De thee was een feestje. Producten; uit eigen tuin of van de nabijgelegen (zorg) boerderij! Er hangt een ongedwongen sfeer; iedereen kan zo binnenwandelen en aanschuiven. Top personeel, al is er voldoende ruimte om te leren ;-) Die ruimte gun je ze ook! Wat een geduld… Ik heb genoten, dank je wel! ..eerlijk gezegd heb ik lekkerder gegeten vandaag dan in de laatst door mij bezochte “ echte” restaurants… Duurzaamheid, talentontwikkeling, biologisch, noem het het is er. Hotspot Hutspot laat zien dat eten leuk kan zijn, zonder onnodige franje, in een unieke atmosfeer, met eerlijke gerechten. Te schattige bediening van het buurtjongetje van 10 die ook nog je jas aanneemt en ophangt… De kinderen eten hetzelfde menu zodat ze weten wat ze verkopen, erg leuk! Prachtinitiatief! Je eet wat de tuin geeft. Je moet dit echt met eigen ogen en mond ;-) zien en ontdekken;”Mag ik uw jas aannemen?”, vraagt een ca. 10 jarige jongen me bij binnenkomst. Waar maak ik dat nog mee? Alles is top georganiseerd. Wat een goed initiatief! Ik ben onder de indruk. De kinderen komen ons het eten brengen en vertellen precies wat er op het bord ligt. Maar, wat vooral blijft hangen is de fijne laagdrempeligheid - zoals al beschreven, het huiskamer gevoel - en het enthousiasme wat van de kinderen die hier ‘meewerken’ afstraalt. Wie volgt dit voorbeeld? De derde en zeker niet de laatste keer, staat snel weer op de agenda! Hotspot Hutspot levert een ervaring! Ze brengen jongeren in contact met lekker eten door ze dit zelf te laten kweken, bereiden en serveren. De eerste gedachte toen ik er zelf heen ging was sceptisch. Jongeren die biologisch koken en het is maar 7 euro…dat kan nooit wat zijn.Na die avond wil ik er elke week heen! Je voelt je zeer welkom en het eten was top en verzorgd. Menig brasserie/ restaurant doet onder voor ze en daar betaal je 4x zoveel. We hebben er heerlijk gegeten, heerlijk gezeten en een praatje gemaakt met de koks. Het was een hele belevenis! We hebben genoten van het eten, de volwassen en kinderkoks waren niet alleen vakkundig maar ook erg gezellige gastheren en gastvrouwen. Eten bij Hotspot Hutspot is een belevenis. Er wordt gewerkt met veel lokale producten. Zo aten wij rivierkreeftjes uit de Alblasserwaard. Niet alleen dood lagen ze op ons bord, maar ook een levend rivierkreeftje kwam langs. Dat was erg leuk niet alleen voor de kids! Heel fijn restaurant om ontspannen en gezellig te eten voor weinig geld .Het eten is voortreffelijk maar net niet volmaakt. Toen ik voor vier keer zo duur gefeteerd werd in een gerenomeerd restaurant was het echt niet beter. Ten eerste is dit natuurlijk ontzettend origineel en humor zoiets. Een 3-gangenmenu voor 7 euro en kids in de bediening & keuken.Ik ben heel vaak uit eten geweest,maar dit was toch wel een bijzondere ervaring. hartverwarmend initiatief ! Wat kun je verwachten voor 7 euro in een uiterste hoek van Rotterdam Zuid? Aangenaam verrassend veel. Oprechte gastvrijheid, kinderen die zich met groot enthousiasme in (open) keuken en bediening begeven. Personeel dat behendig de rollen van kok, gastvrouw/heer en pedagoog weet te combineren. Absoluut het omrijden waard: zeldzame mix van gezond en smaakvol eten in een bijzondere, huiselijke ambiance. Het mes Snijdt werkelijk aan alle kanten: loze ruimte wordt functioneel gebruikt, wijkbewoners worden op een positieve manier betrokken bij de wijk, en worden zich bewust van de mogelijkheden hoe om te gaan met grond, voeding, vrije tijd… kerst: voor 10 euro konden mensen een overheerlijk 4gangen diner nuttigen, en voor wie dit niet kon bekostigen, werd ter plekke iets “geregeld”, prachtig! Waar vind je zoveel betrokkenheid en enthousiasme? bron: iens.nl (compilatie) colofon foto’s: Lotte Stekelenburg, Bob Richters, Makii illustraties en ontwerp: Makii.nl artikelen (in volgorde van verschijning): stadslog.nl, duurzaamgeproduceerd.nl, volkskrant, versbeton.nl, d66.nl, metronieuws.nl, rotterdam.nl/stadslandbouw
HotspotHutspot richt zich op de wijken waar de sociale binding en de kwaliteit laag is en waar de gezondheid van de kinderen (en hun ouders) onder druk staat door slechte eetpatronen en te weinig beweging. HotspotHutspot combineert dit allemaal door de leegstand in de wijken (zowel braakliggende terreinen als panden) te benutten met stadslandbouw en restaurants waar de tieners na schooltijd kunnen binnenlopen om mee te doen aan kookactiviteiten. Ze leren over gezond eten, hoe het groeit en wat je er mee kunt maken en over de schijf van vijf. Aan het eind van de middag eten de tieners en de vrijwilligers samen met de koks een gezonde drie-gangen maaltijd en vanaf half zes zijn buurtbewoners welkom om voor â‚Ź7,- mee te eten.
