DE VERKENNING
De doorgang tussen de noorden zuidplas.
118
VLIETLAND
Zo af en toe stapt Gerdien, een bevriende biologe, bij me in de boot. Omdat ze een geheel eigen inbreng heeft, heb ik daar altijd veel waardering voor. Soms varen we naar voor mij overbekende gebieden, die ik dan opeens van een heel andere kant leer kennen. Zo ook op de Recreatieplas Vlietland in Voorschoten. Mijn passagiere wil in zo’n geval wel graag de co-auteur zijn, dus heb ik daar maar mee ingestemd … TEKST EN FOTO’S PIM VAN DER MAREL EN GERDIEN BOS
119
VERKENNING
AANVAARROUTE We hebben afgesproken bij de Zijlpoort in Leiden, een van de mooiste monumenten van de stad, waar prachtige aanlegsteigers zijn gemaakt. In de Zijlpoort is een brasserie gevestigd waar we eerst allebei een dubbele espresso drinken. Gerdien is libellenexpert bij De Vlinderstichting en heeft meestal wel een plannetje waar libellen in voorkomen. “Ik hoop de oevers van het eiland in het midden van Vlietland van dichtbij te kunnen bekijken. Ben benieuwd of we daar iets bijzonders zien!” Na de koffie maken we een paar foto’s van de 17de-eeuwse stadspoort en gaan we op weg; we nemen vanaf hier de Vliet (officieel het Rijn-Schiekanaal). In de Romeinse tijd verbond de voorloper van de Vliet – Fossa Corbulonis – de Rijn met de Maas. Het was de binnendoorverbinding, zodat je niet over zee hoefde, een soort van sluiproute avant la lettre. Vlietland, ons doel van vandaag, ontleent haar naam aan deze Vliet en ligt er tegenaan. Je kunt Vlietland ook bereiken via de Meerburgerwatering, die in Zoeterwoude-Rijndijk aftakt van de Oude Rijn.
OMVANG Feitelijk bestaat Vlietland uit drie plassen: de recreatieplas, die door een langgerekt eiland in tweeën wordt gedeeld, en de niet-bevaarbare vogelplas Starrevaart, waar een
vogelwerkgroep waarnemingen doet. Gerdien weet dan ook zeker dat we ook op de wél bevaarbare recreatieplas ook veel interessants zullen tegenkomen. “Ik heb er zin in!” Via de Jan Bakkersloot verruilen we de Vliet voor Vlietland. Hoewel je hier alleen het noordelijk deel kunt zien, zijn we onder de indruk van de watervlakte. Omdat de plassen het gevolg zijn van zandwinning zijn ze ook nog eens heel diep. Op het midden wijst de dieptemeter gemakkelijk 30 meter aan. Door zijn omvang – even groot als de Kagerplassen – absorbeert het gebied gemakkelijk de jaarlijks meer dan een miljoen bezoekers. Dat aantal is niet verwonderlijk als je naar de faciliteiten kijkt; niet alleen jachthavens, stranden en kampeerterreinen, maar alles dat je in een recreatiegebied verwacht is er in ruime mate, tot en met een waterpretpark voor de jeugd.
BOTEN Op Vlietland wordt veel gezeild en de zeilscholen leiden actief jongeren op. De veelkleurige zeiltjes van de jeugdboten fleuren de plas nog verder op. Naast de zeilboten vind je op het water alleen lage boten, vooral sloepen, tenders en vletten. Dat komt doordat de vaste brug over de Jan Bakkersloot de toegangshoogte beperkt tot 1,60 meter. De brug vanaf de Meerburgerwatering, waar je onder de A4 door vaart, is 1,70 meter hoog.
120
BOVEN: Als je via de
Meerburgerwatering komt, passeer je molens die met elkaar contrasteren. RECHTS: We vertrekken
vanaf de Zijlpoort in Leiden, die is voorzien van prachtige aanlegsteigers.
