk geworden.
‘Het succes is ook andere steden opgevallen’ 7
JOSE BEEN VIA TWITTER NAAR DROOMBAAN “Het was altijd al haar grote droom om de Tour de France na te reizen. Maar ze is eigenwijs en koos voor de opleiding Europese Studies. Als vader zei ik nog: ‘Daar kun je niks mee. Waarom kies je geen echt beroep?’ Maar dat is José. Ze houdt er wel van om tegen de stroom in te roeien.” José Been begon in 2009 met haar twitteraccount @TourDeJose. Zes jaar later telt haar account 24.500 volgers, is ze wielercommentator bij Eurosport en persvoorlichtster bij de Belgische wielerploeg Wanty-Groupe Gobert. TEKST: JOLIEN BENNEMA
FOTO’S: KRISTOF RAMON EN JOSE BEEN
Vader Gerrit Been is verantwoordelijk voor de passie van zijn dochter voor het wielrennen. Met een vader als amateurrenner en ploegleider groeit ze op in een echte wieleromgeving in het Drentse Dalen. “José was eerst de dochter van. En nu ben ik de vader van. Je hoopt als ouder natuurlijk dat je het voorbeeld bent van je kinderen. Dat is blijkbaar gelukt”, vertelt Gerrit Been vol trots. Ook echtgenoot Geurt Stokman wijst Gerrit Been aan als de aanleiding van haar passie voor de sport. “Haar vader wielrende ook altijd. En José vindt het
8
leuk om samen met haar vader dezelfde interesse te hebben. Ze houdt heel erg van de heroïek in de sport. De eerste wielrenner die aankomt boven op de berg bijvoorbeeld. Het menselijke aspect in de sport vindt ze mooi.”
Wake-upcall Op haar achttiende verliet Been haar geboortedorp en vertrok naar Amsterdam. Daar studeerde ze geschiedenis, Frans en Spaans, waarna ze ging werken in de marketing en communicatie. Tot eind 2008. In december van dat jaar werd er bij Been borstkanker gediagnosticeerd. Geurt Stokman noemt het een
zware periode, maar voor Been ook een moment dat haar wakker schudde. “Het was een heel nare tijd. Een periode met een aaneenschakeling van emoties. We zijn nog hechter geworden samen. Je merkt dat je niet onsterfelijk bent. Dat was voor José een wake-upcall om te gaan doen wat ze echt wilde. Ze wilde geen tijd meer verspillen aan dingen die ze niet leuk vond.” “Je kunt alleen maar aan haar denken en haar steunen. En haar de hoop geven dat ze het gaat redden.” Gerrit Been voelde zich machteloos in de periode dat zijn dochter ziek was. “Haar
ziekte heeft haar veranderd. Haar karakter verder gevormd. Ze is socialer geworden en leeft meer met anderen mee. En ze is verschrikkelijk sterk. Haar wilskracht is zo groot.”
@TourDeJose Nog in haar ziekteperiode startte ze met haar twitteraccount @TourDeJose. “Ze zat terwijl ze ziek was vaak alleen op de bank. Toen is ze begonnen op Twitter. Ineens konden we geen zaterdag of zondag meer weg, want ze wil alles bijhouden. Af en toe word ik er helemaal gestoord van.” Maar echtgenoot Geurt Stokman begrijpt het ook wel. “Ze is op Twitter begonnen en dat heeft gewerkt. Het heeft haar wel geleverd wat ze nu heeft.” Bobbie Traksel is de cocommentator van Been. Volgens Traksel is ze redelijk verslaafd aan social media. “We zitten vaak op elkaars lip, in een klein hokje. Social media is een belangrijk punt in onze interactie met de kijker tijdens een wedstrijd. Een leuk punt. Maar José is wel vrij verslaafd. Tijdens de Ronde van Turkije had ze geen internet. Ze was volledig in paniek”, vertelt hij lachend.
‘Dat geluk moet je net hebben, maar daarna moet je het zelf afdwingen’
Via Twitter volgen 24.500 wielerliefhebbers, renners en journalisten Been. Sinds 2009 plaatst ze dagelijks tweets met het laatste wielernieuws of informatie over de wedstrijden en renners. Haar enthousiasme en haar kennis van de sport bleven niet lang onopgemerkt.
Danny Nelissen, toenmalig productiemanager en wielercommentator bij Eurosport, zag wat in haar. “Je moet de juiste man op het juiste moment ontmoeten. En voor haar was dat Danny Nelissen. Dat geluk moet je net hebben, maar daarna moet je het geluk weer zelf afdwingen”, zegt Gerrit Been nuchter.
Mannenwereld Via Nelissen rolde ze het wielerwereldje in. Een wereld die vooral bestaat uit mannen. Als vrouwelijke commentator valt ze op. Ze is één van de weinige vrouwelijke wielercommentatoren op de wereld, wat van haar al snel een hoge boom maakt. En hoge bomen vangen veel wind. Been krijgt vaak kritiek voor de kiezen, met ’José Been is irritant’ als een heuse zoekterm op Google als gevolg. Co-commentator Traksel maakt Been veel mee op het werk. “We praten wel eens over de kritiek die ze krijgt. De mensen die tevreden zijn hoor je niet, maar de rest zul je toch blijven horen. Het is nou eenmaal een mannenwereldje. Er zijn blijkbaar nog steeds mannen die moeite hebben met het luisteren naar een vrouw. Maar de meeste mensen zijn juist heel positief over haar!”
veel sterke punten op te noemen van zijn collega. “Maar dat ze haar hart op de juiste plek heeft zitten, is tegelijk haar zwakke plek. De negatieve dingen onthoudt ze en het is een harde wereld waar ze in zit. Als ze zich heeft vergist in iemand, komt dit extra hard bij haar aan.”
‘Maar dat ze haar hart op de juiste plek heeft, is ook haar zwakke plek’ Geurt Stokman bewondert zijn vrouw om haar inlevingsvermogen, haar gedrevenheid en haar behulpzaamheid. “Maar ze is ook trouw. Als ze ergens werkt, gaat ze daar volledig voor.” Maar Stokman is ook kritisch. “Ze kan snel doorslaan naar obsessief gedrag. Dan bijt ze zich ergens in vast en is ze moeilijk van gedachten te veranderen.”
Ook met haar vader praat Been regelmatig over de kritiek die ze krijgt. “Ik probeer haar daarin wel te steunen. Dan zeg ik dingen als ‘Mart Smeets, zou die zich hier wat van aantrekken?’. José kan het moeilijk accepteren dat niet iedereen haar leuk vindt, maar ze gaat er steeds beter mee om. In het begin had ze er verschrikkelijk veel last van. Sommige mensen braken haar tot de grond toe af. Mijn advies was om het te laten gaan. Je kunt ze toch nooit allemaal voor je winnen.”
Hart op de juiste plek “José is enthousiast, heeft haar hart op de juiste plek, is bezeten van de sport en is heel sterk in haar talen.” Bobbie Traksel weet
José Been, vrouw in een mannenwereld
9
>> Vervolg
Geknokt voor haar succes
Geduld hebben Over een van haar minder sterke kanten zijn de mannen het snel eens. Been is een tikje dominant. Volgens Traksel komt deze dominante kant vooral door onzekerheid. “Ze wil graag laten zien dat ze als vrouw veel weet. Dat wil ze bewijzen door veel te vertellen. Het is een klein beetje die onzekere kant die dan boven komt.” “José is dominant aanwezig, enthousiast en soms heel druk. En ze wil overal de beste in zijn. Dat heb ik ook, daarin lijkt ze echt op mij.” Gerrit Been herkent veel van zichzelf in zijn dochter. “Haar wilskracht is echt haar sterke kant. En haar zelfvertrouwen. Ze durft te zeggen dat ze de beste is.” Wel moet ze volgens haar vader waken voor haar ongeduldigheid. “Ze wil direct aan de top zitten. Dat is haar grootste valkuil. Ze moet geduld leren hebben.”
In een korte periode heeft Been een carrière in het wielrennen opgebouwd. Een carrière die deels begon bij de European Junior Cycling Tour in Assen, waar ze samenwerkt met Lineke Kerstholt. “José heeft gigantisch geknokt voor haar succes. Ik denk dat ze haar gedrevenheid en haar vechtlust uit haar ziekteperiode heeft gehaald. Ik heb altijd tegen haar gezegd dat ze gaat krijgen wat ze verdient. Dat haar dat ook gelukt is, vind ik geweldig. Als ik haar soms op de televisie hoor, krijg ik nog tranen in mijn ogen.” Ook Bobbie Traksel weet wel waar ze haar succes aan te danken heeft. “Haar grote liefde voor de sport heeft ervoor gezorgd dat ze zoveel heeft kunnen bereiken. Alles valt en staat met haar passie. Maar wat snel komt, kan ook snel gaan. Daar moet ze zich nu tegen wapenen.”