DE REGELVRIJE OASE VAN ‘HOTSPOT HUTSPOT’
Puberproject floreert bij ongelimiteerd vertrouwen Havensteder Hans van Willigenburg
Hoe stop je Bob Richters, enthousiast projectleider van Hotspot Hutspot? Wil je hem stoppen? Nee, liever niet… Alsof hij achterna gezeten wordt door een tornado vertelt Bob over de bijzondere plek, die hij en zijn team in Rotterdam-Lombardijen, aan de Dumasstraat 263, hebben ‘geschapen’. ‘Geschapen’, ja. Het klinkt wat Bijbels, maar dat is in dit geval misschien wel toepasselijk: het geeft aan hoezeer Hotspot Hutspot, waar buurtpubers in de keuken staan en volop meedoen in de bediening, in korte tijd is uitgegroeid tot een teken van hoop te midden van zielloze dan wel zielloos gewórden nieuwbouw uit lang vervlogen jaren. ‘Ik werk hier, denk ik, zo’n 60 uur per week,’ vertelt Bob. ‘Maar ik krijg hier zóveel energie van! In een vorige functie werkte ik 32 uur en was ik halverwege de middag soms al gevloerd.’ Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. Mijn beroepsmatige scepsis en de bijbehorende zoektocht naar zogenaamde ‘schaduwzijdes’ krijgt amper een kans, want Bob vertelt óók, en met een ernstige blik in zijn ogen ditmaal, dat aan de basis van wat er Hotspot Hutspot tot stand is gebracht helemaal geen wonderconcept ten grondslag ligt, maar iets heel simpels… vertróuwen. Regels op afstand houden Hotspot Hutspot is niet alleen een ontwapenende eetstek met vrolijke pubers die zichtbaar genieten van hun ‘nieuwe thuis’, het bewijst tevens, aldus restaurantsiteIENS, dat ‘een avondje leuk en lekker eten niet duur hoeft te zijn’. Voor een 3-gangenmenu ben je al klaar voor 7 euro! Niet alleen de bediening en de tafeltjes zijn eenvoudig en kleinschalig, ook de herkomst van de ingrediënten, ofwel de achterliggende distributie, blinkt uit in efficiënte eenvoud: alles is geplukt en/of geoogst door de kids van ‘Hutspot’ zelf en afkomstig van een naburig lapje grond dat onderdeel uitmaakt van het project ‘Van Grond Tot Mond’. Vrolijke kids, natuurlijk leren, een goede sfeer, klimaatvriendelijke gerechten, volstrekte unanimiteit qua juichende recensies… Is-ditniet-allemaal-te-mooi-om-waar-te-zijn? Bob lacht: ‘Zo zie je wat er kan gebeuren als je de wereld van de regeltjes op afstand houdt. Dan ontstaat er iets organisch, iets dat zichzelf organiseert, motiveert en inspireert. Want reken maar: er zijn veel kids die hier vaker willen komen en vragen of ze, alsjeblieft, méér mogen doen. Terwijl ze op school niet vooruit te branden zijn.’ Verhuizing op komst Maar soms is het loket van gemeente (of deelgemeente) domweg niet te omzeilen, zoals bij de plannen te verhuizen naar een Portokabin, om de hoek. Bob: ‘Dan loop je tegen de officiële instanties aan, word je plots weer een nummer, anoniem, en moet je keurig op je beurt wachten. Dat is een oefening in geduld. Het zij zo…’ Ondertussen raden wij, van Stadslog, een bezoekje aan Hotspot Hutspot van harte aan! Bekijk de site en je próeft de sfeer van dit unieke initiatief, volgens Bob ‘voor negentig procent gefinancierd door Havensteder’. Trek in een heerlijke, unieke en sfeervolle maaltijd voor weinig? Reserveren bij Hotspot Hutspot kan via hotspothutspot.nl. Wij, van Stadslog, garanderen een nietsnel-te- vergeten-uitje. bron: stadslog.nl
TROTS OP ONZE ONDERNEMENDE STADSLANDBOUWERS Alexandra van Huffelen
Stadslandbouw heeft de afgelopen drie jaar een enorme vlucht genomen in Rotterdam. We zijn goed op weg om duurzame voedselproductie voor alle Rotterdammers mogelijk te maken. De gemeente heeft hierin een bescheiden rol gehad. We helpen de ondernemers èn hobbyboeren bij het verkrijgen van vergunningen, stellen braakliggende terreinen beschikbaar en brengen producent en consument dichter bij elkaar. Het is de energie van de Rotterdammers zelf, die deze groei van de stadslandbouw heeft veroorzaakt. Ik ben trots op deze ondernemers, wetenschappers en hobbyisten. Stuk voor stuk partners in onze stad om de stad groener, prettiger en gezonder te maken. De woorden daadkracht, innovatief en charismatisch zijn hierop zeker van toepassing. In deze column wil ik graag drie Rotterdamse voorbeelden noemen*. Onder andere zij dragen de ontwikkelingen in de stad. Jan Willem van der Schans (LEI, Universiteit Wageningen) heeft zich de afgelopen jaren zeer intensief ingezet om de stadslandbouw in Rotterdam (en Nederland) op een hoger plan te trekken. Vanuit zijn expertise (als onderzoeker bij de Universiteit van Wageningen), maar vooral ook enthousiasme, zorgt hij dat de kennis binnen Rotterdam en daarbuiten kan worden verspreid. In de nationale media weet Van der Schans stadslandbouw als kans voor de stad met veel overtuiging en een brede blik over het voetlicht te brengen. Van der Schans heeft ervoor gezorgd dat dit onderwerp goed op de agenda is gekomen en daar ook kansrijk blijft. Jan Willem van der Schans neemt zitting in het platform Stichting Eetbaar Rotterdam waarin Rotterdammers elkaar ondersteunen en kennis delen, met als doel: het zichtbaar maken van de voedselketen in de stedelijke omgeving en het stimuleren van stadslandbouw. Hij adviseert de gemeente en is lid van de Rotterdamse Food Council. Deze raad, met vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven, wetenschap, de (stads-)landbouw en overheid, adviseert de gemeente Rotterdam in het komen tot een professionelere aanpak in de stadslandbouw. Met onder andere een gezamenlijke voedselstrategie worden de problemen en hobbels, die de ondernemers ervaren, weggenomen. Een drie-eenheid: Bas de Groot, Johan Bosman