VLIETLAND
De Vliet was vroeger een soort van sluiproute avant la lettre
121
VERKENNING
Borrelend water laat zien dat de blauwalgbestrijding in werking is Libellen eten kleine vliegende insecten en die zitten uit veiligheidsoverwegingen zelf ook liever tussen de begroeiing op de oever. We manoeuvreren zo dicht mogelijk naar de kant van het eiland. Dat betekent oppassen voor vastlopen, want de overgang naar ondiep water is heel abrupt. Het loont meteen de moeite, want langs de oever zien we verschillende ‘van die vliegende soort helikoptertjes’. Het kost Gerdien geen moeite om ze te identificeren. “Die blauwe juffertjes vlak boven het water heten watersnuffels,” legt ze enthousiast uit. “Die met een zwart lijfje met oplichtend blauw aan het eind zijn lantaarntjes. En die grote die heen en weer flitsen langs de oever heten glazenmakers en paardenbijters.”
OPWARMING Op een rietstengel spotten we de volgende libel. Gerdien: “Dit is een steenrode heidelibel. Dat is een algemene soort in Nederland, tot nu toe tenminste. Door de klimaatverandering komt hij minder voor. Je ziet steeds vaker zijn zuidelijke broertje, de bruinrode heidelibel. Die kan namelijk goed tegen de warmte en tegen lage waterstanden. Dat maakt hem beter toegerust voor hoe het klimaat zich hier gaat ontwikkelen. Knap hè, hoe die soorten zich aanpassen!”
BLAUWALG
BOVEN: Door lucht in
het water te blazen kunnen blauwalgen geen drijflaag vormen. ONDER: Niet alleen
dagtoeristen weten hun weg naar Vlietland te vinden.
Er is wel een beweegbare brug, maar die wordt alleen voor de beroepsvaart gedraaid. Als je bedenkt hoe leuk dit gebied is, laat Zuid-Holland met dit gebrek aan brugbediening wat ons betreft kansen liggen. Wij zijn vanmorgen niet primair op zoek naar de recreatieve kant van het gebied maar naar de natuurlijke. Die moet volop te ervaren zijn als we varen naar het langgerekte eiland op de plas, dat het water verdeelt in wat wij maar de noord- en zuidplas noemen. Gerdien: “Zullen we eerst maar eens gaan kijken hoe het er hier met de libellen voorstaat?”
EILAND Om libellen te spotten, kun je het beste wat dichter bij de kant varen. Het grote open water is niet zo aantrekkelijk voor ze: het is er minder veilig en bovendien vinden ze er maar weinig voedsel.
122
Tijdens hittegolven is de snelle groei van blauwalg vaak een probleem. Voor een recreatieplas als Vlietland is dat zelfs een regelrechte bedreiging. Want blauwalg is giftig en maakt het water dus ongeschikt om erin te zwemmen. Gelukkig hebben ze er hier wat op gevonden. Vanaf de bodem worden luchtbellen de plas in geblazen. De opstijgende belletjes nemen het diepe water mee omhoog, waarna het mengt met het water aan de oppervlakte. De stroming en de koudere temperatuur zorgen ervoor dat de blauwalgen geen drijflaag kunnen vormen. Deze aanpak is heel effectief in diepe plassen, vandaar dat ze er hier al sinds 2008 mee experimenteren. Natuurlijk willen we dat graag even met eigen ogen zien. We zoeken het wateroppervlak af naar luchtbelletjes. Al snel ontdekken we een serie plekken waar grote kringen borrelend water laten zien dat de blauwalgbestrijding in werking is. Op warme dagen is dit bij uitstek de plaats waar je in het water duikt. Het is er diep, het water is er zuurstofrijk, ruikt fris en gezonder heb je eigenlijk niet.
VLIETLAND
BESTRIJDINGSMIDDELEN Naar lantaarntjes is recent een interessant onderzoek gedaan, waarbij larven van lantaarntjes blootgesteld werden aan verschillende concentraties van thiacloprid. Deze stof behoort tot de neonicotinoïden, een nieuwe generatie bestrijdingsmiddelen die sinds eind vorige eeuw in gebruik is. De gesimuleerde concentraties waren levensecht: zo komen ze daadwerkelijk in Nederlandse sloten en plassen voor. Opvallend was dat vrijwel alle larven wel het volwassen stadium bereikten: thiacloprid was dus niet dodelijk. Maar dat het wel slopend is, bleek bij de larven die de hoogste concentratie ervan te verduren hadden gekregen. Deze larven werden slomer, ontwikkelden zich langzamer en konden ook minder goed hun eigen prooien vangen. Het onderzoek logenstraft daarmee de conclusies van veel oppervlakkige waarnemingen.