‘Ze wil direct aan de top zitten. Dat is haar grootste valkuil. Ze moet geduld leren hebben’
Volgens co-commentator Bobbie Traksel heeft Been haar hart op de juiste plek
10
ONVERPAKT THE WAY TO GO? TEKST EN FOTO’S: JASMIJN MOOIWEER
Verpakkingsloze winkels schieten in Europa als paddenstoelen uit de grond. Original Unverpackt was de eerste in Duitsland. Het concept werd een hit en inmiddels heeft Original Unverpackt al twee vestigingen in Berlijn. Ook Nederland blijft niet achter ‘Bag&Buy’ opent dit jaar haar deuren in Utrecht. Daarnaast heb je ‘Ohne’ in Gent en ‘Robuust!’ in Antwerpen en in 2007 opende in Londen al ‘Unpackaged’. De meest succesvolle verpakkingsloze supermarktketen is ‘Granel’ uit Barcelona. Is onverpakt de supermarktformule van de toekomst? Toen ik in Berlijn was bracht ik een bezoekje aan Original Unverpackt. De hamvraag blijft natuurlijk of deze manier van verkopen echt zoveel beter voor het milieu dan in een gewone supermarkt. Er komt nogal wat bij kijken als je deze vraag wil beantwoorden. Is het schoonmaken van alle herbruikbare verpakkingen die je zelf meeneemt naar een verpakkingsloze winkel niet minstens zo milieubelastend is als het gebruiken van wegwerpverpakkingen? Iets om goed over na te denken voor je de Albert Heijn en Jumbo afzweert.
11
Positief gedrag afdwingen Inspireren Overal duiken steeds meer initiatieven op die positief gedrag inspireren. Ik kies hier expres niet voor het woord ‘stimuleren’ of ‘bevorderen’. Deze woorden zijn weliswaar ook van toepassing, maar er is een verschil. Mensen vinden het naar mijn idee steeds belangrijker om zelf een keer iets goeds te doen. ‘Iets goeds’ kan variëren van een minuscule omweg in je dagelijkse routine tot een grootse daad met een nog grotere impact. TEKST EN FOTO’S: JASMIJN MOOIWEER
Naar mijn idee is het inspireren van positief gedrag een stuk effectiever dan het ontmoedigen van negatief of ongewenst gedrag. Neem bijvoorbeeld die enorme soep van plastic in onze oceanen, waar al tijden nodig iets aan gedaan moet worden. Op Facebook begon in maart de ‘plastic tasjes challenge’. Een maand lang geen plastic tasjes aannemen. Het enige wat dit vergt is vooruitdenken. Iedereen heeft ergens thuis zo’n plastic zak met daarin nog eens tien plastic tasjes toch? Op de Facebook pagina deelde iedereen zijn eigen ervaringen en gaven mensen elkaar tips. Al snel groeide deze actie voor veel deelnemers uit tot iets dat niet een maand zou duren, maar de rest van hun leven. Een andere actie die tegen de plasticvervuiling genomen wordt is de criminalisering van de verstrekking van gratis plastic tasjes in januari 2016. Een nodige maatregel met een nare ondertoon. Want de gedachte dat mensen zichzelf liever niet aanpassen voor het behoud van
12
de aarde, maar wel om vijftien cent de besparen maakt mij nogal treurig. Gelukkig is Nederland ook het land van Boyan Slat een jongen van twintig die op vakantie in Griekenland geïnspireerd raakte om die plastic soep in de oceanen aan te pakken. Hij ontwierp een systeem dat met behulp van de natuurlijke zeestromingen de oceanen filtert van alle rotzooi, zelfs de kleinste stukjes. Met behulp van de 2,2 miljoen dollar die hij verzamelde met crowdfunding kan hij nu beginnen aan de grootste schoonmaakactie ter wereld. Toen ik in Berlijn was zag ik overal op straat vuilnisbakken die verdeeld waren in vier compartimenten: glas, verpakkingen, restafval en papier. Zo simpel en zo effectief. Want je moet wel een hele grote klootzak zijn als je bij het zien van deze bakken toch je flesje bij het papier gooit. Als ik de balans opmaak tussen deze drie bijdragen aan de oplossing van ons plasticprobleem, zijn de ‘plastic
tasjes challenge’ en ‘The Ocean Cleanup’ van Boyan Slat mijn favorieten. Het gaat hier om een keuze om zelf iets te doen, deelnemers worden aangespoord iets te ondernemen en leren van elkaar. Geïnspireerd worden door iets of iemand brengt meer motivatie met zich mee dan wanneer iemand zich moet aanpassen. Toch is het verbod op gratis plastic tasjes ook een goede zaak. Het produceren van onafbreekbare plastic tasjes die eigenlijk maar voor eenmalig gebruik zijn bedoelt is als het opsteken van een enorme middelvinger naar de natuur. Goede daden beperken zich natuurlijk niet alleen tot milieuonderwerpen. Steeds vaker zie ik op internet berichten over goede daden in allerlei vormen. Zoals mensen die treinkaartjes kopen en ze achterlaten bij de automaat voor een ander, het openhouden van deuren voor mensen of iemand voor laten gaan in de rij. Het maakt niet uit voor welke goede daad je kiest, maar laat je inspireren!
HERINNERINGEN
HAMBURG
UIT
Een oorlog, een stad, twee verhalen. Ruth Tenne en Peter van der Beek vertellen over hun herinneringen uit Hamburg. TEKST EN FOTO’S: NICO HOFSTRA EN JANITA KERS LEES HET VERHAAL VAN PETER VAN DER BEEK OP PAGINA 30.
13
RUTH TENNE: ‘ER WAREN GEEN BANDJES, JE KON NIET DANSEN’ “Laten we het maar doen, ik heb toch al bedacht wat ik je allemaal ga vertellen, maar eerst moet ik in de tuin werken. Zie je wel, ik neem mijn kookwekker mee, anders werk ik te lang door, anders heb ik morgen zo’n pijn in mijn benen.” “Ik was net vijftien geworden toen die oorlog uitbrak. 1 september 1939. Ik woonde niet thuis maar in een internaat. Die andere meisjes zeiden dat het leger Polen was binnen gemarcheerd. Ik had geen idee. Ja, dan hebben we oorlog. Ik had van mijn moeder over de Eerste Wereldoorlog gehoord. Dat ging man tegen man. Ja, dit ging ook man tegen man.” Wat vond u daarvan? “Ik dacht, wat doen ze in Polen? In het begin merkte je daar niets van. Een half jaar later vielen ze Nederland en België binnen. Ik
14
dacht, neutrale landen, hoe kan dat nou? Toen ik in het internaat zat heb ik daar niets van gemerkt.” Was de oorlog aanwezig in het dagelijks leven? “Ja, ondertussen merkte je toch wel iets. Er kwam geen buitenlands fruit meer binnen, je kon geen sinaasappels en bananen meer krijgen. Je hoorde van de onderzeeërs, ik kon me er moeilijk iets bij voorstellen. Dat gezin van ons was heel eenvoudig. Maar we hadden nooit honger en we hadden altijd kleren. In Hamburg woonden we vier hoog. Ik vond dat niet heel leuk. Mijn grootmoeder had een prachtig buitenhuis, waar wij in de zomervakantie naartoe gingen. Die duurde toen maar vier weken. Daar waren we het gelukkigst.” Wat merkten jullie van Hitler? “Op een zondag heeft vader mijn broer en mij met de ondergrondse meegenomen naar de binnenstad. Daar had je die Joodse winkels met grote
ramen. Allemaal kapot. Mijn vader heeft het allemaal wel geweten. Joodse winkels, ook in de zijstraten. Overal waar Joodse zaken waren. Mijn vader heeft er nooit over gesproken, maar hij heeft het ons wel laten zien. Mijn ouders gingen ook stemmen, altijd op zondag. Ik vroeg aan mijn moeder op wie ze gestemd hadden. “Op Hitler natuurlijk!”’ En met een boze stem: ‘Jij hebt ook op Hitler gestemd, zei ik jaren later tegen mijn moeder. Nee, ze hadden niet op Hitler gestemd. Je kon zelfs je kinderen niet vertrouwen. Mijn vader hoorde nergens bij. Wij mochten ook nergens bij horen.” Was dat moeilijk op school? “Wij hadden een klassenlerares, die kwam elke ochtend binnen (trekt een boos gezicht en heft haar arm): “Heil Hitler”. Ik wilde verder studeren. Mijn moeder ging naar school, maar nee, ze vonden me niet geschikt. Als je niet meedeed, werd je tegengewerkt. Het was een vreselijke jeugd omdat je niet kon dansen, er waren geen bands, geen zaaltjes.