en Huibert de Leede, de ondernemers achter het grootste commerciële stadslandbouwbedrijf in een stedelijke omgeving van Nederland: ‘Uit je eigen Stad’ Nieuwe ontwikkelingen starten met pioniers, zo zou ik graag de initiatiefnemers van het stadslandbouwbedrijf ‘Uit je eigen Stad’ willen benoemen. Drie heren met een geheel eigen visie. ‘Uit je eigen Stad’ is een commercieel stadslandbouwbedrijf op een braakliggend terrein in een van de oude havens binnen de stadsgrenzen. De ondernemers pachten een stuk land van 2 hectare, hebben twee grote kassen, waarin onder andere het restaurant in gevestigd en houden kippen. Zoveel mogelijk (25%) van de producten op het menu komen van het eigen land, de rest wordt voornamelijk bij boeren uit de ommelanden van Rotterdam gehaald. In de winkel worden de producten verkocht en ze leveren aan restaurants in de stad. Door de hele keten in eigen hand te houden, willen zij een rendabel bedrijf neerzetten. Veel Rotterdammers weten deze bijzondere plek te vinden, maar zij genereren ook landelijk en internationaal veel aandacht. De ondernemers verzorgen lezingen in het hele land en zijn daarmee ware ambassadeurs van de professionele stadslandbouw. Het moet starten met dit soort pioniers om de stadslandbouw op een hoger plan te trekken. De kennis en ervaringen van deze heren zijn dan ook van grote waarde. Bob Richters, initiatiefnemer Hotspot Hutspot Naast de wetenschappelijke en professionele component, biedt stadslandbouw ook zeker op sociaal vlak een kans. Initiatiefnemer Bob Richters heeft met behulp van Rotterdamse corporaties restaurants opgezet waar kinderen uit de buurt het eten bereiden en serveren. In wijken met een achterstandsprofiel heeft Richters twee restaurants waar een zeer vriendelijk geprijsd driegangenmenu kan worden gegeten. De producten op het menu komen uit de eigen moestuin of uit de streek. Eten verbindt bewoners en dat is precies wat Hotspot Hutspot bereikt. De kinderen die meewerken leren over gezond voedsel en ontwikkelen hun talenten. Bob Richters is wederom een bijzondere ambassadeur van de stadslandbouw en de kansen voor een grote stad. In de verbinding van gezondheid, duurzaamheid en sociale cohesie zeker een initiatiefnemer die niet mag ontbreken. Dit jaar wordt alweer de vijfde editie van de Trouw Duurzame 100 georganiseerd. Naar mijn mening verdienen deze Stadslandbouw-ondernemers een eervolle vermelding. Ik heb deze ondernemers dan ook aangedragen voor de groslijst. bron: duurzaamgeproduceerd.nl
ZELFGETEELDE RADIJS IN DE BUURT WAAR JE ANDERS EEN PATATJE HAALT Jonathan Witteman
Stadsboer Bob Richters leert Rotterdamse kinderen die nog nooit een pollepel hebben vastgehouden koken in zijn biologische restaurants. ‘De Antilliaanse meiden gingen de eerste keer netjes zitten bidden voor het voorgerecht. Toen het hoofdgerecht kwam, begonnen ze opnieuw te bidden. Ze hadden nog nooit meer dan één gang gegeten.’ Aan het woord is stadsboer Bob Richters, bedenker van Hotspot Hutspot, een kookclub voor Rotterdamse pubers met inmiddels twee eigen biologische restaurants in de wijken Lombardijen en Schiebroek. Voor de prijs van 7 euro schotelen de buurtkinderen hun gasten een driegangendiner voor, bereid met vrijwel uitsluitend streek- of zelfs straatproducten: rivierkreeftjes uit de Alblasserwaard, aardappelen van zorgboerderij De Buytenhof uit Rhoon en bovendien zelfgeteelde radijs, rabarber, frambozen, sperziebonen en andere groenten en fruit. Deze week op het menu: tabouleh met zelfgebakken brood en ansjovisboter, als hoofdgerecht asperges met biologische ham en Opperdoezer Rondes en chocoladegembertaart toe. ‘Wij hebben gewoon eigen tuinen bij onze eettentjes’, zegt Richter, donderdag in De Doelen in Rotterdam een van de sprekers tijdens de landelijke Dag van de Stadslandbouw, de toogdag voor dakterrastelers, balkonboeren, moestuiniers en andere urbane agrariërs. Morgen vinden in dat licht nog talloze publieksevenementen plaats in steden als Tilburg, Wageningen, Zwolle, Den Haag en Almere. ‘Bosbessen, frambozen of bramen hebben we in palletkisten midden op straat staan, daar mogen buurtbewoners gratis van snacken. Dat is heel wat in een buurt waar je makkelijker aan een patatje kunt komen dan aan een appel.’ Een pollepel hebben de meeste pubers nog nooit in handen gehad als ze voor het eerst bij Hotspot Hutspot binnenstappen, zoals ook de schijf van vijf vaak nog terra incognita is. ‘Marokkaanse jongens leerden bij ons met mes en vork eten; normaal gesproken aten ze met een lepel of met hun handen. Er worden heel wat katten uit de boom gekeken’, zegt Richters. ‘Veel dingen hebben die kinderen nog nooit gegeten. Met Kerstmis hadden we bijvoorbeeld een oestertje of mosselen, maar we laten ze ook kennismaken met vergeten groenten, zoals pastinaak of schorseneren.’