Op Vlietland wordt veel gezeild en de zeilscholen leiden actief jongeren op.
123
VERKENNING
Onderweg met een biologe van De Vlinderstichting valt je oog op een witje.
BEPERKINGEN Door de lage vaste bruggen is Vlietland typisch een gebied voor sloepen, tenders en vletten. Als je doorvaarthoogte boven 1,60 ligt, is het aantrekkelijk een sloep te huren. Een passantenplek in de jachthaven van Watersportvereniging Vlietland is in dat geval een optie; hier huur je dan ook de sloep. Een alternatief is een jachthaven in Leiden, waar natuurlijk ook volop sloepen te huur zijn.
Het gebied is even groot als de Kagerplassen
124
VLIETLAND
BOVEN: Tot de recre-
DÛKERKE
atieve faciliteiten be-
Nu we wat van het eiland zijn verwijderd, zien we in de kreek ernaast tussen de meerkoeten een ander soort eendje zwemmen. Het is een dodaars, eigenlijk geen eend maar een klein soort fuut. De rode hals met de witte vlek steekt duidelijk af tegen zijn bruine veren. Zijn staart heeft hij een beetje opgezet, zodat het net een knoedeltje dons lijkt. “Niet bewegen hoor, het is een heel schuw beestje,” waarschuwt Gerdien. Dat blijkt onmiddellijk; zodra hij ons in het vizier krijgt, verdwijnt hij onder water. Futen kunnen goed duiken en ongekend lang onder water blijven. We leggen de boot stil en gaan wachten. Net als we beginnen te denken dat we hem wel gemist zullen hebben, is de vogel er weer. Lang laat hij zich niet bekijken. Even ademhalen en weg is hij alweer, ditmaal definitief. “Het beestje heeft heel toepasselijke namen,” vertelt Gerdien. “Zo heet-ie bijvoorbeeld in het Fries een dûkerke en in het Zuid-Afrikaans een kleindobbertjie.” Wie graag met een klein dobbertje vist, moet het lukken om de laatste te onthouden.
hoort een aqua-pretpark voor de jeugd. LINKS: De vaste brug
in de Jan Bakkersloot beperkt de toegang tot lage boten.
VAREN We hebben een lunchplek gereserveerd op het terras van het Waterfront, dat zich – terecht – in een grote populariteit mag verheugen. Daarna gaan we gelaafd en verkwikt ook nog even ‘gewoon’ varen. We gaan eerst naar de zuidplas en
125
varen die op het gemak rond. Het is er rustiger dan op de noordplas. Sowieso op de oevers, die hier alleen ligweiden en vissteigers bieden, maar ook op het water. Vanaf hier zie je de kantoortorens van Den Haag, waardoor je je realiseert dat je daar dichtbij bent. Als we terugvaren valt op dat het gebied rondom het eiland het meeste natuurschoon laat zien. We genieten ervan en maken in een laag tempo nog een extra rondje. Op de noordplas daarachter kijk je in de verte op een woontoren van een nieuwe wijk van Voorschoten. Dit gedeelte van het water is, hoewel veel groter, aanmerkelijk drukker. Tegen de klok in varen we vervolgens ook deze plas rond. Waar de aftakking naar de Meerburgerwatering loopt, ligt een ondiep stukje; de dieptemeter begint te jengelen en we haasten ons wat verder uit de kant. Verderop komen we langs het adventure-terrein en het aqua-pretpark. We schieten er een paar foto’s en varen langs de uitgebreide stranden, waar hele gezinnen van het gebied komen genieten. De recreatieve faciliteiten van Vlietland liggen voornamelijk rondom dit noordelijkste deel van het water. Hier vind je dus ook de jachthavens, watersportverenigingen, kampeerterreinen en de horeca. We zien jongeren die het flyboarden proberen machtig te worden. Omdat dit in het begin niet meevalt, is het leuk om een tijdje naar te kijken. Het vormt een prachtig contrast met de natuur in het gebied; hier vind je voor ieder wat wils.