Er werd overal op bezuinigd. Alles kwam op de bon. Je kreeg een half brood per week. Margarine, meelproducten. Melk kreeg je niet, dat ging allemaal naar het front. Behalve zwangere vrouwen, die kregen een halve liter melk. Daar was Hitler wel dol op, het Arische ras voortzetten. Iedereen werd slank. Je was zo slank als een den. Het was verplicht om als jonge vrouw te werken van 8 uur tot half 3. Daarna naar school. Die meisjes waren aan het werk in de machinerie van Hitler. Ik ging in de optiek werken. Daar leerde ik mijn man kennen, hij was een opticien uit Nederland.” Wat weet u nog van de bombardementen in Hamburg? “Het was augustus ‘43. Smoorheet. Drie nachten achter elkaar bombardementen. Precies om 12 uur ‘s nachts. De Engelsen hadden het goed voor elkaar. Ze lieten duizenden papieren strookjes uit de lucht vallen. Aan de ene kant zwart en aan de andere kant zilverkleurig. De schittering belemmerde het zicht. Hierdoor konden ze laag vliegen. De eerste nacht bombardeerden ze het oosten van de stad. Alles plat. Altijd om 12 uur. De derde nacht was ons stadsdeel aan de beurt. Het alarm ging: “oei-oei-oei”. Mijn moeder stond met een klein geel koffertje klaar, alles wat mee kon was een setje bestek, wat foto’s en wat papieren. Wij lagen al aangekleed op bed. De schuilkelder was uitgegraven in een speeltuin. Ik herinner me een trap naar beneden, reusachtig sterk beton. Er was ruimte voor 300 mensen. We hebben daar gezeten van 12 tot 7 uur. Het schoorsteentje voor de frisse lucht brak af doordat alle gebouwen om ons heen op ons vielen.” Waar dacht u op dat moment aan? “Komen die bommen op mij of niet? Angstaanjagend. De bombardementen duurden maar een half uur, maar de deur was geblokkeerd door het puin. Het licht was uitgevallen en de waterleidingen waren ook kapot. Ik dacht, misschien stikken we
allemaal wel. Het was eigenlijk het ergste wat ik van die hele oorlog heb meegemaakt. Het neerkomen van die bommen.’ Met haar vinger trekt ze een verticale lijn in de lucht: ‘Sss… boem!’.”
Wanneer wisten jullie over de concentratiekampen? “Dat wist ik niet. Pas na de oorlog. Ik kijk nog steeds naar die televisie, omdat ik het wil weten. Ik kan het nu pas zien, maar ik heb het niet geweten.”
Hoe was het om weer buiten te komen? “Rond 7 uur groeven ze ons uit, we waren allemaal pikzwart van het roet buiten. De lijken op straat waren al opgeruimd. Overal lagen leidingen van de trams en badkuipen die naar beneden waren gevallen.
Hoe was het om erachter te komen? “Mijn vader zal het wel geweten hebben. Na de oorlog kreeg mijn vader meteen een baantje bij de Engelsen. In Nederland ben ik vijf jaar stateloos geweest. Ze hebben alles heel nauwkeurig uitgezocht, wat ik allemaal in de oorlog heb gedaan. Maar hoe heb ik dat van dat concentratiekamp….ik weet het niet meer…Je weet niet hoe dat gegaan is…die barakken, die corruptie, je zal toch maar in zo’n kamp moeten dienen. Ik kan me de agressie voorstellen en dat ze dat afreageerden op die gevangenen. Soms zag je die beelden van de kampen.”
De Duitsers hadden het goed georganiseerd, dat konden ze wel. Ze riepen om: “Iedereen die nog leeft moet zich vervoegen in het stadspark”. Drie kilometer lopen. Daar kreeg je soep. Ze vroegen of je ergens terecht kon. Wij gingen naar onze grootmoeder.”
En wat dacht u dan? Verontwaardigd: “Ik dacht, hoe kunnen ze! Wat is dat voor onzin, hoe kunnen ze! Waar halen ze het lef vandaan! Om…het gaat niet om twee of drie mensen die stout zijn geweest. Alleen maar onschuldige mensen. Stalin was ook zo’n vreselijke vent hè. En dat proces van Neurenberg. Lang niet genoeg, ze hadden ze helemaal niet moeten verhoren. Meteen dood moeten schieten. Of beter eerst een paar jaar in zo’n kamp. Laat ze maar vier jaar lang werken, totdat het net zulke skeletten zijn. Dat had ik gedaan met die mensen.”
Jullie waren je huis verloren. “Mijn moeder...dat moet voor een huisvrouw vreselijk zijn geweest. Alles was weg. Ach, voor mij? Je bent jong hè. Het was voor ons als kinderen vooral een spannende tijd. Telkens dat alarm, waardoor al het werk onderbroken werd, en je naar schuilkelders moest rennen.”
Zit in ieder mens een kampbeul? Lange stilte. “Ik denk het niet. Er zijn altijd mensen die te gevoelig zijn. Je moet misschien door het leven zijn gehard of je karakter moet al zo ingesteld zijn. Ze werden door de overheid gedwongen. Allemaal gedwongen.” Even later: ‘“Ja, ben je klaar? Dan kan ik alles weer vergeten.” Na het gesprek staan we buiten en kijken uit over de narcissen. “Wij wonen hier zo mooi, we hebben het hier zo prachtig. Dat je bij jezelf denkt, laat maar waaien hè.”
15
WANDELEN DOOR PR Groen Londen Londen bezit ongeveer 4.500 hectares aan historische en openbare parken, die ongeveer 23 miljoen bezoekers per jaar trekken. De grootste groene oppervlakte in de stad is Richmond Park, dat uit 995 hectare bestaat en tevens het grootste ommuurde park van Europa is. Oorspronkelijk was het park privéeigendom van koning Edward I, die het als jachtgebied gebruikte.
18
Wie aan Engelse tuinen denkt, denkt aan gras waar je niet op mag lopen, sprookjesachtige rozentuinen en door weelderige bloemen omringde cottages op het platteland. De stad Londen lijkt in schril contrast te staan met dit beeld. Maar ook in de drukste wijken van de stad zijn uitgestrekte parken en kleine hofjes te vinden. TEKST EN FOTO’S: NICO HOFSTRA
RIDE AND PREJUDICE Tamme eekhoorn Grijze eekhoorns wonen al in Londen sinds het einde van de 18e eeuw en zijn te vinden in alle parken in Londen. De meeste kans om een tamme eekhoorn te spotten is in St. James Park. Hier worden de kleine diertjes nog wel eens gevoerd door toeristen, maar pas op: ze hebben scherpe nagels en tanden.
Garden Museum Londen heeft zijn eigen Garden Museum in Lambeth, vlak langs de oever van de Thames. Het museum is gevestigd in een voormalig kerkje, waarvan het oude kerkhof is omgevormd tot tuin.
Er is een vaste expositie over tuingereedschap, tuinkabouters en de geschiedenis van de Engelse tuin.
19
Torenhoge en massieve luchtmasten, veelal betonnen stehplätzen, maar ook een compleet gerenoveerd Olympisch Stadion. Zomaar drie beelden uit verschillende stadions in Berlijn. Waar menigeen Berlijn associeert met de Brandenburger Tor, het Holocaust-monument en de West- en Oostverdeling, heeft de stad buiten die toeristentrekkers veel meer te bieden. Ook voor de doorgeslagen voetbalfan is Berlijn een stad waar je een prima weekend terecht kunt of een mooie groundhoptocht kunt maken. TEKST EN FOTO’S: STAN WANING Hertha BSC is veruit de grootste, rijkste en meest bekende club van Berlijn. Ook voor voetballeken zal de naam een belletje doen rinkelen, aangezien het speelt in het mächtige Olympisch Stadion in West Berlijn. Aan deze tempel kleeft veel historie. “Tegenwoordig wordt het stadion alleen nog maar voor sportevenementen gebruikt. Hertha BSC werkt er haar thuiswedstrijden af, het Duitse elftal speelt hier af en toe, er vinden veel atletiekwedstrijden plaats en dit jaar vindt de finale van het Europese sterrenbal, de Champions League hier plaats”, vertelt steward Otti Bieveldt met een trotse blik.