Richters’ missie: kinderen in de eeuw van obesitas en de ultrasnelle hap weer een besef van voedsel bijbrengen. Een chefkok begeleidt de pubers bij het koken. ‘Zien doet eten’, zegt Richters. ‘Als jij die wortel zelf uit de grond kan trekken, dan weet je dat die lekkerder is dan uit de supermarkt.’ Hotspot Hutspot, gefinancierd door woningcorporaties Havensteder en Vestia, de gemeente Rotterdam en de opbrengsten van het restaurant, is nu ruim een jaar oud. ‘Januari vorig jaar zijn we begonnen met twee keer acht jongens en meiden in Lombardijen en Schiebroek, wijken waar verder niets te doen is voor tieners. Het is sindsdien heel hard gegroeid: inmiddels hebben we een bereik van meer dan zestig tieners. In leegstaande pandjes van Havensteder hebben we eethuisjes gebouwd. De tieners zijn van de straat af, ze leren wat, ze krijgen op zijn minst eens per week een fatsoenlijke maaltijd binnen en de buurtbewoners hebben voor iets meer geld dan een Big Mac-menu een verantwoord driegangendiner.’ Pubers staan in de rij om mee te doen, zegt Richters. ‘Ze kunnen zich niet inschrijven. We gaan ‘s middags om half vier open, de zeven kinderen die als eerste komen mogen meedoen. Niemand is verplicht: hebben ze een keer geen zin of ruzie met papa en mama, dan moeten ze gewoon niet komen.’ De pubers ontwikkelen zich rap, ziet Richters. ‘Een heel mooi voorbeeld: een van de tieners was echt een prototypisch kutmarokkaantje. Hij ging continu de confrontatie met ons aan. Net afgelopen week heeft hij zijn stage bij ons afgerond; er staat nu een heel mooie, beleefde jongen met hart voor de dingen die hij maakt. Maar mooi om te zien is ook hoe dat meisje dat iedere keer uit huis wordt gezet bij ons toch een soort thuisbasis vindt.’ bron: Volkskrant.
AAN TAFEL BIJ ‘HOTSPOT HUTSPOT’
Een ‘hotspot’ voor tieners en ‘hutspot’ voor de gasten! Karin Koolen Tieners die na schooltijd en in het weekend vrijwillig komen koken en bedienen in een restaurant? Bob Richters kreeg het voor elkaar. Met zijn project Hotspot Hutspot zet hij zich in om tieners (10-15) en buurtbewoners in de Rotterdamse wijken Lombardijen en Schiebroek actief te betrekken bij stadslandbouw en om gezonde voeding binnen hun bereik te brengen. Braakliggende terreinen in de wijken worden moestuinen; leegstaande panden worden omgetoverd tot restaurants. Tieners lopen hier na schooltijd gewoon binnen. Niet om te chillen of om tafelvoetbal te spelen, maar om te koken en een hapje mee te eten. Een groot succes, zo blijkt onder meer uit het feit dat de restaurants vaak tot de nok toe gevuld zitten. Met zijn project Hotspot Hutspot bemachtigde Bob 30 september (2013) een plaats in de finale van de landelijke competitie Groen en Doen, een competitie voor projecten die natuur, landschapsbeheer en ‘groen in de stad’ bevorderen. Bob mag zijn projectplan voor Hotspot Hutspot ter beoordeling indienen bij een deskundige jury en maakt daarmee kans op €25.000,-. Alishya Met een stralende glimlach verschijnt de 11-jarige Alishya aan onze tafel. “Heeft het u allemaal gesmaakt?”, vraagt ze beleefd, maar ook nieuwsgierig. Ze heeft immers zelf de laatste hand gelegd aan het voorgerecht. Na een volmondig ‘ja’, neemt Alishya de borden van tafel en verdwijnt richting keuken. Dit mag, hoewel Bob eigenlijk pas net aan zijn soep begint. Hij heeft dan ook de hele tijd zitten kletsen. Met in elke hand een bord begeeft het meisje zich naar de keuken. Onderweg loopt ze kok Melvin tegen het lijf. “Je mag pas vragen of je de borden mee kan nemen als iedereen klaar is met eten”, legt hij haar vriendelijk uit. Snel worden de borden terug op tafel gezet en met een klein pruillipje staat Alishya even later in de keuken. Melvin slaat haar bemoedigend op de schouder. “Geeft toch helemaal niks, meid, dat moeten we allemaal leren.” Problemen thuis en op school ‘Lomba’ en ‘Skibroek’, worden de locaties in respectievelijk Lombardijen en Schiebroek genoemd. Dit jaar komen daar nog twee locaties bij: een restaurant in Heijplaat en één in Crooswijk. Niet de beste wijken van Rotterdam dus. Deze wijken kenmerken zich door
hoge werkloosheid, armoede en een gebrek aan sociale cohesie en buurtbinding. “Na schooltijd is hier eigenlijk niets te doen voor de kinderen”, stelt Bob. “Ze hangen dus maar thuis op de bank, kijken de hele middag televisie. Of nog erger, ze hangen rond op straat en zorgen daarmee voor overlast.” Veel van de tieners hebben problemen thuis of op school en kampen met een laag zelfbeeld. Bob: “Er leven hier veel kinderen die eigenlijk geen kind meer kunnen zijn. Ze moeten op jonge leeftijd al zelfredzaam zijn en opdraven voor de zorg van jonge broertjes en zusjes. Hierdoor verharden ze, krijgen een grote mond en proberen zichzelf op die manier te beschermen.” Hoewel Bob niet graag in problemen denkt, erkent hij dat problemen wel degelijk bestaan. “Je hoort hier verhalen van kinderen die gepest worden, of die elkaar tijdens het eten vertellen hoe zij vroeger geslagen werden. Ik wil die kinderen hier een veilige en gelukkige plek bieden, zodat ze hun zorgen even kunnen vergeten en een succeservaring mee mogen maken. Het uitserveren van een maaltijd waarbij je zelf de producten hebt mogen telen en bereiden, geeft voldoening.” Een andere zorg van Bob is het eetgedrag in de wijken. “Veel gezinnen eten erg ongezond. ’s Avonds laat nog even naar de snackbar en een frietje of een frikadel scoren is voor sommigen de normaalste zaak van de wereld. Veel van de tieners komen uit eenoudergezinnen waar weinig geld is en een fatsoenlijke maaltijd ontbreekt. Kennis over gezonde voeding hebben ze vaak niet.” Hotspot Hutspot haalt de tieners van straat en biedt hen in de eerste plaats een leuke, zinvolle tijdbesteding. Ze maken kennis met stadslandbouw en leren over het telen en bereiden van gezond en biologisch eten. Bob: “Ze leren dat aardappelen niet aan een boom groeien.” Dertig procent van alle producten haalt het restaurant uit de eigen tuin. Het brood komt uit eigen keuken. De overige producten worden uit de buurt gehaald, bijvoorbeeld bij de lokale zorgboerderij. Terug in de keuken van het restaurant bereiden de tieners de zelfgeteelde groente, onder begeleiding van een vrijwilliger en een kok, tot culinaire gerechten. Deze gerechten worden vervolgens uitgeserveerd aan de gasten: een driegangenmenu kost €7,-. Bij Hotspot Hutspot krijgen de kinderen gelegenheid om hun talenten te ontwikkelingen, werkervaring op te doen en te werken aan hun arbeidsvaardigheden. Bob werkte zelf als docent handvaardigheid op het LBO en in het praktijkonderwijs. “Onderwijs betekent voor mij talent versterken, doen wat je leuk vind en daar steeds beter in worden”, zegt hij. “Hier ontdekken de kinderen ze waar ze goed in zijn en wat ze leuk vinden. Je ziet ze soms enorm groeien als ze hun plekje eenmaal gevonden hebben. Ze bloeien
op, krijgen meer zelfvertrouwen. Dat is geweldig om te zien!” Pompoen! Het restaurant maakt dagelijks ruimte voor zeven tieners in de keuken. Daarnaast zijn er acht vrijwilligers werkzaam (in de moestuinen en in het restaurant) en stelt het project acht plaatsen voor re-integratiejongeren beschikbaar. Laatstgenoemden kunnen eventueel doorstromen naar de ‘payroll’, stelt Bob. Per wijk is er ruimte voor vier betaalde krachten. Genoeg man aan boord om de boel draaiende te houden! Elke week serveert het restaurant een ander menu. Deze week staat alles in het teken van pompoen. “Drie gangen met pompoen is culinair natuurlijk heel onverantwoord”, zegt Bob, “maar daarom juist zo leuk!” Om 15u30 staan er zeven meiden voor de deur aan de Dumasstraat. Zij komen vandaag koken. Het restaurant kan dagelijks ruimte maken voor zeven tieners in de keuken. Eerst wordt de boel mise en place