De speech van Hitler Maar de huidige sportevenementen waarvoor het Olympia gebruikt wordt, vertellen lang niet alles over de uit zandsteen opgebouwde arena. “Ik denk niet dat er in Europa stadions zijn met meer historie dan het terrein achter mij”, laat Bieveldt weten. “Op de plek waar nu de inkeping in het stadion zit, hield Adolf Hitler in 1936 zijn speech voor de Olympische Spelen. Veel is er gerenoveerd en daardoor veranderd aan het stadion, maar aan die plek is weinig gebeurd. Ik werk hier elke wedstrijd van Hertha BSC, maar er gaat geen duel voorbij zonder daar even bij stil te staan. Het is unglaublich dat een plek met zoveel historie tachtig jaar later als voetbalstadion wordt gebruikt, en niet echt is veranderd.”
Prestaties Hertha BSC verkeert in zwaar weer de laatste jaren. Die Alte Dame bungelt tussen de Bundesliga en de Zweite Bundesliga, Conform de prestaties zit het stadion vaak
18
ook maar half vol. “Uitverkocht is het hier nooit. Daar is het stadion simpelweg te groot voor. De laatste seizoenen daalt de bezettingsgraad echter iets en dat is jammer. Als de club wat stabieler presteert, neemt dat wel weer toe. Daar ben ik van overtuigd”, belooft Bieveldt. Waar Hertha de Berlijnse rol voorlopig vertegenwoordigt in de Bundesliga, doet 1. FC Union Berlin dat op het tweede Duitse niveau. Het stadion van Union, genaamd An der Alten Försterei, vrij vertaald aan het Oude Bos, bevindt zich in uiterst OostBerlijn.
‘Fans gaven letterlijk hun bloed voor de club’ In de wijk Köpenick. Union Berlin kent een uiterst eigenzinnige aanhang. Zo is het traditionele Weihnachtssingen een gigantische happening in het stadion. Om de onderlinge banden tussen de supporters te versterken worden er anderhalf uur kerstliederen gezongen. Een fantastische ervaring, beaamt ook Annemieke Hendriks, freelance correspondent en schijfster in Berlijn. ’Het stadion is elk jaar binnen een dag uitverkocht en afgelopen jaar had ik het geluk om er bij te mogen zijn. Van voetbalfans verwacht je dat het harde kerels zijn, maar tijdens het Weihnachtssingen merk je daar niets van terug. Dan staan er stoere voetbalfans met hun gezinnen te zingen. Fantastisch.’
Anti-commercie “Onze club is van oudsher tegen commercie. Voetbal hoort van supporters te zijn en niet van sponsoren. Tegenwoordig is dat niet meer vol te houden. Vijftien jaar terug was de club bijna failliet, maar omdat supporters driekwart van het stadion zelf verbouwd hebben, bestaan we nog”, glimlacht Karel Baumer, al ruim 28 jaar receptionist bij Union. “Dat Union in ons hart zit gaat zelfs nog veel verder. Toen we in die tijd bijna bankroet waren, hebben de echte fanatici zelfs zoveel mogelijk hun bloed doen afstaan en dat ingeleverd bij de bloedbank. Het geld dat ze daarvoor kregen ging rechtstreeks naar Union. Geen enkele club heeft zulke trouwe supporters als Union. De club heeft de ruim achttienduizend mitglieder ook hoog in het vaandel staan”, beweert Baumer.
Bier en Bratwurst “De supporters in Duitsland en ook zeker die van Union zijn stapelgek. In mijn tijd bij Union kwam ik ’s ochtends rond half negen op de training en dan zitten er al fans met dikke buiken aan het bier en de bratwurst. Ik drink al vierendertig jaar geen alcohol en houd niet van bratwurst, maar hoe kun je dat nou in de morgen wegkrijgen”, verwondert Youssef El Akchaoui zich. De Nederlandse linksback van Marrokkaanse origine speelde in zijn loopbaan één seizoen in Berlijn. “Ik was destijds nog een broekie dat net om de hoek kwam kijken dus het was wennen in Berlijn. Voor het eerst leefde ik op mezelf in een appartementje in Oost, maar ik kwam ook vaak in West.Berlijn is echt een wereld stad en het beviel goed”, meent de verdediger die in zijn NECperiode zijn beste jaren beleefde.
BERLIJN VOETBALSTAD
PUR SANG
Friedrich-Ludwig Jahn Park
Rivalität Aangezien de uitstraling van de aanhangen van Hertha en Union mijlenver uit elkaar liggen, zou je verwachten dat dit de rivalen van Berlijn zijn, maar niets is minder waar. De hoofdrolspelers in de grootste Rivalität van Berlijn zijn Union en Berliner Fussball Club Dynamo. Laatstgenoemde beleefde zijn hoogtijdagen in de jaren vijftig en zestig maar is inmiddels afgezakt naar de bescheiden Regionalliga, het vierde niveau van onze oostenburen. Waar je de broederschap van Union links kunt scharen op het politieke spectrum, mag dat van BFC Dynamo gerust rechts heten. De gemoedelijkheid bij Union maakt bij Dynamo plaats voor vijandelijkheid, vandaar dat de wedstrijd tussen het tweede van Union en Dynamo afgelopen maand ook uit de hand liep. De groepen konden klaarblijkelijk niet met elkaars tegenstrijdigheden omgaan, waardoor er in een confrontatie een potje ouderwets werd geknokt. De kleine doch fanatiek rechtse aanhang van BFC Dynamo is een goed voorbeeld van de huidige problematiek waar Duitsland
in verwikkeld zit. Groepen hooligans vermengen zich met neonazi’s om voor trammelant te zorgen en te demonsteren tegen asielzoekers. Zo raakte de politie enkele maanden terug slaags met deze combi in Köln en even later ook in Hannover. Kleine aanhangen van Werder Bremen, Dynamo Dresden en ook van BFC Dynamo zijn voorbeelden van dit rechts-extremisme. Sarah de Lange, universitair docent politieke wetenschappen aan de UvA, met een expertise in extreem-rechtse bewegingen, twijfelt of er wel echt sprake is van een ideologie bij voetbalhooligans. ‘Het is niet eens zozeer een ideologie. De kameraadschap en het verheerlijken van geweld onder elkaar is de drijfveer. Ik ken de situatie bij Duitse clubs niet precies, maar Lazio Roma is daar in Italië een goed voorbeeld van. De aanhangen hebben wel vaak dezelfde demografische kenmerken. Mannen tussen de achttien en dertig en laag opgeleid.’ Maar om BFC Dynamo alleen in verband te brengen met de kleine groep die zich met randzaken bezighoudt, zal tekort doen aan de club. Het Friedrich-Ludwig Jahn Park in
Prenzlauer Berg is voor de echte groundhopper waarschijnlijk het mooiste van Berlijn. Torenhoge en massieve lichtmasten, die vanaf het dak van de Reichstag zelfs zijn te zien, een sintelbaan die in een authentiek Oost-Duits stadion niet mag ontbreken, vlakke open dakloze tribunes en een prachtige ligging. Vanaf Alexanderplatz ben je met het razendsnelle OV in Berlijn met tien minuten in het stadion, dat als voetballiefhebber eigenlijk niet overgeslagen mag worden. Naast deze drie grootste verenigingen heeft Berlijn nog zo’n tachtig voetbalverenigingen. Zo’n vijftien daarvan zijn BVO’s met een stadion. Aangezien de stad met de trein binnen handbereik ligt vanuit Nederland is het een absolute aanrader. Naast het Olympia, der Alte Försterei en het Friedrich-Ludwig Jahn Park, is een tripje naar het Poststadion bijvoorbeeld, op tien minuten lopen van Berlin Hauptbahnhof ook een aanbeveling. BAK’07, een multiculturele-fusieclub tussen BFC Güneyspor, Fenerbahçe Berlin en Ankaraspor Berlin, is de bespeler van dit knusse stadion dat in een bosrijke omgeving te vinden is. Aan stadions geen gebrek in Berlijn.
19
BAND MET ISRAEL IS GEEN GARANTIE VOOR ACTIE De nieuwsberichten over toenemende antisemitisme verschijnen geregeld op ons beeldscherm. Evenals de berichten over het Israël-Palestina conflict, raken ze de Joodse gemeenschap in Nederland tot diep in haar ziel. Toch moeten de Joodse organisaties toezien hoe leden zich steeds minder inzetten voor Israël. Een teken van de tijd, waar ook WIZO (Women’s International Zionist Organization) niet aan ontkomt. “Emotie en actie ondernemen, dat zijn twee verschillende dingen.” TEKST: ESRA ÇAKICI
FOTO’: WIZO NEDERLAND
WIZO heeft zo’n 199 kinderdagverblijven in Israël
Door precies dezelfde kleuren aan te houden als de rest van het complex, lijkt het winkeltje in al z’n onopvallendheid weg te vallen. Met het bescheiden witte uithangbord kondigt WIZO Nederland hier in Amsterdam één van haar twee giftshops aan, maar verklapt daarmee nog niet bijster veel. Zelfs het blinkende zilverwerk in de etalage laat niet zien hoe waardevol deze Joodse vrouwenorganisatie wil zijn. Waardevol voor wie? Israël.