gemaakt. Hoewel geen van de meiden het een leuk klusje vindt (“mijn ogen gaan altijd zo tranen!”), worden er talloze uien gesnipperd. Voordat de eerste gasten arriveren eten de chefs gezamenlijk een gezonde maaltijd volgens de schijf van vijf. Zelfs het brood komt uit eigen keuken. Laat die gasten nu maar komen! Het voorgerecht bestaat uit pompoensoep. Hierna volgt de pompoengnocchi met kabeljauw en garnaaltjes en we eindigen het weldadige menu met pompoentaart. De taart is het werk van Nakeesha. Eerder deze week, tijdens het proefkoken, kwam de taart te dik en machtig uit de oven. Nu is hij perfect. Ik complimenteer Nakeesha met het overheerlijke dessert. Verlegen kijkt ze de andere kant op. Een kleine glimlach verschijnt op haar gezicht en verdwijnt dan weer. “Dank u wel”, zegt ze en snel gaat ze verder met haar bezigheid. Voor de duidelijkheid: de tieners zijn volledig vrij om te komen en gaan wanneer zij willen. Vrijheid blijheid en geen enkele druk dus. Pas om half vier wordt voor de kok en de vrijwilliger duidelijk wie er vandaag komen koken. “In de praktijk kan het dus voorkomen dat er niemand komt, maar dat gebeurt eigenlijk zelden”, stelt Bob. Supergezellig De tieners zijn volledig vrij om te komen en gaan wanneer zij willen. Pas om half vier wordt voor de kok en de vrijwilliger duidelijk wie er vandaag komen koken. “In de praktijk kan het dus voorkomen dat er niemand verschijnt, maar dat gebeurt eigenlijk zelden”, stelt Bob. Hoe krijg je tienermeiden zover om na schooltijd en in het weekend te komen koken en bedienen? Nou, door het héél erg leuk te maken. “Het is hier altijd
supergezellig”, zeggen Fatima en Tomomi in koor. Fatima vindt het leuk om producten te leren eten en bereiden die ze daarvoor nog niet kende. “Daar leer je ook veel van!”, legt ze uit. Ook Nani mengt zich in het gesprek: “Soms heb ik wel eens geen zin om te komen”, bekent ze. “Bijvoorbeeld op vrijdagmiddag of op zondag, maar dan ga ik toch maar, want ik weet dat het leuk wordt.” Blik op de toekomst Het project werkt samen met woningcorporaties Havensteder en Vestia, die terreinen en panden ter beschikking stellen. Op dit moment ontvangt Hotspot Hutspot voor de locatie in Lombardijen maandelijks subsidie, maar dit bouwt wel af. Voor de locatie in Schiebroek wordt helemaal geen subsidie toegekend. Uiteraard hoopt Bob op het prijzengeld. Met dit geldbedrag kan hij investeren in gereedschappen om zijn 2.000 m2 aan moestuinen productiever en efficiënter te benutten. Er zal meer geteeld gaan worden in kisten en hiervoor zijn vruchtbare aarde en kruidenplanten benodigd. Ook zou het project gebaat zijn bij een elektrische grasmaaier en een vorkheftruck. Alles met als doel om zelfvoorzienend te worden. Dit is hard nodig om het project voort te laten bestaan. Op dit moment is Hotspot Hutspot deelnemer in de competitie Groen Dichterbij, van het Oranjefonds. Hiermee kan nog eens een bedrag van 20.000 euro gewonnen worden. Dit geld zou goed gebruikt kunnen worden in zonnepanelen en wandisolatie. Bidden voor elke gang Een keuken vol tieners met verschillende culturele achtergronden zorgt soms voor verrassende situaties. Bob: “We zaten hier een keer met een groep Kaapverdische en Antilliaanse meiden. Die begonnen te bidden voor de eerste gang, te bidden voor de tweede gang en … ja, ook te bidden voor het toetje. Ze hadden nog nooit eerder meer dan één gang gegeten. En Marokkaanse jongens zijn vaak niet gewend om met mes en vork te eten. Dat leren wij ze ook.” Bob heeft er vanaf het begin voor gekozen om meiden en jongens gescheiden te houden. In de praktijk betekent dat aparte kookdagen voor meiden en kookdagen voor jongens. “Marokkaanse jongens en Antilliaanse/Kaapverdische meiden, dat gaat over het algemeen niet goed samen. Daarom houden we dat gescheiden, kunnen de meiden ook lekker over meidenzaken praten.” bron: Vers Beton.
TERUGBLIK OP EERSTE DAG ONDERWIJSTOUR Alexander Pechtold
Meedoen “Ik heb mezelf aangemeld. Ik wil meedoen in Nederland.” De motivatie bij de cursisten die op het ROC Mondriaan in Den Haag een taalcursus voor volwassenen volgen, spatte ervan af. Met veel plezier heb ik daar maandag met mijn D66-collega in de Kamer, onderwijsspecialist Paul van Meenen, en de Haagse D66-onderwijswethouder Ingrid van Engelshoven, een les bijgewoond. Gedreven volwassenen met een buitenlandse achtergrond komen drie keer week bij elkaar om hun Nederlands te verbeteren. Met financiële steun van de gemeente en organisaties als de Stichting Lezen en Schrijven. (…) Voor de luisterlunch trokken we naar café Hotspot Hutspot, een etablissement in een van de zwakkere wijken van Rotterdam. Met bewondering luisterde ik naar het gepassioneerde verhaal van eigenaar Bob Richters. Iedere dag na schooltijd vangt hij schoolkinderen op in zijn café en leert hen over gezond eten, hoe het groeit en wat je er mee kunt maken. In bloembakken in de buurt groeien de groentes die de kinderen verwerken in de verschillende gerechten. Tijdens de lunch die ons werd aangeboden hoorden we van verschillende mensen uit de Rotterdamse onderwijswereld wat er goed gaat, maar vooral ook wat er nog beter kan. De leerlingen komen vrijwillig naar Hotspot Hutspot. Dat is hun eigen keuze. Dat brengt me weer bij de taalcursisten van het Mondriaan. Ook zij worden niet gedwongen deze Nederlandse les te volgen. Ze willen het zelf. Ze komen om te leren, om te investeren in zichzelf. Dat verdient onze steun. Helaas bezuinigt dit kabinet op de aanpak van laaggeletterdheid. En daarmee op de kansen van kinderen én volwassenen. De kans om mee te doen in de samenleving. Het is goed te zien die gaten lokaal worden gevuld. In Rotterdam, in Den Haag, overal in het land. Maar beter zou het zijn als het kabinet de bezuiniging zou terugdraaien. Een kleine investering met grote, maatschappelijke opbrengsten. Die boodschap zal Paul bij de Onderwijsbegroting aan de minister overbrengen. bron: D66.nl
GEEF EEN VERANTWOORD DINER CADEAU BIJ HOTSPOT HUTSPOT Wilke Martens
Dinerbon Door een paar euro meer te betalen voor je duurzame driegangenmenu, geef je Rotterdammers die het minder breed hebben een etentje cadeau. Wie voor een driegangenmenu bij Hotspot Hutspot in plaats van 7 euro ook 10,50 euro wil neertellen, doet daarmee via stichting Met Zuid een diner cadeau aan mensen die het minder breed hebben. Met dit initiatief wil Bob Richters nog meer Rotterdammers van het al immens populaire Hotspot Hutspot laten genieten. In januari vorig jaar startte Bob Richters met Hotspot Hutspot: een restaurant waar je voor 7 euro een vers en duurzaam driegangenmenu kunt eten, bereid door kinderen uit de buurt. Een professionele chef stelt iedere week een nieuw menu samen en traint de jonge werknemers. Zij helpen op hun beurt de kinderen met het bereiden van de gerechten. Zij kunnen terecht in de vestigin in Lombardijen of in Schiebroek. “De kinderen zijn niet alleen letterlijk van de straat”, legt Richters zijn initiatief uit, “maar ze leren ook nog hoe ze een gezonde maaltijd klaar kunnen maken. De maaltijden zijn zo duurzaam mogelijk: we verbouwen zelf groente en fruit en halen voor de rest voornamelijk streekproducten. We bakken zelfs ons eigen brood.” De jongens en meisjes uit de buurt kunnen komen en gaan wanneer ze willen. “We zien dat de kinderen erg gemotiveerd zijn”, zegt Richter. “Iedere dag dat we open zijn, komen er meer dan genoeg kinderen om te helpen. Ze brengen ook vriendjes en vriendinnetjes mee, dus aan hulp hebben we geen gebrek. En daarbij krijgen ze ook nog eens hun zelfgemaakte maaltijd te eten.” Niet alleen de bereiding wordt door de kinderen verzorgd, ook de bediening nemen ze voor hun rekening. “Je ziet hier meiden die zich ontpoppen als ware gastvrouwen”, lacht Richters. “En ze worden door de gasten onwijs gewaardeerd. Dat voelen die kinderen ook: als ze hier staan krijgen ze erkenning, niet als ze voor de supermarkt rondhangen.”
De kleine chefs worden begeleid door vaste werknemers en vrijwilligers. “Hiervoor probeer ik re-integratiejongeren of werklozen met een koksachtergrond te vinden”, legt Richters uit. “Ik werk er graag aan mee dat minder mensen een uitkering nodig hebben.” Maar die combinatie tussen restaurant en welzijnswerk, maakt het ook lastig. “We zijn niet in een hokje te plaatsen: we zijn geen restaurant, maar ook geen hulpinstelling”, vertelt hij. “Daardoor doet de deelgemeente soms lastig over vergunningen of bestemmingsplannen. Wat we doen, bestaat op papier eigenlijk niet.” Maar dat weerhoudt Richters er allerminst van om door te gaan. “Ik ben er druk mee bezig om ervoor te zorgen dat het restaurant op onze landbouwgrond komt te staan. Zodat de kinderen zien waar de groenten vandaan komen en de gasten lekker tussen de aardbeienplanten kunnen eten.” Kijk op www.hotspothutspot.nl voor meer informatie. bron: Metro.