Israël kent WIZO “We merken dat we niet overal in Nederland bekend zijn, maar in Israël is WIZO heel erg bekend.” Joyce Numann-Durlacher, voorzitter van WIZO Nederland, vertelt
20
in het knusse hoofdkantoor van WIZO Nederland over de organisatie die zij mag leiden. “Zodra mensen over de organisatie horen, worden ze er vaak door gegrepen. Dat komt niet zozeer doordat we een vrouwenorganisatie zijn. Het zijn onze vele projecten in Israël die hen aanspreken. Maar natuurlijk is het daarnaast voor Joodse vrouwen belangrijk dat er een organisatie is die de belangen van de Joodse vrouw behartigd, wat wij dan ook zeker doen.” WIZO is een wereldwijde apolitieke organisatie met 250.000 Joodse vrouwelijke vrijwilligers en donateurs in 52 landen. Als internationale maatschappelijke beweging
zet ze zich in voor gelijkwaardigheid van vrouwen, kinderen en ouderen in Israël. Daarbij is achtergrond of geloofsovertuiging niet van belang. WIZO helpt alle kwetsbare groepen in de Israëlische samenleving, of ze nou Joods zijn of niet. In Israël heeft WIZO 800 projecten, die onder meer bestaan uit kinderdagverblijven, jeugddorpen en reïntegratieprogramma’s. “We hebben daarnaast ook een adviserende stem wat betreft vrouwenzaken in de Knesset, het parlement van de staat Israël”, voegt Numann-Durlacher toe. “Dus zo serieus worden wij als organisatie genomen.”
Niet meer binden Nederland mag zich één van de 52 landen noemen waar een WIZO-federatie gevestigd is. WIZO Nederland is vervolgens weer onderverdeeld in tien regionale en twee speciale afdelingen. Alle afdelingen hebben als voornaamste doel een steentje bij te dragen aan de vele en grootschalige projecten in Israël. Maar ondanks de grote rol die WIZO speelt in de Israëlische samenleving, is een grote achterban in Nederland niet meer zo vanzelfsprekend. Numann-Durlacher: “Vroeger waren de afdelingen veel actiever dan ze nu zijn. Het is niet zo makkelijk meer om actieve afdelingsbesturen te krijgen en actief lid zijn van een organisatie is ook niet meer iets wat in deze tijd past. Men wil best incidenteel iets doen, maar zich echt aan een organisatie binden doen ze toch minder snel.” De gepassioneerde voorzitter noemt het “een teken van deze tijd”. Opvallend daarbij is dat vooral de jongere Joodse vrouwen het af laten weten. “De actieve WIZO-vrouwen zijn vooral 30 jaar en ouder. Jongere Joodse vrouwen zijn er maar weinig in onze organisatie. In sommige landen zijn de jongere vrouwen nog wel actief, maar bij ons komt het er niet echt van. Ze zijn toch meer bezig met hun Joodse studentenverenigingen en dergelijke.”
‘De binding is nog steeds heel sterk’
Toch blijft WIZO Nederland haar best doen om het geliefde Israël zoveel mogelijk te blijven steunen. Naast de opbrengsten
van donateurs en het organiseren van grote evenementen, zamelt de Nederlandse organisatie ook geld in met de twee giftshops in Amsterdam en Enschede. Belia van Gelder, officemanager van WIZO Nederland, komt uit het hoofdkantoor lopen dat met één deur gescheiden is van de giftshop. Zodra ze in de giftshop staat, vertelt ze trots: “WIZO Nederland is de enige federatie met giftshops. Dus dat maakt ons best uniek.” Ze wijst naar een wand met onder andere zevenarmige kandelaars en verschillende soorten keppeltjes. Dan vervolgt ze: “De meeste spullen komen uit Israël.” Spullen uit Israël, voor Israël. Maar ook kinderboeken waarin Sammie spin zijn eerste sjabbat viert.
Emotie en actie Wat de Joodse vrouwen altijd dreef om zich in te zetten voor WIZO, is verbondenheid. Verbondenheid met elkaar, maar vooral met Israël. Maar volgens Ron van der Wieken, bestuurslid van het Centraal Joods Overleg (CJO), is zelfs deze sterke verbondenheid geen garantie meer voor actie. En dat treft alle Joodse organisaties. “Emotie en actie ondernemen, dat zijn twee verschillende dingen. De binding met Israël is onder de Joodse gemeenschap nog steeds heel sterk, ook onder jongeren. Maar jonge mensen sluiten zich nu eenmaal minder snel bij een organisatie aan en zijn dus ook veel minder actief. Dat is een zorgelijke ontwikkeling voor de organisaties. Maar het is niet te voorkomen.” WIZO Twente is één van de afdelingen die lijdzaam moet toezien hoe leden bezuinigen op activiteit en inzet. Het enorme gebouw van de synagoge in Enschede biedt de giftshop een veilig onderdak, maar meer dan dat kan het niet doen. Irene Berg, voorzitter van WIZO Twente, haalt haar schouders op en vertelt: “Helaas heeft de tijd ons ingehaald. De meeste Joodse vrouwen in de regio zijn
wel WIZO-leden, maar het is tegenwoordig heel moeilijk om ze actief te krijgen. En daar kun je verder ook weinig aan doen.” Dan vervolgt ze, met een spijtige lach: “Op dit moment opereren we dan ook op een laag pitje.” Zoals de ingang en garderobe van de synagoge bemand is door mannen, is de ruimte van de giftshop bevrouwd. “Sommige mensen komen speciaal voor deze lekkere jam naar onze shop toe”, vertelt Margriet van Dam, lid van WIZO Twente. Haar opmerking complimenteert de tafel voor haar, waar verschillende soorten etenswaren staan – allemaal koosjer. Van Dams actieve inzet voor WIZO is haar met de paplepel ingegoten. “Lid worden ging vroeger van moeder op dochter. Zo is het bij mij ook gegaan. Maar tegenwoordig is dat wel anders.” Ze pauzeert even. “Helaas.”
‘Hopelijk komt het bewustzijn terug’ Durft WIZO nog toekomstplannen en –dromen te hebben? Berg schudt nadrukkelijk haar hoofd: “Nee, eigenlijk niet.” “Maar”, vult Van Dam haar aan, “we zijn nu gewoon heel blij met wat we nog wél kunnen doen.” NumannDurlacher schiet in de lach bij de vraag en antwoordt: “Nou, we zouden best wel weer wat groter willen worden, zodat we een grotere achterban hebben. We willen niet dat mensen onverschillig tegen onze organisatie aan kijken. Hopelijk komt het bewustzijn weer terug dat organisaties als deze moeten blijven bestaan. Dat het zin heeft.”
21
ROTTERDAM
VAN VIEZE, CRIMINELE STAD NAAR TOERISTENTREKPLEISTER
De Markthal
Het was de enige Nederlandse stad in de lijst met 52 Places to go in 2014 van The New York Times. Reisgids Rough Guides sprak lovende woorden en plaatste de stad op plek acht van hun Top Ten Cities. De internationale media ontdekten Rotterdam en zetten de Maasstad volop in de aandacht. Aandacht die de stad bepaald geen windeieren heeft gelegd, want het aantal toeristen steeg in 2014 met zeven procent. Een sterk staaltje marketing van de stad, of zijn er meer verklaringen voor de stijging te bedenken? TEKST EN FOTO’S: JOLIEN BENNEMA
22
Het is druk op het Centraal Station. Een groep toeristen kijkt zoekend om zich heen. Zodra één van hen het loket van de Tourist Information ziet, sluit de groep zich aan in de lange rij. Op de achtergrond klinkt de stem van de omroepster. In het Frans, Engels en Nederlands meldt ze dat de Thalys naar Parijs op het punt van vertrekken staat. Populair onder Britten Het aantal toeristen in Rotterdam steeg ten opzichte van 2013 met zeven procent. Ook de hoeveelheid hotelovernachtingen groeide. In 2014 werden er 18,2 procent meer hotelovernachtingen geboekt dan een jaar eerder. Bijna de helft van het totale aantal toeristen dat Rotterdam bezocht kwam uit Nederland. Daarnaast was Rotterdam in 2014 populair onder Britten, Duitsers, Belgen en Fransen, zo blijkt uit cijfers van Rotterdam Partners.