VANUIT DE TUIN, ZO OP JE BORD Afke Vermeer
‘Wacht even’, waarschuwt kok Cliff. Hij haast zich naar een jongetje dat met geconcentreerde blik een kokmes in een ui wil steken, en helpt hem dit op een veilige manier te doen. In de keuken van Hotspot Hutspot leren buurtkinderen mixen, mengen, bakken en braden. En de eters bedienen die er binnenlopen. ‘Een micro-economie’, noemt projectleider Bob Richters het. Sinds begin mei kunnen buurtbewoners van dinsdag tot en met vrijdag bij Hotspot Hutspot aanschuiven voor een weekmenu. Drie gangen voor zeven euro. Het restaurant huist in een voorheen leegstaand winkelpand aan de Dummasstraat in Rotterdam IJsselmonde. Er staan koks in de keuken die op deze manier re-integreren. Zij begeleiden op hun beurt (sleutel)kinderen die anders rond zouden hangen op straat en geven hen kennis en ervaring mee. ‘Dat bedoel ik met micro- economie’, verduidelijkt Richters. ‘Daarnaast gebruiken we producten uit onze tuinen in de wijk, vragen we buurtbewoners ons te helpen bij het onderhoud ervan en kunnen bewoners met kleine beurs en de kinderen een gezonde hap komen eten.’ Hotspot Hutspot bewijst dat Stadslandbouw veel meer kan zijn dan een buurtmoestuin op een braakliggend stuk grond. Al vormt het verbouwen van groenten en fruit natuurlijk wel de basis. Steeds meer Rotterdammers willen weten waar hun eten vandaan komt, hebben behoefte aan lokale producten en vinden het leuk hun eigen groente te verbouwen. Niet zo vreemd dus dat ook de gemeente zich in haar beleid hierop richt. ‘Stadslandbouw is een containerbegrip, vertelt Annemieke Fontein van de gemeente. ‘Je kunt er alle kanten mee op. Daarom hebben we eerst eens gekeken naar wat voor initiatieven er allemaal in de stad zijn. Daarna hebben we pas bepaald wat onze rol daarin moet zijn.’ Food & The City Deze nieuwe manier van werken leverde het uitvoeringsprogramma Food & The City op. Met dit programma creëert de gemeente niet alleen goede randvoorwaarden voor de vele spontane initiatieven van Rotterdammers. Maar zorgt voor voorlichting, levert een bijdrage aan onderzoek én brengt partijen bij elkaar. Dat vooral dit laatste essentieel is, beaamt Richters zonder twijfel: ‘Als ik bijvoorbeeld terrashaarden koop bij het plaatselijke tuincentrum, willen zij ons nog wel eens van extra
plantjes voorzien. Het project heeft een beperkt budget dus samenwerking is erg belangrijk. En hoop ik dat het restaurant op termijn zo goed loopt dat Hotspot Hutspot zichzelf kan bedruipen.’ Naast dit bijzondere restaurant kent Rotterdam heel wat andere initiatieven op het gebied van stadslandbouw. Zowel commerciële activiteiten buiten het centrum, als niet- commerciële buurtmoestuinen middenin de binnenstad. Uit Je Eigen Stad is druk bezig met de aanleg van een heuse stadsboerderij op een perceel aan de Marconistrip. Op een braakliggend terrein in Rotterdam- Zuid kweken bewoners onder de naam Rotterdamse Munt, kruiden voor lokale restaurants. Stichting Rotterdamse Oogst organiseert met hulp van de gemeente vier keer per jaar een boerenmarkt in het Museumpark. Verplaatsbaar kweken Ook het dak biedt mogelijkheden. Zo is er op het Schieblock een enorm dakakker aangelegd, waar Rotterdammers met groene vingers van harte welkom zijn de handen uit de mouwen te komen steken. En heeft Hotspot Hutspot een mobiele daktuin op de wijkbieb aangelegd. ‘De tuin is opgebouwd uit paletbakken’, legt Richters uit. Hij omschrijft dit als grote plantenbakken van sloophout die door een paletlift gemakkelijk kunnen worden verplaatst. Richters ziet toekomst in deze manier van stadslandbouw op bijvoorbeeld festivalterreinen en op straat. ‘Waarom geen sinasappelboompjes of wortelveldjes in dit soort bakken langs de weg?’ Hotspot Hutspot schiet trouwens zelf al in 2007 wortel met een artikel in de krant waarin stond dat Rotterdammers gemiddeld anderhalf jaar korter leven in vergelijking met stadsbewoners in de rest van het land. Dura Vermeer Bouw Rotterdam, zorgaanbieder Aafje, het Albeda College, GGD Rotterdam-Rijnmond CL UMLGLƓAMPNMP?RGC !MKk5MLCL PGAFRRCL RMCL .?PRLCPQ TMMP &C?JRFW !GRGCQ MN !MKk5MLCL DSQCCPBC vervolgens in juli 2011 met PWS Rotterdam, ging verder onder de naam Havensteder en nam in 2009 het initiatief voor ‘Van Grond tot Mond’. Een project met groentetuinen die vrijwillig door de bewoners zelf werden onderhouden. Richters deed de catering bij de oogstfeesten en kwam zo in het vizier. ‘We zijn voorzichtig met twee avonden in het wijkgebouw gestart’, vertelt de projectleider. ‘Maar groeiden snel verder. Ik ben dan ook erg blij met deze eigen stek, die Havensteder voor ons heeft geregeld.’ En, al uitgegroeid? ‘Nee’, knikt Richters. ‘Er is nog genoeg te doen. We zijn altijd op zoek naar begeleidende koks. Inmiddels coachen we namelijk een groep van in totaal vijftig kinderen. En zou het mooi zijn om dichterbij onze grootste tuin te zitten. We zijn hard op zoek naar een grote container om daar te kunnen plaatsen. Dan
kunnen we een terras en keuken aanleggen, zodat eters de prei letterlijk vanuit de tuin op hun bord terecht zien komen.’ ‘Wel goed wassen hè, die prei’, grapt kok Patrick. Met wat tranen in de ogen knikt het jongetje vanuit de keuken van Hotspot Hutspot breed lachend naar hem. Hij is inmiddels klaar met uien snijden. Nu is de prei aan de beurt. bron: rotterdam.nl/stadslandbouw