Citymarketing Maar welke invloed heeft Rotterdam Partners zelf gehad op het groeiend aantal toeristen? De citymarketeer van Rotterdam heeft als doel het onder de aandacht brengen van de Maasstad. Voor veel van de belangstelling die de stad in het afgelopen jaar ontving, is de organisatie zelf verantwoordelijk. “Ja, we hebben zelf ook invloed gehad op de internationale aandacht”, geeft persvoorlichtster Judith Boer toe. “Ons doel is om ervoor te zorgen dat er positieve verhalen in de media komen. We benaderen journalisten met nieuws over de stad of nodigen ze uit. Vorig jaar hebben we zo’n 250 journalisten in de stad op bezoek gehad.” Maar naast de invloed van Rotterdam Partners op de internationale aandacht, zijn er meer verklaringen voor de stijging van het aantal toeristen in Rotterdam.
Verklaring 1 - De opening van de ‘grote drie’ “Het is voor mij de eerste keer dat ik de Markthal zie. De buitenkant is erg mooi.” Een groepje vrouwen staat op de Blaak. Lachend poseren ze voor elkaar met de Markthal op de achtergrond. Ze zijn één van de vele groepen toeristen die speciaal naar Rotterdam zijn gekomen voor de Markthal. Eén van de vrouwen uit het gezelschap uit Bonn, Duitsland, heeft een voorliefde voor de stad. “Ik ben al meerdere keren in Rotterdam geweest, soms ga ik wel twee keer per jaar. Het is een mooie en grote stad, waar je goed kunt winkelen. Deze keer leid ik de vrouwen uit mijn familie en vriendenkring rond.” In een jaar tijd werden de ‘grote drie’ geopend, namelijk het vernieuwde Centraal Station, de Markthal en De Rotterdam, het grootste gebouw van Nederland. Vooral de heropening van het Centraal Station door Koning Willem-Alexander en de opening van de Markthal door Koningin Maxima konden van de nationale en internationale media op veel aandacht rekenen. In de Markthal hangt een mix van tientallen geuren, variërend van een vette hap tot oosterse kruiden. Het grijze gebouw met een boogvorm van een hoefijzer trok sinds de opening in oktober al meer dan vijf miljoen bezoekers.
‘Ook de markthalschoen is heel populair’ Whitley Heijmans werkt in de Markthalshop. “We verkopen vooral veel ovenwanten, tassen en kaartjes. Maar de Markthalschoen is ook heel populair.” De cadeauwinkel waar mensen een aandenken aan de Markthal kunnen kopen, wordt
The New York Times plaatste Rotterdam op plek tien in de lijst met 52 Places to go in 2014. Deze lijst werd in januari 2014 gepubliceerd, nog voor de openingen van de Markthal en het Centraal Station.
De Markthalschoen vooral bezocht door toeristen. “We krijgen veel Engelse, Aziatische en Poolse toeristen over de vloer. Maar een groot deel van onze bezoekers zijn toch de toeristen uit Nederland.” Verklaring 2 - De internationale aandacht “De internationale mediaaandacht van het afgelopen jaar heeft een nieuwe kant van Rotterdam laten zien.” Volgens Eveline van Wanrooij heeft de enorme aandacht vanuit het buitenland voor Rotterdam een grote invloed gehad op de stijging. “De oude reputatie van Rotterdam was toch een van een vieze en criminele stad. Het heeft ook de Nederlandse toerist, veelal dagjesmensen, nieuwsgierig gemaakt.” Van Wanrooij is stadsgids voor haar bedrijf Rotterdam Discovery Tours. “Mijn verklaring voor die media-aandacht? Ik denk vooral doordat de ‘grote drie’ klaar zijn. Drie extreem grote projecten afgerond in een jaar tijd.” Ze heeft naar eigen zeggen de mooiste baan van de wereld in de mooiste stad van de wereld. “We hebben de boel na het bombardement zonder wrok weer opgebouwd. Er zit geen enkele haat in. Maak van de nood een deugd is typisch Rotterdams. Geen gezeur. En geen woorden, maar daden”, vertelt ze met een twinkeling in haar ogen.
De plek in de lijst leverde veel aandacht voor Rotterdam op, maar niet alleen de media hadden een goed woord over voor de stad. Ook de titels vlogen de Maasstad om de oren. The Academy of Urbanism riep Rotterdam uit tot de Europese stad van het jaar 2015 en het Centraal Station werd door de Bond van Nederlandse Architecten uitgeroepen tot het beste gebouw van het jaar 2015. Verklaring 3 - De economie trekt aan Uit een rapport van het CBS blijkt dat de economische crisis een grote invloed heeft gehad op het aantal toeristen in de wereld. In 2008 steeg het aantal toeristen een stuk minder hard dan in de jaren ervoor, terwijl het aantal in 2009 zelfs afnam. Sinds 2009 stijgt het aantal toeristen wereldwijd weer.
‘Het toerisme is en blijft een groeisector’ De Nederlandse economie stond vooral tussen 2010 en 2013 stil, maar volgens het CBS heeft de Nederlandse toerismesector daar geen last van gehad. De sector maakte in die periode zelfs een groei door. Het heeft vooral baat gehad bij de groei van bestedingen door buitenlanders die in Nederland op bezoek waren. Of de groeiende economie een gunstig effect heeft gehad op de toeristenaantallen in Rotterdam, durft Judith Boer niet te zeggen. “Dat vind ik lastig om antwoord op te geven. Maar het toerisme is en blijft een groeisector.”
23
5x
Normandie Unieke plaatsen die je gezien moet hebben in...
De kerktoren van Ste-Mère-Église
&
Mont St-Michel oster
Een schiereiland met enorm klo
Amerikaanse begraa fplaats in Colleville-s ur-Mer
De gruwelijke gebeurtenissen op Point du Hoc en het verwoeste landsch ap doen het prachtige uitzicht verbleken
360-gradenbioscoop in Arromanches je op In 18 minuten zieen het eld be he isc histor sie an inv de r verhaal achte Point du Hoc
24
&
New York ... en dit wil je ook echt niet missen.
Een h am er eten bij Sh ake Shbaucrg k
Top of the Rock in de avond Voor het mooistestad uitzicht over de d r tie ove r informa ga je in de avonRock p o Voor meoets je lees ts o p h . ze y e d l/unicit s naar Top of the ekzwolle.n journalistiin ma gazine lee Verderopa gindait28-29 over vijf in je op p rische plekken unieke histo Berlijn.
The High Line Lees me ove r The High Line op pa ginear 7/ 8
In de overdekte hal vind je all emaal verschillende eettentjes
Chelsea Food Market
n rondtom Winkekle tree r Bleec e S
25
‘TOEN IK 14 WAS WILDE IK AL JOURNALIST WORDEN EN IN AMSTERDAM WONEN’ “Als vierjarig meisje speelde ik al Pac-man op een zwart-wit computer, zo’n oud bakbeest. Mijn ouders waren ook gamers, dus de liefde voor games is er met de paplepel ingegoten.” Tegenwoordig werkt Rox van der Helm (31) als hoofdredactrice voor de Amsterdamse gamewebsite XGN: een jeugddroom die uitgekomen is. TEKST: LAURA DE FLUITER FOTO: ROX VAN DER HELM
De carrière van Rox bij XGN begon acht jaar geleden, toen ze als vrijwilliger bij de redactie kwam werken. Rox kwam bij de website terecht via een ruil op Marktplaats. Voor een destijdse ex ruilde ze een sportspel, en de andere ruiler bleek Hugo Welkers, medeoprichter van XGN te zijn. “Er zat een visitekaartje bij, en zo kwam ik op de website terecht. Ik zag enorm veel fouten en ik vond het maar amateuristisch, dus ik heb toen contact opgenomen met Hugo en mijn hulp aangeboden. Ik was namelijk net weg bij een studentenblad en ik wilde iets anders gaan doen.” De stap naar hoofdredactrice maakte ze in 2014, na zeven jaar als vrijwilliger gewerkt te hebben. Wanneer je zo lang op dezelfde plek werkt, is het logisch dat je een ontwikkeling doormaakt. Zo blikt Hugo terug op het moment dat Rox net bij XGN kwam werken: “Ze kwam bij ons binnen met zeer hoge journalistieke normen en waarden. Deze heeft ze zeker behouden, maar ze heeft wel zelf in kunnen zien dat niet alles op internet hetzelfde gaat als bij de grote nieuwspublicaties, zoals de NRC of het NOS.”
‘Rox zorgt ervoor dat ik soms een stapje terug doe’ Bij een wat kleinere publicatie als XGN gaan sommige dingen dan toch wat anders in zijn
26
werk. “Zo moet er soms wat op kwaliteit ingeboekt worden om de gewenste kwantiteit te halen, en moeten de redacteuren zich schikken naar de wens van de lezer, in plaats van te publiceren wat zij belangrijk vinden.” Hoewel Rox dit in het begin erg lastig vond, laat Hugo weten dat er nu een wederzijdse verstandhouding bestaat die beide partijen schikt. “Ik ben zelf erg commercieel ingesteld, dus daarin zijn wij goed elkaars tegenwicht. Rox zorgt ervoor dat ik soms ook een stapje terug doe.”
Jeugddroom Rox droomde er als tiener al van om als journalist te werken. “Toen ik 14 was zei ik: als ik later groot ben, word ik journalist en woon ik in Amsterdam. Het duurde even, maar zie hier het resultaat.” Om deze droom waar te maken heeft Rox Nederlandse Taal en Cultuur en Journalistiek gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Toch voelde de van oorsprong Groningse Rox zich in het begin nog niet zo op haar gemak in Amsterdam, maar volgens Hugo gaat het op dit moment al een stuk beter met haar. “Over een paar maandjes verhuist ze naar een nieuwe woning met meer privacy, en ik verwacht dat het dan nog beter zal gaan.” Haar liefde voor films en tvseries is nog groter dan de passie voor games, dus Rox is vaak in de bioscoop te vinden. Rox omschrijft zichzelf als een cultuurmens: ze houdt van lezen, van het bezoeken van concerten, musea, theater en festivals, en van het bezichtigen van de Europese hoofdsteden.
werkvloer gedraagt: “Rox is altijd zeer hard aan het werk, maar ze is ook zeker in voor een lolletje. Ze vraagt veel van de mensen om haar heen, maar ze geeft ook veel.” Een struikelblok voor Rox is vooral het multitasken, volgens Hugo. “Hierdoor maakt ze soms fouten of begrijpt ze dingen verkeerd, omdat ze op zo’n moment maar half luistert. Dit kan er ook voor zorgen dat ze in bepaalde situaties verkeerd uit de hoek komt. Daarbij heeft ze geen blad voor de mond, maar dat kan zowel positief als negatief uitpakken.
‘Ze is een echte leider’
Privé vs. werk Een website draait altijd door, ook wanneer het hoofdkantoor gesloten is. Hierdoor ben je als hoofdredactrice natuurlijk niet altijd klaar met werken zodra je naar huis gaat. “Rox kan privé en werk goed scheiden, maar ze ‘probeert’ dit soms te veel: ze wil heel graag tijdens privé-tijd afstand doen van werk. Dit kan helaas niet altijd, en dat kan haar soms frustreren”, aldus Hugo. “Ik denk dat ze zichzelf een plezier doet hier iets soepeler in te worden, en zich dingen niet te veel aan te trekken. Deze frustratie over iets levert denk ik meer stress op dan nodig.”
stagiaires aan, ze houdt de controle over wat er gebeurt en of het goed gebeurt. Dit zorgt ook wel eens voor de nodige stress, wat zeker aan haar te merken is. Dit kan de sfeer op de redactie erg beïnvloeden.” Maar het is zeker niet alsof er alleen maar hard gewerkt moet worden op de redactie. “Mijn eerste indruk van Rox was dat ze een gezellig persoon is, iemand waarmee je wel kunt lachen, en dat bleek waar te zijn. Er mag dan ook gelachen worden op de redactie, maar ze probeert wel een balans te houden. Ze laat dus ook weten wanneer er weer gewerkt moet worden.”
Stagiaire Robin Verstegen (19) bevestigt dit: “Rox stuurt de
Hugo is het met Robin eens over de manier waarop Rox zich op de
Ondanks het harde werk buiten de normale uren om, merkt Hugo op dat Rox enorm veel plezier heeft in haar werk, en dat ze steeds zelfstandiger is geworden. “Rox heeft nu vrijwel alles onder de knie en ze vraagt weinig aansturing meer. Ook onderneemt ze steeds meer op eigen initiatief.” Volgens Robin houdt Rox altijd het overzicht van alles wat er op de redactie gebeurt en doet ze zelf ontzettend veel: “Ze is een echte leider.”
Vrouw in de gamesbranche Hoewel veel mensen bij games vooral aan mannen denken, is dit eigenlijk een heel vertekend beeld. Laatst wezen nieuwe onderzoeken uit dat ongeveer de helft van alle gamers vrouwelijk zijn. Maar hoewel er wel steeds meer vrouwelijke gamers zijn, geldt deze verdeling nog niet voor de vrouwelijke carrières in de gamesbranche..Toch zegt Rox niet anders behandeld te worden vanwege het feit dat ze een vrouw is. Het brengt geen nadelen, maar ook geen voordelen met zich mee. “Mensen behandelen me heel normaal”, laat Rox weten.
27
berlijn ademt historie ‘Die Wende’ is een feit, maar de verdeeldheid van Oost en West heeft in Berlijn zijn sporen achtergelaten. Van gruwelijke herinneringen aan de Stasi naar verheerlijking van de DDR-tijd, deze vijf bezienswaardigheden wil je niet missen in Berlijn.
1.
TEKST EN FOTO’S: AMBER SPEK
Tempelhofer feld
Berlin-Tempelhof is het voormalige vliegveld in Berlijn. Tijdens de blokkade van West-Berlijn was Tempelhof het eindpunt van de Berlijnse Luchtbrug, waarmee de bevolking bevoorraad werd door de geallieerden. Tegenwoordig is Tempelhofer feld een populaire plek om te skaten, fietsen, wandelen op de landingsbaan of om te barbecuen in het park.
2.
Karl-Marx -A
ll ee
Deze lange straat is een project uit de DDR-tijd en heette voorheen StalinAllee. Qua architectuur is de typische Plattenbau om die reden veel terug te zien. Ook te vinden in deze straat: de Karl Marx Buchhandlung waar de eindscène van de film ‘Das Leben der Anderen’ is opgenomen.
28
Gedenkstätte BerlinHohenschönhausen
3.
De voormalige Stasigevangenis is nu een herdenkplaats voor de slachtoffers uit de DDR-tijd die, omdat ze zich tegen het regime keerden, hier werden opgesloten onder onmenselijke omstandigheden. Je kunt de gevangenis bezoeken door middel van een rondleiding die onder andere worden gegeven door exgevangenen.
4.
Pankow Oberbaumbr端c
ke
Weissensee Pren
Hohens chon hausen
Hel ler
5.
sdor f
hn
rza Ma
Kreuzberg
Fr iedr ich shain
nberg
Mitte
Lichte
rten Tierga
rg er be
zlau
Wedding
Deze brug is het symbool van het Berlijnse district Friedrichshain-Kreuzberg. In de periode van de verdeling tussen Oost en West was deze brug dan ook een grensovergang over de Spree.
of pel h
Tem
Trept ow East Side
Neukolln
Kopenick
Gall ery
Historie en kunst komen samen bij de East Side Gallery waar op het langste restant van de Berlijnse Muur schilderingen zijn aangebracht.
*Voormalige Berlijnse muur
2935
‘WE WISTEN NIET WAAR WE HEEN GINGEN’ ‘‘Zo, eerst maar eens een kopje koffie.’’ Rustig wandelt Peter van der Beek naar het aanrechtblok, waar het apparaat staat. Hij is al 90 jaar oud, maar nog steeds erg vitaal. Samen met zijn vrouw, Tonnia van der Beek woont hij in een aanleunwoning in het Veluwse Hattem. Vanuit de voorkamer kijken ze aan tegen de Geldersedijk, waarachter de IJssel schuilt. Hij kijkt over zijn schouder door het raam. ‘’Daar bij de brug zijn ook allemaal bommen gevallen. Kettingbommen. Maar daar weet mijn vrouw meer van, want toen was ik hier niet.’’ De oorlog begon. Hattemer Peter van der Beek was zestien jaar. Hij werkte al vanaf zijn veertiende in een vloerzeilenfabriek, maar door bombardementen op de IJsselbrug kon hij niet meer naar Zwolle reizen, waar de fabriek stond. Twee jaar later ging hij weer aan de slag, alleen dit keer niet van harte. Bestemming: Hamburg Peter van der Beek: ‘’Als je 18 jaar was, werd je opgepakt om in Duitsland te gaan werken. Er waren mannen die vrijwillig gingen. Nou dat deden wij zeker niet. Aan onderduiken dachten we toentertijd niet, dat kwam later pas. Samen met zes andere Hattemers werd ik op mijn 18e opgepakt en gekeurd in Oldebroek. We wisten niet waar we terecht kwamen. We werden op de trein gezet vanaf Hattem. Langs Hengelo, Osnabrück, Bremen en Hamburg. Dat was onze eindbestemming.’’ Leven in een Lage ‘’In Hamburg werkte ik op een scheepswerf. Blom en Vos, zo heette het. We produceerden voor de oorlog: eenmansboten, vliegtuigen en onderzeeërs. Onze ‘Lage,’ het huis waar we verbleven, lag in een zijtak van de Elbe. Daar sliepen we en aten we, vooral soep. Dicht bij onze Lage zat een meelfabriek, die een beetje provisorisch was ingericht. Op een dag ging ik slapen en plotseling kwam er een rat, uit die fabriek, onder mijn kussen vandaan. Dat was wat.’’
30
‘’Op de werf en in de Lage werkten veel mensen van verschillende nationaliteiten samen. Fransen, Russen, noem maar op. Ieder land had zijn eigen kleur band om zijn arm. Duitsland was in oorlog met Rusland, dus die Duitsers hadden wel een hekel aan die Russen. We aten allemaal gezamenlijk in een grote kantine. Als er dan wat eten over was, gingen die Russen soms nog wat ophalen. Er waren dan van die nazi’s en die sloegen dan zo het eten uit hun handen. Toch was Hamburg niet zo’n nazistad zoals München. Daar waren veel van die nazi’s met van die gele pakken en grote banden.’’
‘De Duitsers waren bang dat we niet meer terug kwamen’ Verlof verboten ‘’Er was nagenoeg geen contact met het thuisfront. Ja, af en toe eens brieven of een pakje. We kregen ook geen verlof, omdat mannen die verloofd of getrouwd waren, onderdoken tijdens hun verlof. Vrijgezellen, zoals ik, waren zo de pineut, die mochten niet meer weg. Er kwam een stop. De Duitsers waren bang dat we niet meer terug kwamen.’’ De eerste negen maanden was het relatief rustig in Hamburg. Toch ontsnapt de stad niet aan de ‘Angriffen,’ de bombardementen. ‘’De Angriffen kwamen aan bij alle
grote steden, zoals Berlijn, Bremen en zo dus ook Hamburg. Onze Lage was geraakt en we waren alles kwijt. Op zo’n moment ben je wel bang.’’ Na deze bombardementen verspreidden de Duitsers de buitenlanders over heel Duitsland. Peter van der Beek komt in Bremen terecht, waar hij werktuigen moet maken. Na drie maanden keert hij terug naar Hamburg, waar hij na de laatste ‘Einzets’, de laatste aanval van de Britten, weer weg moet. Bevrijding Uiteindelijk komt Peter van der Beek terecht bij een Duitse boer, dicht aan de Nederlandse grens. Hier maakte hij ook de bevrijding mee. ‘’Op 1 april 1945,werden we bevrijd. We sliepen op een hooiberg en op het moment dat we wakker werden, keken we naar buiten en zagen daar van die grote tanks aankomen. Die Amerikanen wisten niet dat wij Nederlanders waren, dus wij lieten ze die band zien van de scheepswerf, onze rood-witblauwe banden. Op een gegeven moment geloofden ze ons .’’ Besef ‘’Achteraf besef je pas wat je allemaal hebt meegemaakt.’’ Tonia van der Beek vult aan. ‘’We waren allebei nog jong. Het is toch anders als dat je getrouwd bent en kinderen hebt, dan ben je daar bang voor dat hen wat overkomt. Er gebeurden best gevaarlijke dingen. Het is maar goed dat je er toen niet zo over na dacht.
HERDENKEN OP DE PLEK VAN HET ONHEIL Iets langer dan een uur duurt de treinreis en dan ben ik er. Een plek waar meer dan 30.000 mensen zijn omgekomen door martelingen, ziektes, honger en executies: voormalig concentratiekamp Sachsenhausen. Tegenwoordig staat herdenken op deze locatie centraal, want vergeten wat hier heeft plaatsgevonden mag niet. En met die gedachte vertrok ik vanochtend uit Berlijn. TEKST EN FOTO’S: AMBER SPEK
Ik sta voor de poort waar de woorden ‘Arbeit macht frei’ verwerkt zijn in het stalen hekwerk. Ik twijfel even of ik een foto wil maken, maar dat voelt gek en ik besluit genoegen te nemen met de herinnering. Naast me bevindt zich Toren A en in de verte, zo weet ik later, staan de restanten van Station Z. Het eindstation als de dood op je wachtte. Een ‘grapje’ van de SS. Ik slenter langs de overgebleven barakken en neem alle indrukken in me op. Ik probeer te beseffen wat er op dit grondgebied is gebeurd, maar het voelt zo surrealistisch dat ik later thuis de vergelijking maak met het Archeon. Ik heb het gevoel alsof er elk moment een Duitse acteur verkleed als SS-er te voorschijn komt springen. Dit kan niet echt zijn.
Ik koos deze dag uit om Sachsenhausen te bezoeken, want het is vandaag 4 mei en in Nederland staat dat gelijk aan dodenherdenking. ’s Avonds wordt dan ook de Nederlandse vlag gehesen en halfstok gehangen boven de Duitse vlakte. Na een dag slenteren over het terrein dat zich in driehoekige vorm uitspant over een enorm gebied, neem ik plaats op een stoel tussen de andere stoelen in de rij voor het herdenkingsmonument bij Station Z. Ik ben vroeg, maar naar mate de avond vordert stromen er meer mensen binnen en vullen de lege stoelen zich met andere Nederlanders. Achter mij nemen er voornamelijk middelbare scholieren plaats die waarschijnlijk tijdens hun
schoolreis deze herdenking meepikken. Rechts van me zit een Nederlandse journalist. En als ik links kijk staan amper een paar meter bij mij vandaan de overblijfselen van vier verbrandingsovens. Maar tijdens de speeches die gegeven worden kijk ik voor me. Daar staat Josef Snep. ‘‘Dat ik hier 73 jaar later mag zijn,’’ vertelt Snep en dan zwijgt hij. Net als iedereen, maar beter dan wie dan ook aanwezig, voelt hij het bizarre besef van de herdenking op deze locatie. Josef Snep overleefde kamp Sachsenhausen en nu is het aan hem om ons te vertellen waarom we hier bijeen zijn gekomen om te herdenken. Maar het zien van iemand die ongetwijfeld geen moeite heeft met het tot leven brengen van de gebeurtenissen op deze plek is eigenlijk al genoeg. Hij heeft maar vier woorden nodig. ‘‘Het was zo erg.’’ En dan voel ik het en vecht ik tegen de tranen. Na het volkslied volgt de twee minuten stilte en herhaal ik alle beelden die ik vandaag in me heb opgenomen. Als ik het terrein na de herdenking verlaat en de voorjaarszon van vanmiddag is veranderd in een schemerige lucht, weet ik: dichterbij de beleving van de verschrikkingen van Sachsenhausen ga ik niet komen. En dat is maar goed ook.
31
Deze productie is gemaakt door studenten van de opleiding Journalistiek van de Hogeschool Windesheim. Ondanks de constante zorg en aandacht die we besteden aan de samenstelling van dit product, kan de opleiding Journalistiek niet instaan voor de volledigheid, juistheid of voortdurende actualiteit van de gegevens en de inhoud hiervan. Mocht u feitelijke onjuistheden tegenkomen dan stellen wij een reactie erg op prijs via info@windesheim.nl . De inhoud van deze productie kan zonder vooraankondiging wijzigen. Aan de inhoud hiervan kunnen derhalve geen rechten worden ontleend.
Auteursrecht Op de inhoud van dit platform rust auteursrecht. Het is niet toegestaan de auteursrechtelijk beschermde werken of andere informatie openbaar te maken of te verveelvoudigen zonder toestemming van de Opleiding Journalistiek. Wij stimuleren linken naar producties op de site van Journalistiek Zwolle zoveel mogelijk. Linken mag altijd en is aan geen enkele voorwaarde gebonden. Foto- en videomateriaal De redactie spant zich in om iedereen die geportretteerd wordt om toestemming te vragen. Mocht je bezwaar hebben tegen bepaalde foto’s of video’s waarop je te zien bent, neem dan contact op via info@windesheim.nl .